Zorginkoop advies met betrekking tot de inkoop van specialistische zorg voor de leeftijdsgroep 10-18 jaar in 2017
Samen Sterk om de Jeugd
Aan: Van: Datum: Status:
Team regionale inkoop 2017 Amsterdam/Amstelland en Zaanstreek/Waterland Werkgroep 4: 10 – 18 jaar 24 november 2015 Definitieve versie 1
Inhoud
1. Inleiding .................................................................................................................. 3 2. Visie, thema’s en uitgangspunten ........................................................................... 4 3. Gezamenlijke taal ................................................................................................... 6 3.1 Doelgroepen ..................................................................................................... 6 3.2 Levensloop en overgangsmomenten ................................................................ 7 3.3 Integraal werken................................................................................................ 7 3.3.1 Handelingsgericht werken .......................................................................... 7 3.3.2 Integrale analyse ........................................................................................ 8 3.3.3 Perspectiefplan ........................................................................................... 9 4. Realiseren integrale zorg ........................................................................................ 9 4.1 Uitgaan van levensloop ..................................................................................... 9 4.2 Sterke voorkant in de wijk en op school .......................................................... 10 4.3 Vroegtijdig signaleren, integrale analyse uitvoeren, perspectiefplan maken ... 10 4.4 Goede aansluiting op andere intensiteiten van hulp ....................................... 12 4.5 Aandacht voor overgangsmomenten en belangrijke gebeurtenissen .............. 14 4.6 Samenwerking tussen alle betrokkenen .......................................................... 14 5. Advies zorginkoop 2017 ....................................................................................... 16 6. Verwacht resultaat ................................................................................................ 19 Bijlage 1. Casuïstiek ................................................................................................. 20 Bijlage 2. Voorbeeld piramides ................................................................................. 21 Bijlage 3. Leden werkgroep ...................................................................................... 27
2
1. Inleiding Hierbij presenteren wij u het zorginkoopadvies met betrekking tot de inkoop van specialistische zorg voor de leeftijdsgroep 10-18 jaar in 2017. De opdracht die wij meekregen was om samen tot realistische vernieuwing te komen, door: 1. Het uitbrengen van adviezen over een andere, integrale inrichting en invulling van de specialistische zorg voor de leeftijdscategorie 10-18 jaar. 2. Het aanreiken van wenselijke en/of noodzakelijke aanpassing in organisatie(cultuur), samenwerking, regelgeving, administratieve processen en financieringsconstructies die de inhoudelijke voorstellen kunnen bevorderen. Om te komen tot een breed gedragen advies heeft een aantal sessies plaats gevonden met de voltallige werkgroep. Vanuit deze werkgroep hebben wij subwerkgroepen geformeerd die zich hebben verdiept in inhoudelijke thema’s die volgens ons van belang zijn voor de doelgroep 1018 jaar. De trekkers van subwerkgroepen zorgden voor een inhoudelijke terugkoppeling aan de kerngroep en daarmee ook aan de voltallige werkgroep. Alvorens wij ingaan op onze adviezen willen wij u inzicht geven in onze visie en de afwegingen die wij hebben gemaakt om tot een integraal advies te komen. Tijdens de eerste twee bijeenkomsten kwamen we een aantal uitdagingen tegen zoals het (leren) spreken van dezelfde taal (bedoelen wij echt hetzelfde) en het belang van nauwe afstemming tussen zorgen onderwijsinstellingen om te komen tot integrale zorg en een eenduidig advies hierover. Daarom hebben wij een hoofdstuk geweid aan een aantal elementen die wij van belang vinden voor het realiseren van een gezamenlijke taal. Vervolgens beschrijven we wat nodig is voor het realiseren van integrale zorg. Daarna beschrijven we de adviezen. Met behulp van twee casussen hebben wij gekeken hoe de praktijk er nu uitziet en hoe de praktijk rondom deze casussen er idealiter zou moeten uitzien. De lering die wij hieruit hebben getrokken, is verwerkt in ons advies. Wij hopen dat u terugleest hoe wij de uitdagingen zijn aangegaan en tot de onderbouwing zijn gekomen van de adviezen. Wij wensen u veel leesplezier.
3
2. Visie, thema’s en uitgangspunten Het Visiedocument “Over de Brug” (november 2014) hebben wij als uitgangspunt genomen en vertaald naar termen en concepten die herkenbaar en werkbaar zijn. De basis van ons advies is dus gelegen in de visie zoals verwoord in dit visiedocument. De kern in dat document is dat behoeftes van mensen die een beroep doen op hulp, betrekking hebben op het functioneren op meerdere leefgebieden. Daarbij gaat het om meer dan het ‘oplossen van problemen’: het betreft het verkrijgen van eigen regie op de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen waar zij mee te maken hebben, en gaat (ook) om universele thema’s als geaccepteerd worden als persoon, sociale relaties hebben en deelname aan het maatschappelijke verkeer. Naast symptomatisch herstel gaat het dus evenzeer om persoonlijk en maatschappelijk herstel. De opgaven waar jeugdigen zich voor gesteld zien en de ondersteuningsbehoefte die zij daarbij hebben zijn, ook als zij behoren tot eenzelfde doelgroep voor iedereen anders. De hulp moet dus goed aansluiten op de individuele ondersteuningsbehoefte en zoveel mogelijk op maat rondom de cliënt georganiseerd worden. Een belangrijk thema in het visiedocument is normalisering. Dit heeft twee kanten: ten eerste is de hulp van professionals altijd een aanvulling op en ondersteunend aan, wat de jeugdige en zijn netwerk zelf kan. Maar normalisering houdt ook in dat we ‘gewone mensen’, nietprofessionals, inschakelen om hulp en steun te bieden. Dat vraagt er om het ‘hulpverleningsdenken’ in te dammen. In de werkgroep hadden wij al vrij snel het idee dat doelgroepen en levensloop een goede insteek bieden om concreet voorstellen te doen waar synergie, kwaliteitsverbetering en efficiencyvoordeel haalbaar is. Dit heeft geleid tot nadere verdieping van drie thema’s: 1. Doelgroepen en levensloop (Wie en wat) 2. Integrale analyse, perspectiefplan, handelingsgericht werken (Hoe) 3. Onderwijs, gezin en vrije tijd (Waar) Een ander thema is logistiek. Er valt ons inziens veel winst te behalen als in een regio volledige transparantie bestaat over vraag en aanbod, zodat deze snel gematcht kunnen worden. Daar dit een algemeen thema is dat over alle leeftijdsgroepen gaat en draagvlak van de gemeenten en instellingen vereist, hebben we dit thema in eerste instantie geparkeerd. Figuur 1. Schematische weergave van de belangrijkste thema’s
4
Zoals we schreven hebben wij het visiedocument “Over de Brug” vertaald naar werkbare concepten. De werkgroep vond de uitgangspunten van dit document goed aansluiten bij de transformatiedoelstellingen van de gemeenten als het gaat om eigen kracht, normaliseren/ demedicaliseren, ondersteuning: zo licht als mogelijk, zo lang als nodig. De focus ligt op preventief werken, over de domeinen heen, met nauwe betrokkenheid van de personen die belangrijk zijn voor het kind/de jongere. De focus op het bieden van perspectief hebben wij expliciet aangebracht in onze visie omdat de jeugdige nog in ontwikkeling is en iedere jeugdige zijn eigen specifieke perspectief heeft. Met betrekking tot het perspectief zijn er ook overeenkomsten per doelgroep. Zover als mogelijk is willen we uitgaan van doelgroepen met een enigszins vergelijkbaar perspectief. Dit geldt tevens voor de overgangsmomenten tijdens de levensloop, ook hierin zijn gelijkenissen. Dit impliceert dat we doelgroep gericht kunnen werken. Hierbij willen wij uitgaan van een integrale analyse om vervolgens te komen tot een perspectiefplan waarbij we gezin, onderwijs en vrije tijd betrekken. Het vertalen van het visiedocument “Over de Brug” heeft geleid tot een gezamenlijke taal, die we in het volgende hoofdstuk nader zullen toelichten.
5
3. Gezamenlijke taal Het ontwikkelen van een gezamenlijke taal is een belangrijke randvoorwaarde om domeinoverstijgend te werken en is daarom ook van belang voor het zorginkoopadvies. In onze werkgroep bleken de volgende begrippen daarbij relevant: 1. Doelgroepen 2. Levensloop en overgangsmomenten 3. Integraal werken Handelingsgericht werken Integrale analyse Perspectiefplan 4. Multidisciplinair team
3.1 Doelgroepen Onder een doelgroep verstaan wij een groep kinderen of jongeren met dezelfde hulp- en/of ondersteuningsvraag en ontwikkelingsbehoefte. In het geval van deze werkgroep zijn dat jongeren van 10-18 jaar en hun gezin en omgeving (school, werk, vrije tijd) met een specialistische ondersteuningsbehoefte. Deze doelgroep heeft hulp- en/of ondersteuningsvragen op het gebied van: Leren Gedrag Gezondheid Opvoeding Vrije tijd/openbare orde De hulp- en/of ondersteuning die de specialisten bieden zijn gericht op: Jongere/leerling Ouder/gezin School/werkgever Omgeving Om verbeteringen met betrekking tot ondersteuningsvragen, hulp en levensloop te formuleren heeft de werkgroep tijdens haar discussies steeds twee casussen voor ogen gehouden. De casussen betreffen kinderen met autisme en met gedragsproblematiek (zie bijlage 1). Op deze wijze zouden doelgroepen van elkaar onderscheiden kunnen worden. Voorbeelden van doelgroepen1 zijn: Jongeren met een (Licht) Verstandelijke Beperking Jongeren met borderline Tienermoeders Jongeren met autisme Jongeren met gedragsproblematiek Jongeren met een vorm van angst 1
Deze opsomming is niet limitatief en er zijn doelgroepen waarbij sprake is van een ontoereikend en/of niet snel toeleidbaar aanbod
6
3.2 Levensloop en overgangsmomenten Tijdens de brainstormsessies van de werkgroep kwamen wij er achter dat veel van de problemen, dubbelingen en omissies zich afspelen rondom overgangsmomenten en belangrijke gebeurtenissen in het leven van een kind, zoals een scheiding, sterfgeval, een ziek broertje of zusje, verhuizing, etc.. Overgangsmomenten in het leven van een kind zijn de geboorte, naar basisschool gaan, van de kleuterklas naar groep 3, naar de middelbare school, school verlaten, werk zoeken, een vervolgopleiding gaan doen, etc.. Deze overgangsmomenten en belangrijke gebeurtenissen zijn bepalend voor de levensloop van een kind en kunnen veel impact hebben. Vooral als bij het kind sprake is van problematiek, waardoor er een bepaalde hulpvraag is. Op deze momenten heeft een kind/jeugdige naast de reguliere zorg – of onderwijsondersteuning, soms extra ondersteuning nodig. Ook kan de levensloop helpen om meer preventief te doen voor kinderen waarbij al eerder in de levensloop bepaalde signalen zijn afgegeven. De levensloop met overgangsmomenten en belangrijke gebeurtenissen zijn schematisch weergegeven in onderstaande plaatje. Figuur 2. Levensloop en overgangsmomenten
In dit plaatje is ook de omgeving van het kind opgenomen die relevant is gedurende de levensloop. Naar mate het kind ouder wordt komen daar zaken bij en wordt het netwerk groter. Het is belangrijk om daar met de ondersteuning en hulpverlening rekening mee te houden.
3.3 Integraal werken Om integraal te werken adviseren wij om een gezamenlijke, domeinoverstijgende methodiek te hanteren, voor het maken van een integrale analyse en een perspectiefplan. Integraal werken gaat namelijk niet vanzelf, het vraagt veel samenwerking van verschillende partijen en commitment om vanuit één methodiek te werken! We adviseren de methodiek van het handelingsgericht werken. 3.3.1 Handelingsgericht werken Handelingsgericht werken betekent: gezamenlijk en planmatige werken aan SMART geformuleerde doelen voor de korte en lange termijn, passend bij de behoeften van het kind, het gezin en de (on)mogelijkheden van de schoolondersteuningsstructuur. Hierbij gaan we uit van de visie op eigen kracht. Handelingsgericht werken is een methodiek waarin twee instrumenten van belang zijn, namelijk een integrale analyse en een perspectiefplan. Handelingsgericht werken kan worden toegepast in de drie relevante levensgebieden van het kind/de jongere: school, gezin en vrije tijd. De totale infrastructuur van de jeugdhulp sluit aan op deze levensgebieden, en er is een laagdrempelige toegang tot de jeugdhulp. Indien voor de ondersteuningsvraag gespecialiseerde jeugdhulp nodig is, wordt er integraal bekeken wat er precies nodig is. Dit impliceert dat multidisciplinaire teams deze integrale analyse kunnen maken en zo nodig specialistische expertise kunnen betrekken bij de oordeelsvorming (consultatie & advies). In ieder domein is al een multidisciplinair team aanwezig: vanuit het onderwijs het Zorg Advies Team (ZAT), vanuit domein opvoeding / gezondheid de wijkteams (OKT), en vanuit domein openbare orde / veiligheid het actie centrum veiligheid / GGD. De 7
multidisciplinaire teams zijn in staat om een integrale analyse te maken, op basis van vier perspectieven: lichamelijk, verstandelijk, gevoelsmatig, relationeel. Hieruit volgt het perspectiefplan. Het team kan vervolgens zelf interventies inzetten of zo nodig doorverwijzen naar specialistische zorg. Hiermee ontstaat er een integrale aanpak. Deze samenhang is weergegeven in figuur 3. Figuur 3. Domeinoverstijgende methodiek, handelingsgericht werken
Voor meer achtergrondinformatie over handelingsgericht werken verwijzen we naar publicaties van o.a. Pameijer e.a. (2009) en Nina Draaisma. 3.3.2 Integrale analyse De integrale analyse brengt in kaart wat er op de verschillende leefgebieden speelt, ordent het proces van informatieverzameling en formuleert doelen, en zorgt er voor dat het proces transparant en overdraagbaar is zodat de cliënt regie kan houden en er vanuit één plan gewerkt kan worden. Tegelijkertijd is de werkelijkheid complex, weerbarstig en voortdurend in beweging. Problemen en doelen zijn vaak diffuus, en vragen zijn niet altijd eenduidig te beantwoorden. Verschillende betrokkenen kunnen op basis van dezelfde informatie tot verschillende analyses en oplossingen komen. Om echt een goed beeld te krijgen van wat er voor een jeugdige op het spel staat, en wat in een specifieke situatie de meest passende hulp is, zullen we een relatie aan moeten gaan. Alleen van daaruit kan de cliënt echt laten zien waar het in de kern om gaat, en kan de hulpverlener gaan ‘zien en doen wat nodig is’. De presentiebenadering biedt hulpverleners handvaten voor hoe zij met hun hulp nauwgezet (en daarmee ook efficiënt) op die ondersteuningsbehoefte kunnen aansluiten. Onder een integrale analyse verstaan we het volgende: • Analyse van krachten en ondersteuningsbehoeften; • Wat hebben jongeren, gezin en omgeving nodig? • Op basis van info uit de levensgebieden: – School: onderwijs – Gezin: opvoeding en gezondheid – Vrije tijd: openbare orde en veiligheid • Op basis van info vanuit verschillende perspectieven: – Lichamelijk – Verstandelijk 8
– Gevoelsmatig – Relationeel In de analyse wordt duidelijk wie met welke doelen aan de slag gaat en wie de regie krijgt. 3.3.3 Perspectiefplan Een perspectiefplan heeft de volgende kenmerken: • Doelen worden geformuleerd op basis van integrale analyse en ondersteuningsbehoefte; • Maatwerk, waarbij jongere en gezin centraal staat; • Dynamisch document dat rekening houdt met overgangsmoment in de levensloop en wordt bijgesteld wanneer nodig; • Periodieke evaluatie van doelen en aanpak en bijstelling aanpak. In het onderwijs kent men het werken met Ontwikkelingsperspectieven, hierop kan worden aangesloten. Wat betreft de regie zijn er meerdere opties mogelijk. Er kan bijvoorbeeld onderscheid gemaakt worden tussen een casusregisseur (voor de specialistische zorg, voor de korte termijn gedurende de behandeling) en een procesregisseur (voor de generalistische ondersteuning gedurende langere termijn). Ook is het mogelijk om 1 casuscoördinator als regisseur aan te stellen met de taak om het gehele plan te bewaken waarbij specialisten en anderen worden ingezet. De regierol behoeft nadere uitwerking. Wij adviseren de gemeente deze rol uit te werken en een keuze hierin te maken.
4. Realiseren integrale zorg Om integrale zorg te realiseren adviseren wij het volgende: 1. Uitgaan van behoeften met rekening houdend met de levensloop 2. Sterke voorkant in de wijk en op school 3. Vroegtijdig signaleren, integrale analyse uitvoeren, perspectiefplan maken 4. Goede aansluiting op andere intensiteiten van hulp 5. Aandacht voor overgangsmomenten en belangrijke gebeurtenissen 6. Samenwerking tussen alle betrokkenen
4.1 Uitgaan van levensloop Zoals in paragraaf 3.2 beschreven adviseren wij om ook rekening te houden met het feit dat sommige doelen een levenslange aanpak in meer en mindere mate zullen vragen, en dat sommige gebeurtenissen en transities goede monitor, signalering en aanpak vragen. Hiermee kunnen signalen die op jonge leeftijd worden opgevangen helpen om preventief te werken. Daarnaast kunnen kinderen met specifieke ondersteuningsvragen beter begeleid en geholpen worden bij overgangsmomenten en belangrijke gebeurtenissen.
9
Figuur 4. Levensloop als uitgangspunt, in de context van de omgeving
4.2 Sterke voorkant in de wijk en op school De eerste opvang voor kinderen, jongeren en hun gezin wordt geboden vanuit de basiszorg. Hieronder verstaan wij de plekken waar de jeugd en gezinnen zich bevinden en de teams die hier nauw op aansluiten; wijkteams, huisartsen, jeugdartsen en school. Dit zijn laagdrempelige voorzieningen die beschikken over een multidisciplinair team waar kinderen, jongeren en ouders makkelijk naartoe gaan, of daar sowieso al komen (huisarts, school). Aan de voorkant worden potentiële problemen en hulp- en/of ondersteuningsvragen gesignaleerd, een integrale analyse en perspectiefplan gemaakt en indien nodig preventief aanbod, begeleiding en lichte/korte behandelingen op de risicogebieden of probleemgebieden geboden. Dit wordt verder omschreven in de volgende paragraaf. Figuur 5. Sterke voorkant met basiszorg
4.3 Vroegtijdig signaleren, integrale analyse uitvoeren, perspectiefplan maken Professionals in de basiszorg signaleren en beoordelen (potentiële) problemen en risico’s. Als een kind/jongere/ouder zich meldt met een vraag wordt er een integrale analyse en perspectiefplan gemaakt (verstandelijk, emotioneel, lichamelijk, sociaal, met betrekking tot het kind, gezin, omgeving). Niet persé uitgebreide documenten, maar voldoende om de belangrijke aandachtspunten en risicofactoren op het vizier te houden. Indien nodig zou het 10
mogelijk moeten zijn dat het wijkteam, de school of de huisarts snel en zonder veel administratie gebruik kan maken van consultatie en advies bij de specialistische aanbieders. De basiszorg en school biedt preventief aanbod, begeleiding en lichte/korte behandelingen op de risicogebieden of probleemgebieden. In samenwerking met specialistische aanbieders worden er intensievere arrangementen op school en in de wijk geboden. De professionals in de basiszorg kunnen doorverwijzen naar deze specialistische voorzieningen, zoals in figuur 6 is weergegeven. Figuur 6. Aansluiting specialistische zorg op basiszorg
Dit betekent dat er een kanteling plaatsvindt, omdat in de huidige situatie relatief snel wordt ingezet op intensieve en specialistische jeugdhulp. Dit is weergegeven in de linkerpiramide van figuur 7. De gewenste situatie is dat de piramide gekanteld wordt en er meer gebruik wordt gemaakt van de basisarrangementen (al dan niet na consultatie en advies van een specialist), zoals weergegeven in de rechterpiramide. Dit vereist wel dat er een sterke jeugdhulpstructuur op scholen en in de wijk aanwezig is. Wanneer bepaalde hulp of trainingen aan de voorkant niet wordt geboden is de consequentie dat deze bij de specialistische aanbieders moeten worden ingekocht. Bijvoorbeeld de trainingen gericht op versterken sociale competenties en faalangst. In dat geval moeten deze trainingen worden meegenomen bij de inkoop van het specialistisch aanbod (naast de specialistische trainingen gericht op autisme, LVB, aggressieregulatie, etc)
11
Figuur 7. Kantelen van de piramide
Ook de specialistische voorzieningen zullen gebruik gaan maken van de integrale analyse en het perspectiefplan en bouwen voort op de informatie die is meegekomen vanuit de basiszorg. Op deze manier wordt voorkomen dat men informatie mist en/of dingen dubbel doet. Daar waar nodig kan nog aanvullende diagnostiek plaatsvinden, maar altijd als aanvulling op het eerdere plan (dus geen dubbelingen) en altijd in relatie tot de benodigde aanpak.
4.4 Goede aansluiting op andere intensiteiten van hulp Als de basiszorg onvoldoende is en intensievere vormen van zorg nodig zijn, dan wordt dit door de specialistische aanbieders opgepakt. Met de zorginkoop 2017 kan gerealiseerd worden dat de benodigde specialistische zorg beschikbaar is en naadloos aansluit op de basiszorg. Hiermee wordt “verticale zorgcontinuïteit” gerealiseerd. Dit is weergegeven in figuur 6. Figuur 8 toont een nadere toelichting op het feit dat het jeugdhulpaanbod in de basis (wijkteams en scholen) beter afgestemd moet gaan worden op het aanbod van de specialistische jeugdhulp en andersom. Figuur 8. Aansluiting piramide basiszorg - specialistische zorg
12
Dit vraagt dat de wijkteams en scholen een goed gedefinieerde en uitgewerkte piramide hebben, hetgeen nu nog niet het geval is. De scholen zijn hiermee wel bezig. In de bijlage zijn enkele voorbeelden van piramides op diverse scholen toegevoegd. Voor alle typen onderwijs waar er grotere groepen kinderen zijn die structureel gebruik maken van specialistisch aanbod zou er een dekkend aanbod moeten zijn met een structurele financiering. Aanvullend zou er een dekkend aanbod voor onderwijs-zorgarrangementen moeten zijn, met structurele financiering voor de meest complexe problematiek. In deze voorzieningen wordt per definitie een combinatie van onderwijs en jeugdhulp aangeboden, zoals bijvoorbeeld de Time out projecten, het transferium, School2Care. Figuur 9. Dekkend aanbod onderwijs-zorgarrangementen met structurele financiering
Op dit moment is dit aanbod nog niet dekkend voor alle kinderen die hulp nodig hebben, zoals bijvoorbeeld voor ZMOLK-ers (Zeer Moeilijk Lerende Kinderen), en ook voor specifieke problematiek, zoals gameverslaving, slaap-/waakritme problemen, angstige kinderen die daardoor dreigen uit te vallen. Om deze vertikale zorgcontinuiteit te borgen is het belangrijk dat professionals uit de multidisciplinaire teams verwijsbevoegdheden krijgen en zodoende snel kunnen opschalen naar specialistische zorg. Bijvoorbeeld het ZAT van School2Care kan goed beoordelen of een leerling specialistische zorg nodig heeft en zou dit zelf moeten kunnen regelen. In de huidige praktijk moeten zij eerst iemand uit het wijkteam betrekken om een verwijzing te krijgen.
13
4.5 Aandacht voor overgangsmomenten en belangrijke gebeurtenissen Zowel in de basiszorg als in de specialistische zorg adviseren wij om extra aandacht te besteden aan het begeleiden van de overgangsmomenten. Op deze manier wordt de “horizontale zorgcontinuïteit” gerealiseerd. Figuur 10. Aandacht voor overgangsmomenten
Door de levensloop heen vindt er als het goed is een vloeiende beweging plaats, zowel horizontaal als verticaal. Omdat overgangsmomenten goed worden begeleid en er een goede afstemming is tussen basiszorg en specialistische zorg, met zorgarrangementen die eenvoudig zijn op- en af te schalen. Figuur 11. Vloeiende beweging tussen basis- en specialistische zorg en gedurende de levensloop
4.6 Samenwerking tussen alle betrokkenen Om de hierboven genoemde zaken te realiseren is het noodzakelijk dat alle betrokkenen goed met elkaar samenwerken. Zowel tussen het onderwijs, professionals in de basis en specialistische zorg, als tussen professionals die vanuit verschillende perspectieven mogelijk betrokken zijn bij de jeugdhulp. Het onderwijs is op dit moment nog een op zichzelf staande wereld, waar alle betrokkenen vanuit hun verantwoordelijkheid voor Passend Onderwijs bezig 14
zijn met het opzetten van een adequate zorginfrastructuur. Wij adviseren vanuit de gemeente te zorgen voor een goede verbinding tussen de jeugdhulp en het onderwijs. Daarnaast adviseren wij op de verschillende onderdelen van het totaalplaatje niet te veel verschillende spelers te contracteren, zodat er goed overzicht is van het aanbod en partijen elkaar makkelijk kunnen vinden om effectief te kunnen samenwerken. Tot slot adviseren wij om een informatie-infrastructuur te realiseren die de samenwerking faciliteert: een infrastructuur waarmee alle betrokken professionals worden gefaciliteerd in het maken van een integrale analyse, een perspectiefplan, het op- en afschalen. Dat impliceert ook dat het dossier van een jongeren en/of een gezin met meerdere partijen gedeeld kan worden en doorgegeven kan worden aan andere professionals als dat nodig is. Dit vraagt om een integraal ICT systeem waar alle betrokken partijen mee kunnen werken.
15
5. Advies zorginkoop 2017 Op basis de beschreven visie en werkwijze hebben wij de volgende adviezen geformuleerd.
Hanteren van een gemeenschappelijke taal Wij geven u als suggestie mee om de binnen onze werkgroep overeengekomen begrippen te gebruiken en uit te gaan van de methodiek handelingsgericht werken. De belangrijkste begrippen zijn: – Levensloop en overgangsmomenten – Handelingsgericht werken – Integrale analyse – Perspectiefplan
Stel de hulpvraag van kind en gezin centraal en bekijk deze vanuit meerdere levensgebieden: onderwijs, gezin, vrije tijd Bij het maken van de integrale analyse is het essentieel om de vraag en behoefte van het kind en zijn/haar gezin als uitgangspunt te nemen. Wij adviseren om altijd informatie uit alle drie de levensgebieden te betrekken. Ook bij het bepalen van de doelstellingen en het maken van afspraken over de aanpak en/of interventies is het belangrijk dat deze betrekking hebben op alle drie de levensgebieden. Daarbij wordt het kind en zijn/haar gezin continu betrokken.
Zorgen voor een sterke voorkant Wij adviseren de infrastructuur van de basiszorg stevig neer te zetten, inclusief de zorginfrastructuur op scholen. – Vraag de wijkteams en scholen hun piramides te beschrijven. – Vraag aan het veld om het huidige trainingsaanbod dat uitgevoerd wordt door instellingen te inventariseren. Vraag het veld advies over welke trainingen nodig zijn om in het voorveld, binnen de basiszorg, aan te bieden. Vraag het veld ook of het haalbaar is om deze trainingen in de basiszorg aan te bieden. – Met betrekking tot de multidisciplinaire teams vragen wij de gemeenten om opdracht te geven aan het veld om gemeenschappelijke criteria opstellen waaraan een multidisciplinair team moet voldoen. Ook adviseren wij professionals in het multidisciplinaire team verwijsbevoegdheid te geven, zodat er snel geschakeld kan worden om de benodigde hulp in te zetten. – Maak consultatie en advies door specialisten mogelijk voor professionals in de basiszorg, zoals de wijkteams, scholen, huisartsen en jeugdartsen, zodat wij een hoogwaardige integrale analyse kunnen maken en de juiste interventies kunnen inzetten. – Faciliteer snelle diagnostische inzet die handelingsgericht adviseert aan de voorkant waardoor er perspectief mogelijk is (in onderwijs, stages), bv wat PO-VO adviesteam nu biedt. – Zorg voor een toereikend trainingsaanbod op het gebied van agressieregulatie, sociale vaardigheden, faalangsttrainingen, slaap / waak ondersteuningsvragen, gaming en verslaving. – Selecteer instelling(en) die in aanmerking komen om het aanbod in het voorveld uit te voeren. 16
– –
Zorg ervoor dat er zicht komt op het grijze gebied van generalist/specialist. Is er een gedeeld beeld voor op- en afschalen. Zorg voor de noodzakelijke bekendheid van bestaand aanbod. In het onderwijs zijn er al zeer goede onderwijs zorgarrangementen gericht op de ASS groep en wordt er gewerkt met ontwikkelingsperspectieven. Dit vraagt om een goede sociale kaart en het organiseren van leren van elkaar, met de voorkant, niet alleen in de jeugdhulp.
Zorg voor verbinding tussen onderwijs en basiszorg – Zorg voor goede aansluiting tussen onderwijs en basiszorg en neem de piramides als uitgangspunt voor verdere uitwerkingen. Niet alleen tussen de basiszorg en het regulier onderwijs, maar ook tussen het speciaal onderwijs en de specialistische (jeugd)zorg. Voor de benodigde onderwijszorg-arrangementen zou structurele financiering gevonden moeten worden. Op dit moment is er bijvoorbeeld een concreet hiaat voor kinderen die uitstromen uit een GGZ dagbehandeling en terug zouden moeten naar het (regulier) onderwijs. Dit leidt nu vaak tot thuiszitters, uitvallers, of kinderen vallen terug. Terwijl een nazorgtraject dit had kunnen voorkomen. Ook ontbreekt er bijvoorbeeld groepsgewijs aanbod waarin vaardigheden worden aangeleerd (vergelijkbaar oude Altra 12+). – Zorg voor de noodzakelijke bekendheid van bestaand aanbod. In het onderwijs zijn er al zeer goede onderwijs zorgarrangementen gericht op de ASS groep en wordt er gewerkt met ontwikkelingsperspectieven. Dit vraagt om een goede sociale kaart en het organiseren van leren van elkaar, met de voorkant, niet alleen in de jeugdhulp.
Ontwikkel zorgarrangementen voor specifieke doelgroepen Wij stellen voor om de zorginkoop te organiseren op basis van zorgarrangementen, gebaseerd op de ondersteunings- en/of hulpvraag. Bij het ontwikkelen hiervan is de levensloop het uitgangspunt en wordt er specifiek aandacht besteed aan de overgangsmomenten.
Kies voor integrale budgetten en mandatering De randvoorwaarden voor het werken met zorgarrangementen dienen geborgd te zijn. – Integrale budgetten is een manier om zorgarrangementen gemakkelijker te realiseren/financieren. – Mandatering voorkomt ingewikkelde afstemming over behandelverantwoordelijkheid. Dit laatste past ook bij de recente ontwikkelingen waarbij hoofdbehandelaarschap in 2016 waarschijnlijk overgaat in regiebehandelaarschap.
Zorg voor een nadere uitwerking van de regierol Wij adviseren de gemeente deze rol uit te werken en een keuze hierin te maken. Wij hebben een aantal opties geschetst. Er kan bijvoorbeeld onderscheid gemaakt worden tussen een casusregisseur (voor de specialistische zorg, voor de korte termijn gedurende de behandeling) en een procesregisseur (voor de generalistische ondersteuning gedurende langere termijn). Ook is het mogelijk om 1 casuscoördinator als regisseur aan te stellen met de taak om het gehele plan te bewaken waarbij specialisten en anderen worden ingezet.
17
Laat instellingen inschrijven op onderdelen van de horizontale en vertikale ketens Wat betreft de Inkoopsystematiek willen wij u verzoeken het mogelijk wordt dat instellingen zich inschrijven om een onderdeel van de vertikale en horizontale keten uit te gaan voeren (aanbesteden o.i.d.). Daarbij adviseren wij de volgende uitgangspunten te hanteren: – Focus op begeleiding tijdens overgangsmomenten/ life events; – Inkopen vanuit de behoefte van de jeugdige; – Aansluiting bij wijkteam, school, gezin zoeken; – Maak voorspelbaarheid mogelijk (overgangsmomenten in de levensloop en life events zijn daarbij een hulpmiddel); – Voorkom dubbelingen in het zorgaanbod; – Flexibel schakelen tussen langdurige en incidentele financiering, op- en afschalen; – Analyseer maatschappelijke kosten en opbrengsten; – Terugbrengen administratieve druk. Daarnaast adviseren wij op de verschillende onderdelen van het totaalplaatje niet te veel verschillende spelers te contracteren, zodat er goed overzicht is van het aanbod en partijen elkaar makkelijk kunnen vinden om effectief te kunnen samenwerken.
Tot slot Wij adviseren u om de kwaliteitsborging samen met de sector te ontwikkelen. Hiervoor is integratie van kwaliteitsmetingen en cliëntevredenheidsmetingen noodzakelijk. Focus hierbij op doelrealisatie. Wij geven u ter overweging mee om samen met het jeugdplatform een regio cliëntenraad in te stellen.
Eén van de consequenties voor de zorginkoop zal verder zijn dat er niet meer wordt ingekocht op basis van historische aantallen en eventuele trends daarin. In plaats daarvan wordt de inkoop gebaseerd op de piramides van de basiszorg, wijkteam en scholen, zodat de specialistische zorg daarop kan aansluiten. Om bovenstaande te kunnen realiseren zien wij de volgende randvoorwaarden en aandachtspunten: • Privacy: overdraagbaarheid informatie dient gefaciliteerd te worden • Logistiek en een integraal ICT systeem: zorg voor zicht op beschikbare capaciteit nodig op ieder moment, voor iedereen! • Dit impliceert het zorg dragen voor monitormogelijkheden bij transitiefasen, maar ook snelle inzetbare transferbegeleiding die instroom in nieuwe fase / groep / plek kunnen doen bestendigen. • Samenwerken of concurreren: het door ons beschreven model gaat duidelijk uit van samenwerking. De huidige concurrentie werkt naar ons idee belemmerend om dit model te realiseren.
18
6. Verwacht resultaat Een recent gemaakte maatschappelijke businesscase autisme bevestigt potentiële winst van de levensloopaanpak. De volgende initiatieven zijn daarbij doorgerekend: • Levensloopbegeleider • Vroegtijdige diagnostiek • Autismevriendelijk onderwijs • Autisme ambassadeurs op het werk • Autismevriendelijke sportverenigingen • Kleinschalige zorginitiatieven Deze initiatieven leiden tot meer participatie, meer levensgeluk en forse besparingen. Elke euro die een gemeente investeert in een nieuwe ‘levensbrede aanpak’ bij autisme brengt er vier op. Er is berekend dat voor een gemeente van 100.000 bewoners de potentiële besparing €6 miljoen per jaar zou kunnen zijn. Bron: “Levensbrede aanpak bij Autisme”, oktober 2015, werkgroep Vanuit autisme bekeken
19
Bijlage 1. Casuïstiek De werkgroep heeft gebruik gemaakt van twee casussen: 1. Max heeft autisme • Max is 18 jaar en opgegroeid met beide (werkende) ouders en 2 jaar oudere broer. • Als peuter maken ouders zich zorgen, het consultatiebureau adviseert afwachtend beleid. • Max komt niet mee in de klas, raakt snel overstuur. • Op 6-jarige leeftijd gediagnosticeerd met PDD-NOS. Gaat naar speciaal basisonderwijs. • Loopt op 10-jarige leeftijd weer vast, verzuimt school; gaat naar de dagkliniek en krijgt medicatie. Situatie stabiliseert en gaat terug naar SBO. • Max gaat naar een reguliere Havo en loopt weer vast, krijgt o.a. last van dwang, wordt gepest, heeft geen overzicht; individuele psychotherapie helpt hem te weer grip te krijgen. • In de pubertijd raakt Max gameverslaafd en verzuimt school, loopt vast op school, thuis en in zijn vrije tijd. Klinische opname en medicatie volgt. Gaat daarna naar VSO Mavo. Kan na geen passende vervolgopleiding vinden. • Zoekt nu hulp voor jongvolwassenen met ASS, maar dit is lastig. 2. Sander heeft gedragsproblemen • Sander is 17 jaar, Surinaamse achtergrond, wordt door de WSG aangemeld bij IFA. • Woont samen met moeder en 2 broers, en 2 uitwonende zussen, vader overleden. • Basisschool goed doorlopen, problemen op school vanaf 3e VMBO. • Eerste politiecontact in 2011, HALT. • In 2013 veroordeeld voor diefstal en broer in detentie; vanaf toen hulpverlening in huis, o.a. MDFT, MST en FFT. • Diverse keren niet meegewerkt aan de hulpverlening. Ook op dit moment ook weerstand tegen hulp.
20
Bijlage 2. Voorbeeld piramides Piramide VSO school
Piramide Altra Zuidoost Zorg
21
Piramide Altra College Bleichrodt (havo/vwo afdeling) huidige situatie
Piramide Altra College Bleichrodt (havo/vwo afdeling) gewenste situatie
22
Piramide Orion College Zuid (VSO cluster 4)
Piramide Orion College West
23
Alphons Laudy Intensief arrangement voor kind en gezin (3-5%) - Individuele behandeling (Lijn5, Amsta en Bascule) - Gezinsbehandeling (lijn5, Amsta en Bascule) - Agressie regulatie Training (Amsta, lijn 5) - Competentietraining en handelingsadvies Dysfatisch centrum - Competentietraining en handelingsadvies Visio - Competentietraining en handelingsadvies Steunpunt autisme Intensief arrangement voor kind en gezin (12-15%) - Individuele en groepsbegeleiding leerlingen (Cordaan) - Intensieve ambulante (gezins)hulpverlening - Sociale competenties (vaardigheden, emotie/agressie regulatie) (Amsta/Philadelphia) - Training seksueel overschrijdend gedrag (Amsta, Scharlaken koord) - Motorisch Remedial teaching Basisarrangement voor kind en gezin (80-85%) - Loverboy lessen (Scharlaken koord) - Na Schoolse Opvang (Laudy+, Philedelphia, Cordaan en Prisma) - Rots en Water training (Laudy) - Sociaal emotionele ontwikkeling in thema's (Laudy) - Sociale vaardigheidstraining (laudy) - Schoolarts (GGD) - Plaatsen van leerlingen stageplekken, indicaties (arbeidsmatig en dagbesteding) - KPC detailhandel, zorg en welzijn, groen, facilitair, horeca (Laudy) - Samen op weg, training met OV (MEE) - Ouderbetrokkenheid: ouderscafe, cursussen (omgaan met je moeilijk lerende puber (MEE), gebarenondersteuning, autisme) - Bureau Halt (o.a. vuurwerk).
24
Regulier onderwijs Intensief arrangement voor kind en gezin (3-5%) - Transferium - STOP - VSO (incl s2c) - Atos - Salto - leerplicht - tools 4 school - IPA - Jellinek preventie - MST de Waag - Ggz Bascule Intensief arrangement voor kind en gezin (12-15%) - Sociale competenties (vaardigheden, - emotie/agressie regulatie)* - Faalangst training - Na Schoolse Opvang - Ouder Kind adviseur - mentor project PO-VO overstap ** - ziekteverzuim aanpak – GGD en leerplicht - transferbegeleiding instroom uit bovenschoolse voorzieningen - gezonde school - COC seksuele diversiviteit - protocol dyslexie en discalculie - begeleider passend onderwijs - Bascule VO team / of snelle handelingsgerichte procesdiagnostiek Basisarrangement voor kind en gezin (80-85%) - Schoolarts (GGD) - Mentoraat - handelingsgericht werken (handelingsgerichte leerlingbespreking) - examentraining - studievaardigheden - Jij en je Gezondheid GGD - preventieve projecten: loverboy projecten / wietwijs / liefde is Hiaat: - aanbod voor: o slaap waak problemen o angst / schoolfobie o gameverslaving o ggz onverklaarbare klachten (oa oververmoeidheid) -
trainingen o agressie regulatie 25
o o -
sociale vaardigheden faalangst reductie
Transferbegeleiding o van opname (Koppeling / ggz) / dagbehandeling (Bascule intern) naar ambulant o kwetsbare overstap PO-VO o kwetsbare overstap VO-MBO
* NB dit ligt nu als taak bij OKT maar wordt niet geboden! ** Mentorprojecten worden nu door de stadsdelen ingekocht, niet overlap voorhanden en in elke regio andere aanbieder (bv zuidoost big brother / big sister; oost …) Versterking voorkant door: - kennen van elkaars aanbod (ook onderwijs mogelijkheden!) - planmatig handelen - kennen van de werkafspraken - handelingsgerichte adviezen - integraal plan / perspectief plan met onderwijsdoelen - attitude altijd gericht op samenwerken, transparant en handelingsgericht werken - ggz die handelingsgerichter kan werken - sneller doorpakken door specialistische inzet eerder betrekken (door VO scholen als jeugdhulp) - terugkoppeling en afstemming door jeugdhulp - Na verwijzing afspraken mbt afstemming en voortgangbespreking, wie doet wat
.
26
Bijlage 3. Leden werkgroep Leden kerngroep: Altra - Yvette Martha Lijn5 - Ernst Bouweriks Lucertis - Anita de Reus Opvoedpoli - Natalie Kramp Regionaal Ondersteuningsteam AA ZW - Timo van Doremalen Spirit – Sascha Spaans Triversum – Andreas Lamerz Samenwerkingsverband VO - Joy Bijleveld De Bascule – Muriel Bos (trekker) en Annelies Niessen Overige leden: Akwaaba - Andy Simpe Altra - Roelie van den Hoogen, Sanne Pronk Amsta - M. van Suchtelen, Monique Bal Arkin - Ellen Vedel The Busy People / Dr. Bosman - Hiske Reinders Cordaan - Marc Smit GGD- Amstedam - Adele Diepenmaat Centrale Clientenraad de Bascule - Helene Lekkerkerker Het ABC - Heleen Bouwmans Het Perspectief – Hüseyin Kayapinar, Nanda van Loen JBRA - Agnes Hartog Leger des Heils Ons Tweede Thuis - Debbie Ziere Philadelphia - Fija Rienstra Prinsenstichting - Judith van Dijk RVVP - Caroline van Nistelrooij, Ieke van Tilburg Samenwerkingsverband VO - Cees Blij, Ellen Starke, Franzesca Knol, Henk Kok, Jack Deen Sensazorg - Suleyman Gogus Clientenbelang - Sophie Pennington de Jongh Spirit - Annemarie van de Vall, Sabine van Kampen SSVWO Marianne van Zanten Unalzorg - Miranda Spaander UvA Minds - Sacha Lucassen
27