Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040 Vastgesteld door de deelraad Nieuw-West op 22 juni 2010
Zienswijze stadsdeel Nieuw-West op de Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040 en PlanMER Versie 22 juni 2010
Inleiding Dit is de volledige zienswijze van stadsdeel Nieuw-West zoals vastgesteld door de deelraad in de vergadering van 22 juni 2010. Het stadsdeel Nieuw-West heeft met belangstelling kennis genomen van de Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040 Economisch sterk en duurzaam en het PlanMER en maakt dan ook graag van de gelegenheid gebruik om in reactie hierop onze zienswijze kenbaar te maken. Vanuit Nieuw-West hebben de voormalige stadsdelen Geuzenveld-Slotermeer, Slotervaart en Osdorp het gehele traject van pijlernotitie en vertrekpuntennotitie tot het nu voorliggende definitieve ontwerp ambtelijk en bestuurlijk intensief gevolgd. De afzonderlijk stadsdelen hebben zowel mondeling als schriftelijk opmerkingen ingebracht in reactie op de structuurvisie van Amsterdam. Ondanks het intensieve overleg met de dienst Ruimtelijke Ordening zijn deze opmerkingen van de stadsdelen nog niet in de Ontwerp Structuurvisie verwerkt. Dit heeft tot gevolg dat wij genoodzaakt zijn een omvangrijke zienswijze bij u in te dienen, waarin naast mogelijke verschillen van inzicht ook de meer technische punten die nog niet in het voortraject zijn verwerkt zijn opgenomen. De voormalige stadsdelen van Nieuw-West hebben bij B&W een verzoek ingediend om de zienswijzentermijn voor de stadsdelen te verlengen van 19 mei tot 1 juli 2010. Dit was noodzakelijk, omdat met name voor de fusie stadsdelen er meer tijd nodig was afzonderlijke zienswijzen op elkaar af te stemmen en de na 3 mei 2010 gevormde nieuwe dagelijkse besturen en deelraden de gelegenheid hebben hun standpunt kenbaar te maken over de in te dienen zienswijze bij de gemeenteraad. Opbouw van de zienswijze In onze reactie volgen wij de hoofdstukindeling van de Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040, Economisch Sterk en Duurzaam. Bij 1a worden tevens opmerkingen gegeven op de structuurvisie als geheel. 1a. Visie 1b. De grote bewegingen 1c. Visie en beleid 2. Uitvoering naar stadsdelen en decennia 3. Instrumentarium Samenvatting PlanMER Leeswijzer In deze zienswijze worden op verschillende plaatsen tekstwijzigingsvoorstellen gedaan. Deze zijn omkaderd. De vetgedrukte tekst betreft voorstellen voor toevoegingen en de doorgehaalde tekst voorstellen tot schrappen in de tekst van de Ontwerp Structuurvisie.
Deel 1a. De Visie en algemene opmerkingen Erg veel nadruk in Structuurvisie op Amsterdam binnen de ring De Structuurvisie Amsterdam 2040 begeeft zich op een redelijk hoog abstractieniveau en heeft als motto Economisch Sterk en Duurzaam, waarbij Amsterdam zich nadrukkelijk presenteert als kernstad van de metropoolregio. Wij onderschrijven dit perspectief. Vanuit dit perspectief richt de - globale - blik zich voor een belangrijk deel op de ruimtelijke ontwikkelingen binnen de Ring A10, de ontwikkeling van nieuwe (transformatie)locaties en de vervoerrelaties met de metropolitane regio. Gezien vanuit het vogelvluchtperspectief van de Impressie Amsterdam 2040 lijkt het er op dat het stadsdeel Nieuw-West min of meer in de luwte van deze grootstedelijke ontwikkelingen ligt.
Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
2
Eigen identiteit en ontwikkelpotenties van Nieuw-West onvoldoende verbeeld Op dit moment wordt aanzienlijk geïnvesteerd in de stedelijke vernieuwing binnen de Westelijke Tuinsteden. Voorkomen moet worden dat de Westelijke Tuinsteden na de afronding van de stedelijke vernieuwingsoperatie buiten beeld raken. De grote stedelijke en sociale dynamiek gaat namelijk niet aan de Westelijke Tuinsteden voorbij. Ook deze processen zullen een plek moeten krijgen in de Structuurvisie. Zij hebben namelijk grote invloed op het functioneren van de metropolitane stad als geheel. Nieuw-West wordt op dat punt onvoldoende belicht. Voor Nieuw-West gaat het in het bijzonder om de gevolgen van de stedelijke vernieuwing en verdere veranderingen in de bevolkingssamenstelling. Het nieuwe stadsdeel Nieuw-West zal een uitgesproken eigen identiteit hebben, en deze komt eerst en vooral voort uit zijn bevolkingsopbouw en zijn typerende groene leefmilieus. Vanuit dit perspectief vinden wij het jammer dat in de Structuurvisie niet zo veel aandacht wordt besteed aan de potenties van het stadsdeel. In de woorden uit het Visiedeel gedijt het metropolitane karakter bij uitstek op een rijke voedingsbodem van diversiteit en afwisseling. Nieuw-West levert haar aandeel in deze diversiteit; schijnbare tegenstellingen van oud en nieuw, historie en moderniteit, groot- en kleinschalig, oud en jong en autochtoon en allochtoon. De strategische ligging ten opzichte van de Haven (Westpoort) en Schiphol biedt Nieuw-West ontwikkelingskansen en werkgelegenheidspotenties. Voor Nieuw-West staat naast gentrification en differentiatie van de woningvoorraad ook de emancipatie van de huidige bewoners van Nieuw-West hoog in het vaandel. Meer aandacht voor de stadsdelen buiten de Ring A10 past volgens ons ook naadloos in uw streven naar een duurzame en ongedeelde stad. In het Visiedeel wordt gesteld dat de Structuurvisie de zeven nieuwe stadsdelen richting meegeeft, bestaande uit een ruimtelijk programma. Voor Nieuw-West wordt ons deze richting vooralsnog niet geheel helder. De herkenbaarheid van het stadsdeel Nieuw-West binnen de kernstad Amsterdam komt in het visiedeel derhalve onvoldoende tot uitdrukking. De ontwikkelingspotentie van Nieuw-West is (deels) alleen in het uitvoeringsdeel beschreven, maar dient ook in het visiedeel worden benoemd. Hiertoe doen wij in deze reactie concrete tekstvoorstellen en voorstellen voor kaartwijzigingen. Daarbij gaat het voor het stadsdeel Nieuw-West om de volgende ontwikkelingen: 1. Verdichting in stedelijke leefmilieus 2. Aandacht voor kwaliteitsaspecten Tuinstadkarakter 3. Stedelijke Vernieuwing voltooien, ook na 2020 met corporaties en ontwikkelaars 4. Integrale ontwikkeling van de Sloterplas tot metropolitane plek 5. Kwaliteitsimpuls voor het regionale en interne openbaar vervoer 6. Mogelijke maken van een aansluiting van het metropolitane landschap Tuinen van West en de Bretten - Verminderen barrièrewerking Haarlemmerweg 7. De ontwikkelingsmogelijkheden voor sportparken nieuwe stijl 8. Versterken werkgelegenheid, stadstraten, functiemenging, maatschappelijke voorzieningen de ontwikkeling van Centrum Amsterdam Nieuw-West 9. Uitvoering a. Aanpassen faseringskaarten b. De ruimtelijke opgave in uitvoeringsdeel is niet compleet c. Verzoek tot aanpassen tekst over regiefunctie groen d. Tekst over stadsdeel NW aanpassen 10.Instrumentarium a. Juridische status: pleidooi voor planologische vrijheid én duidelijkheid b. Inhoud Toetsingskader HGS en status Aanvullende toetsingskaders HGS c. Aanpassing omvang HGS en Groentypen d. Reserveringen hoofdnetten De ruimtelijke opgave in uitvoeringsdeel niet compleet In het uitvoeringsdeel ontbreken naar onze mening nog diverse aspecten. Zo zijn er bijvoorbeeld wel ruimteclaims opgenomen voor economie, maar die betreffen slechts het programma voor kantoren en niet voor bedrijven. Ook voor maatschappelijk vastgoed (MIPSA) kunnen we in de Ontwerp Structuurvisie helaas geen ruimteclaims terugvinden. Tot slot ontbreekt in de tekst voor Nieuw-West de concrete opgave voor het metropolitane landschap (Tuinen van West, de Bretten en de Sloterplas). In de investeringstabel is groen wel meegenomen maar is vooralsnog onduidelijk welke groenprojecten hier onder vallen.
Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
3
Crisisbestendigheid De gemeente Amsterdam staat de komende jaren voor een omvangrijke ombuigingsoperatie. De hiermee gepaard gaande bezuinigingen zullen ongetwijfeld ook betrekking hebben op projecten en thema’s die in deze structuurvisie aan de orde komen. Op bladzijde 7 van de Ontwerp Structuurvisie is aangegeven dat het juist nu van belang is om ambitie te tonen, zodat we precies weten wat we willen zodra betere tijden aanbreken. Wij onderschrijven dit uitgangspunt volledig. De huidige omstandigheden kunnen er wel toe leiden dat de uitvoering van voorgenomen projecten over een langere periode uitgesmeerd moeten worden. Dit laatste is naar ons oordeel, ten aanzien van bijvoorbeeld de stedelijke vernieuwing, nog in onvoldoende mate doorvertaald in het uitvoeringsdeel. Juridische status en inhoud van de Structuurvisie onhelder Tijdens de overleggen met de dienst Ruimtelijke Ordening is toegezegd dat de stadsdelen in het toetsingskader vrijheid zal worden geboden en weinig juridisch zal worden vastgelegd. De Ontwerp Structuurvisie is nu onhelder over de juridische status. Wij vragen ons af welke toetsingskaders blijven gelden dan wel komen te vervallen. Welke onderdelen behoren daadwerkelijk tot het toetsingskader. Wij zijn van mening dat alleen de kernpunten van beleid die in het instrumentarium zijn opgenomen - zoals gesteld op pagina 223 - tot het toetsingskader behoren. Graag zien wij hier een uitputtend lijstje genoemd. Wij delen de mening niet zoals op pagina 217 wordt gesteld dat de visie en het uitvoeringsdeel ook tot het toetsingsdeel behoren. Wij zijn van mening dat dit alleen geldt wanneer deze ook zijn doorvertaald in kernpunten van beleid. In de structuurvisie wordt een groot aantal onderwerpen genoemd waarover nog nadere uitwerking moet plaatsvinden zoals onder andere genoemd de kantorenstrategie, hoogbouwvisie, watervisie, windvisie, ondergrondse ontwikkelingen en detailhandel. Het betreft hier belangrijke onderwerpen voor de ruimtelijke ontwikkeling. Wij betreuren het dat het nu voorliggende ontwerp nauwelijks beleidsinhoudelijke uitspraken doet over deze onderwerpen. Dit komt volgens ons de functie van de structuurvisie als ruimtelijk integratiekader niet ten goede. In verband met deze omissie in het beleidskader verzoeken wij voor de – los van de structuurvisie – nog op te stellen ruimtelijke visies, die onderdeel zullen uitmaken van het ruimtelijk toetsingskader in de structuurvisie, de stadsdelen in de gelegenheid te stellen hier op te reflecteren. Verder is er sprake van onvoldoende verankering van de stedelijke belangen ten opzichte van de provinciale belangen. Het gaat hier vooral om de Amsterdamse belangen voor bebouwing buiten het zgn. provinciale Bestaand bebouwd gebied (BBG) rondom de Sloterplas. De doorwerking van de visie in het instrumentarium is niet consistent Vooral ten aanzien van de Hoofdgroenstructuur wordt een spanning gezien tussen de ambities zoals die in het visiedeel worden verwoord en het feitelijke toetsingskader. Dit laatste biedt veel minder mogelijkheden tot ontwikkeling van de groengebieden ten behoeve van de recreatie dan in het visiedeel wordt beoogd. Maar ook de sportontwikkeling in Nieuw-West wordt niet op een stimulerende wijze doorvertaald in het toetsingskader Hoofdgroenstructuur. Het principe dat de stadsdelen binnen heldere beleidskaders de ruimte moeten krijgen eigen beleid te ontwikkelen wordt wel ondersteund, maar het toetsingskader is op onderdelen nog wel belemmerend. Bovendien lijkt er sprake van een tegenstrijdigheid tussen de Structuurvisie en het PlanMER. In de Structuurvisie wordt uitgegaan van verdere verdichting terwijl in het PlanMER wordt aangegeven dat er geen sprake is van verdere verdichting (geen toeneming aantal gehinderden)
Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
4
Opmerkingen op de Visiekaart (blz. 36-37)
Deel 1b. De grote bewegingen Hoofdstuk 3: Uitrol Centrumgebied Verdichting én behoud Tuinstadkarakter De Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040 richt zich vooral op de uitbreiding van de woning-voorraad door verdichting en het ontwikkelen van stedelijke woonmilieus (1). Daarnaast wordt het woonprogramma voor een belangrijk deel afgestemd op de wensen van de stedelijk georiënteerde kenniswerkers (2). Hoewel we dit streven voor de stad als geheel ondersteunen, menen wij dat de situatie voor het stadsdeel Nieuw-West hier op belangrijke onderdelen van afwijkt. Verdichting volgens de leefmilieus in herziening Richting Parkstad 2015 Op pagina 44 wordt gesproken over grote aantallen extra woningen die zullen worden gebouwd in wijken die nu nog als tuinstedelijk te boek staan. Het gaat om een serie locaties die net binnen of buiten de Ring-A10, ofwel de spoorzone– zijn gelegen. Het is goed dat de stadsdelen buiten de ring daarnaast - op pagina 20 - tevens als complementaire gebieden met eigen identiteiten zijn benoemd. Waarbij op pagina 104 ook is aangegeven dat de uiterste periferie van de stad zich leent voor suburbaan wonen. Voor alle duidelijkheid, Stadsdeel Nieuw-West hanteert het begrip spoorzone in deze zienswijze voor de strook tussen het Ringspoor en de A10-West, tenzij dit nadrukkelijk anders is vermeld. In de herziening ‘Richting ParkStad 2015’ (mede door de gemeenteraad in 2007 vastgesteld) is op de leefmilieukaart ParkStad het aantal leefmilieus teruggebracht van 10 naar 3. Bij de herziening ParkStad is tevens ingezet op meer grondgebonden leefmilieus omdat de verdichtingopgave binnen ParkStad als geheel meer Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
5
verdichting gerealiseerd leek te worden dan gewenst en er bezien vanuit de afzetbaarheid van de woningen meer behoefte bestond aan grondgebonden milieus. De nu geldende, herziene, leefmilieukaart ParkStad vormt thans het toetsingskader voor Stedelijke Vernieuwingsplannen. Omdat er in de Structuurvisie geen nieuwe kaart met woon/werk c.q. leefmilieus gepresenteerd wordt gaan wij er vanuit dat de thans geldende (herziene) leefmilieukaart ParkStad en de bijbehorende toename van de woningvoorraad van per saldo 9.000 tot 15.000 binnen de SVgebieden (volgens de Raamovereenkomst) en een toename van 13.600 tot 19.600 woningen in totaal binnen het gebied tot eind 2015 voor Nieuw-West gehandhaafd blijft. Per saldo verdichten is voor Nieuw-West een belangrijk uitgangspunt. Niet alleen vanwege de compacte stad gedachte en open houden van het landschap maar ook vanwege de kwaliteit van het voorzieningenniveau in Nieuw-West. De nu geldende leefmilieukaart sluit goed aan bij de wens uit de Ontwerp Structuurvisie tot verdichting in en rond de spoorzone. Daarnaast zijn er echter nog diverse verdichtinglocaties aangewezen binnen Nieuw-West. Het gaat hierbij om locaties binnen de stedelijke leefmilieus zoals bijvoorbeeld: Osdorp Centrum, het gebied Lelylaan, Plein ’40-’45, het Lambertus Zijlplein en de Noordoever van de Sloterplas. Verminderen barrièrewerking A10-West In de ontwerp-structuurvisie wordt vooralsnog geen verband gelegd tussen de aanleg van de Westrandweg en de gevolgen die dat zal hebben voor het gebruik van de A10 en de grootstedelijke ambities binnen de strook tussen de A10 en het Ringspoor. Wij zijn van mening dat het onverstandig is om hier nu al meer hoogbouw in te plannen dan daar op grond van bestaande afspraken (Parkstad) al gerealiseerd zal gaan worden, aangezien het verder inpakken van de A10 in hoogbouw de voor ons onwenselijke barrièrewerking van deze weg alleen maar zal versterken. Het stadsdeel Nieuw-West zal bij het opstellen van haar eigen stadsdeelstructuurvisie nader bezien hoe de barrièrewerking van de A10 kan worden verminderd en welke gevolgen dit zal hebben voor de wenselijkheid van meer hoogbouw in de strook tussen A10 en Ringspoor. Aandacht voor behoud kwaliteitsaspecten Tuinstadkarakter Verdichting op sommige plaatsen is ook nodig om verdunning ten behoeve van het behoud van het tuinstadkarakter in de grondgebonden en groenstedelijke milieus in de rest van het gebied mogelijk te maken. Ook het aanhouden van de welstandscriteria voor het Algemeen Uitbreidingsplan (AUP) van Cornelis van Eesteren, het vaststellen van waarderingskaarten voor geheel Nieuw-West alsmede het aanwijzen van naoorlogse monumenten kunnen een belangrijke rol spelen bij het handen en voeten geven aan de in laatste jaren opgetreden herwaardering van het cultureel erfgoed. Ook de Belvedèrestudie naar de “De toekomst van de groenstructuur van Parkstad” dient hierbij voor stadsdeel Nieuw-West als inspiratiebron. In de raamovereenkomst lijken de corporaties meer ruimte te hebben gekregen om de stedenbouwkundige verkaveling op de middenschaal te kunnen bepalen. De regie over de stedenbouw op dit niveau is daarmee voor een belangrijk deel verschoven van de overheid naar de woningcorporaties en is het lastig geworden voor de overheid om hier nog regie op te kunnen voeren. Het is de vraag of hierbij nog altijd voldoende aandacht is voor de essentiële kenmerken van de tuinstad op het niveau van de bouwblokken. Een belangrijk risico is dat bij de herontwikkeling van de grondgebonden milieus te veel bouwvolume wordt gerealiseerd waardoor essentiële kenmerken van de tuinstad verloren dreigen te gaan. Dit betreft onder andere de open verkaveling, de groene openbare hovenstructuur en de asymmetrische profielen van de wegen met aan één zijde groen. Vooral in delen van Slotermeer die niet tot beschermd stadsgezicht zijn aangewezen kan zich dit probleem voordoen. Het wensbeeld ten aanzien van de programmering is op dit moment nog niet volledig voor alle deelgebieden in uitwerkingsplannen vertaald en hiervoor zal in de komende tijd extra aandacht nodig zijn. Overigens betreft dit niet alleen gebieden die onder het primaat van de corporaties vallen maar ook gebieden waar het stadsdeel zelf het initiatief tot ontwikkeling zal nemen. De nadruk ligt door de operatie Parkstad in het eerste decennium, doorloop ervan tot in 2020-2030 is vanwege afzetmogelijkheden en de benodigde herhuisvesting niet onwaarschijnlijk. In 2010-2011 vindt door de centrale stad, het stadsdeel Nieuw-West en de woningcorporaties een evaluatie van zowel het ontwikkelingsplan Parkstad 2015 als de daarop gebaseerde Raamovereenkomst. Het behoud van het kwaliteitsaspect zal hierin ook moeten worden afgewogen.
Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
6
Tekstvoorstel, bladzijde 201 Primair gaat het in Nieuw-West om de volop in gang zijnde herstructurering die zeker het gehele decennium 20102020, en wellicht zelfs daarna, nog een forse inspanning zal vergen. Deze herstructurering heeft in de strook tussen de A10 en het spoor een sterke relatie met de uitrol van de binnenstad (verdichting). Ook buiten het ringspoor biedt de stedelijke vernieuwing mogelijkheden tot verdichting in de stedelijke leefmilieus van Nieuw-West maar daarnaast kan verdunning nodig zijn om behoud van de stedenbouwkundige identiteit van de Westelijke Tuinsteden (o.a. het Van Eesterenmuseum als gemeentelijk beschermd stadsgezicht) in de stedelijk grondgebonden en groenstedelijke leefmilieus te behouden. Belangrijke kenmerken van dit tuinstadkarakter zijn onder meer de open verkaveling, de hovenstructuur en de asymmetrische profielen van de wegen met aan één zijde groen.
Tekstvoorstel bladzijde 201 Programma het veranderingsprogramma voor de woningbouw omvat een toename van 13.600 tot 19.600 woningen tot 2015. De leefmilieukaart laat zien dat er onder meer in de A10-spoorzone sprake is van een stedelijk leefmilieu. Dit beeld is op dit moment nog niet volledig voor alle deelgebieden in uitwerkingsplannen vertaald en hiervoor zal in de komende tijd extra aandacht nodig zijn. Overigens betreft dit niet alleen gebieden die onder het primaat van de corporaties vallen maar ook gebieden waar het stadsdeel zelf het initiatief tot ontwikkeling zal nemen.
Figuur: de leefmilieus, zoals vastgestelde in de herziening van het Ontwikkelingsplan Richting Parkstad 2012 (vastgesteld 2007
Stadstraten Op bovenstaande kaart zijn ter indicatie de stadsstraten, zoals opgenomen in de Ontwerp Structuurvisie in het kader van de uitrol centrum toegevoegd, almede ons voorstel voor toevoeging op de kaart uitrol centrum en visiekaart van de Burgemeester de Vlugtlaan op pagina 45. Zie voor onze overige opmerkingen over stadstraten en pleinen en de ontmoetingsfunctie hoofdstuk 7. Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
7
Tekstvoorstel bladzijde 201 Samenwerking met de planontwikkelaars, waaronder de Amsterdamse corporaties is hier een belangrijke voorwaarde voor het doen slagen van de gewenste ingrepen. In de spoorzone kunnen voorzieningen worden ontwikkeld die aantrekkelijk zijn voor bewoners aan zowel de oost- als westzijde van deze gebieden, hiermee kan een brug worden geslagen tussen de gebieden binnen de Ring van Amsterdam Nieuw-West, waar de stedelijke vernieuwing reeds aan de gang is. Versterken maatschappelijke voorzieningenstructuur Wij onderschrijven het belang van de metropolitane ontwikkeling van Amsterdam als belangrijke motor van de Nederlandse economie en de koers die daarin Amsterdam met deze Structuurvisie kiest. En Amsterdam is in onze optiek ook meer dan het gebied binnen de Ring A10 als grootstedelijke kern van de metropoolregio. Amsterdam is ook de woon-, werk-, en leefomgeving van de inwoners van Nieuw-West. Een groen, divers en jong stadsdeel dat graag haar bijdrage levert aan de metropolitane ambities van de centrale stad, een stadsdeel met haar eigen ruimtelijke kansen en bedreigingen. In het visiedeel worden mooie woorden gesproken over de rol van de stadsdelen buiten de Ring en het tegengaan van een tweedeling, wij missen echter nog een concrete vertaling hiervan voor de gewenste ruimtelijke ontwikkeling binnen ons stadsdeel. De grootstedelijke ambities binnen de strook tussen de A10 en het spoor spelen zich af tot aan de rand van ons stadsdeel en zullen de nodige uitstralings- en verdringingseffecten in het stadsdeel hebben. De Structuurvisie zal ook een beeld moeten schetsen hoe om te gaan met deze verschuivingen die zich in de loop van de uitvoering van het ruimtelijk programma zullen voordoen. Het “uitrollen” van het centrummilieu naar onder andere de A10spoorzone heeft voor Nieuw-West interessante aspecten. Centrumvoorzieningen komen wel ineens op de stoep van de “groene wijken” te liggen. En vormen daarmee interessante aantrekkingskrachten, mits ze ook voor NieuwWest interessant zijn. Wat worden dat dus voor centrumvoorzieningen? Alleen maar kantoren, of ook stedelijke maatschappelijke voorzieningen? Daar moet in de Structuurvisie nu al meer richting gegeven worden: de spoorzone moet voorzieningen gaan huisvesten die ook voor Nieuw-West onderscheidend en nieuw zijn. Een mix van commercieel en maatschappelijk, cultureel en recreatief dus. Ook kan gedacht worden aan hoogwaardige onderwijsvoorzieningen zoals een TU of HBO in combinatie met werkleerplaatsen in bedrijven (campus). En wat wordt de precieze locatie ? Er liggen er binnen ons stadsdeel volop kansen voor een aanvullend aanbod aan maatschappelijke voorzieningen – en niet alleen net over de rand van het centrum in de spoorzone- maar ook op andere plekken zoals bijvoorbeeld aan pleinen en stadsstraten. Het gaat om de vraag waar deze stedelijke voorzieningen zo maximaal mogelijk kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van de bewoners van Nieuw-West. Metropolitane plek Sloterplas Op bladzijde 51 van de ontwerp structuurvisie wordt melding gemaakt van het project Sloterplas. Wij kunnen op hoofdlijnen instemmen met de thans voorliggende tekst met betrekking tot het ambitieniveau voor de Sloterplas en park. De passage over het zoekgebied voor de eventueel te verplaatsen kleinschalige sportcomplexen hoort naar ons oordeel niet thuis op het niveau van de structuurvisie. Tekstvoorstel bladzijde 51 Een van de meest omvangrijke groen- en waterprojecten is de Sloterplas en omgeving. Het heeft de potentie een grotere betekenis te hebben als één van de stedelijke park- en recreatiegebieden binnen Amsterdam. De ambitie bestaat uit de transformatie van de ‘naoorlogse nieuwbouwplas’ naar een attractieve en goed bezochte ‘stadsplas en -park’ met een goede waterkwaliteit, met een duidelijke betekenis voor de hele stad en Nieuw-West in het bijzonder. Dit alles onder de gezamenlijke noemer ‘levendigheid aan het water’. Indien daarbij kleinschalige sportcomplexen moeten worden vervangen door nieuwbouw dan moeten sportfuncties elders terug komen in Sloterplasgebied.
Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
8
e
Wij stellen voor om een deel van de zin bij de 2 bullet te schrappen. Voorts vinden we dat er bij de (vaar-) verbindingen te weinig aandacht is voor de relatie met het metropolitane landschap buiten de gemeentegrenzen. Vooral bij de bevaarbaarheid hangt het succes voor de Sloterplas af van een goede bereikbaarheid van met name het Hollandse plassengebied (zoals de Westeinderplassen, Brasemermeer Kagerplassen etc.). Tekstvoorstel bladzijde 51 Het doel is om de Sloterplas en omgeving onderdeel te laten zijn van het collectieve geheugen van de metropool. Daarbij moet de Sloterplas en -park steviger worden verweven met de omliggende buurten, zodat het gaat functioneren als het recreatieve centrum van Nieuw-West. Daarvoor is het nodig om: •
• • • • •
Een voldoende aantrekkelijke programma om van een metropolitane plek te kunnen spreken met toe te voegen recreatieve attracties en andere functies voor een breed publiek en grote reikwijdte. In de Integrale Beleidsvisie voor het gebied is voor elk van de vier oevers een specifiek profiel beschreven: Noordoever – stedelijk, cultuur en wonen; Oostoever – ontspannen en groen, Zuidoever – stedelijk, shopping en vermaak; Westoever – sport, leisure, adventure en groen De Sloterscheg en Westrand - Sloterplas en –park – Sportpark Ookmeer en Tuinen van West – definitief als voorwaardige volwaardige groen recreatieve zone te ontwikkelen., gelijkwaardig aan de Amstelscheg en de Amsterdamse Bosscheg Sloterplas en -park in samenhang te ontwikkelen met centrumontwikkeling Osdorpplein, De Sloterplas en -park middels fiets- en vaarroutes te koppelen aan de metropolitane kern, aan de andere delen van de Sloterscheg, aan de Brettenscheg, aan de Amsterdamse Bosscheg en via de Ringvaart Haarlemmermeer met de rest van de metropoolregio, De bereikbaarheid vanuit het metropolitane kerngebied met het openbaar vervoer verder te verbeteren, alsmede de parkeervoorzieningen voor auto’s, De Sloterplas en omgeving als schakel tussen stad en de groene scheggen rondom de stad, samen met de Amstelscheg en Nieuwe Meer, gelijk- waardig en complementair op te nemen.
Schrappen van de twee scenario’s voor de Noordoever Voor de noordoever van de Sloterplas worden in de structuurvisie Amsterdam twee varianten voorgelegd waaruit binnen het besluitvormingstraject van de structuurvisie een keuze gemaakt moet worden. Het is goed dat er twee varianten liggen, maar er zijn er nog meer denkbaar. En waarom zouden we voor de Noordoever een zo gedetailleerd uitwerkingsniveau in de structuurvisie opnemen, terwijl we dit voor andere metropolitane plekken ook niet doen ? De twee varianten komen voort uit een scenariostudie die in opdracht van Stadgenoot/Far West en onszelf in augustus 2009 is uitgevoerd door West 8. Op het niveau van de structuurvisie zijn de varianten echter te gedetailleerd en geven ze onvoldoende aan wat de bepalende keuzen zijn voor het gebied. Voordat op het niveau van de varianten een goed onderbouwde keuze kan worden gemaakt, is ook nader onderzoek gewenst naar onder andere de verkeersafwikkeling en de financiële haalbaarheid van de varianten. Het nu al maken van een keuze tussen beide scenario’s gaat ons derhalve te snel. We zien de scenario’s eerder als een verzameling van bruikbare elementen die nog nader uitgewerkt moeten worden. Het belangrijkste voor de Sloterplas op dit moment is ons inziens de geformuleerde ambitie, zoals deze ook is vastgelegd in onze gezamenlijke “ambitienota Sloterplas”. De nadere uitwerking voor de noordoever, maar ook voor de andere oevers van de Sloterplas, kan dan uitgevoerd worden door het nieuwe stadsdeel Nieuw-West, waarbij de centrale stad natuurlijk samenwerkingspartner is. Tekstvoorstel bladzijde 52, 53 Graag zien we de tekst en kaarten over de scenario’s voor de Noordoever van de Sloterplas vervangen door onderstaande tekst zoals opgenomen in het coalitieakkoord Nieuw-West 2010-2014. Visie op de Sloterplas: de Sloterplas is van ons allemaal. Op basis van de bestuurlijke ambitienota van het Sloterplasoverleg organiseert het stadsdeel een Sloterplasconferentie om met de bewoners, ondernemers en deskundigen de bestaande visies op het Sloterparkgebied te integreren. Als randvoorwaarde geldt dat geen van de oevers stedelijk bebouwd wordt. We zien wel mogelijkheden voor evenementen in bijvoorbeeld een openluchttheater en horeca op de noord- en op de zuidoever.
Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
9
Tevens stellen wij voor een kaart van het Sloterplasgebied als geheel op te nemen waarin voor de verschillende uitwerkingsgebieden de ruimtelijke kaders kunnen worden opgenomen.
Kwalitatief hoogwaardig openbaar vervoer als drager voor ontwikkelingen Sloterplasgebied Het vernieuwde Sloterplasgebied zal een grotere aantrekkingskracht uitoefen op de wijde omgeving. Dit houdt in dat het gebied beter ontsloten moeten worden. Bij het verbeteren van de bereikbaarheid van de Sloterplas door het openbaar vervoer spelen het doortrekken van de tramverbinding over de Allendelaan en de metro Jan van Galenstraat/Sloterplas een belangrijke rol. Voorgesteld wordt om de huidige metrohalte aan de Jan van Galenstraat zodanig aan te passen (realiseren uitgang aan de zuidzijde van het perron) dat een directere relatie ontstaat met de Sloterplas. Tekstvoorstel bladzijde 64 Het is dan ook zaak om zoveel mogelijk voort te bouwen op bestaande of in aanleg zijnde OV-lijnen. Kansen hiervoor zijn er bij de eindpunten van de Gaasperplaslijn en de Geinlijn in Zuidoost, bij de toekomstige eindpunten van de Noord/Zuidlijn/Amstelveenlijn, maar ook bij ringlijnhaltes als de RAI (Amstelpark), Amstelveenseweg (Amsterdamse Bos en Nieuwe Meer). Bij de Sloterplas kan de bereikbaarheid door het openbaar vervoer vergroot worden door het doortrekken van een tramlijn over de Allendelaan naar het Osdorpplein en de aanpassing van de entree van metrohalte Jan van Galenstraat. Voor de Brettenscheg Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
10
kan een busverbinding door de Burgemeester de Fockstraat naar Sloterdijk de bereikbaarheid vergroten, terwijl voor de Tuinen van West een extra rondje rondom Toppark de Eendracht uitkomst biedt. Ook het eventuele NS station bij Halfweg kan een extra mogelijkheid vormen voor de ontsluiting van de Tuinen van West.
Hoofdstuk 4: Verweving van de stad en het metropolitane landschap
Tuinen van West en Bretten als derde beweging voor de ontwikkeling van het metropolitane landschap Nieuw-West kent een drietal groene scheggen. Het noordelijk deel van de Bosscheg, met name Nieuwe Meer en Oeverlanden-Noord, de Brettenscheg en de Sloterscheg (Sloterpark en Tuinen van West). Deze laatste twee (voor wat betreft de Brettenscheg voor zover gelegen tussen Halfweg tot Sloterdijk) gezamenlijk ook k wel aangeduid als de Westrand. Met de ontwikkeling van metropolitane groen- en recreatiegebieden zoals het Sloterpark, de Tuinen van West en De Bretten laten we zien dat we een kwalitatief hoogwaardige bijdrage kunnen en willen leveren aan de ambities van de stad. We kunnen op hoofdlijnen instemmen met de nu voorliggende tekst op bladzijde 60 van de Ontwerp Structuurvisie. Wij missen nog de kans om het metropolitane landschap beter op elkaar te laten aansluiten alsmede het versterken van de ecologische verbindingen. Daarnaast is de naam van het project Radiaal West gewijzigd in de Bretten. Daarom het verzoek dit in onderstaande tekst te vervangen. Ten aanzien van de afwaardering van de Haarlemmerweg hebben wij voor een voorstel voor aanpassing van een eerder voorgestelde tekstwijziging die tot nog toe niet is overgenomen. Mogelijke maken van een aansluiting van het metropolitane landschap Tuinen van West en de Bretten Verminderen barrièrewerking Haarlemmerweg Stadsdeel Nieuw-West vindt het van groot belang dat het metropolitane landschap van de Tuinen van West en de Bretten onderling beter op elkaar aansluiten. Voor een goede ontwikkeling op korte termijn van de Tuinen van West is het realiseren van een directe afslag van de N200 van vitaal belang (zoals mede door de gemeenteraad is vastgesteld in het PvE voor de Tuinen van West). De ontwikkeling van De Bretten, van waar uit een versmalling van de Haarlemmerweg aan de noordzijde tot groene stadslaan wordt voorgesteld en het bevaarbaar maken van de Haarlemmervaart mogelijk wordt gemaakt vermindert de barrièrewerking en maakt goede noord-zuid verbindingen mogelijk. Hiermee wordt de ontsluiting van voor ons stadsdeel belangrijke werk- en recreatiegebieden verbeterd. Deze afwaardering van de Haarlemmerweg na ingebruikneming van de Westrandweg in 2012 draagt - naast de verbetering van de beleving van de kwaliteit van de openbare ruimte en het metropolitane landschap - tevens bij aan de verbetering van het leefklimaat (geluid en luchtkwaliteit) van de aangrenzende woongebieden. Afwaardering maakt de verdere ontwikkeling van het stadsdeel met de mogelijkheid tot verdichting aan zuidzijde van de Haarlemmerweg op de lange termijn mogelijk. Wij stellen daarom voor om in de Structuurvisie op te nemen een verkeers- en vervoerplan op te stellen voor Nieuw-West om de effecten van een afwaardering van de Haarlemmerweg in kaart te brengen. Dit onderzoek moet inzicht geven in de vraag hoe belangrijk de Haarlemmerweg is voor de ontsluiting van het centrum, maar ook welke rol de weg speelt in de verkeerscirculatie van Nieuw-West. Tekstvoorstel bladzijde 60 Met de inrichting van de Brettenzone, de Tuinen van West en de herinrichting van het gebied om de Sloterplas zijn de recreatiemogelijkheden van de Westrand veel dichter bij Amsterdam komen te liggen. De scheggen dringen hier tot aan het Westerpark en de Sloterplas door in de stad. De verschillende delen van de Westrand hebben elk hun eigen betekenis voor de stad. De Brettenscheg maakt onderdeel uit van de De Bretten en richt zich op de gradiënt cultuur-natuur, waar bij het Westerpark de nadruk meer ligt op cultuur en bij Geuzenveld meer op natuur. Uitgangspunt voor de versterking van De Bretten is het verbeteren van de oost-west wandel- en fiets- en vaarverbindingen de stad in en uit. Verder bestaat de wens tot het bevaarbaar maken van de Haarlemmervaart en de koppeling aan de Sloterscheg. Door vermindering van de barrièrewerking van de Haarlemmerweg kunnen er ook noordzuidverbindingen over de Haarlemmerweg gerealiseerd worden en kan vanuit de aanliggende stadsdelen beter gebruik gemaakt worden van dit unieke gebied. Wij stellen daarom voor om in de Structuurvisie op te nemen een verkeers- en vervoerplan op te stellen voor Nieuw-West om de effecten van een afwaardering van de Haarlemmerweg in kaart te brengen. Betere noord-zuidverbindingen over de Haarlemmerweg verbeteren de bereikbaarheid vanuit de aanliggende stadsdeel en de bereikbaarheid tussen deze woongebieden en de haven en Teleport. Tot slot is het niet alleen van belang dat de recreatieve Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
11
verbindingen worden verbeterd, maar ook de ecologische verbindingen tussen en binnen de scheggen worden versterkt. Tot slot verzoeken wij u de 1e alinea op pagina 61 volledig te schrappen. Het stuk heeft een negatieve toonzetting e (1 zin over weinig beleving in Tuinen van West) en de opmerking dat Haarlem het meest belangrijke gebied voor de Amsterdammer is doet geen recht aan de waarden van de Westrand en Brettenscheg. Verder wordt alleen bij deze scheggen een doorkijkje gegeven naar buiten de gemeentegrenzen en kan deze beschrijving verwarring oproepen met het gebied binnen de gemeentegrenzen waar we nu juist van hebben beschreven dergelijke grootschalige voorzieningen niet te willen. We verzoeken daarom nogmaals de passage volledig te schrappen. Tekstvoorstel bladzijde 60 De Westrand wordt verder gedomineerd door grote droogmakerijen. Door hun grootschaligheid beiden ze weinig beleving, maar wel veel ruimte. De evenemententerreinen van Dance Valley en Mystery Land illustreren de mogelijkheden van Westrand. Het historische landschap rondom de Spaarne is vanuit Amsterdam slecht bereikbaar. Verbetering van de bereikbaarheid is mogelijk via het Noordzeekanaal en via de Brettenzone. De mogelijkheden voor exploitatie zullen afhangen van gelijktijdige gebiedsontwikkeling. Een totaal plan is nodig, maar nog niet in ontwikkeling. Het meest belangrijke gebied voor Amsterdammers begint echter pas achter de agglomeratie Haarlem, en is daarmee vooral een auto- en openbaar vevoersbestemming. Het gaat om de duinen – bijvoorbeeld de Waterleidingduinen, het hoogst gewaardeerde metropolitane landschap onder Amsterdammers en de zeereep. Beiden laten een sterke groei in gebruik zien. Verkeersdrukte is een vervelend neveneffect hiervan. Voor verbetering van de bereikbaarheid van de kust en verbetering van het gebruik zijn nog geen recepten voorhanden. Er zijn wel hoge potenties. De kuststrook lijkt bijzonder geschikt voor verdere ontwikkeling van de wellnessector. Geen strand afficheert zich nog met het wereldmerk Amsterdam. De fietsroute vanuit Amsterdam west naar de kust zullen een drastische verbetering in de beleving moeten ondergaan voordat ze op enige schaal gebruikt zullen gaan worden. Toevoegen: Ook de recreatieve oost-westverbindingen vanuit de Westrand zoals van de haven naar Zaandam of van de Dam via de Bretten naar de duinen zijn voor de Amsterdammers belangrijke te verbeteren recreatieve verbindingen. Gezien het belang dat in de Structuurvisie wordt gehecht aan de ontwikkeling van het metropolitane landschap, en het aantal grotere projecten op dit vlak binnen Nieuw-West (Sloterpark en het hierin gelegen Toppark Ookmeer, Tuinen van West en het hierin gelegen Toppark de Eendracht in oprichting en De Bretten), lijkt het ons gepast dit ook in de stadsdeelspecifieke paragraaf over Nieuw-West van het Uitvoeringsdeel tot uitdrukking te brengen.
Tekstvoorstel, bladzijde 201 De ontwikkeling van Nieuw-West draagt bij aan twee drie bewegingen. Ten eerste draagt Nieuw-West bij draagt aan de ambitie tot de uitrol van de binnenstad. Ten tweede is er een relatie met de ontwikkeling van de luchthaven en de zogenaamde airportcorridor tussen de luchthaven en de Zuidas als onderdeel van de internationalisering van de Zuidflank. Ten derde speelt Nieuw-West een prominente rol bij de ontwikkeling van het metropolitane landschap.
Tekstvoorstel bladzijde 202 Ook de verbetering van de recreatieve mogelijkheden om de Sloterplas, het ontwikkelen van functies op de Noordkop en het toevoegen van functies bij het Osdorpplein dragen aan beide ontwikkelingsrichtingen bij. Daarnaast draagt de ontwikkeling van de Tuinen van West en de Bretten, als derde beweging bij aan de versterking van het metropolitane landschap.
Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
12
Koppen van de scheggen De teksten die verwijzen naar ontwikkelingen met betrekking tot Olympische Spelen in het gebied van het Sportpark Sloten dienen uit de ontwerp-structuurvisie te worden geschrapt. Het gaat hierbij om het tekstgedeelte onder het vetgedrukte kopje Kop van de Schinkelscheg op pagina 62 van de ontwerp-structuurvisie, waarbij de eerste alinea tot aan het witte gedeelte geschrapt dient te worden, zodat de tekst begint met: “De sportas verknoopt ….etcetera”. Tekstwijzigingsvoorstel bladzijde 62 Kop van de Schinkelscheg Noordoever Nieuwe meer en de Sportas is nu een rommelige stadsrand met veel groen, niet landschappelijk ingericht voor stedelijk recreatief gebruik en dat terwijl juist deze mini of meer vergeten plek hiervoor enorme kansen biedt. Aan de noordzijde ligt een grote infrabundel met spoor en snelweg. Door de gebieden aan de noordzijde flink te verdichten ten behoeve van creatieve industrie en studentenhuisvesting en een statige stedelijke sportwijk ‘Sloten Zuid’ ontstaat er een mooie stadsrand aan de Nieuwe meer. Het gebied ten zuiden van de infrabundel kan het recreatieve uitloopgebied van deze nieuwe stadsrand worden met recreatieve functies en sportaccommodaties voor de hele stad. Indien de nieuwe stadsrand voldoende ruimtelijk programma krijgt kan het gebied een halte van de RER lijn tussen Schiphol en Almere krijgen.
Opnemen kaarten Lekker Wandelen en Fietsen in de Structuurvisie In de vakgroep Groenbeleid van 10 maart is voorgesteld om de kaart LWF te actualiseren en in het visiedeel van de structuurvisie op te nemen, alsmede de projecten in het uitvoeringsdeel te benoemen en fouten in het uitvoeringsdeel t.a.v. de recreatieve verbindingen te corrigeren. Pagina 63: Verbindende fietsroutes LWF: De hoofdlijn van onze reactie op de kaart Lekker Wandelen en Fietsen (LWF) is hieronder weegegeven. Op de eerder separaat ontvangen concept-kaart LWF update fietsen wordt aangegeven dat de brug naar de Brettenzone al in uitvoering is. Dit is niet het geval, hiervoor is nog geen financiële dekking aanwezig. Maar ook voor andere projecten kloppen zowel de kaart wandelen als fietsen nog niet helemaal. Voor zowel de wandel- als de fietskaart heeft het stadsdeel Nieuw-West daarom opnieuw op kaart aangegeven, wat reeds bestaat, wat in planvorming/uitvoering is en waarvan de dekking dus geregeld is en wat nog gewenst is te realiseren maar waarvoor geen dekking voorhanden is. Wij stellen voor deze input alsnog in de LWF kaarten op te nemen omdat de LWF kaart een investeringskaart is en deze kaart in de structuurvisie op te nemen. Wij verzoeken om een aanvulling op de wandelkaart voor het gebouwde gebied. Dit betreft een volledig nieuwe noord-zuid wandelroute door de nieuw aan te leggen Eliasparkstrook in het vernieuwingsplangebied Slotermeer zuid, deze loopt vanaf het haventje aan de Noordoever van de Sloterplas via het Meerwaldtplantsoen in het Van Eesterenmuseum (beschermd stadsgezicht in Slotermeer) tot aan de Brettenzone. Deze nieuwe route is ook opgenomen in het Belvedèrerapport over de ‘Toekomst van de groenstructuur van ParkStad’, opgesteld door Yttje Feddes. Deze groene ‘belevingsroute’ door het bebouwde gebied was eerder voorgedragen als nieuw toe te voegen aan de HGS (als wijkpark) maar als te kleinschalig aangemerkt. Wij stellen tenminste voor deze doorgaande noord-zuid wandelroute voor de LWF kaart te zetten. Voor een volledig overzicht van de projecten, zie deel 1, hoofdstuk 3.2.
Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
13
Wijziging kaarten “Lekker Wandelen en Fietsen” en Faseringskaart 2010-2020 Wij verzoeken u de noord-zuid wandelroute door de nieuw aan te leggen Eliasparkstrook, en de regionale recreatieve noord-zuid wandel en fietsroute met inbegrip van de brug van de Tuinen van West naar de Brettenzone en de overige door het stadsdeel aangegeven wijzigingen op de kaarten “Lekker Wandelen en Fietsen” op te nemen en deze kaarten op te nemen in het visiedeel en de projecten in het uitvoeringsdeel van de structuurvisie.
Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
14
Verder wordt verzocht een aantal routes te schrappen op de fietskaart, deze zijn op de kaart met een kruisje aangegeven. Ook worden sommige reeds bestaande verbindingen op de kaart gemist (nr. 6 en nr. 7). De concrete projecten binnen deze routes zien wij met het oog op de investeringsagenda graag terug op de faseringskaart 2010-2020 alsmede in de tabellen op pagina 270 en 271. Bij fietsen o.a.: •
Brug van de Tuinen van West naar de Brettenzone als ontbrekende schakel in een recreatieve regionale noord-zuid verbinding door de Tuinen van West via een brug over de Ringvaart naar de Haarlemmermeer (korte termijn, d.w.z. voor 2020)
Bij Wandelen o.a. (tabel ontbreekt nu nog volledig): •
Noord-zuid wandelroute als onderdeel van de nieuw aan te leggen Eliasparkstrook van het haventje van de Sloterplas aan de Noordoever via het Meerwaldtplantsoen naar de Brettenzone (korte termijn d.w.z. voor 2020).
Parkstadafslag geschrapt Verder zijn wij verheugd dat de afslag Parkstad van de Westrandweg, zoals eerder per brief toegezegd door Maarten van Poelgeest, niet meer in de ontwerp structuurvisie is opgenomen. De noodzaak tot aanleg van de Parkstadafslag is, met een aansluiting van een verbrede T106 op, een verlegde A9 niet meer aanwezig. Een verdere versnippering van de Tuinen van West als groen recreatiegebied wordt hiermee voorkomen. Op pagina 64 wordt gesproken over de OV ontsluiting van de groene scheggen. Hier kunnen nog aan toegevoegd worden het doortrekken van een tramlijn over de Allendelaan voor een betere ontsluiting van het Sloterpark en een busverbinding door de Burgemeester de Fockstraat naar Sloterdijk t.b.v. de Brettenscheg. Verder zijn gewenst een extra rondje van een reguliere buslijn door de Tuinen van West (rondom Toppark de Eendracht). In dit verband kan ook het belang van een eventueel NS station bij Halfweg genoemd worden. Deze halte kan een extra mogelijkheid vormen voor de ontsluiting van de Tuinen van West. Tekstvoorstel bladzijde 64 Het is dan ook zaak om zoveel mogelijk voort te bouwen op bestaande of in aanleg zijnde OV-lijnen. Kansen hiervoor zijn er bij de eindpunten van de Gaasperplaslijn en de Geinlijn in Zuidoost, bij de toekomstige eindpunten van de Noord/Zuidlijn/Amstelveenlijn, maar ook bij ringlijnhaltes als de RAI (Amstelpark), Amstelveenseweg (Amsterdamse Bos en Nieuwe Meer). Bij de Sloterplas kan de bereikbaarheid door het openbaar vervoer vergroot worden door het doortrekken van tramlijn over de Allendelaan en bijvoorbeeld de aanpassing van de metrohalte Jan van Galenstraat. Voor de Brettenscheg kan een busverbinding door de Burgemeester de Fockstraat naar Sloterdijk de bereikbaarheid vergroten, terwijl voor de Tuinen van West een extra rondje van een reguliere buslijn uitkomst biedt. Ook het NS station bij Halfweg kan een extra mogelijkheid vormen voor de ontsluiting van de Tuinen van West.
Kaartwijzigingsvoorstel visiekaart en kaart Metropolitaan landschap In reactie op de kaar Metropolitaan landschap (blz. 57 Oeverlanden Nieuwe Meer) staat het sterretje ‘recreatief ‘ programma’ op de verkeerde plek. Dit zou zich in het verlengde van de Anderlechtlaan moeten bevinden. Overigens zijn wij van mening dat hier ook horeca bij hoort. Op de punt van de landtong hoort ook een dergelijk sterretje. Relatie met de hoofdgroenstructuur dient helder te worden gemaakt. Verder graag het OV Knooppunt Lelylaan op de kaart Metropolitane landschap toevoegen.
Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
15
Hoofdstuk 5: het Waterfront Geen opmerkingen
Hoofdstuk 6: Zuidflank Kaartwijzigingsvoorstel visiekaart en faseringskaarten In het gebied van de Zuidflank wordt op de visiekaart en uitvoeringskaarten het Toppark Sloten aangegeven als wonen-werken. Dit komt niet overeen met wat aangegeven is op de kaarten Hoofdgroenstructuur. Wij zijn van mening dat het sportpark moet blijven. (blz. 37) Kaartwijzigingsvoorstellen - Op de kaart staat het gebied IBM-Riekerhaven aangegeven als werken-wonen. Wonen is hier, gezien de geluidsproblemen, zeer problematisch. Momenteel zijn er plannen in voorbereiding met werken en sport. (blz. 43) - blz. 89+91: zie opmerking over blz. 57 en 37. Scenario’s Nieuwe Meer: ook hier aandacht besteden aan de ecologische hoofdstructuur. Wij stellen voor de ecologische kaart die in het PlanMER staat onderdeel te maken van de visie. De provincie (de Groene As) heeft de provinciale ecologische hoofdstructuur nog in onderzoek i.v.m. bypass. Provincie heeft er voor gekozen voorlopig de bestaande groene lijn van de PES te handhaven en op het moment dat de bypass Groene As is vastgesteld dit in de provinciale structuurvisie op te nemen. - blz. 65 en 95: Bij het Nieuwe Meer staat nog een restantje Olympische Spelen. (stadion tekentje) In de hoofdstukken over de Olympische spelen is daarover niets meer terug te vinden. Graag verwijderen.
Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
16
- blz. 67+87: Langs de gehele oever van het Nieuwe Meer worden op de kaart economische ontwikkelingen gesuggereerd. Dit is achterhaald, dus graag verwijderen van de kaart.
Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
17
deel 2 Visie en beleid Hoofdstuk 7: Wonen en werken in Amsterdam 7.1 Wonen in Amsterdam Bijdrage woningbouwopgave binnen Parkstad leefmilieus Een substantieel deel van de Amsterdamse opgave van 70.000 woningen is toegerekend aan de opgave voor het gebied van het stadsdeel Nieuw-West. Voor het woonprogramma gaat het stadsdeel Nieuw-West uit van de veranderingsopgave die is afgesproken in de herziening Richting Parkstad 2015 en toevoeging van het aantal woningen in de vernieuwingsgebieden volgens de Raamovereenkomst Integrale Gebiedsontwikkeling Parkstad. Deze opgave zal in 2010-2011 worden geëvalueerd. Tabel met Veranderingsprogramma volgens herziening ontwikkelingsplan Richting Parkstad 2015 en de Raamovereenkomst Integrale Gebiedsontwikkeling Parkstad
Kwaliteit van gedifferentieerde woningbouwprogramma Binnen de Parkstad leefmilieus kan Nieuw-West zowel haar steentje bijdragen aan de verwezenlijking van vastgestelde verdichtingsopgave als aan “de juiste woning op de juiste plek” door het creëren van aantrekkelijke stedelijke als suburbane leefmilieus. Het woonbeleid heeft betrekking op de bouw van woningen, een gegarandeerd aanbod van betaalbare woningen en meer woningen voor middeninkomens. Voor Nieuw-West wordt uitgegaan van 45 % sociale huur en 55 % duurdere huur en koopwoningen. Belangrijke doelgroepen binnen Nieuw-West zijn: studenten, jongeren, grote gezinnen en ouderen. Het woonprogramma moet voldoende kwaliteit hebben om zijn bevolking niet kwijt te raken aan andere suburbane gebieden in de regio met eengezinswoningen in een groene omgeving (lees: Almere, Purmerend, Zaanstad, Haarlemmermeer). Creëren van Integrale leefmilieus De gedifferentieerde leefmilieus bestaan niet alleen uit woningen, maar willen wij ook andere functies bevorderen, zoals het stimuleren van economische functies en het realiseren van maatschappelijke voorzieningen. Ook functiemenging in de tijd vinden wij hierbij van groot belang voor de levendigheid. Door functiemenging wordt meerwaarde voor wijkbewoners en -gebruikers gecreëerd. Er ontstaat een levendige en leefbare wijk met de gewenste stedelijke dynamiek. Dit moet vooral neerdalen in de stedelijke leefmilieus (zoals Lelylaan, Spoorzone en Centrum Nieuw-West) waar de dynamiek zich concentreert, die goed bereikbaar zijn en waar bijzondere functies zich kunnen concentreren met een mix van cultuur, economie of nieuwe woonvormen. Het stadsdeel is dan ook blij met de insteek die vanuit het locatiebeleid is gekozen. Hier wordt verderop in onze reactie nader op ingegaan.
Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
18
Tekstvoorstel 201 Voor economische ontwikkeling in Nieuw-West zijn er locaties voor stadsverzorgende bedrijven en grootschalige bedrijventerreinen. In de stadsstraten kunnen wonen en werken worden gemengd. Maar ook elders kan functiemenging bijdragen aan de versterking van het stedelijk karakter van Nieuw-West.
7.2 Voorzieningen in Amsterdam Koppelen van ontwikkeling voorzieningen aan ruimtelijke randvoorwaarden De beschreven condities voor de ontwikkeling van voorzieningen in Amsterdam kunnen wij onderschrijven. Aansluitend op het thema “dienstbaar” missen wij de conditie “de operationalisering van het begrip menselijke maat” (nabijheid) zoals op bladzijde 23 van de structuurvisie wordt genoemd. Spreiding, nabijheid en bereikbaarheid van sociaal-maatschappelijke voorzieningen is naar ons oordeel van groot belang voor de evenwichtige sociaal-economische ontwikkeling van een ongedeelde stad. Op bladzijde 45 wordt binnen de stadsstraten wel aandacht geschonken aan commerciële voorzieningen (winkels, horeca), maar wordt geen aandacht besteed aan de rol van maatschappelijke voorzieningen daarbinnen. Maatschappelijke voorzieningen (met baliefunctie) nemen naar ons oordeel een volwaardige plaats in binnen de aantrekkelijke functiemix die binnen de stadsstraten wordt nagestreefd. Benutten van locaties in Nieuw-West voor stedelijke maatschappelijke voorzieningen Op blz. 106 is aandacht voor het bieden van vestiginglocaties voor internationaal onderwijs in het belang van het vestigingsklimaat van internationale bedrijven. Wij missen aandacht voor plek en functie die maatschappelijk vastgoed binnen locaties in Nieuw-West zou kunnen spelen. Tekstvoorstel bladzijde 45 Om het voorzieningenniveau te verruimen en te diversifiëren is in een aantal gevallen bestemmingswijziging nodig, met name in de plint. In een aantal gevallen zal het om omzetting van de woonbestemming gaan richting winkel- of horecabestemming. Ook maatschappelijke voorzieningen die de nodige reuring op straat opleveren kunnen binnen stadsstraten een belangrijke rol vervullen.
Tekstvoorstel bladzijde 201 Voor economische ontwikkeling in Nieuw-West zijn er locaties voor stadsverzorgende bedrijven en grootschalige bedrijventerreinen. In de stadsstraten kunnen wonen en werken worden gemengd. Ook maatschappelijke voorzieningen met een baliefunctie kunnen binnen stadsstraten een belangrijke rol vervullen. Binnen de stadsstraten kunnen ook maatschappelijke voorzieningen die de nodige reuring op straat opleveren een belangrijke rol vervullen.
Toevoegen van een ruimteclaim voor maatschappelijke voorzieningen In tegenstelling tot de genoemde woningbouwaantallen wordt in de structuurvisie nauwelijks concreet ingegaan op de kwantitatieve behoefte aan maatschappelijk vastgoed. In Nieuw-West is bijvoorbeeld een opgave voor maatschappelijke vastgoed afgesproken van 90.000 m2, zoals vastgelegd in de herziening Richting Parkstad 2015 en Raamovereenkomst. Dit is echter niet gebaseerd op een volledige behoefteraming op basis van kengetallen. De beste basis voor het opnemen voor ruimteclaims voor maatschappelijk vastgoed in de structuurvisie vormen ons inziens echter de Meerjaren investeringsprogramma’s sociale accommodaties (MIPSA’S) van de verschillende stadsdelen nu alweer aan een actualisering toe zijn. Het zou goed zijn om deze als kernpunt van beleid op te nemen met inbegrip van de nog uit te voeren actualisering waarbij ook een actieve rol van DMO gewenst is teneinde de behoefteramingen door de hele stad op dezelfde leest te kunnen stoelen. Sport en recreatie uitdrukken als zelfstandige voorziening De visie op het functioneren van sport in de stad heeft de laatste jaren een impuls gekregen door het Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
19
Sportplan dat door DMO in samenwerking met de staddelen is opgesteld. Voor zowel het functioneren van de sportvoorzieningen zelf als het vergroten van de maatschappelijke betekenis van sport is een aantal beleidslijnen uitgezet die uitgaat van een grotere verweving van sportparken met andere maatschappelijke functies en waar mogelijk een verdere intensivering van de terreinen voor sport en (sportieve) recreatie. Kort gezegd, sport als wezenlijk onderdeel van de stad in plaats van sport als onderdeel van het groen. In het visiedeel is deze gedachte goed verwoord. Hoewel dus erkend wordt dat een puur ruimtelijke benadering van sportparken als stedelijke, groene voorziening achterhaald is, staat de ontwikkeling tot de sportparken nieuwe stijl nog steeds in het hoofdstuk 9 over groen en water. 7.3 Kunst en cultuur Als je kunst en cultuur een identiteitsdrager moet zijn voor ontwikkelingsgebieden moet je wel stimuleren dat dergelijke voorzieningen zich gaan vestigen in bijvoorbeeld aan de Sloterplas, Plein ’40-’45 of Osdorpplein. 7.4. Werken in Amsterdam In het algemeen ziet het stadsdeel verschillende mogelijkheden om aan de grootstedelijke doelstelling van een diverse en duurzame economie bij te dragen. Het stadsdeel Nieuw-West wil de werkgelegenheid stimuleren. Hiertoe zal worden ingezet op het versterken van de diversiteit van de economische structuur en de groei van het aantal arbeidsplaatsen door functiemenging en het bieden van kleinschalige bedrijfshuisvesting. Hiertoe zullen diverse vormen van woonwerkcombinaties gestimuleerd worden. Voor het versterken van de economische structuur. Het is goed dat er in de ontwerp structuurvisie oog is voor stadsverzorgende bedrijven. Deze bedrijven kunnen zich niet altijd vestigen op bedrijfsterreinen, maar sommigen zijn ook gewoon inpasbaar in woongebieden binnen de bestaande milieuregelgeving. Gelet op de strategische ligging van Nieuw-West tussen de Zuidas, Schiphol en de Haven (Westpoort) zal het stadsdeel een economische visie voor NW als geheel opstellen met een duidelijke positionering van Nieuw-West binnen de stad en regio als geheel. Hierbij zal de ontwikkeling van de Westas (NZ) en de verbinding hiervan met de Zuidas een belangrijk onderdeel vormen. Alhoewel de Westas niet op één rechte lijn ligt met Schiphol wordt voor Lelylaan op de langere termijn zou gedacht kunnen worden aan het realiseren van viersporigheid. Ook kent de Ontwerp Structuurvisie een ambitie tot het aanleggen van de oost-west metrolijn. Een dergelijke ontwikkeling zou Lelylaan in combinatie met de bus en tramverbindingen maken tot een A-locatie. Deze ontwikkeling biedt tevens mogelijkheden om Lelylaan op termijn verder te ontwikkelingen tot een gebied met een vergelijkbaar profiel als het Amstelstation, maar complementair aan de ontwikkeling van het Centrum Amsterdam Nieuw West. (Zie ook verzoek tot kaartwijziging Hoogbouw en Metropolitane landschap op pagina 65). Toevoegen ruimteclaims voor economie Het stadsdeel heeft de ambitie tot het versterken van de functiemenging door het vergroten van het aantal arbeidsplaatsen op het aantal inwoners. Gelet op de beperkte verdichtingopgave binnen suburbane leefmilieus is het wenselijk de normen uit het locatiebeleid niet uitsluitend te koppelen aan de uitbreiding van de woningvoorraad (middels sloopnieuwbouw) maar aan het gewenste eindbeeld uitgedrukt in aantal arbeidsplaatsen op het aantal inwoners na uitvoering van de stedelijke vernieuwing (inclusief renovatie). De regel kan dus ook worden toegepast in het geval van behoud en herstel. Wij zien de kwantificering van de ruimtebehoefte voor economische functies graag in het Uitvoeringsdeel van de structuurvisie terug en dan niet alleen van voor kantoren, hotels, al dan niet schipholgebonden bedrijvigheid, grootschalige detailhandel (GDV), overige detailhandel maar vooral ook voor de overige meer kleinschalige bedrijvigheid in de woongebieden. Verder zien wij functiemenging niet alleen beperkt voor functies op werkdagen tussen acht en vijf uur, maar ook voor functies die een uitstraling hebben voor ’s avonds en in het weekend. Tekstvoorstel bladzijde 119 Tot slot is het belangrijk dat er meer gewerkt gaat worden in de traditionele woongebieden. Nieuwe gebieden kennen daarom weer een gemengd programma: er worden geen onfunctionele woonmilieus meer ontworpen. Een goed streven is om op elk van de zeventigduizend nieuw te bouwen woningen, minstens vijf vierkante meter kleinschalige werkruimte te realiseren, oftewel 350 duizend vierkante meter. Menging van wonen en werken is echter niet uitsluitend afhankelijk van de nieuwbouwopgave, ook bij renovatie wordt een grotere menging van wonen en werken voorgestaan. Zo komen de verhoudingen voor de wijk als geheel weer in balans.
Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
20
Kaartwijzigingsvoorstellen bladzijde 118 Bedrijvencentrum Osdorp In de tekst (blz. 115) staat vermeld dat bij intensivering en/of transformatie de focus ligt op bedrijventerrein binnen de ring A 10. Vervolgens wordt hierbij ook het bedrijvencentrum Osdorp (BCO) genoemd als bedrijfsterrein buiten de ring. In hoofdstuk 3 (blz. 227 en 228) van het instrumentarium wordt BCO weer genoemd als grootschalig bedrijfsterrein. BCO moet worden aangemerkt als monofunctioneel bedrijfsterrein. Definiëring hiervan is niet duidelijk aangegeven. Hiermee lijkt te worden bedoeld gebied waarbinnen uitsluitend zuivere bedrijfsvormen zijn toegestaan en dus geen woonfuncties. Wel moet duidelijk zijn dat BCO bestaat uit twee clusters. Een gebied voor uitsluitend bedrijven (oostelijk deel) en een gebied voor bedrijven, inclusief PDV en GDV (in overeenstemming met de nota detailhandel in balans met behoud van zogenaamde stadsverzorgende bedrijven). Op de kaart van bedrijventerreinen op blz. 118 staat BCO aangeduid als stadsverzorgend bedrijventerrein, terwijl de dienst EZ en het stadsdeel willen dat het oostelijk deelgebied (Zuidermolenweg) wordt aangewezen voor bedrijven incl. PDV en GDV; het westelijk deel voor stadsverzorgende bedrijven (zie nr. 40 op onderstaande kaart). Grootschalig bedrijfsterrein Op dezelfde kaart mist de in het bestemmingsplan Lutkemeer vastgelegde ontwikkeling van bedrijvenpark Lutkemeerpolder lll (LMPlll). Het totale bedrijvenpark LMP1 en LMPlll staan wel juist als werkgebied op visiekaart blz. 36-37 en uitvoeringskaarten blz. 202.
Aanvulling Lutkemeer bedrijfsterrein lll op kaartbeeld blz. 118 “bedrijventerreinen in Amsterdam “
Onder de algemene opmerkingen (blz. 6: Juridische status en inhoud van de Structuurvisie onhelder) hebben wij al aangegeven wij het betreuren dat voor onder andere kantoren en detailhandel nog beleidsinhoudelijk kaders moet worden vastgesteld. In het instrumentarium is aangegeven dat voor de kantoren voorlopig de Plabeka afspraken (Uitvoeringsstrategie 2007) zullen blijven gelden in afwachting van een nog vast te stellen kantorenstrategie. In de voorgenomen kantorenstrategie wordt uitgegaan van het garanderen van de juiste locaties naar aard en omvang voor de Amsterdamse kantoorgebruikers zonder de overmaat aan kantoren (bij leegstand van 1,1 mln m2 bvo en een toekomstige vraag van 1,5 mln. m2 bvo) te laten voortbestaan of zelfs te laten groeien. Voor Nieuw-West is het van groot belang de relatief beperkte toevoeging van kantoren binnen de stedelijke vernieuwingslocaties te realiseren. Wij verzoeken u hiermee tevens rekening te houden bij uw kantorenstrategie. Ook zal maximaal ingezet moeten worden bestaande Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
21
leegstaande kantoorruimte om te zetten naar alternatieve gebruiksmogelijkheden, zoals omvormen tot woningen voor studenten en jongeren. Definiëring van begrippen Voor een goed begrip is het wenselijk een complete lijst op te nemen met alle definities in de structuurvisie. In het bijzonder geldt dit voor de begrippen in het hoofdstuk 7.4: completeren met definities en kaart: monofunctionele bedrijfsterrein, woonwerkgebieden, detailhandel en veel ruimte vragen leisure. Voor monofunctionele bedrijfsterreinen is toegestaan: PDV, GDV (afhankelijk van plek en functie, dus wel BCO), kleinschalige en grootschalige bedrijven?, hotels overige horeca, en leisure + religieuze instellingen (afhankelijk van plek en functie BCO). Op blz. 119 staan 2 verschillende definities voor stadsverzorgende e bedrijven. Onder enclaves is in de 1 alinea gedefinieerd als gebied voor de werkplaats van de ambachtsman, voor de monteur, loodgieter ….toeleveranciers. In de 2e alinea is een ruimtere definitie opgenomen voor stadsverzorgende bedrijven: industrie, ambacht, groothandel, opslag en transport. Creatieve economie Creatieve economie is vooral gebaat bij functiemenging op verschillende schaalniveaus. Functiemenging binnen de stadsstraten als interactiemilieu (Jan Evertsenstraat, Burgemeester de Vlugtlaan, Plein ’40-’45), maar ook door de realisering van bijvoorbeeld atelierwoningen en woon/werkwoningen elders kan ook binnen ons stadsdeel een bijdrage worden geleverd aan vormen van creatieve economie. Gedacht kan worden aan het faciliteren van bijvoorbeeld cultuuruitingen (van jonge migranten en nieuwe stedelingen). Uiteindelijk kiezen de creatieve kenniswerkers zelf waar zij neerstrijken. De overheid kan dit slechts faciliteren. Hotels Binnen het stadsdeel zijn een aantal locaties voorhanden die bij uitstek geschikt zijn voor hotelontwikkeling. e Wij verzoeken u om op pagina 125 aan het 2 bullet toe te schrappen: Slotervaart en Osdorp en toe te voegen:Nieuw-West. Binnen Nieuw-West is onder meer ruimte voor hotels met recreatieve verblijfskwaliteit, zoals bijvoorbeeld een wellness hotel. Tekstvoorstel bladzijde 125 Verblijfsaccommodatie • De gemeente zal het ingezette hotelbeleid 2007-2010 voortzetten. Dat betekent de realisatie voor 2015 van tenminste 15 duizend extra kamers in de metropoolregio, waarvan in ieder geval negenduizend in Amsterdam. • De focus zal met name moeten liggen op spreiding van de hotels. Met name nieuwe hotelgebieden als Zuidoost, Oost-Watergraafsmeer, Noord, Westerpark, Slotervaart, Bos en Lommer, Teleport, Osdorp en Nieuw-West zullen hiervoor benut moeten worden. • Er zal naast de standaard hotels ingezet moeten worden op hotels die een eigen markt creëren en hotels die het Amsterdamse hotelproduct verbreden, zoals zorghotels, wellness-hotels, sporthotels, extended stay-hotels, tophotels, designhotels, gay-georiënteerde hotels, camperplaatsen etc.
7.5 Openbare Ruimte Op bladzijde 127 wordt onder het thema “Openbare Ruimte” de Hoofdbomenstructuur geïntroduceerd als inspirator. Het is niet de bedoeling deze hoofdbomenstructuur als toetsingskader te laten dienen. De kaart voor de Hoofdbomenstructuur is gecorrigeerd en afgestemd met de vigerende hoofdbomenstructuur van Parkstad. De voorstellen tot correctie zijn in de kaartwijziging aangegeven.
Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
22
Kaartwijzigingsvoorstel bladzijde 127: Hoofdbomenstructuur Nieuw-West
7.6 Stadstraten en pleinen
Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
23
Naast de in het kader van de uitrol centrum al toe te voegen Burgemeester de Vlugtlaan (zuidzijde van spoor tot aan Plein ’40-’45) kan vanwege hun betekenis als openbare ontmoetingsplek nog diverse stadsstraten en pleinen in Nieuw-West genoemd worden. Tekstvoorstel bladzijde 129 in tabel opnemen bij stadstraten en pleinen in ontwikkeling: • • • • •
De Burgemeester de Vlugtlaan tot aan Plein ’40-’45 (in het verlengde van de Bos & Lommerweg) Jan van Galenstraat de Johan Huizingalaan als asymmetrische, enkelzijdige stadstraat de Lelylaan tussen Surinameplein en station Lelylaan en de voldragen (enkele en dubbele) stadstraat, in ontwikkeling de Pieter Calandlaan (dubbel in Osdorp, enkel in Slotervaart) de belangrijkste stadsdeelpleinen binnen Nieuw-West. Dit betreft: Plein ’40-’45 en het OsdorppleinTussenmeer en het Sierplein.
Deze straten en pleinen passen binnen het thema openbare ruimte en zien wij graag in de structuurvisie aangemerkt als stadsstraat en plein met een belangrijke uitwisselingsfunctie. De inrichting van de openbare ruimte zal hier zo nodig op afgestemd moeten worden. 7.7 Hoogbouw en ondergrond Een thema wat Nieuw-West zeker aangaat is “hoogbouw”. Binnen Nieuw-West is van oudsher veel hoogbouw aanwezig, en met de stedelijke vernieuwing verandert dat patroon. Meer echter dan tot nu toe in nieuwbouwplannen moet hoogbouw een functie binnen het stadsplan (terug) krijgen. Het ontwikkelen van hoogbouw in bijna ieder individueel plan is niet gewenst, met name niet waar het op onlogische wijze de woonvelden binnendringt. NieuwWest werkt aan één hoogbouwvisie, waarbij de spoorzone A10-West, Osdorpplein, Station Lelylaan, en Plein ’40‘45 de hoogste bebouwingsmogelijkheden krijgen. Maar ook dan in relatie met aansluitingen op infrastructuur . Het “stimuleren van het ontwikkelen van hoogbouw tussen de 35 en 60 meter, bij knooppunten hoger”, zoals verwoord op blz. 50 van de Visie, valt hier goed in in te passen. Omgekeerd betekent het ook dat waar momenteel hoogbouwontwikkelingen los van knooppunten voorzien is (bv. Delflandplein Slotervaart) deze heroverwogen moet worden, ten gunste van locaties langs de A10 waar wél ontwikkeling gewenst is. In de Structuurvisie kan -in algemene bewoordingen- het belang van de kwalitatieve aspecten van hoogbouw worden belicht. Te denken valt hierbij aan silhouetwerking, slankheid, beëindiging bouwvolume (markante top waar nodig), avond/nachtbeeld (aanlichting op sommige punten die daarvoor in aanmerking komen), functies en uitstraling plint. Windhinder en bezonning zijn vanzelfsprekende aspecten die bij hoogbouw kritisch moeten worden bekeken. Deze aspecten worden op stadsdeelniveau verder opgepakt en uitgewerkt. Uiteindelijk kunnen de kwalitatieve aspecten in het welstandsbeleid een plek krijgen als juridisch toetsingskader. Tekstvoorstel, bladzijde 132 Dit leidt er toe dat hoogbouw in Amsterdam gedefinieerd kan worden als bebouwing of objecten die significant boven de pakhuishoogte van het IJ uitsteken. Daarin kunnen drie typen onderscheiden worden: ranke hoge gebouwen (torens), zeer grote gebouwen (kanjers), en utilitaire installaties en windmolens (objecten). Binnen het type torens hebben zich in Amsterdam drie gangbare categorieën ontwikkeld. De in aantal veruit grootste categorie verheft zich beperkt boven de pakhuishoogte (30 tot 60 meter). Hierbinnen vallen zowel de meeste historische hoogteaccenten, als lokale compositorische accenten. Zichtbaar vanuit omringende landschappen, maar dikwijls wegvallend in het straatperspectief. De tweede categorie betreft torens van 60 tot 100 meter. Deze zijn gangbaar bij de belangrijkste knooppunten, maar hieronder valt ook een groot deel van de utilitaire objecten. Tenslotte de categorie tot 150 meter hoogte. Dit is de maximale hoogte die voor een groot deel van de stad voortkomt uit de hoogtebeperking die het functioneren van de luchthaven oplegt. Daarbinnen blijkt de 135 meter hoge Rembrandttoren door vele Amsterdammers geaccepteerd te zijn als een passend hoogteaccent binnen het stadssilhouet. Dit sluit een uitzondering tot grotere hoogte niet bij voorbaat uit, maar zet wel de referentie neer. Als algemeen uitgangspunten met betrekking tot hoogbouw geldt dat hoogbouw een logische plek en ordening moet krijgen binnen de bestaande stedenbouwkundige structuur. Voorkomen wordt dat hoogbouw op een willekeurige wijze de woonvelden binnendringt en een aantasting vormt van de stedenbouwkundige structuur. Hoogbouwaspecten van windturbines worden in relatie gebracht met de resultaten uit de Windvisie van Klimaatbureau/DRO. Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
24
Hoofdstuk 8 Verkeer en Vervoer 8.1 Investeringen in regionale bereikbaarheid via openbaar vervoer Verbetering van regionale en interne OV verbindingen Nieuw-West Vanuit het stadsdeel wordt een groot belang gehecht aan het investeren in bereikbaarheid via openbaar vervoer. In opdracht van de centrale stad en de stadsregio is gestart met de verkenningsstudie naar de HOV Westtangent. In de opdrachtformulering is vastgelegd dat de studie betrekking heeft op het verbeteren van de regionale bereikbaarheid (met name met het Havengebied Westpoort en Schiphol Rijk/Oost en Plaza) maar ook leidt tot het oplossen van de slechte interne noord-zuid openbaar vervoer structuur. Er zal een aantal varianten in beeld worden gebracht, Daarbij wordt zowel uitgegaan van bus als tramverbindingen. In het instrumentarium wordt ten onrechte gesproken over uitsluitend een busverbinding. Bij de realisatie van een tramverbinding over de Allendelaan wordt mede uitvoering gegeven aan de in december 2009 vastgestelde motie Van Drooghe. Het stadsdeel Nieuw-West dringt aan op uitvoering op zo kort mogelijke termijn. De regionale en interne OV verbinding moet een goede aansluiting hebben op het NS station Sloterdijk, de bestaande tramlijnen in Nieuw-West, de metrolijn en het Centraal Station. Het is van belang dat er zowel aan de oost als aan de westzijde van de Sloterplas goede noord-zuidverbindingen zijn. Hierbij zou ook aan een tram over de Johan Huizingalaan gedacht kunnen worden. Een tramverbinding over de Allendelaan – al dan niet als onderdeel van de HOV-verbinding heeft echter de hoogste prioriteit. Ook de verbinding vanaf de Aker naar Osdorp Centrum en het Lucas Andreas moeten worden verbeterd. Dit zou kunnen door verlengen tramlijn 17 en deze te laten aanlsuiten op lijn 1. Voorts zal de regionale OV-verbinding niet ten koste mogen gaan van de kwaliteit (frequentie) van het onderliggende OV netwerk binnen de woongebied, voorzieningen (Toppark de Eendracht) en bedrijfsterreinen (BCO, Lutkemeer) Voorts is het van belang dat het onderliggende OV-netwerk zorgt voor de bereikbaarheid van toekomstige voorzieningen (ontwikkeling recreatiegebied Tuinen van West). Tekstvoorstel, bladzijde 201 Voor de Westtangent wordt op korte termijn is een verkenning gestart in samenwerking met de Stadsregio. De verkenningstudie omvat zowel het realiseren van een op de regio georiënteerde HOV bus en of tram tussen de Haven en NS station Sloterdijk met Schiphol Plaza en Schiphol Rijk. De HOVbusverbindingen tussen Sloterdijk – Badhoevedorp – Schiphol zijn indicatief met kruisende lijnen op de kaarten aangegeven. De uitkomsten van de verkenningsstudie bepalen de exacte tracé(s) van het HOV-net. Mede ter uitvoering van de motie Drooghe is een parallelstudie gedaan ter verbetering van de interne Noord-zuid OV structuur in Nieuw-West, zoals een tramlijn over de Allendelaan, die ook naast een HOV busverbinding voor de regionale verbinding zou kunnen bestaan. Op termijn is ombouw van (een deel van) de regionale verbinding naar een tram denkbaar als verdere ruimtelijke ontwikkelingen daar aanleiding toe geven. De ligging en de frequentie van de HOV-Westtangent zijn goed afgestemd op de fijnstructuur van het onderliggende OV-net. OV – verbinding met het Centraal Station en Halfweg Metroverbinding doortrekken lijn 50 tussen Isolatorweg en Centraal Station Zoals eerder opgemerkt bij de Uitrol van het centrum over de verbetering van het stedelijk OV net is het sluiten van de kleine metroring tussen station Isolatorweg en het Centraal Station voor ons van essentieel belang en heeft een grote meerwaarde voor de OV-reiziger die veel groter is dan het offer (kosten) die de aanleg van deze metroring met zich meebrengt. Door het verminderen van een overstappen kan de reistijd aanmerkelijk worden verkort en de reiskwaliteit worden verbeterd. Dit zou niet afhankelijk moeten zijn van de keuze voor een grote metroring door West naar Noord die alleen Sloterdijk aan doet en niet bij op het Centraal Station komt. En nu definitief voor de Zuidas is gekozen als Olympische locatie en niet voor het westelijk havengebied, stellen wij voor het sluiten van de kleine metroring hoger te prioriteren op de investeringsagenda en niet slechts als een planologische reservering aan te merken zoals nu het geval is.
Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
25
NS station Halfweg Verder zou ook hier ook het belang van een NS station bij Halfweg genoemd kunnen worden. Dit is een extra mogelijkheid voor de ontsluiting van de Tuinen van West. Ontwikkelen OV Knooppunt Lelylaan Voor Lelylaan zou op de langere termijn gedacht kunnen worden aan het realiseren van viersporigheid. Ook spreekt de Ontwerp Structuurvisie over een ambitie tot het aanleggen van de oost-west metrolijn. Een dergelijke ontwikkeling zou Lelylaan in combinatie met de bus en tramverbindingen maken tot een A-locatie. Deze ontwikkeling biedt tevens mogelijkheden om Lelylaan op termijn verder te ontwikkelingen tot een gebied met een vergelijkbaar profiel als aan het Amstelstation, maar dat complementair zal zijn aan de ontwikkeling van Centrum Amsterdam Nieuw-West. Nieuw-West zal deze mogelijkheden in haar eigen structuurvisie nader onderzoeken. Ook kan gedacht worden aan een afwaardering en verlaging van de Lelylaan. Het is wenselijk om een onderzoek naar de vervoerswaarde alsmede naar de toegevoegde waarde voor de omgeving uit te voeren als onderdeel van het voor Nieuw-West op te stellen Verkeer- en Vervoersplan. Stimuleren Goederenvervoer per tram Stadsdeel Nieuw-West is voorstander van het invoeren van goederenvervoer per tram onder andere vanaf het bedrijventerrein Lutkemeer naar het centrum. 8.2 De auto en de openbare ruimte In hoofdstuk 8.2 wordt ingegaan op de auto en de openbare ruimte, waarbij voorbeelden worden genoemd van het autoluw en autovrije zones. Voor Nieuw-West is de bekostiging van het realiseren van de zgn. ‘uit het zichtgebieden’ ook een knelpunt. Om het tuinstadkarakter te behouden is het noodzakelijk de groene velden tussen de bebouwing te behouden en zullen noodzakelijke aantallen parkeerplaatsen inpandig moeten worden gerealiseerd. In de raamovereenkomst is weliswaar de afspraak vastgelegd dat de woningcorporaties deze inpandige parkeerplaatsen moeten bekostigen, maar de verhuurbaarheid van de parkeerplaatsen voor sociale huurwoningen staat onder druk. Dit betekent dat de raamovereenkomst ook op dit onderdeel bij de evaluatie weer ter discussie zal staan. Verder wijzen wij hier op de wenselijkheid van het afwaarderen van de Haarlemmerweg. De onderbouwing hiervoor is gegeven bij het hoofdstuk over het metropolitane landschap. Wij zien hier een analogie met bijvoorbeeld de plannen tot het afwaarderen van de Wibautstraat tot stadstraat. Tekstvoorstel, bladzijde 138 Ook het centrum dient om economische redenen bereikbaar te blijven voor het wegverkeer en het hoofdnet auto speelt daarin een essentiële rol. Echter ook buiten de binnenstad zal op enkele locaties de ruimte voor de auto selectief teruggedrongen worden – door bijvoorbeeld afwaardering - daar waar andere belangen prevaleren en goede alternatieven voor de auto aanwezig zijn of beschikbaar komen. Verkeer en parkeren In de Structuurvisie wordt de wens uitgesproken om het gebied binnen de Ring A10 autoluwer te maken. Dit is echter alleen mogelijk als er buiten de Ring A10 aanvullende maatregelen worden getroffen om ongewenste neveneffecten te voorkomen. Dit heeft onder andere betrekking op de aanleg van voldoende alternatieve parkeervoorzieningen en de aanscherping van het parkeerbeleid binnen de stadsdelen. Daarbij moet men zich rekenschap geven dat de aanscherping van het beleid tot verschuiving van de verkeersdruk kan leiden. De realisering van een P+R-voorziening nabij de Ring A10 en Ringspoor kan aanzienlijke gevolgen hebben voor verkeersstromen. Deze zich wijzigende verkeersstromen zullen geleid moeten worden. Ook voor de stadsdelen gelegen buiten de ring geldt namelijk dat zij niet ontworpen zijn voor het hedendaagse verkeer. Voor de aanleg van P+R voorzieningen aan de westzijde van de spoorzone is in veel gevallen geen ruimte. Er zou wel gekeken kunnen worden naar de omgeving van het Surinameplein om te voorkomen dat overloopparkeren betaald parkeren in woongebieden tot gevolg kan krijgen. Of liever nog verder naar de buitenkant van de stad.
Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
26
8.3 Verbetering van het fietsnetwerk en uitbreiding stallingvoorzieningen Voor het aanpakken van knelpunten en verbeteringen van bestaande verbindingen wordt de voorkeur gegeven aan verbeteringen die zowel gunste komen van het dagelijkse woon/werk- en woon/schoolfietsverkeer als het recreatieve fietsen. Dit kan echter op gespannen voet staan met de verbetering van de ontsluiting van de metropolitane groengebieden in de scheggen. De betreffende ontsluitingsroutes hebben namelijk een vooral recreatief karakter maar zijn van wezenlijk belang voor het karakter van de stad. Het uitbreiden van beheerde gratis stallingen vinden wij van groot belang
Toevoegen: verbeteren van wandelnetwerk
Geconstateerd wordt dat het wandelnetwerk achterloopt bij het fietsnetwerk. Er worden echter geen concrete voorstellen gedaan voor de verbetering van het recreatief en utilitair wandelnetwerk. Binnen de stadsdelen worden relatief grote afstanden te voet afgelegd. Bovendien is het wenselijk om bij herprofileringen zowel de mogelijkheden voor de fietser als de wandelaar gelijktijdig in een nieuw profiel op te nemen. Het verdient aanbeveling om de voorstellen voor het fiets- en wandelnetwerk meer gelijk op te laten lopen. Voor de waardering van de verbindende wandel- en fietsroutes is de kaarten “Lekker Wandelen en Fietsen” van groot belang. Zie hiervoor onze reactie op hoofdstuk 4 LWF.
Hoofdstuk 9: Groen en Water 9.1 Stad in het groen, stad aan het water In het Visiedeel wordt veel aandacht geschonken aan het groeiende belang van groen en water in en rondom de stad om zich te profileren en de noodzaak om hierin te investeren. Voor het stadsdeel NieuwWest vormen met name de Tuinen van West en het Sloterplas en -park groengebieden van metropolitane betekenis. De aard en omvang van de benodigde investeringen ter verbetering van de gebruiksmogelijkheden (zwemplekken, vaar- en fietsroutes e.d.) blijkt echter niet uit de voorliggende Structuurvisie. 9.3 Sportparken nieuwe stijl In de visie is goed verwoord dat sport een wezenlijk onderdeel is van de stad in plaats van sport als onderdeel van het groen. Het een gegeven dat de sportparken in Nieuw-West onderdeel uitmaken van de hoofdgroenstructuur. Het instrument van de hoofdgroenstructuur heeft echter teveel een restrictief karakter bij de toets van op sport gerichte ontwikkeling. Onderstaande hoofdpunten moeten in het toetsingskader hoofdgroenstructuur worden uitgewerkt: - een bredere omschrijving van het begrip sportparken, zodat bijvoorbeeld ook tennisparken en recreatieve en leisure ontwikkelingen hieronder vallen - het benoemen van maatschappelijke functies en maatschappelijk medegebruik als mogelijke functies op sportparken - Verharding en bebouwing die nodig is voor de ontwikkeling van de sportparken nieuwe stijl (toevoegen van sport, leisure, onderwijs, maatschappelijke en commerciële functies en voorzieningen) moeten zijn begrepen binnen het verhardingspercentage of bebouwingspercentage, Hier staat dat overwogen zou moeten worden sportparken niet langer onderdeel te laten uit maken van de Amsterdamse Hoofdgroenstructuur. “Om sportparken onderdeel van het stedelijk leven te maken zullen de ingangen van de parken in de wijk gelokaliseerd moeten worden. Verdichting en toename van intensief gebruikte voorzieningen op en rond sportparken zorgt er voor dat de sociale veiligheid toeneemt”. Hoewel dit misschien op sommige plekken in Amsterdam wenselijk is geldt dit niet voor het in de Tuinen van West gelegen Toppark de Eendracht. Hier valt de ingang van het sportpark samen met de entree van de Tuinen van West en is deze entree juist aan de HGS toegevoegd, bij de vaststelling van het PvE Tuinen van West om er zo zeker van te zijn dat het gehele plangebied haar groene karakter zal behouden. Dit is ook conform onze gezamenlijke zienswijze op de Rijksbufferzone, waar juist de bescherming door de HGS wordt genoemd als reden om Toppark de Eendracht buiten de Rijksbufferzone te houden. Wij onderschrijven het voornemen sportvoorzieningen aan te merken als vrijetijdsvoorzieningen om de ontwikkelingsmogelijkheden te vergroten.
Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
27
Hoofdstuk 10: Energie
Wij onderschrijven van harte het streven van Amsterdam om zich te ontwikkelen tot een duurzame stad. Maatregelen voor klimaatmitigatie (40% CO2 reductie in 2040), klimaatadaptatie, luchtkwaliteit (vooral in relatie tot elektrisch vervoer), water en bodem worden aangekondigd. Geluid De mogelijke uitbreiding van Schiphol kan negatieve invloed uitoefenen op de geluidsoverlast binnen Geuzenveld-Slotermeer. De laatste tijd wordt er steeds meer over de Westelijke Tuinsteden op Schiphol aangevlogen. Wanneer de capaciteit van Schiphol door de realisering van een tweede terminal groeit, is onze verwachting dat ook het aantal vluchten boven ons stadsdeel zal toenemen. Dit brengt extra geluidhinder voor onze inwoners met zich mee, wij achten dit met het oog op een goed leefmilieu ongewenst. Luchtkwaliteit Daarnaast willen wij in dit verband wijzen op mogelijke ongewenste neveneffecten van bijvoorbeeld het uitgangspunt van het invoeren van anders betalen voor mobiliteit. Een dergelijke aanpak zal qua maatregelen integraal, dat wil zeggen afgestemd voor de stad als geheel, opgepakt moeten worden. Ongecoördineerde aanpak kan leiden tot gedeeltelijke verschuiving van de problematiek naar bijvoorbeeld stadsdelen buiten de Ring. Dit is in strijd met bijvoorbeeld de ambitie om de luchtkwaliteit als geheel te verbeteren. Een belangrijke bijdrage aan de luchtkwaliteit kan geleverd worden door het vervangen van een deel van het goederenvervoer per vrachtauto door de goederentram. Windenergie Het stadsdeel Nieuw-West heeft een hoge ambitie ten aanzien van het reduceren van CO2 met 40 %. Het benutten van elke mogelijkheid om duurzame energie op te wekken is noodzakelijk om dit te bereiken. Binnen de bebouwing bestaan wellicht mogelijkheden voor de toepassing van bijvoorbeeld “windwalls” (horizontale molens die op het dakvlak van een gebouw geplaatst kunnen worden). De mogelijkheid om kleinschaliger duurzame energieopwekking binnen de hoofdgroenstructuur te realiseren in de vorm van kleinere of middelgrote, fraai vormgegeven, windmolens moet niet geheel op voorhand worden uitgesloten. Binnen de plannen voor de Tuinen van West kunnen wij - passend binnen de ecologische doelstellingen ons aantrekkelijke vormen van kleinschalige duurzame energieopwekking voorstellen. Verder zien wij vele kansen om kleinschaliger wind en zon toe te passen binnen de bebouwing van ons stadsdeel. Bestaande dakvlakken kunnen hiervoor worden benut, maar wellicht ook delen van de openbare ruimte. Om voldoende CO2 reductie te behalen en de ambitie van klimaatneutraal bouwen waar te maken zal steeds meer duurzame energie decentraal opgewekt moeten worden. Decentrale opwekking van duurzame energie zal dan ook een steeds grotere rol gaan spelen binnen de stedenbouw. Wij zijn er geen voorstander van op voorhand al hoogtebeperkingen op te leggen voor windmolens binnen ons stadsdeel. Wij denken graag mee over het nog te formuleren instrumentarium.
Deel 2 Uitvoering – naar stadsdelen en decennia 3.2 De Uitvoering onderscheiden naar drie decennia Zie opmerkingen op de kaarten onder 3.3.7 stadsdeel Nieuw-West. Deze dienen ook op de totaalkaarten op pagina 176-181 te worden verwerkt. Kaarten Faseringsbeelden Het stadsdeel hecht veel waarde aan de correctie van de faseringskaarten daar deze zoals wij hebben begrepen een belangrijke basis zijn voor de investeringsagenda van de gemeente Amsterdam. De ondergrond van alle kaarten in Nieuw-West geeft niet de actuele situatie aan. • • • •
Meer en Vaart – doortrekken van deze weg tot aan de Ookmeerweg is niet opgenomen Begrenzing van het gebied voor Osdorpcentrum is niet volledig Aanduiding van de tracés voor HOV Westtangent is nog voorbarig tussen Lelylaan en Schipluidenlaan, het ‘podium’ (gemengd gebied), het zuidelijk deel van het vlak speelt zich af voor 2020 en het noordelijk deel na 2020 (laatste is dus goed op de kaart)
Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
28
• • • •
het ACTA- en Louweshoekgebied (woningen), is te klein ingetekend op de kaart en moet naar faseringskaart voor 2020 het RID gebied: Riekerhaven, IBM en de driekhoek, in zijn geheel naar faseringskaart voor 2020 Toevoegen op faseringskaart voor 2020: de politieschool aan de Sloterweg is door een corporatie aangekocht voor de ontwikkeling van woningbouw. Vooralsnog zijn woningen gepland binnen tien jaar. Jacob Geelbuurt als SV gebied toevoegen op faseringskaart voor 2020
De ruimtelijke opgave in uitvoeringsdeel niet compleet Uit te voeren projecten: Lekker Wandelen en Fietsen: • • • • • • • • • • • • • • • •
Voet-/Fietspad Tuinen van West – Brettenzone 1 brug Afwaarderen Tom Schreursweg tot fietspad + voetpad door de Kluut2 Voet-/Fietspad over Toppark de Eendracht Voet-/Fietspad over de Bok de Korverweg Verlengen Nico Broekhuyzenweg NZ Voet-/Fietsbrug over Seineweg door de Brettenscheg Voet-/Fietspad Eendrachtspark - Brettenzone 1 brug Wandelroute over de Volkstuinparken Voetpad door luchtfilterbos Voetpad langs de Joris van der Bergweg Wandelroute door nieuwe Eliasparkstrook/Meerwaldtplantsoen naar de Brettenzone Voetpad langs Baron Schimmelpenninck van der Oyenweg Fietspad langs Osdorperweg Fietspad langs Osdorperweg door Tuinen van West Verbindingen oeverlanden nieuwe meer met het Amsterdamse bos d.m.v. 2 bootverbindingen Fiets-/wandel verbindingen tussen Sloterpark – Rembrandtpark en Vondelpark
Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
29
In het uitvoeringsdeel ontbreken naar onze mening nog diverse aspecten. Zo zijn er bijvoorbeeld wel ruimteclaims opgenomen voor economie, maar die betreffen slechts het programma voor kantoren en niet voor bedrijven. Ook voor maatschappelijk vastgoed (MIPSA) kunnen we in de Ontwerp Structuurvisie helaas geen ruimteclaims terugvinden. Hiervoor zou een aparte tabel toegevoegd moeten worden op pagina 175. Aantallen woningen in tabel aanpassen De beschrijving van het woningbouwprogramma in de tabel op pagina 175 is onduidelijk Er wordt gesproken over toevoeging van 8.000 woningen in Nieuw-West en 6.000 in het gebied van de Zuidas. Het voorstel is vast te houden aan het voorgestelde veranderprogramma voor Nieuw-West, zoals vastgelegd in de Herziening Richting Parkstad 2015. Dit programma kan met het oog op de marktontwikkelingen in het kader van de nieuwe evaluatie Parkstad (2010-2011) nog wel worden aangepast. Tevens is het wenselijk de cijfers te corrigeren voor het feit dat Bos&Lommer geen deel uitmaakt van NieuwWest.
Financiering groen in voetnoot tabel aanpassen In de tabel op pagina 204 is 26 mln euro opgenomen voor groen in Nieuw West. In de voetnoten 4, 5/6 worden niet alle relevante projecten met naam en toenaam genoemd. Behalve aan de Tuinen van West en stedelijke geleiders graag noemen: Sloterpark, Rembrandtpark, Oevers Nieuwe Meer en de Bretten. Tevens verzoeken wij het Rembrandtpark – dat op pagina 201 ten onrechte aan stadsdeel West is toegedeeld daar te schrappen en eventueel aan stadsdeel West toegedeelde middelen voor dit park over te hevelen naar de tabel op pagina 204. De werkelijke beschikbare middelen die zullen worden opgenomen zijn uiteindelijk bepalend voor het kunnen realiseren van onze ambitie. 3.3.7 stadsdeel Nieuw-West Tekstvoorstel, bladzijde 201 Algemeen De ontwikkeling van Nieuw-West draagt bij aan twee drie bewegingen. Ten eerste draagt het bij aan de ambitie tot de uitrol van de binnenstad. Ten tweede is er een relatie met de ontwikkeling van de luchthaven en de zogenaamde airportcorridor tussen de luchthaven en de Zuidas als onderdeel van de internationalisering van de Zuidflank. Ten derde speelt Nieuw-West een prominente rol bij de ontwikkeling van het metropolitane landschap Primair gaat het in Nieuw-West om de volop in gang zijnde herstructurering die zeker het gehele decennium 2010-2020, en wellicht zelfs daarna, nog een forse inspanning zal vergen. Deze herstructurering heeft in de strook tussen de A10 en het spoor een sterke relatie met de uitrol van de binnenstad (verdichting). Ook buiten het ringspoor biedt de stedelijke vernieuwing mogelijkheden tot verdichting in de stedelijke Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
30
leefmilieus van Nieuw-West maar daarnaast kan verdunning nodig zijn om behoud van de stedenbouwkundige identiteit van de Westelijke Tuinsteden (o.a. Van Eesterenmuseum) in de stedelijk grondgebonden en groenstedelijke leefmilieus te behouden. Belangrijke kenmerken van dit tuinstadkarakter zijn onder meer de open verkaveling, de hovenstructuur en de asymmetrische profielen van de wegen met aan één zijde groen. In de periode na 2015 kan de focus komen te liggen op de ontwikkelingen richting Schiphol. Daar moet dan wel flink geïnvesteerd worden in een hoogwaardige OV-ontsluiting, waarvoor de kansen sterk samenhangen met de eventuele verdere groei van de luchthaven en meer specifiek de noodzaak van een tweede luchthaventerminal. Van groot belang voor zowel de interne structuur binnen Nieuw-West (de verbinding tussen Noord en Zuid) als voor de relatie met het werkgebied op en rond de luchthaven is de zogenaamde Westtangent, een HOV-verbinding tussen station Sloterdijk en het OV-netwerk op en rond Schiphol. Voor economische ontwikkeling in Nieuw-West zijn er locaties voor het stadsdeelcentrum aan de Sloterplas, de buurtwinkelcentra, vestigingen voor grootschalige detailhandel, stadsver- zorgende bedrijven en grootschalige bedrijventerreinen. In de stadsstraten kunnen wonen en werken worden gemengd. Maar ook elders in Nieuw-West kan functiemenging bijdrage aan de versterking van het stedelijk karakter van Nieuw-West. Binnen de stadsstraten kunnen ook maatschappelijke voorzieningen die de nodige reuring op straat opleveren een belangrijke rol vervullen.
Ontwikkelingsstrategie De ontwikkelingsstrategie van de ruimtelijke, sociale en economische herstructurering van Nieuw-West is uitgestippeld in het Ontwikkelingsplan Richting Parkstad 2015. De uitrol van het centrum kan plaatsvinden langs de stadstraten en in de A10-spoorzone. In de Structuurvisie wordt daar een intensievere verstedelijking gedacht dan totnogtoe in uitwerkingsplannen Nieuw-West voorkomt. Samenwerking met de planontwikkelaars, waaronder de Amsterdamse corporaties is hier een belangrijke voorwaarde voor het doen slagen van de gewenste ingrepen. In de spoorzone kunnen voorzieningen (verstedelijking) worden ontwikkeld die aantrekkelijk zijn voor bewoners aan zowel de oost- als westzijde van deze gebieden, hiermee kan een brug worden geslagen tussen de gebieden binnen de Ring van Amsterdam Nieuw-West, waar de stedelijke vernieuwing reeds aan de gang is. In de ontwikkelingsstrategie voor de gebieden richting Schiphol is de ontwikkeling van een eventuele 2e luchthaventerminal van doorslaggevend belang. De keuzes die met betrekking tot de verbinding Schiphol-Amsterdam worden gemaakt hangen daar sterk mee samen. Omdat er vooralsnog geen grootschalige ruimtelijke ontwikkelingen worden voorzien langs de A4-corridor wordt daar voorlopig alleen rekening gehouden met een in de toekomst uit te breiden spoorverbinding, zonder tussenliggende haltes. Voor de langere termijn blijft er een reservering voor een eventuele Oost/West metrolijn. Voor de Westtangent wordt op korte termijn is een verkenning gestart in samenwerking met de Stadsregio. De verkenningstudie omvat zowel het realiseren van een op de regio georiënteerde HOV bus en of tram tussen de Haven en NS station Sloterdijk met Schiphol Plaza en Schiphol Rijk. De HOVbusverbindingen tussen Sloterdijk – Badhoevedorp – Schiphol zijn indicatief met kruisende lijnen op de kaarten aangegeven. De uitkomsten van de verkenningsstudie bepalen de exacte tracé(s) van het HOV-net. Mede ter uitvoering van de motie Drooghe is een parallelstudie gedaan ter verbetering van de interne Noord-zuid OV structuur in Nieuw-West, zoals een tramlijn over de Allendelaan, die ook naast een HOV busverbinding voor de regionale verbinding zou kunnen bestaan. Op termijn is ombouw van (een deel van) de regionale verbinding naar een tram denkbaar als verdere ruimtelijke ontwikkelingen daar aanleiding toe geven. De ligging en de frequentie van de HOV-Westtangent zijn goed afgestemd op de fijnstructuur van het onderliggende OV-net. Het stadsdeel hecht waarde aan uitvoering op zo kort mogelijke termijn. Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
31
Op groen- en recreatief gebied ligt er de ambitie om het Sloterplasgebied en het Rembrandtpark uit te laten groeien tot gebieden met een meer metropolitaan karakter. Het gebied zal uitnodigend zijn voor de vestiging van metropolitane functies, maar ook de buurtfunctie blijft behouden. Deze ontwikkeling past zowel binnen de herstructurering van Nieuw-West als bij de uitrol van de binnenstad en vormt daarmee een belangrijke schakel tussen deze ontwikkelingen. Ook de verbetering van de recreatieve mogelijkheden om en op de Sloterplas, het ontwikkelen van functies op de Noordkop, de ontwikkeling op de zuid/zuidwestoever en het toevoegen van winkel- en leisure functies bij het Osdorpplein dragen bij aan beide ontwikkelingsrichtingen bij. Daarnaast draagt de ontwikkeling van de Tuinen van West en de Bretten als derde beweging bij de versterking van het metropolitane landschap.
Programma Het veranderingsprogramma voor de woningbouw omvat een toename van 13.600 tot 19.600 woningen tot 2015. De leefmilieukaart laat zien dat er onder meer in de A10-spoorzone sprake is van een stedelijk leefmilieu. Dit beeld is op dit moment nog niet volledig voor alle deelgebieden in uitwerkingsplannen vertaald en hiervoor zal in de komende tijd extra aandacht nodig zijn. Overigens betreft dit niet alleen gebieden die onder het primaat van de corporaties vallen maar ook gebieden waar het stadsdeel zelf het initiatief tot ontwikkeling zal nemen. De nadruk ligt door de operatie Parkstad in het eerste decennium, doorloop ervan tot in 2020-2030 is vanwege afzetmogelijkheden en de benodigde herhuisvesting niet onwaarschijnlijk. Ander vastgoed - kantoren, hotels en bedrijven - zijn voorzien op reeds ontwikkelde locaties, zoals Riekerhaven en Lutkemeer. Ook richting Schiphol is het programma sterk gericht op woningbouw. Het gaat om 6.000 woningen. Wat de infrastructuur betreft is realisatie van de Westtangent een voorwaarde voor verdere verstedelijking binnen Nieuw-West omdat de noordzuid relatie in dit stadsdeel nu nog onder de maat is. Op de ringlijn is nog wel capaciteit voor een verdere groei van het reizigersvervoer met inzet van groter materieel. Na ombouw van de Amstelveenlijn tot metro ontstaat er ook meer infrastructurele capaciteit op het centrale deel van de ringlijn. De versnelling van tramlijnen (zie paragraaf 3.3.1, stadsdeel Centrum), waaronder tramlijn 13, komen ook ten goede aan de tramlijnen van Nieuw-West. Financiën De bekostiging van de herstructureringoperatie in Nieuw-West is voor wat de herontwikkeling van gebieden betreft onderwerp van afspraken tussen corporaties en de gemeente. De geldende afspraken volgens de herziening RPS en de Raamovereenkomst zijn zodanig dat de middelen voor de herstructureringsoperatie in beginsel zijn verzekerd. In de evaluatie zullen deze afspraken mede aan de hand van de actuele marktontwikkelingen worden heroverwogen. Voor een aantal aanvullende locaties moet nog financiële dekking worden gevonden. Voor de Westtangent heeft de stadsregio middelen gereserveerd en zijn ook rijksmiddelen beschikbaar gesteld in het kader van het Actieprogramma Regionaal Openbaar Vervoer. De uitwerking en de verdere onderbouwing naar de Stadsregio moet nog plaatsvinden, een gefaseerde opwaardering tot HOV-kwaliteit biedt ook hier mogelijkheden om de kosten te spreiden. De ontwikkeling richting Schiphol zal - afgezien van de keuzes die hier in ieder geval aan de orde zijn - vooral een groot beslag leggen op de middelen voor infrastructuur. Het kan hier gaan om een investering in Regiorail en/of om in een investering in een Oost-Westlijn met ook aanzienlijk belang voor Nieuw-West zelf. Met alle onzekerheid gaat het hier in ieder geval om een miljardeninvestering, waarvoor een grote bijdrage van het rijk nodig zal zijn.
Kaartwijzigingsvoorstel, bladzijde 202 De detailkaarten dienen eveneens te worden aangepast conform de opmerkingen op kaart 176-181 Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
32
Hoofdstuk 4 Uitvoeringskader Groen In de Structuurvisie staat in hoofdstuk 4 van deel 2, blz. 212, onderdeel groen ; “Als het project ligt in de Hoofdgroenstructuur en als de stad financieel bijdraagt dan valt het project in principe onder de regie van de centrale stad en wordt het uitgevoerd onder bestuurlijke verantwoordelijkheid van de betreffende wethouder. De personele kosten vallen hierbij onder het projectbudget.” Hieruit komt het beeld naar voren dat de centrale stad de inhoudelijke greep op de Hoofdgroenstructuur wenst te vergroten. Bij grote groenprojecten binnen de hoofdgroenstructuur waaraan door verschillende partijen in financiële zin wordt bijgedragen is het logisch dat deze in goede samenspraak met elkaar tot stand worden gebracht. Naar onze mening is hiervoor ooit de term coalitieprojecten bedacht. Wij stellen daarom voor de betreffende passage over de regie van de centrale stad te schrappen. Tekstvoorstel bladzijde 212 Groen De uitvoerbaarheid van groenprojecten is allereerst afhankelijk van de financiële inzet van de centrale stad en de stadsdelen. Alleen door de inzet van eigen middelen, die wat de centrale stad betreft in de laatste twee bestuursperiodes zijn geregeld via de Groengelden, kan een beroep worden gedaan op subsidies van rijk, provincie en Europa. Deze subsidies kunnen in het gunstigste geval optellen tot 75 % van de totale projectkosten. De ervaringen van de laatste tien jaar leren dat het reëel is om rekening te houden met 25 % of 50 % (grootstedelijke projecten) subsidiebijdrage in de projectkosten. De bijdragen van centrale stad en stadsdelen zijn in de regel gelijk aan elkaar ( 50-50 verdeeld). Als het project ligt in de Hoofdgroenstructuur en als de centrale stad financieel bijdraagt dan valt het project in principe onder de regie van de centrale stad en wordt het uitgevoerd onder bestuurlijke verantwoordelijkheid van de betreffende wethouder. De personele kosten van de centrale stad vallen hierbij onder het projectbudget.
Deel 3 Instrumentarium – Kernpunten van beleid 2010-2020 Hoofdstuk 1 – Inleiding Algemeen Het uitgangspunt moet zijn dat met in achtneming van de structuurvisie plannen (bestemmingsplannen, projectbesluiten etc.) kunnen worden ontwikkeld en dat bij afwijking van de centraal opgestelde visie advies moet worden gevraagd. In de voorliggende versie moet echter ook in situaties die in de structuurvisie passen adviezen worden gevraagd. Het uitgangspunt van de Wro is dat planologische ontwikkelingen sneller moeten kunnen plaatsvinden. Het idee was om de procedure te dereguleren. Inmiddels leert de praktijk dat dit een illusie is. Met de voorgeschreven procedures zoals opgenomen in de structuurvisie doet Amsterdam daar echter nog een extra schepje boven op.
Hoofdstuk 2 - Status juridische verankering van de structuurvisie in relatie tot verordening op de stadsdelen Het stadsdeel is mening nog steeds van mening dat de zogenaamde kernpunten van beleid, waaraan de centrale stad de bestemmingsplannen en projectbesluiten wil toetsen, moeten worden verankerd in een juridisch document. Vanaf blz. 219 is wel een duidelijke uitleg gegeven over de status van de structuurvisie: het wettelijk kader, het gemeentebeleid en de bevoegdheidsverdeling tussen stad en stadsdelen in de verordening op de stadsdelen. Blz. 219 staat aangegeven: geen hiërarchische verhouding tussen de structuurvisies van rijk, provincie, gemeente en stadsdelen. Hier wordt terecht geconstateerd dat de structuurvisie alleen een beleidsdocument van het bestuur dat het vaststelt en dat derden in juridisch oogpunt hieraan niet gebonden zijn. De stad stelt Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
33
zich op het standpunt dat de bepalingen in de Verordening op de stadsdelen voldoende zijn om de bestemmingsplannen / projectplannen van stadsdelen te kunnen toetsen. Instrumenten daarbij zijn de informatieplicht van de stadsdelen (artikel 32), het mogen stellen van beleidsregels (artikel 35) en het repressief toezicht tot het vernietigen van stadsdeelbesluiten die strijdig zijn met het algemeen stedelijk belang (artikel 42 en artikel 44). Daarbij wordt uitgegaan dat onder het algemeen stedelijk belang tevens wordt verstaan het belang tot het handhaven van het grootstedelijk ruimtelijk belang dat in de vorm van de structuurvisie bestuurlijk is vastgesteld en gepubliceerd. De structuurvisie is niet helder over het toetsingskader waaraan plannen van de stadsdelen worden getoetst. Op blz. 223 staat dat plannen worden getoetst aan de kernpunten van beleid zoals verwoord in de hoofdstukken 7 t/m 11 van de visie en uitgewerkt in de paragrafen (hoofdstukken 3 t/m 7). Op blz. 217 is kader veel ruimer getrokken. Daar is aangegeven dat Visie + uitvoeringsdeel + instrumentarium samen het beleidkader vormen waaraan plannen van de stad worden getoetst. Indien het de bedoeling is dat plannen juridisch worden getoetst stelt het stadsdeel zich op het standpunt dat uitsluitend toetsbaar zijn als de te toetsen kernpunten van beleid in een gemeentelijke ruimtelijke verordening ofwel de verordening op de stadsdelen. Dat is ook de reden dat de provincie voor de juridische verankering heeft gekozen in hun provinciale verordening.
Hoofdstuk 3 Wonen en Werken
In hoofdstuk 3.2 (bedrijven en kantoren) moeten definities worden opgenomen voor mondfunctioneel bedrijfsterrein, PDV/GDV, stadsverzorgende bedrijven, een kaart met de namen en kwalificatie van de bedrijfsterreinen binnen en buiten de ring. Schrappen van Bedrijvencentrum Osdorp (BCO) als grootschalig bedrijfsterrein. De kernpunten van beleid uit de nota Grootschalige Detailhandel in balans opnemen en in het instrumentarium opnemen dat BCO zowel een bedrijfsterrein is voor (stadsverzorgende) bedrijven als een locatie voor PDV/GDV, zulks overeenkomstig het Perspectief BCO. In de tabel op blz. 233 is de gele aanduiding met de tekst; “passend afhankelijk van functie op plek” onduidelijk voor het toetsen.
Hoofdstuk 4 – Ruimtelijke structuur Geen opmerkingen
Hoofdstuk 5 Groen en Water Hoofdgroenstructuur Op bladzijde 222 van de structuurvisie staat dat; “alle aanvullende beleidskaders van het structuurplan 2003 (waaronder de aanvullingen op het kader voor de hoofdgroenstructuur, dus inclusief Masterplannen et cetera)” komen te vervallen. Overleg heeft ons inmiddels geleerd dat het laten vervallen van de aanvullende toetsingskaders voor de Tuinen van West en het Sloterpark op een vergissing berust. Wij gaan er daarmee vanuit dat de tekst in de volgende versie gecorrigeerd zal worden. Hieronder nog een toelichting: Hoofdstuk 2 van Programma van eisen Tuinen van West met status als Masterplan Het stadsdeel dringt er echter met klem op aan om hoofdstuk 2 van het programma van eisen voor de Tuinen van West bij de vaststelling van de structuurvisie opnieuw, expliciet, opnieuw de status van structuurvisie te geven. Hierdoor blijft het programma van eisen voor de Tuinen van West als toetsingskader gehandhaafd. De noodzakelijke verdiencapaciteit van 10 miljoen voor het stadsdeel is ook op dit toetsingskader gebaseerd. Wanneer deze verdiencapaciteit door het laten vervallen van het programma van eisen als toetsingskader wegvalt dan komt daarmee de realisatie van de thans in uitvoering zijnde projecten tot 2012 met een investeringswaarde van 19 miljoen in gevaar. Immers de eigen cofinancieringbijdrage van het stadsdeel wordt door het stadsdeel voorgeschoten uit een kapitaallening en moet uit de verdiencapaciteit die vanaf 2012 gerealiseerd kan worden terugbetaald. In het geval deze financiële zekerheid komt te vervallen kan de consequentie zijn dat de uitvoering van de Tuinen van West per direct stil komt te liggen. Het nu terugdraaien van een recent vastgesteld toetsingskader getuigd zou volgens ons niet van behoorlijk bestuur getuigen.
Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
34
Ruimtelijk Toetsingskader Sloterpark Ook voor het Sloterpark (met uitzondering van het sportpark Ookmeer) pleit het stadsdeel voor handhaving van het huidige aanvullende toetsingskader. Wel vraagt het stadsdeel aandacht voor de mogelijkheid tot het ontwikkelen van de locatie Oostoever omdat bij vaststelling van het aanvullend toetsingskader nog geen plannen bestonden voor de herontwikkeling van deze bestaande recreatieve voorziening. Hoewel het huidige aanvullende toetsingskader herontwikkeling op dezelfde plek mogelijk maakt, zou hier gelet op de doelstelling de levendigheid aan de Sloterplas te vergroten mogelijk meer horecavolume wenselijk zijn dan nu het geval is. Verder biedt het aanvullend toetsingskader ook de mogelijkheid tot aanleg van parkeervoorzieningen (op grote parkeiland en bij haventje in Slotervaart) ter stimulering van het recreatief gebruik, die volgens het nieuwe groentype stadspark niet mogelijk zouden zijn. Nieuw-West houdt daarom vooralsnog graag vast aan het vigerende Ruimtelijke Toetsingskader voor het Sloterpark. Overigens wel met de bedoeling dit aanvulllend Toetsingskader te actualiseren zodra de integrale visie die naar aanleiding van de Sloterplasconferentie zal worden opgesteld gereed is. Hierbij gelden in ieder geval nog de volgende aandachtspunten die bij de actualisatie na afloop van de Sloterplasconferentie meegenomen moeten worden: a. Horecaontwikkeling op locatie Oostoever mogelijk te maken b. Ontwikkeling en bereikbaarheid jachthaven Slotervaart mogelijk maken c. Toppark Ookmeer uit het Ruimtelijk Toetsingskader Sloterpark halen (en daarmee onder als groentype sportpark toetsen)
Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
35
Vervallen van Aanvullende toetsingskader Sloterpark voor Toppark Ookmeer Gelet op de nieuwe visie op de sportparken nieuwe stijl vormt het aanvullende toetsingskader Sloterpark een belemmering voor de ontwikkeling van de sportparken. Bij de actualisering van het Ruimtelijk Toetsingskader voor het Sloterpark moet dit punt worden meegenomen. Tekstvoorstel bladzijde 222 Een aantal beleidsnota’s krijgen bij de vaststelling van de structuurvisie (opnieuw) de status van de structuurvisie. Dit betreft o.a. de nota ‘Het blauwe goud van Amsterdam’ waarin in 2001 de waterstructuur en de criteria voor de waterstructuur zijn vervat en hoofdstuk 2 van het Programma van Eisen voor de Tuinen van West én het Ruimtelijk toetsingskader voor de Sloterplas-/park), dat overigens zodra de integrale visie die naar aanleiding van de Sloterplasconferentie zal worden opgesteld gereed is, geactualiseerd zal moeten worden. Overigens zullen plannen ook aan de uitgangspunten van andere beleidsnota’s moeten voldoen. Bij de onderstaande hoofdstukken wordt verwezen naar relevante beleidskaders en nota’s. De opsomming is niet uitputtend. Het spreekt voor zich dat de genoemde nota’s tijdens de looptijd van de voorliggende structuurvisie, kunnen worden geactualiseerd of herzien of komen te vervallen. Vervallen beleidskaders Onderstaande beleidsdocumenten komen bij de vaststelling van de structuurvisie te vervallen: alle aanvullende beleidskaders van het structuurplan 2003 (m.u.v. de aanvullingen op het kader voor de hoofdgroenstructuur, cq. de Masterplannen). Rol van de Technische Adviescommissie Groen (TAC) Op pagina 241 wordt de procedure voor toetsing door de Technische Advies Commissie (TAC) voor de HGS omschreven. Wij onderschrijven het uitgangspunt de TAC al in vroeg stadium te consulteren over de planvorming. Daarnaast geven wij graag een aantal aandachtspunten mee ten behoeve van het goed kunnen functioneren van de TAC: Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
36
1. Het moet helder zijn aan welk toetsingskader de TAC moet toetsen (groentype of vastgesteld masterplan c.q. aanvullend toetsingskader HGS). Voor Nieuw-West gelden 2 aanvullende toetsingskaders die vermeld zouden moeten worden in het instrumentarium van de structuurvisie: Het ‘Ruimtelijk Toetsingskader Sloterpark’ en ‘Hoofdstuk 2 uit het Programma van Eisen Tuinen van West’. Overigens stellen wij ons op het standpunt dat alle bouwplannen die binnen het bestemmingsplan passen niet aan de TAC voorgelegd behoeven te worden (gebonden beschikkingen). 2. Wij zouden het plezierig vinden sneller over de adviezen te kunnen beschikken. 3. Wij vinden dat een Masterplan niet altijd binnen het groentype zoals omschreven in het toetsingskader hoeft te passen. Hierbij kan als voorbeeld dienen het Progamma van Eisen Tuinen van West,zoals dat door de gemeenteraad is vastgesteld. Hier geldt in plaats van het groentype ‘stadsrandpolder’ een meer op recreatieve ontwikkelingen afgestemd toetsingskader. 4. Geen dubbelrol voor de TAC. Wij zijn van mening dat de TAC uitsluitend aan door de gemeenteraad vastgestelde toetsingskader voor de HGS óf aan een vastgesteld Masterplan/aanvullend toetsingskader zou mogen toetsen en niet ook beleidsrol vooraf (geen dubbele pet). 5. Gelet op de ambities in de structuurvisie ten aanzien van het metropolitane landschap en de wens tot intensivering van het recreatief gebruik van het stedelijk groen en de extra functies die dit met zich meebrengt is het aan te bevelen specialismen (bijvoorbeeld ‘recreatie’ voor Tuinen van West en ‘sport’ voor de sportparken nieuwe stijl) sterk te verankeren. Pagina 246 Onder “Nieuwbouw en Verharding” algemene richtlijnen voor inpasbaarheid worden als niet inpasbare bebouwing windturbines genoemd: wij vinden dat windmolens in ieder geval tot 20 meter hoog, en wellicht 35 meter na verleende ontheffing, inpasbaar zouden moeten zijn in groengebieden. Onder “Parkeren” worden groene toepassingen zoals gewapend gras toch als verharding gerekend. Waarom? Gewapend gras is immers niet van gewoon gras te onderscheiden (zie evenemententerrein op Westergasfabrieksterrein) en zou als 100 % onverhard moeten gelden. Daarnaast bestaat er ook nog halfverharding (zoals grastegels), het lijkt redelijk om deze als 50 % verharding te beschouwen. Vragen en tekstuele opmerkingen met betrekking tot criteria per groentype Pagina 247: Volkstuinparken en schoolwerktuinen: Vallen nutstuinen ook onder volkstuinen of onder schoolwerktuinen ? Meer aansluiten bij doelen van de nota volkstuinparken zoals openbaar toegankelijk maken en meer activiteiten voor niet tuinders, in plaats van voorschrijven wat is gewenst. Ook geen fietsroute over het park voorschrijven, dit kan ook een wandelroute zijn Pagina 248: Stadspark Geen parkeervoorzieningen is in strijd met het aanvullend toetsingskader Sloterpark ! Wij gaan er van uit dat het aanvullend toetsingskader Sloterpark/-plas geldig blijft. Er is aangegeven dat de 5 % bebouwing in stadsparken om extra toevoeging boven op de bestaande bebouwing geldt. Pagina 249: Sportpark De tekst willen wij graag als volgt aangepast zien: Gebruik, gewenste beleving Sportparken: Alle terreinen voor (landgebonden) sport in vereniging- en/of clubverband, met uitzondering van golfterreinen die vallen onder het groentype stadspark. sportparken worden gebruikt voor intensieve sportbeoefening en dienen daarnaast als recreatieve sportbeoefening als onderdeel van het openbare leven op wijkniveau. De bezoekers zijn voornamelijk georganiseerde en ongeorganiseerde sporters en toeschouwers. De grotere parken hebben daarnaast een beperkte functie als wandelgebied. Belangrijk is dat de parken op een goede manier zijn ingebed in de stedelijke omgeving, uitnodigend en toegankelijk zijn en geen geïsoleerde eenheden vormen. Groene randen met een waterlijst zijn daarvoor belangrijke elementen.
Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
37
Gewenste zonering Velden, vrijetijdsaanbod (binnen en buiten) voor intensief gebruik, met ruimte voor toeschouwers. Waar afscheiding gewenst is groene randen met waterlijst voor verfraaiing en afscherming, rekening houdend met de sportfunctie. Type beheer Velden: intensief, gericht op een optimaal sportief gebruik. Groene Randen: intensief, gericht op groene verfraaiing van het sportpark, zowel voor de bezoekers als voor de omwonenden. Als het Sportpark in een ecologische structuur ligt dan dient het water in de waterlijst natuurvriendelijk (extensief) te worden aangelegd en onderhouden. Voorbeeld: sportpark Middenmeer, liggend in het Ecolint. Ontsluiting Intensief Bezoekersdruk Hoog Voorbeelden Olympiaplein, J.Banckersweg, Jan van Galenstraat, Toppark Ookmeer, Middenmeer-Voorland, Kadoelen, Toppark de Eendracht, Toppark Sloten Beleidsintentie Centraal staat het gebruik als sportvoorziening. De velden en vrijetijdsaanbod (binnen en buiten) worden ingericht voor optimaal sportief gebruik. Daarnaast dient er aandacht te zijn voor recreatieve sportbeoefening als onderdeel van het openbare leven op wijkniveau. Het bebouwings/verhardingspercentage de mate van verharding bedraagt maximaal ca 20 % van de totale oppervlakte van het betreffende sportpark. Waar mogelijk dienen voorzieningen geclusterd en geconcentreerd te worden. Alleen indoorsport en leisurefuncties en maatschappelijke voorzieningen die een directe relatie hebben met, dan wel een versterking betekenen van het aanbod aan sport en de overige recreatieve functies van het sportpark zijn inpasbaar. Voorzieningen die niet primair aan sport zijn gelieerd, zijn niet inpasbaar. Kunstgras en verharding ten behoeve van sportuitoefening, zoals gravelbanen voor tennis, atletiekbanen etc. vallen niet onder de verhardingsnorm en zijn toegestaan op zowel kleinschalige als grootschalige sportparken. Topparken: Op de in de sportnota benoemde topparken (Bijlmerpark, Ookmeer, de Eendracht, Sloten, MiddenmeerVoorland en 2 kleinere parken in Amsterdam-Noord) is een maximaal bebouwingspercentage van ca 20% toegestaan en zijn naast veldsport, indoorsport en leisurefuncties ook onderwijs, maatschappelijke functies (als kinderopvang en culturele buurtcentra), commerciële functies (gezondheidscentra, fysio, kleinschalige overnachtingsmogelijkheden gelieerd aan topsport) inpasbaar, mits een directe versterkende link aan het sportaanbod blijvend gegarandeerd kan worden. Het uitdagen tot bewegen dient centraal te staan. Bij zo’n optimalisatie van sportparken, waarbij het sportaanbod in stand blijft (toets sportaccommodatieplan) of zelfs wordt uitgebreid op een kleiner terrein, kunnen delen van het sportpark een andere bestemming krijgen. De 20% bebouwing-/verhardingsnorm geldt dan voor dat deel dat de sportbestemming behoudt. De nieuwe bestemming dient niet strijdig te zijn met het optimaal functioneren van het sportpark en opbrengsten dienen zoveel mogelijk te worden aangewend voor de optimalisatie van het betreffende park. Het openbare en (fysiek) open karakter van de sportparken moet worden versterkt. Modernisering waarbij het bestaande groene karakter niet wezenlijk verandert geldt als inpasbaar binnen sportparken. Het sportpark is hoogwaardig landschappelijk vorm gegeven, voorzien van een groen karakter. Het groen bevindt zich grotendeels in de randen. Het groen dient vooral ter verfraaiing, zowel naar de toeschouwers toe als naar de omwonenden. Een waterlijst om het gebied en een goede dooradering met sloten zorgt voor waterberging en biedt daarnaast kansen voor de natuur. Als het sportpark in of nabij een ecologische structuur ligt (Middenmeer in ecolint Toppark Sloten bij Groene AS ) dan dienen de waterpartijen met natuurvriendelijke oevers te worden ingericht en natuurvriendelijk te worden beheerd. Grotere sportparken zoals Middenmeer en Ookmeer dienen ook een functie voor niet-sporters te hebben. Door wandelpaden aan te leggen, speelvoorzieningen voor kinderen of doorgaande fietspaden kunnen ook buurtbewoners er gebruik van maken.
Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
38
Kleinschalige sportparken Voor de (tot circa 3 ha.) geldt een maximaal bebouwingspercentage van ca 10%. In deze sportparken zijn slechts kleinschalige, sportgebonden voorzieningen toegestaan. Inpasbare voorzieningen Voorzieningen voor intensief sportief en maatschappelijk (mede)gebruik, zoals een beheerdergebouw, clubgebouwen, maatschappelijke voorzieningen, commercieel sportaanbod en dergelijke. Overdekte voorzieningen zijn inpasbaar mits ze het groene karakter van het sportpark niet aantasten. Bij de grotere sportparken wandelpaden en speelvoorzieningen voor kinderen, gericht op buurtbewoners. Pagina 250: stadsrandpolders Een bebouwingspercentage is moeilijk aan te geven, hangt ook van de omvang van het gebied af. Voor de Tuinen van West blijft H2 van het PvE als aanvullend toetsingskader voor de HGS gelden. Kaartwijzigingen Hoofdgroenstructuur (HGS), bladzijde 242, 243 Bij de vaststelling van het Programma van Eisen Tuinen van West door de gemeenteraad op 10 september 2008 is besloten de volgende gebieden toe te voegen aan de HGS: a. de groenstrook ten noorden van de wijk Geuzenveld-West; b. de groenstrook ten oosten van de wijk Geuzenveld-West; c. de Bok de Korverweg. Bovengenoemde wijzigingen zijn reeds op de HGS kaart in ontwerp structuurvisie verwerkt.
Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
39
Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
40
Verzoek tot toevoegen aan HGS: Onderstaande wijzigingen moeten echter nog worden doorgevoerd: De Brettenzone is nu vrijwel helemaal opgenomen, met uitzondering van het deel van de Seineweg (was voorheen een bedrijfsbestemming) en moet nog worden gewijzigd in HGS. Zie voor het Eendrachtpark de juiste ondergrond met het nieuwe Parkrandgebouw zoals eerder aangeleverd en opnieuw bijgevoegd, alles conform de bestemmingsplankaart dat met G1 is aangemerkt graag als HGS op de kaart opnemen). Daarnaast bestaat de wens om ook het noordelijk deel van het Eendrachtspark, nu nog met G2 aangemerkt ook tot HGS aan te wijzen. Graag de schoolwerktuin Ridderbos in Slotermeer aan de HGS toevoegen. Verder dringt het stadsdeel er met klem op aan de Noordoever in de HGS te houden maar wel de gewenste ontwikkeling op de locatie van café Oostoever mogelijk te maken. Bebouwing langs de zuidzijde van het haventje is echter ongewenst. Wij verzoeken ook de arcering, die naar wij begrepen in de vakgroep Groenbeleid op 10 maart ook op andere locaties in Amsterdam van de kaart zou verdwijnen te schrappen en hier geen (woon-)bebouwing in het groen mogelijk te maken. Het Christoffel Platijnpad loopt aan de oostkant van de gracht en is de ecologische corridor, het deel tussen Slotervaart en Sloterpark ontbreekt. Graag toevoegen aan de HGS. Toppark Sloten graag opnemen in de HGS. Verzoek tot verwijderen uit HGS: Het lijkt het ons duidelijker als de Westrandweg in de kaart wordt ingetekend omdat deze niet onder de HGS valt. Het Oevergebied Ringvaartdijk De Ringvaart is de ruggengraat van de Groene As. De gemeente heeft hier de verplichting de oeverstrook te ontwikkelen voor de doelsoorten van de Groene As en voor recreanten. Als commentaar hierop willen wij aangegeven dat volgens de HGS-kaart het gehele oevergebied van de Ringvaart nog onderdeel uit van de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (Groene As). De oevergebieden die nu in gebruik zijn als tuinen voor woonboten hebben geen openbare functie en het is dus de vraag of deze in de HGS opgenomen kunnen worden. Ook in het vigerende bestemmingsplan is de corridor langs het water niet als openbaar groen maar als bestemming tuin aangegeven. Het gaat hierbij om een strook van 10-12 meter uit de over van de Ringvaartdijk. Het betreft de gehele zone, waar woonboten liggen langs de Ringvaartdijk. Bebouwing Osdorperweg aangegeven als bebouwing en niet als groen buiten de HGS
Het bebouwingsgebied van de Osdorperweg in de HGS is bestempeld tot groen buiten de HGS. Dit is Stedelijk gebied dat ook als zodanig is bestemd in het recentelijk vastgestelde bestemmingsplan Osdorperweg e.o.
Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
41
Reactie op kaart met 9 groentypen:
Vooraf kan worden opgemerkt dat voor de Tuinen van West Hoofdstuk uit het PvE TvW dat is aangemerkt als aanvullend toetsingskader alsmede het aanvullend toetsingskader voor het Sloterpark/-plas en deze aanvullende toetsingskaders de criteria bij de groentypen vervangt. Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
42
Kaartwijzigingen Groentypen, bladzijde 244, 245 1. sportparken Bij sportpark Spieringhorn wordt voorgesteld het groen langs de Seineweg aan het groentype sportpark toe te delen. Op de HGS kaart moet overigens nog gecorrigeerd worden, dat we dit groen inderdaad graag aan de HGS toevoegen. De overzijde van de Seineweg voor het volkstuinenpark langs wordt daarentegen als natuurpark aangeduid. Het lijkt logischer om beide zijden als natuurpark aan te duiden, nu bij de zienswijze van de gemeente Amsterdam niet is opgenomen ook het sportpark Spieringhorn uit de Rijksbufferzone te halen en de ontwikkelmogelijkheden hierdoor aanzienlijk zijn beperkt. Bij Toppark de Eendracht is niet goed te zien of de begrenzing van het vlak wel goed samenvalt met de feitelijke begrenzing van het sportpark Het stadsdeel hanteert hiervoor de waterlopen rondom het sportpark als buitengrens. Het gebied erbuiten valt onder stadsrandpolder. Alles buiten deze sloten valt onder stadsrandpolder, ook de noordelijke ringdijk rondom de OBP-Noord. Toppark Sloten toevoegen aan groentype sportpark
Kaartwijzigingen Groentypen, bladzijde 244, 245 2. Volkstuinenparken Volkstuinenpark de Bretten is te ruim bemeten, graag aan zuidzijde en oostzijde als natuurpark aangeven. Ook de Grote Braak is te ruim bemeten, op de kaart is geen rekening gehouden met de WRW. - In de Tuinen van West graag het volkstuinenpark nieuwe stijl opnemen (V1 op kaart PvE). - Graag de schoolwerktuin Ridderbos toevoegen op de kaart.
Kaartwijzigingen Groentypen, bladzijde 244, 245 3. Ruigtegebieden - Kluut 1, is te klein op kaart zie uitbreiding - Voor het ruige riet in het Sloterpark is nu ook het groentype stadspark aangegeven. Dit was voorheen ruigtegebied net als de Brettenzone. Voor de Brettenzone is nu natuurpark gekozen. Dit lijkt ons voor het ruige riet ook een betere keuze dan stadspark - Ook een deel van de Brettenzone is als ruigtegebied aan te geven.
Kaartwijzigingen Groentypen, bladzijde 244, 245 4. Stadsparken - Eendrachtspark, Gerbrandypark, Sloterpark, en locatie kinderboerderij Tv W akkoord. - landtong Nieuwe Meer als stadspark toevoegen met langs het water corridor - Het Siegerpark valt onder curiosa en niet onder stadspark
Kaartwijzigingen Groentypen, bladzijde 244, 245 5. Natuurparken - Brettenzone akkoord als natuurpark - Park de Kuil ontbreekt - strook Seineweg langs sportpark ook natuurpark (= nieuw HGS) - de landtong Nieuwe Meer is geen natuurpark. Er bevinden zich een kunstenaarscollectief in een Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
43
voormalig defensiecomplex en een jachthaven met verkoophal botenopslag en een restaurant. Zeker 25% van dit gebied is bebouwd of verhard. Ook het strand van het Nieuwe Meer kan moeilijk natuurpark genoemd worden. Naar onze mening moet het gebied tussen het door ons gewenste sterretje op de punt van de landtong en het sterretje in het verlengde van de Anderlechtlaan de aanduiding Stadspark hebben. De 5% bebouwing die hierin is toegestaan moet dan bovenop de al aanwezige bebouwing gelden. Ook wijzen wij er op dat er op de punt van de landtong rechten liggen. In het geval dat daar te weinig ontwikkelingen mogelijk zijn kunnen er schadeclaims komen en ligt verpaupering op de loer. - Het Christoffel Plantijnpad loopt aan de oostkant van de gracht en is de ecologische corridor, het deel tussen Slotervaart en Sloterpark ontbreekt. De corridor staat los van het Wiedijkpark. Aan HGS toevoegen als groentype corridor
Kaartwijzigingen Groentypen, bladzijde 244, 245 6. Stadsrandpolders Bij de vaststelling van het PvE TvW door de gemeenteraad is de Osdorper Binnenpolder Noord in zijn geheel in de HGS gekomen. Dit lijkt op de kaart groentypen nog niet het geval. Daar is aan de ringdijk en omgeving het type bestaand groen toegekend, dit maakt volgens de inkleuring van de rest van de kaart geen deel uit van de HGS. De dijk en omgeving dienen ook aan het groentype stadsrandpolder te worden toegevoegd. De toekomstige Kluut 2 ten westen van de WRW als ruigtegebied aanmerken net als de Kluut 1. 7. begraafplaats Het meest noordelijke hoekje van de begraafplaats Westgaarde is een perceel voor de stalling van campers. Dit perceel behoort tot het groentype stadsrandpolder.
Kaartwijziging Groentypen, blz. 244, 245 8. Pagina 251: groene corridors - By pass Groene AS ter plaatse van Ringvaartdijk – Oost opnemen - corridor op landton toevoegen - Christoffel Plantijnpad toevoegen als corridor Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
44
Hoofdstuk 6 Verkeer en Vervoer Hoofdnetten Opmerking bij Hoofdnet Auto: De pijl vanaf Ookmeerweg moet worden verwijderd in verband met schrappen van de reservering voor Parkstadafslag. Voorts moet de ondergrond van de kaart worden aangepast door de verlegde A9.
Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
45
Opmerkingen bij Hoofdnet OV: De blauwe gestippelde lijn voor hoofdnet Bus moet worden vervangen door een combinatie stippellijn bus of rail, omdat het nog niet is vastgesteld of over de Allendelaan een bus of tram komt De hoofdnetten garanderen een bepaalde doorstroom kwaliteit over de weg voor de OV-aanbieders. De doorstroming is afhankelijk van de infrastructuur, bijv. de aanwezigheid van drempels. In verband hiermee dient de Derkinderenstraat uit het Hoofdnet te worden gehaald en Oostoever hieraan worden toegevoegd
Bijlage Reserveringen hoofdnetten Projecten openbaar vervoer Doortrekken metrolijn 50 Isolatorweg Centraal Station Voor het verbeteren van het stedelijk OV-netwerk is het essentieel de kleine Metroring te sluiten door Metrolijn 50 bij Isolatorweg door te trekken naar het Centraal Station. Dit mag naar onze mening niet afhankelijk zijn van de keuze voor de nu voorgestelde grote metroring naar Noord die alleen het station Sloterdijk en niet op het Centraal Station komt. Kleine metroring niet als variant van OV7 maar als afzonderlijk project toevoegen aan reserveringen hoofdnetten, projecten openbaar vervoer.
Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
46
Tekstvoorstel bladzijde 266 Kleine Metroring niet als variant van OV7 maar als afzonderlijk project toevoegen aan Reserveringen hoofdnetten; projecten openbaar vervoer: •
Completeren van kleine metroring, Route langs het bestaande spoor rechtstreeks naar Amsterdam CS.
OV 11(oud) Er wordt nog onderzocht of de (oorspronkelijk onder nummer OV 11) gewenste koppeling van tramlijn 1 aan tramlijn 17 en doortrekken van tramlijn 1 uit de Aker naar bedrijven park Lutkemeer mogelijk is. OV 16 - Westtangent Aanduiding van Westtangent veranderen: In plaats van HOV-busverbinding aangeven van HOV-verbinding, omdat dit op basis van de nu gestarte verkenningsstudie Westtangent zowel een bus als een tramverbinding kan zijn. In plaats van twee routes door de Westelijke Tuinsteden moet worden vermeld dat er in een verkenningsstudie Westtangent een viertal varianten worden onderzocht van zowel de regionale verbindingen (Westpoort en Schiphol) als de interne OV-structuur binnen Nieuw-West. De uitvoering van de gemeenteraadmotie Van Drooghe (tramlijn over de Allendelaan) maakt onderdeel uit van de verkenningstudie. Tekstvoorstel, bladzijde 267 OV16, Westtangent, Een HOV-busverbinding tussen Sloterdijk – Badhoevedorp – Schiphol met aantakkingen op diverse tramlijnen
Het stadsdeel is positief over toevoegingen HOV in Nieuw-West als drager voor stedelijke ontwikkelingen. Kanttekeningen keuze voor HOV-varianten bus/tram. Keuze varianten afhankelijk stellen van uitkomst verkenningsstudie Westtangent. Hierin zit onderzoek naar : • • •
e
regionale OV-verbindingen met Westpoort (havengebied) en Schiphol (2 terminal en Schiphol Plaza) Interne OV-structuur gericht op het verbeteren van de noord-zuid verbindingen binnen Nieuw-West. Binnen deze verkenningsstudie wordt speciaal aandacht besteed aan de vervoerswaarde van een tramlijn over de Allendelaan.
In het visiedeel zijn de varianten op basis van het wensbeeld OV nog opgenomen als hoogwaardig OV. In het faseringsbeeld 2010-2020 zijn de varianten al als “uitbreiding bus”opgenomen. In het plan van aanpak is opgenomen dat uit de verkenningsstudie nog moet blijken of er sprake is van een bus of een tram. De kaart van het faseringsbeeld moet hierop worden aangepast. Dit betekent dat zowel een bus als een tram in de reserveringslijst moet worden opgenomen Bijlage Reserveringen Hoofdnetten In de bijlage reservering hoofdnetten is geen reservering voor het doortrekken van een tramlijn over de Allendelaan opgenomen. Tekstvoorstel bladzijde 266, 267 Opnemen in de tabel van een reservering voor het doortrekken van tramlijn over Allendelaan naar Osdorpplein. Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
47
Kaartwijzigingsvoorstel bladzijde 276-277 Kaartbeeld van Wensbeeld OV netwerk 2030+ / reserveringen OV Op blz. 30-31, bij de OV reserveringen op blz. 276-277 en de uitvoeringskaarten staan in twee kruisende lijnen de binnen de structuurvisie gedachte OV-verbindingen voor de Westtangent. Deze reserveringen zullen moeten aangepast aan de uitkomsten van de verkenningsstudie. De lijnen zijn nu o.a. getrokken over het Christoffel Plantijnpad. Dit is een groene verbindingszone. Deze is als corridor opgenomen in de Hoofdgroenstructuur. Dit is tegenstrijdig. In ieder geval zijn wij van mening dat hier geen bus of tram mag komen rijden. Voorts loopt de lijn in Geuzenveld in het verlengde van de Troelstralaan door een gebied waar recent nieuwbouw is gepleegd.
Opmerking bij hoofdnet fiets Voor het aanpakken van knelpunten en verbeteringen van bestaande verbindingen wordt de voorkeur gegeven aan verbeteringen die zowel ten gunste komen van het dagelijkse woon/werk- en woon/schoolfietsverkeer als het recreatieve fietsen. Dit kan echter op gespannen voet staan met de verbetering van ontsluiting van de metropolitane groengebieden in de scheggen. De betreffende ontsluitingsroutes hebben namelijk een vooral recreatief karakter maar zijn van wezenlijk belang voor het karakter van de stad Wandelnetwerk Het wandelnetwerk loopt achter bij het fietsnetwerk. Hoewel het wandelnetwerk voor een structuurvisie een te groot detailniveau betreft is het wel wenselijk om bij herprofilering van wegen ook de mogelijkheden voor de fietser als de wandelaar in het nieuwe profiel mee te nemen. Voor de waardering van de verbindende wandel- en fietsroutes is de kaar “Lekker Wandelen en Fietsen”van groot belang. PlanMER Met betrekking tot de PlanMER willen we slechts een enkele opmerking maken. In de samenvatting van de PlanMER wordt op bladzijde 31 PlanMER aangegeven dat geluidgehinderde door luchtvaart vooral aan de westkant van Amsterdam te vinden zijn maar dat hier in geen van de alternatieven extra woningbouw is voorzien. Dit strookt niet met de inhoud van de structuurvisie. Hierin wordt voor Nieuw-West een woningbouwprogramma van 13.400 woningen voorgesteld. Op pagina 72 van planMER wordt de kaart van de Ecologische hoofdstructuur weergegeven. In de vakgroep Groenbeleid is op 10 maart voorgesteld om deze kaart in het visiedeel van de structuurvisie op te nemen.
Zienswijze Stadsdeel Nieuw-West op Ontwerp Structuurvisie Amsterdam 2040
48