05
100e jaargang 29 april 2010 nr. Opinies en achtergronden voor de financiële professional
Volmacht WIA niet voor iedereen Nationale-Nederlanden zegt sorry Online ‘inkoppertjes’ B1-taalniveau wint terrein
VBNET.NL
Zorgplicht
schiet zijn doel voorbij
Voogd & Voogd Met één muisklik toegang tot 19 verzekeraars. De meest uitgebreide en scherpst geprijsde autoverzekeringen. En een concurrerend huismerkenassortiment met o.a. het onlangs geïntroduceerde BedrijvenTotaalPakket. Dat bieden wij u als bemiddelaar. Eenvoudig, slim en snel. •
Klik & Sluit® Kantoor- en Webmodules
•
MijnPolisMap® inclusief MijnPolisCheck®
•
Klik & Sluit® Webtotaal
•
Uw Backoffice
•
Aplaza
Als innovatieve partner voor intermediairs slaan wij de brug tussen de verzekeraars en uw klanten en werken we samen aan uw succes. Hoe..? De heer Jan Peter Robijn van Adviesgroep De Vogel deelt graag zijn ervaringen met u.
Wie slim is kiest voor sterk! Klik en Sluit® in combinatie met Aplaza was voor Adviesgroep De Vogel uit Ouddorp een grote stap voorwaarts. Het biedt de mogelijkheid om snel en accuraat het aanbod in de markt te vergelijken, de beste oplossing aan de klant te bieden en vervolgens direct de polis af te sluiten, zonder de administratieve rompslomp. Snel, simpel en doeltreffend. Jan Peter Robijn: ‘We werken al heel lang samen
‘Klik en Sluit® biedt het gemak van de groot-
met Voogd & Voogd. Met Klik & Sluit® in com-
handel. Helder gedefinieerde producten liggen
binatie met Aplaza bieden zij een concept dat
als modules in de schappen en je pikt er uit
op de achtergrond onze administratie volledig
wat je op dat moment nodig hebt,’ zegt Robijn.
geautomatiseerd uitvoert.
‘Met Klik en Sluit® heb je een compleet aanbod, echter elke module op zich is een kant en klaar
Doordat we zeer eenvoudig het aanbod van
product dat wij zo toe kunnen passen. De verze-
alle belangrijke verzekeraars van Nederland
keringsmarkt is sterk in beweging, maar de klant
met elkaar kunnen vergelijken, bieden we onze
heeft nog steeds behoefte aan een betrouwbaar
klanten de beste oplossing voor hun verzeke-
en onderbouwd advies. Doordat wij gebruik
ringsvraag. Bovendien zijn we in staat wijzi-
maken van de Klik en Sluit® modules en Aplaza
gingen uitermate snel en eenvoudig door te
besparen we enorm veel tijd die we pro-actief
voeren. We hebben het hier over echte keten-
in kunnen zetten voor gerichte adviezen aan
integratie.’
onze klanten.’
Jan Peter Robijn, directeur Adviesgroep De Vogel
‘Door Klik & Sluit® hebben we meer tijd voor onze klanten!’
Voogd & Voogd Informatiedagen Ook dit jaar vinden de Voogd & Voogd Informatiedagen plaats. Ontdek tijdens de ochtendsessie welke commerciële kansen een samenwerking met Voogd & Voogd u biedt. De toegang is gratis en voor een lunch wordt gezorgd. ‘s Middags wordt er een Klik & Sluit® training gegeven voor aangesloten bemiddelaars. Nieuwsgierig? Schuif gerust aan. Laat snel weten of u komt, want het aantal deelnemers is beperkt. Ga naar www.voogd.com en klik op de actiebanner. • 8 juni 2010,
Van der Valk Houten
• 15 juni 2010, Van der Valk Akersloot
Postbus 14 3240 AA Middelharnis
• 17 juni 2010, Van der Valk Eindhoven
T 0187 - 488555 F 0187 - 488551
• 24 juni 2010, Van der Valk Nootdorp/ Den Haag
E
[email protected] I www.voogd.com
H OO FD R ED ACTIO N EEL
Colofon Het Verzekeringsblad Opinies en achtergronden voor de financiële professional Hoofdredactie Michiel Huisman Redactie Alex Klein (adjunct-hoofdred.) Erwin Loer Yvonne Neppelenbroek Rick de Ruiter Secretariaat Elly Gravendeel T 0570 - 647730 E
[email protected] I www.VBnet.nl Postbus 23 7400 GA Deventer Uitgever Kluwer Stephanie Keij E
[email protected] Marketing Joris Krabbenborg Abonnementen en verzending Kluwer Afd. Klantcontacten Postbus 878 7400 AW Deventer T 0570 - 673 555 E
[email protected] Abonnementsprijs 2010 € 125,00 incl. btw. Collectieve abonnementen meer dan 20 exemplaren: 10% reductie. Annulering abonnement is mogelijk tot 3 maanden voor het begin nieuwe abonnementsperiode. Losse nummer € 8 excl. btw VB Specials: € 12,25 excl. btw Advertenties Kluwer Postbus 23 7400 GA Deventer Emilie Kars-van der Goes T 0570 - 648 912 E
[email protected] Media Order Service Toos Schurink T 0570 - 648685 E
[email protected] Sluitingsdatum: Maandag 9 dagen voor het verschijnen. Zet- en lithokosten worden doorberekend. Ontwerp Edenspiekermann, Amsterdam Vormgeving Colorscan bv, Voorhout Fotografie Wilco van Dijen, Karen Poelmann Druk Ten Brink, Meppel ISSN 0165-7909 Kluwer BV legt uw gegevens vast voor de uitvoering van de (abonnements) overeenkomst. De gegevens kunnen door Kluwer, of zorgvuldig geselecteerde derden, worden gebruikt om u te informeren over relevante producten en diensten. Indien u hier bezwaar tegen heeft, kunt u contact met ons opnemen.
Proefballonnetjes Er is een nieuwe groep deskundigen aangeboord, u en ik Een maandblad biedt als voordeel dat je het nieuws te drogen kunt leggen voordat je ermee aan de slag gaat. De publieke opinie die tijdens deze droogperiode voorbij komt, is – afhankelijk van het medium – serieus of ronduit vermakelijk. Men wil zich laten horen, een mening geven, deskundigheid troef op alle niveaus. Hierdoor krijgt het nieuws doorgaans niet meer de tijd om oud te worden en te bezinken. Dit gegeven vormt de basis voor mijn complottheorie over proefballonnetjes. In de afgelopen maand hingen er veel in de lucht. Ik ben benieuwd of er morgen op Koninginnedag evenzoveel ballonnen opgelaten zullen worden. De proefballonnetjes worden tegenwoordig door niet de minste instanties losgelaten. Bedrijven en overheidsinstellingen, waarbij geen twijfel hoeft te bestaan over het kennisniveau van de mensen achter de ontwerptafels, brengen soms zulke extreme zaken naar buiten dat de apen en beren al uit zichzelf kiekeboe zeggen. Neem nu het proefballonnetje dat vorige week door de AFM werd opgelaten. Demissionair minister De Jager voorzag het van extra helium en het volk sprak zich uit. Iedere realiteitszin was hier op voorhand overboord gezet. De Jager en de AFM weten heus wel dat het kijken naar gezinstypen bij hypotheekverstrekking in de praktijk niet zal werken. Ook wisten ze van tevoren al dat dit voorstel tot landelijke en politieke commotie zou leiden. Ze werden op hun wenken bediend, de commotie kwam, en hoe. De Jager trok dit kleine onderdeeltje binnen een dag alweer terug uit het veel meer omvattende pakket aan maatregelen en de rust keerde terug. De extremiteit heeft hier gewerkt. Het leidde de aandacht af van de maatregelen waar het De Jager en de AFM echt om te doen was. Jarenlang hebben we steen en been geklaagd over de absurde bedragen die bestuurders uitgaven aan externe deskundigen om goed gefundeerde visies op marktontwikkelingen te formuleren. Zij zijn niet langer nodig. Een proefballon oplaten is veel effectiever, minder omslachtig en vooral goedkoper. De bestuurders hebben een nieuwe groep deskundigen aangeboord, u en ik. Dat is dus wat de AFM onder gratis advies verstaat. Of heb ik nu per ongeluk een nieuw proefballonnetje opgelaten? Alex Klein
[email protected]
Het Verzekeringsblad nummer 5 - 29 april 2010
3
Inhoud 08
Hoofdredactioneel
3
Uitgelicht
6
• • • •
Geen excuusbrief, wel excuses en ambitie Haal WGA-hiaat uit de Pensioenwet Kockelkoren: markt op de goede weg Pensioenrelease 3.0 volgens Delta Lloyd
In ‘t Veld
min
8
• Mr. Chris de Bruin: ‘Ik geloof in commerciële aanpak’
De Pijnbank
16
• AEGON WIA 35min: Innovatie met haarscheurtjes 16
De Wandeling
26
• Lex Geerdes (Aon)
Column
31
• Pieter Wind: Hollen maar
De Boekenplank
33
• De woekerpolisaffaire • Ondernemen met sociale netwerken • Het boek van Hans Lems: De man en zijn fiets 34
Marktonderzoek
34
• Wie is er klaar voor CAR?
Met name
37
Toegelicht
38
• Beloning en boete bij betalingsbeschermers (2)
Gadgets
41
• Beken kleur in 2010 • Juichbestendig kostuum 41
Producten
43
• Nieuwe volmachtdiensten ABZ • Adviestool Excellent Hypotheekadvies 44
MV&D!
44
• Online ‘inkoppertjes’
Aansprakelijkheid
46
• Klachtplicht bij beroepsfouten adviseurs
Kort 48
48
• In mei legt de AFM een extra ei • Branchedag-pup heet Nova • Nieuwe kennisportal Findinet
Barbier
50
12.
DE REPORTAGE
Zorgplicht schiet zijn doel voorbij
De zorgplicht van financieel adviseurs wordt gekenmerkt door vele angels en voetklemmen. Dat begint al met het feit dat het begrip zorgplicht bij de klant heel andere associaties oproept dan bij de adviseur zelf. Daar komt bij dat dé zorgplicht niet bestaat. Wettelijk niet, maar in de materiële uitwerking ervan door toezichthouders al helemaal niet. Het gevolg is veel interpretatieverschillen en onduidelijkheid over de status, toepassing en reikwijdte van het wettelijk stelsel.
24.
En als klap op de vuurpijl wordt de zorgplicht in termen van een morele verplichting om het klantbelang te laten prevaleren, gesmoord onder een lappendeken van wetten en regels. Zij verwordt daarmee tot een kil instrumentarium en biedt allesbehalve het warme gevoel goed beschermd te zijn, waarvoor het wél bedoeld is. Een nieuw kabinet doet er goed aan hier eens grondig naar te kijken.
DE STELLINGNAME
Focus op alleen renteaftrek niet genoeg
20.
VOLMACHT
WIA-volmacht doe je er niet even bij
Het afschaffen of beperken van de hypotheekrenteaftrek is weer eens uit de kast getrokken, nadat het daar na de vorige landelijke verkiezingen diep in was weggestopt. Maar is het wel zo verstandig om alleen op de hypotheekrenteaftrek te focussen?
28.
GENERALI VB INNOVATIEPRIJS
Harder innoveren! De samenleving staat te springen om innovaties die de branche op een goede manier met de klant verbinden. Toch vinden Herman van der Lugt en Freek Wansink dat het intermediair maar mondjesmaat innoveert: “Dat mag best wat meer.” Vanaf 1 mei kunnen innoverende intermediairs zich aanmelden voor de Generali VB Innovatieprijs 2010, dat aan de meest creatieve en/of haalbare ideeën uit de markt een geldprijs verbindt. De prijzen worden uitgereikt tijdens de Verzekeringsbranchedag op 24 november in De Doelen in Rotterdam.
Het aantal verzuimvolmachten kan wel eens snel gaan teruglopen. Want werken op dit brede terrein wordt pas een succes als je wilt investeren in kennis, kennis en nog eens kennis.
18.
VERZEKERINGSRECHT
Opkomst B1 in branche
Binnen de verzekeringswereld heeft taalniveau B1 (te begrijpen door 95% van de bevolking) haar intrede gedaan. Nu rijst de vraag of, als de aan bieder zich inspant om op B1-niveau te communiceren, de consument zich ook moet inspannen om de informatie daadwerkelijk te consumeren. Een korte reactie vanuit juridisch perspectief. Het Verzekeringsblad nummer 5 - 29 april 2010
5
Uitgelicht Branche Geen excuusbrief, wel excuses en ambitie Met groot tam-tam kondigde Nationale Nederlanden vorige week aan dat zij terugkeert naar de kern, naar de klanten en naar wat belangrijk is voor hen: hun thuis, hun gezinssituatie en het inkomen voor later.” Desgevraagd lichtte topman Lars Friese toe: “We hebben een tijdlang onvoldoende naar onze klanten geluisterd. Maar nu willen we tot op het bot gaan om het vertrouwen te herwinnen.” Maakt NN nu een knieval en vraagt zij de consument openlijk om excuses voor eerder gedrag?
En ‘back to basics’ is daarbij het devies. De meest tastbare vinding is vooralsnog het nieuwe logo (foto). Echt vernieuwend is het niet, wel gemoderniseerd. Het oranje is feller en vlammend gemaakt, dit moet de snelheid uitbeelden die NN nastreeft.
Oude NN-successen
Ultieme excuusbrief
Friese heeft ook een ambitie, terend op oude NN-successen: “We hebben een maatschappelijke missie. Net als in de laatste decennia van de vorige eeuw willen we een grote rol in de samenleving spelen.
Het persbericht dat NN liet uitgaan leek een blauwdruk van de ultieme excuusbrief waarvan de publicatie door nog geen verzekeraar publiekelijk is aangedurfd, maar waar veel klanten wel op zitten te wachten. Op onze scepsis over het persbericht reageerde Friese als volgt: “We beseffen dat we onszelf opnieuw moeten uitvinden.”
In de tijd van de Dolle Mina’s (wie kent ze nog?) en vrouwenemancipatie kwam NN met de ManVrouw-polis en impliciet daarmee met het destijds belangrij-
ke statement dat de vrouw op gelijke voet staat (en verzekerd moet worden) met de man. En ook in de heftige discussies die losbarstten naar aanleiding van de overstromingen van onze grote rivieren nam NN het voortouw.” En zo wil Friese het anno nu ook graag zien: “Midden in de samenleving staan.” ‘The proof of the pudding is in the eating’, zeggen de Britten.
Zakelijk Haal WGA-hiaat uit de Pensioenwet Als het aan Hasko van Dalen van Nationale-Nederlanden (directeur Pensioen Strategie) ligt, wordt het WGA-hiaat zo snel mogelijk uit de Pensioenwet gehaald. Een controversieel voorstel dat evenwel op nogal wat applaus uit de branche mag rekenen. Na de recente teleurstelling die verzekeraars voor de kiezen kregen toen deze maand duidelijk werd dat de publieke WIA-variant voorlopig overeind blijft, zit men ten aanzien van dit dossier wel op een succesje te wachten. Van Dalen schiet met de timing van zijn pleidooi die hij onlangs op de Pensioen Netwerk Groep via LinkedIn openbaar maakte, in ieder geval helemaal raak.
6
Kronkelredenering Van Dalen: “Minister Donner heeft de WGA-hiaatverzekering onder de Pensioenwet gebracht. Dit terwijl het een pure werkloosheidsdekking is. Hij deed dat met de volgende kronkelredenering: ‘De WGA-hiaatdekking is geen pensioen, maar we noemen het toch pensioen.’ Van Dalen, nooit te beroerd voor pittige uitspraken, vervolgt: “De gevolgen zijn aanzienlijk. Wat een simpele verzekering was met lage uitvoeringskosten, is nu een gecompliceerd product geworden met forse uitvoeringslasten en een vorm van omgekeerde solidariteit, die niet meer past in deze tijd.
Het Verzekeringsblad nummer 5 - 29 april 2010
Daarom een oproep voor actie: Haal het WGA-hiaat uit de Pensioenwet.”
Tegengas Marco Ruiten, pensioenfondsmanager bij Syntrus Achmea geeft op hetzelfde podium van LinkedIn tegengas: “Er blijft ruimte voor de verzekeraars om een completere dekking aan te bieden. De pensioenfondsen zullen aanspraken op UPO’s moeten communiceren wat kostenverhogend werkt, maar duidelijkheid naar de deelnemer biedt.” “Conclusie wat mij betreft: laat de markt gewoon z’n werk doen, voor de deelnemer ontstaat een gevarieerder aanbod.”
ui tgEL i cHt
Particulier Verzekeraars zien sterretjes Het centrum Bestrijding Verzekeringsfraude (cBV) is in de afgelopen maanden door diverse verzekeraars geattendeerd op misstanden bij ruitschaden. Bij een aantal bleek drie op de tien vergoedingen frauduleus te zijn. Het
Verbond van Verzekeraars heeft zijn leden daarom opgeroepen extra alert te zijn op deze herstelschaden. De grote boosdoeners zijn de nietgeorganiseerde ‘parkeerplaats’-herstellers die hun diensten ‘gratis’ aanbie-
den. Bij putjes en sterren worden soms complete ruiten vervangen. Om verzekeraars te helpen bij fraudedetectie heeft het Verbond met de St. Centraal Informatie Systeem een kennis- en analysefunctie ingericht.
Branche Kockelkoren: markt op de goede weg De AFM heeft in 2009 fors meer toezichtsmaatregelen genomen tegen financieel adviseurs en bemiddelaars: 414 tegenover 113 in 2008. Deze bijna verviervoudiging betekent volgens AFMbestuursvoorzitter Hans Hoogervorst niet dat het met de markt in 2009 slechter gesteld was dan in 2008, maar dat de toezichts- en handhavingskracht van de AFM is toegenomen. De aanpak van de onderkant van de markt van adviseurs en bemiddelaars is sinds 2007 een speerpunt in het toezicht van de AFM, als onderdeel van het streven om de kwaliteit van de totale markt op een hoger plan te brengen.
AFM-bestuurslid Theodor Kockelkoren heeft de indruk dat de markt in dat opzicht op de goede weg is: “Er is een positieve trend waar te nemen. In 2009 lijkt, mede als gevolg van de economische omstandigheden maar ook van de introductie van de provisieregels en met name de transparantie daarvan, een kentering in de markt te zijn teweeggebracht. Meer partijen in de markt denken echt na over hun businessmodel, de manier waarop ze geld willen verdienen.”
Voet niet van het gaspedaal De vermoede kentering betekent wat Kockelkoren betreft niet dat de toe-
zichtskosten gelijk maar omlaag kunnen: “Uiteindelijk natuurlijk wel. Als de markt op de juiste manier haar (slechte) been bijtrekt, zal dat ook gebeuren. Maar op dit moment is de onderkant van de markt nog zodanig groot dat het ook niet in het belang van de markt is om de voet van het gaspedaal te halen. De onderkant behoeft nog forse aandacht en dat zal nog enkele jaren het geval zijn. Maar er komt een moment dat we op een acceptabel minimum van die onderkant terecht zijn gekomen en dan zullen de kosten naar beneden gaan.”
Pensioen/eb Pensioenrelease 3.0 volgens Delta Lloyd Voor zo’n 260 corporate relaties legde Delta Lloyd op haar jaarlijks pensioencongres ‘Facing the facts en vliegers die opgaan’ nog eens uit hoe zij de toekomst van pensioen ziet. Pensioen 3.0, de pensioenwereld van morgen. “En wat Delta Lloyd betreft een wereld van inzicht, transparantie en zekerheid. Maar niet in de laatste plaats ook qua kosten beheersbaarheid”, aldus directeur Henk Otten (foto). Een wereld waarin werknemers moeten beseffen “dat pensioen er niet is om een financieel beter leven te leiden dan nu.” Volgens Otten betekent dat niet dat pensioen geminimaliseerd zal worden tot het niveau van een strikt sociaal vangnet, “maar we moeten er wel rekening mee houden dat
het ambitieniveau wordt bijgesteld en de individuele verantwoordelijkheid toeneemt.”
Paradigma shift Krimp in de tweede pijler en groei in de derde pijler dus. Voor iedereen die in de jaren negentig van de vorige eeuw de hype van employee benefits meemaakte en waarin zelfs individuele arrangementen onder de vlag van de arbeidsverhouding werden gebracht, is dit bijna een paradigma shift.
werknemer te koppelen aan betaalbaarheid voor de werkgever, communicatie als integraal onderdeel van het pensioenproduct, DB-product zonder betalingsrisico voor de werkgever bij waardeoverdracht en een nieuw netto product.
Opmars indexfondsen En wat gaat Delta Lloyd concreet aan Pensioen 3.0 bijdragen? De huidige productontwikkeling licht wat van de sluier op: indexfondsen voor grootzakelijke klanten om zekerheid voor de
Het Verzekeringsblad nummer 5 - 29 april 2010
7
Mr. Chris de Bruin Chris de Bruin werkte de eerste tien jaar van zijn carrière bij de rijkspolitie. In de avonduren studeerde hij daarbij rechten in Utrecht. Eenmaal jurist werkte hij ver volgens bij Delta Lloyd, Winterthur en Legal & General, voordat hij in 1991 voor zichzelf begon als assurantieintermediair. Daarnaast gaf hij in de jaren negentig les in Assurantie B en levenvakken. Ook verleende hij een tijdje bijstand aan mensen die gezakt waren voor de toenmalige SEAexamens, omdat hij erachter kwam dat die niet altijd even goed werden nagekeken. Chris de Bruin is getrouwd en heeft twee zoons en één dochter. Sinds enkele jaren is hij enthousiast hardloper.
8
Het Verzekeringsblad nummer 5 - 29 april 2010
i n ‘ t Veld
‘Ik geloof in een commerciële aanpak’ Assurantieondernemer Chris de Bruin is intermediair én jurist. Door die combinatie werkt hij als kantoor Bureau Mr. De Bruin al jaren met zelfgeschreven leveringsvoorwaarden, overeenkomsten en klantbrochures. Onder de naam Assutool vercommercialiseert hij deze nu ook bij collega-intermediairs. Daarmee lijkt dit op het eerste gezicht een kruidenierswinkeltje op de hoek. Maar dat is het niet. De Bruin wil meer met Assutool, veel meer.
N
aast de genoemde tools wil De Bruin het intermediair ook voorlichting over regel geving geven, ondernemersbijeenkomsten orga niseren en maatwerkondersteuning bieden. Daar is grote behoefte aan, vindt hij: “Het interme diair kampt met allerlei ondernemersvraagstuk ken, zoals het beloningsstelsel, dalende omzet ten, toenemende zorgplicht en aansprakelijkheid, een gewijzigde verhouding tot aanbieders en veel vragen met betrekking tot de stroom aan nieuwe regelgeving.” Met name voor het nietge organiseerde intermediair, verreweg het grootste deel van de markt, wordt weinig gedaan, is zijn mening, en in dat gat wil hij met Assutool sprin gen: “Ik wil een concrete bijdrage leveren aan het dagelijks ondernemen.” Per product dat hij afneemt, wordt een intermedi air Assutoolabonnee. Een licentie van een jaar op downloadable producten, van een maand op niet downloadables. “En dat kost echt geen honderden euro’s per jaar”, betoogt De Bruin. “Ik wil het graag laagdrempelig houden. Een abonnee be taalt voor wat hij wil, niet voor wat hij niet wil.”
Commercieel initiatief Al trekt De Bruin alles uit de kast om te laten zien dat het nieuw en anders is wat hij doet, zijn complete aanbod onder de noemer Assutool doet toch sterk aan de dienstverlening van Bureau D & O denken, al doet hij geen onderzoek en werkt hij niet met panels. Met de ingangen die
hij bovendien zoekt bij de AFM, DNB en politiek (doet D & O ook), heeft Assutool ook veel van een belangenorganisatie in de dop, een Fidin avant la lettre. Doet hij er dan misschien niet beter aan om zijn aanvullende diensten, zeker waar het de lobby betreft, onder de paraplu van een Fidin of D & O onder te brengen? Geen branche heeft immers baat bij een versplinterde vertegenwoordiging. De Bruin ziet dat anders: “Mijn doel is niet een belangenorganisatie te vormen. Ik geloof in een commerciële aanpak van de ondernemersvraag stukken waarmee we kampen. Een van de rede nen daarvoor is de handelingssnelheid. Aan ie der initiatief bij een brancheorganisatie gaat een compleet intern beslistraject vooraf. Dat kost tijd die er vaak niet is. Mijn commerciële opzet betekent niet dat ik er miljonair van wil worden. Alleen: In mijn bedrijf is er maar één die de dienst uitmaakt. Ik kan bijvoorbeeld overleg resultaten laten zien op Assutool.nl, zonder dat ik met allerlei belangen rekening hoef te houden. Wie mijn diensten niet wil afnemen, moet dat vooral niet doen, maar het beleid wordt er niet anders van. Dat betekent natuurlijk niet dat ik niet luister naar anderen. In de ondernemers bijeenkomsten die ik ga organiseren, luister ik vanzelfsprekend wel naar wat er leeft onder het intermediair. Is er een andere behoefte dan ik dacht, dan pas ik mijn dienstverlening daar ui teraard op aan.”
Zorgplicht in de tang Wat zijn dan die trajecten waarover De Bruin het heeft? Volgens hem is er de laatste jaren nogal wat regelgeving gekomen of nog in de pijplijn waarbij niet voldoende is nagedacht over de praktische gevolgen ervan voor de bedrijfsvoe ring van het intermediair. De Bruin: “Er wordt te veel óver het intermediair gesproken en te wei nig mét het intermediair. Dat maakt dat eigenlijk iedere ‘oplossing’ het nét niet is. Daar wil ik ver andering in brengen door met de politiek, de toezichthouder en noem maar op het gesprek aan te gaan en desnoods af te dwingen. Vanuit mijn ervaring als intermediair én jurist.” Het Verzekeringsblad nummer 5 - 29 april 2010
9
Daar is De Briuin al volop mee bezig. “Op het terrein van directe beloning bijvoorbeeld is er een belangrijke discrepantie tussen de privaaten publiekrechtelijke zorgplicht van het intermediair dat op abonnementsbasis werkt. Als je tegen je klant zegt: ‘Dit doe ik voor je en voor de rest draag ik geen zorgplicht, tenzij ik met je overeenkom dat ik dat wel doe’, zit je privaatrechtelijk helemaal goed. Publiekrechtelijk echter absoluut niet. In art. 4:20 Wft staat dat je zorgplicht zult betrachten voor de posten die tot je portefeuille behoren. Maar als ik dat nu eens niet wil en dat met mijn klant overeenkom? Hoe verhoudt zich dat dan tot elkaar? Dat is niet geregeld.”
‘Er is te veel regelgeving waarover niet voldoende is nagedacht’ “Daarvoor ben ik naar de AFM gegaan. De voorlopige uitkomst: Je komt niet uit onder de publiekrechtelijke zorgplicht, die kun je privaatrechtelijk niet uitsluiten. De wet maakt nu dus uit hoe ik mijn privaatrechtelijke verhouding met mijn klant vorm geef. Maar wat als de klant daarvoor niet wil betalen? Dan kan hij mij aan de zorgplicht volgens de Wft houden, al betaalt hij er niet voor. Daarover is dus niet nagedacht. De AFM geeft als antwoord dat deze beloningsdiscussie er nog niet was toen de Wft werd ontworpen. Dat is misschien zo, maar belangrijker is hoe we er nu mee verder moeten en daar buig ik mij over. Voor Assutool, voor iedere intermediair. Als dat overleg niet zou lukken, dan kan altijd nog worden bezien wat in een bodemprocedure voor de rechter bereikt kan worden. Dat kan ik en wil ik ook best, maar eerst wil ik de ruimte geven aan overleg. Hier moet snel een antwoord op komen, want het is geen luxeprobleem. Het intermediair is momenteel vogelvrij en daar moet snel wat aan gebeuren.”
Schadebehandeling onmogelijk Een ander issue waarmee De Bruin zich op dit moment bezighoudt, is hoe je schadebehandeling kunt opnemen in je dienstverlening als je een abonnementensysteem hanteert. “Dat mag formeel niet van De Nederlandsche Bank, want dan ben je bezig als verzekeraar en heb je een verzekeraarsvergunning nodig. Daarvoor waarschuwde Jurjen Oosterbaan vorig jaar terecht al, maar er is nog steeds geen oplossing. Ik heb DNB een brief geschreven waarin ik de consequenties van dit hiaat beschrijf en waarin ik om praktische oplossingen vraag en die ook 10
Het Verzekeringsblad nummer 5 - 29 april 2010
aandraag. Als in de provisie een component vergoeding voor eventuele schadeafhandeling is opgenomen, wil ik weten hoe groot die component is. Dat percentage zou ik in stand moeten houden als provisie om schadebehandeling voor de klant te mogen uitvoeren. Anders moet de klant mij naar de regel van de wet bij schade per uur betalen voor behandeling of moet ik dat gratis voor hem doen. Niet echt aantrekkelijke alternatieven. En hoe houdt DNB dan straks toezicht op hoe ik dat doe? Opnieuw allemaal zaken waarover niet is nagedacht.”
Communicatie is cruciaal Het zijn niet alleen dit soort juridisch getinte zaken waarmee De Bruin zich in Assutool-verband gaat bezighouden. De ondernemersbijeenkomsten moeten wat hem betreft een platform worden voor goede gesprekken tussen intermediairs over ondernemen en (klant)communicatie. Communicatie is wat hem betreft cruciaal in de interactie van de beroepsgroep met aanbieders, toezichthouders, politiek/consumentenvertegenwoordigers en media én in de communicatie van de individuele adviseur met zijn klant. De Bruin is zich van het belang van communicatie bewust bij alles wat hij doet: “Ik ben een man van overleg, dat is ook mijn vak. Ik ben intermediair tussen twee werelden. Zo zou ik ook de overheid, de AFM, de klant en het intermediair aan elkaar willen breien. Dat gaat wat minder makkelijk, maar het kan wel degelijk.”
Niet boven het hoofd De Bruin is al met al nogal wat van plan maar is niet bang dat dit hem boven het hoofd gaat groeien. “Het hoeft ook niet allemaal tegelijk. Dingen die haast hebben, krijgen voorrang. Voor de tools als leveringsvoorwaarden, overeenkomsten en brochures hebben wij veel voorbereidingstijd nodig gehad. Maar nu ze er eenmaal zijn, vormen ze geen dagtaak meer. Ik wil op korte termijn starten met de ondernemersbijeenkomsten, maar dat wil niet zeggen dat je alle punten tegelijk moet aanpakken. Keulen en Aken zijn ook niet op één dag gebouwd.” De Bruin heeft met zijn eigen assurantiekantoor een grotendeels met zakelijke contacten gevulde portefeuille die relatief ongevoelig is voor schade, maar ook zo’n portefeuille heeft onderhoud nodig. Een dag heeft maar 24 uur. Gaat Assutool dan niet ten koste van Bureau Mr. De Bruin? ”Als Assutool het succes wordt dat ik hoop, dan moeten er misschien mensen bij”, antwoordt De Bruin. “Zo’n keuze laat ik echter van de ontwikkelingen afhangen. We gaan het niet half doen in ieder geval. We doen het goed of we doen het niet.” Door: Erwin Loer
Het Nederland dat in verwarring is over zijn pensioen maar wel kan rekenen op zijn verzekeringsadviseur
Nationale-Nederlanden introduceert: Mijn Getal Mensen zoeken zekerheid, een gedegen advies. Geen wilde, onhaalbare voorspellingen, zeker als het om hun financiële toekomst gaat. Daarom is er Mijn Getal: een makkelijke manier voor uw klant om erachter te komen wat hij nou echt nodig heeft voor zijn pensioen. En voor u als verzekeringsadviseur kan Mijn Getal de eerste stap zijn om tot een adviesgesprek te komen. Op nn.nl ziet u hoe uw klant zijn getal kan berekenen.
wat er ook gebeurt
de re p o rta g e
Zorgplicht in de financiële sector is verworden tot een lappendeken van wet- en regelgeving. Onderlinge consistentie is daarin ver te zoeken. Het is een illusie dat het intermediair altijd aan de zorgplicht kan voldoen. Hét intermediair bestaat namelijk niet en dé zorgplicht evenmin.
V
oor de consument – voor wie uiteindelijk zorgplicht in het leven is geroepen – is er geen eenduidig beeld. Laat staan dat hij het gevoel heeft dat er een beschermende werking van uitgaat. En voor het intermediair is de zorg plicht in plaats van een kwestie van integriteit uiteindelijk niet meer dan een stelsel van admi nistratieve regels en verplichtingen die wettelijk
‘Zorgplicht heeft in de praktijk niets meer met het integriteitsv raagstuk te maken’ afgedwongen zijn. En dan nog niet eens in één wet en op één manier, maar, afhankelijk van de branches waarin en de producten die het inter mediair adviseert, een woud aan wetten. De ene
zorgplicht en de praktijk Zorgplicht is verkokerd en vernauwd tot een instrumenteel en generiek toezichtsmiddel. Praktijkproblemen treden op als: • verschillende zorgplichten met elkaar gaan conflicteren; • verschillende typen adviseurs bij de klant betrokken zijn; • meerdere adviseurs bij de klant betrokken zijn; • er geen sprake is van daadwerkelijk portefeuillebeheer.
De politiek zal hiervoor de oplossing(en) moeten aandragen, op aandringen van de markt.
12
Het Verzekeringsblad nummer 5 - 29 april 2010
keer strak omlijnd en ingekaderd en de andere keer voor meerdere uitleg en interpretaties vat baar. Het gevolg is een babylonische spraakverwar ring, waarbij zorgplicht speelbal is van wetge ver, toezichthouder, productleverancier, adviseur en eindklant die elkaar makkelijk misverstaan en allemaal zo hun eigen beeld bij zorgplicht hebben. En dat is niet bevorderlijk voor de in tegriteit van product en advies, terwijl het daar allemaal om te doen is.
Klem tussen zorgplichten Een aansprekend voorbeeld uit de praktijk is dat van een jonge vijftiger. Na 20 jaar zelfstandig ondernemerschap en de laatste vijftien jaar van zijn carrière in loondienst besluit hij om zijn tot dan toe opgebouwde pensioenkapitaal, daartoe door zijn werkgever in de gelegenheid gesteld, volledig in aandelenfondsen aan te houden. In dit geval is de zorgplicht voor deze werkne mer (onder meer) vastgelegd in de Pensioenwet die – uitsluitend en multi-interpretabel – voor schrijft dat naarmate de pensioendatum nadert, meer in vastrentende waarden en minder in risi covolle aandelen belegd mag worden. De werk nemer ziet dat anders. Met het argument dat hij toch al niet aan een volledige pensioenopbouw komt, wil hij niet dat hem de kans op een aan zienlijk rendement ontnomen wordt en vindt hij dat risico afbouwen helemaal niets. Vraag: wie moet nu aan welke zorgplicht jegens deze werknemer op welke manier voldoen? De Pensioenwet stelt dat de pensioenuitvoerder aan zijn zorgplicht voldoet als hij de werknemer, ge let op de beleggingshorizon, laat switchen naar minder risicovolle beleggingen. De adviseur van de werknemer wijst op zijn Wft-plicht van een klantdossier, waarin hij voor deze werknemer en met diens goedkeuring heeft vastgelegd dat de Het Verzekeringsblad nummer 5 - 29 april 2010
klant risico’s accepteert en bewust neemt. En als het even tegenzit, komt de adviseur van de werkgever ook nog op de proppen met een aan het werknemersbelang tegenstrijdige zorgplicht jegens de werkgever. Wat doe je in zo’n geval? Die arme werknemer snapt het zeker niet en zal, volstrekt voorstelbaar, geïrriteerd raken bij zoveel ‘zorg’ om wat hij als zijn eigen beslissing en verantwoordelijkheid ziet.
Publiek- en privaatrecht Nog een voorbeeld, aangedragen door mr. Chris de Bruin, met wie elders in dit VB een interview is afgedrukt. Op het terrein van directe beloning ziet hij een belangrijke discrepantie tussen de privaatrechtelijke zorgplicht (BW) en de publiekrechtelijke zorgplicht (Wft) van een financieel adviseur die op abonnementsbasis werkt. Als die tegen zijn klant zegt: ‘Dit doe ik voor je en voor de rest draag ik geen zorgplicht, tenzij ik met je overeen kom dat ik dat wel doe’, zit hij privaatrechtelijk helemaal goed. Hij handelt immers naar de afspraken die hij met zijn klant gemaakt heeft en krijgt daarvoor
Zorgplicht schiet zijn doel voorbij Het Verzekeringsblad nummer 5 - 29 april 2010
13
een vergoeding die hij eveneens met zijn klant is overeengekomen. Een heldere basis: er is een overeenkomst over diensten en beloning, en beide partijen kunnen op eventuele niet-naleving worden aangesproken. Desnoods voor de rechter. Maar publiekrechtelijk heeft de financieel adviseur die zo te werk wil gaan, wel degelijk een probleem. In art. 4:20 Wft staat namelijk dat een financieel adviseur zorgplicht moet betrachten voor de posten die tot zijn portefeuille behoren. Het Burgerlijk Wetboek en de Wft bijten elkaar dus op dit terrein.
‘Zorgplicht is een proces geworden van het bijhouden van klantprofielen en allerlei andere administratieve handelingen rondom een klantdossier’ De AFM heeft zich vooralsnog op het standpunt gesteld dat de financieel adviseur zich dient te houden aan de Wft, waaraan zij als toezichthouder uitvoering geeft. De publiekrechtelijke zorgplicht kan wat haar betreft privaatrechtelijk niet buitengesloten worden. De Bruin vraagt zich vervolgens terecht af wat de financieel adviseur op abonnementsbasis moet als de klant de adviseur aan zijn zorgplicht volgens de Wft gaat houden, al betaalt hij daar niet voor.
Meerdere adviseurs In dit verband is interessant wat Sjoerd Meijer (advocaat NautaDutilh) vorig jaar al opmerkte. Uitgaande van het principe dat de verzekering-
Advies aan nieuw kabinet Vertrouwen. Daar gaat het om. Waar vertrouwen niet wordt gegeven of wordt beschaamd, gaan knellende en complexe wet- en regelgeving een bloeiende adviespraktijk in de weg staan. Met dit in het achterhoofd doen wetgever en AFM er goed aan een normale zakelijke vertrouwensbasis niet op grond van excessen te verstoren met een overdaad aan – en niet zelden met elkaar tegenstrijdige – wetgeving en richtlijnen. Een nieuw kabinet doet er goed aan hier eens grondig naar te kijken.
14
Het Verzekeringsblad nummer 5 - 29 april 2010
nemer de opdrachtgever van de financieel adviseur is, heeft hij de adviseur opdracht gegeven om te adviseren en te bemiddelen bij de totstandkoming van een verzekering. Daartoe hoort ook het beheer van verzekeringscontracten die tot zijn portefeuille behoren. De rechtspraak stelt, aldus Meijer, “dat de adviseur moet waken voor de belangen van de tot zijn portefeuille behorende verzekeringnemers”. Maar om welke adviseur gaat het eigenlijk als we het hebben over abonnementgedreven advisering, waarbij zich de niet-denkbeeldige situatie kan voordoen dat een verzekeringnemer een adviseur heeft voor het sluiten van een verzekering en zich door een ander (bijvoorbeeld zijn bank) laat adviseren (als het gaat om zijn daaraan gerelateerde financiële planning?
Géén adviseur En helemaal interessant wordt het bij situaties zoals bij Claimjegeld.nl, waarbij nauwelijks of geen sprake meer is van ‘waken voor de belangen van de tot zijn portefeuille behorende verzekeringnemers’ en daar ook materieel geen beloning tegenover staat. Daarop hebben wetgever en toezichthouder vooralsnog ook geen antwoord.
Uitspraak van de rechter Als ook de rechtbank (in dit geval Rechtbank ’s-Hertogenbosch) zich over zorgplichtvraagstukken gaat buigen, wordt het echt niet eenvoudiger. Dan kan het gebeuren dat je als adviseur van de rechter te horen krijgt dat je je zorgplicht verzaakt. Niet rechtstreeks maar indirect als je bij aanvang van een verzekering wél hebt gevraagd naar de beveiligingssystemen en de deugdelijkheid daarvan conform de eisen van de verzekeraar, maar je je niet hebt vergewist van het in de praktijk ook daadwerkelijke gebruik ervan door de verzekerde. Lees voor een heldere uitleg Het VB 2010 nr. 2, pag. 42, ‘Bonje om Bourgogne’.
Eigen zorgplicht accountant Tot slot nog een voorbeeld uit de zakelijke markt. Daar kan het complex worden als ook een accountant bij de klant is betrokken. Bepaald geen zeldzaamheid! In die gevallen zou het handig zijn als de zorgplicht van de accountant parallel loopt aan die van de financieel adviseur. Maar dat is niet zo. De accountant moet erop toezien dat de cijfers van de onderneming en ondernemer ‘deugdelijk’ zijn en een juiste weergave is van de feitelijke situatie waarin de onderneming zich bevindt. Terecht rekent het merendeel van de accountants het tot zijn taak om de liquiditeitspositie van de onderneming in de gaten te houden en te bevor-
deren. Daarbij horen ook maatregelen om kosten te beheersen. Een financieel adviseur gaat in zijn risicomanagement voor zakelijke klanten vaak nog een stap verder en rekent het tot zijn (zorg) plicht om niet alleen de ondernemer en diens onderneming op consequenties van financiële risico’s te wijzen, maar daarbij ook heel nadrukkelijk de privé(gezins)situatie van de ondernemer te betrekken. Klassiek in dit verband is de discussie of bedrijfseconomische voordelen (liquiditeit) bij het in eigen beheer houden van pensioen voor de directeur-grootaandeelhouder moeten prevaleren boven de risico’s die de ondernemer daarmee loopt in zijn privésituatie. Steeds vaker doet zich de situatie voor dat de accountant – vooral thuis in de bedrijfseconomische omgeving – zich op grond van zijn zorgplicht onthoudt van al te stellige uitspraken om risico’s (pensioen, arbeidsongeschiktheid, ziekte, enzovoorts) in de onderneming te houden. Dat zijn namelijk risico’s waarvan de financieel adviseur wél en de accountant géén verstand heeft. Aan zijn prudentere handelwijze dan voorheen ligt een terechte zorg voor claims vanwege verkeerde of onvolledige advisering ten grondslag. Gek genoeg is er geen wet, regel of toezichthouder die juist op dit belangrijke samenspel van adviseurs in de zakelijke markt een blik werpt. Ook dat is weer illustratief voor de verkokerde manier waarop zorgplicht wettelijk is geregeld.
Plicht richting toezichthouder De conclusie is duidelijk. Vanuit het perspectief van de consument is de zorgplicht niet alleen ondoorzichtig maar ook inconsequent. In de praktijk heeft zorgplicht dan ook niets meer met het integriteitsvraagstuk te maken maar is het een bedrijfsproces geworden van klantprofielen bijhouden en allerlei andere administratieve handelingen rondom een klantdossier. De AFM toetst daarop met een sterk instrumenteel gericht toezichtsapparaat. Dat werkt in de hand dat adviseurs hun zorgplicht meer als een plicht richting de toezichthouder zien, en dat ook zo uitleggen aan hun klanten, dan als een vertrouwenwekkende extra zorg voor hun klant. “Ik word min of meer door de AFM gedwongen om tegen mijn klant te zeggen ‘teken nu maar voor akkoord bij dat klantprofiel’, terwijl mijn advisering op basis van zijn eigen klantvraag daar haaks op staat”, is de respons van de adviseurs die wij over dit onderwerp raadpleegden. Meermaals heeft de AFM, in interviews en toelichtingen op seminars, congressen en anderszins, laten weten zich die reacties van de adviseurs wel voor te kunnen stellen. Maar dat inlevingsvermogen leidt niet tot een verandering of soepelere toepassing van de regels. Integendeel. De AFM stelt zich op het standpunt dat bij
gelijke klantprofielen geen verschillende adviezen gegeven kunnen worden. In de praktijk is dat standpunt niet houdbaar en illustratief voor de doorgeschoten bureaucratische aanpak waarvoor de AFM bij toetsing aan de zorgplicht kiest. Nergens is wettelijk of via jurisprudentie vastgelegd dat een verschil in advies verboden is bij gelijke klantprofielen. Er is immers ook nog zoiets als de persoonlijke wens van de klant.
Geen enkel begrip Eenzelfde rigide en instrumentele kijk op de zaak heeft ‘politiek Den Haag’. Blijkbaar gevoed door een groot wantrouwen tegen alles wat financieel adviseur heet, is er geen enkel begrip voor de dagelijkse adviespraktijk en de problemen waar zelfs de meest goedwillende adviseur tegenaan loopt bij toepassing van zijn zorgplicht. ”U moet niet denken dat we ook maar een letter van de wet willen terugnemen”, luidde het commentaar van CDA-woordvoerder Elly Blanksma. “Het gaat om bescherming van de klant. Die is ons heilig.” Ook als de klant daar zelf anders over denkt? “Ik kan me dat niet voorstellen.”
Lappendeken van wetten en regels Als we het voorgaande samenvatten, dan ontstaat het volgende, bepaald niet vrolijk stemmende beeld. De zorgplicht van financieel adviseurs wordt gekenmerkt door vele angels en voetklemmen. Dat begint al met het feit dat het begrip zorgplicht bij de klant heel andere associaties oproept dan bij de adviseur zelf.
‘Het inlevingsvermogen van de AFM leidt niet tot een verandering of soepeler toepassing van de regels’ Daar komt bij dat dé zorgplicht niet bestaat. Wettelijk niet, maar in de materiële uitwerking ervan door toezichthouders al helemaal niet. Het gevolg zijn veel interpretatieverschillen en onduidelijkheid over de status, toepassing en reikwijdte van het wettelijk stelsel. En als klap op de vuurpijl wordt de zorgplicht in termen van een morele verplichting om het klantbelang te laten prevaleren, gesmoord onder een lappendeken van wetten en regels. Zij verwordt daarmee tot een kil instrumentarium en biedt allesbehalve het warme gevoel goed beschermd te zijn, waarvoor het wél bedoeld is. De pijnlijke conclusie is dan ook dat de zorgplicht in Nederland zijn doel voorbijschiet. Door Michiel Huisman en Erwin Loer Het Verzekeringsblad nummer 5 - 29 april 2010
15
d e p i j nb a n k
min
Innovatie
met haarscheurtjes
Met het product ’WIA 35min’ bood AEGON in 2009 als eerste verzekeraar een langdurige en uitgebreide dekking voor werknemers die minder dan 35% arbeidsongeschikt worden verklaard, en om die reden geen uitkering vanuit de WGA of IVA ontvangen. Maar is de ‘WIA 35min’ een jaar na de introductie nog steeds zo vernieuwend of zijn de haarscheurtjes in het fundament inmiddels scheuren geworden?
D
e dekking van de WIA 35min is kort door de bocht gezegd min of meer gelijk aan de uitgebreide WGA-aanvullingsverzekering voor mensen met een WGA-uitkering. Indien de werknemer gedurende twaalf maanden ten minste de helft van zijn door het UWV vastgestelde verdiencapaciteit weet te benutten, bedraagt de uitkering 70% van het verschil tussen het oude en nieuwe loon (beide gemaximeerd tot het SVloon). De uitkeringsduur is naar keuze vijf of tien jaar. Als de resterende verdiencapaciteit voor minder dan de helft wordt benut, ontvangt
16
Het Verzekeringsblad nummer 5 - 29 april 2010
de werknemer eenmalig een uitkering van 25% van het gemaximeerde loon (= gelijk aan de al bestaande dekkingen). Bijzonder is dat je bij een wijziging van onvoldoende naar voldoende benutting (of andersom) tussentijds ook een wijziging van de uitkering kunt krijgen. Dus eerst enkele jaren de aanvulling en vervolgens de eenmalige uitkering van 25%. Gedurende de looptijd van de verzekering kun je slechts één keer de 25%-uitkering ontvangen. Om na de 25%-uitkering weer recht te
krijgen op de aanvulling, moet je eerst weer twaalf maanden aaneengesloten meer dan 50% van de verdiencapaciteit hebben benut. Een werknemer die deze verzekering sluit, moet beseffen dat, als hij na twee jaar ziekte geen ander werk heeft gevonden, werkloos wordt en dus onvoldoende zijn restcapaciteit benut. Hij heeft dan uitsluitend recht op de eenmalige uitkering van 25%. De uitkering gaat in na afloop van de eventuele WW-periode en wordt maandelijks uitgekeerd. Jaarlijks wordt de hoogte van de uitkering voor de duur van twaalf maanden vastgesteld, waarbij het oude loon wordt geïndexeerd conform de CBS-loonindex. De uitkering eindigt op het moment dat de werknemer 35% of meer arbeidsongeschikt wordt verklaard, maar uiterlijk bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd.
4. Het product houdt bij het bepalen van de uitkeringshoogte geen rekening met de ‘f-factor’ die in de formule van de loongerelateerde en loonaanvullingsuitkering is opgenomen. Hierdoor is het product minder geschikt voor mensen met een inkomen boven het maximum premieplichtig dagloon (€ 48.716). In de praktijk is dit pro-
‘Het product is relatief ingewikkeld, kent vele mitsen en maren en is daarom moeilijk aan een werknemer uit te leggen’
Verbeterpunten Pionieren betekent ook continu aanpassen van zaken die onduidelijk of voor verbetering vatbaar zijn. Enkele punten: 1. In vergelijking met de normale WGA-aanvullingspolis voor werknemers is de uitkeringsduur beperkt tot vijf à tien jaar. Gezien het feit dat deze groep werknemers geacht mag worden nog een baan te kunnen vinden, is deze prikkel goed. Echter, voor de werknemer die na twee jaar ziekte geen ander werk heeft gevonden, zal de dekkingszekerheid tegenvallen. Zeker als hij door welke reden dan ook niet in staat is om zijn restcapaciteit te benutten. Deze uitkeringsonzekerheid vooraf zal de aantrekkingskracht van het product voor werknemers verminderen. 2. De premie is in verhouding tot de uitgebreide WGA-aanvullingsdekking relatief hoog. En dan ontbreekt het ook nog aan een standaard aanvullende dienstverlening op het gebied van preventie of re-integratie. Verzekeraars stellen dat de verblijfsduur in de WGA gemiddeld minder dan tien jaar is en er op dit gebied geen verschil in terugverdientijd van de investeringen geldt. Dan mag je toch verwachten dat de re-integratie-inspanningen op z’n minst gelijk zijn aan die van de ‘normale’ WGA-aanvullingsdekking. Uiteraard zal dan worden gezegd dat het uitkeringsbedrag lager is, maar hier staat een aanmerkelijk hogere restverdiencapaciteit tegenover. 3. Het product is relatief ingewikkeld, kent vele mitsen en maren en is daarom moeilijk aan een werknemer uit te leggen. Het ontbreekt in de voorwaarden aan een duidelijke omschrijving op welke wijze de werknemer vorm moet geven aan zijn re-integratie of de wijze waarop mutatiegegevens moeten worden aangeleverd. Dit alles beïnvloedt ongetwijfeld het succes van WIA 35min.
bleem niet zo groot, want verhoudingsgewijs komen veel minder mensen met een inkomen boven het maximumdagloon in de klasse 35min dan mensen met een lager inkomen. Je zult echter maar net dat uitzonderingsgeval zijn.
Conclusie Het AEGON WIA 35min-product is een goede oplossing voor werknemers die een inkomen hebben tot het maximumdagloon en ondanks een beperkte afname van de arbeidsgeschiktheid kans zullen zien hun resterende verdiencapaciteit voldoende te benutten. Voor werknemers die vooraf inkomenszekerheid willen, is het product niet de beste keuze. Voor werknemers met een inkomen boven het maximumdagloon of waarvan de kans op arbeidscontinuïteit minder waarschijnlijk is vanwege de aard van de werkzaamheden en die derhalve twijfel kennen over de mogelijk voldoende benutting van de restcapaciteit, zou een meer recent op de markt gebracht product dat altijd een uitkering biedt en waarbij de hoogte afhankelijk is van het arbeidsongeschiktheidspercentage, wellicht een betere oplossing zijn.
rapport plus: • Trendsettend/innovatief in de markt • Prima dekking voor arbeidsongeschikte werknemer (> 50%) die restcapaciteit benut
Min: • • • •
Beperkte uitkeringsduur Relatief hoge premie Uitkeringsonzekerheid vooraf Door alle mitsen en maren moeilijk uit te leggen aan de klant
rapportcijfer: 6,5
Het Verzekeringsblad nummer 5 - 29 april 2010
17
ve r ze k e r i n g s re c h t
Zestig procent van de Nederlanders begrijpt de polisvoorwaarden van autoverzekeringen niet. Dit is de conclusie van de Verzekeringssite op basis van een onderzoek dat zij recent heeft uitgevoerd onder om het taalniveau van dé Nederlanders vast te stellen. Door: mr. Sjoerd Y.Th. Meijer, advocaat NautaDutilh N.V.
De opkomst van
taalniveau B1 H
et bleek dat het overgrote deel van de voorwaarden was opgesteld op taalniveau C1. Dit taalniveau wordt echter door het merendeel van de bevolking niet begrepen. Echter, informatie op B1-taalniveau wordt door 95% van de bevolking wel begrepen. Binnen de verzekeringswereld heeft taalniveau B1 dan ook haar intrede gedaan. Het devies is dat de voorwaarden, brochures en folders op B1-niveau geschreven moeten zijn. De vraag rijst of de consument zich ook moet inspannen om de informatie daadwerkelijk te consumeren.
Duidelijk en begrijpelijk Informatie speelt een cruciale rol bij het sluiten van verzekeringen of andere financiële producten. Als de informatie duidelijk is, kan de consument beoordelen of hij het product wil afsluiten of niet en weet hij wat zijn rechten en plichten zijn. Het is dan ook niet verwonderlijk dat vanuit de wet verzekeraars en andere aanbieders worden aangespoord om helder te communiceren. In de Wet op het financieel toezicht (Wft) is bepaald dat de informatie die aan de klant wordt verstrekt correct, duidelijk en niet misleidend mag zijn. De vraag rijst wat dan duidelijk is. De Autoriteit Financiële Markten heeft door middel van een ‘Leidraad open norm “begrijpelijk/duidelijk”’ invulling gegeven aan wat het begrip ‘duidelijk’ betekent. De AFM heeft in deze Leidraad vastgesteld dat het overgrote deel van de informatie die door financiële ondernemingen wordt verstrekt, is geschreven op C1-niveau. Dit taalniveau is echter voor meer dan de helft van de Nederlandse bevolking te hoog gegrepen! De AFM suggereert dan ook dat – ter invulling 18
Het Verzekeringsblad nummer 5 - 29 april 2010
van de norm ‘duidelijk’ – aansluiting moet worden gezocht bij het B1-taalniveau. Daarnaast stelt de AFM voor dat niet te veel informatie wordt verstrekt. Ter bevordering van de duidelijkheid van informatie wijst de AFM erop dat moet worden vermeden te veel informatie te geven en dat informatie die bij elkaar hoort ook zo veel mogelijk bij elkaar wordt geplaatst. Ook in het Burgerlijk Wetboek wordt gesteld dat duidelijke en juiste informatie moet worden verstrekt. Zo is in het BW bepaald dat polisvoorwaarden duidelijk en begrijpelijk moeten worden opgesteld. Wanneer deze regel niet wordt nageleefd, is de sanctie dat bij twijfel over de uitleg de uitleg in het voordeel van de consument prevaleert. Anders gezegd: een verzekeraar die onduidelijke polisvoorwaarden opstelt, wordt zelf geconfronteerd met de gevolgen. Bij twijfel worden de voorwaarden in het voordeel van de consument uitgelegd. Deze regel wordt ook wel als de contra proferentem regel aangeduid. Of de polisvoorwaarden duidelijk en begrijpelijk zijn, is afhankelijk van alle omstandigheden van het geval, waaronder het kennisniveau van de consument.
Onjuist of misleidend Naast deze regel over polisvoorwaarden wordt in de Wet oneerlijke handelspraktijken ook nog eens tot uitdrukking gebracht dat onrechtmatig wordt gehandeld wanneer informatie wordt verstrekt die feitelijk onjuist is of misleidt. Het doel hiervan is dat de consument een juiste beslissing kan nemen over de vraag of hij het contract wil sluiten of niet. Als voorbeelden worden genoemd onjuiste of misleidende informatie met betrekking tot de kenmerken van het product en de rechten
van de consument. Of aan deze wettelijke voorschriften over informatie is voldaan, moet worden beoordeeld aan de hand van een gemiddelde consument. Een gemiddelde consument is redelijk geïnformeerd, omzichtig en oplettend. Als niet aan deze regelgeving wordt voldaan, moet eventuele schade die geleden is als gevolg van de onjuiste informatie worden vergoed. Uit dit korte overzicht blijkt dat de wetgever het van groot belang vindt dat juiste en toegankelijke informatie wordt verstrekt aan de consument. Het niet voldoen aan deze wettelijke verplichtingen kan verstrekkende gevolgen hebben, zoals bijvoorbeeld het vernietigen van contracten. Het omzetten van de informatie naar B1-niveau draagt hieraan bij, hoewel ook deze informatie wel duidelijk en juist moet zijn. Informatie op B1-niveau is in ieder geval voor het overgrote deel van de consumenten wel duidelijk.
En wat doet de consument? Het doel van het opstellen van heldere informatie is dat de consument op een juiste wijze zijn mening kan vormen over de vraag of hij een overeenkomst wil aangaan of niet. Een vaak gehoorde klacht is dat de consument eigenlijk niet geïnteresseerd is in de verstrekte informatie – dit geldt in het bijzonder bij polisvoorwaarden – en dus ook de informatie niet leest. Dit mag zo zijn, maar mag zeker geen reden zijn voor de aanbieder om dan maar onduidelijke en onbegrijpelijke polisvoorwaarden op te stellen of om geen heldere informatie te verstrekken over de kenmerken en risico’s van een financieel product. De aanbieder van financiële producten is wettelijk verplicht om correcte en duidelijke informatie te verstrekken. Als de consument de informatie niet leest, komen de gevolgen hiervan voor zijn rekening. Opgemerkt wordt dat met betrekking tot de polisvoorwaarden de wetgever min of meer van deze praktijk – het niet lezen van de polisvoorwaarden – is uitgegaan. De consument is volgens de wet echter ook aan de polisvoorwaarden gebonden wanneer hij ze niet heeft gelezen. Ter voorkoming dat consumenten worden geconfronteerd met polisvoorwaarden die nadelig voor hen zijn, is in de wet op dwingende wijze
voorgeschreven welke rechten en plichten een verzekeringnemer heeft. Het nadeel van het niet lezen wordt op deze manier opgeheven. Een voorbeeld uit de praktijk om te laten zien dat de consument wel degelijk informatie moet lezen. In een zaak over de vraag of een polishouder op een juiste wijze was geïnformeerd over de kenmerken en risico’s van het product, nam de rechter tot uitgangspunt dat een consument gehouden is om te voorkomen dat hij onder invloed van een onjuiste voorstelling van zaken een overeenkomst afsluit. Dit betekent dat de consument vooraf van de inhoud van de overeenkomst kennis moet nemen en verplicht is om zich redelijk in te spannen om de betekenis van hetgeen in de overeenkomst is bepaald te doorgronden. Concreet: de consument moet niet alleen de polis, de polisvoorwaarden, de offerte en de financiële bijsluiter lezen, maar ook doorgronden. Als hij het vervolgens niet begrijpt, moet hij vragen stellen.
Verplichtingen voor aanbieder en consument Het informeren van de consument heeft twee kanten. Allereerst geldt dat de aanbieder van financiële producten wettelijk verplicht is heldere, niet misleidende informatie te verstrekken. Ten tweede moet de consument zich redelijk inspannen om de informatie te lezen en te doorgronden. Het is toe te juichen dat verzekeraars bezig zijn om de informatie die zij verstrekken te schrijven op B1-niveau. Dit is een uitdaging, zeker waar het complexe financiële producten betreft, maar niet onmogelijk en biedt het voordeel dat in ieder geval duidelijk is gecommuniceerd. Informatie die voldoet aan het B1-taalniveau is immers duidelijk voor 95% van de consumenten. De B1consument lijkt de norm te zijn. De B1-consument is echter wel gehouden om de informatie te lezen en te doorgronden. Doorgronden betekent dat er meer moet gebeuren dan alleen lezen. Als er onderwerpen zijn die hij niet begrijpt, dan moet hij vragen stellen. Ook informatie moet worden geconsumeerd. Informeren brengt dus zowel voor aanbieder als voor de consumenten verplichtingen met zich mee!
C1-taalniVEau
B1-taalniVEau
C1-taalniveau houdt in dat een consument lange en complexe feitelijke en literaire teksten kan begrijpen, en het gebruik van verschillende stijlen kan onderkennen.
B1-niveau houdt in dat een consument die teksten (kan) begrijpt die hoofdzakelijk bestaan uit zeer frequente, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal. En dat de consument de beschrijving van gebeurtenissen, gevoelens en wensen in persoonlijke brieven kan begrijpen. De teksten betreffen concrete, alledaagse of aan werk gerelateerde onderwerpen.
En dat de consument specialistische artikelen en lange technische instructies kan begrijpen, zelfs wanneer deze geen betrekking hebben op het eigen terrein.
Het Verzekeringsblad nummer 5 - 29 april 2010
19
Vo lm a c ht
Het aantal verzuimvolmachten kan wel eens snel gaan teruglopen. Want werken op dit brede terrein wordt pas een succes als je wilt investeren in kennis, kennis en nog eens kennis.
WIA-volmacht doe je er niet even bij I
n het rapport ‘Kwaliteit Advies Tweedepijler Pensioen’ veegde de AFM de vloer aan met de kwaliteit van het pensioenadvies. Wat bleek? Een grote groep pensioenadviseurs doet onvoldoende praktische pensioenkennis en vaardigheden op, omdat zij in veel gevallen slechts enkele pensioenadviezen per jaar geeft. Door het steeds complexer worden van producten ligt dit gevaar ook in andere branches op de loer. De branche Inkomen is er daar een van. Het begint met verzuim maar al snel kom je via het WIA-vraagstuk bij het inlooprisico op de WGA-eigenrisicodragersverzekering (WGA-ERD). Ook hier geldt dat kennis en praktijkervaring de enige juiste ingrediënten zijn voor een helder en goed gefundeerd advies aan de ondernemer en/of zijn werknemers. Professionals op de inkomensmarkt vinden we onder meer in het volmachtkanaal, waar inkomengerelateerde producten en diensten een groeimarkt zijn. Vorige maand rondden zeventien adviseurs de door Avéro aangeboden InCompany-editie van de opleiding ‘Regie op Verzuim’ (HBO) met succes af. Een aantal van hen schoven aan bij het rondetafelgesprek met Het VB over volmachten en inkomensgerelateerde verzekeringsoplossingen.
Verzuimvolmacht als bulkproduct Op dit moment is het verkrijgen van een verzuimvolmacht relatief eenvoudig. Er zijn vol20
Het Verzekeringsblad nummer 5 - 29 april 2010
doende aanbieders in die markt. Hoewel een aantal marktpartijen al vroeg instapte, is de verzuimvolmacht sinds 2007 echt terrein aan het winnen in de branche. Het aantal verzuimvolmachten nam in 2009 zelfs een opvallend hoge vlucht. De Louw rekent voor dat de verzuimmarkt een premievolume kent van 1,1 miljard euro. Het intermediaire marktaandeel van in volmacht gesloten verzuimverzekeringen bedraagt circa 14%. Van Ham: “Er is vanuit de markt vraag naar. Een huisvolmacht wil in principe zo veel mogelijk in volmacht doen. Dat verklaart een deel van de stevige groei in het aantal verzuimvolmachten. Naast nieuwe toetreders zie je ook de van oorsprong schadevolmachten uitbreiden met verzuimproducten.” Gregoor wijst in dit verband op het gemak waarmee sommige marktpartijen een volmacht afgeven. De anderen vallen hem daarin bij. Van Ham stelt dat je verzuim en WIA prima in volmacht kunt uitvoeren mits je er de juiste mensen met de juiste kennis op hebt zitten. Nedasco, een van de pioniers op dit gebied, stelt in aanvulling daarop dat het hebben van grip en regie cruciaal is voor deze markt. “Als je dat niet hebt, dan moet je ook niet aan verzuim in volmacht beginnen. Grip en regie vormen samen met de ziekteverzuimpolis je basis om alle andere (aanvullende) modules aan te kunnen. Want hoe eerder je intervenieert, hoe beter je resultaten,” aldus Pos.
na intocht volgt uittocht
WIa-volmacht
De verzuimmarkt is inmiddels volwassen geworden. De resultaten zijn sterk verbeterd en redelijk stabiel te noemen. Ook de premies zijn hierdoor naar beneden gegaan. Pos: “Dat betekent dat je veel meer moet doen om je portefeuille gezond te krijgen en te houden. Op dit punt ontstaat voor veel volmachtkantoren een probleem. Zij zijn niet in staat om een stevige portefeuille op te bouwen en moeten al snel constateren dat ze het niet gaan redden. Die problematiek is de kern van mijn bezwaar tegen het soms te gemakkelijk uitgeven van volmachten.”
Inkomen, verzuim, WIA en alle andere gerelateerde producten en diensten bij elkaar vragen van de adviseur een behoorlijk kennisniveau. Inkomen en verzuim worden goed opgepakt, maar daarna wordt het allemaal een stuk lastiger. Alle rondetafeldeelnemers zijn het erover eens dat het uitgiftebeleid op WIA-volmachten sterk afwijkt van de verzuimvariant. Reden hiervoor is
Zowel Pos als Gregoor verwachten op dit punt een belangrijk toekomstig probleem. Pos is daarin iets stelligger en verwacht dat veel kantoren de komende jaren al bij gespecialiseerde partijen als Nedasco zullen aankloppen met de vraag of deze de administratie van hun verzuimvolmacht wil overnemen. “Er zijn kantoren die zonder een basisportefeuille een verzuimvolmacht krijgen. Natuurlijk kun je dan mensen met kennis en expertise in huis halen, maar uiteindelijk moet je in een verdringingsmarkt wel een rendabel volume weten op te bouwen. Je zult hele goede adviseurs in huis moeten halen om WIA te kunnen adviseren en verkopen. Dat geef ik je te doen.”
‘Als je geen goede grip en regie hebt, dan moet je ook niet aan verzuim in volmacht beginnen’ grotere complexiteit van WIA-producten, zeker ook in de uitvoering van de verzekeringsovereenkomst. De Louw: “Bij verzuim hebben we het over twee jaar, WIA is lange termijn. Het gaat om langdurige uitkeringen aan werknemers die vaak al geen binding met het bedrijf meer hebben. En je hebt soms te maken met aspecten uit
deelnemers rondetafelgesprek over volmachten • Marco Pos is manager inkomensverzekeringen bij serviceprovider Nedasco. • Stijn Verbeek is manager schade- en inkomensverzekeringen bij intermediair en volmachtbedrijf Aevitae Insurance Services. • Coen van Ham is directeur en mede-eigenaar bij de Kettlitz Wulfse Groep (verzekeringen, volmachten en consultancy) en voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Gevolmachtigde Assurantiebedrijven (NVGA). • Marco Gregoor is directeur Mandaat Assuradeuren, het volmachtbedrijf van zijn advieskantoor Heilbron in Doetinchem, tevens werkzaam als serviceprovider. • Jaap de Louw is directeur volmachten bij Avéro Achmea.
Het Verzekeringsblad nummer 5 - 29 april 2010
21
de Pensioenwet, zoals startbrieven en UPO’s. Naast de advisering aan de voorkant zit daar het grootste verschil in complexiteit. De ondernemer begrijpt de situatie dat hij bij ziekte twee jaar moet doorbetalen. Bij WGA-ERD is er sprake van een termijn van tien jaar, maar bij WIA kan dat in theorie wel veertig jaar zijn. Dat is een stuk lastiger om uit te leggen aan een kleine ondernemer. Grote ondernemingen hebben vaak zelf ook al de nodige kennis in huis. Dat maakt het adviseren wel wat gemakkelijker.”
Kennis en inzicht struikelblok Ook Pos vindt kennis en inzicht een belangrijk struikelblok: “Nedasco werkt met circa 1100 assurantiekantoren. Wij doen veel aan kennisoverdracht en ondersteuning, maar voor een deel van hen blijft inkomen een lastig marktgebied. Het gaat dan niet zozeer om de producten, maar om de uitleg van de achterliggende materie. Daarom is de opzet van onze online-offertetool juist ook gericht op het verstrekken van de nodige informatie, handvatten en het aanleveren van voorbeeldbrieven. Ik durf wel te stellen dat een groot deel van de adviseurs moeite heeft om de hele WIA-problematiek bespreekbaar te maken. En dan heb ik het nog niet eens over de verkoop.”
‘Inkomen, verzuim, WIA en alle andere gerelateerde producten en diensten bij elkaar vragen van de adviseur een behoorlijk kennisniveau’ Aanvullend hierop stelt Gregoor dat de grootste valkuil bij WIA het advies betreft, bijvoorbeeld over uittreden terwijl het inlooprisico nog niet duidelijk is: “Dat komt in de praktijk vaker voor dan je denkt.” Een WIA-volmacht doe je er dus niet even bij.
Veel voor weinig “Er is de laatste jaren vooral gebouwd vanuit het product en minder vanuit het totaalplaatje, waarbij de adviseur gefaciliteerd wordt in de wijze waarop hij te werk moet gaan. Dat inloop-
22
Het Verzekeringsblad nummer 5 - 29 april 2010
risico is een vrij lastige situatie. Ook het UWV weet dat niet altijd. Toch kun je met een checklist goed beslagen ten ijs komen. Het inventariseren van een inlooprisico kan bij een wat grotere onderneming zomaar een aantal dagen in beslag nemen. En dan heb je dus nog niks. Je moet wel de bereidheid hebben om hierin te investeren”, aldus Pos. Wat Gregoor betreft is dat de bekende vinger op de zere plek. “Je moet behoorlijk wat kennis in huis hebben en dan loop je ook nog het risico dat het advies stokt omdat de klant niet over de benodigde gegevens beschikt en/of omdat het UWV de cijfers niet paraat heeft. Wat je ervoor doen moet en je veel grotere aansprakelijkheidsrisico staan vaak niet in verhouding tot de verdiensten die er op WIA te behalen zijn. Met verzuim daarentegen heb je een relatief simpel product tegen marktconforme verdiensten.” Nettopremies kunnen hiervoor een oplossing zijn, stelt De Louw. Maar feit blijft dat een goed WIA-advies tijd kost en het uurtje-factuurtje dus aardig in de papieren kan gaan lopen. Mede om die reden is het aantal adviezen dat tegen uurtarief wordt afgerekend, bij de deelnemers aan deze discussie relatief klein. Als het al gebeurt, dan zijn het de grotere bedrijven die hiervoor, kiezen. Van Ham: “Wat wil de markt? Er wordt zelden om een factuur gevraagd. De gemiddelde mkb’er is er helemaal niet op uit om tegen een uurtarief geadviseerd te worden.”
De mooiste markt Wie in volmacht werk wil maken van inkomen en bereid is de genoemde hobbels te nemen, wordt mooie kansen geboden. De markt voor WGA-ERD ligt braak, de roep om een gedegen advies is hier groot. Ondernemers weten veelal niet wat verzuim hen werkelijk kost, laat staan wat de gevolgen van de WIA voor hen betekent. Met een gedegen kennis kun je hierin verandering brengen. Dat vraagt een investering in opleiding, tijd en het nemen van risico’s. Ofwel ondernemerschap. Als volmachtbedrijf heb je echter ook direct een voorsprong: “Je bent veel beter in staat om met flexibele productoplossingen en dienstverleningsconcepten te komen. Bij verzekeraars loopt dat veelal stuk op de dikke muren tussen de verschillende bedrijfsonderdelen”, aldus Verbeek. Door: Alex Klein
alleen maar blije gezichten de taf personal overlijdensrisicoverzekering genomineerd voor het gouden schild levenproduct van het jaar 2010 www.taf.nl/goudenschild
laagste premie onderzoek moneyview research
terminale ziektedekking regie over eigen nalatenschap
geen ‘en bloc’ gegarandeerde premie en zekerheid over maandlasten
ons product uw zorgplicht
GENOMINEERD VOOR
HET GOUDEN SCHILD 2010
D e s te lli n gn a m e
Focus op alleen
renteaftrek
is niet genoeg
Commissie SociaalEconomische Deskundigen W
at de Commissie Sociaal-Economische Deskundigen (CSED) van de SER betreft, is het zeker een goede zaak dat aan het huidige systeem wordt gesleuteld. In verhouding tot het bruto binnenlands product (bbp) heeft Nederland de hoogste hypotheekschuld van Europa, mede als gevolg van de fiscale stimulans om de eigen woning te financieren met vreemd vermogen. Dit betekent een onnodig groot financieel risico voor huishoudens en een onnodig groot beslag op de schatkist, aldus de CSED.
integrale hervorming De Commissie (bestaande uit de hoogleraren Kees Goudswaard (voorzitter), Arnoud Boot, Lans Bovenberg, Harry Garretsen, Hugo Priemus, Leo Stevens, Job Swank, Coen Teulings en
‘Problematiek hypotheek renteaftrek moet in breder perspectief worden gezien’ Pieter Winsemius) vindt echter dat de problematiek rondom de hypotheekrenteaftrek in breder perspectief moet worden gezien en heeft daarom een integrale hervorming van de woningmarkt voorgesteld. De eigen woning wordt daarbij fiscaal gelijk behandeld als andere vormen van
24
Het Verzekeringsblad nummer 5 - 29 april 2010
vermogen. Dus moet over de eigen woning belasting worden geheven in box 3, maar wel met een vrijstelling over de eerste € 200.000 van de woningwaarde en met aftrek van hypotheekschuld.
gevolgen hervorming Met een dergelijke hervorming wordt de fiscale bevoordeling van de woonconsumptie ingeperkt (in ruil voor belastingverlaging), terwijl er garanties voor lage inkomensgroepen blijven om ten minste op een behoorlijk kwaliteitsniveau te kunnen wonen, aldus de hoogleraren. De overdrachtsbelasting moet afgeschaft worden en er moet een eigendomsneutrale woonlastentoeslag (voor kopers en huurders met lage inkomens) komen, afhankelijk van het huishoudinkomen.
effecten welvaart Deze maatregelen zouden volgens de CSED slechts milde effecten op de huizenprijzen hebben. Volgens doorrekening van het Centraal Planbureau kan er een prijsdaling optreden van 5 à 10%, al is deze berekening nog met veel onzekerheden omgeven. Volgens de CPB-berekeningen zullen door de voorgestelde maatregelen de woonconsumptie en de koopkracht van vrijwel alle huishoudens toenemen, waarmee de welvaart als gevolg van de CSED-hervormingen uiteindelijk structureel toeneemt met ongeveer een half tot één procent van het bbp.
De verkiezingsstrijd is in volle gang. Het afschaffen of beperken van de hypotheekrenteaftrek is daarbij weer eens uit de kast getrokken, nadat het daar na de vorige landelijke verkiezingen diep in was weggestopt. Groot verschil met de situatie eind 2006 is dat de regering nu veel geld te kort komt en een aanpak van de hypotheekrenteaftrek weer geld in het laatje kan brengen. Maar is het wel zo verstandig om alleen op de hypotheekrenteaftrek te focussen?
Cees Kielstra directeur OvFD
C
ees Kielstra, directeur van de Organisatie van Financieel Dienstverleners (OvFD), is positief over het CSED-rapport omdat het in ieder geval iets verder gaat dan de meeste andere rapporten over hypotheekrenteaftrek die hij voorbij heeft zien komen. Kielstra verwijt de meeste partijen – politiek en media voorop – dat ze te eenzijdig naar hypotheekrenteaftrek kijken: “Dit rapport kijkt naar de woningmarkt in zijn totaliteit, dat is al beter. Maar ook de CSED laat zich leiden door het gegeven dat de ‘fiscale bevoordeling van de woonconsumptie’ ingeperkt zou moeten worden. Wat mij betreft, is er geen enkele reden om renteaftrek en subsidie op woningen voor woningcorporaties als fiscale bevoordeling te zien. Rente die je betaalt, is aftrekbaar. Rente die je krijgt, niet. Zolang dat adagium niet uit de fiscaliteit wordt gehaald, is elke discussie over het onderwerp te kort door de bocht.” Beperking of afschaffing van de hypotheekrenteaftrek is niets anders dan een ordinaire belastingverhoging, vindt de OvFD-directeur, maar er is wat hem betreft niet één politicus die het lef heeft om te beamen dat het daar om gaat, dat de overheid kennelijk het zwerk ziet drijven en de algemene middelen versterkt moeten worden. Bovendien doet de discussie volgens Kielstra onrecht aan een fiscaal systeem dat al jaren goed functioneert en Nederland welvaart heeft
gebracht. Wie het dan toch over een andere boeg wil gooien, moet de discussie in breed perspectief trekken en het fiscale en inkomenssysteem in Nederland als geheel durven hervormen: “Als je alles eraf haalt wat riekt naar populisme, platte belastingverhoging en schatkistverrijking en je hebt dan een inhoudelijk goede discussie over wat wel of niet verrekend moet worden met het inkomen van mensen, dan ben je goed bezig. Bespreek bijvoorbeeld een wijziging van het inkomstenbelastingsysteem, van de belasting over de toegevoegde waarde of van de vermogensrendementsheffing, omdat je vindt dat belasting betaald moet worden over wat mensen overhouden. Dan heb je een zuivere discussie. Maar als je het verengt naar hypotheekrenteaftrek of huursubsidie ‘sec’, dan meet je met twee maten. Dat is niet zuiver.” “Wil je de ongelijkheid in het belastingsysteem aanpakken, dan moet je de ongelijkheid aanpakken die in het Nederlandse inkomenssysteem verweven zit: het gegeven dat de één 52% betaalt over zijn inkomsten en de ander 18% of 32%. Als vanuit die optiek geredeneerd zou worden om het allemaal beter en eenvoudiger te maken en daarmee zou meer inkomstenbelasting op alle inkomens worden geheven, dan zou ik daar nog een voorstander van kunnen zijn. Maar van een dergelijke discussie is nog geen sprake. Nu is het toch vooral politieke retoriek naar de eigen achterban en te weinig doorwrocht.”
Het Verzekeringsblad nummer 5 - 29 april 2010
25
d e wa nd e l in g
Een wandeling met
Lex Geerdes
directievoorzitter Aon Nederland Het is maandagmiddag en de lente dient zich eindelijk aan. We spreken af bij de Kralingse Plas in Rotterdam, de achtertuin van de goedgeluimde directievoorzitter van Aon Nederland. “Heerlijk, wat mij betreft kunnen we de Plas wel helemaal omlopen!” opent hij ons gesprek. Aldus geschiedde. Een stevige wandeling en een goed gesprek over kunst, cultuur, leiderschap en de verzekeringsbranche… tegen het decor van de skyline van Rotterdam.
W
ij lopen in de natuur en toch in de stad. Jij hebt iets met beide…
Lex Geerdes: “Absoluut, ik ben dol op Rotterdam, en loop hier af en toe hard. Een rondje rond de Kralingse Plas is precies vijf kilometer. En hier in dit restaurant (ons vertrekpunt, De Tuin van de Vier Windstreken) zat ik jarenlang op zater dagochtend met mijn toen nog kleine dochtertje als ik mijn zoontje had afgezet bij scouting. Bestelde ik fristi, koffie en appeltaart met slag room. Eerst kreeg zij een hapje slagroom maar al gauw lustte zij natuurlijk wel zo’n heel gebakje.” Lex werd geboren in Groningen, waar zijn moe der vandaan kwam, en groeide deels op in Apel
lex geerdes lex geerdes (1961) studeerde economie en is tevens registermakelaar in assurantiën. in 1986 begon hij zijn carrière bij aon als trainee. in de afgelopen 24 jaar ver vulde hij diverse commerciële en leidinggevende functies binnen aon in nederland en het buitenland. lex geerdes is getrouwd en heeft een zoon van veertien en een dochter van acht jaar. Hij woont met zijn gezin in rotterdam.
26
Het Verzekeringsblad nummer 5 - 29 april 2010
doorn. Toch ging hij naar Rotterdam om econo mie te studeren en er steeds terug te keren. “Tja, mijn moeder stelde destijds voor dat ik op kamers bij een tante van me in Groningen ging wonen. Toen werd het dus Rotterdam, ook al ben ik dol op deze tante. En ik heb altijd iets met Rotterdam gehouden.” Lex werkt inmiddels bijna 25 jaar bij risico adviseur en verzekeringsmakelaar Aon en werk te ook een flink aantal jaren in het buitenland. Ambieerde hij altijd een internationale loop baan?
Buitenland “Ja, ik heb altijd een internationale focus gehad. Mijn vader werkte bij de Luchtmacht, mijn moe der was onderwijzeres. Wij hebben in onze jeugd ook enkele jaren in het buitenland gewoond vanwege mijn vaders werk. Zo woonden wij van mijn elfde tot mijn vijftiende in Franstalig Bel gië, waardoor ik vloeiend Frans leerde spreken. Aon is gelukkig een zeer internationaal concern met vestigingen in 120 landen; mijn baas zit in Chicago en ik ben naast de Benelux verantwoor delijk voor de Scandinavische landen. Ik heb het, ook na 24 jaar, nog steeds ontzettend naar mijn zin. En ik leer veel van die internationale blik, ook voor de Nederlandse business. Wist je dat in de Scandinavische landen uitsluitend op fee basis wordt gewerkt? Iets anders mag daar niet eens…” Hij woont in Nederland maar reist graag met zijn gezin. “Ik houd ervan om de paar jaar met mijn gezin een verre reis te maken. LatijnsAme rika staat nog op ons verlanglijstje.”
Balans Al wandelend maakt Lex een zeer ontspannen indruk. Hoe zorgt hij voor het evenwicht? Lachend: “Ik heb natuurlijk een geweldige baan en ik werk met leuke mensen. Maar het is ook prettig dat mijn kantoor dicht bij mijn huis is. Natuurlijk reis ik wel en zie ik veel relaties, maar ik ben ook regelmatig ’s avonds bij mijn gezin. Ook in het weekend besteed ik veel tijd aan mijn privéleven. Ik ga mee naar rugby van mijn zoon en naar het hockey van mijn dochter.”
Privépassies En hoe is het met zijn eigen sportieve activiteit? “Zoals ik zei, ik loop zo nu en dan hard rond de Plas, ik train zelfs in het rugbyveteranenteam, ik fitness. En tja, laatst heb ik geskied, maar dat zie ik niet echt als actief sporten.” Heeft hij, naast sport, andere privépassies? Lex: “Ik ben gecharmeerd van moderne kunst. Ook thuis hebben wij moderne kunst. Mijn vrouw is onlangs een eigen bedrijf gestart, trouwens op het gebied van trendwatching/styling. Wij houden allebei van interieur en stijl. Als ik niet al de leukste baan van Nederland had, zou ik nog wel eens kunsthandelaar willen zijn. Of de baan krijgen van collega Cees Kortleve, verantwoordelijk voor onze kunstverzekeringen. Mijn kinderen komen overigens ook wel eens langs op kantoor, nóg een voordeel van dicht bij huis werken. Onlangs had mijn dochter, nu acht jaar oud, brownies gebakken, die kwam ze op kantoor verkopen, om met de opbrengst de slachtoffers van de Haïti-ramp te helpen.”
Uitdaging Hij geniet zichtbaar van zijn job. Welke uitdaging ligt er buiten het werk nog voor hem in het verschiet? “Ik zou best wel eens willen meedoen aan de Dakar rally! Dwars door de woestijn, een competitie-element… Maar ik kan natuurlijk niet in hetzelfde jaar een maand met mijn gezin
De Wandeling is een rubriek waarin Monique de Vos in de buitenlucht een verfrissende ontmoeting heeft met smaakmakers uit de financiële dienstverlening, om zo meer te weten te komen over ‘de vent achter de tent’. Monique de Vos is directeur van Chasse Executive Search in Den Haag.
vakantie vieren en dan ook een maand aan zo’n race meedoen. En de vakantie met mijn gezin gaat voor…” Neemt hij vakantie op of blijft hij in verbinding staan? “Beide eigenlijk. Tijdens vakanties houd ik mijn mail bij en bel ik een paar keer per week naar kantoor. Maar ik zou het niet goed geregeld hebben als ik zo onmisbaar zou zijn dat het bedrijf zou instorten als ik er een paar weken niet was. Hoewel… ik was dit jaar met wintersport, en… het kabinet viel, Sven Kramer miste Olympisch goud en met voetbal vielen alle Nederlandse teams uit de Europa league… Toch link als ik weg ben, haha!”
Manchester United Over voetballen gesproken: Aon wordt sponsor van Manchester United. Is hij daar blij mee? “ Jazeker. We zijn in Nederland nu sponsor van bijvoorbeeld de TEFAF en van de Hermitage. Prima, die link met kunst, maar het is mooi om je te verbinden met een club die juist internationaal zo populair is.” Ongemerkt zijn we aangekomen bij ons vertrekpunt, en sluiten we onze frisse wandeling af in ‘De Tuin van de Vier Windstreken’ waar we ons gesprek nog even voortzetten. Het Verzekeringsblad nummer 5 - 29 april 2010
27
G e ne R Al I V B In n o VAt I e pR I j s
Innoveren! Broodnodig voor de BV Nederland. Niet voor niets stimuleert de overheid met forse subsidiestromen de innovatiekracht van ons land en zetten MKB Nederland en VNO-NCW het onderwerp steevast hoog op hun politieke lobbyagenda. Toch innoveert het intermediair in ons land maar mondjesmaat. Dat mag best wat meer, vinden Hermen van der Lugt en Freek Wansink, voorzitter respectievelijk jurylid en initiator van de Generali VB Innovatieprijs.
De sector mag best harder innoveren! E
en niet representatieve maar wel veelzeggende peiling onder onze lezers geeft de innovatiekracht van de sector aan. Of liever gezegd, het ontbreken daarvan. De peiling op VBnet.nl wijst op de noodzaak van innoveren (grafiek 1). Daarover is in ieder geval nagenoeg iedereen het eens. In hoeverre er naar de mening van de respondenten op onze peiling ook daadwerkelijk geïnnoveerd wordt, daarover is men veel minder positief (grafiek 2). De sombere samenvatting van de peiling luidt als volgt. Innoveren is belangrijk, maar het intermediair is er moeilijk toe aan te zetten. En als hij al innoveert, dan doet hij dat in onvoldoende mate en ook nog eens te traag. Een beeld waar je je maar moeilijk bij neer kunt leggen. Zeker als je bedenkt hoe matigjes de intermediaire branche er momenteel voor staat. Faillissementen zijn aan de orde van de dag en voor veel (m.n. leven- en hypotheek)kantoren, een wankele financiële basis op basis van magere
liquiditeit en deels oplopende rekening-courantverhoudingen, terwijl verzekeraars wat dat betreft juist de duimschroeven harder aandraaien.
Maar hoe somber moet je zijn? Wat de jury van de Generali VB Innovatieprijs betreft, wijst de peiling ook op andere, positievere aspecten. “De noodzaak om te innoveren wordt ten minste onderkend”, vindt jurylid Freek Wansink (algemeen directeur Generali). En: “de peiling wijst er ook op dat een kwart van de respondenten de noodzaak tot innoveren niet alleen onderkent maar er ook op acteert. En dat is helemaal geen gekke score in vergelijking met andere branches”, weet prof. dr. Hermen van der Lugt, juryvoorzitter van de Innovatieprijs en in het dagelijks leven directeur van het befaamde innovatie-instituut Novay. Ook het feit dat het aantal inzendingen om mee te dingen naar de Generali VB Innovatieprijs
Generali VB
Generali VB Innovatieprijs 2010 De vierde editie van de Generali VB Innovatieprijs 2010 gaat van start. Aanmelden kan vanaf 1 mei a.s. De jury juicht het toe als er nog meer intermediairs dan voorgaande jaren zich met hun innovaties aanmelden! Hoofdprijs: € 7500, Aanmoedigingsprijs: € 2500
28
Het Verzekeringsblad nummer 5 - 29 april 2010
De Generali VB Innovatieprijs 2010 wordt uitgereikt tijdens de Verzekeringsbranchedag op 24 november 2010 in De Doelen te Rotterdam. Aanmelden en meer informatie: www.generali-vb-innovatieprijs.nl
jaarlijks een groei laat zien, is positief. “Niet alleen leiden we daaruit af dat de prijs zelf zijn plek in de branche heeft veroverd, maar ook dat er wel degelijk ook succesvolle initiatieven tot innovatie zijn”, brengt Wansink naar voren. Wat het aantal inzendingen betreft, zijn de verwachtingen hooggespannen. Zeker nu het alweer voor het tweede achtereenvolgende jaar mogelijk is om niet alleen eigen initiatieven naar voren te schuiven voor nominatie, maar ook anderen te tippen. Zo help je elkaar vooruit.
Wat is er eigenlijk nodig om te innoveren? Van der Lugt: “In ieder geval ondernemerschap. Dat in de eerste plaats. Je moet je nek durven uitsteken en een open blik naar buiten hebben. Oftewel: haal buiten naar binnen”. Het gaat om een attitude, meer dan om veel geld. “Bovendien”, aldus Wansink, “hoeft een innovatie helemaal niet altijd met dure investeringen in ICT gepaard te gaan. Alle onderzoeken naar en kritiek op de branche wijzen op de noodzaak om juist te innoveren en te verbeteren op het vlak van klantcontact en communicatie. Dat hoeft niet veel te kosten.” “Innovaties zijn niet alleen economisch relevant en maatschappelijk interessant, maar voor de ondernemer zelf ook noodzakelijk om te voorkomen dat je je kritische vermogen op jezelf kwijtraakt. Dat laatste is killing voor elke ondernemer”, aldus Van der Lugt die als directeur van Novay veel innovaties heeft helpen ontwikkelen en... zien mislukken. In dat verband wijst Van der Lugt op de reisbranche die volgens hem parallellen vertoont met de verzekeringssector als het om distributie van het product en de inrichting van het advies gaat. “De reisbranche en de reisagentschappen verkeerden al jaren geleden in de noodzaak om zichzelf opnieuw uit te vinden. Maar die innovatie zie ik niet. Ze zijn in hoofdlijn hetzelfde blijven doen, maar dan met
minder. De verzekeringssector moet niet in diezelfde valkuil stappen.”
Waar hoopt de jury dit jaar op? Van der Lugt: “Inzendingen die een tegengestelde beweging oproepen. Die tegen de kritiek op de sector ingaan, positieve sentimenten oproepen en de sector zelf inspireren en de trots van een economisch belangrijke sector helpen zichzelf terug te vinden.” Daarnaast geeft Van der Lugt de tip om ook met een nieuwsgierige blik eens over de grenzen te kijken “om te zien of we daar ook niet eens wat van kunnen leren.”
‘De samenleving staat te springen om innovaties die de branche op een goede manier met de klant verbinden’ Wansink sluit zich daarbij aan en wijst aanvullend op het belang van zelfkritiek en hoopt op de bereidheid onder het intermediair om vastgeroeste ideeën los te laten. En: “Innoveren is ook gewoon leuk en moet je gewoon doen. Ik hoop op veel inzendingen waarbij ik iedereen in het belang van de sector kan aanraden om ook andere geïmplementeerde innovaties dan die van jezelf te tippen om voor nominatie voor te dragen. Daarnaast is er natuurlijk ook de Aanmoedigingsprijs voor ideeën die nog niet geïmplementeerd zijn.” En wie gaat er winnen? Geen antwoord natuurlijk, “maar de samenleving zit te springen om innovaties die de branche op een goede manier met de klant verbinden”, aldus Freek Wansink.
90.74%
70.37%
24.07%
9.26%
5.56%
0.00% Eens
Oneens
Geen Mening
Grafiek 1. Intermediairs vinden innovatie belangrijk
Eens
Oneens
Geen Mening
Grafiek 2. Intermediairs investeren voldoende in innovatie Het Verzekeringsblad nummer 5 - 29 april 2010
29
U een tevreden klant
Uw klanten een heldere uitvaartverzekering ‘Iedere uitvaart uniek’, dat is het motto van Yarden. Door onze jarenlange ervaring begrijpen wij dat geen mens hetzelfde is. En dat iedere uitvaart daarom een unieke gebeurtenis is. Begraven of cremeren, koffie of champagne, sprekers, muziek of stilte: iedere uitvaart is maatwerk, waarbij de uitvaartwensen van uw klanten en hun naasten centraal staan. Met de Yarden uitvaartverzekering die speciaal voor en door het intermediair is ontwik keld, heeft uw klant een helder en transparant product met duidelijke voorwaarden. Een van de unieke kenmerken van de Yarden uitvaartverzekering is de volledige keuze vrijheid voor uw klant, waardoor deze zijn volledige vrijheid behoudt.
Voor de acceptatie van uw klanten hanteert Yarden een zeer soepel beleid, met slechts twee gezondheidsvragen. Bovendien zijn kinderen t/m 18 jaar gratis meeverzekerd. De Yarden Uitvaartverzekering is dus een helder product dat zich door u goed en gemakkelijk laat adviseren. Nieuwsgierig? Neem contact op met uw Yarden account manager. Bent u nog geen intermediair van Yarden? Bel dan met de businessdesk: 088 927 30 40.
Iedere uitvaart uniek
www.yarden.nl
De keuze is aan u én aan uw relaties De Vrije Keuze Polis is een uitvaartverzekering voor een scherpe prijs, die uw relaties werkelijk alle keuze biedt. Zo is er bijvoorbeeld de keuze uit een uitkering in geld of een uitkering in natura. Tevens zijn er veel mogelijkheden met betrekking tot de premiebetaling én kunt u kinderen tot 18 jaar gratis meeverzekeren. Dat maakt de Vrije Keuze Polis hét product om uw adviesfunctie te onderstrepen. De keuze is aan u!
Een aantal voordelen op een rijtje:
Onafhankelijk
• Kinderen gratis meeverzekerd
Facultatieve Verzekeringen is volledig onafhankelijk. Onze verzekerden kunnen altijd zélf kiezen voor de uitvaartverzorger en voor het crematorium of de begraafplaats van hun keuze.
Meer weten?
Bel dan naar René Jansen via 070 351 88 00 of bezoek onze website www.facultatieve-verzekeringen.nl/intermediair
• Keuze uit verzekering in geld of natura (of een combinatie) • Scherpe tarieven voor uw klant • Kosten repatriëring uit buitenland gratis meeverzekerd
• Snelle polisverwerking • Een uitstekende provisieregeling met snelle uitbetaling • Tijdige en correcte informatie met betrekking tot achterstanden in premiebetaling
Van Stolkweg 29a, 2585 JN Den Haag, Postbus 80532, 2508 GM Den Haag Telefoon: 070 351 88 00, Fax: 070 351 88 28 E-mail:
[email protected] Internet: www.facultatieve-verzekeringen.nl Facultatieve Verzekeringen maakt deel uit van ‘de Facultatieve Groep’.
Colum n
Hollen maar! Soms vraag ik me af of er nog wel wordt nagedacht in deze wereld. Het lijkt wel of daad krachtige uitvoering belangrijker is dan grondig doordachte en afgewogen doelstellingen. De Noord/Zuidlijn, het privatiseren van de woningbouwcorporaties, Basel 2, de vorming van onderwijsmolochs, de groei van de Europese Unie, er zijn oneindig veel voorbeelden van projecten of beleid waarvan de uitvoering gelukt is maar waarvan we achteraf spijt hebben. Ik noem bewust niet het onder toezicht brengen van tussenpersonen!
Pieter Wind: ’De wereldwijde schuldsanering zal de komende vijf jaar een relatief fors deel van het economisch surplus opsouperen. Dit zal leiden tot slechts bescheiden economische- en winstgroei en dus bescheiden koerspotentieel’ De oorzaak ligt vaak in een mantra, te vatten in termen als ‘de schop moet de grond in’ of ‘de toetredingsonderhandelingen zijn al begonnen, er is geen weg terug’. Deze combinatie zorgt ervoor dat iedereen gaat hollen, maar dat het eindpunt velen in negatieve zin verrast. Nu houd ik niet zozeer van rennen, dus probeer ik uit zelfbehoud wel eerst na te denken over de eindbestemming om zonder al te veel inspanning toch op tijd aan te komen. Uiteraard houd ik het bij onderwerpen die relateren aan macro-economie en financiële markten. Een mooi voorbeeld van te weinig denkkracht is de Griekse tragedie. Griekenland, al honderd jaar een notoire wanbetaler, mocht op goed vertrouwen zomaar de Unie in. De criteria van Maastricht zouden Griekenland wel disciplineren. Helaas veranderde Griekenland niet en bleken de tekorten veel groter dan voorgespiegeld. De calvinistische landen Duitsland en Nederland waren boos en wilden niet helpen. Ze ageerden tevergeefs en leden gezichtsverlies. Dit hoewel tevoren duidelijk was dat de markten de Europese Unie zouden dwingen klaarheid te geven hoe het Griekenland uiteindelijk zou bijstaan. Immers, de weeffout in de fundering van de euro is een kans op hoog rendement. En er zijn genoeg marktpartijen die geen scrupules kennen. Dus waarom verbaasd staan dat de rentevergoeding die gevraagd werd om Griekse staatsobligaties op te nemen, naar een onhoudbaar niveau is gebracht? Het is dan ook geen verrassing dat besloten is dat Griekenland tegen een wat lager tarief bij de collega-staten – ja, ook van Duitsland en Nederland – mag lenen. Wat mij nou verbaasd heeft, is waarom hier niet over nagedacht is bij de oprichting en/of bij de toetreding van zo’n land en zelfs nog niet bij de eerste tekenen van het probleem. De rentemarkt heeft de oplossing uiteindelijk afgedwongen. De weg ernaartoe laat zien dat er te weinig denkkracht is toegepast. Wat mij ook verbaasd is de positieve reactie op de aandelenmarkten. Alsof de Griekse schuld reeds gesaneerd is. Alsof er geen andere Europese landen met schulden zijn. Alsof het proces van wereldwijde schuldsanering klaar is. Dat is het niet. De wereldwijde schuldsanering zal de komende vijf jaar een relatief fors deel van het economisch surplus opsouperen. Dit zal leiden tot slechts bescheiden economische- en winstgroei en dus bescheiden koerspotentieel. Dat is niet anders geworden met de Griekse oplossing. Blijkbaar denken de aandelenbeleggers ook niet. Tenzij de reden van de koersstijgingen een andere is. En dat zou wel degelijk het geval kunnen zijn. De meest recente economisch cijfers geven aan dat de groei in de VS en Europa zich verbreed. Als dat de reden van de koersstijging van de aandelenmarkten is, snap ik het weer. Door: Pieter Wind, directeur Beleggingsinformatie en Analyse, ING Investment Management
Het Verzekeringsblad nummer 5 - 29 april 2010
31
FEITEN OVER Naar aanleiding van het verzoek van FirePro heeft Efectis Nederland BV een samenvatting gemaakt van een aantal in het verleden uitgevoerde onderzoeken door TNO. Ten tijde van een aantal van deze onderzoeken was Efectis nog onderdeel van TNO zijnde het Centrum voor Brandveiligheid. Inleiding Doel van deze samenvatting is om een snel inzicht te krijgen in de conclusies van alle onderzoeken zonder eerst alle onderliggende rapportages te moeten lezen. Uiteraard blijven de onderliggende rapportages ter beschikking om de details van de onderzoeken te kunnen inzien.
Conclusie en samenvatting van de onderliggende rapportages Test class A Wooden crib consisting of pinewood beams with dimensions of 20x20x40 mm in 6 layers of 6 beams each layer. The total preburn time was 2 minutes. Extinguishing: Direct. Re-ignition: no Test class B A steel fuel tray with a diameter of 0,35 m and a height of 0,1 m filled with a layer of water of 50 mm. On the water 2 litres of N-Heptane. The total pre-burn time was 2 minutes. Extinguishing: Direct. Re-ignition: no Test class C A sand bed burner according to EN 13283 was used as fire source. The sand bed burner has a triangle shape and is filled with two layers of sand and gravel. Through those layers a regulated amount of 650 mg/s propane gas is led and ignited. The outlet heat of the burner is 30 kW. The total pre-burn time was 2 minutes. Extinguishing: Direct. Re-ignition: no
Effectiviteit FirePro aërosol Fire Extinguishing system voor diverse materialen in de diverse brandklassen. Verschillende materialen per brandklasse zijn getest en de resultaten voor het FirePro aërosol Fire Extinguishing system zijn hieronder samengevat: A: Multi layer, Multi Density Fibre Board, Plastified fibre board, Polypropylene (PP), Polymethyl methacrylate (PMMA): Extinguishing: direct Re-ignition: no B: Floor N-Heptane, Satellites N-Heptane: Extinguishing: direct Re-ignition: no C: Propane: Extinguishing: direct Re-ignition: no
Schaalbaarheid FirePro aerosol Fire Extinguishing system voor branden met verschillende volumes. De tests bij TNO laten zien dat het FirePro aerosol Fire Extinguishing system zowel geschikt is als blusmiddel in kleine afgesloten ruimten van 100m2 als in grote ruimten van 1250m3, mits de effectieve aerosol dichtheid tenminste 55.2 g/m3 bedraagt.[2] De testresultaten laten zien dat de blussende werking van het FirePro aerosol Fire Extinguishing system bij verschillende volumes consistent is en dat de resultaten geëxtrapoleerd kunnen worden voor wat betreft de diversiteit van de ruimten vergeleken met het volume van de ruimte, mits de effectieve aerosol dichtheid tenminste 55.2 g/m3 bedraagt. [2] De grootste geteste brand die geblust is bij de tests is een klasse B brand met een warmteoutput van 6 MW in een gesloten ruimte van 1250 m3 met een effectieve aerosol dichtheid van 52 g/m3.[3] De opzet van deze test is equivalent aan IMO MSC/Circ.1007, paragraph 3.2.1 and test fire D (table 1).[3]
Conclusie m.b.t. functiebehoud apparatuur. Op basis van de door het Centrum voor Brandveiligheid uitgevoerde tests (ref. rapporten nrs 4, 5 en 6 zoals weergegeven in overzicht onder) is geen invloed waargenomen op de werking van geteste computers, beeldschermen en toebehoren (muis, toetsenbord). De apparatuur, zowel gereinigde als niet gereinigde, functioneerden gedurende de gehele testperiode van 15 maanden naar behoren. Door FSB BV is tevens een rapport van NLR (ref. NLR Report Corrosion test reference ASMO/709/3318 April 2008) aangeleverd aangaande de invloed van FirePro aerosol op elektronica wat bovenstaande resultaten onderbouwt.
FirePro aerosol Fire Extinguishing system voldoet aan BRL Het FirePro aerosol Fire Extinguishing system voldoet aan de criteria als gesteld in de BRL-K23001/03 chapter 2 en de CEN/ TC 191/WG6/TG2 WI 00 191148 test protocols en de UL 2127 test protocols.
Overzicht onderliggende testrapportages 2003-CVB-R0098, april 2003 / Experimenteel onderzoek naar het blusvermogen van het FirePro Aerosol blussysteem 2004-CVB-R0214, juli 2004 / Assessment Test Report of FirePro autonomous stationary (fixed) extinguishing systems base don condensed aerosol generators according to BRL-K23001/03: June 10 2004 Norms and CEN/TC 191/WG6/TG2 WI 00 191148 Norms and UL 2127 Norms 2004-CVB-B0573, juni 2004 / Extinguishing test (equivalent to IMO/MSC 1007 par. 3.2.1 and test fire D (table 1)) 2004-CVB-B0259, maart 2004 / FirePro aerosolblusser (invloed FirePro op in werking zijnde computerapparatuur) 2004-CVB-R0105[Rev.1], april 2004 / Onderzoek naar de mogelijke invloed van FirePro aerosol op in werking zijnde computerapparatuur 2005-CVB-R0192, juni 2005 / Onderzoek naar de mogelijke invloed van FirePro aerosol op in werking zijnde computerapparatuur
D e B OeKeNplANK
De Boekenplank De woekerpolisaffaire
Kees Kooman
De woekerpolisaffaire of ‘Hoe miljoenen Nederlanders in de val zijn gelokt en hoe ze de schade kunnen beperken.’ Het meest besproken boek in en rond de branche de afgelopen tijd. De auteur noemt zichzelf gedupeerde van woekerpolissen en voelt zich sinds de pub licatie van het boek gekleineerd door verzeke raars: “Ze proberen je op alle manieren on deruit te halen, te debiliseren. ‘O, dat is dat mannetje die ook over die rare judoka (Anton
Geesink, red.) een boekje heeft geschreven.’” Daarmee worden de auteur en zijn nieuwste boek echter zwaar tekort gedaan. Kooman schrijft heel nadrukkelijk vanuit zijn woede, maar dat is wel een woede die door heel veel mensen gevoeld wordt. ‘De woekerpolisaffai re’ is een prettig leesbaar boek, bijna als een roman geschreven, dat je in een paar verloren uurtjes in één ruk uitleest. 256 pag. | Uitgeverij Nw. A’dam | ISBN 9789046807293
Ondernemen met sociale netwerken
Syntens
Het gratis werkboek ‘Groeien met Sociale Netwerken’ helpt ondernemers op weg bij het effectief inzetten van sociale netwerken en sociale interactie op internet. Het werkboek biedt praktische informatie, tips en voorbeelden. Het is vooral gericht op mkb ondernemers die het internet al gebruiken als communicatie en/of verkoopkanaal en die met open vizier verandering en innovatie tegemoet treden. Het werkboek is opgebouwd uit dertien theoriehoofdstukken en evenzoveel ‘spoedcursussen’, waarin onderdelen van sociale interactie worden behandeld. Een echt doeboek dat je een tijdje van de straat houdt. 102 pag. | Syntens | gratis download op www.syntens.nl
Het BOeK vAN Hans lems, Adviesbureau AOv De Amersfoortse
De man en zijn fiets, wielerverhalen een verzameling wielerverhalen die Wilfried de Jong als wielerfanaat en journalist zelf heeft beleefd. Het boek begint met ‘Mist op de Ven toux’, een verslag van zijn beklimming als 50jarige. Een uitdaging die ik als leeftijdsgenoot in 2009 ook heb gedaan. Hoe hij de beklimming vanuit Bedoin beschrijft, is fenomenaal. Wilfried weet als geen ander het gevoel van ‘kruipen op 10%’ te beschrijven. Met het lezen beleef je de klim opnieuw. En dat is dan
meteen reden om de rest van het boek in één adem uit te lezen. Het laatste ver haal ‘naakt met wiel’ is een verslag van hoe de foto op de omslag tot stand is gekomen. Namelijk in NoordFrankrijk op een kasseienstrook van Parijs naar Rou baix in het licht van ‘zelfmoordgrijs’ dat alleen daar voorkomt. ‘De man en zijn fiets’ is verplichte kost voor elke verstok te wielertoerist. 205 pag. | Uitgeverij podium B.v. | ISBN 9789057594144
Het Verzekeringsblad nummer 5 - 29 april 2010
33
mar k to nd e r zo ek
De afgelopen weken is er in de media uitgebreid gespeculeerd over de voor- en nadelen van het door het Verbond van Verzekeraars gepropageerde CAR-model. Verzekeraars en intermediairs hebben een fundamenteel verschillend beeld van de wijze waarop CAR effect zal hebben op de consument. Een essentieel onderdeel binnen deze discussie is in hoeverre de consument klaar is voor het CARmodel. In dit artikel tracht GfK een tipje van de sluier op te lichten over de wijze waarop de consument op dit moment aankijkt tegen advieskosten. Door: Michel van der List, Eric Landwaart en Marcel Cools, GfK Panelservices Benelux B.V.
Wie is er klaar voor CAR?
34
Het Verzekeringsblad nummer 5 - 29 april 2010
Het Verzekeringsblad nummer 5 - 29 april 2010
Van gladde verkoper naar degelijke advocaat Binnen het CAR-systeem moeten intermediairs en consumenten dus gaan onderhandelen over de advieskosten. Om de advieskosten in de ogen van de consumenten te kunnen rechtvaardigen, moet de adviseur nog meer dan voorheen zijn meerwaarde kunnen aantonen en niet alleen op-
‘Een op de vijf consumenten geeft aan in geen geval bereid te zijn geld te betalen voor een tussenpersoon’ treden als verkoper. Menig adviseur zal zichzelf echter ook nooit als verkoper hebben gezien; zij hebben zichzelf in eerdere onderzoeken steevast betiteld als een professional die in het rijtje
Advertentie
You’ll never walk alone! www.woontrust.nl
Dff`mffi\cbXXi
36
Het Verzekeringsblad nummer 5 - 29 april 2010
advocaat, notaris en accountant niet misstaat. Echter, wanneer er aan consumenten wordt gevraagd naar het beroep dat het best te vergelijken is met de assurantietussenpersoon, is het niet de eerdergenoemde notaris of advocaat die de lijst aanvoert, maar toch die verkoper. En bij de pretentie dat je als intermediaire bedrijfstak staat voor onafhankelijk advies, is het imago van een pure verkoper wel het laatste dat je wil. Los van het weinig flatteuze imago van verkoper dat de tussenpersoon heeft, heeft deze met de gehanteerde tarieven ook nog eens heel wat uit te leggen. Want wie betaalt een verkoper nou meer dan € 100 per uur? Het antwoord is: bijna niemand. Uit de VB Barometer blijkt bijvoorbeeld dat consumenten een assurantietussenpersoon niet meer dan maximaal € 50 per uur waard vinden. Dit bedrag stijgt wel een beetje, wanneer verteld wordt dat een loodgieter circa € 55 per uur kost, maar de stijging in het bedrag dat men bereid is te betalen, gaat dan nog niet verder dan diezelfde € 55.
Toekomstperspectief Pas wanneer de consument een goed beeld kan vormen van de meerwaarde van het inwinnen van advies bij een onafhankelijke adviseur, is de keuze voor deze adviseur beter te maken. In het licht van de invoering van het CAR-model (of een evenknie hiervan, want dat er iets gaat veranderen, lijkt vast te staan) is het aan te bevelen om vanuit de intermediaire branche een offensief te starten, waarbij de meerwaarde van het intermediair wordt aangeduid op een manier die voor de consument herkenbaar is. De drempel van kosten waar de consument voor het gevoel overheen moet stappen, kan met een dergelijk offensief verlaagd worden. Wanneer deze horde is genomen, zal de consument ook beter in staat zijn om te onderhandelen met de tussenpersoon over de advieskosten. Het lijkt een schone taak voor de intermediaire tak om hiermee de lastige vragen over meerwaarde voor te zijn.
Standpunt consument Recent heeft GfK een onderzoek op haar panel uitgevoerd om inzicht te verkrijgen waar de consument binnen dit proces inmiddels staat. Hieruit is gebleken dat één op de vijf consumenten in geen geval bereid is om geld te betalen voor een tussenpersoon. En minder dan 10% is in eerste instantie vanuit zichzelf geneigd om te onderhandelen over advieskosten. Er is dus nog een lange weg te gaan om een situatie te creëren waarin de consument uit zichzelf met het intermediair gaat onderhandelen en op een prijs uit kan komen waar zowel consument als assurantietussenpersoon zich prettig bij voelt.
Ni euw s
Met name eeN maaNdelijkse selectie uit de persoNeelsmutaties op VBNet.Nl
directiebenoeming allianz
Vertrek bestuursvoorzitter uVit
wilko emmens wordt per 1 juni directeur Business Unit Makelaars van Allianz Nederland. Emmens was eerder verkoopmanager bij Delta Lloyd en actief als voorzitter van de afdelingscommissie Technische Verzekeringen bij het Verbond van Verzekeraars. Hij volgt in deze functie Nicolien ketelaar op, die een nieuwe rol binnen de internationale industriële portefeuille van Allianz krijgt.
edwin Velzel stopt na tien jaar als voorzitter van de raad van bestuur van UnivéVGZIZATrias. Hij begint een eigen adviesbureau, dat zich richt op de verzekeringssector en de gezondheidszorg.
Hans croes naar axent Hans croes is benoemd tot algemeen directeur van uitvaartverzekeraar Axent. Axent is ontstaan na recente overname van Aegon Nabe staandenZorg door investe ringsmaatschappij Egeria. Voor Axent werkte Croes als algemeen directeur bij Post kantoren BV. Daarvoor was hij o.a. directeur verzeke ringen bij Yarden Uitvaartorganisatie, lid van de raad van bestuur van Axa Verzekeringen en regiodirecteur Leven bij Delta Lloyd.
De raad van commissarissen heeft martin duvivier als opvolger van Velzel benoemd. Duvivier is sinds 2008 lid van de raad van bestuur. Met deze benoe ming ziet de raad van bestuur er als volgt uit: Martin Duvivier, Rob Hillebrand, Maurice Oosten dorp en Martin Bontje.
directeur commercie voor oNVZ kenneth schuit is benoemd tot directeur commercie bij ONVZ. Hij volgt Aris Neven op die deze functie ad interim vervulde. Schuit is afkomstig van DBV Verzekeringen waar hij directeur Marketing, Communicatie en Productma nagement was. Als divisiemanager Commercie is Schuit binnen ONVZ verantwoordelijk voor de ver schillende commerciële activiteiten. Schuit neemt binnen ONVZ ook plaats in het managementteam.
delta lloyd Verzekeringen
adviesbureau Fred de jong van start
esther Beeres is benoemd tot manager Zorg & Support bij Marketing & Verkoop Delta Lloyd Ver zekeringen en volgt in deze functie marc Heinze op. Beeres is sinds april 1997 werkzaam bij ABN AMRO Verzekeringen en was daar tot voor kort manager Particulier bij Business Development.
Met ingang van 1 april 2010 is Fred de jong begon nen met een eigen onderzoeks en adviesbureau. Het bureau draagt de naam Adviesbureau Fred de Jong en heeft als doelstelling om ondernemingen in financiële markten te helpen bij het vormgeven van een betere marktpositie.
raymond leemkuil is benoemd tot commercieel manager Schade Particulier bij Marketing & Verkoop Delta Lloyd Verzekeringen. Hij volgt in deze functie arnold Barendrecht op. Leemkuil werkte sinds februari 2000 bij ABN AMRO Verzekeringen en was daar de laatste tijd manager tussenpersoon. Esther Beeres en Raymond Leemkuil worden lid van het managementteam van Delta Lloyd Marketing & Verkoop.
Fred de Jong was eerder werkzaam als hoofd onder zoek bij Bureau D&O. Later als beleidscoördinator en bestuurssecretaris was hij in dienst bij de NVA, Federatie FIDIN en VvHN. Hij is daarnaast als wetenschappelijk onderzoeker verbonden aan het Amsterdam Centre for Insurance Studies.
peter scholten met pensioen
Ron van Kesteren heeft de overstap gemaakt van het intermediaire keurmerk Stichting Financiële Dienst verlening (SKFD) naar de Stichting toetsing verzeke raars. Hij was sinds 2006 directeur bij SKFD. Zijn taken worden daar nu door john pennink waargeno men die eerder ook directeur was van de Stichting. De Stichting toetsing verzekeraars is ook verantwoor delijk voor het Keurmerk Klantgericht verzekeren.
peter scholten, vanaf 2003 commercieel directeur bij De Amersfoortse, gaat op 1 juni 2010 met pen sioen. Hij werkt sinds 1986 bij De Amersfoortse en bekleedde in het verleden diverse leidinggevende functies bij de buitendienst van De Amersfoortse. Over zijn opvolging wordt binnenkort beslist.
Van kesteren vertrokken bij skFd
Het Verzekeringsblad nummer 5 - 29 april 2010
37
to e G e li c ht
Op 1 januari 2010 werden voor bemiddelaars in betalingsbeschermers nieuwe regels van kracht. Voorafgaand aan het sluiten van een betalingsbeschermer moeten zij nominale beloningstransparantie bieden. En zij moeten zich aan de inducementnorm houden. Nauwelijks een maand later bleek bovendien dat de AFM hoge eisen stelt. De toezichthouder neemt geen genoegen met adviezen die berusten op onvoldoende inzicht in de kennis en ervaring van de klant. Zorgvuldig inventariseren is daarom essentieel. Door: mr. Cees de Jong, onafhankelijk consultant, onderzoeker bij het UvA Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) en docent Gedragstoezicht bij de masteropleiding Verzekeringskunde
Beloning en boete bij
betalingsbeschermers V
oor verzekeringstussenpersonen die beta lingsbeschermers adviseren, geldt de indu cementnorm. Dit houdt in dat zij slechts provisie mogen ontvangen die hun bemiddelingsactivi teiten mogelijk maakt. Zij mogen geen provisie ontvangen die daarvoor niet noodzakelijk is. Het Bgfo laat daar geen misverstand over ver staan. Daarin is bovendien vastgelegd dat een verzekeraar geen provisie mag betalen die niet aan de inducementnorm voldoet. Het maakt daarbij niet uit of de verzekeraar de provisie rechtstreeks betaalt of via een tussenschakel, bijvoorbeeld een serviceprovider. Het van toepassing verklaren van de induce mentnorm komt eigenlijk neer op een provisie
inducementnorm Geldt de inducementnorm ook voor doorlopende provisie op vóór 1 januari 2010 gesloten betalingsbeschermers? Strikt genomen is dat inderdaad het geval. Waar in de toelichting bij Bgfo 1 nadrukkelijk werd gesteld dat de inducementnorm niet van toepassing was op vóór de invoering daarvan gesloten overeenkomsten, kent Bgfo 2 deze soepele interpretatie niet.
38
Het Verzekeringsblad nummer 5 - 29 april 2010
verbod. Dat komt omdat provisie een omzet afhankelijke beloning is. Hoe hoger de premie, hoe hoger de provisie. Dat kan resulteren in een advies dat meer in het belang van de tussenper soon is dan in het belang van de klant. Met de inducementnorm wil de wetgever voorkomen dat een tussenpersoon zich daartoe laat verleiden. Dit verleidingselement ontbreekt bij een recht streekse beloning door de klant. Bijvoorbeeld op basis van de bestede tijd (‘uurtjefactuurtje’).
Passende provisie Het betalen of ontvangen van een passende provisie blijft toegestaan. Wie provisie betaalt of ontvangt, moet zelf bepalen of deze passend is. De AFM legt de verantwoordelijkheid daar voor nadrukkelijk bij de betreffende financiële dienstverlener. Dit betekent dat de consequen ties van een in de ogen van de gedragstoezicht houder niet passende provisie voor zijn rekening komen. Dat kan hard aankomen, want de boetes die de AFM kan opleggen, zijn niet mals. Het is niet voor niets dat de AFM in de door haar opgestelde ‘Leidraad passende provisie’ de aanbeveling doet om een inducementbeleid te formuleren. Dit dwingt tot nadenken: verzeke raars en tussenpersonen moeten voor zichzelf bepalen wat passend is en wat niet. Ze kunnen het daar niet bij laten, maar moeten er ook naar handelen. Dat met name aanbieders de aanbeve ling van de AFM ter harte nemen, is inmiddels duidelijk.
Aftoppen provisie Enkele verzekeraars hebben al aangekondigd dat zij de provisie gaan aftoppen. Zij hanteren voortaan een maximum provisiebedrag. In elk geval voor producten waarvoor de inducementnorm geldt. Het maximum is bepaald door de tijd die nodig is voor het inventarisatie- en adviestraject te vermenigvuldigen met een redelijk uurtarief. Tussenpersonen, die denken aanspraak te kunnen maken op een hoger provisiebedrag, zullen dat goed moeten onderbouwen.
Doorlopende provisie Wie mocht denken dat de inducementnorm enkel geldt voor afsluitprovisie, komt bedrogen uit. Volgens de Bgfo-bepaling geldt deze norm voor de provisie die wordt betaald of ontvangen voor het adviseren van een betalingsbeschermer of het bemiddelen. Volgens de Wft-definitie gaat bemiddelen in verzekeringen verder dan wat daaronder doorgaans wordt verstaan. Het omvat ook de nazorg – in de Wft-terminologie: het assisteren bij het beheer en de uitvoering van de tot stand gebrachte verzekering. Dit betekent dat ook de doorlopende provisie passend moet zijn.
Koopsomposten Bij een tegen koopsom gesloten betalingsbeschermer wordt een afsluitprovisie betaald/ontvangen voor de over de gehele verzekeringsduur verschuldigde premie. Als het provisiepercentage gelijk is aan dat van tegen periodieke betaling gesloten verzekeringen, resulteert dat in een fors hogere afsluitprovisie. In het laatste geval wordt de afsluitprovisie immers berekend over de jaarpremie. Rechtvaardigt de door de verzekeringstussenpersoon geleverde inspanning dat verschil? De vraag stellen, is haar beantwoorden. Nee, dus. Daarmee is meteen de vraag beantwoord of er sprake is van passende provisie. Dat is evenmin het geval – ook niet als rekening wordt gehouden met de bij een tegen koopsom gesloten verzekering geldende provisieterugboekingsregeling. Bemiddelaars die niet het risico willen lopen in strijd met de inducementnorm te handelen, doen er goed aan om bij een koopsomverzekering te kiezen voor rechtstreekse beloning door de klant. Slimme verzekeraars zullen dergelijke verzekeringen uitsluitend op nettobasis aanbieden, want zo ontlopen zij het risico om een niet passende provisie te betalen.
Bezwaar Aan koopsomverzekeringen kleeft nog een ander bezwaar. Dit blijkt uit door de AFM gepubliceer-
inkomensverzekeringen Met ingang van 1 juli geldt de Gedragscode geïnformeerde verlenging en contractstermijnen ook voor door particulieren gesloten inkomensverzekeringen. voor betalingsbeschermers betekent dit o.a. dat de contractsduur twaalf maanden wordt en dat zij daarna met inachtneming van een opzeg termijn van een maand kunnen worden beëindigd.
de boetebesluiten. De vraag is wanneer het passend is om een klant te adviseren om de premie door middel van een koopsom te betalen. Wanneer de koopsom wordt meegefinancierd – wat te doen gebruikelijk is – betekent dat een verhoging van de schuldpositie én hogere rentelasten. Als een periodieke premiebetaling gezien de financiële positie van de klant niet mogelijk is, zou het wel eens een passend advies kunnen zijn om het sluiten van een betalingsbeschermer te ontraden. Of dat zo is, moet volgens de AFM worden afgeleid uit de risicobereidheid en de doelstellingen van de klant.
Meefinancieren Als een klant aangeeft dat hij het onder een betalingsbeschermer gedekte risico wenst te verzekeren, wil dat niet zeggen dat hij bereid is om dat te doen tegen betaling van een koopsom. De verzekeringstussenpersoon zal hem erop moeten wijzen dat het meefinancieren daarvan resulteert in een hogere schuld en hogere rentelasten.
‘Bemiddelaars die geen risico willen lopen, doen er goed aan bij koopsomverzekeringen te kiezen voor rechtstreekse beloning door de klant’ Hij zal ook moeten nagaan in hoeverre de verhoogde schuldpositie en de hogere rentelasten in overeenstemming zijn met de doelstellingen, de financiële positie en de risicobereidheid van de klant. De AFM heeft duidelijke opvattingen over deze inventarisatieverplichting. Zij stelt zware eisen aan bemiddelaars en aan hun adviesdossiers. Meer daarover in Het Verzekeringsblad, nr. 6. lees Meer in het vB 2010, nr. 6 Het Verzekeringsblad nummer 5 - 29 april 2010
39
Transparant is niets anders dan goed geïnformeerd thuis n a a t r o o v B rom nu een Ontvang V t. Neem daa e erf inzich . Kijk voor d icht en verw rz ve o t e h t nieuwe VB d e H .nl d p o la t Behou n sb e g erin lig abonnem ieuweverzek tn e .h w extra voorde w w p biedingen o diverse aan
018 Scherpzinning Betekenisvol Helder
NIEUW
Provisie? LinkedIn:
Daar moeten we zo hoe belangrijk is een snel mogelijk van af! online zakelijk netwerk?
Praktisch onmisbaar Het Verzekeringsblad
VBnet.nl
VB Selectie
Verzekeringsbranchedag
gadgets
Gadgets Beken kleur in 2010 Met vlag en wimpel viert Nederland morgen uitbundig Koninginnedag 2010. Wat u morgen en later bij de WK-wedstrijden zoal kunt aantreffen op straat, loopt uiteen van de oranje plucheklomp, pruiken en hoeden tot de zwaaivlaggen en Vuvuzela-toeters. Maar ook voor het meer ingetogen type feestvierder zijn er leuke hebbedingen om subtiel mee te doen in de feestvreugde. Wat te denken van de oranje multistreep stropdas uit de DassenOnline Huiscollectie. Handgemaakt van 100% Italiaanse zijde. www.dassenonline.nl
de french cuffs zijn terug Het overhemd met manchetten (french cuffs) zijn weer helemaal terug in het straatbeeld. Stijlvol opvallen kunt u met de originele manchetknopen van ‘De Oranje Blazer’. Ze worden geleverd in een luxe box en zijn verkrijgbaar in de nationale driekleur en oranje. Wilt u de etiquette voor het dragen van manchetknopen in acht nemen, draag ze dan in ieder geval niet bij een sportjasje of blazer. www.deoranjeblazer.nl
dutchydress Bierbrouwer Bavaria liet het kledingmerk SuperTrash een ‘kledinglijn’ voor de vrouwelijke oranjefans ontwerpen. De DutchyDress is gemaakt van oranje tricot met speels rood/wit/blauw koord dat zo is ontworpen dat het iedereen past. Het kan gedragen worden als jurkje, als tuniek, met lage hals voor of achter, kort of lang. Met de DutchyDress kunnen de vrouwelijke oranjefans elegant en modieus, maar ook sportief voor de dag komen. Sinds deze week overal verkrijgbaar in een passende verpakking met acht blikken bier.
Juichbestendig kostuum Voor de uitbundige zakelijke feestvierder bestaat er een compleet oranjekostuum, inclusief oranje vest en oranje strik. Een uitkomst voor de oranjefan die in pak op zijn werk wordt verwacht. U valt gegarandeerd op bij de baas. Voor de prijs van € 89 wordt een mooi vormgegeven kostuum geleverd. De ontwerpers claimen verder dat de pakken juichbestendig zijn. Dat is dan weer handig als er een mooie deal te vieren is. www.oranjekostuum.nl
Het Verzekeringsblad nummer 5 - 29 april 2010
41
www.ansvaridea.nl
F 020 617 00 76 – www.ansvaridea.nl T 020 617 04 26 –
[email protected]
Ervaar het zelf en bel (020) 617 04 26 voor een afspraak. Dan vertellen we u meer over onze persoonlijke aanpak. Mailen kan ook:
[email protected]
Postbus 90386 – 1006 BJ Amsterdam
Een utopie? Nee hoor. Bij intermediairverzekeraar AnsvarIdéa werkt het zo!
Overschiestraat 59a – 1062 XD Amsterdam
• Altijd direct een vriendelijke en deskundige medewerker aan de lijn • E-mails snel en adequaat beantwoord • Scherpe premies • Uw polissen binnen 24 uur klaar
Hoe zit het ook alweer? • Koppen snellen of je grondig in een complex onderwerp verdiepen; • Je geheugen opfrissen; • Zien wat nieuwe ontwikkelingen betekenen voor je bedrijfsvoering/ zorgplicht en welke kansen ze bieden.
www.findinet.nl
Het kennisplatform voor het professionele intermediair
plaatst vanaf 1 mei het nieuws in perspectief. Findinet is een portal van Bucom services, onder redactie van Jan Aikens. Mede mogelijk gemaakt door:
Duurzaam verder groeien in uw vakgebied? Nu bij Voor u als professional biedt Kluwer
U heeft de keuze uit de volgende vakgebieden:
een breed aanbod opleidingen met
■ JuridischFiscaal
als doel u te ondersteunen in uw
■ Financiële dienstverlening
persoonlijke groei.
■ Openbaar Bestuur
Kluwer opleidingen een gratis
Reader van Sony*
*kijk voor de actievoorwaarden op www.kluwer.nl/ereader
■ Ruimtelijke ordening & Milieu Uniek aanbod
■ Sociale Zekerheid
Schrijf u in voor 1 juni a.s. en ontvang
■ HR
een gratis Reader van Sony met ruimte
■ Arbo en OR
voor circa 300 digitale boeken.
■ Financieel management & Administratie
Meer informatie en direct inschrijven op
■ Marketing & Communicatie
www.kluwer.nl/ereader
■ Management en Management Ondersteuning.
De Reader van Sony kan ca. 300 digitale boeken bevatten, hiermee bespaart u 325 kg papier!
www.kluwer.nl/ereader
producten
Producten Nieuwe volmachtdiensten ABZ ABZ heeft twee nieuwe diensten voor verzekeraars en volmachten geïntroduceerd samen met Aegon en Market Scan: Online Volmacht Tarief en Interface. De dienst Online Volmacht Tarief biedt verzekeraars ondersteuning voor tariefberekeningen en zo nodig acceptatie voor volmachten. De dienst Online Volmacht Interface levert berichten af bij volmachten vanuit software-omgevingen van derden. Binnen Online Volmacht Tarief wordt de premieberekening namens de ver-
zekeraar via een webservice verstrekt aan de volmacht. Hierbij wordt uitgegaan van de reeds aanwezige standaarden voor online premieberekening voor volmachten. De volmacht kan door middel van het configureren van deze standaardkoppeling in zijn volmachtadministratiepakket deze premieberekening direct gebruiken.
Online Interface Met Online Volmacht Interface wordt informatie vanuit de Market Scan-omgeving ATOSI (offertes of aanvragen) aangeleverd aan het volmachtadministratiepakket, waar dit verder verwerkt kan worden.
Als eerste Aegon gaat als eerste verzekeringsmaatschappij Online Volmacht Tarief en Online Volmacht Interface aan haar volmachten aanbieden.
Stapje omhoog op bonus/malusladder Verzekerden die deelnemen aan de nieuwe rijopleiding Voertuigbeheersing die speciaal voor Rialto Verzekeringen is ontworpen, krijgen een extra trede op de bonus/malusladder. Dit kan leiden tot een korting op de verzekeringspremie van 5 tot 15%. Op 21 mei start Rialto met het aanbieden van een speciaal ontworpen eendaagse Rijopleiding Voertuig beheersing voor de verzekerden van de maatschappij. Die opleiding wordt verzorgd door Team Swanborn, dat is gevestigd op het Testcentrum van de RDW.
Verzekerden die met succes de opleiding volgen, ontvangen aan het einde van de dag een certificaat. Dit certificaat geeft recht op één extra trede op de bonus/malusladder.
jaar zonder schade weer tegen reguliere tarieven worden geaccepteerd door verzekeringsmaatschappijen.
Drie tot vijf jaar De praktijk wijst uit dat Rialtoverzekerden na drie tot vijf
Adviestool Excellent Hypotheekadvies ING heeft de online Adviestool Excellent Hypotheekadvies op de markt gebracht, ontwikkeld door opleidingsinstituut Dukers & Baelemans. De tool biedt ondersteuning in iedere fase van het hypotheekadviesproces, in lijn met het door de AFM in 2007 uitgegeven rapport ‘Kwaliteit advies en transparantie bij hypotheken’. • w In de Adviestool Excellent Hypotheekhet hem mogelijk de klant met grafieadvies heeft de adviseur toegang tot ken en overzichten een uitleg te geven standaarddocumenten, achtergrond over de diverse onderdelen van het adviesgesprek. Als het volledige adinformatie en rekentools. Deze maken
Het Verzekeringsblad nummer 5 - 29 april 2010
viestraject is doorlopen, kan de intermediair een adviesrapport maken dat aan de klant kan worden uitgereikt. Het rapport kan tevens worden gebruikt voor dossiervorming. Op ING-intermediairs.nl staat een demonstratiefilmpje van de tool. Ook kunnen intermediairs met een ING-aanstelling daar de licentie aanschaffen.
Het Verzekeringsblad nummer 5 - 29 april 2010
43
M V& D !
Online ‘inkoppertjes’ De digitale wereld wordt vrijwel door niemand meer ontkend. Gelukkig, ook de laatste ‘laggards’ zijn overstag. Maar of dat ook betekent dat iedereen scherp heeft wat ze met de digitale wereld aanmoeten, betwijfel ik. Er zijn maar weinig intermediairs die actief zullen zijn op Twitter, actief omgaan met social networks of ‘iets’ doen met gaming. Maar gaat ‘online marketing’ daarover?
I
k weet nog dat eind jaren negentig het fenomeen internet zich door de gangen verspreidde. Destijds was ik werkzaam voor NationaleNederlanden als marketingstrateeg. We keken met bewondering naar Amerika en Well-o-well werd gekocht. Een vergelijkingssite leek de ultieme internetstrategie, maar het beoogde succes bleef weg. Echter, niemand kan ontkennen dat Independer enkele jaren later wel met deze strategie succesvol is gebleken. Maar laten we eerlijk zijn, hoeveel vergelijkingssites zijn nu succesvol? Hoeveel ruimte is er in de markt voor online aanbieders?
Prijs, prijs, prijs? We klagen steen en been dat consumenten alleen nog maar op internet naar de laagste prijs zoeken. En we concluderen dat Particulier Schade dus niet meer ‘onze’ markt is. Maar is dat zo? Natuurlijk wordt er veel via zoekmachines gekeken. Waar zouden we als consument zijn zonder Google? Maar is dit omdat de consument een voorkeur heeft voor deze wijze van zoeken en echt op zoek is naar de laagste prijs of omdat er geen sterke ‘merkassociaties’ met het intermediair meer zijn? Denkt u echt dat de klant zelf aan de slag gaat om € 10 per jaar te besparen op zijn AVP?
‘De klant denkt niet meer automatisch aan intermediair en als hij er wel aan denkt, dan belt hij of verwacht een bezoek’ Ik denk dat de vlucht naar internet een combinatie is van het gebrek aan ‘merkassociatie’ en de perceptie over de beschikbaarheid. Ingewikkeld geformuleerd, maar plat gezegd denkt de 44
Het Verzekeringsblad nummer 5 - 29 april 2010
klant niet meer automatisch aan het intermediair en als hij eraan denkt, heeft hij nog steeds het idee dat hij moet bellen, langskomen, etc, terwijl het zo makkelijk is om het ’s avonds of in het weekend even snel op internet te regelen.
Vindbaar via Google Maar wat kunt u eraan doen, hoor ik u denken. Het is niet eenvoudig om op de eerste pagina van Google te komen. Dat betekent een stevige investering in uw website om deze te optimaliseren voor zoekmachines. En dan nog strijdt u met alle andere aanbieders voor de eerste acht posities, waardoor de succeskans beperkt is. Ook het betaalde gedeelte is al dusdanig populair bij aanbieders, en daarmee de biedprijzen zo hoog, dat de investering nauwelijks meer loont. Voor velen van u dus geen haalbare strategie. Om toch zichtbaar te worden, kunt u zich aansluiten bij initiatieven zoals Klik & Sluit Webtotaal. Maar ook steeds meer verzekeraars investeren in zoekmachine-optimalisatie. Zij bieden daarbij de klant de mogelijkheid u als adviseur te kiezen tijdens de transactie. Beiden zijn alternatieven om in beeld te komen bij nieuwe klanten. Maar is die focus op nieuwe klanten terecht? Hoe succesvol was koude acquisitie in de ‘oude wereld’? Mag u nu dan wonderen verwachten van internet?
De kracht van e-mailings Uw waarde zit nog steeds in uw bestaande portefeuille en in de vrienden- en kennissenkring van deze klanten. Maar in tegenstelling tot het creëren van merkvoorkeur hebben we vanuit kostenfocus het bedieningsconcept zodanig ingericht dat er geen emotionele band meer is. Is het dan gek dat de merkvoorkeur ontbreekt? U zou prima gebruik kunnen maken van online middelen om die band te herstellen. Klanten moeten weten dat ze het snel en eenvoudig bij u online kunnen regelen en dat het niet veel duurder, maar wel beter is dan ‘doe-het-zelven’.
Nadja Doodkorte, Margriet Tutuhatunewa, Annette van de Wetering, Coby van Maanen-Tetteroo, Marieke van Zuien, Margit Bijsterbosch
Tegenwoordig zijn er voldoende tools met een ‘online sluitmogelijkheid’ die u op uw eigen site kunt plaatsen. Maar klanten komen niet vanzelf. U bent niet interessant totdat u de klant een reden geeft om u interessant te vinden. En dat betekent op het juiste moment op de mat vallen. Dat is niet anders dan we ooit in de offline wereld deden.
Gezond verstand en een beetje klantgevoel Nu hoor ik u denken, dat u heel veel klantgegevens moet vastleggen en daar lenen de marges
Meest effectieve middelen bij het benaderen van prospects* Eigen website E-mailmarketing Geadresseerd drukwerk Zoekmachine marketing Beurzen/congressen
3,3 2,8 2,8 2,6 2,4
De meest effectieve middelen bij het benaderen van klanten: E-mailmarketing Eigen website Geadresseerd drukwerk Social media marketing Telemarketing
3,5 3,4 2,8 2,0 1,9
* Mening van 144 marketingdeskundige op een schaal van 1 tot 5 (Tijdschrift voor Marketing, april 2010, DM Barometer Q1 2010 )
zich niet voor. Maar hoe groot is de kans dat uw klant bijvoorbeeld in de meivakantie op vakantie gaat? Voor één van mijn opdrachtgevers heb ik de feiten op een rijtje gezet en kwam tot de conclusie dat ‘schieten met hagel’ toch redelijk gericht kan zijn. Als je bedenkt dat een derde van de reisverzekeringen in de week voorafgaand aan de vakantie worden gesloten, dan weet ik wel wanneer ik een e-mailing zou versturen. Bovendien vindt de klant het best prettig als je hem vraagt of hij nog op vakantie gaat. Maak er een mooi verhaal van en geef een stukje van jezelf. Zo’n mailing is een stuk minder saai dan een mailing over sec verzekeren. Een link naar de ‘online sluitmodule’ en je maakt Google overbodig. Tenslotte wil de klant gemak. En zo zijn er meer voorbeelden te bedenken, waarbij je niet over alle klantgegevens hoeft te beschikken om toch dienstbaar te kunnen zijn op de juiste momenten. En leidt het niet direct tot handel, dan heeft u in ieder geval een goed gevoel kunnen achterlaten en bouwt u dus aan een positieve merkassociatie, zodat het kwartje valt op de momenten dat de klant wel in is voor zaken. Voor inspiratie en conceptmailings verwijzen wij u naar VBnet.nl/MV&D. Door: Coby van Maanen-Tetteroo, eigenaar V/M Marketingstrategie,
[email protected].
LEES MEER OP VBNET.NL/MV&D Het Verzekeringsblad nummer 5 - 29 april 2010
45
A A ns p rA k el ijk H e id
Wilt u verweer voeren tegen een late aansprakelijkstelling bij een vermeend gebrek in uw advies aan uw klant, dan biedt steeds meer nieuwe jurisprudentie hierover u een goede mogelijkheid om een beroep te doen op art. 6:89 BW.
Klachtplicht
bij beroepsfouten adviseurs D
e achterliggende gedachte van art. 6:89 BW (zie toelichting artikel in kader) is dat een schuldenaar erop moet kunnen vertrouwen dat de schuldeiser met bekwame spoed onderzoekt of de prestatie aan de verbintenis beantwoordt en dat hij, indien dit niet het geval blijkt te zijn, dat met spoed aan de schuldenaar mededeelt. Zo wordt de schuldenaar beschermd tegen late en moeilijk meer te betwisten klachten.
Meer jurisprudentie Vanaf 2007 speelde een beroep op art. 6:89 BW vooral in geschillen tussen verkopende en kopen de partijen van bijvoorbeeld (on)roerende zaken,
‘Ook u wordt door art. 6:89 BW beschermd tegen late en moeilijk meer te betwisten klachten’ bedrijven of aandelen (zie ook het artikel in Het VB 2009, nr. 7). Uit verdere uitspraken zou een be ter beeld moeten ontstaan in welke gevallen een beroep op het artikel mogelijk is. Inmiddels is er inderdaad meer jurisprudentie verschenen, aan de hand waarvan een beter beeld geschetst kan worden wat het artikel voor u kan betekenen.
Beroepsaansprakelijkheid Nadat eerst in de lagere rechtspraak werd aan genomen dat art. 6:89 BW ook van toepassing is 46
Het Verzekeringsblad nummer 5 - 29 april 2010
op de werkzaamheden van een dienstverlener (bv. in het geval van een beroepsfout van een advocaat (Rb. Zwolle, 26 augustus 2009, LJN: BK4113), heeft nu ook het Gerechtshof Amster dam (10 november 2009, LJN: BL8340) op deze wijze geoordeeld. Het arrest is verder van belang omdat ook ande re belangrijke punten die vaak in de beroepsaan sprakelijkheidspraktijk ten aanzien van de klachtplicht worden opgeworpen, aan de orde komen. Daarom bespreek ik het arrest hieronder dan ook kort.
Het arrest Het gaat om een kwestie waarbij een register accountant volgens de eiser een fout had ge maakt in een due diligence rapport. Behalve dat het hof oordeelde dat de vorderingen van de eiser op meer inhoudelijke gronden moesten worden afgewezen, oordeelde het hof over de klachtplicht samengevat het volgende. 1. Er valt niet in te zien dat bij een gesteld ge brek aan een due diligence onderzoek naar zijn aard geen ruimte is voor een klacht plicht. De wetgever heeft het bepaalde in art. 6:89 BW – mede gelet op de positie die deze bepaling in het BW inneemt – kennelijk van toepassing willen laten zijn op elke pres tatie die niet aan de verbintenis beantwoordt en daarmee niet strookt om een bepaalde categorie van prestaties van de klachtplicht uit te sluiten. 2. De registeraccountant moet erop kunnen rekenen dat met bekwame spoed wordt on derzocht of haar prestatie aan de verbintenis beantwoordt, en dat, indien dit niet het geval
is, daarover met bekwame spoed bij haar wordt geprotesteerd. Indien niet tijdig is geprotesteerd vervalt elke rechtsvordering. 3. De omstandigheid dat het hier gaat om een – vermeend – gebrek dat niet voor herstel vatbaar is, brengt geen verandering in het oordeel dat niet binnen bekwame termijn is geprotesteerd. De in art. 6:89 BW opgenomen bepaling strekt er niet alleen toe om een schuldenaar de kans te geven om gebreken te herstellen, maar ook om zijn verweer voor te bereiden en daarvoor relevant feitenmateriaal veilig te stellen. 4. Het feit dat de registeraccountant verzekerd is tegen schade voor mogelijke beroepsfouten leidt evenmin tot een ander oordeel. Die dekking neemt immers haar belang zich tegen een aansprakelijkheidsclaim te verweren niet weg.
Criterium termijn Voor wat betreft de termijn waarbinnen eiser zijn klacht kenbaar had moeten maken, hanteert het hof het criterium dat ook in andere uitspraken valt terug te vinden. Beoordeling hiervan dient te gebeuren “onder afweging van alle betrokken belangen en met inachtneming van alle relevante omstandigheden”. Een vaste termijn, zoals deze er in het geval van consumentenkoop is, bestaat er dus niet, maar overeind blijft dat dit met “bekwame spoed” zal moeten gebeuren.
Goed nieuws Het bovenstaande is goed nieuws voor u als dienstverlener. Juist voor bemiddelaars en tussenpersonen, die ervan overtuigd zijn bij de
artikel 6:89 bw art. 6:89 bw luidt: “De schuldeiser kan op een gebrek in de prestatie geen beroep meer doen, indien hij niet binnen bekwame tijd nadat hij het gebrek heeft ontdekt of redelijkerwijs had moeten ontdekken, bij de schuldenaar terzake heeft geprotesteerd.”
toenmalige stand van kennis en wetenschap een juist advies te hebben gegeven, kan het frustrerend zijn geconfronteerd te worden met klachten of aansprakelijkstellingen die betrekking hebben op vermeend verkeerde adviezen uit een verder verleden. De inhoudelijke behandeling van dergelijke klachten of claims kan immers op praktische maar ook op juridische (bewijs)problemen stuiten. De destijds betrokken adviseur is soms niet meer in dienst, dossiers zijn overgedragen aan opvolgende tussenpersonen, of soms schiet – bij gebreke van een deugdelijke papertrail, zoals nu vereist op grond van de Wft – gewoonweg het geheugen tekort om te reconstrueren hoe het advies precies tot stand is gekomen. Ook u wordt naar steeds duidelijker blijkt door art. 6:89 BW beschermd tegen late en moeilijk meer te betwisten klachten!
Door: Walter Vermeer, schadejurist, Nassau verzekeringen
Advertentie
Het Verzekeringsblad nummer 5 - 29 april 2010
47
Kort Branche Kennisportal Findinet.nl Maandag gaat Findinet.nl online. Op deze kennisportal wordt de financieel dienstverlener ondersteund in het bijhouden van zijn actuele kennis, deskundigheid, advies- en ondernemingsvaardigheden. Findinet brengt niet sec ‘het nieuws van de dag’ maar richt zich op actuele ontwikkelingen die in vloed hebben op de bedrijfsvoering, de producten en de zorgplicht. Eventueel aangevuld met kan sen die deze ontwikkelingen de branche bieden. De portal is een initiatief van Jan Aikens, oud hoofdredacteur van Het VB en PensioenAdvies, en schrijver van diverse vaktechnische boeken.
Drie kennislagen Aikens heeft de informatie onderverdeeld in leven, schade, hypotheken, consumptief krediet en pensioen, opgebouwd in drie lagen. De actualiteit in de eerste laag wordt door de tweede laag in perspectief geplaatst. Een meer gedetailleerde/technische uitleg, inclusief wetsartikelen en de toelichting op die artikelen vind je in de derde laag. De informatie binnen de gehele portal is vrij toegankelijk. Aegon is een van de investeerders die dit mogelijk maakt.
Particulier Claimcultuur in Nederland Cunningham Lindsey zocht tijdens haar Masterclass 2010 antwoord op de vraag of er in Nederland sprake is van een veranderde claimcultuur.
ren. Wij staan bekend als een volk dat het onderste uit de kan wil hebben en – niet te vergeten – erg betweterig is.”
Evenwicht Het verlossende antwoord hierop kwam van Herman Pleij, emeritus hoogleraar Historische Nederlandse Letterkunde. “Onze cultuur accepteert (nog) geen claimcultuur”, zo stelde hij de aanwezigen gerust. “Vanaf de Mid deleeuwen hebben Nederlanders van zichzelf een beeld gecreëerd, waarin zuinigheid en vlijt de boventoon voe
Maar ondanks dat is er dus geen claimcultuur van betekenis ontstaan. Dat wijt Pleij aan ons gevoel van ge lijkheid en saamhorigheid. Hierdoor worden volgens de emeritus hoogle raar excessen in de hand gehouden en ontstaat er een evenwicht tussen ener zijds onze schraapzucht en anderzijds het gevoel “gewoon te moeten doen”.
Toekomst Dit eeuwenoude evenwicht kan echter snel worden verstoord door een ‘schlemielisering’ van het land. Talentenjachtprogramma’s en loterijen creëren een beeld dat iedereen rijk en beroemd zou kunnen worden. “Het beeld ontstaat dat iedereen hier recht of kans op heeft. Als je nog niet rijk of beroemd bent, ben je in feite een schlemiel. Hierdoor kun nen rancuneuze gevoelens ontstaan, die het ontstane evenwicht kunnen ondermijnen.”
Particulier De Jager beperkt maximale hypotheek Op voorstel van de AFM wil demissionair minister van Financiën De Jager de verstrekkingsnorm bij een hypothecaire lening per 1 januari 2011 maximeren tot 112% van de waarde van de woning, met een aflossing in zeven jaar tot 100%. In het door de AFM opgeleverde nieuwe toetskader hypo thecaire kredietverlening, dat De Jager snel zal verwerken in een Algemene Maatregel van Bestuur, worden ook de mogelijkheden om meer te lenen dan volgens het inkomen passend is door vast omschreven uitzonderingsmogelijk heden ingeperkt. Ook gaat De Jager mee in het AFMbetoog
48
Het Verzekeringsblad nummer 5 - 29 april 2010
voor een betere aansluiting van de gedragscode consump tief en hypothecair krediet.
Gezinsrestrictie FIDIN en de OvFD zijn tevreden dat een financiering tot meer dan 100% nu wel mogelijk blijft, en dat de aanvanke lijk op twee jaar gestelde overgangstermijn nu voor onbe paalde tijd geldt. Negatief zijn de intermediaire branche organisaties over de vervroegde aflossing van de maximale 12% bovenop de 100% in zeven jaar. Volgens hen jaagt dit vooral jonge gezinnen en starters op hoge lasten, waardoor zij in hun keuzevrijheid worden beknot.
korT
Branche In mei legt de AFM een extra ei Aantekening
Van 6 tot en met 20 mei controleert de AFM extra op het dienstverleningsdocument (dvd). De toezichthouder gaat voortaan vier keer per jaar steekproefsgewijs controleren op ‘de informatieverstrekking van financieel dienstverleners die vallen onder de gesloten normen’. De AFM kondigt de perioden waarin zij dat gaat doen en de speerpunten die zij daarbij hanteert, wel van tevoren aan.
Financieel dienstverleners die gecontroleerd worden en waarvan blijkt dat zij hun informatieverstrekking onvoldoende op orde hebben, worden de volgende keren standaard meegenomen in het onderzoek. Ook krijgen zij een aantekening in het toezichtdossier. Bedrijven die worden gecontroleerd, krijgen een individuele terugkoppeling, waarin zowel de positieve als negatieve feedback kan staan.
Branche VB Branchedag-pup heet Nova Tijdens de VB Branchedag 2009 werd bijna € 5000 ingezameld voor de Stichting Hulphond. Hiermee konden vier nieuwe hulphonden worden gefinancierd. Eén van de VB Branchedag-pups is Nova, geboren op 28 november 2009. Zij is in
maart bij een gastgezin geplaatst die haar gaat socialiseren. Na een jaar komt Nova terug naar het trainingscentrum van Stichting Hulphond in Herpen. Hier leert Nova allerlei praktische handelingen waarmee zij het leven van haar hulpbehoevende baasje een stuk zelfstandiger zal maken.
Advertentie
MIRA Nieuwe Generatie Acceptatie Probeer het eens in het Nederlands … … MIRA binnenkort nederlandstalig!
Het Verzekeringsblad nummer 5 - 29 april 2010
49
s ati r e
All inclusive Zag ik vorige maand – hardhandig geholpen door die Afschuwelijke Fanatieke Man – het licht en wist ik hoe ik samen met mijn ook uitgerangeerde collega’s een nieuwe toekomst tegemoet moest gaan, liggen de kaarten nu weer anders.
‘Mijn collega-barbiers en ik hebben vol overtuiging gewerkt aan een nieuw overlevingsmodel’ Nog eens de zaak overdenkend, kon ik er – alleen in theorie natuurlijk – enig begrip voor hebben dat ik geen commissie meer moest aannemen van mijn haarwaterleverancier. Een-op-een doorverkopen tegen inkoopprijs is inderdaad veel logischer. Nog een stap verder en je kan je een hele Albert Heijn voelen die nieuwe filialen opent door de suiker onder de kostprijs uit te delen. Weg met de leveranciersband en open staan voor de klant die de portemonnee dicht kan houden. Een wenkend perspectief voor een kommerloze toekomst. Mijn collega-barbiers en ik hebben vol overtuiging gewerkt aan een nieuw overlevingsmodel. Ik moet zeggen dat die er meer dan voortreffelijk uitzag. We zouden onze klanten gratis gaan knippen en scheren. Sterker: tijdens hun zit zouden ze nog geld gaan verdienen ook. Ons businessmodel was even simpel als briljant: geen gesprekken meer over de komende verkiezingen. Maar een leerzaam college over geld besparen. Jawel, we zouden springen in het gat dat CentiQ en Nibud eensgezind hadden laten vallen. Terwijl uw haren voor u kosteloos op de grond vallen, hadden we de klant willen vertellen, zijn duizenden mensen in de weer met het vullen van
50
Het Verzekeringsblad nummer 5 - 29 april 2010
flacons met high tech waters die de haren laten groeien (zodat u weer sneller gratis in de stoel kunt plaatsnemen), de roos uitbannen, de glans doen toenemen, de krullen in ere herstellen, de grijze gloed verwijderen en de klitten uitbannen. Vervolgens worden er trucks met opleggers ingeschakeld die honderden kilometers afleggen om uw exemplaar op een door ons gehuurde plek af te leveren. Zo bent u ervan verzekerd dat het flesje klaar staat als u daar behoefte aan hebt. Maar dat lost het probleem niet op dat u nu nog niet weet wanneer u de fles nodig hebt. Het moment dat de kaalheid echt toeslaat, ligt verborgen in de schoot der goden. Slechts de glazen bol kan vertellen wanneer het haar grijs wordt of wanneer de hoofdhuid fanatiek gaat schilferen. En wedden dat dat gebeurt op een moment dat u dat helemaal niet schikt, omdat u net een televisie gekocht hebt of door de baas de laan bent uitgestuurd. Wij hebben uitgerekend, vertellen we verder, wat u in een mensenleven kwijt bent aan knippen, scheren en wateren. Op dat totale bedrag hebben wij een fikse reductie toegepast en volgens de meest recente sterftetafels actuarieel herrekend in maandtermijnen. Tegen dat luttele periodieke bedrag bent u zo vaak u wilt bij ons welkom op all inclusive basis en pakt u wat u nodig hebt. Ziet u het voor u: onze hele zaak een gratis grabbelton. Wijs geworden reden we naar Amsterdam om heer toezichthouder onze innovatie uit te leggen. Het kostte drie hotelovernachtingen, maar toen begrepen ze het. Een prachtig idee, vonden ze, dat exact beantwoordt aan de letter, de geest, de sfeer en de adem van de wet. Maar net voordat we de champagne uit onze rugzak wilden halen, vroegen ze ons mee te gaan naar de hoogste verdieping. Kijk, wezen ze naar een kantoortoren: daar huist De Naaste Buurman. En die houdt er nog vooroorlogse ideeën op na. Met het advies nog even te wachten of zij een probleem voor de oplossing wisten te verzinnen, togen we weer naar huis.
Nog voordat u hypotheekzaken gaat doen, durven wij al te toasten.
Met de vooruitstrevende hypotheken van Delta Lloyd. Delta Lloyd loopt graag op de zaken vooruit. Zo introduceerden we de Nieuwbouw Hypotheek direct toen de vraag naar langere offertegeldigheid ontstond. Lanceerden we als eerste een bancaire aflosvorm voor een spaarhypotheek: de ZekerPlus Hypotheek Rekening. Spelen we in op de vraag naar dalende varianten van de ORV. En nu transparantie steeds belangrijker wordt, bieden we u de mogelijkheid om alle hypotheken netto af te sluiten. Loop ook op de zaken vooruit door nu naar www.ddd.nl/allesinhuis te gaan en u samen met Delta Lloyd extra goed voor te bereiden op een veelbelovend voorjaar. Want een toekomstgerichte adviseur vertrouwt niet op geluk, maar op een goede voorbereiding.
verzekeren bankieren beleggen
GROTE KANS DAT UW KLANT ZIJN GOUDEN HANDDRUK VEILIG WIL AANPAKKEN.
De eerste op de intermediaire markt: de REAAL GoudenHanddruk Rekening Consumenten die een gouden handdruk ontvangen, willen dat die zak met geld zo goed mogelijk wordt beschermd. En liefst nog wat groeit. Daar spelen wij op in met De GoudenHanddruk Rekening. Het product is er als opbouwrekening (sparen en beleggen met één rekening) en als uitkeringsrekening (via deposito’s). Met dit allereerste bancaire gouden handdruk product op de intermediaire markt breidt u uw advies op bancair gebied verder uit. Qua provisie kunt u kiezen uit: doorlopende provisie of provisievrij. Kiest u voor een provisievrije variant? Dan kunt u een nog scherper aanbod aan uw klant doen. Grote kans dus dat u en uw klanten de REAAL GoudenHanddruk Rekening met beide handen aanpakken!
DE REAAL GOUDENHANDDRUK REKENING. REALIST IN BANCAIRE OPLOSSINGEN De REAAL GoudenHanddruk Rekening wordt u aangeboden door REAAL Bancaire Diensten, een handelsnaam van SNS Regio Bank N.V.
mijnreaal.nl