Zorg om arbo Werkveldonderzoek naar certificering van veiligheidskundigen, arbeids- en organisatiedeskundigen, arbeidshygiënisten en bedrijfsartsen
Zorg om arbo Werkveldonderzoek naar certificering van veiligheidskundigen, arbeidsen organisatiedeskundigen, arbeidshygiënisten en bedrijfsartsen
Inspectie Werk en Inkomen
Zorg om arbo
R06/22, oktober 2006 ISSN 1383-8733 ISBN-10: 90-5079-167-0 ISBN-13: 978-90-5079-167-0 2
Inspectie Werk en Inkomen
Zorg om arbo
Voorwoord Veiligheidskundigen, arbeids- en organisatiedeskundigen, arbeidshygiënisten en bedrijfsartsen spelen een belangrijke rol in de zorg voor goede arbeidsomstandigheden. De certificatie van deze vier arbodeskundigen heeft als doel te waarborgen dat zij beschikken over voldoende kennis en ervaring voor een juiste taakuitoefening. De certificaten worden afgegeven door private instellingen die voor deze taak door de minister van SZW zijn aangewezen als certificatie- en keuringsinstelling. In het onderzoek naar arbodeskundigen is de inspectie nagegaan hoe het proces van certificatie in de praktijk verloopt en of dit voldoet aan de daarvoor geldende publieke en private normen. De inspectie heeft waardering voor de wijze waarop partijen actie ondernemen om de geconstateerde knelpunten weg te nemen.
A.J. Duymaer van Twist Waarnemend inspecteur-generaal Werk en Inkomen
3
Inspectie Werk en Inkomen
Zorg om arbo
4
Inspectie Werk en Inkomen
Zorg om arbo
Inhoud 1 1.1 1.2 1.3
Inleiding Wettelijk kader vier arbodeskundigen Overgangsregeling bedrijfsarts Doel en werkwijze
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Het stelsel van certificering in de praktijk Veiligheidskundigen Arbeids- en organisatiedeskundigen Arbeidshygiënisten Bedrijfsartsen Consequenties voor arbodiensten
9 9 9 10 11 11
3
Oordeel
13
4 4.1
Samenvatting bestuurlijke reacties Reactie IWI
15 15
Lijst van afkortingen
16
Bijlage 1: Bijlage 2:
17
Bijlage 3: Bijlage 4:
Relevante artikelen uit de arbo-wet- en regelgeving Relevante artikelen uit de Wet op de Beroepen in de individuele gezondheidszorg Reactie SKO Reactie KIWA
Publicaties van de Inspectie Werk en Inkomen
5
Inspectie Werk en Inkomen
Zorg om arbo
7 7 7 8
21 23 27 31
6
Inspectie Werk en Inkomen
Zorg om arbo
1
Inleiding Om de veiligheid en de gezondheid op de werkplek te vergroten, is in de wet opgenomen dat voor het gebruik van bepaalde producten en diensten een certificaat nodig is. De certificaten worden afgegeven door private instellingen, die daarvoor door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) zijn aangewezen. Deze organisaties functioneren voor die taak als zelfstandig bestuursorgaan. De Inspectie Werk en Inkomen (IWI) houdt namens de minister toezicht op deze certificatie- en keuringsinstellingen (cki's) en heeft onderzoek gedaan naar de afgifte van certificaten op het werkveld arbodeskundigen. Het gaat om certificaten voor personen die de veiligheid en gezondheid op het werk moeten bewaken en bevorderen. In de Arbeidsomstandighedenwet 1998 (Arbowet) is opgenomen voor welke producten, personen en diensten je een certificaat nodig hebt.
1.1
Wettelijk kader vier arbodeskundigen De Europese Kaderrichtlijn bepaalt dat werkgevers ervoor moeten zorgen dat in hun bedrijf voldoende deskundigheid op arboterrein beschikbaar is.1 In Nederland is de kaderrichtlijn gïmplementeerd in de Arbowet. De Arbowet verplicht werkgevers en werknemers tot zorg voor goede arbeidsomstandigheden. Deze arbozorg moet zijn afgestemd op de omvang en de aard van de arborisico's in het bedrijf. Er is een aantal verplichte onderdelen. Er moet bijvoorbeeld voorlichting en onderricht gegeven worden over arbeidsveiligheid en gezondheid, daarnaast moeten de arborisico's in het bedrijf zijn geïnventariseerd.
1 De Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van werknemers op het werk.
• • • •
Binnen een bedrijf moet voldoende deskundigheid beschikbaar zijn voor een adequate arbozorg en voor een juiste vervulling van de arbotaken. Indien nodig moet de werkgever beroep doen op specifieke deskundigen. De Arbowet noemt vier deskundigen waar de werkgever beroep op kan doen: de veiligheidskundige; de arbeids- en organisatiedeskundige; de arbeidshygiënist; de arbeids- en bedrijfsgeneeskundige (verder te noemen bedrijfsarts). Deze vier deskundigen moeten op grond van de Arbowet beschikken over een persoonscertificaat dat is afgegeven door een door de minister van SZW aangewezen cki. De Europese Kaderrichtlijn vereist voor arbodeskundigen geen persoonscertificaten. Hiermee valt de persoonscertificering van arbodeskundigen onder de zogenoemde ‘Nationale Kop’, de Nederlandse arboregels die uitstijgen boven de Europese regels.
2 Artikel II, 1e en 11e lid van de Regeling tot wijziging van de Arbeidsomstandighedenregeling in verband met de vaststelling van de Arbeidsomstandighedenwet 1998 van 25 oktober 1999 (ARBO/AIS/99/64079).
1.2
3 Artikel 3 van de Wet BIG noemt 8 beroepen, waaronder de arts, waarvan de beoefenaar moet zijn ingeschreven in een register. 4 Artikelen 14 en 15 van de Wet BIG. De Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst heeft, op grond van de Wet BIG, een Regeling inzake de opleiding en registratie van specialisten vastgesteld en een register voor bedrijfsartsen doen inrichten.
7
Overgangsregeling bedrijfsarts Sinds 1 november 1999 geldt voor bedrijfsartsen een overgangsregeling.2 Tot een door de minister te bepalen tijdstip is inschrijving in het register van de beroepsgroep, gelijk gesteld aan de afgifte van een certificaat zoals bedoeld in de Arbowet. De inschrijving in het register is geregeld in de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG). Op grond van deze wet mag iemand zich pas 'arts' noemen als hij of zij is ingeschreven in een register.3 Een bedrijfsarts heeft, na zijn opleiding tot arts, een aanvullende opleiding gehad. De Wet BIG kent de mogelijkheid van extra registers voor specialisten.4 Voor bedrijfsartsen bestaat een dergelijk 'specialistenregister' dat wordt beheerd door de Koninklijke Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG). Bedrijfsartsen die in dit 'specialistenregister' - de benaming die verder in dit rapport wordt gebruikt - zijn ingeschreven, worden op grond van de overgangsregeling beschouwd als bedrijfsartsen aan wie een certificaat is afgegeven. Op 1 oktober 2006 had de minister van SZW geen tijdstip vastgesteld waarop de overgangsregeling eindigt.
Inspectie Werk en Inkomen
Zorg om arbo
1.3
Doel en werkwijze Het doel van het werkveldonderzoek naar arbodeskundigen is antwoord te geven op de vraag of het certificatieproces van arbodeskundigen door de certificerende instellingen volgens de geldende publieke en private normen verloopt. Het onderzoek is uitgevoerd in twee delen: een voorstudie en een dossieronderzoek met interviews bij de cki’s. Tijdens de voorstudie werd duidelijk dat er voor de certificering van veiligheidskundigen en arbeids- en organisatiedeskundigen een cki is aangewezen, maar dit bleek niet het geval te zijn voor certificering van arbeidshygiënisten en bedrijfsartsen. Na de voorstudie is een dossieronderzoek uitgevoerd bij de twee cki's die de certificaten voor veiligheidskundigen en arbeids- en organisatiedeskundigen afgeven. Er zijn per werkveld ruim veertig willekeurig gekozen dossiers gedetailleerd doorgenomen. Het dossieronderzoek is afgesloten met een interview. IWI heeft op basis hiervan het proces van certificeren beschreven. Aanvullend is met toestemming van één cki een vergadering van de certificatiecommissie bijgewoond. Ook is een vergadering van een College van Deskundigen bijgewoond. Het onderzoek is uitgevoerd in de periode december 2005 tot en met juli 2006.
8
Inspectie Werk en Inkomen
Zorg om arbo
2
Het stelsel van certificering in de praktijk
2.1
Veiligheidskundigen De taak van de veiligheidskundige is het beperken van risico's voor de arbeidsveiligheid: arbeidsongevallen. De veiligheidskundige is bekend met de gevaren van machines en van productieprocessen en weet hoe deze risico's beheerst kunnen worden. SKO Certificatie van Vakbekwaamheid (verder SKO) is sinds juli 2000 aangewezen door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om hogere veiligheidskundigen te certificeren. Bij de (her)certificering door SKO wordt nagegaan of kandidaten voldoen aan de eisen voor wat betreft kennis en relevante werkervaring. Veiligheidskundigen moeten beschikken over tenminste een technische vooropleiding en over een veiligheidskundige vervolgopleiding. Daarnaast is drie jaar relevante werkervaring vereist. Bij hercertificatie wordt nagegaan of de veiligheidskundige zijn kennis op peil heeftgehouden en nog steeds als veiligheidskundige werkzaam is.
5 www.skocert.nl onder Register.
6 Zie bijlage: relevante artikelen uit arbo-wet & regelgeving.
Uit het internetregister van SKO blijkt dat op 11 mei 2006 in totaal 271 hogere veiligheidskundigen in het bezit waren van het certificaat.5 In 2005 is ten opzichte van andere jaren een flinke nieuwe aanwas van veiligheidskundigen gecertificeerd door SKO (namelijk 48). SKO verwacht echter door de maatwerkregeling dat het aantal gecertificeerde veiligheidskundigen op den duur toch terug zal lopen tot 200.6 Certificering veiligheidskundigen door SKO op orde De inspectie is van oordeel dat de certificering van veiligheidskundigen door SKO volgens de normen verloopt. SKO werkt volgens het wettelijke geldende certificatieschema. Er vindt een zorgvuldige toetsing plaats door de certificatiecommissie. De certificatiecommissie bestaat uit vakdeskundigen die hun taak serieus opvatten.
2.2
Arbeids- en organisatiedeskundigen De arbeids- en organisatiedeskundige richt zich op het beperken van onder andere (risico’s van) psychosociale belasting van werknemers. De arbeids- en organisatiedeskundige adviseert bijvoorbeeld over werkdruk en de taakinhoud van medewerkers. De eisen voor de deskundigheid en ervaring van arbeids- en organisatiedeskundigen, zijn wat zwaarte betreft vergelijkbaar met de eisen aan veiligheidskundigen. Kiwa heeft de certificering van arbeids- en organisatiedeskundigen in 2001 overgenomen van Stichting Registratie Arbeids- & Organisatiedeskundigen (SRAO). Kiwa is in februari 2001 hiervoor ook aangewezen door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het certificatieschema aan de hand waarvan Kiwa bepaalt of iemand voor een certificaat in aanmerking komt, is ondanks de overname intellectueel eigendom gebleven van SRAO.
7 www.kiwa.nl/srao onder Register gecertificeerde a&o-deskundigen.
Op 29 mei 2006 stonden 139 gecertificeerde a&o-deskundigen ingeschreven in het Kiwa register.7 Kiwa verwacht een toename van het aantal certificaathouders a&o-deskundigen. A&o-deskundigen lijken meer voor zichzelf te beginnen. Dit blijkt ook uit een stijging van de initiële aanvragen in het eerste kwartaal van 2006. Kiwa ondanks toezegging nog steeds niet geaccrediteerd Kiwa heeft certificering overgenomen van SRAO door een overeenkomst te sluiten met SRAO. Eén van de voorwaarden in deze overeenkomst is dat Kiwa zich (binnen vier maanden) zou laten accrediteren. Kiwa heeft tot twee keer toe een aanvraag tot accreditatie ingediend bij de Raad voor Accreditatie (januari 2001 en september 2005). De eerste aanvraag is niet afgerond en de tweede aanvraag moet nog worden afgerond. Het Centraal College van Deskundigen (CCvD) van SRAO moet eerst erkend worden door de RvA voordat Kiwa geaccrediteerd kan
9
Inspectie Werk en Inkomen
Zorg om arbo
worden. De staatssecretaris van SZW heeft aangegeven dat accreditatie een belangrijke overweging is, maar geen wettelijke eis voor de aanwijzing van een cki. Kiwa maakt bij de certificering gebruik van een certificatieschema dat nog niet is goedgekeurd door de minister van SZW. Het oude certificatieschema is aangepast aan de huidige eisen, maar vervolgens niet vastgesteld door de minister. De inspectie is van oordeel dat de wijze van certificeren van arbeids- en organisatiedeskundigen door Kiwa op zich goed verloopt. De inspectie constateert dat het KIWA niet is gelukt om zich te laten accrediteren. De inspectie stelt daarnaast vast dat de verwijzing naar het certificatieschema in de wetgeving niet op orde is.
2.3
8 Zoals bacteriën en (producten van) schimmels.
9 www.skocert.nl onder Register.
Arbeidshygiënisten Het aandachtsterrein van de arbeidshygiënist is de blootstelling van werknemers aan chemische stoffen en biologische agentia.8 Het gaat dan om het voorkomen van beroepsrisico's zoals huidaandoeningen en aandoeningen van de luchtwegen. Ook (het voorkomen van) de blootstelling aan stoffen die risico's opleveren voor het nageslacht, behoren tot het werkterrein van de arbeidshygiënist. Sinds 2001 voert de Stichting voor Certificatie van Vakbekwaamheid SKO de certificering van arbeidshygiënisten uit. Uit het internetregister van SKO blijkt dat er op 11 mei 2006 in totaal 274 arbeidshygiënisten in het bezit zijn van het certificaat.9 SKO certificeert arbeidshygiënisten zonder aanwijzing SKO heeft de certificering in 2001 overgenomen van Stichting ter Certificering van Arbeidshygiënisten (SCA). In 1999 is ook voor arbeidshygiënisten een overgangsregeling getroffen. Tot een door de minister te bepalen tijdstip, wordt inschrijving in het register van gecertificeerde arbeidshygiënisten van SCA gelijkgesteld aan de afgifte van een certificaat zoals bedoeld in de Arbowet. In 2001 heeft SCA opgehouden te bestaan. Omdat inschrijving in het SCAregister niet meer mogelijk is, moeten arbeidshygiënisten beschikken over een certificaat dat is afgegeven door de minister of door een door de minister aangewezen certificerende instelling.
10 Initiële certificaten: 86, hercertificering: 266 (bron: SKO jaarverslagen 2001 – 2005) . 11 Artikel 2.15 Arbeidsomstandighedenregeling.
In december 2004 en in februari 2006 heeft SKO bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een aanvraag ingediend voor een formele aanwijzing voor het certificeren van arbeidshygiënisten. SKO heeft aangegeven hierover veelvuldig navraag te hebben gedaan bij SZW. Op 1 oktober 2006 had het ministerie nog geen aanwijzing afgegeven. Ondanks het ontbreken van de aanwijzing heeft SKO vanaf 2001 ruim 350 certificaten verstrekt aan arbeidshygiënisten.10 In de Arbeidsomstandighedenregeling wordt overigens wel verwezen naar het certificatieschema van SKO, ondanks dat SKO niet is aangewezen.11 Tijdens het onderzoek heeft IWI ook hierover een signaal afgegeven naar het ministerie van SZW. De staatssecretaris van SZW overweegt om SKO met terugwerkende kracht aan te wijzen voor de certificering van arbeidshygiënisten en bij die aanwijzing te bepalen dat de dossiers van SKO op orde dienen te zijn. De inspectie is van oordeel dat de certificering van arbeidshygiënisten niet volgens de normen verloopt. SKO certificeert arbeidshygiënisten zonder hiervoor door de minister van SZW te zijn aangewezen. De inspectie is van oordeel dat SKO daarmee niet handelt zoals verwacht mag worden. Zij is bovendien voor meerdere werkvelden aangewezen en op de hoogte van de verantwoordelijkheden van een zbo.
10
Inspectie Werk en Inkomen
Zorg om arbo
2.4
Bedrijfsartsen Bedrijfsartsen hebben de bescherming van de gezondheid van werknemers tot taak. Ook spelen bedrijfsartsen een (verplichte) rol bij verzuimbegeleiding en re-integratie van (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte werknemers.
12 Zie artikel 2.7 het Arbeidsomstandighedenbesluit en artikel 2.14 van de Arbeidsomstandighedenregeling.
13 www.bigregister.nl onder raadplegen/ overzichten en adressen/ overzichten.
2.5
Bedrijfsartsen geregistreerd in plaats van gecertificeerd Op grond van een overgangsregeling uit 1999 is, voor bedrijfsartsen, tot een door de minister te bepalen tijdstip, de inschrijving in het 'specialistenregister' van de KNMG, gelijkgesteld aan afgifte van het certificaat zoals vereist in de Arbeidsomstandighedenregeling en -besluit.12 Op 1 oktober 2006 had de minister geen tijdstip vastgesteld. De bedrijfsarts registreert zich op basis van de Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG) in het 'specialistenregister'. Deze wet bevat regels voor zorgverlening door onder andere artsen in de individuele gezondheidszorg. Hiermee valt de bedrijfsarts ook onder het medisch tuchtrecht. Er stonden op 5 juli 2005 in totaal 1.913 bedrijfsartsen in het specialistenregister ingeschreven.13 De staatssecretaris van SZW bereidt een voorstel voor tot wijziging van de betreffende bepaling(en) in de Arbowet, waardoor de verplichte certificatie zal vervallen en ook de overgangsregeling wordt beëindigd.
Consequenties voor arbodiensten Voor arbodiensten gelden ook certificatie-eisen. Eén daarvan is dat een arbodienst van elke arbodeskundige een gecertificeerde deskundige in dienst moet hebben (gecertificeerd door een daartoe aangewezen instelling). Omdat voor één van de vier deskundigen, te weten de arbeidshygiënist, de certificering juridisch niet goed is geregeld, kunnen ook de arbodiensten niet aan hun certificatie-eisen voldoen. De staatssecretaris van SZW heeft aangegeven dat hij dit punt zal betrekken bij de evaluatie van de zogenoemde Maatwerkregeling in maart 2007. Deze evaluatie is aangekondigd in een brief van 4 oktober 2005 van de staatssecretaris van SZW aan de Tweede Kamer.
11
Inspectie Werk en Inkomen
Zorg om arbo
12
Inspectie Werk en Inkomen
Zorg om arbo
3
Oordeel De certificering van arbodeskundigen moet ervoor zorgen dat arbodeskundigen hun werk met voldoende kennis en ervaring uitvoeren, waardoor de arbodeskundigen in staat zijn om goede adviezen over arbeidsomstandigheden te geven. De inspectie is van mening dat de certificering goed wordt uitgevoerd. De certificatie- en keuringsinstellingen controleren op een goede manier of de deskundigen aan hun scholings- en werkervaringseisen voldoen. Dit geldt overigens niet voor de bedrijfsartsen, omdat zij op dit moment niet (hoeven te) worden gecertificeerd. De juridische kant van de certificatie is echter onvoldoende geregeld. SKO verstrekt sinds 2001 certificaten voor arbeidshygiënisten terwijl zij daar niet officieel voor is aangewezen door de minister van SZW. De inspectie is van oordeel dat SKO hierin niet zorgvuldig handelt. Zij is voor meerdere werkvelden aangewezen en op de hoogte van de verantwoordelijkheden van een zelfstandig bestuursorgaan. Overigens heeft SKO in 2004 wel een aanvraag tot aanwijzing ingediend, maar die is nog niet afgehandeld. De staatssecretaris is van plan dat alsnog te corrigeren, met terugwerkende kracht. Kiwa heeft contractueel afgesproken dat zij zich zou laten accrediteren door de Raad voor Accreditatie. Dat heeft ze twee keer aangevraagd, maar de accreditatie heeft nog niet plaatsgevonden. Verder maakt Kiwa gebruik van een certificatieschema dat niet is vastgesteld door de minister van SZW. De inspectie is van oordeel dat de cki’s de wettelijke bepalingen zorgvuldiger moeten naleven om financiële en aansprakelijkheidsrisico’s te verminderen. Een gevolg van het ontbreken van de aanwijzing van SKO voor de certificatie van arbeidshygiënisten, is dat ook arbodiensten niet aan hun certificatie-eisen kunnen voldoen. Zij moeten van elk van de vier deskundigen, behalve de bedrijfsarts voor wie inschrijving in het BIG-register is vereist, een volgens de regels gecertificeerde deskundige in dienst hebben en dat is nu niet mogelijk.
13
Inspectie Werk en Inkomen
Zorg om arbo
14
Inspectie Werk en Inkomen
Zorg om arbo
4
Samenvatting bestuurlijke reacties SKO SKO accepteert de conclusie van IWI dat zij sinds 2001 onrechtmatig certificaten verstrekt. SKO plaatst de kanttekening dat men zich, voorafgaande aan het verzoek om aanwijzing, zich heeft willen laten accrediteren. Deze accreditatie heeft volgens SKO aanzienlijk langer geduurd dan men meende te mogen verwachten. SKO geeft verder aan dat zij in december 2004 een verzoek tot aanwijzing heeft ingediend bij SZW, maar dat dit verzoek, ondanks herhaald rappél door SKO, tot op heden niet door SZW is afgehandeld. SKO stelt dat het aan de markt niet uit te leggen zou zijn geweest, wanneer zij ofwel geen certificaten had afgegeven ofwel met de afgifte was gestopt totdat de aanwijzing een feit was. SKO pleit ervoor met betrokkenen het gehele proces van certificatie en accreditatie te analyseren en zo mogelijk te verbeteren zodat iedereen weet waar hij aan toe is. KIWA KIWA geeft aan de constateringen van de inspectie te herkennen. KIWA plaatst de kanttekening dat er onduidelijkheid is over de betekenis van accreditatie. Ook door onduidelijkheid over een op te richten beheersstichting, heeft het proces van accreditatie volgens KIWA vertraging opgelopen. Het (nog) niet hebben van een accreditatie vormt een belemmering voor goede afspraken met de eigenaar van het schema voor certificatie. KIWA deelt mede dat recentelijk overleg met SZW een aantal onduidelijkheden heeft weggenomen. KIWA kondigt aan op korte termijn opnieuw overleg te gaan voeren met de eigenaar van het schema teneinde het punt van de ontbrekende accreditatie op te lossen. KIWA deelt verder mede regelmatig overleg te gaan voeren met SZW.
4.1
Reactie IWI SKO IWI heeft met genoegen kennis genomen van het feit dat SKO de conclusies van de inspectie accepteert. Ten aanzien van het zich, voorafgaand aan het indienen van een verzoek om aanwijzing, laten accrediteren, stelt de inspectie vast dat accreditatie weliswaar wordt gezien als een belangrijke overweging voor het aanwijzen van een cki, maar dat dit geen wettelijke eis is. Het (nog) niet hebben van een accreditatie is geen belemmering voor het indienen van een verzoek tot aanwijzing. Het is juist dat het verzoek van SKO om aanwijzing op 1 oktober 2006 nog niet door het ministerie was afgehandeld. De inspectie is van oordeel dat dit voor SKO geen vrijbrief is om op de aanwijzing vooruit te lopen en certificaten af te (blijven) geven. Dat het aan de markt en de beroepsgroep niet uit te leggen zou zijn, wanneer SKO met het afgeven van certificaten had gewacht totdat de aanwijzing een feit was, kan de inspectie niet onderschrijven. Het is naar het oordeel van de inspectie voor SKO eenvoudiger om uit te leggen dat zij niet bevoegd was tot afgifte van certificaten, dan uit te leggen waarom zij zonder daartoe bevoegd te zijn wel certificaten af kon geven. De inspectie onderschrijft het belang van helderheid voor betrokkenen over het proces van certificatie en accreditatie. KIWA De inspectie constateert dat KIWA de conclusies van de inspectie accepteert. De inspectie neemt met instemming kennis van de voornemens van KIWA voor wat betreft het overleg met SZW en de huidige eigenaar van het schema voor certificatie.
15
Inspectie Werk en Inkomen
Zorg om arbo
Lijst van afkortingen Arbowet Cki CCvD CvD IWI KNMG SCA SKO SRAO SZW Wet BIG zbo
16
Arbeidsomstandighedenwet 1998 Certificerende en keurende instelling Centraal College van Deskundigen College van Deskundigen Inspectie Werk en Inkomen Koninklijke Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst Stichting ter Certificering van Arbeidshygiënisten SKO Certificatie van Vakbekwaamheid Stichting Registratie Arbeids- & Organisatiedeskundigen (Ministerie van) Sociale Zaken en Werkgelegenheid Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg Zelfstandig bestuursorgaan
Inspectie Werk en Inkomen
Zorg om arbo
Bijlage 1
Relevante artikelen uit de arbo-wet- en regelgeving Arbeidsomstandighedenwet 1998 Artikel 20 1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld op grond waarvan werkgevers, werknemers, andere personen of instellingen in het bezit moeten zijn van een of meer certificaten waaruit blijkt dat zij voldoen aan voorschriften, gesteld bij of krachtens deze wet. 2. Onze Minister dan wel een door Onze Minister op verzoek aangewezen instelling beslist op aanvraag over de afgifte van het certificaat en is tevens bevoegd een afgegeven certificaat in te trekken. 3. Aan een aanwijzing krachtens het tweede lid kunnen voorschriften worden verbonden. 4. Een certificaat wordt afgegeven voor een beperkte tijdsduur. Aan een certificaat kunnen voorschriften worden verbonden. De bedoelde beperking en de voorschriften worden in het certificaat vermeld. 5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld onder meer met betrekking tot: a. de gronden waarop de in het tweede lid bedoelde aanwijzing kan worden gegeven, ingetrokken dan wel gewijzigd; b. de wijze waarop de aanvraag om een certificaat moet worden gedaan en de gegevens die daarbij van de aanvrager worden verlangd; c. de gronden waarop en de gevallen waarin de afgifte van een certificaat kan worden geweigerd dan wel een afgegeven certificaat kan worden ingetrokken en d. de vergoeding die verschuldigd is in verband met de afgifte van een certificaat en de wijze van betaling daarvan.
Arbeidsomstandighedenbesluit Artikel 2.7 Deskundigheidseisen 1. Binnen een arbodienst zijn deskundigen werkzaam op het terrein van de arbeids- en bedrijfsgeneeskunde, de arbeidshygiëne, de veiligheidskunde en de arbeids- en organisatiekunde. 2. Een deskundige beschikt over voldoende deskundigheid en ervaring op een vakgebied als bedoeld in het eerste lid, indien hij in het bezit is van een certificaat van vakbekwaamheid arbeids- en bedrijfsgeneeskunde, arbeidshygiëne, veiligheidskunde dan wel arbeids- en organisatiekunde, dat is afgegeven door Onze Minister of een certificerende instelling. Artikel 2.14 Certificaat arbodienst 1. Een externe arbodienst is in het bezit van een certificaat arbodienst dat is afgegeven door Onze Minister of een certificerende instelling. 2. De werkgever van een interne arbodienst is ten behoeve van zijn interne arbodienst in het bezit van een certificaat arbodienst dat is afgegeven door Onze Minister of een certificerende instelling. 3. Indien een aan een externe arbodienst afgegeven certificaat arbodienst wordt ingetrokken, niet wordt verlengd of indien aan de verlenging daarvan voorschriften zijn verbonden, doet de dienst daarvan terstond mededeling aan de werkgever te wiens behoeve de taken worden uitgeoefend, en aan de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging. Bij het ontbreken van een ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging zorgt de werkgever ervoor dat de belanghebbende werknemers zo spoedig mogelijk van deze mededeling op de hoogte worden gesteld.
17
Inspectie Werk en Inkomen
Zorg om arbo
4. Indien een ten behoeve van een interne arbodienst afgegeven certificaat arbodienst wordt ingetrokken, niet wordt verlengd of indien aan de verlenging daarvan voorschriften zijn verbonden, doet de werkgever daarvan terstond mededeling aan de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging of, bij het ontbreken daarvan, aan de belanghebbende werknemers alsmede, ingeval sprake is van een samenwerkingsverband, aan de betrokken externe deskundigen. Artikel 2.10 Organisatie-eisen arbodienst 1. Een externe arbodienst bezit rechtspersoonlijkheid. 2. Behoudens ten aanzien van het samenwerkingsverband, bedoeld in artikel 2.6a, tweede lid, is op elk van de in artikel 2.7, eerste lid, genoemde vakgebieden ten minste één deskundige werkzaam krachtens een arbeidsovereenkomst of publiekrechtelijke aanstelling voor onbepaalde tijd.
Arbeidsomstandighedenregeling Artikel 2.12 Verstrekken gegevens bij aanvraag certificaat externe arbodienst 1. Een externe arbodienst verstrekt aan de minister dan wel, indien de minister een certificerende instelling als bedoeld in artikel 2.7 heeft aangewezen, aan de certificerende instelling, bij de aanvraag van een certificaat arbodienst als bedoeld in artikel 2.11, eerste lid, de volgende gegevens: a. met betrekking tot de deskundigen die voor de arbodienst werkzaam zijn: 1. een overzicht van het aantal deskundigen, bedoeld in artikel 2.7, eerste lid, van het besluit; 2. een overzicht van het aantal deskundigen dat per vakgebied, bedoeld in artikel 2.7, tweede lid, van het besluit, aan de arbodienst verbonden is, waarbij tevens het aantal formatieplaatsen en de wijze waarop de deskundigen aan de dienst verbonden zijn, worden vermeld; 3. van elk van de deskundigen een afschrift van het certificaat van vakbekwaamheid, bedoeld in artikel 2.7, tweede lid, van het besluit of een EG-verklaring als bedoeld in artikel 2.8 van het besluit, en 4. het aantal deskundigen op andere vakgebieden en de aard van die deskundigheden; b. met betrekking tot de organisatie-eisen, bedoeld in artikel 2.10 van het besluit: 1. een actueel bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel en de statuten van de arbodienst, en een afschrift van de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd dan wel van de publiekrechtelijke aanstelling van de deskundigen in vaste dienst, waarbij de omvang van het dienstverband wordt vermeld; 2. indien een externe arbodienst niet de in het eerste lid, onder a tot en met c, bedoelde gegevens verstrekt, wordt de aanvraag van het certificaat arbodienst niet in behandeling genomen. Artikel 2.14 Afgifte certificaat van vakbekwaamheid arbeids- en bedrijfsgeneeskunde 1. Een certificaat van vakbekwaamheid arbeids- en bedrijfsgeneeskunde als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid, van het besluit wordt door de minister of, indien de minister een certificerende instelling heeft aangewezen, de certificerende instelling, afgegeven indien de aanvrager een opleiding heeft gevolgd die voldoet aan de opleidingseisen voor het sociaalgeneeskundig specialisme arbeid en gezondheid – bedrijfsgeneeskunde, bedoeld in het Besluit Bedrijfsgeneeskunde van 24 maart 2004 van het College voor Sociale Geneeskunde, die heeft geleid tot registratie als sociaalgeneeskundige voor arbeid en gezondheid. 2. Een certificaat als bedoeld in het eerste lid, wordt afgegeven voor een periode van ten hoogste vijf jaar. Artikel 2.15 Afgifte certificaat van vakbekwaamheid arbeidshygiëne Een certificaat van vakbekwaamheid arbeidshygiëne als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid, van het besluit wordt door de minister of, indien de minister een certificerende instelling heeft aangewezen, de certificerende instelling, afgegeven indien de aanvrager voldoet aan de eisen, bedoeld in versie 1 van de Regelingen SAH, SVK ref.nr. SKO/03034S van de Stichting voor de 18
Inspectie Werk en Inkomen
Zorg om arbo
Certificatie van Vakbekwaamheid SKO, ten aanzien van arbeidshygiënisten, vastgesteld per 19 november 2003. Artikel 2.16 Afgifte certificaat van vakbekwaamheid veiligheidskunde Een certificaat van vakbekwaamheid veiligheidskunde als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid, van het besluit wordt door de minister of, indien de minister een certificerende instelling heeft aangewezen, de certificerende instelling, afgegeven indien de aanvrager voldoet aan de eisen, bedoeld in versie 1 van de Regelingen SAH, SVK ref.nr. SKO/03034S, van de Stichting voor de Certificatie van Vakbekwaamheid SKO, ten aanzien van veiligheidskundigen, vastgesteld per 19 november 2003. Artikel 2.17 Afgifte certificaat van vakbekwaamheid arbeids- en organisatiekunde Een certificaat arbeids- en organisatiekunde als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid van het besluit, wordt door de minister of, indien de minister een certificerende instelling heeft aangewezen, de certificerende instelling, afgegeven indien de aanvrager voldoet aan de certificatieeisen voor arbeids- en organisatiekundigen, bedoeld in versie 1.0 van het Certificatieschema Persoonscertificatie Arbeids- en Organisatiekunde van de Stichting Registratie Arbeids- en Organisatiedeskundigen, vastgesteld per 4 januari 2001. Regeling tot wijziging van de arbeidsomstandighedenregeling in verband met de vaststelling van de arbeidsomstandighedenwet 1998 (besluit van 5 oktober 1999, nr. ARBO/AIS/99/64079). Artikel II Overgangsbepalingen 1. Voor de toepassing van deze regeling wordt een deskundige op het vakgebied van de arbeids- en bedrijfsgeneeskunde, die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling is ingeschreven in register van Sociaal Geneeskundigen, tak arbeids en bedrijfsgeneeskunde of tak verzekeringsgeneeskunde dan wel het register sociale geneeskunde, hoofdstroom arbeid en gezondheid van de Sociaalgeneeskundige Registratiecommissie van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst, tot vijf jaarna de inwerkingtreding van deze regeling aangemerkt als deskundige die in het bezit is van een certificaat vakbekwaamheid arbeids en bedrijfsgeneeskunde als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid van het besluit. 2. Tot een door de minister te bepalen tijdstip wordt voor de toepassing van deze regeling na de inwerkingtreding van deze regeling: a. Inschrijving in het register van Sociaal Geneeskundigen, tak arbeids en bedrijfsgeneeskunde of tak verzekeringsgeneeskunde dan wel het register sociale geneeskunde, hoofdstroom arbeid en gezondheid van de Sociaalgeneeskundige Registratiecommissie van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst aangemerkt als afgifte van een certificaat van vakbekwaamheid arbeids- en bedrijfsgeneeskunde als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid van het besluit; b. Inschrijving in het register van gecertificeerde arbeidshygiënisten van de Stichting ter certificering van Arbeidshygiënisten aangemerkt als afgifte van een certificaat van vakbekwaamheid arbeidshygiëne als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid van het besluit.
19
Inspectie Werk en Inkomen
Zorg om arbo
20
Inspectie Werk en Inkomen
Zorg om arbo
Bijlage 2
Relevante artikelen uit de Wet op de Beroepen in de individuele gezondheidszorg Artikel 3 1. Er worden registers ingesteld, waarin degenen die aan de daarvoor bij en krachtens deze wet gestelde voorwaarden voldoen, op hun aanvrage worden ingeschreven, onderscheidenlijk als: arts, tandarts, apotheker, gezondheidszorgpsycholoog, psychotherapeut, fysiotherapeut, verloskundige, verpleegkundige. 2. Bij elke inschrijving worden in het register vermeld de naam, voornamen, geslacht, geboortedatum, nationaliteit en adres van de betrokkene en het nummer en het tijdstip van inschrijving. 3. Elk register wordt ingesteld en beheerd door Onze Minister. 4. De registers worden ingesteld ten einde te kunnen voldoen aan een verzoek om informatie als bedoeld in artikel 12 en ten behoeve van het toezicht op de uitvoering van de artikelen 4 en 17. Artikel 14 1. Indien door een organisatie van beoefenaren van een beroep waarop een register betrekking heeft, een regeling in het leven is geroepen, welke voorziet in de mogelijkheid aan in dat register ingeschreven personen die een bijzondere deskundigheid op krachtens die regeling als specialismen aangewezen deelgebieden der uitoefening van dat beroep hebben verworven, vanwege die organisatie een erkenning als specialist op het betrokken deelgebied te verlenen, kan Onze Minister bepalen dat de krachtens bedoelde regeling aan die specialismen onderscheidenlijk verbonden titels als wettelijk erkende specialistentitels worden aangemerkt. Artikel 15 (J) 1. Een regeling ten aanzien waarvan toepassing wordt gegeven aan artikel 14, eerste lid, kan mede inhouden dat een erkenning als specialist wordt verleend voor een bij de regeling bepaalde periode en dat de verlening slechts plaatsvindt indien degene die de opleiding tot specialist heeft voltooid gedurende een bij die regeling bepaald tijdvak, voorafgaande aan de indiening van de aanvrage tot erkenning, regelmatig op het desbetreffende deelgebied van de beroepsuitoefening werkzaam is geweest dan wel in die periode overeenkomstig het bepaalde in die regeling scholing heeft gevolgd. 2. Indien in een regeling toepassing is gegeven aan het eerste lid kunnen in die regeling: a. eisen worden vastgesteld waaraan de werkzaamheden, bedoeld in het eerste lid, voor de toepassing van dat lid moeten voldoen; b. al dan niet op het gebied van de individuele gezondheidszorg liggende werkzaamheden worden aangewezen die voor de toepassing van het eerste lid worden gelijkgesteld met werkzaamheden op het desbetreffende deelgebied der beroepsuitoefening. 3. In gevallen waarin toepassing is gegeven aan artikel 14, eerste lid, is, de beroepsorganisatie gehouden van elke erkenning als specialist en van elke intrekking van zodanige erkenning opgave te doen aan Onze Minister. Van elke erkenning en van elke intrekking van een erkenning wordt een gedagtekende aantekening in het register geplaatst. Indien een erkenning als specialist is ingetrokken op grond van een regeling als bedoeld in het eerste lid, vindt de in de eerste en tweede volzin bedoelde opgave onderscheidenlijk aantekening alleen plaats indien de desbetreffende persoon niet binnen vier weken na de intrekking wederom als specialist is erkend. 4. Onverminderd hetgeen ingevolge artikel 12, tweede lid, met betrekking tot de ingeschrevene geldt, wordt aan een ieder die zulks verlangt, medegedeeld of de betrokkene is erkend als specialist.
21
Inspectie Werk en Inkomen
Zorg om arbo
5. Doorhaling van een inschrijving in het register of schorsing van een inschrijving in het register brengt van rechtswege mee dat de erkenning van de betrokkene als specialist is vervallen, onderscheidenlijk dienovereenkomstig geschorst is. Van elke doorhaling of schorsing wordt mededeling gedaan aan de betrokken organisatie.
22
Inspectie Werk en Inkomen
Zorg om arbo
Bijlage 3
Reactie SKO
23
Inspectie Werk en Inkomen
Zorg om arbo
24
Inspectie Werk en Inkomen
Zorg om arbo
Bijlage 4
Reactie KIWA
27
Inspectie Werk en Inkomen
Zorg om arbo
28
Inspectie Werk en Inkomen
Zorg om arbo
30
Inspectie Werk en Inkomen
Zorg om arbo
Publicaties van de Inspectie Werk en Inkomen 2006 R06/22
Zorg om arbo Werkveldonderzoek naar certificering van veiligheidskundigen, arbeids- en organisatiedeskundigen, arbeidshygiënisten en bedrijfsartsen R06/21 Handhaving door de Sociale Verzekeringsbank in 2005 R06/20 Wsw-indicatiestelling door CWI R06/19 De eerste stappen Onderzoek naar de implementatie van het eerstelijnstoezicht op de Wet kinderopvang door de gemeenten in 2005 R06/18 Zorgen voor bejegening Onderzoek naar de wijze waarop UWV een zorgvuldige bejegening van WW- en ZW-gerechtigden en werkgevers nastreeft R06/17 Vreemdelingen aan het werk Onderzoek naar de afgifte van tewerkstellingsvergunningen R06/16 Werken aan sociale activering Onderzoek naar sociale activering als eerste stap naar re-integratie R06/15 Gedogen of handhaven Jaarplan 2007 R06/14 UWV en Walvis Vijfde rapportage R06/13 Het CWI-systeem Sonar in de praktijk R06/12 De rol van de gemeenteraad bij de Wet werk en bijstand R06/11 Beoordeeld en bejegend Onderzoek naar de wijze waarop UWV een zorgvuldige bejegening voor WAO- en Wia-gerechtigden nastreeft R06/10 Meesterschap, vakmanschap Een onderzoek naar certificering in de werkvelden ‘springmeesters’ en ‘gasdeskundigen tankschepen’ Jaarverslag 2005 R06/09 Eén fase, één keten De ondersteuning door CWI, UWV en gemeenten van werkzoekenden met een goede kans op werk R06/08 Uitvoering Wet sociale werkvoorziening 2004 R06/07 Inzicht in kostenbesparing CWI R06/06 Over druk Een onderzoek naar het functioneren van certificatie- en keuringsinstellingen in het werkveld drukapparatuur R06/05 Waar een wil is, is een BVG Samenwerking van de ketenpartners bij de vorming van bedrijfsverzamelgebouwen R06/04 Controle in concurrentie Uitvoering periodieke keuring en certificatie van kranen en liften R06/03 Samen dienstverlenen Onderzoek naar de dienstverlening aan klanten met meerdere uitkeringen R06/02 De controleschakel Onderzoek naar de werking van de controleschakel in de handhavingsketen R06/01 Doelbinding en beveiliging in de keten van werk en inkomen De beveiliging van Suwinet en de privacy van de burger
31
Inspectie Werk en Inkomen
Zorg om arbo
2005 R05/24
UWV en Walvis Vierde rapportage R05/23 Tussen oordeel en advies Uitvoering van het deskundigenoordeel 'geschiktheid tot werken' door UWV R05/22 De kortste weg naar werk Een onderzoek naar reïntegratiecoaching WW bij UWV R05/21 Gezocht: werklozen Activiteiten van CWI, UWV en gemeenten om werklozen aan het werk te krijgen in moeilijk vervulbare vacatures voor laag- en ongeschoolde arbeid R05/20 Vangnet of springplank? De reïntegratie van zieke werknemers zonder dienstverband door UWV R05/19 Informatie: aantoonbaar betrouwbaar? Een onderzoek naar de kwaliteit van de niet-financiële informatievoorziening in het SUWI-domein R05/18 Opnieuw beoordeeld R05/17 Zicht op kansen? Onderzoek naar systematische kennisopbouw over bijstandsgerechtigden door gemeenten R05/16 Werken aan samenwerking Een onderzoek naar de invulling van de overlegverplichting van certificatie- en keuringsinstellingen R05/15 De gevolgen van selectie bij reïntegratietrajecten voor WW-gerechtigden R05/14 Invloed van WW-gerechtigden op hun reïntegratietraject R05/13 Beëindiging van dienstbetrekkingen Wsw bij arbeidsongeschiktheid R05/12 Handhaving door de Sociale Verzekeringsbank in 2004 Toezicht op de Wet kinderopvang R05/11 Kiezen en delen De selectie door gemeenten voor reïntegratietrajecten/Casestudies bij acht gemeenten R05/10 Vuurwerk meester Een onderzoek naar de certificering van vakbekwaamheid vuurwerk Jaarplan 2006 Meerjarenplan 2006-2009 R05/09 Pensioen bewaakt Een onderzoek naar het risicogericht toezicht van De Nederlandsche Bank op pensioenfondsen R05/08 Ontwikkeling van het handhavingsbeleid binnen UWV R05/07 UWV en Walvis Derde rapportage R05/06 Intake en beoordeling bij de bijstand R05/05 ICT als verbindende schakel Keteninformatisering in het stelsel van werk en inkomen R05/04 Afgesproken? Gemeenten en CWI-vestigingen over onderlinge afspraken in het kader van de uitkeringsintake voor de WWB Jaarverslag 2004 R05/03 Kwaliteit van arbeid: een kwestie van zorg Een onderzoek naar gemeentelijk beleid en sturing op zorg voor kwaliteit van arbeid in de sociale werkvoorziening R05/02 Gebruikswaarde Suwinet-Inkijk R05/01 De certificatie van deskundig toezichthouders verwijdering asbest en crocidoliet
32
Inspectie Werk en Inkomen
Zorg om arbo
U kunt deze publicaties opvragen bij: Inspectie Werk en Inkomen Afdeling Strategie en communicatie
[email protected] www.iwiweb.nl Telefoon (070) 304 44 44 Fax (070) 304 44 45 Prinses Beatrixlaan 82 2595 AL Den Haag Postbus 11563 2502 AN Den Haag
33
Inspectie Werk en Inkomen
Zorg om arbo