ZORGPLAN KORENBLOEM. Kbs De Korenbloem. Jan van Arkelstraat EN Raalte. Telefoon: Website:

ZORGPLAN KORENBLOEM

Kbs De Korenbloem Jan van Arkelstraat 7 8101 EN Raalte Telefoon: 0572-362690 Website: www.korenbloemraalte.nl E-mail: [email protected]

INHOUD Bijlagen op verzoek op te vragen op school .................................................................................................. 3 Inleiding ......................................................................................................................................................... 5 Hoofdstuk 1: Zorgstructuur ........................................................................................................................... 6 Hoofdstuk 2: Niveaus van zorg .................................................................................................................... 11 Hoofdstuk 3. Taakverdeling ......................................................................................................................... 16 Hoofdstuk 4 Zorg: ........................................................................................................................................ 20 Hoofdstuk 5: Administratie......................................................................................................................... 32 Hoofdstuk 6. Leerlingvolgsysteem ............................................................................................................... 34 Hoofdstuk 7: Communicatie ........................................................................................................................ 38 Hoofdstuk 8. Schoolbegeleidingsdienst ....................................................................................................... 39

BIJLAGEN OP VERZOEK OP TE VRAGEN OP SCHOOL

1. Inschrijfformulier 2. Verslag n.a.v. extern onderzoek 3. Verslagformulier oudergesprek 4. HGPD formulier 5. HGPD vervolg formulier 6. Activiteiten schema 7. Handelingsplan 8. Hulpplan 9. Plan van aanpak 10. Leerling-besprekingsformulier 11. Leerlingspreekuur formulier 12. Tijdsteekproef voor taakgerichtheid 13. Onderwijskundigrapport WSNS (aanmelding ZPF) 14. Onderwijskundigrapport De Korenbloem 15. Dyslexiekaart 16. Hulpplan ontluikende geletterdheid 17. Hulpplan dyslexie groep 3 18. Hulpplan dyslexie groep 4 19. Hulpplan dyslexie groep 5 t/m 8 20. Aanvraagformulier dyslexie 21. Screening oudste kleuters dyslexie 22. Stappenplan aanvraag rugzakje 23. De zorgstructuur van het samenwerkingsverband 24. inhoud leerlingenmap 25. Inhoud zorgmap 26. Inhoud toetsmap 27. Inhoud organisatiemap 28. Protocol vervroegde doorstroming 29. Protocol najaarskinderen 30. Protocol overgang/doublure van groep 2 naar groep 3 31. Zorgrooster 32. Bijlage bij het zorgrooster 33. Protocol dyslexie groep 5 t/m 8 34. Protocol dyslexie groep 1 t/m 4 35. Versnellingwenselijkheidslijst 36. Afspraken met de leerkracht t.b.v. de zorg 37. Afspraken over de mappen 38. Criterium minimumprogramma 39. Onderwijskundig rapport voor verwijzing LWOO en PRO 40. Lijst toegestane toetsen bepalen leerachterstand voor LWOO en PRO

Zorgplan Korenbloem 2013-2017-pagina 3

INLEIDING De zorg voor leerlingen met specifieke leerbehoefte is een zorg voor het hele team. Wij hebben daarom afspraken gemaakt hoe wij aan deze specifieke leerbehoefte van groepen kinderen tegemoet komen op schoolniveau. In dit document is getracht een zo volledig mogelijk beeld te geven hoe de zorg op onze school wordt gerealiseerd.

Doel is dat een ieder die te maken heeft met de leerlingenzorg kan nagaan wat de gemaakte afspraken en/ of procedures zijn. Elk jaar wordt dit document bekeken en eventueel aangepast.


HOOFDSTUK 1: ZORGSTRUCTUUR

§ 1.1 UITGANGSPUNTEN (SCHOOLGIDS): UITGANGSPUNTEN VAN ONZE SCHOOL:

Als Katholieke basischool De Korenbloem willen we een open school zijn, waarin op effectieve en vernieuwende wijze goed onderwijs wordt gegeven met een katholieke grondslag. Een open school voor leerlingen, leerkrachten en ouders…

waarin kinderen……… .        

centraal staan volledig tot hun recht kunnen komen in een kindvriendelijke omgeving. goede zorg krijgen zich gekend en geaccepteerd voelen zich op eigen niveau goed kunnen ontwikkelen goede contacten hebben met elkaar en de leerkrachten zich geborgen voelen in een warm en veilig leef- en leerklimaat met plezier naar school gaan

waarin ouders……… .     

vertrouwen hebben in de school de school kennen altijd welkom zijn op de hoogte zijn van het reilen en zeilen van hun kind(eren) zich betrokken voelen bij de dagelijkse gang van zaken op de school

waarin leerkrachten………       

werken in een goede sfeer op basis van vertrouwen waardering uitspreken voor en naar elkaar elkaar ondersteunen open staan voor vernieuwingen een goede werkplek hebben zich open en uitnodigend opstellen een “luisterend oor” hebben als middel tot goede communicatie

die zorgt draagt voor goed onderwijs……… .

         

waarbij we onder andere denken aan: streven naar een veelzijdige ontplooiing in een stimulerende omgeving extra zorg “op maat” voor kinderen die dat nodig hebben directe hulpverlening binnen de klas (instructietafel) toetsen, signaleren en via een hulpplan zorg op maat geven een leerlingvolgsysteem en leerlingendossier door de hele school onderwijs op een breed gebied: van cognitief tot creatief kinderen voorbereiden op de maatschappij werken aan/ voldoen aan de door overheid vastgestelde kerndoelen voor het basisonderwijs met behulp van moderne leer- en hulpmiddelen. een goed lopende schoolorganisatie

Adaptief onderwijs: Binnen de groep werkt de leerkracht op drie niveaus. De bovengemiddelde leerling, de gemiddelde leerling en de zwakke leerling. D.m.v. Bas en het directe instructiemodel kan de leerkracht deze zorg goed verdelen, doordat de leerlingen goed zelfstandig kunnen werken en de zorg goed georganiseerd is in de groep. De kinderen zitten in de groep in heterogene groepjes. Zij kunnen veel van en met elkaar leren. De leerkracht hanteert voor de instructie het directie instructiemodel. De bovengemiddelde leerling kan na een korte instructie direct zelfstandig aan het werk en kan gebruik maken van compacten en verrijking. De gemiddelde en de zorgleerling krijgen nog extra instructie, waarna de gemiddelde leerling ook aan het werk kan. De zorgleerling krijgt nu extra inoefening of begeleide inoefening van de leerkracht. Ook kan het zijn dat de leerkracht een zorgleerling pre-teaching geeft op een vak wat nog komen gaat.

§ 1.2 ZORGSTRUCTUUR OP DE KORENBLOEM:

De centrale figuur bij zorg en begeleiding is de leerkracht. De intern begeleider coördineert de zorg en begeleiding. Bij ons op school werken twee intern begeleiders. Zij zijn samen verantwoordelijk voor de zorgstructuur en de inhoudelijke zorg op De Korenbloem. De begeleiding en coördinatie omtrent de groepen zijn onderverdeelt in groep 1 t/m 3 en groep 4 t/m 8. Er is wekelijks onderling overleg en maandelijks is er overleg met de directeur omtrent de zorg. De leerlingen krijgen 2x per jaar een rapport in februari en in juni. En daarnaast ontvangt u 5x per jaar de toetsmap. Wij voeren 3x per jaar oudergesprekken in oktober is er een kennismakingsgesprek en in februari en juni n.a.v. de vorderingen. (Met de leerlingen die extra zorg behoeven wordt er vaker een gesprek gepland in overleg met ouders) Op deze wijze worden de ouders 10x per jaar op de hoogte gesteld van de ontwikkeling van hun kinderen middels gesprek of toetsmap.


Toetsen:  

Methodegebonden toetsen CITO toetsen 4 toetsperiodes van 2 weken in november, januari, maart en mei.

Hieraan worden de leerlingenbesprekingen en de groepsbesprekingen gekoppeld.    

november januari april juni

: leerlingenbespreking : leerlingenbespreking : leerlingenbespreking : leerlingenbespreking met daarbij de groepsoverdracht

Naast deze besprekingen kennen we ook nog de incidentmethode voor de leerlingenbespreking. Na elke leerling- of groepsbespreking volgt een consultatie gesprek met de leerlingbegeleider van Weer Samen Naar School (WSNS)

Naar aanleiding van bovenstaande besprekingen worden interventies opgezet.       

groepshulpplannen worden opgezet, bijgesteld en geëvalueerd handelingsplannen worden opgezet, bijgesteld en geëvalueerd leerlingen worden aangemeld voor de consultatie met de orthopedagoog van WSNS leerlingen worden aangemeld voor een onderzoek bij WSNS, Zorgplatform, andere externe instantie. leerlingen worden aangemeld bij de GGD inschakeling bureau jeugdzorg inschakeling school maatschappelijk werk.

We hebben 4x per jaar een consultatie met de orthopedagoog van WSNS We hebben 2x per jaar een consultatie met de GGD We hebben 2x per jaar een consultatie met de schoollogopediste. Over het bovenstaande worden de ouders altijd geïnformeerd.

We kennen uitsluitend groepshulpplannen, individuele handelingsplannen en evt. ontwikkelingsperspectief. De groepshulpplannen (zorgniveau 1&2) zijn voor leerlingen die structureel een IV of V score hebben op de CITO en ook methodegebonden bij een bepaald vakgebied onder de maat (minimumdoelen) presteren.

We spreken van een handelingsplan (zorgniveau 3 & 4)als de leerling een onderzoek heeft ondergaan door de WSNS of een externe instantie en de leerling gerichte en specifieke hulp nodig heeft.

We kennen een CITO LOVS waarin alle methode onafhankelijke toetsen worden geregistreerd voor objectieve gegevens. Een geschreven interne rapportage in DOT.com en/of word, waar alle bijzonderheden van de leerling (door het hele jaar heen) worden vermeld.

Elke leerling heeft in DOT.com (ons leerlingvolgsysteem) een eigen mapje, waarin alle gegevens komen.     

Verslagen ouderavonden Verslagen extra oudergesprekken Interne rapportage bijzonderheden Evt. handelingsplannen (indien noodzakelijk ambulante begeleiding)

Op de ouderavonden koppelen leerkrachten hun bevindingen van de leerling terug naar ouders. Ouders geven ook kort een verslag over de thuissituatie. Indien er na een oudergesprek bijzonderheden zijn wordt dit in dot.com vermeld. Soms is het nodig dat er extra oudergesprekken voor de zorgleerlingen plaatsvinden. Hiervan wordt altijd een verslag gemaakt en aan de ouders ter ondertekening voorgelegd. Ook wanneer er zaken worden besproken als doublure, verwijzing of (extern) onderzoek, of wanneer er concrete afspraken met ouders gemaakt worden over de begeleiding van hun kind, wordt dit altijd vastgelegd in een verslagformulier. Dit moet worden ondertekend door ouders.


§ 1.3 DIAGRAM ZORGSTRUCTUUR:

Augustus/september: Spreekuur met IB-ers

Oefenen

November: 1e toetsronde

Zorgleerlingen en extra hulp inroosteren in weekplanning

Herfstsignalering

Maken van groepshulpplannen en handelingsplannen

Leerling-bespreking Consultatie Ouderzorggesprekken evaluatie groepshulpplannen

nieuwe groep

Mei/Juni:

Oefenen

Overgang naar Contact met ouders

Januari:

Consultatie

2e toetsronde

Leerlingenbespreking tevens groepsoverdracht

Rapport leerlingen-bespreking

Eindevaluatie groepshulpplannen ouderzorggespreken

Ouderzorggesprekken

Oefenen

Maart: Leerling-bespreking Consultatie Ouderzorggesprekken Evaluatie groepshulpplannen

Oefenen

Evaluatie groeps hulpplannen

HOOFDSTUK 2: NIVEAUS VAN ZORG Op de Korenbloem hanteren we 5 verschillende niveaus van zorg zoals omschreven is door het samenwerkingsverband. Deze niveaus van zorg zijn gebaseerd op de zorgstructuur van het samenwerkingsverband “Weer samen naar school- Salland” Hieronder volgt daarover een toelichting:


§ 2.1 NIVEAU 1: DE ALGEMENE ZORG IN DE GROEP.

 

 

De IB-er coördineert groepsgewijs methode onafhankelijk onderzoek m.b.v. de CITO module zelfevaluatie op het gebied van lezen, taal en reken/wiskunde. De IB-er organiseert leerlingenbesprekingen t.a.v. bovengenoemde gebieden.(jan/feb en mei/juni). Hiervoor is een leerlingenbesprekingsformulier ontwikkeld. De leerkracht vult vooraf het formulier in. De groepen worden besproken per vakgebied: Soc. emotioneel Lezen Taal Rekenen De IB-er organiseert leerling-besprekingen t.a.v. bovengenoemde gebieden. De leerkracht vult vooraf het formulier in. De leerkracht analyseert, signaleert en geeft adaptief onderwijs.

§ 2.2 NIVEAU 2: DE EXTRA ZORG IN DE GROEP



 

 

De leerkracht houdt consultatiegesprekken met de IB-er en de leerlingbegeleider van de WSNS. Deze consultatiegesprekken vinden op afspraak plaats. (Hieraan voorgaand wordt door de leerkracht het HGPD formulier ingevuld, in samenspraak met de IB-er) De leerkracht informeert de betreffende ouders Bij gesprekken over zorgleerlingen wordt altijd een oudergespreksformulier door de leerkracht ingevuld en dit ter goedkeuring aan de ouders voorgelegd. Dit formulier wordt door de ouders ondertekend. Één exemplaar is voor de ouders en de andere voor de school. De leerkracht stelt een groepshulpplan op: De IB-er adviseert en ondersteunt. De leerkracht of de ondersteuner voert het groepshulpplan uit, in de groep.

§ 2.3 NIVEAU 3: SPECIALE ZORG NA DIAGNOSTISCH ONDERZOEK







In principe informeert de leerkracht de ouders over een diagnostisch onderzoek en het opzetten van een handelingsplan. De leerkracht vraagt ook toestemming indien het onderzoek door externen gebeurt. De IB-er bewaakt. De IB-er ondersteunt de leerkracht bij het voeren van gesprekken met ouders over de uitkomsten van het onderzoek en het handelingsplan. Deze gesprekken worden altijd vooraf samen voorbereid. De IB-er notuleert tijdens het gesprek en de leerkracht maakt hiervan een verslag middels het oudergespreksformulier. De IB-er, de leerlingbegeleider of externen verrichten een diagnostisch onderzoek. De leerkracht stelt een handelingsplan op, de IB-er adviseert en ondersteunt.


  

De leerkracht, de ondersteuner, of externen voeren het handelingsplan uit. De IB-er houdt controle op de voortgang en is betrokken bij de evaluaties. De leerkracht geeft adaptief onderwijs; De IB-er bewaakt de voortgang en de vorderingen en zorgt eventueel voor het opzetten van een eigen leerlijn en de overdracht daarvan.

§ 2.4 NIVEAU 4: AANMELDING BIJ HET ZORGPLATFORM.





 

De leerkracht informeert ouders en vraagt toestemming voor het aanmelden bij het zorgplatform voor plaatsing SBO, aanvullend onderzoek, ambulante begeleiding of bespreking in het breed zorgteam. De IB-er stelt in samenwerking met de leerkracht een onderwijskundig rapport op. De ouders vullen het ouderformulier in en ondertekenen het. De school verzorgt de feitelijke aanmelding van de leerling bij het zorgplatform. De leerlingbegeleider of een externe deskundige verricht het onderzoek. De IB-er coördineert de inzet van collegiaal consulent of ambulant begeleidingsteam (JRK) op de eigen school indien dit aan de orde is.

De PCL:  De IB-er meldt in samenspraak met en namens de ouders de leerling aan bij de PCL.  De PCL geeft een advies en doet verslag aan de IB-er en ouders.  De IB-er doet verslag aan de leerkracht en de ouders en gezamenlijk wordt een besluit genomen.  De IB-er en/of de groepsleerkracht is bij de PCL vergaderingen aanwezig waarin een leerling van de eigen school wordt besproken.  De voorzitter van de PCL koppelt het advies terug aan de ouders.

§ 2.5 NIVEAU 5: SPECIALE ZORG OP DE SCHOOL VOOR SPECIAAL BASISONDERWIJS.

     

De IB-er verricht in samenwerking met de leerkracht de werkzaamheden voor de overgang van de leerling naar SBO De IB-er draagt de meest actuele gegevens over aan de SBO De IB-er onderhoudt contacten met de SBO over de geplaatste leerling gedurende een schooljaar. De leerkracht bezoekt de SBO v.d. leerling na ongeveer een half jaar De IB-er onderhoudt contacten rond terugplaatsing wanneer dat het geval is en bereidt die overgang voor. De SBO gaat jaarlijks na of een leerling nog is aangewezen op onderwijs in de SBO.


HOOFDSTUK 3. TAAKVERDELING

§ 3.1. TAKEN GROEPSLEERKRACHT M.B.T. DE LEERLINGENZORG

Algemeen: 



Rekening houden met verschillen tussen leerlingen zowel op leergebied als op sociaal-emotioneel gebied. Tevens bevorderen van de zelfstandigheid en het zelfvertrouwen waardoor het kind zich veilig en geaccepteerd voelt. Geven van adaptief onderwijs d.m.v. directe instructiemodel

Specifiek:        

Signaleren van leerproblemen en/of sociaal-emotionele problemen, middels afnemen van methode (on)afhankelijke toetsen en observaties. Maken en uitvoeren van hulp- en handelingsplannen, eventueel in overleg met intern begeleider en/of leerlingbegeleider Het invullen van het HGPD formulier in samenwerking met de IB-er voor een consultatiegesprek met de leerlingbegeleider. Evalueren groepshulpplannen/handelingsplannen en vorderingen van het kind Bespreken van leerlingen m.b.t. leervorderingen en gedrag tijdens leerlingbesprekingen Bespreken van de groep op sociaal-emotionele ontwikkeling en/of op leergebied Eventueel bijwonen van bijeenkomsten van de PCL m.b.t. een kind dat is aangemeld van jouw groep Informeren van de ouders t.a.v. extra en speciale zorg voor hun kind en toetsgegevens en de verslaglegging hierover.

§ 3.2. TAAKOMSCHRIJVING INTERN BEGELEIDER:

Coördinerende taken Algemene coördinerende taken:     

Coördineren en bewaken van een schoolintern leerlingvolgsysteem Begeleidingstaak bij aanmelding, verwijzing, toelating en mogelijk terugplaatsing van leerlingen naar en van het speciaal onderwijs Dossiervorming en dossierbeheer Verzamelen van toetsgegevens en / of groepsoverzichten Het hebben van een coördinerende rol m.b.t. methodegebruik en methode-inhoud in relatie met zorgverbreding



Het herinneren aan toetsafnames, bewaken en mede interpreteren van toetsresultaten.  Aanreiken van leer-en hulpmiddelen, het geven van tips en het beheren, coderen en stimuleren van het gebruik van de orthotheek  Opstellen van protocollen  Onderhouden van het zorgplan Taken met betrekking tot leerlingbegeleiding:  Voorbereiden en voorzitten van leerlingbesprekingen. 2x per jaar.  Leerling-spreekuur met de leerkrachten én leerlingbegeleider: N.a.v. de leerlingbespreking worden ouders door de leerkracht ingelicht en wordt een HGPD formulier ingevuld voor de bespreking met de leerlingbegeleider. De HGPDformulieren van de desbetreffende leerlingen en eventueel andere relevante gegevens uit het dossier worden een week van tevoren opgestuurd naar de leerlingbegeleider.  Bespreking met GGD: GGD neemt contact op met de IB-er over de te bespreken leerlingen.  Coördineren van de oudervoorlichting omtrent zorgverbreding Taken met betrekking tot leerling-gebonden financiering  Begeleiding rugzakleerlingen en leerkrachten.  Aanvraag rugzak  Coördineren rugzakbegeleiding  Contact onderhouden met de AB-ers  Gesprekken met AB over rugzakleerlingen Taken m.b.t. de zorgstructuur:  Opstellen zorgrooster  Invullen en bespreken van het inspectierapport  Aanvullen leer- en ontwikkelingslijnen  Afspraken maken / updaten m.b.t. dossiervorming  Opstellen van groepshulpen handelingsplannen  N.a.v. nieuw binnengekomen leerlingen via de bouw- en teamvergaderingen of leerlingbespreking, wordt er door de leerkracht een handelingsplan gemaakt. De IB-er adviseert hierin.  Tussenevaluatie van de groepshulpen handelingsplannen en bijstelling van handelingsplan:  De leerkracht stelt het groepshulp- of handelingsplan bij, de IB-er adviseert en begeleidt hierin.  Eindevaluatie groepshulpen handelingsplannen en bijstelling van de groepshulpen handelingsplan: 

Is de doelstelling behaald? Hoe gaan we verder? De leerkracht sluit het groepshulpen handelingsplan of en stelt afspraken op voor het volgende schooljaar, de IB-er adviseert, en begeleidt hierin.


Contacten met diverse deskundigen (zowel intern als extern):           

Wekelijks overleg met de IB-ers onderling. Maandelijks overleg met directie. Contacten onderhouden met de leerlingbegeleider. Contact met zorgplatform Contact met breedzorgteam Contact met PCL Contact met RIAGG Contact met Ambelt Consultatie GGD Consultatie logopediste Consultatie leerlingbegeleidster

Taken m.b.t. WSNS         

Participeren in netwerk van intern begeleiders en verslag doen van bijeenkomsten Onderhouden van contacten met externe instanties o.a. WSNS , netwerk IB WSNS netwerkbijeenkomsten WSNS werkoverlegbijeenkomsten WSNS intervisie Gesprek met de zorgcoördinator van WSNS Evaluatie formulier invullen n.a.v. de zorg Contacten onderhouden met Zorgplatform. Contact onderhouden met de PCL

Begeleidende taken             

Collegiale consultatie; hulp en advies geven aan collega’s m.b.t. zorgleerlingen Indien gewenst leerkracht hulp bieden bij het maken van een hulp- en/ of handelingsplan en evalueren. Leerkrachten ondersteunen bij het zoeken van remediërend materiaal / wegwijs maken in de orthotheek Observeren van klassensituaties Informeren van leerkrachten en directie Coachen van leerkrachten Onderhouden van contacten met ouders van zorgleerlingen Deelnemen aan gesprekken tussen leerkrachten en leerlingbegeleider en eventueel directie Het mede interpreteren en analyseren van verkregen informatie m.b.t. prestatie of gedrag van leerlingen Begeleiden van kinderen met een eigen leerlijn Waar nodig gesprekken voeren met ouders en leerkrachten van zorgleerlingen Samen met de leerkracht invullen aanvraag dyslexieverklaring Samen met de leerkracht invullen van (onderwijskundig) rapporten van het zorgplatform of andere externe instanties.

     

 

  

Samen met de leerkracht gedragsvragenlijst invullen behorende bij onderzoeken van het zorgplatform of Riagg Verslaglegging n.a.v. consultatie met leerlingbegeleidster Aanmelden van kinderen voor onderzoek. Invullen van onderwijskundige rapporten van leerlingen die naar het LWOO gaan. Begeleiding in het verwijzen van leerlingen naar LWOO Het houden van leerlingbespreking en voortgangsgesprek over de (zorg)leerlingen met alle leerkrachten van een bouw of individueel. Leerkrachten vullen vooraf een leerling-, besprekingsformulier in. Kennisoverdracht bij inhoudelijke vergaderingen Analyseren van de zorg; uitwerken van didactische leerlijnen n.a.v. toetsresultaten en gegevens afkomstig uit leerlingbesprekingen, plannen / ideeën terugkoppelen naar het team Evalueren van de zorgverbreding, ook met het team Motiveren van leerkrachten Initiatieven nemen in innovatieve veranderingen m.b.t. het didactisch en sociaalemotioneel functioneren van de leerlingen binnen de school

CITO   

Analyseren van leerlingvolgsysteem Dossiervorming van de CITO gegevens N.a.v. de trendanalyse een verbeteringstraject opstellen, invoeren en evalueren.

Vakspecifieke begeleiding / taken:       

Invoeren van compacten en oriënteren op verschillende verrijkingsmaterialen. Opstellen dyslexie handelingsplan Opstellen dyslexiekaart Opstellen van werkschema van spelling Invoeren dyslexieprotocol bovenbouw Opstellen leerroute taal op maat d.m.v. compacten Lezen van boeken ter professionalisering


HOOFDSTUK 4 ZORG:

§ 4.1. AANDACHTSLEERLINGEN / ZORGLEERLINGEN

Aandachtsleerling : Je praat over aandachtsleerlingen wanneer je met een kind in niveau 1 of 2 zit ( niveaus zie bijlage). De leerkracht houdt rekening met verschillen en anticipeert op eventuele problemen die tijdens het lesgeven aan het licht komen (niveau 1). De extra hulp wordt vermeld in de weekplanning en wordt ook daarin regelmatig geëvalueerd. Een aandachtsleerling is ook een leerling die voor een kortere tijd meer intensieve zorg nodig heeft. Deze zorg stelt de leerkracht in overleg met de IB-er op en legt dit vast in een groepshulpplan. De leerkracht informeert ouders hierover (niveau 2). Definitie van zorgleerlingen: Binnen het samenwerkingsverband WSNS Salland spreken we van een zorgleerling wanneer een leerling speciale zorg krijgt na diagnostisch onderzoek. De niveaus 1 en 2 zijn dan al doorlopen. Voor elke zorgleerling wordt een handelingsplan opgesteld en uitgevoerd Noot: Jonge risicoleerlingen zijn ook zorgleerlingen; zij doorlopen niveau 1 en 2 snel. Hoogbegaafde leerlingen kunnen ook zorgleerlingen zijn. In niveau 1 en 2 spreken we niet van een handelingsplan, maar van een hulpplan. Een handelingsplan is altijd gebaseerd op diagnose (diagnostisch onderzoek) en wordt toegevoegd aan het dossier.

§ 4.2. GROEPSHULPPLAN / HANDELINGSPLAN

Groepshulpplannen Zorgniveau 1 en 2:  

 

Voor kinderen die verdiepte instructie krijgen of uitdaging wordt een groepshulpplan opgesteld. De ouders van de kinderen die in aanmerking komen voor pre-teaching worden op de hoogte gebracht. Tevens wordt dit ook vermeld in dot.com en op het formulier zorgregistratie De leerkracht stelt het groepshulpplan zelf op. Hierbij krijgt hij/zij ondersteuning en advies van de IB-er. De leerlingen in de groepshulpplannen zijn nog geen zorgleerlingen.

 



De groepshulpplannen van de leerlingen worden elke 8 weken geëvalueerd en bijgesteld Indien het groepshulpplan geen gewenst resultaat heeft opgeleverd, wordt de leerling aangemeld voor consultatie. Hieruit kan een nieuw hulpplan worden opgezet. Indien tijdens de consultatie blijkt dat verder specialistisch onderzoek noodzakelijk is, wordt de leerling hiervoor aangemeld bij het zorgplatform of een andere externe instantie. De leerling gaat dan naar zorgniveau 3 en is nu een zorgleerling. Indien er weer een plan opgesteld wordt, spreekt men van een handelingsplan.


Handelingsplan Zorgniveau 3,4 en 5: 







 

Een handelingsplan wordt opgesteld voor leerlingen die langere tijd structureel uitval vertoont op een specifiek vakgebied of op gedrag. Deze leerlingen zijn in consultatie geweest bij de leerlingbegeleider en/of hebben een onderzoek gehad bij een externe instantie. Ook kan er voor de leerling een rugzakje aangevraagd zijn. Het handelingsplan wordt door de leerkracht en de IB-er samen opgesteld met de gegeven adviezen n.a.v. het onderzoek en/ of gesprekken met de ambulant begeleider. Het handelingsplan wordt door de leerkracht en de IB-er samen bijgesteld en geëvalueerd n.a.v. het consultatiegesprek met de leerlingbegeleider en/of gesprekken met de ambulant begeleider. Met de ouders van de zorgleerlingen, de leerlingbegeleider en/of de ambulant begeleider worden aan het eind van het jaar de handelingsplannen geëvalueerd en afspraken gemaakt voor het volgend schooljaar. Drie keer per jaar worden de vorderingen met de ouders en evt. AB-er besproken. Aan het eind van het jaar schrijft de leerkracht de eindevaluatie in het handelingsplan en de vervolgafspraken die met de ouders gemaakt zijn voor het volgende schooljaar. De nieuwe leerkracht kan dan direct met het handelingsplan beginnen.

§ 4.3 DOUBLEREN

Het komt voor dat de ontwikkeling van een kind op meerdere gebieden stagneert en dat een kind gebaat is bij meer onderwijstijd. In zo’n geval adviseren wij ouders te overwegen hun zoon of dochter een extra jaar te gunnen. Bij deze overweging kijken we zowel naar de ontwikkeling op leergebieden als naar de sociaal-emotionele ontwikkeling. Het kind moet in balans zijn, dus goed in zijn vel zitten om zich te kunnen ontwikkelen. Een advies komt weloverwogen tot stand in overleg met leerkrachten, de interne begeleiders en soms ook met de leerlingenbegeleider van WSNS. Het streven is om vroegtijdig te signaleren en deze kinderen in de onderbouw dat extra jaar te gunnen, waardoor vooral de basis wordt verbreed en verdiept. De uiteindelijke beslissing ligt bij de directie.

§ 4.4 VERSNELLEN

Soms komt het voor dat er kinderen zijn die zowel op cognitief gebied als op sociaalemotioneel gebied veel verder zijn dan andere kinderen in hun groep. In gesprekken met ouders, leerkracht en interne begeleider wordt dan de mogelijkheid bekeken of het zinvol is op de lange termijn om een jaargroep over te slaan. Hiervoor hanteren wij een

“versnellingswenselijkheidslijst” (zie bijlage), welke ingevuld wordt door de school en de ouder(s) en de betreffende leerlingen het protocol vervroegde doorstroming (zie bijlage) Deze vragenlijst onderzoekt zowel de cognitieve- als sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerling. Het versnellen is een weloverwogen beslissing na een zorgvuldige procedure, waarbij er vele gesprekken zijn met de leerkracht, interne begeleider, ouders en leerling. De uiteindelijke beslissing ligt bij de directie.


§4.5 NAJAARSKINDEREN

De overgang van een leerling in de kleutergroepen heeft tegenwoordig niets te maken met de leeftijd of geboortedatum voor of na 1 oktober, maar wel met de cognitieve en sociaalemotionele ontwikkeling die de leerling doormaakt. De regeling dat een kleuter voor 1 oktober 6 jaar moet zijn om naar groep 3 te kunnen, is afgeschaft. We willen als school bevorderen (maar niet verplichten) dat de verblijfsduur acht aaneengesloten jaren bedraagt.

Om een goede weloverwogen beslissing te kunnen nemen over de versnelde overgang van deze zo genoemde “najaarskinderen” heeft de Korenbloem een najaarsprotocol opgesteld (zie bijlage). In januari worden alle kinderen die tussen 1 oktober en 31 december 4 jaar zijn geworden besproken in een speciale leerling-bespreking. In principe gaat elk kind door mits hij/zij voldoet aan de minimumdoelen. Hierbij zijn de leerkrachten van de groepen i-1-2, de interne begeleiders en directie aanwezig. Voor een weloverwogen beslissing om meegenomen te worden in het verdere traject in het najaarsprotocol, wordt er o.a. gekeken naar de werkhouding, spelontwikkeling, taal- en rekenontwikkeling en sociaal-emotionele ontwikkeling. Alle ouders worden door de leerkracht geïnformeerd. Samen proberen ze tot een goede keuze te komen over een versnelling in de kleutergroepen of een verlengde kleuterperiode.

De uiteindelijke beslissing over versnelling of verlengde kleuterperiode bij najaarskinderen ligt bij de directie.

§ 4.6 DYSLEXIE

Wij volgen op school het protocol leesproblemen en dyslexie opgesteld door WSNS en de eisen voor vergoede Diagnose en Behandeling van Dyslexie (ONL-begeleiding). Voor verdere informatie zie het protocol (bijlage) zelf. Er zijn standaard uniforme hulpplannen voor de kinderen beschikbaar. Het plan wordt voor elke leerling specifiek gemaakt. Voor de inhoud van de begeleiding van de kinderen verwijs ik u naar de bijlage waarin de hulpplannen staan. Wanneer de leerling na de basisschool naar het Carmel College gaat, vindt er dan een dyslexieonderzoek plaats. Dit onderzoek wordt vergoed door het Carmel College. In groep 8 worden de dossiers van de leerlingen met een vermoeden van dyslexie geanalyseerd tijdens

een consultatiegesprek met de leerlingbegeleider. Wanneer na dossieranalyse blijkt dat de leerling voor een dyslexieonderzoek in aanmerking komt, wordt de leerling hiervoor aangemeld. De ouders vullen dan ook een ouderformulier in. De leerkracht vult samen met de IB-er een dyslexieaanvraagformulier in. De leerling krijgt thuis een oproep wanneer het onderzoek zal plaats vinden. Na het onderzoek krijgen de ouders en de school een verslag over de uitslag.

§ 4.7 MEERBEGAAFDE KINDEREN:

Op de Korenbloem willen we de kinderen zo veel mogelijk zorg op maat bieden. Veelal gebeurt dit bij kinderen die op een bepaald gebied extra hulp nodig hebben (te denken valt aan leer- of gedragsproblemen). Echter, er is ook een categorie kinderen die juist extra uitdaging op diverse leergebieden nodig heeft. De bedoeling is om deze kinderen aan te spreken op hun creatieve denkvermogen. Wij als de Korenbloem doen wat binnen onze vermogens ligt, maar soms is het wenselijker om je expertise te bundelen met andere scholen binnen het bestuur. In samenwerking met mijnplein is er de zogenoemde Plusklas opgezet. In deze Plusklas zitten de zgn. meer- of hoogbegaafde leerlingen. Wij en het bestuur vinden het ongewenst om een aparte school of een aparte permanente klas in te richten waar deze kinderen hun gehele schooltijd in verblijven. Het is vanuit sociaalemotioneel perspectief belangrijk dat kinderen ook in hun eigen groep op hun eigen school blijven functioneren. Momenteel draait er binnen de stichting een zogenoemde Plusklas. De doelstelling van deze klas is:   

het welbevinden van kinderen vergroten (door o.a. passende uitdaging te bieden en omgang met ontwikkelingsgelijken) kinderen inzicht geven in hun capaciteiten, hun sterke en minder sterke kanten kinderen leren samenwerken

Leerlingen die opvallen onder de noemer meerbegaafde kinderen. Wanneer een leerling hiervoor in aanmerking komen moet de leerling wel aan een aantal eisen voldoen: op alle vakgebieden bij de CITO voornamelijk I- Score en een goede zelfstandige werkhouding.


Compacten/verrijken: (Wereld in Getallen, Taal op Maat schooljaar) De kinderen die op een bepaald vakgebied langere tijd een I- score halen kunnen extra uitdaging krijgen in de vorm van compacten/verrijken. De kinderen doen met de basisstof van de groep mee (dit wordt voor hen compacter gemaakt, zodat ze hieruit alleen de uitdagende opdrachten maken) en krijgen verdieping d.m.v. verrijkende materialen. Dit materiaal (BV Kien met Rekenen) zet hen aan tot creatief en oplossingsgericht denken en werken.

§ 4.8 EIGEN LEERLIJN?

Wanneer een kind moeite heeft op een bepaald vakgebied (d.m.v. uitval op de methode gebonden toetsen en CITO toetsen) wordt er in eerste instantie wordt gekeken naar de mogelijkheid om de leerling met extra instructie en inoefening de volgens de minimumdoelen van de methode te laten werken. Hierna kan eventueel in overleg met de IB-er geprobeerd worden de minimumdoelen te bereiken m.b.v. met een groepshulpplan (zorgniveau 2). Het kan het kind besproken worden tijdens het consultatiegesprek met de leerlingbegeleider om te kijken op welke manier we kunnen proberen om het kind bij te spijkeren. Tevens wordt er door middel van methode- onafhankelijk toetsen bepaald wat de achterstand van een leerling op het desbetreffende vakgebied is. Ook dient hierbij gekeken te worden naar de werkhouding en de sociale ontwikkeling. Indien blijkt dat het groepshulpplan niet voldoende effect (aantal keren achtereen Lage IV en/of V scores op de CITO toetsen) heeft gehad om met de reguliere groep verder te gaan worden vindt er (in overleg met ouders) een onderzoek plaats door de leerlingbegeleider van WSNS (zorgniveau 3). D.m.v. het onderzoek proberen we te achterhalen hoe groot de achterstand is en waar de hiaten zitten. N.a.v. het onderzoek stelt de onderzoeker een verslag met advies op. Dit wordt met de ouders en de school gecommuniceerd waarna er kan worden besloten tot het werken op een eigen leerlijn. De achterstand dient dan zo veel te zijn dat deze niet meer in te halen is, in principe één jaar of meer. Tevens moet men bekijken of een jaar doubleren eventueel zin heeft om de achterstand in te halen of dat het om één vakgebied gaat waarbij doubleren geen zin heeft. Wanneer blijkt dat dit alles geen effect heeft, kan de school ervoor kiezen om het kind op een eigen leerlijn verder te laten gaan. Dit wordt ook besproken met het team en de ouders. Het laten werken met een eigen leerlijn heeft nl. ook consequenties voor de volgende groepen. Echter wanneer dit op meerdere vakgebieden (meer dan 2) zou zijn is dit niet reëel voor het kind en voor de school niet haalbaar om hiervoor juiste hulp te bieden.

Wat moet er op papier staan m.b.t. een eigen leerlijn?    

Bij welke vakken is dit? Welk werk doen ze? Wat zijn de doelen (korte en lange termijn)? Wie geeft er wanneer instructie? Is er een doorgaande lijn t/m eind groep 8

       

Einddoel groep 8 is minimaal beheersingsniveau van de leerstof van groep 6 (referentieniveau 1F-lijn) Houdt altijd het ontwikkelingsperspectief voor ogen: kan de leerling met deze hulp op de basisschool blijven? Welke eisen worden aan dit werk gesteld? Hoe zit het met toetsen? Waar zijn eventuele materialen te vinden? Welke tijdstippen/momenten? Op welke plaats/in welke groep? Afspraken die met ouders gemaakt zijn

Bij een leerling met het vermoeden van dyslexie wordt in het geval van een eigen leerlijn niet altijd een onderzoek afgenomen. Dit onderzoek vindt plaats in groep 8. Deze leerling wordt wel uitgebreid besproken d.m.v. een consultatiegesprek met de leerlingbegeleider van WSNS. De IB-er beslist in overleg met de leerkracht, leerlingbegeleider en natuurlijk de ouders of de leerling een eigen leerlijn krijgt.


§ 4.9 LGF

Elke leerling heeft een bepaalde behoefte zich te kunnen ontwikkelen. In sommige gevallen heeft een kind meer zorg nodig. Wanneer er een diagnose gesteld is kan in sommige gevallen een rugzakje aangevraagd worden voor extra begeleiding van een leerling op de basisschool Toelatingsbeleid t.a.v. kinderen met een rugzakje Onze school moet zicht hebben op die ontwikkelingsbehoefte en moet mogelijkheden zien om aan die behoefte te kunnen voldoen. Onze school hanteert daarom criteria, waarvan we gebruik maken om te onderzoeken of de school daadwerkelijk aan de ontwikkelingsbehoefte van elke leerling tegemoet kan komen. Wat is de rugzak? De rugzak, officieel heet het Leerling Gebonden Financiering (LGF), is bedoeld om ouders meer keuzevrijheid te geven tussen regulier en speciaal onderwijs voor hun kind met een gediagnosticeerde handicap of stoornis. De extra middelen, die voor een kind met een handicap of stoornis nodig zijn om onderwijs te volgen, gaan als het ware in een rugzakje mee als het naar een reguliere school gaat. Overigens krijgen ouders die middelen niet zelf in handen. Die zijn bestemd voor de school. Een deel is bestemd voor de begeleiding door een speciale school (Ambulante begeleiding). Een ander deel is bedoeld voor bijvoorbeeld remedial teaching voor taal, lezen, rekenen of sociaal-emotionele ontwikkeling. En tenslotte krijgt de school ook extra geld voor het aanschaffen van extra leermiddelen, zoals een speciale reken- of leesmethode, een speciale pen of een aangepast bureau. Het kan zijn dat uw kind ook een persoonsgebonden budget krijgt. Dit is niet bedoeld voor onderwijsvoorzieningen, maar voor (para-) medische begeleiding van uw kind. Heeft uw kind veel hulp nodig, dan kunnen in sommige gevallen de zorg en begeleiding van uw kind op school ook uit het persoonsgebonden budget worden betaald. De IB-er zorgt voor de aanvraag en de coördinatie. De leerkracht en de rugzakbegeleider zorgen voor de uitvoering. De gesprekken zullen zoveel mogelijk onder schooltijd plaatsvinden. Dit gaat ten koste van de begeleidingstijd van de rugzakleerling. Bij de gesprekken zijn aanwezig: de ouders, de leerkracht, de rugzakbegeleider, de IB-er en de ambulant begeleider. De verslaglegging van de AB gesprekken gebeurt door de AB-er. N.a.v. het begeleidingsplan van de gesprekken met de AB-er, wordt er een handelingsplan gemaakt. De leerkracht schrijft dit plan in overleg en met ondersteuning van de rugzakbegeleider en de IB-er. Zie bijlage: Stappenplan voor aanvraag rugzakje en ambulante begeleiding van een REC school.

§ 4.9 VERWIJZING VOORTGEZET ONDERWIJS:

Na acht jaar basisonderwijs verlaat een leerling De Korenbloem. D.m.v. de volgende handelingen proberen we tot een goed advies, wat betreft de vorm van het vervolg onderwijs te komen. Het doel van dit advies is dat de leerling een goede kans van slagen heeft en zich prettig voelt op de gekozen vorm van Voortgezet Onderwijs. Het advies van de basisschool is gebaseerd op: -

De leerprestaties van de leerling,

-

De concentratie, motivatie, werkhouding en zelfstandigheid van de leerling,

-

Huiswerk, planning en verantwoordelijkheid van de leerling.

Tijdspad

Mei: Overleg leerkrachten groep 7 en ib-er over voorlopig advies. Juni (eind groep 7): Voorlichting door leerkracht in de klas. Voorlopige prognose van de CITO n.a.v. de CITO Entree toets wordt besproken met kind en ouder(s). Dit wordt vastgelegd op oriëntatieformulier November: Voorlichting door leerkracht in de klas. Adviesgesprek met kind en ouder(s). Februari: Eind CITO Maart: Uitslag CITO Eindgesprekken met ouders op school. Uitgangspunten zijn o.a. conclusies gemaakt in november, resultaten afgelopen schooljaar en CITO-uitslag Definitieve opgave naar het Voortgezet Onderwijs

Procedure aanmelding LWOO / PRO


In november wordt contact opgenomen met de ouders van de leerlingen, waarvan de prognose op het voorlopig leerlingrapport een verwachte score toont van 525 of lager. Met deze ouders wordt het traject voor leerwegondersteuning nog even uitgebreid toegelicht. Deze leerlingen maken in november/december een aantal toetsen op het gebied van technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en rekenen. Ook wordt er een sociaal emotionele vragenlijst voor de desbetreffende leerling ingevuld. In de map Verwijzing LWOO/PRO is te vinden welke toetsen hiervoor in aanmerking komen. Wanneer blijkt dat op een aantal onderdelen van deze toetsen de leerachterstand (LA=1-(Dle/DL)) lager is dan 0,25 (en dan niet de combinatie technisch lezen en spelling), dan wordt deze leerling aangemeld voor een IQ test bij het Carmel (vóór 1 januari). Er wordt dan een onderwijskundig rapport ingevuld door de leerkracht en de IB-er. Dit rapport wordt samen met het aanmeldingsformulier en de kopie legitimatiebewijs/uitreksel basisadministratie(gemeente) voor 1 januari naar het Carmel College Salland opgestuurd. Eind januari begin februari wordt er dan door het Carmel College een intelligentietest afgenomen. De school krijgt ook de uitslag van het intelligentieonderzoek. Indien een leerling die een hogere verwachting dan 525 heeft gescoord op het voorlopig leerlingrapport, op de eindtoets toch 520 of lager scoort, wordt er alsnog een intelligentie onderzoek door het Carmel College Salland afgenomen. Dit onderzoek vindt in april plaats.

Totstandkoming van de schoolkeuze Voortgezet Onderwijs: 1) Wens kind, 2) Wens ouders 3) Advies basisschool, 4) Uitslag CITO eindtoets, 5) Eventueel schoolkeuzetest

Zie onderstaand schema:


HOOFDSTUK 5: ADMINISTRATIE Om voor een goede informatieoverdracht te zorgen is de administratie m.b.t. de leerlingenzorg van cruciaal belang. Om de communicatie zo helder mogelijk te maken, maken we hierbij gebruik van uniforme formulieren en mappen. In elk lokaal ligt een organisatiemap en leerlingenmap. Omdat in bijna alle groepen meerdere leerkrachten werken is het nodig en noodzakelijk duidelijke en gerichte informatie door te geven aan de collega. Bovendien kan het zijn dat door onverwachts uitvallen van iemand, bijvoorbeeld door ziekte, een vervanger de klas moet waarnemen. Hij/ zij zal met deze informatie bij de hand meteen de groep moeten kunnen overnemen. Hij/zij moet afspraken die gemaakt zijn kennen en weten welke lesstof die dag op het programma staat. De leerlingenmap en de zorgmap wordt aan het eind van het schooljaar overgedragen aan de volgende leerkracht. Voor de inhoud hiervan verwijzen wij naar de bijlage. Tevens houdt de leerkracht van elke leerling in Dot.com bijzonderheden bij. Hierin staan de bijzonderheden van de hele schoolloopbaan van een leerling. Alle administratie wordt zo veel mogelijk digitaal door de leerkracht verwerkt en opgeslagen. De verslagen en plannen e.d. worden ingevuld op dezelfde formulieren die te vinden zijn op de L-schijf  IB en in Dot.com..

§ 5.1 INHOUD ORGANISATIEMAP

Deze map gebruik je gedurende de week. Hierin staan adressen van instanties, leerlingenlijst, abonnementen, plattegrond, regels en afspraken enz. Daarnaast is er een aparte map voor invallers zodat deze direct met de groep aan de slag kunnen.

§ 5.2 INHOUD LEERLINGENMAP

In de leerlingenmap zit alle informatie dat van belang is voor een leerling. Per leerling wordt in dot.com tenminste 2x per jaar aangevuld op de computer (handig is n.a.v. een ouderavond of oudergesprek), te weten in november en maart. Deze momenten lopen gelijk met de rapporten en of de oudergesprekken. Na de groepsoverdracht wordt, per leerling, het meest recente blad toegevoegd aan de leerlingenmap. Ook tussentijdse verslagen, zoals een verslag van logopedie, oudergespreksformulier, fysiotherapie e.d. krijgen een plekje in deze map of worden in DOT.com gezet.

§ 5.3 INHOUD ARCHIEFKAST/ DOSSIER

Hierin komen alle afgesloten zaken van een leerling, maar ook de onderzoeksverslagen. Dit in verband met de privacygevoeligheid van de verslagen.





   

Aan het eind van het schooljaar wordt de leerlingenmap opgeschoond. Belangrijke zaken, die zijn afgesloten (logopedie / oudergespreksfomulieren / fysiotherapie e.d.) gaan in de archiefkast, zaken die niet meer relevant zijn kunnen worden vernietigd. Formulieren die er dubbel inzitten worden er uit gehaald en vernietigd! Belangrijke zaken uit de leerlingenmap, die zijn afgesloten (logopedie / oudergespreksfomulieren / fysiotherapie e.d.) gaan in de archiefkast, zaken die niet meer relevant zijn kunnen worden vernietigd. De dossiers uit de kast mogen niet mee naar huis genomen worden. De dossiers blijven op school in de dossierkast. De CITO uitdraaien hoeven niet in de dossierkast Ook alle ambulante begeleidingsformulieren zitten in een map in het dossier van de leerling. De IB-er houdt van elke groep een map bij met daarin de leerlingenbesprekingen en de CITO uitdraaien.


HOOFDSTUK 6. LEERLINGVOLGSYSTEEM We volgen de leerlingen op een aantal manieren: 

observaties o o o o o o

spelgedrag sociaal emotioneel concentratie taakgerichtheid belangstelling netheid

enz.



Gegevens logopedie



Gesprekken GGD ( mits toestemming van ouders) Groep 2 en groep 7



methode gebonden toetsen



CITO toetsen – LOVS CITO toetsen - CITO entree toets groep 7 - EIND CITO groep 8



Gesprekken met ouders of andere deskundigen die betrokken zijn bij de leerling



Interne rapportage

Op deze manier hopen wij een zo compleet mogelijk beeld te krijgen van een leerling.

We gebruiken de CITO (Entree-, Eind)toets om de volgende redenen:  

 

Het is een onafhankelijk toetsmiddel ter controle van het onderwijsniveau, Het is een tweede gegeven, dat door Carmel College Salland gevraagd wordt i.v.m. toelatingsprocedure voor het voortgezet onderwijs. Het wordt in groep 8 gebruikt als ondersteuning van het schooladvies. Het brengt de leervorderingen gedurende de gehele schoolloopbaan goed (visueel) in beeld.

Op de toetskalender staat beschreven wanneer en hoe welke toets afgenomen moet worden. De wijze van gebruik van het toetsmateriaal is per groep verschillend: Groep 1 t/m 4 werken in de CITO boekjes. Groep 5 t/m 8 werken met antwoordbladen

§ 6.1 AFSPRAKEN M.B.T. CITO EN METHODE-GEBONDEN TOETSEN:

 





De resultaten van de Cito-toetsen worden verwerkt op de computer. Als een leerling op een Cito-toets opvallend uitvalt (IV/V score), wordt er door de leerkracht evt. een foutenanalyse gemaakt. Dit wordt besproken met de IB-er tijdens het leerlingspreekuur. De toetsoverzichten van VLL gaan van groep 3 mee naar groep 4. Daarna worden alleen de overzichten van de zeer zwakke lezers nog bewaard in de dossierkast. De methodegebonden toetsen kunnen aan het eind van het jaar vernietigd worden.

Voor de groepen 1 en 2 wordt de procedure voor het toetsen hieronder even kort toegelicht:

§ 6.2 GROEP 1

Voorafgaand aan de eerste schooldag:     



Uiterlijk acht weken voordat uw kind vier jaar wordt zijn ouders uitgenodigd voor een intakegesprek. Uiterlijk zes weken voordat uw kind vier jaar wordt ontvangt u een uitnodiging voor de ‘wendagen’. Twee weken voor een kleuter vier jaar wordt, mag hij/zij op vier keer school komen om alvast te wennen. Bovendien komt de betreffende leerkracht, bij het eerste kind uit een gezin, op kennismakingsbezoek. Memelink: Dit wordt meerdere malen per jaar ingevuld. De bevindingen hiervan worden mee genomen naar de ouderavonden en hier besproken met de ouders. Memelink wordt m.i.v. schooljaar ‘13-’14 vervangen door een ander LVS. CITO Taal voor kleuters: M1 in januari en E1 in juni groep 1. CITO Ordenen wordt afgenomen in januari (M1) juni (E1).


§ 6.3 GROEP 2



   

Leesprotocol wordt door de leerkracht afgenomen bij alle leerlingen in januari en in mei. Aan de hand van deze screening wordt bepaald of een kind in aanmerking komt voor de “voorschotbenadering”. CITO Taal voor kleuters: M2 in januari en ook in juni (E2) CITO Ordenen: M2 in januari en ook in juni(E2). Memelink wordt meerdere malen per jaar ingevuld Groep 3 Rijpheidprotocol: Dit wordt aan het eind van het schooljaar afgenomen bij die kinderen waarvan het onduidelijk is of ze over kunnen naar groep 3.

§ 6.4 GROEP 3 T/M 8

Zie toetskalender en protocol leesproblemen en dyslexie.

§ 6.5 ANALYSE VAN DE CITO-TOETSEN

Wanneer een Cito-toets is afgenomen, worden de scores van de toetsen ingevoerd op de computer. Dit wordt door de leerkracht zelf ingevoerd. N.a.v. de uitslag wordt bepaald welke leerlingen hulp nodig hebben. Voor de kinderen met een IV- of een V-score moet meestal een groepshulpplan gemaakt worden. Het groepshulpplan wordt aan de IB-er gegeven. Twee keer per jaar maakt de adjunct directeur een trendanalyse van alle gemaakte CITO-toetsen. Dit wordt besproken in een team- of bouwvergadering.

§ 6.6 INTERNE RAPPORTAGE:

Opvallende zaken op sociaal-emotioneel en lichamelijk gebied of veranderingen in de thuissituatie van een kind worden gedurende een jaar genoteerd in dot.com van de desbetreffende leerling op de computer.

§ 6.7 OVERDRACHT NAAR EEN VOLGENDE GROEP

Voor de zomervakantie worden alle kinderen die naar de volgende groep gaan besproken met de huidige leerkracht, de nieuwe leerkracht en de intern begeleider middels de groepsbespreking. Voorafgaand hieraan wordt door de huidige leerkracht in Dot.com een overdracht ingevuld. De kinderen worden besproken op sociaal emotionele ontwikkeling, werkhouding, taallezen, rekenen en wereldoriëntatie. Tevens wordt de groep in het algemeen besproken. In het groepsbesprekingsformulier wordt vermeld welke kinderen extra instructie krijgen, welke kinderen werken met compacten, welke kinderen in het protocoldyslexie zitten en welke kinderen handelingsplannen hebben. De nieuwe leerkracht weet zo direct welke hulp hij in de nieuwe groep moet toe passen en kan ook direct starten met het geven van die extra hulp. Zo blijft de zorg voor elke leerling gecontinueerd. In het begin van het nieuwe schooljaar heeft de IB-er contact met alle leerkrachten over het inzetten en de planning van de zorg in de groep.


HOOFDSTUK 7: COMMUNICATIE

§ 7.1 LEERLING-BESPREKING

    

Elke acht weken volgt er een leerlingbespreking Deze besprekingen vinden plaats onder muziektijd Alle leerlingen en de groepsprocessen worden tijdens de leeringenspreekuur besproken. Waar nodig worden actiepunten bijgesteld. De verslagen van de groepsbesprekingen met de IB-ers komen in Word te staan.

§ 7.3 OUDERGESPREKKEN

Als de leerkracht na schooltijd met ouders een gesprek heeft (wanneer je zelf om een gesprek hebt gevraagd of wanneer de ouder om een gesprek vraagt) waarin je met de ouders duidelijke afspraken hebt gemaakt omtrent de begeleiding/ aanpak van een leerling, noteer je dit in Dot.com. Als de IB-er aanwezig is bij een gesprek wordt er altijd een ouderverslag gemaakt. Dit formulier moet ondertekend worden door de ouders en komt in de leerlingenmap en kopie in Dot.com .

HOOFDSTUK 8. SCHOOLBEGELEIDINGSDIENST Voor kinderen waarbij extra hulp niet genoeg heeft geholpen of waarbij je ernstige vragen of twijfels hebt bij het vervolg van de schoolloopbaan, kan advies ingewonnen worden bij de schoolbegeleidingsdienst.

§ 8.1 CONSULTATIE

vier keer per jaar is er een consultatiegesprek gepland met leerlingenbegeleider mevr. Wilma Stoverinck . Deze gesprekken vinden plaats na een evaluatiemoment volgens de toetskalender. De leerkracht en de IB-er zijn hierbij aanwezig. Consultatie / HandelingsGericht Werken (HGW):    

    

In een consultatiegesprek kan een nieuwe leerling besproken worden of de voortgang n.a.v. een opgesteld hulp-, handelingsplan van de vorige consultatie) In overleg met de IB-er wordt besloten een leerling aan te melden voor een consultatiegesprek met de leerling begeleider. De ouders moeten toetstemming geven voor het uitwisselen van gegevens en het bespreken van hun kind. Voorafgaand aan het consultatiegesprek, wordt door de leerkracht met advies en ondersteuning van de IB-er een HGPD- formulier ingevuld (Handelings Gerichte Proces Diagnostiek) Dit formulier wordt met eventueel andere relevantie informatie uit het dossier uiterlijk een week van tevoren opgestuurd naar de leerlingbegeleider. Tijdens het consultatiegesprek wordt het HGPD-formulier besproken met de leerlingbegeleider. De IB-er , leerkracht en de ouder(s) zitten hierbij. De leerlingbegeleider doet tijdens het gesprek verslaglegging in het HGPD formulier. Het HGPD formulier wordt hierbij verder aangevuld. N.a.v. de adviezen uit het consultatiegesprek kan een onderzoek, verwijzing naar het zorgplatform en/of externe instantie en/of aanpassing van hulphandelingsplan volgen

§ 8.2. ONDERZOEK

Als leerkrachten en IB-ers na een consultatiegesprek besluiten voor een leerling onderzoek bij de schoolbegeleidingsdienst aan te vragen, wordt dit advies eerst met ouders kort gesloten. Wanneer samen (school en ouders) wordt besloten om tot onderzoek over te gaan,


meldt de IB-er de leerling middels een onderwijskundig rapport aan bij het zorgplatform. Het zorgplatform beheert de uren voor de onderzoeken. Hierna krijgt de school bericht terug over het aantal toegekende uren voor een onderzoek. De leerlingbegeleider neemt daarna z.s.m. contact met de school op voor het maken van een afspraak. De IB-ers ondersteunen hierbij. Voor een onderzoek moeten ouders altijd schriftelijk toestemming geven op het ouderformulier. De ingevulde formulieren worden altijd gekopieerd en in de archiefkast bewaard. De onderzoeker heeft eerst een intake gesprek met beide ouders. Daarna wordt de leerling geobserveerd. Vervolgens wordt er een afsprak gemaakt voor een onderzoek. Wanneer alle onderzoeken gedaan zijn dan wordt er een afspraak gemaakt om de uitkomsten van het onderzoek te bespreken met de IB-er, de leerkracht, de ouders en de onderzoeker. Hierna maakt de onderzoeker een verslag van het gesprek. Een exemplaar is voor de ouders en één is voor school. Het verslag van het onderzoek zit i.v.m. privacy altijd in de dossierkast.

ZORGPLAN KORENBLOEM. Kbs De Korenbloem. Jan van Arkelstraat EN Raalte. Telefoon: Website:

Recommend Documents