Zuidingen In
beweging
magazine over ondernemende mensen in het Zuiden
Kwartaaltijdschrift juli augustus september 2012 Trias vzw Wetstraat 89 1040 Brussel P308487
Moderne marketing voor oeroude aardappelsoorten
Unieke productiesite voor karité - boter in G uinee Geen noodhulp,
maar tips voor bestuursverkiezingen !
D riewieler houdt Filipijnse probleemjongeren clean
1
In
beweging
Senioren getuigen over avonturen in Andesgebergte 13 senioren van Neos zijn met koffers vol straffe ondernemersverhalen teruggekeerd uit Ecuador. In het Andesgebergte maakten ze kennis met de werking van Cordtuch. Deze partner van zowel Neos als Trias betrekt kansarme boeren bij de ontwikkeling van het gemeenschapstoerisme in de provincie Chimborazo. De komende maanden zullen acht inleefreizigers geïnteresseerde clubs van Neos bezoeken om hun belevenissen te delen. Verder kunnen diezelfde clubs hun internationale solidariteit ook kenbaar maken door onder begeleiding van Trias een interculturele kookworkshop of een lezing van een vooraanstaande ontwikkelingsdenker te organiseren. Meer informatie over de samenwerking tussen Neos en Trias: contacteer Jeroen Weckhuysen, tel 02/548.01.32.
Ondernemers van Unizo proeven van andere wereld De tot MasterChef gekroonde Marc Coucke is lang niet de enige ondernemende keukenpiet in Vlaanderen. Zo ontdekten 24 leden van de Unizo-afdeling uit Maaseik onlangs exotische keukengeheimen onder begeleiding van een Congolese kokkin. Samen bereidden ze een heerlijk gerecht en proefden ze van de Congolese cultuur. Het geheel werd op smaak gebracht met een gesprek over de manier waarop Trias kleine ondernemers in ontwikkelingslanden versterkt. Tot eind 2013 kunnen afdelingen van Unizo, KLJ, KVLV, Landelijke Gilden, markant en Neos een interculturele kookworkshop reserveren. Meer informatie: www.triasngo.be/culturellen.
Landelijke Gilden luistert naar boerenverhalen uit Congo
Brazilië zet KVLV in beweginge KVLV heeft een nieuw partnerschap opgestart met kwetsbare plattelandsvrouwen in Brazilië. Dus heeft Trias ook haar vormingsaanbod voor de leden van ’s lands grootste vrouwenorganisatie uitgebreid. Zo worden de afdelingen van KVLV opgeroepen om vanaf 1 januari 2013 geld in te zamelen voor de emancipatie van kansarme vrouwen in Brazilië. Dat kunnen ze doen door massaal te sporten en alle sportactiviteiten te registreren op www.triaskvlv.net. Op die manier willen de leden van KVLV de afstand van 10.500 kilometer tussen Vlaanderen en Brazilië op een symbolische manier overbruggen.
2
De uitwisselingsreizigers van Landelijke Gilden die in Congo kennismaakten met de boerenorganisatie Repam, zijn onder de indruk van hun avontuur. Ter plaatse leerden ze dat de Congolese bevolking de laatste twintig jaar verdubbeld is. Omdat de overheid geen kader biedt en onvoldoende investeert, moeten de Congolezen op alle vlakken hun eigen boontjes doppen. In deze context kunnen lokale boerenbewegingen zoals Repam met de steun van Trias écht het verschil maken voor hun leden. Hoe? Voorzien van reisfilmpjes gaan de uitwisselingsreizigers nu de boer op om zoveel mogelijk afdelingen van Landelijke Gilden warm te maken voor het Zuiden. Meer informatie over de samenwerking tussen Landelijke Gilden en Trias: contacteer Els Lemeire, tel 02/548.01.10.
I nE db ietwo er gi ai na gl
Brazilië, meer dan één succesverhaal Beste lezer, Bovendien heeft het succes van de kredietcoöperaties het coöperatieve gedachtegoed doen overwaaien naar andere landbouwsectoren. Gaande van de aankoop van productiemiddelen tot de productie, verwerking en verkoop van landbouwproducten. Anno 2012 is Trias een trouwe partner van Zowel de absolute als relatieve armoede zijn in Unicafes, de nationale koepel van alle coöperaties Brazilië gedaald. Tijdens de laatste tien jaar zijn de van familiale boeren in Brazilië. Maar liefst inkomsten van de armste helft van de 400.000 landbouwers zijn bij Unicafes “Trias is de bevolking met 68 procent toegenomen aangesloten. terwijl die van de rijkste tien procent hoeder van het coöperatieve Loont het de moeite om Unicafes en haar ‘slechts’ met tien procent zijn gestegen. gedachtegoed in boerencoöperaties te blijven steunen? Heeft Trias dan nog een rol te spelen in Natuurlijk. Vanuit landen zoals Mexico en Brazilië” Brazilië, hoor ik u denken. Weet dan dat Ecuador reizen boerenleiders naar Brazilië 16 miljoen Brazilianen nog altijd overleven met minom er het coöperatieve ontwikkelingsmodel van de der dan anderhalve dollar per dag. Vooral op het familiale landbouw te bestuderen. Een mooier comuitgestrekte platteland is de armoede schrijnend. En pliment voor het werk van Trias is ondenkbaar. Maar precies op dat terrein schuilt onze expertise, waardat werk is (nog) niet voltooid zolang miljoenen Bradoor we in dit land met beperkte middelen maxizilianen kreunen onder de plattelandsarmoede. male resultaten kunnen bereiken. Met oprechte dank In 1995 stond Trias aan de wieg van de allereerste voor uw engagement, spaar- en kredietcoöperaties voor familiale boeren in het zuiden van Brazilië. Sindsdien zijn dergelijke coöperaties in grote delen van het land als paddenstoelen uit de grond gerezen. Zo konden tienduizenden kansarme boeren hun eerste spaarrekening Philippe Matthijs openen en een lening krijgen voor de aankoop van Voorzitter zaaigoed, vee of machines. Van alle groeilanden is Brazilië de beste leerling van de klas. Via sociale programma’s als Bolsa Familiar en Fome Zero is de kloof tussen arm en rijk aan het slinken. Elk jaar neemt de inkomensongelijkheid af met gemiddeld 1,2 procent.
Colofon
In dit nummer
4
Revival van inheemse knollen in Peru
8
Tips voor bestuurs verkiezingen in Congo
6
Unieke productiesite voor karité-boter in Guinee
11
Driewielers voor Filipijnse probleemjongeren
Trias – Dienst Communicatie, tel 02/5480120 Rekeningnummer voor stortingen: BE45 7363 3333 3389 VU: Lode Delbare, Wetstraat 89, 1040 Brussel
3
Trias steunt revival van inheemse knollen in Peru
dankzij onze
Wij zijn dan wel de uitvinders van de friet, maar de bakermat van de aardappel is Peru. De lokale boeren hebben er meer dan 3.000 variëteiten ter beschikking, maar toch verdienen ze het zout niet op hun inheemse patatten. Trias ondersteunt de herwaardering van de plaatselijke knollen.
O
p de gezellige straatmarkten in de Peruaanse hoofdstad Lima krioelt het van de kraampjes met aardappelen. Hoewel iedere verkoper uitpakt met verschillende smaken, vormen en kleuren, domineert de ‘papa blanca’, oftewel ‘witte aardappel’. Met wat goeie wil is deze categorie van aardappelen vergelijkbaar met ons bintje: heldere kleur, flink uit de kluiten gewassen en uitermate geschikt om te frituren. Door zijn veelzijdigheid is deze knol een godsgeschenk voor veeleisende consumenten. De kleine aardappelboeren in het Andesgebergte hebben er daarentegen een haat-liefdeverhouding mee: door het overaanbod in de oogstperiode durven de prijzen wel eens scherp naar beneden tuimelen. De ‘papa blanca’ wordt immers niet alleen in de hoogvlaktes maar ook in de kustregio geteeld. Daar beschikken de middelgrote boeren over betere gronden en meer irrigatietechnieken. Ze oogsten veertig ton per hectare, tegenover een gemiddeld rendement van acht ton op grote hoogte.
Inheemse aardappelvariëteiten met paars vruchtvlees
zijn erg gegeerd door de betere restaurants en supermarktketens.
4
“Continuïteit en kwaliteit zijn grote uitdagingen voor Coopagros” Paarse aardappelen Een uitweg voor de arme aardappeltelers in het hooggebergte zijn de inheemse variëteiten. Die gedijen enkel op percelen die zich op een hoogte bevinden van drieduizend meter of hoger. Lange tijd werden de streekeigen rassen verwaarloosd, maar nu vallen variëteiten zoals de huayro, negra of peruanita weer in de smaak bij de consument. Dat weten ook de boeren in de provincie Andahuaylas, één van de armste regio’s in Peru. Een deel van de economische koek voor zich opeisen, is echter niet zo eenvoudig. In 2010 begrepen de boeren dat ze moeten samenwerken om een goede prijs te kunnen krijgen voor hun aardappelen. Ze richtten Coopagros op, een coöperatie die vandaag 150 leden telt. De vereniging krijgt ondersteuning van Capac, een lokaal aardappelplatform dat op haar beurt versterkt wordt door Trias. “Dankzij onze steun kan Capac diensten aanbieden op het vlak van teeltbegeleiding en marketing. De boeren van Coopagros hebben vorig jaar het label Tesoro Chanka ontworpen voor hun inheemse aardappelen. Nu moet het intensief gepromoot worden”, vertelt regiocoördinator Lieve Van Elsen van Trias. De traditie wil dat de verkoop van aardappelen in Peru grotendeels loopt langs grootschalige tussenhandelaars. Omdat ze steevast een lage prijs uitbetalen aan de boeren, speurt Coopagros met de steun van Trias naar rechtstreekse afzetkanalen
in Lima, waar een derde van de Peruaanse bevolking woont. Voor de populaire variëteiten met paars vruchtvlees zijn de betere restaurants en grote supermarktketens vragende partij, op voorwaarde dat ze voldoende garanties krijgen op het vlak van continuïteit en kwaliteit. Voor de jonge coöperatie zijn er dus nog heel wat uitdagingen.
“Inheemse aardappelen gedijen enkel bij arme bergboeren” Groeiperspectief Eén van de leden van Coopagros is de 38-jarige Modesto Huasco Soto. De boer gelooft rotsvast in een betere toekomst voor zijn gezin met vier kinderen. Daar moet zijn aardappelareaal van één hectare voor zorgen, want het is de enige bron van inkomsten. “Met de hulp van onze coöperatie wil ik binnen vijf jaar mijn rendement verdrievoudigen”, klinkt het ambitieus. De stijgende opbrengsten van zijn inheemse aardappelen wil Modesto investeren in weefgetouwen voor de productie van kleding. “Ik droom ervan om samen met mijn oudste zoon een kleine confectiezaak op te starten. Als dat lukt, kan ik mijn andere kinderen naar een degelijke school sturen. Mislukken is geen optie.”
De kansarme bergboeren in Peru hebben hun hart
verpand aan de inheemse aardappelen.
De onderwijskansen voor Modesto’s kinderen hangen
grotendeels af van het welslagen van Coopagros.
5
Unieke productiesite
dankzij onze
voor karité-boter in Guinee In het arme Guinee hangt het lot van veel plattelandsvrouwen af van de noot van de boterboom. Een struikelblok is het complexe procedé om uit de harde noten de begeerde boter te puren. Daarom investeerde Trias in een nagelnieuwe productie-eenheid, die in de wijde omgeving van Kouroussa enig is in zijn soort.
D
e pluk van karité-noten is een typische vrouwenbezigheid in Guinee. Een doorsnee producent oogst ongeveer 280 kilogram noten. Aan het eind van een ambachtelijk, arbeidsintensief en tijdrovend verwerkingsproces leveren die noten tachtig kilogram boter op. Karité-boter is geschikt voor menselijke consumptie, maar is ook gegeerd als basisgrondstof in de voedingsnijverheid en cosmeticabranche.
SWOT-analyse Samen met lokale vrouwengroepen heeft het regiokantoor van Trias in Guinee de sterktes en zwaktes van de karitésector in kaart gebracht. “Door de sterke vraag kan de boter een hefboom zijn voor de plaatselijke economie en, niet minder belangrijk, voor de vrouwenemancipatie”, zegt Trias-medewerker Ousmane Fomba.
Maar er zijn ook heel wat hindernissen die moeten overwonnen worden, zelfs in een uitermate geschikte productiezone zoals die van Kouroussa. “Zonder mechanisering van het productieproces is het een harde dobber om de boter te vervaardigen. Bovendien bemoeilijken de geïsoleerde ligging van veel dorpen en het gebrek aan transportinfrastructuur de commercialisering van de grondstof”, weet Fomba.
“Guinese vrouwen kregen de productiesite niet zomaar in de schoot geworpen” Businessplan Om het werk van de vrouwen te verlichten, heeft Trias met fondsen van de Europese Unie een nieuwe productiesite ingericht in Kouroussa. Hiervoor werd niet over één nacht ijs gegaan. De eerste plannen rijpten al in 2009, toen negen vertegenwoordigers van vrouwengroepen op studiereis trokken naar karitéproducenten in het buurland Mali. Langzaam maar zeker kreeg hun businessplan vorm.
Guinese vrouwen krijgen anderhalve euro voor een kilogram karité-boter.
De coöperatie Coprakam slijt haar kwaliteitsboter aan een prijs die ongeveer dubbel zo hoog is.
6
“De Guinese vrouwen kregen de productiesite niet zomaar in de schoot geworpen”, benadrukt Fomba. “Samen hebben ze ook enkele honderden euro’s en heel wat niet-gefactureerde arbeid ingebracht. Daardoor beschouwen ze de verwerkingseenheid ook echt als hun project.” De directe begunstigden zijn 829 notenplukkers, waarvan 664 vrouwen.
markant-voorzitster op studiereis bij Coprakam De komende vier jaar zullen de leden van markant een uitwisselingstraject opbouwen met de ondernemende vrouwen van Coprakam. Eind november trekt voorzitster Lieve Droogmans op studiereis om in Guinee de contouren van het partnerschap vast te leggen. Haar werkbezoek kan u op de voet volgen via www.triasngo.be/markant.
“Karité-boter is een hefboom voor de vrouwenemancipatie in Guinee” Geïntegreerde benadering Deze plukkers zijn ingekapseld in een professionele structuur. De vrouwengroepen waartoe ze behoren, zijn aangesloten bij de coöperatie Coprakam, die focust op de commercialisering van karité-boter. Bovendien worden de plukkers omringd met de diensten van nog een aantal andere partners van Trias in Guinee. Op die manier hebben ze gegarandeerde toegang tot technische assistentie en microkredieten. Intussen is de productiesite al enkele maanden operationeel. Als alles volgens plan verloopt, zal er dit jaar zeven ton karité-boter geproduceerd worden. Mits een aantal extra investeringen kan de capaciteit op termijn toenemen tot honderd ton. Ook aan de kwaliteit moet nog hard gesleuteld worden. “Om de hele keten onder controle te krijgen, moeten we de komende maanden de organisatiestructuur tussen vrouwengroepen op zowel dorps- als regionaal niveau nog beter stroomlijnen”, besluit Fomba.
Relatie tussen man en vrouw verandert snel in Guinee Vrouwen hebben het niet makkelijk in Guinee, maar op sommige vlakken gaat hun relatie met de mannen erop vooruit. Neem bijvoorbeeld de totstandkoming van huwelijken. Die worden niet altijd meer geregeld door de familie of onder een bepaalde stam, zegt regiocoördinator Margriet Reinders van Trias. Ook positief is de daling van het geboortecijfer. Dat het onderwijs heel wat belang hecht aan gezinsplanning is daar allicht niet vreemd aan. Een minpunt is dat de besnijdenis zowel bij jongens als meisjes hardnekkig standhoudt in Guinee, het wettelijke verbod ten spijt. Voor jongens zijn de fysieke en psychische gevolgen veel minder erg dan voor meisjes. Op sociaal vlak is het voor vrouwen een goede evolutie dat er steeds meer organisaties opduiken die op een of andere manier hun economische activiteiten ondersteunen. “Die organisaties verschaffen hen dikwijls toegang tot alfabetisering, informatie en opleidingen. De moderne informatietechnologie doet traditionele structuren op hun grondvesten daveren”, aldus de Trias-medewerkster. Reinders benadrukt dat acties ter versterking van de positie van vrouwen op een doordachte manier aangepakt moeten worden. “Ze zouden door mannen als een bedreiging kunnen opgevat worden. In dat kader moeten we altijd wikken en wegen waar, hoe en door wie vrouwen het best versterkt kunnen worden”, luidt het.
7
Geen noodhulp, maar tips voor bestuursverkiezingen! Negen leden van Landelijke Gilden trokken onlangs voor het eerst in hun leven naar Congo. Op visite bij Repam, een federatie van kansarme boeren in het westen van het land. De koffers van de Vlaamse gasten zaten boordevol tips voor de organisatie van bestuursverkiezingen en andere activiteiten die de werking van een plattelandsorganisatie versterken.
A
chteraf hadden ze geen moeite om het toe te geven: de uitwisselingsreizigers van Landelijke Gilden stonden er een beetje ongemakkelijk bij, daar op Zaventem. Niemand van de groep had eerder voet aan grond gezet in Kinshasa. Acht uur later is de delegatie een cultuurshock rijker. In een broeierige drukte baant ze zich met drie jeeps een weg tussen gammele wagens, drukdoende mensen en een adembenemende wolk van stof en uitlaatgassen. Talloze uren zullen de Vlaamse gasten doorbrengen in hun voertuigen. Niet in files, maar op de moeilijk berijdbare wegen richting platteland. Hun uitvalsbasis is een missiepost van Scheut, ergens halverwege de steden Boma en Tshela. Het is er goed toeven: ruime kamers met douche, lekker eten en ’s avonds brult de generator genoeg stroom bij elkaar. In een aanpalend dorpje bevindt zich een satellietkantoortje van Trias. Dat doet het reisgezelschap eraan herinneren dat ze geen toeristen zijn: de delegatie komt expertise delen met lokale boerengroepen in de provincie Bas-Congo.
Meer droogtafels Tijdens één van de eerste bezoeken in de dorpen lopen de leden van Landelijke Gilde maman Marie tegen het lijf. Met een aanstekelijk enthousiasme vertelt ze over de drive waarmee haar vrouwengroep het dagelijks leven een stukje aangenamer wil maken. Met de steun van Trias experimenteren de plaatselijke vrouwen met het drogen van maniok, een basisingrediënt in het klassieke dieet van een Congolees.
8
Gedroogde maniok is het basisingrediënt voor de bereiding
van maniokpap. Dit voedzame en zetmeelrijke gerecht wordt veel gegeten in landen als Angola, Benin en Congo.
Een speciale serrefolie boven de klassieke droogtafels voorkomt schimmelvorming, waardoor de maniok maagdelijk wit blijft. Deze maniok kunnen de vrouwen dubbel zo duur verkopen. Dus zouden er nog veel meer drooginstallaties moeten komen, hoor je de Vlamingen denken. Langzaam rijpt de idee om een fondsenwervende actie te lanceren bij Landelijke Gilden. Meer droogtafels in meer dorpen zouden de strijd tegen de honger draaglijker maken.
“Meer droogtafels zouden de strijd tegen de honger draaglijker maken”
Geen noodhulp, maar tips voor bestuursverkiezingen!
Rollercoaster van emoties De deelnemers aan de uitwisselingsreis:
Paul Carion, Ivan Claeys, Johan Dezeure, Johan Haepers, Johan Martens, Guido Smet, André Uytterhoeven, Luk Verstraeten en Kurt Vets.
Tijdens het overleg met Repam werden geen definitieve
knopen doorgehakt. De beslissingen die hen aanbelangen, nemen de Congolese boeren volledig autonoom.
(Uit het reisverslag van Diederik De Clercq, consulent bij de Landelijke Gilden.)
Als Belgen moeten we niemand de les spellen over l’union qui fait la force. Ook niet in Congo. De ene dag ontmoeten we vrouwen die samen gefermenteerd maniokbrood bereiden, transporteren en verkopen. De andere keer zijn het cacaoboeren die een coöperatie opgericht hebben om samen hun bonen te drogen en te verkopen aan een Belgische chocoladeproducent. Dat er zich bij de diverse projecten wel eens obstakels aandienen, spreekt voor zich. Maar met de steun van Trias en lokale ontwikkelingsorganisaties gaat het stap voor stap in de goede richting. Onze meest beklijvende ervaring is de overnachting bij een gastgezin in één van de dorpen. We treffen primitieve voorzieningen aan: geen elektriciteit of gas, geen stromend water, rudimentair sanitair. Toch is het aandoenlijk om zien hoe de gastgezinnen en hun buren zich uit de naad werken om ons verblijf zo comfortabel mogelijk te maken. We zijn hen eeuwig dankbaar, maar hebben ook een beetje spijt. De gastheren en –vrouwen hebben zich zo hard ingespannen dat we uiteindelijk geen echt beeld kregen van het dagelijks leven op het Congolese platteland. Maar sowieso was elk van ons zwaar onder de indruk. Lees verder op pagina 10>
9
> Vervolg van pagina 9
Geen noodhulp, maar tips voor bestuursverkiezingen!
Samen sterk De dagen erna staat de delegatie wel vaker versteld van de inzet en creativiteit van de Congolezen. Door samen te werken raken ze vooruit, ondanks hun beperkte middelen. Zo staat een kennismaking op het programma met een perfecte replica van een handzaaimachine die Landelijke Gilden vorig jaar aan Repam bezorgde. “C’est la nôtre!” roepen de plaatselijke boeren verheugd. Ze hebben de namaakmachine met eigen handen gebouwd, met materiaal dat plaatselijk voorhanden was. Op dezelfde manier hebben de lokale boeren bij een beek in hun dorp op basis van een waterwiel een kleine waterkrachtcentrale gebouwd. Neen, de installatie zou de veiligheidstests van bij ons niet doorstaan. Maar het werkt wel: de mensen hebben stroom. Het is verbluffend wat ze realiseren met oud ijzer en ander recyclagemateriaal!
“De ervaring van 120 jaar Boerenbond wordt vlot gemixt met de Congolese cultuur” Cultuurmix Tussendoor begeleidt Trias meetings met de boerenleiders van Repam. Omdat deze boerenorganisatie eind dit jaar voor de allereerste keer bestuursverkiezingen organiseert, is dat het meest uitgespitte gespreksonderwerp. De rijke ervaring van 120 jaar Boerenbond wordt vlotjes gemixt met Congolese cultuur en praktijk. Knopen worden niet doorgehakt. Het is nu aan de mensen van Repam om zelfstandig de verstrekte adviezen te verwerken en eigen procedures op te stellen. Op basis van hun visie moeten ze eigen keuzes maken en hun lot in eigen handen nemen. Dat is de kijk van Trias en Landelijke Gilden op de ontwikkelingssamenwerking van de eenentwintigste eeuw.
10
Strikte gelijkwaardigheid Trias gebruikt de expertise en knowhow van zijn partnerbewegingen in Vlaanderen om boerenorganisaties en ondernemersverenigingen in het Zuiden te versterken. Wie in ons land is beter geplaatst dan de experts van bijvoorbeeld Boerenbond en Unizo om advies te verstrekken over de uitbouw van sterke ledenorganisaties? Wat Trias nog unieker maakt, is de integratie van dit engagement in duurzame partnerschappen tussen organisaties van ondernemende mensen in Noord en zuid. Op basis van strikte gelijkwaardigheid. Met het rotsvaste geloof dat ook wij in Vlaanderen veel te leren hebben van onze overzeese partners.
Driewieler
houdt Filipijnse probleemjongeren clean
dankzij onze
Het bedrijfje van Marlyn en Nestor Fajardo verhuurt in de Filipijnse hoofdstad Manilla driewielers met overdekt zijspan. Een groot deel van de klanten zijn lokale probleemjongeren. Erkenning voor de bedrijfsfilosofie vond het koppel bij Insol, een partner van Trias die hen hielp bij de uitbouw van hun zaak.
H
eeft u al gehoord van een ‘padyak’? In de Filipijnen is deze driewieler een populair transportmiddel. Sinds 2001 produceert en verhuurt het gezinsbedrijf van Nestor en Marlyn dergelijke fietsen. Om hun slaagkansen te vergroten, moedigden kennissen het koppel aan om aan te kloppen bij Insol, een organisatie die kleinschalige ondernemers begeleidt. Intussen hebben Nestor en Marlyn een ruime reeks opleidingsmodules doorlopen. Vandaag waken ze actief over hun cashflow en een betere planning op de werkvloer. Dat maakt de gelijktijdige herstelling van meerdere padyaks mogelijk. Op basis van een bedrijfsplan kreeg het ondernemende koppel een krediet, waarmee het een reeks nieuwe driewielers maakt en oude herstelt. Momenteel verdienen Nestor en Marlyn op maandbasis ongeveer 850 euro aan hun bedrijfsactiviteit. Naar Filipijnse normen is dat uitstekend.
Op het rechte pad Het pad van Marlyn en Nestor liep echter niet altijd over rozen. Bij de start draaide de verkoop van de padyaks vierkant. Gelukkig kwam Marlyn toen op het idee om de driewielers te verhuren aan probleemjongeren. Ze raapte haar moed bij elkaar en zocht op eigen houtje toenadering met hangjongeren in de buurt die geboekstaafd stonden als druggebruikers of zakkenrollers. Met succes. De jongeren kunnen bij Nestor en Marlyn aan interessante voorwaarden een driewieler huren of zelfs kopen op afbetaling. Zo krijgen ze een middel in handen om op zelfstandige basis een inkomen bij elkaar te fietsen. Marlyn koestert de huurders alsof het eigen werknemers zijn. Wanneer een jongere het aan de stok krijgt
met de verkeerspolitie haast ze zich ter plaatse om te bemiddelen. Bovendien heeft ze de bestuurders aangesloten bij de openbare ziekteverzekering. Momenteel verschaffen Nestor en Marlyn een job aan een 30-tal voormalige probleemjongeren. Insol dicht het koppel een rolmodel toe. In de opleidingsmodules wordt de kleinschalige ondernemers immers op het hart gedrukt dat ze – in geval van succes – hun sociale rol niet mogen verwaarlozen.
Kansen voor ondernemende vrouwen Niet alleen Marlyn geniet professionele begeleiding van Insol. Momenteel krijgen ongeveer duizend kleine ondernemers – waarvan 75 procent vrouwen! – ondersteuning bij de opmaak van businessplannen, de uitbouw van een reële boekhouding, het afsluiten van leningen, de zoektocht naar winstgevende markten en de toegang tot nieuwe technologieën. In 2011 paste Insol haar statuten aan zodat de ondernemers nu ook formeel lid worden en de organisatie mee besturen. Gemiddeld hebben de klanten van Insol zeven werknemers in dienst. In de praktijk gaat het vaak om familieleden of streekgenoten . De doorsnee zaakvoerder haalt een maandelijkse omzet van 768 euro, die een winst oplevert van 284 euro. Insol stelt zich tot doel om de cashflow van het merendeel van de leden jaarlijks te doen toenemen met minstens twintig procent, en dat lukt aardig. Trias steunt Insol op meerdere terreinen, gaande van strategisch advies tot netwerking. Een derde van de leden van Insol zijn ook klant bij Ashi, een microfinancieringsbank voor ondernemende vrouwen die eveneens partner is van Trias.
11
In
12
beweging