DIT DOEN HASSELAREN VOOR HET ZUIDEN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING IN HASSELT
Stil en ongedwongen werken voor het Zuiden
In deze brochure worden 16 Hasseltse projecten rond ontwikkelingssamenwerking in de schijnwerpers geplaatst. Zonder uitzondering zijn het initiatieven vanuit de basis. Het gaat om teams van mensen die geraakt zijn door ongelijke kansen voor mensen in het Zuiden. Wie de verhalen leest, merkt meteen dat de tijd van de spiegeltjes en het zilverpapier ver achter ons ligt. Ook kleinschalige projecten die van mens tot mens gaan, sturen aan op zelfredzaamheid. Kleine ingrepen, met weinig middelen, vormen in het Zuiden vaak het verschil tussen overleven en leven. Het zijn projecten waar Stad Hasselt pal achter staat. Moreel, financieel en met advies van experten uit o.a. hogeschool en universiteit. Het zou niet eerlijk zijn de indruk te wekken dat deze feitelijke verenigingen of vzw’s alleen leven van Hasseltse subsidies. Dat kan ook niet. Fondsenwerving gebeurt dan ook op diverse terreinen, gaande van een eetfeest over kalenderverkoop tot pure giften. De controle op de middelen is bovendien secuur: geen kosten aan overbodige dingen, elke euro die binnenkomt gaat ook daadwerkelijk naar het project. Verwacht geen kneuterige initiatieven. Integendeel: de mensen die ze organiseren en coördineren weten van wanten en hebben door de jaren heen een grote ervaring opgebouwd. En ze leren nog altijd bij, op het terrein, maar ook van elkaar. Verwacht wel kleine initiatieven: het boren van een waterput - om maar iets te noemen - wordt in grote delen van de wereld nog steeds gezien als een ongekende luxe. Zowat alle projecten focussen op de lokale jeugd. Opleidingen, zelfs al maar leren lezen, rekenen en schrijven, zijn nodig. Kinderen die geschoold aan de start van hun volwassen leven komen, hebben het beter dan hun ouders. Op hun beurt kunnen zij dan weer hun kinderen naar school laten gaan. ‘Laten gaan’, want scholing is in veel landen nog een voorrecht. De brochure die voor u ligt is vanzelfsprekend een overzicht van de Hasseltse ontwikkelingssamenwerking. Maar ze is ook een eerbetoon aan 16 teams van mensen. Verwijzend naar een oervlaamse spreuk: stil en ongedwongen doen zij iets voor een ander. Het leven wordt er zoeter door. In het Zuiden, maar ook hier.
Hilde Claes Burgemeester Hasselt
Joost Venken Schepen van Ontwikkelingssamenwerking Hasselt
te koken, om de ovens voor bakstenen te stoken, voor de verwarming, maar ook gewoon als bouwmateriaal.”
Atos
80 hectaren bebossing Vanuit die vaststelling start Johan Venken een herbebossingsproject. Acacia’s, die snel groeien, worden geplant op percelen die goed worden onderhouden. Na 5 jaar zijn ze al kaprijp. Deze gestructureerde manier van werken voorkomt veel wildkap en bovendien zijn er veel mensen bezig met het onderhoud van de bomen. Inmiddels wordt er zelfs samengewerkt met lokale scholen en grondeigenaars die percelen ter beschikking stellen. In het totaal worden nu al ongeveer 80 ha grond gecontroleerd bebost.
ATOS steunt door de verkoop van boeken in Snuffel het herbebossingsproject van Johan Venken in Kananga, Congo. Voor 1 euro kan 1 snelgroeiende boom geplant en onderhouden worden tot hij klaar is om te worden gekapt. Op die manier kan de problematische ontbossing rond Kananga worden tegengehouden.
Boeken voor boMEN
Economie en ecologie De vzw ATOS staat voor Alternatieve Tewerkstelling en Ontwikkelingssamenwerking. “Je begrijpt al”, zegt Johan Swennen, “dat hij is opgericht om mensen die het moeilijk hadden op de gewone arbeidsmarkt een handje te helpen. Een en ander leidde tot vier projecten in de Hasseltse stationsomgeving: het naaiatelier, Assepoes tweedehandskleding, Snuffel tweedehandsboeken en een literair museum.”
RECHTSTREEKS WERKEN Met de opbrengsten van de verkoop van tweedehandskleding en -boeken werden verschillende projecten gesteund. De buitenlandse projecten concentreerden zich vooral op Afrika. “Het waren eerder kleine projecten”, legt Johan uit. “Mensen droegen ons ideeën aan, maar soms gingen wij ook na of er bijzondere noden waren. De projecten werden steeds gedragen door mensen ter plaatse. Dat is wat wij altijd betracht hebben: rechtstreeks werken met mensen van daar. Het maakt dat we ook onmiddellijk feedback krijgen.”
Johan Venken Rond 2005 nam Johan Venken, een vrijwilliger binnen vzw ATOS, loopbaanonderbreking om te gaan meewerken aan een Congolees project van de Bouworde. Na enkele keren op en neer gereisd te hebben, besloot hij zich er definitief te vestigen en er zich toe te leggen op de opvang van straatkinderen in Kinshasa. Vzw ATOS besloot hem financieel te steunen en doet dat nog steeds. Johan Venken spant zich in om de jongeren zinvol te begeleiden naar een volwassen leven. Hij doet dat met kleine landbouwprojecten of met een steenbakkerij.
Ontbossing “Dan komen een aantal lijnen samen”, licht Johan Swennen van vzw ATOS toe. “Vanuit die jongerenwerking ontstaat er een herbebossingsproject. De ontbossing in Congo is nog niet te vergelijken met de massale houtkap in Zuid-Amerika, maar ze is er wel. De lokale bevolking gebruikt het hout als bron van energie: om
“De bedoeling is”, zegt Johan Swennen, “om tegen 2020 naar 150 ha te gaan. Dat betekent dat er zo’n 150.000 bomen zullen zijn geplant en kunnen worden gekapt. Vanuit Snuffel is inmiddels het project ‘Boeken voor bomen’ ontstaan. Boeken krijgen bij ons een tweede leven, daar is een economische en een ecologische kant aan. We maken de cirkel rond: een boom kost één euro om te planten en te onderhouden. Samen met onze klanten steunen wij dit project. Ecologie en economie komen hier opnieuw samen. Meer nog: de CO2-uitstoot is een belangrijk gegeven geworden. Hoe meer bomen er opnieuw bijkomen, hoe beter dat is voor het klimaat.”
Bewustwording Het project ‘Boeken voor bomen’ werd bij het 30-jarig bestaan van Snuffel (2014) nog eens extra onder de aandacht gebracht. In tal van Hasseltse bomen op goed zichtbare plaatsen werden kleurrijke boeken gehangen. “Het project in Congo wordt goed gerund”, besluit Johan Swennen. “We hebben er een goed zicht op en krijgen er regelmatig verslagen van. Meer in het algemeen is het goed dat er aandacht is voor deze problematiek. De herbebossing is een begin, maar er is meer van hetzelfde nodig. Het is een bewustwordingsproject, zowel ter plaatse als hier.”
Snuffel tweedehandsboeken
Frans Massystraat 13 - 3500 Hasselt open ma - za van 12 tot 18u +32 (0)11 22 26 24 -
[email protected] www.snuffel.info - www.facebook.com/snuffelboeken ATOS 1982 — vzw — Democratische Republiek Congo
Hervé Vanaenrode Frans Massystraat 13 - 3500 Hasselt 011 22 26 24 -
[email protected]
De gebouwen worden niet uitsluitend voor scholing van kinderen gebruikt. Ze dienen bv. ook voor alfabetiseringscursussen voor volwassen vrouwen of voor scholieren die er zich voorbereiden op het staatsexamen.
DE BLOKKENDOOS
Enkele keren per jaar gaat de geestelijke leider rond in de omliggende dorpen. Hij stimuleert goed onderwijs voor meisjes en vertelt hen dat ze niet te vroeg mogen trouwen.
Hand in hand voor 100% zelfstandigheid
We beogen een verbetering van de levensomstandigheden in de wijk Medina Salaam (Louga, Senegal). Daar gaat onze steun uit naar milieu, landbouw, gezondheid en onderwijs.
IRRIGATIE De vzw zoekt tegelijk naar mogelijkheden om een irrigatiesysteem op poten te zetten voor het landbouwproject in Potou. “Het moet goed regenen om te zaaien. En dan zijn er maar enkele maanden om de oogst binnen te halen. Zonder water gaat de teelt verloren. Bovendien rukt de woestijn onverstoorbaar op”, weet Marleen. Dit landbouwproject zou in de toekomst in grote mate moeten zorgen voor 100% onafhankelijkheid.
Marleen Van Aken van vzw De Blokkendoos vertelt bevlogen over haar ervaringen in Senegal. “Je merkt hoeveel jonge Senegalese mannen dromen van een bestaan in Europa. Een hele generatie in Senegal dreigt verloren te gaan. Louga, in het noorden van Senegal en waar wij werken, loopt letterlijk leeg.”
MUZIEK Marleens eerste project was het bewaren van de cultuur. “In Senegal zijn bv. nog heel weinig muzikanten”, zegt ze. “Die vind je in de Europese hoofdsteden. Bij feesten hoort nochtans muziek. Met behulp van enkele weldoeners slaagden we erin om trommels aan te kopen en een centrum op te richten waar jonge gasten muziek konden maken. Op hun beurt gaven die dan weer workshops aan kinderen. In een latere fase werd een heus sociaal-cultureel centrum gebouwd.”
MARABOET In Senegal leven ongeveer 95 % gematigde moslims. Ze sturen hun kinderen vaak naar maraboets (islamitische godsdienstleraars) om de Koran te studeren. VZW De Blokkendoos steunt een van hen. “Het is een wijs man”, zegt Marleen, “die iedereen respecteert”. Zo verzet hij er zich uitdrukkelijk tegen dat zijn leerlingen gaan bedelen. Hij heeft het nu zo geregeld dat die kinderen bij mensen die een maaltijd over hebben, kunnen gaan eten.”
RAMADAN “Wat me blij maakt is dat er tijdens de ramadan een soort voedselbedelingsproject is ontstaan. De ramadan betekent dat je overdag honger hebt. ’s Avonds is er dan vanzelfsprekend een rijkelijk gevulde tafel. Voor wie het kan betalen. Onze maraboet merkte op dat er op veel plaatsen nog echte armoede is. Daarom werd beslist om met een pick-up ook die mensen voedsel te brengen. Nu is dat uitgegroeid tot iets groters. Elke dag zijn de zgn. ‘quartiers’ verantwoordelijk voor de bedeling van eten. Het is een vorm van spontane solidariteit die ook ons iets leert.”
DANKBAAR & ZELFSTANDIG De Blokkendoos heeft het plan opgevat om ook nog kleuterscholen te bouwen op een andere plaats. De ervaring leert dat de lokale bevolking daarvoor ook de handen uit de mouwen wil steken. “Mensen zijn dankbaar voor het geld dat hen geschonken wordt”, zegt Marleen. “Maar het grootste werk doen ze zelf. Ze verkwanselen de centen niet. Samen gaan we hand in hand voor 100% zelfstandigheid.”
SCHOLING Deze spirituele leider had een vast plan: in een verlaten gebied met enkele hutten erop richtte hij een koranschool op en daarnaast een Franco-Arabische school als voorbereiding op hoger onderwijs. Medina Salaam is inmiddels uitgegroeid tot een centrum waar zo’n 500 mensen wonen. “De afgelopen jaren zijn er 20 klaslokalen gebouwd, een kraamkliniek en een medische post”, zegt Marleen trots. “Onlangs is er ook een kleuterschool gebouwd en aan de bouw van een secundaire school wordt nu naarstig gewerkt.”
De blokkendoos 1989 — vzw — SENEGAL
Marleen Van Aken Sasput-Voogdijstraat 89 - 3500 Hasselt 011 27 47 63 - 0487 78 63 22 -
[email protected] www.deblokkendoosvzw.be - andotali.blogspot.be
OOK REVALIDATIE
Filipijnen Noodfonds
“In 2008 maakten we kennis met de Vlaamse scheutist Luc Moortgat”, vertelt Francis. “Hij werkte met doven en blinden en richtte een huis op voor kinderen met een meervoudige beperking. Samen met hem hebben wij het uitgebouwd tot een heus centrum. Daar wonen nu 15 kinderen. Ze worden opgeleid en intensief verzorgd. 15 anderen, die nog ouders hebben, zitten in de dagopvang. Aan dat huis is er nog eens een educatief centrum verbonden, voor zowat 100 kinderen met een beperking, en zijn er mogelijkheden voor revalidatie voor ouderen en langdurig zieken.”
Hulp met het hoofd, maar ook met het hart
Het FNF steunt noodhulp en projecten op de Filipijnen. We werken samen met het HCL, een centrum voor mensen met een meervoudige beperking en ook met de Saint Luke Reach Out Foundation, die daklozen, psychiatrische patienten, zieken en slachtoffers van natuurrampen ondersteunt.
Het is al niet makkelijk om in Vlaanderen opvang te vinden voor mensen met een beperking, laat staan in de Filipijnen. Toch slaagt het Hasseltse Filipijnen Noodfonds erin om een aantal van deze mensen een op een ordentelijke manier onder te brengen.
AANVANKELIJK DIVERSE LANDEN Francis Leyssens is terecht trots op de verwezenlijkingen van het fonds. “Onze organisatie bestaat al van in de jaren ’90. Met een groep vrienden hielden we bijeenkomsten over filosofie en religie en we steunden projecten in diverse landen. Iemand van ons was peter van een kind in de Filipijnen. Dat deed ons in 2001 beslissen om ons te focussen op dat land.”
GOED GESTRUCTUREERD Het Filipijnen Noodfonds kan bogen op een klein, maar efficiënt bestuur dat regelmatig de hulp krijgt van een handvol actieve medewerkers. Daarnaast telt het nog eens 40 leden en een aanzienlijk aantal sympathisanten. “Met en voor hen organiseren we jaarlijks educatieve initiatieven: film- en infoavonden, tentoonstellingen. Maar we hebben ook een heus steunouderprogramma,” zegt Francis.
STRAATFAMILIES Sinds 2010 steunt het Filipijnen Noodfonds de Saint Luke Reach Out Foundation. Die richt zich naar de meer dan 10.000 families die in Manilla op straat trachten te overleven. “Elke zondag worden er voor hen samenkomsten georganiseerd”, legt Francis uit. “Daar krijgen ze geneeskundige hulp en een goede maaltijd. Maar tegelijk tracht de stichting hen ook terug te integreren in de maatschappij. Met raad en motivatie, maar ook zeer concreet via workshops die hen beroepskennis bijbrengen.”
MINIBOERDERIJ “Het jongste initiatief waar het Noodfonds zich op toelegt, is een miniboerderij in een groot psychiatrisch centrum in Manilla. Het herbergt meer dan 4.000 patiënten en slechts enkelingen kunnen in dit projectje stappen. Maar”, zo zegt Francis, “we tonen de overheid op die manier wel dat er veel mogelijk is met relatief weinig middelen.”
STORM De Filipijnen zijn geen land als een ander: wat in Vlaanderen een storm heet, is daar geen nieuws. Nochtans lijden net de zwaksten het hardst onder dat noodweer. Ze komen steeds op de laatste rij, ook als hulp wordt verstrekt. “Om het cru te zeggen: mensen met een beperking kunnen hun dak niet opkruipen als er weer eens overstromingen zijn”, zegt Francis. “Wij trachten er dan voor hen te zijn. Dat is de menselijke kant van het verhaal: wij verlenen ook hulp met het hart, niet alleen met het hoofd.”
VERANTWOORDELIJKHEID GEVEN In de loop der jaren heeft het Filipijnen Noodfonds verschillende projecten gesteund, zowel op het vlak van onderwijs als op het vlak van landbouw. Altijd werd er naar gestreefd om het niet tot een afhankelijkheidsrelatie met de betrokkenen te laten komen. Hen mee op de goede weg zetten en hen dan zelf de verantwoordelijkheid in handen geven, daar gaat het om. De biologische boerderij die het Noodfonds een tiental jaar geleden mee uit de grond stampte, draait dan ook nog steeds. Zonder externe hulp.
Filipijnen Noodfonds 2001 — vzw — Filipijnen
Leyssens Francis Blijde Inkomststraat 31-1 - 3500 Hasselt 0498 48 25 02 -
[email protected] http://filippijnennoodfonds-vzw.skynetblogs.be - www.facebook.com/francis.leyssens
Instituut voor Indische Moeders en Kinderen
SEXUELE VOORLICHTING Het onderwijs interesseerde ook de ouders en voor de moeders startte het IIMK daarom een alfabetiseringsproject. De moeders - vaders komen uit zichzelf niet naar die bijeenkomsten - krijgen ook sexuele voorlichting. 'Of het niet aangeraden is om wat minder kinderen te nemen om zo makkelijker uit de armoede te geraken?', vragen ze hen dan. “Ze tonen wel begrip daarvoor”, zegt Hugo, “maar de meesten beschouwen hun kroost toch als een geschenk van de god die ze aanbidden.”
Arme sukkelaars succesvol kansen geven
Het IIMK ondersteunt en begeleidt dorpsontwikkelings- en gezondheidsprojecten op het Indische platteland. Deze leveren een duurzame bijdrage aan de verbetering VAN DE levensomstandigheden.
MICROKREDIETEN Om de mensen de mogelijkheid te geven toch over een klein beetje geld te beschikken, werkt het IIMK met microkredieten. Het gaat om kleine groepjes mensen die met het geld van die zeer kleine leningen enkele kippen kunnen kopen of zaad voor groenten. “De mensen binnen zo’n groep zijn zelf verantwoordelijk voor die leningen en voor de controle erop”, legt Hugo uit. “Het weinige geld dat we daarin steken, komt altijd terug. Als er winst mee wordt gemaakt, kan die zelfs op een spaarboekje belanden. Mensen geloven haast niet dat ze voor het geld dat ze daarop storten, rente krijgen. We leren hen voorts wat ze van de staat kunnen krijgen. Want dat wéten die mensen gewoonweg niet. Sommigen hebben nu een klein naaiatelier. Ze maken sociale vooruitgang en dat is fijn om te zien.”
Het Instituut voor Indische Moeders en Kinderen (IIMK) is officieel opgericht in 1995. In het jubileumnummer van de nieuwsbrief naar aanleiding van de 20ste verjaardag lezen we daarover het volgende: “We vieren dit niet met een groot feest, wel door naarstig verder te werken.” Het typeert de vereniging en zijn woordvoerder Hugo Moens: bescheiden, maar hardwerkend.
‘IETS’ DOEN Hugo stamt uit een gezin van idealisten. Samen met zijn echtgenote en twee bevriende koppels raakte hij bevangen door India. Na het horen van verhalen over Calcutta besloten ze dat ze daar ‘iets’ moesten doen. Ze raakten er in contact met Moeder Theresa en op haar voorstel bouwden ze op eigen kosten een kleine kliniek met een 15-tal bedden.
FLINK WAT PROJECTEN De drie koppels die de vzw runnen, verblijven om de beurt in India. Om er een helpende hand te geven en om er de projecten te gaan bezichtigen. Dat zijn er inmiddels flink wat. De vzw heeft projecten in meerdere deelstaten en sommige initiatieven liggen wel 1.000 km van elkaar. Het IIMK heeft bv. meer dan 25 putten geboord en werkt - de naam zegt het al - hoofdzakelijk voor moeders en kinderen.
AAN DE RIBBEN PLAKKEN “We zijn nu al wat ouder”, zegt Hugo, “en ons werk in India kunnen wij niet meer uitvegen. De mensen zijn dankbaar, wij houden van hen en dat blijft ‘aan onze ribben plakken’. We doen daar iets positiefs en kunnen er niet bij dat er hier soms over een euro wordt gezanikt. Sommige verhalen grijpen je ook echt aan. Een vrouw met een ingepakt babylijkje op de trein zien stappen om het in haar geboortedorp ten grave te dragen: dat gaat niet in je koude kleren zitten. Je kan dat niet allemaal voorkomen, maar met het IIMK timmeren we wel aan de goede weg.”
AVONDLESSEN “We werken met arme sukkelaars”, zegt Hugo. “Die mensen kunnen iets, maar ze krijgen geen kansen. Zeker niet in de slums. Daar hebben wij lang avondlessen gegeven in een schooltje uit bamboe. De mensen daar hebben immers geen elektriciteit en bijgevolg kunnen ze er ’s avonds niet studeren. We kregen er de steun van een vijftal vrijwillige onderwijzers. Het IIMK houdt het overigens niet bij Calcutta. Wij bouwen ook scholen in de zgn. ‘sunderbans’, mangrovebossen in de rivierdelta van de Ganges, zo’n 100 km ten zuiden van de stad.”
Instituut voor Indische Moeders en Kinderen (IIMK) 1995 — vzw — INDIA
Hugo Moens Ten Hove 36 - 3510 Kermt 011 25 62 50 -
[email protected] www.iimk.be
meisjes. De kinderen krijgen bovendien elke dag een maaltijd, wat een uitstekend middel is tegen spijbelen.”
Kattendans
KOELKAST OP ZONNE-ENERGIE In 2008 werd de school officieel ingehuldigd in het bijzijn van een 50-tal Vlamingen. Twee jaar later al konden studenten van de UHasselt een medisch centrum openen. Het heeft een dokter, een verpleegster, een apotheek en 6 bedden. Voorts zijn er een bevallingskamer en een klein labo voor bv. bloedonderzoek. De koelkast voor het bewaren van vaccins, werkt op zonne-energie.
Kattendans streeft in Nalou, een afgelegen Dogondorp in Mali, naar kwalitatief onderwijs en een basis aan medische zorg. Daarnaast wordt er geïnvesteerd in duurzame, zelfvoorzienende activiteiten zoals een bakkerij en groentetuintjes voor vrouwen. Tegelijk wordt er gewerkt aan een naaiatelier, de verbetering van de landbouwgronden en de waterhuishouding van het hele dorp.
Nalou: Malinees Dogondorp op weg naar volledige zelfredzaamheid.
WERKEN AAN WERK “Scholing en medische zorgen vormen slechts één aspect van de inspanningen die vzw Kattendans levert in Mali”, licht Marie-Jeanne toe. “Er wordt slechts een keer per jaar geoogst en de regen valt dan best op het juiste ogenblik. Het is daarom goed dat de mensen andere middelen van inkomsten krijgen. Er wordt dus ook gewerkt aan werk. Samen met de vzw legden de dorpelingen een groentetuin aan waarin de vrouwen aan de slag gaan. De werken aan een fruitgaard zijn lopende. Een bakkerij biedt dan weer werk aan enkele mannen en functioneert volledig zelfstandig. In een latere fase komen de landbouwgronden aan de beurt.”
“Onze droom is natuurlijk dat Nalou een voorbeeld zal worden voor hoe het kan. Een schooltje, gezonde kinderen, meer zelfstandigheid voor de vrouwen, tot de volledige zelfredzaamheid van het dorp. De levensstandaard moet er een beetje menswaardig worden, want nu is het gewoon overleven.” Aan het woord is Marie-Jeanne Vantuykom, projectverantwoordelijke voor Mali van de vzw Kattendans.
GRAANSCHUUR De vzw timmert gestaag aan de weg. Marie-Jeanne was op bezoek in het land en had er vrienden gemaakt. In 2005 mislukte de oogst en hongersnood dreigde. Vanuit Nalou, het dorpje waar de vzw later actief werd, kreeg ze de vraag voor hulp. Met de steun van velen vulde Kattendans de plaatselijke graanschuur.
COMITES De Chef du Village bepaalt waar de gebouwen mogen komen, maar de comités van ouderen, ouders en vrouwen dragen ook elk op hun domein hun verantwoordelijkheid. Dat van de jongeren staat in voor de uitvoering van de werken.
VAN DOGON NAAR FRANS Afgereisd naar Nalou zag Marie-Jeanne dat er werkelijk niets was: geen medische zorg, geen elektriciteit, geen … Het schooltje was in aanbouw, maar er was te weinig geld om het af te werken. Kattendans zamelde geld in en stak samen met de dorpelingen de handen uit de mouwen. Inmiddels zijn er zes klasjes. “En een kleuterklasje”, zegt Marie-Jeanne. “De kinderen worden immers opgevoed in het Dogon en om de overgang naar het lager onderwijs te overbruggen, leren ze daar al een woordje Frans. Kattendans bouwt tegelijk logies voor leerkrachten die van elders komen. Ook in de omgekeerde richting wordt gewerkt: leerlingen die naar het middelbaar onderwijs gaan, krijgen een fiets te leen.”
GELIJKE KANSEN “Wist je dat er in Mali quasi geen meisjesfietsen te vinden zijn?”, verrast Marie-Jeanne. “Ook de jongedames moeten met een herenfiets de weg op. Dat is geen onoverkoombaar euvel, maar we letten er wel op dat meisjes evenveel kansen krijgen als jongens. Bovendien geldt dat hoe langer ze studeren, hoe minder snel ze worden uitgehuwelijkt. Die inzet loont: 60% van onze leerlingen zijn
BLIJVEN MONITOREN “Vzw Kattendans werkt nauw samen met de associatie van de UHasselt en de PXL. Expertise in verschillende vakgebieden is zo verzekerd”, weet Marie-Jeanne. “Maar je moet de zaken ter plekke blijven monitoren. Een goede contactpersoon is goud waard. Die mensen kennen de gevoeligheden het best en weten waar het nog beter kan. Andersom waarschuwen ze je ook wanneer het dreigt mis te gaan.” Kattendans 2005 — vzw — Mali
Marie-Jeanne Vantuykom Rederijkersstraat 3/6 - 3500 Hasselt 011 22 28 49 -
[email protected] -
[email protected] www.kattendans.be
KOSTEN BEPERKEN Het project verliep overigens geheel in de geest van wat het fonds bereiken wil: zoveel mogelijk middelen naar daar met zo weinig mogelijk kosten van hier. Daarom ook dat de rolstoelen betrokken werden uit de eigen economie en niet van hieruit werden verstuurd. “Let wel”, zegt Valère, “niets gebeurt vrijblijvend. We controleren of het geld ook effectief goed wordt besteed.”
KiewitFonds
Wereldwijde solidariteit vanuit Kiewit
Organiseren van activiteiten en werven van fondsen die aangewend worden voor het steunen van projecten rond kinderen in de derde wereld. Occasioneel, en met goedkeuring van alle kernleden van het KiewitFonds, kunnen lokaal projecten rond kinderen gesteund worden.
“We werken rechtstreeks met mensen ter plekke en gaan niet via allerhande grote organisaties. Daaraan zijn teveel overheadkosten verbonden.” Valère Knaepen van het KiewitFonds verwoordt een gevoel dat bij veel vierdepijlerorganisaties leeft. Grote NGO’s, de zgn. ‘derde pijler’, dragen vaak te veel ballast met zich mee. Het gaat dan niet alleen om de noodzakelijke personeelskosten, maar bv. ook om kosten voor grote campagnes die gevoerd worden om fondsen te werven. De organisaties van de vierde pijler zijn lokaal goed ingebed. Van elke euro die ze inzamelen gaat het maximale naar de projecten waar ze zich voor inzetten.
VAN ZUID-AFRIKA TOT BANGLADESH Het KiewitFonds is een echt fonds. Het beheert zelf projecten in Zuid Afrika, maar zamelt ook geld in om andere projecten te steunen. Wie een kwaliteitsvolle projectaanvraag doet die positief beoordeeld wordt, krijgt dan een toelage. Het KiewitFonds kent zijn wortels in de vroegere jeugdclub HADES. In 2006 werd beslist om een echt fonds op te richten met als doel kinderen in de derde wereld een beter leven te geven. Het gaat dan om projecten in Zuid-Afrika, maar ook in, pakweg, Kazachstan of Bangladesh.
QUI VIVIT Het KiewitFonds bestaat niet op zichzelf, maar maakt deel uit van de vzw Kiewit. Waar die laatste o.a. ook lokale evenementen organiseert en ‘De Binder’ beheert, legt het fonds zich toe op zijn kerntaken. Vanuit de vzw werd in 2014 Qui Vivit - ‘Hij die leeft’ - boven de doopvont gehouden. “We zijn fier op dit bier”, zegt Valère. “De naam ervan is natuurlijk een kwinkslag naar Kiewit, maar hij draagt ook de boodschap in zich dat we mensen een beter leven willen geven. De opbrengst ervan gaat volledig naar ons fonds. Het stelt ons in staat om iedereen op een speelse manier met het fonds te laten kennismaken. En natuurlijk zijn we ernstig bezig met onze opdracht, maar tegelijk blijven we levensgenieters.”
SOLIDARITEIT IN KIEWIT Wie Kiewit zegt, denkt daarbij ook aan Pukkelpop. Vrijwilligerswerk op dat festival levert het fonds jaarlijks middelen op. Een prachtige vorm van solidariteit is dat alle verenigingen van Kiewit die op het festival actief zijn, vrijwillig 2% van hun middelen afstaan aan het fonds. Of hoe solidariteit met de grote wereld begint in de kleine.
KINDEREN HEBBEN DE TOEKOMST “Onze droom is zoveel mogelijk kinderen een menswaardig bestaan te geven”, besluit Valère. “Ze zijn immers de toekomst van hun land. Ons fonds zal het niet alleen opgelost krijgen, maar we voelen ons verplicht ons steentje bij te dragen.”
HOME TALJE Een project waar Valère en de zijnen erg trots op zijn, is de steun voor een weeshuis en een schooltje nabij de Zuid-Afrikaanse gemeente Bela Bela. “Weeskinderen tellen in Zuid-Afrika niet mee”, legt Valère uit. “Home Talje slaagt er met onze steun in om hen toch een menswaardig bestaan te geven. De accommodatie is verbeterd en het comfort is verhoogd. In tegenstelling tot in Vlaanderen zijn een geschikt bed of een aangepaste rolstoel in Zuid-Afrika niet vanzelfsprekend voor kinderen met een beperking. Met de medewerking van een serviceclub is het KiewitFonds er toch in geslaagd om een 50-tal kinderen een rolstoel te geven die aangepast is aan hun lichaam. Ik hoef je niet te vertellen hoeveel hun levenscomfort daardoor stijgt.”
KiewitFonds 2006 — Onderdeel van vzw Kiewit Eigen projecten voornamelijk in Zuid Afrika, projecten van derden in alle ontwikkelingslanden
Valère Knaepen Zavelvennestraat 130 - 3500 Hasselt 0477 45 42 92 -
[email protected] www.kiewit-hasselt.be/index.php/kiewitfonds - www.facebook.com/kiewitfonds
INFORMATICA VOOR MEISJES Met het tweede initiatief ging Kinderen van India helemaal voorbij aan het museum. Het betrof immers de sponsoring van een computerklasje voor meisjes. Er werden computers aangekocht en ’s avonds na de les konden de jongedames zich voorbereiden op het digitale tijdperk. “We hebben de projecten bezocht en konden alleen maar vaststellen dat ze uitstekend liepen en goed begeleid werden”, vertelt Ernest. “Die klus was alvast geklaard en dus konden we over naar een volgend project.”
Kinderen van India
Scholing in Ooty, geiten in Makkampalayam
Via een geitencoöperatie de mensen de mogelijkheid geven om meer inkomsten te verwerven zodat de kinderen naar school kunnen gaan en de ganse familie een betere status kan verwerven.
KASTELOZE ADIVASI Opnieuw in overleg met de lokale jezuïeten werd beslist om een geitencoöperatief te starten. Dat gebeurde in het dorpje Makkampalayam. Het ligt nog hoger in de bergen dan Ooty en de inwoners ervan zijn Adivasi. Dat zijn leden van volksstammen. Ze behoren tot de Indiase kastelozen. De dorpelingen zijn arm, meestal ongeletterd en leven van de landbouw.
Het vierde kind dat de familie Debock verwelkomde, kwam uit India. Sudha was 4,5 jaar toen ze in 1979 vanuit Chennai in Alken ging wonen. De organisatie De Vreugdezaaiers, die destijds ook adopties regelde, was de tussenpersoon. Vader Ernest ging er vrijwilligerswerk voor doen, wat later in Hasselt zou leiden tot de oprichting van Kinderen van India.
VAN ZELFHULPGROEP NAAR ZELFREDZAAMHEID “Onze doelstelling is”, zegt Ernest, “om elk jaar voor 10 families geiten aan te kopen. Die moeten ze dan drie jaar houden vooraleer ze ze mogen verkopen. Lammetjes worden dan weer aan andere families geschonken. Als er voldoende opbrengst is, kunnen de kinderen schoollopen.”
MOEDER THERESA De Vreugdezaaiers vroeg Ernest om adoptiekinderen vanuit India te begeleiden naar België. “Dat heb ik een tiental keer gedaan”, zegt hij. “Het was een beetje vreemd: je ging het kindje daar halen, gaf het de tijd om zich aan je te hechten en eens in Zaventem moest je het weer uit handen geven. Dat was niet altijd even prettig. Het heeft me wel enkele ontmoetingen met Moeder Theresa opgeleverd. Telkens zegende zij mezelf en het kind voor een behouden reis. Het waren momenten die ik nu nog koester.”
WATERPUT Op een van die reizen bezocht Ernest het tehuis waar Sudha even had verbleven. Met giften financierde hij er een waterput. Het eerste project van Kinderen van India was een feit. “Later kon ik ook kennismaken met de jezuïet die onze dochter naar het tehuis had gebracht. Ik vroeg hem welk project we in de regio het beste konden steunen. Dat bleek een technische school in Ooty te zijn, gelegen in de bergen van Tamil Nadu, de zuidelijkste deelstaat van India.”
Armoede is niet de enige voorwaarde om dieren te krijgen. De families moeten ook in staat zijn om ze te hoeden én ze moeten deel uitmaken van een zelfhulpgroep. Er is er bv. eentje voor vrouwen die vanuit hun armoede geld willen lenen. In zo’n groep krijgen ze eerlijke leningen. Ze moeten hun geld dus niet gaan halen bij corrupte geldschieters. Dan lukt het afbetalen bijna nooit en onrechtstreeks leidt dat tot echte slavernij. “Kinderen van India hoopt dat de armste dorpelingen op termijn zelfredzaam zullen zijn. Dan is het tijd voor weer een ander project”, besluit Ernest ondernemend.
VERVANGEN OUDE LESMACHINES Kinderen van India nam twee initiatieven in de school. Eerst werden middelen vrijgemaakt voor het vervangen van sterk verouderde lesmachines: lasapparatuur, een frees- en een zaagmachine, ... “Als je leerlingen met een flinke bagage op de arbeidsmarkt wil brengen, dan moeten ze in staat zijn te werken met hedendaags materiaal”, legt Ernest uit. “Daarom was het vervangen van die museumstukken belangrijk voor ons.”
Kinderen van India 1990 — Feitelijke vereniging — INDIA
Ernest Debock Roode Roosstraat 9 bus 0.04 - 3500 Hasselt 011 31 26 32 - 0474 99 22 22 -
[email protected]
landbouwers. Kinderen die thuis kunnen blijven, kunnen dan helpen in het familiebedrijfje.”
Laat Laos Leren
HARDE GARANTIES Laat Laos Leren bouwt niet zonder meer schoolgebouwen. Leslokalen komen er uitsluitend als de vzw harde garanties heeft over de beschikbaarheid van leerkrachten. Daarvoor wordt samengewerkt met het lokaal departement van Onderwijs. Laat Laos Leren zorgt voor de accommodatie, de overheid voor het onderwijs erin. “We laten de scholen ook niet zomaar bouwen. Het zijn de dorpelingen zelf die dat doen met de hulp van enkele ervaren bouwvakkers.”
Laat Laos Leren ondersteunt het onderwijs in Laos. De organisatie levert de hardware (accomodatie) voor de scholen terwijl de lokale bevolking zorgt voor de software (leerkrachten). Op die manier zijn wij zeker dat een project van in het begin duurzaam is.
VAN WERELDREIZIGER TOT SCHOLENBOUWER
CLOWN Wards leven is in positieve zin overhoop gegooid, zegt hij. Ook wanneer hij - al dan niet vergezeld van inleefreizigers - terugkeert naar Laos. “Laotianen zijn erg gereserveerd. Ze zullen je niet rond de nek vliegen, maar de dankbaarheid is groot. In het dorpje Keo Kuang kon ik het ijs helemaal breken door me uitgebreid te verontschuldigen voor mijn gebrekkig Laotiaans. ‘Denk maar dat er een westerse clown voor jullie staat’, zei ik hen. Iedere keer dat ik hen nu zie, vloeit de rijstwhisky rijkelijk. Ik ben een emotioneler mens geworden sinds ik het land heb bezocht en er heb verbleven. Soms vraag ik me af ‘Waarom klagen wij hier zoveel?’”
“Het ging zoals bij wel meer projecten”, zegt Ward Reekmans, de bezieler van Laat Laos Leren. “In 2006 was ik op wereldreis door Zuid-Oost-Azië en belandde in Laos. Aanvankelijk was het de bedoeling om het land uitsluitend te gebruiken als doorsteek naar Vietnam, maar daar ben ik uiteindelijk niet geraakt. Toen ik ’s avonds de slaap in Laos niet kon vatten, werd ik uitgenodigd op een feestje. Er was slechts één persoon die een beetje Engels sprak en ik vroeg hem mij eens een schooltje te laten zien.”
20 KLASLOKALEN IN DRIE DORPEN De dag erop al werd Ward meegetroond naar het lokale schooltje. De slechte omstandigheden waarin de kinderen daar onderwijs kregen, raakte hem en hij schreef erover op zijn reisblog. Met name zijn vraag voor ventilators weekte op het thuisfront heel wat reacties los: mensen wilden helpen en vroegen hoe ze dat konden. Eens terug thuis riep Ward alle geïnteresseerden rond de tafel. Laat Laos Leren was geboren. “Onze hoop was dat we tegen 2011 een eerste dak op een schoolgebouw konden financieren. Maar het ging sneller. De vzw heeft in drie verschillende dorpen al 20 klaslokalen volledig kunnen afwerken.”
NIET MEER NODIG “Natuurlijk droom je van de dag dat je niet meer nodig bent”, besluit Ward. “En dat de opleiding van de leerkrachten op hetzelfde niveau komt als bij ons in Vlaanderen. Wat bij ons de normaalste zaak van de wereld is - zoals een chemielokaal, is daar een bijna onvervulbare wens. Het is aan dat soort dingen dat we werken. Succesvol en samen met de lokale bevolking.”
Na zijn eerste reis ging Ward in 2007 terug naar Laos. Om er uiteindelijk 3,5 jaar te blijven. “Ik zou er eerst voor vijf maanden naar toe gaan, net genoeg om de bouw van de eerste school bij te wonen. Maar ik werd verliefd op het land.”
MIDDELBAAR ONDERWIJS In drie Laotiaanse dorpen staat nu een lagere school en in eentje daarvan is een secundaire school in aanbouw. Om middelbaar onderwijs te volgen, moesten de jongeren zich over een afstand van ongeveer 30 km verplaatsen. In een bergachtig gebied met veel stofwegeltjes is dat een zo goed als onmogelijke opdracht. Ouders met iets meer geld konden hun kinderen ter plekke bij familie laten slapen. Nu kunnen ze middelbaar onderwijs volgen bij hen in de buurt. Jongens én meisjes. “Het is voor iedereen een win-winsituatie”, zegt Ward. “80% van de mensen zijn
Laat Laos Leren 2006 — vzw — Laos
Ward Reekmans Zolderse Kiezel 4 - 3511 Kuringen 0473 70 68 12 -
[email protected] www.laatlaosleren.be
GESTEGEN LEVENSSTANDAARD De levensstandaard in Nueva Unión is zienderogen gestegen. Er is een heus dorpsplein met een speeltuin en de mensen werken goed samen om alles te onderhouden. Een nieuw multifunctioneel gebouw, neergepoot met de hulp van veel vaders, huisvest een medisch lokaal, een keuken, een vergaderlokaal, een ruimte voor activiteiten en een kleine bibliotheek. “Medische voorzieningen leiden automatisch tot een betere gezondheidspreventie”, zegt Yvo. “En ook zo’n bibliotheek is geen luxe: kinderen lezen er weinig en boeken zijn duur in Peru.”
Los Gorriones De vzw heeft als doel de levensstandaard, de gezondheid, de scholingsgraad en het zelfbeeld van kinderen uit de armere regio’s van Peru te verbeteren.
Tuiltse vzw helpt Peruviaanse ‘straatmussen’
KINDERARBEID VOORKOMEN In Piura, waar veel kinderarbeid is, werkt Los Gorriones samen met een betrouwbare Peruviaanse NGO. “Voor en na hun werkuren leren we de kinderen een beroep aan. Je wilt niet dat jongeren gaan werken, maar soms is dat de realiteit”, weet Yvo. De vzw slaagde er niettemin al in om honderden jongeren naar de schoolbanken te leiden.
Studenten van de Universiteit Antwerpen motiveren om een leeftijdsgenoot uit Peru financieel bij te staan om zijn studies te betalen. Het is maar één aspect uit een project van de Tuiltse vzw Los Gorriones oftewel ‘de straatmussen’. De vzw bestaat al sinds 2002 en heeft Peru uitgekozen als werkgebied.
GROTE DIVERSITEIT IN PROJECTEN Yvo Beysen en Marita Alegria vertellen begeesterend over Peru en over de projecten die ze er uitvoeren en/of uitgevoerd hebben. Want dat typeert Los Gorriones: een grote diversiteit in projecten, gaande van de installatie van een schrijnwerkerij voor de opleiding van jongens en een naaiatelier voor meisjes tot de bouw van een speel- en muziekzaal voor kinderen met een mentale beperking of de bouw van klaslokalen.
NUEVA UNION & PIURA Een tehuis in Ayachucho, voor kinderen met een zeer zware beperking, was het eerste project van jaren. Tegenwoordig focust de vzw zich op twee andere langlopende projecten. Het ene in Nueva Unión, een dorpje in het Peruviaanse regenwoud, het tweede in het noordelijk gelegen Piura.
KINDEREN VAN LOONWERKERS In hun peterschapsproject in Nueva Unión hebben de 70 deelnemende kinderen uit arme gezinnen allemaal een Belgische peter of meter. Zo krijgen de jongeren voldoende maaltijden en kleding. Maar ook alle schooluitgaven worden ermee betaald. “Op die manier verlichten we de kosten voor de ouders. Velen onder hen zijn immers maar eenvoudige loonwerkers in een van de vele rijstplantages”, geeft Yvo mee. “Als er van die kinderen een vijftal hogere studies gaan doen, dan beschouwen wij het project als geslaagd”, vult Marita aan. “De meisjes worden er immers jong zwanger en veel jongens gaan al vroeg werken in de rijstvelden.”
GUILLERMO Yvo en Marita halen daarbij het voorbeeld aan van Guillermo. Stammend uit een straatarme familie studeert hij nu toch automechanica. “We hebben vijf studiepeters gevonden - waaronder een groepje Antwerpse studenten - die hem bijspringen. Missie volbracht.”
EEN NIEUW PROJECT!? Vzw Los Gorriones werkt aan de toekomst, zowel voor de vzw als voor projecten in Peru. “Wij zijn hier elke dag mee bezig”, zeggen Yvo en Marita. “We willen ook weer ergens een project van nul opbouwen, wellicht in de Andes. De klimaatverandering doet er veel mensen verarmen en daar moeten we aandacht voor hebben.”
MENS IN BALANS “In mijn dagelijks werk gaat het veel over pietluttigheden en mensen die altijd maar ‘meer’ willen”, zegt Yvo. “Werken voor Los Gorriones zet mij als persoon weer in balans. Die mensen daar geven nog, zelfs al hebben ze quasi niets. Je weet dat je als vzw te klein bent om de wereld te veranderen. Maar voor individuen daar kan je echt wel iets betekenen.” Los Gorriones 2002 — vzw — Peru
Yvo Beysen Pelgrimlaan 10/1 - 3511 Kuringen 011 31 65 20 -
[email protected] www.losgorriones.be - www.facebook.com/vzw-Los-Gorriones
te versterken. We begeleiden hen individueel én in groep. Zo komt de dynamiek van de vrouwen zelf. Je merkt ook dat de vrouwen mondiger worden en hun waardigheid terugwinnen. Dat geeft een enorme voldoening.”
Mana Wana
MICRO-ONDERNEMINGEN Mana Wana is een project dat grote economische principes toegepast op micro-ondernemingen. Safièta haalt het verhaal aan van een dame die een saladbar opende. Maar in Burkina Faso kan je niet het hele jaar rond verse sla krijgen. Op aansturen van de groep ging de vrouw over tot diversificatie: ze verkoopt nu tijdens de andere seizoenen gewoon andere gerechten, zoals belegde broodjes of rijst met groenten.
Kansarme kinderen en hun families ondersteunen IN BURKINA FASO, door empowerment van de moeders die economische activiteiten opzetten waarmee ze hun gezin kunnen onderhouden en door de begeleiding van kinderen in hun schoolprestaties.
Mana Wana: alles goed in Ouahigouya!
SPAREN “Niet alle restaurants in Burkina Faso zien er hetzelfde uit als die in België”, zeggen Safièta Koné en Wim Schalenbourg van Mana Wana. “In dat West-Afrikaanse land kan het ook gewoon een tafel en een bank op straat zijn. De uitbaatster verdient er soms maar een halve euro per dag mee, amper genoeg om er haar gezin mee te onderhouden. Voor veel Burkinese vrouwen is dit soort activiteiten dagelijkse kost. Mana Wana tracht hen daarbij te helpen en hen zo een betere toekomst te bieden.”
Mana Wana helpt kleine zelfstandigen hun zaak te leren plannen en managen. “Weet je dat de vrouwen nu ook spaarrekeningen hebben? Voorheen, zonder rekening, was het voor hen erg moeilijk om te sparen. Met onze hulp hebben ze een rekening geopend en nu kunnen ze geld opzijzetten voor als het nodig is of om in hun zaak te investeren.”
STAATSEXAMEN
ALLES GOED?
Ook de kinderen van de vrouwen worden intensief begeleid. Mana Wana werkt ter plaatse samen met de leerkrachten en de directies. Dat is nodig want de moeder is vaak analfabeet en voor haar is het moeilijk om haar kinderen te helpen. “Alle kinderen die we tot nu toe hebben begeleid zijn geslaagd voor het staatsexamen dat hen van het lager naar het middelbaar onderwijs brengt”, vertelt Wim.
‘Mana Wana’ is Mooré voor ‘Alles goed?’. Het project is gestart in 2012 en tracht vrouwen meer zelfredzaamheid te geven en hun kinderen school te laten lopen. Het gaat om kansarme moeders, vaak alleenstaand en zonder scholing, met kinderen die het moeilijk hebben op school. Om hun gezin te onderhouden hebben ze vaak een zaakje, zoals een restaurantje of een handeltje. “De winst die ze daaruit halen is vaak zo klein, dat hun eerste bekommernis overleven blijft”, weet Wim.
50 TOT 75 EURO PER JAAR Deze moeders worden financieel geholpen. Niet om afhankelijk te blijven, wel om zelfstandig te worden. Een klein duwtje in de rug - jaarlijks tussen de 50 en de 75 euro - kan hen helpen om hun zaak uit te breiden of de voorraden die ze voor hun activiteit nodig hebben in grotere hoeveelheden aan te kopen. Dat drukt de prijs en de winst is dus iets hoger. Met het geld dat hiermee verdiend wordt, kan het schoolgeld van de kinderen worden betaald.
WAARDIGHEID TERUGWINNEN Wim en Safièta, zelf pendelend tussen Burkina Faso en Niger, volgen Mana Wana’s activiteiten van zeer nabij op en zien dat het goed gaat. “Van de 12 vrouwen die we het eerste jaar hebben bijgestaan, staan er na drie jaar 11 volledig op eigen benen. We helpen hen niet alleen financieel, maar trachten ook hun capaciteiten
DIPLOMA’S ZIJN BELANGRIJK Medewerkers van de lokale partner van Mana Wana - leerkrachten, sociaal assistenten, … - zijn vrijwilligers die er vooral in het weekend mee bezig zijn. “Onze droom is een permanente structuur te creëren”, zegt Safièta. “Want het doel blijft zoveel mogelijk kansarme kinderen verder te laten studeren. Ook in Burkina Faso worden diploma’s immers steeds belangrijker op de arbeidsmarkt.”
Mana Wana 2012 — Feitelijke vereniging — Burkina Faso
Mana Wana Windmolenstraat 97 - 3500 Hasselt 0486 72 58 87 -
[email protected] www.manawana.be
DRINKBAAR WATER Mengo heeft twee doelen vooropgesteld. Het eerste is een goede watervoorziening in Kouba. De dorpelingen moeten zich nu immers redden met water uit de rivier. Dat is niet zuiver en het drinken ervan brengt dan ook ziektes met zich mee. Maar koken kost geld en het nog jonge Mengo beschikt voorlopig niet over voldoende middelen om putten te boren in Kouba. Daarom kiest het voor de aanleg en de verbetering van een bestaande waterbron vlakbij het dorp. Deze oplossing voorkomt ook het soms moeilijke en kostelijke onderhoud aan waterpompen.
Mengo Mengo wil het dorpje Kouba IN KAMEROEN voorzien van drinkbaar water. Het ondersteunt het plaatselijke lager onderwijs. Het werkt aan de versterking van de sociale cohesie tussen jongeren enerzijds en jongeren en ouderen anderzijds.
werken voor de ‘kinderen van het land’
SOCIALE COHESIE Het tweede doel waaraan Mengo wil werken is de sociale cohesie in het dorp. “Jongeren willen nu zo snel mogelijk naar de stad en de ouderen zijn uitgerangeerd op hun 55ste”, zegt Charles. “De generaties kennen elkaar niet en interesseren zich ook weinig voor elkaar.”
“‘Mengo’ betekent zoveel als ‘kind van het land’”, zegt Charles Atomo, bezieler van het gelijknamige project in Kameroen. “Je zou het ook kunnen bekijken als ‘kinderen van niemand’.” Het zijn die kinderen die Mengo een toekomst wil bezorgen. Te beginnen in Kouba, Charles’ geboortedorp.
NAAR HET GEBOORTEDORP “Toen ik zeven was, verloor ik mijn beide ouders”, vertelt Charles. “Ik had altijd in de stad geleefd en kende mijn geboortedorp niet eens. Toch wilde ik zien waar mijn vader begraven was. De weg naar Kouba was er een met vele ongemakken. En wat ik daar zag, was niet erg aangenaam. De stad was nog modern, in Kouba was er quasi niets. Het hele dorp leeft er uitsluitend van de landbouw.”
YOUMENTOS-CUP Eens in Europa was Charles’ eerste plan om iets voor de dorpsgenoten van zijn ouders te doen. Nadat hij wat geld gespaard had, kocht hij daarmee schoolmateriaal voor de kinderen van Kouba. Hij organiseerde er ook een voetbaltoernooi ter nagedachtenis aan zijn ouders en zijn oudere broer. Het werd de ‘Youmentos-cup’. “De rijkeren van het dorp hadden zoiets nooit gedaan voor de jongeren”, zegt Charles. “Maar nu zagen ze dat iedereen erover sprak en er tevreden over was. Dat heeft mij geïnspireerd om verder te doen. Ondertussen heet het toernooi ‘Mengo’. Het is niet meer alleen voor de kinderen van Kouba, maar ook voor die van de omliggende dorpen.”
CREATIVITEIT “Voor de jongeren zal Mengo activiteiten ontwikkelen om hen samen te brengen, zodat ze hun vrije tijd nuttiger kunnen besteden dan nu.” Enkele welgestelde dorpelingen voorzien nu een lokaal waarin de jeugd haar creativiteit kan botvieren door bv. theater te spelen, muziek te maken of te dansen. Ook het organiseren van sportwedstrijden zit in het pakket. “Jongeren leren zo dat ze capaciteiten hebben, ook al leven ze niet in de stad”, weet Charles. “Tegelijk moeten ook contacten tussen de verschillende generaties plaatsvinden: oudere mensen hebben vaak talenten waar jongeren veel van kunnen leren. Die contacten halen hen uit hun isolement en zo kunnen ze hun waardevolle kennis overdragen.”
REFERENTIE “Mengo moet een referentiepunt worden in Kouba”, geeft Charles nog mee. “De inwoners moeten zien dat er goede dingen kunnen gebeuren. We kunnen zo ook de rijkeren in het dorp ervan overtuigen dat het beter kan. Nu doen ze immers weinig voor de gemeenschap en misschien kan Mengo daar verandering in brengen.”
TOILETTEN Charles ging samenwerken met een vriend ter plekke en bij een tweede actie zorgde hij ook voor schoolmateriaal voor kinderen uit het secundair onderwijs. Die lopen school in het nabijgelegen Bazou. In Kouba zelf heeft Mengo gezorgd voor toiletten in het schooltje. In aanvang waren er geen en dat werd vooral voor en door de meisjes als zeer vervelend ervaren.
Mengo Feitelijke vereniging — Kameroen
Charles Atomo Ertbeekstraat 95 - 3500 Hasselt 0489 37 52 25 -
[email protected]
WATERUITGIFTEHUIS Seed of Love heeft in Kamulu ook een put geboord en in 2013 is er dan een 30 meter lange muur gebouwd met een wateruitgiftehuis. Het water wordt vanzelfsprekend gebruikt voor de gewassen op het land, maar het wordt ook verkocht aan zeer schappelijke prijzen. Een beetje vreemd misschien, maar niet als je weet dat zelfs een stad als Naïrobi weleens dagen zonder water kan vallen. Het geld dat verdiend wordt, gaat volledig terug naar het project. Dat moet op termijn volledig zelfbedruipend worden.
Seed of love BelgiE
een beetje pole pole, veel hard werk
Wij geven hulp aan de bevolKing van enkele dorpen IN KENIA, zowel op het vlak van gezondheid als educatie. Zo trachten we de armoede te bestrijden.
De Hasseltse verenigingen die aan ontwikkelingssamenwerking doen, komen uit tal van levensbeschouwingen. In die zin vormen ze een afspiegeling van de samenleving. Seed of Love werkt nauw samen met de Hasseltse evangelische gemeente De Zaaier. De vzw is actief in het Keniaanse Kamulu, een dorpje zo’n 40 km ten oosten van de hoofdstad Naïrobi.
KINDEREN VORMING GEVEN Hoewel pas in 2012 omgevormd tot een vzw is Seed of Love al actief sinds 2009. “Kinderen een vorming geven, was ons doel”, zegt Jos Tielen. “De jongeren die we steunen, zijn wezen of kinderen van alleenstaande moeders. Ze gaan naar verschillende scholen in zowel het kleuter-, basis-, middelbaar als hoger onderwijs. We zorgen ervoor dat ze uniformen hebben en leer- en schrijfboeken.”
RAPPORTEN Elke vier maanden komen de kinderen – zo’n 35 inmiddels – samen met de moeders en de grootouders. Dan wordt er samen over de schoolresultaten gesproken. “Het is niet altijd makkelijk om rapporten te krijgen”, lacht Jos. “De scholen beloven het wel, maar vaak komt het er niet van. Er heerst toch nog wel een beetje een ‘pole pole’-houding. Zachtjesaan kan ook. Toch blijven we aandringen.”
STUDENTEN VERPLEEGKUNDE Dit project heeft vele facetten. “In 2015 werd een dokterskabinet met een kleine apotheek geopend”, licht Jos toe. “Vanuit de hele omgeving komen er mensen naar toe. Ze kunnen er zich inschrijven in een soort ziekenkas en krijgen er een kaart waarmee ze naar een ziekenhuis kunnen gaan.” In de pijplijn zitten nog het bouwen van een verloskamer met een viertal bedden en de bouw van een woning waarin studenten Verpleegkunde stage kunnen lopen. Niet alleen lokale verpleegkundigen, maar ook Vlaamse studenten die op inleefreis willen gaan.
STEVIGE STRUCTUUR De organisatie van het Kamulu-project is ingebed in een stevige structuur. Niet alleen in Hasselt, maar ook in het Keniaanse dorpje zelf zijn er – naast de sympathisanten - een achttal verantwoordelijken. Beiden hebben bovendien een rechtspersoonlijkheid: de ene is een vzw, de andere een ‘Community Based Organisation’ naar Keniaans recht.
DANKBAAR “Als we ter plekke komen, dan draaien de mensen om je heen”, geeft Jos nog mee. “Je bent blank en daar verwachten ze meestal iets van. Maar de mensen zijn gelukkig zeer dankbaar voor de hulp die je hen biedt. Op termijn worden in de eerste plaats zij daar zelf beter van.”
LANDBOUWPROJECT Het verhaal stopt niet bij onderwijs. Seed of Love verwierf een groot stuk grond en ontplooit daarop nu tal van activiteiten. Het domein werd omheind en na de bouw van een sanitaire ruimte kreeg het ook een wachtershuis. Op het land is een klein landbouwproject opgestart. De opbrengsten daarvan gaan naar de mensen in de omgeving. Gratis. “Je mag de oogst anderzijds niet overdrijven”, zegt Jos. “Moessonregens kunnen immers ook veel vernietigen. Daarom hebben we irrigatiekanalen geplaatst. Die voeren het overschot aan water af. De bouw van een serre is de volgende stap.”
Seed of love België 2012 — VZW — Kenia
Jos Tielen Kempische steenweg 352 - 3500 Hasselt 011 74 63 61 -
[email protected] www.seedoflovevzw.org
Solidair onderweg Stevoort
IEDER KIND EEN PETER OF METER Leden en sympathisanten van SOS Stevoort gaan nu jaarlijks naar Jammeh-Kunda om er te helpen. Waren er aanvankelijk vijf kinderen die school liepen, nu gaat het hele dorp. Drie leerkrachten leren de 70 kinderen lezen, schrijven en rekenen. Zonder uitzondering hebben de kids een peter of meter uit Stevoort. Die schenken maandelijks 5 euro, voldoende om hen een goede vorming te verzekeren.
Van avontuur naar een project van lange duur
GAMBIAANSE Kinderen tussen 3 en 8 jaar leren lezen en schrijven. Werken aan de verzelfstandiging. De bouw van een atelier waar kleding en handtassen worden gemaakt. Productie van zeep op biologische wijze. Dit levert beperkte inkomsten op. Daarmee wordt het schoolgebouw onderhouden.
CREATIEF ATELIER ‘Hier moeten we mee verder’, was de algemene teneur binnen SOS Stevoort. Het mocht niet bij die ene realisatie blijven, de lokale bevolking moest zelfstandig aan de slag kunnen. “Het bracht ons bij de idee om een creatief atelier op te richten”, vertelt Peter. “Er worden een naai-atelier en een zeepmakerij in ondergebracht. Die moeten geld opbrengen om de school te onderhouden.”
“Dat ze daar zelf hun plan maar trekken.” Dat dacht Peter Liefsoens als jongeling over ontwikkelingssamenwerking. Nu, 20 jaar later, is hij daar op teruggekomen. En hoe: “We moeten de mensen daar helpen om zelf hun plan te leren trekken.” Het is niet alleen zijn motto geworden, maar dat van heel SOS, dat staat voor Solidair Onderweg Stevoort.
FIETSEN Heel vanzelfsprekend is SOS Stevoorts werk overigens niet. “Gambia is een zeer smal land dat dan nog eens doormidden wordt gesneden door de Gambiarivier”, licht Peter toe. “Het vraagt veel tijd en moeite om de ferry te gebruiken om materialen over te brengen.”
ANTWERPEN-BANJUL SOS Stevoort startte als een jongensavontuur. Jaarlijks werden en worden er vanuit Antwerpen voertuigen die nog in goede staat zijn, naar Banjul gereden. De reis is zo’n 7.000 km lang, loopt door de Sahara, doet het legendarische Dakar aan en eindigt in de Gambiaanse hoofdstad. Het is niet de bedoeling om er als eerste aan te komen, wel om het voertuig - dat geschikt moet zijn voor Gambia - in een zo goed mogelijke staat aan de meet te brengen. De wagens worden ter plekke geveild voor een goed doel.
JAMMEH-KUNDA In 2010, toen de SOS Stevoort werd opgericht, namen Peter en een handvol dorpsgenoten met twee jeeps deel aan deze rally. Een van de voertuigen, afgeleverd in het dorpje Jammeh-Kunda, wordt nog steeds gebruikt als ambulance. “We hadden nog wat extra geld ingezameld om de mensen ter plekke nog een steuntje in de rug te geven en eigenlijk was daarmee voor ons de kous af”, vertelt Peter.
STEVOORT NURSERY SCHOOL Maar dat was buiten de waard - in dit geval de lokale bevolking - gerekend. Zij investeerden het geld in de bouw van een schooltje en stuurden enkele maanden na het bezoek van de Hasselaren al enkele foto’s. “Van een plein vol met zelfgemaakte stenen. Geld om de school af te werken was er eigenlijk niet”, zegt Peter. “Dat konden we natuurlijk zo niet laten. In 2012 gingen we er met een aantal mensen heen om de school af te werken. De Stevoort Nursery School was een feit.
En daaronder bevonden zich ook fietsen, een gegeerd, maar zeldzaam goed in het arme Gambia. “Begrijp me goed”, zegt Peter. “Die werden niet zomaar geschonken, daarvoor moesten de gegadigden wel meewerken aan het project.”
MEE NAAR DAAR “Ik raad iedereen van hier aan om zijn of haar kinderen eens mee te nemen naar zo’n land”, geeft Peter nog mee. “Het zet hen met de beide voeten op de grond. Niet alles is vanzelfsprekend. Het doet me dan ook enorm veel plezier dat er Vlamingen zijn die hun jaarlijkse skivakantie hebben omgewisseld voor een reis naar Jammeh-Kunda. Om er wat vakantie te hebben, maar ook om er mee te werken aan ons project. Zo’n gebaar geeft ook ons telkens weer de energie om er voor het volle pond tegenaan te gaan.”
Solidair onderweg Stevoort 2010 — feitelijke vereniging — Gambia
Liefsoens Peter Stevoortsekiezel 232 - 3500 Hasselt www.facebook.com/stevoortnurseryschool
THUISLOZE MEISJES “Zo’n 30 thuisloze meisjes tussen 14 en 24 jaar zijn ondertussen ondergebracht in een centrum”, legt Lieve uit. “Het zijn wezen van aidsouders, ze zijn uit armoede verstoten uit het gezin of ze worden als heks gebrandmerkt omdat de stam een ongeluk te beurt viel.”
Thuisfront Sanga Mamba
Hun verblijf is niet te vergelijken met een internaat zoals wij dat in Vlaanderen kennen. Meisjes van verschillende leeftijden wonen telkens met 8 in afzonderlijke huisjes. Zoals gebruikelijk in de Afrikaanse thuisgemeenschap zorgen de oudsten voor de jongsten en doen ze de huishouding. Het geld dat daarvoor nodig is, verdienen ze bv. door te werken in de bakkerij, door het verzorgen van de dieren en met het onderhoud van de tuin. Met het oog op de toekomst volgen ze scholing in het centrum.
Vlaamse zuster in het spoor van Don Bosco
IN DE DEMOCRATISCHE REPUBLIEK CONGO Zuster Lucie Geys helpen verwaarloosde jeugd op te vangen en scholing te geven in het vooruitzicht van een betere toekomst.
Zoals de heilige Don Bosco in de 19de eeuw werkte met Turijnse straatkinderen, zo werkt zuster Lucie Geys al een halve eeuw met kansloze jongeren in de Democratische Republiek Congo. Thuisfront Sanga Mamba steunt haar werk en Lieve Gielen en haar team doen dat vanuit Kiewit met veel overgave.
VAN EEN BOOM NAAR EEN MEGASCHOOL Het Thuisfront dankt zijn naam aan het gelijknamige voorstadje van Kinshasa. Het is een plaats waar veel inwijkelingen zich vestigen in de hoop op een betere toekomst. In die tijd is niet alleen het stadje uit zijn voegen gebarsten, maar namen ook de inspanningen van zuster Geys hand over hand toe. Wat begon met lesgeven onder een boom, is inmiddels uitgegroeid tot een megaschool waar meer dan 3.000 leerlingen les krijgen van het kleuter tot en met het middelbaar onderwijs.
DE REGELS VAN DON BOSCO “Dat ging natuurlijk niet zomaar”, zegt Lieve. “Op het domein van ongeveer 4 ha groot, moesten de zusters eerst zorgen voor huisvesting voor zichzelf. Daarna was het de beurt aan de jeugd. Die wordt nog steeds opgevangen en opgevoed volgens de regels van Don Bosco: scholing, spel, kameraadschap, karaktervorming.”
CENTRUM VOOR ALFABETISERING “Om ze op het verdere leven voor te bereiden, leren de meisjes op school lezen en schrijven”, weet Lieve. “Ze leren ook hoe om te gaan met formulieren en contracten. Alfabetisering en vakkennis vormen hiervoor de basis. Snit en naad is een veel gekozen richting. Zij lokt zelfs moeders met kinderen. Maar ook een opleiding schoonheidsspecialiste staat in de startblokken. Want hoe arm sommige stedelingen ook zijn, altijd is een feest een reden om zich mooi te maken. Studentes die de opleiding voltooid hebben, zullen later het schoolgeld voor hun kinderen kunnen betalen.”
KLEINE ZUSTER, GROTE MADAM Bij een terugkeer uit de Democratische Republiek Congo noemde iemand Lucie Geys ‘een kleine zuster, maar een grote madam’. “Wat haar tekent”, zegt Lieve, “is een grote bezieling, wijsheid en liefde voor de verwaarloosde jeugd. Toen ze hier in Kiewit op vakantie was vroeg ze zich af waarom wij hier zo veel weggooien. ‘Daar zouden we ginds veel mee kunnen doen’, zei ze. Soms voelt ze zich een echte bedelzuster. Maar Lucie Geys zoekt samen met haar toegewijd personeel en medezusters naar een toekomstgerichte weg voor de mensen in deze armenwijk. Ik ben dan ook blij dat we met Thuisfront Sanga Mamba haar projecten goed kunnen ondersteunen.”
LESGELD 45% van de meisjes kan niet schoollopen: het lesgeld bedraagt immers 2,5 euro per week, de prijs van een koffie op een Vlaams terras. Voor veel gezinnen is dat te veel. Toch is het geld noodzakelijk want de leerkrachten moeten betaald worden en de accommodatie onderhouden. De armste kinderen worden evenwel niet helemaal aan hun lot overgelaten. Op zondagen mogen ze deelnemen aan de speelpleinwerking, want die is er ook.
Thuisfront Sanga Mamba 2010 — feitelijke vereniging — DEMOCRATISCHE Republiek Congo
Lieve Gielen Berkenlaan 74 - 3500 Hasselt 011 21 06 70 -
[email protected]
verantwoordelijken van Nyundo. Zo blijven wij steeds op de hoogte van de meest dringende noden."
VRIENDENKRING NYUNDO
WEESHUIS DICHT 2015 was een kanteljaar in het Rwandese beleid rond wezen. De overheid vindt dat weesjes best opgevangen worden in gezinnen of familie. Een gunstige ontwikkeling, erkent Mark. Voor weeshuis Noël betekende deze politiek evenwel het einde. Het sloot de deuren en werd ingericht als een basisschool.
Urakarama Limburg!
Door het smeden van vriendschapsbanden met de bevolking van ons zuster-bisdom Nyundo (RWANDA) proberen wij op zoveel mogelijk manieren in te spelen op de plaatselijke noden. Dit steeds onder het toezicht van de verantwoordelijken van het bisdom. Het gaat dan bv. om renovaties in het meisjesinternaat van Rambura.
MEISJESINTERNAAT De Vriendenkring blijft evenwel niet bij de pakken zitten en is inmiddels o.a. aan de slag in Rambura. “Daar ligt een groot meisjesinternaat”, legt Mark uit. “We zijn bezig met de renovatie van het gebouw. Het gaat om de vernieuwing van de refter, de keuken, de slaapzalen en de sanitaire installaties. Je begrijpt dat dit een meerjarenplan is.”
“Met onze Vriendenkring willen wij in de eerste plaats een echte vriendschapsband aangaan met de plaatselijke bevolking van ons zusterbisdom Nyundo. We zijn ervan overtuigd dat mensen slechts kunnen groeien als ze zich gedragen weten door andere mensen die hen graag zien. Wij zijn allen mensen met een gezicht en een hart. We willen niet gewoon hulp bieden uit medelijden.” Aan het woord is Mark Valkenborg van de Vriendenkring Nyundo.
HULP “Gelukkig kunnen we rekenen op de steun van de lokale bevolking”, vervolgt hij. “Het personeel, de internen en hun ouders werken vrijwillig mee. Plaatselijke houthakkers, schrijnwerkers en metsers zijn samen aan de slag om er iets moois van te maken. Zo steunen we ook de plaatselijke economie. Omdat de Rwandese staat de school erkend heeft, wordt het personeel betaald door de overheid.”
DANK U WEL! Nyundo is een provincie in het noordwesten van Rwanda, de regio vanwaaruit het katholicisme zich verspreidde over het land. Ook het project van de Vriendenkring Nyundo kent een lange geschiedenis. In 1955 werd een aantal weeskinderen opgenomen in een oude schrijnwerkerij. Exact 11 jaar later staat er een stenen gebouw voorzien van het comfort dat er in die tijd mogelijk was. “Met grote dank aan onze toenmalige gouverneur Louis Roppe”, leert Mark, “die zijn schouders onder het project had gezet. Nog steeds hangt er in het gebouw een plaat met daarop ‘Urakarama Limburg’, wat zoveel betekent als ‘Dank u wel, Limburg’.”
BIJ ELKAAR OP BEZOEK Mark kwam pas later bij de vzw, maar zoals velen herinnert hij zich 1994 als het jaar van de genocide in het ‘land van de duizend heuvels’. Het weeshuis werd totaal verwoest. Met hulp van velen kon het heropgebouwd worden om er opnieuw 700 kinderen in te huisvesten. In 1998 werd de Vriendenkring een vzw. Regelmatig gaan vrienden van hier op eigen kosten naar daar en komen Rwandezen bij hun Limburgse vrienden op bezoek.
PRIESTER IN KURINGEN "Een van de genocidevluchtelingen is priester Jean-Baptiste Bugingo, inmiddels pastoor in Kuringen. Hij trok vanzelfsprekend mee aan de kar om van huize Noël opnieuw iets goeds te maken. Er kwamen nieuw sanitair, een nieuwe veestapel en nieuwe stallingen. Via hem blijft de vzw voortdurend in contact met de
ENORM VEEL MOGELIJK De inspanningen van de Vriendenkring beperken tot het weeshuis en het internaat zou de vzw oneer aandoen. Door de jaren heen werden er zonnepanelen geplaatst op enkele gezondheidscentra in de regio en stonden Mark en zijn vrienden in voor hulp bij de opleiding van jongeren. In 2002 richtte het plaatselijke bisdom er een centrum op waar jongeren opgeleid worden tot automechanieker, loodgieter of schrijnwerker. “Je ziet”, besluit Mark, “door de vriendschap, de vele contacten en de uitstekende samenwerking met de verantwoordelijken ter plaatse is enorm veel mogelijk.”
VRIENDENKRING NYUNDO vzw 1998 — VZW — Rwanda
Valkenborg Mark Arnold van Loonlaan 9 - 3500 Hasselt 011 27 12 30 - 0476 27 12 52
GEEN ZAKENVROUW
Y'abal Handicrafts
“De inkomsten van de verkoop zijn niet zo hoog”, legt Melissa uit. “Ik hoop dan ook dat we in te toekomst meer winst zullen maken. Die gaat dan weer terug naar de vrouwen die voor Y’abal Handicrafts werken. Niet alleen in de vorm van loon, maar ook door investeringen in de dorpen of naar sociale projecten. Ikzelf heb me dan ook nooit een zakenvrouw gevoeld. Ik heb dit nooit gedaan met de bedoeling er geld aan te verdienen. Totaal niet. Voor mij was en is het gewoon een kwestie van mensen met minder kansen te helpen. Toen ik in Guatemala was, wilde ik mezelf ook niet méér laten betalen dan de kleermaaksters. Ik achtte dat niet mogelijk net omdat dit niet de bedoeling is van het initiatief. Het is immers een fairtradeproject.”
Y'abal Handicrafts is een FairTradeOrganisatie die stabiele werkgelegenheid creëert voor Mayavrouwen op het GUATEMALTEEKSE platteland door instandhouding van hun eeuwenoude traditie, het heupweven.
Fairtradeonderneming
SOCIALE KANT Nadat ze er 8 jaar had verbleven, keerde Melissa Wiams in 2015 terug uit Guatemala. Zie liet er Y’abal Handicrafts achter, een goed draaiend modeproject dat zo’n 60 weefsters en een tiental kleermaaksters van een inkomen voorziet.
De sociale kant van Y’abal Handicrafts mag inderdaad niet worden onderbelicht. Naast het opleiden van vrouwen in de confectie zijn er tal van randprojecten. Zo denkt de onderneming eraan te starten met een soort van minibeurs voor schoolgaande kinderen. Sommige vrouwen hebben dat nog steeds nodig. “We beloven niet dat we de hele studies gaan betalen”, zegt Melissa, “maar we geven bv. wel geld voor de bus die de kinderen moeten nemen om naar school te gaan. Met die minibeurzen helpen we met name de meisjes vooruit. Want ter plekke zie je dat gezinnen de voorkeur geven aan de jongens wanneer het erom gaat school te mogen lopen. We organiseren ook andere activiteiten voor de vrouwen, bv. een kinderdag, kookworkshops of informatiesessies over gezonde voeding.
FLINKE KMO De interesse voor andere culturen zat er bij Melissa van jongs af in. Na haar studies trok ze ‘voor een jaar’ naar Guatemala. Melissa, met een boontje voor mode en textiel, raakte er al snel in contact met vrouwen die stoffen weefden. Met wat spaargeld kocht ze bij hen producten aan om te testen of er ook kleding van gemaakt kon worden. Dat bleek te kunnen en van een klein handeltje voor toeristen in Guatemala, groeide het project uit tot een flinke KMO die haar producten wereldwijd verkoopt. Dat gebeurt via bv. de Europese winkels van Oxfam - ook in Hasselt - tot in de VS.
PRODUCEREN VOOR ANDEREN Ondertussen fabriceert Y’abal Handicrafts niet langer uitsluitend de ontwerpen van Melissa. Ook voor Que Onda Vos - van de Hasseltse Hanne De Wyngaert - en andere ontwerpers maakt de onderneming kleding en accessoires. De vrouwen die dat doen, worden onmiddellijk betaald voor hun werk. Voor Vlamingen is dat de normaalste zaak van de wereld, maar bij veel Guatemalteekse ondernemingen is het zo dat de arbeidsters pas hun geld krijgen als de producten ook daadwerkelijk zijn verkocht.
SOCIALE ECONOMIE Toch is Y’abal Handicrafts niet de kip met de gouden eieren die Melissa een leven lang van een riant inkomen zal voorzien. Integendeel: dit is een project in de sociale economie. Naast de verkoop is Melissa dus nog steeds op zoek naar fondsen om het nog beter te doen draaien. “Iedere euro winst die eruit wordt gehaald, komt terug in het bedrijf terecht”, zegt ze.
VOLDOENING Hoewel Melissa tevreden is dat ze terug is in België, mist ze het project en het land wel een beetje. Het werken met de vrouwen, de sfeer in de dorpen, de eenvoud van het leven, maar vooral ook de rust en de puurheid ervan. “Maar”, besluit ze, “het functioneert nu goed en de vrouwen daar zijn blij met hun inkomen. Dat geeft voldoening.”
Y'abal Handicrafts 2010 — Feitelijke vereniging — Guatemala
Melissa Wiams Schellestraat 18 - 3511 Hasselt 0488 88 09 14 -
[email protected] www.yabal-handirafts.com
SWOS Met uitzondering van ATOS vzw zijn alle betrokken organisaties lid van de Stedelijke Werkgroep Ontwikkelingssamenwerking (SWOS). Maar zij zijn niet de enige. Lokale afdelingen van NGO’s - zoals bv. het Rode Kruis, Plan België of Unicef maar ook andere initiatieven draaien erin mee. De SWOS is de officiële adviesraad voor ontwikkelingssamenwerking in onze stad. Inspraak is een belangrijk gegeven: de projecten en de subsidiedossiers worden er immers in geëvalueerd. Geregeld geeft de SWOS vormingssessies.
STAD HASSELT INVESTEERT GELD EN MIDDELEN IN DE ZGN. ‘VIERDE PIJLERS’. MAAR ZE DOET NOG VEEL MEER OP HET VLAK VAN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING. EEN BEPERKT OVERZICHT.
Hasselaren en hun stad hebben een hart voor het Zuiden
KLIMAAT Hasselt is met zijn tijd mee en heeft ook een budget voorzien voor verenigingen die klimaatinspanningen voorzien binnen de uitwerking van hun projecten. In tegenstelling tot bij sommige andere overheden gaat dit geld niet af van het budget voor ontwikkelingssamenwerking, maar komt het er gewoon bij. De Hasseltse vierde pijlers hebben zich kunnen laten begeleiden door een expert ter zake en gaan nu met die kennis aan de slag. Want draaien of keren: de ergste gevolgen van de klimaatverandering zullen in de eerste plaats de zwakste samenlevingen en landen treffen. En dat zijn niet die van het rijke Westen.
Solidariteit is het kernwoord van ontwikkelingssamenwerking. In Hasselt is dat niet anders. Meer mensen dan enkel deze die in deze brochure aan bod komen zijn in de weer met steun voor het Zuiden. Financieel, materieel, logistiek. Velen steunen acties als 11.11.11 of doen regelmatig giften via een simpele overschrijving. Ze kopen fairtradeproducten of gadgets van NGO’s die actief zijn in het Zuiden. De meeste van deze gulle schenkers staan er zelfs niet bij stil dat ze aan ontwikkelingssamenwerking doen. Misschien heeft zelfs u nu een aha-erlebnis. Het is m.a.w. gewoon puur menselijk gedrag: iets belangeloos doen voor een ander.
NOODHULP
VIERDE PIJLER Wie deze individuele inspanningen overstijgt en bv. vanuit een kleine feitelijke vereniging of een vzw een ontwikkelingsproject uit de grond stampt, bevindt zich in de zgn. ‘vierde pijler’. De eerste drie zijn, al te kort samengevat, deze die uitgaan van de overheid, de internationale instellingen en de NGO’s. In Vlaanderen alleen al zijn er meer dan 1.000 van deze relatief kleine initiatieven. Ze staan kort bij de mensen, de betrokkenheid is erg groot en er zijn geen zgn. ‘overheadkosten’. Die laatste zijn kosten die bv. gemaakt worden voor marketing, personeel en logistiek. Hoe deze vierde pijler in Hasselt wordt ingekleed, heeft u uitvoerig kunnen lezen.
FINANCIËLE STEUN De projecten die in deze brochure zijn opgenomen kregen van Stad Hasselt een werkingstoelage voor 2016. In dat jaar ging het om bijna 66.000 euro verspreid over 16 verenigingen. De steun wordt niet zomaar toegekend: belangrijke criteria om hem te verkrijgen zijn - vanzelfsprekend - de kwaliteit van het project, maar ook de manier waarop de lokale partners betrokken worden en naar zelfredzaamheid worden begeleid. De beoordeling gebeurt niet met de natte vinger: het zijn experten uit o.a. hogescholen en de universiteit die mee bepalen welk project in aanmerking komt en welk niet.
Jaarlijks houdt Hasselt ook wat geld opzij voor zgn. ‘noodhulp’. Het is een klein budget van maximaal 5.000 euro dat kan worden ingezet bij bv. rampen. In 2014 werden de middelen besteed aan de strijd tegen ebola, een jaar later ging een gedeelte van het geld naar de slachtoffers van de aardbeving in Nepal.
FAIRTRADEGEMEENTE Eerlijke handel met het Zuiden is ook een van de topics die vallen onder een lokaal ontwikkelingssamenwerkingsbeleid. Sinds 2006 is Hasselt een zgn. fairtradegemeente. Een groep vrijwilligers - ook hier weer - zorgde en zorgt er samen met de stad voor dat Hasselt deze pluim op haar hoed mag steken.
AMUSE Jaarlijks worden tal van activiteiten rond eerlijke handel georganiseerd, zowel intern als extern. Sinds meerdere jaren is het hoogtepunt daarvan het culinair parkfestival Amuse, waar duizenden bezoekers zich te goed komen doen aan hapjes en drankjes die uit (h)eerlijke producten bestaan. De leden van de SWOS krijgen tijdens Amuse ook de mogelijkheid om wat fondsen te werven: ze verkopen er hapjes die in het thuisland van hun project tot de dagelijkse kost behoren. Bekende koks zijn ook steevast van de partij: o.a. Sofie Dumont en Giovanni Oosters ontbonden er hun kookduivels voor een groot publiek.
UIT HET ZICHT, MAAR IN HET HART Uit bovenstaande valt af te leiden dat het lokale Hasseltse beleid rond ontwikkelingssamenwerking berust op drie brede principes: steun aan het Zuiden (bv. via het noodfonds), het helpen van steunverleners actief in het Zuiden (bv. via steun aan de vierde pijlers) en het sensibiliseren en educatie van mensen van bij ons (bv. via Amuse). Maar ook achter de schermen gebeurt veel werk: uit het zicht, maar in het hart. Zo helpt de stad actief bij de promotie en de coördinatie van de jaarlijkse 11.11.11-campagne. Bovendien legt ze voor elke 3 opgehaalde euro’s 1 euro toe (met een maximum van 10.000 euro per jaar). Hasselt onderhoudt tevens een stedenband met twee Marokkaanse steden. Het gaat om Missour en Outat-El-Haj. Onder de projecten die lopen in de twee zustersteden zijn er rond duurzaamheid, rond vrouwenemancipatie en rond inspraak.
ONDERWIJS Ook het onderwijs krijgt de nodige aandacht. De jongste jaren was er fairtradetheater, ging Marokko@Hasselt door of waren er informatieve workshops rond de millenniumdoelstellingen. De stad voorziet ook in een aantal jobs voor studenten die deelnemen aan Zuiddag, een dag waarop de scholieren uit het middelbaar kunnen gaan werken voor een goed doel in het Zuiden. Jongeren die op stage of op inleefreis in het Zuiden gaan, kunnen rekenen op een kleine tegemoetkoming in de kosten die ze daarvoor moeten maken.
INTERNATIONALE SOLIDARITEIT, LOKAAL GEBEUREN Deze brochure heeft u geleerd dat internationale solidariteit ook een lokaal gebeuren is. Ze wordt gedragen door mensen van bij ons. Stad, vierde pijlers, lokale afdelingen van NGO’s: samen maken ze van de spreekwoordelijke druppel op een hete plaat toch al een heuse waterstraal.
MEER INFO
Dienst Ontwikkelingssamenwerking Hasselt Ingeborg Debock Groenplein 1 - 3500 Hasselt. 011 23 94 98 -
[email protected]
V.U. Hilde Claes - Groenplein 1 - 3500 Hasselt