ZUID-WEST-VLaanderen RUIMtemonitor ondernemen KORTRIJK
Zwevegem
Wevelgem
juli 2015, ontwerp eindrapport
Colofon
Dit document is een publicatie van: Intercommunale Leiedal President Kennedypark 10 - BE-8500 Kortrijk tel +32 56 24 16 16 - www.leiedal.be
[email protected] Auteur: Steven Hoornaert Voorliggend rapport werd opgemaakt binnen het kader van het strategisch project REKOVER (Regio Kortrijk & Openbaar Vervoer). Dit project kadert binnen de bijkomende oproep van begin 2012 van de Vlaamse overheid voor aanvragen strategische projecten in uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en gericht op het thema stadsregio’s met het oog op een vernieuw(en)de aanpak van stedelijke gebieden in stadsregionaal perspectief.
2
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
Inhoudsopgave 1.
Inleiding. .......................................................................................................................... 5
2.
Va s t s t e l l i n g e n . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
2.1.
Evaluatie afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk - luik bedrijventerreinen
2.2.
Taakstelling voor nieuwe lokale bedrijventerreinen is niet volledig ingevuld
2.3.
Behoefte aan ruimte om te ondernemen
22
2.4.
Aanbod aan ruimte om te ondernemen
23
2.5.
Confrontatie aanbod versus behoefte
26
2.6.
Enkele recente tendenzen
27
3.
Beleidsa anbevelingen. ................................................................................................ 33
3.1.
Bouwrijp maken van bestaande bestemde aanbod voor regionale bedrijventerreinen
3.2.
Deblokkeren van juridische conflicten rond nieuwe regionale bedrijventerreinen
35
3.3.
NooD aan afstemming tussen ruimte om te ondernemen, mobiliteit en infrastructuur
36
8 21
33
3.4.
Meer inzetten op duurzaam hergebruik van ruimte om te ondernemen
43
3.5.
Op korte termijn Antwoord bieden op het tekort aan ruimte voor KMO’s
49
3.6.
Verzekeren van ruimte voor KMO’s op langere termijn
52
3.7.
Vinger aan de pols
54
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
3
4
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
1.
Inleiding
Voorliggend rapport maakt deel uit van een ruimer proces rond de opmaak van een nieuwe regionale ruimtelijke visie voor Zuid-West-Vlaanderen. Dit proces van visievorming werd opgestart naar aanleiding van een aantal concrete vragen betreffende de afbakening van het regionaal stedelijk gebied Kortrijk. Deze vragen werden midden 2013 voorgelegd aan de toenmalige Vlaamse minister voor Ruimtelijke Ordening. Het resultaat van het overleg was het voorstel tot opmaak van een regionale visie, vanuit de specifieke ruimtelijke kenmerken en noden van de streek. Deze vernieuwde visie moet ook de synthese maken van de verschillende (lopende) processen en projecten in de regio Zuid-West-Vlaanderen (Eurometropool LilleKortrijk-Tournai, het strategisch project REKOVER, de ruimtemonitoren wonen en ondernemen regio ZuidWest-Vlaanderen, de visie ruimtelijk-economische structuur, de projecten Kameleon, Warmer Wonen, etc.). Deze ruimtemonitor ondernemen Zuid-West-Vlaanderen vormt een belangrijke aanvulling op het eindverslag van de “Visie ruimtelijk-economische structuur Zuid-West-Vlaanderen” (Leiedal, april 2015). In dat rapport werd een visie opgebouwd op de bestaande bestemde ruimtelijk-economische structuur voor de regio Zuid-West-Vlaanderen. In deze ruimtemonitor ondernemen wordt onderzocht of er bijkomende paarse bestemmingen nodig zijn en welke beleidsaanbevelingen we kunnen formuleren aangaande het creëren van nieuwe bedrijventerreinen. In hoofdstuk 2 geven we eerst enkele vaststellingen aangaande de bijkomende bedrijventerreinen, die werden gepland bij de afbakening van het regionaalstedelijk gebied Kortrijk. Vervolgens confronteren we de behoefte met het aanbod aan ruimte om te ondernemen. En we geven ook inzicht in enkele recente tendenzen die blijken uit de verkoopcijfers van de intercommunale Leiedal. Vanuit de vaststellingen formuleren we in het laatste hoofdstuk enkele beleidsaanbevelingen voor het ruimtelijk beleid op vlak van ondernemen voor de 13 steden en gemeenten van Zuid-West-Vlaanderen. Voor de opmaak van de ruimtemonitor ondernemen Zuid-West-Vlaanderen werden verschillende stappen doorlopen: • In de loop van 2014 werden de eerste data, statistieken en GIS-gegevens verzameld • 10 april 2015: bespreking van de eerste resultaten op de Conferentie van Burgemeesters ; de presentatie werd ook overgemaakt aan de schepenen en beleidsmedewerkers van ruimtelijke ordening & economie • 29 april 2015: toelichting aan VOKA - Lokale Raad Zuid-West-Vlaanderen • 22 mei 2015: toelichting aan RESOC Zuid-West-Vlaanderen • juni 2015: opsturen van ontwerp eindrapport voor feedback aan de 13 steden en gemeenten. Om te kunnen komen tot een definitieve versie zullen nog enkele stappen worden doorlopen: • zomer 2015: adviesronde bij 13 steden en gemeenten van de regio Zuid-West-Vlaanderen, de dienst ruimtelijk planning van de provincie West-Vlaanderen, het Departement Ruimte Vlaanderen en het Agentschap Ondernemen van de Vlaamse overheid; • aanpassingen op basis van adviesronde en discussies tot finale versie najaar 2015.
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
5
RUIMTELIJK-ECONOMISCHE STRUCTUUR Z-W-V Bedrijventerreinen voor te behouden voor grote en middelgrote bedrijven Gemengde bedrijventerreinen voor grote, middelgrote en kleine bedrijven Specifiek bestemde bedrijventerreinen Bedrijventerreinen voor KMO's of lokale bedrijven Paarse sproet > 3 ha Paarse sproet < 3 ha Een paarse sproet is een gebied met bestemming '(milieubelastend) industriegebied'volgens het gewestplan en waar geen bedrijventerrein collectief werd aangelegd.
0
schaal:
2,5
1:100.000
5 km
2. Vaststellingen 2.1. Evaluatie afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk - luik bedrijventerreinen In het kader van de afbakening van het regionaalstedelijk gebied Kortrijk werden enkele nieuwe bedrijventerreinen en kleinhandelszones verankerd in deelplannen van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (definitieve vaststelling door Vlaamse Regering op 20 januari 2006). We evalueren de verschillende relevante deelplannen: • deelplan 2: specifiek regionaal bedrijventerrein voor transport LAR-zuid • deelplan 3a: gemengd bedrijventerrein Heule-Kuurne uitbreiding • deelplan 3b: gemengd regionaal bedrijventerrein Zwevegem-Losschaert • deelplan 3c: gemengd bedrijventerrein Wevelgem-zuid uitbreiding + Leievallei • deelplan 4a: kleinhandelszone Ringshoppingcenter • deelplan 4b: kleinhandelszone Wevelgem N8 • deelplan 5: kleinhandelszone Pottelberg • deelplan 6: gebied voor wetenschapspark en stedelijke activiteiten Kapel Ter Bede • deelplan 7j: stedelijk woongebied Langwater, waarbij aansluitend bij het bedrijventerrein Evolis ook een gebied voor stedelijk ontwikkeling werd bestemd.
Overzichtskaart “paarse” deelplannen uit afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk
8
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
2.1.1.
LAR-zuid (specifiek regionaal bedrijventerrein voor transport)
Evaluatie - stand van zaken: Het gebied LAR-zuid is bestemd als specifiek regionaal bedrijventerrein voor transport en bedraagt ongeveer 30 ha bruto. Na de definitieve vaststelling van het gewestelijk RUP begin 2006 werd dit deelplan juridisch aangevochten. Na enkele jaren juridische procedures werd door het Hof van Beroep in 2012 een arrest uitgesproken, waarbij het deelplan van LAR-zuid niet werd vernietigd. Aangezien ook de termijn om in Cassatie te gaan is verstreken, kan het RUP niet meer juridisch worden aangevochten. Het gebied LAR-zuid werd verworven en zal ontwikkeld worden door een private investeerder. De steden Menen en Kortrijk hebben hiervoor een samenwerkingsovereenkomst afgesloten. Actiepunten: • Vergunning voor de infrastructuur- en omgevingsaanleg • Uitvoering van de infrastructuur- en omgevingsaanleg om het bedrijventerrein bouwrijp te maken • Verkoop van bouwrijpe percelen.
Gewestelijk RUP Afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk Deelplan 2: specifiek regionaal bedrijventerrein voor transport LAR-zuid
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
9
2.1.2.
Uitbreiding Heule-Kuurne (gemengd regionaal bedrijventerrein)
Evaluatie - stand van zaken: De uitbreiding van het gemengd regionaal bedrijventerrein Heule-Kuurne (nieuwe benaming = KortrijkNoord) bedraagt ongeveer 22 ha en een klein deel (ongeveer 1,5 ha) werd bestemd voor lokale bedrijven. Deze uitbreiding zal gerealiseerd worden door de intercommunale Leiedal. Met uitzondering van enkele private bedrijfspercelen werden de meeste gronden verworven door Leiedal. Er werd een inrichtingsstudie opgemaakt cfr. het gewestelijk RUP en het archeologisch onderzoek werd uitgevoerd. Maar de realisatie heeft een vertraging van circa drie jaar opgelopen door discussies over een bijkomende tweede ontsluiting van het bedrijventerrein vanaf de Noordlaan. Dit was indicatief voorzien in het gewestelijk RUP, maar kon niet afgedwongen worden wegens private bedrijfseigendommen. Dergelijke stedenbouwkundige voorschriften worden in de toekomst beter vermeden. Finaal werd de stedenbouwkundige vergunning voor de infrastructuur- en omgevingsaanleg toch bekomen. Actiepunten: • Uitvoering van de infrastructuur- en omgevingsaanleg: opgestart voorjaar 2015 • Verkoop van bouwrijpe percelen vanaf 2016.
Gewestelijk RUP Afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk deelplan 3a: gemengd regionaal bedrijventerrein Heule-Kuurne uitbreiding
10
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
str erij ok St -Ka tri e
in t S
Pi e
ns tee nw
a
eg
ter
he eg rha Ve aa str t
en
ste
en we g
m
No o
rdla an
s e s traat
Pieter Verhae
ghestr aa
t
Si nt -K at ri
Ize g
e
Pie
te No o
at tra
rdla an
s se
t aa st r he eg ha
em eg
er rV
Iz
Inrichtingsplan uitbreiding bedrijventerrein Kortrijk-Noord (Heule-Kuurne)
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
11
2.1.3.
Zwevegem-Losschaert (gemengd regionaal bedrijventerrein)
Evaluatie - stand van zaken: Het gemengd regionaal bedrijventerrein Zwevegem Losschaert bedraagt ongeveer 23 ha bruto. In het gemeentelijk RUP Zwevegem Losschaert werd het gewestelijk RUP verder verfijnd, conform de inrichtingsprincipes van het hoogwaardig bedrijventerrein Evolis, dat gelegen is ten noorden van de gewestweg N391. In het gemeentelijk RUP werd aansluitend ook de ontwikkeling voorzien van een nieuw lokaal bedrijventerrein (4 ha bruto voor KMO’s) en een nieuwe woonwijk (7 ha bruto). Ondertussen werden de meeste gronden verworven door de intercommunale Leiedal. De ontwikkeling van zowel het nieuwe bedrijventerrein als de nieuwe woonwijk Zwevegem Losschaert zal gefaseerd verlopen. Er werd een inrichtingsstudie opgemaakt cfr. het gewestelijk en gemeentelijk RUP. En het archeologisch onderzoek werd uitgevoerd. Momenteel worden de gedetailleerde plannen voor de infrastructuur- en omgevingsaanleg opgemaakt en wordt de aanvraag voor de stedenbouwkundige vergunning van de eerste fase voorbereid. Actiepunten: • Aanvraag voor de stedenbouwkundige vergunning voor de infrastructuur- en omgevingsaanleg van de eerste fase: gepland eind 2015 of begin 2016 • Uitvoering van de infrastructuur- en omgevingsaanleg: gepland vanaf 2016 • Verkoop van bouwrijpe percelen: gepland vanaf 2017.
Deelplan 2
6 3
3
G
ew
t es
w
eg
N
39
1
1 6 m 20
m 30
m 60
3
6
7 2
e lb ke
m 20
6 m 13
3
re Ha
m 20
4 m 40
12 m
1
ip Lu
6
st at ra
2 1
10 m
5 1
aa t
rd aa
m 30
H
in n
es
tr
8
m 12
1 6 7
kst r
1
1 k Be
aat
rt ae
6
Gemeentelijk RUP Zwevegem Losschaert: nieuw regionaal en lokaal bedrijventerrein & nieuwe woonwijk
12
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
st r
t aa
Inrichtingsplan Zwevegem Losschaert: regionaal & lokaal bedrijventerrein & stedelijk woongebied
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
13
2.1.4.
Uitbreiding Wevelgem-zuid (gemengd regionaal bedrijventerrein)
Evaluatie - stand van zaken: In het deelplan 3c van het gewestelijk RUP wordt het zuidelijk deel van het bestaande bedrijventerrein Wevelgem-Zuid voorbehouden voor watergebonden bedrijvigheid. Ten oosten wordt ook een uitbreiding voorzien van ongeveer 7 ha bruto (deels watergebonden). De gronden voor de uitbreiding werden (behalve enkele private bedrijfsgronden) verworven door de intercommunale Leiedal. Het archeologisch onderzoek werd uitgevoerd en de stedenbouwkundige vergunning voor de infrastructuur- en omgevingsaanleg werd verkregen. De werken zijn volledig uitgevoerd. En alle bedrijfsgronden werden reeds verkocht aan bedrijven. De gemeente Wevelgem onderneemt ook stappen voor de revitalisering van het bestaande bedrijventerrein Wevelgem-Zuid: alle bestaande openbare wegen zullen heringericht worden met nieuwe rijwegen, verlichting, fiets- en groenvoorzieningen en de aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel. De uitvoering is afhankelijk van het verkrijgen van Vlaamse subsidies en wordt ten vroegste in 2017/2018 verwacht. De stad Kortrijk wil in samenwerking met Natuurpunt en de Vlaamse overheid stappen ondernemen voor de realisatie van het natuurgebied van de Leievallei, zoals voorzien in het gewestelijk RUP. En de stad Kortrijk heeft ook beslist om het lokaal bedrijventerrein “Kruiskouter”, dat voorzien was tussen het natuurgebied, de R8 en de woonstraat Kruiskouter, niet te ontwikkelen. De stad Kortrijk wenst een nieuwe bestemming voor Kruiskouter als open-ruimtegebied beleidsmatig verankeren bij de herziening van het GRS Kortrijk.
Gewestelijk RUP Afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk deelplan 3c: gemengd bedrijventerrein Wevelgem-zuid uitbreiding + Leievallei
14
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
Inrichtingsplan uitbreiding regionaal bedrijventerrein Wevelgem-zuid
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
15
2.1.5.
Kleinhandelszones: Kortrijk Ringshoppingcenter, Wevelgem N8, Kortrijk Pottelberg
Evaluatie - stand van zaken: In het gewestelijk RUP voor de afbakening van het regionaalstedelijk gebied Kortrijk werden drie deelplannen opgenomen voor kleinhandelszones: Kortrijk Ringshoppingcenter, Pottelberg en Wevelgem N8. Dit betreft hoofdzakelijk bestaande kleinhandelszones, die door het gewestelijk RUP werden geregulariseerd. In sommige bestaande gebouwen zijn er nog bedrijfsactiviteiten aanwezig, maar hiervoor werden in het RUP overgangsbepalingen opgenomen. Bijzondere knelpunten in deze bestaande kleinhandelszones zijn: • gebrekkige ruimtelijke ordening en beeldkwaliteit van zowel de omgevingsaanleg als de gebouwen • het groot ruimtebeslag en de wanorde van het parkeren op maaiveldniveau • onvoldoende maatregelen in functie van het hergebruik, infiltratie en bufferen van hemelwater • problemen op vlak van verkeersveiligheid en multimodale bereikbaarheid • gebrek aan groenvoorzieningen • ... Het is aangewezen dat voor deze drie kleinhandelszones nieuwe stappen worden ondernomen om deze knelpunten aan te pakken (ontwerpend onderzoek, inrichting-, beheer- en actieplannen...).
Gewestelijk RUP Afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk deelplan 4a: kleinhandelszone Ringshoppingcenter
16
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
Gewestelijk RUP Afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk deelplan 5: kleinhandelszone Pottelberg
Gewestelijk RUP Afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk deelplan 4b: kleinhandelszone Wevelgem N8
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
17
2.1.6.
Kapel ter Bede (gebied voor wetenschapspark en stedelijke activiteiten)
Evaluatie - stand van zaken: In het gewestelijk RUP voor de afbakening van het regionaalstedelijk gebied Kortrijk werd het deelplan nr. 6 opgenomen voor het gebied Kapel Ter Bede, dat werd bestemd voor wetenschapspark en stedelijke activiteiten. In functie van deze bestemming werd een inrichtingsplan opgemaakt. Maar dit inrichtingsplan voor het gebied Kapel Ter Bede is omwille van twee redenen achterhaald: • Enerzijds wordt de bestemming als wetenschapspark in vraag gesteld door het ontbreken van financiële middelen en concrete initiatieven vanuit wetenschappelijke instellingen. Ook de omschrijving van de “stedelijke activiteiten” wordt in vraag gesteld. • Anderzijds heeft het Agentschap Wegen en Verkeer van de Vlaamse overheid ook een streefbeeldstudie laten opmaken voor de ruime omgeving van Kortrijk-Oost (verkeerswisselaar E17-R8-N8-N391). In deze studie werden voorstellen opgenomen, die een ruimtelijke inname van het gebied Kapel Ter Bede impliceren in functie van de herinrichting van deze verkeerswisselaar. Op dit ogenblik is er echter geen duidelijkheid. Actiepunten: De ontwikkeling van het gebied Kapel Ter Bede staat “on hold”. Er zal een nieuw onderzoek en planningsinitiatief noodzakelijk zijn in functie van de toekomstige bestemming van dit gebied.
Gewestelijk RUP Afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk deelplan 6: gebied voor wetenschapspark en stedelijke activiteiten Kapel Ter Bede
18
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
2.1.7. Langwater / Evolis (gebied voor stedelijke ontwikkeling) Evaluatie - stand van zaken: In het gewestelijk RUP voor de afbakening van het regionaalstedelijk gebied Kortrijk werd het deelplan nr. 7j opgenomen voor het gebied Langwater als nieuw stedelijk woongebied (art. 7.1) en als parkgebied (art. 7.5). Aansluitend bij het stedelijk woongebied Langwater en bij het bedrijventerrein Evolis werd een gebied voor stedelijk ontwikkeling (art. 7.3) bestemd. Het Agentschap Wegen en Verkeer van de Vlaamse overheid heeft een streefbeeldstudie laten opmaken voor de ruime omgeving van Kortrijk-Oost (verkeerswisselaar E17-R8-N8-N391). In deze studie werden voorstellen opgenomen, die een ruimtelijke inname van het westelijke deel van het gebied van Evolis impliceren in functie van de herinrichting van deze verkeerswisselaar. Op dit ogenblik is er echter geen duidelijkheid. Actiepunten: De ontwikkeling van het gebied voor stedelijke ontwikkeling (art.7.3) staat “on hold”. Er zal een nieuw onderzoek en planningsinitiatief noodzakelijk zijn in functie van de toekomstige bestemming van dit gebied.
Gewestelijk RUP Afbakening regionaalstedelijk gebied Kortrijk deelplan 7j: Langwater: stedelijk woongebied en gebied voor stedelijke ontwikkeling
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
19
KMO-zone Zwevegem Esserstraat is uitverkocht
20
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
2.2. Taakstelling voor nieuwe lokale bedrijventerreinen is niet volledig ingevuld Bij de laatste gewestplanwijzigingen werden enkele nieuwe KMO-zones bestemd, bvb. Zwevegem Esserstraat en Vichte Jagershoek fase 2. Ondertussen zijn deze lokale bedrijventerreinen echter volledig uitverkocht en bebouwd en is er een tekort aan beschikbare bouwrijpe gronden voor KMO’s. Toch stellen we vast dat er een groot takenpakket voor nieuwe lokale bedrijventerreinen uit de ruimtelijke structuurplanningscontext nog niet werd bestemd in ruimtelijke uitvoeringsplannen. Bij de afbakening van het regionaalstedelijk gebied Kortrijk werd een taakstelling van 58 ha nieuwe lokale bedrijventerreinen vooropgesteld, maar op heden moet nog circa 30 ha worden bestemd in ruimtelijke uitvoeringsplannen. En daarnaast zijn er ook nog enkele andere opties in gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen in het buitengebied niet vertaald in RUP’s. Er zijn verschillende valabele redenen waarom deze lokale bedrijventerreinen tot op heden niet werden verankerd in ruimtelijke uitvoeringsplannen: gewijzigde beleidskeuzes, geen lokaal draagvlak, nieuwe ruimtelijke inzichten, geen duurzame oplossingen voor de verkeersontsluiting... Maar het uitblijven van nieuwe bestemmingen voor lokale bedrijventerreinen (al dan niet via reconversie van verlaten, onderbenutte bedrijfssites en leegstaande bedrijfspanden) zorgt er wel voor dat er een tekort is ontstaan aan beschikbare ruimte voor KMO’s. In het hoofdstuk van de beleidsaanbevelingen zullen we aangeven hoe we op korte termijn toch een antwoord kunnen bieden voor de ruimtebehoeften van KMO’s. En we zullen ook oplijsten over welke mogelijke nieuwe zoekzones voor lokale bedrijventerreinen nog geen definitieve beslissingen werden genomen: d.w.z. verankerd of geschrapt in ruimtelijke structuurplannen én al dan niet bestemd in ruimtelijke uitvoeringsplannen.
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
21
2.3. Behoefte aan ruimte om te ondernemen 2.3.1. Studie Cabus en Vanhaverbeke De meest recente wetenschappelijke referentie om de vraag in de regio in te schatten is de studie opgesteld in 2007 door Peter Cabus en Prof. Dr. Wim Vanhaverbeke. In deze studie is een behoeftenraming opgesteld voor de lange termijn ruimtebehoefte voor bedrijventerreinen. Het betreft een raming van de lange termijnbehoefte van 15 jaar voor de periode 2007-2022. De in het Strategisch Plan Ruimtelijke Economie (SPRE) ontwikkelde methodologie diende als basis. De SPRE-methode is gebaseerd op de verwachte groei van de werkgelegenheid in bepaalde economische sectoren. De verkregen cijfers werden daarna getoetst aan de verkoopscijfers van bedrijfspercelen in het verleden (uitgiftemethode). Voor Zuid-West-Vlaanderen is de ruimtevraag tot 2022, geraamd op 318 ha. De ingeschatte jaarvraag bedraagt dus gemiddeld 21,2 ha. Dit ligt in de grootte-orde die kan verwacht worden op basis van de uitgifte in het verleden. De door Cabus en Vanhaverbeke ingeschatte behoefte op jaarbasis van circa 21 ha aan bouwrijpe gronden lijkt rekening houdende met de gemiddelde verkoopscijfers van Leiedal (circa 75% van de markt) en de tendenzen in de economie. Een steeds groter gedeelte van deze behoefte wordt opgevangen binnen de reeds bestaande bedrijventerreinen door de aankoop van geheel of gedeeltelijke vrijkomende panden en bedrijfspercelen. De onderzoekers schatten op basis van hun terreincoëfficientenmethode dat 16,4% van de toekomstige ruimtevraag in Zuid-West-Vlaanderen wordt gegenereerd door de industrie, 31,2% door de vervoersector en 26,7% door de kantoren en diensten. De bouw (17,4%) en handel (8%) sluiten de rij. Het grootste deel van de ruimtevraag in Zuid-West-Vlaanderen situeert zich bij bedrijven in de dimensieklassen tussen 5 en 50 werknemers (37%) en in de dimensieklasse van 200 werknemers en meer (37%). In de dimensieklasse tussen 50 en 200 werknemers wordt 24% van de ruimtevraag gegeneerd. Naast deze basisresultaten berekenden de onderzoekers ook wat de strategische of ijzeren voorraad aan bedrijventerreinen is. Dit betreft een frictievoorraad die noodzakelijk is om de economie normaal te laten functioneren zodat bedrijfsleiders en potentiële investeerders ruimte vinden om hun plannen vorm te geven. De onderzoekers stellen dat er per subregionaal niveau een ijzeren voorraad moet gecreëerd worden van 3 jaar bouwrijpe terreinen en 3 jaar bestemde maar nog uit te rusten terreinen om de economie zonder al te veel fricties te laten functioneren. Voor RESOC Zuid-West-Vlaanderen houdt dit een ijzeren voorraad in van netto 64 ha bouwrijpe terreinen en netto 64 ha (of bruto circa 90 ha) bestemde uit te rusten gronden die op een continue basis moet aanwezig zijn.
2.3.2. Behoeftenraming volgens provincie West-Vlaanderen De behoefte voor de periode 2012-2022 werd door de P.O.M. van de provincie West-Vlaanderen ingeschat op circa 273 ha of gemiddeld 27,3 ha per jaar. Deze ingeschatte behoefte ligt hoger dan het gemiddelde van 21,2 ha per jaar uit de studie van Cabus en Vanhaverbeke. Dit zou te wijten zijn aan toegenomen onderneming- en tewerkstellingscijfers.
22
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
2.4. Aanbod aan ruimte om te ondernemen De provincie en P.O.M. West-Vlaanderen hebben het aanbod aan gronden bestemd voor bedrijvigheid in kaart gebracht voor de 13 steden en gemeenten in Zuid-West-Vlaanderen. Het bestemde aanbod aan ruimte om te ondernemen in Zuid-West-Vlaanderen bedraagt op 01/01/2014: • circa 59 ha aanbod voor lokale bedrijven (waarvan slechts 5,5 ha bouwrijp) • circa 276 ha aanbod regionale bedrijven. • Totaal = circa 335 ha bestemd aanbod. Daarnaast zijn er ook nog RUP’s voor nieuwe lokale bedrijventerreinen in de pijplijn, enkele “geblokkeerde” RUP’s (vooral Waregem Blauwpoort en Menen-West) en nog openstaande opties in gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen.
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
23
Lendelede
Wevelgem
MENEN
WERVIK
Ruimtemonitor ondernemen Zuid-West-Vlaanderen LEGENDE bouwrijp aanbod bedrijvigheid niet-bouwrijp aanbod bedrijvigheid leegstaand aanbod bedrijvigheid nog te bestemmen aanbod bedrijvigheid
WAREGEM
HARELBEKE Deerlijk Kuurne
Anzegem
KORTRIJK
Zwevegem
Avelgem
Spiere
2.5. Confrontatie aanbod versus behoefte Uit de balans (aanbod van 335 ha versus behoefte van 273 ha) van de studie van de P.O.M. en de provincie West-Vlaanderen blijkt dat er op heden voldoende juridisch bestemd aanbod is voor ruimte om te ondernemen in de regio Zuid-West-Vlaanderen. Het is dan wel noodzakelijk dat: • de reeds bestemde bedrijventerreinen in de komende jaren systematisch bouwrijp op de markt kunnen gebracht worden om onder meer het huidig tekort aan terreinen voor kleinere bedrijven op te vangen; • en dat de lopende planningsprocessen en de nog op te maken RUP’s leiden tot effectieve bijkomende bestemmingen voor zowel grote, middelgrote als kleinere bedrijven. Wat betreft het aanbod op langere termijn geven we bij de beleidsaanbevelingen ook een actualisatie van de nog te bestemmen bedrijventerreinen.
Tabel: Confrontatie aanbod versus behoefte aan ruimte om te ondernemen in de regio Zuid-West-Vlaanderen
BEHOEFTE
CONFRONTATIE (vraag)
KWANTITATIEF AANBOD op 01/01/2014 LOKAAL REGIONAAL BOUWRIJP 5,46 BOUWRIJP 83,95 NIET-BOUWRIJP 48,47 NIET-BOUWRIJP 151,72 Subtotaal 53,93 Subtotaal 235,67
2012 - 2022
GEMENGD LOK/REG BOUWRIJP 0 NIET-BOUWRIJP 0 Subtotaal 0
LEEGSTAND LOKAAL REGIONAAL Subtotaal
4,9 40,63 45,53
335,13
273,47 Van het regionale aanbod is
44,89
OPTIES GRS'sen
RUP's IN PIJPLIJN LOKAAL REGIONAAL GEMENGD LOK/REG
12,96 19,73 0
26
LOKAAL Interc eigenaar Interc intentie ProjectO Andere
-61,66
2,5% Specifiek regionaal bedrijventerrein voor wetenschapspark 0,7% Specifiek regionaal bedrijventerrein voor luchthavengebonden bedrijven 6,5% Specifiek regionaal bedrijventerrein met watergebonden karakter 12 % Specifiek regionaal bedrijventerrein voor transport, distributie en logistiek 3,6% Bedrijventerrein voor bestaand regionaal bedrijf 74,8% Gemengd regionaal bedrijventerrein
NIET-BOUWRIJP AANBOD NAAR EIGENDOMSSTRUCTUUR / BELEIDSINTENTIE HA % REGIONAAL + GEMENGD HA 32,01 66,0% Interc eigenaar 33,89 4,24 8,7% Interc intentie 42,9 1,46 3,0% ProjectO 7,57 11,11 22,9% Andere 67,36
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
% 22,3% 28,3% 5,0% 44,4%
2.6. Enkele recente tendenzen 2.6.1. Algemene Vlaamse tendenzen De economie is continu in evolutie. Dit zal ook zijn weerslag hebben op de behoefte naar ruimte om te ondernemen. Volgens de studie “Raming van de behoefte aan bedrijventerreinen in het Vlaams Gewest” (Idea Consult i.o.v. het Agentschap Ondernemen van de Vlaamse overheid) zijn ondermeer volgende trends vast te stellen: •
De tertiairisering zet zich nog verder door.
•
De sterkste daling van tewerkstelling vindt plaats in de zware industrie.
•
Zuid-West-Vlaanderen heeft een uitgesproken hogere specialisatie graad van lichte industrie.
•
KMO’s blijven in Vlaanderen een zeer belangrijk oppervlakte-aandeel innemen op bedrijventerreinen. 44% van de oppervlakte wordt ingenomen door bedrijven met minder dan 20 werknemers, 75% van de oppervlakte wordt ingenomen door bedrijven met minder dan 100 werknemers.
•
Recente marktpatronen om mee rekening te houden zijn: • De centralisatie van logistieke activiteiten, met het oog op kostenefficiëntie en optimalisatie. • De opkomst van e-commerce, die momenteel nog geen aanwijsbare invloed heeft op bedrijfshuisvesting in Vlaanderen, waarbij grote e-commerce gebonden distributiecentra zich voorlopig vooral in de omliggende landen gevestigd hebben. • Nieuwe concepten en sectoren, bijvoorbeeld in de zorg- en dienstensector, en kennisintensieve bedrijvigheid, die zich instijgende mate huisvesten op bedrijventerreinen maar andere eisen met zich meebrengen voor het vastgoed.
Verder zijn er nog enkele algemene tendenzen met belangrijke ruimtelijke implicaties: •
Er is een belangrijke tendens, vooral in de logistiek, naar denser en hoger bouwen van bedrijfsvastgoed en opslagruimtes.
•
Bedrijven hechten steeds meer belang gehecht aan multimodale oplossingen die het fileprobleem moeten verminderen en reistijden verkorten.
•
De toenemende vraag van KMO’s naar kleinere gronden dan degene die momenteel aangeboden worden op bedrijventerreinen. Op deze vraag wordt ingespeeld door privé-ontwikkelaars die eenheden aanbieden van 300 à 500 m². Dit levert bedrijvenclusters op met een meer voordelig grondgebruik.
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
27
2.6.2. Evolutie verkoop bedrijfsgronden van intercommunale Leiedal De intercommunale Leiedal ontwikkelt en verkoopt circa 75 % van de bedrijventerreinen in de regio Kortrijk. Het overige gedeelte wordt ontwikkeld door de intercommunale WVI en de private sector. Onderstaande tabel toont de evolutie van de verkopen van bedrijfsgronden in ha van de intercommunale Leiedal in de periode 2003-2014 en een projectieraming tot 2019. Er zijn verschillende factoren die een rol kunnen spelen bij de stijging of daling van deze verkoopscijfers: economische hoog- of laagconjunctuur, de beschikbaarheid van bouwrijpe gronden, een nieuwe grote investering van een grootschalig bedrijf... De afgelopen jaren verkocht Leiedal gemiddeld 10,5 ha netto per jaar met als maximum een verkoop van circa 15 ha in 2007. Dit was net voor de economische recessie en op het ogenblik dat er een groot en gevarieerd aanbod aan bedrijfsgronden beschikbaar was. Doorverkopen & vervreemdingen: Als beheerder van de bedrijventerreinen heeft Leiedal ook inzicht in de doorverkopen op haar terreinen. We stellen vast dat het aantal doorverkopen op de bedrijventerreinen van Leiedal significant is gestegen. Dit kan er op wijzen dat een groter deel van de vraag opgelost wordt door inname van bestaande panden. Door de economische crisis zijn immers heel wat panden geheel of gedeeltelijk vrij komen te staan die verkocht of verhuurd worden.
18 16 14 12 10 8 6 4 2 0 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
verkochte oppervlakte
28
ha nog verwacht te verkopen
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
begrote oppervlakte
2.6.3. Veel vragen voor KMO’s maar ook nood aan grote percelen Uit de statistieken van de ruimtevragen bij Leiedal van de afgelopen drie jaar blijkt dat het grootste aantal (nl. circa 85%) bestaat uit vragen van percelen kleiner dan 5.000 m². Het aantal vragen voor percelen tussen 0,5 ha en 1ha én ook voor de percelen tussen 1 en 3 ha bedraagt in beide gevallen circa 6 %. De vragen voor percelen groter dan 3 ha bedragen slechts 2 à 3%.
aantal vragen naar bedrijfspercelen van de afgelopen drie jaar (opgedeeld volgens perceelsgrootte)
26 9
27
347
< 5000 m²
5000-1ha
1ha-3ha
>3 ha
Maar als we deze vragen niet uitdrukken in aantallen, maar in de totaal gevraagde oppervlaktes, dan zien we andere verhoudingen: • circa 35% van de gevraagde oppervlakte is voor percelen kleiner dan 5.000 m² • circa 15% van de gevraagde oppervlakte is voor percelen tussen 5.000 m² en 1 ha • circa 30% van de gevraagde oppervlakte is voor percelen tussen 1 en 3 ha • circa 20% van de gevraagde oppervlakte is voor percelen groter dan 3 ha. Verhouding van de totaal gevraagde oppervlaktes (opgedeeld volgens perceelsgrootte)
19,70% 35,69%
29,75% 14,86%
< 5000 m²
5000-1ha
1ha-3ha
>3 ha
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
29
2.6.4. Internationalisering ? Uit de statistieken van de ruimtevragen bij Leiedal van de afgelopen drie jaar blijkt dat ongeveer 3/4 van de vragen afkomstig zijn uit het werkingsgebied van Leiedal (= 13 steden en gemeenten van de regio ZuidWest-Vlaanderen). 22% is afkomstig uit andere delen van Vlaanderen of België. En amper 1% is afkomstig uit het buitenland. De regio Zuid-west-Vlaanderen blijft dus zeer sterk georiënteerd op endogene ontwikkeling. Maar we moeten wel opmerken dat heel wat bedrijven ondertussen zelf geïnternationaliseerd zijn: onze Zuidwestvlaamse bedrijven hebben vaak ook buitenlandse vestigingen en/of zijn door overnames deel uit gaan maken van een internationale groep of concern.
1% 17% 22% Regio Kortrijk Regio Leiedal (excl. Kortrijk) Buiten Leiedal Internationaal
60%
30
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
2.6.5. Type of aard van de activiteiten van de ruimtevragers Bij het type of aard van de bedrijfsactiviteiten zien we nog steeds een grote groep van hoofdzakelijk traditionele activiteiten: bouw en ambachten in ruime zin, metaalbewerking, groothandel, transport, industriële toelevering. Toch zien we ook een trend naar nieuwere activiteiten: • Informatie- en communicatietechnologie • Evenementensector: cateringbedrijven, standenbouw, fotografiebedrijven, attractieverhuur, ledschermen • Gezondheid en wellness.
2.6.6. Geen pasklare oplossing voor “moeilijke” ruimtevragers Uit de statistieken blijkt ook dat we vaak geen pasklare oplossingen vinden voor de zogenaamde “moeilijke” ruimtevragers: Activiteiten met beperkte toegevoegde waarde maar met groot ruimtebeslag: • Beton-en asfaltwerken, afbraakwerken en grondverzet • Mestverwerking • Tuinbouwbedrijven (versus kwekerijen) • Recyclagebedrijven • Transportfirma’s. Grote ruimtevragers met belangrijk aandeel “detailhandel” zoeken een top/zichtlocatie: • Verkoop en herstelling mobilhomes • Autoverkooppunten • Autokeuring • Bandencentrales. Dit blijft een aandachtspunt voor het ruimtelijk economisch beleid. Dergelijke “moeilijke” ruimtevragers kunnen best een locatie vinden in regionale bedrijventerreinen, eventueel met specifieke bestemmingen zoals milieubelastende industriegebieden, watergebonden bedrijventerreinen, kleinhandelszones.
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
31
ize Ke
win
dt
at tra rss
PR
e bin ur
OV
INC
IAL
EF IET SR OU TE
TO EG
G
-
A
1
4
win
E
F
1
R AA
e bin ur
TR DS
dt
E
IP T AA
win
R
e bin ur
LU
D
dt
2
T
E
7
EG W GS
U
W
1
AN
A
O
E
70
AN EG W GS
D
R
E
E
F
2
Plui
ek L. mbe
cat. 2de 27.3
m
m 20
5m
EG
dt
12
TO
win
e bin ur
1 N3
91
30
m
5m
eg
12
tw
m
es
60
w ge
65 m
13
0m 40
Oudena ardses teenwe g
m
N8
Inrichtingsplan regionaal bedrijventerrein Evolis (Kortrijk-Harelbeke) & Zwevegem Losschaert (regionaal & lokaal bedrijventerrein)
32
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
3. Beleidsaanbevelingen 3.1. Bouwrijp maken van bestaande bestemde aanbod voor regionale bedrijventerreinen Op vandaag is er nog voldoende bouwrijp aanbod voor regionale bedrijventerreinen, maar de reserve in de reeds uitgeruste zones slinkt zeer vlug: • Het bedrijventerrein Moen Trekweg is volledig uitverkocht. • De uitbreiding van het bedrijventerrein Wevelgem-Zuid (circa 7 ha bruto) is ook volledig uitverkocht. • De uitbreiding van het bedrijventerrein Gullegem-Moorsele (circa 50 ha bruto) is bijna volledig uitverkocht. • Een voormalig deel van de bedrijfssite van Bekaert in Zwevegem werd herbestemd tot het regionaal bedrijventerrein Zwevegem De Blokken (circa 13 ha bruto), maar dit is ook ondertussen bijna volledig uitverkocht. • Het bedrijventerrein Menen-Oost is volledig uitgerust en er wordt verwacht dat deze zone ook de komende jaren volledig uitverkocht zal zijn. • De eerste fase van het hoogwaardig bedrijventerrein Evolis Kortrijk-Harelbeke is volledig uitgerust (circa 45 ha bruto). Er waren reeds 20 bedrijven goedgekeurd om zich hier te vestigen, maar door de economische crisis werden heel wat investeringen uitgesteld. Momenteel zijn er vier bedrijven gevestigd. Maar Leiedal verwacht in de loop van 2015 nog verschillende nieuwe verkopen van bedrijfsgronden. Dus ook hier zal het beschikbaar aanbod afnemen. Rekening houdende met bovenstaande evoluties moet het bestaande juridisch bestemde aanbod aan regionale bedrijventerreinen op korte termijn bouwrijp worden gemaakt. Ondertussen worden reeds heel wat stappen ondernomen om de bestemde regionale bedrijventerreinen uit te rusten met de noodzakelijke infrastructuren en te activeren: • Kortrijk-Noord uitbreiding (circa 22 ha bruto): de infrastructuur en omgevingsaanleg is in uitvoering. De gronden zullen in 2016 bouwrijp op de markt gebracht worden. • Zwevegem Losschaert (circa 23 ha bruto): de vergunningsaanvraag voor de infrastructuur- en omgevingsaanleg wordt voorbereid; de uitvoering van de werken is gepland in 2016. • Als de eerste fase van het bedrijventerrein Evolis Kortrijk-Harelbeke grotendeels uitverkocht zal zijn, kan er in de tweede fase kan er nog eens circa 15 ha bruto ontwikkeld worden. • Het specifiek regionaal bedrijventerrein voor transport LAR-zuid (circa 30 ha bruto): de vergunningsaanvraag voor de infrastructuur- en omgevingsaanleg wordt voorbereid. Dankzij deze ontwikkelingen zal er in de regio Zuid-West-Vlaanderen de eerstkomende jaren voldoende nieuw aanbod aan regionale bedrijventerreinen bouwrijp op de markt worden gebracht.
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
33
Provinciaal RUP afbakening kleinstedelijk gebied Menen - deelplan bedrijventerrein Menen-West
34
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
3.2. Deblokkeren van juridische conflicten rond nieuwe regionale bedrijventerreinen In het kader van de afbakening van de kleinstedelijke gebieden van Waregem en Menen heeft de provincie West-Vlaanderen provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen laten opmaken voor nieuwe bedrijventerreinen: • Waregem Blauwpoort (circa 40 ha bruto regionaal bedrijventerrein). • Menen-West (circa 48 ha bruto regionaal bedrijventerrein + 10 ha lokaal bedrijventerrein). Beide provinciale RUP’s werden echter vernietigd door de Raad van State. De deputatie van de provincie West-Vlaanderen heeft beslist om beide provinciaal RUP’s te hernemen, waarbij een afdoende antwoord zal moeten geboden worden op de uitspraken van de Raad van State. Voor beide bedrijventerreinen moet er ook een volwaardige oplossing voor de mobiliteitsontsluiting verzekerd worden (zie volgende beleidsaanbeveling: nood aan afstemming tussen ruimte om te ondernemen, mobiliteit en infrastructuur). En voor het nieuw regionaal bedrijventerrein in Menen zal er ook opnieuw een locatie-onderzoek noodzakelijk zijn op schaal van het kleinstedelijk gebied.
#
Het deblokkeren van deze juridische conflicten is essentieel voor het creëren van het voldoende aanbod voor regionale bedrijventerreinen op (middel)lange termijn in de regio Zuid-West-Vlaanderen.
#
15
14
17
3B rb e
ek
8m
¼ ¼
N3
82
¼
m 25
#
13
¼
Ga
ve
16
1 2 4
10
Kle
11
ith oe ks tra
3B
17
m 30
¼
at
12
¼
6 3A
4 d In
5
us laa trie
7
n
2
9
8 7 E1
17
Provinciaal RUP afbakening kleinstedelijk gebied Waregem - deelplan bedrijventerrein Waregem Blauwpoort
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
35
3.3. NooD aan afstemming tussen ruimte om te ondernemen, mobiliteit en infrastructuur Als er locaties voor nieuwe grootschalige bedrijventerreinen worden gezocht, dan vormen een goede bereikbaarheid en een duurzame verkeersontsluiting cruciale randvoorwaarden. Om ook zo weinig mogelijke hinder op vlak van ruimte, mobiliteit en milieu te veroorzaken worden daarom vaak locaties nabij autosnelwegen en belangrijke verkeersknooppunten gekozen. Maar door de sterke toename van het gemotoriseerd wegverkeer de afgelopen decennia staat de capaciteit van deze autosnelwegen en in het bijzonder de verkeersknooppunten ook steeds meer onder druk. Bovendien stellen we vast dat in de regio Zuid-West-Vlaanderen sommige verkeersknooppunten onvolmaakt zijn (missing links) of slecht functioneren omwille van een structurele complexiteit. Dit leidt tot oneigenlijk gebruik van sommige weginfrastructuren en een toenemende verkeerscongestie. Het is daarom noodzakelijk om te streven naar (meer) samenwerking en een goede afstemming tussen de verschillende beleidsniveaus en -sectoren en dit op een geïntegreerde manier. Door een louter sectorale benadering worden kansen gemist en gaan soms tijd, ruimte en middelen verloren. Bijzondere aandachtspunten zijn het nastreven van hoge kwaliteitsnormen (zowel voor de infrastructuurwerken zelf als de ruimtelijke ontwikkelingen in de omgeving) en het vrijwaren van gronden voor aanpassingen aan infrastructuur. Hiervoor zouden binnen de beleidsdomeinen van Omgeving en Mobiliteit door de Vlaamse Overheid op korte termijn duidelijke afspraken moeten gemaakt worden met de betrokken lokale besturen. De noodzaak tot afstemming tussen ruimte om te ondernemen, mobiliteit en infrastructuur komt sterk tot uiting in volgende cases in Zuid-West-Vlaanderen: • Hoog Kortrijk & Kortrijk-Oost • Waregem-zuid en Blauwpoort • Menen-West • Kortrijk-West en Wevelgem Ter Biest • Grensoverschrijdende afspraken voor de afstemming tussen nieuwe economische ontwikkelingen en het Vlaamse vrachtroutenetwerk
3.3.1. Hoog Kortrijk & Kortrijk-Oost Het begrip ‘Hoog Kortrijk’ slaat op het stadsdeel van Kortrijk ten zuiden van de autosnelweg E17 (RijselKortrijk-Gent-Antwerpen). Aanvankelijk werd het begrip alleen gebruikt voor de omgeving die aansluit op de Doorniksesteenweg en de verkeerswisselaar Kortrijk-Zuid (ook wel bekend als ‘het Ei’). Maar meer recent werd Hoog Kortrijk ook uitgebreid naar het gebied aansluitend bij de verkeerswisselaar Kortrijk-Oost. Hoog Kortrijk werd vanaf de jaren 1970 ontwikkeld voor het vestigen van een aantal grootschalige activiteiten, die door ruimtegebrek in de Kortrijkse binnenstad geen onderkomen meer vonden en die een optimale autobereikbaarheid opzochten: de Hallen (ondertussen Xpo Kortrijk), de kantorenzone Kennedypark, de universiteitscampus Kulak, de hogeschool Katho, het Vormingsinstituut (ondertussen Syntra West), de brandweer… Hoog Kortrijk werd aanzien als een logische uitbreiding van de stad, complementair aan het stadscentrum, en aansluitend op de nieuwe autosnelweg E17, die toen als dé nieuwe (economische) verkeersader voor de stad en de streek (en bij uitbreiding België en Europa) werd aangelegd. Ondertussen is er veel veranderd. Bestaande actoren hebben hun activiteiten uitgebreid; vele nieuwe projecten zijn de laatste jaren uitgevoerd of worden op korte termijn gepland. Zo kan onder meer verwezen worden naar de uitbreiding van de beurs- en evenementenhallen Kortrijk Xpo, de vernieuwing van het bioscoopcomplex Kinepolis, de bouw van het nieuwe regionale ziekenhuiscomplex AZ Groeninge, het
36
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
succes van het hoger onderwijs (Vives en Kulak), de topsporthal van de Lange Munte, de komst van het hoogwaardig bedrijventerrein Evolis, de nieuwe begraafplaats en het crematorium, de ontwikkeling van de kantoren- en handelszone Beneluxpark, de plannen van het hoogtechnologisch bedrijf Barco om haar activiteiten te centraliseren op het Kennedypark, de diverse nieuwe woonontwikkelingen die op stapel staan (stedelijke woongebieden Langwater, Schaapsdreef, Goed te Boevekerke)… De omgeving van Hoog Kortrijk is dus nog steeds in volle expansie. De vrees voor verkeerscongestie en overconsumptie van de ruimte is groot. Ook de binding van Hoog Kortrijk met de binnenstad vormt nog steeds een knelpunt. De R8 rond Kortrijk is onvolledig. In het zuiden functioneert de E17 tussen de verkeerswisselaars Kortrijk-Zuid en Kortrijk-Oost als deel van de R8. Dit leidt tot overmatig veel weefbewegingen op de verkeerswisselaar Kortrijk-Zuid (‘het Ei’), wat leidt tot verkeersonveiligheid en verzadiging. Ook de verkeerswisselaar KortrijkOost is toe aan optimalisatie. De beslissing daarover is afhankelijk van de tracékeuze voor de R8-zuid. Daarvoor zijn eenvoudig gesteld twee alternatieven: het gewestplantracé en een parallelle weg naast de E17 (cfr. E17 in Sint-Niklaas). Voor het gewestplantracé is het maatschappelijk draagvlak wankel aangezien het bestaande woonwijken doorsnijdt. Voor de verkeerswisselaar Kortrijk-Oost loopt sinds 2007 een streefbeeldstudie. De vaststelling is echter dat er tot op heden geen bevredigende oplossing werd gevonden binnen de voorwaarden die werden gesteld binnen de studieopdracht. Ook merkt de stad Kortrijk dat bij concrete projecten (uitbreiding Barco en AZ Groeninge op Hoog Kortrijk) congestie dreigt door het uitblijven van een oplossing voor de R8-zuid. Een ingreep is dringend, naast investeringen in een betere modal split. Hiervoor loopt o.a. een maatschappelijke kosten-baten-analyse (MKBA) bij De Lijn voor een hoogwaardig openbaar vervoersverbinding (HOV) tussen het station van Kortrijk en Hoog Kortrijk.
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
37
Er is consensus bij de betrokken administraties (AWV, MOW, Ruimte Vlaanderen), de intercommunale Leiedal en de stad Kortrijk dat de omgeving Kortrijk Oost – R8 – Kortrijk Zuid integraal moet onderzocht worden waarbij naast de mobiliteitsaspecten ook de ruimtelijke vraagstukken die in deze omgeving spelen worden beantwoord. Specifiek voor de aanpassingen aan de verkeerswisselaar van Kortrijk-Oost zal de mogelijke ruimtelijke impact op de bedrijventerreinen van Evolis en Kapel Ter Bede nader onderzocht moeten worden. Dit vereist dus een grondige afstemming tussen de ruimte om te ondernemen en de mobiliteit en infrastructuur in deze omgeving. De stad Kortrijk en de intercommunale Leiedal zien in het nieuwe decreet rond de complexe projecten een middel om deze problematiek te behandelen. Beiden hebben hiervoor een brief gericht naar de Vlaamse Regering om Hoog Kortrijk (inclusief Kortrijk-Oost) te erkennen als complex project. Dit zal de komende maanden verder worden voorbereid.
3.3.2. Waregem-zuid (E17/N382) en Blauwpoort Het provinciaal RUP voor het nieuw regionaal bedrijventerrein Waregem Blauwpoort werd vernietigd door Raad van State. De deputatie van de provincie West-Vlaanderen heeft beslist om dit provinciaal RUP te hernemen, waarbij een afdoende antwoord zal moeten geboden worden op de uitspraak van de Raad van State. Naast de herneming van het provinciaal RUP door de provincie, neemt het Agentschap Wegen en Verkeer initiatief voor de opmaak van een studie voor de herinrichting van de verkeerswisselaar (E17/N382). Vanaf de eerste aanzet werd het overleg gestart tussen AWV/MOW en de provincie, om op deze manier de twee lopende planprocessen op elkaar af te stemmen, net zoals de timing van de verschillende actoren. Toch kan de samenwerking en afstemming tussen de verschillende beleidsniveaus en –sectoren nog meer intensief verlopen, a.d.h.v. één geïntegreerd ontwerpend onderzoek en een geïntegreerde procesmatige benadering. Dit laat toe om meer tijdswinst, financiële middelen en ruimtelijk rendement te boeken én dit is ook noodzakelijk om potentiële juridische en planologische tegenstrijdigheden te vermijden.
38
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
3.3.3. Menen-West Het provinciaal RUP voor het nieuw regionaal bedrijventerrein Menen-West werd vernietigd door Raad van State. De deputatie van de provincie West-Vlaanderen heeft beslist om dit provinciaal RUP te hernemen, waarbij een afdoende antwoord zal moeten geboden worden op de uitspraak van de Raad van State. Voor dit nieuw regionaal bedrijventerrein in Menen zal er opnieuw een locatie-onderzoek (met mogelijke alternatieven) noodzakelijk zijn op schaal van het kleinstedelijk gebied. Ook hier is er afstemming nodig tussen de programmatie van infrastructuurwerken en deze ruimtelijke ontwikkeling. Zo heeft Intercommunale WVI afspraken gemaakt met de stad Menen en MOW/AWV in verband met de ontwikkeling van bedrijventerrein Menen-West in relatie tot een aanpassing van het knooppunt N58-A19 en de transformatie van de gewestweg N58 tot een primaire weg met 2x2 rijstroken tussen de A19 en de N338.
3.3.4. Kortrijk-West (R8-A19) en Wevelgem Ter Biest Het Agentschap Wegen en Verkeer werkt aan de studie rond het aanpassen van de verkeerswisselaar tussen de ringweg R8 en de autosnelweg A19 en het op- en afrittencomplex “Wevelgem/Gullegem” langs deze A19. In het kader van de afbakening van het regionaalstedelijk gebied Kortrijk werd ook de omgeving ten noorden van de luchthaven vermeld, nl. de open ruimte “Ter Biest” gelegen tussen de verkeersinfrastructuren A19, R8, E403 en de spoorlijn nr. 69 Kortrijk-Poperinge. In de hypothese van afbakening (mei 2000) werd voor het gebied “Ter Biest” volgende ontwikkelingsperspectief voorzien: “Professionele landbouw met op lange termijn potenties voor stedelijke functies. Omwille van de bijzondere potenties van het gebied (gunstige ligging, mogelijke multimodale ontsluiting…) wordt het gebied aangeduid als “stedelijk landbouwgebied met bijzondere potenties”. Vijftien jaar later, anno 2015, is het wenselijk dat er nader onderzoek kan verricht worden rond de bijzondere potenties van dit gebied, bvb. in functie van grootschalige stedelijke functies zoals grootschalige recreatie of grootschalige kleinhandel die omwille van de schaal niet kan worden ingeplant in kernstedelijk gebied. Hierbij vormt de mobiliteitsontsluiting van dit gebied een belangrijke randvoorwaarde.
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
39
Vlaamse en interlokale vrachtroutenetwerk en paarse bestemmingszones in de regio Zuid-West-Vlaanderen
40
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
3.3.5. Grensoverschrijdende afspraken voor de afstemming tussen nieuwe economische ontwikkelingen en het Vlaamse vrachtroutenetwerk De Vlaamse overheid heeft een Vlaams vrachtroutenetwerk uitgewerkt, maar hiervoor moeten ook grensoverschrijdende afspraken gemaakt worden. Er worden immers nieuwe economische ontwikkelingen gepland aan de andere zijde van de grens, zonder rekening te houden met het bijkomende vrachtvervoer dat hierdoor op de wegen door de Zuidwestvlaamse gemeenten Avelgem, Spiere-Helkijn en Anzegem wordt veroorzaakt. Dit is bijvoorbeeld het geval met de nieuwe bedrijventerreinen die worden gepland in Escanaffles en op de oude site van de verlaten elektriciteitscentrale in Ruien. Dergelijke beslissingen dienen in grensoverschrijdend overleg te gebeuren.
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
41
PAARSE SPROETEN Paarse sproet > 3 ha Paarse sproet < 3 ha Een paarse sproet is een gebied met bestemming '(milieubelastend) industriegebied'volgens het gewestplan en waar geen bedrijventerrein collectief werd aangelegd.
0
schaal:
2,5
5 km
1:100.000
“Paarse sproeten” in de regio Zuid-West-Vlaanderen
42
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
3.4. Meer inzetten op duurzaam hergebruik van ruimte om te ondernemen De beschikbare ruimte om te ontwikkelen is eindig. Daarom is het noodzakelijk om in de toekomst steeds meer in te zetten op het duurzaam hergebruik van de bestaande ruimte om te ondernemen. Bij de lokale bedrijventerreinen is er de laatste jaren reeds een duidelijke trend om meer in te zetten op het herontwikkelen van brownfields tot nieuwe KMO-zones. Bij het aanbod voor regionale bedrijventerreinen worden voorlopig nog veel greenfields ontwikkeld, maar ook hier zal steeds meer de nadruk komen te liggen op het duurzaam hergebruik van de bestaande bebouwde ruimte. Concreet zetten we in op verschillende doelstellingen: • respecteren van het basisprincipe “paars blijft purper” • aanpakken van leegstand van bedrijfssites • inzetten op intensief en zuinig ruimtegebruik • reconversie van oude verlaten bedrijfssites en -panden • revitaliseren van verouderde bedrijventerreinen • stimuleren van het ondernemen verweven in kernen.
3.4.1. Respecteren van het basisprincipe “paars blijft purper” In het kader van de visie op de ruimtelijke-economische structuur Zuid-West-Vlaanderen wordt gepleit om zoveel mogelijk paarse bestemmingen te behouden. Bij het beleid rond de zogenaamde paarse sproeten1 geven we een maximale prioriteit naar het herinvullen van verlaten, leegstaande bedrijfssites met nieuwe (eventueel meer kleinschalige) bedrijfsactiviteiten. Het herbestemmen naar niet-economische activiteiten zal enkel nog in uitzonderlijke gevallen worden toegelaten, mits een grondige afweging (voor meer uitleg: zie eindverslag van de visie ruimtelijke-economische structuur Zuid-West-Vlaanderen, Leiedal, april 2015).
3.4.2. Aanpakken van leegstand van bedrijfssites De verschillende overheden moeten alle krachten bundelen om leegstand van bedrijfssites tegen te gaan. Dit krijgt vorm via een grondige inventarisatie van leegstand, via een pro-actief en stimulerend beleid om leegstaande sites opnieuw in te vullen én als sluitstuk ook via een sanctionerend beleid.
3.4.3. Inzetten op intensief en zuinig ruimtegebruik Bestaande bedrijventerreinen en individuele bedrijfspercelen zijn vaak nog te weinig intensief bebouwd: grootschalige bedrijfsgebouwen met slechts één bouwlaag, groot ruimtebeslag van het autoparkeren op maaiveld... Door sterker in te zetten op het verdichten van de bestaande bedrijventerreinen kunnen we zuiniger en intensiever omgaan met de beschikbare ruimte om te ondernemen en kunnen we voorkomen dat nog veel nieuwe open ruimte moet worden aangesneden. Vooral in de hoogte kunnen we nog ruimtewinsten boeken: bvb. door het stapelen van bedrijfsruimten waar de activiteiten dit toelaten. En bij het parkeren kunnen ook gegroepeerde oplossingen (al dan niet gestapeld) ruimte besparen. 1 Een “paarse sproet” is een gebied met bestemming (milieubelastend) industriegebied volgens het gewestplan en waar geen bedrijventerrein collectief werd aangelegd.
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
43
Lendelede Stationsstraat - fotosimulatie reconversieproject Nelca
44
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
3.4.4. Reconversie van oude verlaten bedrijfssites en -panden In het beleidsplan 2014-2019 van Leiedal wordt gestreefd naar een gronduitgifte van minstens 60% uit reconversie, hergebruik en verdichting. Uit het geactualiseerde overzicht voor nieuwe lokale bedrijventerreinen (zie verder) blijkt dat dit een haalbare kaart zou moeten zijn, als we rekening houden met nieuwe, toekomstige reconversiemogelijkheiden uit leegstaande sites. Ondertussen zijn er reeds verschillende mooie voorbeelden van oude verlaten bedrijfssites die zullen worden heringevuld tot nieuwe KMO-zones: Waregem Groenbek, Lendelede Nelca, Bellegem Emdeka, Lauwe stationsomgeving…
3.4.5. Revitaliseren van verouderde bedrijventerreinen Voor de oudere bedrijventerreinen in de regio (bvb. Gullegem-Moorsele, Wevelgem-Zuid, Harelbeke-Zuid, LAR, Kortrijk-Noord) worden stappen ondernomen voor de herinrichting van het openbaar domein. Dit kan extra stimulansen bieden om ook private bedrijfspercelen her in te richten en te vernieuwen en om leegstaande en onderbenutte bedrijfspercelen her in te vullen.
Revitalisering bedrijventerrein Wevelgem-Zuid: fotosimulatie Vlamingstraat
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
45
Ondernemingen verweven in kern wevelgem
46
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
3.4.6. Stimuleren van het ondernemen verweven in kernen Ondernemers die op zoek zijn naar bedrijfsruimte, worden vaak te snel doorverwezen naar bedrijventerreinen. Leegstaande locaties in kernen worden te weinig overwogen. Nochtans kan het ondernemen wel degelijk verzoend worden met woon- of andere functies voor zover een aantal voorwaarden in acht genomen worden. In het project Kameleon2 wil Leiedal samen met de gemeenten de ruimte voor het ondernemen in deze kernen optimaliseren door vraag en aanbod beter te matchen. Concreet wordt op twee sporen gewerkt: een betere dienstverlening en een pro-actiever beleid. Betere dienstverlening Wanneer een ondernemer aan de gemeente een vraag stelt naar bedrijfshuisvesting– of uitbreidingsmogelijkheden in de stedelijk of gemeentelijke kern moet de ondernemer sneller een duidelijker en vollediger antwoord krijgen van de gemeente. Om dit te bereiken willen we de huidige werkwijze (met name de dienstverlening, het beleid, de klantenverwachtingen) en het aanbod (type locaties en type bedrijfsactiviteiten) duidelijk in kaart brengen. Dit doen we op basis van analyse van concrete cases: gespotte bedrijfslocaties in een bebouwde kern. Vervolgens, kunnen we - vanuit dit inzicht en samen met de gemeenten en de ondernemersorganisaties - een verbeterde dienstverlening ontwerpen en testen. Maar bovenal willen we die resultaten uit het verbetertraject ook op lange termijn garanderen en integreren in het dagelijkse handelen. De dienstverlening kan verbeteren door interne processen te optimaliseren met aandacht voor meer overleg tussen gemeentediensten. Een afwegingsinstrument ondersteunt dit door economische ruimtevraag in al zijn aspecten op een objectieve manier af te wegen met criteria van verschillende domeinen zoals mobiliteit, milieu,… maar ook fiscaal-financieel en imago. Pro-actiever beleid Daarnaast willen we, samen met de gemeenten, een pro-actiever beleid ontwikkelen inzake economische locaties in stedelijke of gemeentelijke kernen. Momenteel is het immers zo dat de vestigingsmogelijkheden en eventuele randvoorwaarden pas worden onderzocht van zodra een ondernemer een vraag stelt. Het is de bedoeling dat de gemeente kan terugvallen op een proactief beleid over welke type activiteiten mogelijk en/ of wenselijk zijn op specifieke locaties in een stedelijke of gemeentelijke kern, en onder welke voorwaarden. Een belangrijke stap in dit proactief beleid is een degelijke inventarisatie van deze sites. Hiervoor is een geoloket opgezet. Vervolgens bepalen gemeenten met een focusinstrument welke locaties het meeste relevant zijn om proactief een visie te ontwikkelen. Tenslotte wordt een methodologie voor visieontwikkeling beschreven en aangegeven welke ruimtelijke en economische aspecten hierbij moeten worden behandeld. De bevindingen rond het project Kameleon zullen in een later stadium ook gerapporteerd worden.
2
Kameleon is een gesubsidieerd project vanuit het Agentschap Ondernemen in het kader van het actieplan ‘Ondernemingvriendelijke
Gemeente’. Het project loopt van 01/07/2013 tot 30/06/2016.
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
47
Waregem Groenbek: reconversie van bedrijfssite Bekaert Textiles naar KMO-zone
48
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
3.5. Op korte termijn Antwoord bieden op het tekort aan ruimte voor KMO’s Er is een tekort aan beschikbare bouwrijpe ruimte voor KMO’s (lokale bedrijventerreinen). Daarom moeten we op korte termijn zoveel mogelijk lokale bedrijventerreinen, die reeds juridisch bestemd zijn, bouwrijp maken: Waregem Groenbek, Marke Torkonjestraat, Lendelede Nelca, Kuurne SintKatriensesteenweg, Deerlijk Vichtsesteenweg... De tabellen hierna geven een overzicht van de bouwrijpe lokale bedrijventerreinen en van de reeds bestemde, maar nog niet bouwrijpe lokale bedrijventerreinen. In beide tabellen maken we ook een onderscheid tussen “greenfields” en “brownfields”. Bestemde, bouwrijpe lokale bedrijventerreinen Zone
NETTO-opp. greenfields
NETTO-opp. brownfields
Opmerkingen
Kortrijk Marke Doenaertstraat
0,45 ha
Bouwrijp - in verkoop
Vichte Lendedreef
1,50 ha
Deels bouwrijp
Vichte Oudenaardestraat-zuid (oude site Steverlynck)
4,00 ha
Bouwrijp - in verkoop
Deerlijk oude site BST
2,00 ha
Bouwrijp - in verkoop
Waregem Transvaal
0,33 ha
Bouwrijp - in verkoop
Waregem Groenbek
8,70 ha
Bouwrijp - in verkoop
15,03 ha
TOTAAL: 16,98 ha
Subtotaal
1,95 ha
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
49
Marke Torkonjestraat: realisatie van KMO-zone + woonproject + groene verbinding naar stadsrandbos
50
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de reeds bestemde, maar nog niet bouwrijpe lokale bedrijventerreinen. Om voldoende aanbod aan ruimte voor KMO’s te creëren is het noodzakelijk dat deze zones worden uitgerust en de eerstkomende jaren bouwrijp op de markt worden gebracht. Bestemde, maar nog niet bouwrijpe lokale bedrijventerreinen Zone
NETTO-opp. greenfields
NETTO-opp. brownfields
Opmerkingen
Marke Torkonjestraat
5,70 ha
Bouwrijp binnen 2 jaar
Zwevegem Losschaert kmo-zone
3,20 ha
Bouwrijp binnen 3 à 4 jaar
Kuurne Sint-Katriensesteenweg
1,50 ha
Bouwrijp binnen 2 jaar
Deerlijk Vichtesteenweg
3,50 ha
Bouwrijp binnen 3 jaar
Wevelgem Kleine Molen
3,25 ha
Nog niet te ontwikkelen
Lendelede Rozebeeksestraat
1,50 ha
Geen plannen tot realisatie vanuit private eigenaar
Lendelede Nelca
6,70 ha
Bouwrijp binnen 2 jaar
Kortrijk Bellegem Emdeka
2,00 ha
Bouwrijp binnen 2 jaar
3,40 ha
Bouwrijp binnen 2 of 3 jaar
13,60 ha
TOTAAL: 30,75 ha
Harelbeke-Zuid site Lefevere Subtotaal
17,15 ha
Onderstaande tabel toont aan dat bij het bestemde aanbod aan lokale bedrijventerreinen reeds 60% zal bestaan uit ontwikkelingen van “brownfields”: het herbestemmen van oude verlaten bedrijfssites tot nieuwe KMO-zones. Verhouding tussen
NETTO-opp. greenfields
NETTO-opp. brownfields
1,95 ha
15,03 ha
Subtotaal: 16,98 ha
Bestemde, maar nog niet bouwrijpe lokale bedrijventerreinen
17,15 ha
13,60 ha
Subtotaal: 30,75 ha
TOTAAL
19,1 ha of 40%
28,63 ha of 60%
47,73 ha
Bestemde, bouwrijpe lokale bedrijventerreinen
Dit aanbod van een kleine 50 ha ruimte voor KMO’s zal volstaan om de ruimtebehoeften op korte termijn (wellicht tot na 2020) op te vangen. Maar om ook een antwoord te bieden op langere termijn zal nog bijkomende ruimte voor KMO’s moeten gecreëerd worden.
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
51
3.6. Verzekeren van ruimte voor KMO’s op langere termijn We hebben vastgesteld dat er een groot takenpakket voor nieuwe lokale bedrijventerreinen nog niet werd bestemd. Bij de afbakening van het regionaalstedelijk gebied Kortrijk werd een taakstelling van 58 ha nieuwe lokale bedrijventerreinen vooropgesteld, maar op heden moet nog circa 30 ha worden bestemd in ruimtelijke uitvoeringsplannen. En daarnaast zijn er ook nog enkele opties in gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen niet vertaald in RUP’s. Onderstaande overzicht van de nog in RUP’s te bestemmen lokale bedrijventerreinen werd begin 2015 geactualiseerd op basis van de meest recente beleidskeuzes. Sommige zoekzones zullen immers mogelijk bij herzieningen van GRS’en worden geschrapt. Nog in RUP's te bestemmen lokale bedrijventerreinen opgenomen in planningscontext (GRS of herziening GRS) Zone
BRUTO-opp. greenfields
Opmerkingen
Anzegem Vichtsesteenweg (zoekzone Drie Kaven)
5,00 ha ?
Zoekzone GRS onduidelijkheid huidig statuut
Vichte Jagershoek III
5,00 ha ?
Zoekzone GRS onduidelijkheid huidig statuut
Harelbeke zoekzone Bavikhove N36
5,00 ha ?
Zoekzone GRS onduidelijkheid huidig statuut
Kortrijk Littoral
2,00 ha ?
Zoekzone GRS onduidelijkheid huidig statuut
Kortrijk Venning
0,00 ha
Zoekzone (3 ha) wordt geschrapt - herziening GRS
Kortrijk Bissegem Kruiskouter
0,00 ha
Zoekzone (11 ha) wordt geschrapt - herziening GRS
10,00 ha ?
Te hernemen PRUP afbakening kleinstedelijk gebied Menen
0,00 ha
Zoekzone GRS (5ha) beslist om niet te realiseren
3,00 ha ?
Zoekzone GRS onduidelijkheid huidig statuut
Gullegem Driemasten/Ballingstraat
3,00 ha
RUP in opmaak
Zwevegem site Moenhage
2,00 ha
RUP in opmaak
Menen West Lokaal BT Spiere Yzeren Bareel II (oost) Wevelgem Moraviestraat
Anzegem Heirweg Douterloigne
2,30 ha
RUP op te maken
Kortrijk Mewaf
10,00 ha Afhankelijk van herziening GRS RUP op te maken
Kortrijk Weggevoerdenlaan (site VanMarcke)
15,00 ha Afhankelijk van herziening GRS RUP op te maken
Deerlijk site Deknudt
3,11 ha
RUP op te maken
Deerlijk site Padec
2,50 ha
RUP in opmaak
Lauwe stationsomgeving
4,00 ha
RUP in opmaak
Zwevegem Knokke Site Hanssens
4,00 ha
RUP in opmaak
40,91 ha of 54%
TOTAAL: 75,91 ha
Subtotaal
52
NETTO-opp. brownfields
35,00 ha ?? of 46%
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
In de tabel valt op dat vele zoekzones (en vooral de greenfields) op vandaag een onduidelijk statuut hebben: er is geen RUP in opmaak en/of er is geen definitieve beleidskeuze (verankerd in een herziening van GRS) om de zone al dan niet te ontwikkelen. Deze onduidelijke situatie is nefast voor het aanbod voor KMO’s op (middel)langere termijn. Er bestaat immers een tijdsspanne van 5 à 10 jaar tussen het juridisch planologisch verankeren van een bedrijventerrein in een RUP, het verwerven van gronden, het uitvoeren van de gedetailleerde onderzoeken (o.a. studiewerk voor de infrastructuur- en omgevingsaanleg, archeologisch onderzoek, bodemonderzoek...), indien noodzakelijk het saneren van de site en het afbreken van bedrijfspanden, het verkrijgen van de nodige vergunningen, het uitrusten van het terrein met nieuwe infrastructuur en omgevingsaanleg én finaal het effectief op de markt brengen van bouwrijpe bedrijfsgronden. Het is dus noodzakelijk om tijdig voldoende vooruit te kijken om de ijzeren voorraad aan bestemde en bouwrijpe bedrijfsgronden te kunnen verzekeren. Bijgevolg is het belangrijk om op korte termijn beleidsbeslissingen te nemen over het al dan niet weerhouden van de verschillende zoekzones en het opmaken van RUP’s voor de toekomstige lokale bedrijventerreinen. Dit is noodzakelijk om zo het aanbod aan ruimte voor KMO’s op (middel)langere termijn te verzekeren. Aan alle betrokken lokale besturen wordt gevraagd om klaarheid te brengen over de verschillende zoekzones voor lokale bedrijventerreinen. Hierbij adviseren wij om steeds meer in te zetten op brownfields i.p.v. greenfields: oude, verlaten en leegstaande bedrijfssites kunnen worden herbestemd tot nieuwe KMOzones.
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
53
3.7. Vinger aan de pols Deze ruimtemonitor ondernemen Zuid-West-Vlaanderen is een momentopname anno 2015. Nieuwe economische tendenzen, andere ruimtelijke beleidskeuzes, lokale contextelementen... zijn uiteenlopende factoren die de resultaten van de ruimtemonitor kunnen beïnvloeden. Daarom willen we duiden op het belang van een constante monitoring met een voldoende langetermijnperspectief. De ruimtemonitor voor ondernemen moet op regelmatige basis geactualiseerd worden en ook de behoeftenraming moet grondig worden bijgehouden. De huidige programmatie van de provincie West-Vlaanderen met een behoeftenraming tot 2022 kijkt te weinig ver vooruit: de planningsprocedures en ook het proces tot uitvoering en bouwrijp maken van bedrijfsgronden nemen helaas steeds meer tijd in beslag. Een planhorizon tot 2030 is noodzakelijk om tijdig beleidsmatig te kunnen anticiperen. En vanuit de doelstelling om steeds meer in te zetten op het duurzaam hergebruik van de bestaande ruimte om te ondernemen is het ook heel belangrijk om de leegstand van bedrijfssites en -panden zo accuraat mogelijk te blijven registreren en monitoren. De evolutie van deze leegstand zal in de toekomst steeds meer bepalend zijn voor de beleidskeuzes aangaande ruimte om te ondernemen. Tot slot verwijzen we ook naar de studies die het Agentschap Ondernemen van de Vlaamse Overheid en de provincie West-Vlaanderen laten opmaken voor de ruimtebehoeften rond bedrijvigheid op langere termijn. De resultaten van dit studiewerk kunnen bovenstaande conclusies bevestigen of tot nieuwe inzichten leiden.
54
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
Leiedal, juli 2015 Zuid-West-Vlaanderen, RUimtemonitor ondernemen
55