Zomerbedverlaging Beneden-IJssel
Notitie ‘Samenhang RvRmaatregelen rond Zwolle en Kampen’ 20 mei 2010
Samenvatting
In deze notitie wordt de relatie en samenhang tussen de maatregelen van Ruimte voor de Rivier verduidelijkt. In de Planologische Kernbeslissing (PKB) Ruimte voor de Rivier staan de volgende rivierverruimende maatregelen genoemd voor het IJsseltraject tussen Zwolle en Kampen: • Uiterwaardvergraving Scheller en Oldeneler Buitenwaarden; • Dijkverlegging Westenholte; • Zomerbedverlaging Beneden-IJssel en als alternatief daarvoor de hoogwatergeul bij Kampen. Deze maatregelen moeten allemaal een bepaalde waterstanddaling in de IJssel realiseren. Alleen wanneer alle drie de maatregelen uitgevoerd worden, wordt aan de veiligheidsdoelstelling van de PKB voor 2015 (korte termijn) voldaan. Zomerbedverlaging én de hoogwatergeul? Lange tijd was onzeker of nu de zomerbedverlaging of de hoogwatergeul als maatregel voor de korte termijn (2015) gerealiseerd wordt. In 2009 heeft het kabinet besloten om met het oog op gebiedsontwikkeling en lange termijn veiligheid de zomerbedverlaging en de hoogwatergeul beide uit te voeren. De zomerbedverlaging is uiterlijk in 2015 klaar en de hoogwatergeul wordt later afgerond. Samenhang tussen de maatregelen? Wanneer het zomerbed van de IJssel wordt verlaagd stromen de uiterwaarden minder vaak over. Dit betekent voor Westenholte en Scheller en Oldeneler Buitenwaarden dat de waterstand in normale situaties lager is, zowel in de zomer als in de winter. Wanneer de uiterwaarden wel overstromen gaan de geulen bij Schelle meestromen, waardoor het water meer ruimte heeft en dus minder hoog komt te staan. Doordat de dijk bij Westenholte wordt verlegd en er geulen worden gegraven heeft ook daar het water meer ruimte. Overige effecten? Welke effecten de zomerbedverlaging nog meer heeft wordt op dit moment onderzocht door DHV. De resultaten van dit onderzoek zijn voor het eind van dit jaar bekend.
Ruimte voor de rivier ~ Zomerbedverlaging Beneden-IJssel ~ Notitie ‘Samenhang RvR-maatregelen rond Zwolle en Kampen’
2
1. Inleiding In het gebied rond Zwolle en Kampen worden de komende jaren verschillende maatregelen uitgevoerd in het kader van de Planologische Kernbeslissing (PKB) Ruimte voor de Rivier. De uitvoering van meerdere maatregelen in hetzelfde gebied leidt tot vragen over de samenhang. Het doel van deze notitie is de relatie en samenhang tussen de maatregelen rond Zwolle en Kampen te verduidelijken. 2. Ruimte voor de rivier In de afgelopen eeuwen hebben de rivieren steeds minder ruimte gekregen. De rivieren liggen ingeklemd tussen hoge dijken, terwijl het land daarachter juist lager is komen te liggen. Als nu een overstroming plaatsvindt, kunnen de economische gevolgen hoog oplopen. Het kabinet heeft daarom in 2006 een pakket van maatregelen vastgesteld dat de rivieren meer ruimte geeft: de PKB Ruimte voor de Rivier. Deze PKB Ruimte voor de Rivier heeft drie doelen: • na 2015 kan een waterafvoer ter grootte van 16.000 kubieke meter water per seconde bij Lobith veilig door de Rijntakken stromen; • door de maatregelen die hiervoor nodig zijn, verbetert ook de ruimtelijke kwaliteit van het rivierengebied; • voor de lange termijn wordt extra ruimte gereserveerd, die de rivier mogelijk nodig heeft als klimaatveranderingen verder doorzetten, met als uitgangspunt maximaal 18.000 kubieke meter per seconde bij Lobith. Om dit te realiseren worden er tot en met 2015 zo’n veertig maatregelen uitgevoerd, waarbij de maatregelen op verschillende manieren bijdragen aan de doelen. Drie maatregelen worden in deze periode uitgevoerd in de IJssel rondom Zwolle en Kampen. Dit zijn Uiterwaardvergraving Scheller en Oldeneler Buitenwaarden, Dijkverlegging Westenholte en Zomerbedverlaging Beneden-IJssel (zie figuur 1). De PKB benoemde de Hoogwatergeul bij Kampen als alternatief voor de zomerbedverlaging voor 2015. Op langere termijn is de hoogwatergeul echter sowieso noodzakelijk en is daarom tevens opgenomen in het maatregelenpakket van de PKB voor de lange termijn.
Uiterwaardvergraving
Dijkverlegging
Zomerbedverlaging
Hoogwatergeul
Figuur 1: De verschillende maatregelen
3. Zomerbedverlaging Beneden-IJssel De maatregel Zomerbedverlaging Beneden-IJssel houdt in dat het zomerbed van de IJssel verlaagd wordt. Het zomerbed is de bodem van de rivier, het gedeelte tussen de kribben. Het doel van de maatregel is de waterstand ter hoogte van Zwolle bij extreem hoogwater te verlagen met 41 cm (zie tekstvak p.4). Dit wordt de taakstelling van het project genoemd. Om deze taakstelling te halen, moet het zomerbed ongeveer 1,5 meter verlaagd worden over een lengte van 22 kilometer. Het verlagen van het zomerbed heeft niet alleen bij extreem hoogwater een effect. Ook bij gemiddelde omstandigheden en bij een ‘normaal’ hoogwater (8000m3/s komt vrijwel elke winter voor) heeft de verlaging een waterstanddaling tot gevolg. Bij lage waterstanden is de waterstanddaling gering.
Ruimte voor de rivier ~ Zomerbedverlaging Beneden-IJssel ~ Notitie ‘Samenhang RvR-maatregelen rond Zwolle en Kampen’
3
Taakstelling van 29 naar 41 cm De originele PKB-opdracht voor de Zomerbedverlaging Beneden-IJssel (en dus ook de Hoogwatergeul Kampen) was het realiseren van een waterstanddaling van 29cm bij Zwolle bij een extreme afvoer van 16.000 m3/s bij Lobith. Een dergelijke taakstelling wordt vastgesteld op basis van een hydraulisch model: een benadering van hoe de rivier er in werkelijkheid uitziet en hoe hij zich gedraagt. Na vaststelling van de PKB is er eenmalig een nieuw model gekomen. Een nieuwe, verbeterde weergave van de werkelijkheid dus. Daarin worden obstakels en vegetatie o.a. nauwkeuriger ingesteld. Het nieuwe model berekende dat de taakstelling van de zomerbedverlaging 41cm ter hoogte van Zwolle moest worden.
Zomerbedverlaging én de hoogwatergeul Tussen 2006 en 2009 was onzeker of nu de zomerbedverlaging of de hoogwatergeul bij Kampen als eerste uitgevoerd ging worden. De hoogwatergeul is in de PKB het alternatief voor de zomerbedverlaging én ook gepland als maatregel voor de lange termijn. Het gebied van de hoogwatergeul moest in de toekomst beschikbaar blijven voor waterveiligheid, en zou vrij moeten blijven van ruimtelijke ontwikkelingen. Mede op verzoek van de regionale overheden, bood de PKB ook de mogelijkheid om de hoogwatergeul op korte termijn uit te voeren in plaats van de zomerbedverlaging (het zogeheten ‘omwisselbesluit’). Hierdoor werd de mogelijkheid geboden om een groot aantal ruimtelijke ontwikkelingen in het gebied (woningbouw, infrastructuur, natuurontwikkeling en recreatie) te combineren met de aanleg van de hoogwatergeul, waardoor een meerwaarde ontstaat. De provincie Overijssel is initiatiefnemer en regisseur van het planproces voor de integrale gebiedsontwikkeling, inclusief de hoogwatergeul. Dit project, wat een voorbeeldproject gebiedsontwikkeling uit de Nota Ruimte van het Ministerie van VROM is, is bekend onder de naam IJsseldelta. In april 2009 heeft de staatssecretaris van Verkeer & Waterstaat besloten dat de zomerbedverlaging in ieder geval wordt uitgevoerd. Dit is nodig om in 2015 een waterafvoer vergelijkbaar aan 16.000 m3/s bij Lobith veilig te kunnen afvoeren. De hoogwatergeul was ook zeer effectief, maar die haalde volgens het nieuwe model net niet de gewenste verlaging, en kon ook niet op tijd gereed zijn. In september 2009 heeft het kabinet toch besloten om financieel ook mee te werken aan de hoogwatergeul. De hoogwatergeul is namelijk belangrijk voor de veiligheid op de lange termijn, en het project heeft meerwaarde voor de ontwikkeling van het gebied wat betreft natuur, woningbouw en recreatie. Op 15 februari 2010 is een
bestuursovereenkomst ondertekend voor de integrale gebiedsontwikkeling van project IJsseldelta, waarin de samenwerking, de verdere planuitwerking en de financiering tussen het Rijk en de regio is vastgelegd. Er wordt ook een kostenvoordeel bereikt doordat zand dat vrijkomt vanuit de zomerbedverlaging kan worden gebruikt voor de aanleg van de dijken van de hoogwatergeul. De aanleg van de dijken en de inrichting van gebied van de hoogwatergeul zal dus voor een belangrijk deel parallel lopen aan de realisatie van de zomerbedverlaging. Een aantal grote kunstwerken van de hoogwatergeul (inlaatwerk, uitlaatwerk, , nieuwe sluis in het Drontermeer) die nodig zijn om water door de hoogwatergeul af te voeren worden echter pas later, na 2020, gebouwd. Bij het ontwerp en de bouw van deze werken kan dan rekening worden gehouden met het nieuwe peilbesluit voor het IJsselmeer in 2015. De hoogwatergeul wordt daardoor pas op zijn vroegst in 2023 operationeel. Verkenning en voorkeursvariant In november 2007 zijn er studies gestart om te komen tot een voorkeursvariant voor de zomerbedverlaging. Hierbij is globaal gekeken naar de effecten van de zomerbedverlaging op het milieu en het gebruik van het gebied. Met deze studies als basis is besloten dat het zomerbed ongeveer 1,5m verlaagd moet worden om de taakstelling te halen. De rapporten met de keuze van een voorkeursvariant (het ‘SNIP2a-besluit’, zie tekstvak) zijn in november 2008 definitief gemaakt, en zijn te downloaden van de website www.ruimtevoorderivier.nl. Er is in de PKB bewust niet voor gekozen om het zomerbed nóg meer
Ruimte voor de rivier ~ Zomerbedverlaging Beneden-IJssel ~ Notitie ‘Samenhang RvR-maatregelen rond Zwolle en Kampen’
4
te verlagen zodat andere maatregelen (zoals bij Westenholte en Schelle) niet nodig zouden zijn. Bij een verdere verlaging treden ongewenste effecten op: er moet veel meer gebaggerd worden om de vaargeul op diepte te houden voor de scheepvaart; constructies in en langs de rivier, zoals kades, veerstoepen en kribben kunnen instabiel worden en er ontstaat meer kans op significante natuureffecten. Planstudie en overleg voor het Projectbesluit In januari 2010 is advies- en ingenieursbureau DHV gestart met studies die nodig zijn voor het projectontwerp. DHV gaat ook het aanvragen van de vergunningen voorbereiden. In deze planstudiefase worden studies gedaan naar o.a. waterstanddaling, ecologie, grondwater en kabels en leidingen. Daarnaast gaat Rijkswaterstaat de omgeving actief bij het project betrekken in de vorm van klankbordgroepbijeenkomsten, informatieavonden en overleggen met direct betrokkenen. Alle betrokken overheden, zoals de waterschappen, gemeenten en provincie, komen regelmatig bij elkaar voor Spelregels Natte Infrastructuur Projecten Wanneer een project gerealiseerd moet worden in het rivierengebied zijn er spelregels van toepassing. Dit worden de ‘Spelregels voor Natte Infrastructuur Projecten’ (SNIP) genoemd. In deze spelregels is de besluitvormingsprocedure vastgelegd, door middel van genummerde beslismomenten (1 tot en met 6).
Verkenning Intakebesluit
1
Voorbereiding
Planstudiebesluit
2A
Beheer
Realisatie
Planstudie
Uitvoering
Projectbesluit
3
OpleverBesluit
Uitvoeringsbesluit
5
6
In de planstudiefase zijn de beslismomenten 2a en 3 van belang. In het SNIP2a-besluit wordt een oplossing op hoofdlijnen gekozen. De Minister beslist welk voorkeursalternatief er uitgewerkt wordt tot een projectontwerp. In het SNIP3-besluit wordt een definitieve beslissing over het project genomen op basis van het uitgewerkte projectontwerp. Dit besluit geeft antwoord op de vragen: hoe, wat en waar? Na het SNIP 3 besluit worden de belangrijkste vergunningen aangevraagd en kan iedere betrokkene dan ook een zienswijze indienen.
afstemming. Het projectontwerp van de zomerbedverlaging kent weinig vrijheden. De PKB taakstelling bepaalt waar de verlaging plaatsvindt en hoe diep deze moet zijn. In de loop van dit jaar wordt aan belanghebbenden uit de omgeving wel inbreng gevraagd bij eventuele maatregelen buiten het zomerbed. Dit zijn dan aanvullende maatregelen die nodig zijn om ongewenste effecten van de zomerbedverlaging te beperken. Planning Voor de zomer zal een eerste klankbordgroepbijeenkomst en informatieavond gehouden worden. De planning is dat rond maart 2011 het projectbesluit (SNIP3-besluit) is genomen en dat de vergunningaanvragen ingediend worden. Dit betekent dat deze vergunningen in 2011 ter inzage zullen liggen. Mogelijk wordt eind 2011 een besluit tot aanbesteding (SNIP5) genomen. De definitieve data worden bekend gemaakt via de website www.ruimtevoorderivier.nl en via de diverse overleggen.
4. Samenhang van de maatregelen De maatregelen rond Zwolle en Kampen moeten een bepaalde waterstanddaling realiseren. Deze waterstanddaling is vastgesteld in de PKB en wordt de taakstelling genoemd. De zomerbedverlaging moet een waterstanddaling van 41 cm realiseren, voor de dijkverlegging Westenholte is dat 14 cm en voor
Ruimte voor de rivier ~ Zomerbedverlaging Beneden-IJssel ~ Notitie ‘Samenhang RvR-maatregelen rond Zwolle en Kampen’
5
Scheller en Oldeneler Buitenwaarden is dat 8 cm. Alleen wanneer alle maatregelen uitgevoerd worden, wordt de totale veiligheidsdoelstelling van de PKB gehaald. Bij het vaststellen van de taakstellingen golden onder andere de volgende uitgangspunten: het huidig IJsselmeerpeil, de toestand van het zomerbed (diepte) en de toestand van de uiterwaarden van 1997. Het bereiken van de toestand in de uiterwaarden wordt door Rijkswaterstaat samen met de terreinbeheerders opgepakt binnen het project Stroomlijn. Meer informatie hierover is te vinden op de website www.rijkswaterstaat.nl/stroomlijn. Hier kunt u ook een publieksfolder downloaden. Lagere waterstand door meer ruimte voor de rivier De maatregelen zorgen allemaal voor een waterstanddaling in de IJssel. Wanneer het zomerbed van de IJssel wordt verlaagd stromen de uiterwaarden minder snel en minder vaak over. Dit betekent voor Schelle en Westenholte dat de waterstand lager is, zowel in de zomer als in de winter. Wanneer de uiterwaarden wel overstromen gaan de geulen bij Schelle meestromen. Hierdoor heeft het water meer ruimte en blijft de waterstand lager. Doordat de dijk bij Westenholte wordt verlegd en de geulen worden gegraven heeft ook daar het water meer ruimte. Door een lagere waterstand neemt de overstromingskans van de toegangswegen in de uiterwaarden af. Om de geplande ecologische kwaliteit in het gebied te halen is het ontwerp van de taluds bij Schelle aangepast. Welke effecten de zomerbedverlaging nog meer heeft wordt op dit moment onderzocht door DHV. Over de effecten en de eventueel te nemen maatregelen zal eind 2010 meer duidelijkheid zijn. Hoogwatergeul Kampen Eerder is beschreven dat zowel de zomerbedverlaging als de hoogwatergeul bij Kampen uitgevoerd worden. Het doel is dat de hoogwatergeul omstreeks 2023 klaar is voor gebruik, en vanaf dat moment een substantiële bijdrage gaat leveren aan de te verwachten hogere maatgevende waterafvoeren vanaf 16.000 m3/s tot 18.000 m3/s bij Lobith. De hoogwatergeul levert dus op de korte termijn geen bijdrage aan de veiligheid. Ook als de hoogwatergeul in gebruik is genomen, zijn er bij extreme afvoeren van 18.000 m3/s bij Lobith nog enkele aanvullende maatregelen nodig, bijvoorbeeld in het Noorddiep (ten westen van IJsselmuiden). IJsselmeerpeil In september 2008 is het advies van de Deltacommissie (commissie Veerman) verschenen. Een van de adviezen is om het IJsselmeerpeil met 1,5 meter te verhogen (zie www.deltacommissie.com). Rijkswaterstaat heeft een aantal berekeningen gemaakt om te kijken wat er met de waterafvoer gebeurt bij een dergelijke peilverhoging. Bij die berekeningen is dus gekeken naar situaties bij hogere rivierafvoeren (18.000 m3/s bij Lobith) en bij een hoger IJsselmeerpeil. Uit die berekeningen bleek dat de maatregelen die nu uitgevoerd worden (zomerbedverlaging, hoogwatergeul, Westenholte en Schelle) hun effect op de daling van de waterstand grotendeels behouden. Wanneer het nieuwe IJsselmeerpeil bekend is zal ook vastgesteld worden welke aanvullende maatregelen worden getroffen.
Ruimte voor de rivier ~ Zomerbedverlaging Beneden-IJssel ~ Notitie ‘Samenhang RvR-maatregelen rond Zwolle en Kampen’
6
5. Coördinatie van de maatregelen Een groot deel van de PKB-maatregelen wordt niet door het ministerie van Verkeer en Waterstaat uitgevoerd, maar door een gemeente, een waterschap of een provincie. De samenhang van het totale project wordt bewaakt door de Programmadirectie Ruimte voor de Rivier (PDR). Voor meer informatie over de PDR of over de maatregelen kunt u terecht op www.ruimtevoorderivier.nl of via telefoonnummer 088 7972900. Voor meer informatie over de Zomerbedverlaging Beneden-IJssel kunt u terecht bij mevrouw T. Hoogerwerf, bereikbaar per email
[email protected] of via telefoonnummer 06-51386399. Voor meer informatie over de maatregelen Dijkverlegging Westenholte en Scheller en Oldeneler Buitenwaarden kunt u terecht bij de heer B. Romp, bereikbaar via email
[email protected] of via telefoonnummer 06 310 26 222. Voor meer informatie over project IJsseldelta en de maatregel hoogwatergeul Kampen kunt u terecht bij de heer A. Otten, bereikbaar via email
[email protected] of via telefoonnummer 038 4998108
Ruimte voor de rivier ~ Zomerbedverlaging Beneden-IJssel ~ Notitie ‘Samenhang RvR-maatregelen rond Zwolle en Kampen’
7