Colofon Coördinatie GGZ-Nederland, Claudia Eglin en Welmoed van Rijs Tekst en interviews Wybo Vons, journalistieke producties Ontwerp en illustraties carta communicatie & grafisch ontwerp Fotografie Kees Rutten e.a. Druk ZuidamUithof zorg werkt jaarverslag ggz nederland 2009
© GGZ Nederland juli 2010
ZORG WERKT Jaarverslag
GG Z
Nederland
2009
Sector met lef! • Anticiperen op verwachte personeelstekorten • Zorgmarktenacademie leert fijne kneepjes van het verkoopvak • Ggz: kostbaar maar uiterst rendabel • Resultaten scoren Korting op dvd-serie • Wat je altijd al had willen weten over ‘Kijken in d e psychiaters Z iel’
Inhoud
16
Arbeidsmarkt
20
Anticiperen op verwachte personeelstekorten: hard nodig!
Zorgmarkten Zorgmarktenacademie
24
leert ggz-aanbieders de fijne kneepjes van het verkoopvak
2 Interview met Marleen Barth – Sector met lef! 4 Interview met Jos de Beer – De maatschappelijke meerwaarde van de ggz 6 Meer aandacht voor psychische problemen bij somatische aandoeningen 8 Ggz-hulp aan risicogroepen vergroot leefbaarheid 10 De Mexicaanse griep Suïcidepreventie 11 Resultaten scoren Veilige zorg, ieders zorg 12 ‘Vereenvoudig de jeugdzorg. Bundel alle gespecialiseerde hulp.’ 14 Forensische zorg steeds meer gericht op specifieke doelgroepen 16 Anticiperen op verwachte personeelstekorten: hard nodig! 18 Nieuwe mbo-opleiding voor 40-plussers 19 Nieuwe CAO en HRM-Convenant versterken arbeidsmarktpositie van de ggz 20 Zorgmarktenacademie leert ggz-aanbieders de fijne kneepjes van het verkoopvak 22 Onderhandelingen verlopen steeds meer ‘to the point’ 23 Interview met Richard Janssen – Op zoek naar nieuwe samenhang 24 Ggz: van onschatbare waarde 26 ‘Door die ROM-meting werd ik met mijn neus op de feiten gedrukt’ ‘Het aantal prestatie-indicatoren kan best omlaag’ 27 ‘Met ROM openen we de black box’ 28 Wat je altijd al had willen weten over psychiaters 30 Wet verplichte GGZ (VGGZ) 31 42,7% van de Nederlandse bevolking had ooit een psychische aandoening 32 De vereniging, uw vereniging? 34 Commissies en Bestuur 36 Lidinstellingen 38 Jaarrekening 2009
Huis op orde Ggz: van onschatbare waarde
GGZ Nederland Jaarverslag 2009
1
interview met Marleen Barth
Sector met lef! De bekostiging van de ggz vroeg in 2009 opnieuw de nodige inzet van GGZ Nederland. De brancheo rganisatie protesteerde fel tegen de opgelegde ‘Klinkkorting’. Daarnaast kampte de sector met de naweeën van de invoering van DBC’s en de gevolgen van de kredietcrisis. “Toch heb ik veel vertrouwen in de slagkracht van de ggz. Die slagkracht is van belang om onze patiënten en cliënten goede zorg te bieden en daarmee bij te dragen aan de mentale veerkracht van de samenleving”, constateert Marleen Barth, voorzitter van GGZ Nederland.
2
GGZ Nederland Jaarverslag 2009
Ondanks het kort geding van GGZ Nederland tegen de Klinkkorting, ging die bezuiniging van 3,5% op de curatieve ggz in 2010 door. Was dat protest dus uiteindelijk tevergeefs? Dat denk ik niet! Ook de zorgverzekeraars en de Nederlandse Zorgautoriteit vonden dat deze korting niet terecht was. Later is zelfs door het Ministerie van VWS toegegeven dat het opleggen van deze korting geen handige zet was en voor de ggz op een onverstandig moment kwam. Ondanks het verlies van die rechtszaak hebben we heel duidelijk gemaakt dat het ministerie voortaan met een veel betere onderbouwing moet komen, voordat het overgaat tot zulke botte-bijl-ingrepen.
Naast alle financiële perikelen richtte GGZ Nederland zich inhoudelijk op ‘Zorg werkt!’. Welk statement willen jullie hiermee maken? ‘Zorg werkt!’ stelden we vorig jaar op als inhoudelijke voorzet voor de verkiezingsprogramma’s. Gelukkig waren we daar tijdig aan begonnen, zodat dat verhaal klaar was toen dit voorjaar het kabinet viel. Met dit document willen we de politiek en alle partijen met wie we samenwerken laten zien welke maatschappelijke meerwaarde de ggz heeft. kijk naar de wijze waarop bijvoorbeeld de vier grote steden succesvol met de ggz hebben samengewerkt om de leefbaarheid te verbeteren. De gemeente Rotterdam berekende dat alle investeringen die hierbij zijn gedaan in de zorg zich dubbel en dwars terugverdienen. Daardoor hoeft er nu minder geld besteed te worden aan justitie, politie en schadeverzekeringen. Daarom is het belangrijk dat deze aanpak ook in de middelgrote steden verder wordt uitgebouwd. Daarnaast hebben we in ‘Zorg werkt!’ opnieuw aangegeven dat de ggz bijdraagt aan het op peil houden van het mentaal kapitaal van Nederland. Veel mensen die een beroep doen op de ggz zijn in de kracht van hun leven. Als zij op tijd worden behandeld, raken zij niet onnodig uit het arbeidsproces. Daarom moet je voorzichtig zijn met bezuinigingen op de ambulante ggz. Daar worden namelijk steeds vaker mensen met zware en chronische problematiek structureel behandeld. Dankzij deze hulp kunnen zij actief blijven meedoen aan het normale leven.
In ‘Zorg werkt!’ geeft de ggz ook enkele voorzetten voor efficiënter werken in de sector zelf. Waar valt wat dat betreft de meeste ‘winst’ te behalen?
“molut ad tiozoals dolenim Als we doorgaan nu moet over twintig jaar één op de drie Nederlanders in de zorg werken. velismo luptat wisi blaDat is natuurlijk onmogelijk. Daarom zoeken we als sector actief naar mogelijkheden feuguerat ver sed exdat het aantal medewerkers om meer zorg te bieden zonder navenant moet. Dat willen we bijvoorbeeld bereiken eum nitomhoog nonsequam door meer ambulante zorg aan te bieden en het aantal bedden dipsum velendre” de komende vijf jaar aanzienlijk af te bouwen. Daarnaast gaan
we verder met e-mental health, ook daarmee valt namelijk een enorme efficiencywinst te behalen. Hierbij gaat het overigens niet alleen om internettherapieën, maar ook om allerlei andere
technologische toepassingen, zoals domotica waarbij mensen via een laptop en een webcam contact kunnen onderhouden met een zorgverlener. It kan de sector overigens ook verder helpen bij het stroomlijnen van de logistieke processen. Ook dat kan veel besparingen opleveren, zeker als de overheid ons in staat stelt de bureaucratie te verminderen. De controlemechanismen stapelen zich op, terwijl de bekostigingsregimes niet op elkaar zijn afgestemd. Als ze daar in Den Haag iets beter over nadenken, dan kan dat miljoenen schelen!
Met preventie is de toenemende vraag naar ggz slechts gedeeltelijk om te buigen.
Wat doet de ggz aan het bevorderen van vitaliteit om de alsmaar stijgende zorgvraag terug te dringen? In ‘Zorg werkt!’ hebben we een uitgebreide paragraaf opgenomen over preventie. Daarmee valt nog een wereld te winnen. Bijvoorbeeld door het bevorderen van een gezonde leefstijl en het terugdringen van het alcohol- en druggebruik onder jongeren en volwassenen. Of door mensen die worstelen met zingevingsvragen beter te begeleiden, zodat zij niet in de knoop raken. Allemaal zaken waarin je kunt investeren om de vraag naar ggz te verminderen. Maar de ggz kan zijn deskundigheid hierbij alleen inzetten als de overheid, gemeenten en zorgverzekeraars die inkopen. Zij zijn hierbij nu aan zet. Desondanks verwacht ik alleen al vanwege de vergrijzing dat de vraag naar ggz de komende jaren zal blijven groeien. Veel ouderen zijn immers vatbaar voor psychische problemen als depressie.
Door alle financiële tegenslagen typeerde u de ggz het afgelopen jaar als ‘uitermate kwetsbaar’. Is met die typering alles gezegd over de ggz? Zeker niet! Met ‘Zorg werkt!’ hebben we de ggz ook nadrukkelijk willen profileren als een uiterst innovatieve sector. Daarbij vind ik de ggz een sector met lef. Als je de comfortzone van de AWBZ vrijwillig verruilt voor het strengere en ingewikkeldere bekostigingsregime van de zorgverzekeringswet, getuigt dat van durf. Ik kom in de sector veel creatieve ideeën tegen hoe we nog scherper en beter kunnen presteren. Daardoor heb ik ook voor 2010 veel vertrouwen in de slagkracht van de ggz. Alle turbulentie en onzekerheid die de sector nog te wachten staat kunnen we aan. Daar ben ik echt van overtuigd!
GGZ NederlaNd Jaarverslag 2009
3
Interview met Jos de Beer
De maatschappelijke meer Op Prinsjesdag 2009 liet de ggz duidelijk van zich horen. Met een paginagrote advertentie in enkele landelijke dagbladen ging een imagocampagne van start. Boodschap: ‘1 op de 4 Nederlanders krijgt een psychische stoornis’. In de tekst keert GGZ Nederland zich tegen verdergaande bezuinigingen. Die zetten niet alleen de sector nodeloos onder druk, ze ondermijnen ook de mentale veerkracht van Nederland. Jos de Beer, directeur van GGZ Nederland blikt terug op een jaar vol bewegingen.
2009 gaat de boeken in als het jaar van de financieel-economische crisis. Leidde de recessie ook tot een stijgende vraag naar ggz? Het Centraal Planbureau berekende onlangs een lichte stijging van de vraag van 3 naar ruim 4%. Daarbij is de link met economische achteruitgang en banen die op de tocht staan natuurlijk snel gemaakt. Toch ga ik er niet van uit dat die stijging direct verband houdt met de recessie. Wel is er sprake van een toe nemend beroep op de ggz in algemene zin. Dat is een lange termijn trend. Kijk naar Nemesis II, de epidemiologische studie naar de geestelijke gezondheid van de Nederlands bevolking (zie pagina 31). Daaruit blijkt dat vier op de tien mensen in hun leven te maken krijgen met een psychische stoornis. Een steeds groter deel van hen weet de ggz te vinden.
In tegenstelling tot eerdere verwachtingen is het afgelopen jaar geen enkele ggz-instelling failliet gegaan. Hoe verklaart u dat? In 2008 hebben instellingen een flinke klap gehad. Een derde was verliesgevend. Bovendien is toen bij veel instellingen de vermogenspositie verslechterd. Begin 2009 kampte een belangrijk deel van de instellingen nog met een liquiditeitsprobleem, doordat zij geld moesten lenen voor het financieren van lopende behandelingen. Daar kwam vervolgens een tariefkorting overheen van 3,5%. Daarnaast kampen instellingen ook nog met grote onzekerheid op het terrein van kapitaallasten waardoor het steeds moeilijker wordt om bouwinitiatieven te financieren. Al met al leidt dat tot een enorme druk op de bedrijfsvoering van instellingen.
4
GGZ Nederland Jaarverslag 2009
De recessie is nog niet voorbij. Wat staat de sector nog te wachten en hoe wordt daarop geanticipeerd? Als er ingrepen plaatsvinden in het pakket en mensen zelf financieel moeten opdraaien voor bepaalde zorg, dan raakt dat de instellingen indirect. Maar als ze budgetkortingen en tarief maatregelen krijgen opgelegd, treft dat de instellingen wel direct. Daarom werken zij onverkort hard aan een verdere verhoging van de productiviteit. Bijvoorbeeld door meer in te zetten op e-mental health. Ook kijken ze hoe ze het aantal bedden kunnen terugbrengen door meer extramuraal te werken. En er wordt onderzocht hoe de eerstelijn intensiever kan worden ingezet zodat mensen niet onnodig in de tweedelijnszorg terecht komen. Daarnaast zou het enorm helpen als de financiering van al het werk in de ggz wordt vereenvoudigd. Kijk naar het ondoordringbare schot tussen de AWBZ en de Zorgverzekeringswet. Twee totaal gescheiden bekostigings- en verantwoordingssystemen. Dat is lastig voor patiënten terwijl het voor instellingen een hoop extra administratie en gedoe oplevert. Ik hoop dat door deze crisis de tijd nu rijp is om dit soort zaken echt te veranderen. De ggz-sector wordt namelijk als geen ander belemmerd door alle verschillende financieringssystemen.
De verhoudingen met zorgverzekeraars stonden in 2008 op scherp, onder meer door onenigheid over het bevoorschotten van instellingen. Zijn die verhoudingen inmiddels verbeterd? Zeker! In de gesprekken over de prestatiebekostiging in 2011 hebben we de verzekeraars gevonden als strategisch partner. Daardoor zijn de verhoudingen drastisch verbeterd. Wij werken aan een landelijke afspraak over het financieren van onder han-
waarde van de ggz den werk. Verder integreren we de systemen voor het meten en vergelijken van effecten van zorg. Dat levert beide partijen doelmatigheidswinst op.
Om de maatschappelijke meerwaarde van de ggz duidelijker neer te zetten, vond in 2008 een herpositionering plaats. Die leidde tot het motto ‘Veerkrachtige geest, veerkrachtige samenleving’. Welk vervolg heeft dat in 2009 gekregen? Naar aanleiding van de herpositionering hebben we de kerntaken van de vereniging herijkt. Dat heeft geleid tot een heldere focus in drie programma’s, waarin onze activiteiten nu zijn samengebracht: Arbeidsmarkt, Zorgmarkten en transparantie/ Huis op orde. Zo kunnen we alle expertise op deze terreinen beter bundelen en onze beleidscapaciteit verder concentreren.
Veiligheid is een belangrijk issue in de politiek. Hoe spelen jullie daar met jullie lobby op in? Met het oog op de verkiezingen hebben we onder het motto ‘Zorg werkt!’ enkele kernpunten geformuleerd waar we als sector voor staan. Daarbij brengen we naar voren dat de ggz niet alleen een actieve bijdrage levert aan het mentaal kapitaal van onze samenleving, maar ook aan de veiligheid en het terugdringen van overlast. kijk naar wat er de afgelopen jaren is bereikt in de grote steden bij de opvang van daklozen met een psychische stoornis. Dat illustreert duidelijk dat de ggz bijdraagt aan een veiliger samenleving.
Tot slot: de leden van GGZ Nederland geven het bureau gemiddeld een 7,1. Hoe interpreteert u dit rapportcijfer? Het is geen 6 en geen 8. Het biedt dus volop ruimte voor verbetering. We moeten vooral blijven werken aan belangenbehartiging voor de leden en de sector als geheel. Daar hebben we behoorlijke slagen in gemaakt, maar niet altijd met evenveel concreet resultaat. Daar zetten we onze beleidscapaciteit dan ook voor de volle 100% voor in. We bevinden ons echter in een complex krachtenveld waarbij we het niet alleen voor het zeggen hebben. en dat is maar goed ook!
Steeds meer mensen met psychische problemen weten de ggz te vinden.
GGZ NederlaNd Jaarverslag 2009
5
Meer aandacht voor psychische problemen bij somatische aandoeningen Hoe somatische en psychische klachten precies
Vanuit de ggz wordt daarom op verschillende
Tijdens deze therapieën komen soms ook existentiële vragen aan bod. Zeker als mensen zich door de ernst van hun aandoening realiseren dat zij niet langer meer te leven hebben. “Wat dat betreft is de insteek van onze behandeling erg individueel bepaald”, zegt de psycholoog.
manieren psychische hulp geboden aan mensen
Opdrachten
op elkaar inwerken, is nog onduidelijk. Maar dat er tussen die twee een relatie bestaat is een feit.
met somatische klachten.
Kanker en vermoeidheid, obesitas en depressie, diabetes en depressie. Veel somatische aandoeningen gaan gepaard met een verhoogd risico op psychische klachten. Neem patiënten die behandeld zijn tegen kanker. Een jaar na afloop van hun behandeling kampt de helft van hen nog altijd met zware vermoeidheid. Bij een kwart van hen is dat ook nog het geval na drie, vier jaar. Met cognitieve gedragstherapie kan deze groep echter goed worden geholpen. Driekwart van deze patiënten komt met zo’n therapie van de vermoeidsheidsklachten af en dat meestal al binnen een half jaar. Gevolgen-model
Het is zomaar een voorbeeld van de meerwaarde die psychische hulp kan hebben bij patiënten met een ernstige lichamelijke aandoening. Er zijn echter ook mensen met medisch onverklaarde lichamelijke klachten, zoals pijn en vermoeidheid, die baat hebben bij een reeks gesprekken met een psycholoog. PsyQ biedt beide patiëntengroepen ambulante psychologische hulp. “In de cognitieve gedragstherapeutische behandelingen voor deze cliënten hanteren we het ‘gevolgen-model’, zegt klinisch psycholoog Saskia van Es van PsyQ Amsterdam. “Daarbij kijken we niet zozeer naar het ontstaan van de klachten, maar vooral naar de emotionele en gedragsmatige reacties op de somatische klachten en alle veranderingen waarmee deze patiënten worden geconfronteerd. Met die inzet proberen wij ook de lichamelijke klachten te verminderen.”
6
GGZ Nederland Jaarverslag 2009
“Bij medisch onverklaarde somatische klachten, zoals pijn en vermoeidheid, kunnen artsen op een bepaald moment vaak niet zoveel meer betekenen. Maar wij wel. In een reeks gesprekken proberen we patiënten met gedragsverandering weer in betere conditie te krijgen. Daarmee is onze therapie een goede aanvulling op de overige medische behandelingen.” De hulp van PsyQ beperkt zich overigens niet tot ‘pillen en praten’. Patiënten maken tussen de sessies door ook opdrachten. En waar nodig volgen zij een trainingsprogramma bij de fysiotherapeut. Gespecialiseerd en complex
De psychische hulp voor mensen met somatische klachten is erg versnipperd. Veel ziekenhuizen beschikken over afdelingen ‘Medische Psychologie’ en ‘Psychiatrie’. Patiënten kunnen daar tijdens of vlak na hun behandeling terecht voor kortdurende zorg en neuropsychologisch onderzoek. “Maar de vraag naar psychische hulp is veel groter dan deze afdelingen ooit kunnen bieden”, constateert Van Es. “Tegelijkertijd zie je ook dat veel mensen niet snel een beroep doen op de ggz, ‘want ik ben toch niet gek?!’” Toch verbaast het haar niet dat maar weinig ggz-aanbieders hier op inspringen. De geboden hulp is namelijk behoorlijk gespecialiseerd en complex. “Dat blijkt wel uit het feit dat er nog altijd geen professionele consensus is bereikt over een multidisciplinaire richtlijn voor de patiënten met onverklaarbare lichamelijke klachten. Daarom is het van groot belang dat er veel meer onderzoek komt op dit gebied”, benadrukt zij. “Wat dat betreft hebben we de wind mee”, zegt Joost Dekker, hoogleraar paramedische zorg bij VUmc. Zowel in de zorg als in de onderzoekswereld ziet hij dat de aandacht voor het thema ‘somatiek en psyche’ toeneemt. Dat heeft volgens hem direct te maken met de groeiende groep patiënten met een chronische aandoening die ‘schreeuwt’ om extra psychische ondersteuning.
Ggz dichterbij
Adequaat vervolg
Binnen Vumc in Amsterdam richten Dekker en zijn onderzoeksgroep zich met name op onderzoek naar depressie. Bij veel ernstige somatische aandoeningen leidt depressie namelijk tot een verhoogde kans op herhaling van klachten en overlijden. Mensen met een depressie lopen bijvoorbeeld meer risico om opnieuw een hartaanval te krijgen. Ook de combinatie depressiediabetes leidt tot aanzienlijk slechtere prognoses. Daarom is het volgens de hoogleraar niet meer dan logisch om somatische patiënten op depressie te screenen en waar nodig een aanvullende behandeling aan te bieden. Door de fusie tussen Vumc en GGZ inGeest worden dit soort initiatieven veel beter uitvoerbaar. De Amsterdamse ggz-aanbieder gaat zo namelijk als divisie van het ziekenhuis fungeren, waardoor de psychische begeleiding van patiënten meer structureel vorm kan krijgen. Zowel binnen het ziekenhuis als daarbuiten. “Zo komt de ggz veel dichterbij en wordt het mogelijk patiënten echt een integrale behandeling te bieden”, zegt Dekker. “Bovendien vergroot de fusie de mogelijkheden voor fundamenteel en toegepast onderzoek naar de relatie tussen psychische en somatische aandoeningen en de effecten van interventies.”
“In de praktijk blijkt dat de meeste artsen oog hebben voor psychische klachten en de uitkomsten van een screening”, zegt Dekker. “Maar vaak blijft het daarbij en worden er geen doordachte en adequate vervolgstappen genomen. Dat gebeurt alleen als er een ggz-hulpverlener bij betrokken is. We onderzoeken nu hoe we dat vervolg bij verschillende ernstige aandoeningen het beste vorm kunnen geven. Dat vereist veel denkwerk. We staan namelijk nog voor een groot aantal onbeantwoorde inhoudelijke vragen over de accenten die we moeten leggen om mensen met depressie en somatische klachten zo effectief mogelijk te behandelen. Daarnaast zijn er ook aanpassingen in de organisatie van de zorg nodig. Niet eenvoudig, want daarmee grijp je in in bestaande routines. kortom, er valt voorlopig voor ons nog genoeg te onderzoeken!”
Bij veel ernstige
somatische aandoeningen leidt depressie tot een verhoogde kans op
herhaling van klachten en overlijden.
GGZ NederlaNd Jaarverslag 2009
7
Ggz-hulp aan risicogroepen vergroot leefbaarheid De ggz draagt op verschillende manieren bij aan de leefbaarheid van onze samenleving. Zo werkt de Viersprong in Halsteren aan de landelijke uitrol van multi-systeemtherapie (MST) voor ontspoorde jongeren.
De behandeling die in Halsteren en inmiddels op steeds meer plekken in het land wordt gegeven, is bewezen effectief, in deze tak van sport niet altijd vanzelfsprekend. De ontspoorde, gedragsgestoorde jongeren die de multi-systeemtherapie volgen, zitten vaak al lang in justitiële jeugdinrichtingen en de intramurale jeugdzorg, zonder dat dat hen verder heeft geholpen. “Sterker nog, vaak heeft de opname van jongeren in dit soort settingen zelfs een negatief effect op hun ontwikkeling”, zegt Viersprong-bestuurder Roel Verheul. “MST is bijzonder omdat het een specialistische psychologische interventie is waarbij gedrag- en systeemtherapie worden gecombineerd. In een relatief korte periode van vijf maanden bieden we de jongeren intensieve ambulante begeleiding. Daarnaast bewerken we in dezelfde periode alle systemen waarmee de jongeren te maken hebben. In die systemen ligt namelijk een belangrijke oorzaak voor het feit dat de jongeren zijn ontspoord. We leren ouders opvoeden, schakelen familieleden in die moeder ondersteunen, instrueren docenten en politieagenten en overleggen met buurthuizen. Overal zoeken we zo naar mogelijkheden om met inzet van alle betrokkenen negatieve vicieuze cirkels te doorbreken. Dat is een bewuste keuze, want de jongeren zelf zijn vaak nauwelijks gemotiveerd.”
8
GGZ Nederland Jaarverslag 2009
’Jongeren die een MST-behandeling Druppel op de gloeiende plaat
Met deze aanpak slaagt het merendeel van de jongeren erin om een nieuwe start te maken. effectonderzoek laat zien dat jongeren die een MSt-behandeling hebben gevolgd het ook op langere termijn relatief goed doen. Vanwege de gunstige resultaten wordt MSt nu landelijk uitgerold. Inmiddels zijn er in Nederland al zo’n 25 MSt-teams actief. In ieder team werken vier behandelaars, met elk een caseload van ongeveer vier cliënten. “Gelet op het groot aantal jongeren dat
nog altijd in een justitiële of intramurale setting verblijft, vormt deze behandeling slechts een druppel op een gloeiende plaat”, zegt Verheul. “Maar goed, het begin is er!” Over de financiering van deze behandeling is het laatste woord nog niet gezegd. Onlangs heeft Justitie hiervoor nieuwe mogelijkheden gecreëerd door een gedragsbeïnvloedende maatregel te introduceren. Het is echter nog onduidelijk hoe vaak deze maatregel door de rechter
hebben gevolgd, doen het op langere termijn relatief goed.’ zal worden opgelegd. In elk geval zou het volgens Verheul onzinnig zijn als deze succesvolle aanpak afketst op geld.
Dak- en thuislozen van straat Om de leefbaarheid in de vier grote steden (G4) te verbeteren, werken de steden sinds 2006 aan het plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang. Doel: alle 9800 dak- en thuislozen met een individueel zorgtraject voorzien van passende huisvesting, begeleiding, dagbesteding en zorg. Met de actieve inzet van tal van partijen, waaronder de ggz, is dit doel inmiddels grotendeels gehaald. De overlast is drastisch verminderd, de veiligheid is toegenomen en nog belangrijker: de betreffende ‘rakkers en stakkers’ hebben nu perspectief op een menswaardiger bestaan. Minder huisuitzettingen
In Rotterdam is voor 1.771 van de 2.989 cliënten inmiddels een stabiele situatie gerealiseerd op het terrein van wonen, zorg en inkomen. tot 2014 staat nu het borgen van deze resultaten centraal om te voorkomen dat er nieuwe groepen dak- en thuislozen ontstaan. “Minder huisuitzettingen, meer schuldhulpverlenings-
trajecten. Alle kwantitatieve doelstellingen hebben we gehaald”, zegt Jantine kriens, wethouder Zorg in Rotterdam met enige trots. De afgelopen jaren volgde zij wekelijks de voortgang van het omvangrijke project. “Dit succes is onder meer te danken aan het opheffen van de tegenstelling ggz-verslaving. Bouman is psychiatrische zorg gaan ontwikkelen, terwijl het Delta Ziekenhuis zich op verslaving heeft toegelegd. Hierdoor worden mensen met een dubbele problematiek niet langer van het kastje naar de muur gestuurd. Verder hebben we geïnvesteerd in een cultuuromslag om de samenwerking tussen zorg en politie te verbeteren. Als gemeenten konden we in dit kader 20 miljoen aan AWBZ-voorzieningen inkopen en hierdoor gericht afspraken maken met de ggz over de benodigde woon- en zorgvoorzieningen. Dat is geslaagd.” Blijvende begeleiding
Dankzij de geïntensiveerde ketensamenwerking tussen een groot aantal orga-
nisaties kunnen de betreffende cliënten nu vooruit. “Het is de bedoeling dat zij nu zoveel mogelijk de regie over hun eigen leven krijgen, tenzij ze daar echt niet toe in staat zijn. In dat geval moeten we natuurlijk zorgen voor blijvende begeleiding”, aldus de wethouder. “Maar vaak blijkt dat deze mensen veel meer kunnen dan hulpverleners vermoeden.” Voor zover kriens weet, telt Rotterdam nu nog maar één fervente buitenslaper. Maar daarmee rekent de wethouder zich niet rijk. er zwerft namelijk ook een groep illegalen rond die met de huidige wet- en regelgeving niet wordt geholpen. enkele tientallen illegalen hebben volgens haar acuut psychiatrische zorg nodig. “Daarnaast zitten er waarschijnlijk nog zo’n duizend illegalen ‘op het randje’. een groot deel van hen trekt weer verder door europa. Zo lost dit probleem voor de stad zich deels vanzelf op. Maar uitgerekend de illegalen met problemen, zoals een verslaving of een psychiatrische stoornis, blijven vaak hier.”
GGZ NederlaNd Jaarverslag 2009
9
De Mexicaanse griep In april 2009 gaf de Wereldgezondheidsorganisatie het alarm af voor een pandemie van een nieuw griepvirus, de Nieuwe Influenza A/H1N1 oftewel de Mexicaanse griep. Een punt van zorg was de continuïteit van vitale processen in de Nederlandse samenleving bij een pandemie. In draaiboeken werd rekening gehouden met een uitval van 30% van medewerkers wanneer de griep op zijn hoogtepunt zou zijn. Dit zou de continuïteit van onder andere de zorgsector in gevaar kunnen brengen. Als voorzorgmaatregel heeft de Nederlandse overheid 34 miljoen vaccins besteld voor de Nederlandse bevolking. Daarnaast moesten zorginstellingen een continuïteitsplan hebben opgesteld voor de zomer. In oktober en november hebben ggzinstellingen, als gevolg van de beperkte beschikbaarheid van het vaccin, voor een selecte groep werknemers het vaccin tegen de Nieuwe Influenza A/H1N1 kunnen bestellen. De verwachte grieppandemie in 2009 is uiteindelijk niet uitgemond in een pandemie, noch in een langdurige griepepidemie in Nederland.
Suïcidepreventie Jaarlijks doen 94.000 mensen in Nederland een suïcidepoging. Een veelvoud hiervan, naar schatting 410.000, speelt wel eens met dat idee. Enorme aantallen die meteen het belang aangeven om suïcidaliteit waar mogelijk terug te dringen.
Bij suïcidepreventie gaat het zowel om het tijdig signaleren van suïcidale mensen als om het opvangen, behandelen en begeleiden van deze mensen. Dit is niet alleen een taak van de geestelijke gezondheidszorg, maar van de gezondheidszorg in zijn geheel. In 2008 heeft minister Klink van VWS een standpunt ingenomen over suïcide. GGZ Nederland is gevraagd een bijdrage te leveren aan de uitvoering van de beleidsagenda van de minister. Daarom heeft GGZ Nederland het afgelopen jaar verschillende activiteiten ondernomen in nauw overleg en samenwerking met beroepsverenigingen, brancheorganisaties
10
GGZ Nederland Jaarverslag 2009
en ggz-instellingen en professionals. Deze activiteiten hebben geleid tot concrete producten zoals: •E en patiëntenfolder voor suïcidepogers die op de Spoedeisende Eerste Hulp belanden met informatie waar en hoe hulp te zoeken. •E en kwaliteitsdocument ketenzorg bij suïcidaliteit. Dit praktische document is geschikt om goede afspraken te maken met ketenpartners over taken en verantwoordelijkheden bij de zorg voor suïcidale patiënten. •B orging in het patiëntveiligheidsprogramma ggz van registratie en scholingsactiviteiten suïcidepreventie. •K ennisoverdracht door uitwisseling van informatie en good practices in elektronische nieuwsbrieven, informatiebijeenkomst, themarapport Suïcide en inventarisatie van GGDactiviteiten op het gebied van suïcidepreventie. • Een multidisciplinaire richtlijn (in ontwikkeling) voor de opvang en behandeling van suïcidale mensen. Hierin wordt beschreven wat er gedaan moet worden, door wie en hoe dat op regionaal niveau goed kan worden georganiseerd.
Resultaten scoren Resultaten Scoren maakte in 2009, naast de uitvoering van haar werkprogramma, een begin met de organisatorische verzelfstandiging. Hiervoor schreef de stuurgroep een businessplan ‘Resultaten Scoren, kenniscentrum voor verslaving’.
nummer van het vaktijdschrift Verslaving gewijd aan Resultaten Scoren.
In de zomer van 2009 aanvaardden de instellingen voor ver slavingszorg dit rapport. Het businessplan beschrijft voor de komende drie jaar de transformatie van het project ‘Resul taten Scoren’ naar een duurzaam programma voor kennis toepassing. Hierbij wordt de kwaliteit van preventie en behandeling van verslaving continu onderhouden en verbeterd.
Ook met het werkprogramma van Resultaten Scoren zijn goede resultaten behaald. Zo zijn er nieuwe richtlijnen gepubliceerd voor de behandeling van verslaving en depressie en voor medicamenteuze behandeling van alcoholverslaving. Ook is in opdracht van de SVG (Stichting Verslavings Reclassering GGZ) een nieuwe interventiematrix tot stand gekomen voor justitiabele verslaafden.
Resultaten Scoren vierde in 2009 haar tienjarig bestaan met een grote jubileumconferentie. Ruim 300 professionals, bestuurders, onderzoekers, beleidsmakers en zorgverzekeraars namen hieraan deel. Minister Klink opende de feestelijke conferentie. Zijn ministerie financierde Resultaten Scoren in belangrijke mate. Als key note spreker trad dr. Patricia Conrod op uit Londen. Zij is een autoriteit op gebied van verslavingspreventie. In het kader van dit jubileum is een speciaal
De Raad voor Bekwaamheidsontwikkeling in de verslavingszorg (RvBO), een onderdeel van Resultaten Scoren dat zich op opleiding van professionals richt, heeft in samenwerking met zes hbo-instellingen een handleiding ‘Verslavingskunde voor het Hoger Beroepsonderwijs’ gepubliceerd. Ook heeft de RvBO bijdragen geleverd aan de ontwikkeling van nieuwe verslavingscurricula in de opleidingen voor psychologie en geneeskunde.
Veilige zorg, ieders zorg Veilige zorg, ieders zorg is het patiëntveiligheids programma ggz 2008-2011. Veilige zorg, ieders zorg heeft als doel de patiëntveiligheid in de instellingen voor geestelijke gezondheidszorg verder te verbeteren en daarmee de vermijdbare schade bij patiënten en cliënten te beperken. Het programma kent zeven speerpunten en is bedoeld voor zowel de geïntegreerde ggz-instellingen, instellingen voor verslavingszorg, RIBW’s, forensische instituten, instellingen voor jeugdggz en andere instellingen die geestelijke gezondheids-
in (financiële) stimulansen, beschrijvingen van ‘good practices’, aansluiting op landelijke databanken, ter beschikking stellen van materialen, aanbieden van implementatieprogramma’s en communicatie daarover via onder andere de website www.veiligezorgiederszorg.nl en www.ggznederland.nl en conferenties. Het patiëntveiligheidsprogramma Veilige zorg, ieders zorg sluit aan bij vergelijkbare programma’s voor de Nederlandse ziekenhuizen, de gehandicaptenzorg, de sector verpleging en verzorging, thuiszorg en de eerstelijnsgezondheidszorg. Veilige zorg, ieders zorg maakt waar mogelijk gebruik van verworvenheden uit de andere genoemde programma’s.
zorg uitvoeren. Voor Veilige zorg, ieders zorg zijn de volgende speerpunten vastgesteld: Voor het uitvoeren van onderdelen van het patiëntveiligheids programma binnen de ggz-instellingen sluit Veilige zorg, ieders zorg aan bij de structuren die voor het uitvoeren van HKZ (Harmoninisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector) zijn ontwikkeld. De ggz heeft als insteek gekozen om met zes pilotinstellingen het terrein te effenen, voetangels en klemmen te verwijderen en op te lossen en de ervaringen hierover door te geven aan volgende ggz-instellingen. In het programma wordt voorzien
• VeiligheidsManagementSysteem (VMS) • Veilig Incidenten Melden (VIM) • Agressie in de zorg • Psychiatrische en somatische comorbiditeit • Suïcidepreventie • Medicatieveiligheid • Dwang en Drang
GGZ Nederland Jaarverslag 2009
11
‘Vereenvoudig de jeugdzorg. Bundel alle gespecialiseerde hulp.’
Hoe kan de jeugdzorg beter worden georganiseerd, zodat kinderen met uiteen lopende problemen snel passende professionele hulp krijgen? GGZ Nederland was in 2009 één van de vele partijen die zich over dit thema uitsprak. Dit gebeurde op verzoek van minister Rouvoet van Jeugd en Gezin die het afgelopen half jaar een kabinetstandpunt over het jeugdzorgstelsel voorbereidde.
Versnipperd, bureaucratisch, log. Enkele veelgenoemde termen waarmee de jeugdzorg wordt gekwalificeerd. Voor vrijwel iedereen die bij de jeugdzorg betrokken is, staat vast dat de zorg beter moet worden georganiseerd om meer slagkracht te krijgen. De wachtlijsten blijven namelijk onverminderd lang. Veel kinderen en gezinnen moeten moeizame wegen bewandelen om passende hulp te krijgen. En risicogroepen als multiprobleemgezinnen en allochtonen worden onvoldoende bereikt. Integrale herziening Om de jeugdzorg te verbeteren stelde GGZ Nederland voor om delen van de jeugdzorg stapsgewijs onder handen te nemen. Zo kan op termijn worden toegewerkt naar een integrale herziening van het gehele stelsel. Hierbij moet allereerst worden gewerkt aan een bundeling van alle tweede- en derdelijns jeugdzorg en een vereenvoudiging van de financiering. Al deze gespecialiseerde zorg kan het beste onder de Zorgverzekeringswet vallen. Zo kan de diagnostiek en behandeling van ouders en kinderen met ernstige problemen voortaan plaatsvinden vanuit één professioneel en financieel kader. Dat biedt volgens GGZ Nederland de meeste garantie op kwaliteit, doelmatigheid en continuïteit van zorg. De eerstelijns jeugdzorg kan prima onder de gemeentelijke bekostiging vallen, omdat deze zich op lokaal niveau afspeelt, met een duidelijke taak voor de Centra voor Jeugd en Gezin in de laagdrempelige hulp aan gezinnen. Zij kunnen beginnende opvoedingsproblemen tijdig signaleren en oppakken. In dit kader kan de preventieve, eerstelijns ggz, worden uitgebreid om kinderen en jongeren met lichte, enkelvoudige problemen snel te kunnen helpen. Dat voorkomt escalatie van deze problemen, zodat er geen intensieve, duurdere hulp nodig is. Verder doet GGZ Nederland de aanbeveling om de indicatiestelling te laten vervallen die Bureau Jeugdzorg nu uitvoert. Die procedure heeft namelijk voor niemand meerwaarde opgeleverd.
12
GGZ Nederland Jaarverslag 2009
Aantrekkelijk voorstel “Met dit standpunt over het jeugdzorgstelsel hebben we onze nek uitgestoken door verder te kijken dan alleen naar het eigen belang van de jeugd-ggz”, zegt Jos Rietveld. Als bestuurslid van GGZ Nederland en bestuurder van Accare, een instelling voor jeugdpsychiatrie in Noord-Nederland, was hij nauw betrokken bij de uitwerking van het standpunt. “Wij stellen bijvoorbeeld voor om ook de zorg voor jongeren met een licht verstandelijke handicap, nu bekostigd vanuit de AWBZ, onder te brengen bij de Zorgverzekeringswet. Uit eigen ervaring weten we dat dat meer dynamiek oplevert, die de kwaliteit van zorg ten goede komt. Hetzelfde pleidooi hebben wij voor de provinciale jeugdzorg gehouden, maar dat ligt uitermate gevoelig bij de provincies die deze zorg nu onder hun hoede hebben. Zij hebben de afgelopen jaren al veel zorgtaken zien verdwijnen. Daardoor is de jeugdzorg de enige zorgsector waar zij nog bemoeienis mee hebben.” Al met al betekent het voorstel van GGZ Nederland een tamelijk ingrijpende stelselwijziging. Tegelijkertijd is het een pleidooi voor een aanzienlijke vereenvoudiging van het stelsel, dat maakt dit voorstel aantrekkelijk. “Door de val van het kabinet en de verkiezingen zal het nog wel even duren voordat de jeugdzorg echt op de schop gaat”, verwacht Rietveld. Begin april heeft demissionair minister Rouvoet zijn langverwachte visie op het jeugdzorgstelsel naar de Tweede Kamer gestuurd. Kort gezegd kiest hij ervoor alle jeugdzorg onder regie en bekostiging van de gemeenten te brengen, met uitzondering van de jeugd-ggz. De parlementaire werkgroep gaat nog een stap verder in haar notitie Toekomstverkenning Jeugdzorg van mei jl. Zij zijn van oordeel dat ook de jeugd-ggz wat hun betreft overgeheveld moet worden naar de gemeenten. Rietveld: “De gespecialiseerde jeugdzorg wordt daarmee afhankelijk van ongewisse gemeentelijke subsidies, wat ten koste gaat van de slagkracht en professionaliteit. De sector zal er in die variant flink op achteruit gaan. De keuze is uiteindelijk aan het volgende kabinet!”
Indringend overleg
Makkelijker schakelen
Integrale gezinshulp
Om overeenstemming te bereiken over de visie op stelselverbeteringen in de jeugdzorg voerde GGZ Nederland gesprekken met alle partijen die samenwerken in Jeugdpoort, zoals de MOgroep, VGN, GGD Nederland en Actiz en met overheid en politiek. Uit deze gesprekken bleek dat de betreffende partijen het op veel punten met elkaar eens zijn. Alleen over de wijze van financiering bestonden uiteenlopende inzichten.
Soms blijkt in de tweedelijns ggz dat de problematiek van een kind prima in de eerstelijn valt te behandelen. Een terugverwijzing naar de eerstelijn kan echter lastig zijn, omdat bij verwijzers inmiddels het idee is ontstaan dat er echt iets ernstigs aan de hand is met het kind. Daarom pleit GGZ Nederland voor een versterking van de hulpverlening in de eerstelijn en voor een betere organisatie van de schakel tussen de eerste en tweedelijn. Dat biedt de beste garantie dat kinderen met psychische problemen zo lang mogelijk in hun eigen context kunnen blijven functioneren.
Voor kinderen uit gezinnen met complexe en vaak ook psychiatrische problematiek, zou het goed zijn als de expertise wordt gebundeld. Zo kunnen deze gezinnen zelf meer gespecialiseerde en integrale hulp krijgen, waarbij niet alleen wordt gelet op ziekmakende factoren binnen het systeem maar ook op pedagogische aspecten. Dat vereist de inzet van hoog opgeleide en ervaren hulpverleners die nauw met elkaar samenwerken. Ook deze hulp kan wat GGZ Nederland betreft geheel worden gefinancierd vanuit de Zorgverzekeringswet.
GGZ Nederland Jaarverslag 2009
13
Forensische zorg steeds meer gericht op specifieke doelgroepen Veroordeelden krijgen naast hun straf steeds vaker een behandeling om het risico op recidive te verkleinen. Binnen gevangenissen heeft Justitie de psychiatrische zorg aan gedetineerden de afgelopen jaren fors uitgebreid. Maar ook daarbuiten wordt in verschillende settings steeds meer forensische zorg aangeboden. Hierdoor is een constructieve samenwerkingsrelatie ontstaan tussen Justitie en ggz.
Jarenlang voerde hij vanuit GGZ Nederland gesprekken met het ministerie van Justitie over de nieuwe relatie tussen beide partijen. Aanvankelijk was Goof van Gemert daarbij uitermate kritisch en afwachtend. Want hoe zou Justitie zijn nieuwe rol als inkoper van zorg oppakken? En kon dat wel, speler zijn en tegelijk de spelregels bepalen? Al snel ontpopte het ministerie zich echter als een uiterst professionele zorginkoper, met oog voor de belangen en de specifieke expertise van de ggz. Inmiddels zit
“Sluit zorg beter op elkaar aan!” “Ik constateer dat ggz-aanbieders goed inspelen op de verschuivende vraag naar forensische zorg”, zegt Goof van Gemert, sinds 1 december 2009 directeur Forensische Zorg bij het ministerie van Justitie. “70% van de kort gestrafte gedetineerden is gebaat bij psychische hulp. Een groot deel van hen heeft ooit contact gehad met de ggz. Daarom moeten we proberen om de behandelingen binnen en buiten de gevangenis beter op elkaar te laten aansluiten. Dat biedt deze gedetineerden de meeste kans om uit hun vicieuze cirkel te komen.”
14
GGZ Nederland Jaarverslag 2009
Van Gemert aan de andere kant van de tafel. Na zijn feestelijke afscheid van GGZ Nederland eind november 2009, maakte hij een overstap naar het ministerie. Als directeur Forensische Zorg herinnert hij zich de kritiek. Maar die hoort echt tot het verleden. Het ministerie laat nu namelijk zelfs de Nederlandse Zorgautoriteit kritisch meekijken om misbruik van marktmacht te voorkomen. De nieuwe samenwerking tussen de ggz en Justitie heeft volgens Van Gemert beide partijen veel opgeleverd. Dankzij de uitbreiding van de forensische zorg nemen op dit moment zo’n 15.000 veroordeelden, als alternatief voor of als aanvulling op hun straf, deel aan een behandeling in de ggz. Dat varieert van een poliklinische training tot een langdurige TBS-behandeling. “Het scala aan behandelvormen wordt steeds gedifferentieerder. Dat is winst”, vindt Van Gemert. “Hierdoor kunnen we steeds meer zorg op maat bieden, zoals behandelingen aan gedetineerden met een licht verstandelijke handicap. In 2009 ontwikkelden enkele ggz en vg-aanbieders met succes een specifiek aanbod voor deze doelgroep. Daarnaast zijn er mogelijkheden voor zorg ontwikkeld die kunnen worden ingezet na afloop van een straf.” Strafvermindering
Justitie kocht de afgelopen jaren veel zorg in voor cliënten die een behandeling kunnen volgen om strafvermindering te krijgen. “Dankzij de inzet van de ggz is de recidive zo aanzienlijk teruggedrongen”, stelt Van Gemert. “En dat is beleidsprioriteit nummer één voor Justitie!” Op het terrein van TBS is voorlopig geen extra capaciteit nodig. Integendeel. De afgelopen drie jaar is het aantal TBS-opleggingen drastisch afgenomen; van zo’n 180 tot 110 per jaar. “Hierdoor zijn de wachtlijsten voor TBS vrijwel weggewerkt”, constateert Van Gemert. “Voor gedetineerden met een ernstige psychische stoornis bestaat echter nog steeds een tekort aan behandelplaatsen met een hoog beveiligingsniveau. Daarom onderzoeken we of we de TBS-capaciteit, die nu mogelijk vrijkomt, voor deze doelgroep kunnen inzetten.” Doordacht concept
De Woenselse Poort, onderdeel van GGZE, is een van de ggzaanbieders die een breed scala aan beveiligde behandelingen aanbiedt. Binnen een speciale beveiligde zone op het instellingsterrein zijn verschillende voorzieningen gesitueerd voor forensische en intensieve zorg. Vorig jaar werd als aanvulling op de al bestaande kliniek voor intensieve behandeling (KIB)
Justitie kocht de afgelopen jaren veel zorg in voor cliënten die een behandeling kunnen volgen om strafvermindering een nieuwe voorziening voor long care geopend. Deze zomer volgt de opening van een nieuw forensisch psychiatrisch centrum. “Dankzij het goed doordachte concept waarmee deze beveiligde zone is opgezet kunnen we hier een gedifferentieerd aanbod doen aan uiteenlopende volwassenen en jeugdigen”, zegt directeur theo Van Luyten. “Zo behandelen we in de kIB cliënten die op gewone behandelafdelingen niet te handhaven zijn vanwege hun ontwrichtende gedrag.” De nieuwe long care-voorziening, de eerste in Nederland, telt 24 plaatsen voor cliënten met een civielrechtelijke of strafrechtelijke maatregel. Met deze nieuwe faciliteit wil De Woenselse poort een alternatief bieden aan uitbehandelde tBS-gestelden die nu in de longstay terechtkomen. “Longstay is een passende voorziening voor cliënten die blijvend gevaarlijk zijn. Daar komen nu echter ook chronische psychotici terecht, bij wie het veiligheidsrisico door langdurig toezicht, medicatie en behandeling mogelijk beheersbaar wordt. Deze doelgroep kan baat hebben bij long care”, zegt Van Luyten. Met deze nieuwe behandelvorm verwacht de directeur de helft van de circa 200 mensen die nu in de longstay verblijven een beter perspectief te kunnen bieden. “Long care leidt weliswaar niet tot herstel van de stoornis, maar we kunnen met die behandeling wel het veiligheidsrisico reduceren. Zo kan het een hulpmiddel zijn om deze cliënten na verloop van tijd door te plaatsen naar een algemeen psychiatrisch ziekenhuis.”
te krijgen.
Overleven
Justitie is de afgelopen jaren steeds meer zorg gaan aanbieden binnen gevangenissen, onder meer in vijf nieuwe psychiatrische penitentiaire centra. Van Luyten verwacht niet dat die behandelingen veel effect zullen hebben. “In die setting moeten gedetineerden zien te overleven en zich groot houden. Daardoor zullen zij zich wel tien keer bedenken voordat zij zich open en kwetsbaar opstellen, terwijl dat nu net een essentiële voorwaarde is voor een succesvolle behandeling. Wat dat betreft biedt forensische zorg vanuit de ggz veel meer kansen op werkelijke ontwikkeling en herstel. Daarom zou het zonde zijn als de politiek besluit het aantal behandelplaatsen in gevangenissen verder uit te breiden. Dat draagt in elk geval niet bij aan het effectief terugdringen van recidive.”
GGZ NederlaNd Jaarverslag 2009
15
pROGRAMMA ARBeIDSMARkt
Anticiperen op ver hard nodig! de economische crisis zorgde in 2009 voor relatief veel werkzoekenden in de gezondheidszorg. desondanks zijn de arbeidsmarktperspectieven voor de zorg op langere termijn tamelijk ongunstig. dat geldt ook voor de ggz. door het vergrijzende personeelsbestand en een groeiende zorgvraag moeten de komende vijf tot tien jaar veel nieuwe medewerkers worden geworven en opgeleid. GGZ Nederland pakt die uitdaging aan met uiteenlopende initiatieven.
GGZ Nederland heeft als werkgeversorganisatie in 2009 een nieuwe CAO afgesloten. In het verlengde van de nieuwe CAO is een innovatief HRMConvenant afgesloten. Dit convenant geeft richting aan de verdere professionalisering van het p&O-beleid van ggz-
Met het oog op de verwachte personeelstekorten in de ggz werkt het programma arbeidsmarkt op meerdere fronten aan een sterkere arbeidsmarktpositie van de sector. Hierbij zet het programma in op: het vergroten van de duurzame inzetbaarheid van medewerkers, een betere afstemming van opleidingen op veranderende vragen in de ggz en het bevorderen van de instroom van nieuwe medewerkers in de sector zodat de ggz aan de (stijgende) zorgvraag kan blijven voldoen.
16
GGZ NederlaNd Jaarverslag 2009
Betere afstemming van Ggz-instellingen hebben een belangrijke rol bij het opleiden van nieuwe medewerkers. Daarbij is het van groot belang dat de opleidingen goed aansluiten bij de (veranderende) vragen uit de praktijk. Als brancheorganisatie zet GGZ Nederland zich allereerst in om zoveel mogelijk gefinancierde opleidingsplaatsen te realiseren. Dit gebeurt op basis van de
toekomstige behoefte aan nieuwe medewerkers. Om per beroepsgroep een betere prognose te kunnen maken van de tekorten die er in de komende tien jaar ontstaan, is in 2009 gewerkt aan een nieuw model waarmee betere ramingen kunnen worden gemaakt. Dit gebeurde in samenwerking met het Capaciteitsorgaan, het College voor de Beroepen en Opleidingen in de Gezondheidszorg (CBOG) en het
wachte personeelstekorten: instellingen. Om tijdig te kunnen anticiperen op de personeelsbehoefte van de sector op middellange termijn, startte het project ‘medewerkers@ggz‘. Ook lanceerde GGZ Nederland de imagocampagne 1opde4. De campagne is gericht op jongeren, met als doel ze te interesseren voor het werken in de ggz en om het stigma op psychische aandoeningen te verminderen. Immers 1 op de 4 mensen krijgt in zijn of haar leven te maken met een psychische aandoening. Onderdeel van de campagne is een toolkit voor instellingen gericht op arbeidsmarktcommunicatie. Met pensioen
“Met dit meersporenbeleid anticiperen we op het verwachte personeelstekort”, zegt programmaleider Jiska van den Hoek. “Door een korting op de financiering van de zorg kunnen ggzinstellingen niet zo hard groeien als ze zouden willen. Daardoor wordt de situatie op de arbeidsmarkt op dit moment nog niet als actueel probleem ervaren. Het staat echter vast dat binnen vijf tot tien jaar een groot deel van de ggz-medewerkers met pensioen gaat. Bovendien wijst alles erop dat de vraag naar geestelijke gezondheidszorg de komende jaren blijft stijgen. Die prognoses vereisen nu de nodige initiatieven om straks voldoende goed gekwalificeerde medewerkers in te kunnen zetten.”
Medewerkertevredenheid stijgt Ggz-medewerkers gaven hun werk in 2009 een 7,2. In 2008 was dit nog een 6,9. Met het laatste rapportcijfer scoort de ggz net boven de hele zorgsector (7,1). Dit blijkt uit de medewerkerstevredenheidsonderzoeken van Effectory onder 9.500 medewerkers uit 22 ggz-instellingen. Zij voelen zich gewaardeerd in hun werk, krijgen de ruimte om te doen waar ze goed in zijn en kunnen zich persoonlijk ontwikkelen. Verbetering van de communicatie tussen de top van de organisatie en de mede werkers blijft echter een belangrijk aandachtspunt.
7,2
opleidingen op de praktijk Coördinerend Orgaan Nascholing en Opleiding (CONO). In het verlengde hiervan ging het project ’medewerkers@ggz’ van start. Doel hiervan is de leeftijdsopbouw van mede werkers in verschillende functies gedetailleerd in kaart te brengen zodat in stellingen gericht kunnen inspelen op mogelijke tekorten. Hiervoor leverden ggzinstellingen basisinformatie aan uit hun eigen perso-
neelsbestanden. Aanvullend hierop heeft GGZ Nederland via de instellingen een landelijke enquête uitgezet. De uitkomsten hiervan worden medio 2010 gepresenteerd. Het afgelopen jaar besteedde GGZ Nederland ook aandacht aan kwalitatieve aspecten van de opleidingen. Hierbij werd onder meer gewerkt aan het verduidelijken van uitstroomprofielen zodat studenten die een brede basisopleiding
volgen zich beter kunnen toerusten op het werk binnen de ggz. Dat vergroot de kans dat zij na afloop van hun studie kiezen voor een baan in de ggz. Een voorbeeld hiervan is het service document mbo-verpleeg kundige ggz. Dit document slaat een brug tussen het onderwijs en de beroepspraktijk. GGZ Nederland werkt op dit terrein nauw samen met partners in het onderwijs, zoals
de MBO- en HBO-Raad en Calibris. Daarnaast zoekt GGZ Nederland aansluiting bij de ontwikkeling naar competentiegericht onderwijs en verkent de randvoorwaarden die nodig zijn om het competentie-gericht onderwijs (CGO) in de sector goed te kunnen implementeren.
GGZ Nederland Jaarverslag 2009
17
PROGRAMMA ARBEIDSMARKT
Nieuwe mbo-opleiding voor 40-plussers Annemarie Ibelings (48) “Ik grijp deze kans met beide handen aan” Begin 2010 ging bij ROC Midden Nederland een nieuwe, verkorte opleiding van start, speciaal bedoeld voor werkloze 40-plussers die in de ggz aan de slag willen. Met dit initiatief willen vijf ggz-instellingen de huidige arbeidsmarktsituatie optimaal benutten om het verwachte tekort aan verpleegkundigen tegen te gaan.
“Ik pas nog net in de doelgroep”, zegt Annemarie Ibelings (48) lachend als ze haar leeftijd noemt. Begin dit jaar was zij een van de 26 zij-instromers die startte met de nieuwe opleiding voor ggz-verpleegkundige. Hoe verschillend de achtergrond van de studenten ook is, ze beschikken allemaal over de nodige levens- en werkervaring. Ze worden in tweeënhalf jaar klaargestoomd voor een boeiende baan in de ggz. “In mijn laatste baan had ik niet het gevoel echt zinvol bezig te zijn”, zegt Annemarie terugkijkend. “Om mezelf verder te ontwikkelen en iets voor een ander te betekenen grijp ik deze kans met beide handen aan.”
der baan bij de thuiszorg ben ik geboeid door het werken met kwetsbare ouderen. Maar wie weet kom ik tijdens mijn stage nog wel op heel andere gedachten.” Vijf deelnemende instellingen
Initiatiefnemer Nijs Keppel, P&O-directeur bij Altrecht en lid van de commissie werkgevers- en arbeidszaken van GGZ Nederland, verwacht veel van de nieuwe opleiding. De vijf deelnemende ggz-instellingen: Meerkanten, Pro Persona, Rivierduinen, Symfora en Altrecht hebben extra opleidingscapaciteit gecreëerd voor deze zij-instromers, bovenop de 250 reguliere opleidings plaatsen voor leerlingverpleegkundigen.
Competentiegericht
Inmiddels weet Annemarie dat competentiegericht onderwijs iets heel anders is dan het klassieke onderwijs van 25 jaar geleden. Met haar medeleerlingen moet ze niet alleen aan de slag met leerstof om kennis op te doen, ze werken ook aan houdingsaspecten en vaardigheden. Ze kijkt ook al uit naar de stages die ze kan lopen in een van de ggz-instellingen die aan dit initiatief meedoet. “Door een eer-
18
Levenservaring
“In samenwerking met UWV WERKbedrijf werven we vooral werkzoekenden tussen de veertig en vijftig jaar. ”Een bewuste keuze”, zegt Keppel. “Zij hebben de nodige levenservaring, een belangrijke pré. Werken in de ggz kan psychisch behoorlijk zwaar zijn. Bovendien hopen we juist deze groep voor langere tijd aan ons te kunnen binden.”
GGZ Nederland Jaarverslag 2009
Leervermogen
Deze nieuwe mbo-opleiding is een jaar korter dan de reguliere opleiding, terwijl inhoudelijk dezelfde lesstof aan bod komt. De drempel blijft op die manier laag voor mensen die al jaren van school zijn. Maar dat vereist wel een behoorlijk leer vermogen plus de nodige motivatie. Een havodiploma is dan ook vereist. Het is de bedoeling om met dit project de komende twee à drie jaar zo’n 125 extra verpleegkundigen op te leiden. Een eerste aanzet om het verwachte personeelstekort in Midden Nederland op te vangen. Keppel: “In de subsidieaanvraag voor dit project bij VWS zijn we er vanuit gegaan dat ook andere collega-instellingen op dezelfde manier extra verpleegkundigen willen binnenhalen. Dat kan via het project bureau dat wij hiervoor hebben opgericht. Hopelijk slagen we erin om zo uiteindelijk een veelvoud van deze 125 leerlingen op te leiden voor de sector!”
Nieuwe CAO en HRMConvenant versterken arbeidsmarktpositie van de ggz Binnen de gezondheidszorg onderscheidt de ggz zich als aantrekkelijke sector waarin werk en privé goed zijn te combineren. Aan Rob van der Plank de vraag hoe de ggz anticipeert op het verwachte personeelstekort.
Rob van der Plank is bestuurslid van GGZ Nederland, voorzitter van de commissie werkgevers- en arbeidszaken, en bestuursvoorzitter van het Nederlands Psychoanalytisch Instituut.
“Ik kijk uitermate tevreden terug op wat we in 2009 hebben bereikt. Natuurlijk moet de komende tijd alles wat er op papier is gezet over goed werkgeverschap, duurzaam personeelsbeleid en uitdagende ontwikkelingsmogelijkheden nu verder vorm krijgen binnen alle ggz-instellingen. Maar het begin is er.”
Biedt de nieuwe CAO een goed uitgangspunt voor het aantrekken van nieuwe medewerkers? “Zeker! In het arbeidsvoorwaardenpakket is met name het levensfasebeleid innovatief. Elke werknemer krijgt de mogelijkheid tijd te sparen en die naar eigen inzicht te besteden. Aan op groeiende kinderen, een wereldreis, sabbatical of aan een korte werkweek. Het kan allemaal. Dat biedt mogelijkheden om een goede balans te vinden tussen werk en privé. Voor werknemers in alle levensfasen, niet alleen 55-plussers. Daarmee komen we tegemoet aan de eisen van de komende generatie die we aan ons moeten zien te binden.”
Welke kansen biedt het HRM-Convenant? “In dit convenant zijn gemeenschappelijke ambities vastgelegd over goed werkgeverschap. Bijvoorbeeld investeren in de duurzame inzetbaarheid van werknemers en het scheppen van voldoende ontwikkelings-, opleidings- en mobiliteitsmogelijkheden. Op al deze terreinen is dit convenant een belangrijke mijlpaal waar het bedrijfsleven jaloers op kan zijn. Het is nu aan de instellingen om de ambities van dit convenant in de praktijk
uit te werken. We gaan ervan uit dat alle instellingen dat doen vanuit een welbegrepen eigen belang, zodat we gezamenlijk concrete resultaten kunnen boeken. De komende jaren neemt de druk op de ggz namelijk alleen maar toe. Dat dwingt ons scherp en creatief te zijn zodat we andere partijen in de zorg voor blijven met goed werkgeverschap. Door alle stappen die we nu hebben gezet, ben ik ervan overtuigd dat we daar als sector in slagen!”
Nieuw convenant belangrijke aanjager voor HRM-beleid “Als de pensioensgerechtigde leeftijd de komende jaren inderdaad naar 67 wordt opgetrokken, bestaat in 2018 38% van de werknemers in de ggz uit 50-plussers”, stelt Elise Merlijn, bestuurder Zorg van Abvakabo FNV in het decembernummer van GGZ op de kaart gezet, de digitale nieuwsbrief van GGZ Nederland. “Tegen die achtergrond moeten werkgevers in de ggz werken aan de duurzame inzetbaarheid van hun huidige werknemers. Het vorig jaar afgesloten HRM-convenant kan daarbij als extra ‘aanjager’ fungeren. Met dit convenant onderscheidt de ggz zich met name op het terrein van professionele ontwikkeling van andere sectoren in de gezondheidszorg. Ik hoop dan ook dat ggz-instellingen dit thema goed oppakken om de sector vitaal te houden.”
GGZ Nederland Jaarverslag 2009
19
pROGRAMMA ZORGMARkteN
Zorgmarktenacade de fijne kneepjes van het verkoopvak In het vernieuwde zorgstelsel moeten ggz-aanbieders zaken doen met meerdere partijen die elk binnen een eigen wettelijk kader opereren: zorgverzekeraars, zorgkantoren, gemeenten en het ministerie van justitie. GGZ Nederland biedt de instellingen hierbij ondersteuning om optimaal in te kunnen springen op de uiteenlopende belangen van deze zorginkopende partijen. Tegelijkertijd maakt de branchevereniging zich in diverse landelijke beleidsplatforms sterk voor de belangen van ggz-aanbieders, zo-
de ondersteuning vanuit het programma Zorgmarkten werd het afgelopen jaar duidelijk zichtbaar in de Zorgmarktenacademie. een nieuw platform waar ggz-aanbieders hun verkoopvaardigheden verder aanscherpen. Want hoe spring je in op de vragen en verwachtingen van inkooppartners? Op welke details in de voorwaarden moet je letten? en welke interne afstemming is er nodig om de afgesproken zorg tijdig te kunnen leveren? Hierover wil de Zorgmarktenacademie de leden van GGZ Nederland informeren en de rol van de ggz-instellingen versterken.
20
GGZ NederlaNd Jaarverslag 2009
dat zij hun rol als ondernemer zo goed mogelijk kunnen invullen. “We gebruiken de knelpunten die we via de Zorgmarktenacademie signaleren bij de beïnvloeding van de beleids- en besluitvorming op landelijk niveau”, vertelt Lex de JongWitsenburg. “Op deze manier moet de Zorgmarktenacademie de komende jaren het platform worden waar ggz-aanbieders alle technische, inhoudelijke en commerciële aspecten van het verkoopspel goed in de vingers krijgen!” Continu proces
Om de activiteiten van het nieuwe programma Zorgmarkten zo goed mogelijk af te stemmen op de wensen van lidinstellingen, voerde De Jong het afgelopen jaar een groot aantal oriënterende gesprekken. Allereerst natuurlijk met ggz-bestuurders, daarnaast met sleutelfiguren van alle zorginkopende partijen en de cliëntenbeweging. Naar aanleiding van deze gesprekken werden de leden in het najaar, voorafgaand aan de onderhandelingen, inhoudelijk voorbereid op de onderhandelingsronde met zorgverzekeraars. Ze werden onder meer bijgepraat over de inkoop-
mie leert ggz-aanbieders
voorwaarden en wat hierbij juridisch wel of niet is toegestaan. “In feite lopen de onderhandelingen met zorginkopende partijen het hele jaar door. Het gaat dan eerst over trends en de grote lijnen. Vervolgens spitsen die gesprekken zich toe op harde cijfers en concrete productieafspraken. In dat continue proces willen wij onze leden steeds op de juiste momenten voorzien van relevante informatie die zij direct kunnen inzetten”, aldus De Jong. Verdiepingsslag
In 2009 worden de activiteiten uitgebreid en verdiept. “In de landelijke belangenbehartiging gaan we bijvoorbeeld op zoek naar een oplossing voor de toegenomen risico’s die ondernemers in de zorg lopen sinds de stelselwijziging”, zegt De Jong. “tegelijkertijd blijven we de leden wijzen op de urgentie om kritisch te kijken naar hun rol in de onderhandelingen met zorginkopende partijen. Want hoe professioneler die relatie in de praktijk wordt vormgegeven, hoe meer omzet, marktaandeel en bestaanszekerheid instellingen kunnen genereren. uiteindelijk stelt dat hen in staat betere zorg te leveren vanuit hun rol als ondernemer. en dat is precies waar wij ons sterk voor maken!”
praktisch bruikbare instrumenten Om de onderhandelingen tussen zorgaanbieders en zorginkopende partijen te faciliteren, ontwikkelde het programma Zorgmarkten het afgelopen jaar verschillende instrumenten, waaronder een rekenmodel om de effecten van de korting inzichtelijk te maken en een instrument om landelijke trends in ggz-consumptie te vertalen naar regionale ontwikkelingen.
NZa stelt ggz-instellingen in het gelijk Door de stelselwijzigingen moeten ggz-instellingen sinds 2008 hun lopende behandelingen voorfinancieren. De rentekosten hiervan moeten volgens de ggz worden vergoed door de zorgverzekeraars. De regelgeving van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) over dit onderwerp was echter niet toereikend. Bij de juridische strijd over dit onderwerp bood GGZ Nederland de ggz-instellingen, die hier bezwaar tegen aantekenden, inhoudelijke ondersteuning met een heldere analyse van de knelpunten. Begin 2010 stelde de NZa de ggzinstellingen in hun gelijk.
GGZ NederlaNd Jaarverslag 2009
21
PROGRAMMA Zorgmarkten
Onderhandelingen verlopen steeds meer ‘to the point’ Hoe verlopen de gesprekken met de partijen die zorg bij de ggz inkopen? Frits Verschoor, tot 1 mei 2010 bestuursvoorzitter van de Parnassia Bavo Groep en Corstiaan Bruinsma, bestuurder van Lentis, constateren dat de onderhandelingen met zorgverzekeraars, gemeenten en justitie steeds professioneler verlopen.
De tijd dat zorginkopers de ggz een wonderlijke en ondoorzichtige sector vonden, lijkt voorgoed voorbij. De belangrijkste bekostigers hebben inmiddels een goed beeld van wat er in de ggz gebeurt en welke resultaten daarmee worden geboekt. “Van beide kanten zijn daar grote slagen in gemaakt”, blikt Frits Verschoor terug. “Daardoor gaan de onderhandelingen steeds meer over zaken waar ze in feite over moeten gaan, zoals kwaliteit van zorg.” Binnen zijn eigen instelling zijn inmiddels professionele verkopers actief. Als accountmanagers peilen zij de vragen en behoeften van stakeholders en onderhouden de relatie met hun tegenspelers, die al net zo professioneel te werk gaan. Lastige vragen
Dankzij de scherpere focus komen er steeds vaker terechte, maar lastige vragen voorbij. Waarom is de drop-out zo hoog? Kan het no show percentage niet omlaag? Verschoor vindt dat winst, want dat houdt zijn instelling scherp. “In de contracten die we afsluiten verbinden we daar doelstellingen aan, zodat we er intern op kunnen sturen. Dat leidt tot een verdergaande verdiepingsslag waar wij ons voordeel mee kunnen doen!”
zekeraars bij de onderhandelingen steeds beter focussen op de zaken die er werkelijk toe doen. Bijvoorbeeld het werken met zorgprogramma’s, evidence based methodieken, prestatie-indicatoren en systematische uitkomstenmetingen. Dat maakt de gesprekken meer to the point. “Daar komt bij dat wij steeds geroutineerder worden. Daardoor zijn we minder tijd kwijt aan het maken van productievoorstellen”, zegt hij. Onderhandelen
“In 2008 is onze instelling meteen begonnen met het offreren in DBC’s. Kort daarop zijn we ook alle exploitatie-overzichten in DBC’s gaan opstellen. Het spel met zorgverzekeraars hebben we dus van meet af aan in DBC-termen gespeeld. Ondanks de onvolkomenheden in die systematiek, heeft het ons erg geholpen bij het voeren van onderhandelingen”, zegt Bruinsma. Onderhandelen is leuk, maar dan moet er wel wat te onderhandelen zijn. En juist daar ontbrak het ’t afgelopen jaar aan door de korting. “We hadden nauwelijks extra productieruimte. Daardoor konden we het niet hebben over de verdeling van groeiruimte, en was het moeilijker om nieuwe accenten te leggen.” Kritisch en kundig
Betere focus
Ook Corstiaan Bruinsma ziet dat zorgver-
22
Met name over de wijze waarop Justitie zorg inkoopt zijn beide bestuurders zeer
GGZ Nederland Jaarverslag 2009
Corstiaan Bruinsma is bestuurder van Lentis.
tevreden. Het ministerie heeft zich de afgelopen jaren volgens hen ontwikkeld tot een kundige en kritische inkooppartner. “In hun aanbestedingen staan heldere criteria waarop je je als zorgaanbieder goed kunt voorbereiden”, vindt Bruinsma. “Het is een goed geoliede machine”, vult Verschoor aan. “Met name op het terrein van ketenkwaliteit stellen ze hoge eisen. Als je dat kunt leveren, dan kopen ze gewoon in. En zo niet, dan houdt het op.” Inkooprelatie gemeenten
Over de inkooprelatie met gemeenten is Verschoor minder positief. De kwaliteit van die relatie verschilt per wethouder en is ook sterk afhankelijk van de inhou-
Interview met richard janssen
Op zoek naar nieuwe samenhang In het vernieuwde zorgstelsel moeten ggz-aanbieders zaken doen met verschillende partijen. Aan Richard Janssen de vraag tot welke dynamiek dat leidde in 2009. “De uiteenlopende belangen van de afzonderlijke inkopende partijen – zorgverzekeraars, zorgkantoren, gemeenten en justitie – leiden tot een zekere divergentie. Tegelijkertijd zoekt de sector naar convergentie en continuïteit van zorg. Ggz-instellingen proberen hierbij de zorg zo goed mogelijk te organiseren rondom de patiënt. Die trekt zich namelijk niets aan van alle verschillende wettelijke kaders. Aanvullend hierop heeft GGZ Nederland ook op strategisch niveau een proces in gang gezet om de gewenste convergentie vorm te geven.”
Wat heeft GGZ Nederland concreet gedaan op dit terrein?
Frits Verschoor was tot 1 mei 2010 bestuurs voorzitter van de Parnassia Bavo Groep.
delijke deskundigheid van het ambtelijk apparaat. “Vooral kleinere gemeenten komen vandaag met vraag a en morgen met vraag b. Bovendien zijn we daar relatief veel tijd kwijt met administratieve rompslomp. Bruinsma heeft die ervaring niet. Lentis doet namelijk vooral zaken met centrumgemeente Groningen. “Hier zit een wethouder die de afgelopen jaren goede relaties heeft opgebouwd met de omliggende gemeenten. Daardoor voeren zij gezamenlijk overleg over WMO- en OGGZ-zaken. Dat is hier dus goed geregeld. Misschien past die nuchtere aanpak ook wel bij de mentaliteit hier in het noorden.”
“Als branchevereniging waren we onder meer in gesprek met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). We hebben daar aangegeven hoe belangrijk het is dat gemeenten en zorgkantoren hun WMO- en AWBZ-producten beter op elkaar afstemmen zodat er meer synergie ontstaat tussen de ‘vangnetproducten’ die zij leveren. Beide partijen hebben er immers belang bij dat de ggz uiteindelijk een breed maar samenhangend pakket van zorg, begeleiding en ondersteuning tot stand brengt rondom de cliënt. Gebeurt dat niet, dan ontstaan er problemen op andere terreinen, zoals de openbare orde. Het is dus zaak dat alle inkopende partijen beseffen dat alle zorg die wij leveren op cliëntniveau uiteindelijk bij elkaar moet komen. Daarom spreken GGZ Nederland en de G30 (30 grotere gemeentes in Nederland) na over een overeenkomst. Dat heeft een belangrijke
symboolwaarde voor de stappen die we verder kunnen zetten om meer synergie te bereiken rond de cliënt.”
Welke beweging moeten ggz-aanbieders zelf maken in dit proces? “Ggz-aanbieders moeten zich heroriënteren op de vraag welke zorg zij zelf willen leveren en wat zij aan andere partijen overlaten. Denk aan samenwerking op het terrein van begeleid wonen of arbeidsintegratie. Zo’n heroriëntatie op kern taken kan leiden tot nieuwe verbindingen met ketenpartners. En dat biedt uiteindelijk nieuwe kansen voor het vermaatschappelijkingsproces waar we als ggz voor staan, zodat de cliënt zo normaal mogelijk kan meedoen in de samenleving.” Richard Janssen was tot mei 2010 bestuurder van de Mondriaan Zorggroep en bestuurslid van GGZ Nederland. Sinds mei 2010 is hij bestuurder van Altrecht.
GGZ Nederland Jaarverslag 2009
23
pROGRAMMA tRANSpARANtIe/ HuIS Op ORDe
Ggz: van onsc dat de ggz ertoe doet, is evident. de sector levert een belangrijke bijdrage aan de leefbaarheid, veiligheid en arbeidsproductiviteit van onze samenleving. Hiermee is de ggz een sociaal-economische factor van betekenis, waarmee tal van kosten op andere maatschappelijke terreinen worden voorkomen.
Zo leidt de behandeling van angst en depressie, de meest voorkomende psychische klachten – al tijdens de behandeling tot een afname van 50% van andere zorgkosten, zoals die van de huisarts en fysiotherapeut. Bovendien leiden deze behandelingen tot een halvering van de kosten van ziekteverzuim.
Zorg werkt! Om dit goed te kunnen onderbouwen wil de sector kosteneffectiviteit, behandelresultaten en maatschappelijke meerwaarde op verschillende manieren inzichtelijk maken. GGZ Nederland zette in 2009 het programma Transparantie/Huis op orde om ggz-aanbieders hierbij te ondersteunen.
24
GGZ NederlaNd Jaarverslag 2009
Ook op het gebied van leefbaarheid en veiligheid levert de inzet van ggz ‘winst’ op. kijk naar de verslavingszorg en forensische zorg aan verslaafden met meervoudige problematiek. Zij kampen vrijwel allemaal met ernstige psychische stoornissen. De ggz biedt hen bijzondere woonvoorzieningen, medicatie en intensieve vormen van zorg en begeleiding. kostbaar, maar tegelijk uiterst rendabel. Daarbij leidt deze zorg ook tot een verbetering van de leefbaarheid. Die kan weliswaar niet in euro’s worden uitgedrukt, maar is wel van onschatbare waarde. Illustratief hiervoor zijn de successen die in de vier grote steden zijn geboekt met de opvang van dakloze verslaafden en psychiatrische patiënten: mede dankzij de inzet van de ggz is er voor hen passende zorg, huisvesting en begeleiding gerealiseerd. Verantwoording
De ggz geeft ook gehoor aan de roep om meer inzicht in de (kosten)effectiviteit van de sector. De afgelopen jaren is hierbij vooral gewerkt aan de implementatie van kwaliteitsinstrumenten zoals de HkZ-certificering (Harmonisatie kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector), prestatie-indicatoren en de CQ-index. Deze instrumenten zijn primair bedoeld voor het verhogen van de kwaliteit
hatbare waarde Routine Outcome Measurement
van zorg, maar worden ook ingezet voor verantwoordingsdoeleinden. “We willen de zeggingskracht van deze instrumenten vergroten”, zegt programmaleider Jaap Schrieke. “Daarvoor worden de 28 prestatie-indicatoren teruggebracht tot vier of vijf indicatoren, gericht op het effect van de geleverde zorg, patiëntveiligheid, klantervaringen en kosteneffectiviteit. Hiermee kunnen ggz-aanbieders op hoofdlijnen verantwoording afleggen. Tegelijkertijd zijn deze uitkomsten geschikt voor het genereren van relevante publieksinformatie over de sector.”
Sinds 2009 krijgt de implementatie van systematische uitkomstenmetingen veel aandacht: Routine Outcome Measurement. Met ROM wordt op basis van periodieke metingen het verloop van de behandeling inzichtelijk gemaakt voor de behandelaar en cliënt, zodat de behandelaar tussentijds kan bijsturen. Daarnaast geeft het voor het management en de instellingen inzicht in de effecten van de behandeling. De ambitie is om in 2014 80% van de cliënten ROM-vragenlijsten aan te bieden. “Het is van groot belang dat we op basis van ROM op instellingsniveau kunnen gaan benchmarken”, benadrukt programmaleider Jaap Schrieke. “Dat levert niet alleen voor cliënten en behandelaars interessante informatie op, maar ook voor zorgverzekeraars.” GGZ Nederland gaat hiervoor in 2010 samenwerken met Zorgverzekeraars Nederland, die een soortgelijk systeem ontwikkelde voor het vergelijken van behandelresultaten.
Verrassende ICT-pakketvergelijking In 2009 heeft GGZ Nederland acht ICT-pakketten voor dossiervoering en procesondersteuning met elkaar vergeleken. Van de acht pakketten waren er twee afkomstig van aanbieders die nog niet actief zijn in de ggz. Deze pakketvergelijking leidde tot interessante resultaten. Van de zes pakketten die in de ggz worden gebruikt, kreeg slechts één pakket een 8. Twee pakketten kregen een 7 en de overige drie scoorden een 6 of lager. De pakketten van de overige
twee aanbieders die vooral in de ziekenhuiswereld actief zijn, scoorden allebei verrassend goed. De pakketvergelijking is vooral bedoeld om ICT-leveranciers te stimuleren om meer te innoveren, zodat hun producten aan de wensen en eisen voldoen die ggz-aanbieders hieraan stellen (vastgelegd in het Referentiemodel). In het verlengde hiervan wordt overwogen ICTpakketten te certificeren aan de hand van het Referentiemodel.
GGZ Nederland Jaarverslag 2009
8 7 6
25
Programma Transparantie/Huis op orde
‘Door die ROM-meting werd ik met mijn neus op de feiten gedrukt’ “Eigenlijk had ik in mijn puberteit al last van depressie”, zegt Yolanda de Vries (45). Het leven zat haar niet mee. Van haar twee dochters is de jongste meervoudig gehandicapt. “We zijn stapelgek op onze meiden. Maar door onze jongste heb ik de afgelopen zestien jaar nauwelijks tijd voor mezelf gehad. Alles draait altijd om haar. Soms is me dat echt teveel. Jarenlang heb ik daarom antidepressiva geslikt. Toen ik dacht dat het goed met me ging, ben ik daarmee gestopt. Dat pakte niet goed uit. Ik voelde me rot, werd angstig, had nergens zin in en was bang dat ik mezelf iets zou aandoen. Daarom adviseerde mijn huisarts me toen in therapie te gaan.” Bij GGZ-Delfland werd haar tijdens de intake gevraagd op de computer een vragenlijst met zo’n 50 vragen in te vullen . ‘Ben je angstig als je buiten over een plein loopt?’ ‘Hoe voel je je als je alleen thuis bent?’ Yolanda: “Doordat ik zo slecht in mijn vel zat, was ‘t niet eenvoudig die vragen te beantwoorden. Ik kon me slecht concentreren en soms liet mijn geheugen me in de steek. Dat maakte me onzeker.” Op basis van de eerste meting richtte
haar psycholoog zich vooral op haar angstklachten. De mix van pillen en praten bleek goed aan te slaan. Dat werd bevestigd door een tweede ROM-meting. “Uit alle scores kwam duidelijk naar voren dat mijn claustrofobische klachten veel minder waren geworden. Maar de depressie was er nog altijd wel. Daarom gaan we ons daar nu op richten.” Doordat de ROM-meting een tamelijk objectief beeld geeft van haar problematiek, kan Yolanda beter accepteren dat ze depressief is. Toch blijft dat label zwaar klinken vindt ze. “Zonder die meting zou ik blijven denken: wat heb ik nou precies? Want ik kan ook best genieten van veel dingen. Zelf dacht ik aanvankelijk aan overspannenheid of burnout. Maar door die ROM-meting werd ik toch met mijn neus op de feiten gedrukt.” Dankzij de medicijnen gaat het nu alweer beter dan enkele weken geleden, vertelt ze. “Kennelijk heb ik dat steuntje van die pillen nodig. Daardoor houd ik de moed erin!” Yolanda de Vries is een gefingeerde naam.
‘Het aantal prestatie-indicatoren kan best omlaag’ “Als het goed is, geven prestatie-indicatoren de Inspectie en onszelf een signaal om, waar nodig, dieper in de organisatie te duiken om de kwaliteit van de geleverde zorg te beoordelen en te verbeteren”, zegt Jane Beck, psychiater en bestuurder van Zorgservice, een onderdeel van de Parnassia Bavo Groep. “Daarom vind ik het heel goed dat er landelijk wordt bekeken of de 28 prestatie-indicatoren kunnen worden teruggebracht tot een veel kleiner aantal kwalitatief goede indicatoren. Nu
26
zijn het er namelijk wel erg veel en dat leidt voor ons tot enorme administratieve druk. Om de eventuele vragen van de Inspectie goed te kunnen beantwoorden, moet je intern alles zo geregeld hebben dat je tot op teamniveau kunt laten zien wat er gebeurt. Inmiddels zijn we al enkele jaren bezig om dat hier intern goed op orde te krijgen. Met schone gegevens aan de bron, met een koppeling naar managementinformatie en met de nodige controles. In de praktijk blijkt het echter
GGZ Nederland Jaarverslag 2009
niet eenvoudig om dit alles voor elkaar te krijgen. Het vereist namelijk gedisciplineerde medewerkers die het EPD exact op de juiste manier invullen. Dat is essentieel om aan de bron de juiste gegevens te krijgen. Kortom, prestatie-indicatoren zijn vooral voor onszelf van onschatbare waarde om onze zorg kwalitatief te verbeteren. Wij zijn echter nog niet zover dat de prestatie-indicatoren zo helder zijn geformuleerd, dat ze ook voor patiënten eenduidig zijn.”
‘Met ROM openen we de black box’ De ggz investeert op dit moment in de implementatie van Routine Outcome Measurement (ROM) om te komen tot zichtbare prestaties. Dat biedt kansen voor het verhogen van de kwaliteit van zorg. Daarnaast kan het de externe verantwoording aanzienlijk vereenvoudigen. Sybren Bangma plaatst het werken aan systematische uitkomstenmetingen in een breder perspectief.
Sybren Bangma is bestuurslid van GGZ Nederland en bestuursvoorzitter van Dimence.
Met het meten en benchmarken van behandeluitkomsten ligt de ggz mijlenver voor op de somatisch zorg. Ook al is dit niet het algemene beeld, onlangs werd dit wel bevestigd door Zorgverzekeraars Nederland. Met ROM opent de sector de vermeende black box en kan de ggz zich goed verantwoorden naar cliënten en zorgverzekeraars. Maar nog belangrijker is dat de sector hiermee professionals in staat stelt om gericht aan verbeteringen te werken op basis van hun behandeluitkomsten. Binnenkort zal dat een normaal onderdeel van hun werk zijn.
Hoe zorg je ervoor dat ROM echt leidt tot betere kwaliteit van zorg? “Allereerst vereist dat een professionele discussie over de keuze van de beste vragenlijsten, waarmee we de effecten van behandelingen gaan meten en vergelijken. Het is van groot belang dat beroepsgroepen bij die discussie betrokken blijven, zodat ROM echt ‘hun ding’ is en blijft. Daarnaast moeten hulpverleners en cliënten, zodra er een meting is afgenomen, feedback krijgen, zodat ze zien welke effecten de behandeling heeft. En tot slot moeten hulpverleners de tijd krijgen om te leren en te verbeteren. De uitkomsten van dit soort metingen bieden namelijk geen antwoorden, maar maken het mogelijk om de goede vragen te stellen en zo gezamenlijk aan verbeteringen te werken. In feite geven we professionals hiermee de sturing over hun eigen processen terug.”
Tegelijkertijd komt dit bovenop het al overvolle pakket van hulpverleners. “Als dat inderdaad het geval is, krijgen we hen niet mee. Wel moeten we vooral onze verantwoording slimmer organiseren. Als het ons lukt om de gegevens die nu in het EPD worden vastgelegd te gebruiken voor onze verantwoording, hebben we een wereld gewonnen. Dat zal de administratieve druk enorm verminderen. Daarom zet GGZ Nederland zich in om met de ROM-systematiek zoveel mogelijk gegevens te genereren, die instellingen direct kunnen gebruiken voor hun externe verantwoording.”
GGZ Nederland Jaarverslag 2009
27
Interview met Coen Verbraak
Wat je altijd al had willen weten over psychiaters Moet je als psychiater zelf veel hebben meegemaakt om anderen te kunnen helpen? Is therapie ook wel eens natte vingerwerk? En moet je patiënten aardig vinden om ze goed te kunnen helpen? Wat je altijd al had willen weten over psychiaters, maar nooit durfde te vragen. Coen Verbraak durfde het wel. Hij kreeg twaalf toppsychiaters zover om openhartig te praten over hun vak, de dilemma’s in hun praktijk en hun eigen neuroses. Het leverde de spannende zesdelige tvserie Kijken in de ziel op, die dit voorjaar werd bekroond met de Zilveren Nipkow-schijf.
Bestel et de dvd m on. ngsb de korti
28
GGZ Nederland Jaarverslag 2009
‘Dè psychiater
psychiaters heel verschillend. De een is er uitsluitend voor mensen die ziek zijn in hun hoofd, terwijl anderen ook willen helpen bij levensproblemen die knellen of knagen. “Aanvankelijk was het niet mijn bedoeling om dat brede scala aan visies op de psychiatrie neer te zetten. Maar gaandeweg kon ik daar eenvoudigweg niet omheen. In de montage heb ik de verschillen zelfs benadrukt. Want wie van die twaalf is nou de echte psychiater? Of zijn ze dat samen?”
Ga er maar aan staan. eerst een selectie maken uit achttien toppsychiaters. Dan twaalf psychiaters onbevangen doorvragen over hun werk en eigen gektes. en tot slot dertig uur gespreksmateriaal in de montage terugbrengen tot zes keer vijfendertig minuten hapklare brokken televisie. een enorme puzzel waarbij journalist Coen Verbraak zich soms wanhopig afvroeg of het wel zou lukken om uit al die uren band zes coherente verhalen te smeden. Alleen de montage zelf nam al 35 dagen in beslag. Maar het resultaat is ernaar.
bestaat niet.’
Opmerkelijke verschillen
In een geraffineerd ritme bouwt Verbraak in elke aflevering quote na quote een spannend verhaal op rond thema’s zoals emoties, kinderjaren en depressie. De serie levert een verbluffend kijkje in de keuken van psychiaters en legt daarbij opmerkelijke verschillen bloot in de manier waarop zij te werk gaan en over hun vak denken. Het zijn spannende gesprekken. Niet alleen door de zeer uiteenlopende visies over psychiatrie, maar ook door de authentieke manier waarop de geïnterviewden ingaan op de terloopse maar niet minder lastig te beantwoorden vragen van Verbraak. Dat geldt zeker voor de laatste aflevering, waarbij zij vertellen wat zij zelf aan hun expertise hadden op momenten dat hun eigen leven tegenzat. Zo vertelt Jules tielens over de periode waarin hij depressief het leven niet meer zag zitten: ‘dat was prozac slikken, doorbuffelen, doodmoe zijn en niet kunnen slapen. een volstrekt ondermijnende ervaring.’
Meer eenduidigheid
Voorsprong
“Ik was heel benieuwd of psychiaters een voorsprong hebben op het moment dat het leven hen op de proef stelt. Bij het verlies van een kind bijvoorbeeld, of bij een ziekte als kanker. In je naïviteit ben je geneigd om te denken dat ze daar beter mee kunnen omgaan”, zegt Verbraak terugblikkend. “Maar uiteindelijk blijkt dat ze dan net zo weerloos zijn als ieder ander. Logisch. Je kunt je immers niet aan je eigen haren uit het moeras trekken.” Op de vraag wat zij vakmatig voor hun patiënten kunnen betekenen en voor welke problemen ze er al dan niet zijn, antwoorden de
“Naar aanleiding van deze serie zou je kunnen vaststellen dat dè psychiater niet bestaat”, constateert Verbraak. “uit de reacties op de serie bleek dat voor veel mensen een schokkende constatering. Het heeft inderdaad iets vreemds. Als je wordt doorverwezen naar een psychiater denk je toch: ik ga naar een psychiater die ongeveer hetzelfde doet als de psychiater van mijn buurman. Maar dat blijkt dus helemaal niet zo te zijn. Daarom zouden patiënten veel duidelijker gewezen moeten worden op die diversiteit, zodat zij zich vooraf kunnen afvragen: is dit wel de psychiater die ik zoek? Dat voorkomt een hoop teleurstellingen en vruchteloze exercities.” Meer eenduidigheid over het vak lijkt Verbraak ook in het belang van de psychiaters zelf. De grote diversiteit aan opvattingen en methodieken maakt het vak namelijk kwetsbaar. “Daardoor is dat vak gemakkelijk weg te wuiven. Alsof psychiaters maar wat aanklooien. Denk aan paul Witteman. Die concludeerde na een soortgelijke serie enkele jaren geleden, dat het uiteindelijk toch toeval is of je bij een psychiater geneest. Daarom zouden psychiaters meer eenduidigheid moeten creëren. Zeker als zij binnen de geneeskunde meer erkenning willen krijgen voor hun vak.”
✂
KORTINGSBON Met deze bon krijgt u € 2.45 korting op de dvd ’kijken in de ziel’ van Coen Verbraak. u betaalt € 17,50 in plaats van € 19,95. u krijgt de dvd en een factuur toegestuurd.
Naam
Stuurt u deze bon naar: GGZ Nederland t.a.v. mevrouw L. pieterse postbus 830 3800 AV Amersfoort
Telefoon
Adres
E-mail
m/v
Wet verplichte GGZ (VGGZ) GGZ Nederland gaf begin 2009 haar overwegend positieve reactie op het conceptwetsvoorstel Verplichte GGZ. Het wetsvoorstel sluit volgens GGZ Nederland veel beter aan bij de huidige tendens van toenemende vermaatschappelijking en extramuralisering van de ggz. De wet VGGZ moet de wet BOPZ vervangen en introduceert een zorgmachtiging. De rechter machtigt de verantwoordelijke behandelaar vooraf voor specifieke verplichte zorg, als vrijwillige zorg niet mogelijk blijkt. De rechter wordt, volgens het concept, hierin geadviseerd door een commissie VGGZ. Najaar 2009 startte een pilot met commissies VGGZ. De commissies werden in vier regio’s beproefd, met als doel meer duidelijkheid te krijgen over mogelijke vorm geving en het takenpakket van de multidisciplinaire adviescommissies. Mede op basis van het eindadvies hebben de ministers in februari 2010 een gezamen lijk standpunt aan de Tweede Kamer gezonden over de pilot commissies VGGZ. Het project heeft duidelijk gemaakt dat het zinvol is door te gaan met de commissies. De stuurgroep pleit ervoor om landelijke invoering in een keer mogelijk te maken. De kosten zijn in het traject niet onderzocht, bij de indiening van het wetsvoorstel aan de Tweede Kamer moet een financiële paragraaf hier meer duidelijkheid over geven.
30
GGZ Nederland Jaarverslag 2009
42,7% van de Nederlandse bevolking had ooit een psychische aandoening
4 % 8
6
9
Met de uitvoering van NeMeSIS-2 zijn er weer actuele cijfers beschikbaar over de psychische gezondheidstoestand van de Nederlandse bevolking. de belangrijkste doelen van de nieuwe studie zijn actuele gegevens verkrijgen over het vóórkomen, ontstaan, beloop en de gevolgen van psychische aandoeningen en om trends te bestuderen in het voorkomen van psychische aandoeningen en in het gebruik van zorg.
psychische aandoeningen in de algemene bevolking
Meest voorkomende stoornissen
trends in zorggebruik vanwege psychische problemen
1.896.700 volwassenen hadden in het afgelopen jaar een psychische aandoening (gehad). De afgelopen twaalf maanden (voorafgaand aan het onderzoek) was dat 18% van de bevolking. Gedurende het hele leven (life time) 42.7%.
Depressies (20%), angststoornissen (19,6%) en alcohol- en drugsverslaving (19%) zijn de meest voorkomende stoornissen.
De onvervulde zorgbehoefte steeg niet. In tegendeel, dat nam zelfs fors af (van 6,2% naar 1,8%). uit Nederlandse registratiegegevens blijkt dat het percentage mensen dat in één kalenderjaar contact had met de ggz in grote lijnen overeenkomt met het percentage gevonden in NeMeSIS-2 (6,2%).
Zorggebruik vanwege psychische problemen In de totale populatie maakte in de twaalf maanden voorafgaand aan het interview 11,4% gebruik van enigerlei zorgvoorziening vanwege psychische problemen. 9,0% zocht hulp in de algemene gezondheidszorg (agz) vanwege deze problemen, 6,2% bezocht de geestelijke gezondheidszorg (ggz). Mensen met een stemmingsstoornis maakten het meest gebruik van zorgvoorzieningen vanwege hun problemen en zij kregen het vaakst medicatie voor hun problemen voorgeschreven. Daarna volgden mensen met een angststoornis en mensen met ADHD.
NeMeSIS-2 is een longitudinale studie met drie metingen bij 6.646 personen uit de algemene Nederlandse bevolking in de leeftijd van 18 tot en met 64 jaar, met drie jaar tussen elke meting.
GGZ NederlaNd Jaarverslag 2009
31
Wat vinden onze leden
De vereniging, uw vereniging? In de beleidsagenda ’GGZ: relevant en effectief‘ van februari 2009 bepaalde GGZ Nederland de interne koers op een aantal verenigingszaken. Want met een toenemende heterogeniteit onder de leden en de daarbij behorende verschillende verwachtingen ten aanzien van de branche organisatie, wordt het complexer om een eenduidig beleid te voeren en de vereniging passend in te richten. Het bestuur besloot jaarlijks de ledentevredenheid te meten. De uitwerking hiervan startte in 2009. De daadwerkelijke meting vond begin 2010 plaats.
Met een quickscan legde GGZ Nederland de leden enkele vragen voor die de tevredenheid peilden over de uitvoering van de kerntaken en de dienstverlening van de vereniging. In de beleidsagenda zijn de kerntaken als volgt verwoord: lobby/imago, kennis/kwaliteit en werkgeverschap. Dertig leden hebben de enquête ingevuld. GGZ Nederland krijgt het gemiddelde rapportcijfer van 7,1 met een spreiding van 5 tot 9.
Lobby
V
G
O
De leden waarderen de grote en assertieve zichtbaarheid van de ggz, gericht op de toekomst en innovatie. Daarbij lukt het de brancheorganisatie steeds beter om de verschillende deelbelangen te behartigen. Het verzoek van de leden is om nog proactiever te opereren en meer strategische allianties aan te gaan met bijvoorbeeld de cliëntenorganisaties, beroepsorganisaties en andere brancheorganisaties zoals de Federatie Opvang en MOGroep.
‘Nóg proactiever opereren en meer strategische allianties aangaan’
32
GGZ Nederland Jaarverslag 2009
Imago
V
G
O
Hoewel de resultaten lastig meetbaar zijn, worden de imagocampagne ‘1 op de 4’ en overige imago-activiteiten gewaardeerd. De bijdrage van de ggz aan het mentaal kapitaal van de samenleving is een goede insteek, het brengt het werk van de ggz meer onder de aandacht. Ook hier wordt gepleit voor meer samenwerking met de cliëntenorganisaties.
‘Meer samenwerking met cliëntenorganisaties’ Dienstverlening
V
G
O
Veel waardering is er ook voor de dienstverlening van GGZ Nederland. In de informatievoorziening en het betrekken van leden bij het delen en overdragen van kennis, speelt GGZ Nederland een (pro-)actieve en uitstekende rol. Het dienstverleningspakket is breed. Dit is positief maar regie en verbinding met kernactiviteiten blijft een zoektocht. Enkele respondenten bepleiten verdere professionalisering en het tegen vergoeding aanbieden van het dienstverleningsaanbod.
‘Verdere professionalisering’
De vereniging, uw vereniging
v
g
o
De leden van GGZ Nederland ervaren voldoende mogelijkheden om actief betrokken te zijn binnen de vereniging. De huidige verenigingsstructuur met een beperkt aantal commissies en ruimte voor verschillende netwerken/circuits, functioneert overwegend naar tevredenheid. De leden zijn ook overwegend tevreden met de wijze waarop de vereniging door het verenigingsbureau wordt ondersteund. Het bureau is deskundig en actief en in het algemeen goed bereikbaar en benaderbaar. De ledennieuwsbrief is een overzichtelijke bron van relevante informatie: compact, up-to-date en hoog gewaardeerd.
‘Het bureau is deskundig en actief en in het algemeen goed bereikbaar’
Werkgeverschap
V
G
O
De kerntaak werkgeversschap komt van oudsher zeer goed uit de verf. De leden hebben veel waardering voor de CAO die is vereenvoudigd en waarbij het levensfasebeleid een trendbreuk met het verleden betekent. Harmonisatie met andere zorg-CAO’s en vermindering van administratieve lasten zijn nog aandachtspunten. Op het gebied van arbeidsmarkt en opleiden is de komende periode meer inspanning noodzakelijk.
‘Nog meer aandacht voor harmonisatie met andere zorg-CAO’s en vermindering van administratieve lasten’
Kennis en kwaliteit
V
G
O
GGZ Nederland richt zich op kennis, innovatie, kwaliteit en de verantwoording over de kwaliteit van de ggz. Deels ggz-breed, deels deelsectorspecifiek met visiedocumenten en meerjarenbeleidsagenda’s. Met de activiteiten gericht op HKZ-certificering en vervolgens op de op uitkomst gerichte kwaliteitsindicatoren (prestatie-indicatoren, ROM, cpi), governance en de ontwikkeling van het Referentiemodel EPD, toont de ggz zich bereid de standaard te zetten. Met het aangaan van strategische partnerships met belangrijke stakeholders wordt ingezet op effectieve, duurzame resultaten. Bij initiatieven als het REPD, ROM, basisset PI, visiedocumenten blijkt het altijd lastig om een abstractieniveau te vinden dat enerzijds de vrijblijvendheid voorbijgaat en anderzijds relevante zeggingskracht, operationele hanteerbaarheid heeft en de voorlopers meerwaarde biedt. De leden merken op dat de belangenbehartiging van de ‘care’ in vergelijking met de ‘cure’ meer aandacht mag krijgen.
‘Belangenbehartiging van de care in vergelijking met de cure verdient meer aandacht’
De uitkomsten van de ledentevredenheidsmeting zijn aan het bestuur voorgelegd. De commissies bespreken in de aanloop naar de bestuursdagen in juni 2010 de uitkomsten in samenhang met de uitkomsten van de gelijktijdig uitgevoerde commissieevaluatie. Tijdens de regiobijeenkomsten in het voorjaar 2010 gaat het bestuur in gesprek met alle leden over de uitkomsten. Het gehele traject ‘verenigingshuis op orde’ wordt na juni 2010 afgerond met herziening van het huishoudelijk reglement en het handboek bestuurlijke organisatie. Met periodieke metingen blijft het bestuur de waardering van de leden peilen.
GGZ Nederland Jaarverslag 2009
33
Commissies en Bestuur in 2009 Commissie Financiering en Bekostiging
Commissie Informatiebeleid
H.G. Boswerger Curium-LUMC C. Bruinsma Lentis T. de Grefte GGNet E. Klunder Dimence Mevrouw S.T. van Lonkhuijzen GGZ inGeest Mevrouw M.L. van Loon SBWU Centraal Bureau D.F.L. Olthof Iriszorg F. Penninx GGZ Oost-Brabant A.L.M. van der Sanden GGZ Groep Noord- en Midden-Limburg C.J. Witte Stichting Rivierduinen F. Verschoor Parnassia Bavo Groep
G.H. ter Avest Meerkanten, ggz Flevo-Veluwe S.P. Bangma Dimence H.J. van der Hoek Lentis G. Honkoop Eleos D. de Kruif Altrecht P. Lukkien Karakter J.P.G. Molema Mondriaan Zorggroep R.M.W. Smeets GGZ Friesland R. Sponselee Pro Persona S. Valk Parnassia Bavo Groep J.A.W. Vermeulen Mensana
Commissie Werkgevers- en Arbeidszaken
Commissie Zorgvisie en Normering
J.M. Bal GGNet E. Gritter RIBW IJssel-Vecht P.J.L. van Heugten Delta Psychiatrisch Centrum G.J. Hoogeland Parnassia Bavo Groep A. Jansen GGZ Noord-Holland Noord N. Keppel Altrecht Mevrouw R. Molendijk De Gelderse Roos R.N. van der Plank Nederlands Psychoanalytisch Instituut J. Schaart Centrum ‘45 J.W.M. Verbugt GGZ Eindhoven en de Kempen P.G.M. Willems De Bascule
G.Th.J.M. Derks GGZ Groep Noord- en Midden-Limburg E.S. van der Haar GGZ Drenthe Mevrouw T.J. Heeren Symfora Groep R. Hermanides Novadic-Kentron C.P.F. Lemke GGNet J.T.M. Menting Stichting RMPI-De Grote Rivieren J.M. Tromp GGZ Breburg Groep H.H.W. de Veen GGZ Dijk en Duin J.R. van Veldhuizen GGZ Noord-Holland Noord Mevrouw R.H.M. Vernimmen Altrecht Mevrouw H. van der Wal Dimence
34
GGZ Nederland Jaarverslag 2009
Bestuur GGZ Nederland in 2009 Mw. M.A.M. Barth, voorzitter W.M. van Ewijk, vice-voorzitter R.T.J.M. Janssen, secretaris J.G.M. Goeman, penningmeester S.P. Bangma R.N. van der Plank J.A. Poelmann A.A. Rietveld Mw. R.H.M. Vernimmen G.J. Vos F. Penninx tot 1 juli 2009 Mw. S.T. van Lonkhuijzen-Hoekstra per 1 december 2009
In memoriam George Witte Donderdag 13 mei overleed op 61-jarige leeftijd onze vice voorzitter George Witte. Als psychiater en bestuurder van eerst GGZ Friesland en later Rivierduinen werd hij in juli 1997 lid van het bestuur van GGZ Nederland. Hij bleef dat tot juli 2006, al die tijd als vice voorzitter. Van januari 2008 tot zijn overlijden was hij lid van de commissie Financiering en Bekostiging. Hij vond dat inhoudsmensen ook naar geldzaken moesten kijken en geldmensen naar inhoud, binnen GGZ Nederland. Dat kwam de rijkdom van de vereniging ten goede.
Het is niet te bevatten dat iemand met de vitaliteit en de werklust van George zomaar niet meer onder ons is. Zijn plotselinge dood is een enorme klap en een groot verlies voor zijn vrouw, zijn (schoon)kinderen en vrienden. Daarvan had hij er vele in de gehele geestelijke gezondheidszorg, waar hij een groot deel van zijn leven aan gewijd heeft en waar hij zoveel passie voor voelde. We zullen hem verschrikkelijk missen.
GGZ Nederland Jaarverslag 2009
35
Lidinstellingen Organisatie
Plaats
Organisatie
Plaats
Accare Altrecht Geestelijke Gezondheidszorg Arkin
Groningen Den Dolder Amsterdam
Intend Iriszorg
Zwolle Arnhem
Jeugdriagg Noord-Holland Zuid
Haarlem
Bouman GGZ
Rotterdam
Centrum Maliebaan Utrecht Centrum voor Consultatie en Expertise Utrecht Centrum voor Wonen, Zorg en Welzijn Gelderland Ugchelen Cordaan RIBW PC Hooft Amsterdam Curium-LUMC Oegstgeest De Bascule, academisch centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie Duivendrecht De Hoenderloo Groep Hoenderloo De Jutters, centrum voor Jeugd-GGZ Haaglanden Den Haag Delta Psychiatrisch Centrum Poortugaal Dimence Deventer Dr. Henri van der Hoeven Stichting Utrecht Dr. Leo Kannerhuis Doorwerth Eleos, stichting gereformeerde ggz Emergis, centrum voor ggz
Nieuwegein Goes
FPC De Kijvelanden Rhoon FPC De Rooyse Wissel Venray FPC Oldenkotte Eibergen GGD Amsterdam Amsterdam GGNet Warnsveld GGz Breburg Groep Tilburg GGZ Delfland Delft GGZ Drenthe Assen GGZ Eindhoven en de Kempen Eindhoven GGZ Friesland Leeuwarden GGZ Groep Noord- en Midden-Limburg Venray GGZ inGeest Amsterdam GGZ Noord-Holland Noord Heiloo GGZ Oost-Brabant Rosmalen GGZ Westelijk Noord-Brabant Bergen op Zoom HVO/Querido, Centraal Bureau
36
Amsterdam
GGZ Nederland Jaarverslag 2009
Karakter Kinder- en Jeugdpsychiatrie Ede Kwintes Zeist Lentis Lievegoed Zorggroep
Zuidlaren Bilthoven
Mediant geestelijke gezondheidszorg Enschede Meerkanten, ggz Flevo-Veluwe Ermelo Mensana, RIBW Noord en Midden-Limburg Venlo MOC ’t Kabouterhuis Amsterdam Mondriaan Zorggroep Heerlen Mutsaersstichting Venlo Nederlands Psychoanalytisch Instituut BV Novadic-Kentron
Amsterdam Vught
Orbis Geestelijke Gezondheidszorg
Sittard
Parnassia Bavo Groep Pro Persona Promens Care PTC De Viersprong
Schiedam Renkum Assen Halsteren
Reinier van Arkel Groep Den Bosch RIAGG Amersfoort en Omstreken Amersfoort RIAGG Maastricht Maastricht RIAGG Rijnmond Rotterdam RIAGGZuid Roermond RIBW Arnhem en Veluwevallei Arnhem RIBW Fonteynenburg Zoetermeer RIBW Gooi en Vechtstreek Huizen RIBW Heuvelland en Maasvallei Maastricht RIBW IJssel-Vecht Zwolle RIBW Kennemerland/Amstelland en de Meerlanden Haarlem RIBW Midden-Brabant Tilburg RIBW Nijmegen & Rivierenland Nijmegen RIBW Twente Hengelo
Organisatie
Plaats
RIBW Zaanstreek/Waterland en West-Friesland Purmerend SBWU Utrecht Sinaï Centrum Amstelveen Stichting Anton Constandse Den Haag Stichting Centrum ’45 Oegstgeest Stichting De Brug Katwijk Stichting De Hoop Dordrecht Stichting De Regenboog Groep Amsterdam Stichting Fier Fryslân Leeuwarden Stichting Impact Diemen Stichting in de Bres Drachten Stichting Pameijer sociale psychiatrie Rotterdam Stichting Perspektief Delft Stichting Rivierduinen Leiden Stichting Riwis Zorg & Welzijn Apeldoorn Stichting RMPI-De Grote Rivieren Dordrecht Stichting Streetcornerwork Amsterdam Stichting Volksbond Amsterdam Amsterdam Stichting Wonen en Psychiatrie Terneuzen Symfora Groep Amersfoort Tactus Verslavingszorg Triversum, Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie
Deventer
Verslavingszorg Noord Nederland
Groningen
Yorneo
Assen
Zonnehuizen Kind en Jeugd Zorg Compas/Laurens
Zeist Rotterdam
Alkmaar
GGZ Nederland Jaarverslag 2009
37
Jaarrekening 2009 Balans per 31 december 2009 31 december 2009 31 december 2008 € € € €
ACTIVA Vaste activa
Materiële vaste activa - Kantoorinventaris 677.534 784.086 - Computerapparatuur 68.234 135.688 745.768
919.774
Vlottende activa
Vorderingen - Overige vorderingen en vooruitbetaalde bedragen
6.467.797
5.059.231
1.872.958
1.220.136
9.086.523
7.199.141
Liquide middelen
31 december 2009 31 december 2009 € € € €
Passiva Eigen vermogen
- Algemene reserve 3.044.726 2.995.671 - Bestemmingsreserves 0 949.238 3.044.726 3.944.909 Kortlopende schulden
- Kortlopende schulden projecten 1.737.815 584.248 - Overige kortlopende schulden 4.303.982 2.669.983 6.041.797 3.254.232
38
GGZ Nederland Jaarverslag 2009
9.086.523
7.199.141
Exploitatieoverzicht 2009
werkelijk 2009 €
begroting 2009 €
werkelijk 2008 €
Baten Contributies Interest Subsidies Doorberekende baten Diverse opbrengsten
7.850.000 17.023 2.501.245 1.379.825 571.739
7.850.000 100.000 1.241.000 1.480.404 300.000
7.829.878 57.473 1.295.752 1.190.943 321.855
Totaal baten 12.319.832 10.971.404 10.695.900
Lasten Personeelskosten Personeelskosten 5.489.588 4.989.730 4.824.907 Doorber. personeelskosten SVG 614.070 590.204 513.044 6.103.658 5.579.934 5.337.951 Materiële kosten Huisvestingskosten 957.915 950.000 1.016.637 Bureau- en administratiekosten 308.992 375.000 338.421 Automatisering en telecommunicatie 353.374 400.000 347.050 Bijdragen VNO & werknemersorganisaties 491.376 500.000 480.259 Advieskosten/uitbesteed werk 740.851 625.000 1.176.720 Public relations 688.019 375.000 317.328 Bestuurs- en commissiekosten 323.862 325.000 342.423 Algemene kosten 581.000 665.200 556.698 Doorberekende materiële kosten -70.860 -64.730 -54.217 4.374.529 4.150.470 4.521.319 Projectkosten Projectkosten 1.588.261 1.241.000 1.039.283 Mutatie kortlopende schuld projecten 1.153.567 0 259.444 2.741.828 1.241.000 1.298.727 Totaal lasten 13.220.015 10.971.404 11.157.997 Saldo -900.183 0 -462.097
GGZ Nederland Jaarverslag 2009
39
Toelichting waarderingsgrondslagen
Grondslagen voor het waarderen van activa en passiva
Grondslagen voor bepaling van het resultaat
Algemeen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de richtlijn voor de jaarverslaggeving 640 {organisaties zonder winststreven}, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. De jaarrekening is opgesteld in euro's. De waarderingsgrondslagen zijn gebaseerd op de historische kosten en kostprijzen. Activa en passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde, tenzij een andere waarderingsgrondslag is vermeld. Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd gebleven ten opzichte van het voorgaande jaar. Vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen aanschaffingswaarde, verminderd met de lineair berekende afschrijvingen, gebaseerd op de economische levensduur. Vlottende activa en passiva De vorderingen, geldmiddelen en schulden zijn opgenomen voor de nominale waarde. De door derden gefinancierde projecten worden verantwoord voor het deel van de toegezegde subsidie die betrekking heeft op het boekjaar en de vooruitontvangen voorschotten. De saldi hiervan worden verantwoord als transitorische posten.
Algemeen Het resultaat wordt bepaald met inachtneming van de hiervoor vermelde waarderingsgrondslagen. De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. De resultaten op transacties worden verantwoord in het jaar dat zij zijn gerealiseerd. De verliezen worden verantwoord in het jaar waarin deze voorzienbaar zijn.
40
GGZ Nederland Jaarverslag 2009
Contributies Contributies worden als bate verantwoord in het jaar waarop de contributie betrekking heeft. Subsidies Exploitatiesubsidies worden als bate verantwoord in de staat van baten en lasten van het jaar waarin de gesubsidieerde kosten zijn gemaakt. Kosten De kosten worden bepaald op historische basis en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. Kassiersfunctie Stichting Verslavingsreclassering GGZ Nederland. Voor het terrein van de verslavingsreclassering en andere justitiële verslavingszorg heeft de Vereniging GGZ Nederland namens haar leden een landelijke regiefunctie in samenwerking met de stichting. De financiën voor deze taken zijn centraal ondergebracht bij de Stichting Verslavingsreclassering GGZ Nederland (SVG).
Colofon Coördinatie GGZ-Nederland, Claudia Eglin en Welmoed van Rijs Tekst en interviews Wybo Vons, journalistieke producties Ontwerp en illustraties carta communicatie & grafisch ontwerp Fotografie Kees Rutten e.a. Druk ZuidamUithof zorg werkt jaarverslag ggz nederland 2009
© GGZ Nederland juli 2010
ZORG WERKT Jaarverslag
GG Z
Nederland
2009
Sector met lef! • Anticiperen op verwachte personeelstekorten • Zorgmarktenacademie leert fijne kneepjes van het verkoopvak • Ggz: kostbaar maar uiterst rendabel • Resultaten scoren Korting op dvd-serie • Wat je altijd al had willen weten over ‘Kijken in d e psychiaters Z iel’