Vooruitzicht Gezondheidszorg
Zorg laat volumekrimp achter zich
Na krimp in 2015 stabiliseert het zorgvolume in 2016...
...maar per segment zijn de verschillen groot...
Eerstelijnszorg
0% GGZ 2016
ING Economisch Bureau / december 2015
...aanbodsturing verliest terrein, de zorgconsument krijgt meer invloed
Ziekenhuiszorg
Langdurige zorg
aanbod
Gezondheidszorg
Transitie naar vraagsturing in volgende fase Het beeld van gezondheidszorg is voor 2016
gemengd: de eerstelijnszorg zet de sterke groei in 2016 voort, de GGZ krimpt, de ziekenhuiszorg groeit gematigd en de langdurige zorg stabiliseert door extra uitgaven van het kabinet. Zorgaanbieders maken een transitie door. De zorgconsument komt steeds meer centraal te staan. Het aanboddenken verliest terrein. Dit vergt bij veel partijen een cultuuromslag. Voor zorgverzekeraars is een belangrijke regierol weggelegd in het omvormen van gefragmenteerde zorg naar een geïntegreerd zorgaanbod over schotten heen. Innovatie komt van onderaf: aanbieders die tijdig de slag van aanbod naar vraaggerichte zorg maken hebben succes.
Zorg laat gemengd beeld zien in 2016 Het beeld van gezondheidszorg is voor 2016 gemengd: de eerstelijnszorg zet de sterke groei in 2016 voort, de GGZ krimpt, de ziekenhuiszorg groeit gematigd en de langdurige zorg stabiliseert door extra uitgaven van het kabinet. In de geneeskundige zorg komt de langjarige herinrichting van de zorg op gang. De zorg komt dichter bij de burger te staan. Tegelijkertijd stelt de burger als zorgconsument steeds hogere eisen aan zorgverleners. In de langdurige zorg ondervinden ouderenzorgaanbieders de grootste gevolgen van de stelselwijzigingen. Ook hier is het beeld gemengd: intensieve zorg groeit, terwijl lichte zorg krimpt.
Zorgconsument vraagt meer klantgerichtheid Uiteindelijk is een gecoördineerde regionale aanpak over segmentsgrenzen heen nodig voor betere zorg. Voor zorgverzekeraars is een belangrijke regierol weggelegd in het omvormen van gefragmenteerde zorg naar een geïntegreerd zorgaanbod over schotten heen. Zij zullen zich vaker langjarig moeten committeren. Maar innovatie komt van onderaf: aanbieders die tijdig de slag van aanbod naar vraaggerichte zorg maken hebben succes.
Tempo van uitgavenstijging neemt af Ontwikkeling zorguitgaven in miljarden euro’s 120 +3% p.j. +1% p.j.
100 +7% p.j.
80 60 40 20 0 '00
'02
'04
'06
'08
'10
'12
'14
Bron: ING Economisch Bureau (*raming) o.b.v. CBS
Bijna 90.000 zorgwerknemers minder in vier jaar Ontwikkeling aantal zorgwerkers tussen 2011 en 2015 +19.000
“Ook in 2016 staan bedrijfsvoering en uw positie centraal. Gemeentes en zorgverzekeraars sturen op meer doelmatigheid in de totale keten. Dit vereist scherpe keuzes!” Erwin Winkel, Sectormanager Gezondheidszorg
-86.000
Werknemers
Zelfstandigen
Bron: ING Economisch Bureau o.b.v. CBS
ING Economisch Bureau
2
Ondernemen in 2016 / december 2015
Eerstelijnszorg
Verbeteren door te verbinden
De eerste lijn krijgt meer steeds taken, met de huisarts als middelpunt
Huisartsenzorg groeit bovengemiddeld Ontwikkeling zorguitgaven 5,8%
5,7% 4,4% 3,5% 2,1%
2014
In het zorgakkoord is afgesproken dat zorg verleend in de eerste lijn (o.a. huisartsen, apothekers, fysiotherapeuten en wijkverpleegkundigen) sneller mag groeien dan zorg in de tweede lijn (vooral ziekenhuizen en GGZ-instellingen). Huisartsen vormen de spil in deze transitie. Zij worden gestimuleerd om steeds meer laagcomplexe en chronische zorgtaken voor hun rekening te nemen. In 2014 lag de groei van uitgaven aan huisartsenzorg door dit beleid bijna drie keer zo hoog als de groei van uitgaven aan ziekenhuiszorg. De overheveling van zorg vanuit ziekenhuis naar de eerste lijn en de leegloop van verzorgingshuizen is nog in volle gang. Voor 2016 betekent dit weer fors meer werk voor huisartsen en andere eerstelijnszorgaanbieders. Tegelijkertijd neemt door deze verschuiving ook de complexiteit van zorgverlening sterk toe. De vergrijzing, toenemende digitalisering (e-health) en opkomst van de kritische zorgconsument dragen daar ook aan bij.
2013
2016 voort. Huisartsen verwijzen patiënten minder snel door. Zij gaan meer taken van het ziekenhuis overnemen. De zorgverlening aan ouderen die niet meer in een verzorgingshuis terecht komen neemt ook toe. Deze verschuivingen maken, samen met de vergrijzing, e-health en kritischer zorgconsumenten, de praktijkvoering wel complexer. Samenwerking binnen grotere verbanden is vereist om alle nieuwe taken aan te kunnen, zowel zorginhoudelijk als bedrijfsmatig.
Eerste lijn groeit in 2016 sterk door
2012
De eerstelijnszorg zet de sterke groei in
0,8%
1,5%
-0,8% -2,8%
Ziekenhuizen en Geestelijke specialistengezondheidszorg praktijken
Huisartsenpraktijken
Bron: ING Economisch Bureau o.b.v. CBS
Verbreding en verdieping van samenwerking nodig Zorginhoudelijk vormen zorggroepen die gezamenlijk ketenzorg organiseren goede voorbeelden van succesvolle samenwerking en zorgvernieuwing over verschillende disciplines heen. Zij organiseren echter slechts een klein deel van de totale eerstelijnszorg. De eerste lijn is nog altijd zeer versnipperd. Het aantal groepspraktijken en gezondheidscentra groeit al enige jaren niet meer. Samenwerking en ondersteuning binnen grotere verbanden is vereist om alle nieuwe taken aan te kunnen, zowel op zorggebied als in facilitaire zaken. Om de focus van zorgverlening naar gezondheidswinst te kunnen verleggen moet de eerste lijn, de huisartsen voorop, zelf het initiatief nemen. Een cultuurverandering is nodig: van aanbodgericht naar vraaggericht werken en van solistisch werken naar samenwerken.
Bron: ING Economisch Bureau
ING Economisch Bureau
3
Ondernemen in 2016 / december 2015
Geestelijke Gezondheidszorg
Nieuwe verdienmodellen nodig in krimpmarkt
Kansen voor de GGZ in 2016 Regie pakken in regionale afspraken met gemeenten, zorgverzekeraars en huisartsen voor een coherent aanbod, meer doorverwijzing en innovatiegeld. Technologie slim inzetten. Zoals: modules voor zelfzorg en data-analyse om vraag te voorspellen. Meer bedrijfsmatige aanpak: efficiënte bedrijfsvoering, heldere positionering en zorgstandaardisatie.
GGZ-uitgaven krimpen na onstuimige groei Ontwikkeling GGZ-uitgaven 14% 12%
10% 8% 6% 4%
2% 0% -2% '99
'01
'03
'05
'07
'09
'11
'13
Bron: ING Economisch Bureau o.b.v. CBS
Afbouw GGZ-capaciteit gaat in gematigd tempo Aantal opnameplaatsen o.b.v. gerealiseerde productie 20.000 16.000 12.000 8.000 4.000
0
2014
Na een jarenlange onstuimige groei is de GGZ-omzet in 2014 en 2015 voor het eerst gekrompen. Landelijk is afgesproken dat in 2020 maximaal tweederde van de intramurale GGZ-capaciteit van 2008 in gebruik is. Patiënten met lichtere psychische problemen kunnen bijhuisarts of basisGGZ terecht. Ook in 2016 zal de GGZ nog krimpen. Hoewel de afbouw van bedden vooralsnog in een bescheiden tempo gaat, hebben deze twee verschuivingen grote gevolgen. Gevestigde verdienmodellen staan onder druk. Aanbieders moeten saneren en omscholen om de capaciteit af te bouwen en meer ambulante zorg te verlenen. Tegelijkertijd worden veel minder patiënten doorverwezen door de huisarts. In vier jaar tijd is het aantal patiënten dat bij de huisarts door een praktijkondersteuner-GGZ wordt behandeld grofweg vervijfvoudigd. Daarnaast heeft de gespecialiseerde GGZ met wachtlijsten te kampen nu de beddenafbouw in gang is gezet. De behoefte aan intensieve zorg blijft namelijk overeind. Het speelveld is tot slot steeds complexer en administratief meer belastend geworden. De grotere rol van gemeenten vraagt veel extra afstemming en contractering.
2013
na verdrievoudigd. Sinds dat jaar krimpen de uitgaven door nieuw beleid. Ook 2016 brengt krimp. Aanbieders moeten een antwoord vinden op twee grote verschuivingen: minder GGZopnames en meer behandelingen door de huisarts. Gevestigde verdienmodellen staan onder druk. Kansen liggen in het pakken van de regie in regionaal overleg en de slimme inzet van technologie, formules en standaardisatie.
GGZ krimpt verder in 2016
2012
Tot 2014 zijn de GGZ-uitgaven in 15 jaar bij-
Zorgv.w. (opname tot 1 jaar)
AWBZ-B (verblijfsvoorzieningen)
AWBZ-C (Beschermd wonen)
Bron: Trimbos Instituut
ING Economisch Bureau
4
Ondernemen in 2016 / december 2015
Ziekenhuiszorg
Specialiseren en allianties om schotten heen De ziekenhuiszorg groeit in 2016 in gema-
tigd tempo, in lijn met landelijke afspraken. Patiënten komen minder vaak naar het ziekenhuis en verblijven er korter. De concentratie van hoogcomplexe zorg en spreiding van chronische, acute en planbare zorg is in volle gang. Ziekenhuizen moeten zich meer profileren op hun kwaliteiten en samenwerken met ketenpartners om de basiszorg dichter bij de burger te brengen, over ‘schotten’ heen. Toenemende exploitatierisico’s vereisen operationele wendbaarheid. Vrijgevestigde specialisten belemmeren dit nog te vaak.
Ziekenhuizen groeien in gematigd tempo Patiënten verblijven minder vaak en korter in het ziekenhuis. Inmiddels kan 50 procent van de patiënten na een dagbehandeling weer naar huis. Bovendien ligt het aantal opnames in Nederland relatief laag en neemt de verpleegduur steeds verder af. Uit internationale vergelijkingen blijkt dat dit een kenmerk van de hoge behandelkwaliteit is. De andere kant van de medaille is dat er steeds meer bedden leeg blijven. Ziekenhuizen zullen ook in 2016 hun huisvesting op de efficiëntere zorgverlening moeten aanpassen. Temeer omdat vanuit het zorgakkoord zorg naar de eerste lijn wordt overgeheveld. De omzetgroei van algemene ziekenhuizen kwam in 2014 met 1,3% op het laagste niveau in 25 jaar uit. Ook in 2016 zal de omzetgroei gematigd zijn. Vooral kleinere ziekenhuizen staan financieel onder druk. Meerjarencontracten met verzekeraars zijn nodig om ziekenhuizen de nodige comfort bij hun omvorming te bieden.
Nog veel ruimte voor efficiëntieverbetering Bezettingsgraad ziekenhuisbedden per land VK
84%
Oos.
83% 83%
Zwi.
Dui.
79%
Ita.
78%
Bel.
78%
Spa.
76%
Fra.
75%
VS
64%
Ned.
62%
Financieel sterker bij druk op productie Index: 2009 = 100 200
Solvabiliteit Omzet alg. ziekenhuizen
150
Rentabiliteit
100
Meerdaagse opnamen Verpleegdagen
50 '09
'10
'11
'12
'13
'14
Bron: ING Economisch Bureau o.b.v. NVZ en Kiwa Carity
Specialisatie en samenwerking in kinderschoenen Het aantal locaties waarop ziekenhuiszorg wordt geleverd, neemt toe, terwijl het aantal organisaties als gevolg van fusies daalt. Ziekenhuizen zullen zich meer moeten profileren op hun kernkwaliteiten en met hun ketenpartners de basiszorg dichter bij de burger moeten brengen. Complexe zorg zal juist op steeds minder plekken en in grotere volumes worden aangeboden. Ondertussen werken ziekenhuizen ondanks dunne marges aan hun schokbestendigheid. De bedrijfsmatige wind die door de cure waait zorgt voor grotere exploitatierisico’s. Dat vrijgevestigde medischspecialisten vanuit fiscale overwegingen nieuwe bedrijven aan het optuigen zijn, vergroot de wendbaarheid van het ziekenhuis niet. In het verleden is een machtsblok van specialisten vaker een vloek dan een zegen gebleken.
Bron: NVZ o.b.v. OESO en Enquête Jaarcijfers Ziekenhuizen
ING Economisch Bureau
5
Ondernemen in 2016 / december 2015
Langdurige Zorg
Lichtere zorg krimpt, zwaardere zorg groeit De thuiszorg staat door bezuinigingen onder
druk en traditionele verzorgingshuizen lopen leeg. Voor 2016 heeft het kabinet 400 miljoen euro extra uitgetrokken voor verpleeghuiszorg en wijkverpleging. De vraag naar intensievere zorg op hogere leeftijd neemt structureel toe door de voortgaande vergrijzing. Ouderenzorgaanbieders moeten meer vraaggerichte dienstenpakketten ontwikkelen. Niet de zorg, maar het wonen staat voor zelfredzame ouderen centraal. De gehandicaptenzorg groeit binnen de uitgavenkaders.
Extra uitgaven aan ouderenzorg in 2016 Met ingang van 2015 is samen met de overgang van de AWBZ in de Wet langdurige zorg een fors deel van de ouderenzorg naar gemeenten (Wmo) en zorgverzekeraars (Zvw) overgeheveld. Tegelijkertijd heeft het kabinet substantieel gesneden in de budgetten voor thuiszorg. Veel thuiszorgaanbieders zijn in de problemen gekomen. De prijsdruk heeft voor een grote toename van laagbetaalde eenpitters gezorgd. Doordat opname in een instelling alleen nog voor zwaardere zorgvormen collectief bekostigd wordt, lopen verzorgingshuizen in rap tempo leeg. De vraag naar intensievere zorg op hogere leeftijd neemt daarentegen structureel toe door de voortgaande vergrijzing. Voor 2016 heeft het kabinet 400 miljoen euro extra uitgetrokken voor verpleeghuiszorg en wijkverpleging. De gehandicaptenzorg bevindt zich in rustiger vaarwater dan de ouderenzorg en groeit binnen de uitgavenkaders.
Nieuwe markt vergt vraaggerichte aanpak Aanbieders van verpleeghuis– en verzorgingshuiszorg intensiveren veelal hun zorgaanbod. Zij bieden veelal zwaardere zorgvormen aan, maar doen dit wel op minder plekken dan voorheen. Ook omdat zij gedurende de transitie een toenemend financieel risico lopen over hun vastgoed. Ouderenzorgaanbieders moeten de slag van een aanbodgericht naar een vraaggericht dienstenpakket maken. Ouderen zijn steeds welvarender en vitaler op hogere leeftijd. Zolang zij geen zware zorg nodig hebben, zijn zij op zoek naar een prettige leefomgeving met de garantie van zorg op afroep en in de nabijheid van hun woning. Niet de zorg, maar het wonen staat voor hen centraal. Dit vergt een vernieuwende aanpak van ouderenzorgaanbieders.
Bezuinigingen drukken groei langdurige zorg Ontwikkeling uitgaven aan langdurige zorg 15%
10%
5%
0% '00
'02
'04
'06
'08
Ouderenzorg
'10
'12
'14
Gehandicaptenzorg
Bron: ING Economisch Bureau o.b.v. CBS
Explosieve groei van eenpitters in thuiszorg Ontwikkeling aantal eenpitters, 2009 = 100 850 700 550 400 250 100
'09
'10
'11
'12
'13
'14
'15
Thuiszorg
Medische praktijken
Paramedische praktijken
Ambulante jeugdzorg
Bron: ING Economisch Bureau o.b.v. CBS
ING Economisch Bureau
6
Ondernemen in 2016 / december 2015
Meer weten? Kijk op ing.nl/kennis en volg ons op Twitter Of neem contact op met: Erwin Winkel
Sectormanager Gezondheidszorg 06 8364 2427
Edse Dantuma
Sectoreconoom Gezondheidszorg 06 8364 8306
Disclaimer De informatie in dit rapport geeft de persoonlijke mening weer van de analist(en) en geen enkel deel van de beloning van de analist (en) was, is, of zal direct of indirect gerelateerd zijn aan het opnemen van specifieke aanbevelingen of meningen in dit rapport. De analisten die aan deze publicatie hebben bijgedragen voldoen allen aan de vereisten zoals gesteld door hun nationale toezichthouders aan de uit oefening van hun vak. Deze publicatie is opgesteld namens ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam en slechts bedoeld ter informatie van haar cliënten. ING Bank N.V. is onderdeel van ING Groep N.V. Deze publicatie is geen beleggingsaanbeveling noch een aanbieding of uitnodiging tot koop of verkoop van enig financieel instrument. Deze publicatie is louter informatief en mag niet worden beschouwd als advies. ING Bank N.V. betrekt haar informatie van betrouwbaar geachte bronnen en heeft alle mogelijk zorg betracht om er voor te zorgen dat ten tijde van de publicatie de informatie waarop zij haar visie in dit rapport heeft gebaseerd niet onjuist of misleidend is. ING Bank N.V. geeft geen garantie dat de door haar gebruikte informatie accuraat of compleet is. De informatie in dit rapport kan gewijzigd worden zonder enige vorm van aankondiging. ING Bank N.V. noch één of meer van haar directeuren of werknemers aanvaardt enige aansprakelijkheid voor enig direct of indirect verlies of schade voortkomend uit het gebruik van (de inhoud van) deze publicatie alsmede voor druk- en zetfouten in deze publicatie. Auteursrecht en rechten ter bescherming van gegevensbestanden zijn van toepassing op deze publicatie. Overneming van gegevens uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron wordt vermeld. In Nederland is ING Bank N.V. geregistreerd bij en staat onder toezicht van De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten. De tekst is afgesloten op 17 december 2015.
ING Economisch Bureau
7
Ondernemen in 2016 / december 2015