Zienswijzennota ontwerpbestemmingsplan Haagwegkwartier Noordwest

1/37

Zienswijzennota ontwerpbestemmingsplan Haagwegkwartier Noordwest

oktober 2011

1

2/37

2

3/37

Inhoudsopgave 1

Inleiding……………………………………………

4

2

Procedure…………………………………………

4

3

Ingekomen zienswijzen………………………….

6

4

Rapportage inspraakreacties……………………

7

5

Ambtelijke wijzigingen……………………………

31

6

Staat van wijzigingen……………………………. 6.1 Verbeelding………………………………… 6.2 Regels……………………………………... 6.3 Toelichting…………………………………..

31

7

Bijlage ondertekenaars zienswijze 3 en 19……

37

3

4/37

Beantwoording inspraakreacties Voorstel aan burgemeester en wethouders van Leiden betreffende de beantwoording van de zienswijzen inzake het bestemmingsplan Haagwegkwartier Noordwest

1. Inleiding 1.1. Kenmerken van het plan. Het ontwerpbestemmingsplan betreft het plangebied dat in het noorden de rand van de Haagweg volgt, in het oosten de Ter Haarkade en de Boshuizerkade. In het zuiden begrenst het Boshuizerpad het plangebied en in het westen de Churchilllaan. Het plan maakt nieuwe ontwikkelingen mogelijk en zal grotendeels worden ingevuld met de bestemming Wonen daarnaast worden er ook maatschappelijke voorzieningen gerealiseerd. De ontwikkelingen worden hierna beschreven. 1.2 Ontwikkelingslocatie(s) Aan de noordzijde van het gebied (de voormalige ROC-locatie), gelegen tussen de Ter Haarkade, de Haagweg en de Toussaintkade komt een deel met de bestemming Wonen. Hier worden circa 38 eengezinswoningen in de vrije sector en circa 52 appartementen in de sociale huursector gebouwd. De bouwhoogtes in dit gebied betreffen maximaal 3 lagen voor de eengezinswoningen en 4 lagen en een plint voor het appartementengebouw. Ten zuiden hiervan, gelegen op het voormalige terrein van de sportvelden, worden circa 56 grondgebonden laagbouwwoningen gerealiseerd samen met circa 100 appartementen. De bouwhoogtes voor deze woningen betreffen maximaal 3 lagen voor de eengezinswoningen en maximaal 7 woonlagen op een parkeerdek voor de appartementen. Aan de zuidzijde wordt het gebied begrensd door een ontwikkeling van een dependance van het verpleeghuis Zuydtwijck en circa 46 zorgwoningen. Deze ontwikkeling krijgt maximaal 5 woonlagen op een parkeerdek.

2. Procedure Het ontwerpbestemmingsplan Haagwegkwartier Noordwest heeft van 28 maart 2011 tot en met 9 mei 2011 (zes weken) ter inzage gelegen in het Stadhuis, bij het Servicepunt Bouwen en Wonen en in het Stadsbouwhuis. Omdat per vergissing niet alle onderzoeken als bijlage bij het ontwerpbestemmingsplan waren opgenomen heeft het plan opnieuw (met alle onderzoeken) ter inzage gelegen van 20 juni 2011 tot en met 1 augustus 2011. Op dit ontwerpbestemmingsplan hebben Gedeputeerde Staten van Zuid Holland en het Hoogheemraadschap van Rijnland beiden een zienswijze ingebracht. In totaal zijn 47 reacties ontvangen. Na het beëindigen van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan beslist de gemeenteraad omtrent de vaststelling en over de vraag welke zienswijzen al dan niet gehonoreerd moeten worden; een en ander op voorstel van burgemeester en wethouders. Voordat de raad een besluit neemt, worden de indieners van de zienswijzen uitgenodigd om hun brieven (of mondeling ingediende zienswijzen) nader toe te lichten voor de commissie Ruimte en Regio. Na vaststelling door burgemeester en wethouders van het voorliggende nota van beantwoording worden degenen die een zienswijze hebben ingediend onder toezending van deze zienswijzennota op de hoogte gebracht. Binnen twee weken na de vaststelling van het bestemmingsplan wordt het raadsbesluit bekendgemaakt. De bekendmakingtermijn bedraagt zes weken indien • Gedeputeerde Staten of VROM-inspecteur ten aanzien van het ontwerpbestemmingsplan een zienswijze naar voren hebben gebracht en deze niet volledig is overgenomen;

4

5/37

•

de gemeenteraad bij de vaststelling van het bestemmingsplan wijzigingen heeft aangebracht ten opzichte van het ontwerp.

Vervolgens kan gedurende de terinzage-termijn van zes weken een beroepsschrift tegen het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan plan worden ingediend bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan treedt in werking met ingang van de dag na die o waarop de beroepstermijn van zes weken afloopt – voor het hele bestemmingsplan - of indien een beroep is ingesteld uitgezonderd het onderdeel waarop het beroep betrekking heeft. o waarop de Raad van State uitspraak heeft gedaan – voor het onderdeel waartegen een beroep is ingesteld.

5

6/37

3. Ingekomen zienswijzen. 3.1 Lijst van indieners: 1 J.J. Heijboer 2 N. Sixma 3 en Mevr. M. Heijboer 4 namens Belangenvereniging Haagwegkwartier, totaal 39 ondertekenaars (zie bijlage) 5 T. Gunther 6 A. Deutz 7 C.J. van HemessenVersluis 8 A. van Schaik/R. Siebes 9 B. Mulckhuijse/ M. Schoonewagen 10a A. de Beer en 10b 11 Hoogheemraadschap van Rijnland 12 Dirkzwager advocaten namens Portaal vastgoed ontwikkeling 13 Provincie Zuid Holland 14 Woningstichting Ons Doel 15 16a b c d e f g h i j k l 17

18 19

P.A. Koegler W.A.M. Hoppezak en J. Hoppezak-Eshuis B.P.T. van Kempen-Fleur P.C.J. Leijh en M.A.A. Leijh-Horsten J.A. Hoek G. Causio en L. Gacci J.P.A. Broeren J.A. Turk en L.F.M. TurkBrandwijk J. Verbaan en L.M.H. Braham H. Boting en H.C. Edelaar-Scheffers H.J. Sierat M.A. van der WielBurghouwt F.A.M. Dam Visiplan b.v. namens de vereniging van eigenaren van parkeerplaatsen bij luxe Woningen/kantoor Noordman terrein noordoost zijde P.J. Top M. Walraven namens Bewonersvereniging Haagweg Noord, totaal 40

Hasebroekstraat 4 De Genestetstraat 80

2321 XL 2321 XT

Leiden Leiden Leiden

Haagweg 20A Da Costastraat 45 Haagweg 23A

2321 AD 2321 AK 2321

Leiden Leiden Leiden

Da Costastraat 47 Da Costastraat 21

2321 AK 2321 AJ

Leiden Leiden

Haagweg 23-g

2321 AC

Leiden

Postbus 156

2300 AD

Leiden

Postbus 55

6500 AB

Nijmegen

Postbus 90602 Postbus 569

2509 LP 2300 AN

Den Haag Leiden

Duinhof 56 Haagweg 127-129

2321 TL 2321 AA

Leiden Leiden

Haagweg 131 Haagweg 133

2321 AA 2321 AA

Leiden Leiden

Haagweg 135 Haagweg 137 Haagweg 139 Haagweg 143-147

2321 AA 2321 AA 2321 AA 2321 AA

Leiden Leiden Leiden Leiden

Haagweg 123

2321 AA

Leiden

Haagweg 109

2321 AA

Leiden

Haagweg 111 Haagweg 115

2321 AA 2321 AA

Leiden Leiden

Haagweg 117 Rotterdamseweg 402g/Postbus 152

2321 AA 2600 AD

Leiden Delft

Purperforel 18 De Genestetstraat 90

2318 MK

Leiden Leiden

6

7/37

20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37

ondertekenaars (zie bijlage) C.H. Roelande E. Wijling-Diepenbach J.J.M. Bakkers B. van Leeuwen M. van Dam en H.Th. van Dam D.M. Verbeek F. Kuipers J.C.W. Przewozny-Saab E.M. van der Wiel W.J. Juffermaas J. Henrikx G. van Westen L. van der Werf Proper-Stordeur D.J. Bakker J.F.M. Bonnet L.G.H. Vogelzang T. Videler

Haagweg 82 Haagweg 98 Haagweg 68 Haagweg 74 Haagweg152

2321 AG 2321 AG 2321 AE 2321 AE 2321 AH

Leiden Leiden Leiden Leiden Leiden

Haagweg 120 Haagweg 96 Da Costastraat 37 Haagweg126 Haagweg 106

2321 AG 2321 AG 2321 AK 2321 AH 2321 AG

Leiden Leiden Leiden Leiden Leiden

Haagweg 112 Haagweg 78 Haagweg 146 Haagweg136 Haagweg 122 Haagweg142 Haagweg 100

2321 AG 2321 AG 2321 AH 2321 AH 2321 AG 2321 AH 2321 AG

Leiden Leiden Leiden Leiden Leiden Leiden Leiden

4. Rapportage van de inspraakreacties Samenvatting ingekomen reactie

A

A1

A2

Reactie van het college

Gevolgen voor het voorgestelde besluit

De gekozen locatie voor deze ontwikkelingen is niet geschikt. In het Haagwegkwartier Noord zijn al problemen die veroorzaakt en verergerd worden door de ligging van deze oudere buurt in het moderne Zuidwest. De ligging resulteert in veel transitverkeer waar deze buurt niet op berekend is.

Het college van B en W is van mening dat de voorgestelde locatie voor deze ontwikkelingen de juiste is. Het Wijkontwikkelingsplan Leiden Zuidwest vormt de basis voor de plannen. De keuze voor deze ontwikkelingen op deze locatie is zorgvuldig afgewogen en vastgelegd in de gebiedsvisie Leiden Zuidwest. Deze is vastgesteld door de gemeenteraad in juli 2009. Ook in de Structuurvisie van de gemeente Leiden zijn deze ontwikkelingen opgenomen.

geen

Het plan gaat voorbij aan de bestaande problemen in deze wijk en zal deze alleen maar verergeren. Verder is er al weinig groen en een groot deel wordt nu opgeofferd aan nieuwbouw van woningen en twee bovenwijkse voorzieningen.

Het college van B en W is van mening dat de nieuwe ontwikkelingen een positieve bijdrage zullen leveren aan de leefbaarheid van de wijk en de bestaande problemen niet zullen verergeren. De nieuwbouw zal in combinatie met veel groen gerealiseerd worden, in tegenstelling tot de huidige situatie zal het te realiseren groen wel openbaar toegankelijk zijn. De bovenwijkse voorzieningen worden

geen

Zienswijze 1

7

8/37

Samenvatting ingekomen reactie



weloverwogen in deze wijk gerealiseerd. Het islamitisch centrum wordt gerealiseerd op de locatie van het huidige ROC. Het ROC is reeds een bovenwijkse voorziening. In het nu nog vigerende bestemmingsplan heeft de ROC locatie reeds een maatschappelijke bestemming. Deze bestemming is eveneens opgenomen in het ontwerp bestemmingsplan. Het islamitisch centrum dient ter vervanging van de oude moskee aan de Rembrandstraat. De gemeenschap die gebruik maakt van deze voorziening is voor het overgrote deel woonachtig in Leiden Zuidwest en de aangrenzende wijken. Er is bewust voor gekozen om deze voorziening in het bestaande voedingsgebied te bouwen en dus op korte afstand van de bezoekers van het centrum. Dit maakt het centrum goed bereikbaar per fiets en voet. Het college van B en W is zich bewust van de hoge parkeerdruk in de wijk. Om deze druk niet te verergeren, moeten de nieuwe ontwikkelingen en dus ook het islamitisch centrum, voorzien in voldoende parkeerplaatsen. De inrichting van de locatie met het plein voor het gebouw en de ondergrondse parkeergarage, maken dat deze voorziening geen extra parkeerdruk op de omgeving zal verzorgen. De parkeergarage kan de reguliere parkeerbehoefte goed opvangen, op piekmomenten mag het centrum gebruik maken van het voorplein om daar de eventuele extra parkeerbehoefte op te vangen.

A3

Voor de ontwikkelingen is de keuze gevallen op de noordelijke sportvelden omdat hier de archeologische waarde minder groot was dan op de zuidelijke sportvelden. Zijn de nog niet onderzochte resten van een Romeinse limesweg minder waardevol dan resten van een laat middeleeuws kasteel? Dergelijke overwegingen speelden nauwelijks een rol bij de ontwikkeling van het voormalige Van Gend & Loosterrein/NS terrein, waar de bodem tot op grote diepte is verstoord.

Voor het plangebied zijn al vroeg in de geen procedure veldonderzoeken uitgevoerd door deskundigen. Op basis van de uitkomsten hiervan is een verantwoorde afweging gemaakt. Er is getracht een verantwoorde balans te vinden tussen enerzijds de wetenschappelijke en cultuurhistorische belangen en anderzijds de maatschappelijke en organisatorische uitvoerbaarheid. Net als bij de ontwikkeling van het voormalige Van Gend & Loosterrein geldt dat voor bebouwing van gronden met de bestemming Waarde Archeologie 5 het uitgangspunt is dat de verstoorder betaalt, indien er onderzoek dient te worden uitgevoerd en eventueel archeologische begeleiding of een opgraving moet plaatsvinden. Voor het gehele grondgebied

8

9/37


A4

A5


van de gemeente Leiden is vrij recent een paraplu-bestemmingsplan vastgesteld. In deze en voorgaande bestemmingsplannen is reeds een regime opgenomen in de planvoorschriften waarin bescherming van archeologische waarden is opgenomen. Met het voorliggende bestemmingsplan worden de regels met betrekking tot de bescherming van archeologische waarden voortgezet. Gezien de huidige problemen op de Het college van B en W heeft wegen in het plangebied is het wenselijk, kennisgenomen van de zorgen ten aanzien goed en raadzaam dat de gemeente van de infrastructuur in de wijk. Een eerst met plannen komt om de zorgvuldig verkeersonderzoek heeft infrastructuur in het plangebied te uitgewezen dat er voorlopig geen verbeteren. Een voorstel voor een extra aanvullende verkeersmaatregelen nodig zijn. weg parallel aan de Churchilllaan en de Uit dit onderzoek is naar voren gekomen dat Boshuizerkade wordt gedaan om het gezien de intensiteiten de wegen in het extra verkeer op te kunnen vangen. Deze plangebied, Haagweg, Ter Haarkade en nieuwe ontsluitingsweg zorgt tevens voor Boshuizerkade nog over voldoende een nieuwe zichtlijn op de molen. capaciteit beschikken en derhalve uit dat oogpunt niet verbeterd behoeven te worden. Een onderbouwing hiervan is opgenomen in het bestemmingsplan. Minimaal een jaar na voltooiing van de bouwplannen zal er opnieuw een onderzoek plaatsvinden. De verwachte toename van verkeer als gevolg van deze geplande ontwikkelingen maakt het waarschijnlijk dat er dan maatregelen genomen moeten worden. Gezien uw zienswijze is het college van B en W voornemens de Boshuizerkade her in te richten als 30km zone. De plannen hiervoor worden naar verwachting eind 2012 ter hand genomen. In de wijk zijn door de jaren heen veel bovenwijkse voorzieningen verdwenen, hier waren de bewoners blij mee. Echter er zijn andere minder grote bovenwijkse voorzieningen bijgekomen. Hierdoor is de parkeerdruk toegenomen. Bovendien zijn veel buurtbewoners ZZP-er geworden en hebben veelal een bestelbus en/of zijn afhankelijk van aan- en afvoer. Hiermee is onvoldoende rekening gehouden. En met de nieuwe plannen wordt de buurt geconfronteerd met een islamitisch centrum en een eventuele voortzetting van het sociaal pension. Het islamitisch centrum wordt gezien als een bovenwijkse, wellicht regionale, voorziening zonder enige binding met de buurt. De potentiële bezoekers van de moskee wonen niet in deze buurt, waarom moet er dan zo’n groot islamitisch centrum op die plek komen.


In hoofdstuk 4 van de toelichting is een paragraaf opgenomen met betrekking tot het uitgevoerde verkeersonderzoek.

De bovenwijkse voorzieningen worden geen weloverwogen in deze wijk gerealiseerd. Het islamitisch centrum wordt gerealiseerd op de locatie van het huidige ROC. Het ROC is reeds een bovenwijkse voorziening. In het nu nog vigerende bestemmingsplan heeft de ROC locatie reeds een maatschappelijke bestemming. Deze bestemming is eveneens opgenomen in het ontwerp bestemmingsplan. Het islamitisch centrum dient ter vervanging van de oude moskee aan de Rembrandstraat. De gemeenschap die gebruik maakt van deze voorziening is voor het overgrote deel woonachtig in Leiden Zuidwest en de aangrenzende wijken. Er is bewust voor gekozen het islamitisch centrum in de buurt van de oude moskee te bouwen en de directe nabijheid van het bestaande voedingsgebied. Daarmee wordt het centrum ook goed bereikbaar voor

9

10/ 10/37



Bouw deze voorziening daar waar de meeste potentiële bezoekers wonen, dat vermindert de verkeersstromen en de problemen van dien. Net zoals nu het geval is zal naar verwachting de buurt op vrijdag en hoogtij dagen als parkeerplaats dienen voor bezoekers van de moskee.

voetgangers en fietsers. Het centrum zal dan ook geen regionale maar een lokale functie krijgen.

Het openbare plein waar de moskee aan ligt levert volgens het college een goede bijdrage aan de leefbaarheid in de wijk. Dit getuigt volgens de indiener van de zienswijze van een grote naïviteit met betrekking tot de ervaringen en gevoelens in de buurt.

Het college is van mening dat het openbare geen plein bij het islamitisch centrum bijdraagt aan een betere leefbaarheid in de wijk. Deze ruimte is als zodanig bestemd en zal ook worden ingericht om daadwerkelijk openbaar gebruikt te worden, met name voor de buurt. De openbare ruimte blijft in eigendom van de gemeente, de gemeente is dan ook verantwoordelijk voor de inrichting en de handhaving van het openbare karakter en de toegankelijkheid van het plein. In overleg met de gemeente is het voor de buurt mogelijk om iets op het plein te organiseren. Het islamitisch centrum krijgt op gezette tijden de mogelijkheid het plein ook te gebruiken. Gezien de positieve ervaringen in Leiden Noord (moskee aan de Willem de Zwijgerlaan), is het college van B en W van mening dat deze positieve bijdrage daadwerkelijk tot stand gebracht kan worden.

Het gevoel heerst dat het islamitisch centrum de buurt wordt opgedrongen omdat de grond al door de gemeente aan het stichtingbestuur is verkocht. Wat heeft inspraak dan nog voor zin?

Middels het geven van uw zienswijze kunt u geen uw reactie geven op de plannen. Uw reactie wordt betrokken bij de besluitvorming van het bestemmingsplan. Ook in eerdere fases van de plannen en binnen de procedure van het bestemmingsplan is de mogelijkheid geboden om reacties te geven, mondeling of

A6

A7


Het college van B en W is zich bewust van de hoge parkeerdruk in de wijk. Om deze druk niet te verergeren, moeten de nieuwe ontwikkelingen en waaronder het islamitisch centrum, voorzien in voldoende parkeerplaatsen. De inrichting van de locatie met het plein voor het gebouw en de ondergrondse parkeergarage, maken dat deze voorziening geen extra parkeerdruk op de omgeving zal verzorgen. De parkeergarage kan de reguliere parkeerbehoefte goed opvangen, op piekmomenten mag het centrum gebruik maken van het voorplein om daar de extra parkeerbehoefte op te vangen. De parkeerdruk ten gevolge van het islamitisch centrum zal dus op de locatie zelf worden opgevangen en niet worden afgewenteld op de omgeving.

10

11/ 11/37


Hoe wordt het gebruik van het openbare toegankelijke plein bij het islamitische centrum geregeld? Hoe kan ‘langsparkeren’ aan de Boshuizerkade/ter Haarkade gerealiseerd worden? Zeker gezien de mogelijkheid van ‘aan-huis-verbondenberoeps- en bedrijfsactiviteiten’. Eén parkeerplek per woning lijkt al te weinig helemaal in combinatie met dergelijke activiteiten.

A8


schriftelijk. Deze hebben in dit geval geen aanleiding gegeven tot het niet realiseren van het islamitisch centrum. Het plein zal worden ingericht en gaan fungeren als openbare ruimte. Alleen op de momenten dat de ruimte nodig is om de eventuele extra parkeervraag van het islamitisch centrum op te vangen, mag er geparkeerd worden. Dit kan geregeld worden door middel van fysieke ‘afsluiting’ of een parkeerverbod met uitzondering van de momenten dat het plein nodig is voor het parkeren van auto’s. Dit wordt nadrukkelijk zo geregeld om de wijk niet te belasten met de parkeerdruk die voortkomt uit het gebruik van het islamitisch centrum. In het bestemmingsplan wordt hiervoor geen regeling opgenomen omdat dit hiervoor niet het geschikte middel is. Bij nieuwbouw of functiewijziging van een pand of terrein worden parkeernormen toegepast om de parkeerbehoefte te bepalen. Het voldoen aan de parkeereis is een randvoorwaarde voor het verkrijgen van een bouwvergunning en vindt zijn juridische grondslag in de bouwverordening. De nieuwbouw die in dit gebied gerealiseerd wordt, zal dan ook moeten voldoen aan de parkeereis. Dat betekent in dit geval dat deze ontwikkelingen in het plangebied moeten voorzien in hun eigen parkeerbehoefte. Binnen het plangebied is hiervoor voldoende ruimte. Langs de Boshuizerkade/ Ter Haarkade zijn al langsparkeerplaatsen aanwezig. Er komen haaks op de Ter Haarkade en de Boshuizerkade nog een viertal dwarsstraten waar ook parkeerplekken worden gerealiseerd.


Op pagina 53 verwijderen in de tekst “waarbinnen er voor elke woning een parkeerplek beschikbaar is”

Eén parkeerplek per woning is onjuist opgenomen in de toelichting van het bestemmingsplan op pagina 53. Dit zal uit de tekst worden gehaald. B

Zienswijze 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10a, 20 t/m 37

B1

Bepaalde genoemde onderzoeken zijn niet terug te vinden in het bestemmingsplan. Onder andere wordt aangegeven dat verkeersonderzoek voorlopig heeft uitgewezen dat er geen aanvullende maatregelen nodig zijn. Hoe dit onderzoek is uitgevoerd en waar mee gerekend is wordt niet aangegeven.

Door een vergissing zijn niet alle geen onderzoeken bij het ontwerpbestemmingsplan gevoegd. Na de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan zijn deze alsnog bijgevoegd en heeft het plan opnieuw voor 6 weken ter inzage gelegen. Ten aanzien van het verkeersonderzoek en de vragen hieromtrent kan het volgende

11

12/ 12/37

B2



Is er rekening gehouden met het rijden van de bewoners naar ‘de Hoven’? Is er gekeken naar de invloed van de eventuele Churchilllavenue? Is er rekening gehouden met bezoekers van het islamitisch centrum? Is of wordt er geld gereserveerd voor de aanleg van de mogelijke rotonde op het kruispunt Haagweg/Ter Haarkade? Bewoners zijn bang voor toename van het verkeer op de toch al zo drukke Haagweg. De snelheids limiet van 30km/u op de Ter Haarkade/Boshuizerkade wordt niet gehandhaafd met als gevolg dat hier veel harder wordt gereden. Wordt er straks in de nieuwe situatie bij de erftoegangswegen wel gecontroleerd?

worden opgemerkt:


Het bureau DHV is in het onderzoek naar verkeerslawaai (juli 2009) voor het wegverkeer op de Churchilllaan, Haagweg en Ter Haarkade uitgegaan van de gegevens van de Regionale Verkeers Milieukaart (RVMK), versie Holland Rijnland, 21 december 2007. Daarin zijn opgenomen de jaren 2005 en 2020. Voor het jaar 2010 zijn de verkeersintensiteiten berekend aan de hand van interpolatie. Voor de berekening van de toekomstige intensiteiten voor de jaren 2010 en 2020 is nu uitgegaan van de RVMK 2008, versie oktober 2010. Overige uitgangspunten conform rapport DHV. Het aantal motorvoertuigbewegingen vanuit het plangebied richting Ter Haarkade (3312 mvt/etmaal) is een substantieel deel van het totaal (4770 mvt/etmaal). Zie ook de tabel als bijlage bij dit document.

Bij de berekening is ook rekening gehouden met de verkeersproductie van de bestaande wijk: − ChurchillAvenue wordt (nog) niet meegerekend − Er is rekening gehouden met het islamitisch centrum. − Toekomstige reconstructie van het kruispunt is voor het overgrote deel toe te schrijven aan het nieuwbouwplan. In de exploitatie van het gebied zal een bedrag hiervoor worden opgenomen. − Ter Haarkade en Boshuizerkade worden heringericht als erftoegangsweg, waardoor de snelheid tot 30 km/h zal worden gereduceerd. Met betrekking tot de erftoegangswegen zal/kan de politie controleren als er aanleiding toe is. In het bestemmingsplan wordt verwezen Het Parkeerbeleidsplan Leiden (2002) is naar het Parkeerbeleidsplan 2002, hierin verouderd. Toch geldt dit uitgangspunt – dat staat dat bij nieuwbouw en grootschalige er voldoende parkeerplaatsen op het eigen renovatie moet worden voorzien in terrein dienen te worden aangelegd bij voldoende parkeerplekken op eigen nieuwbouw of functiewijziging - nog steeds. terrein. Hier wordt bedoeld voor zowel de Om te bepalen wat voldoende is worden de gebruikers als de bezoekers. Waarom CROW normen als richtlijn toegepast, tot dat wordt afgeweken van het er specifieke Leidse normen zijn opgesteld. Parkeerbeleidsplan? In het Dit is destijds ook opgenomen in het bestemmingsplan is voor elke woning Parkeerbeleidsplan Leiden. De parkeereis één parkeerplek beschikbaar, het en het gebruik van de CROW, vinden hun bezoekersparkeren vindt langs de Ter juridische grondslag in de bouwverordening.

Op pagina 53 verwijderen in de tekst “waarbinnen er voor elke woning een parkeerplek beschikbaar is”

12

13/ 13/37

B3



Haarkade en de Boshuizerkade plaats. Hier zijn echter al parkeerplekken in gebruik. Verder wordt in het Parkeerbeleidsplan gesproken over CROW normen, uit een tabel blijkt dat voor de vrije sector een norm van 1,3 parkeerplaats geldt en voor de sociale sector 1 per woning. Voor de Leidse situatie worden respectievelijk 1,5 en 2 genoemd. Waarom wordt hiervan afgeweken en waarom is er geen onderscheid in vrije sector en sociaal? Ten aanzien van het parkeren bij het islamitisch centrum wordt aangegeven dat er 49 plekken in de parkeergarage zijn en tijdens piektijden kan er gebruik worden gemaakt van 65 parkeerplekken in de openbare ruimte op het plein. Hoe is dit te garanderen en waarop zijn deze aantallen gebaseerd? Is hier onderzoek naar gedaan en zo ja waar kan dit worden ingezien?

Er worden dus geen normen opgenomen in het bestemmingsplan. De normen, die in de zienswijzen aangehaald worden, zijn slechts als voorstel opgenomen in het Parkeerbeleidsplan Leiden en nooit als normen vastgesteld. De nieuwbouw die in dit gebied gerealiseerd wordt, zal dan ook moeten voldoen aan de parkeereis. In de toelichting van het bestemmingsplan is opgenomen dat er voor elke woning één parkeerplek beschikbaar is, dit is onjuist. De tekst zal uit de toelichting worden gehaald.

Over het openbare plein bij het islamitisch centrum bestaat veel verwarring en worden verschillende manieren van gebruik aangegeven. In de koopakte staat dat de koper op vastgestelde tijden gebruik kan maken van het plein. Hiervoor moet een vervoersplan opgesteld worden. In het bestemmingsplan staat dat het islamitisch centrum op een eiland komt te liggen en dat het plein gebruikt zal worden voor eigen parkeerplaatsen. In de beantwoording van de inspraakreacties staat dat het plein openbaar toegankelijk is behalve op piektijden van de moskee. Het college is van mening dat dit een goede bijdrage levert aan de leefbaarheid van de wijk. De vraag is nu hoe het plein gebruikt gaat worden? Kunnen buurtbewoners hier ook gebruik van maken b.v. voor parkeren buiten de piektijden of als feestterrein voor bbq of straatspeeldag?

De openbare ruimte bij het Islamitisch centrum is bestemd om daadwerkelijk openbaar gebruikt te worden. De gemeente zal deze ruimte dan ook als zodanig inrichten. Dit betekent dat de openbare ruimte, binnen de in het ontwerpbestemmingsplan aangegeven kaders, gebruikt kan worden door eenieder en met name bedoeld is voor de buurt. De openbare ruimte blijft in eigendom van de gemeente, de gemeente is dan ook verantwoordelijk voor de inrichting en de handhaving van het openbare karakter en toegankelijkheid van het plein. De inrichting van het plein zal zodanig zijn dat het plein als openbaar gebied goed dienst zal kunnen doen. Het islamitisch centrum krijgt op gezette tijden de mogelijkheid het plein te gebruiken. Maar ook de buurt kan, net als elders in de stad, in overleg met de gemeente, het plein gebruiken voor het organiseren van activiteiten.

Ten aanzien van het parkeren bij het islamitisch centrum is de CROW norm als richtlijn gehanteerd. Het aantal benodigde parkeerplaatsen is berekend aan de hand van het aantal bezoekers. Dit zal ook in de toelichting van het bestemmingsplan worden opgenomen.


Toevoegen onderbouwing van aantal parkeerplaatsen bij moskee in de toelichting van het bestemmingsplan. geen

13

14/ 14/37



In de bestemming van het islamitisch centrum is gerelateerde en ondergeschikte detailhandel toegestaan. Wat wordt hier onder verstaan?

Ter dekking van een deel van de exploitatiekosten van het nieuwe gebouw heeft het islamitisch centrum een kleinschalige commerciële ruimte opgenomen waarin gerelateerde en ondergeschikte detailhandel wordt toegestaan. Ondergeschikte detailhandel is: niet-zelfstandige detailhandel, uitsluitend zijnde

Gevolgen voor het voorgestelde besluit In de begripsbepalingen zal de definitie van ondergeschikte detailhandel worden opgenomen.

detailhandel die wordt of is gerealiseerd binnen

B4

een andere hoofdfunctie en daar naar oppervlakte en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt aan is;

De concrete invulling van deze functie wordt nog nader uitgewerkt door het stichtingsbestuur van het islamitisch centrum.

B5

C

C1

In het bestemmingsplan wordt verwezen naar een afspraak met de provincie over de hoogte van de minaret. In het bestemmingsplan is niet terug te vinden dat de provincie heeft aangegeven dat deze minaret zo smal mogelijk moet zijn. Geldt deze beperking nog steeds? Is er nog wel een noodzaak voor de bouw van een nieuwe moskee nu er ook een moskee gebouwd is aan de Willem de Zwijgerlaan? Is er vanuit de wijk wel vraag naar een moskee?

Zienswijze 10b Er wordt voorgesteld en verzocht geen islamitisch centrum neer te zetten ter hoogte van de huidige ROC locatie omdat er geen speciale behoefte aan is in de wijk. Het betreft een drukke, volle en dichtbebouwde buurt waar geen bovenwijkse voorziening kan worden bijgebouwd. Er zijn al nieuwe woningen en ook andere bovenwijkse voorzieningen . Het is een groot ongemak dat in dit deel van Leiden te weinig ruimte is, er is ook geluidshinder,

Met de provincie zijn afspraken gemaakt over de maximale hoogte van de minaret. De provincie heeft hierbij inderdaad aangegeven dat voor de minaret een zo slank mogelijk rond ontwerp wenselijk is. Deze afspraak geldt nog steeds. In het bestemmingsplan zal dit ook nog worden opgenomen. De noodzaak tot de bouw van een nieuw Islamitisch centrum is aanwezig. Zie hiervoor ook de beantwoording bij zienswijze A. De moskee aan de Willem de Zwijgerlaan trekt andere bezoekers dan de moskee die gebouwd gaat worden aan de Haagweg. Er is vanuit de wijk zeker vraag naar een moskee. Op dit moment wordt die vraag opgevangen in de oude moskee aan de Rembrandstraat. Onder andere om autoverkeerstromen te beperken is er voor gekozen om een islamitisch centrum te bouwen ter plaatse van het voedingsgebied in Zuidwest.

Afspraken die gemaakt zijn met de provincie t.a.v de minaret opnemen in de toelichting van het bestemmingsplan. Dit betreft de maximum hoogte van de minaret van 20m en het ontwerp van de minaret waarbij voor de vormgeving rekening gehouden moet worden met de biotoopgrens (10,9m + maaiveld)

De noodzaak tot de bouw van een nieuw geen Islamitisch centrum is aanwezig. Zie hiervoor ook de beantwoording bij zienswijze A. De bovenwijkse voorziening wordt weloverwogen in deze wijk gerealiseerd en vervangt een andere, reeds op die locatie aanwezige bovenwijkse voorziening. Het islamitisch centrum wordt gerealiseerd op de locatie van het huidige ROC. Dit betreft ook een bovenwijkse voorziening en heeft eveneens een maatschappelijke

14

15/ 15/37

C2

D



verkeers- en parkeeroverlast.

bestemming in het bestemmingsplan. Dit betekent dat binnen de huidige bestemming de moskee ook gerealiseerd zou kunnen worden. Het islamitisch centrum vervangt de oude moskee aan de Rembrandstraat. Er is bewust voor gekozen het islamitisch centrum in de buurt te bouwen van de oude moskee en nu meer in het bestaande voedingsgebied. Omdat dit het voedingsgebeid is, is er in de wijk duidelijk een speciale behoefte aan deze voorziening.

Voor de leefbaarheid en het welzijn van de bewoners is tevens een uitstekende geluidsisolatie bij nieuwbouw en renovatie dringend en gewenst. Een rustige en prettige leefomgeving is van belang voor iedereen. Het kan een leven verpesten. Bijvoorbeeld bij de flats van het Perquincomplex is veel geluidsoverlast vanwege slechte isolatie. Hier wordt ten onrechte niets aan gedaan.

Ten aanzien van de geluidsisolatie van de geen woningen heeft het college kennisgenomen van uw reactie en wordt verwezen naar het Bouwbesluit. Dit is namelijk het besluit waarin wordt geregeld aan welke wettelijke eisen de nieuwe woningen zullen moeten voldoen. Uiteraard geldt dit ook voor de hier nieuw te realiseren woningen. Hetzelfde geldt voor het Perquincomplex. Dit valt bovendien buiten het plangebied van het bestemmingsplan Haagwegkwartier Noordwest.

Zienswijze 11 Het beleid is gedateerd beschreven. De passage over de nota ‘Waterneutraal bouwen’ moet vervangen worden door een verwijzing naar Beleidsregel 4 Compensatie verhard oppervlak van de ‘Beleids- en algemene regels 2009’.

Het college heeft kennisgenomen van deze opmerking en zal de passage in het bestemmingsplan aanpassen.

De waterbalans is onjuist opgenomen in het bestemmingsplan. De oppervlaktes zijn niet juist weergegeven. Met de aangeleverde gegevens van het Hoogheemraadschap kan de toelichting en de berekening worden aangepast. De voorkeur wordt gegeven aan een scheiding van hemelwater en afvalwater, mits dit doelmatig is. Hierin wordt het Rijksbeleid gevolgd. Er geldt hiervoor een voorkeursvolgorde. Het hoogheemraadschap kan hierin adviseren.

Het college heeft kennisgenomen van deze onjuistheid ten aanzien van de waterbalans en zal dit aanpassen door de juiste gegevens te verwerken in de toelichting.

D1

D2

D3


In het plangebied zal worden gestreefd naar scheiding van hemelwater en afvalwater mits dit doelmatig blijkt te zijn. Dit zal ook in de toelichting als zodanig worden opgenomen.

Aanpassen in hoofdstuk 4 paragraaf 3 onder E: de 15% regel is opgenomen in de Beleids- en algemene regels 2009, Beleidsregel 4 Compensatie verhard oppervlak. De waterbalans in het plangebied zal in 4.9.3. onder E worden aangepast. De tekst in paragraaf 4.9.2 en 4.9.3 onder E zal worden aangepast, hierin zal worden opgenomen dat de gemeente in het plangebied

15

16/ 16/37

D4

D5



In het bestemmingsplan wordt aangegeven dat floatlands een alternatief kunnen zijn voor natuurvriendelijke oevers. Het Hoogheemraadschap is echter geen voorstander van floatlands, de voorkeur wordt gegeven aan natuurvriendelijke oevers. Verder wordt aangegeven dat steigers en vlonders tot maximaal 2m uit de oeverlijn zijn toegestaan. Uit de beleidsregel 7 Kunstwerken volgt de volgende beperking: steigers zijn toegestaan in water van minimaal 3m breed en de e maximale breedte is 1/10 van de breedte van de watergang.

Het college heeft kennisgenomen van de reactie en zal het alternatief van floatlands verwijderen uit de toelichting. Eveneens worden de maten van de steigers en vlonders aangepast volgens de beleidsregel 7 Kunstwerken.

Er wordt op gewezen dat er in het plan vergunningsplichtige onderdelen zitten in het kader van de Keur. Deze procedure staat los van de watertoets.

Het college heeft kennisgenomen van dit aandachtspunt.

geen

Het college heeft kennisgenomen van de aangeleverde ontwerpen van het appartementencomplex. De constatering is juist dat de maatvoering in de verbeelding

De verbeelding zal zodanig worden aangepast dat

E

Zienswijze 12

E1

Een aantal aspecten van het ontwerpbestemmingsplan zullen de beoogde ontwikkelingen beperken en hiermee realisatie van de beoogde ontwikkelingen zowel technisch als financieel onhaalbaar maken. Daarnaast zijn meerdere bepalingen in het bestemmingsplan opgenomen die tot onduidelijkheid kunnen leiden wanneer een bouwvergunning zou moeten worden verleend. Ten aanzien van het appartementencomplex wordt opgemerkt dat het bouwvlak van de appartementen kleiner is dan de parkeervoorziening die hieronder moet worden gerealiseerd. Uit economisch en bouwtechnisch

Gevolgen voor het voorgestelde besluit voor het gemeentelijk rioleringsplan zal streven naar scheiding van hemelwater en afvalwater, mits dit doelmatig blijkt te zijn. In overleg met het Hoogheemraads chap van Rijnland zal voor een doelmatige afweging gekozen worden. In 4.9.2 en 4.9.3 onder E zal uit de tekst verwijderd worden dat floatlands een alternatief zijn voor natuurvriendelijke oevers. Tevens wordt in 4.9.3 onder E de passage over steigers en vlonders verwijderd uit de tekst.

16

17/ 17/37

E2

E3



Gevolgen voor het voorgestelde besluit realisatie van het ontwerp mogelijk wordt gemaakt. Dit vraagt ook om een kleine wijziging van het beeldkwaltiteitplan. Dit zal gelijktijdig worden meegenomen.

perspectief is het onwenselijk om bebouwing te realiseren die smaller is dan de daaronder geprojecteerde parkeervoorziening. Er wordt te weinig recht gedaan aan het principe en het voordeel van dubbel grondgebruik. Tevens lijken de afmetingen van het bouwvlak niet te kloppen. Hiervoor wordt verwezen naar bijgeleverde tekeningen. Er wordt geen ruimte gemaakt om binnen een bepaald percentage af te wijken van de voorgeschreven maten. Bij vaststelling van het huidige ontwerp bestemmingsplan ligt een te strak omlijnde aanwijzing van de beoogde ontwikkeling. Dit kan leiden tot vertraging indien de bouwplannen niet exact volgens het bestemmingsplan worden uitgevoerd. Er wordt verzocht om aanpassing van bebouwingsgrenzen van het appartementencomplex op basis van de recente studies. Bij voorkeur met een marge voor eventuele aanpassingen. In aanvulling hierop verzoekt Portaal om een afwijkingsmarge van 10% in het bestemmingsplan op te nemen ten aanzien van oppervlaktematen, hoogtes en bebouwingspercentages.

afwijkt van deze ontwerpen. Het college zal, gezien de kwaliteit van deze recente ontwerpen, de maatvoering op de verbeelding van het bestemmingsplan zodanig aanpassen dat realisatie mogelijk wordt gemaakt met een zekere marge van 10% voor aanpassingen. In artikel 14 is dit opgenomen bij de afwijkingsregels. Deze (ondergeschikte) wijziging zal in het beeldkwaliteitplan worden aangepast.

Hoogte bebouwing bij onderdoorgang: In artikel 8.2.1 lid c is opgenomen dat ter plaatse van de onderdoorgang op de begane grond tot een hoogte van 4,5m geen bebouwing mag worden opgericht. De aangeleverde ontwerpen gaan uit van een parkeerruimte onder de appartementen, deze parkeerruimte heeft een hoogte van 4m naar de bouwmassa die hierboven is geprojecteerd. Het gebruik van deze hoogte is vanuit esthetisch en bouwtechnisch perspectief vastgelegd. Om te voorkomen dat het huidige ontwerp niet binnen het definitieve bestemmingsplan kan worden gerealiseerd wordt verzocht de hoogte aan te passen naar 4m.

Zie eerder reactie bij E1, de onderdoorgang is onderdeel van het appartementencomplex. De hoogte van de onderdoorgang zal worden gewijzigd van 4,5m naar 4m.

Wijzigen in de planregels artikel 8.2.1 lid c dat ter plaatse van de onderdoorgang op de begane grond tot een hoogte van 4m geen bebouwing mag worden opgericht.

Hoogte parkeervoorziening: De ruimte onder het appartementencomplex is bedoeld voor het parkeren van motorvoertuigen en heeft op de plankaart de functieaanduiding parkeergarage meegekregen. Hiervoor is een maximale bouwhoogte van 1,5m opgenomen. Dit

Zie reactie bij E1. Als onderdeel van het ontwerp voor het appartementencomplex zal ook de maximale bouwhoogte behorende bij de functieaanduiding parkeergarage gewijzigd worden naar 4m, dit is voldoende om het beoogde ontwerp te realiseren.

Wijzigen in de planregels artikel 8.2.1 onder h “…indien er geen maximale bouwhoogte is opgenomen is

17

18/ 18/37


komt niet overeen met de ontwerpen. Er wordt verzocht de bouwhoogte ten aanzien van de parkeervoorziening aan te passen en minstens vast te stellen op 4m die hiervoor in het ontwerp zijn opgenomen. Om enige marge in te bouwen is het verzoek om 5m aan te houden. In het bestemmingsplan worden de termen parkeervoorziening en parkeergarage door elkaar gebruikt. Portaal verzoekt de bredere term parkeervoorziening te hanteren en hier een heldere definitie aan te geven.

E4

E5

E6

E7


Gevolgen voor het voorgestelde besluit een maximale bouwhoogte van 4m boven maaiveld toegestaan…”.

In de regels onder artikel 8 zullen deze termen strikter en in overeenstemming met de verbeelding gehanteerd worden. Dit betekent dat artikel 8.1 onder c gewijzigd wordt in: ‘parkeervoorzieningen op maaiveld ter plaatse van de aanduiding ‘parkeerterrein’ Dakterrassen bij eengezinswoningen: In In het bestemmingsplan zal de regel waarin Opnemen in artikel 8.2.1 lid k is bepaald dat er alleen is opgenomen dat dakterrassen bij artikel 8.4.1 op de bouwlaag van de begane grond eengezinswoningen alleen op de begane onder d: een dakterras mag worden gerealiseerd. grond zijn toegestaan als zodanig niet “ lid 8.2.1. onder Bij de ontwikkeling van de worden gewijzigd. Middels een op te nemen k voor het eengezinswoningen ten noorden van het mogelijkheid van afwijking zal het realiseren bouwen van een appartementencomplex bestaat de van dakterrassen op andere verdiepingen dakterras op ook mogelijk worden gemaakt. andere voorkeur tevens dakterrassen te e bouwlagen dan realiseren op de 2 verdieping. Er wordt het dak van de verzocht dit aan te passen door dit begane grond anders op te nemen in het artikel of door een mogelijkheid van afwijking. mits deze redelijkerwijs geen nadelige gevolgen hebben ten aanzien van de privacy en daglichttoetreding voor omwonenden. De definitie van balkon is te subjectief, er Ter verduidelijking en om verwarring te Artikel 8.2.1 wordt teveel ruimte gelaten voor voorkomen zal de regel, betreffende de onder l wordt beoordeling. hoogte van de balustrade, waarin het balkon verwijderd uit de is opgenomen, worden verwijderd. regels. Hetzelfde geldt voor artikel 8.4.1 onder c 2. In de begrippenlijst van het bestemmingsplan wordt de aanduiding

Het college heeft kennisgenomen van deze reactie en is van mening dat de termen zoals deze op de verbeelding in de aanduidingen voorkomen voldoende helder zijn. Het betreft bij de aanduiding ‘p’ een parkeerterrein en het betreft bij de aanduiding ‘pg’ een parkeergarage. Beide vallen onder de bredere term parkeervoorziening. Hierin is onderscheid te maken in parkeren op maaiveld al dan niet in een gebouwde parkeervoorziening of in een ondergrondse parkeergarage.

In de begrippenlijst staat inderdaad de aanduiding ‘onderdoorgang’ zodanig

Bij de term ‘verkeersfunctie’

18

19/ 19/37

E8

F



‘onderdoorgang’ geformuleerd, hierin staat dat er geen verkeersfunctie boven de onderdoorgang aanwezig mag zijn. De verkeersfunctie is echter niet gedefinieerd. Dit zou kunnen betekenen dat er geen corridors waar bewoners zich bewegen, is toegestaan. Verzocht wordt om het begrip ‘verkeersfunctie’ in de begrippenlijst op te nemen en helder de inhoud weer te geven en af te bakenen.

geformuleerd dat er onduidelijkheid over de term ‘verkeersfunctie’ kan ontstaan. In de begrippenlijst wordt bij de term onderdoorgang toegevoegd dat geen ruimte voor verkeersafwikkeling boven de onderdoorgang is toegestaan, het is enkel bedoeld voor voetgangers.

Het begrip balkon is niet in de lijst opgenomen. Het kan zijn dat bij de appartementen inpandige oplossingen worden gezocht bij het realiseren van balkons, hierbij dienen balustrades te worden aangebracht. Op grond van artikel 8.2.1. lid k kan is dit niet toegestaan.

Zie de beantwoording bij E5

Gevolgen voor het voorgestelde besluit in het begrip onderdoorgang zal toegevoegd worden dat een ingerichte ruimte voor verkeersafwikkeling bedoeld wordt en dat deze niet is toegestaan, de ruimte is enkel bedoeld voor voetgangers. Artikel 8.2.1 onder l wordt verwijderd uit de regels. Hetzelfde geldt voor artikel 8.4.1 onder c 2.

Zienswijze 13 Externe veiligheid: In paragraaf 4.3 van de Circulaire risiconormering zijn de eisen opgenomen ten aanzien van vervoer gevaarlijke stoffen. Er ontbreken hiervan nog gegevens in het ontwerp bestemmingsplan. De volgende gegevens moeten worden aangevuld: • Berekening van het groepsrisico in de bestaande en de nieuwe situatie •

De gegevens waarop het groepsrisico gebaseerd is, transportcijfers (huidig en toekomstig) en bevolkingsgegevens

•

Een volledige beschrijving van de scenario’s, incl. brandbare gassen indien aanwezig

•

Brandweeradvies en hoe dit overgenomen is

•

Borging van de te nemen maatregelen

•

Beschouwing van de toekomstige situatie. Dit is extra van belang omdat de

F1

De paragraaf in het bestemmingsplan met betrekking tot de externe veiligheid in het plangebied is naar aanleiding van de zienswijze gewijzigd. De gegevens die niet volledig waren zijn aangevuld. Tevens is het brandweeradvies nu meegenomen.

Aanpassen tekst paragraaf 4.3, de gevraagde gegevens zijn nu verwerkt in de paragraaf en toegevoegd aan het bestemmingsplan.

19

20/ 20/37




Het college heeft kennisgenomen van deze zienswijze en zal de regel zoals opgenomen in artikel 13.1. zodanig aanpassen dat het voldoet aan de voorwaarden zoals aangegeven in artikel 13 van de Provinciale Verordening Ruimte. Dit houdt in dat alleen de provincie als bevoegd gezag kan afwijken van de bouwregels binnen de molenbiotoop.

Artikel 13.1 zal als volgt worden aangepast: Afwijking van het bepaalde in artikel 13.1.1. teneinde hogere bebouwing toe te laten is in overleg met Gedeputeerde Staten van Zuid Holland mogelijk.

Meerhof en Duinhof: Tegen het volledig Groen bestemmen van de vrijgekomen terreinen wordt bezwaar gemaakt. Ten gunste van een goede inrichting en te voldoen aan de verplichting om een aantal parkeerplaatsen te compenseren wordt verzocht de strook waarin de huidige voortuinen zich bevinden zo te bestemmen dat er parkeerplaatsen mogelijk zijn.

Omdat er geen extra parkeerplaatsen nodig zijn, ziet het college geen reden om dit aan te passen.

geen

Laagbouwwoningen zuidelijk deel: In het bestemmingsplan op p13 wordt aangegeven dat maximaal 3 bouwlagen zijn toegestaan, op p.52 wordt dit vertaald naar 10m, op de kaart staat echter 9m. Verzocht wordt om dit op de kaart aan te passen. In de ‘oksels’ van de laagbouwblokken is voor de hoeken een kleinere maat als kaveldiepte aangehouden. Verzocht wordt om dezelfde maat van 10m aan te houden als bij de andere blokken zodat er meer marge in het ontwerp mogelijk is.

Het is inderdaad juist dat er maximaal 3 bouwlagen mogelijk zijn. De vertaling hiervan op pagina 52 zal worden aangepast naar 9 meter. Op de verbeelding van het bestemmingsplan is de hoogte juist aangegeven.

Tekst in hoofdstuk 5 van de toelichting, onder 4.3, zal worden gewijzigd in 9 meter.

De kaveldiepte zoals weergegeven op de verbeelding is conform het beeldkwaliteitsplan. Het college van B&W is bereid bij de laagbouwblokken deze kaveldiepte aan te passen naar 10m net zoals bij de andere blokken. Deze (ondergeschikte) wijziging zal in het beeldkwaliteitsplan worden aangepast. Parkeren op maaiveldniveau is toegestaan in een gebouwde parkeervoorziening. Dit zal duidelijker worden opgenomen in de regels en de toelichting.

Aanpassen kaveldiepte bij de laagbouwblokken naar 10m

voorgenomen aanleg van de Rijnlandroute invloed kan hebben op het transport gevaarlijke stoffen over de N206

F2

G

G1

G2

G3

Molenbiotoop: In artikel 13.1 wordt de mogelijkheid geboden tot afwijken van de bouwregels door het bevoegd gezag. Dit is in strijd met artikel 13 van de Provinciale Verordening Ruimte. Een afwijking is alleen mogelijk binnen de in dit artikel aangegeven voorwaarden en door middel van het aanvragen bij GS van een ontheffing ex artikel 15 van de Verordening Ruimte.

Zienswijze 14

Appartementen zuidelijk deel: In de toelichting staat opgenomen dat parkeren op maaiveld bij de appartementen is toegestaan. In de regels komt dit niet terug. Graag duidelijk opnemen zodat er geen verwarring over kan ontstaan. Op de kaart is de diepte van de

Aanpassen in de toelichting en de regels dat parkeren op maaiveldniveau is toegestaan in een gebouwde parkeervoorzie-

20

21/ 21/37


appartementblokken niet goed af te lezen. Een minimale diepte van 18m is noodzakelijk om het gebouw te kunnen realiseren. Er wordt om een reactie van de gemeente gevraagd of dit ook zo is vastgelegd. De drie blokken zijn volledig van elkaar gescheiden. De vraag is of er een mogelijkheid kan worden opgenomen van het creëren van een verbinding tussen de blokken, een stijgpunt of vluchtweg of ontsluitingspunt.

Gevolgen voor het voorgestelde besluit ning.

De diepte van de appartementblokken zal op Op de de verbeelding worden aangepast naar verbeelding minimaal 18 meter. wordt de kaveldiepte van de appartement Op de verbeelding zal tussen de blokken appartementblokken een mogelijkheid aangepast zodat worden opgenomen voor het realiseren van het minimaal een verbinding. 18m is. Op de verbeelding is nu tussen de blokken een functieaanduiding ‘ontsluiting’ opgenomen. In het bestemmingsplan zal deze aanduiding nader gedefinieerd worden en in artikel 8 worden opgenomen. Op pagina 53 verwijderen in de tekst “waarbinnen er voor elke woning een parkeerplek beschikbaar is”

Parkeren: In het bestemmingsplan is opgenomen (p.53) dat voor iedere woning minimaal 1 parkeerplaats beschikbaar is. Deze eis lijkt los te staan van de normaliter gehanteerde CROW normen. Vooral t.a.v. de zorgwoningen is deze eis buitensporig.

Het is inderdaad niet juist zoals de tekst op pagina 53 in de toelichting is opgenomen. De eis van één parkeerplek per woning zal uit de tekst worden verwijderd. Het voldoen aan de parkeereis is een randvoorwaarde voor het verkrijgen van een bouwvergunning en vindt zijn juridische grondslag in de bouwverordening. De nieuwbouw die in dit gebied gerealiseerd wordt zal dan ook moeten voldoen aan de parkeereis. Er worden dus geen normen opgenomen in het bestemmingsplan. Om de parkeereis te bepalen wordt gebruik gemaakt van de CROW-normen als richtlijn totdat er specifieke Leidse normen zijn vastgesteld.

Wonen: Op p.189 wordt onder f aangegeven dat wonen in combinatie met zorg mogelijk is ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van wonenmaatschappelijk’. In de toekomst krijgen steeds meer mensen de mogelijkheid om thuis zorg te ontvangen, elke normale woning ook.

Zorg aan huis ontvangen is een andere, geen minder intensievere, vorm van zorg dan bedoeld wordt in de genoemde aanduiding. De gronden binnen het plangebied zijn bestemd als Wonen met de nadere aanduiding "specifieke vorm van wonen - maatschappelijk. Op grond van deze bestemming is het mogelijk deze gronden, naast de algemene woonbestemming, ook te bestemmen voor bijzondere woonvormen zoals een voorziening van huisvesting van personen die bij hun normale, dagelijkse functioneren huishoudelijke begeleiding en/of verzorging

G4

G5


21

22/ 22/37




behoeven. Hiermee wordt bedoeld voor wie het moeilijk is zelfstandig te wonen of die dakof thuisloos zijn. Ook andere bijzondere woonvormen zijn in de bestemming begrepen, dat wil zeggen een woonvoorziening voor personen die bij hun normale, dagelijkse functioneren huishoudelijke begeleiding en/of verzorging behoeven, zoals bejaarden of gehandicapten.

G6

H

H1

I

Op p.190 is bepaald dat dakterrassen alleen op het dak van de begane grond zijn toegestaan. Hiertegen wordt bezwaar gemaakt , ook op andere bouwlagen kan dit wenselijk zijn. Tevens wordt bezwaar gemaakt tegen de vastgestelde hoogte van een balustrade op 1,20m. Het kan zijn dat het bouwbesluit voor bepaalde doelgroepen hogere balustrades voorschrijft waardoor er strijdigheid met het bestemmingsplan kan ontstaan.

In het bestemmingsplan zal dit worden aangepast, zie reactie bij E5. De wijziging betreft de toevoeging van de mogelijkheid tot afwijken van artikel 8.2.1 lid k. Zie ook de beantwoording bij zienswijze E6.

Opnemen in artikel 8.4.1 onder c. “ lid 8.2.1. onder k voor het bouwen van een dakterras op andere bouwlagen dan het dak van de begane grond mits deze redelijkerwijs geen nadelige gevolgen hebben ten aanzien van de privacy en daglichttoetreding voor omwonenden.

Zienswijze 15 Redenen zienswijzen voor het bestemmingsplan: • Boshuizerkade is gevaarlijk • Sloop flats Boshuizerkade is onbekend • Er zijn voldoende islam instellingen • Te weinig groen in bestemmingsplan • Na alle verbouwingen is dit irrelevant • Het advies is niets te doen, maar wel iets aan de scheve bomen van de Boshuizerkade iets te doen.

Het college heeft kennisgenomen van uw geen reactie maar kan niet op al uw redenen ingaan omdat dit geen onderwerpen zijn die geregeld worden in dit bestemmingsplan. Dit geldt voor de Boshuizerkade en de sloop van de flats. De noodzaak tot de bouw van een nieuw Islamitisch centrum in dit plangebied is aanwezig. Zie hiervoor ook de beantwoording bij zienswijze A. De moskee aan de Willem de Zwijgerlaan trekt andere bezoekers dan de moskee die gebouwd gaat worden aan de Haagweg. Onder andere om verkeerstromen te beperken is er voor gekozen om een islamitisch centrum te bouwen ter plaatse van het voedingsgebied in Zuidwest. De beoogde nieuwbouw in het bestemmingsplan zal in combinatie met veel groen gerealiseerd worden, in tegenstelling tot de huidige situatie zal het te realiseren groen openbaar toegankelijk zijn.

Zienswijze 16

22

23/ 23/37

I1



Bezwaar is er op gericht dat er in strijd met artikel 3.11 Awb is gehandeld omdat niet alle onderzoeken ten behoeve van het ontwerpbestemmingsplan gelijktijdig hiermee ter inzage zijn gelegd. Gewezen wordt op 1. verkeersonderzoek 2. diverse onderzoeken in het kader van het voorontwerpbestemmingsplan 3. archeologisch inventariserend veldonderzoek 4. Natuurtoets Flora- en faunawet 5. Diverse bodemonderzoeken

Het college erkent dat door een ambtelijke vergissing niet alle bijlagen bij het ontwerpbestemmingsplan ter inzage lagen. Om aan de wettelijke eisen te voldoen is het plan opnieuw voor een periode van zes weken ter inzage gelegd met alle bijlagen.

Op p.17 staat dat het bestemmingsplan slechts ziet op wonen, dit is onjuist er komen ook voorzieningen. Onduidelijk is of de realisatie past binnen de provinciale verordening ruimte (PRV), dit is onvoldoende onderzocht en gemotiveerd. Hetzelfde geldt voor de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt om te bouwen binnen de molenbiotoop.

Het is inderdaad juist dat er in de tekst onterecht is opgenomen dat het bestemmingsplan slechts ziet op wonen, bedoeld wordt dat de ontwikkelingen grotendeels gericht zijn op wonen en daarnaast bevat het plan een maatschappelijke ontwikkeling. De ontwikkelingen zijn niet in strijd met de provinciale verordening ruimte. Dit is voldoende onderzocht en blijkt ook uit de reactie van de provincie op het plan. Ten aanzien van het bouwen binnen de molenbiotoop zijn er duidelijke afspraken gemaakt met de provincie, er is alleen een aanpassing nodig van de afwijkingsmogelijkheid voor het bouwen in de molenbiotoop. Er is dus geen sprake van strijdigheid met de PRV, artikel 13.

Op pagina 22 wordt summier ingegaan op het Parkeerbeleidsplan 2002 van de gemeente. Geldende parkeernormen zijn niet opgenomen en er wordt niet gemotiveerd waarom het plan voldoet aan hetgeen in het parkeerbeleidsplan is opgenomen. Is dit wel onderzocht? Conclusie is dat er sprake is van strijdigheid met de artikelen 3.2, 3.46 t/m 3.48 Awb Er is geen sprake van een goede ruimtelijke ordening ex artikel 3.1 Wro. Mogelijk is er strijdigheid met de PRV, art.13.

Het Parkeerbeleidsplan Leiden (2002) is geen verouderd. Toch geldt dit uitgangspunt – dat er voldoende parkeerplaatsen op het eigen terrein dienen te worden aangelegd bij nieuwbouw of functiewijziging - nog steeds. Om te bepalen wat voldoende is worden de CROW normen toegepast, tot dat er specifieke Leidse normen zijn opgesteld. Dit is destijds ook opgenomen in het Parkeerbeleidsplan Leiden. De parkeereis en het gebruik van de CROW, vinden hun juridische grondslag in de bouwverordening. Er worden dus geen normen opgenomen in het bestemmingsplan. De normen zijn slechts als voorstel opgenomen in het Parkeerbeleidsplan Leiden en nooit als normen vastgesteld. De nieuwbouw die in dit gebied gerealiseerd wordt, zal dan ook moeten voldoen aan de parkeereis. Er is geen sprake van strijdigheid met de artikelen 3.2, 3.46 t/m 3.48 Awb. Er is

I2

I3

Gevolgen voor het voorgestelde besluit geen

Wijzigen tekst in hoofdstuk 3 van de toelichting met betrekking tot de Visie op Zuid Holland. Afspraken met de provincie ten aanzien van het bouwen binnen de molenbiotoop worden duidelijker beschreven in de toelichting.

23

24/ 24/37


I4

I5

I6



sprake van een goede ruimtelijke ordening ex artikel 3.1 Wro. Op pag 33 wordt uit het niets ingegaan In hoofdstuk 4.2.4 wordt ingegaan op geen op mogelijke risico’s voor planschade, toekomstig onderzoek met betrekking tot de wat wordt hiermee beoogd? Uit de archeologische waarden in het gebied. Ten woorden “de verwachting is dan ook” aanzien van planschade in dit gebied is met wordt opgemaakt dat er nog geen de partijen die gaan ontwikkelen planschadeonderzoek is uitgevoerd, dit is overeengekomen dat zij aansprakelijk zijn in strijd met de artikelen 3.2, en 3.46 t/m voor de eventuele planschades ten gevolge 3.48 Awb. Bovendien valt hiermee niet uit van de projecten. te sluiten dat het plan economisch niet Er is daarom geen sprake van strijd met de uitvoerbaar is. artikelen 3.2, en 3.46 t/m 3.48 Awb. Het plan is economisch uitvoerbaar. Op pag.34 wordt ingegaan op een Zie de eerdere reactie bij H1. geen onderzoek uit 2008, dit is niet ter inzage gelegd. Verderop wordt verwezen naar een onderzoek uit 2009 dat eveneens niet ter inzage heeft gelegen. In het plangebied broedt een De nesten van de scholekster zijn niet geen scholeksterpaar op het dak van het ROC. jaarrond beschermd. Dit in tegenstelling tot Als deze wordt gesloopt dan is dat de nesten van roofvogels zoals de buizerd vernietiging van het nest. Dit is in strijd en sperwer, deze keren jaarlijks naar met de Flora en Fauna wet, hiervoor zal dezelfde plek terug. Verwijdering van een een ontheffing moeten worden plek waar een nest is geweest van een afgegeven. In de toelichting is niet scholekster is dus niet in strijd met de Flora deugdelijk gemotiveerd of deze en Fauna wet. Ontheffing is ook niet nodig. ontheffing kan worden verleend. Er wordt Het pand kan gesloopt worden buiten de tevens gesproken over mitigerende broedperiode of wanneer er geen nest is. maatregelen. Onduidelijk is wat hiermee Normaal gesproken getuigt het wel van bedoeld wordt aangezien het onderzoek goede zorg om in de nieuwbouw ontbreekt bij de stukken. In strijd met art. maatregelen te treffen zodat soorten weer 3.2, 3.46 t/m 3.48 Awb. Geen goede terug kunnen komen op de plek. In dit geval ruimtelijke ordening en mogelijk in strijd past dat echter niet in het beleid omdat dan met Flora en faunawet. het pand waarschijnlijk ook aantrekkelijker wordt voor meeuwen om op te broeden. De mitigerende maatregelen waarover gesproken wordt in de toelichting van het bestemmingsplan worden in het (later bijgevoegde) Flora- en faunaonderzoek nader beschreven. Dit onderzoek heeft, samen met het bestemmingsplan, opnieuw voor 6 weken ter inzage gelegen. Er is geen sprake van strijdigheid met de art. 3.2, 3.46 t/m 3.48 Awb en de Flora en faunawet.

I7

Op pag 38 wordt ingegaan op de risico’s van de externe veiligheid in het plangebied. Het is onbegrijpelijk en onzorgvuldig dat er geen onderzoek is uitgevoerd naar de mogelijke gevolgen voor het plangebied. Ook is de brandweer nog niet benaderd om te adviseren over de externe veiligheidsaspecten. in strijd met art.3.2.,

Het is onjuist dat er geen onderzoek is uitgevoerd naar de mogelijke gevolgen in het plangebied. In de paragraaf externe veiligheid zal dit uitgebreider worden opgenomen. De brandweer is reeds benaderd voor een advies in het kader van het vooroverleg (art. 3.1.1 Bro) . De reactie van de brandweer op het voorontwerpbestemmingsplan was

Aanpassen tekst van de paragraaf 4.6 Externe Veiligheid. Volledige informatie zal worden opgenomen.

24

25/ 25/37



3.46 t/m 3.48 Awb en geen sprake van een goede ruimtelijke ordening.

I8

I9

I10

positief. Ook in een later stadium hebben zij opnieuw kennisgenomen van het ontwerpbestemmingsplan en zij adviseren daarbij dat er rekening gehouden moet worden met voldoende bluswatervoorziening. Tevens geven zij aan dat in verband met de aanwezigheid van de N206 en het vervoer van gevaarlijke stoffen over deze weg, er in het gebied twee scenario’s van calamiteiten mogelijk zijn. Hiervoor wordt geadviseerd dat bewoners duidelijk geïnformeerd moeten worden en dat er voldoende mogelijkheid tot vluchten is waarbij de hulpdiensten niet gehinderd worden. Het advies van de brandweer wordt meegenomen in de paragraaf externe veiligheid. In h4 wordt niet ingegaan op de aspecten Zie de beantwoording bij A4. Een verkeer en parkeren terwijl de geplande verkeersonderzoek heeft uitgewezen dat er ontwikkelingen zullen zorgen voor een voorlopig geen aanvullende toename van verkeer. verkeersmaatregelen nodig zijn. Toename van verkeer als gevolg van de geplande ontwikkelingen maakt het waarschijnlijk dat er maatregelen genomen moeten worden. Voor het aspect parkeren zie de beantwoording bij A5 en B2.


In hoofdstuk 4 van de toelichting een stuk tekst opnemen over de aspecten verkeer en parkeren.

Er wordt niet ingegaan op de omvang van de te realiseren moskee. Gevolgen hiervan worden niet aangegeven. Het is onaanvaardbaar dat niet eerst voldoende is onderzocht welke behoefte en ruimtelijke effecten de komst van de verschillende functies met zich mee zullen brengen.

De omvang van het te realiseren islamitisch geen centrum is exact af te lezen van de verbeelding in samenhang met de regels. Er is voldoende onderzocht welke behoefte en ruimtelijke effecten de komst van de verschillende functies met zich meebrengen. Onder andere is het parkeren en zijn de verkeersstromen onderzocht. Bovendien is er in de huidige situatie ook op deze locatie een maatschappelijke voorziening die past binnen de maatschappelijke bestemming. Het islamitisch centrum past in deze huidige bestemming.

In de toelichting wordt niet ingegaan op de mogelijkheid die wordt geboden voor de realisatie van een sociaal pension. Wat zijn de gevolgen voor de omgeving. In artikel 5 wordt de functie maatschappelijk mogelijk gemaakt, dit is veel breder. Hierdoor ontstaat er een onzekere situatie door ruime interpretatie. In strijd met art. 3.2, 3.46 t/m 3.48 Awb en geen sprake van een goede ruimtelijke ordening.

In artikel 5 wordt niet de mogelijkheid van de functie maatschappelijk geboden, dit betreft namelijk de bestemming ‘verkeer’. Waarschijnlijk wordt artikel 8, ‘wonen’, hier bedoeld. Maatschappelijk is alleen mogelijk daar waar een aanduiding op de verbeelding is opgenomen en dan alleen op de begane grond. Dit is ter plaatse van de dependance van Zuydtwijck, dit betreft een zorginstelling. De gronden binnen het plangebied bestemd als Wonen met de nadere aanduiding "specifieke vorm van wonen – maatschappelijk” zijn eventueel bestemd voor een sociaal pension. Op grond van deze specifieke bestemming zijn deze gronden

In de toelichting zal in hoofdstuk 5, paragraaf 4.3 de mogelijkheid van een vestiging van een sociaal pension uitgebreider worden opgenomen.

25

26/ 26/37




bestemd voor een voorziening voor de huisvesting van personen die bij hun normale, dagelijkse functioneren huishoudelijke begeleiding en/of verzorging behoeven en voor wie het moeilijk is zelfstandig te wonen of die dakof thuisloos zijn. Ook andere bijzondere woonvormen zijn in de bestemming begrepen, dat wil zeggen een woonvoorziening voor personen die bij hun normale, dagelijkse functioneren huishoudelijke begeleiding en/of verzorging behoeven, zoals bejaarden of gehandicapten.

I11

I12

In de toelichting wordt in hoofdstuk 5 aangegeven dat er onder andere een sociaal pension gevestigd kan worden. In de huidige situatie is er binnen het plangebied . ook een sociaal pension gevestigd. In hoofdstuk 5 zal dit nader worden toegelicht. De ontwikkelingen zoals beoogd in het ontwerpbestemmingsplan Haagwegkwartier Noordwest zijn opgenomen in het Programma Ruimtelijke Investeringen Leiden (PRIL). Dit betreft de gemeentelijke grondexploitatie en deze wordt jaarlijks bijgesteld. Indien de opgenomen kosten hiervoor niet toereikend blijken te zijn, wordt de dekking van het tekort opgenomen uit de vereveningsreserves. Ten aanzien van mogelijke planschades in het gebied is met de partijen die gaan ontwikkelen overeengekomen dat zij aansprakelijk zijn voor de eventuele planschades ten gevolge van de projecten.

In de toelichting is opgenomen dat er geen exploitatieplan hoeft worden opgesteld omdat de gronden in het plangebied eigendom zijn van de gemeente. Op geen enkele wijze wordt duidelijkheid verschaft of er sprake is van een economisch uitvoerbaar plan. Kosten en inkomsten zijn niet opgenomen. Er is onvoldoende rekening gehouden met verzoeken van planschades. Is er een sluitende grondexploitatieopzet voorhanden? Zo niet dan is het plan economisch onuitvoerbaar en is er mogelijk sprake van ongeoorloofde staatssteun en derhalve sprake van strijd met art. 107 VWEU. Naast de strijdigheid met de hiervoor genoemde artikelen is er Er is geen sprake van ongeoorloofde ook strijdigheid met art 3.1.6 Bro. staatssteun.

In hoofdstuk 6 opnemen dat de ontwikkelingen opgenomen zijn in het PRIL en dat bij ontoereikende opgenomen kosten de dekking uit de vereveningsreser ves komt.

Gezien de voorgaande genoemde punten zal er zorgvuldiger onderzoek moeten plaatsvinden om gemotiveerd aan te kunnen geven waarom sprake is van een bestemmingsplan dat voorziet in een goede ruimtelijke ordening en economisch uitvoerbaar is.

Opnemen in de toelichting een nadere onderbouwing ten aanzien van de resultaten van de onderzoeken betreffende verkeer en parkeren, externe veiligheid en de economische uitvoerbaarheid.

De onderzoeken behorende bij het bestemmingsplan tonen aan dat het wel degelijk een bestemmingsplan betreft dat voorziet in een goede ruimtelijke ordening en dat economisch uitvoerbaar is. Door het ontbreken van bepaalde relevante onderzoeken kwam de onderbouwing voor het plan onvoldoende naar voren. Na constatering van deze omissie heeft het plan opnieuw voor zes weken ter inzage gelegen inclusief alle bijbehorende onderzoeken. Naar aanleiding van deze zienswijze zal eveneens in de toelichting van het bestemmingsplan een uitgebreidere motivatie worden opgenomen ten aanzien van de resultaten van de hiervoor genoemde onderzoeken.

26

27/ 27/37


J

J1

J2

J3



Zienswijze 17 Indiener van de zienswijze constateert Het college heeft in haar reactie op de geen dat er slechts voor een deel is ingegaan inspraak toegezegd dat: op haar eerder ingediende • De paragraaf Luchtkwaliteit zal inspraakreactie op het voorontwerp worden opgenomen in het bestemmingsplan. Gedane ontwerpbestemmingsplan. toezeggingen door het college met • Ook is toegezegd dat er ruimte betrekking tot aanpassingen van de tekst gereserveerd wordt voor het in de voorschriften zijn niet nagekomen. eventueel aanpassen van de De zienswijze is gericht tegen de kruising Haagweg/Ter Haarkade bestemming ‘Maatschappelijk’ in het • In de planregels binnen de algemeen en de vestigingsmogelijkheid bestemming Maatschappelijk wordt van een islamitisch centrum in het bij de mogelijke ontheffing voor bijzonder. overschrijding van de bouwgrens met 5m, een voorwaarde opgenomen die erop toeziet dat een verschuiving van de bouwgrens niet leidt tot een groter oppervlak aan bebouwing. Alle bovenstaande toezeggingen zijn meegenomen in het ontwerpbestemmingsplan. geen Binnen de bestemming Maatschappelijk Er is voor gekozen om de bestemming zijn meerdere voorzieningen mogelijk in Maatschappelijk op deze locatie in het bestemmingsplan op te nemen omdat de het plan wordt echter uitsluitend hoofdbestemming, het islamitisch centrum, geopteerd voor de vestiging van een islamitisch centrum. Dit komt vreemd een maatschappelijke voorziening betreft. over in de optiek van de indiener. Een Ook de andere functies zijn gerelateerd aan maatbestemming zou zuiverder zijn in dit deze bestemming. De begripsomschrijving sluit wel degelijk aan geval. bij de bestemming maatschappelijk in die zin De begripsomschrijving 1.58 maatschappelijke dienstverlening sluit dat het niet letterlijk opgenomen is in de niet aan bij de bestemming omschrijving van de bestemming ‘maatschappelijk’ en komt ook niet voor ‘maatschappelijk’ maar wel een vorm van dienstverlening is die mogelijk zou kunnen in het plan. zijn binnen deze bestemming. De situering, omvang en oppervlakte van de van het islamitisch centrum is tot stand gekomen na overleg met de gemeente en het bestuur van het islamitisch centrum. Er is voor de minaret zelfs een speciale regeling getroffen. Er is voor het islamitisch centrum nog geen omgevingsvergunning ingediend. Het college is overtuigt van de komst en de situering van het islamitisch centrum terwijl de omwonenden slechts kunnen gissen naar de bebouwing waarmee zij worden geconfronteerd. De locatie van het islamitisch centrum is niet wenselijk. Het ligt in een gebied met voornamelijk woonbebouwing en in dit gebied wonen niet de beoogde bezoekers.

Voor het islamitisch centrum is inderdaad geen geen omgevingsvergunning ingediend omdat het streven is deze positief te bestemmen binnen het bestemmingsplan Haagwegkwartier Noordwest. Omwonenden worden geïnformeerd over de bebouwing middels voorliggend ontwerpbestemmingsplan en het eerdere voorontwerp bestemmingsplan in samenhang met de gebiedsvisie en het beeldkwaliteitplan. In het bestemmingsplan is uit de regels en op de verbeelding exact af te lezen wat de kaders en maten van de bebouwing van het islamitisch centrum zullen worden. Het huidige gebouw dat op de plaats staat waar de het islamitisch centrum is gepland, is 4 lagen hoog (ca. 14 m) Het islamitisch centrum wordt 2 lagen

27

28/ 28/37



De motivering van het college is slechts dat de nieuwe moskee dichtbij de oude moskee moet komen in het bestaande voedingsgebied. De Rembrandstraat is een ander voedingsgebied. Op het genoemde alternatief voor de situering van het islamitisch centrum in het zuidelijk plandeel is door het college niet gemotiveerd ingegaan. Ook is het college niet ingegaan op de wens om op de voormalige ROC-locatie een dependance van een zorgcentrum te vestigen. Dit zou meer recht doen aan de kwaliteit van het woonkarakter van dit gedeelte van het Haagwegkwartier.

hoog met een maximum hoogte van 10,9 m. De minaret zal 20 m hoog worden, zie hiervoor ook de beantwoording bij B5. Middels bewonersavonden, inspraakavond en nieuwsbrieven heeft men er kennis van kunnen nemen en is men bovendien in de gelegenheid gesteld reacties te geven en/of vragen te stellen. Op basis van eerdere studies en rekening houdend met vooraf opgestelde voorwaarden is de locatie voor het islamitisch centrum afgewogen. Het Wijkontwikkelingsplan Leiden Zuidwest vormt de basis voor de plannen. Een dependance van een zorgcentrum is in het plangebied op een andere locatie gesitueerd. De voorgestelde locatie past niet in de eerder vastgestelde uitgangspunten.

Het college presenteert het islamitisch centrum als aanwinst voor de wijk omdat het niet bebouwde deel van het terrein openbaar toegankelijk zou zijn en een functie kan vervullen in de leefgemeenschap. Hoe kan het college dit afdwingen? Voorgenomen vestiging van een islamitisch centrum is in strijd met een goede ruimtelijke ordening omdat een steekhoudende ruimtelijke onderbouwing in de vorm van planologische overwegingen ontbreekt.

De openbare ruimte bij het islamitisch geen centrum is bestemd om daadwerkelijk openbaar gebruikt te worden. Dit betekent dat de openbare ruimte, binnen de in het bestemmingsplan aangegeven kaders, gebruikt kan worden door eenieder en met name bedoeld is voor de buurt. De openbare ruimte blijft in handen van de gemeente, de gemeente is dan ook verantwoordelijk voor de inrichting. Deze zal zodanig zijn dat het plein als openbaar gebied gebruikt kan worden. Het islamitisch centrum krijgt op gezette tijden de mogelijkheid het plein ook te gebruiken. De voorgenomen vestiging van het islamitisch centrum is niet in strijd met een goede ruimtelijke ordening. Het Wijkontwikkelingsplan Leiden Zuidwest vormt de basis voor de plannen. Destijds is geconstateerd dat de moskee een nieuwe locatie zocht. De keuze voor deze locatie is reeds afgewogen en komt naar voren in stukken als de gebiedsvisie Leiden Zuidwest en de structuurvisie van de gemeente. De vestiging van het islamitisch centrum wordt gerealiseerd op de locatie van het huidige ROC. Dit betreft ook een bovenwijkse voorziening en heeft eveneens een maatschappelijke bestemming in het bestemmingsplan. In die zin is er geen planologische strijdigheid. Het Parkeerbeleidsplan Leiden (2002) is geen verouderd. Toch geldt dit uitgangspunt – dat er voldoende parkeerplaatsen op het eigen terrein dienen te worden aangelegd bij nieuwbouw of functiewijziging - nog steeds.

J4

J5

De vestiging van een islamitisch centrum zal leiden tot een onbeheersbare toename van de reeds bestaande parkeerproblematiek ter plaatse. Er worden vraagtekens gezet ten aanzien


28

29/ 29/37




van de realiseringsmogelijkheden van de parkeergarage, de aanleg is een kostenverhogende factor en in het ontwerpbestemmingsplan is de mogelijkheid van een aanleg in de regels opgenomen. Dit is niet volgens de reactie van het college op de inspraak. Hoe is de bouw van een parkeergarage verzekert? Volgens de CROW normen is het aantal berekende parkeerplaatsen volstrekt onvoldoende. Uit berekening blijkt dat er 150 ipv 110 parkeerplaatsen nodig zijn. De gemeente gaat willekeurig om met de kengetallen van het CROW.

J6

J7

Om te bepalen wat voldoende is worden de CROW normen toegepast, tot dat er specifieke Leidse normen zijn opgesteld. Dit stond destijds ook al in het Parkeerbeleidsplan Leiden. De parkeereis en het gebruik van de CROW, vinden hun juridische grondslag in de bouwverordening. Er worden dus geen normen opgenomen in het bestemmingsplan. De normen, die in de zienswijzen aangehaald worden, zijn slechts als voorstel opgenomen in het Parkeerbeleidsplan Leiden en nooit als normen vastgesteld. Ten aanzien van het parkeren bij het islamitisch centrum is de CROW norm als richtlijn gehanteerd. Het aantal benodigde parkeerplaatsen is berekend aan de hand van het aantal gebedsplaatsen. Vestiging van het islamitisch centrum zal Er is onderzoek gedaan naar de geen leiden tot een onaanvaardbare verkeerseffecten waarbij rekening is verkeershinder in de directe omgeving gehouden met de beoogde ontwikkelingen in van dat centrum, bovendien worden er het plangebied. In hoofdstuk 2 en hoofdstuk nog 400 woningen bij gebouwd. Als 4 van de toelichting komt dit aan de orde. reactie op de inspraak geeft het college Een onderbouwing is als bijlage toegevoegd aan dat er voor het en heeft opnieuw voor zes weken ter inzage ontwerpbestemmingsplan nog een gelegen met het bestemmingsplan. onderzoek naar de verwachte In hoofdstuk 4 komt bovendien aan de orde verkeerssituatie zal worden gedaan. Tot dat bij het akoestisch onderzoek en op heden is dit niet gedaan of luchtkwaliteit er wel degelijk onderzoek is bekendgemaakt. Door het ontbreken gedaan gebaseerd op de beoogde nieuwe hiervan kan er niet adequaat op situatie. Beide onderzoeken zijn ook als gereageerd worden. Hetzelfde geldt voor bijlage toegevoegd. geluidhinder en luchtkwaliteit die hiermee verband houden. Door de verleende ontheffing van een 20m hoge minaret wordt de molenbiotoop aangetast. Ondanks het positieve advies van de provincie is er onvoldoende rekening gehouden met culturele waarde en betekenis van de molen in de wijk. De bouwhoogte en de invulling van het islamitisch centrum zijn niet in lijn met artikel 13 (Molenbiotoop) van de verordening ruimte van de provincie Zuid Holland. Genoemde afmetingen corresponderen niet met het genoemde artikel. De 10,9 meter is overgenomen uit het bestaande bestemmingsplan Leiden Zuidwest. Er ligt een nieuw ontwerpbestemmingsplan voor wat met zich meebrengt dat een vorig bestemmingsplan beslist niet moet worden overgenomen. Uit berekening

Ten aanzien van de molenbiotoop in het plangebied en de beoogde realisatie is er voldoende rekening gehouden met de culturele waarde en betekenis van de molen. Hierover is in een vroeg stadium van de procedure reeds overleg gevoerd met de provincie. Dit heeft destijds geresulteerd in heldere afspraken. Zie ook de beantwoording bij B4. Uit het advies van de provincie Zuid Holland blijkt dat het ontwerp van het islamitisch centrum in de lijn ligt met artikel 13 van de Provinciale Verordening Ruimte. Ook de opgenomen maatvoering is juist, hierover is eveneens gesproken met de provincie. De provincie merkt in haar reactie op dat het afwijken van de molenbiotoop zoals opgenomen in artikel 13.1.3 niet volgens de Provinciale Verordening Ruimte is omdat de gemeente hiervoor niet het bevoegde gezag is. Deze regel zal dan ook worden

In de toelichting worden de afspraken met de provincie betreffende de molenbiotoop en het islamitisch centrum concreter opgenomen. Tevens zal de brief met de afspraken als bijlage in het plan worden opgenomen. In artikel 14 zal worden toegevoegd dat een afwijking van

29

30/ 30/37

J8

K

K1



blijkt dat de maten niet kloppen. Ten aanzien van de vermeende ontheffing wordt in de Nota van beantwoording door het college aangegeven dat de provincie heeft getoetst aan het beleidsveld molens. Hiervan zijn geen stukken voorhanden, buiten de verordening zelf. Deze laatste maakt echter geen ontheffing van de molenbiotoop mogelijk. Het besluit tot ontheffing is onvoldoende gemotiveerd. De gemeente heeft voorts geen rekening gehouden met de zgn. 10% regeling zoals opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan. In de (eventuele) onderzoeken is hier geen rekening mee gehouden en dus is het onvolledig. Verder wordt aangesloten bij de standpunten uit de inspraak van de Stichting Houtzaagmolen de Heesterboom. In het plan wordt niet voldaan aan een straal van minstens 100m vanuit het hart van de molen. De gemeente heeft een onzorgvuldige belangenafweging gemaakt en onvoldoende onderzoek gepleegd ten aanzien van de windvang, de belevingswaarde en de regelgeving.

aangepast. Als bijlage zal de brief met de eerdere uitgangspunten van de provincie in het bestemmingsplan als bijlage worden opgenomen. Er is dus geen sprake van een onzorgvuldige belangenafweging en er is voldoende onderzocht.

Gelet op voorgaande lijkt het erop dat het ontwerpbestemmingsplan nog niet voldragen is. Er ontbreken rapportages en planologische keuzes zijn niet onderbouwd vanuit ruimtelijk relevante overwegingen. Onderdelen zijn zelfs strijdig met de wet dan wel overige regelgeving.

De onderzoeken behorende bij het geen bestemmingsplan tonen aan dat het wel degelijk een bestemmingsplan betreft dat voorziet in een goede ruimtelijke ordening. Door het ontbreken van bepaalde relevante onderzoeken kwam de onderbouwing voor het plan onvoldoende naar voren. Na constatering van deze omissie heeft het plan opnieuw voor zes weken ter inzage gelegen inclusief alle bijbehorende onderzoeken. Naar aanleiding van deze zienswijze zal eveneens in de toelichting van het bestemmingsplan een uitgebreidere motivatie worden opgenomen ten aanzien van de resultaten van de hiervoor genoemde onderzoeken en de daaruit voortvloeiende planologische afwegingen.

Ten aanzien van de 10% regeling zoals opgenomen in artikel 14 onder a zal een voorbehoud worden gemaakt ten aanzien van de vrijwaringszone molenbiotoop. Dit betekent dat met een eventuele afwijking van 10% niet de maximale toegestane bouwhoogte zoals opgenomen in artikel 13.1.1. mag worden overschreden.

Zienswijze 18 Ernstig bezwaar wordt gemaakt tegen de Zie de beantwoording bij A en C bouw van het islamistisch centrum. Met de realisatie van moskee aan de Willem de Zwijgerlaan is al meer dan voldoende gebedsruimte gecreëerd voor moslims uit Leiden en omstreken.

Gevolgen voor het voorgestelde besluit 10% is toegestaan mits niet in strijd met de maximale bouwhoogte zoals opgenomen in artikel 13 van de molenbiotoop.

geen

30

31/ 31/37

K2

K3

K4

K5

K6

K7



De bouw van het islamistisch centrum zal een aanzuigende werking hebben op immigranten uit niet-westerse landen. Deze zullen zich dicht bij het islamitisch centrum willen vestigen en zo onder andere de Schrijversbuurt veranderen in een allochtonen wijk met alle gevolgen van dien. Dit zal de integratie belemmeren en Leiden in een neerwaartse spiraal van multiculturalistische drama’s storten. Het Haagwegkwartier mag geen Pendrecht, Kolenkitbuurt of Bloemhof worden. Ook Maxime Verhagen (CDA) heeft bekend dat de multiculturele samenleving mislukt. In het islamitisch centrum worden standpunten uitgedragen die niet passen in onze westerse samenleving. Dit zal leiden tot frictie tussen culturen. De bouw van het centrum zal de bevolking van Leiden niet dichter bij elkaar brengen maar juist uit elkaar drijven.

Het college heeft kennis genomen van deze reactie maar kan zich hier niet in vinden. Het islamitisch centrum vervult een lokale functie en zal geen immigranten aantrekken die zich vanwege het islamitisch centrum in Zuidwest willen vestigen.

Gevolgen voor het voorgestelde besluit geen

geen Het college heeft kennisgenomen van dit standpunt maar is van mening dat de vestiging van het islamitisch centrum past in een democratische en multiculturele samenleving. In onze samenleving is er sprake van godsdienstvrijheid. Het moskeebestuur is voor het gebruik van het islamitisch centrum gebonden aan nationale wet- en regelgeving. Net als ieder ander individu of organisatie aanspreekbaar op het in acht nemen van maatschappelijk geldende normen en waarden. De oproep tot gebed zal een grote bron Het akoestisch oproepen tot gebed blijft geen van irritatie voortbrengen onder de buiten beschouwing bij de toetsing Wet bewoners van het Haagwegkwartier. geluidhinder. In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt door de Milieudienst West Holland geadviseerd de zoneringsafstand in acht te nemen zoals deze wordt genoemd in de VNG uitgave “Bedrijven en milieuzonering”. Hieruit blijkt dat een afstand van 30 meter wenselijk is tussen moskee en woningen. Met deze afstand is in het plan rekening gehouden. Met ruimte voor ongeveer 500 gelovigen Ten aanzien van het parkeren bij het geen en slechts 49 tot 114 parkeerplaatsen zal islamitisch centrum is de CROW norm als er een parkeerprobleem ontstaan dat richtlijn gehanteerd. Het aantal benodigde voor grote overlast gaat zorgen in de parkeerplaatsen is berekend aan de hand omliggende wijken. van het aantal gebedsplaatsen. De voordelen voor een kleine groep gelovigen wegen niet op tegen de nadelen van de bevolking van Leiden. De verhouding is scheef.

In onze democratische samenleving worden afwegingen gemaakt waarbij ook minderheden aan bod komen. De groep gelovigen waarvoor het islamitisch centrum bedoeld is zijn een onderdeel van de Leidse bevolking. Het terrein kan beter gebruikt worden om Het islamitisch centrum wordt gevestigd op meer groen in de wijk te creëren, daar is een locatie waar al een bovenwijkse wel veel behoefte aan. voorziening met tevens een maatschappelijke bestemming gevestigd was. Op dit moment is de locatie ook geen

geen

geen

31

32/ 32/37




groene plek die door de bewoners van de omliggende buurten gebruikt wordt. Voor wat betreft het plangebied van het bestemmingsplan is op basis van het Groene Veldenplan van de gemeente Leiden en het Wijkontwikkelingsplan geconcludeerd dat dit deel van de sportvelden bebouwd kan worden. In het nieuwe plan wordt dit gecompenseerd door ter grootte van één sportveld het water en groen terug te brengen. In tegenstelling tot de sportvelden zal dit groen openbaar toegankelijk zijn. In het uiteindelijke inrichtingsplan zal het groene karakter van de wijk uitgangspunt zijn. L

L1

Zienwijze 19 Al 20 jaar lang ervaren de bewoners last van bovenwijkse voorzieningen in deze buurt. In jarenlang overleg met de gemeente is toegezegd dat deze problemen zouden worden opgelost als de sloop- en nieuwbouwplannen klaar waren in de buurt. Nu is de nieuwbouw bijna gereed en wordt geconstateerd dat er door volbouwen en het bestemmingsplan Haagwegkwartier Noordwest geen ruimte meer is om de afspraken na te komen. De problemen bestaan uit leefbaarheidsproblemen door bovenwijkse voorzieningen, het kappen van 1000 bomen met terugplantbelofte (waar nu geen ruimte meer voor is), de milieuvervuiling door verkeersdruk en een enorm parkeersprobleem door sluipparkeren en te weinig parkeerplekken per woning. Door het bestemmingsplan worden de problemen weer vergroot in plaats van opgelost. Eerder is een oplossing geboden door de moskee op een andere plek te bouwen bij de Telderskade, door het opknippen van het bestemmingsplan is deze oplossing niet meer mogelijk.

Het college van B en W is van mening dat de voorgestelde locatie voor deze ontwikkelingen de juiste is. Het Wijkontwikkelingsplan Leiden Zuidwest vormt de basis voor de plannen. De keuze voor deze ontwikkelingen op deze locatie is zorgvuldig afgewogen en vastgelegd in de gebiedsvisie Leiden Zuidwest. Deze is vastgesteld door de gemeenteraad in juli 2009. Ook in de Structuurvisie van de gemeente Leiden zijn deze ontwikkelingen opgenomen.

geen

In 2007 is, bij de nadere uitwerking van het stedenbouwkundig plan, besloten tot het verplaatsen van het islamitisch centrum naar de huidige voorgestelde locatie. In eerste instantie was deze gesitueerd in de zuidwestelijke hoek van het voormalige ROC-terrein. Mede op verzoek van de betrokken ontwikkelende partijen is deze verplaatsing tot stand gekomen. De belangrijkste reden voor de keuze van de huidige locatie is het voorkomen van verkeersonveilige situaties in de buurt als gevolg van de ontwikkeling, de verbeterde verkeersontsluiting van de ontwikkellocaties en de lagere verkeersintensiteit die dit tot gevolg heeft voor de wijk. Een ontsluiting op de Haagweg of de Churchilllaan is niet wenselijk evenals de optie de ontsluiting via de gehele wijk, door de woonbuurt te laten verlopen. De verkeersontsluiting is nu opgenomen vanaf de Haagweg, zodanig dat slechts een klein deel van de Ter Haarkade gebruikt hoeft te worden om bij het islamistisch centrum te komen. Bezoekers die met de auto komen hoeven niet meer de wijk door wat dus de verkeersveiligheid ten goede komt en eventuele overlast tot een

32

33/ 33/37




minimum beperkt. Daarnaast is met de huidige locatie de stedenbouwkundige inpasbaarheid verbeterd en is mogelijk gemaakt dat de locatie volledig in de eigen parkeerbehoefte zal kunnen voorzien. Onder het nieuw te realiseren centrum wordt een half verdiepte parkeergarage gerealiseerd en met het plein voor het centrum wordt een overloopcapaciteit gecreëerd. De buurt zal met deze oplossing dus niet geconfronteerd worden met extra parkeerdruk als gevolg van de realisatie van het islamitisch centrum. Bovenstaande is bekrachtigd bij het raadsbesluit (RV09.0071) van 8 juli 2009. Het college van B en W is van mening dat de nieuwe ontwikkelingen een positieve bijdrage zullen leveren aan de leefbaarheid van de wijk en de bestaande problemen niet zullen verergeren. De nieuwbouw zal in combinatie met veel groen gerealiseerd worden, in tegenstelling tot de huidige situatie zal het te realiseren groen wel openbaar toegankelijk zijn. De bovenwijkse voorzieningen worden weloverwogen in deze wijk gerealiseerd. Het islamitisch centrum wordt gerealiseerd op de locatie van het huidige ROC. Het ROC is reeds een bovenwijkse voorziening. In het nu nog vigerende bestemmingsplan heeft de ROC locatie reeds een maatschappelijke bestemming. Deze bestemming is eveneens opgenomen in het ontwerp bestemmingsplan. Als reactie op het voorontwerp bestemmingsplan boden de bewoners een buurtvisie aan met daarin een alternatieve locatie voor de moskee. Zoals reeds aangegeven in de reactie bij het voorontwerp bestemmingsplan is de huidige locatie goed afgewogen. De buurtvisie voldeed niet aan de vooraf opgestelde uitgangspunten en werd niet breed gedragen door de bewoners in de wijk. Het opknippen van het bestemmingsplan in de fase daarna staat los hiervan. Het islamitisch centrum dient ter vervanging van de oude moskee aan de Rembrandstraat. De gemeenschap die gebruik maakt van deze voorziening is voor een groot deel woonachtig in Leiden Zuidwest en de aangrenzende wijken. Er is bewust voor gekozen om deze voorziening in het bestaande voedingsgebied te bouwen

33

34/ 34/37




en dus op korte afstand van de bezoekers van het centrum. Dit maakt het centrum goed bereikbaar per fiets en voet. Zoals Het college van B en W is zich bewust van de hoge parkeerdruk in de wijk. Om deze druk niet te verergeren, moeten de nieuwe ontwikkelingen en dus ook het islamitisch centrum, voorzien in voldoende parkeerplaatsen. De inrichting van de locatie met het plein voor het gebouw en de ondergrondse parkeergarage, maken dat deze voorziening geen extra parkeerdruk op de omgeving zal verzorgen. De parkeergarage kan de reguliere parkeerbehoefte goed opvangen, op piekmomenten mag het centrum gebruik maken van het voorplein om daar de eventuele extra parkeerbehoefte op te vangen. De inspraakprocedure is een schijnprocedure, de grond is al verkocht. Het zou de gemeente sieren de afspraken na te komen en het bestemmingsplan Haagwegkwartier in de prullenbak te gooien. De afspraken die nagekomen moeten worden zijn een gezondheidscentrum met pinautomaat, een park met volwassen terug geplante bomen en parkeerruimte.

L2

Middels het geven van uw zienswijze kunt u geen uw reactie geven op de plannen. Uw reactie wordt betrokken bij de besluitvorming van het bestemmingsplan. Ook in eerdere fases van de plannen en binnen de procedure van het bestemmingsplan is de mogelijkheid geboden om reacties te geven, mondeling of schriftelijk. Deze hebben in dit geval geen aanleiding gegeven tot het niet realiseren van het islamitisch centrum. Ten aanzien van de genoemde afspraken wordt deels verwezen naar de voorgaande beantwoording. In het zuiden van het plangebied komt een dependance van het verpleeghuis Zuijdtwijck. Op de begane grond van dit gebouw zijn zorggerelateerde voorzieningen toegestaan die tevens als steunpunt voor de wijk kunnen dienen. De mogelijkheid van een pinautomaat en het terug planten van bomen wordt echter niet in een bestemmingsplan geregeld. Het bestemmingsplan Haagwegkwartier Noordwest maakt deze wensen echter, ook niet onmogelijk. Een pinautomaat zou wellicht in het verpleeghuis kunnen worden geplaatst. Er is toegezegd aan de bewoners dat er aandacht zal worden besteedt aan het groen in de wijk. Dit is opgenomen in de gebiedsvisie en het beeldkwaliteitplan. Hiervoor is ook een convenant met de buurt opgesteld. Inmiddels ligt het voorlopig ontwerp Herinrichting openbare ruimte Haagwegkwartier Noord in de inspraak. Voor wat betreft het plangebied van het

34

35/ 35/37




bestemmingsplan Haagwegkwartier is op basis van het Groene Veldenplan van de gemeente Leiden en het Wijkontwikkelingsplan geconcludeerd dat de helft van de sportvelden bebouwd kan worden. In dit nieuwe plan wordt dit gecompenseerd door ter grootte van één sportveld het water en groen terug te brengen. In tegenstelling tot de sportvelden zal dit groen openbaar toegankelijk zijn.

L3

Verder wordt aangesloten bij de zienswijze van de belangenvereniging Haagwegkwartier (zie nummer 3 )

Zie de beantwoording bij zienswijze nummer geen 3.

5. Ambtshalve wijzigingen Ambtshalve wijziging

Gevolgen voor het besluit

5.1

In de toelichting zijn redactionele wijzigingen opgenomen

geen

5.2

Toelichting pagina 53, verwijderen uit tekst “waarbinnen er voor elke woning minimaal 1 parkeerplaats beschikbaar is”

geen

6. Staat van wijzigingen 6.1 Verbeelding 1. De maatvoering ten aanzien van het appartementenblok op het wooneiland is aangepast. Met deze wijzigingen wordt een gebouwde parkeervoorziening op de begane grond mogelijk gemaakt. 2.

De kaveldiepte in de ‘oksels’ van de laagbouwwoningen is aangepast naar 10m conform de diepte van de overige woningen in hetzelfde blok.

3.

De diepte van de appartementen aan de Churchilllaan is op de verbeelding aangepast naar 18m.

6.2 Regels 1. Regels, hoofdstuk 1 in de begripsbepalingen wordt een definitie van ‘ondergeschikte detailhandel’ opgenomen 2.

Artikel 8.2.1 lid c: ter plaatse van de onderdoorgang op de begane grond mag tot 4m geen bebouwing worden opgericht

3.

Artikel 8.2.1. lid h: aanpassing van de regel dat indien er geen maximale bouwhoogte is aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘parkeergarage’ er een maximale bouwhoogte van 4m boven maaiveld is toegestaan

4.

Algemeen: In de regels zullen de termen ‘parkeerterrein’ en ‘parkeergarage’ in overeenstemming worden gebracht met de aanduidingen op de verbeelding

5.

Artikel 8.4.1 onder c: een afwijkingsmogelijkheid wordt toegevoegd ten aanzien van het bouwen

35

36/ 36/37

van een dakterras op andere bouwlagen dan het dak van de begane grond 6.

Artikel 8.2.1 onder l en 8.4.1 onder c worden verwijderd uit de regels, betreft een maximale hoogte voor balustrades

7.

Hoofdstuk 1: In het begrip onderdoorgang wordt de verkeersfunctie nader toegelicht zodat wel voetgangers gebruik kunnen maken hiervan

8.

Artikel 13.1 zal zodanig worden aangepast dat een afwijking alleen mogelijk is in overleg met de provincie

9.

Artikel 14, in de regels wordt opgenomen dat een afwijking van 10% is toegestaan mits dit niet in strijd is met de maximale bouwhoogte zoals opgenomen in artikel 13

6.3 Toelichting 1. In de toelichting op pagina 12 wordt aangegeven dat het aantal parkeerplaatsen bij het islamitisch centrum gebaseerd is op het aantal bezoekersplaatsen van het islamitisch centrum 2.

In de toelichting op pagina 32 zijn de afspraken weergegeven die met de provincie gemaakt zijn ten aanzien van het islamitisch centrum en de molenbiotoop

3.

In de toelichting, hoofdstuk 4.3 onder E is aangegeven waar de 15% compensatieregel is opgenomen In de toelichting hoofdstuk 4.9.3 onder E is de waterbalans aangepast In de toelichting hoofdstuk 4.9.3 onder E is aangegeven dat de gemeente in haar GRP streeft naar een doelmatige oplossing ten aanzien van scheiding van hemelwater en afvalwater in het plangebied In de toelichting hoofdstuk 4.9.2 en 4.9.3 zijn de floatlands als alternatief verwijderd uit de tekst evenals de onjuist opgenomen maatvoering voor steigers en vlonders Toelichting hoofdstuk 4.3. de paragraaf Externe Veiligheid is aangevuld met gegevens, onder andere van de brandweer Toelichting hoofdstuk 5.4.3, in de tekst is de hoogtemaat gewijzigd in 9 meter, dit was onjuist opgenomen in de toelichting en niet in overeenstemming met de verbeelding Toelichting pagina 53, in de tekst is duidelijker opgenomen dat parkeren op maaiveld is toegestaan in een gebouwde parkeervoorziening Toelichting hoofdstuk 4, de aspecten verkeer en parkeren zijn iets uitgebreider opgenomen Toelichting hoofdstuk 5.4.3, de mogelijkheid van een vestiging van een sociaal pension wordt uitgebreider beschreven Toelichting hoofdstuk 6, bij de economische uitvoerbaarheid wordt opgenomen dat de ontwikkelingen zijn opgenomen in het PRIL

4. 5.

6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.

36

37/ 37/37

Bijlage Ondertekenaars zienswijze 3, belangenvereniging Haagwegkwartier: M. Heijboer-Rotteveel J. van Weijden Brandt M. van Alphen Habraken M.J. Rijsbergen E. Rijsbergen G. Sloos L. Springer W. Geus Nagtegaal Mw. Geus Ton R.R.M. Groen W. van Alphen Mw. Mauburg Daan Mw. van de Berg Ravensbergen S. Hahn v As fam. Blok Ravensbergen fam. vd Pluijm Ravensbergen fam. Faas Ravensbergen M.M. Blikman Ravensbergen K. Zuijdtwijk W. Nagtegaal R. Waasdorp M. Bergman D. van de Weijden Zwanenburg D. van de Weijden jr. K. v Ettinger P. Ouwekerk Massaar

Ondertekenaars zienswijze 19, bewonersvereniging Haagwegkwartier: M. Walraven J. vd Weijden A. Habraken E.J. Sloos E. Rijsbergen M.J. Rijsbergen Brandt Mw Geus F. Springer W. Geus Piet R. Groen Ton Mw. Maaglang Wil S. Halm Daan mw vd Berg v. As Blok Therese vd Pluijm M. Ravensbergen T. Faas Ravensbergen M.M. Blikman W. Nagtegaal K. Zuijdwijk M. Bergman R. Waasdorp Pasman D. vd Weijden C. Swanenburg P. Ouwerkerk K. v Ettinger I. Massaar M. van Alphen

37

Zienswijzennota ontwerpbestemmingsplan Haagwegkwartier Noordwest

Recommend Documents