Zomaar een foto Supporters Uit de regio's
COLOFON
de JACOBSSTAF 22 JAARGANG 6 juni 1994 verschijnt viermaal per jaar oplage 1200
NEDERLANDS GENOOTSCHAP VAN SINT JACOB
REDACTIE BESTUUR K. Dircksens, voorzitter mw. M. Madou, vice-voorzitter J. Gigengack, secretaris1 penningmeester N. Zijp, tweede secretaris A. Claessen, secretaris internationaal mw. K. van de Berg A. Ederveen mw. E. van Helmond-van Berkel
7ëd van Gaalen Cees Hilberdink Peter Jas(eindredacteur) Mireille Madou Herman Stokmans REDACTIEADRES Peter Jas Grote Noord 3, 1621 KD Hoorn n 02290-15210
LEDENADMINISTRATIEI-SERVICE Inlichtingen over het genootschap en de pelgrimswegen, insturen compostellana's. Aanmeldenlbedanken als lid, adreswijzigingen. N. Zijp Dijkschouwerslaan 123 1785 HP Den Helder n 02230-32572
B1)D RACEN Henk en Magda Heesen Koen Dircksens Mireille Madou Harry de Haan Wim Bettonvil Ruud Harmsen Ted van Gaalen Frank Claessen
SECRETARISIPENNINGMEESTER
VORMGEVING Ruud Conens (logo) Diederik Jas
Stukken voor het bestuur van het genootschap, administratie van de inkomsten en uitgaven. J. Gigengack Granaat 36 1703 BD Heerhugowaard . a 02207-41976 postrekening 515.11.46 t.n.v. penningmeester Nederlands Genootschap van Sint Jacob te Heerhugowaard SECRETARIAAT INTERNATIONAAL A. Claessen Raaimoeren 31, 4824 KA Breda
DRUK Sdu Den Haag De Jacobsstaf heeft geregeld plaats voor bijdragen van lezers. Kopij, op schijf (IBM-format 3,s" of 5,25'3 insturen naar het redactieadres. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen in te korten of te weigeren. O Nederlands Genootschap van Sint Jacob ISSN 0923-1145
Pelgrims hebben het onderweg vaak niet makkelijk. Regen, tegenstribbelende kuitspieren, honden die niet alleen-blaffen, een gemiste'afslag, de kerk gesloten, het beeld van Jacobus uitgeleend voor een tentoonstelling elders in de wereld en ... geen zomereditie van de Jacobsstaf. Deze laatste beproeving is dit jaar zwaarder dan ooit. Zo zal de pelgrim onderweg verstoken blijven van de laatste inzichten omtrent de kalender van heilige Jacobusjaren. Hij of zij zal geen troost kunnen putten uit de vaste bijdrage pelgrimsweg-levensweg. Evenmin zal de pelgrimeerder gedurende de afwezigheid deelachtig worden aan de ontwikkeling van de Eindhovense ambachtsgilden met hun altaren in de St. Catharinakerk. Afiien dus! Maar er zitten ook positieve kanten aan het niet tijdig in bezit krijgen van de zomermededelingen van ons genootschap. Daardoor zal er geen twijfel kunnen ontstaan of de Nederlandse weg naar Santiago de Compostela wel of niet via verantwoorde historische routes is gelopen want je zal maar 'toevallig tussen twee takken inwonen' en maar gewoon naar het zuiden zijn gewandeld. Dat geldt evenzeer voor het doorwrochte verhaal over de Jacobskerk in Winterswijk. Maar die kerk kan altijd nog door de noorderlingen op terugtocht worden aangedaan. Bij de tweede aflevering over de zittende Jacobus wordt het nog ingewikkelder want daaruit blijkt dat een oostelijke omweg erg veel voldoening zou hebben geschonken aan de kunstminnende Jacobusganger die na al die kilometers zo graag wilde weten wat de symboliek is van de gekroonde Jacobus. Maar die weg ligt er ook al sinds eeuwen en dat geeft derhalve erg veel inspiratie voor Santiago-trainingen. Het pelgrimeren op de korte afstand; een Jacobussprintje als het ware. Op die manier kan het hele stelsel van Jacobusroutes nog eens goed onder de aandacht van de Raad van Europa worden gebracht. Het lijkt dus verstandig de Nederlands euro-parlementariers regelmatig onze Staf toe te sturen want een actieve pelgrim loopt of fiets niet alleen; hij schrijft in de Jacobsstaf uiteraard!
q....x.p,
.g,e.*..$
i ELGIMSWEG - LEVENSWEG MAGDA EN HENK HEESEN
Abreuvoir; Rieutort - d'Aubrac
Wie de weg gaat is altijd op zoek naar een bron. Een bron om je te verfrissen en - als 't even kan - wat te drinken. Maar in je hart weet je, dat het stille gaan over die oude wegen een zoektocht is naar 'Het Onnoembare', naar 'De Bron'. In wezen is het een speuren naar de zin van het bestaan. Wie zich verfrist aan een bron kan welgemoed verder gaan. Wie iets meer ontdekt over de-bron-van-ons-bestaan gaat rijker verder, en ............ kan er van delen.
g
BIJ DE TWEEENTWINTIGSTE
, jACOBSSTAF KOEN DIRCKSENS
Deze keer wil ik u iets vertellen over de internationale samenwerking tussen de verschillende genootschappen. In het carnavals-weekeinde is er in Tongerlo door onze Vlaamse vrienden een bijeenkomst georganiseerd voor de bestuurders van de Europese genootschappen van Sint-Jacob. Er zijn er momenteel elf, die als zodanig erkend worden door elkaar: Engeland, Duitsland, Nederland, Italië, Spanje (een federatie van regionale genootschappen), Frankrijk, Vlaanderen, Walonië, Zwitserland, Portugal en Ierland. De laatste twee waren niet in Tongerlo vertegenwoordigd, maar alle andere wel. Het eerste onderwerp dat besproken werd was het afgelopen heilig jaar. Op een paar verworvenheden werd nader ingegaan. Zo zijn er in Spanje negen voorlichtingskantoren geopend, waar een kwart miljoen keer informatie gevraagd is. Wellicht verdient het aanbeveling, een deel hiervan te behouden omdat ze kennelijk in een behoefte voorzien. Een tweede pluspunt van dit jaar was de drastische verbetering van de opvang van de pelgrims in Spanje. Er werd een coördinatiepunt opgericht, vanwaaruit een internationaal vrijwilligerscorps van zo'n honderd mensen over een twintigtal refugio's werd verdeeld. Afgesproken werd, dat hiermee zou worden doorgegaan en dat alle genootschappen oproepen hiervoor zouden doorgeven aan hun leden. Bij deze dus! Er wordt gezocht naar enthousiaste mensen die zich ten minste twee weken in dienst willen stellen van pelgrims. Enige kennis van Spaans is een voorwaarde en er staat geen enkele materiële vergoeding tegenover. Inlichtingen zijn verder bij mij te krijgen. Het heilig jaar is natuurlijk geen tentoonstelling die je naar behoefte kunt opzetten en weer afbreken. In deze context werd ook geconstateerd dat het afgelopen jaar het pelgrimeren naar Santiago is verworden tot een doel van massatoerisme. Wellicht zullen er daarom in de toekomst twee soorten opvang nodig zijn: voor de pelgrims enerzijds en voor de massa's toeristen anderzijds. Aansluitend ontspon zich natuurlijk de oude discussie over de spiritualiteit (of religiositeit) van het pelgrimeren. Vastgesteld werd in elk geval, dat de motieven waarmee iemand pelgrimeert zijn kansen op onderdak niet mogen beinvloeden. In dit verband werd ook gesproken over de aanbevelingsbrieven en pelgrimspassen. Op dit moment zijn er vier: die van ons Genootschap, die van het Franse, die van het Engelse en een Spaans. Alle vier worden door de genootschappen erkend, op voorwaarde dat er een register van uitgereikte passen wordt bijgehouden. De verschillende genootschappen zelf bepalen, aan wie en onder welke voorwaarden zij de pas uitreiken. Wel werd er gedacht dat het omwille van de herkenbaarheid voor de Spaanse bevolking langs de route wellicht aanbeveling zou verdienen, in de toekomst (vanaf 1995?) in Spanje de Spaanse 'credencial' te gebruiken, die de andere genootschappen dan eventueel van een eigen tekst zouden kunnen voorzien. U hoort nog van ons!
MIREILLE MADOU
O Sint Jacob mef pelgrims Het beeld van sint Jacob, als patroon van een kerk, een kapel of een hospitaal, bevindt zich binnen het gebouw uiteraard op een goed zichtbare plaats. Dit is meestal boven of achter een altaar. Op de kunstwerken zijn de pelgrims die hun patroon komen vereren vaak voorgesteld, knielend aan de voet van het Jacobusaltaar. In de late middeleeuwen moet iemand op de gedachte gekomen zijn de biddende pelgrims uit de verhalende context te lichten en ze te verheffen tot aan de voeten van de apostel zelf. Op die manier wellicht ontstond een nieuw iconografisch type: sint Jacob met twee, op kleine schaal weergegeven pelgrims, die als het ware attributen van de heilige geworden zijn. Vaak zijn deze pelgrims een man en een vrouw. Het is te begrijpen dat men ze dan gaat interpreteren als de ouders van de jonge man die in Santo Domingo de la Calzada ten onrechte werd opgeknoopt. In sommige Houtsnede. Duits einde 15de eeuw cycli over leven en mirakelen van sint Jacob is de identiteit van die knielende pelgrims inderdaad buiten kijf. Bij de geïsoleerde voorstellingen is dit echter niet zo evident: het gebeurt immers ook dat twee mannen aan de voeten van de apostel worden uitgebeeld. Hier zij opgemerkt dat dit nieuwe zittende Jacobustype eerder zeldzaam is. Een staande sint Jacob met pelgrims aan zijn voeten is veel meer bekend. Dit kan zijn oorzaak vinden in het feit dat dergelijke gitten (azabache) beeldjes in Santiago de Compostela aan de pelgrims werden verkocht om mee te nemen naar huis. Er zijn slechts weinige azabaches bekend met de zittende apostel en twee pelgrims.
Een mooi voorbeeld van het hier bedoelde Jacobustype wordt bewaard in de SintNicolaaskerk te Kalkar (Neder-Rijn).
Op een gotische troonzetel heeft de apostel plaatsgenomen. Hij nijgt lichtjes voorover, wat de frontaliteit van zijn figuur net even verbreekt en hem veel vriendelijker maakt. Zijn lang kleed sluit in middenvoor met een rij van twee aan twee geplaatste knoopjes en wordt in de taille met een leren riem gegord. Zijn mantel, met rijk versierde zoom, vertoont ruim vallende en ook opwaaiende plooien. Een grote schelp siert het brede, opgeslagen voorstuk van zijn hoedrand. In zijn rechterhand houdt hij zijn staf en een buidelboek. Zijn linker rust op het hoofd van een vrouwenfiguurtje dat neerknielt op de sokkel van het beeld. De vrouw is als pelgrim gekleed. Haar pendant is een mannenfiguurtje, eveneens in pelgrimskledij; zijn hoed ligt op de Kalkar, St.-Nicolaaskerk, Dries Holthuys, ca sokkel voor hem neer. Op die sok1500 kel is in gotische letters het opschrift "s. iacob maior" geschilderd. Dit fraaie beeld, dat nog veel van zijn oorspronkelijke polychromie bewaard heeft, is toegeschreven aan Dries Holthuys (of van Holthuysen), een kunstenaar die vooral in Kleve en omgeving werkzaam was en zowel beelden in hout als in steen vervaardigde. Het beeld wordt omstreeks 1500 gedateerd en is gemaakt in opdracht van Lyskine (Elizabeth), de weduwe van Johan Becker ( + circa 1490). Zij liet zich met haar overleden echtgenoot in pelgrimsdracht afbeelden wat suggereert dat ze beiden op bedevaart naar Santiago geweest zijn. Dit laatste is een veronderstelling. Wel is bekend dat Johan Becker in Kalkar meester was van het bakkersambacht dat sint Jacob tot patroon had. Becker, vermoedelijk genoemd naar zijn beroep van bakker (Duits: Backer) was een vooraanstaand burger van de stad Kalkar. Het beeld dat zijn nagedachtenis eert, prijkte in 1985 op de Europaliatentoonstellingte Gent (cat. nr 425, p. 395-396). O Sint Jacob kroont pelgrims Een opmerkelijk succes kende het iconografisch motief van een zittende Jacobus die een kroon op het hoofd zet van twee pelgrims.
Het alleroudste voorbeeld, kort voor of omstreeks 1200 ontstaan, bevindt zich in de kathedraal te Freiburg im Breisgau. Het is een stenen reliëf, thans ingemetseld in de muur van de voormalige Sint-Nicolaaskapel. Dit is de laatste kapel van de kooromgang, nabij het zuidportaal. Rechts in het tafereel zit Jacobus naar het midden gewend. In zijn linkerhand houdt hij een boek en met zijn rechterhand plaatst hij een kroon op het hoofd van een pelgrim die met samengevoegde handen voor hem neerknielt. De pelgrim is een man. Hij draagt een knielang kleed, een paar stevige schoenen en over de schouder een tas die rijkelijk met schelpen is versierd. Links boven de pelgrim zweeft een engel met in de handen een banderol waarop, jammer genoeg, geen opschrift meer te lezen is. In het midden van de boog die het tafereel afsluit verschijnt de hand van God die een klein kruis vasthoudt terwijl twee vingers naar beneden gestrekt zijn. De twee chronologisch hierop volgende voorstellingen van de kronende Jacobus bevinden zich, merkwaardig genoeg, eveneens in de kathedraal van Freiburg im Breisgau. Er is vooreerst een console onder het beeld van de Ecclesia aan het westportaal dat tegen het einde van de 13de eeuw voltooid was. Helemaal links op de console zit Jacobus onder een baldakijntje en houdt in de linker- en rechterhand een kroon boven het hoofd van twee naar hem toegewende knielende mannelijke pelgrims. Ook hier daalt een engel neer met een banderol waarvan het oorspronkelijke opschrift verdwenen is en vervangen door de naam D. Schilling (vermoedelijk de restaurateur) en de datum 1889. De andere afbeelding is te zien op een glasraam, opgebouwd uit drie lancetten en drie kleine rozetten als vulling van de spitsboog. Het raam, geschonken door het ambacht van de smeden omstreeks 1320, is geplaatst in de lichtzone van het middenschip, boven het noordportaal. In het bovenste van de drie rozetten zit de apostel Jacobus en plaatst een kroon op het hoofd van twee pelgrims. De mannen knielen, toegeFreiburg im Breisgau, Kathedraal, ca 1320 wend naar hun patroon.
46
De eerstvolgende afbeeldingen van de tronende en kronende Jacobus dateren uit de late 15de en de vroege 16de eeuw. Het gaat overwegend om houten beelden, een beetje stereotiepe voorstellingen die onderling slechts kleine verschillen vertonen: er zijn gewoonlijk twee pelgrims, twee mannen of een man en een vrouw; soms is er slechts een pelgrim en een enkele keer is er een hele groep waarvan er twee gekroond worden. In sommige gevallen zijn de pelgrims naar Jacobus toegekeerd, in andere gevallen zijn ze frontaal opgesteld en kijken de toeschouwer aan. 0 VERSPREIDING
Het merendeel van deze beelden bevindt zich in de Elzas, een veel geringer aantal is te vinden in Zuid-Duitsland. Hiervan staat het meest bekende in het retabel van Winnenden bij Stuttgart. Ook in Basel was de kronende Jacobus een vertrouwd thema. Vooral in de periode na 1500 zijn verschillende afbeeldingen uit de grafische kunsten tot ons gekomen: een gekleurde tekening op een aflaatbrief van de Baselse Jacobusbroederschap en diverse houtsneden op de titelpagina's van te Basel uitgegeven boeken. Uit 1524 dateert tenslotte een glasraam uit de kooromgang van de kathedraal te Freiburg im Breisgau. Het bevindt zich thans in het Augustinermuseum aldaar. Het raam is gemaakt in opdracht van Jacob Villingen en zijn vrouw Ursula, beiden als pelgrims geknield voor de apostel die een gouden kroon boven Houtsnede, Basel, ca 1517 de hoofden van de echtgenoten houdt. Dit glasraam, wellicht een van de laatste originele afbeeldingen van het "kroningsthema" brengt ons weer terug naar Freiburg im Breisgau waar de kronende Jacobus meer dan drie eeuwen vroeger reeds werd voorgesteld. Voor alle duidelijkheid zij hier even op gewezen dat 16de-eeuwse houtsneden met het bedoeldethema nog in latere eeuwen herbruikt of bijgesneden werden en als volksprenten afgedrukt en verspreid.
Wat in de eerste plaats opvalt bij de voorstellingen van de kronende Jacobus is de beperkte geografische verbreiding van het type. Het is enkel te situeren in Freiburg im Breisgau, de Elzas en Basel, anders gezegd, het gebied van de Boven-Rijn met een paar uitschieters naar Zuid-Duitsland. Buiten de Duitssprekende landen is dit Jacobustype nooit gesignaleerd. Het spreekt vanzelf dat vele geleerden zich reeds gebogen hebben over de vraag naar het waarom van dit fenomeen. DE KROON In de literatuur over dit onderwerp wordt steeds verwezen naar het feit dat enkel en alleen de Duitse pelgrims in de kathedraal van Santiago de Compostela het voorrecht hadden zichzelf te kronen met de kroon die boven het beeld van de apostel, achter het hoogaltaar was opgehangen. In uitzonderlijke gevallen kon de kroon zich ook in de schatkamer bevinden. Dit kronen behoorde bij het ceremonieel van het offeren van de meegebrachte gaven. Berichten hierover dateren reeds uit de 13de eeuw en zijn ook nog uit 15de-eeuwse Duitse reisverhalen tot ons gekomen. Zo bijvoorbeeld vertelt Arnold von Harff in 1499 dat de pelgrims achter het altaar klommen om de zilveren kroon van het beeld op hun eigen hoofd te zetten, waardoor ze de spotlust van de Spanjaarden opwekten. Een verslag uit 1581 vermeldt een gouden kroon die door de pelgrims werd gebruikt voor dit bijzondere ritueel. In een inventaris van de schatkamer van de Compostelaanse kathedraal uit 1648 is er nog sprake van de kroon en in 1669 wordt ze nog eenmaal genoemd in het reisverslag van Cosimo 111 de Medicis. Daarna wordt met geen woord meer over de kroon gerept. In de beeldende kunst van Santiago de Compostela zijn geen sporen van een kroon te vinden, behalve op één granieten beeld van circa 1250 (Museum van de kathedraal) waar een zittende Jacobusfiguur een kroon op het hoofd draagt. Het Jacobustype is duidelijk afgeleid van het beeld aan de Pórtico de la Gloria, maar de apostel draagt, behalve de kroon, ook de pelgrimstas over de schouder. Precies uit de ontstaanstijd van het beeld stammen de eerste schriftelijke getuigenissen, de 13de-eeuwse "Constituties" van de kerk van Santiago met daarin alle richtlijnen van praktische aard, nodig voor een ordentelijk verloop van pelgrimsrituelen binnen het kerkgebouw. Een tieel uitzonderlijke en daardoor uiterst waardevolle voorstelling van dit kroningsritueel is te zien op een van de luiken van de beroemde polyptiek, bewaard in Indianapolis (USA). Het gaat zoals gezegd over een veelluik met tafeSantiago de Composrelen uit het leven, de legenden en de mirakelen van sint tela, Museum van de Jacob. Dit kunstwerk, waarvan diverse taferelen nog niet Kathedraal. ca 1250 exact geduid werden, is op het einde van de 15de eeuw
onl taan, hoogsitwaarcc de eagment zal ver der
lijk in een Zuid-Nederlands atelier. Op het hier afgebeelom een andere reden worden ingegaan.
Indianapolis, Museum of Art, Anoniem Zuidelijke Nederlanden, einde 15de eeuw
O Een Duitse iconografie De vraag waarom de Duitse pelgrims in Compostela de kroon van de apostel op hun hoofd zetten kon nog nooit op een bevredigende manier opgelost worden. Op de vraag waarom de kronende sint Jacob uitsluitend in de iconografie van de Duitssprekende landen voorkomt zijn daarentegen al heel wat veronderstellingen geformuleerd. Ze worden hier, vrijblijvend, achter elkaar opgesomd met tussen haken de naam van de auteur die de interpretatie voorstaat. - Door zichzelf de kroon op te zetten verbeeldden de pelgrims zich dat ze door de apostel zelf gekroond werden (Steppe). - Het thema zou enig verband kunnen houden met de beroemde hertog Hendrik de Leeuw die in 1182 naar Compostela op bedevaart ging (Lewald). - Het belang van de konings- en keizerskroningen die men in het Duitse Rijk kende en de hoogoplaaiende controversen van de Investituurstrijd in de 12de eeuw zouden wellicht van invloed geweest zijn op de afbeeldingen van de kronende Jacobus (Piötz). De passage uit de Historia Turpini, het vierde boek van de 12de-eeuwse Codex Calixtinus, waarin de apostel aan Karel de Grote een onvergankelijke kroon belooft indien de keizer de weg naar zijn graf opent en het land van de apostel bevrijdt van
de Moren. Aan de pelgrims, in het spoor van Karel de Grote, zou aldus dezelfde eer worden bewezen (Jacomet). Alle voorgestelde oplossingen, hoe vernuftig soms ook uitgedacht, geven geen uitsluitsel en verklaren ook niet waarom Freiburg im Breisgau het centrale punt - of het startpunt - van het kronende Jacobustype zou zijn. Uiteraard werd daarover ook reeds nagedacht en geschreven. Door haar ligging vormde de stad een belangrijke tweesprong op de weg naar Santiago. Sommige pelgrims reisden vanuit Freiburg im Breisgau doorheen de Elzas en volgden daarna de Franse routes. Anderen verkozen de weg naar het zuiden, richting Basel en trokken via Zwitserland verder. Dat het iconografische thema, zij het met een ruime vertraging, vanuit Freiburg im Breisgau zijn weg gevonden heeft naar de Elzas en naar Basel is duidelijk. Waarom en hoe het in Freiburg ontstaan is werd nog nooit verklaard. Wellicht zou de oplossing van het probleem eenvoudig zijn indien we zouden weten welke tekst er ooit geschreven was op de banderollen die de engelen bij zich dragen. O Symboliek Alle ingewikkelde antwoorden ten spijt mag men de mogelijkheid open houden dat de betekenis van de kroon, door Jacobus aan de pelgrims gegeven, uiteindelijk het symbool is van het hemelse loon, de kroon van het eeuwige leven, zoals besch;even in de tweede brief van Paulus aan Timotheus, (2 Tim.,4,8): "De goede strijd heb ik gestreden, de loop voleindigd, het geloof bewaard. Voorts ligt voor mij de kroon der gerechtigheid gereed...". De pelgrims worden immers allen gekroond na hun aankomst bij Santiago, nadat zij dus 'de loop voleindigd' hebben. Indien deze eenvoudige uitleg wellicht de symboliek van het kronen in het algemeen aannemelijk kan maken, dan weten we toch nog altijd geen antwoord op de vraag waarom de kronende Jacobus niet in heel Europa voorkomt. Voor de volledigheid zij hier nog vermeld dat in verschillende gebieden van Duitsland nog een drietal 13de-eeuwse wandschilderingen bewaard zijn waar Jacobus rechtstaande de pelgrims kroont: in de kerken van Linz (Rijn), Niedermendig (Eifel) en Mölln (Sleeswijk-Hostein). O Jacobus op een eiland Een klein aantal getijdenboeken, verlucht in Vlaamse ateliers in het eerste kwart van de 16de eeuw, vertoont bij het gebed tot de heilige Jacobus een merkwaardige voorstelling. Het gaat telkens om de apostel die op een eilandje is gezeten. De ene keer zit hij met het hoofd op de rechterhand geleund en schijnt te slapen. Zijn staf staat schuin tegen zijn schouder en op zijn schoot ligt een gesloten boek dat hij met de linkerhand vasthoudt. Op een andere miniatuur ziet men de apostel weer slapend, met enkel zijn staf bij zich, voorgesteld op een hoog rotsachtig eilandje.
Links op de oever staat Christus, met een voet op het vasteland en met de tenen van
de andere voet raakt hij het eilandje aan. Zijn rechterhand houdt hij zegenend omhoog. Een derde afbeelding uit dezelfde periode vertoont een lichte variant: de slapende Jacobus, met zijn staf en met de hoed in de nek hangend, zit met de rug naar Christus toegekeerd. Deze staat weer met een voet op de kust en met de andere op het schijnbaar wegdrijvende eilandje. Hij zegent de apostel met de rechterhand en in de linker draagt Hij een wereldbol Het hoger genoemde veelluik uit Indianapolis bevat een gelijkaardig tafereel: een slapende Jacobus met staf, reistas en boek op een eilandje gezeten en Christus zegenend maar met beide voeten op de oever. Wenen, Osterreichische Nationalbibliothek, Op het eerste gezicht doen deze voor- Vlaams1ca 1510-1520 stellingen vreemd aan. Meer informatie wordt echter geboden door twee andere taferelen. Vooreerst is er een miniatuur in een Frans getijdenboek uit de tweede helft van de 14de eeuw. Jacobus zit comfortabel op een rotsblok in het midden van een eilandje. Christus die, met een voet op de oever staat en met de andere op het eiland, heft zegenend de rechterhand omhoog en met de linker overhandigt hij Jacobus een staf. Enkele decennia eerder werd, meer gestileerd, hetzelfde onderwerp weergegeven op een zegel afkomstig uit de voormalige abdij van Sint-Jacobus te Provins (Champagne). Hier zit de apostel op een eilandje midden in de golven en krijgt van Christus een staf. De stand van het been en de voet van Chantilly, Musée Condé Christus wekt de indruk dat hij met een
zekere kracht het eilandje van de oever wegduwt. Wat heeft dit allemaal te betekenen? U Het eiland
In de studie van André George uit 1971 kan men lezen dat Christus aan de Spaanse kust Jacobus staat op te wachten om hem te wijzen op zijn taak van geloofsverkondiger in dit land. Deze interpretatie klopt helemaal niet met een literair getuigenis uit de 12de eeuw. Het is de verdienste van de Compostelaanse hoogleraar, Serafin Moralejo, het juiste verband te hebben gelegd tussen de twee laatstgenoemde voorstellingen en de in vergetelheid geraakte tekst. Maar laten we beginnen bij het begin. Aan de translatie van het onthoofde lichaam van sint Jacob, van Jeruzalem naar Galicië, is steeds veel aandacht besteed. Talrijke studies zijn eraan gewijd en legenden vullen de literatuur over dit onderwerp aan. Tot voor kort had men echter geen belangstelling voor de allereerste reis van Jacobus naar Spanje, de reis die hij maakte om in Galicië het geloof te verkondigen. Nochtans bestonden over deze reis getuigenissen, wellicht mondelinge overleveringen, die reeds in de 12de eeuw zeer beslist als fabels werden bestempeld. Dit leert ons een passage uit het lange sermoen, geschreven voor het feest van de Translatie van sint Jacob, dat op 30 december gevierd wordt. Het sermoen, opgenomen in de Codex Calixtinus, wordt naar de beginwoorden Veneranda dies (eerbiedwaardige en feestelijke dag) als dusdanig in de literatuur genoemd. De onbekende auteur vertelt: "Wederom anderen zeggen dat hij (Jacobus), zittend op een rots, van Jeruzalem over de golven van de zee, in opdracht van de Heer gekomen is. Een gedeelte van de rots zou in Jaffa achtergebleven zijn. Nog anderen beweren dat die rots met het dode lichaam aangekomen zou zijn. Maar ik heb alles zelf onderzocht en bevonden dat elk van beide fabels gelogen is." Als bewijs voert de schrijver aan: "Als ik namelijk die rots zag stelde ik vast dat ze uit Galicië afkomstig was." Met deze kordate taal en het sluitende bewijs uit de geologische wetenschap moest het relaas van de wonderbare reis van sint Jacob op zijn rotseilandje uit de wereld geholpen worden. Zoals te verwachten is in Compostela zelf geen enkel iconografisch getuigenis over die episode van de Jacobuslegende te vinden. Waarom het thema in de late middeleeuwen in Frankrijk (Champagne) en daarna in de Zuidelijke Nederlanden opdook is niet zonder meer te verklaren. De voorstellingen zelf kunnen echter wel wat uitleg gebruiken. Vooraleer dit te doen moet terloops nog even gezegd dat het 13de-eeuwse Jacobusraam in de kathedraal van Chartres dit thema eveneens toonde. Het fragment is verloren gegaan bij restauraties in de 19de eeuw. Voor de Zuidelijke Nederlanden kent men nog een 16de-eeuwse afbeelding van Jacobus op zijn eiland op het vaandel van de Brusselse wolwevers.
O De staf Wanneer Christus op zekere dag de apostelen uitzond (Matth. 10,lO) gaf Hij aan de twaalf onder meer de raad geen reisstaf mee te nemen. Het kan dus enige verbazing wekken wanneer men op de middeleeuwse afbeeldingen duidelijk ziet dat Christus aan Jacobus een staf overhandigt. Dit gebaar is evenwel niet tegenstrijdig aan het evangeliewoord gezien het hier de zeer oude kerkelijke symboliek van de zending weergeeft. Door het overreiken van de staf, de traditio baculi, wordt de apostel in zijn ambt van geloofsverkondiger bevestigd. Er is een onmiskenbaar parallelisme met het ritueel van de bisschopswijding. Men zal zich herinneren dat de aartsbisschop van Compostela, Berenger de Landore, zich op zijn zegel liet afbeelden terwijl hij uit de handen van Santiago zijn staf ontving (de Jacobsstaf 21, p. 1 5 ) . De staf van sint Jacob, in de vorige bijdrage vermeld en bewaard in de kathedraal van Compostela, moet dan ongetwijfeld het exemplaar zijn dat door Christus zelf aan de apostel overhandigd werd. Dit zou in elk geval de eerbied van de pelgrims voor de reliek nog vergroten. Met die staf heeft Jacobus trouwens ook een wonder verricht. De Jacobusbron bij de brug over de Sar in Padrón zou ontsprongen zijn nadat de apostel met zijn staf drie keer de grond beroerd had. Deze bron kan men thans nog bezoeken. O Slapen Bij het bekijken van de afbeeldingen van sint Jacob op zijn eilandje ziet men dat hij, na het ontvangen van de staf, vrijwel onmiddellijk in slaap is gevallen. Moet men daaruit opmaken dat de apostel de aanwezigheid van Christus, de overhandiging van de staf en zijn toch wel avontuurlijke reis op een rotsblok gezeten ervaart als een droom of een visioen? Het is alleszins zeer merkwaardig dat op het altaar van de kathedraal van Compostela een slapende Jacobus is afgebeeld door de anonieme meester op het veelluik van Indianapolis. Het is bij deze slapende Jacobus dat de Duitse pelgrims hun ritueel met de kroon uitvoeren. Tot nog toe zijn geen andere afbeeldingen bekend waar de apostel slapend op zijn altaar is voorgesteld.
O De rots of el Pedrón Nu rest nog enige commentaar bij de rots of de steen, het eerder ongewone vaartuig waarmee sint Jacob van Jaffa naar Galicië zou afgedreven zijn. Deze steen, in het Galicisch el pedrón zou, losgemaakt van de Palestijnse kust, in d e monding van de rivier Ulla gestrand zijn op de plaats die thans Padrón heet, ongeveer twintig kilometer ten zuidwesten van Santiago gelegen. Dit is een versie van de legende waarover de auteur van het sermoen Veneranda dies zich zeer laatdunkend uitliet. Zijn eigen speurtocht had immers bewezen dat de fameuze pedrón van Galicische origine was. In de Sint-Jacobskerk van Padrón, onder het hoofdaltaar, staat thans nog een steen, aldaar genoemd "el Pedrón" - met hoofdletter! De steen is van graniet en is eigenlijk een Romeins altaar, voorzien van een eerder stuntelig uitgevoerde inscriptie.
De plaatselijke traditie wil dat het bootje met het lichaam van Jacobus tegen deze steen aanmeerde toen het van de open zee in de monding van de Ulla dreef. Daar brachten de discipelen van Santiago zijn ontzielde lichaam aan land. Anderzijds bestaat er een bericht uit 1456 van een Engelse pelgrim William Wey. Hij zegt dat hij in Padrón de steen was gaan bekijken en dat die eruit zag "als een soort van zetel". Er is inderdaad een licht uitholling op de bovenkant van de steen: dus toch het vaartuig van de allereerste reis van Jacobus? In de middeleeuwen ondernam elke pelgrim de tocht van Compostela naar Padrón om eer te bewijzen aan de plaats waar de apostel aan land was gekomen. Men kan rustig in het midden laten of hij daar kwam in levende lijve of eerst 'na zijn marteldood. Niets is verduldiger als een legende en niets is beter geschikt om de Padrón, St.-Jacobskerk, el Pedrón onoplosbare raadselen van de geschiedenis te veranderen in een poëtische vertelling die voor iedereen toegankelijk en genietbaar is. Daarom is het nu nodig te zeggen dat het verhaal van sint Jacob en zijn drijvend eilandje tot op heden bewaard bleef en nog gezongen wordt. Het is een mooie romance op de Far-Oereilanden overgeleverd.
&::p.
. ...'::..-.3.."-...:.:J . .-.-.
0s
w.......
..-.y<&...A.*.
Harry de Haan reeds 34 jaar lid zijnde van het eeuwen-oude gilde van Sint Catharina in Eindhoven schoot zich bij het jaarlijkse 'koningsschieten' in 1992 tot koning Bij het aftreden is de koning verplicht om een schild van zuiver zilver met een minimum gewicht van honderd gram aan het gilde te schenken. De voorstellingen op deze schilden hebben meestal iets persoonlijks als motief, zoals beroep, interesse enz.. Harry de Haan pelgrimeerde tweemaal naar Compostela (op het Spaanse traject) en wordt op het door hem geschonken schild afgebeeld als pelgrim. Het ontwerp is van de kunstschilder Sjef Smeets, geboren in Posterholt in ZuidLimburg, ging als pater-missionaris naar Zuid-Amerika. Na ongeveer tien jaar ging Sjef Smeets zich voornamelijk toewijden aan de schilderkunst (hij kwam uit een zeer kunstzinnige familie) en vestigde zich te New-York. Hij was een zeer succesvol schilder en velen van zijn werken zijn op grote tentoonstellingen geëxposeerd en verkocht. Door een zeer ernstige ziekte aangetast verbleef hij enkele jaren aan de Costa del Sol, waar Harry de Haan hem leerde kennen. Sjef Smeets overleed in maart 1993 in de ouderdom van 78 jaar te Amstelveen. De uitvoering van het ontwerp van het 'koningsschild' was in handen van de .zilversmid Wil van der Linden in het atelier van de firma Andriesen te Helmond.
HET GILDE VAN SINT CATHERINA TE EINDHOVEN-STAD HARRY DE HAAN
Het stadje Eindhoven met nauwelijks 1400 inwoners en ongeveer 165 huisjes verkreeg in 1232 stadsrechten. De tijden werden beheerst door de Gelderse oorlogen, de pest of zwarte dood en de Hertog van Gelder doet in 1397 een mislukte poging Eindhoven in te nemen. In 1399 volgt de verheffing van de parochiekerk te Eindhoven tot kapittelkerk 'de Collegiale kerk van st. Catharina' te Eindhoven. De Heer van Eindhoven: Jan II van Schoonvorst beveelt de instelling van vijf ambachtsgilden uit welke vijf gilden 'de vijfmannen' gekozen werden, die deel uit gingen maken van het stadsbestuur. Van 1437 tot 1487 ontstonden zeven broederschappen, hetgeen betekende dat, met de vijf ambachtsgilden, Eindhoven een krachtig en voortvarend verenigingsleven kende. Iedere broederschap en gilde onderhield zijn eigen altaar in de St. Catharinakerk. Als eerste broederschap werd in 1437 opgericht de broederschap van St. Catharina, nu genaamd het Sint Catharina Gilde te Eindhoven-Stad. Omstreeks 1500 onderging deze broederschap een naamsverandering en werd definitief een schutsgilde.
De gilden hebben door de eeuwen heen steeds een hechte band onderhouden met de kerk. Deze kerkgebondenheid loopt als een rode draad door hun bestaan en hun doel was dienstbaarheid aan de kerk en gemeenschap. De achting voor de 'geestelijkheid' was groot en de trouw aan het geestelijkgezag wordt heden ten dage nog steeds gesymboliseerd door het brengen van de vendel-groet aan de kerkelijke gezagsdrager op gilde-feestdagen. In de loop der eeuwen vedwenen vele gilden, veelal gebeurde dat in het midden van de 19de-eeuw bij de opkomende industrialisatie met rijkdom voor weinigen en armoede voor de gewone man. Ook indien een gilde zich te werelds gedroeg werd dit gedwongen opgeheven. Rond 1950 werden de eeuwenoude archieven van het Sint-Catharina Gilde Eindhoven Stad, oorspronkelijk genoemd 'die Broederschap van Sinte Catharijen' teruggevonden, waarin veelal gewag werd gemaakt van haar rijke historie. Intussen zijn er vele boeken verschenen over dit al-oude gilde, veelal puttend uit deze archieven. Het huidige gilde kende een stille tijd van 1930 tot 1954. In dat laatste jaar werd het een nieuw leven ingeblazen door de heer Karel Vermeeren, tot voor enkele jaren kapitein van het gilde. Hij wist vele 'jongeren' te bewegen lid te worden, je moet dan wel geboren, getogen of anderszins een speciale binding hebben met de parochie van St. Catharien. Het huidige gilde kent momenteel 50 leden. Heden ten dage bestaan de volgende gilde-aktiviteiten: * dienstbaarheid aan de parochie-kerk * deelname aan diverse stads-aktiviteiten * schieten met de kruisboog op de eigen boom * koningschieten met het geweer éénmaal per jaar * deelname aan gilde-dagen en landjuwelen met de daaraan verbonden wedstrijden * begraven van eigen gilde-broeders Hoewel het gilde in de loop der eeuwen om de twee jaar een koning schoot, besloot men in 1954 dit koningsschieten elk jaar te houden. Reden hiervoor was om het verloren gegane koningszilver, tijdens de bombardamenten op Eindhoven, snel weer op peil te brengen. De meeste koningen hebben dat gedaan in moderne eigentijdse vormgeving, zodat nu het koningszilver, bestaande uit 39 schilden het meest moderne konings-zilverbezit is van geheel Brabant. Om in de huidige tijd gilde-broeder te blijven en te worden dient men gevoel voor historie, traditie en cultuur te bezitten en zich tevens betrokken te voelen bij het sociale- en religieuze gebeuren, waarbij zijn dienstbaarheid tot uitdrukking kan komen. Daarom is ook de niet beantwoorde vraag aan een gilde-broeder: waarom ben je gilde-broeder, een volstrekt overbodige vraag. Literatuur: Theo Verschueren. Sint Catharina Gilde 1437 - 1987.
f
n het Spaanse tijdschrift Peregrino van februari 1994 staat op pagina 27 een Años Santos-kalender afgebeeld. Daarin staan alle jaartallen tussen 800 en 2895 waarop de feestdag van Jacobus de Meerdere, 25 juli, op een zondag valt. Als er geen schrikkeljaren zouden zijn zou dat steeds om de zeven jaar zijn. Door de schrikkeljaren verschuift de periodiciteit, waardoor de heilige jaren om de 6, 11, 6, en 5 jaar optreden. De 'Peregrino-kalender' houdt zich precies aan de 6-11-6-5 cyclus en lijkt correct, ware het niet dat de auteur twee zaken over het hoofd heeft gezien. Allereerst het beginjaar. in het jaar 800 was er nog geen sprake van een heilig Jacobusjaar. Sommige bronnen vermelden het jaar 1126 als het eerste Año Santo. (1),(2). Maar volgens Mireille Madou's boek Het verhaal van de Heilige Jacobus, deels geciteerd in de Jacobsstaf nr. 17, pag. 3-5, is dit onjuist en werd het eerste Jacobusjaar omstreeks 1426 gevierd. (3). Ten tweede heeft de auteur de Gregoriaanse kalender-hervorming geheel over het hoofd gezien, waardoor zijn reeksen meer foute dan goede jaartallen bevatten. Paus Gregorius XIII bepaalde in 1582 twee dingen die de juiste datering beïnvloeden. Omdat de fout in de Juliaanse tijdrekening inmiddels tot tien dagen was opgelopen, werd dit ineens gecorrigeerd door de dag na 4 oktober 1582, 15 oktober 1.582 te noemen. En, om een toekomstige fout zo klein mogelijk te doen zijn, zouden schrikkeljaren vervallen op een vol eeuwtal dat niet door 400 delbaar is. Zo was 1900 geen schrikkeljaar, 2000 is het wel, 2100 weer niet. Als bij het opstellen van een 'heilig jaar-kalender' wél met deze feiten rekening wordt gehouden, komt deze er uit te zien als volgt:
Het fameuze heilig jaar 1434, waarin bij de brug over de Rio Orbigo de Paso Honroso werd gehouden (zie de Jacobsstaf nr. 17, pag. 6-8) komt in deze tabel voor, niet in de 'Peregrino-kalender. En, dichterbij, volgens deze tabel zal het jaar 2100 een heilig Jacobusjaar zijn, volgens de 'Peregrino-kalender' niet. Wie zal er dan zijn om dat te controleren? Uw dienaar zeker niet. (1) El Pais - Aguilar: El Camino de Santiago - Rutas a Pie, 1993. ISBN 84-03-59279-5 (2) Editorial Everest: El Camino de Santiago - Guia del Peregrino, 1985. ISBN 84-241-4200-4 (3) Mireille Madou: Het verhaal van de Heilige Jacobus, 1991. ISBN 90-71380-93-9
:s;,.:.
$
./
::.
. .Z.
f
i'
:e anmorgen om half zeven werd ik gewekt door
het gekletter van regen op de tent en door het onweer in de lucht. Vanaf dat moment is het niet meer droog geweest. Dat betekende dus de hele dag in de regen lopen. 'Regen hoort ook bij het weer' kon ik mezelf manmoedig voorhouden, maar leuk was toch anders. Ik kende de Ardennen alleen op doorreis naar Frankrijk en altijd regende het er. Vandaag bevestigde zij haar reputatie opnieuw. Al spoedig had ik geen droge draad meer aan mijn lijf, ondanks de poncho. Niet zo vervelend bij het lopen, alswel tijdens de pauzes: door het stilzitten koelde ik snel af Daarom nam ik maar weinig rust. Toch had ik geen hekel aan dit weer. Ik kon genieten van de omgeving, van de wolken in de dalen, van de bijna zwarte naaldbossen afstekend tegen het lichte groen van de weiden, van de vogels en hun geluiden en ....... oppassen voor de vele slakken op de weg En dan die koeien in de wei. Op een gegeven moment kwam er één naar me toe rennen en begon luid te loeien. Het gevolg was dat de hele meute, een stuk of dertig, aan kwam draven en als één vrouw instemden met haar zuster. Een vijftigtal meters verder, in de wei ernaast, herhaalde dit tafereel zich! Op mijn bescheiden wijze heb ik ze gegroet: bonjour mesdames. Zoveel supporters had ik nog nooit gehad! Of stonden ze me misschien uit te lachen? 5 juli ? 988 tussen Resteigne en Carlsbourg
g
!,ACOBUS IN WINTERSWIJK TED VAN GAALEN
In de serie artikelen, gewijd aan Jacobuskerken in Nederland, brengen we ditmaal een bezoek aan de Jacobskerk te Winterswijk, in de Gelderse Achterhoek. Ook in Winterswijk treffen we een kerk aan die oorspronkelijk uit de Middeleeuwen dateert. Sinds de Reformatie is de kerk Nederlands Hervormd. Evenals in Uithuizen, is in Winterswijk in de vorige eeuw een nieuwe Rooms-Katholieke Jacobuskerk gebouwd. O Geschiedenis De huidige kerk is gebouwd in de tweede helft van de 15e eeuw. Daarvoor hebben er al twee eerdere stenen kerkjes gestaan. Er is een vermelding van een Taufkirche, een eenvoudig houten doopkerkje of kapel, reeds aan het eind van de 9e eeuw. Het werd opgericht door abt Bernrad, die onder Karel de Grote belast was met de kerstening van West-Saksen. Na de dood van abt Bernrad viel het kerspel Winterswijk onder het bisdom Munster. In 804 werd de Fries Liudger tot eerste bisschop van dit bisdom gewijd. Waarschijnlijk vervulde Winterswijk binnen dit bisdom de functie van 'oerkerspel', waaraan andere kerspelen ondergeschikt waren. De wijding van de eerste kerk aan Jacobus kan zo teruggevoerd worden tot Liudger zelf. Voor de stichting van kerken in zijn gebied ontving hij de relikwieën van alle apostelen. In dezelfde periode worden op hoog bestuurlijk niveau de eerste berichten doorgegeven van de pas ontstane verering van Sint Jacobus in Santiago de Compostela. O Bouwgeschiedenis De huidige kerk is een laat-gotische, overwelfde pseudo-basiliek (een basiliek waarbij de bovenlicht-ramen in de middenbeuk ontbreken). Zij heeft een eenbeukig koor en aan de westzijde een forse toren, die aan drie zijden door de kerk is ingebouwd. Uit de overgangen van natuursteen naar baksteen en de onderbreking in de dakhoogte van het middenschip blijkt, dat de bouw in een aantal fasen heeft plaatsgevonden. Bij de restauratie van de kerk in de jaren 1968-1972 zijn de resten gevonden van
een nóg ouder stenen kerkje. De ronde afsluiting van het koor van dit kerkje is in ons land uniek. Zeldzaam, maar niet uniek zijn de halfronde afsluitingen van de zijbeuken: zij duiden op een laat-romaanse bouwstijl van tweede helft 12e eeuw - begin 13e eeuw. Omstreeks 1400 werd het romaanse koor vervangen door een gotisch koor met rechte sluitingszijden. Vervolgens werd er uitgebreid. In 1470 was het oude kerkje
afgebroken en vervangen door een grotere nieuwbouw, die in 1490 gedeeltelijk overwelfd was. In 1507 werd begonnen met de bouw van de toren. Het schip en de zijbeuken werden verlengd en omstreeks 1550 was de kerk in zijn huidige omvang en gedaante gereed.
Pentekening Jan de Beijer, 1743. (Kramer Kunstreproduktie, Hoevelaken)
Cl Interieur In de kerk van Winterswijk is bij de restauratie een veelheid aan muur-en gewelfschilderingen te voorschijn gekomen, en deze zijn, voor zover mogelijk, hersteld. De schilderingen zijn aangebracht tijdens de laatste grote bouwactiviteit van 1470-1550. Men heefi goed kunnen nagaan, dat gebruik is gemaakt van een soort frescotechniek. Met een stomp voorwerp werd in de nog natte kalk een schets gemaakt, die direct met verf werd verfijnd en vervolgens ingekleurd. Soms zijn van schilderingen nog slechts de contouren zichtbaar. Imposant door zijn grootte, maar helaas zeer vervaagd, is de schildering van het Laatste Oordeel, dat de hele hoogte van de noordwand van het koor beslaat. Opmerkelijk is de schetsmatige afbeelding van de lijdende Christus die zijn wonden toont in het uiterst oostelijke gewelf. De sluitsteen
in de top van dit gewelf vertoont het gebeeldhouwde en beschilderde hoofd van Christus. De eerste heilige die we in dit gewelf aantreffen is niet, zoals we mochten verwachten, Jacobus, maar Andreas.
Christuskind met Maria, Jacobus en Paulus (foto Ribbink-Schut)
Jacobus komen we pas tegen in de overgang naar het tweede gewelf. Samen met de apostel Paulus flankeert hij daar de Moeder Gods die het Jezuskind draagt. Boven zijn hoofd zweeft een vaandel dat de'tekst draagt: "Moeder der barmhartigheid anbet mius kerspel seliekkeit". Hieruit blijkt dat toch Jacobus, en niet Andreas, de patroonheilige van deze kerk is. O Teksten Behalve muurschilderingen vinden we in de kerk ook vele teksten. Niet alle teksten zijn nog leesbaar. Zij zijn vrijwel allemaal evangelisch van inhoud. Hier en daar zijn de teksten vervat in een sierrand, de zgn. 'cartouches'. Soms zijn zij gesteld in een Duits dat lijkt op de Luthervertaling. Zij dateren echter zowel van vóór als na de Reformatie.
O Beeldhouwwerk Hoewel in deze regio niet echt sprake is geweest van een beeldenstorm, heeft de Reformatie zeker haar sporen achtergelaten in de kerk van Winterswijk: bijvoorbeeld door het wit schilderen van de 'katholieke' muurschilderingen. Ook is het zeker dat er oorspronkelijk in de kerk meer beeldhouwwerk aanwezig is geweest dan de enkele beelden die ons nu nog uit vroeger tijden bekend zijn. In de kerk van Winterswijk worden, zoals in gotische Franse kathedralen, de gewelfribben als het ware gedragen door ornamentele 'duuvelkes'. In de Skt. Walburgiskerk van Ramsdorf, die vrijwel een evenbeeld is van de Winterswijkse Jacobskerk, bevindt zich thans nog een piëta die oospronkelijk uit de kerk van Winterswijk afkomstig is. Het beeld is volgens de overlevering aan het eind van de 17e eeuw door een pastoor gered van de beeldenstorm. Het beschilderde zandstenen beeldje staat bekend als de 'Winterswijker Madonna' en wordt tot in de wijde omgeving van Ramsdorf vereerd. Een ander opmerkelijk beeldhouwwerk in de Winterswijkse kerk is de romaanse doopvont van bentheimer steen (grauwgele zandsteen) uit ongeveer 1200. De oorspronkelijke doopvont bevindt zich thans in rijksmusem 'het Catharijneconvent' te Utrecht. In Winterswijk staat een kopie. Het doopvont bestaat uit een rond bekken op een voetstuk, uit één stuk gehouwen. In de verbrede sokkel van het voetstuk zijn duivelssymbolen afgebeeld: net als bij de 'duuvelkes' wordt ook hier afgerekend met het kwade door het te veroordelen tot het dragen van het goede. De kuip is rondom versierd met afbeeldingen van druiventrossen en kopjes getooid met een soort Russische beremutsen. O De Jacobskerk in de kunst Winterswijk, met zijn karakteristieke Jacobskerk, is in de loop der tijd vele malen vereeuwigd door kunstenaars. Er bestaan enkele prachtige pentekeningen van de kerk uit 1743, van de hand van Jan de Beijer. De kerk functioneert ook op meerdere studies van de hand van de vroege Piet Mondriaan, die op 8-jarige leeftijd naar Winterswijk kwam. In de belangstelling van kunstenaars voor de Jacobskerk vinden we het oordeel bevestigd van de streekhistoricus B. Stegeman over de kerk: "onze mooiste arfstukke".
U De toren De toren van de Jacobskerk beklimmen is een belevenis op zichzelf. Via de stenen wenteltrap van het trappentorentje bereiken we de eerst verdieping van de toren. Via steile houten ladders klimmen we in etappes verder omhoog. Daarbij krijgen we een kijkje op het vernuft van de 16de-eeuwse bouwmeesters. We bewonderen de constructies van zware eikehouten balken, die met hun eenvoudige penverbindingen, na zoveel eeuwen nog de last blijken te kunnen torsen van de klokken, en van het nieuwe cariljon, dat eind 1992 geplaatst werd.
Op 66 meter hoogte kan vanaf de trans uitgekeken worden over Winterswijk en wijde omgeving. Ook het eikehouten binnenwerk van de karakteristieke achtkantige spits is het bekijken waard. O Het orgel In de kerk bevindt zich een orgel dat oorspronkelijk werd gebouwd door Naber uit Deventer in 1834. In 1972 werd het ingrijpend gerestaureerd door de Zwitserse firma MetzIer. De klank van de kerk en de akoestiek van de kerk lenen zich uitstekend voor de orgelconcerten, die elk seizoen plaatsvinden. O De R.K. Sint Jacobuskerk Evenals in Uithuizen treffen we in Winterswijk een latere katholieke Sint Jacobuskerk aan, uit 1869. De kerk is niet te bezichtigen.
Literatuur: De Jacobskerk, Winterswijks mooiste erfstuk, Uitgave van vereniging Het Museum, Winterswijk 1981
(foto Ribbink-Schut)
Openingstijden St. Jacobskerk in de maanden juli en augustus: Maandag tím vrijdag: 15.00-17.00 uur; op woensdagen ook van 10.00-12.00 uur. Bovendien kan op woensdag van 15.00 - 17.00 uur de toren beklommen worden, hiervoor wordt een bijdrage gevraagd voor het kerkefonds van fl 1,-. Inlichtingen: VVV Winterswijk, Markt 17a, a 05430 - 12302
FRANK CLAESSEN
Pelgrimspad met bruggetje bij Cirauqui, tussen Puenta la Reina en Estella. (foto José Wink)
Een van de eerste vragen die door belangstellenden enlof aanstaande pelgrims wordt gesteld is: 'Wat is nu de route naar Santiago de Compostela?' Wanneer je dan als antwoord geeft dat de weg van je voordeur tot de kathedraal van Santiago 'n mogelijke route is, is men nooit tevreden. Veel Nederlanders willen over 'historische' routes lopen en verwachten van het bestuur van het Nederlands Genootschap van Sint Jacob informatie daarover, bij voorkeur met aanduiding van overnachtingsmogelijkheden waar, als het even kan, gratis onderdak wordt verleend. Het bestuur beschikt hier niet over. Toch zou het interessant zijn wat meer te weten over mogelijke historische routes door Nederland. Bij het vaststellen daarvan moeten we echter van te voren weten wat we willen Wat is een 'historische' route? De weg die onze voorzitter is gegaan vanuit Baarn zou als zodanig bestempeld kunnen worden. Het begrip 'historisch' blijkt echter meer te gaan in de richting van 'middeleeuws'. Als dat het enige criterium was, waren we er ook snel uit. Je zou dan moeten nagaan welke wegen er in de middeleeuwen waren en die dan volgen. Helaas zijn die wegen niet altijd meer terug te vinden omdat de twintigste eeuw met zijn spoorlijnen, kanalen en autowegen de middeleeuwse infrastructuur behoorlijk heeft aangetast. Daar komt dan nog bij dat men van mening is dat de middeleeuwse pelgrim niet álle wegen benutte die in het toenmalige Europa tot zijn beschikking stonden. Dat komt onder andere door de in de twaalfde eeuw geschreven Gids voor de pelgrim waarin melding wordt gemaakt van vier grote routes door Frankrijk. Je kunt bij deze routebeschrijving al enige kritische vragen stellen. Is die opgesteld omdat er langs deze routes veel pelgrims liepen of zijn dit pelgrimsroutes geworden omdat die routebeschrijving er was? En wat moest de pelgrim die toevallig tussen twee takken in woonde? Eerst zorgen dat hij op een 'erkende' route zat of gewoon de kortste weg richting Roncevaux nemen? Wanneer men recente kaarten van 'historische' pelgrimswegen bestudeert, blijkt dat die vier wegen al lang niet meer de enig zaligmakende zijn. Er loopt, met name in Frankrijk, een fijnmazig netwerk van 'pelgrimswegen naar Santiago de Compostela' l).Maar omdat die beschrijving niet door Nederlanders is gemaakt, is de informatie over de Noordelijke Nederlanden wat aan de karige kant. Daarvoor moeten we zijn in hetzelfde boek bij de bijdrage van Jan van Herwaarden waar op p. 346 een kaartje staat dat iets meer laat zien. Wat zijn nu de criteria die we moeten aanhouden om te kunnen spreken van een 'historische' route? René de Lacoste-Messeliere ') neemt vanzelfsprekend de Gids van de Pelgrim als uitgangspunt en onderscheidt dan twee geschreven bronnen ter bevestiging van die routes. Als eerste bron noemt hij reisverslagen en beschrijvingen van of voor pelgrims. Daarvan bestonden er in de middeleeuwen een groot aantal. Een voorbeeld van een reisverslag is dat van Hermann Künig die in 1495 naar Santiago reisde. Een ander voorbeeld is dat van Domenico Laffi, die in 1666, 1670 en 1673 te voet op weg ging. Het veertiende eeuwse Itinerarium Brugensis kan model staan voor een beschrijving ten behoeve van pelgrims. Als tweede geschreven bron noemt de Lacoste-Messeliere zakelijke regionale documenten, die een toponymische bevestiging van de Gids zijn. Men dient hieronder te verstaan een document waarin, meestal zijdelings, een verwijzing wordt gedaan'naar het bestaan van een pelgrimsroute naar Santiago de Compostela.
Als voorbeeld van dergelijke regionale documenten geeft hij feodale werken uit de Poitou die, bij de beschrijving van kloosters of boerderijen, in een of andere benaming verwijzen naar een magnum iter Sancti Jacobi (grote Sint Jacobsweg) die daar in de buurt ligt. Als laatste bron voor verwijzing naar een pelgrimsroute noemt de Lacoste-Messeliere! de topografische benamingen. Dit zijn aanduidingen als quartier Saint Jacques, rue! Saint Jacques, maar ook Jacobspoort zoals in Bergen op Zoom. Aan deze drie schriftelijke bronnen kan nog een vierde worden toegevoegd, te weteni de historische kronieken. Francis Zapata 3, vermeldt de veertiende eeuwse historieschrijver Jean Froissart die in een beschrijving van de honderdjarige oorlog melding1 maakt van Vlaamse pelgrims die terugkwamen van Sint Jacob in Galicien en aan wie vrije doorgang werd verleend door de beide vechtende legers. Het belang van deze tekst is dat erin gezegd wordt dat die pelgrims naar Pellagrue gingen, en die plaats was als deel van de route van Vézelay nog niet eerder vastgesteld. André Georges 4, is bij het bepalen van pelgrimsroutes in België en Noord-Frankrijk uitgegaan van de aanwezigheid van oude abdijen, kerken en vooral gasthuizen. Nu is het bij die gasthuizen wel raadzaam zich af te vragen met welk doel ze zijn gesticht. Aanvankelijk dienden ze als onderkomen voor zieken en ouden van dagen, waarbij ook onderdak aan pelgrims kon worden verschaft. Pas als het gasthuis is gesticht ten behoeve van pelgrims, heeft men zekerheid dat langs die plaats pelgrims naar Santiago zijn getrokken. Van Herwaarden 2, noemt Oirschot en Bergen op Zoom, omdat in de reglementen van die gasthuizen de zorg voor pelgrims met name is genoemd. De laatste aanwijzing tot het vinden van een 'historische' route kan de aanwezigheid van andere heiligdommen zijn. Een middeleeuwer onderweg naar Spanje zou wel gek zijn als hij ten behoeve van zijn geestelijke en lichamelijke gezondheid niet even bij een onderweg gelegen bedevaartsplaats aanging. Een voorbeeld daarvan is Saint Léonard de Noblat op de route van Vézelay. Met bovenstaande opsomming van criteria in de hand zou ook in Nederland gezocht kunnen worden naar 'historische' routes. Tijdens de landelijke vergadering van regiocontactpersonen op 11 september 1993 is dit al ter sprake gekomen onder het punt "Wat kan de regio doen voor de vereniging?" Er is toen gesteld dat het de moeite waard zou zijn wanneer iedere regio een dossier zou opstellen van datgene wat er binnen haar grenzen aan Jacobalia te vinden is. Vanzelfsprekend is dit iets wat niet van de ene dag op de andere klaar is en het totaalonderzoek zal dan ook binnen ons genootschap gecoördineerd moeten worden. Dat wat er inmiddels bij onze zuiderburen is gerealiseerd zouden we dan als voorbeeld kunnen gebruiken. Tijdens zijn lezing voor het congres te Bamberg in 1988 zegt Dirk Aerts 5, dat in tegenstelling tot Frankrijk en Spanje er in de Nederlanden eigenlijk geen specifieke pelgrimsroutes zijn geweest. Hij baseert dit op het feit dat het wegennet zeer dicht was en dat de steden regelmatig over het grondgebied verspreid lagen. Uitgaande van de al genoemde studie van André Georges concludeert hij dat het vrijwel onmogelijk is een historisch verantwoorde pelgrimsroute uit te zetten die ook nog toeristisch aantrekkelijk is. Een werkgroep, met daarin onder andere vertegenwoordigers van de twee Belgische Jacobusgenootschappen, heeft, rekening houdend met historische en landschappelijke waarde, ook nog gekeken
naar verbindingen met de buurlanden(!) en haar aandacht geconcentreerd op de volgende vier routes: a. (Aardenburg)-Brugge-Torhout-Roeselare-Menin-(Lille); b. (Bergen op Zoom / Breda)-Antwerpen-Gent-Oudenaarde-Tournai-(Valenciennes); c. (Aken-Maastricht)-Tongeren-Leuven-Brussel-Mons-(Valenciennes) d. (Aken-Maastricht)-Luik-Namen-Givet-(?) De liefhebber van archiefonderzoek zou met het bovenstaande als leidraad een waardevolle bijdrage kunnen leveren aan de vervulling van de wens van de Raad van Europa om in heel Europa een netwerk van pelgrimswegen naar Santiago de Compostela aan te duiden. Noten: ') Paulo Caucci von Saucken (red.) Saint Jacques de Compostelle, mille ans de pelerinage en Europe, Paris, 1993. p.235 ') Jan van Herwaarden (red.) Santiago de Compostela, pelgrims door de eeuwen heen, Utrecht, 1985. 3, Francis Zapata, Pelerins des Flandres sur la voie de Vézelay durant la guerre de cent ans, in Le Bourdon, no. 6 , Nouvelle Série, Gradignan, 1994. ') Andre Georges, Le pelerinage a Compostelle en Belgique et dans te Nord de la France, Brussel, 1971. 5 , Dirk Aerts, Chemins de Saint-Jacques en Belgique, réalisations et réflexions, in Les chemins de Saint-Jacques-de-Compostelle, rapport du congres de Bamberg, Patrimoine architectural Rapports et études no. 16, Straatsburg 1989.
JACOBUSBOEK WIM BETTONVIL
Compostelle Ie grand chemin, Xavier Barral i Altat, Découvertes Gallimard Religions, 1993, ISBN 2-07-053249-6, 176 pag. Prijs 83 FFr.
Tijdens een bezoek aan Conques, zomer 1993, zag ik in een winkel bovengenoemd boekje en, u raadt het al, ik kon de verleiding niet weerstaan. Van deze aanschaf heb ik echter geen seconde spijt gehad, integendeel, menig boeiend uur heb ik aan dit fraaie boekje te danken. Het is klein (123 x 18 cm.), maar rijk, zowel illustratief als in informatief opzicht. Het is gedrukt op kunstdrukpapier, waardoor de zeer vele illustraties, o.a. negen pagina's met miniaturen uit de Cantigas de Santa Maria (zie de Jacobssfaf nr. 20) volledig tot hun recht komen. Het schilderij van Perez Villaamil uit 1850 van El Portico de la Gloria is een herschepping waarop je niet raakt uitgekeken. Ook informatief: vijf hoofdstukken over de historie van de Jacobusverering; de middeleeuwse pelgrimages; de wegen van Sint-Jacob; de glorie van de Romaanse bouwkunst en de aankomst te Compostela. En, last but not least, een apart hoofdstuk over getuigenissen en documenten, waaronder brieven, citaten, liedteksten, impressies van Franse en Spaanse pelgrimskerken en -monumenten, een uitgebreide bibliografie en een beschrijving én herkomst van alle honderdtachtig illustraties. Een juweeltje onder de Compostela-uitgaven!
JACOBUS CD'S FRANK CLAESSEN
Le Grand Chemin de Saint-Jacques, integrale uitvoering van de polyfone gezangen van de Codex Calixtinus, opgenomen in 1993 door het Ensemble Venance Fortunat. Te bestellen bij voornoemd ensemble, B.P 268, F-75624 Paris Cedex 13. CD: FF 135,-, cassette: FF 85,Deze in middeleeuwse muziek gespecialiseerde groep geeft voorstellingen en workshops. Zie ook de agenda. Concerfi Ecclesiastici, muziek van Herman Hollanders, vertolkt door de Cappella Breda onder leiding van Daan Manneke. W H 047 f 14,75. Dit is een heel bijzondere CD. De componist schreef de muziek toen hij werkzaam was in Breda tussen 1626 en 1637. De muziek was bestemd voor het koor van de Grote of O.L.V. kerk te Breda, en wordt nu uitgevoerd door een Bredaas koor met een Bredase dirigent. Op de CD staan Latijnse motetten, bestemd om ter gelegenheid van verschillende kerkelijke feesten gezongen te worden. Nummer XXXIV is getiteld Sanctus Jacobus. De tekst luidt: Sanctus Jacobus, gloria perenni triumphat. qui cum primis Apostolis vocatus relictis retibus obedivit Christi imperio. Sanctus Jacobus, ... Eum Salvator esse voluit, transfigurationis testem et sudoris sui spectatorem in monte Oliveti, Sanctus Jacobus, ... quod Jesum Dei Filium constanter confitendo praecisionem capitis promeruit gloriose. Hetgeen betekent (met dank aan Dirk Aerts): Moge Sint Jacob voor altijd in roem triomferen. Hij die met de eerste apostelen geroepen werd en na het achterlaten van zijn netten het gezag van Christus heeft gevolgd. Moge ... De Heer wilde dat hij getuige was van zijn gedaanteverandering en dat hij zijn angstzweet zag op de Olijfberg, Moge ... omdat hij bleef uitkomen voor zijn geloof in Jezus, de Zoon van God en het hem zo te beurt viel op roemrijke wijze onthoofd te worden.
Mochten 15 motetten u niet kunnen boeien, maar dit oude Jacobuslied van Nederlandse bodem wel, schaf dan de CD Van Wassenaer Competition, W H 087, aan (f 14,75). Daarop staat dit nummer ook, samen met een keuze uit het werk dat door Wijnand van Hoof producties op de plaat is gezet.
$ ,
VAN DE
. a . . . . . ,
w..:.
,,p . ESTUURSTAFEL
JAARVERGADERING GENOOTSCHAP IN GRONINGEN Levendige bijeenkomst ondanks beperkte belangstelling Zo'n honderd leden zijn naar de Doopsgezindekerk in Groningen gekomen voor de jaarvergadering. Zoals gebruikelijk wordt er van te voren koffie gedronken en konden oude bekenden worden begroet. Dat vele afwezigen wel belangstelling voor het genootschap hebben, blijkt uit de 62 berichten van verhindering. Afwezig zijn onder andere Ton Ederveen en Annet van Wiechen van het bestuur, van de afwezige leden zijn een aantal onderweg naar Compostela. O Jaarvergadering De brief van mevrouw Denekamp wordt aan de orde gesteld. Zij vindt dat mevrouw Schoone ten onrechte in negatieve zin in een artikel in de Staf wordt genoemd. De voorzitter merkt op dat het een zaak voor de redactie is. De redactie bij monde van Ted van Gaalen verklaart dat het artikel gezien moet worden als een reactie op de vercommercialisering van de Camino en niet gericht was tegen de persoon van mevrouw Schoone.
De regio Bollenstreek heeft zich bereid verklaard de najaarsvergadering te organiseren. Het bestuur is heel blij met de brief van de heer van Tongeren, waarin hij zich bereid verklaart de najaarsvergadering ergens in de Bollenstreek te organiseren. Er zijn geen andere kandidaten, zodat besloten wordt positief op dit voorstel in te gaan. Na een aantal opmerkingen van de leden, komen de statutenwijzigingen aan de orde. De vergadering gaat akkoord met de verkorting van de aankondigingstermijn voor een ledenvergadering van zes naar drie weken. De beslissing over de schrijfwijze van Sint Jacob met of zonder verbindingsstreepje wordt aan het bestuur overgelaten. Het bestuur zal zich taalkundig laten adviseren over de gewenste schrijfvorm. O Jaarverslagen De jaarverslagen van secretaris en penningmeester worden goedgekeurd. De kascommissie brengt verslag uit. Een nieuw lid voor de kascommissie wordt gevonden in de heer Ter Burg uit Amstelveen. Mevrouw Hooman blijft nog een jaar lid van de kascommissie.
De begrotingen voor 1994 en 1995 worden aanvaard. De bijdrage, die het genootschap ter gelegenheid van het heilig jaar zal besteden aan een refugio, zal benut worden voor een project in overleg met de Broeders van Dongen. O Aftreden Annet van Wiechen Van de zittende bestuursleden is Ton Ederveen aan de beurt om af te treden. Hij is herkiesbaar en wordt herkozen. Annet van Wiechen treedt af als bestuurslid en is niet herkiesbaar. Vanuit de zaal komt het voorstel haar het erelidmaatschap aan te bieden vanwege al haar werkzaamheden voor het genootschap, in het bijzonder voor de Jacobsstaf. Het bestuur neemt dit voorstel over en zal het besluit met plezier uitvoeren. Mireille Madou, onze vice-voorzitter, treedt op als kontaktpersoon tussen bestuur en redactie. Voorlopig wordt dus niet gedacht aan uitbreiding van het bestuur. 0 We groeien nog steeds! Het 1000ste lid, mevrouw Garcia-Barnet, is aanwezig. Koen Dircksens feliciteert haar en overhandigt haar een aandenken. Inmiddels zijn er al 1100 leden!
O Rondvraag In antwoord op een vraag over internationale zaken, vertellen twee bestuursleden over hun buitenlandse kontakten, zowel in Straaatsburg als in Tongerlo. Geinteresseerden zullen over het algemeen deze informatie ook tegenkomen in de Staf. Het punt van de regio-indeling leeft nog, vooral in die gebieden waar nog weinig georganiseerd is of de regio te veel leden omvat. In Zuit-west Nederland ontbreekt nog een kontaktpersoon. Ter plekke werpt een lid uit Gouda zich op om te kijken of er meer belangstellenden zijn voor een nieuwe regio. O Eten en luisteren De lunch geeft weer het geanimeerde beeld te zien van lopers, fietsers en zangers. De zangers kunnen het niet laten hun nieuwste Middeleeuwse kanon voor de volle zaal ten gehore te brengen. Drs. W.J. van Neck houdt tijdens het middagprogramma een interessante lezing met dia's over de Nicolaaskerk te Zeerijp. De pelgrimsparagede, die daarna gehouden wordt, is, zoals zo vaak, een indrukwekkend moment voor het delen van persoonlijke ervaringen en het eventueel zoeken van medetochtgenoten.
De regio-Groningen heeft deze ledenvergadering goed voorbereid. De voorzitter bedankt de Groningse leden voor hun aktiviteiten, die geleid hebben tot het welslagen van de jaarvergadeirng 1994. Katrine van den Berg
UIT DE REGIO'S O REGIO AMSTERDAM
Contactpersoon:
Janna Matthijsen, Haardstee 227, 1102 NN Amsterdam, m 020-6964510
Zaterdag 23 april gingen we met een kleine groep op weg. Door het heerlijke wandelweer, werd de tocht van Halfweg naar Amsterdam een waar genoegen. We vonden de plaats van de verdwenen St. Jacobskapel en de nog steeds bestaande St. Jacobsstraat. Twee gevelstenen van de heilige waren te zien in de buurt van het Begijnhof. De opgraven voorwerpen van de Nieuwendijk en de opgraving van het kasteel van Gijsbert van Amstel hebben we nog te goed. Na de zomer is er een bijeenkomst op 7 oktober 20.00 uur, Schinkelhavenkade 43. O REGIO NOORD-HOLLAND BOVEN HET IJ
Contactpersoon:
Mieneke Jas, Grote Noord 3, 1621 KD Hoorn, 02290-15210
- RIJNLAND C.G. van Tongeren, Pijlkruidstraat 15, 2215 GE Voorhout, a 02522-31147
O REGIO BOLLENSTREEK
Contactpersoon:
Verslag voorjaarsvergadering 12 maart 1994. Om 10 uur opent de voorzitter de vergadering. De nieuwe leden stellen zich voor en vertellen over hun betrokkenheid bij het Genootschap van Sint Jacob. Veelal maakt het deel uit van de voorbereiding van de reis naar Santiago de Compostela, maar als je naam Jacobus is, kan het ook heel interessant zijn. Vervolgens doen 2 'lopers' hun verslag over hun voettocht vanaf Roncevalles. Veel herkenning voor de leden. In Spanje hadden zij een reisgids gekocht met alle gegevens die zij nodig hadden en waren hier.zeer enthousiast over. Het is wel in het Spaans geschreven, maar dat bl;eek geen probleem. Titel en uitgever voor de geinteresseerden: Rutus a pie 'El Camino de Santiago' Uitgeverij: El Pais S.A. Agiular, S.A. Edidiones 1993. Juan Bravo 38, 28006 Madrid. In de vorige vergadering werd melding gemaakt over het 'Visserspad' en de 'Kloosterweg'. Eén van de leden wist te vertellen dat er jaren geleden een pad bestond tussen de abdij van Egmond en de abdij van Rijnsburg. Bovendien was (en is) Haarlem een vertrekpunt van pelgrims naar Santiago de Compostela. Enkele delen van deze oude routes zijn in onze regio nog bekend onder de naam Losterweg en Oude Heereweg. Op de volgende bijeenkomst zullen we hier zeker op terugkomen.
De regio Bollenstreek-Rijnland heeft lokatie aangeboden voor het houden van de landelijke najaarsvergadering. In verband hiermede werd een werkgroep geformeerd voor hand- en spandiensten. Na de pauze vertoont Cees Noordermeer uit Hillegom een dia-serie onder het motto: Kijk eens in je eigen winkel! vertoonde hij een scala van kerktorens en bouwstijlen uit onze eigen regio. Een goed verzorgde presentatie met veel kennis van zaken. Niet alleen waardevolle bezienswaardigheden, maar ook humoristische details had hij goed op dia's weten vast te leggen. Tot ieders verassing werd er ook een dia vertoont van de Lodewijkskerk in Leiden. Vroeger stond op de plaats van de Lodewijkskerk 'De Saaihal', een kapel die vanaf 1477 tot aan de reformatie door de St. Jacob Broederschap werd gebruikt. De fietsroute naar Santiago de Compostela die in Haarlem start loopt langs deze kerk. Een van de leden wist te vertellen, dat er een Jacobusbeeld is geplaatst aan de voorkant van de kerk en dat de woonwijk achter de kerk, de Compostela-wijk is. Om 15,30 sluit de voorzitter de vergadering. Hij bedankt alle aanwezigen en wenst degenen, die deze zomer de tocht naar Santiago de Compostela lopend of fietsend gaan ondernemen, een goede reis en behouden thuiskomst. Ada Seijsener. REGIO DEN HAAG Cees Rooijackers, Elia Kazanstrook 30, 2726 VD Zoetermeer, Contactpersoon: a 079-426646 Op 9 april heeft een deel van onze regio een bijeenkomst gehad, de eerste sinds april 1989. In deze periode is het ledental aardig toegenomen, zodat het onmogelijk bleek iedereen tegelijk bijelkaar te laten komen. Vandaar dat gekozen is voor drie of vier kleinere bijeenkomsten, zodat zich op genoemde avond een kleine vijftien leden hadden verzameld bij de familie Van de Zwan in Zoetermeer. Eerst heeft iedereen wat met elkaar gepraat, waarna er een rondje apart voostellen volgde, daar niemand elkaar nog kende. Sommigen waren al (wederom) geweest, anderen bereidden een aantal étappes voor of hadden net kennis genomen van 'de Weg' en verkeerden in een oriëntatiefase. Luit Bloem vertrekt 30 april te voet naar Santiago en zal zich dus, als dit verslagje wordt gelezen, wel ter hoogte van Parijs bevinden. Verder bleek weer de diversiteit van de pelgrimsgroep: Uiteenlopende leeftijden, verschillende achtergronden, werk en interesses. Echter, de constante van ieders relaas was weer het enthousiasme over het onderweg zijn of de voorbereiding daartoe. Daar alle aanwezige pelgrims (in spé) het goed met elkaar konden vinden, is voorgesteld in deze samenstelling over een half jaar weer bijelkaar te komen en dan wat specifieker op een aantal zaken in te gaan. Eventueel zou ook ooit de gehele regio eens bijelkaar kunnen komen. Ook was er wel animo eens een wandeling of pelgrimsweekend in Vessem te organiseren en na te denken over eht ontwikkelen van veiliger alternatieve en historisch verantwoorde pelgrimswegen. De volgende regio-(deel)-bijeenkmsten zullen op korte termijn gehouden worden.
REGIO MIDDEN NEDERLAND Contactpersoon: Hanny Pouderoyen, Fazantenkamp 576, 3607 DG Maarsenbroek, w 03465-69133 Onze regio heeft een druk voorjaar achter de rug; 21 februari zijn we bijeen geweest, waarbij vooral de voorbereidingen van Lisette Zurlohe centraal stonden. Voorzien van al onze goede wensen is zij op 2de paasdag uitgeleide gedaan vanuit de st. Jansbasiliek in Laren. Wij hopen voor haar dat haar voettocht droger uit zal vallen dan die dag. Op 27 aprril waren we weer bijeen, deze keer ging de aandacht naar de fietsers Piet Linnenbrink en Hajop Kraemer. De eerste gat later dit jaar maar Hajo is op Hemelvaart vertrokken om het Spaanse deel van de Camino af te leggen. Wij denken dat zij op de volgende bijeenkomst veel te vertellen zullen hebben. Hanny Pouderoyen REGIO BREDA Contactpersoon:
A. Claessen, Raaimoeren 31, 4824 KA Breda.
@ REGIO TILBURG
Contactpersoon:
E.C.C.M. van Helmond-van Berkel, 'Leyenhorst', Gemullenhoekenweg 14C, 5862 CD Oisterwijk, w 02442-16582
Zondag 20 februari j.1. bezocht de regio Tilburg de fraai gerestaureerde Sint Jacobskerk in Den Bosch. Kerkbestuurder dr. F. Jansen was daar onze voortreffelijke gids die van deze middag een zowel interessante als amusante belevenis wist te maken waarvoor matti Vrencken hem uit aller naam hartelijk dankte. Daarna bleven velen van ons nog gezellig samen o.a. om de inwendige mens te versterken. Vrijdag 11 maart was er tijdens de sfeervolle samenkomst bij Rien en Matti volop gelegenheid voor iedereen om gezellig bij te praten en kennis te nemen van andermans vakantieplannen die - zoals bleek - meerderen van ons weer Caminowaarts zullen voeren. Aansluitend werd genoten van de videoband Nach Santiago, een aantrekkelijke Duitse weergave van de pelgrimage naar Compostela. Als toegift volgde tot slot nog een heel interessant video-bezoekje aan Conques, een Franse parel aan de weg van Le Puy naar Sint-Jean-Pied-de-Port. Het centrale punt in dit KTRO-filmpje is het ongeëvenaarde timpaan dat o.i. zelden beter is vastgelegd. Zondag 17 april waren we met een klein gezelschap in Hoogstraten (B) waar wij de prachtige Sint Katharinakerk en die van het Begijnhof bezochten. In beide kerken vonden we Jacobus afgebeeld, in de Katharinakerk zelfs viermaal. Op een van de biechtstoelen is hij in een medaljon en profil te zien, blootshoofds maar met staf en kalebas. Op de unieke koorbanken (die ook nog een heel eigen verhaal te vertellen hebben) staat hij wel is waar in miniatuur maar niettemin met volledige uitrusting en in gak-in-lood vinden we hem duidelijk herkenbaar aan het Laatste Avondmaal en elders als schutspatroon van Jacoba van Luxenburg. In de Begijnhofkerk (uit 1680) staat Jacobus ten voeten uit in glas-in-lood naast Paulus en Johannes. Er is vooral in
de Katharinakerk zoveel te zien dat meerdere aanwezigen besloten er nog eens terug te komen. Ook dit tussentijds treffen werd met een gezellige maaltijd besloten. Op vrijdag 13 mei werd het winterseizoen afgesloten met een gastvrij onthaal bij Jo en Fini Roovers in Dongen, waar Jos Reinards en Ria Seveke verslag deden van hun tweedaagse trip met het Frans genootschap naar Troyes en waar Margriet Smulders en Riet Peters kort vertelden van hun reis van Aix-en-Provence naar Toulouse met de belofte dat zij in september als opening van het nieuwe regioseizoen daarvan dia's zullen laten zien, bij broeder Jan van Kempen in Dongen. De nieuwe leden, Els en John Jonkergouw, stelden zich in deze bijeenkomst voor en vertelden van hun toekomstige Santiago-plannen, die ook voor Jo en Fini Roovers trouwens nog in het verschiet liggen. Stijn Oosterling berichtte dat hij, samen met Miranda van Vught, begin juli te voet naar Santiago zal vertrekken, een tocht die vermoedelijk drie tot zes maanden zal gaan duren. De avond werd afgesloten met een kort dia-bezoek aan Burgos verzorgd door Kees van der Mijl. Daarin kwamen o.a. de kathedraal en markante bijzonderheden van de kloosters Miraflores en Las Huelgas reales aan de orde evenals het Casa del Cordón en de belevenissen van El Cid Campeador, de middeleeuwse krijgsman die in Burgos is geboren. Gezellig bijeen werd nog wat nagebabbeld en daarna kregen we allemaal een paar maanden de tijd om onze gedachten te laten gaan over het programma van het nieuwe seizoen dat in september zal starten. 0 REGIO 'S-HERTOGENBOSCH- OSS
Contactpersoon:
Anneke & Wim Bettonvil, Antoon Der kinderenlaan 8, 5212 AA Den Bosch, 073-135215
Een zeer geslaagde regio-bijeenkomst op zondag 27 maart in Zeeland (N.B.)! Na de eucharistieviering van 11 uur in de Jacobuskerk, waarin ook een fraaie Jacobuskapel is, wordt een twintigtal leden hartelijk welkom geheten op de pastorie. Daar verschijnt in de deuropening een traditioneel geklede Jacobuspelgrim: mantel, pelerine, hoed, schelpen, staf, kalebas, tas en boek. Het is de hoofdman van het plaatselijke St.-Jacobusgilde, vergezeld van een gildebroeder. Hij verhaalt over het ontstaan van het gilde in 1475, aanvankelijk een groep schutters ter verdediging van de kerk. De oprichter was een Bosschenaar, mogelijk oud-Santiagoganger. Na de koffie bezoeken we een speciaal voor ons ingerichte tentoonstelling, gewijd aan het St.-Jacobusgilde. Er zijn veel gilde-parafernalia: het vaandel, de koningsmantel, het gildezilver, waarbij 16de-eeuwse stukken, boeken, oorkonden en wat dies meer zij. Enkelen schaffen zich een Jakobsschelp van het gilde aan. De samenkomst wordt voortgezet in café Den Brouwer, voor mededelingen, o.a. ontvangen correspondentie van regio-genoten 'onderweg', het bewonderen van albums en reisverslagen en het bespreken van plannen op korte of langere termijn. Zo'n vijftien pelgrims uit onze regio gaan dit jaar naar Santiago. In de najaarsbijeenkomst, in de tweede helft van oktober in Den Dungen, zullen we graag over hun tochten vernemen. Wim Bettonvil.
REGIO EINDHOVEN/HELMOND Contactpersoon: Jac. A. van Hooren, Dardanuspad 17, 5631 KE Eindhoven, n 040-430776 Bart Leemrijse, Pasteurlaan 57, 5644 JB Eindhoven, a 040-119412 Zaterdag 26 maart was de derde bijeenkomst van onze regio, de tweede al in de Jacobushoeve in Vessem. De hoeve lijkt nu al uit te groeien tot onze min of meer vaste basis, minstens ééns per jaar. Deze keer liet Bart Leemrijse een gedeelte van zijn dia's zien, gemaakt tijdens zijn voettocht naar Santiago tussen mei en oktober het vorig jaar Naast de beelden van kerken en gites vielen de vele prachtige natuuropnamen op, met daar bovenuit nog schitterende close-ups van wilde bloemen Wat moet Bart, naast alle andere gevoelens, genoten hebben van de natuur op zijn route via Vézelay en Le Puy. Voor anderen 'nieuw' was de aanwezigheid van Hennie Boot, terug van op en neer naar Santiago. Jammer dat haar man, van Benthem Jutting, ziek was, maar ongetwijfeld zullen we van hun onderneming nog veel te horen en te zien krijgen. Een uitgebreide Brabantse koffietafel (bijna alles op de hoeve zelf vervaardigd!) besloot ons boeiend en gezellig samenzijn. Voor het najaar wordt gedacht aan een fikse wandeling. Jac. van Hooren. @ REGIO LIMBURG
Contactpersoon:
B. Houben, Akkerweide 110, 6431 GZ Hoensbroek,
REGIO NIJMEGEN - ARNHEM Contactpersoon: Ted van Gaalen, Krekelstraat 19, 6533 RB Nijmegen, a 080-565043 Afgelopen oktober brachten leden van de regio Arnhem-Nijmegen een bezoek aan twee middeleeuwse kerken, een eindje over de grens in Duitsland. In Kalkar werd de Nicolaïkirche bezocht, in Xanten de Sankt Viktordom. In beide kerken lieten wij ons rondleiden. De kerken zijn ware monumenten van middeleeuwse bouwkunst. Beide kerken zijn ook bijzonder rijk aan kunstvoorwerpen. De Nicolaïkirche in Kalkar, ooit een rijke Hanzestad, bezit een aantal prachtige altaren, uitgevoerd in houtsnijwerk, met beschilderde panelen. Vooral het onbeschilderde houtsnijwerk van de 16de-eeuwse kunstenaar Hendrik Douverman is adembenemend. De beschilderde panelen vertonen de invloed van de Vlaamse school: de frisse kleuren doen denken aan Van Eyck. De kunstwerken vertellen in beeldverhalen scenes uit de bijbel en heiligenlevens. Voor Jacobusvereerders interessant, is het Jacobusaltaar met een prachtige zittende Jacobus uit het begin van de 16de-eeuw (foto omslag). Dit beeld is in het heilig jaar zelf op bedevaart geweest naar Santiago de Compostela. Het was daar te bezichtigen op een tentoonstelling van Jacobusbeelden uit heel Europa. Xanten is een oude Romeinse legerplaats. Het castellum dat hier heeft gestaan is gereconstrueerd en veranderd in een hedendaags pretpark. De naam Xanten is een
verbastering van 'ad sanctos', naar twee Romeinse militairen die volgens de legende de marteldood stierven vanwege hun christelijk geloof, en hier begraven werden. De Sankt ìhktordom, met haar imposante dubbele toren, werd in de oorlog grotendeels verwoest. De kunstschatten die zij herbergde waren gelukkig in veiligheid gebracht. Ook hiet reffen we houtsnijwerk aan van Douverman. Evenals in Kalkar leidt de wortel van Jesse de blik van beneden naar boven langs de generaties van bijbelse voorvaderen, en telkens wordt de blik verrast door weer een mensenfiguurtje dat in de ranken verstopt bleek. In een prachtige Annunciatie lijkt de engel een bevallige Maria te verleiden. In de crypte zijn stoffelijke resten zichtbaar gelaten die in 1933 onder de kerk werden aangetroffen: de resten van de veronderstelde martelaren. Ook het heden is hier niet vergeten: in de crypte liggen ook de resten van enkele slachtoffers van het naziregime, martelaren van onze tijd. Het centrale altaar van de tegenwoordige eredienst, geplaatst direct boven de crypte, is een bronzen altaar van een hedendaags kunstenaar, die volop gebruik maakte van middeleeuwse symboliek. Het uitstapje werd goed bezocht: er waren achttien deelnemers. Unaniem was men van oordeel dat het de moeite waard was geweest. Op dit moment zit er een uitstapje naar Doesburg in de planning. Ted van Gaalen. Bezoekuren: Nicolaïkirche, Kalkar: dagelijks van 14 - 17 uur, 's zomers ook van 10 - 12 uur. Rondleidingen op afspraak Afspraken a (00-492824) 13120. Sankt Viktordom, Xanten: 1111-3113: ma-za 10 - 17, zo 13 - 18. 114-31110: ma-za 10 18, zo 13 - 18. Rondleidingen op afspraak. Afspraken: (00-492801) 713134 O REGIO OOST NEDERLAND
Contactpersoon:
A. van Gessel, Enschedesestraat 110, 7551 ES Hengelo, 074-917879
O REGIO FRIESLAND
Contactpersoon:
C.i?J. Meijer, Mauritsplein 31, 8931 DL Leeuwarden.
0 REGIO GRONINGEN
Contactpersoon:
Thom Oosterhof, Mozartstraat 31, 9722 EB Groningen, 050-255144
AGENDA 30 april - 30 october:
Pöllau (Oostenrijk), tentoonstelling Wege zur Kraff, over het verschijnsel pelgrimeren, met aandacht voor Jacobuswegen 6 mei - 30 november: Cluny, eeuwfeest van Saint Mayeul, met tentoonstelling 1-9 juli Cluny-Souivigny, pelgrimstocht ter gelegenheid van eeuwfeest, zie boven. Opvoering van mysteriedrama, orgelconcert, lezing Abbaye de ~'Épau, voorstelling door ensemble Venance Fortunat, middeleeuwse muziek. La Ferté Beauharnais, Venance Fortunat. Parijs, Musée de Cluny, Venance Fortunat. Lyon, eucharistieviering t.g.v. het feest van de H. Jacobus in de parochiekerk van Saint-Jacques des Etats-Unis. Santiago de Compostela: bijeenkomst van Jacobusgenootschappen en -broederschappen, georganiseerd door de kathedraal van Santiago 24 Vessem, St. Lambertuskerk Eucharistieviering ter ere van Sint Jacobus. Tijdens de dienst zal met de eerste handtekening door burgemeester H. Jonker het Jacobusregister worden geopend. Na afloop ontvangst op de 'Jacobus-hoeve'. 25 Vezelay, Venance Fortunat 20-26 augustus Bayonne, voettocht naar Pamplona, mede georganiseerd door de Confraternity of St.James 10-20 september Lyon, driedaagse pelgrimstocht naar Cluny, bezoek aan de stad en lezing over Cluny en Compostela, georganiseerd door de Association Rhone-Alpes. Pistoia, internationaal congres over de geschiedschrijving omtrent Jacobus, georganiseerd door het Centro italiano di studi compostellani; de 25ste een rondetafelconferentie over de rol van de Jacobusverenigingen in het Jacobusonderzoek 30 Goslar, congres georganiseerd door het Duitse Jacobusgenootschap (tot 3 oktober) 6-9 oktober Verona, internationale religieuze reizen markt: organisaties die gespecialiaerd zijn in reizen met religieuze achtyergrond komen bijeen op een beurs. Regio-Amsterdam, 20 uur Schinkelhavenkade 43. Lembey-Morlaas, voettocht georganiseerd door de Association des Amis de Saint-Jacques des Pyrénées. Voorhout: najaarsvergadering Nederlands Genootschap van Sint Jacob Kopij voor 'de Jacobsstaf' nummer 23 bij voorkeur insturen op schijf (zie colofon) voor l september 1994 naar het redactie-adres: Grote Noord 3, 1621 KD HOORN
ONS POSTORDERBEDRIJF
2.:. Hieronder vindt u een lijst van de verkrijgbare artikelen, elk voorzien van een nummer en de prijs inclusief verzendkosten. U voldoet het totaalbedrag door middel van betaling op Postbank-nummer 515.11.46 t.n.v. de Penningmeester Nederlands Genootschap van Sint-Jacob te Heerhugowaard onder vermelding van het (de) nummer(s) van de door u gewenste artikelen. Na ontvangst van het bedrag wordt het bestelde toegezonden aan het adres dat op het giro-formulier staat vermeld. Bij bestelling van een PELGRIMSPAS dient u uw paspoortnummer op te geven aan het hieronderstaande adres. Als uw overschrijving door een bank wordt verwerkt; dient u een lijst van de bestelde artikelen separaat toe te zenden aan: J.A.Ch. Gigengack Granaat 36 1703 BD Heerhugowaard. NR 01 02 03 04 05 06 07 08 09 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42
ARTIKEL PRIJS Vaantje (katoen) f 830 Ledenlijst van uw regio f 3,00 f 2,00 Gebed van pelgrim Stickers (20 stuks) f 5,00 Literatuurlijstje f 2,00 Pelgrimspas f 730 Overzicht onderdaklopenbaarvervoerf 3,00 Lijst refugio's f 2,00 Gids voor Spanje (uit het Engels vertaald) f l0,OO de JACOBSSTAF nummer 10 fw o de JACOBSSTAF nummer 11 f 6,00 de JACOBSSTAF nummer 12 f 6,00 f 6,00 de JACOBSSTAF nummer 13 de JACOBSSTAF nummer 14 f 6,00 de JACOBSSTAF nummer 15 f 6,00 f 6,oo de JACOBSSTAF nummer 16 de JACOBSSTAF nummer 17 f 6,oo f 6,00 de JACOBSSTAF nummer 18 de JACOBSSTAF nummer 19 f 6,00 de JACOBSSTAF nummer 20 f 12,OO de JACOBSSTAF nummer 21 f 6,oo de JACOBSSTAF nummer 22 f 6,00
3,
$ "
j
.:........ w advertentie
I e tarieven zijn: 5 3 bij 10 cm staand 13 bij 10 cm liggend 13 bij 20 cm pagina
in de
f 75,00 f 150,OO f 275,OO
derdere inlichtingen: .edactiesecretariaat van de Jacobsstaf, )er adres: Grote Noord 3, 1621 KD Hoorn.
Pelgrimstocht naar
9
Santiago d e Compostela Friewielen over de heilige w e g
9 september-2 oktober Fietsen vanaf de FransSpaanse grens naar Santiago de Compostela. Dagafstand ca.60 km. Wij regelen fiets- en bagagevervoer, hoLels. Folder: 0 2 0 - 6 . 2 0 4 . 3 0 4 .
I-riewiel Kazernestraat 2 1 1018 CC A m s t e r d a m
ZOEKERTJES
O Mieke Grooten, zoekt gezelschap voor een voettocht naar
Santiago in 1995. Het zou prettig zijn nu al kennis te maken en lange afstanden te lopen (bijv. in de Ardennen). Graag reacties naar: Mieke Grooten-Hendricks, Elisabethstraat 5, 6067 EA Limme n 04746-5746. O Zr: Mariies van Westeriaat, Religieuze-verpleegkundige zoeM voor een pelgrimstocht naar Santiago (voorjaar 1996) iemand met een auto en een paar wandelaars. Ik kan goed lopen maar niet meer met een rugzak. Wie durven deze uitdaging met mij aan? Graag reacties naar: Holkerstraat 30, 3861 CE Nijkerk U 03494-5381 1
--
NEDERLANDS GENOOTSCHAP VAN SINT JACOB Indien onbestelbaar: Jachtlaan 2 S f , 7312 GP Apeldoorn