ZIN
de aan het werk over bezieling in leven en werken
Ma rl o u v a n P a r id on
ZIN
de aan het werk over bezieling in leven en werken
INHOUD VAN DEZE PREVIEW INLEIDING - wat geeft je leven zin? DEEL 1
- waar komt zin vandaan?
INTERVIEWS - Eibert Draisma, uitvinder, designer en artiest - Ewoud Goudswaard, directeur ASN Bank - Manon, caissière bij Albert Heijn - Barbara Baarsma, bijzonder hoogleraar economie en directeur SEO
DEEL 1 SAMENGEVAT - waar komt zin vandaan? DEEL 2 SAMENGEVAT - vier niveaus van zin in leven en werken DEEL 3 SAMENGEVAT - waar te beginnen met zin in werken? DEEL 4 SAMENGEVAT - levenskunst, over het behoud van zin DEEL 5 SAMENGEVAT - het organisatieperspectief van zin EPILOOG
15
INLEIDING Wat geeft je leven zin? Geliefden, kinderen, God, kunst, helden, wetenschap, goeroes, werk? Dit boek is een filosofische zoektocht naar zingeving in leven en werken. Ik ben op zoek gegaan naar bronnen van zingeving bij westerse filosofen als Plato, Aristoteles en Nietzsche en bij oosterse wijzen als Krishnamurti (Indiase mystiek), Hanh (Vietnamees boeddhisme, mindfulness) en Suzuki (zenboeddhisme). Tevens is het een relaas van hoe ik zelf als mens en als filosoof zin geef aan leven en werken. Daarnaast heb ik mensen uit uiteenlopende branches en met verschillende posities geïnterviewd over hun zingeving in werken. In de gesprekken werd ik keer op keer verrast door de vele en subtiele nuances in ieders persoonlijke zingeving, terwijl er tegelijkertijd een gedeelde onderstroom lijkt te bestaan. Zingeving heeft voor velen niet langer een vanzelfsprekende link met de eeuwigheid. Veel mensen zoeken en vinden de zin van hun bestaan in het dagelijks leven. Maar of iemand nu de meeste waarde hecht aan de eeuwigheid of aan het aardse, zingeving lijkt iedereen aan het hart te gaan. Zingeving is misschien wel het meest universele verlangen van mensen. In dit boek is ieder mens zijn eigen bron van zingeving, maar niet zonder interactie met de wereld en met anderen. Ik geloof niet dat zingeving een louter individuele bezigheid is. Zin geef je aan jezelf, aan elkaar en met elkaar. Werk heb ik centraal gesteld in zingeving omdat werk de plek is waar we nog met elkaar geconfronteerd worden. Bovendien neemt werken, al dan niet betaald, een groot deel van je leven in beslag. Ik vraag me daarom af of je persoonlijke zingeving kunt meenemen als je met anderen gaat werken. Helaas wringt het nogal eens tussen werk en zingeving. Werk kan een bron zijn van zingeving, maar zet vaak ook zingeving onder druk. ‘Wie werkt is een slaaf van het systeem,’ zei Aristoteles in de derde eeuw voor Christus. ‘Alleen de vrije, niet-werkende burger
INHOUD
16
INLEIDING
– hij die leeft van zijn bezit – kan betekenis geven aan wie hij is.’ Ook een twintigste-eeuwse filosofe als Hannah Arendt meent dat menselijke zingeving gesmoord wordt in het systeem. ‘Wanneer we bezig zijn een resultaat na te streven, kunnen we geen betekenis geven aan wie we zijn’, zegt Arendt. Daar hebben zij een punt. Als werknemer zul je je zingeving geregeld ondergeschikt moeten maken aan die van je werkgever. Toch wil ik in dit boek laten zien dat er ook binnen samenwerkingsverbanden plaats is voor persoonlijke en gedeelde bezieling. En dat zingeving zelfs een voorwaarde is om te excelleren als persoon en als organisatie. In tijden van economische neergang, wanneer de mogelijkheden tot materiële motivatie van werknemers minder worden, is de noodzaak tot intrinsieke zin in werken des te dringender. In werken doet zich in relatie tot zingeving nog een andere wezenlijke vraag voor waarin Plato’s wereldbeeld tegenover dat van Aristoteles komt te staan, te weten: moet je om zin te geven aan je bestaan jezelf overstijgen, of jezelf voltooien, met andere woorden ‘worden wat je bent’? Steve Jobs, ex-topman van Apple, zei in 2008: ‘The only way to do great work is to love what you do.’ Nadat hij ontslagen was bij het bedrijf dat hij zelf had opgericht, zei hij: ‘I was rejected, but I was still in love.’ Doe waar je van houdt en blijf daarbij. Dat klinkt simpel, maar is het niet. In de dagelijkse praktijk wordt de mogelijkheid hiertoe van binnenuit en van buitenaf uitgehold. Ik wil naar beide kanten kijken, namelijk naar zingeving van binnenuit en naar zingeving in interactie met anderen. Zingeving van binnenuit: 1 Zin in het dagelijks leven, over persoonlijke bronnen van bezieling. 2 Vier niveaus van zin in leven en werken. Hoe vertalen ieders bronnen van bezieling zich naar betekenisvol werken? 3 Waar te beginnen met zin in werken? Hoe vind je je eigen bronnen van bezieling?
INHOUD
INLEIDING
17
Zingeving in interactie met anderen: 4 Levenskunst, over behoud van zin in leven en werken. Hoe houd je vast aan je eigen zin ondanks weerstanden in je dagelijks leven en werken? 5 Het organisatieperspectief van zin, een model. Over het samengaan van persoonlijke en collectieve zin. Deel 5 is bestemd voor werkgevers en leidinggevenden. En voor iedereen die samenwerking en collectieve zingeving aan het hart gaat. Ik heb zeventien mensen uit uiteenlopende branches en met verschillende posities geïnterviewd over hun zingeving in leven en werken. Ik heb hen allemaal dezelfde vragen gesteld over hun bronnen van zingeving. De interviews zijn terug te lezen in dit boek. Na elk deel heb ik een aantal van deze interviews opgenomen. Door te werken aan dit boek ben ik zin gaan zien als een manier om tanende motivatie nieuw vuur in te blazen en om intrinsieke voldoening in leven en werken te vinden. Wie persoonlijke zingeving zoekt, maakt bovendien gebruik van het gigantische persoonlijk potentieel dat in zijn of haar onbewuste sluimert. Zin geven is een mogelijk antwoord op allerlei problemen van onze tijd zoals fragmentatie van het bestaan, groei om de groei, opportunisme en verlies van waarden. Zin zorgt voor kwaliteit van leven en werken; voor intrinsieke motivatie en bezieling. Werkelijke zin dooft niet, het is de waakvlam onder mensen en organisaties. Ik wens iedereen toe dat hij zijn eigen zin serieus kan nemen.
INHOUD
20
DEEL 1
‘Wat achter ons ligt en voor ons ligt zijn kleine zaken, vergeleken met wat in ons ligt.’ Ralph Waldo Emerson, Verenigde Staten, 19de eeuw
ZIN IS EEN SENSATIE Als ik denk aan zin geven vraag ik me af: wat geeft betekenis aan mijn leven? Ik doe mijn ogen dicht en zoek in mijn herinnering. Wat betekenis heeft, dat kan ik voelen. Ik blijf hangen aan een moment achterop de fiets bij mijn moeder op de Maasboulevard in Rotterdam. We gaan naar het openluchttheater. Het waait, maar achter haar rug ben ik veilig en warm. Ik realiseer me dat momenten van betekenis gepaard gaan met een gevoel van helemaal in mijn lichaam aanwezig zijn: doordat een warmte mij doorstroomt, mijn hart sneller gaat kloppen, doordat iets me raakt in mijn buik of hart. Als ik op die manier nadenk over zingeving, vind ik in mijn leven allerlei gebeurtenissen die betekenis voor me hebben gehad: het eureka van een ontdekking, een verrassende ontmoeting, het treffende van een kunstwerk, een opmerking van een leraar, de verwarring van een raadsel, de ontroering door de natuur, het woordeloze begrip tussen mij en iemand anders. Het waren momenten van kernachtig weten die een fysieke explosie van geluk teweeg brachten. Waren die momenten dan zo bijzonder, of is het de manier waarop ik die momenten beleefde die ze bijzonder maakten? Wij zijn geneigd het eerste te denken. Daarom zijn we ons hele leven bezig een aantal van die momenten te creëren in de vorm van bruiloften, jubilea,
INHOUD
ZIN IN HET DAGELIJKS LEVEN
21
promoties, vakanties en andere hoogtepunten. Als het tweede waar zou zijn, dan zou bijna elk moment een moment van betekenis kunnen zijn. Zin kan ik fysiek registreren, ook als het om traditionele bronnen van zingeving gaat zoals religie, familie en cultuur. Ik kom dagelijks in mijn lichaam, juist wanneer ik er niet bij nadenk, sporen tegen van deze vertrouwde systemen. Soms ontdek ik een neiging tot calvinisme, dan ineens een stukje hokjesgeest of een behoefte aan versmelten met het universum. Mijn familie, mijn cultuur en mijn vriendenkring dragen veel bij aan mijn zingeving, maar zijn daar niet de enige bron van.
Zin is een fysieke explosie van geluk
Alle religies en levensfilosofieën zijn even prachtig als bederfelijk; even waar als aanvechtbaar. Ze hebben alleen eeuwigheidswaarde als ik ze levend kan houden, door ze elke dag opnieuw te wegen in mijn eigen ziel. Alleen als ze telkens opnieuw zwaar genoeg bevonden worden overleven ze. Het ijkpunt van de betekenis van mijn leven ben ik zelf en jij bent het van dat van jou. Met elkaar geven we betekenis aan de wereld. Naarmate ik ouder word, krijgen de dingen en mensen om me heen meer betekenis, omdat ze hele werelden vertegenwoordigen waarvan ik deel uitmaak of heb gemaakt. Ik voel iets bij die werelden. Ik heb daar gehuild en gelachen. Ik ben daar soms opnieuw geboren en van schaamte honderden keren gestorven. Ik heb me daar verstopt en in vervoering laten brengen. Ik heb daar geleefd. Daarom vind ik het niet erg om ouder te worden. Want ik ben niet gestopt met groeien. Mijn leven groeit dagelijks in betekenis. Dat dingen zin voor me hebben heeft niets met bewuste keuzes te maken. Het gaat om alles en iedereen die ooit mijn aandacht heeft getrokken. Hoe meer aandacht ik ergens aan besteed, hoe meer zin het voor me krijgt. Ik geloof dat zin geven volgt uit aandacht. Als ik werkelijk aandacht wil geven, moet ik mijn verwondering, mijn zintuigen en mijn gevoelens openzetten en alles optimaal registreren. Mijn denkhoofd hobbelt daar achteraan en helpt met het vertalen van wat mij raakt in woorden en gedachten. Dat aandachtig waarnemen iets te maken heeft met betekenis begreep ik voor het eerst toen ik de acteur Porgy
INHOUD
22
DEEL 1
Franssen een paar jaar geleden iets hoorde zeggen tijdens een masterclass. Hij had net aan het publiek verteld dat toneelspelen eeuwige herhaling is. Het lijkt het echte leven wel, dacht ik. Daarop vroeg ik hem vanuit het publiek: ‘Als toneelspelen alsmaar herhaling is, waar komt dan toch steeds de vonk vandaan?’ Dit was zijn antwoord, dat ik driftig neerpende: ‘Het gaat niet om wat ik speel. De tekst is niets. Dat zijn maar een paar zinnen. Het gaat om wat erachter zit bij mijzelf op dat moment. Ik sta open. Ik ben me helemaal bewust van de ruimte om me heen. Ik registreer de details van de omgeving en van mijn tegenspeler. Wat heeft die aan, hoe reageert die, hé, wat zie ik daar? Dat is het moment van de waarheid. Daardoor laat je je tekst en wat je doet naar binnen komen. Daardoor laat je het afketsen op je ziel, op je bodem. Dat is wat de ander wil zien. Ik laat iets van mijn ziel zien door open te gaan voor mijn omgeving.’ Op zoek naar de zin van leven en werken zoek ik geen waarheid maar betekenis. Alles heeft een subjectieve en relatieve betekenis en krijgt pas objectieve geldigheid op het moment dat meerdere mensen dezelfde betekenis delen. En dan nog alleen maar voor dat moment.
ZIN IS BEZIELING Is dat alles? Hebben dingen betekenis omdat ik er iets bij voel en beleef, al dan niet samen met anderen? Ik wil meer. Ik wil dat mijn leven ergens over gaat. Ik wil het verschil maken in het licht van de eeuwigheid. Het idee van ‘de mens die het verschil maakt’ heeft veel filosofen geïnspireerd, te beginnen bij de eerste grote westerse filosoof Plato (vierde eeuw voor Christus). Plato wilde de mens verbeteren. Hij introduceerde het fenomeen ziel als menselijk instrument waarmee wij kunnen streven naar ‘het eeuwige schone, de ideale vorm’ buiten deze wereld en zo onszelf verbeteren. De ziel was een heel concreet gegeven voor Plato. Hij lokaliseerde de ziel in ons lichaam, verdeeld over buik, hart en hoofd. De ziel verlangt naar het eeuwige schone en zet ons daarom aan tot goedheid en balans in het leven, aldus Plato. Plato was de man van de betovering. Hij spiegelde mensen voor dat er
INHOUD
ZIN IN HET DAGELIJKS LEVEN
23
iets beters is waar naar zij op weg zijn en verwees zo het aardse leven naar de tweede plaats. Hij meende zelfs dat alles dat wij op aarde zijn en doen slechts schijn is. Alles wat bezield is treft in zichzelf volgens hem een zwakke afspiegeling aan van het eeuwige schone, ‘de idee’, die de enige ware werkelijkheid vertegenwoordigt. Hoezeer Plato ook afstand tot de aardse werkelijkheid nam, hij was tegelijkertijd praktijkgericht, een opvoeder. Voor hem was de ziel iets dat richting geeft aan het aardse leven. De drie zielsdelen verschaffen ons verlangens en daarmee drijfveren voor het leven: het begerend zielsdeel in de buik is de bron van zinnelijk verlangen, het strevende zielsdeel in het hart is de bron van vuur, liefde en passie en het kennende zielsdeel in het hoofd is de bron van wijsheid. Plato legde een rangorde aan tussen de verlangens en de zielsdelen. De verlangens van de buik zijn inferieur aan de verlangens van het hart en alleen het kennende zielsdeel, de ratio is in staat het eeuwige schone te benaderen (maar nooit om die helemaal te kennen). Maar helemaal definitief sprak Plato zich nooit uit. Gedurende zijn leven bleef hij zijn eigen inzichten onderzoeken. In Politeia1 legde hij een hele praktische relatie tussen de zielsdelen en iemands rol in de samenleving. Was je het meest geïnspireerd door het begerende zielsdeel, dan was je een boer of een handwerksman. Als het vurige streven van het hart je inspireerde, dan behoorde je tot de middenklasse en als je geïnspireerd was door het kennende zielsdeel, dan was je bestuurder of filosoof. Het hoogste verlangen was zoals eerder gezegd het overkoepelende verlangen naar verbinding met het eeuwige schone. Als de drie zielsdelen op orde waren en in harmonie met elkaar, dan kon gevolg worden gegeven aan dit hoogste verlangen en was de mens in balans. Voor de maatschappij gold hetzelfde: als de drie invloeden van het begerende, het strevende en het kennende op orde waren en met elkaar in harmonie, dan was er balans en rechtvaardigheid in de samenleving. De Amerikaanse Filosofe Martha Nussbaum verwijt Plato in De Breekbaarheid van het Goede2 dat hij zich op een rationeel eiland terugtrekt uit de aardse realiteit van gevoelens, kwetsbaarheid en toeval. In Wat Liefde Weet 3 toont Nussbaum aan dat Plato niet consequent was in zijn diskwalificatie van het niet-intellectuele. In dit boek haalt
INHOUD
24
DEEL 1
zij een opmerkelijke passage uit de Phaedrus van Plato aan: Socrates, de spreekbuis van Plato, zegt hier: ‘De niet-intellectuele elementen zijn onmisbare bronnen van motiverende energie. Wij hebben de niet-intellectuele elementen nodig om te komen waar het intellect ons wil brengen.’ ‘De niet-intellectuele elementen vervullen hier dus een belangrijke rol bij het streven naar inzicht,’ aldus Nussbaum. Ik wil maar zeggen: ook Plato bleef het niet-intellectuele onderzoeken. Stel we besluiten het zonder de betovering van iets hogers te stellen dat we na kunnen streven. Zouden we dan nog bezield kunnen worden? Plato’s leerling Aristoteles had daar een antwoord op. Net als Plato streefde Aristoteles naar balans in het leven, maar voor hem hield dat iets anders in. In zijn wereldbeeld is er niet iets hogers buiten de aardse wereld waaraan verantwoording moet worden afgelegd. Volgens Aristoteles is alles, ook het hogere en de schijn, onderdeel van dezelfde natuur die constant in beweging is, de ‘ousia’. Ik zou de ousia willen vergelijken met ‘het veld’ uit de kwantumfysica: één ononderbroken veld van ragfijne deeltjes waaruit alles en iedereen is samengesteld en waartussen een constante uitwisseling plaatsvindt. Alles in de ousia van Aristoteles bestaat uit actualiteit (hoe het nu is) en potentie (hoe het kan worden). Bezield zijn betekent volgens Aristoteles dat iets of iemand een specifieke potentie heeft en tevens de instrumenten in zich draagt om die potentie te actualiseren en tot voltooiing te brengen4. In elk bezield proces is het doel van het proces dus al in de kiem aanwezig. Plato geeft ons Hij noemt dat de doeloorzaak. Zo is in het zaad betovering, van een eikenboom reeds potentieel alles aanweAristoteles zig waartoe de eikenboom zal uitgroeien. En zo is benoemt wat er is. in de mens vanaf de geboorte de ‘potentiële mens’ aanwezig die hij in zijn leven kan worden als hij zichzelf voltooit. Je zou die potentie kunnen vertalen met ‘aanleg’. Iemand heeft aanleg om musicus te worden, voetballer, wetenschapper of timmerman. Dit wordt het teleologisch standpunt genoemd. Aristoteles’ wereldbeeld is wat minder betoverend dan dat van Plato. Het idee dat de mens onderdeel is van een ‘blind’ natuurlijk proces waarin de uitkomst al is meegebakken is voor velen niet inspirerend.
INHOUD
ZIN IN HET DAGELIJKS LEVEN
25
Voor mensen die opgegroeid zijn met het christendom is het moeilijk te accepteren dat de mens zich niet kan verheffen tot iets dat ‘meer’ is. De ideeën van Plato en Aristoteles ten aanzien van menselijke bezieling zouden op de volgende manier verwoord kunnen worden: Plato: Zin geven is jezelf overstijgen Aristoteles: Zin geven is jezelf voltooien; is worden wat je bent In eerste instantie lijkt het alsof in Aristoteles’ wereldbeeld de drijfveer om je best te doen ontbreekt. Wat motiveert je nog als je toch al gaat worden wat je bent? Maar is dat zo? Word je automatisch wat je bent of moet je daar iets voor doen, of wellicht iets voor laten? Jezelf overstijgen lijkt een grotere uitdaging in zich te hebben, maar misschien is de impliciete uitdaging in ‘worden wat je bent’ wel net zo groot of groter. Is het ooit iemand Als voorbeeld zouden we kunnen kijken naar gelukt om te topsporters. Ik moet denken aan de Olympische worden wat hij of finale turnen in Londen in 2012 waar de Friese zij is? Nietzsche Epke Zonderland goud won. Zonderland won op dacht van niet. een nog nooit vertoonde manier. Ik vraag me af wat Epke Zonderland bezield heeft om te komen waar hij is: was het de wens om zichzelf te overstijgen of de wens om zijn potentie te voltooien? Overstijgen is relatief. Het suggereert een norm die je kunt overtreffen. Jezelf voltooien zoals Aristoteles zei is absoluut en suggereert het bestaan van een eindpunt, maar wát die voltooiing is blijft een mysterie. Wie zal zeggen wat jouw potentie is? Dat weet je pas als het eruit komt. Er is geen universele meetlat voor. Alleen jijzelf weet of je eruit gehaald hebt wat erin zit. Ik denk bij Epke Zonderland aan voltooiing, maar Zonderland is zelf de enige die dat kan zeggen, of misschien zelfs hij niet. Stel we gaan ervan uit dat ieder een heel eigen potentie heeft. Hoe ga je die leren kennen? Die kun je niet bedenken. Je moet in beweging komen en het leven zelf zal het je vertellen. Aristoteles meende dat het voltooien van je potentie een levenslang proces is waarbij diepgaande fysieke waarneming en denken elkaar afwisselen. Als we het hebben over waarnemen denk ik dat zowel Plato als Aristoteles iets hebben laten liggen. Bij Plato’s zoektocht naar waarheid werd, zoals Nussbaum al constateerde, het gevoelsmatige en
INHOUD
‘Wat de moderne mens in de weg zit is onverschilligheid jegens zichzelf’ Erich Fromm, Duitsland, 20ste eeuw.
ZIN IN HET DAGELIJKS LEVEN
27
het toeval in het menselijk bestaan genegeerd. Plato en Aristoteles gebruikten beiden de rede om de irrationele kant van het bestaan in invloed te beperken. Ik denk dat we daarmee een deel van wat wij zijn en dus ook van onze potentie mislopen. Ik denk dat niet alleen het hoogste goede, maar ook de diepste oergrond een menselijke inspiratiebron is. Ik verlang Is zin geven zowel naar onaantastbare zuiverheid als naar de dionyjezelf sische vormeloosheid van de oerbron. Als de duistere overstijgen, kant van de werkelijkheid niet wordt meegenomen in of jezelf de waarneming, dan wordt een deel van het menselijke voltooien? veroordeeld en kan er geen balans zijn. Om je potentie te kennen moet je diepgaand volledig waarnemen en geen verlangen bij voorbaat uitsluiten. Hoe doe je dat en wat zou er gebeuren als we dat doen? Ik zou het willen onderzoeken en hiervoor gebruik ik zowel Plato’s als Aristoteles’ beeld van de ziel. Plato suggereerde fysieke aanwezigheid van verlangens in ons lichaam. Ondanks al zijn voorbehoud over het temperen van driften, schetste Plato een fysiek beeld van de ziel door de ziel te lokaliseren in buik, hart en hoofd. Wat als we kijken naar deze zielsdelen als inspiratiebron voor het aardse leven? Of die verlangens nu geïnspireerd zijn door iets búiten de wereld of niet wil ik in het midden laten, maar dat die verlangens bestaan is evident, want ik kan ze voelen. Ik voel het zinnelijk verlangen in mijn buik en het vurige streven in mijn hart. Mijn hoofd en mijn hart verlangen naar wijsheid. Als het erom gaat in beweging te komen en te gaan leven dan zijn het Plato’s zielsdelen die mij hiertoe aanzetten. Van Aristoteles heb ik geleerd dat er een potentie in mij aanwezig is waar ik nog maar zeer ten dele weet van heb. Wat moet ik doen om mijn voltooiing niet te missen in dit leven? Of moet ik misschien van alles laten? Goede waarneming gaat me veel vertellen. Ik denk dat ik niet alleen zo veel mogelijk in de buitenwereld moet waarnemen, maar ook alle verlangens die in mij zitten in detail moet registreren om te weten wat ik ben.
INHOUD
40
EIBERT DRAISMA | 45 JAAR
Eibert Draisma | 45 jaar zelfstandig werkend designer | uitvinder | artiest Waar denkt u aan bij zingeving?
‘De essentie van zingeving is dat waar je blij van wordt. Dat zijn automatisch de dingen waarvan je het gevoel hebt dat het iets van jezelf is. Als je iets uit passie doet dan wordt het automatisch goed.’ Wat is passie?
‘Passie is voor mij dat je ook door hele kleine dingen geïnspireerd kunt raken. Je ziet overal mogelijkheden en daar ga je iets mee doen. Maar passie wordt ook te veel opgewaardeerd. Dat noem ik het x-factor effect. Door al dat popsterrengedoe denkt iedereen dat je “het ware” moet vinden. Terwijl het er juist om gaat dat je gewoon goed bent zoals je bent. Ik geef sinds 1992 les aan de Design Academie in Eindhoven aan mensen vanaf 18 jaar. Per klas heb ik maar een paar mensen met passie. Ik ben er voorzichtig mee geworden te denken dat iedereen passie heeft. Misschien is het een kwestie van opvoeding. Dat je geleerd hebt van kleinere dingen te genieten en dat je daardoor zelfverzekerder bent. Je hebt houvast want je vindt van alles leuk. Je denkt : ‘ik kan het zo leuk maken als ik zelf wil.’ Als je opgegroeid bent met kaders dan is het lastig om je vrijheid te pakken. Sommige mensen vinden het heel bedreigend. Want als je je vrijheid pakt en je bent ongelukkig, dan is dat je eigen schuld.’ Verdwijnt passie als je kaders ziet?
‘Nee, mensen met passie die zien misschien wel kaders, maar die laten zich niet tegenhouden. Heel veel mensen beperken zichzelf doordat ze denken: “ik weet er niets van”. En de omgeving zegt dat ook: “wat weet jij er nou van?” Maar daar hoef je je niets van aan te trekken. ‘ Kunt u voorbeelden van uw eigen zingeving geven?
‘Ik vind het heel leuk om soms tegen beter weten in ergens heel veel tijd in te steken. Ik heb bijvoorbeeld een half jaar lang elke avond aan een schaal gewerkt uit allerlei bouten, moertjes, sleutels, bestek. Dat doe ik op gevoel. Je moet puzzelen; steeds een stukje erbij. Het is heel rustgevend.
INHOUD
ZELFSTANDIG WERKEND DESIGNER | UITVINDER | ARTIEST
41
Dat had ik nodig als meditatief project naast een baan waarin ik heel ongelukkig was. En ik merk dat als ik dit soort dingen doe, dat andere dingen dan beter gaan. Die schaal verkoop ik niet, want dat beetje geld staat niet in verhouding tot alle liefde en tijd die daarin zijn gaan zitten. Maar ik ben nu een tweede schaal aan het maken en dat lukt denk ik in twee dagen. Hij wordt nog beter dan de eerste. Die ga ik verzilveren en verkopen. Zo komt er betaald werk voort uit mijn vrije werk.’ Waarom was u ongelukkig in een vaste baan?
‘Ik was in dienst gegaan bij een design bureau waar ik al 10 jaar voor freelancte. Ze vroegen me als creatief directeur en ik kreeg een dik salaris en een auto van de zaak. Maar al snel merkte ik dat ik in dienst geen nee kan zeggen tegen opdrachten die ik onzinnig vind. En dat bedrijf deed zulke onzindingen voor geld dat het werk me echt tegen ging staan. Ik moest bijvoorbeeld een elektrisch apparaat maken met een magneetje erin om je gezicht te masseren zodat rimpels wegblijven. Dat werd dan verkocht via Tel Sell. Ik werd er heel ongelukkig van en heb na een half jaar opgezegd.’ Kon u geen kwaliteit leveren?
‘Jawel, dat deed ik ook, maar zo’n apparaat is gewoon onzin. Dat helpt helemaal niet tegen rimpels. En ik ben ook een idealist. Ik wil een betere wereld. Ik heb een tijdje met mijn vriendin Ine in Oeganda gewerkt in een ontwikkelingsproject, om mensen te leren kunst uit koehoorns te maken die op de Europese markt zouden verkopen. Maar het was teleurstellend. Nadat we daar zijn vertrokken is er helemaal niets meer gebeurd met die koehoorns. Westerse mensen groeien op met het perspectief dat je iets kunt doen om je situatie te verbeteren. Dat hebben ze daar niet. Als ontwikkelingswerker ben je degene die de kar trekt, maar zodra je weg bent denken ze ‘laat maar, te veel moeite’. Dat was wel frustrerend. Ik heb er een jaar ingestoken. Ik kreeg alleen een ticket en verblijfkosten. En toch is het fijn om iets goeds voor de wereld te doen.’ Zijn er dingen die uw zingeving in de weg staan?
‘Mijn beperking is bijvoorbeeld dat ik me overal verantwoordelijk voor voel. Een tijd terug praatte ik met een vriendin die een soort coach is. Die
INHOUD
42
EIBERT DRAISMA | 45 JAAR
was bezig zich te verdiepen in de theorie van Byron Katie. Dat lijkt op boeddhisme. Van haar heb ik geleerd dat je een gedachte los kunt laten. Die komt uit je hersenen en daar hoef je niets mee. Dat was voor mij een eye openener. Ik zit me ergens druk over te maken maar ik weet om te beginnen helemaal niet of dat voor anderen ook zo is. En als dat zo is, wat dan nog?’ Kun je als kunstenaar beter zingeven omdat je scheppend bezig bent?
‘De wereld gaat aan scheppingsdrang ten onder. Mensen zeggen tegen mij dat mijn bedrijf moet groeien. Waarom? We maken al te veel rotzooi. Er moet minder geschept worden. Stel dat ik een bedrijf met werknemers had en het liep goed, dan zou ik ook niet willen groeien. Dan zou ik zeggen: “We hebben allemaal te eten. Zo groot als we nu zijn is precies groot genoeg.” Je hoeft niet te scheppen. Mijn hele omgeving zegt: “zou je geen kinderen willen?” Ik vind kinderen erg leuk. En ik ben echt wel jaloers op vrienden met kinderen. Tegelijkertijd denk ik. Het is niet zo dat ik nu ongelukkig ben omdat ik geen kinderen heb.’ Is scheppen hetzelfde als groeien in omvang?
‘Dat hangt natuurlijk van je definitie van scheppen af. De meeste mensen denken bij scheppen aan dingen die je kunt beetpakken. Maar scheppen kan inderdaad in hele kleine dingen zitten. Dat kan ook zijn dat je achter de bar staat. Dan schep je gezelligheid.’ Ik kom in mijn boek tot vier niveaus van zingeving, het fysieke, het gevoelsmatige, het mentale en het verbindende. Herkent u één of meerdere niveaus van zingeving voor uzelf?
‘Ik geloof dat die terreinen sterk met elkaar verweven zijn en dat alle niveaus van belang zijn. Het is net als met eten. Als je gezond wilt leven moet je gevarieerd eten. Als je als mens in balans wilt zijn moet je aandacht aan alle niveaus geven.’ Het fysieke
‘Ik vind het leuk om iets te maken met mijn handen. Dat gaat net als ‘ik heb zin in een ijsje’. Waarom? Dat weet ik niet. Dan kijk ik rond in mijn atelier en valt me iets op. Meestal ligt er nog wel iets waarvan ik denk: ‘daar wil ik iets mee’. Het is ook fijn om iets te doen waar je heel goed in bent. Ik heb
INHOUD
ZELFSTANDIG WERKEND DESIGNER | UITVINDER | ARTIEST
43
bijvoorbeeld door de jaren heen steeds beter leren hard solderen. Dat doe je met zilver. Het is fijn om iets mooi en sterk te maken; daar word ik blij van. En beweging is belangrijk voor me. Als ik ongelukkig ben bijvoorbeeld, dan moet ik gaan hardlopen of spinnen. Ik merk dat als ik weinig beweeg dat het niet goed gaat met mijn psyche. Zo is alles aan elkaar gekoppeld. Als iets niet goed gaat en je neemt tijd om te mediteren dan gaat het fysiek ook beter en andersom. Het is allemaal belangrijk.’ Het gevoelsmatige
‘Ik ben empathisch. Het is leuk om me te verplaatsen in hoe mensen functioneren. Daarom vind ik het leuk om leraar te zijn. Het is erfelijk bepaald dat ik me van alles ga afvragen. Waar komt iets vandaan dat mensen doen? Ik verplaats me ook in mijn kunstwerk. Dat is wel een probleem voor de kunstenaar. Als iemand je werk niet mooi vindt, voelt het als kritiek op jou. Tijdens mijn opleiding had ik daar last van. Als een docent zei: ‘ik zie Eibert er niet in’, dan sneed dat door mijn hart. Nu ik ouder ben is de waardering voor mijn werk minder belangrijk. Als ik nu echt iets goeds maak dan weet ik. Er zijn altijd mensen die het mooi vinden. Dat ik het zelf fijn vind om te doen is de bottom line. ‘ Het mentale
‘Ik heb een speelse geest. Ik vind het vaak heel leuk om als ik iets zie te denken: ‘goh, wat zou ik daar nog meer mee kunnen doen?’ Ik vind het leuk om bestaande technieken op een onconventionele manier te gebruiken. Toen ik jong was heeft mijn vader me laten zien dat het leuk is om te zien hoe dingen in elkaar zitten. Met als gevolg dat ik als kind ieder cadeautje dat ik kreeg helemaal uit elkaar haalde. Maar, o wee, als ik het niet meer in elkaar kreeg. Dat heeft ook te maken met mijn empathisch vermogen: Ik kijk naar alles alsof het leeft.’
INHOUD
44
EWOUD GOUDSWAARD | 53 JAAR
Ewoud Goudswaard | 53 jaar | algemeen directeur ASN Bank De ASN Bank is opgericht in 1960 door vakbondsleden die een manier zochten om te voorkomen dat hun geld terecht kwam bij verkeerde doelen. In de 50 jaar dat de bank bestaat is dat altijd het uitgangspunt gebleven. Tegenwoordig wordt het geld dat de ASN bank in beheer krijgt alleen in duurzame doelen uitgezet. De uitgangspunten van het duurzaamheidbeleid zijn gebaseerd op drie pijlers: • Mensenrechten, • Biodiversiteit, • Klimaat. Waar denkt u aan bij zingeving?
‘Zingeving betekent voor mij dat het ertoe moet doen wat ik doe. Dat ik iets bijdraag. Dat het nuttig is. Een voorbeeld hiervan is dat ik laatst tijdens een congres in Londen in een panel zat. Daar was een zaal vol mensen die de hele tijd excuses zaten te verzinnen waarom ze geen verstandigere dingen met hun geld konden doen. Dan doet het mij genoegen dat ik kan laten zien dat we inmiddels tien miljard euro onder beheer hebben. En dat we 550.000 klanten hebben die gedreven worden door idealen.’ Heeft dat raakvlakken met uw zingeving in het dagelijks leven?
‘Jazeker. Ik streef altijd zoveel mogelijk het samengaan van waarde en nut na. Als iets waarde voor mezelf heeft, dan zit daar ook mijn zingeving in. Maar nut speelt voor mij een onmisbare rol. Ik kijk ook naar het resultaat van een actie. Zonder nut heeft het minder waarde. Het verbinden van die twee gaat eigenlijk automatisch.’ Als een actie geen nut heeft, kan deze dan toch waarde hebben?
‘De waarde ervan is dan dat ik ervan geleerd heb. Je leert van je fouten. We maken veel fouten dus we leren veel.’ Wat maakt dat u op deze positie bij de ASN Bank bent gekomen?
‘Ik heb meer dan 17 jaar bij de ING gewerkt. Na 4 maanden sabbatical heb ik besloten niet in diezelfde baan terug te keren. Tijdens de reis met ons gezin destijds, heb ik veel en lang gepraat met mijn vrouw over wat ik nu werkelijk belangrijk vind, over de balans tussen privé en zakelijk, over de waarden die je vindt in je werk. Ik ben tot de
INHOUD
ALGEMEEN DIRECTEUR ASN BANK
45
conclusie gekomen dat ik maatschappelijke meerwaarde zocht en ben op zoek gegaan. Dat heeft me naar de ASN Bank gebracht. En ik heb tijdens de sollicitatieprocedure een 36-urige werkweek afgedwongen, ten behoeve van de balans tussen werk en privé. ‘ Dat is 10 jaar geleden. De bank had destijds 150.000 klanten en groeide niet hard genoeg. Na enig onderzoek durfde ik wel te zeggen dat ik de omvang van de bank in 5 jaar kon verdubbelen, door tegelijkertijd trouw te blijven aan de ideële uitgangspunten van de bank. Inmiddels is de ASN Bank verreweg de grootste duurzame bank in Nederland.’ Is de zingeving van uw bank van invloed op het aannamebeleid van werknemers?
‘Mensen moeten goed in hun vak zijn, maar ook aangesproken worden door duurzame thema’s. Werknemers vinden niet per se allemaal hetzelfde. De één vindt het ene thema belangrijker en de ander het andere. Voor alle posities, van laag tot hoog, wordt als onderdeel van sollicitatieprocedures een slotgesprek gevoerd met iemand van de directie. We willen waarborgen dat iedereen die hier werkt onze missie ook kan uitdragen. Als hier iemand komt solliciteren en het belangrijk vindt om met een Porsche met lederen bekleding voor te komen rijden, dan wordt die niet aangenomen.’ De filosoof Nietzsche heeft idealisten vergeleken met nihilisten, omdat idealisten alles in hun leven ondergeschikt maken aan één ideaal. Hoe verhoudt zich dat tot uw opvatting van het duurzaamheidideaal?
‘Ik ben heel blij dat mensen idealen hebben. Dat is een groot goed. Zonder idealen is het leven leeg. Maar je moet natuurlijk toestaan dat je idealen veranderen in de loop der tijd. Je krijgt steeds andere inzichten omdat de wereld verandert en omdat je als persoon verandert. De ASN Bank maakt ook steeds ontwikkeling door in het formuleren van duurzame criteria. We laten ze onderzoeken door technici, door specialisten en gaan in dialoog met onze klanten. Wij willen ons met onze idealen niet buiten de werkelijkheid plaatsen. We blijven ze steeds toetsen aan de veranderende wereld. Lange tijd werd de ASN Bank in de bancaire sector met scepsis aangekeken. Andere bankiers zagen niet hoe je idealen kon verenigen met de eisen die klanten aan de bank stellen. Men vond dat je je als grote bank niet kon permitteren om anders tegen beleggingsdoelen aan te kijken dan alleen vanuit het oogpunt van winstgevendheid. Ik vind dat een
INHOUD
46
EWOUD GOUDSWAARD | 53 JAAR
rare redenering. Als jouw persoonlijke drijfveer is dat je niks met kinderarbeid te maken wilt hebben, hoe kun je dan geld stoppen in bedrijven die met kinderarbeid werken? ‘ Hoe denkt u zelf dat het mogelijk is dat bankiers geld stoppen in projecten waar kinderarbeid mee gefinancierd wordt?
‘Hoe dat kan? Daar zit een zeker opportunisme in. En gebrek aan kracht. Misschien dat deze bankiers niet durven op te staan voor hun eigen idealen. Of dat ze onvoldoende de vrijheid hebben om zich daarover uit te spreken.’ Zijn de mensen die bij de ASN Bank werken moediger, omdat ze zich uitspreken?
‘Of ze moedig zijn weet ik niet. Wij hebben ook de structuur gecreeerd waarin ze zich uit mogen spreken. Ze krijgen de vrijheid om dat te doen. En niet iedereen spreekt zich in dezelfde mate uit. Er werken op de verschillende afdelingen verschillende typen mensen. De mensen van de marketingafdeling zijn over het algemeen mondiger dan de mensen van de administratie. Onze medewerkers hebben een omgeving gezocht waar ze zich prettig bij voelen. Een omgeving waar ze trots op kunnen zijn.’ Ik kom in mijn boek tot vier niveaus van zingeving, het fysieke, het gevoelsmatige, het mentale en het verbindende. Herkent u één of meerdere niveaus van zingeving voor uzelf?
‘Ik zit niet zo in elkaar dat ik daar bewust mee bezig ben, maar ik herken die soorten zingeving wel. Ik kom dagelijks met al die niveaus in aanraking. Het leuke van mijn leven is dat ik tussen die soorten zingeving kan schakelen. Op het moment dat je niet meer aandacht kan geven aan al die soorten zingeving, dan ben je niet meer in staat je sterk te maken, omdat je dan contact met jezelf verliest.’ Kunt u op één of meerdere niveaus van zingeving nader ingaan? Gevoelsniveau
‘Wij zijn hier heel erg gericht op contact met elkaar als collega’s en met stakeholders. We hebben een open cultuur en blijven dat voeden: via werknemersbijeenkomsten en via frequente besprekingen met mensen van verschillende disciplines. Telkens als er een probleem rijst dan roepen we mensen van de betrokken disciplines bij elkaar
INHOUD
ALGEMEEN DIRECTEUR ASN BANK
47
om de juiste beslissing te kunnen nemen. Iedereen reageert vanuit zijn eigen expertise en zo krijgen we een rijk perspectief op een probleem. Hierbij worden mensen van alle niveaus betrokken; van een directielid tot een postkamermedewerker. Naar klanten toe proberen we hetzelfde te doen. We geven klanten geregeld de gelegenheid zich uit te spreken over ons beleid en onze medewerkers spreken zich daar ook over uit naar klanten toe. Wij brengen over aan klanten wat de resultaten van onderzoeken door onze experts zijn. Zoals bijvoorbeeld over genetische modificatie. We zoeken ook contact met klanten via marktonderzoek en via ons call centre, maar ook door bijeenkomsten als de Dag van het Ethisch Beleggen te organiseren en op internet discussies te openen over de keuzes die we maken. We onderhouden dan contact via twitter en andere sociale media met de klanten. We leggen klanten uit hoe we tot bepaalde keuzes komen. Dan krijg je dat klanten soms zeggen: ‘Ik ben het niet eens met uw oordeel, maar toch vertrouw ik dat mijn geld bij jullie in goede handen is. De manier waarop jullie nadenken over wat je doet maakt dat ik bij jullie blijf.’ Verbindingsniveau
‘Ik vind het waardevol dat ik in staat ben me in het leven te verbinden met mensen; met mijn vrouw, met mijn zoon, met collega’s. Het is een kunst om continue verbindingen te leggen. Dat maakt het leven waardevol. Verbindingen leggen gaat niet vanzelf. Je moet je open stellen, er zelf in investeren, jezelf inspannen om te luisteren. Als je alleen maar zendt en niet luistert; of als je niets geeft, dan krijg je ook weinig terug. Dat geldt in mijn werk maar ook in de relatie met mijn zoon. Als ik daar geen energie in stop, zal ik daar op de lange termijn spijt van hebben en wellicht het contact met mijn kind kwijtraken. Ik laat wel een deel van mezelf thuis. In privésituaties is de verbinding -met echt goede vrienden bijvoorbeeld – langer en ook dieper dan op het werk. Uiteindelijk ben je in een organisatie een voorbijganger. Het is wel goed om je dat te realiseren.’
INHOUD
48
MANON | 40 JAAR
Manon1, 40 jaar, caissière bij Albert Heijn Manon is sinds haar 14de met enkele tussenpozen caissière in de supermarkt. Geen klant komt ongemerkt langs haar kassa bij de Albert Heijn. Binnen één minuut heb je een gesprek dat ergens over gaat. Waarom doet u het werk dat u doet?
‘Wat ik mooi vind is niet alleen het praatje bij de kassa. Het is de magie in de winkel. Mijn leukste plek was de Albert Heyn op de Nieuwmarkt. Dat was een klein winkeltje. Daar kwamen allerlei soorten mensen, acteurs, hells angels, zwervers. Alles viel op zijn plaats. Iedereen, klanten en personeel, was daar bereid om te luisteren of gezelligheid te brengen. En ik heb er veel geleerd. Hoe je geduld moet hebben. Hoe je met zwervers om moet gaan. Je kunt veel opbouwen met mensen wanneer je interesse toont. Ik vind een mens belangrijk. Maar er was een incident en toen ben ik weggegaan. Vrouwen zijn vaak jaloers op mij omdat ik gelukkig ben.’ Hoe komt het dat u zo gelukkig bent?
‘Nou, mag ik gelukkig zijn. Ik heb mijn ouders verloren toen ik 9 was. En mijn pleegouders zorgden niet goed voor me. Die zeiden dat ik dik was: “je bent niks waard”, “jij kan toch nooit geld verdienen”. Het duurde een hele tijd voordat ik van dat onwaardige gevoel af was. Als mensen dan zeiden: “je bent een topper”, dan geloofde ik dat niet. Maar nu wel. Ik heb altijd een lichtje in mezelf gehad. Ik ben een engel. Mijn innerlijk is puur. Mijn liefde is oprecht.’ Kunt u persoonlijke zingeving in het werk vinden?
‘Ik wil wel werken. Ik wil niet elke dag vrijheid. Je leert meer door routine. Ik vind onder de mensen zijn belangrijker dan vakantie. Maar je moet je werk zelf leuk maken. Als je het alleen als werk ziet dan overleef je het niet. Niet gewoon ‘ik verdien mijn geld’, maar ook léven als je aan het werk bent. Leven is dagelijks opstaan en blij zijn met wat je hebt. Alles eruit halen wat je maar kan. Ik sta om 5 uur op en ga om 6 uur de deur uit. Dan zit ik in de bus met een muziekje in mijn oren. Ik zit dan mee te swingen. Muziek is ‘all or nothing’ en 1 Manon geeft er de voorkeur aan dat haar achternaam niet vermeld wordt
INHOUD
CAISSIÈRE BIJ ALBERT HEIJN
49
daar houd ik van. En als ik dan binnenkom in de winkel dan groet ik iedereen. Ook zo even uit de verte zwaaien naar de bakker. Dan toon je respect op een natuurlijke manier. Al is er maar eentje die je ziet staan. Dan is je dag al goed.’ Kunt u concrete voorbeelden geven van zingeving in werk?
‘Dat ik me kan uitspreken. Wij hebben bijvoorbeeld last van scholieren die onbeschoft doen tegen het kassapersoneel. Er wordt van mij gevraagd dat normaal te vinden, maar dat doe ik niet. Want ik weet hoe het hoort. Ook jongeren weten best hoe ze zich moeten gedragen. Elk mens weet vanaf het moment dat hij verstand heeft wat goed is en wat niet. Jongeren die de verkeerde toon tegen mij aanslaan, daar zeg ik wat van, maar met respect. En dan weten ze precies waar het over gaat. Ze schelden me uit en af en toe word ik bedreigd, maar er gebeurt nooit wat. Want ik doe alles met respect voor de persoon en dat voelen ze. Bouwvakkers kunnen er ook wat van. Laatst was er één die me pestte en ik zei: “Moet je vrouwen pesten?”. “Vrouwen?”, zei hij, “ik zie geen vrouw, alleen een varken”. Toen heb ik hem uitgescholden, met respect. En nu zegt hij netjes gedag.’ Wat doet u het liefst in het werk?
‘Een beetje lol maken met collega’s. Ik zie graag pretlichtjes in andermans ogen. En dan een beetje plagen. Door de saamhorigheid met collega’s wordt het een leuke baan. We doen ook dingen voor elkaar. Als jij altijd op je kont blijft zitten en denkt “ik krijg mijn geld toch wel”, dan zullen mensen je ook nooit helpen. En als je met elkaar onenigheid hebt, dan voelt de klant dat ook. Ik heb ook een goede relatie met de chef. Wij hebben allebei iets met formule 1 en daar praten we dan over. Maar de laatste tijd heeft hij het helaas te druk om een praatje te maken.’ Is luisteren naar persoonlijke zingeving egoïstisch?
‘Als je egoïstisch bent dan leef je alleen voor jezelf. Als je met zingeving bezig bent dan werk je aan jezelf om een beter iemand te worden. Hoe weet je wat beter is? Dat weet je gewoon. Maar negatieve mensen weten dat niet. Daar staat de intuïtie uitgeschakeld. Een normaal mens weet wel het verschil tussen goed of slecht. Dat gaat erover of je jezelf in de spiegel kunt aankijken.’
INHOUD
50
MANON | 40 JAAR
Ik kom in mijn boek tot vier niveaus van zingeving, het fysieke, het gevoelsmatige, het mentale en het verbindende. Herkent u één of meerdere niveaus van zingeving voor uzelf? Het fysieke
‘Ik vind het wel heel belangrijk hoe de winkel eruit ziet. Alles moet op zijn plek liggen. Ik kan niet tegen grote veranderingen. Ik had moeite met de verbouwing van deze winkel. Ik heb er zelfs nachtmerries van gehad. Nieuwe systemen, andere sfeer. Dat duurde wel even voor ik daar aan gewend was.’ Het mentale
‘Ik heb 7 jaar bij Albert Heijn moeten vechten voor mijn plek; om ook kassa’s te mogen tellen, bestellen en een beetje leiding te geven. Ik ben nu verkoper B en daar horen al die taken bij. Ik wil blijven leren.’ Het gevoelsmatige
‘Ik gebruik altijd mijn intuïtie.’ Het verbindende
‘Ik heb met veel klanten een bijzondere band. Er zijn mensen die komen elke dag speciaal bij mij langs om vrolijk te worden. Je moet elk mens als een soort diamantje zien. Ik vind dat ik de mensen meer verschuldigd ben dan alleen maar een groetje. Als je er meer instopt krijg je er ook meer uit. Ik help geen doemdenkers en zwartkijkers. Maar de gewone mens die mij normaal behandelt, die krijgt van mij ‘à la carte’. Trouwens, als jij geen hart had, had ik dit interview niet gedaan.’
INHOUD
78
Prof. Dr. BarBara BaarSma | 42 Jaar
Prof. dr. Barbara Baarsma | 42 jaar Bijzonder hoogleraar marktwerking- en mededingingseconomie en algemeen directeur van SEo Economisch onderzoek Naast haar werk als algemeen directeur van SEO is Barbara Baarsma Bijzonder hoogleraar Marktwerking- en mededingingseconomie, Faculteit Economie en Bedrijfskunde, UvA, Amsterdam. Ook is zij SER-kroonlid, Voorzitter van de Commissie Macrobeheersinstrument in de medisch specialistische zorg (VWS), Lid van de Raad van Commissarissen Loyalis NV, Lid van de Raad van Toezicht St. Elisabeth ziekenhuis, Tilburg, Lid van de Raad van Commissarissen Stichtingen Espria en Woonzorg Nederland, Lid van de Raad van Toezicht BNN, Lid audit committee FNV Bondgenoten, Lid van de Raad van Advies van Peak Invest (onderwijs) en Lid van de Raad van Toezicht van de Stichting G500 (politieke jongerenbeweging). Zij is vaak als expert te beluisteren op radio en tv en publiceert regelmatig over economische politiek, marktwerking en mededinging. Waar denkt u aan bij zingeving?
‘Ik heb niets met zingeving dus ik ben heel benieuwd waar dit over zal gaan. Ik doe niet aan yoga en ik moet niets hebben van al die zelfhulpboeken. Ik ben bang dat ik mijn aanpak dan ga rationaliseren en dan verlies ik mijn intuïtie.’ Waarom doet u het werk dat u doet?
‘Wat ik graag doe is de economie gebruiken om politieke en bedrijfsmatige besluitvorming te verbeteren. Wat dit werk mij brengt is dat verschillende kanten van mezelf worden aangesproken. Ik heb mijn analytisch vermogen nodig, maar ook het commerciële en maatschappelijke komt erbij kijken. Bij SEO proberen wij oplossingen te bedenken voor economische problemen waar de maatschappij als geheel beter van wordt. Wij moeten zorgen dat wat we bedenken ook landt in de maatschappij.
INHOUD
BIJZonDEr HooGLEraar marktwErkInG- En mEDEDInGInGSEConomIE aLGEmEEn DIrECtEur SEo
79
Bij de keuze van mijn banen gaat het me er niet om wat de buitenwereld ervan zegt, maar om hoe het werk overeenkomt met de karaktereigenschappen die ik zelf heb en verder wil ontwikkelen. Ik vind de diversiteit in mijn werk geweldig; directeurschap, onderzoek, gastcolleges en commissariaten. Leuk dat me elke dag iets anders gaat overkomen. En ik blijf leren. Mijn gereedschapskist wordt steeds voller en mooier.’ Welke eigenschap maakt dat u bent waar u bent?
‘In alles wat ik doe heb ik die analytische manier van denken nodig die in de economie zit. Die moet ik gebruiken zodat markten beter gaan werken en besluitvormingsprocessen beter worden onderbouwd. Maar dat ik hier zit is omdat ik heel goed weet wat ik wil. Ik weet waar ik warm voor loop. Die doelgerichtheid heb ik al van kinds af aan. Daarnaast ben ik me steeds minder gaan aantrekken van wat anderen vinden. Dat gevoel ervoer ik 12 jaar geleden ineens vrij sterk. Ik was aan het fietsen en dacht: “wat heerlijk, het kan me niet meer schelen wat anderen er van denken.” Dat was en is heel prettig.’ U zei zojuist dat u gebruik maakt van intuïtie. Kunt u daar iets meer over vertellen?
‘Ik ben heel intuïtief. Daar sta ik eigenlijk niet zo bij stil maar ik ervaar het wel. Het overkomt me. Soms loop ik door de gang en dan voel ik zo’n stoot omhoog komen uit mijn buik. Daar luister ik dan naar. Je moet de ruimte nemen om dat toe te staan. Maar ik ben pragmatisch genoeg om te weten dat dat niet altijd kan. Bij veel zakelijke beslissingen gebruik ik mijn intuïtie. Maar ik combineer het altijd met mijn kennis en kunde. Eerst luisteren naar mijn intuïtie en dan rekenen, analyseren, en afwegen. Het aannemen van mensen is iets dat ik altijd op intuïtie doe. Dat gaat ook wel eens fout. Maar als je jezelf niet toestaat om fouten te maken, dan ga je je intuïtie begraven.’ Wat is er nodig voor mensen in een organisatie om hun eigen zin aan het werk te kunnen geven?
‘Ik vind rechtstreeks werken voor klanten een hele belangrijke prikkel in een organisatie. Hoe meer van dat soort automatische prikkels er zijn, des te minder je met regeltjes hoeft te werken. En hoe meer vrijheid je mensen kunt geven hoe beter.
INHOUD
80
Prof. Dr. BarBara BaarSma | 42 Jaar
Als je mensen wilt die bewust in hun werk staan, dan zul je ze vertrouwen moeten geven. Ik houd erg van werken in een omgeving waar vertrouwen is in professionals. Je monitort dan alleen op grote lijnen. Te veel regelgeving ontneemt vrijheid, vertrouwen en verantwoordelijkheid. Een branche die zwaar lijdt onder regelgeving is de accountancy. In accountantsverslagen staat tegenwoordig vooral waar ze niet verantwoordelijk voor zijn en in een paar regels waar ze wel verantwoordelijk voor zijn. Een interessant dilemma. Er moet daar nog vertrouwen terugverdiend worden.’ Zijn organisatiedoelstellingen te combineren met persoonlijke zingeving van mensen die er werken?
‘In een organisatie worden doelen gesteld. Vaak financiële doelen. Maar er is verschil of je alleen blind toewerkt naar die doelen of dat mensen ook andere ambities hebben. Financiën is bij vrijwel alles de basisvoorwaarde, maar je moet niet alleen die doelstellingen inzetten om zelfrealisatie te bewerkstelligen. Iedereen die een bedrijf leidt weet dat winststreven niet het enige doel is. De winst is een middel om te kunnen investeren; om nog beter te doen wat je wil doen. De rest moet op andere, inhoudelijke wijze gerealiseerd worden. Voorbeeld. Wat je de laatste jaren ziet is dat grote advocaten uit hun grote kantoor stappen en een eigen klein kantoor beginnen. Dat is kwalitatieve groei. Ze hoeven niet meer die enorme bonus of status. Ze willen op hun manier met het vak bezig zijn.’ Is luisteren naar persoonlijke zingeving egoïstisch?
Egoïstisch? Je bent een veel prettiger mens als je in je werk aandacht hebt voor wat je doet en hoe je het doet; als je de tijd neemt voor reflectie; voor alles wat je gelukkig maakt. Je bent er voor je werkgever alleen maar waardevoller door en je bent succesvoller als je gelukkig bent. Ik vind in dit verband de uitspraak van Kennedy in zijn inaugurele speech in januari 1961 fascinerend. Die zei: ‘ask not what your country can do for you; ask what you can do for your country’. Zo is het ook met de organisatie waar je werkt: vraag je niet af ‘wat doet die organisatie voor mij?’, maar ook ‘wat kan ik voor die organisatie doen?’ Wat zijn mijn eigenschappen die hier op zijn plaats zouden zijn? Als die wederkerigheid er breed is, dan wordt de maatschappij mooi.’
INHOUD
BIJZonDEr HooGLEraar marktwErkInG- En mEDEDInGInGSEConomIE aLGEmEEn DIrECtEur SEo
81
Ik kom in mijn boek tot vier niveaus van zingeving, het fysieke, het gevoelsmatige, het mentale en het verbindende. Herkent u één of meerdere niveaus van zingeving voor uzelf? Het fysieke
‘Zintuiglijkheid is de basis van je bewustzijn. Het is goed om extra aandacht te geven aan wat je zelf wilt; ook bij onbenullige keuzes. Er is niets moeizamer dan als je vraagt wat voor drankje mensen willen, dat ze dan zeggen: “maakt mij niet uit”. Je moet altijd stilstaan bij wat bij je past. Stel je geeft jezelf de ruimte om van alles bewuster te genieten; van een aardbeientaartje, van de glimlach van je kind. Dan denk ik dat je daarna beter weet wat je wilt.’ Het gevoelsmatige
‘Je bent in je werk vaak aan het stressen. Altijd is er wel weer een deadline. Maar toch vallen er tussendoor ook kwartjes; of eigenlijk schieten die dan omhoog uit mijn buik. Ik schrik dan op en denk: “Hé, wat was dat? Ik moet daar iets mee doen”. Je leven wordt veel beter als je een weg hebt gevonden om daar naar te luisteren. Dat hoeft geen tijd te kosten. Het zit in het dagelijks leven.’ Het verbindende
‘Normaal gesproken ben ik redelijk allergisch voor alles wat met spiritualiteit te maken heeft. Ik vind mensen die zichzelf nog niet gevonden hebben en daar geen moeite voor doen, hoogst vermoeiend. “Kom maar weer terug als je er uit bent, ‘what makes you tick’’, denk ik dan. Ik doe niet aan yoga, maar ik ren wel veel; meestal 15 kilometer. Voor mij is hard rennen als mediteren. Er gebeurt van alles terwijl ik ren. Ik ben de deur nog niet uit of er komen gedachten. Na 10 km heb ik rapporten en artikelen geschreven. De laatste kilometers zijn het beste. Dan komt de omgeving veel meer binnen, omdat je de rest verwerkt hebt. Ik ruik en zie ineens veel meer, kleuren, lichtinval. Wat er dan binnenkomt kan ik weer gebruiken voor inspiratie, creativiteit en nieuwe ideeën.’
INHOUD
39
DEEL I SAMENGEVAT ZIN IN HET DAGELIJKS LEVEN • Zin geven is elke dag opnieuw betekenis geven aan jezelf en aan de wereld. • Alles waar je aandacht naar uitgaat en waar je door geraakt bent, heeft betekenis. • Is zin geven jezelf overstijgen, of worden wat je in potentie bent? En wat is het verschil daartussen? Plato en Aristoteles waren het hier niet over eens. • Fysieke en gedetailleerde waarneming, zowel van de omgeving als van je eigen verlangens, helpen je potentie en je zingeving zich te ontvouwen. • Eros, de god van het verlangen, is als geen ander in staat mensen te raken en leidt zo de weg naar bezieling. Zonder Eros houdt het leven op met verlangen naar zichzelf. • Je ziel is verlangen. Wij zijn verlangen. Zin geef je met je ziel. • Volgens Plato huist onze ziel in buik, hart en hoofd. Daar ontspringen de verlangens die de leidraad voor zingeving vormen. • Emoties en driften zijn oppervlakkige verlangens. • Niet de oppervlakkige, maar je diepere eigen verlangens zijn bronnen van zingeving. • Aan de basis van alle verlangens ligt het verlangen naar verbinding en balans. • Worden wie je bent betekent je diepere verlangens kennen en volgen. • Veel van onze diepere verlangens liggen verscholen in het onbewuste. • Via praktijken als mindfulness, meditatie, dansvormen en duursporten zijn we al langer bezig met aandacht voor het lichamelijke en het onbewuste. • Het onbewuste speelt een grote rol in onze creativiteit en denkkracht. • Wie zijn diepere verlangen volgt vindt zijn zingeving in werken en kan excelleren. • Pas als het bewustzijn vaker met rust wordt gelaten, kan er ruimte ontstaan voor onbewuste, diepere verlangens om zich aan te dienen. • Essentieel hierbij is dat ruimte maken in je bewustzijn in de interactie met anderen niet wordt vergeten, maar onderdeel vormt van je dagelijks leven en werken.
INHOUD
VIER NIVEAUS VAN ZINGEVING IN LEVEN EN WERKEN
77
Deel 2 SAMENGEVAT vIEr nIvEauS van ZIn In LEvEn En wErkEn • Zin ontstaat in je ziel en in interactie met je omgeving. Bezield werken betekent intrinsiek gemotiveerd zijn. kwaliteit van werken is dan een doel op zich. • Iedereen heeft eigen diepere verlangens die tot een of meer niveaus van zingeving leiden. In de drie zielsdelen die Plato in buik, hart en hoofd lokaliseerde, huizen eigen diepere verlangens. • De zielsdelen buik, hart en hoofd corresponderen met respectievelijk het begerende, het strevende en het kenniszoekende. • De ziel als geheel verlangt naar verbinding en balans. Deze verlangens staan aan de basis van specifieke motivaties in werken. In een overzicht ziet dat er zo uit: Zielsdeel
Niveau van zingeving
De motivatie, het verlangen naar
buik
het fysieke
fysiek bezig zijn, zintuiglijkheid, rituelen
hart en buik
het gevoelsmatige
vurig streven, intuïtie, gevoelens en contact
hoofd
het mentale
wijsheid, leren, ontdekken
balans
het verbindende
dienstbaarheid aan het grotere geheel, universele verbinding, rechtvaardigheid
• Het ene beroep vraagt niet meer zingeving dan het andere. wat zin oplevert is de match tussen de zingeving van een uniek persoon en zijn specifieke werk, in een specifieke fase van zijn leven. • Het verlangen naar verbinding ligt ten grondslag aan alle andere verlangens van de ziel. • Het verlangen naar verbinding is wellicht het grootste motiverende verlangen, maar ook de grootste valkuil, omdat anderen niet altijd aan een verlangen naar verbinding tegemoet kunnen komen. • De verantwoordelijkheid voor het vasthouden van zingeving, wat anderen daar ook mee doen, ligt bij iedereen zelf.
INHOUD
104
DEEl 3 sAMENGEvAT WAAR TE BEGINNEN MET ZIN IN WERKEN? • Wie passie vindt, vindt ook moed, want passie en moed liggen naast elkaar in het hart. • om te weten wat je bezielt moet je in beweging komen. • Ga dingen doen, de actie maakt gelukkig. • Je bewustzijn geeft een beperkte kijk op jezelf en versmalt je pad. • Je diepere verlangens en potentie sluimeren in je onbewuste. • Maak ruimte in je bewustzijn, zodat je verlangens zich vanuit je onbewuste kunnen aandienen. • Het onbewuste gebruiken gaat via alle praktijken die ervoor zorgen dat je je bewustzijn tijdelijk met rust laat, zoals meditatie, mindfulness of zen, maar ook via joggen en dansen, of via aandacht voor kunsten, muziek, toneel, poëzie, en door gebruikmaking van de vrije kunsten: o.m. dialoog en retorica. • ook een persoonlijke crisis kan diepere verlangens uit je onbewuste naar boven stuwen. • Als je te snel opklimt in een organisatie en je kennis en ervaring nog niet hebt belichaamd, dan zul je voor je succes moeten betalen met een onevenredig grote investering in tijd en energie. Je bewustzijn zit dan helemaal vol met alle kennis, vaardigheden en taken die je dagelijks bij moet houden om de klus te klaren. Niets gaat vanzelf en je loopt overal achteraan. • Wie op zijn plek zit en werkt vanuit zingeving, doet zijn werk moeiteloos en heeft tijd en aandacht over voor nieuwe zaken, voor andere mensen en om zijn of haar zin te blijven voeden. • Naast meditatie, mindfulness en dergelijke is de dagelijkse interactie met je omgeving een belangrijke voortdurende prikkeling van je onbewuste, als je daarvoor openstaat. • openstaan doe je door standaard reacties en denkbeelden op te schorten en door alle dagelijkse fysieke en gevoelsmatige indrukken en impulsen, zowel de negatieve als de positieve, ongecensureerd te laten binnenkomen en deze impulsen alleen maar ‘aan te kijken’. • Ieder mens heeft bepaalde triggers, specifieke beelden, muziek, geuren et cetera, waarmee je je ineens bewust wordt van iets dat leeft in je onbewuste. Zaak is deze van jezelf te leren kennen.
INHOUD
140
DEEL 4 SAMENGEVAT LEvEnskunst, OvER BEHOuD vAn ZIn In LEvEn En WERk Ken je zelf jezelf kennen is je diepere verlangens kennen. Zelfkennis is een levenslang proces in interactie met mensen en met de wereld om je heen. Gaan voor je bezieling is niet het heilige vuur vinden dat ergens op je ligt te wachten. Het is leren voelen waar je naar verlangt en dit in storm en tegenwind trouw blijven, ook als anderen het afkeuren. Neem verantwoordelijkheid voor wie je bent verantwoordelijkheid nemen voor wie je bent betekent je verlangens volgen. Het betekent dat je niet vergeet wat je zelf belangrijk vindt, ook al past jouw zingeving helemaal niet in de verwachtingen van je omgeving. Zoek geen bevestiging De behoefte om gewaardeerd te worden staat je bezieling in de weg. Wie naar zijn eigen bezieling handelt, ondervindt geregeld afkeuring van zijn omgeving. De beste manier om daarmee om te gaan is er niet op te reageren. Hoe anderen jou zien, is hun perspectief. Laat dat bij de ander. je behoefte om bevestigd te worden staat vruchtbare samenwerking in de weg. juist als je geen bevestiging zoekt, kun je afhankelijkheid toelaten en goed samenwerken. vraag vaker om hulp. Zoek geen dank; heb vertrouwen dat je iemand geholpen hebt. Zorg dat je zélf weet dat je goed werk hebt gedaan. Zoek steeds de fouten in wat je doet Wees niet afhankelijk van waardering, maar wel van goede wederzijdse kritiek.
INHOUD
LEvEnskunst, OvER BEHOuD vAn ZIn In LEvEn En WERkEn
141
Huldig je voortschrijdend oordeel Oordeel veel en vaak, maar ga uit van subjectiviteit en tijdelijkheid van je oordeel. je oordeel is een momentopname waarmee je betekenis geeft en met behulp waarvan je helder kunt beslissen. je oordeel komt voort uit denkbeelden enerzijds en gevoelens anderzijds. Deze kunnen je beletten onbevooroordeeld te luisteren naar andermans oordeel. Leer je denkbeelden en gevoelens aankijken alsof het gasten zijn in de herberg die je bent. Ook dat is mindfulness. je gevoel betrekken bij oordelen is belangrijk. Bij oordelen louter op basis van algemeen heersende denkbeelden ben je slechts een doorgeefluik. Dit is gevaarlijk omdat je dan in staat zou zijn om achter de meest schadelijke denkbeelden te staan, als je omgeving dat ook doet. Accepteer elk oordeel dat je over jezelf hebt en probeer het niet te verbloemen. Alleen dan keur je jezelf niet af en doen anderen dat ook niet. Doe alleen wat bij je past Heb de moed om helder te zien wat de juiste plaats voor je is; ook als je levensfase of omstandigheden veranderen. Doe niet aan medelijden Heb als manager van anderen de moed om helder te zien wat de juiste plaats voor anderen is en dat te zeggen. Ontfermen wordt snel ontkrachten. Levenskunst vraagt van alle partijen in een situatie om naar zichzelf te kijken. Benut onze westerse vrijheid om elke dag opnieuw betekenis aan je leven en werken te geven.
INHOUD
HET ORGANISATIEPERSPECTIEF VAN ZINGEVING
171
Deel 5 SAMENGEVAT hEt organIsatIEpErspEctIEF Van ZIn • Persoonlijke zin waarborgt behoud van ieders motivatie in werken, ook als mogelijkheden tot promotie, incentive-schema’s en salarisstijgingen wegvallen. persoonlijke zin levert organisaties een gigantisch potentieel op aan creativiteit, betrokkenheid en excellentie. • Ook organisaties hebben een zin. De persoonlijke zin van ieder der medewerkers voedt de zin van de organisatie. Zingeving van medewerkers negeren betekent je ecosysteem als organisatie ondergraven. Voor een collectieve bezieling is het wenselijk dat ieders bezieling en die van verschillende onderdelen van een organisatie in elkaars verlengde liggen. Dit stelt eisen aan het aannamebeleid van de organisatie. • In nieuwe werkstructuren als netwerkorganisaties en Het Nieuwe Werken verzwakt soms het vanzelfsprekende verband. Zin als zelforganiserend principe van het collectief is dan onmisbaar ter versterking van dit verband. mensen verlangen naar verbinding. Zij stellen graag hun persoonlijke zin in dienst van collectieve zin wanneer deze laatste eenduidig is en wanneer oordeel wegvalt zodat verschillen kunnen worden overstegen. • Net als een mens is een organisatie constant in beweging rondom de zin van haar bestaan. Dit is een voortdurend onderliggend menselijk proces dat vier velden bestrijkt: registreren, incorporeren, delen en presteren, die met elkaar de cirkel van Zin vormen. • Registreren. bij een registrerende open houding onderling en naar stakeholders zullen dagelijkse impulsen, confrontaties en informatie zo volledig mogelijk geregistreerd worden en niet als bedreiging of last worden gezien. Deze openheid levert nieuwe kennis en creativiteit op en is noodzakelijk voor het behoud van de organisatie ten overstaande van een constant veranderende werkelijkheid. • Incorporeren. Wat geregistreerd is moet eerst persoonlijk en collectief geïncorporeerd worden. het slimme onbewuste van mensen en organisaties heeft tijd nodig. Dat kan soms heel kort zijn, een minuut, en voor
INHOUD
172
DEEL 5
andere processen langere tijd van ‘inwerken’ vergen. ruimte geven aan het onbewuste vindt plaats door ieders open en reflectieve houding en met behulp van dialoog in de organisatie. als gevolg daarvan zal het grotere plaatje in elke situatie helder komen voor te liggen. • Delen. In dit veld speelt het inzetten van het hart een belangrijke rol. De voorgaande fases, registreren en incorporeren, helpen om persoonlijke ego’s op deze plek wat naar de achtergrond te doen gaan en de collectieve en persoonlijke zin meer de voorrang te geven. Zo krijgt het overstijgen van tegenstellingen een kans. komen tot een gedeeld perspectief wordt dan eenvoudiger. • Presteren. als het op presteren aankomt is er behoefte aan ego dat streeft naar overleven. Echter, het ego moet dienen ter ondersteuning van de zin van organisaties en niet andersom. Wanneer de collectieve zin helder is voortgekomen uit de voortgaande fases komen in dit veld ego, focus en deskundigheid samen tot een gigantische slagkracht van de organisatie. • In een organisatie die bewust met haar zin en die van haar medewerkers omgaat wordt de cirkel van Zin constant als onderliggende, verbindende factor in allerlei samenwerkingsprocessen doorlopen. • De Cirkel van Zin vergt niet veel extra tijd, maar wel ieders verhoogd bewustzijn van eigen en collectieve zin en ieders bereidheid tot en oefening in het gebruikmaken van het onbewuste. Dit resulteert in creativiteit, inzicht, betrokkenheid, flexibiliteit, deskundigheid en focus die noodzakelijk zijn voor de slagkracht van de organisatie ten overstaande van een constant veranderende werkelijkheid.
INHOUD
185
EPILOOG Een winterochtend, 08.30 uur. Lichtpeertjes doen het witte zeildoek van de marktkraampjes oplichten in de schemering. De advocate, de psycholoog en de accountant schikken de groenten in de bakken. Waspeen en bospeen, pastinaak, koolraap, zoete bataat; het land kleeft nog aan de groenten. Twee keer per ochtend krijgen ze koffie en ze mogen naar de wc bij het restaurant. Eén ochtend per kwartaal draaien ze onbetaald mee. “Kan ik u helpen? Wat is nou postelein?” Wegen, opschrijfboekje, optellen, korting berekenen, pinautomaat bedienen. Ze worden er blij van. Op de zuiderMRKT, een buurtinitiatief in Amsterdam Oud-Zuid, heerst de zin. Een jaar geleden zijn een aantal buurtgenoten een coöperatie gestart om biologische waar te gaan verkopen op een buurtmarkt, als tegenwicht voor alle verdwenen buurtwinkels met verse spullen. Inmiddels zijn er 300 mensen lid geworden en draait de markt elke zaterdag vrijwel geheel op vrijwilligers. In deze buurt hebben mensen meer dan genoeg van alles behalve van tijd, maar ze maken graag tijd om hier achter de kraam te gaan staan. Goede spullen, handen uit de mouwen; ga het doen de bezieling volgt vanzelf. Als we iéts delen dan is het wel het verlangen naar verbinding en in deze tijd beginnen we dat sterker te voelen. Dat kunnen allerlei vormen van verbinding zijn: verbinding met het hogere, met jezelf, met de natuur, met een einde en een begin, met een ander, met de groep, met het grotere geheel. We willen verbinding, maar onze maatschappij en onze organisaties vallen steeds verder uit elkaar. ‘Om de cohesie terug te brengen moeten we niet iets doen maar iets laten’, zegt kwantumfisicus David Bohm. Bohm en zijn leerling John Stuart Bell hebben wetenschappelijk aangetoond dat we verbonden zijn1. Dat er een energieveld is dat alle mensen en dingen verbindt en waar afstand geen rol speelt. In On Dialogue2 schrijft Bohm dat wij westerlingen ‘kennisfundamentalisten’ zijn; dat het ons denken is dat tussen ons in staat en tot incoherentie leidt. We trekken muren van kennis, aannames en meningen op die we vervolgens tot in den treure ten overstaande van elkaar verdedigen.
INHOUD
186
EPILOOG
En waarom? Dat zijn we dan vaak alweer vergeten. Bohm predikte luisteren naar elkaar en de dialoog aangaan. In dit boek heb ik getracht dit laatste idee handen en voeten te geven. ‘Wat als we uitgaan van een verbondenheid die er al is; als we vaste denkbeelden steeds weer loslaten en zorgen dat menselijke oordelen niet tussen ons in staan maar ons juist verder helpen op weg naar verbeterde inzichten. Het is het eeuwig terugkerende verhaal; het verhaal van de meeste levensbeschouwingen ter wereld. Er zijn steeds meer mensen op zoek naar de sleutel in dit verhaal met behulp van oefenpraktijken als mindfulness, yoga, meditatie, qigong, tai chi. Maar veel mensen komen er ook van terug omdat ze verwacht hadden dat de oplossing zich op het matje aandient en nalaten het geleerde toe te passen in de praktijk. In de praktijk van leven en werken staat ieders behoefte zichzelf – en elkaar – te overstijgen de cohesie in de weg. Vandaar mijn suggestie om Aristoteles’ wereldbeeld weer in ere te herstellen: dat we niet bezig hoeven zijn met elkaar te overtreffen, maar dat excelleren betekent: je unieke eigen potentie te voltooien. Niet alleen meditatie maar juist de momenten van samen leven en samen werken zijn perfecte gelegenheden om je potentieel en je diepere verlangens te leren kennen. Levenskunst is je nergens door laten verstoren. Ik denk dat dat is wat de stoïcijnen in de eeuwen rond Christus bedoelden met het trainen van onaangedaan zijn. De levenshouding van innerlijke rust en mededogen van de stoïcijn Marcus Aurelius ging niet over het aanleren van ongevoeligheid, maar over het rustig ondergaan van de meest kwetsende ervaringen; ze doorvoelen en los te laten en op die manier mededogen en liefde leren opbrengen. Het is vergelijkbaar met de lessen van hedendaagse wijzen uit hun eigen cultuur: van Nelson Mandela uit het Afrikaanse Ubuntu, van Krishnamurti uit de Indiase mystiek en de mindfulness van Thich Nhat Hanh uit het Vietnamese boeddhisme. Ze hebben allemaal dezelfde boodschap. Als iedereen zijn eigen hart volgt dan ontstaat er een gedeeld perspectief op waar het werkelijk om gaat, op de zin van samen leven en werken.
INHOUD
‘De meeste mensen sterven voordat zij ten volle geboren zijn’ Erich Fromm, Duitsland, 20ste eeuw.