JAARGANG 4, NUMMER 2 OKTOBER 2015
Krachtig verbinden
Zorgpact
Gabriël Anthonio: “Het is mijn missie om organisaties zoveel mogelijk horizontaal te organiseren.” Doekle Terpstra: “Samenwerken is het nieuwe concurreren”
Krachtig verbinden
JAARGANG 4, NUMMER 2 OKTOBER 2015
Het gaat er bij ons af en toe pittig aan toe. Nee, we gaan niet rollend over de grond, maar voeren indringende gesprekken over de essentie van onze rol en over wie wij nu eigenlijk zijn. Net als voor u is het een zoektocht. Gaan we mee in de flow of zijn wij in staat om met de signalen en informatie die wij oppikken u net een stapje voor te zijn. Zodat we op het juiste moment goede ondersteuning kunnen bieden en u de volgende stap kunt zetten. Als we willen weergeven waar ZorgpleinNoord voor staat, worden de volgende termen het vaakst genoemd: Netwerk, Kennis, Verbindend, Krachtig, Samen, Proactief en Onderscheidend. Een mooi rijtje. In de loop der jaren hebben zich zo’n 190 organisaties bij ZorgpleinNoord aangesloten en met z’n allen vertegenwoordigen wij bijna 50.000 fte. Daarmee is ZorgpleinNoord het grootste regionale werkgeversverband voor de Zorg en Welzijn. Zelfs landelijk zijn wij op dat punt het sterkst georganiseerd. Stelt u zich eens voor, wat een buitengewoon krachtig netwerk dit is en wat voor mogelijkheden dit biedt. Want ook landelijk zetten we ons in. Met nog 15 regionale werkgeversverbanden werken wij samen in RegioPlus. RegioPlus kent een bestuur bestaande uit regionale bestuurders. Uit onze regio is Johan Brongers van de Tinten Welzijnsgroep afgevaardigd. Hij is zelfs voorzitter van RegioPlus. Het Ministerie van VWS is zeer content met de structuur RegioPlus en maakt direct gebruik van de signalen die hen vanuit de regio’s bereiken. Regionale diversiteit wordt onderkend en onderschreven. Het is dus belangrijk dat wij gezamenlijk onze kracht benutten en daarmee onze eigenheid onder de aandacht brengen. In het Noorden zijn wij nu eenmaal anders georganiseerd dan in bijvoorbeeld de Randstad. 190 organisaties met ongeveer 50.000 fte is niet te vergelijken met 50 organisaties in de Randstad met misschien ook 50.000 fte.
Colofon ZorgpleinNoord Magazine is een uitgave van ZorgpleinNoord. ZorgpleinNoord Magazine is digitaal te lezen op www.zorgpleinnoord.nl
Inmiddels is het Zorgpact gelanceerd en in de bijeenkomst van donderdag 17 september jl. is afgesproken om daar in het Noorden uitvoering aan te geven. ZorgpleinNoord heeft aangeboden dit proces te ondersteunen en dat is door de aanwezigen omarmd. Wij zijn blij met het vertrouwen dat u daarmee in ons stelt. Het maakt onze samenwerking een stuk sterker. Want aan een mooi rijtje alleen hebben we niks, we willen het ook zijn…
Redactie Ida Grasdijk en Meta Kampen
Dank daarvoor en wij gaan samen met u aan de slag!
Artikelen en interviews Ellen Offers en Meta Kampen Fotografie Sijtze Veldema en Eric Snelleman Vormgeving en drukwerk Koninklijke Van Gorcum, Assen (Adres)wijzigingen kunt u doorgeven via
[email protected]. Hier kunt u tevens losse nummers aanvragen.
2
Ida Grasdijk, directeur-bestuurder ZorgpleinNoord
INHOUDSOPGAVE
4
Ter introductie Grabriël Anthonio
Altijd op zoek naar de menselijke maat! Meta Kampen
8
Interview met Doekle Terpstra
Zorgpact: “Samenwerken is het nieuwe concurreren” Ellen Offers
Verkenningen rond het Zorgpact
14
Columns door Christien de Graaff, Petrie Roodbol, Astrid-Odile de Visser, Ard Nijland, Ellen Offers en Meindert Joostens
18
Noordelijke tafel Zorgpact Ellen Offers & Meta Kampen
3
TER INTRODUCTIE
Gabriël Anthonio Altijd op zoek naar de menselijke maat! Per 1 januari 2015 is Gabriël Anthonio voorzitter van de Raad van Bestuur bij VNN. Hiervoor was hij bestuurder bij Jeugdhulp Friesland. Anthonio is een noorderling; hij bracht zijn jeugd in Eelde- Paterswolde door. Inmiddels is hij vanwege studie en werk het hele land door geweest. Hij studeerde agogisch werk, maatschappelijk werk en pedagogiek. En is naast bestuurder ook parttime Lector aan de Stenden Hogeschool.
Reflectie Eén thema komt in dit gesprek veelvuldig terug en dat is ‘ontwikkeling’. Van de omgeving, maar zeker ook van Anthonio zelf. “Ik vind het heel belangrijk dat ik me blijf ontwikkelen als bestuurder, maar ook dat ik mij daarnaast bezighoud met onderzoek, opleidingen én kunst. Voor mij zijn dat drie vormen van reflectie. De rode draad bij alle drie de elementen is het narratief. Het verhaal van de mens, het verhaal van het team, het verhaal van de organisatie. Door het verhaal centraal te stellen, werk je in de leefwereld van mensen. Dat werkt veel beter, dan in de starre systeemwereld. De elementen die ik net noemde, vind je ook terug in mijn laatste publicatie Stilstaan bij Leiderschap en Invloed, (2013). De vormgeving van dit boek versterkt het verhaal; door de kleuren, door het papier, door het associatieve gebruik van beeld. ”
De menselijke maat
TEKST Meta Kampen FOTOGRAFIE Sijtze Veldema
4
Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat mijn proefschrift ook een groot verhaal is. In 2006 ben ik gepromoveerd op het thema De humanisering van een justitiële organisatie. Die titel tekent mij. Ik ben bij het organiseren en ontwikkelen van organisaties altijd op zoek naar de menselijke maat. In organisaties zit spanning tussen systeem- en leefwereld. Ik houd mij daar nu inmiddels 25 jaar mee bezig en heb er veel onderzoek naar gedaan. Ik kom steeds tot de conclusie dat wij veel te veel verticaal organiseren, veel te veel top down, veel te veel door controle- en toetsingsmechanismen.
Het is mijn missie om organisaties zoveel mogelijk horizontaal te organiseren. Op basis van dialoog, op basis van het van gesprek. Voor mij is een besluit dan ook een tijdelijke consensus. Niet zo van dit is het. Nee, na het besluit gaat het gesprek gewoon verder.
Verspilling Duidelijke kaders en verticale sturing zijn nodig. Maar is dit in balans met horizontale verhoudingen in organisaties? We leven in een systeem met een overdaad aan regelingen en procedures. Ik vind het soms een wonder dat professionals nog in staat zijn hun werk te doen. Dit systeem moet ontdaan worden van zijn overdrijving. Het kost bakken geld en tijd. Er zit veel verspilling in en het leven van onze cliënten wordt er echt geen haar beter van! We hebben nu net een experiment achter de rug met een dialoog gestuurde kwaliteitstoets in plaats van het klassieke HKZ-kwaliteitsauditsysteem. Er liggen geen stapels papier meer op tafel, maar er zitten mensen tegenover elkaar.
Het is mijn missie om organisaties zoveel mogelijk horizontaal te organiseren. 5
De belangrijkste eenheid in een organisatie is wat mij betreft de relatie tussen de cliënt en de behandelaar. En al het andere staat daar ten dienste van. Vanuit dit paradigma moeten we meer horizontaal gaan organiseren en minder top down.
Elke fase kent zijn overdrijving: het optimale midden Of de huidige ontwikkelingen in de zorg bij mijn visie passen? ‘Transities’, ‘samenwerkingsverbanden’ of ‘zelfsturende teams’ kunnen ook een doel op zich worden. En zijn dan niet per se goed. Je moet steeds terug naar de gedachte: hoe kunnen we de kwaliteit van leven van onze patiënten verbeteren? Hoe krijgen zij grip op hun leven en kunnen ze hun verslaving stoppen of stabiliseren? Dat moet het vertrekpunt zijn en op basis daarvan maak je keuzes. Toets veranderingen altijd! Neem bijvoorbeeld ‘eigen kracht’. Wij zien mensen die geen kracht meer hebben. Als alles zo kapot is, moet je overnemen. Het eigen krachtparadigma op dit soort mensen leggen zou dan een vorm van mentale mishandeling worden.
6
Elke fase heeft zijn overdrijving. Na een dergelijk fase komt wel weer een balans. Ik ben een bestuurder die altijd op zoek is naar het optimale midden. Dit midden zit tussen twee ondeugden in en is niet statisch. Je moet hierover altijd in discussie blijven met je omgeving. Je kunt bijvoorbeeld besturen op een gierige manier en nooit een euro aan wat extra’s besteden als blijk van waardering, je kunt ook alles in een grote trommel gooien en aan het eind van het jaar zie je wel wat er nog inzit. Beide zijn funest. Je moet in het midden zitten: je let goed op het geld en tijdig organiseer je een feest of besteed je geld aan een goed kerstpakket. Dit geldt ook bijvoorbeeld voor het opleiden van medewerkers. In deze tijd kun je met zijn allen tot de conclusie komen dat opleidingen korter moeten of dat medewerkers meer in eigen tijd doen. Maar zomaar opleidingen schrappen is niet juist. Tijdgeest en omstandigheden spelen een rol in het bepalen van het optimale midden. Ik daag mijn organisatie en medewerkers uit om constant in gesprek te gaan over dat midden.
Wij leggen onderwijs steeds meer langs de meetlat van de marktwaarde van jonge mensen. En ik vind dat killing. En natuurlijk moet je voor jezelf ook nagaan waar het midden ligt. Ik ben gericht op visie en inhoud. Als bestuurder moet ik mezelf af en toe een ‘duw’ geven naar de praktische en zakelijke kant.
Crisisachtige situatie Bij VNN begon ik voor de vijfde keer op rij mijn baan in een crisisachtige situatie. Natuurlijk zegt iedereen altijd dat ‘in de zorg betrokken mensen werken’, nou dit was echt van een buitengewoon heftig gehalte. Ik heb een dergelijk betrokkenheid nog nooit eerder meegemaakt. Cliënten, medewerkers en oudmedewerkers belden me op. Mensen uit het netwerk spraken me aan. Het was een heftige, maar geweldige binnenkomer. Je leert gelijk iedereen kennen in zijn rol en betrokkenheid. We moesten bezuinigen anders zouden we een paar miljoen in het rood draaien. Dat gevaar hebben we kunnen afwenden. In maart heb ik een nieuw reorganisatiebesluit geschreven: Gedeelde verantwoordelijkheid! Daarin staat beschreven dat alle medewerkers verantwoordelijk zijn voor dat het huis vol zit, dat we groeien en dat we dat goed opschrijven. Om echt te weten hoe het met VNN gaat breng ik iedere week minimaal een dagdeel op de werkvloer door. Horizontaal, dicht bij de mensen zelf. Ik ben benieuwd naar de verhalen van de mensen. Deze verhalen en ervaringen leveren mij meer informatie dan alle beleidsstukken bij elkaar. Als als je naar de verhalen van de patiënten luistert, weet je of dat wat je doet ook echt werkt.
Verandering van binnenuit Thema van dit magazine is het Zorgpact. Uitgangspunt daarbij is dat ‘echte verandering niet van bovenaf wordt opgelegd, maar groeit van onderop’ (pamflet Zorgpact, Doet u mee?, ministerie van VWS). Uit mijn voorgaande betoog blijkt wel dat ik het daar helemaal niet mee eens ben. Verandering komt niet van bovenaf of van onderaf op die verticale as, maar van binnenuit. Daarom moet je ook horizontaal communiceren want verticaal kom je immers niet tot een gesprek en dialoog. Ook bij zo’n pact moet je met elkaar steeds herijken wat het leven van onze patiënten nu echt verbetert. Dan praat je over hele uiteenlopende onderwerpen. We proberen nu bijvoorbeeld de onnodige wachttijden aan te pakken. Ook weer zo’n conflict tussen leef- en systeemwereld. Wat zitten we in de zorg vaak onnodig te wachten… Er
wordt zoveel tijd verspild op die manier. En wat doet wachten met mensen? Het maakt mensen klein en afhankelijk. En het hoeft niet! Je kunt dingen echt anders doen. Bij mijn vorige organisatie, Jeugdhulp Friesland, hebben we eendagsdiagnostiek ingevoerd. Ik wil me daar bij VNN ook voor inzetten, met de ketenpartners, gemeenten én het onderwijs. Ook dit soort onderwerpen zou in zo’n pact moeten….
Marktwaarde in het onderwijs vs. karaktervorming De dynamiek in de zorg gaat snel en hard. Het onderwijs heeft echter een meerjarenplanning, een andere cyclus. Dat ervaar ik als ik af en toe colleges verzorg in het HBO onderwijs. Dus daar zit een zekere discrepantie. Is dat erg? Volgens mij is er iets heel anders gaande in het onderwijs in Nederland. Ik maak mij daarover echt zorgen. Wat wij doen, is dat wij onderwijs steeds meer langs de meetlat van de marktwaarde van jonge mensen leggen. En ik vind dat killing. We zitten in een modus waarbij we jonge mensen voortdurend bestoken met vragen en opmerkingen over hun marktwaarde. Of je wel werk vindt met je studie? En straks genoeg geld verdient? Of je als je vrijwilligerswerk doet niet meewerkt aan bezuinigingen? Het moet gaan over hun passie, interesses en drijfveren. Niet over of je gezien de markt wel ‘goed’ bezig bent. Martha Nussbaum heeft hierover een manifest tegen de ver-economisering van het onderwijs geschreven (Niet voor de winst, 2013). We kunnen ons vanuit het onderwijs wel helemaal gaan focussen op alle ontwikkelingen om zo het werkveld bij te houden, maar dat is niet de oplossing. We zouden moeten toegaan naar generalistische opleidingen die een betere balans hebben tussen vaardigheden en kennis enerzijds en karaktervorming anderzijds. Er wordt echt te weinig aandacht besteed aan karaktervorming. Onderwijs in de Griekse en Romeinse oudheid was juist bedoeld voor karaktervorming. Aristoteles gaf al aan dat je door scholing ‘gave karakters’ krijgt. En dat is belangrijk want die zullen de democratie ondersteunen en dragen. Maar als je mensen opleidt om een rat te worden (met zo weinig mogelijk inspanning zo snel mogelijk studiepunten halen en dan een topbaan) dan is uiteindelijk de democratie in gevaar. Dan leid je mensen op die alleen gaan voor het materiële in het bestaan. En wat heb je nodig als je in de zorg werkt? Juist: een goed en sterk karakter. ■
7
INTERVIEW
ZORGPACT: “Samenwerken Interview met Doekle Terpstra, aanjager van het Zorgpact In april 2015 gaf minister Schippers (VWS), mede namens staatsecretaris Van Rijn (VWS) en minister Bussemaker (OCW), het startsein voor het Zorgpact. In het Zorgpact werken overheid, zorg-, welzijns- en onderwijsinstellingen samen aan toekomstbestendig beroepsonderwijs. Omdat ‘echte verandering niet van bovenaf opgelegd wordt, maar groeit van onderop’, is gekozen voor een regionale aanpak. In de vorm van regionale Zorgpacten zullen actiegerichte agenda’s opgesteld worden voor de periode tot 2020. Doekle Terpstra is de aanjager van het Zorgpact. In dit interview licht Doekle Terpstra toe hoe hij de beweging in gang wil zetten.
INTERVIEW:
Wat is de aanleiding voor het Zorgpact?
Ellen Offers
De herinrichting van zorg en welzijn heeft verstrekkende gevolgen voor de menskracht en het type professional dat je daarvoor nodig hebt. Het rapport Kaljouw is gepresenteerd. Dat rapport geeft een expliciete duiding aan wat er zou moeten gebeuren. Een kanteling van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’. Maar ook verandert er veel op het terrein van zorg en technologie. Tien jaar geleden konden we ons niet voorstellen dat dat zo intensief met elkaar verbonden zou worden. Nu staan we aan de vooravond van enorme innovaties waarvan we de impact nog niet eens weten, waarvan we niet weten welke taken daar bij horen, wat voor type werkgelegenheid dat met zich meebrengt. We weten echter een ding zeker,
Meer informatie over het Zorgpact vindt u op www.zorgpact.nl
8
is het nieuwe concurreren”
9
het komt onvermijdelijk op ons af. Dat betekent dat er op de arbeidsmarkt, in zorg en welzijn, een ander type beroepen gaat ontstaan. Dan heb je het niet meer alleen over de klassieke zorgberoepen, er komen nieuwe beroepen, nieuwe beroepsprofielen aan. Er is sprake van een heroriëntatie op alle beroepen die ook maar iets te maken kunnen hebben met zorg en welzijn. Bij dit initiatief voor het Zorgpact is met een schuin oog gekeken naar het Techniekpact. Ook daar ben ik de aanjager van. Daar zit enorm veel energie in. Dat heeft vooral te maken met het feit dat de mensen in de regio - wat ik noem de triple helix of de gouden driehoek van aanbieders, lokale overheden en onderwijsinstellingen - begrijpen dat het nodig is om met elkaar in een regionale context samen te werken. Vanuit regionale ambities kijken ze wat de sector nodig heeft. Veel meer dan de landelijke ambities, zijn het de regionale ambities die de beweging bepalen. Ik hoop natuurlijk wel daar een rol als aanjager in te vervullen, die beweging te faciliteren. Dat is ook wat we willen in het Zorgpact. Ik heb de laatste maanden hierover veel overleg gehad met zorgaanbieders, met bestuurders, met verzorgenden, noem maar op. Wat mij opvalt is dat er heel veel ontvankelijkheid is voor het Zorgpact, maar dan wel vanuit een beweging van beneden naar boven. Dus niet vanuit doelstellingen die verplicht worden opgelegd, maar die juist ruimte geven aan initiatieven in de regio. Zo zie ik in het land bijvoorbeeld grote steun voor de verschuiving van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’. We staan aan de vooravond van een enorme innovatie op dit paradigma. Maar we hebben geen blauwdruk. Iedereen zit in die zoektocht en tast in zekere zin in het duister van hoe dat nou precies moet. In het Zorgpact willen we de partijen die in de regio, in die gouden driehoek, daarmee bezig zijn, faciliteren.
Wat moet er volgens u veranderen? Eigenlijk moet de mindset van alle betrokkenen veranderen. We zijn veroordeeld tot elkaar. Ik bedoel dat positief. Samenwerken is het nieuwe concurreren. Ik geloof niet in klassieke concurrentiemodellen. De zorg, het onderwijs en ook de lokale overheden, we zitten allemaal in het publieke domein. En in het publieke domein hebben we een simpele opdracht, namelijk kwalitatief goede zorg en goed welzijn organiseren. Dat is nu eenmaal onze taak. Het is fantastisch dat we dat mogen doen. En er is geen enkele reden om vanuit die opdracht klassiek te gaan concurreren met elkaar. Dus laten we elkaar opzoeken, laten we elkaar versterken, goed nadenken over wat de lokale situatie nodig heeft. Voor het onderwijs betekent dat bijvoorbeeld dat het de doorlopende leerlijn, van het mbo naar het hbo, goed organiseert. En ik vind ook dat het onderwijs zich af moet vragen: wat heeft de vraagkant nodig? Het is ontzettend belangrijk dat het onderwijs begrijpt welke turbulentie er plaatsvindt in zorg en welzijn. Dat vraagt om samenwerken, de blik naar buiten richten en de vraagkant veel explicieter naar binnenhalen dan op dit moment het geval is. Het is niet dat er nog niet wordt samengewerkt, maar ik denk dat de vanzelfsprekendheid van die samenwerking nog niet voldoende is.
10
De ontwikkelingen in zorg en welzijn gaan zo snel, dat het de vraag is of we nu al een voorstelling hebben van de beroepen van de toekomst. Hoe kan het onderwijs hierop anticiperen? Het gaat razendsnel in de zorg. We weten dat we in zekere zin in het duister tasten, want we weten niet wat er gaat komen. Maar we weten wel dat er een enorme snelheid in zit. En we weten ook dat we de maatschappelijke plicht hebben om daarop te anticiperen. Het niet te laten bij wat het nu is. In de techniek gaat het zo mogelijk nog sneller. Wat ze daar begrepen hebben is dat het een langdurig proces is van aan elkaar ruiken, elkaars cultuur begrijpen, en weten dat het onderwijs een ander ritme heeft dan het bedrijfsleven. Docenten komen nu meer in aanraking met de praktijk van de techniek en omgekeerd worden mensen vanuit de techniek, vanuit de vraagkant het onderwijs ingehaald. Dat is een proces dat jaren duurt. We moeten niet de illusie hebben dat op 31 december 2015 het Zorgpact gerealiseerd zal zijn. Het gaat om een mindset, een manier van werken, een stijl van acteren. Dat betekent dat we moeten oefenen om in die mindset terecht te komen. Dat is een proces van lange adem. En dat betekent ook de intrinsieke wil om van elkaar te leren, vanuit goede voorbeelden en ook niet bang zijn om slechte voorbeelden te laten zien. Ook daar kunnen we wat van leren.
Welke rol dicht u de lokale overheid toe in het Zorgpact? De rol van de overheden vind ik van cruciale betekenis. Kijk bijvoorbeeld naar de hele decentralisatieoperatie. De lokale overheid heeft de verantwoordelijkheid over het sociale domein. En die is het nu aan het inregelen. Die weet ook nog niet precies hoe het allemaal vorm moet krijgen. Maar dat die beweging gaande is, van regionalisering, dat is volstrekt evident. Dus zorg en welzijn komen steeds nadrukkelijker in die regionale bestuurlijke ordening te zitten. Dit is hèt moment om die triple helix te organiseren. Ook in het Techniekpact werken bedrijfsleven, onderwijs en lokale overheden samen. Gedeputeerden kunnen bijvoorbeeld de rol van regisseur op zich nemen. Die brengen partijen bij elkaar. Op andere gebieden speelt een wethouder van een gemeente weer een belangrijke rol. Dus laat ook duizend bloemen bloeien. Ga het vooral gedifferentieerd doen. Kom niet met een blauwdruk voor het hele land.
U noemde al dat het onderwijs een ander ritme heeft dan de sector zorg en welzijn. Ziet u ook mogelijkheden voor wijzigingen in het onderwijsstelsel? Ik vind dat we dit moeten agenderen. Ik ben geen minister van onderwijs, ik ben ook geen Tweede Kamerlid. Als het gaat om het stelsel dan ligt het op een ander niveau dan waar ik de besluiten kan nemen. Ik kan wel mijn invloed aanwenden. Wat ik heel graag wil de komende periode is met de regio’s in gesprek raken: wat zijn jullie dilemma’s, wat zijn jullie vraagstukken, waar lopen jullie tegenaan? Hoe kan ik ervoor zorgen dat ik jullie thema’s op de bestuurlijke tafels in Den Haag neerleg. Ik heb mijn overleg met de bewindslieden. Ook
werk ik met een kernteam van ambtenaren van de verschillende departementen. Op deze manier vormt het Zorgpact een linking pin naar de departementen. Als er vanuit de regio een dilemma komt, het doet er niet toe over wat voor onderwerp, bestuurlijk of operationeel, dan kan ik ervoor zorgen dat dat thema op de goede plek belandt. Dat is geen garantie dat de dingen opgelost worden. Maar dat zie ik in het Techniekpact ook. Daar vervul ik dezelfde rol als oliemannetje, tussen kabinet en de samenleving. Ik pendel een beetje heen en weer. En ik probeer overal thema’s te benoemen en te adresseren in de hoop dat we daarmee de regionale beweging kunnen versnellen. En vraag je: hebben we over vijf jaar al die vraagstukken van accreditatie enzo opgelost? Nee, dat is een illusie. Wel kan ik een bijdrage leveren aan het agenderen van de vraagstukken, daar zie ik mijn rol. Ik noem een voorbeeld. We hebben op dit moment in de wereld van het beroepsonderwijs zogenaamde Centres of Expertise (hbo) en de Centra voor Innovatief Vakmanschap (mbo). Die zijn veelal gekoppeld aan de nationale topsectoren. Dat is toch eigenlijk eigenaardig, want juist die CoE’s en CIV’s gaan uit van de regionale context en de samenwerking tussen lokale partijen. Ik zie ze als de ruggengraat van onze toekomst, die moet niet alleen geconcentreerd worden in topsectoren, maar moet ook in de wereld van welzijn en zorg een veel explicietere plek krijgen dan op dit moment het geval is. Dat is een thema dat ik op dit moment volop aan het agenderen ben in de Haagse omgeving. Dit is mijn manier van werken: benoemen, bestuurlijk adresseren. Van onderop, niet van boven naar beneden.
Werkgevers verwijten het onderwijs soms dat schoolverlaters onvoldoende zijn voorbereid op de beroepspraktijk. Wat gaat u aan de werkgevers vragen? Nog te vaak praten zorgaanbieders vooral óver het onderwijs, maar niet mét het onderwijs. Zij weten onvoldoende wat een onderwijsorganisatie is. Dat zag ik ook binnen de techniek, een aantal jaren geleden. Dit verwijt hoor ik in het bedrijfsleven over het onderwijs niet meer. Ze hebben geleerd om met elkaar in gesprek te gaan, willen investeren in de werkelijke dialoog. Anders doe je onrecht aan het onderwijs. Als je kijkt naar de kwaliteit van ons onderwijs, dan zitten we in de top van de wereld. Ook werkgevers moeten hun verantwoordelijkheid nemen. Niet met de rug er naartoe gaan staan, maar je omkeren. Ik loop nu een poosje mee in de wereld van de zorg en ik ben oprecht verwonderd over het gebrek aan initiatief op leven lang leren. Hoezo innoveren met je eigen professionals? Ik zie heel veel organisaties die zich in termen van HRM gedragen als de fietsenmaker op de hoek: als mijn fietsen vandaag maar gerepareerd zijn, dan kijk ik morgen wel verder. Vanuit de eigen HRM-activiteiten, wordt te weinig geanticipeerd op wat er gaat komen. Welke vernieuwing zit eraan te komen, hoe organiseren wij dat? En hoe brengen we dat in verbinding met het onderwijs, zodat het onderwijs die ontwikkeling ook mee kan nemen?
Omdat de veranderingen zo snel gaan, wordt in de techniek al volop gesproken over 21st century skills. En eigenlijk is dat ook super relevant voor de zorg. Het gaat dan niet alleen over het leren van vaardigheden, de hamer vasthouden, maar het gaat juist om het omgekeerde. De professional leert om de hamer af en toe even neer te leggen. In de zin van reflectief handelen, samenwerken, professionele nieuwsgierigheid, professionele autonomie, en samenwerken met andere disciplines. Hele andere elementen die voor de professionaliteit belangrijker zijn dan het vasthouden van de hamer. Dus de verpleegkundige die kan samenwerken met de technoloog. Of die dat zelf misschien kan, noem maar op.
Wat wilt u aan de triple helix in onze regio vragen? De Tweede Kamer zal op een gegeven moment zeggen: hoe meet ik het succes van het Zorgpact. Dat vind ik een valide vraag. Wat wil je bewerkstelligen? Is dat alleen het creëren van de beweging? De vraag is of dat genoeg is. Ik ga daarom de regio’s uitnodigen om tot een regionale agendering in die triple helix te komen in de vorm van regionale Zorgpacten. Ik word momenteel overstelpt met verzoeken om ergens een verhaal te houden. Ik denk dat ik daar heel kritisch mee omga. Ik ben ervoor om het land in te gaan. Ik wil alle hoeken en gaten van het land wel zien. Maar ik ga het kritisch doen. Ik ga het doen vanuit het idee ‘voor wat, hoort wat’. In de zin van oké: ik kom bij jullie, dus ik committeer me aan jullie, maar ik vraag ook aan jullie om je te committeren aan mij. Dus ik wil met jullie de afspraak maken dat jullie het initiatief gaan nemen voor een regionaal Zorgpact. En hoe dat er uit gaat zien, daar blijf ik van af. Dat is niet aan mij. Ook vraag ik de regionale Zorgpacten te laten zien welke reuring er in de regio is. Met een onlangs verspreid pamflet wil ik er iets activistisch in brengen, ik kom niet voor niets van oudsher uit de vakbeweging. We gaan hiermee honderd koplopers verzamelen die in de beweging van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’ voorop lopen. Deze goede initiatieven van de kopgroep gaan we gebruiken om anderen te inspireren en de regionale Zorgpacten te stimuleren. ■
Op 17 september 2015 organiseerde ZorgpleinNoord de Noordelijke tafel Zorgpact. Hier maakte Doekle Terpstra kennis met regionale bestuurders van zorg- en welzijnsorganisaties, het beroepsonderwijs en de overheid. Zij brachten hun ideeën en wensen voor een Zorgpact naar voren en besloten tot de oprichting van ZorgpactNoord. Op 2 december 2016 wordt de actieagenda van ZorgpactNoord aan de bewindslieden van VWS, OCW en SZW aangeboden. Een beeldverslag van de bijeenkomst vindt u elders in dit ZPN-magazine. Meer informatie volgt op onze website: www.zorgpleinnoord.nl
11
Over comakership in zorg en welzijn De optimale aansluiting tussen beroepsonderwijs en arbeidsmarkt van zorg en welzijn bestaat niet. Behoeftes van instellingen verschillen, het gaat over een breed scala aan opleidingen en ontwikkelingen in de samenleving gaan heel snel. Het mbo leidt jonge mensen niet op voor vacatures en straks ook niet meer voor een specifieke functie of beroep. We leveren ‘halffabrikaten’ met uitstekende vaardigheden voor een toekomst in de sector. Met behulp van een generalistisch curriculum, dat voortdurend wordt geactualiseerd. Daarin zijn ondernemerschap, gebruik van technologie en regie van de zorgvrager belangrijk. Hoe kunnen we die aansluiting verder versterken? We hebben prachtige voorbeelden in onze regio. De gemeenschappelijke noemer daarin is: duurzame samenwerking tussen scholen en instellingen, waarbij we in comakership werken aan innovatie van onderwijs én
werk. We kunnen een mooie bijdrage leveren aan de lijst van 100 van het Zorgpact.
‘samen doen’. We kunnen de goede voorbeelden delen en nog meer leren van elkaar.
Bij die succesvolle aanpakken, die vaak in samenhang worden ontwikkeld en uitgevoerd, denk ik aan: • samen (delen van) de opleiding verzorgen in een leerbedrijf bij een instelling, • over en weer van elkaar leren door gastlessen van experts en docentenstages, • gezamenlijk onderzoek en projecten doen (multidisciplinair/multilevel) rond innovatieve vraagstukken uit het werkveld.
Het Alfa-college heeft net een nieuw strategisch plan gemaakt. Een van onze koersuitspraken luidt: ‘Wij werken in duurzame regionale netwerken aan toonaangevend onderwijs’. Wij zien duurzaam en innovatief samenwerken met instellingen, bedrijven, andere scholen en overheden als sleutel voor succesvol opleiden.
Comakership vraagt dat je elkaar kent, het perspectief deelt en samen wilt ontwikkelen. We hebben ons netwerk ZON, waarin mbo en hbo met elkaar en het werkveld intensief samenwerken. Ook in healthy ageing-verbanden en bij ZPN treffen we elkaar. Belangrijk is dat we van ‘praten over’ snel overstappen naar
Christien de Graaff Lid College van Bestuur Alfa-college
[email protected] twitteraccount @cp.degraaff website www.alfa-college.nl
Beroepsonderwijs in jungle We maken een excursie door de jungle van Sumatra om Orang-Oetangs te spotten. De lokale gids geeft uitgebreide achtergrondinformatie. Hij wordt omringd door een horde aandachtig luisterende jongemannen. “Zij helpen jullie, en als je dat niet wilt, gewoon “nee” zeggen.” In het dicht begroeide woud is het glibberen en klauteren om vooruit te komen. De jongens verdelen zich onder ons toeristen. Ze wijzen ons op vruchten, andere apensoorten en dragen onze rugzakken. Wij sukkelen op dure bergschoenen en zij lopen bijna huppelend op teenslippertjes. Al snel heb ik twee begeleiders die op het juiste moment een helpende hand bieden. Als ik wat wanhopig begin te kijken, leidt een me af met een soort verbastering van het liedje “in Holland staat een huis.” Zij horen als eerste de
12
Orangs en ja, daar zijn ze dan!. Een van de toeristen maakt een misstap en haar knie staat raar haaks op haar been. Een begeleider grijpt haar been, maakt een draaiende beweging en voordat ze zich realiseert wat er is gebeurd, staat haar knie weer keurig in het gelid. Tot haar en onze verbijstering loopt ze daarna weer als vanouds. Iemand informeert enigszins afkeurend of deze jonge begeleiders niet naar school hoeven. “Nee, de jungle is onze leerschool, en we leren daarnaast nog Engels voor de toeristen en rekenen voor the money” zegt er een trots. “We worden gids hier bij onze Orangs” Ja, denk ik bij mezelf, en goede ook, met kennis van de natuur, psychologie en geneeskunde, afgestemd op wat hier nodig is. Dit is een prima opleiding met een rolmodel als leermeester, directe praktijkervaring en
alleen theoretische vakken die je meteen kunt toepassen. Het zijn ingrediënten voor een opleidingsvorm die ook onze jongeren zal aanspreken en met de praktijk als uitgangspunt garant staat voor duurzaam beroepsonderwijs voor integrale functies. Petrie Roodbol Hoogleraar verpleginsgwetenschappen UMCG, lector VIP Hanzehogeschool
Adapter De uitnodiging van Doekle Terpstra om mee te doen met het Zorgpact zat toevallig vandaag bij de post. Hij wil de handen ineen doen slaan om het Zorgpact vooral een “Doe-pact” te laten worden. Dat klinkt wel goed. Als bestuurder in de ouderenzorg en toezichthouder in het MBO, weet ik dat in de zorg de aansluiting tussen arbeidsmarkt en beroepsonderwijs geen vanzelfsprekende is. De stekker past nu soms al lastig in het stopcontact maar dat gaat de komende jaren nog meer wringen. De verwachtingen van cliënten, want daar gaat het hier om, vragen om meer dan vakinhoudelijke vaardigheden. Zelfs wanneer die vakinhoudelijke vaardigheden zich ontwikkelen tot andere bekwaamheden die passen bij de transformatie die de zorg doormaakt, zoals kunnen netwerken of kennis hebben van technologie. Binnen Interzorg geloven we in dialoog gestuurde zorg. De kernvraag is :”Hoe kan ik u van dienst zijn”. Vanuit dat gesprek maak je samen met de cliënt en/of familie afspraken, check je of de afspraken nagekomen zijn en kun je klanttevredenheid, klantbetrokkenheid en zelfs wederzijdse effecten ook toetsen. Om daadwerkelijk van toegevoegde waarde te zijn voor de cliënt (en dus ook voor de zorgorganisatie), heeft een vaardige zorgprofessional in mijn ogen competenties nodig om die dialoog goed te kunnen voeren. Competenties die het belang van traditionele functieniveaus naar de achtergrond verdringen en die expliciet gemaakt en ontwikkeld dienen te worden in de schoolbanken. Zodat je als student “de beste versie van jezelf” kunt worden maar ook “de beste versie voor je cliënt”. En de aansluiting komt pas echt tot stand, de stekker past goed in het stopcontact, wanneer je als zorgprofessional daarbij maatwerk weet te leveren in de ogen van je cliënt. Bij ieder stopcontact hoort immers een andere stekker. Wat zou het mooi zijn wanneer dat Zorgpact gepassioneerde adapters weet op te leveren! mr Astrid-Odile de Visser MBA Raad van Bestuur Interzorg Noord-Nederland
13
Een leven lang leren als motorolie
Welzijn ieders zorg ‘In Drenthe is de rust teruggekeerd na een periode van jarenlange transities over en weer in de gezondheidszorg; van rijksoverheid naar gemeentes en vice versa. De laatste medewerkers, nog in dienst bij gerenommeerde GGZ instellingen, zijn overgeplaatst naar regionale kenniscentra voor welbevinden, opgegaan in een samenwerkingsverband met het UMCG, Hanzehogeschool en het Rob Giel Onderzoekscentrum. Daarmee is het innovatiecentrum voor psychisch welzijn dit jaar een feit in Noord-Nederland’. Het zou zomaar een kop in het ‘Dagblad van het Noorden’ van september 2025 kunnen zijn, de krant die dan via de satelliet op onze keukentafel wordt geprojecteerd. De tafel waar ooit de zorgarrangementen met gemeenteconsulenten werden afgesloten. ‘De zorgverlener van straks’ zal zich veel meer richten op de veerkracht van mensen en hun netwerken en kan niet meer werken vanuit ‘gestolde’ kennis. Maar hoe bereid je professionals voor op de beroepspraktijk in 2025, die voortdurend beweegt en nieuwe inzichten vereist? Stel je eens voor, Epco, een man van 35 en bekend met psychotische episodes, meldt zich bij het loket van het kenniscentrum, locatie Assen. Hij komt zijn medicatie halen bij het specialistisch team, gehuisvest pal naast de winkel voor praktisch psychologisch advies, een initiatief van twintig psychologie studenten van de universiteit Groningen, die als vrijwilliger 8 uur per week werken. Epco drinkt er koffie en praat met de jongelui over zijn psychotische belevingen en welke betekenis dit heeft voor zijn dagelijks leven. De verhalen zijn waardevol voor mensen die zich aanmelden. De winkel wordt een ontmoetingsplek waar onderwijs en zorg samenkomen en mensen van elkaar willen leren. Epco is blij met zijn betekenis voor de samenleving in een voor hem vertrouwde omgeving. Zorg en onderwijs in één huis, een ontwikkelings perspectief die alle betrokken partijen in de regio inspireert en stimuleert de weg van waardecreatie door samenwerking in gang te zetten. Laten we ‘welzijn’, er gaat toch niets boven goede zorg! Noot: de naam Epco is een fictief gekozen, het voorbeeld berust niet op een werkelijke situatie, elke gelijkenis berust op puur toeval. Ard Nijland Hoofd Opleidingen GGZ Drenthe en student Master Management en Innovatie
We leven in een tijd waarin veranderingen elkaar in een snel tempo opvolgen. Alleen als je in staat bent je hieraan aan te passen, kun je goed blijven functioneren. Het is om deze reden dat een leven lang leren gezien wordt als dé manier om medewerkers inzetbaar te houden. Dit is echter een vrij smalle opvatting van een leven lang leren. Een leven lang leren geldt namelijk niet alleen voor het beroep, het geldt voor het hele leven. Als kind begint het leren al in de wieg, spelend op straat en natuurlijk op school. Elke levensfase biedt leermomenten. Soms biedt het leven een harde leerschool, soms ook zijn we hardleers. Bij pech, ziekte en ouderdom is misschien wel het belangrijkste dat je leert hulp te vragen. Niet alleen het individu leert, we kennen ook ‘de lerende organisatie’. En om het potentieel
Urgentie! We zitten middenin een van de grootste transities die Nederland kende. De zorg (WMO, Wet Langdurige Zorg en Zorgverzekeringswet), de Jeugdwet en de Participatiewet veranderen gelijktijdig. Op rijksniveau zijn daadkrachtige besluiten genomen en nu is de implementatie aan ons allen. Het is van groot belang het uitrollen in de samenleving goed te doen. De veranderingen raken immers onze inwoners op bijna alle (levens)domeinen. En daar zit spanning op. Het moet snel en zorgvuldig, maar wel met teruglopende budgetten. Hoe gaat dat uitpakken? Was 2015 min of meer een overgangsjaar, vanaf 2016 moet de kanteling meer inhoud krijgen. In de nieuwe aanbestedingen is daar rekening mee gehouden. Het is hard werken en we zijn er ook nog niet, toch heb ik het gevoel dat de processen in de gemeenten redelijk goed verlopen.
in een lerende organisatie maximaal te benutten, moet het management leren te delegeren en willen leren van medewerkers en klanten. En hoe zit het met het onderwijs? Het onderwijs is de formele institutie om anderen iets te leren. Naast het leren van vakbekwaamheden, bereidt het hedendaagse onderwijs leerlingen ook voor op een leven lang leren. Het leert de leerlingen vaardigheden die nodig zijn voor het opdoen van nieuwe kennis, bijvoorbeeld het opzoeken en kritisch beoordelen van informatie. Bovenal wil men dat de leerlingen een nieuwsgierige en leergierige houding ontwikkelen ten aanzien van de ontwikkelingen in hun vakgebied. Het is bekend dat rolmodellen leereffecten ondersteunen of teniet doen. Het is daarom van groot belang dat docenten zich nieuwsgierig tonen naar nieuwe ontwikkelingen. Natuurlijk allereerst in het vak dat ze doceren en de ontwikkelingen in de beroepspraktijk waarvoor
Naast het deel waarvoor gemeenten verantwoordelijk zijn, verandert de dienstverlening van instellingen ook onder de werking van de Zorgverzekeringswet en de Wet langdurige Zorg. En ook die hebben vergaande effecten. In sommige gebieden spelen daarnaast nog zaken als aardbevingen, bevolkingskrimp (vergrijzing en ontgroening) en dreigen voorzieningen weg te vallen. De Nieuwe Zorg is vooral een cultuurverandering. En we weten van cultuurveranderingen dat ze langzaam gaan. Wij – de samenleving – moeten aan de veranderingen wennen. Toch is dat misschien nog het minste. Er komt een zwaarder appèl op inwoners zelf en op hun naasten. Het is duidelijk dat zorg een steviger beroep doet op de onderlinge solidariteit van burgers en het gaat meer inzet en middelen kosten. Onderschatten we dat?
ze opleiden. Rolmodellen worden echter pas echt sterk als ze zich ook ontwikkelen in het doceren zelf, openstaan voor de ideeën van de leerlingen en laten zien hoe waardevol dat bijdraagt aan hun eigen levenslange leerproces. In het kader van een leven lang leren blijven we leerlingen natuurlijk competenties bijbrengen en scholen we medewerkers bij. Daarnaast wil ik alle lagen van de beroeps- en onderwijspraktijk uitdagen te laten zien hoe ze een leven lang leren zelf in de praktijk brengen en wat dat hen oplevert. Een leven lang leren wordt zo de olie in de motor van de snelle veranderingen. Ellen Offers Hoofd Arbeidsmarkt en Onderwijs ZorgpleinNoord
Het gebundelde effect van alles komt terecht bij die zieke, bejaarde vrouw die haar woning in het aardbevingsgebied niet kwijt kan. En bij dat gezin dat ondersteuning behoeft voor hun kinderen en waarvan de ouders werkloos zijn en schulden hebben. Met andere woorden: in 2016 zullen alle veranderingen in jeugd, werk en zorg stevig voelbaar zijn in dorpen en wijken. Zijn we daar klaar voor? Ik voel een grote urgentie om onze inwoners houvast te geven door duidelijkheid te scheppen en de nodige vangnetten in werking te hebben. Niet meer mijmeren, maar er tegen aan! Meindert Joostens, wethouder gemeente Delfzijl.
15
Noordelijk congres voor zorg, welzijn en gemeenten Een jaar decentraal; op naar 2016 Donderdag 12 november 2015, van 12.00 - 17.00 uur. U komt toch ook? Wij nodigen u van harte uit hierbij aanwezig te zijn. Onder begeleiding van Piet-Hein Peeters als dagvoorzitter en met Jos van der Lans (cultuurpsycholoog en publicist), als keynote spreker, gaan wij deze middag onze kennis en ervaringen delen.
ZorgpleinNoord wil een bijdrage leveren aan een klimaat waarbij werkgevers, onderwijsinstellingen en overheden zich durven open te stellen voor elkaars problematiek. Hierdoor ontstaan nieuwe mogelijkheden die vragen naar snellere aanpassingen, ook van de overheid. De overheid heeft daarom het Zorgpact
in het leven geroepen; op het congres informeren wij u over de recente ontwikkelingen. Gaat de toekomst van de zorg in onze regio u ook aan het hart? En wilt u hierover meepraten met bestuurders en beleidsmakers uit zorg, welzijn, gemeenten en onderwijs? Meld u dan gratis aan voor ons Noordelijk congres!
We zijn bijna een jaar onderweg met de decentralisatie van zorg, jeugd en werk
Programma Hoe kunnen we elkaar versterken om een toekomstbestendige regionale zorg te realiseren met de juiste professional op de juiste plek die zorg levert die recht doet aan mensen.
Onder begeleiding van Piet-Hein Peeters als dagvoorzitter en met Jos van der Lans als keynote spreker, gaan wij deze middag onze kennis en ervaring delen. De volgende sprekers komen aan het woord:
Naast interessante sprekers die hun kennis en visie over dit thema met ons delen, krijgt u tijdens het interactieve programma de kans om zelf thema’s aan te dragen die na de pauze besproken worden aan één van de tafels. U gaat gegarandeerd naar huis met meer bagage dan u bent gekomen.
Stokt de transformatie of lijkt dat maar zo? John Vaneman, directeur MEE Drenthe
De beloften van de decentralisaties en de werkelijkheid Jos van der Lans, cultuurpsycholoog en publicist
Inrichting van het sociaal domein in Groningen en Drenthe; de actuele stand van zaken Erik Huisman, projectmedewerker ZorgpleinNoord Meer informatie en aanmelden Het Noordelijk congres voor zorg, welzijn en gemeenten vindt plaats op donderdag 12 november 2015 en is bedoeld voor bestuurders, directeuren, beleidsmakers en managers HR uit zorg, welzijn, gemeenten en onderwijs. Locatie: De Zeegser Duinen, Schipborgerweg 8, 9483 TL Zeegse U kunt zich kosteloos aanmelden via www.zorgpleinnoord.nl. Uw aanmelding ontvangen wij graag uiterlijk 5 november 2015. Meld u snel aan, want vol is vol! ZorgpleinNoord,
[email protected], www.zorgpleinNoord.nl, 050 – 57 57 470
16
Uw collectief helder in beeld Een aantrekkelijk pakket collectieve verzekeringen aanbieden aan uw werknemers? Met uw eigen internetportal en zorgvergelijker app? Wij brengen uw collectief helder in beeld. Hoe? Kijk op www.colijn.info/zpn
Ida Grasdijk, directeur ZorgpleinNoord:
Voor het verbeteren van de samenwerking ligt er reeds een uitstekende infrastructuur. Hierin moeten alle seinen op groen, dan kunnen we aan de slag.
18
Noordelijke tafel Zorgpact
Noord-Nederland slaat handen ineen voor toekomstbestendige zorg en welzijn Onderwijs, zorg en overheid komen samen in ZorgpactNoord Op 17 september 2015 organiseerde ZorgpleinNoord de Noorde lijke tafel Zorgpact. In deze bijeenkomst onder leiding van Theo Dijkstra bespraken regionale bestuurders van zorg- en welzijns-
TEKST Ellen Offers FOTOGRAFIE Sijtze Veldema
organisaties, het beroepsonderwijs en de overheid hoe ze nog krachtiger kunnen samenwerken bij het realiseren van een goede kwaliteit van zorg en welzijn. Onder de vlag van ZorgpactNoord gaan bestaande netwerken, zoals het Zorginnovatieforum, Centre of Expertise Healthy Ageing en NetwerkZON, hiermee aan de slag. ZorgpleinNoord neemt het voortouw. Op 2 december 2016 wordt de actieagenda van ZorgpactNoord aan de bewindslieden van VWS, OCW en SZW aangeboden. Op www.zorgpleinnoord.nl vindt u meer informatie over ZorgpactNoord. Als u wilt aansluiten bij ZorgpactNoord, kunt u contact opnemen met Ida Grasdijk of Meta Kampen.
19
Annemarie Hanning, Dean Academie voor Verpleegkunde, Hanzehogeschool Groningen:
Ik wil horen van de gemeenten wat hun toekomstige zorgbehoefte is en welke zorgprofessionals daarbij horen. Vanouds werken wij met de drie O’s van Onderwijs, Onderzoek en Organisaties. Daar voegen we nu de vierde O van de Overheid aan toe.
Francis Boen, wethouder Stadskanaal:
Je leidt op voor een onzekere beroepstoekomst. Daarom moet je ‘opleiden’ scheiden van ‘een vak leren’. In de beroepspraktijk leer je pas echt kennis, inzicht en vaardigheden te combineren.
20
Johan Brongers, bestuurder Welzijnsgroep Tinten:
Achter de voordeur van de cliënt bekijkt de zorgprofessional wat bijdraagt aan het welbevinden van de cliënt. Oplossingen op maat zijn beter en vaak goedkoper dan het reguliere aanbod van de zorgverzekeraars. Wet- en regelgeving staat echter de vergoeding van deze zorg in de weg. Hoe lossen we dit soort systeembelemmeringen op?
Leo Sparreboom, bestuurder VNN:
Organisaties en gemeenten leven in de waan van de dag. Ze voeren harde onderhandelingen over geld. Het gesprek over een ideale inrichting van zorg en welzijn staat hierdoor onder grote druk. Laten we samen concrete dingen gaan doen.
21
Doekle Terpstra, aanjager Zorgpact:
Het zorgpact is een ‘doepact’. Regionale partijen stropen de mouwen op. Het is de bedoeling tegen dilemma’s aan te lopen. Samen kijken we waar rek zit in wet- en regelgeving. Wij kunnen de dilemma’s op Haagse tafels neerleggen.
22
Yvonne Turenhout, directeur CMO Groningen/Drenthe:
Ina Kuipers, directeur Ambiq:
Als het gaat om de burger, hoe betrekken we die er dan bij?
Laten we oppassen met retoriek. Nu lijkt het alsof er nog niets gebeurt. We werken al heel veel samen, maar wetten stimuleren dat niet. Denk aan de fricties tussen de Jeugdwet en de onderwijswetten.
Aon Risk Solutions Health & Benefits | Corporate Wellness
Sociale zekerheid: meer verantwoordelijkheid, meer kansen Nederland heeft een prachtig sociaal stelsel, maar het prijskaartje wordt steeds zwaarder. De afgelopen vijftien jaar zijn de kosten zelfs verdubbeld. Om deze trend te keren, neemt de overheid maatregelen om werknemers bij ziekte te stimuleren zo snel mogelijk weer aan de slag te gaan. Het gevolg van deze maatregelen is dat u als werkgever meer en meer geconfronteerd wordt met de kosten van verzuim, langdurige ziekte en arbeidsongeschiktheid. Tegelijkertijd heeft u steeds meer mogelijkheden om verzuim te voorkomen of te beperken. Met de juiste maatregelen gaat u er financieel op vooruit én blijven uw medewerkers beter inzetbaar. Wat is er te kiezen?
Financiering van de WGA Medewerkers die na twee jaar ziekte (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt blijven, hebben recht op een WGAuitkering. Die uitkering betalen werkgevers. Hoe zij dat doen, kunnen ze zelf kiezen: via een premie aan het UWV of door een verzekering af te sluiten bij een private verzekeraar.
andersom. Op 1 januari 2017 gaat er echter een aantal wetswijzigingen in waardoor de verschillen in premie kleiner worden. En toch blijft het belang van een passende keuze groot. Immers: naast de premie, spelen ook de mogelijkheden die u heeft om verzuim te beperken en reintegratie van zieke medewerkers te bespoedigen een rol.
Premieverschillen worden kleiner Voor werkgevers betekent dit premieverschil dat een overstap van het UWV naar een private verzekeraar aantrekkelijk kan zijn, of juist andersom. Op 1 januari 2017 gaat er echter een aantal wetswijzigingen in waardoor de verschillen in premie kleiner worden. En toch blijft het belang van een passende keuze groot. Immers: naast de premie, spelen ook de mogelijkheden die u heeft om verzuim te beperken en re-integratie van zieke medewerkers te bespoedigen een rol.
Terugkeer naar het publieke stelsel Bent u eigenrisicodrager voor de WGA? Dan kunt u mogelijk veel kosten besparen door in 2016 voor een jaar terug te keren naar het UWV. Vervolgens kunt u vanaf 1 januari 2017 opnieuw eigenrisicodrager worden, waarbij u opgebouwde WGA-risico’s achter laat. Minister Asscher heeft onlangs bevestigt dat hij deze mogelijkheid in stand laat.
Door een andere manier van berekenen, kunnen premies van beide opties flink verschillen. Een private verzekeraar loopt het risico een WGA-uitkering van maximaal tien jaar uit te moeten keren, dus zijn premie is berekend op de gehele looptijd van een WGA-uitkering. Het UWV berekent zijn premie op basis van de WGA-uitkeringen van twee jaar geleden.
Bij een terugkeer voor een jaar betaalt u een minimumpremie van 0,11%. Dat is veel lager dan de premie die uw private verzekeraar u kan bieden: de gemiddelde premie bedraagt daar 0,63%. Als u een jaar later weer eigenrisicodrager wordt, laat u de opgebouwde WGA-risico’s - de zogenaamde staartlasten - achter bij het UWV. U begint dan dus met een schone lei bij een private verzekeraar. De kostenbesparing kan enorm zijn.
Premieverschillen worden kleinerVoor werkgevers betekent dit premieverschil dat een overstap van het UWV naar een private verzekeraar aantrekkelijk kan zijn, of juist
Auteur: mr. Bart Mol is specialist Sociale Zekerheid bij Aon, afdeling Corporate Wellness
Risk. Reinsurance. Human Resources.
Nieuw aangesloten bij ZorgpleinNoord Dokterszorg Friesland Dokterszorg Friesland is een gezonde onderneming die momenteel een sterke groeifase doormaakt. Dokterszorg Friesland ondersteunt en ontzorgt huisartsen in Friesland, zodat zij onbelemmerd en professioneel hun vak kunnen uitoefenen. Dokterszorg Friesland werkt vanuit de drijfveer ‘hart voor huisartsenzorg’. Samen met huisartsen en (keten)partners ontwikkelt Dokterszorg Friesland moderne diensten en producten. Door te zorgen voor actuele kennis en advies kan de huisarts zijn praktijk toekomstgericht beheren en ontwikkelen. ■
Bij het Kruispunt Aan de rand van het dorp Oosterwolde bieden wij een tiental mensen een woonplek in een christelijke leefsfeer. Oosterwolde is een centrumplaats in de regio. Er zijn voorzieningen als: winkels, een bibliotheek, een gezondheidscentrum en het busstation. In onze woonvorm wonen mensen met een verschillende problematiek. Ze hebben gemeenschappelijk dat ze hulp en ondersteuning nodig hebben om enigszins zelfstandig te kunnen wonen. Iedereen heeft een eigen vorm van dagbesteding elders. ■
zorggroep. De Treant zorggroep exploiteert ziekenhuislocaties in Emmen, Hoogeveen, Stadskanaal en Veendam en is daarmee een van de grootse aanbieders van ziekenhuiszorg in Noordoost Nederland. De coöperatie MSN NON werkt vanuit een exclusieve samenwerkingsrelatie met de Treant zorggroep. ■
CURA XL CURA XL is een AWBZ-erkende en ISO / HKZ-gecertificeerde zorg- en dienstverlener. In de afgelopen jaren heeft CURA XL ruime ervaring opgedaan met het uitvoeren van diensten voor organisaties en cliënten binnen de zorg- en welzijnssector. CURA XL is een specialist in het begeleiden van cliënten met een complexe meervoudige problematiek. De problematiek bestaat vaak uit een combinatie van een verstandelijke handicap, ernstige gedragsproblemen, psychopathologische stoornissen, zorg- en hulp vermijdend gedrag en een ontoereikend sociaal netwerk. Naast ons specialisme levert CURA XL ook andere vormen van zorg- en dienstverlening. Op deze manier kan CURA XL altijd maatwerk leveren. ■
Noorderlicht-GGZ MSN NON MSN NON is eind 2014 opgericht als coöperatieve vereniging om de ondernemende belangen te behartigen van alle 140 medisch specialisten die als zelfstandig ondernemer werkzaam zijn binnen de ziekenhuizen van de Treant
24
Noorderlicht-GGZ is een nieuwe, kleinschalige GGZ-zorgaanbieder, gevestigd in de stad Groningen, die ambulante behandeling biedt aan volwassenen. Ons aanbod bestaat uit kortdurende generalistische basis GGZ en specialistische GGZ voor cliënten met
langdurige psychiatrische problematiek. De doelstelling van Noorderlicht GGZ is om kwalitatief goede behandeling en (maatschappelijke) activering aan te bieden met als resultaat dat de zorgbehoefte van cliënten structureel verminderd wordt. We willen in samenhang met de individuele behandeling aandacht besteden aan de omgeving van de cliënt: woonbegeleiding, het netwerk erbij betrekken, activering en/ of arbeidsre-integratie of dagbesteding. Vanzelfsprekend gebeurt dit in overleg met de cliënt. ■
De Psych De Psych is een organisatie voor ambulante GGZ, zowel voor Generalistische Basis GGZ als Specialistische GGZ. Dit bieden we middels zelfstandige en hoog opgeleide professionals, op prettige locaties. De Psych bestaat uitsluitend uit GZ-Psychologen, Klinisch Psychologen en Psychotherapeuten. Patiënten/cliënten krijgen altijd behandeling van hun hoofdbehandelaar en kunnen hiermee rechtstreeks contact opnemen. Behandeling vind plaats bij de behandelaar van hun eigen keuze. Onze organisatie is door de overheid erkend als instelling binnen de GGZ. De Psych is gevestigd in Groningen en Marum en heeft tevens spreekuur-locaties op meerdere plekken in het noorden van het land. Voor dit en komend jaar staat uitbreiding gepland met vestigingen in Leeuwarden, Assen en Heerenveen. ■