Zuidingen In
beweging
magazine over ondernemende mensen in het Zuiden
Kwartaaltijdschrift oktober november december 2015 Trias vzw Wetstraat 89 1040 Brussel P308487
Krachten b undelen E erst zien, dan geloven S ociale bescherming voor iedereen ‘Natuurlijk kunnen we Congo helpen’ Eigen rijst eerst in Guinee 1
In
beweging
Markant wandelt te voet naar Guinee, én terug Honderden vrouwen van 27 afdelingen namen deel aan onze solidaire wandelactie ‘Te voet naar Guinee’. Samen hebben ze de symbolische afstand van België naar Guinee overbrugd, heen én terug. Goed voor 9.400 kilometer en een opbrengst van meer dan 5.000 euro. De centen zijn bestemd voor de vrouwen van Coprakam, een coöperatie die kansarme producenten van pindakaas, honing en pindanoten versterkt.
Leerlingen ontmoeten aardappelboeren in Andesgebergte Samen met twee vrijwilligers van het Frietmuseum trokken twaalf leerlingen en drie leerkrachten van het VTI in Torhout naar Ecuador. Ze reisden hun technische tekening van een aardappelmachine voor kansarme boeren achterna. Leerlinge Frieke Vanhooren is met een goed gevoel teruggekeerd uit Ecuador.‘Een heel jaar werkten we aan het ontwerp. Maar dat is een kleine inspanning als je bedenkt dat die machine het leven van de mensen daar drastisch zal verbeteren.’
Registreer jouw eindejaarsactie bij Music for Life Heb je Music for Life al genoteerd in je agenda? Van 18 tot 24 december is Trias opnieuw één van de goede doelen waarvoor je een actie kan organiseren. Dat kan individueel of samen met de afdeling van jouw beweging. Registreer die actie op musicforlife.stubru.be.
Schenk een (h)eerlijk cadeau! vermeld bij actiecode: 1030
2
Ben je als ondernemer op zoek naar het ideale eindejaarsgeschenk? Bestel dan het geschenkpakket dat we samen met onze partner Ethiquable hebben samengesteld. Een pakket bevat zeven lekkernijen uit Ecuador. Prijs: 33 euro, waarvan tien euro door Trias gebruikt wordt voor de ondersteuning van kansarme ondernemers in Azië, Latijns-Amerika en Afrika. Bestellen kan tot 16 oktober op eindejaar.triasngo.be.
Trias sleept prestigieus kwaliteitslabel in de wacht Na een grondige screening van onze procedures, systemen en processen heeft de stichting EFQM het label ‘Recognised for Excellence’ toegekend aan Trias. Dat is een primeur voor de sector van de ontwikkelingssamenwerking.
Editoriaal
Vluchten kan niet meer Beste lezer, Geef toe, we konden de vluchtelingenstroom van ver zien aankomen. Toch davert Europa op haar grondvesten sinds haveloze gezinnen bij ons aanspoelen. We hebben medelijden met de onmetelijke ellende van zoveel kinderen, moeders, vaders. De mensensmokkelaars die garen spinnen bij dit tranendal wekken onze collectieve verontwaardiging.
komstperspectief: ze gaan niet naar school en hebben geen formele job. Ze riskeren hun leven om te ontsnappen aan de extreme armoede op het platteland en het ontspoorde bendegeweld in de krottenwijken.
In Centraal-Amerika hebben twee miljoen verstoten adolescenten tussen 15 en 24 jaar geen enkel toe-
Philippe Matthijs Voorzitter
Colofon
In dit nummer
Onze aanpak? Trias versterkt in El Salvador boerenorganisaties en ondernemersverenigingen die geloven in een positief maatschapMinder fraai is de ‘eigen volk Stel dat we ondernemende pijmodel. Met onze steun eerst’-opwelling die in het zog mensen een duwtje in de geven ze kwetsbare groepen van de vluchtelingen door ons kansen om niet in de VS maar continent waart. Onheilsproferug geven in plaats van ten vragen zich luidop af hoescheidingsmuren te bouwen… in eigen streek hun dromen na te jagen. veel de opvang van die gelukzoekers ons zal kosten. Doemdenkers voorspellen een toename van de criminaliteit en de teloorgang De ontwikkeling van kleinschalig ondernemerschap van onze Europese waarden. is nodig om het vluchtelingenprobleem bij de wortel aan te pakken, waar ook ter wereld. Kan dat geen menselijk alternatief zijn voor bijvoorbeeld de bouw Niet alleen Europa heeft last van xenofobe stuiptrekvan scheidingsmuren of de uitrol van een pushkingen. Spontaan denk ik aan de oneindig lange muur backbeleid tegen vluchtelingen op zee? die de Amerikanen bouwden langs hun grens met Mexico. Metalen panelen verhinderen dat illegale migranten uit Centraal-Amerika de oversteek maken naar de VS. Met die nuance dat jaarlijks gemiddeld 300 mensen sterven bij wanhoopspogingen om die muur te omzeilen. Dikwijls zijn het jongeren.
4
Eerst zien, dan geloven
10
‘Natuurlijk kunnen we Congo helpen’
9
Sociale bescherming voor iedereen Redactie: Trias Fotografie: Isabel Corthier en Luk Collet e-mail:
[email protected] tel: 02/548.01.20 Rekeningnummer voor stortingen: BE45 7363 3333 3389 VU: Lode Delbare, Wetstraat 89, 1040 Brussel
11
Eigen rijst eerst in Guinee
Eerst zien, dan geloven Als we niet overspoeld willen worden door vluchtelingen, moeten we mensen helpen bij de uitbouw van een menswaardig bestaan in hun eigen regio. Is dat realistisch? Piet Vanthemsche en Herman Van Rompuy gingen een kijkje nemen in Oeganda, waar Trias boeren helpt omschakelen van overlevingslandbouw naar een marktgeoriënteerd landbouwmodel. Niet zo lang geleden verkochten Gloria en haar echtgenoot alleen maar honing. Een leuke bezigheid, maar ze bracht niet genoeg eten op de plank. Voor het koppel ging een nieuwe wereld open wanneer ze trainingen volgden bij Tunado, een ledenvereniging die met steun van Trias diensten levert aan ondernemende mensen die hun brood verdienen met honing.
‘We hebben geleerd wat het betekent om voor een markt te produceren’, vertelt Gloria met pretoogjes aan Van Rompuy en Vanthemsche. De onderneemster heeft haar assortiment uitgebreid met honingwijn. Samen met haar man verkoopt ze tegenwoordig brandy en zoete witte wijn, tot in de hoofdstad Kampala. ‘Je zal het niet geloven, maar intussen hebben we 44 werknemers in dienst.’ Interessant, maar is het verhaal van Gloria geen uitzondering?
Drie hindernissen ‘De landbouw in Oeganda kampt met drie grote obstakels’, verduidelijkt Paul Allertz, die aan het hoofd staat het plaatselijke kantoor van Trias. ‘De boeren kampen met een gebrek aan investeringskredieten, de infrastructuur is ronduit slecht en aangepaste technologie is ver te zoeken.’
Gloria heeft haar witte wijn omgedoopt tot Rosemary.
Het abc van de marketing heeft ze geleerd bij haar ledenvereniging Tunado, een partner van Trias.
4
Hoe kan een individuele boer die structurele problemen overstijgen? ‘Dat lukt nooit’, antwoordt Allertz kordaat. ‘Daarom kiest Trias voor de versterking van boerenorganisaties. Vervolgens zwengelen we de contacten aan met instellingen die microkrediet verlenen op het platteland. Voor beide partijen is dat een goeie zaak: de bankiers boren een nieuwe doelgroep aan terwijl de boeren voor het eerst een betaalbare lening krijgen en het belang van sparen ontdekken.’
Van Rompuy en Vanthemsche merken dat het succesverhaal van Glory in het westen van Oeganda geen alleenstaand geval is. Ze bezoeken producenten van bijenkorven en verwerkers van koehoorns. Ze lopen ook een jonge ondernemer tegen het lijf die zeven medewerkers in dienst heeft voor de plaatsing van sanitaire installaties. Zonder de opleidingen van Ussia – een ondernemersvereniging die steun krijgt van Trias – was dit nooit gelukt, geeft hij eerlijk toe.
Jongeren en vrouwen
Een goede en betrouwbare kredietverlener is precies wat we nodig hebben, vertellen tien plaatselijke jongeren die zich verenigd hebben. Naar eigen zeggen zijn ze niet vies van landbouw, maar ze moeten er wel geld mee kunnen verdienen. Leven is méér dan overleven, zo verwoorden ze het. En de leningen van Nyaravur Sacco zijn een noodzakelijke voorwaarde om dat mogelijk te maken.
‘Een individuele boer kan structurele problemen nooit overstijgen’ (Paul Allertz)
Plattelandsjongeren nemen niet langer genoegen met een uitzichtloos bestaan vol hard labeur. Dat merk je overal ter wereld, dus ook in Oeganda. De oplossing? De Vlaamse delegatie schudt handjes met vertegenwoordigers van de kredietcoöperatie Nyaravur Sacco, die voor 95 procent uit boeren bestaat. Met de hulp van Trias is het bedrijfsrendement sterk gestegen. De boeren kunnen er terecht voor microfinanciering als opstap naar commerciële landbouwactiviteiten. Ze kunnen krediet bekomen op individuele basis, maar ook in groep. Bijvoorbeeld voor de gezamenlijke aankoop van mechanische werktuigen of dieren die het land omploegen.
Bij de jongeren in de streek van Nyaravur hebben de microkredieten een nieuwe dynamiek teweeggebracht: ze organiseren nu ook activiteiten om leeftijdsgenoten te sensibiliseren rond het aidsvirus, werkloosheid, druggebruik en andere thema’s waar jongeren van wakker liggen. ‘Hier moét Trias aanwezig zijn’, debiteert Van Rompuy op goed hoorbare fluistertoon.
‘In alles wat we doen, schenken we extra aandacht aan jongeren en vrouwen’, legt Allertz uit. ‘We mogen zeker de positie van boerinnen niet uit het oog verliezen. Vrouwen mogen geen land bezitten en dat plaatst hen in een ondergeschikte positie binnen het gezin.’ Eén van de rolmodellen die toont hoe het anders kan, is Olivia Mugisa. Begin dit jaar werd ze nog als Schoonste Boerin in de bloemetjes gezet op de landbouwbeurs Agriflanders.
Microkredieten zijn voor kleine ondernemers in Oeganda een hefboom voor hun zelfontwikkeling.
5
Van Rompuy: ‘Belgische ontwikkelingsorganisaties moeten dichtbij de mensen staan. Trias is zo’n organisatie.’
Boerenbond Olivia is aangesloten bij Madfa, een boerenorganisatie waarin Trias de voorbije vijf jaar fors geïnvesteerd heeft. Daardoor is de vereniging uitgegroeid tot dé boerenbond ten oosten van het immense Albertmeer. De jongste maanden werden de boeren van Madfa door Trias opgeleid in belangenbehartiging. ‘We hebben steun van de overheid nodig om bijvoorbeeld iets te doen aan onze gigantische gewasverliezen na de oogst. Stap voor stap vinden we meer gehoor’, vertelt voorzitter David Katende.
6
Van jonge boeren krijgt Piet Vanthemsche te horen dat
ze op het platteland willen blijven. Op voorwaarde dat ze zichzelf kunnen ontplooien.
Intussen blijft Madfa niet bij de pakken zitten. De boerenorganisatie heeft zelf een stevige bewaarloods gebouwd. ‘Zonder goede bewaring hebben onze inspanningen om de productie te verhogen geen enkele zin’, merkt de voorzitter terecht op. Met eigen ogen zien Vanthemsche en Van Rompuy dat boeren ook in Afrika eigenhandig een stevige organisatie op poten kunnen zetten. Even verderop staat nog een pareltje van Madfa: een bedrijf dat gecertificeerd zaad verkoopt aan de leden. En de boerenorganisatie heeft ook nauwe banden met een kredietinstelling, die leningen op maat van de boeren verstrekt. Het concept van Madfa doet verdorie denken aan dat van onze Boerenbond, horen we Vanthemsche denken.
Dank u wel Op de terugweg duikt de Vlaamse delegatie het veld in bij telers van maïs, cassave en zonnebloemen. We ontmoeten vooral lachende gezichten. Boer Joseph beweert dat hij zijn winst het voorbije jaar zag verdubbelen. Wat verder een boer die zijn ossen ment bij het ploegen van een perceel. Blijkt dat de dieren met een lening van Madfa Sacco aangekocht zijn door de boerengroep waarvan hij lid is. Het verhaal van sterke boerenorganisaties die hun leden toegang tot krediet bezorgen slaat blijkbaar aan op het terrein.
‘Hier moét Trias aanwezig zijn’ (Herman Van Rompuy)
Boerenorganisaties als Madfa zorgen ervoor dat
boerengroepen geld kunnen lenen aan interessante voorwaarden. Bijvoorbeeld voor de aankoop van ossen die percelen helpen omploegen.
Aan het eind van het werkbezoek snelt een producent van sesamzaad ons tegemoet. Toevallig heeft hij landendirecteur Paul Allertz herkend. In een stortvloed van woorden dankt de boer Trias en Madfa, wijzend naar het bakstenen huis dat hij onlangs gebouwd heeft. Vanthemsche en Van Rompuy houden zich beleefd op de achtergrond, maar hebben genoeg gezien...
7
8
Sociale bescherming voor iedereen
Ziek worden en je behandeling niet kunnen betalen. Je job of oogst verliezen, en geen inkomen hebben. Voor driekwart van de wereldbevolking is dit realiteit. Bij de minste tegenslag komen deze mensen in de problemen. Daarom voeren Trias en 11.11.11 samen campagne voor sociale bescherming. Voor iedereen, ook voor kleine ondernemers. Mariam (50) woont in Katia, een klein dorp in Guinee. Sinds haar echtgenoot tien jaar geleden overleed, zorgt zij alleen voor de opvoeding van haar zeven kinderen. Dat is een flinke uitdaging, temeer omdat er geen centen zijn om die kinderen naar school te sturen. ‘Onze weinige spaarcenten hebben we allemaal geïnvesteerd in de medische zorgen voor mijn man’, vertelt Mariam.
Vrouwen helpen elkaar Van haar echtgenoot erfde Mariam een perceel voor de teelt van rijst, aardnoten en maïs. De verkoop van de oogst leverde nauwelijks voldoende geld op om zelf voedsel te kopen voor het hele gezin. ‘Daarom werd ik lid van de lokale vrouwengroep’, legt Mariam uit. Vandaag produceert en verkoopt de boerin haar gewassen samen met andere vrouwen. ‘Dat levert extra inkomsten op. Zo kon ik voor mijn jongste dochter het inschrijvingsgeld betalen voor een cursus snit en naad. Eigenlijk is mijn lidmaatschap bij de vrouwengroep mijn enige sociale bescherming. We helpen elkaar, maar toch heb ik schrik voor de toekomst.’
Dikwijls verwacht de naaste omgeving dat ze zorg dragen voor kwetsbare familieleden, of zelfs de bredere gemeenschap. Ze sponsoren niet alleen schooluitgaven, maar ook de aanleg van waterleidingen en wegen. Een volwaardige sociale bescherming voor iedereen kan een stuk van die sociale druk wegnemen.
Meer bescherming, meer ondernemerschap Kleine ondernemers die bescherming genieten, moeten bovendien geen dure verzekering nemen om zich in te dekken tegen bedrijfsrisico’s. Daardoor dalen de kosten voor hun microkrediet en verwerven ze een vlottere toegang tot de financiële markt. Lees: meer mensen zullen een eigen bedrijfje kunnen opstarten. Beschermde ondernemers moeten ook niet langer spaarpotje aanleggen voor tijden van tegenspoed. Ze kunnen voluit investeren in hun zaak, waardoor hun slaagkansen toenemen.
Sociale bescherming in opmars Het goede nieuws voor Mariam en zovele anderen is dat steeds meer ontwikkelingslanden mechanismen uitwerken voor sociale bescherming. Maar in de besprekingen die overheden hierover voeren met sociale partners zijn kleine zelfstandigen meestal niet of nauwelijks vertegenwoordigd. In arme landen rust nochtans een zware sociale druk op de schouders van ondernemende mensen die er in slagen om wat extra inkomsten te verwerven.
Mariam Doumbouya: ‘In Guinee krijgen we
ezondheidsuitgaven niet terugbetaald. De enige g uitzondering op die regel is een keizersnede.’
9
Interview
‘Natuurlijk kunnen we Congo helpen’
Johan Dezeure (66) is landbouwer op rust en bestuurslid bij Landelijke Gilden in Beauvoorde. Hij houdt van fietsen en helpt geregeld mee op de landbouwbedrijven van zijn kinderen. In oktober reist hij met Trias naar Ecuador, en daarmee is hij niet aan zijn proefstuk toe. Hoe heb je Trias leren kennen? Johan Dezeure: ‘Met onze afdeling van Landelijke Gilden steunden we Ieder voor Allen, één van de voorlopers van Trias. Het nationale bestuursniveau stimuleerde fondsenwervende acties, en dus deden wij dat. Ik herinner me dat onze afdeling heel vaak centen heeft opgehaald, zonder goed te beseffen waarvoor dat geld precies gebruikt werd.’ In 2006 werd het allemaal veel concreter? ‘Dat klopt. Als lid van het hoofdbestuur bij Boerenbond en Landelijke Gilden kreeg ik toen de kans om onder begeleiding van Trias naar Brazilië te reizen. Toen begreep ik waar het allemaal om draaide, en dat smaakte naar meer: in 2011 reisde ik met Trias naar Congo en in oktober trek ik naar Ecuador.’ Je bent de voorbije jaren een heel actieve vrijwilliger geweest? ‘Dat heeft veel te maken met die reis naar Congo. Daar besefte ik hoe belangrijk het is om kansarme ondernemers te steunen. Dat zie ik ruimer dan het overmaken van een gift. We moeten zoveel mogelijk middelen mobiliseren om wereldwijd het kleinschalige ondernemerschap te stimuleren. Dat is mijn verhaal voor de leden en bestuursleden van Landelijke Gilden. De jongste jaren heb ik een getuigenis gebracht voor meer dan duizend mensen op lokale, provinciale en gewestelijke bijeenkomsten.’
10
Voor veel mensen is het Zuiden een ver-van-mijnbed-show. ‘Door mijn ervaringen te delen, wil ik dat doorbreken. Vorig jaar heb ik trouwens ook geholpen met de ontvangst van boerenleiders uit Ecuador. We hebben die mensen toen geadviseerd om een sterke samenwerking met hun lokale overheid uit te bouwen. Net als Trias geloof ik heel sterk in de kracht van samenwerking.’ Is jouw kijk op ontwikkelingssamenwerking in de loop der jaren geëvolueerd? ‘Ja, toch wel. Vaak komen ontwikkelingsorganisaties negatief in de media. Er zou gesjoemeld worden met de inkomsten. Dikwijls zijn mensen ook fatalistisch: we kunnen toch niets doen aan de bodemloze put in Congo, hoor je dan. Maar het is uitgerekend in Congo dat ik besefte hoe fout die perceptie is. Als je zoals Trias samenwerkt met de lokale bevolking, kan je een hele samenleving in beweging brengen. Kennis wordt overgedragen en goede voorbeelden krijgen een vervolg. Zo kan je met relatief weinig middelen toch mooie resultaten boeken.’ Heb je het gevoel dat je mensen echt kan overtuigen met jouw getuigenissen? ‘Stiekem denk ik dat het lukt. Heel wat mensen komen na mijn verhaal nog even langs om bijkomende uitleg te vragen. Dat is een goed teken. Natuurlijk zal ik de wereld niet veranderen, maar alle beetjes helpen.’
Guinee, één van de armste landen ter wereld, is voor zijn voedselvoorziening aangewezen op de massale invoer van rijst. Zonde, want dit West-Afrikaanse land heeft geen gebrek aan geschikte landbouwgrond. Daarom versterkt Trias boerenorganisaties die zich toeleggen op de lokale rijstproductie.
Eigen rijst eerst
in Guinee De rijstproductie in Guinee stijgt gestaag, jaar na jaar. Omdat ook de bevolkingsstatistieken in stijgende lijn gaan, blijft het land afhankelijk van import uit het buitenland. Dit jaar zal Guinee opnieuw 215.000 ton spotgoedkope maar minderwaardige rijst invoeren, voornamelijk uit Vietnam en Thailand.
Drie nieuwe verwerkingscentra
Trias heeft de jongste jaren sterk geïnvesteerd in de Guineese rijstteelt. ‘We introduceren nieuwe technieken en optimaliseren de irrigatie’, legt landendirecteur Lies Vanmullem uit. ‘De boeren krijgen ook ondersteuning bij de aankoop van kleine machines die de vrouwen ontlasten van het manueel pellen van de rijst.’
Net als Trias verwacht landbouwminister Jacqueline
Sultan dat de nieuwe verwerkingscentra een boost zullen geven aan de lokale rijstproductie.
Enkele weken geleden heeft landbouwminister Jacqueline Sultan de lintjes doorgeknipt van drie nieuwe verwerkingscentra. Ze bestaan uit een semi-industriële pelmachine, een weegunit en een machine om rijstzakken dicht te naaien. Deze installaties kunnen veel meer rijst verwerken dan de oude werktuigen. Bovendien brengen ze de rijstkorrels minder schade toe.
Eigenaarschap
De dorpen waar de verwerkingscentra ingehuldigd zijn, krijgen de installaties niet zomaar in de schoot geworpen. ‘Drie lokale federaties van rijsttelers hebben elk 2.000 euro bijgedragen aan dit project. Naar Guineese normen is dat een enorm bedrag. Voor de rest van het investeringsbedrag hebben we subsidies gevonden’, vertelt Vanmullem. Het beheer van de centra komt in handen van de federaties. Om hen klaar te stomen voor deze opdracht heeft Trias de nodige opleidingen georganiseerd.
11