VEERTIENDAAGS INFORMATIEBLAD VAN HET UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM ST RADBOUD JAARGANG 37 NUMMER 10 22 juni 2012
Zoek de optimale ligduur De patiënt ligt meestal langer in een ziekenhuisbed dan nodig is. Door de behandeling efficiënter te regelen en te anticiperen op de nazorg kan de ligduur korter en kwalitatief beter. Het is een doelmatigheidsproject dat een besparing van één miljoen euro moet opleveren. M ar t e n D o o p e r
Zes klinische afdelingen van het UMC onderzoeken sinds mei hoe zij de ligduur van hun patiënten kunnen optimaliseren. De aanleiding hiertoe is tweeledig, vertelt Stan Janssen, senior adviseur bij de Adviesgroep Procesverbetering en Innovatie, die de afdelingen hierbij ondersteunt. ‘Ten eerste puur vanwege doelmatigheid: het optimaliseren van de ligduur van patiënten moet het Radboud op den duur een besparing opleveren van één miljoen euro. Daarnaast is er een kwaliteitsreden. Marcel Olde Rikkert, hoogleraar geriatrie, die samen met mij de kar trekt bij dit project, illustreert dit met kritische uitspraken en vragen. Hij geeft aan dat er geen evidence is dat patiënten
Pagina 3 Veilig met pillen
Pagina 5 Hart voor vrouwen. Interview met hoogleraar Angela Maas
Foto: Frank Muller
beter worden van bedrust, voor welke ziekte dan ook. We moeten ons volgens hem afvragen welke diensten die we kunnen leveren in het UMC St Radboud echt bijdragen aan de doelen van onze patiënten. Zijn volgende vraag is hoe we die diensten zo veilig en doelmatig mogelijk kunnen leveren. Ofwel: het is ook in het belang van de patiënt dat hij niet langer dan strikt nodig is in het ziekenhuis blijft. Het is er aanzienlijk onveiliger dan thuis. Bovendien wil bijna iedere patiënt om te herstellen graag zo snel mogelijk terug naar zijn vertrouwde omgeving.’
Slimmer organiseren ‘Optimaliseren van de ligduur betekent allereerst: kritisch kijken naar het zorgproces’, legt Janssen uit. ‘De tijd die een patiënt in het ziekenhuis doorbrengt, bestaat maar voor een beperkt deel uit momenten waarop hij daadwerkelijk een behandeling of zorg ondergaat. Je kunt de ligduur dus allereerst optimaliseren. Door na te gaan of je die momenten door slimmer organiseren dichter bij elkaar kunt plaatsen. Bijvoorbeeld door de patiënt pas op te nemen op de dag dat het eerste onderzoek of de operatie plaatsvinden. Ook kun je je afvragen welk deel van de behandeling per se een opname van de patiënt vereist en welk deel poliklinisch of in een verzorgingshuis of revalidatiecentrum kan worden uitgevoerd. Optimaliseren van de verblijfsduur betekent daarnaast: meer doen aan verwachtingsmanagement. De afdeling Algemene Interne Geneeskunde heeft hiermee goede ervaringen. Op een bord staat bijvoorbeeld voor iedere patiënt een voorlopige ontslagdatum. Lees verder op pag. 4
Pagina 6 Reportage: tumor met uitgroei in het bloedvat
Pagina 12 Sporten is soms dodelijk
radb o d e 1 0 - 2 0 1 2
Verbeterd
En verder...
Inruilactie vriezers en koelkasten Lever twee oude vrieskasten, vrieskisten of koelkasten in voor één nieuw energiezuinig model. Dat kan door een speciale inruilactie. Milieubewust én bovendien gaat de energierekening van het UMC omlaag.
nieuwe. ‘Er staan nog behoorlijk wat oude modellen in ons UMC’, vertelt strategisch adviseur vastgoed Els Sonnemans. ‘Terwijl de nieuwe vrieskisten, vrieskasten en koelkasten veel energiezuiniger zijn. UMC-breed kan het gebruik van nieuwe apparaten een aardige besparing opleveren in de totale energienota. Met onze inruilactie willen we dit stimuleren.’
Doelmatigheid. In het kader van “Samen Slimmer Beter” in het Radboud zijn er veel plannen om besparingen te realiseren. Vanuit de productgroep Vastgoed & Infrastructuur is een inruilactie bedacht voor vriezers en koelkasten: twee oude apparaten ruilen voor één
Samen gebruiken. De vriezers worden bijvoorbeeld gebruikt voor de opslag van allerlei stoffen en patiëntenmateriaal, ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek en patiëntenzorg. De investering in de apparaten kan omlaag als afdelingen en onderzoeksgroepen bekijken of ze de vriezers meer gezamenlijk kunnen benutten. Ook zijn er afdelingen waarbij het aantal koelkasten wellicht omlaag kan. Min 80 graden. Op het laboratorium Experimentele Interne Geneeskunde zijn zes nieuwe vriezers in gebruik, voor de opslag van patiëntenmateriaal tot min 80 graden Celsius. Analist Cor Jacobs houdt precies bij hoeveel kWh er daardoor dagelijks minder verbruikt worden. ‘Onze oude machines verbruikten circa 21 tot 22 kWh per dag per vriezer, een nieuwe vriezer slechts 9 à 10 kWh per dag’, vertelt hij. ‘Jaarlijks wordt er daardoor bij zes vriezers zo’n 25.000 kWh minder verbruikt. Dat levert zo een besparing van een paar duizend euro op. Bovendien hebben de nieuwe vriezers meer opslag capaciteit, dus dat voordeel heb je ook.’ GM
Analist Cor Jacobs bij de energiezuinige vriezers.
Foto: Flip Franssen
Gebruik maken van de inruilactie? Neem contact op met
[email protected] of bel 18000.
kunst
Agenda, Verbeterd, Kunst, 2 Nieuwsladder 3 Unieke operatietechniek Bijniercentrum, feestelijke opening Via Ceasarea 4 Wetenswaardig, Biobatterijen lopen langzaam leeg 9 Alpe d’HuZes, Mensen, IM Peter Mezger en Henk Westerbaan 10 Het moment, Betoog: Toenemende antibiotica resistentie vergt integrale aanpak 11 Ethiek 12
Colofon Radbode is een tweewekelijks personeelsblad van het UMC St Radboud. Oplage: 13.000 Redactie: Nelleke Dinnissen, Jannie Meussen, Gijs Munnichs en Marjan Wassenaar. Aan dit nummer werkten mee: Peter Bijkerk, Simone van der Burg, Marten Dooper, Flip Franssen, Pieter Lomans, Johan Mouton, Frank Muller, Daan Van Speybroeck en Marc van Teeffelen. E-mail: redactie@sb. umcn.nl, telefoon: 024-3617261 Correspondentie: UMC St Radboud, 528 Productgroep Communicatie, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen Redactieraad: prof.dr. Rob Bleichrodt, Peter van Dijk, prof.dr. Louis Kollee, dr. Erik de Laat. Vormgeving en lay-out: Puntkomma Nijmegen Druk: Wegener Nieuwsdrukkerij Gelderland Advertenties: Bureau van Vliet, 023- 5714745, e-mail: zandvoort@ bureauvanvliet.com Abonnement: 13,60 euro, informatie Sylvia van Brück-Engelen 024-3615442. De volgende Radbode verschijnt vrijdag 6 juli 2012.
AGENDA Algemeen
Soms gebeurt het dat de Radboud Universiteit voor haar kunstcollectie een werk verwerft dat evengoed zou passen in het UMC St Radboud daar het aan het kunstbeleid van deze – kunst in dialoog met de medische wereld – vorm geeft. Dit is het geval voor de tekeningen van Bobby Baker, geëxposeerd en aangekocht in het kader van de jubileumviering van het Academisch Centrum Sociale Wetenschappen op 21 juni 2012. De tentoonstelling in de Aula van de Universiteit én de aankoop zijn beide een kleine selectie uit Diary Drawings: Mental Illness and Me – de reeks van 711 tekeningen die Bobby Baker vanaf 1997 maakte toen ze psychiatrisch patiënt werd. De hele periode van haar ziekte en behandeling zorgde ze iedere dag voor een tekening. Op eigen wijze stelt het werk de problematiek van kunst en therapie aan de orde. Vaak gaan dergelijke projecten het niveau van de creativiteit niet te boven, en kunnen we nauwelijks of niet spreken van kunst. Maar bij Bobby Baker is de situatie anders daar zij kunstenaar is, vooral bekend door haar performances. Dat was en bleef ze toen ze haar psychotische aanvallen kreeg. Wanneer ze haar dagboektekening maakte, gaf ze daarmee zowel uiting aan haar psychose als dat ze deze tekenend te lijf ging. In het merendeel van de tekeningen zien we dan ook de kunstenaarshand aan het werk. Dit blijkt niet alleen uit het geoefend tekenkunstige gebaar en uit de opbouw van het tableau, er steekt eveneens een consistentie in het verloop van het werk. Waar creativiteit zichzelf herhaalt of op een bepaald punt blijft steken, om zo te zeggen vastloopt, zien we dat hier – zonder daarom per se een rechtlijnige ontwikkeling of permanente vooruitgang te kennen – juist drempels worden genomen en dat het werk zich als het ware ontplooit. En dat zijn nu eenmaal kenmerken van kunst.
26 juni: Afscheidssymposium dr. Erik Hesselink: ‘Vijf jaar leverchirurgie in het UMC St Radboud’. Locatie: collegezaal R2, route 675, 17.00 – 19.00 uur. Daarna borrel in de Lounge Heelkunde, route 690. Meer informatie: zie agenda op intranet.
Oecumenische vieringen Elke zondag om 10.00 uur in het Personeelsrestaurant. Zondag 24 juni, voorganger Hans Hamers.
PAO Heyendael 13 september: avondwondsymposium ‘Onomwonden over wonden’. Uitgangspunt is de multidisciplinaire benadering van de wondbehandeling in de eerste en tweede lijn. Kennisoverdracht, evidence based handelen en nieuwe ontwikkelingen staan centraal. Meer informatie: www.paoheyendael.nl
Masterclasses Patiëntveiligheid 25 september: Kwetsbare ouderen en preventie van risico’s (Masterclass 3). Locatie: Studiecentrum Medische Wetenschappen, Hippocrateszaal (route 77). Inschrijving is vanaf 15.30 uur, waarna de masterclass om 16.00 uur start. Bobby Baker, Diary Drawing, dag 400, 1997-2008, fotografische print van aquarel op papier.
Radboud Zorgacademie Sectie Bijscholing van de Radboud Zorgacademie verzorgt scholing voor medewerkers en voor externe klanten. Meer informatie: www.radboudzorgacademie.nl ➞ bijscholing.
Soeterbeeck Programma RU Voor meer informatie/inschrijven: www.ru.nl/soeterbeeckprogramma
Daan Van Speybroeck, kunstcoördinator
2
b radb e l e id ode 10 - 2012
nieuwsladder Hersenbank psychiatrische aandoeningen Een consortium bestaande uit de Nederlandse Hersenbank en onderzoeksgroepen van vijf universiteiten (Utrecht, Nijmegen, Vrije Universiteit, Universiteit van Amsterdam, Rotterdam) heeft een NWO-Groot investeringssubsidie ontvangen van 3,45 miljoen euro voor het opzetten van een hersenbank voor zeven grote psychiatrische aandoeningen. Directe toegang tot hersenweefsel kan voor een doorbraak zorgen in het onderzoek naar de pathofysiologie van psychiatrische aandoeningen. Het programma voor autisme en ADHD wordt geleid vanuit Nijmegen (Cognitive Neurosciences en Karakter) door respectievelijk Wouter Staal en Jan Buitelaar.
Eerstelijnsgeneeskunde ondersteunt onderzoek Gates Foundation Foto: Frank Muller
Oudere patiënten gebruiken vaak wel tien tot vijftien medicijnen voor meerdere aandoeningen.
Veilig met pillen Jaarlijks belanden 14.000 mensen als gevolg van medi catie in het ziekenhuis. De helft van die opnames is vermijdbaar. UMC St Radboud, CWZ en Sint Maartens kliniek slaan de handen ineen om het geneesmiddelen gebruik van “veelgebruikers” veiliger te maken. M arja n Wass e n aar
Oudere patiënten gebruiken vaak wel tien tot vijftien medicijnen voor meerdere aandoeningen. Onder behandeling staan bij vijf verschillende specialismen is geen uitzondering. Grote kans dat alle betrokken partijen het overzicht op de medicatie kwijtraken. Daar komt bij dat oudere patiënten vaker dan vroeger geopereerd worden. Een ingreep en de bijbehorende medicatie kunnen een wankel evenwicht verstoren. ‘Artsen hebben verstand van de medicatie die ze zelf voorschrijven, maar niet altijd van die van collega-artsen’, schetst internist en klinisch farmacoloog Kees Kramers het medicatieprobleem. ‘Wanneer een patiënt een medicatiegerelateerde klacht heeft, gaat de specialist lang niet altijd in overleg met andere behandelaars.’ Volgens Kramers zou de huisarts een regierol kunnen spelen, ware het niet dat hij vaak de benodigde informatie ontbeert. ‘Een huisarts is niet altijd op de hoogte van de redenen waarom een medicijn wordt gegeven of bijgesteld. En zonder die kennis zal hij niet snel zelfstandig in de medicatie snijden.’ Stephanie Natsch, senior ziekenhuisapotheker en klinisch farmacoloog, stelt dat medisch specialisten als gevolg van de medische vooruitgang zich steeds verder specialiseren. Het wordt daardoor moeilijker om de patiënt en diens medicatiegebruik in zijn geheel te overzien. ‘Dat neemt niet weg dat artsen alert moeten zijn op problemen. Die hoeven zij vervolgens niet zelf op te lossen, ze kunnen ook expertise inhuren.’
Expertisecentrum Natsch en Kramers pleiten voor een regiefunctie voor klinisch farmacologen en internisten. De oprichting van het Nijmeegs Expertisecentrum voor Complexe Farmacotherapie (NECF) is daartoe een belangrijke stap. Op 14 juni is het centrum, een initiatief van het Radboud, het CWZ en de Sint Maartenskliniek, officieel geopend door RvB-lid Paul Smits samen met vertegenwoordigers van CWZ en Sint Maartenskliniek. Artsen, apothekers en klinisch farmacologen maken zich hierin samen sterk om de kwaliteit van het geneesmiddelengebruik
te verbeteren. Eén van de initiatieven is de polikliniek voor complexe farmacologie. ‘Op deze poli werken apothekers en internisten samen’, licht Natsch de werkwijze toe. ‘De apotheker inventariseert de medicijnen en de ervaringen van de patiënt. De internist doet waar nodig aanvullend onderzoek. Gezamenlijk adviseren zij de hoofdbehandelaar voor het eventueel bijstellen van de medicatie, of nemen in overleg de behandeling over. De polikliniek kan de regie dus overpakken, daar waar de huisarts dat soms niet durft.’ Een ander aandachtspunt is het onderwijs. Kramers: ‘Medicatieveiligheid is een verplicht onderdeel in het inwerkprogramma voor jonge artsen. Zij moeten de risico’s van het voorschrijven kennen. Vooral bij veelgebruikte medicatie, waarvan bekend is dat ze elkaar beïnvloeden.’ Om het medicatieonderwijs te laten beklijven, bezoeken de ziekenhuisapothekers wekelijks meer dan tien afdelingen in huis.
Beslisinformatie De drie ziekenhuizen hebben de afgelopen twee jaar hard gewerkt aan het Indicatiegericht Formularium, een makkelijk toegankelijke webapplicatie. Het programma biedt aanvullende beslisinformatie nadat een arts een indicatie heeft gesteld voor een medicamenteuze behandeling: gebruikt de patiënt al andere medicatie of is er sprake van meerdere aandoeningen, dan volgt een ander advies dan de standaard medicatie. Inmiddels is het Indicatiegericht Formularium opgenomen als beslisondersteuning in het EPD. Daarnaast wil het NECF een platform inrichten voor betere communicatie met apothekers, huisartsen en patiënten. ‘De deelname van de patiënt is belangrijk’, geeft Kramers aan. ‘De patiënt heeft ook een eigen verantwoordelijkheid als het gaat om medicijngebruik. Hij moet therapietrouw zijn, maar is dat lang niet altijd.’ ‘Juist daarom is dat platform zo belangrijk’, vult Natsch aan. ‘Als de combinatie van medicijnen problemen oplevert, kunnen we eventueel bijstellen. Maar dan moeten we het wel weten.’ Natsch en Kramers zijn blij met de regionale opzet van het NECF. ‘De drie ziekenhuizen dragen elk hun eigen expertise bij’, geeft Kramers aan. ‘Bovendien kunnen we de specialisten van de betrokken ziekenhuizen raadplegen voor patiënten met een complex medicijngebruik. Ook als de patiënt in meerdere ziekenhuizen onder behandeling is. Apothekers en huisartsen hoeven daardoor maar langs één loket. Uiteindelijk willen we allemaal hetzelfde, namelijk ervoor zorgen dat patiënten de juiste pillen krijgen.’ n
3
De ‘Bill and Melinda Gates Foundation’ heeft onlangs 150.000 euro toegekend voor onderzoek naar de kosten en effecten van aidsremmers in Ghana en Zuid-Afrika. De onderzoeksgroep NICHE van de afdeling Eerstelijnsgeneeskunde zal dit onderzoek uitvoeren, en werkt hiervoor samen met toonaangevende universiteiten als Harvard University (VS), Brown University (VS) en lokale partners in Ghana en Zuid-Afrika en met het Erasmus MC. Het onderzoek is hard nodig om de impact van aidsremmers op de HIV- epidemie in beide landen goed te kunnen voorspellen, en om beschikbare medicijnen zo doelmatig mogelijk in te kunnen zetten. Rob Baltussen en promovendus Jan Hontelez Eerstelijnsgeneeskunde zullen met het geld epidemiologische modellen verfijnen. De resultaten zullen een belangrijke rol gaan spelen bij de ontwikkeling van richtlijnen ter behandeling en bestrijding van HIV in ontwikkelingslanden.
Zevenheuvelenloop Op zondag 18 november is de 29ste ABN AMRO Zevenheuvelenloop. Het UMC St Radboud is ook dit jaar weer partner bij dit hardloopevenement. De afstand van het parcours is 15 kilometer. Wilt u samen met collega’s de eer van het Radboud verdedigen? Schrijf u dan in voor één van de Radboudbedrijventeams! Inschrijven voor één van de Radboud-bedrijventeams is alleen mogelijk via de speciale Radboud-inschrijfmodule. Klik voor meer informatie op de button (rechtsboven) op intranet.
Besteld ambulancevervoer tijdens Vierdaagse Tijdens de Vierdaagse (17-20 juli) kunnen door onvoorziene omstandigheden meer ambulances nodig zijn dan normaal. In een dergelijk geval kan het besteld vervoer (B-vervoer, dus niet de spoedritten) niet altijd worden uitgevoerd. Ook is het besteld ambulancevervoer op vrijdag 20 juli tot een minimum beperkt. Afdelingen worden verzocht om met bovenstaande rekening te houden in hun planning.
Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Hoogleraar van het UMC St Radboud Jan Buitelaar is de nieuwe bestuursvoorzitter van het Landelijk Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie. Buitelaar is verbonden aan Karakter, het expertisecentrum voor zorg en kennis rond complexe kinder- en jeugdpsychiatrie. Karakter neemt sinds 2001 deel in het Landelijk Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie en is mede verantwoordelijk voor het bestuur en de financiering.
k radb ort nieuws ode 10 - 2012
Zoek de optimale verblijfsduur Vervolg van pag. 1 Een ontslagdatum stimuleert zowel de zorgverleners als de patiënt om steeds een paar stappen vooruit te denken en de zorg tot de gestelde doelen te beperken. Vroegtijdig nazorg voor de patiënt regelen, bijvoorbeeld in de vorm van thuiszorg en tijdig een gesprek met de familie inplannen.’ Optimaliseren van de verblijfsduur leidt meestal tot een gemiddeld kortere opnameduur van patiënten in het ziekenhuis. ‘Er zijn voorbeelden bekend, tot meer dan 50 procent over drie jaar tijd. Daardoor kunnen de kosten omlaag, tenminste als het lukt om met minder bedden
en personeel dezelfde zorg te bieden. Om een echte financiële slag te maken moeten afdelingen de handen ineen slaan. Want reductie van een of twee bedden per afdeling levert de afdeling en het ziekenhuis weinig op. Maar stel dat meerdere afdelingen zulke winst bereiken en hun lege bedden weten te concentreren, dan kun je wel een substantiële besparing bereiken. Dan gaat zo’n besparing de individuele afdelingen ook helpen om hun financiële taakstelling te bereiken. Vandaar dat de werkgroep onder leiding van Marcel Olde Rikkert de afdelingsleiding vraagt om ook met ideeën en suggesties naar de werkgroep te komen. Zowel voor de afdelingen als voor de Taskforce Samen Slimmer Beter
is ligduuroptimalisatie een enorme uitdaging. Om twee redenen. Verminderen van “onnodige” zorg druist in tegen de natuur van de zorgverlener, die zorg graag maximeert. En verminderen van bedden op een afdeling geeft het gevoel dat je vaker “nee” moet verkopen aan je eigen patiënt en dat je zeggenschap vermindert. Echter, uit zeer recent onderzoek is komen vast te staan dat concentratie van bijvoorbeeld acute bedden juist kwalitief en kwantitatief betere zorg oplevert en dat we minder vaak “nee” hoeven te zeggen. Kortom, het kan beter met minder. Less is ook hier more!’ n
Bijnieroperatie via rug Voor patiënten met tumoren in de bijnieren, heeft het UMC St Radboud een unieke laparoscopische operatie techniek in huis. Het is patiëntvriendelijk, innovatief en kostenbesparend.
beschikken om gewone laparoscopische operaties via de buikholte uit te voeren. Een operatie via de rugzijde is nog moeilijker, omdat de ruimte die een chirurg heeft, beperkt is door minder toegangswegen (drie sneetjes) en omdat de rugholte (retroperitoneale holte) kleiner is dan de buikholte. De single port-operatie vraagt nog meer behendigheid.’
Vaardigheid
Grote toeloop
‘Veiligheid staat voorop’, stelt Langenhuijsen. ‘Chirurgen moeten sowieso over voldoende vaardigheid
Voor laparoscopische operaties geldt dat een chirurg er ongeveer tien tot vijftien per jaar moet doen om
Foto: Frank Muller
Sinds kort kan het UMC St Radboud bijniertumoren verwijderen via de rugzijde. Tot nu toe worden die voornamelijk laparoscopisch (kijkoperatie) verwijderd via de buikholte. ‘Deze laatste techniek is de gouden standaard sinds de jaren negentig’, vertelt uroloog dr. Hans Langenhuijsen. ‘We passen deze techniek toe onder andere bij het uitnemen van donornieren.’ Het buikvlies is echter gevoelig en kwetsbaar, waardoor complicaties niet zijn uitgesloten. Aldus bekwaamde Langenhuijsen zich in een laparoscopische operatie via de rugzijde. ‘Met deze techniek blijf je achter de buikholte. In plaats van vijf sneetjes in de buikholte, maken we er nu drie in de rug.’ Langenhuijsen opereert patiënten zelfs via “één poort”. Deze zogenoemde single port-operatie wordt wereldwijd nog maar sporadisch gedaan en is voorbehouden aan een klein aantal slanke patiënten. Opereren via de rugzijde lijkt grote voordelen te hebben: de patiënt heeft minder pijn, minder bloedverlies en herstelt sneller. Positief effect is tevens dat bij voldoende vaardigheid de duur van de operatie en de opname met ongeveer de helft afnemen. Patiëntvriendelijkheid, innovatie en kostenbesparing gaan hier hand in hand.
Uroloog Hans Langenhuijsen: ‘In plaats van vijf sneetjes in de buikholte, maken we er nu drie in de rug’ voldoende vaardigheid op te bouwen. Wij doen al veel bijnieroperaties, maar sinds de opening van het Bijniercentrum (RAC) in 2010 is de toestroom van patiënten enorm toegenomen. Wij voeren ongeveer 30 procent van alle laparoscopische bijnieroperaties in Nederland uit. ‘Meer dan genoeg om voldoende veiligheid van patiënten te garanderen.’ Binnenkort start de afdeling een onderzoek om alle cijfers die bekend zijn hard te maken. Ze hoopt hiermee te bewijzen dat deze innovatie voor alle partijen daadwerkelijk winst oplevert. ND
‘Via Ceasarea’ geopend Via Ceasarea, ofwel de keizerlijke route. Dat is de naam van de nieuwe brug, die het Q- en het R-gebouw op de eerste verdieping met elkaar verbindt. Bedoeld om spoedpatiënten van de verloskamers langs de kortste weg naar het OK-complex te vervoeren. Donderdag 14 juni is de brug feestelijk geopend.
De meeste bevallingen in de verloskamers verlopen goed. Maar regelmatig moet met spoed worden uitgeweken naar het OK-complex. Voor een keizersnede, om een vastzittende placenta operatief te verwijderen of bijvoorbeeld bij ernstige bloedingen of inscheuring. ‘Bij een bevalling die uit de hand loopt, telt elke minuut’, benadrukt gynaecoloog Jeroen van Dillen. In de oude situatie ging er veel tijd verloren om van de verlos-
Met deze voorziening is er volgens Van Dillen ook figuurlijk een brug geslagen. ‘De lijnen zijn veel korter. Voorheen mocht de moeder haar kindje op de OK even vasthouden en dan ging de baby met vader naar de afdeling Verloskunde. Nu blijft de baby na de keizersnede bij de moeder. Verpleegkundigen van Verloskunde lopen via de sluis in een paar minuten op en neer naar de verkoeverkamers.’ En er is volgens hem meer contact met de medewerkers van de OK. ‘Onlangs hebben we bijvoorbeeld een gezamenlijke refereeravond gehouden met de anesthesiemedewerkers over de keizersnede.’ kamers, via een lift, op het voormalige OK-complex te komen. Het vervoer over de gang naar het nieuwe R-gebouw zou daar niet veel in verbeteren. ‘Die brug is daarom een enorme uitkomst, we staan nu binnen een paar minuten via een steriele sluis, midden op het OK-complex. En het anesthesieteam kan tussen twee operaties door op de verloskamer snel een ruggeprik bij een barende komen prikken.’
4
Tijdens de opening van de brug is er een plaquette onthuld. Daarop prijken de namen van prof. dr. Fred Lotgering (voormalig hoofd Verloskunde), prof. dr. Gert Jan Scheffer (hoofd Anesthesie) en neonatoloog dr.Djien Liem. Zij hebben zich bij de plannen voor de nieuwbouw sterk gemaakt voor deze ‘keizerlijke route’. JM
i radb n t e rvi e w ode 10 - 2012
Hart voor vrouwen
Prof. dr. Angela Maas: ‘Er is een wezenlijk verschil in klachten, diagnostiek en behandeling van hartklachten tussen mannen en vrouwen.’
‘Als ik met pensioen ga, wil ik dat de cardiologische zorg voor vrouwen wezenlijk is veranderd. Ik zit hier helemaal op mijn plek.’ Haar missie is begonnen. Vanaf 1 mei bekleedt prof. dr. Angela Maas de nieuwe leerstoel cardiologie voor vrouwen. J a n n i e M e u ss e n
Gehaast komt cardioloog prof. dr. Angela Maas uit een vergadering. Na een maand Radboud lijkt ze al aardig ingeburgerd. Op weg naar haar werkkamer verontschuldigt ze zich voor de troosteloze laboratoriumruimte, de bewoners zijn vertrokken naar de nieuwbouw. Haar verhaal vertelt ze met rappe tong. Duidelijk niet voor de eerste keer, maar nog steeds met passie. Haar nieuwe leerstoel cardiologie voor vrouwen heeft goed gescoord in de media. ‘In de Isala klinieken Zwolle heb ik twintig jaar spreekuren gedraaid met vrouwen. Ik wil niet dat die ervaring mijn ding blijft. Als ik met pensioen ga (nu 55 jaar, red.) wil ik dat de cardiologische zorg voor hen is verbeterd. En dat hoop ik waar te maken in deze academische omgeving.’ Een leerstoel cardiologie voor vrouwen. Kennelijk nodig? ‘Er is een wezenlijk verschil in klachten, diagnostiek en behandeling van hartklachten tussen mannen en vrouwen.’ Ze loopt naar haar boekenkast. ‘Kijk, allemaal wetenschappelijke literatuur hierover. Ik ben in het verleden tegen een muur van onbegrip aangelopen, en dan druk ik me nog bescheiden uit. Met name mannelijke collega’s deden mijn bevindingen af als vrouwengedoe. Vroeger leden meer mannen dan vrouwen aan hart- en vaatziekten. Pas sinds de negentiger jaren openbaart de problematiek zich – mede door de emancipatie – steeds vaker bij vrouwen. Zij zijn goed in multitasken, honderd dingen tegelijk doen. Die stress is een sterke risicofactor. Met het verschil dat mannen met klachten naar de dokter gaan, terwijl vrouwen er eerst zelf een verklaring voor zoeken. “Die druk op de borst zal wel door de over-
gang komen, of door die afmattende mantelzorg voor mijn ouders.” Ze raadplegen vaak te laat een dokter. En die neemt hun klachten soms minder serieus, dan als er een man op het spreekuur verschijnt. Het sterftecijfer na een hartinfarct is bij vrouwen twee keer zo hoog.’ Hoezo werkt het bij vrouwen anders? ‘Die verschillen zijn geen hersenspinsels. Ze lopen door alle deelgebieden heen, van aderverkalking, hartfalen tot hartritmestoornissen. Het begint al bij het ontstaan van hart- en vaatziekten. Bij mannen openbaren klachten zich eerder op jonge leeftijd. Bij vrouwen neemt het risico juist tijdens en na de overgang toe. Bij hen ligt de piek vooral na het 65e jaar. Bij mannen ontstaat hartfalen vaak door een hartinfarct, door beschadiging van de hartspier. Bij vrouwen gaan er bij hartfalen vaker hoge bloeddruk of suikerziekte aan vooraf. Boezemfibrilleren leidt bij vrouwen vaker tot kleine embolietjes in het hoofd, met op latere leeftijd groter risico op een beroerte. Ook de interactie met ontstekingsziekten is anders. Inmiddels is bijvoorbeeld aangetoond dat reuma, vooral bij vrouwen, gepaard kan gaan met verborgen aderverkalking. Dat wordt nu vaak over het hoofd gezien. En zo kan ik nog even doorgaan…!’ Wat is uw missie? ‘Cardiologen zijn altijd geschoold volgens het mannenmodel. De diagnose hartinfarct werd en wordt bij vrouwen nog steeds gemist, omdat de signalen niet passen bij wat medici geleerd hebben. We moeten meer inspelen op de nieuwe inzichten. Daar wil ik anderen voor enthousiasmeren. Allereerst door een steentje bij te dragen aan het onderwijs. We ontwikkelen een landelijk onderwijsmodel, waardoor studenten geneeskunde
5
Foto: Flip Franssen
en cardiologische arts-assistenten oog krijgen voor de verschillen. Daar kunnen ze later in hun praktijk van profiteren.’ Maas doet ook zendingswerk in de nascholing. ‘Volgende week sta ik voor honderd huisartsen in het Friese Akkrum. Ik daag zo’n grote groep graag uit. Wij hebben in de afgelopen jaren 330 vrouwen gevolgd met ernstige zwangerschapsvergifting. Na tien jaar blijkt 43 procent van hen al vóór het veertigste jaar te lijden aan hoge bloeddruk. Belangrijk voor huisartsen om hier alert op te zijn. Want als je er niet tijdig naar handelt, ontstaat er onnodig schade. Hoge bloeddruk later in de zwangerschap is bijvoorbeeld ook een belangrijke voorspeller van hoge bloeddruk op termijn. Een hoger risico op hartklachten geldt ook voor vrouwen die in de overgang raken vóór hun veertigste. Ik geef huisartsen dan ook mee: “Ga door die bril kijken, dan ga je ook meer zien.” En veronderstel bij een vrouw van 65 met opvliegers niet dat het nog steeds naweeën van de overgang zijn. Vaak ligt er een hartprobleem onder.’ Is de tijd er nu meer rijp voor? ‘Ja, specialismen kijken ook gemakkelijker over de grenzen van hun vakgebied heen. Met het besef dat je veel van elkaar kunt leren. Ik ben bijvoorbeeld in gesprek met oncologen. Door bestraling en chemotherapie na borstkanker kan er op den duur schade aan het hart ontstaan. En ik heb contacten gelegd met de gynaecologen, want zij kunnen zwangere vrouwen met risico in een vroeg stadium aanwijzen. De vereniging Obstetrie/ Gynaecologie heeft mij zelfs gevraagd mee te kijken bij het opstellen van hun richtlijnen. Mooi toch!’ De kersvers hoogleraar wil ook onderzoek gaan doen. ‘Waarom sterven er bijvoorbeeld meer vrouwen dan mannen na een hartinfarct, terwijl ze meestal minder ernstige aderverkalking hebben? Zo liggen er veel vragen op een antwoord te wachten.’ Maas zit hier helemaal op haar plek. ‘Los van mijn leerstoel, merk ik hoe leuk het is om van werkomgeving te wisselen. Veel specialisten zitten, net zoals ik, lang op dezelfde stoel. Eigenlijk is dat niet gezond!’ n Benieuwd naar haar achtergrond? Zie het persbericht op www.umcn.nl in het nieuwsarchief van mei.
r radb eportage
Tumor met uitgroei in het bloedva
Een patiënt ondergaat een operatie voor een tumor in haar nier met uitgroei in de bloedvaten richting het hart. Een van de expertises van de afdeling Urologie in samenwerking met andere disciplines. Specialistische zorg waarvoor uit een groot deel van Nederland naar het UMC St Radboud verwezen wordt. Gijs M u n n ichs
Op de verpleegafdeling herstelt mevrouw De Deken van een operatie waarbij een hele nier en de uitgroei van de niertumo
Vrijdagmiddag, mevrouw De Deken en haar man, afkomstig uit Deventer, zijn opgelucht. Enigszins, althans. De 71-jarige vrouw heeft een forse tumor in haar rechternier, die bovendien is uitgegroeid in het bloedvat richting het hart. Ze is in het Radboud om te controleren
of de tumor niet ín het hart gegroeid is. Maar gelukkig, het hart is niet bereikt. Op drie centimeter na, zo toont de CT-scan. De vrouw moet de maandag erop een operatie ondergaan, waarbij haar rechternier en de uitgroei van de tumor in het bloedvat verwijderd worden. ‘Een ingrijpende operatie’, vertelt ze. ‘Maar gelukkig zit de tumor niet in het hart. Ik hoef dus geen hartoperatie te ondergaan. Dat was nóg ingrijpender geweest.’
‘U moet naar Nijmegen’ Begin 2012 kreeg ze allerlei vage klachten: vermoeidheid, pijn in de rug, ’s nachts zweten. ‘Alsof ik opnieuw in de overgang kwam’, grapt ze. Aanvankelijk dacht de huisarts aan nierbekkenontsteking. Een antibioticakuur volgde, maar zonder resultaat. Het ziekenhuis in Deventer stelde uiteindelijk de diagnose: nierkanker. Dat sloeg in als een bom. ‘Ik was wat vaak moe de laatste tijd, maar ziek? Dat ben ik nooit. De diagnose kwam volkomen onverwacht. Omdat de tumor was uitgegroeid in de bloedvaten, zeiden de artsen in Deventer meteen: “U moet naar Nijmegen”. Want daar zijn ze gespecialiseerd in deze operaties.’ Mevrouw De Deken is onder behandeling bij de afdeling Urologie. Het opereren van tumoren met uitgroei in de bloedvaten is specialistische zorg. Behalve de uroloog komt er vaak ook een leverchirurg aan te pas en, als er in het hart geopereerd moet worden, eveneens een cardiothoracaal chirurg. Het Radboud is een van de weinige centra in Nederland die deze operaties doen. Uit een groot deel van het land, vooral Oost- en ZuidNederland, worden patiënten verwezen. Nierkanker treft jaarlijks ongeveer 1700 nieuwe patiënten. ‘Bij ongeveer zestig mensen is de tumor uitgegroeid naar de centrale bloedvaten. Dat is dus behoorlijk zeldzaam’, zegt prof. dr. Peter Mulders, afdelingshoofd Urologie. ‘Wij opereren daar ongeveer de helft van, zo’n dertig patiënten per jaar. Dit kan dankzij onze jarenlange expertise met nierkankerbehandelingen.’
Levermobilisatie Urologen Peter Mulders en Michiel Sedelaar opereren een patiënt die een niertumor heeft met uitgroei in de bloedvaten.
‘s Maandags gaat mevrouw De Deken onder het mes. De operatie duurt zo’n vier uur. Prof. Mulders voert deze
6
samen uit met collega-uroloog Michiel Sedelaar. ‘Bij deze patiënt is de tumor in haar nier uitgegroeid naar de holle ader, het bloedvat dat onder de lever door loopt. Om goed bij deze ader te kunnen komen, moeten we de lever omklappen’, legt Mulders uit. Dit laatste heet levermobilisatie. Dit wordt gedaan door leverchirurg prof. dr. Hans de Wilt, een van dé specialisten op dit gebied in Nederland. Door de levermobilisatie komt het bloedvat vrij te liggen. ‘Vervolgens sluiten we het deel van het bloedvat af waarin de tumor zich bevindt’, vervolgt Sedelaar. ‘Dat doen we door boven en onder de tumor een klem te plaatsen. Dit is cruciaal, want hiermee krijgen we controle over het bloedvat. Bij een mens stroomt door deze ader vijf liter bloed per minuut. Met het afklemmen voorkomen we dat er hevige bloedingen ontstaan. Je kunt dit bloedvat kortdurend afsluiten, in deze specifieke casus zo’n 15 minuten. In die tijd verwijderen we de nier en de uitgroei van de tumor in het bloedvat.’ De levermobilisatie wordt sinds enkele jaren in het Radboud gedaan. Voorheen moest er, om de tumor in het bloedvat goed te bereiken, altijd ter hoogte van het hart geopereerd worden. ‘Bij bijvoorbeeld mensen met een zwak hart liep je dan meer risico’s’, vertelt Sedelaar. ‘Door de levermobilisatie hoeven mensen niet meer standaard een hartoperatie te ondergaan. De kans op complicaties is daardoor veel kleiner.’ Een hartoperatie gebeurt nu alleen als de tumor vanuit het bloedvat daadwerkelijk het hart is ingegroeid. Die operaties worden ook in het Radboud gedaan door de urologen, samen met cardiothoracaal chirurg Michel Verkroost.
Bewonderenswaardig Mensen die een zelfde operatie hebben gehad als mevrouw De Deken knappen daar doorgaans goed van op. ‘Door de tumor in het bloedvat heeft het bloed niet goed kunnen doorstromen richting het hart’, licht Sedelaar toe. ‘Dat verklaart de vermoeidheid bij deze mensen. Na de operatie en het weghalen van de tumor kunnen ze weer qua conditie als vanouds worden.’ Mevrouw De Deken moet na de operatie nog een week herstellen in het ziekenhuis. De operatie is goed verlo-
radb o d e 1 0 - 2 0 1 2
dvat
Onderzoek Urologie top 3 in Europa De afdeling Urologie staat in de top 3 van Europa wat betreft wetenschappelijke output. Zo vermeldt de European Urolo gy, het toonaangevende tijdschrift bin nen het vakgebied. ‘Een erkenning voor onze academische kwaliteit.’
or in de bloedvaten zijn weggehaald.
Foto’s: Marc van Teeffelen
pen. De opluchting is zichtbaar bij haar. ‘Echt, iedereen doet werkelijk fantastisch werk’, vertelt ze, vanuit haar bed op de verpleegafdeling. ‘De verpleegkundigen zijn zo aardig en de artsen ook. De operatie was ongelooflijk spannend. Natuurlijk, die mensen doen gewoon hun werk, maar eigenlijk is het zeer bewonderenswaardig allemaal.’ Ook haar man is zeer tevreden. ‘Ik heb in het Radboudhotel kunnen slapen, ben uitstekend opgevangen. Als partner kon ik me zo volledig richten op mijn vrouw en haar operatie.’
Leven en dood Ongeveer een week na de operatie komt de uitslag van het weefselonderzoek. Bij mevrouw De Deken is de uitslag goed: er zijn geen kankercellen meer in het operatiegebied te zien. Ze kan gerust naar huis, maar moet wel op controle blijven komen. Verpleegkundige Cynthia van der Poel vindt het altijd een mooi moment als patiënten een gunstige uitslag krijgen. ‘Je voelt de opluchting. Soms zie je iemand echt een ander persoon worden, zo blij is men. Is er slecht nieuws dan wil ik er graag voor de mensen zijn, ze aandacht geven, een steuntje in de rug bieden.’ Uroloog Sedelaar beseft dat hij letterlijk op het snijvlak van leven en dood opereert. ‘Tegelijk is het gewoon ons werk’, vertelt hij. ‘Maar het geeft me wel een warm gevoel als ik zie dat een patiënt goed opknapt en tevreden naar huis kan.’ Kundigheid in het opereren is één, maar de aandacht voor de patiënt is evengoed belangrijk, aldus Sedelaar. ‘Verplaats je maar eens in de patiënt. Wat wil je dat een dokter doet? Dat hij aandachtig je verhaal hoort en goed uitlegt wat er staat te gebeuren. Als dokter moet je ook je menselijke kant laten zien en meeleven met de patiënt. We doen hier in het UMC de meest ingewikkelde operaties. Daar zetten we al onze expertise voor in. Maar voor de patiënt is betrokkenheid tonen en aandacht voor ze hebben minstens zo belangrijk.’ n
Ooit begon de afdeling Urologie als tweemansfractie in het Radboudziekenhuis. Inmiddels, 35 jaar later, geniet de afdeling een stevige wetenschappelijke reputatie. Dat is bevestigd in de European Urology. Onlangs verscheen daarin onderzoek, uitgevoerd door een centrum uit Philadelphia (VS). Dit centrum onderzocht de wetenschappelijke output in het urologisch onderzoek, gemeten naar het aantal publicaties per staflid. Ook is gekeken naar de impactfactor: hoe vaak wordt een artikel geciteerd? Des te belangrijker het tijdschrift, des te hoger de impact. De afdeling Urologie van het Radboud scoort op deze manier een derde positie in de wetenschappelijke output per staflid. Alleen Milaan (nummer één) en München (nummer twee) scoren beter. Tweede Nederlandse ziekenhuis is het Erasmus MC, dat de vijfde plek bezet.
Meer dan 100 publicaties De afdeling Urologie heeft twaalf stafleden. Gezamenlijk goed voor meer dan honderd publicaties per jaar. Dit betreft onderzoek op het gebied van prostaatkanker, nierkanker, blaaskanker, functionele urologie, kinderurologie en epidemiologie. Vaak wordt
dit onderzoek samen uitgevoerd met de afdelingen Medische Oncologie, Radiologie en Nucleaire Geneeskunde. ‘We doen veel onderzoek naar nieuwe behandelvormen van genoemde tumorsoorten’, vertelt prof. dr. Peter Mulders, afdelingshoofd Urologie. ‘Zoals bloedvatremmende behandelingen of behandelingen met radioactieve stoffen of met vaccins. Maar ook bijvoorbeeld onderzoek naar nieuwe operatietechnieken, zoals robotnieroperaties of de levermobilisatie bij nierkanker (zie verhaal links).’ De wetenschappelijke ‘crew’ van Urologie bestaat naast de klinische en researchstafleden uit zo’n tien promovendi, plus ongeveer vijftien fellows per jaar. Deze fellows zijn vaak onderzoekers uit het buitenland die voor enkele maanden tot soms jaren onderzoek komen doen in het Radboud. Ook kijken ze mee bij bijvoorbeeld interessante operaties. Zo werd de operatie van mevrouw De Deken bijgewoond door twee fellows, uit Polen en Portugal. Een andere fellow van de afdeling, dr. Fawzy Farag uit Egypte, won begin 2012 een prijs in Parijs voor onder andere zijn innovatieve onderzoek op het gebied van functionele urologie en imaging.
Zorg verbeteren ‘De top 3-positie in de European Urology is een erkenning voor onze academische kwaliteit’, aldus Mulders. ‘Onze kracht is het translationele onderzoek. Het fundamentele onderzoek uit het lab vertalen we naar de kliniek. En andersom: vragen uit de kliniek onderzoeken we in het lab. Onze klinische stafleden werken nauw samen met onze researchstafleden. Met als gezamenlijk doel dat we de uitkomsten uit wetenschappelijk onderzoek kunnen inzetten om de zorg voor onze patiënten te verbeteren.’ n
Jaarlijks zijn er zo’n zestig nierkankerpatiënten met een tumoruitgroei in de bloedvaten. Het Radboud opereert daar ongeveer de helft van.
7
TE KOOP mooie ruime hoekwoning met carport aan de Kromme Dissel 7 in Beuningen, ong. 15 min van Het UMC St. Radboud. Met een grote L-vormige woonkamer van 48 m2., 3 slaapkamers en grote zolderkamer met dakkapel. Badkamer en toilet vorig jaar volledig vernieuwd. Dicht bij uitvalswegen (A50/A73). Alles is instap klaar.
Taal In’to verbindt. Summerschool • • • • • •
Prijs € 225.000 K.K Info www.huizenzo.nl tel: 0487-518510
KAAIJ ADVOCATEN 1E CONSULT (20 MIN.) GRATIS
Voor de persoonlijke aanpak
Chinees Duits Engels (IELTS fast-track) Frans Italiaans Spaans
w w w. r a d b o u d i n t o l a n g u a g e s . n l
FRANSESTRAAT 12 6524 JA NIJMEGEN
Mr. Michaëla B.M. Kaaij, gecertificeerd NMI mediator Mr. Drs. H.A.M. Schouten TEL : (024) 324 59 37 Strafrecht, mediation, echtscheiding, alimentatie, omgangsregeling en andere familiezaken, huur, arbeid en ontslag, uitkering, consument en incasso.
Expertisecentrum voor taal en communicatie van de Radboud Universiteit Nijmegen
Wij zijn ook verhuisd route 635 route 582
Huidtherapie o.a. acne- en oedeemtherapie
Duurzaam ontharen alle erkende methodes; elos, diodelaser, IPL, elektrisch
Anti-Aging behandelingen oudere huid, rimpels, verkleuringen met o.a. fractional laser en eMatrix,.
Microdermabrasie, peeling onregelmatigheden als comedonen, (acne)littekens, vergrote poriën
Lichaamsbehandelingen cellulite, slappe huid, vetophopingen o.a; VelaShape, LipoMassage, LPG
bewonder onze nieuwe salon bel voor een afspraak 024-(36)10125
...door uw gift op giro 6640
Tegen inlevering van deze advertentie tot 30 juni 2012
1 5,00 KORTING
cliniclowns.nl
Miranda Willaert
PRAKTIJK VOOR HUIDBEHANDELINGEN
Kijk op www.mediderm.nl of bel 0318 505065 voor een gratis consult Hoogwaardige huidbehandelingen en huidtherapie. Nijmegen - Arnhem - Ede - Veenendaal
Jeanette Millecam
Wie Waarborgt de 30 jaar ervaring van akkermans van elten log in op radboud.meeus.com of laat ons op het PiP uw voordeel berekenen! Medewerkers van UMC St Radboud kiezen bewust voor de beste verzekering, pensioen of hypotheek. Akkermans van Elten zet al dertig jaar deze mogelijkheden helder op een rij. En vanaf nu doen we dat onder een nieuwe naam, met een nieuw logo maar met de vertrouwde dienstverlening. Op het gebied van verzekeringen bent u bij Meeùs aan het juiste adres. Met heldere communicatie en realistische oplossingen die zijn toegesneden op uw situatie.
Altijd bij u in de buurt én op de hoogte wat er speelt in de gezondheidszorg. Zo heeft Meeùs met UMC St Radboud een aantal collectieve financiële pakketten ontwikkeld die u veel voordeel bieden. - Tot 35% korting op uw privéverzekeringen - Korting op uw hypotheek - Deze kortingen blijven behouden bij uit dienst treden - Inkomenszekerheid bij arbeidsongeschiktheidsverzekering
8
verzekeringen | Hypotheken | Pensioenen meer weten? Loop op maandag binnen bij het PIP (Personeels Informatie Punt) Of maak een afspraak T 026 400 12 11 (radboudlijn) E
[email protected]
o radb n d e rz o e k ode 10 - 2012
wetenswaardig IGMD Junior Award voor Manoe Janssen Onderzoeker Manoe Janssen (afdeling Maag-, Darm- en Leverziekten) heeft op 7 juni de IGMD Junior Award 2012 ontvangen. Het bestuur van het Institute for Genetic and Metabolic Disease kende haar de prijs toe, vanwege haar uitmuntende onderzoek en de publicatie van haar resultaten in het toptijdschrift Gastroenterology.
P r o f . d r. i r. H a n s v a n B o k h o v e n lid CCMO
Op de foto de vier onderzoekers dr. Eva Morava (Kindergeneeskunde), drs. Saskia Wortmann (Kindergeneeskunde), dr. Arjan de Brouwer (Genetica) en prof. Ron Wevers (Laboratoriumgeneeskunde). 'Een mooi voorbeeld van translationeel onderzoek gedragen door drie afdelingen van ons UMC.' Foto: Frank Muller
Biobatterijen lopen langzaam leeg Soms zien artsen, na een consult van een patiënt met een onbekend zeldzaam ziektebeeld, snel daarna nog enkele van deze patiënten. Dat overkwam twee kinder artsen van het Radboud die met de afdeling Laboratorium geneeskunde alle symptomen van het later genoemde MEGDEL-syndroom in kaart brachten. Samen met klini sche Genetica werd het defect ontrafeld. Het ziekte beloop is nu bekend. ‘Heel confronterend voor de ouders, maar het schept veel duidelijkheid.’
P i e t e r L o ma n s e n N e l l e k e D i n n iss e n
Een jaar of tien geleden zagen kinderartsen drs. Saskia Wortmann en dr. Eva Morava kinderen die als gezonde baby werden geboren. Na verloop werden deze kinderen doof, leerden niet meer praten, gingen steeds slechter lopen en kregen ernstige spierproblemen. Een aantal overleed op kinderleeftijd.
Te hoog zuurgehalte De twee kinderartsen brachten de symptomen van de nog onbekende aandoening in beeld, en vroegen bij prof. dr. Ron Wevers, hoogleraar Laboratoriumgeneeskunde, een onderzoek aan naar eventuele typerende afwijkingen in de stofwisseling. Wevers vond in de urine een sterk verhoogde concentratie van een bepaald zuur (3-MGA-uria). Morava: ‘Met dit stofje en de klinische kenmerken konden we deze patiënten voor het eerst duidelijk herkennen en een toekomst schetsen, hoe teleurstellend en confronterend dat ook voor ouders is.’ De aandoening kreeg de naam het MEGDEL-syndroom, dat met de verhoogde zuurconcentratie de onderzoekers leidde naar het syndroom van Barth. Bij deze patiënten is eveneens de concentratie van hetzelfde zuur verhoogd. Zij kampen vooral met hartproblemen die worden veroorzaakt door stofwisselingsproblemen in de mitochondriën, de energiecentrales die alle cellen voorzien van brandstof.
Biobatterij Ook bij MEGDEL-patiënten zit het probleem in de mitochondriën, de “biobatterijen” van de cel. ‘De precieze oorzaak ontdekten we pas met Next Generation Sequencing, waarmee we alle genen in één keer in kaart kunnen brengen’, vertelt klinisch geneticus Arjan de Brouwer. ‘Toen zagen we meteen één gemuteerd
gen: het SERAC-gen.’ Wortmann: ‘Niemand kende dit gen en het bijbehorende eiwit, niemand wist op welke plaatsen in de cel dit eiwit actief is en wat het precies doet. Het enige aanknopingspunt was, dat wij konden voorspellen, dat het eiwit iets met de stofwisseling in de mitochondriën te maken zou hebben.’
Vijf energiemachines ‘Je kunt zo’n mitochondrion zien als een biologische batterij, waarin vijf machines samen de energie produceren die onze lichaamscellen nodig hebben’, aldus Wevers. ‘Zit er een foutje in zo’n gen waardoor het bijbehorende eiwit niet goed meer werkt, dan kan deze energiefabriek gaan haperen. Afhankelijk van de hapering ontstaan zo diverse mitochondriële stofwisselingsziekten met uiteenlopende symptomen. In hoog tempo brengt biomedisch onderzoek deze ziekten in kaart.’ Een deel van de mitochondriële aandoeningen is echter niet te verklaren door dit defect. Dat geldt ook voor het MEGDEL-syndroom. Wevers: ‘Niemand dacht toen nog aan de wand van de mitochondriën, de membraam, als boosdoener. Het blijkt namelijk dat “machines” in de mitochondriën alleen maar goed kunnen functioneren als ze stevig zijn verankerd in de membraan. ’
Vetzuren zorgen voor verankering De membraan bestaat uit vetzuren die als een lange staart zijn opgebouwd uit koolstofatomen. Hoe meer koolstofatomen (C), hoe langer de vetzuurstaart. Wevers: ‘Via onze voeding krijgen we vetzuren met verschillende lengtes binnen. Zij zijn de bouwstenen van de membraan van het mitochondrion, waarin de vijf energieproducerende machines zijn verankerd. Het MEGDEL-syndroom leerde ons dat de lengte van de vetzuren in dit membraan heel nauw luistert en zelfs van essentieel belang is’. De Nijmeegse onderzoekers ontdekten dat het SERACgen codeert voor een eiwit dat C16 vetzuren vervangt door C18 vetzuren. Kinderarts Morava: ‘Gebeurt die vervanging niet, dan kan de membraan de energiemachines niet goed op hun plaats houden. Ze beginnen na verloop van tijd te wiebelen en werken niet meer optimaal. Dat is precies wat er gebeurt bij de patiënten met het MEGDEL-syndroom. Aanvankelijk lijkt er niets aan de hand, maar na verloop van tijd gaan ze steeds slechter functioneren, waardoor de “biobatterijen” van de patiënten langzaam leeglopen.’ ‘Met de kennis die we nu hebben kunnen we manieren zoeken om blokkades in de verstoorde stofwisseling te manipuleren’, zegt Wortmann. ‘Misschien is het defect minder ernstig te maken of misschien zelfs op te heffen, want uiteindelijk willen we werken aan een therapie.’ n De resultaten zijn recent gepubliceerd in Nature Genetics
9
Prof. dr. ir. Hans van Bokhoven, hoogleraar Moleculaire Neurogenetica, is sinds 1 mei benoemd tot lid van de CCMO. De Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek waarborgt de bescherming van proefpersonen bij medisch-wetenschappelijk onderzoek.
FEDERA-prijs voor p r o f . d r. J o h n J a n s e n Prof. dr. John Jansen, afdelingshoofd Tandheelkunde, heeft samen met prof. Van Blitterswijk (Universiteit Twente) op 8 juni de FEDERA-prijs 2012 gewonnen. Zij gelden als grondleggers én ontwikkelaars van de regeneratieve geneeskunde in Nederland. Zij onderzoeken de ontwikkeling van biomaterialen en welke rol groeifactoren hierbij spelen. Mede dankzij hun inspanningen zijn technieken ontwikkeld die vervolgens toepassing vonden bij patiënten. De FEDERA is een samen werkingsverband van 36 medisch-wetenschappelijke verenigingen.
Promoties, oraties, afscheidsredes* • Promotie drs. Tom Rouwette, vrijdag 22 juni om 10.30 uur. Titel: Neuropathic pain and the brain. Differential involvement of corticotropin-releasing factor and urocortin 1 in acute and chronic pain processing • Promotie drs. Sylvie Noordemeer, vrijdag 22 juni om 12.30 uur. Titel: Orchestrating the ubiquitin solos in the hematopoietic symphony. Genomic & proteomic studies on ubiquitination in normal and malignant blood cell development • Oratie prof.dr. Frank Vandenbussche, hoogleraar Verloskunde, met speciale aandacht voor Foetale Geneeskunde, vrijdag 22 juni om 15.45 uur. Titel rede: Het leven voor de geboorte • Promotie Hermann Bussmann, maandag 25 juni om 15.30 uur. Titel: An evidenced-based public health approach to establish an antiretroviral treatment program in a resource-limited setting • Promotie drs. Ben van Schaijk, dinsdag 26 juni om 10.30 uur. Titel: The Plasmodium 6--cysteine protein family in sexual and sporozoite stages: targets for malaria vaccine development • Promotie Andre Lin Ouedraogo, woensdag 27 juni om 10.30 uur. Titel: Determining the burden of Plasmodium falciparum transmissible stages in sub-Saharan African Settings: Indices of transmission in Burkina Faso • Promotie Astrid Oude Lashof, dinsdag 3 juli om 13.30 uur. Titel: Treatment of invasive Candida infections - clinical decision making • Promotie Maïlys Guillard, vrijdag 6 juli om 10.30 uur. Titel: Biochemical and clinical investigations for the diagnosis of congenital disorders of glycosylation • Promotie drs. Arjen Hoogendam, vrijdag 6 juli om 13.00 uur. Titel: Evidence based searching at the point of care * Locatie: RU, Academiezaal Aula, Comeniuslaan 2, tenzij anders vermeld. Meer info: www.umcn. nl, Research, Science Agenda.
radb m ensen ode 10 - 2012
mensen Bijdragen voor de rubriek Mensen (maximaal 150 woorden) kunt u tot uiterlijk donderdag 09.00 uur in de week vóór verschijnen mailen naar
[email protected], separaat voorzien van een scherpe digitale foto met een hoge resolutie.
Patricia Renkens-Broekman
Patricia Renkens-Broekman is 25 jaar in dienst. Na een korte periode op het secretariaat Cardiologie begon ze op de afdeling Algemeen interne Geneeskunde als secretaresse van prof. Theo Thien en prof. Jos van der Meer. Dat we een uitstekende keuze hadden gemaakt met Patricia werd al gauw duidelijk: een zeer nauwkeurig, scherp organiserende volbloed secretaresse met een uitstekend overzicht op het geheel. Brieven door haar getypt waren en zijn altijd foutloos en onberispelijk. Dankzij haar kwaliteiten ging Patricia het secretariaat verzorgen van de internistenopleiding. Gezien de omvang van de opleiding (zo’n 55 artsen in opleiding tot internist in de regio en hetzelfde aantal in het UMC) een gecompliceerde taak. Het bleek een kolfje naar haar hand. Zij doet deze taak nog steeds met grote perfectie en is daarmee de steun en toeverlaat van de hoofdopleider en het opleidingsteam. Onze waardering voor haar taakuitoefening heeft destijds gestalte gekregen in de toekenning van een zeer verdiende Radboudpluim. Wij hopen dat we nog lang van haar kwaliteiten gebruik mogen maken. Jos van der Meer, emeritus afdelingshoofd AIG Jacqueline de Graaf, hoofdopleider Internistenopleiding Miriam Wolthuis, hoofd secretariaat
D r. E r i k H e s s e l i n k
Dr. Erik Hesselink neemt eind juni afscheid van de afdeling Heelkunde. Vanaf begin 2007 is hij aangesteld met als aandachtsgebied de gastro-intestinale en hepato-biliaire chirurgie. Hij heeft zich daarbij vooral ingezet voor de oncologische zorg van patiënten met levermetastasen uit de gehele regio. Ook heeft hij in de afgelopen jaren een grote hoeveelheid arts-assistenten, fellows en chirurgen opgeleid in de beginselen van de leverchirurgie. Op 26 juni zal de afdeling een afscheidssymposium organiseren over de multidisciplinaire aspecten van de leverchirurgie, waar Erik zelf een voordracht verzorgt. Hij laat een afdeling achter waarbij de
73 keer omhoog Maar liefst 73 maal beklom het Radboudteam de Alpe d’Huez. Dat deden zij op 7 juni tijdens de actie Alpe d’HuZes in Bourg d’Oisans in Frankrijk. Samen met 8.000 deelnemers reden zij zo vaak mogelijk tegen deze Nederlandse berg op en wierven zo gelden voor de bestrijding en preventie van kanker. En met succes! De totale actie leverde tot nu toe bijna 30 miljoen euro op, waarvoor het UMC St Radboud 50.000 euro bijdraagt. Dit laatste bedrag is onder meer tot stand gekomen door opbrengsten uit de spinning marathon, een bingo, een loterij en via individuele werving van de deelnemers. De stichting Alpe d’HuZes, onderdeel van het KWF, stelt de opbrengt ter beschikking van kankeronderzoek, waaronder aan verschillende projecten van het Radboud en RUCO (onder meer aan projecten over sneldiagnostiek en opereren zonder snijden). Willemijn Hobo van Laboratoriumgeneeskunde ontving op 4 juni op de top van de Alpe d’Huez de Bas Mulder Award (600.000 euro) voor onderzoek naar het verbeteren van mogelijkheden om tumoren via het immuunsysteem te lijf te gaan. Alle zestien deelnemers van het team Radboud Oncologie hebben de beklimmingen, dalingen en hitte veilig doorstaan, mede dankzij de ondersteuning van diverse vrijwilligers van binnen en buiten het UMC St Radboud. Meer indrukken ziet u op www.umcn.nl/alpedhuzes. PB
leverchirurgie jaarlijks groeit in aantal resecties en meerdere onderzoekers en promovendi werkzaam zijn op het gebied van levermetastasen. Dr. J. de Wilt en C. van laarhoven
Monique Koreman
Op 16 juni is Monique Koreman 25 jaar in dienst. Ze begon haar carrière als keukenhulp bij het facilitair bedrijf. Het werken op een verpleegafdeling trok haar. Zij ging zich oriënteren op de functie als voedingsassistent en volgde de scholing “Voeding”. In 2008 kwam ze als zorghulp op de afdeling Q2Zee. Met enige regelmaat werkt zij hier ook als voedingsassistent. Monique kennen wij als een hard werkende, rustige en vriendelijke collega. Zij staat voor iedereen klaar en zet zich voor de volle 100 procent in voor kind en ouder. Wij hopen dat ze nog lang bij ons zal blijven werken. Een feest volgt nog om dit te vieren. Namens de leiding en alle collega’s feliciteren wij Monique van harte met dit jubileum. Margriet van Buuren, verpleegkundig manager afdeling Medium Care Kindergeneeskunde Gerard Jorna, verpleegkundig teamleider afdeling Q2Z
Rietje Salet - van de Pol
Na een dienstverband van ruim 40 jaar heeft Rietje Salet-van de Pol besloten haar actieve loopbaan per 1 juli 2012 te beëindigen. In 1972 werd door prof. Vooijs, binnen de afdeling Pathologie, een laboratorium opgericht waar onderzoek werd gedaan op celniveau: het laboratorium voor cytopathologie. Rietje was een van de eerste analisten op dit laboratorium en zij heeft vanaf die beginperiode tot nu het laboratorium en de cytopathologie mede vormgegeven. Zij was betrokken bij landelijke onderwijsactiviteiten, georganiseerd vanuit het laboratorium. Ook is zij tot nu toe gastdocent geweest op de Hogeschool Arnhem-Nijmegen. Op internationaal niveau heeft de Nijmeegse cytopathologie, mede dankzij de inzet van Rietje, zijn sporen achtergelaten. Vanaf 1996 was zij lid van de Advisory Committee van de European Federation of Cytology Societies (EFCS). Tijdens de jaarlijkse Tutorials heeft Rietje namens Nederland haar bijdrage geleverd. Zij heeft aan de wieg gestaan van het laboratorium voor cytopathologie van dit ziekenhuis en in de loop der jaren een enorme schat aan kennis en ervaring opgebouwd en die met velen gedeeld. Wij gaan in haar een zeer toegewijde, deskundige en gewaardeerde collega missen.
I n m e m o riam Henk Westerbaan Afgelopen woensdag, 6 juni, is onze collega Henk Westerbaan overleden. Henk heeft binnen het UMC St Radboud de opleiding tot verpleegkundige gevolgd en hier in totaal 36 jaar gewerkt. Na zijn opleiding startte hij op de afdeling Heelkunde waar hij in 1988 parttime ging werken. Zo kon hij de zorg voor zijn kinderen op zich nemen. In 2005 maakte Henk de overstap naar de Medium Care. Hier heeft hij, naast de zorg voor de patiënten heelkunde, ook met cardiothoracale patiënten gewerkt. Twee jaar later koos hij ervoor om de opleiding Intensive Care te volgen. Op alle afdelingen waar Henk heeft gewerkt, zullen zijn collega’s hem herinneren als een warm en gevoelig mens, met veel humor en liefde voor klassieke muziek. Hij had een opvallend hoog kennisniveau en oprechte interesse voor de patiënt. Helaas heeft Henk de laatste jaren, als gevolg van persoonlijke omstandigheden, niet meer als verpleegkundige kunnen werken. Namens alle (oud)collega’s wensen wij zijn kinderen Bas, Bram en Renee alle kracht toe om dit zware verlies te dragen. Namens de afdeling Intensive Care/ Medium Care Prof. dr. J.G. van der Hoeven, afdelingshoofd Mw. drs. A.M.M. Broods, bedrijfsleider Mw. S. Kaalberg, hoofdverpleegkundige In Memorial Site: http://henk.westerbaan.name/
10
Natuurlijk respecteren wij haar keuze om te stoppen en wij hopen dat zij, nog vele jaren in goede gezondheid samen met haar man Willem, kan genieten van het leven en vele mooie (zeil) reizen. Namens het laboratorium voor cytopathologie, Operationeel leidinggevende, Tiny Heijnen-Wijnen
Tanja Corbeek-Thijssen
Op 1 juli is Tanja Corbeek-Thijssen 25 jaar in dienst. Zij begon op 1 september 1986 met de opleiding tot A-verpleegkundige. Na een jaar is zij overgestapt om als sterilisatieassistent te werken op de CSA. Inmiddels werkt zij al vier jaar als logistiek medewerkster op de polikliniek Mond- Kaak- en Aangezichtschirurgie. Hier is zij letterlijk het zonnetje in huis! Door haar altijd opgewekte en vrolijke uitstraling is het heel plezierig om met haar samen te werken. Tanja is heel betrokken, met groot verantwoordelijkheidsgevoel voor alle logistieke werkzaamheden rondom de poliklinische operatiekamers. Wij hopen allen nog lang hiervan te kunnen genieten en feliciteren haar van harte met dit jubileum. Namens alle collega’s van poli MKA Marleen Bosman, teamleider poli MKA
Petrie Kusters
Op 24 juni is verpleegkundige Petrie Kusters hier 25 jaar in dienst. Ze werkt op de kraamafdeling en de verloskamers. Ze werkt met grote precisie en nauwkeurigheid en is een eerlijke en betrouwbare collega. Het was bijzonder fijn te zien, dat Petrie na een jaar van lichamelijke tegenslag, de draad weer goed opgepakt heeft. Daar hebben wij veel bewondering voor. Wij vieren haar jubileum op vrijdag 29 juni in Grand Cafe “de 10” in Malden. Iedereen is daar van 16.00 uur tot 18.00 uur van harte welkom om Petrie te feliciteren. Namens collega’s afdeling Verloskunde, team Q10 Teamleider Eefke Hoex
I n m e m o riam D r. P e t e r R . M e z g e r Het plotselinge overlijden van Peter Mezger heeft alle medewerkers van Tandheelkunde geschokt. Hij was een bescheiden persoon, stond nooit vooraan en zijn stem klonk nooit als hardste. Ofschoon hij zich wel degelijk druk kon maken over de normen en waarden van de klassieke tandheelkunde. Na zijn opleiding in Utrecht begon Peter hier zijn academische carrière bij de afdeling Conserverende Tandheelkunde. Na enkele jaren docentschap in de Endodontologie besloot hij om bij de Occlusie-opbouw te gaan werken. Hier heeft hij meer dan 33 jaar als tandarts-docent gewerkt. Peter promoveerde in 1989. Na zijn promotie bleef hij werkzaam als parttime docent en voerde hij daarnaast een kleine praktijk. Als docent is hij vooral werkzaam geweest op de grens tussen prekliniek en kliniek. Daar lag zijn kracht, omdat hij het belang van de stap die elke student moet maken - van prekliniek naar kliniek - goed aanvoelde. Daar lag tegelijkertijd ook zijn zwakte. Zijn passie om deze overgang gedetailleerd en van alle kanten te belichten, werd door studenten niet altijd begrepen en op juiste waarde geschat. Het leverde hem het imago op van een strenge leermeester. Dat stemde hem soms somber en pessimistisch. Het was bewonderenswaardig hoe hij, telkens weer met frisse moed, de zaken die hij belangrijk vond geduldig voor het voetlicht bracht. In discussies over het onderwijs woog hij de voors en tegens van veranderingen goed tegen elkaar af. Hij kon wel eens lastig zijn, maar zijn analyses sneden vaak hout. We zullen zijn kritische overwegingen missen, net zoals zijn vriendelijke verschijning, zijn maatschappelijke beschouwingen en zijn prachtige beschrijvingen van een boek of film. Prof. dr. Nico H.J. Creugers, hoofd vakgroep Orale Functieleer
radb o d e 1 0 - 2 0 1 2
Het moment In deze rubriek vertellen medewerkers over een bijzondere ervaring tijdens hun werk op het UMC St Radboud. Dit keer een persoonlijk verhaal van Suzanne Kaal, medisch oncoloog.
De afronding ‘Jip kreeg toen hij 21 was te horen dat hij botkanker had. Er volgden drie onzekere jaren. Steeds weer speelde de vraag op: krijgen de artsen de ziekte onder controle? Aanvankelijk zag het er positief uit en leek de kanker behandelbaar. Maar eind 2011 was deze optie definitief voorbij. Een ommekeer die zich bij Jip onder andere uitte in opluchting. Er was duidelijkheid: “hij hoefde er niet meer tegen te vechten”. Hij kreeg de tijd en de ruimte om de laatste fase van zijn leven invulling te geven. In 2009 werd bij ons de AYA-poli (Adolescent and Young Adults) opgericht. Een poli voor jonge patiënten met kanker. Zij lopen tegen allerlei problemen aan in de studie, werk, het aangaan van een relatie, onvruchtbaarheid etcetera. Jip had duidelijke ideeën over hoe de zorg voor jong volwassenen met kanker zou moeten zijn. Daarom vroegen we hem ambassadeur te worden van ons AYA-platform, de AYA-poli en de AYA4 online community. Voor Jip was dit een uitgelezen kans: hij wilde heel graag zijn ervaringen delen met anderen en iets nalaten. Zijn ziekte moest ook ergens goed voor zijn.
‘Dokter wilt u ook een pizza?’ Jip was een open, hartelijke jongen die altijd wel een kritische noot had, maar dat op een prettige manier kenbaar kon maken. In februari 2012, ik had toevallig dienst, werd er gebeld dat Jip op de Spoedeisende Hulp was beland. Ik was blij dat ik er voor hem kon zijn en holde er meteen naar toe. De situatie was zeer kritiek. Het zag ernaar uit dat hij snel zou sterven. Ik vroeg de verpleegkundige mij te bellen als hij zou komen te overlijden. Ik wilde dit laatste stukje graag met zijn familie afronden, vooral omdat het Jip was. Ik wilde dit niet overlaten aan een assistent die Jip niet (goed) kende. En Jip was immers onze eerste AYA-ambassadeur. Toen het zover was en ik zijn kamer op kwam, was daar niet alleen familie, maar stonden er ook veel jonge knullen langs het bed. Na het vaststellen van de dood condoleerde ik eerst de familie. Daarna gaf ik al die jongens een hand. Een van hen vroeg: kan er ook een kusje bij? Een grappige situatie. Ze trokken me als het ware de groep in. Dat werd nog sterker toen in een naastgelegen kamer een van de jongens riep: dokter wilt u ook een pizza? Die jongens hadden uren in het ziekenhuis vertoefd en hadden gewoon honger. Samen hadden we oog in oog gestaan met de dood van hun goede vriend. De dood heeft geen boodschap aan autoriteit. Dat was mooi. Niet alleen Jip was onze “partner” maar “zijn hele omgeving.” ’ Nelleke Dinnissen
Toenemende antibiotica-resistentie vergt integrale aanpak De toename van resistentie voor antibiotica vormt een bedreiging voor de volksgezondheid. Bacteriën houden zich niet aan de door de mens ingestelde grenzen. De bestrijding vergt een integrale aanpak, met maatrege len op instellingsniveau.
biotica altijd ontwikkeling van resistentie tot gevolg heeft gehad, zijn de gevolgen voor de behandeling van (ernstige) infecties hiervan enigszins beperkt gebleven. Doordat steeds nieuwe antibiotica werden ontwikkeld en ter beschikking kwamen. Het grote probleem waar we nu tegenaan lopen is dat de resistentieontwikkeling zich lijkt te versnellen, maar dat er géén nieuwe middelen beschikbaar komen. Hiermee dreigen infecties onbehandelbaar te worden.
HET BETOOG
Mogelijke oplossingen
Over twee weken verschijnt Nethmap 2012, het jaarlijkse rapport van de Stichting Werkgroep Antibiotica Beleid (SWAB) in samenwerking met het RIVM. Hierin wordt het gebruik van antibiotica en de resistentiegegevens in Nederland beschreven. Dit geeft een niet al te rooskleurig beeld. Hoewel in vergelijking met de ons omringende – vooral zuidelijke - landen de cijfers nog relatief gunstig zijn, is er een duidelijke trend te zien richting meer resistentie voor antimicrobiële middelen. Met als direct gevolg dat bepaalde infecties niet meer behandeld kunnen worden. Ook in het nieuws is duidelijk dat de toename van resistentie in Nederland, gepaard gaande met zogenaamde ‘outbreaks’, een item begint te worden. Zo werd de afgelopen week bekend dat de uitbraak in het Maasstadziekenhuis met de inmiddels beruchte Klebsiella-bacterie naar schatting meer
‘Resistentieontwikkeling lijkt zich te versnellen en er komen géén nieuwe middelen beschikbaar’
Wat zijn de mogelijke oplossingen voor deze problemen? Deze zijn niet eenduidig te geven en zullen moeten bestaan uit een combinatie van maatregelen. De SWAB heeft zich hier de afgelopen maanden over gebogen, op verzoek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Dit
heeft geresulteerd in een aantal aanbevelingen. Naast de aanscherping op het gebied van de Infectiepreventie – waarvoor richtlijnen worden opgesteld door de Werkgroep Infectiepreventie (WIP) – berusten de te nemen maatregelen op twee pijlers.
Voorschrijven beperken De eerste pijler is een beperking in het voorschrijven van reserveantibiotica, hetgeen niet meer plaats kan vinden zonder overleg met deskundigen op het gebied van antimicrobiële therapie. Daarbij wordt een verplichting vastgelegd tot het afnemen van kweken en gevoeligheidsbepalingen bij het inzetten van reserveantibiotica. Dit om vast te kunnen stellen of er inderdaad sprake is van een bacteriële infectie. Indien dat het geval is, kan met behulp van gevoeligheidsbepalingen van de ziekteverwekker zo snel mogelijk over worden gegaan naar smalspectrum antibiotica. Hiermee wordt de selectie van resistente bateriën tegen reservemiddelen tegengegaan. Deze maatregel werd reeds eerder voorgesteld in de dierhouderij om het gebruik van reserveantibiotica in die sector terug te dringen.
Toezicht
Prof.dr. Johan Mouton dan twintig miljoen euro gekost heeft. Voornamelijk aan de te nemen maatregelen, maar ook als gevolg van de gederfde inkomsten.
Fleming waarschuwde al Dat resistentieontwikkeling van alle tijden is behoeft nauwlijks betoog.Dat deze vooral het gevolg is van het niet volgen van Infectiepreventierichtlijnen (geen handen wassen, het dragen van sieraden en horloges tijdens het werk) en van overmatig en/of onjuist gebruik van antibiotica is niet nieuw. Alexander Fleming waarschuwde tijdens zijn toespraak voor de acceptatie van de Nobelprijs in 1945 voor de ontdekking van penicilline reeds voor het onoordeelkundig gebruik van penicilline, met name wat betreft de gevolgen voor het ontstaan van resistentie. Hoewel de introductie van nieuwe anti-
11
De tweede pijler is het instellen van Antibiotic Stewardship teams (‘A-teams’) in ziekenhuizen, bestaande uit deskundigen (arts-microbioloog, internist-infectioloog en ziekenhuisapotheker). Dergelijke teams hebben enerzijds de taak toezicht te houden op het naleven van de lokale antibioticarichtlijnen en de kwaliteit van het antibioticabeleid. En anderzijds om het gebruik en de inzet van antibiotica bij de individuele patiënt structureel – in tegenstelling tot wat nu vaak gebeurt, incidenteel - te monitoren. Hieronder valt ook te oordelen of het gebruik juist is geweest, en aan de voorschrijver de bevindingen terug te koppelen. De teams kunnen ook educatie en training verzorgen op het gebied van antibioticabeleid. Het instellen van dergelijke teams heeft zijn nut in een aantal landen reeds bewezen en het is daar als wettelijke verplichting vastgelegd. Wat daarbij helpt is dat aangetoond is dat dergelijke teams voor de organisatie als geheel, maar niet noodzakelijkerwijs voor de individuele afdeling, uiteindelijk kostenbesparend werken ondanks de benodigde investering. Prof.dr. Johan Mouton Farmacokinetiek en farmacodynamiek van antimicrobiële middelen
radb ac tueel ode 10 - 2012
Sporten is soms dodelijk
Met het EK voetbal is de ‘sportzomer 2012’ gestart. Het is niet uitgesloten dat we daarbij een sporter voor het oog van de camera dood zien neervallen. Sportcardio loog Nicole Panhuyzen-Goedkoop over plotse hartdood bij sporters.
M ar t e n D o o p e r
In april zakte de 25-jarige Piermanio Morosini, speler bij de Italiaanse voetbalclub Livorno, tijdens een wedstrijd op het veld ineen. Snelle reanimatie mocht niet baten. Hij overleed op weg naar het ziekenhuis aan een hartstilstand. Morosini is niet de enige sporter die dit overkomt. ‘Italiaans en Amerikaans onderzoek komen uit op 2,3 gevallen van plotse hartdood per jaar per 100.000 sporters jonger dan 35 jaar; negen maal meer mannen dan vrouwen. In Nederland gaat het om ongeveer tweehonderd sporters van alle leeftijden’, vertelt Nicole Panhuyzen-Goedkoop. Zij is cardioloog in het UMC en als sportcardioloog verbonden aan het Sport Medisch Centrum Papendal. Op 7 juni nam ze met het Radboudteam deel aan de Alpe d’HuZes 2012. ‘Plotse hartdood bij sporters krijgt altijd veel aandacht. Niet alleen doordat iemand voor de ogen van de camera ineens dood neervalt maar vooral doordat het een ogenschijnlijk gezonde jonge sporter betreft wiens leven abrupt eindigt.’
Aangeboren Plotse hartdood bij sporters kan verschillende oorzaken hebben, legt Panhuyzen-Goedkoop uit. ‘Bij jonge sporters is er meestal een aangeboren of erfelijke hartkwaal in het spel. Bij oudere sporters is plotselinge hartdood vaak te wijten aan verworven hartziekten, bijvoorbeeld dichtgeslibde kransslagaders. In beide groepen kan plotse hartdood ook optreden bij een stomp borsttrauma. Als de sporter bijvoorbeeld een hockey- of honkbal keihard tegen de borst krijgt. Tenslotte kan een ontsteking van de hartspier als gevolg van een virusinfectie plotse hartdood uitlokken.’ “Had dit niet voorkómen kunnen worden”, vraagt iedereen zich af als een sporter plots dood neervalt. ‘Ja, tot
ethiek Onmondigheid? Tegenwoordig worden biomedisch onderzoekers vaak gevraagd om patiënten als adviseurs of informanten te betrekken bij hun onderzoek. Er zijn veel goede redenen om dat te doen. De belangrijkste is dat patiënten over ervaringskennis beschikken, waarvan onderzoekers iets kunnen leren. Er wordt bij dit soort initiatieven veel verondersteld over die patiënten. Ze moeten bijvoorbeeld kunnen praten, wat niet geldt voor patiënten die bewusteloos zijn of te jong of te ziek om hun visie te verwoorden. Mondigheid wordt daarom vaak genoemd als voorwaarde voor een zinvolle uitwisseling tussen patiënten en onderzoekers. Maar wat is ‘onmondigheid’? Sommige patiënten die ‘onmondig’ worden genoemd, praten honderduit. Ik
Cardioloog Nicole Panhuyzen-Goedkoop: ‘In Nederland overlijden jaarlijks ongeveer 200 sporters van alle leeftijden aan een plotse hartdood.’ Foto: Flip Franssen op zekere hoogte wel’, stelt Panhuyzen-Goedkoop. ‘Door sporters preventief te screenen en ze voor te lichten wanneer sporten niet verstandig is. De eerste stap daarbij is het invullen van een cardiovasculaire vragenlijst. Daarin staan vragen over ervaren klachten bij inspanning, zoals duizeligheid, pijn op de borst en kortademigheid, en vragen over het voorkomen van hartproblemen in de familie. Wie daarbij enkele malen ‘ja’ scoort doet er verstandig aan zich voor verder onderzoek te melden bij de huisarts, sportarts of sportcardioloog.
Een stap verder gaat screening volgens het zogeheten Lausanne protocol. Behalve de vragenlijst omvat deze screening ook een lichamelijk onderzoek, met onder andere een bloeddrukmeting, en het maken van een hartfilmpje tijdens rust. Screening en eventueel vervolgonderzoek kan leiden tot een advies van goedkeuring of tot een advies tijdelijk of blijvend af te zien van intensief sporten. Tijdelijk wanneer er sprake is van een behandelbare aandoening, blijvend wanneer de aandoening niet zodanig is te behandelen dat het risico op plotse hartdood afneemt.’
gevalideerd. Panhuyzen-Goedkoop: ‘Dat betekent dat een onbekend aantal sporters ten onrechte afgeraden wordt op hoog niveau te sporten, en anderen juist op basis van de bevindingen van het Lausanne protocol ten onrechte worden goedgekeurd. Dat laatste bijvoorbeeld als er sprake is van een afwijking die alleen tijdens een inspanningstest aan het licht komt. Het Lausanne protocol omvat zo’n test niet omdat de screening anders te duur is. Desondanks daalt met het consequent inzetten van het Lausanne protocol het aantal gevallen van plotse hartdood onder sporters van 2,3 naar 0,5 per 100.000 per jaar. Dat blijkt uit onderzoek in Italië, waar screening wettelijk verplicht is voor iedereen die op competitieniveau sport.’ In Nederland is de preventieve screening niet verplicht. Wel stellen diverse sportbonden de screening verplicht voor sporters vanaf een bepaald competitieniveau. Voor de recreatieve sporter heeft Panhuyzen-Goedkoop de volgende adviezen: ‘Blijf sporten, dat is gezond. Sport niet als je koorts of griep hebt. Heb je klachten, is er in de familie sprake geweest van plotse hartdood of vertrouw je het niet: laat je keuren. Steek bij klachten je kop niet in het zand.’ n
Niet verplicht
Zie ook: www.sportcardioloog.nl en www.sportzorg.nl
Lausanne protocol
Het Lausanne protocol is echter niet wetenschappelijk
was nauw betrokken bij een gevorderde parkinsonpatiënt die in periodes veel hallucineerde. Het leek dan of de gebruikelijke ordening tussen de dingen aan hem voorbij ging. Zo verloren bord, bestek, asperges en ham, ineens hun gebruikelijke functie en relatie tot elkaar. Dingen die normaal zelden aandacht vragen – een lichtspiegeling in de ruit, een bruinvlek in het gras, een
losliggende boomstam – verbaasden hem, want hij zag een langslopende koe in het restaurant, een diep gat, een meneer met een hoed die met blote voeten in het gras zit en naar ons kijkt. Een wereld niet delen is soms frustrerend. Als hij
12
merkte dat ik de bonte stoet passanten niet zag die hij op een zomeravond langs de tuindeuren zag kuieren, reageerde hij geïrriteerd: ‘Wat kun jij toch slecht observeren!’ Praten hielp dan in elk geval om contact te houden. Patiënten die onderzoekers adviseren moeten niet alleen kunnen spreken, ze moeten taal ook op een specifieke manier gebruiken. Van mondige patiënten wordt verwacht dat zij een perspectief verwoorden op een objectieve wereld. De filosofe Jeannette Pols levert hierop terechte kritiek. Taal doet namelijk ook heel andere dingen. Taal is ook ‘performatief’. Grappen, afspraken, beloften, scheldpartijen, roddels drukken niet primair een visie uit op een objectieve wereld; dit soort taaluitingen dienen vooral om relaties te versterken of te verbreken. Sommige zogenaamd ‘onmondige’ patiënten beheersen deze taaluitingen uitstekend. Maar ze worden zelden uitgenodigd om met wetenschappers in gesprek te gaan. Dit beperkt wat wetenschappers te horen krijgen. Simone van der Burg