aan
ZIJZIJ 2
■
Bouw combiterminal op schema
■
Geluid van BASF geanalyseerd
■
Doe mee aan de grote burenbevraging van BASF Antwerpen en win filmtickets !
Burenblad van BASF Antwerpen NV winter 2009 jaargang 6
COLOFON ■
■
■
■
■
Op de voorpagina De nieuwe manager van de combiterminal, Ben Beirnaert, met achter hem de gigantische portaalkranen van de terminal. Verantwoordelijke uitgever: BASF Antwerpen NV Dienst Communicatie (LPC- B 510/2) Scheldelaan 600 B - 2040 Antwerpen-Zandvliet Redactie: Jan Van Doorslaer (coördinatie & eindredactie), Marcel Van der Avert (Burenoverleg) Opmaak & fotobewerking: Drukkerij Lannoo (090363) Foto’s & illustraties:: Wim Van Nueten, Milieudienst BASF Antwerpen, Elastogran, Tractebel
■
ZIJaanZIJ Maand 2009
Overname met bronvermelding uit deze publicatie is toegestaan na overleg en 2toestemming van de dienst Communicatie (tel. + 32-3-561.21.51)
Infonummer voor de buren: 00800-227.346.36 (let op - de dubbele nul moet gedraaid worden omdat dit nummer internationaal bereikbaar is). Op dit nummer zijn tijdens de daguren (8-17u) ook suggesties met thema’s voor het Burenblad welkom.
VOORWOORD Beste buren, Het jaar zit er weer bijna op en 2009 zal voor velen van ons toch wel in de herinnering blijven als een jaar van onzekerheid. De economische crisis waarmee we in het laatste kwartaal van 2008 brutaal werden geconfronteerd, heeft het hele voorbije jaar beheerst. Vooraanstaande economen en staatslui verwezen om de haverklap naar de crisis van de jaren dertig die de meesten van ons slechts uit de geschiedenisboeken kennen, maar de vergelijking was niet onterecht. We hebben in de BASF-groep zeer snel drastische maatregelen genomen en producties fors teruggeschroefd. Ook in onze Antwerpse vestiging hebben we dat letterlijk aan ‘den lijve’ ondervonden. Sommige van onze installaties gingen voor enkele maanden dicht of moesten fel terugdraaien. Gelukkig bleven andere producties volop draaien. We hebben die tegengestelde krachten en vaststellingen op onze vestiging snel en goed ingeschat en naar oplossingen gezocht. Door intern de vraag en aanbod naar werk in kaart te brengen, zijn we erin geslaagd om deze moeilijke periode door te komen zonder dan we medewerkers van BASF tijdelijk in werkloosheid moesten sturen. En dat op zich was al een hele prestatie, waarvoor we alle medewerkers moeten bedanken. Bovendien en dat siert de vakkennis van onze medewerkers zijn we die moeilijke periode ook milieu- en veiligheidstechnisch zeer goed doorgekomen. Milieuzorg en veiligheid bleven inderdaad ook in de crisis de hoogste prioriteit meekrijgen. Voor-
Gedelegeerd bestuurder Wouter De Geest lopige cijfers voor het jaar 2009 wijzen uit dat we op deze vlakken weer vooruitgang hebben geboekt. We moesten natuurlijk ook onze kosten scherp in ’t oog houden, maar de financiële sterkte van de BASF-groep, liet ons ook toe om te blijven investeren in dragende en toekomstgerichte projecten, zoals de combiterminal. En dat zullen we ook de komende jaren blijven doen om de Antwerpse vestiging ‘fit’ te houden. De situatie heeft zich inmiddels verbeterd, onze installaties draaien weer allemaal op een hoger toerental, maar of dit zal aanhouden, weten we niet zeker. Het herstel is dus nog niet duurzaam en voorzichtigheid blijft geboden. Ik kan en durf niet voorspellen hoe het komende jaar 2010 zal evolueren. Wat ik wel kan en wil, is in naam van alle medewerkers en het managementteam van BASF Antwerpen jullie als buren het allerbeste toewensen. Moge 2010 een jaar worden met vele opklaringen op alle vlakken. Wouter De Geest Gedelegeerd bestuurder
INHOUD Verslag burenoverleg oktober 2009 Sensoren beperken slagschaduw van windturbines ■ Geluid van BASF de laatste jaren ongewijzigd ■ Gedelegeerd bestuurder in debat met scholieren over klimaatbescherming ■ Belgische chemiesector wil wereldtop blijven ■ Nieuwe BASF-dijkversterking in Bathpolder ■ ■
4 5 6-7 8-9 10 11
In dit nummer vindt u een vragenlijst voor onze burenenquête evenals een enveloppe om de ingevulde lijst terug te sturen. Wie meedoet kan duo-filmtickets winnen.
General Manager Combinant-terminal Ben Beirnaert
“We zitten met Combinant op schema en plannen start begin maart 2010” Combinantmanager Ben Beirnaert brengt ervaring mee uit de logistieke wereld.
Op de terminal, een initiatief van BASF Antwerpen, IFB en de Zwitserse treinoperator Hupac, zullen bij maximale capaciteitsbenutting 10 treinen vertrekken naar alle uithoeken van Europa en 10 treinen aankomen. Op de combiterminal zullen immers containers van bedrijven en maritieme terminals afgevoerd worden naar het hinderland of van het hinderland gebracht worden naar de haven van Antwerpen. De opstart gebeurt met 6 bedienden en een pool van ca. 15 havenarbeiders die een
Geluidsoverlast?... Op de recente bijeenkomst van het Buren Overleg BASF (BOB) werden vragen gesteld over mogelijke geluidsoverlast. Ben Beirnaert licht toe: “De portaalkranen worden aangedreven met elektrische stroom en hebben dus geluidsarme motoren die op enkele honderden meters zelfs niet te horen zullen zijn. We maken geen gebruik van akoestische signalen zoals het bekende gepiep van de ‘stradler carriers’ waarmee containers op de terminals worden verplaatst. Aangezien we met volledige treinen werken die we beladen of lossen onder de grote kranen zal er ook nauwelijks geluid zijn van het rangeren. De meeste treinen zullen gaan en komen via Lijn 11 midden de A12. Er is ook interesse vanuit Rotterdam om een trein in te leggen, maar dat wordt nog volop bekeken en moet nog finaal besproken worden.”
kilometers moeten doen om onze terminal te bereiken. Gebruikers van de Scheldelaan die vanaf de Noordlandbrug komen zullen wel wat voorzichtiger moeten zijn want zullen na 500 meter geconfronteerd worden met verkeerslichten. Maar dat kan positief werken voor sommigen die de Scheldelaan daar nog steeds zien als een halve autostrade. Voor ons staat veiligheid zowel intern als extern bovenaan onze prioriteitenlijst. En als er vragen zijn van de buren dan staan wij daar open voor. Ik geloof persoonlijk in een goede communicatie, zowel intern als extern en iedereen die vragen heeft kan me contacteren,” besluit Ben Beirnaert. Ben Beirnaert is te bereiken via tel. +32-3-561.20.16. en via e-mail
[email protected].
Man van de praktijk Ben Beirnaert (°1969) is een man van de praktijk. Hij woont nu in Kontich, werd geboren in Schoten, groeide op in de Luchtbalwijk in Antwerpen en studeerde in het middelbaar economische wetenschap-
...en verkeersoverlast?
pen. Nadien volgde hij in de Vlaamse
Dat het verkeer op de Scheldelaan zal toenemen ter hoogte van de ingang van de combiterminal, ligt in de logica der dingen. “Om de verkeersveiligheid niet in het gedrang te brengen hebben we met de overheid een verkeerslichtensysteem voorzien – en dat is er al – aan onze inrit. De vrachtwagens zullen van zowat overal komen, vanuit de haven, maar ook van bedrijven en industriezones in de ruime regio rond Antwerpen. Die kunnen zowel via de A12 komen als via de Scheldelaan. Zeker is dat we alleen al op die aanvoerwegen meer dan 20.000 containers weghalen die van of naar BASF gaan. Want die BASFcontainers zullen nu nog slechts enkele
managementschool Vlerick een opleiding ‘middle management’. In 1994 startte hij zijn logistieke loopbaan bij IFB, op de terminal in Muizen waar hij treinplanneroperator was. In 1999 schoof hij door naar het IT-departement van de IFB-hoofdzetel in Zeebrugge en was als bruggenbouwer tussen de informatici en de operationele activiteiten ook een tijdlang actief in Duinkerke. In 2001 werd hij operations manager voor alle zeven IFB-terminals in België, met een totale maximumcapaciteit van 750.000 eenheden per jaar. Zijn motto: ‘Met ervaring en gezond verstand kun je veel oplossen.”
■
3
■
De derde grote portaalkraan, zeer zichtbaar van op de Scheldelaan, wordt momenteel afgewerkt en de nodige sporen worden aangelegd. “We verwachten dat we van bij de start zowat 80.000 containers van de weg naar het spoor zullen kunnen verplaatsen. In de loop van 2010 zal dat groeien tot 100.000 en onze maximumcapaciteit verwachten we in de loop van 2011 te bereiken. Er is veel belangstelling voor onze terminal, ook vanuit het buitenland omdat we een open terminal zijn en dus ook toegankelijk voor partners die niet in de joint venture zitten. En dat is meteen onze troef. In het Antwerpse havengebied zijn er niet zoveel continentale combiterminals die vlot toegankelijk zijn voor derden,” zegt Ben.
partner ter beschikking zal stellen. “Bedoeling is om te werken met een groep die zoveel mogelijk voor ons werkt en dat heeft met ons veiligheidsstreven te maken,” benadrukt Ben.
ZIJaanZIJ Winter 2009
Sinds 1 september 2009 heeft Combinant, de joint venture die de combiterminal vlak naast het BASF-terrein zal uitbaten, een ‘general manager’. Het is Ben Beirnaert die al ruime ervaring opdeed bij IFB (Inter Ferry Boats), een volle dochter van de Belgische spoorwegen (NMBS) die diverse combiterminals (vrachtwagen-trein) uitbaat in de ruime Antwerpse regio tot en met Luik. “We zitten met Combinant op schema en de start blijft gepland op 1 maart 2010,” zegt hij beslist in een kennismakingsgesprek.
Verslag Burenoverleg BASF van 2 oktober 2009
Sensoren op twee windturbines zullen slagschaduw in Zandvliet beperken De turbines 2&3 (zie pijltjes) zullen uitgerust worden met een sensor
■
ZIJaanZIJ Winter 2009
4
Om de mogelijke hinder van slagschaduw in Zandvliet door de windturbines nog verder te beperken heeft Electrabel tijdens het overleg met buurbewoners voorgesteld om sensoren te installeren op twee turbines (de turbines 2 & 3 langs de ScheldeRijn-verbinding). Deze sensoren worden geprogrammeerd met de informatie uit de metingen, zodat de windturbines tijdelijk zullen stilgelegd worden als de kans op slagschaduw voor de bewoners groot is. Het is duidelijk dat hierdoor de hinder zal beperkt worden. Tijdens de vergadering van het Burenoverleg van 26 juni 2009 werd er besloten om een overleg te organiseren met de vier bewoners van Zandvliet, die zeggen hinder te ondervinden van de windmolens geplaatst langs de Schelde-Rijn-verbinding. Op 11 september jl. was er dan ook een vergadering met de bewoners van Zandvliet, leden van het burenoverleg, vertegenwoordigers van BASF Antwerpen en Electrabel. De drie aanwezige bewoners van Zandvliet, die ook als woordvoerders optraden voor andere bewoners, kregen meer informatie over de metingen. Volgens de wettelijke bepalingen is 30u/jaar de maximum toegelaten slagschaduw en voor de woningen van de vier bewoners die de berekeningen hebben gevraagd, bleek er minder dan 10u/jaar mogelijke hinder te zijn van slagschaduw. Dit betekent uiteraard niet dat de bewoners geen hinder kunnen ervaren als zij in de tuin zitten of televisie kijken en de slagschaduw reflecteert op het scherm. Objectief gezien is er echter geen probleem en is alles ruim onder de toegelaten normen.
Electrabel heeft de installatie van de sensoren ingepland voor einde oktober. De bewoners vonden het een open en constructief gesprek en waren verheugd dat de bezwaren en bedenkingen rechtstreeks werden aangepakt, in plaats van de situatie te laten escaleren en tot een verzuurde relatie te komen. Het burenoverleg zal alles verder opvolgen en ook de betrokkenen informeren over de stand van zaken.
Samengevat kunnen we zeggen dat er zeker positieve signalen zijn.”Tekenen van een eerste herstel, ja, tekenen van een duurzaam herstel, nog niet” zo luidt het besluit. Op de vraag van een van de leden of er geknipt werd in de budgetten voor innovatie, kon Marc Van Breda formeel antwoorden: “Nee, hier is geen euro van teruggenomen. De voorziene financiële middelen voor innovatie blijven behouden.”
80% capaciteitsbenutting in Antwerpen
Win - Win relatie met contractoren
Marc Van Breda (directeur Preventie, Milieu-, Energie-, Gezondheidsbeleid en Communicatie) gaf in naam van de directie, informatie over de economische toestand en de gevolgen voor de Antwerpse vestiging.
Op vraag van het Burenoverleg kwam Filip Sunaert (coördinator Contractorenbeleid) de visie van BASF op de samenwerking met contractoren toelichten. Voor het goed functioneren van BASF Antwerpen is de samenwerking met externe bedrijven zeer belangrijk. Gemiddeld werken er een 1400 tot 1600 contractoren op het bedrijfsterrein van BASF Antwerpen. Men doet beroep op deze firma’s voor verschillende redenen: omdat ze de nodige expertise hebben, er eenmalige investeringen uitgevoerd moeten worden, om onderhoudswerkzaamheden en niet-kerntaken van BASF uit te voeren…
Er is in ieder geval positief nieuws te melden: wereldwijd is er binnen de BASF-groep een steeds betere capaciteitsbenutting van de productie-installaties en voor BASF Antwerpen bedraagt dit momenteel zelfs 80%. Ondanks deze relatief hoge capaciteitsbenutting, het feit dat het orderboekje beter gevuld is voor de volgende maanden en de cracker in Antwerpen quasi op vollast draait, blijft voorzichtigheid bij verdere voorspellingen noodzakelijk. Zo blijven de klanten voorzichtig, een slanke ‘pipeline’ en lage voorraden zijn typisch en is er een toenemend aantal klanten met beperkte liquiditeiten. De resultaten zijn beduidend lager dan vorig jaar, waarbij de marges momenteel nog vooral bij de basischemicaliën liggen en nog niet verder in de productketens zichtbaar zijn.
Het is duidelijk dat BASF met eigen medewerkers niet alle werk kan of wil uitvoeren. In de samenwerking met de contractoren kiest BASF voor een win-win benadering, waarbij het essentieel is dat beide partijen er een voordeel bij hebben en er ook een goed gevoel aan overhouden. Om deze samenwerking te realiseren en in stand te houden is er een overlegplatform
Eind oktober vond er een intenstieve gedachtenwisseling plaats tussen vertegenwoordigers van de contractoren en hun gesprekspartners bij BASF Antwerpen. Daarbij werd onderzocht waar de sterktes en waar de zwaktes lagen inzake veiligheid. Het slotdebat werd in goede banen geleid door journalist Bruno De Keyser (Kanaal Z). Dit event was andermaal een voorbeeld van de goede relaties die BASF met zijn contractoren wil opbouwen.
Vragenronde
situatie. In extreme gevallen kan de overheid ingrijpen. Verder was er nog een vraag naar de mogelijke noodzakelijkheid van een openbare hoorzitting over de effecten van de windturbines. Momenteel is er echter al een vergadering geweest met bewoners van Zandvliet, die als woordvoerders optraden en bovendien zal Electrabel kortelings de sensoren instaleren. Er is dan ook besloten voorlopig de resultaten af te wachten en de situatie te evalueren tijdens het volgende burenoverleg. ■
5
■
Tijdens de vragenronde van het Burenoverleg was er nog een vraag naar het bestaan van een mogelijke wetgeving over de maximum tijd dat het fakkelen van een installatie toegelaten is. Aangezien fakkelen een noodsituatie is die ontstaat vanuit veiligheidsredenen – namelijk om op een veilige en milieuverantwoorde wijze de procesgassen uit de installatie te verwijderen – bestaat er geen wetgeving die de duur van het fakkelen aan banden legt. Overmatig fakkelen is trouwens in de eerste plaats voor het bedrijf in kwestie geen gewenste
ZIJaanZIJ Winter 2009
met de aannemers. Hierbij is het de bedoeling de veiligheid te waarborgen, advies te geven over procedures en ook de open communicatie te stimuleren. Dit platform bestaat uit zowel aannemers als vertegenwoordigers van BASF. Jaarlijks is er een algemene vergadering, zes werkvergaderingen en is er een wisselend voorzitterschap voorzien. Hierbij staat veiligheid op de eerste plaats en verder wordt er aandacht geschonken aan welzijn, techniek, kwaliteit, beschikbaarheid, kost, flexibiliteit en capaciteit.
Sensoren: nog even wachten op levering “De sensoren zijn besteld, maar de levering laat nog even op zich wachten. Van zodra ze er zijn zullen ze door onze aannemer geplaatst worden. Dat is een vrij eenvoudige klus en kan zeer snel gebeuren.” Dat zegde eind november Gert Agten die bij Electrabel Realization Manager is en de bouw van de windturbines op het terrein van BASF coördineerde. Hoe werken die sensoren? Gert Agten: “De sensoren hebben een tweevoudige werking. In de eerste plaats zijn ze uitgerust met een processor waarin de dagen en uren met mogelijke slagschaduw kunnen geprogrammeerd worden. In tweede instantie gaat een ‘voeler’ na of er voldoende licht is opdat de voorziene slagschaduw zou kunnen voorkomen. Is er geen voldoende licht, omwille van bewolking, dan zal de molen niet stilgelegd worden. Is er wel voldoende licht dan legt de sensor de windmolen stil voor zolang als nodig.” De ‘voeler’ kan ingesteld worden volgens lichtintensiteit of lichtgevoeligheid. Daarom zullen we een proefperiode voorzien. Is het nodig om de lichtgevoeligheid bij te stellen dan kan dat gebeuren,“ aldus Gert Agten.
Inspanningen geluidsbeheersing helpen
Geluid van BASF Antwerpen blijft de laatste jaren ongewijzigd Indien nodig en gewenst wordt geluidsisolatie aangebracht bij tal van apparaten (motoren, pompen, compressoren).
■
ZIJaanZIJ Winter 2009
6
Het geluid dat ten gevolge van de industriële activiteiten bij BASF Antwerpen ontstaat, blijft de laatste jaren ongewijzigd. Dat is gebleken uit het nieuwe milieueffectenrapport (MER) dat begin 2009 voor de hele site werd afgeleverd. Voor het MER werd een geluidsstudie gemaakt door externe experten. Het resultaat van hun bevindingen werd toegelicht tijdens het Burenoverleg van 2 oktober jl. Het was Stefan De Ridder, vakspecialist ‘geluid’ binnen de Milieudienst van BASF Antwerpen die de meest recente resultaten inzake geluidsemissies van de BASFsite toelichtte tijdens het burenoverleg. De geluidsanalyse voor het jongste MER gebeurde door onderzoekers van de Leuvense universiteit (Departement Fysische Wetenschappen). Zij zijn door de Vlaamse overheid erkend als geluidsdeskundige. Voor het onderzoek werden metingen gedaan ten westen, ten noorden en ten oosten van het fabrieksterrein. Ten westen omdat daar het internationaal beschermd natuurgebied het Groot-Buitenschoor ligt, ten noorden ter hoogte van de dichtstbij gelegen woning over de Nederlandse grens en ten oosten voor de bewoning van Zandvliet. De metingen worden ook in relatie gebracht met de overheersende windrichtingen. Bekeken vanuit de BASF-site waait de wind hoofdzakelijk (25% van het jaar) vanuit zuidwestelijke richting. Vanuit het zuiden is dat ca. 20%, voor de andere windrichtingen (noordwest, noord, noordoost, oost en zuidoost) stijgt dat niet boven de 12% per jaar. De recente metingen ge-
beurden in het jaar 2007: de permanente meetpost van de overheid in Zandvliet, van juni 2007 tot december 2007 voor Nederland (Vijdtpolder), van maart 2007 tot januari 2008 voor het Groot-Buitenschoor. Op bijgevoegd kaartje zijn de resultaten van deze omgevingsmetingen weergegeven. Zij geven een beeld van het geluidsklimaat rond de BASF-site waarin naast onze eigen activiteiten ook alle andere geluidsbronnen in de omgeving vervat zitten (containerterminals, verkeer, scheepvaart…). Vraag is of het gebrom bij de uitzonderlijke fakkelactiviteiten in het najaar van 2007 en begin 2008 werd meegenomen in de metingen. “Ja”, zegt Stefan De Ridder, “de geluidsemissies naar aanleiding van dat fakkelen werden in de meetwaarden opgenomen, de uitgevoerde meetcampagnes rond onze site brengen immers het geluid in kaart dat effectief aanwezig was tijdens de vermelde periodes”
die zeggen last te hebben van een constant gebrom ? Stefan De Ridder: “Het geluid dat ze waarnemen is meestal achtergrondgeluid dat samengesteld is uit tal van geluidsbronnen: activiteiten van BASF maar ook de activiteiten op de containerterminals, het verkeer in de haven en de A12, scheepvaart… Dat vormt een soort van grootste gemene deler waarbij het zeer moeilijk is om uit te maken welke geluidsbron voor welk aandeel zorgt. In sommige gevallen zijn we zelf ter plekke geweest, maar ook dat geeft geen uitsluitsel over de precieze toewijzing van het waargenomen geluid.” Volgens hem gaat het meestal om laagfrequent geluid dat verder draagt dan hoogfrequent geluid (zie kadertje hierbij). Hoe ver dat laagfrequent geluid dan weer draagt, is afhankelijk van meerdere factoren, zoals o.m. de meteorologische omstandigheden (windrichting, windsnelheid, temperatuur…).
Richtwaarde
Geluidsmaatregelen
Moet BASF zich houden aan bepaalde waarden ? Stefan De Ridder: “In de Vlaamse Milieureglementering (VLAREM) worden richtwaarden gehanteerd. Dat zijn waarden waaraan het specifieke geluid van onze installaties wordt getoetst. Deze richtwaarden worden bepaald door de bestemming van het gebied en zijn dus verschillend voor woonzones, industriegebieden, bufferzones… Onze installaties voldoen aan de van toepassing zijnde richtwaarden.”
Wat doet BASF zelf om haar geluidsemissies onder controle te houden ? Stefan De Ridder: “ Naar het principe ‘meten is weten’ stellen wij voor elk van onze installaties – meer dan 50- zogenaamde geluidskadasters op. Daarbij worden in en om de directe omgeving van de productieplants geluidsmetingen uitgevoerd. Die brengen we in kaart en op basis daarvan kunnen we – ter bescherming van onze eigen medewerkers, medewerkers van contractoren en de omwonenden - geluidsdempende maatregelen nemen. Dat gaat van het aanbrengen van geluidsdempende kasten rond pom-
Gebrom Toch zijn er hier en daar individuele buren
Langs autostrades in heel Europa overigens, zien we meer en meer geluidsmuren verschijnen. Zou dat kunnen helpen voor
bv. Zandvliet ? Stefan De Ridder: “Dat betwijfel ik sterk. Dergelijke geluidsmuren werken enkel effectief als ze zeer dicht bij de bron (bv. de autostrade) of zeer dicht bij de ontvanger (bv. woonhuizen) worden geplaatst. Indien de afstanden wat groter beginnen worden, heb je zeer hoge en brede constructies nodig. Gezien de grootte van ons terrein, de diverse geluidsbronnen uit
de haven en de afstand tot Zandvliet zou, om enig effect te hebben, een geluidsmuur moeten voorzien worden die zeer lang en zeer hoog is. Dat lijkt me niet alleen technisch zeer moeilijk maar ook onbetaalbaar en dit zou het landschap bovendien ook fundamenteel verstoren terwijl men, ik herhaal, nog niet eens zeker is van het effect.”
Geluid is een erg complex verschijnsel In tegenstelling tot lucht- en wateremissies die op basis van componenten vrij precies te meten en te analyseren zijn, is het meten van geluid een complex gebeuren. Geluid is immers een trilling die vertrekt van een geluidsbron, zich via de lucht voortplant en dan bij de ontvanger aankomt. Geluidsemissie wordt bepaald door het aantal bronnen, de positie van de bronnen, hoge- of lage frequentie en sterkte van de bronnen. Laag frequent geluid (bv. zware brom van 125 Hertz) draagt veel verder dan hoog frequent geluid (bv. hoge fluittoon van 2000 Hertz). Bij de voortplanting van geluid (de geluidsweg) spelen de weersomstandigheden (windrichting, windsnelheid, temperatuur en vochtigheid), mogelijke obstakels, bodemgesteldheid en terugkaatsing allemaal een bepalende rol. Ook bij de ontvanger van het geluid kunnen positie en mogelijke afscherming een rol spelen. Geluid wordt gemeten als druk en die kan variëren van 20 tot 200 miljoen microPascal (micro = 10-6). Omdat dit een quasi onhanteerbare schaal is, wordt geluidsterkte uitgedrukt als decibel dB(A). En daar loopt de schaal van 0 tot 140 en bij deze laatste waarde zitten we meestal voorbij de pijngrens van het menselijk gehoor. Let op, de toename met enkele decibels kan het geluid veel sterker maken dan uit de cijfers zou kunnen afgeleid worden. In een stille bibliotheek of slaapkamer heerst er een geluidsniveau van 30 tot 40 dB(A), maar een draaiende wasmachine produceert snel 68 dB(A) en een kettingzaag haalt al 98 dB(A). Staan we onder een opstijgend straalvliegtuig, dan halen we snel 120 dB(A) en dat is tegen de menselijke pijngrens.
■
■
pen en compressoren tot het inzetten van geluidsarme toestellen indien nodig. Ook bij de planning van nieuwe installaties wordt een gedetailleerde akoestische inschatting gemaakt en nadien gecontroleerd.”
ZIJaanZIJ Winter 2009
7
’Chemie, onmisbaar bij klimaatbescherming’
Gedelegeerd bestuurder BASF in debat met 90 scholieren Wouter De Geest, rechts, probeert de scholieren van zijn stelling te overtuigen.
■
ZIJaanZIJ Winter 2009
8
Op vrijdag 13 november 2009 hebben vier klassen uit het secundair onderwijs (samen meer dan 90 scholieren) uit de ruime regio rond Antwerpen het vuur aan de schenen mogen leggen van Wouter De Geest, gedelegeerd bestuurder van BASF Antwerpen. Zij deden dat tijdens een debatnamiddag “Meet the Boss”, georganiseerd door chemiefederatie essenscia vlaanderen. Centraal thema was de klimaatbescherming en niemand minder dan de Vlaamse tv-weerman Frank Deboosere leidde het debat in goede banen.
Pittige vragen
Een vlotte communicatie met jongeren is voor de sector van de chemie & life sciences uiterst belangrijk. Vaak is de chemie immers voor hen een grote onbekende, terwijl de chemische industrie via haar producten in ons dagelijks leven alomtegenwoordig is en voor tal van problemen duurzame oplossingen biedt. Bovendien staat de sector de komende vijf jaar voor de gigantische uitdaging om nieuw talent aan te trekken om het vertrek van 10.000 werknemers op te vangen. Om jongeren rechtstreeks in contact te brengen met deze boeiende wereld, organiseert essenscia Vlaanderen “Meet the Boss”-debatten tussen een topman uit de sector en leerlingen van het vijfde en zesde jaar secundair onderwijs. Het debat bij BASF Antwerpen draaide rond de centrale stelling: “Chemie, onmisbaar bij klimaatbescherming”. ‘Boss’ Wouter De Geest verdedigde deze stelling met gloed, maar de jongeren waren het daar niet unaniem mee eens. Ze legden hem ook het ‘vuur’ aan de schenen, al pareerde hij de vragen telkens gevat. Tijdens een fiks debat tussen de deelne-
Tijdens de eerste ronde van het debat werd Wouter De Geest bestookt met soms pittige vragen. Zo wou een scholier weten of BASF bereid is om over te schakelen op biosbrandstoffen. “We zijn op zoek naar hernieuwbare grondstoffen, maar die zullen we morgen nog niet vinden. Daarom pleit ik ervoor om een deel van de olie voor te behouden aan de chemie. We maken daar vele producten mee en verbranden de olie niet zoals voor verwarming of transport”, repliceerde hij. Een andere scholier vroeg zich af waarom BASF zich aanvankelijk tegen het Kyoto-protocol verzette? Wouter De Geest: “We hebben ons NIET verzet tegen de Kyoto-doelstellingen, wel tegen de manier waarop men die doelstelling, wou bereiken, nl. via emissiehandel. Wij vonden dat we niet mochten ‘gestraft’ worden omdat we ons huiswerk inzake energiebesparing al hadden gemaakt en nog voortdurend maken (zie kader hierbij). Nog een andere scholier wou weten waarom BASF in China produceert. Is dat omwille van de lage lonen en de ontbrekende milieuwetgeving? ‘Neen,’ zei De Geest meteen. ‘We produceren in China omdat daar de vraag naar onze producten hoog is en we produ-
mende klassen onder leiding van Frank Deboosere ontwikkelden de vier klassen ook hun eigen stellingen die ze enthousiast verdedigden. De ene klas vond dat de chemie maar aan wetten en voorschriften moest onderworpen worden als ze zelf geen initiatieven voor klimaatbescherming neemt, de andere vond samenwerking tussen bedrijven en sectoren een mogelijke oplossing of legde de verantwoordelijkheid voor klimaatbescherming bij ieder van ons.
ceren daar in moderne installaties volgens onze stand van de techniek. De Chinezen willen zelf helemaal geen ‘oude bazaar’.
Coach van een team Een jury van vier leraars of beter leraressen, want het was een exclusief vrouwelijke jury, uit de deelnemende scholen beoordeelde het debat op verschillende criteria: was de stelling goed onderbouwd en samenhangend? Kwam de groep als team tot zijn recht of kwamen alleen enkele individuele leerlingen aan het woord? Reageerde de groep goed op de argumenten van de tegenpartijen? Hadden de scholieren begrip voor de meningen van de anderen of hielden ze vast aan de eigen visies? De leerlingen van Sint-Carolus Sint-Niklaas en het College Essen kwamen als beste ex-aequo uit de bus en wonnen elk een mooie prijs van 400 euro. Daarna volgden het PITO- Stabroek en het GITOK- Kalmthout. Zij kregen elk een cheque ter waarde van 300 euro. Slotbeschouwing van weerman Frank Deboosere: ‘Jullie hebben bij BASF een zeer bevlogen en gepassioneerde ‘boss’ en hier hadden wat meer journalisten mogen zijn om deze gedachtenwisseling te volgen. Repliek van Wouter De Geest: “Ik voel me helemaal geen ‘baas’, want ik kan het niet meer alleen. Ik ben hoogstens coach van een team van meer dan 3500 medewerkers en nog eens 1500 medewerkers van contractoren. Zuinig omgaan met energie is niet alleen onze opdracht en ons streven, maar zou voor ieder van ons het leidmotief moeten zijn, willen we daadwerkelijk wat doen aan klimaatbescherming.”
■
De hele jeugdige bende met helemaal achteraan en in het midden de Vlaamse weerman Frank Deboosere
“Voor iedere ton CO2 die wij uitstoten helpen we met onze producten 3 ton besparen” ”Uit een studie die de BASF-groep heeft uitgevoerd en die ze heeft laten checken door een onafhankelijk eco-instituut is twee jaar geleden al gebleken dat de chemie inderdaad een sterke bijdrage heeft tot de kli-
we met onze producten drie ton in andere sectoren. Een analyse van het internationaal bekende bureau McKinsey heeft intussen uitgewezen dat dit voor de
■
hele chemiesector geldt”.
9 ZIJaanZIJ Winter 2009
maat bescherming. Voor iedere ton CO2 die wordt uitgestoten voor onze productie en producten, besparen
Met deze sterke uitspraak verraste Wouter De Geest de scholieren tijdens het ‘Meet the Boss’-event. Maar hij argumenteerde ze ook. “De analyse die BASF heeft laten uitvoeren, betreft een zogenaamde ‘life-cycleanalyse’. We zijn dus nagegaan hoeveel broeikasgassen er worden uitgestoten van bij de ontginning van onze grondstoffen, over de productie tot de afvalverwerking of recyclage. Maar met de producten die we maken, vermijden we ook dat broeikasgassen worden uitgestoten,” zo zei hij. En hij gaf enkele pregnante voorbeelden: zo worden vele tonnen CO2 vermeden door het gebruik van isolatiematerialen voor woningen en gebouwen, maken kunststoffen nu al zowat 20% uit van een wagen wat hem lichter maakt en minder doet verbruiken, produceert BASF speciale additieven die het brandstof- en olieverbruik verminderen en werden zogenaamde katalysatoren ontwikkeld die zowel in transport als in de industrie een heilzame invloed hebben op de broeikasgasuitstoot. “Als we de uitstoot die nodig is voor onze productie wereldwijd optellen, komen we aan 87 miljoen ton, maar als we dan berekenen hoeveel onze producten besparen dan komen we aan 252 miljoen ton. Dat is een verhouding van 1 ton uitstoten tot 3 ton besparen,” zo besloot Wouter De Geest (zie bijgaande grafiek). Tot slot wees hij erop dat BASF al met energiebesparingen bezig was, lang voor het eerste Kyotoprotocol werd afgesloten. “Omdat voor ons energie een bepalende kostenfactor is, zijn we al beginnen besparen tijdens de eerste en tweede oliecrisis van eind de jaren zeventig, begin de jaren tachtig. En de eerste resultaten waren er al in 1984. We zijn dus gestart met energie-efficiëntie lang voor die van ons werd gevraagd en we blijven die weg opgaan. We hebben onszelf ook ambitieuze doelstellingen opgelegd. Zo willen we onze uitstoot van broeikasgassen tegen 2020 nogmaals met 25% verminderen en onze energie-efficiëntie met 25% verbeteren,” aldus Wouter De Geest.
Belgische regering wil verbetering investeringsklimaat
Belgische chemie- en kunststoffensector wil wereldkampioen blijven
■
ZIJaanZIJ Winter 2009
10
Begin november heeft essenscia, de Belgische federatie van de chemische industrie en life sciences, met volle steun van de federale minister van Economie Vincent Van Quickenborne een campagne gelanceerd om de troeven van de Belgische chemische en kunststofverwerkende cluster te promoten bij buitenlandse investeerders. Bovendien richt de federale regering in samenwerking met essenscia en de bedrijven een High Level Group op met als doel het investeringsklimaat in de chemiesector te versterken.Tegen juni 2010 moet dit uitmonden in een concreet actieplan. Op basis van de meest recente conjunctuurindicatoren blijkt het dieptepunt van de crisis te zijn bereikt en zijn er tekenen van een voorzichtige economische heropleving. Een snelle terugkeer naar een ‘business as usual’ scenario is op korte termijn echter uitgesloten. Wouter De Geest, voorzitter van essenscia en topman van BASF Antwerpen: “De chemische industrie wordt geconfronteerd met een overcapaciteit voor tal van chemicaliën op de Europese thuismarkt. Dit zal ongetwijfeld leiden naar consolidaties binnen de sector. Toch zijn we ervan overtuigd dat de toekomst ligt bij sterke chemieclusters in Europa. België heeft op dat vlak een aantrekkelijke positie. Onze cluster is de tweede grootste ter wereld na Houston en is zeer geïntegreerd en gediversifieerd wat tal van synergieën oplevert voor bedrijven die er gevestigd zijn.”
Offensief Essenscia kiest in een periode van crisis voor een offensieve aanpak. De federatie heeft een project uitgewerkt om België te promoten als ‘wereldkampioen in chemie
en kunststofverwerking’. Onder de noemer “Belgium, a world champion for chemicals and plastics today and tomorrow” trekt de sector samen met de federale en regionale overheden in 2010 naar buitenlandse investeerders om de troeven van de Belgische cluster toe te lichten tijdens handelsmissies, het World Economic Forum in Davos en de Wereldexpo in Shanghai. Yves Verschueren, gedelegeerd bestuurder van essenscia: “Uit ons dossier blijkt onder meer dat 11 van de top-15 van de mondiale chemieconcerns productievestigingen hebben in België. Het aandeel van de chemische industrie in de totale economie is in België twee maal groter in vergelijking met het gemiddelde in de Europese Unie en zelfs groter dan het traditionele chemieland Duitsland. Onze ondernemingen investeren ook zeer gericht in onderzoek en ontwikkeling om innovatieve oplossingen te vinden voor de grote uitdagingen van de wereld. De vraag naar duurzame producten uit de chemie zal met een steeds stijgende wereldbevolking de komende decennia alleen maar toenemen.”
Troeven uitspelen “Troeven hebben is niet voldoende, je moet er intelligent mee omgaan zoals iedere kaartspeler doet. En een van de sterke troeven die we in België hebben is onze ketenopbouw, van basischemie, de leveranciers van basisproducten (enkele tientallen grote spelers) tot sterke en innovatieve KMO’s (enkele honderden) die met deze chemische producten slimme oplossingen bieden voor de modale verbruiker. Die vernette ketenstructuur sterk houden is essentieel in de competitie met bv. het
Midden-Oosten,”onderstreepte Wouter De Geest. Niettemin kampt ons land met een aantal pijnpunten die moeten worden aangepakt om een duurzame verankering van de chemische industrie in België te waarborgen. Op vraag van essenscia besliste de federale regering op de ministerraad van 30 oktober een High Level Group (HLG) voor de chemiesector op te richten. Deze HLG werkt gedurende zes maanden in vijf thematische werkgroepen, namelijk “innovatie en vereenvoudiging”, “energie en klimaat”, “logistiek”, “fiscaliteit” en “arbeidsmarkt”. Aan de hand van concrete thema’s zoeken de werkgroepen naar oplossingen om het investeringsklimaat en het concurrentievermogen van de sector te versterken, wat de werkgelegenheid ten goede moet komen. Deze oplossingen worden eind juni 2010 gebundeld in een actieplan dat de strategie en de maatregelen bevat om het te realiseren. Het strategisch voorzitterschap van de HLG is toevertrouwd aan Wouter De Geest, federaal minister van Economie Vincent Van Quickenborne coördineert de werkzaamheden. “Wij moeten onze sector van chemie & life sciences in ‘pole position’ houden omdat deze sector niet alleen de ‘moeder is van alle verwerkende sectoren, maar ook sterk bijdraagt tot de vergroening van onze economie. Daarom wil ik ook een ‘buurlandentoets’ opzetten zodat we belangrijke elementen van ons investeringsklimaat kunnen vergelijken met wat de buurlanden Nederland, Frankrijk en Duitsland op dat vlak doen,” zo besloot de minister. ■
Polyurethaantoepassing Elastocoast
BASF zorgt voor nieuwe dijkversterking in Bathpolder
Het is niet de eerste maal dat BASF wordt gevraagd een proefvlak van haar nieuwe systeem van dijkversterking te realiseren. Eerder gebeurde dat in Petten langs de Nederlandse kust en ook langs de Duitse Noordzee. Elastocoast is een systeem waarbij met behulp van polyurethaancomponenten, ook bekend als isolatiemateriaal bv. langs ramen, grind letterlijk wordt samengelijmd tot een versterkte laag. Polyurethaan, een mengsel van twee componenten dat ook als lijm in de meubelsector wordt gebruikt, wordt koud gemengd met steenslag en dan op een geotextiel aangebracht. De steenslag wordt als het ware vastgehouden tot een kunststofnetwerk
Het grote voordeel van Elastocoast is dat het bv. in tegenstelling tot bitumen, die aan 200° Celsius moeten worden opgewarmd, koud en snel kan verwerkt worden. Elastogran, de BASF-dochter die het systeem ontwikkelde, heeft intussen een grote doseermachine op punt gesteld waarmee per dag 250 ton dijkversterking kan worden aangemaakt en dat is meteen goed voor minstens 800 vierkante meter. Het experiment in de Bathpolder ging ook gepaard met een tweede test: een 23 ton zware graafmachine werd op de dijkversterking losgelaten omdat dergelijke machines moeten kunnen ingezet worden bij stormvloeden. En Elastocoast doorstond de test met verve. Op enkele ‘krassen’ na weer-
stond de dijkversterking de rupsbanden probleemloos. Bij andere ondergronden (betonplaten, ruwe steenslag, bitumenversterking) lieten dergelijke graafmachines wel zware sporen na en moest er nadien gerepareerd worden.
Internationaal Met de Elastocoast-dijkversterking worden al sinds 2004 uitgebreide proeven gedaan. Dat gebeurt op internationale schaal want naast Nederlandse projecten o.m. in Harlingen (Noord-Nederland), Petten en Zuidbout zijn er ook proeven gedaan in Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië en Canada. Johan Rasing, de verantwoordelijke voor de marketing van Elastocoast in de Benelux, zegt dat de pilot fase nu stilaan ten einde loopt en de echte commerciële start nakend is. “We zullen binnenkort een volledig concept kunnen aanbieden en werken samen met de overheden aan de vereisten, o.m. qua milieuvriendelijkheid, waaraan onze toepassing moet voldoen om de nodige vergunningen te krijgen. We staan klaar voor de brede toepassing van Elastocoast.” Wie toegang heeft tot het internet kan meer info vinden via www.elastocoast.nl ■
De basis van Elastocoast ligt bij BASF Antwerpen Om Elastocoast te maken zijn er twee componenten nodig : een isocyanaat (MDI) en een polyol. Deze twee basisstoffen worden bij BASF Antwerpen gemaakt. De Antwerpse vestiging is overigens hét productiecentrum bij uitstek voor deze PU-grondstoffen. Voor MDI zijn we, met een jaarcapaciteit van meer dan 500.000 ton, zelfs een van de grootste producenten ter wereld. Als een isocyanaat en een polyol worden gemengd ontstaat er een reactie waardoor de twee stoffen zich mengen in een lange molecule die nadien uithardt. Al naargelang de mix kunnen er met deze twee grondstoffen zowel zachte (matrassen, bustehoudervullingen…), elastische (schoenzolen en autozetels) als zeer harde (o.m. skeelerwieltjes) kunststoffen worden gemaakt. De twee componenten kunnen ook ingezet worden als isolatiemateriaal, lijmen en gladde vloerbekledingen, o.m. voor ziekenhuizen en voedingsbedrijven.
11
■
Koude verwerking
dat elastisch blijft en de golfslag zeer goed kan opvangen. De folie moet verhinderen dat de Elastocoastlaag en de onderlaag met elkaar worden vermengd. Al na een dag is de dijkversterking uitgehard en kan er verder worden op gewerkt. Bijkomend voordeel van de nieuwe dijkversterking is dat er een open netstructuur – vergelijkbaar met een spinnenweb- ontstaat waardoor de golfslag nog beter kan gebroken worden.
ZIJaanZIJ Winter 2009
Eerder dit jaar heeft aannemer Zeeuwsche stromen in opdracht van Rijkswaterstaat (het Nederlandse departement van Openbare Werken) een vernieuwing van de dijkbekleding uitgevoerd. In de Bathpolder van Rilland-Bath, langs de Oosterschelde, is een dijkversterking aangebracht van 12.000 vierkante meter met ‘Elastocoast’ verlijmde steenslag. Elastocoast is een twee-componenten polyurethaan van BASF die met stenen wordt vermengd en daarna aangebracht. Dit levert een zeer sterke dijkbekleding op.
■
ZIJaanZIJ Maand 2009
12
Hersteld slechtvalkjong krijgt vrije vlucht bij BASF Het was donderdag 27 augustus 2009, op een mooie voormiddag, dat Marcel Peeters van het Vogelopvangcentrum Brasschaat niet zonder fierheid een jonge slechtvalk (mannetje) de vrijheid kon geven na enkele weken verzorging. Het jong was te vlug het nest uitgeraakt, maar kon nog onvoldoende jagen. Onderkomen en zeer hongerig werd hij in de steamcracker van BASF aangetroffen. Geen nood, in dergelijke gevallen weten we wat we moeten doen: het VOC van Brasschaat bellen en dan verschijnt Marcel wel. “We hebben hem eerst met de hand gevoed en nadien in onze grotere kooi opnieuw leren jagen,” aldus Marcel. Zoals bekend nest al sinds enkele jaren een slechtvalkkoppel op een van de hoge propyleenkolommen van de Steamcracker. Op zowat 70 m gebruiken ze een nestkast die hen ter beschikking is ge-
Wie gekwetste vogels of wilde zoogdieren vindt, mag ze altijd naar het
steld door het FIR (Fonds voor Instandhou-
Vogelopvangcentrum van Brasschaat brengen. Het VOC is gevestigd
ding van Roofvogels). Ook dit jaar waren er
Floris Verbraekenlei 32 te 2930 Brasschaat en bereikbaar via tel. 0473 48 48 97.
weer drie jongen.
Een virtueel bezoek kun je brengen via www.voc-brasschaat.be.
www.lannooprint.be
al naargelang hun zin een vroeger hijsgat of