Preek van Martijn Piet d.d. 30 januari 2011
Zoek en vind - Deel 3. Zoek en vind de ander Vanmorgen de derde preek in de serie ‘Zoek en vind’. Twee weken geleden heb ik gesproken over het zoeken en vinden van God. Afgelopen zondag heeft Priscilla op een geweldige wijze en vanuit haar eigen ervaring gesproken over het thema ‘zoek en vind jezelf’. Je gaat pas echt ontdekken wie je zelf bent, als je weet hoe God naar je kijkt. Het thema van vanmorgen is: ‘zoek en vind de ander’. Je zou kunnen denken dat het in de Bijbel en in de kerk voornamelijk of zelfs uitsluitend gaat over de relatie tussen God en de mens en de mens en God. Dat de Bijbel een puur religieus, godsdienstig en haast mystiek boek is. Door de invloed van het Griekse denken (filosofen zoals Plato) hebben wij soms nog steeds de gedachte, dat geestelijke zaken veel belangrijker en van een hogere niveau zijn dan de fysieke zintuiglijke wereld. De Bijbel heeft ons daarover echter heel veel te vertellen, juist ook over de fysieke zintuiglijke wereld. Het is niet een boek dat uitsluitend over geestelijke zaken gaat. Het is niet alleen maar een godsdienstboek, maar het is óók een geschiedenisboek (het vertelt de geschiedenis van Israël) én is daarnaast ook een wetboek. Wanneer we daarnaar kijken, wordt al snel duidelijk dat God niet alleen geïnteresseerd is in de relatie tussen Hem en Zijn schepping, maar ook in de intermenselijke relaties. God, die deze wereld heeft gemaakt en bedacht - die jou en mij heeft gemaakt en bedacht - heeft hele sterke ideeën over hoe jij en ik - Zijn schepselen - met elkaar zouden moeten omgaan. Wanneer de Here Jezus in Matteüs 22 wordt gevraagd naar het grootste gebod in de wet (613 geboden), dan noemt Hij niet één maar twee geboden, omdat deze twee niet los van elkaar te zien zijn. In vers 37 staat: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. 38 Dat is het grootste en eerste gebod. 39 Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf. 40 Deze twee geboden zijn de grondslag van alles wat er in de Wet en de Profeten staat.’ Liefde tot God en liefde tot de medemens gaan hand in hand. Dit wordt nog eens benadrukt door de apostel Johannes in zijn eerste brief. Ook hij geeft een samenvatting van Gods geboden, maar dan vanuit het perspectief van het Nieuwe Testament. Dit is zijn gebod: dat we geloven in de naam van zijn Zoon Jezus Christus en elkaar liefhebben.
1 Johannes 3:23
20 Als iemand zegt: ‘Ik heb God lief, ‘maar hij haat zijn broeder of zuster, is hij een leugenaar. Want iemand kan onmogelijk God, die hij nooit gezien heeft, liefhebben als hij de ander, die hij wel ziet, niet liefheeft. 21 We hebben dan ook dit gebod van hem gekregen: wie God liefheeft, moet ook de ander liefhebben.
1 Johannes 4:20-21
De toetssteen voor onze liefde ten opzichte van God, bestaat niet uit allerlei godsdienstige activiteiten, maar is de liefde voor de ander. Je liefde voor God blijkt niet uitsluitend uit het aantal samenkomsten en bidstonden die je bezoekt, de tijd die je neemt voor Bijbelstudie en gebed; nee, het blijkt ook uit onze omgang met elkaar. Want ieder mens – of jij hem of haar nou sympathiek vind of niet – is in oorsprong door God bedacht en is door Hem zeer geliefd. De samenleving die God voor ogen heeft, is er één waar mensen elkaar liefhebben, goed doen en bemoedigen. En hoewel wij het allemaal zelf geweldig vinden wanneer mensen goed voor ons zijn en ons bemoedigen, vinden we het vaak maar knap lastig om zelf zo te zijn. De liefde tussen mensen, tussen gemeenteleden, zelfs tussen man en vrouw, kan soms zomaar ernstig bekoelen.
1
Ik wil daarom met jullie lezen uit Hebreeën 10:24-25 Laten we opmerkzaam blijven en elkaar ertoe aansporen lief te hebben en goed te doen, en in plaats van weg te blijven van onze samenkomsten, zoals sommigen doen, elkaar juist bemoedigen, en dat des te meer naarmate u de dag van zijn komst ziet naderen. En de Hebreeënschrijver roept ons op om: 1.
opmerkzaam blijven. D.w.z. oog te hebben voor elkaar.
2.
elkaar aansporen lief te hebben en goed te doen
3.
elkaar te bemoedigen en dat kun je niet doen wanneer je wegblijft van de samenkomsten
Weet je, je hebt de gemeente niet nodig voor je redding of je behoudenis. Wij kunnen allemaal rechtstreeks naar God de Vader gaan, door Jezus Christus. Wij kunnen allemaal zelf van God horen. We hebben geen middelaar nodig, anders dan Jezus Christus onze Hoge Priester. Maar waar wij de gemeente wél voor nodig hebben is om steeds weer aangespoord te worden om dat dan ook te doen. Om zelf naar de Vader toe te gaan en van Hem te horen. Wegblijven van de samenkomsten is niet alleen niet goed voor jezelf, maar vooral ook niet goed voor de ander. Want als jij er niet ben, kun je niemand bemoedigen. Wij hebben allemaal bemoediging nodig, want met z’n tweeën ben je sterker dan alleen. Wanneer de ene valt, dan helpt de ander hem weer overeind, lezen we in Prediker 4. Alleen kun je je niet verdedigen, maar met z’n tweeën houd je stand. Het woord dat de Hebreeënschrijver gebruikt en wat vertaald is met ‘bemoedigen’ in de NBV en ‘aansporen’ in de NBGvertaling is het woord parakaleo en heeft dezelfde betekenis als het woord Parakletos. Dat woord (Parakletos) is het woord dat Jezus gebruikt om het karakter, de aard, van de Heilige Geest te omschrijven in Johannes 14. Dan zal Ik de Vader vragen jullie een andere pleitbezorger te geven, die altijd bij je zal zijn. Dit zegt Hij over de Heilige Geest Grieks: Prakletos; NBV: pleitbezorger; NBG: Trooster Het wordt ook vertaald met: Bemoediger De bemoediger, de trooster woont in ons en dus kunnen wij elkaar bemoedigen en troosten en aansporen. Niet alleen met onze natuurlijke capaciteiten, maar ook met de bovennatuurlijke gaven van de Heilige Geest. We kunnen elkaar bemoedigen met woorden van wijsheid, kennis en profetie. We kunnen voor elkaar bidden en elkaar zegenen in de kracht van Heilige Geest. Mocht je je ooit hebben afgevraagd wat jij hier in de gemeente doet en wat jouw rol hier zou kunnen zijn, dan heb ik goed nieuws voor je. God heeft een bediening voor jou. Je kunt er vandaag nog mee beginnen. Je hebt hiervoor geen speciale toestemming nodig, niet van mij, niet van de oudstenraad. Het is een levensveranderende bediening. Het is een krachtige bediening en een bediening met invloed. Het is de bediening van bemoediging. Het is een fantastische bediening. God werkt door bemoediging. Levens veranderen wanneer jij mensen gaat bemoedigen. Het was de bediening van Josef. Welke Josef? De Josef uit handelingen 4:36 36 Een van hen was Josef, een Leviet uit Cyprus, die van de apostelen de bijnaam Barnabas had gekregen, wat in onze taal ‘zoon van de vertroosting’ betekent. 2
Wij kennen deze Josef verder alleen bij zijn bijnaam. ’Zoon van de vertroosting’: Barnabas. Het woord dat hier vertaald wordt met vertroosting, is wederom hetzelfde woord ‘Parakletos’. En had ook vertaald kunnen worden met bemoediging ‘Zoon van de bemoediging’. Ben jij een ‘zoon of dochter van bemoediging’? Ik heb mij afgevraagd waarom deze Josef van de apostelen de bijnaam Barnabas had gekregen. In welke zin was deze man een Barnabas, een bemoediger? Ik wil drie geschiedenissen met u doornemen, waaruit blijkt dat Josef zijn bijnaam Barnabas eer aan doet. 1. De eerste reden staat meteen in het volgende vers van Handelingen 4: 37 Hij bezat een akker, die hij verkocht, waarna hij het geld naar de apostelen bracht. Barnabas was een bemoediger, omdat hij vrijgevig was. Hij deelde zijn bezittingen. Hij maakte deel uit van de gemeenschap van gelovigen; niet alleen om te consumeren, maar ook om te investeren. Zijn liefde voor God bleek uit zijn liefde voor zijn mede gelovigen. In 1 Johannes 3:17 stelt de apostel Johannes ons een indringende vraag: 17 Hoe kan Gods liefde in iemand blijven die meer dan genoeg heeft om van te bestaan, maar zijn hart sluit voor een broeder of zuster die hij gebrek ziet lijden? 18 Kinderen, we moeten niet liefhebben met de mond, met woorden, maar waarachtig, met daden. Barnabas was een bemoediger omdat hij vrijgevig was. 2. In Handelingen hfd. 9 lezen we een andere geschiedenis, waarin Barnabas een belangrijke rol speelt. Saulus was bekend als vervolger van christenen. Hij was fanatiek en had vele gelovigen gevangen genomen, gemarteld en gedood. Onderweg naar Damascus kwam hij echter zelf tot geloof in Jezus Christus. Handelingen 9:26-27 26 Toen Saulus in Jeruzalem aankwam, probeerde hij zich bij de andere discipelen van Jezus aan te sluiten. Maar die waren allemaal bang voor hem, omdat zij niet konden geloven dat hij ook een discipel van Jezus was geworden. 27 Maar Barnabas nam het voor hem op en bracht hem bij de apostelen. Hij vertelde hun hoe Saulus op weg naar Damascus de Here had gezien en wat Hij tegen hem had gezegd. Barnabas vertelde ook dat Saulus in Damascus vrijmoedig over Jezus had gesproken. Barnabas – zoon van de bemoediging – is een bruggenbouwer. Waar de apostelen geen vertrouwen hadden in het verhaal van Saulus (en we begrijpen heel goed waarom!) is het Barnabas die het voor hem opneemt. Weet je nog waarmee we het woord parakletos nog meer mee konden vertalen? ‘Pleitbezorger’. En dat is precies wat Barnabas hier doet. Hij denkt niet bij zichzelf: die Saulus zoekt het zelf maar uit! Maar hij neemt het juist voor hem op. Hij geeft hem zijn vertrouwen, waardoor hij zelf in een kwetsbare positie komt. Barnabas geloofde in Saulus, toen vrijwel iedereen – inclusief de apostelen – twijfelde aan diens oprechtheid. Hij nam het op voor een moordenaar. Voor degene die had ingestemd met de steniging van Stefanus. Hoe gemakkelijk was het voor hem geweest om te zwijgen. 3
Waarom nam Barnabas het voor hem op? Eigenbelang? Barnabas had het belang van Saulus voor ogen en het werk dat God aan het doen was in Saulus’ leven. Hij wilde niet dat het door God ontstoken vuur in Saulus zou doven. We weten allemaal hoe belangrijk Saulus, die later Paulus werd genoemd, is geweest voor de gemeente van Jezus Christus. Er gaat bijna geen zondag voorbij dat ook wij niet lezen of citeren uit één van zijn brieven. Géén enkele apostel uit de tijd van de eerste gemeente is ons zó bekend als Paulus. Deze houding van bemoediging, van vertroosting en van pleitbezorging is een consequente houding in het leven van Barnabas. Barnabas – zoon van de bemoediging – is een bruggenbouwer. 3. Ik geef u nog een voorbeeld. Een paar jaar na de gebeurtenis waarbij Barnabas het opneemt voor Paulus roept de Heilige Geest hen beiden om samen een zendingsreis te gaan maken. Ze besluiten de neef van Barnabas, Johannes Markus, met hen mee te nemen. Maar halverwege de reis haakt Johannes Markus af en gaat naar Jeruzalem. Een paar jaar later willen Barnabas en Paulus aan hun tweede zendingsreis beginnen. Handelingen 15:36 36 Verscheidene dagen later zei Paulus tegen Barnabas: "Zullen wij teruggaan naar de steden waar wij de Here Jezus bekend hebben gemaakt? Dan kunnen wij eens zien hoe het met de christenen daar gaat." 37 Barnabas wilde dat Johannes Markus ook meeging, 38 maar Paulus was het daar niet mee eens. Hij vond dat zij deze man, die hen in Pamfylië in de steek had gelaten, zodat zij het werk alleen hadden moeten doen, niet konden meenemen. 39 Het geschil liep zo hoog op dat Paulus en Barnabas uit elkaar gingen. Barnabas ging naar Cyprus en nam Johannes Markus mee. 40 Maar Paulus koos Silas uit om met hem mee te gaan. Ooit nam Barnabas het op voor Saulus, toen anderen hem wilden negeren en het liefst zagen vertrekken. Nu neemt Barnabas het óp voor de nog jonge Johannes Markus, ten koste van Paulus. Het is voor ons misschien niet gemakkelijk om te bepalen wie van de twee bij dit geschil het beste standpunt innam. Ik kan me heel goed inleven in de motivatie van Paulus om niet nogmaals met Johannes Markus op reis te gaan, als deze hen eerder in de steek had gelaten, maar als ik moet kiezen, dan kies ik toch voor Barnabas. Barnabas dacht niet aan zijn eigen belang, maar aan dat van Johannes Markus; hij geeft hem een nieuwe kans. Soms hebben jij en ik een nieuwe kans nodig. Soms moeten jij en ik elkaar een nieuwe kans geven. Of nemen wij dan de houding aan van Paulus, die niet het risico wilde lopen om nog eens in de steek gelaten te worden? Barnabas neemt het op voor Johannes Markus en neemt hem mee als reisgezel. Ik vraag mij af: als hij dat nou niet had gedaan, wat was er dan terecht gekomen van Johannes Markus? Dan was de jonge man misschien ontmoedigd geraakt en had hij wellicht nooit meer iets voor God ondernomen. Maar zo liep het niet. Sterker nog, de Heilige Geest koos hem uit om net als Matteüs, Lucas en Johannes één van de evangeliën te schrijven. Het evangelie dat wij kennen als het evangelie van Marcus. Veel later erkende ook Paulus het belang van Johannes Markus voor de dienst van de Heer. Paulus schrijft aan Timotheüs: “Haal Markus op en neem hem met je mee, want hij kan mij goede diensten bewijzen..” Het punt is duidelijk. Barnabas geloofde in mensen. Hij wilde mensen optillen, hen bemoedigen, het voor hen opnemen en hen aansporen.
4
Hij was :
vrijgevig,
een bruggenbouwer, en
gaf mensen een tweede kans
Ben jij een ‘zoon of dochter van bemoediging’?
God zal je niet vragen, wat voor auto je reed, maar wel hoeveel mensen je hebt vervoerd die geen eigen vervoer hadden.
God zal je niet vragen hoeveel vierkante meters de oppervlakte van je huis was, maar wel hoeveel mensen je hebt verwelkomt.
God zal niet vragen hoeveel kleren je in je kast hebt, maar wel hoeveel mensen je hebt geholpen om aan kleren te komen.
God zal niet vragen naar de hoogte van je hoogste salaris, maar wel hóé je zover gekomen bent.
Hij zal niet vragen naar je titel of je functie, Hij zal wel vragen of je je werk zo goed mogelijk hebt gedaan.
Hij vraagt niet hoeveel vrienden je had, maar wel voor wie jij een vriend bent geweest.
God vraagt niet in wat voor buurt je hebt gewoond, maar wel hoe jij je buren hebt behandeld.
God vraagt niet naar je huidskleur, maar wel naar de inhoud van je karakter.
Hebreeën 10 24 Laten we opmerkzaam blijven en elkaar ertoe aansporen lief te hebben en goed te doen, 25 en in plaats van weg te blijven van onze samenkomsten, zoals sommigen doen, elkaar juist bemoedigen, en dat des te meer naarmate u de dag van zijn komst ziet naderen. Wie deze woorden heeft geschreven, weten we niet met zekerheid. De Hebreeënschrijver is onbekend. Er wordt gedacht aan Paulus, maar sommigen noemen ook… Barnabas. Verwerkingsvragen: 1.
Barnabas was iemand die het opnam voor mensen. Hij was een pleitbezorger, een bruggenbouwer. Wellicht is er een situatie in jouw leven geweest dat iemand het voor jou opnam, of juist niet, toen je dat nodig had. Deel je ervaring.
2.
De Hebreeënschrijver roept ons op om in de gemeente opmerkzaam te zijn. Wellicht is het je opgevallen dat je iemand al een tijd niet hebt gezien of dat iemand met een bepaalde praktische of geestelijk nood zit. Bedenk en bespreek wat jij/jullie voor deze persoon zou kunnen betekenen om hem of haar te bemoedigen en onderneem actie.
3. Soms is het heel moeilijk om iemand lief te hebben wanneer deze persoon iets heeft gedaan of gezegd, waarmee hij of zij jou heeft gekwetst. De eerste stap van liefde is vergeving. Neem tijd (bijvoorbeeld in kleinere groepjes) om hier met elkaar over te spreken en elkaar in gebed te ondersteunen, daar waar vergeving en genezing nodig is. God wil ons krachtig bijstaan.
5