Vereniging Energie-Nederland
Autoriteit Consument & Markt Directie Energie-Nederland Postbus 16326 2500 BH DEN HAAG Lange Houtstraat 2
tevens per e-mail:
[email protected]
2511 CW Den Haag
T. 070 311 43 50 F. 070 311 43 51 Ons kenmerk Behandeld door Telefoon E-mail Datum
Onderwerp
ENL-2013-01061
www.energie-nederland.nl
N.R. Geerts-Zandveld
[email protected]
070-3114373
KvK Den Haag 50816179
[email protected] 27 november 2013 Zienswijze Codewijziging implementatie congestiebeheer en capaciteitsallocatie door GTS Zaaknummer: 13.0.850.52
Geachte mevrouw, heer, Op 16 oktober 2013 heeft u het ontwerpbesluit tot implementatie congestiebeheer en capaciteitsallocatie door GTS, ook wel implementatie CAM/CMP genoemd, ter inzage gelegd onder zaaknummer 13.0.850.52, verder te noemen het ontwerpbesluit. Derhalve dient uiterlijk 27 november 2013 een zienswijze ingediend te worden. Tijdens de hoorzitting van 19 november 2013 heeft Energie-Nederland al mondeling een toelichting gegeven op het ontwerpbesluit. Deze brief dient aangemerkt te worden als de schriftelijke bevestiging van hetgeen tijdens deze hoorzitting naar voren is gebracht. Op punten is hetgeen tijdens de hoorzitting is aangegeven in deze brief nader genuanceerd. Algemeen Energie-Nederland merkt op, dat de gevolgen van de implementatie van Bijlage 1 van de Verordening (EG) nr. 715/2009 (CMP), verder te noemen CMP, en de Netwerkcode over 1 capaciteitsallocatiemechanismes in gastransmissiesystemen (NC CAM) , verder te noemen CAM, steeds duidelijker worden. Dit leidt ertoe, dat onze leden met steeds meer vragen omtrent de uitvoering geconfronteerd worden. Vragen, die ten tijde van de behandeling in het GEN nog niet aan de orde waren. Het voorliggende ontwerpbesluit geeft naar de mening van Energie-Nederland niet op alle vragen een voldoende antwoord. 1
Verordening (EU) nr. 984/2013 d.d. 14 oktober 2013
ENL-2013-01061
Verder merkt Energie-Nederland op, dat op een aantal punten onduidelijk is hoe ACM de belangen van GTS en de markt tegen elkaar heeft afgewogen. Energie-Nederland heeft sterk de indruk, dat de belangen van GTS sterk de overhand hebben. Ten aanzien van de belangen van de markt wordt diverse malen aangegeven, dat het in het belang van de markt is, hoewel het voor de markt onduidelijk is welk belang daar dan mee is gediend of soms wordt er zelfs geen voor de markt kenbaar belang gediend. Op grond van artikel 3.4 Algemene wet bestuursrecht dienen de belangen bij de totstandkoming van een besluit zorgvuldig tegen elkaar afgewogen te worden. Early implementation. Tijdig 1. In randnummer 2 van het ontwerpbesluit stelt ACM, dat de aanleiding van dit ontwerpbesluit gebaseerd is op haar verzoek aan de gezamenlijke netbeheerders om de procedureregels voor congestie, voortvloeiend uit CMP en de inwerkingtreding van CAM adequaat en tijdig op te nemen in de tariefstructuren en voorwaarden als bedoeld in artikel 12a en 12b van de Gaswet. EnergieNederland vraagt zich af waarom ACM zo’n haast heeft met de implementatie van deze twee Europese regelingen. CMP 2. Ten aanzien van CMP geldt het volgende. Op 24 augustus 2012 heeft de Commissie een besluit genomen over wijziging van Bijlage 1 bij Verordening 715/2009 over de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten. In de bijlage staat per onderwerp aangegeven wanneer de gewijzigde regels ten uitvoer gelegd moeten zijn. Voor een deel van de regels geldt, dat zij vanaf 1 oktober 2013 ten uitvoer gelegd moeten zijn. Dat gaat op voor Capaciteitstoename door overboekings- en terugkoopregeling (punt 2.2.2 Bijlage) Teruggeven van gecontracteerde capaciteit (punt 2.2.4 Bijlage) Mechanisme voor lange termijn use-it-or-lose-it (punt 2.2.5 Bijlage) 3. Voor andere delen geldt een toepassing met ingang van 1 juli 2016. 4. Met andere woorden, CMP dient zo spoedig mogelijk geïmplementeerd te worden. 5. Tot zover volgen wij ACM ten aanzien van het begrip tijdige opname in de tariefstructuren en voorwaarden. CAM 6. Uit artikel 28 Verordening (EU) nr. 984/2013 d.d. 14 oktober 2013 blijkt, dat deze verordening van kracht wordt met ingang van 1 november 2015. Het duurt derhalve nog twee jaar, voordat deze verordening, die rechtstreeks van toepassing is in de lidstaten, van kracht wordt. Deze termijn is gekozen om partijen in de gelegenheid te stellen zich aan de nieuwe regels aan te passen. Implementatie in de Nederlandse codes door middel van het ontwerpbesluit is derhalve voortijdig.
ENL-2013-01061
Pagina 2/10
7. Er is zeker sprake van voortijdigheid nu van meet af aan bekend is, dat marktpartijen op bepaalde punten problemen hebben met CAM, zoals die thans is geformuleerd. Bovendien schrijft CAM op bepaalde punten een methode voor, die de markt minder faciliteert dan het huidige systeem. Tot slot is gebleken, dat het systeem, zoals beschreven in het ontwerpbesluit niet op alle punten overeenkomt met de systemen in de ons omringende landen. 8. Kortom, vroegtijdige implementatie in de codes is niet in het belang van de markt(partijen). Bijzondere omstandigheden 9. Nu GTS als landelijk netbeheerder de markt dient te faciliteren en ACM markten moet laten werken is naar de mening van Energie-Nederland sprake van een voortijdige implementatie. 10. De hoofdregel zou moeten zijn, dat nieuwe wetgeving eerst wordt geïmplementeerd op het moment, dat deze definitief is en in werking is getreden. Ook ACM steunt dit principe. 11. Immers, ACM heeft diverse malen aangegeven, dat zij het standpunt huldigt, dat niet vooruit gelopen dient te worden op toekomstige wetswijzigingen tenzij bijzondere omstandigheden daartoe 2 nopen. Naar de mening van Energie-Nederland zijn er in de onderhavige kwestie geen bijzondere omstandigheden aanwezig op grond waarvan eventueel tot voortijdige implementatie van CAM overgegaan dient te worden. Naar de mening van Energie-Nederland zijn er echter wel bijzonder omstandigheden aanwezig op grond waarvan zeker niet tot voortijdige implementatie overgegaan dient te worden, zoals bijvoorbeeld voortijdige invoering van gebundelde producten. 12. Energie-Nederland erkent overigens, dat in geval van congestie de maatregelen, zoals opgenomen in CAM en CMP goed zijn. Zonder congestie is dat echter niet het geval en is er in elk geval geen sprake van een verbetering. 13. Tot slot merkt Energie-Nederland en niet in de laatste plaats nog het volgende op. Invoering van CAM betekent een overgang van ongebundelde grensproducten naar gebundelde grensproducten. Dat is een compleet ander systeem dan het huidige systeem. Alle partijen zullen hun portfolio daaraan moeten aanpassen. Het is dan wel heel bijzonder, dat ACM een besluit neemt in december 2013 met een invoeringsdatum 1 januari 2014 terwijl invoering nog niet is verplicht. Dit zou betekenen een overgang naar een nieuw systeem met een overgangstermijn van nog geen drie weken, waarin de Kerstperiode is begrepen. Dat kan toch niet de bedoeling zijn. 14. Kortom, vroegtijdige implementatie in de codes is niet in het belang van de markt(partijen). Harmonisatie 15. Harmonisatie met omringende regimes zou een bijzondere omstandigheid kunnen zijn.
2
Zie bijvoorbeeld het ontwerpmethodebesluit GTS 2014-2016 randnummer 5
ENL-2013-01061
Pagina 3/10
16. Energie-Nederland heeft al eerder aangevoerd, dat vroegtijdige implementatie niet tot doel op zich verheven moet worden. De belangrijkste voorwaarde voor vroegtijdige implementatie van codes is dat de uitwerking aansluit bij de gasmarkt in en om Nederland heen, temeer omdat marktintegratie ervoor zorgt dat de verschillende gasmarkten steeds meer met elkaar verweven raken. Wanneer Nederland als enige kiest voor een specifieke uitwerking van de codes en daardoor een situatie creëert, die niet aansluit bij omringende landen, dan frustreert vroegtijdige implementatie mogelijk de totstandkoming van een geïntegreerde markt. Afstemming met Nederlandse en NoordwestEuropese betrokken marktpartijen is een absolute noodzaak bij het implementeren van Europese regelgeving. Energie-Nederland vraagt zich dan ook af hoe de toezichthouders in de ons omringende landen tegen dit onderwerp aankijken en hoe het in de ons omringende landen op dit moment is geregeld. In randnummer 16 van het ontwerpbesluit stelt ACM, dat zij de Duitse en Belgische toezichthouders heeft geconsulteerd omtrent de implementatie van CAM/CMP. In het ontwerpbesluit ontbreekt echter de uitkomst van deze consultatie. 17. Al eerder hebben we onze zorgen geuit over verplichte gebundelde producten. Ons bezwaar tegen gebundelde producten is niet overgenomen in CAM. Daar leggen wij ons derhalve bij neer. Wel bestaan er zorgen ten aanzien van enkele uitvoeringsaspecten. 18. In de eerste plaats vragen wij ons af hoe de gebundelde producten te combineren zijn met de verschillende interuptable producten in Duitsland? 19. In de tweede plaats is ons gebleken, dat Duitsland (en Oostenrijk) niet voornemens is om OSBB in te voeren. Duitsland heeft al wel ST-UIOLI ingevoerd. Hierdoor lijkt het ons lastig om gelijkwaardige producten aan beide zijden van de grens te bundelen tot een gebundeld product. 20. Tijdens de hoorzitting heeft GTS aangegeven, dat alleen firm capaciteit gebundeld zal worden aangeboden. Additioneel zou overgebleven ongebundelde en interuptable capaciteit aangeboden worden. In het geval gebundelde capaciteit niet wordt verkocht in de jaarveiling, dan zou deze capaciteit worden aangeboden op veilingen met een kortere duur (maand, dag). GTS stelt, dat dagproducten wel gelijkwaardig zijn. Voor maandproducten is dat niet het geval. 21. Energie-Nederland vraagt zich af hoe een marktpartij zijn portfolio gereed kan maken voor CAM met alleen gebundelde producten, als ongebundelde producten niet noodzakelijkerwijs worden aangeboden. Immers als op een grens alle capaciteit gebundeld is, dan komt er geen ongebundelde capaciteit meer vrij. Ook niet als de gebundelde capaciteit niet wordt verkocht. Dit pleit naar de mening van Energie-Nederland voor een ruime implementatietermijn, zodat partijen hun portfolio kunnen aanpassen aan de eisen van CAM met gebundelde grensproducten. EnergieNederland heeft ook begrepen dat dit het hoofdargument was om de datum waarop deze verordening van kracht wordt uit te stellen naar 1 november 2015. 22. Uit het ontwerpbesluit blijkt niet hoe deze ongelijkwaardigheid opgelost gaat worden. Dit zou in de code opgenomen dienen te worden.
ENL-2013-01061
Pagina 4/10
23. Naast bovenstaande situatie zijn er nog enkele naar onze mening ongewenste gevolgen van de implementatie van OSBB aan de Nederlandse kant, gecombineerd met ST-UIOLI aan de Duitse kant. 24. Ten eerste zal deze combinatie ervoor zorgen dat waarde- of prijsverschuivingen plaats vinden tussen de twee capaciteiten die worden gebundeld en daardoor tussen de verschillende markten. Wanneer aan de Nederlandse kant terugkoop (Buy Back) wordt toegepast, zullen de prijzen die door marktpartijen worden geoffreerd voor het teruggeven van capaciteit niet alleen de kosten aan Nederlandse kant, maar ook die aan Duitse kant moeten dekken, omdat aan de Duitse kant geen terugkoop wordt toegepast. Hierdoor zal het terugkooptarief aan Nederlandse kant (onnodig) hoog zijn voor de Nederlandse TSO, terwijl de Duitse TSO geen extra kosten maakt. 25. Daarnaast hebben de verschillende mechanismen ook tot gevolg dat het risico op interruptie verschillend is aan elke kant van de grens. Bij fysieke congestie aan de Nederlandse kant, zal terugkoop worden toegepast, waarbij partijen zelf bepalen of ze minder nomineren, ofwel capaciteit terug verkopen aan de TSO. Echter, aan de Duitse kant zal deze fysieke congestie ertoe leiden, dat alle marktpartijen met een nominatie op dat punt pro-rata hun nominaties verlaagd zien. Dit heeft tot gevolg dat de Nederlandse ‘terugkoop-partijen’ een deel van hun Duitse capaciteit behouden (met de financiële betalingsverplichting), terwijl ze deze niet meer kunnen gebruiken, omdat ze de Nederlandse helft van die capaciteit terug hebben verkocht aan de TSO. Daarnaast kunnen de overige partijen hun Nederlandse capaciteit deels niet meer gebruiken, omdat ze aan de Duitse kant minder capaciteit hebben door de toepassing van pro-rata. Door deze combinatie zal er uiteindelijk minder capaciteit kunnen worden gebruikt dan beschikbaar (en verkocht) is. 26. Kortom, vroegtijdige implementatie in de codes is niet in het belang van de markt(partijen). Urgentie 27. Urgentie zou een bijzondere omstandigheid kunnen zijn. Derhalve vraagt Energie-Nederland zich af hoeveel interconnectiepunten momenteel congestie kennen. Met andere woorden, hoe urgent is de situatie. In het ontwerpbesluit vinden wij hieromtrent niets terug. 28. Tijdens de hoorzitting gaf GTS aan, dat zij wil sturen op het systeem en dat zij derhalve vroegtijdig wil implementeren. Meepraten over de ontwikkeling van een systeem is naar de mening van Energie-Nederland iets anders dan zelf een systeem ontwikkelen voordat anderen daarmee aan de slag zijn gegaan. Bovendien is de Europese wetgeving gereed. Het gaat nu alleen nog om implementatie in de Nederlandse wetgeving. Dat is iets anders dan mede het systeem ontwikkelen. 29. Voorts gaf GTS tijdens de hoorzitting aan, dat zij al ruim anderhalf jaar bezig is met de implementatie van CAM/CMP en dat er derhalve al veel kosten in de implementatie zijn gaan zitten. Opschorten van de implementatie zou derhalve niet efficiënt zijn. Energie-Nederland verbaast zich over dit argument. Immers de keuze van GTS om voortijdig interne maatregelen te nemen is een interne keuze van GTS. Indien die keuze de marktwerking niet bevordert en er is bekend, dat marktpartijen expliciet tegen bepaalde punten zijn, is het maar zeer de vraag of de markt dan maar geconfronteerd moet worden met de gevolgen van deze interne keuze omdat anders de effi-
ENL-2013-01061
Pagina 5/10
ciëntie van bepaalde investeringen weg zou vallen. Naar de mening van Energie-Nederland is dat de omgekeerde wereld. (GTS hanteert dit argument overigens meer en meer. 30. Kortom, er is geen sprake van urgentie voor de markt(partijen). De reden van mogelijke urgentie aan de zijde van GTS is geheel en al toe te rekenen aan het handelen dan wel nalaten van GTS en komt derhalve ook voor rekening en risico van GTS. Veiling 31. CAM regelt onder andere het veilen van producten. Nu geldt het systeem van first-come-firstserve. Na de invoering van CAM moeten partijen wachten op de veiling om bij een commerciële deal ook het transport te kunnen regelen. Bij veiling van jaarproducten is de tijd lang. Wij geven het volgende voorbeeld. Met de huidige FCFS-methodiek kan een partij die bijvoorbeeld in april onderhandelt over langjarige verkoop van gas op de grens ingaande 1 oktober, een condition precedent opnemen dat hij deze capaciteit (het goedkoopst) nog op jaarbasis kan kopen. In het nieuwe systeem kan pas capaciteit op jaarbasis worden gekocht die start per 1 oktober van het volgende gasjaar. Dat beperkt de mogelijkheden om gas te verhandelen. Dat is niet in het voordeel van de markt. Daarom zou deze beperking zo lang mogelijk uitgesteld moeten worden en bovendien worden afgestemd moeten met de buurlanden. 32. Tijdens de hoorzitting gaf GTS aan, dat zij marktwerking op het gebied van de verkoop van transportcapaciteit wil verbeteren door transportcapaciteit op één bepaald moment te verkopen (het moment van veilen) in plaats van gedurende het gehele jaar (FCFS). Dat marktpartijen hierdoor moeten wachten tot het moment van veilen verhoogt volgens GTS de waarde van de transportcapaciteit (marktwerking in transportcapaciteit). Naar de mening van Energie-Nederland is de verkoop van transportcapaciteit geen commercieel product maar een gereguleerd product. Er is geen sprake van concurrentie tussen aanbieders. Er is wel sprake van concurrentie tussen de shippers. Op het moment, dat zij moeten wachten totdat er geveild wordt, wordt de marktwerking beperkt. 33. Kortom, vroegtijdige implementatie in de codes is niet in het belang van de markt(partijen). Diversen 34. Op dit moment hebben partijen de mogelijkheid om door middel van een “shift of capacity” de capaciteit van binnenlandse exits te verleggen naar grenspunten. GTS heeft aangegeven dat deze mogelijkheid bij implementatie van CAM vervalt. Dat is een direct financieel nadeel voor bepaalde shippers in Nederland. Ook dat is een achteruitgang, die zo lang mogelijk uitgesteld zou moeten worden. 35. Wintercapaciteit wordt duurder. Momenteel betalen shippers voor Q4 en Q1 94,75% van het jaartarief. Na invoering van CAM kan alleen nog jaar-, kwartaal-, maand- en dagcapaciteit worden verkocht. GTS kiest ervoor om kwartaalproducten los van elkaar te verkopen. Daarmee gaat wintercapaciteit (Q4 + Q1) 135% van het jaartarief kosten. Het wordt dan goedkoper om 12 maanden in plaats van losse kwartalen te kopen. Dat is een perverse prikkel. Bovendien moet die jaarcapaciteit dan ver vooruit worden geboekt. Dit kan naar onze mening eenvoudig worden opgelost door
ENL-2013-01061
Pagina 6/10
de kwartalen niet per se als losse producten te verkopen: door de huidige prijsbepaling te handhaven als partijen meer dan één kwartaal capaciteit kopen. 36. Energie-Nederland mist een overgangsmaatregel voor die partijen, die momenteel jaarcapaciteit op basis van een kalenderjaar hebben gekocht. GTS gaat bij invoering van CAM alleen nog jaarcapaciteit verkopen op basis van gasjaren (1 oktober tot 1 oktober). Voor de 9 maanden, die overbrugd moeten worden tussen het huidige kalenderjaar capaciteit (1 januari) en toekomstig te contracteren gasjaarcapaciteit (1 oktober) zou GTS een tarief in rekening moeten brengen, dat gebaseerd is op een pro rata deel van het jaartarief, te weten 75% van het jaartarief in plaats van de 94% die GTS van plan is in rekening te brengen. 37. Kortom, vroegtijdige implementatie in de codes is niet in het belang van de markt(partijen). Conclusie 38. Vroegtijdige implementatie, dat wil zeggen (ruim) vóór 1 november 2015, is om de hiervoor genoemde redenen niet in het belang van de markt(partijen). Het belang van GTS op voortzetting van de ingeslagen weg is vooral gebaseerd op interne wensen. Energie-Nederland verzoekt ACM dan ook om de belangen van de markt(partijen) bij (i) een goed functionerende markt, (ii) een goed functionerend en goed doordacht systeem en (iii) tijd om de portfolio’s aan te passen goed af te wegen tegen de louter interne wensen van GTS. Terugkoopprocedure (OSBB) 39. Tijdens de prisma workshops heeft GTS recent aangegeven dat in het nieuwe systeem minder jaarcapaciteit wordt verkocht dan onder het huidige regime. Nu contracteren op jaarbasis de capaciteit per dag het goedkoopst maakt, is dit in het nadeel van de markt. Ook daarom zou invoering zo lang mogelijk moeten worden uitgesteld. 40. Tijdens de hoorzitting heeft Energie-Nederland gevraagd wat is de voorwaarde/het moment is, dat GTS OSBB in de markt aanbiedt. Hierover staat immers niets opgenomen in het ontwerpbesluit. Energie-Nederland is van mening dat de voorwaarden vooraf helder en transparant moeten zijn. 41. Tijdens de hoorzitting gaf GTS aan, dat hieromtrent nog geen besluit is genomen. Men heeft in gedachten om vanaf 80% van de technische capaciteit de terugkoopprocedure toe te passen. Dit zal worden vastgelegd in de TSC. Energie-Nederland verbaast zich over dit antwoord. Immers enerzijds dienen de marktpartijen vooraf duidelijkheid te hebben over de te hanteren procedure. Kennelijk is hierover nog geen beslissing genomen. Dit leidt tot onduidelijkheid in de markt. 42. Anderzijds is dit naar de mening van Energie-Nederland een punt dat in de codes opgenomen dient te worden en niet in de TSC. 43. Energie-Nederland verzoekt ACM dan ook de te hanteren procedure op te nemen in het voorlig-
ENL-2013-01061
Pagina 7/10
gende besluit. 44. In randnummer 41 van het ontwerpbesluit wordt ten aanzien van de terugkoopprocedure gesteld, dat als laatste stap de inzet van commerciële middelen valt, waaronder ook de terugkoopveiling. Het woord “waaronder” geeft aan dat er meer commerciële middelen zijn dan de terugkoopveiling. Energie-Nederland vraagt zich af welke dat dan zijn. Het ontwerpbesluit geeft daar geen nadere toelichting op. Berekening technische capaciteit 45. Naar aanleiding van een opmerking van Energie-Nederland in het GEN heeft ACM GTS gevraagd om de berekening van de technische capaciteit te verduidelijken. Een verdere verduidelijking omtrent deze berekening vinden wij erg belangrijk in verband met de grens waarboven OSBB van toepassing is of wordt. 46. Daarnaast begrijpt Energie-Nederland niet, dat de technische capaciteit niet binnen het jaar herrekend kan worden. Wij menen dat een herberekening binnen het jaar wel wenselijk is. Wij kunnen ons voorstellen dat de technisch capaciteit kan veranderen door veranderingen in de markt (afzet/stromen). Maar ook in de zomer zal de situatie anders zijn dan in de winter. Wij verwachten dat deze effecten van invloed zijn op de omvang van de technische capaciteit en de omvang van de OSBB. 47. Tijdens de hoorzitting gaf GTS aan, dat binnen het jaar berekenen van capaciteit geen of in elk geval een zeer beperkt effect heeft op de beschikbare capaciteit. Herberekening binnen het jaar zou derhalve niet kostenefficiënt zijn, hoewel sommige landen dit wel doen. 48. Energie-Nederland kan niet beoordelen of de kosten efficiënt zijn. Die beoordeling laten wij graag over aan ACM. Echter, wij verwachten dat er wel een positief effect kan zijn. Energie-Nederland laat de beoordeling hierover na afweging van alle betrokken belangen aan ACM over. Conclusie 49. Naar de mening van Energie-Nederland dient er meer duidelijkheid te komen over de terugkoopprocedure en over de berekening van de technische capaciteit. Het ontwerpbesluit is daarin onvoldoende transparant. Bovendien ontbreekt in het ontwerpbesluit op een aantal punten een beslissing omtrent de te hanteren procedure. Ten einde de markt te faciliteren zouden deze punten in het ontwerpbesluit opgenomen dienen te worden. Opname in de TSC biedt te zijner tijd wellicht helderheid, maar dit punt hoort naar de mening van Energie-Nederland thuis in de codes ten einde tegemoet te komen aan de belangen van de markt. Teruggeven van gecontracteerde capaciteit (surrender of capacity) 50. Tijdens het GEN heeft Energie-Nederland betoogd dat surrender of capacity niet werkt, omdat de shipper pas van zijn betalingsverplichting wordt ontheven als eerst alle capaciteit van GTS is verkocht. Bovendien wordt alleen de betalingsverplichting opgeheven en krijgt de marktpartij geen
ENL-2013-01061
Pagina 8/10
veilingpremium. In de commentaren matrix, die naar aanleiding van het GEN is gemaakt, geeft GTS creatief antwoord dat doordat betalingsverplichting wordt opgeheven de marktpartij wel de veiling premium terugkrijgt, die hij eerder heeft betaald. 51. Tijdens de hoorzitting heeft GTS aangegeven, dat de volgorde van verkoop volgt uit CMP. Het niet uitkeren van een eventuele veilingpremium is niet meegenomen. Dit zou niet wenselijk zijn omdat deze inkomsten niet naar GTS gaan maar naar een fonds ten behoeve van de verbetering van de markt. 52. De secundaire markt kent al deze nadelen niet. Hierdoor verwachten wij dat de secundaire markt, mede gezien de marktsituatie, een groter belang krijgt. In randnummer 49 wordt gesteld, dat de secundaire markt geïmplementeerd gaat worden. Echter, Energie-Nederland treft ten aanzien hiervan in het ontwerpbesluit geen regelingen aan. Naar de mening van Energie-Nederland zou het voor de hand liggen, dat ACM hieromtrent regels opstelt ten einde de secundaire markt te ontwikkelen. 53. In de laatste zin van randnummer 46 van het ontwerpbesluit staat het volgende bepaald. “Daarnaast heeft het aanbieden van de teruggegeven capaciteit in een veiling als consequentie dat het de partij die de capaciteit teruggeeft niet is toegestaan om deze capaciteit op een nadere manier te verhandelen.” Niet is geregeld hoe lang de marktpartij niet mag aanbieden op een andere manier, zoals bijvoorbeeld op de secundaire markt. Deze intransparantie komt de markt niet ten goede. Energie-Nederland zou graag helderheid verkrijgen over de lengte van de termijn en de reden waarom voor een bepaalde termijn wordt gekozen. Dit zou opgenomen dienen te worden in het ontwerpbesluit. 54. Uit randnummer 47 van het ontwerpbesluit blijkt, dat GTS heeft een sterke voorkeur heeft voor ‘pro rata’ herallocatie ingeval diverse partijen capaciteit teruggeven. Uit het ontwerpbesluit blijkt niet waarom GTS deze sterke voorkeur heeft. Toch gaat ACM mee met deze voorkeur, zonder daar dit nader te motiveren. Energie-Nederland verbaast zich hierover. In het zelfde randnummer wordt immers opgemerkt, dat harmonisatie aan beide zijden van de grens van belang is. EnergieNederland vindt evenals ACM, dat aan beide zijden van de grens een gelijke methode gehanteerd zou moeten worden, met name voor gebundelde producten. Uit randnummer 51 blijkt, dat in België en Duitsland is gekozen voor de tijdstempelmethode (first come first serve). Bovendien blijkt uit randnummer 51, dat ACM verwacht, dat deze methode uiteindelijk de standaard zal worden.
55. In randnummer 50 van het ontwerpbesluit stelt ACM, dat de TSO op grond van CMP niet verplicht is om teruggave van capaciteitsproducten met een looptijd van een dag of korter te aanvaarden. Energie-Nederland merkt echter op, dat bij OSBB wel met dagproducten wordt gewerkt. Wij vragen ons dan ook waarom day ahead wel extra capaciteit verkocht kan worden op basis van OSBB maar niet op basis van Surrender of Capacity. Zeker op dagen dat GTS geen OSBB capaciteit durft te verkopen zou dit de markt helpen.
ENL-2013-01061
Pagina 9/10
Wijzigingen in begrippenlijst Gas 56. In randnummer 56 van het ontwerpbesluit stelt ACM, dat voor marktpartijen duidelijk moet zijn welke punten gekwalificeerd kunnen worden als interconnectiepunt. Energie-Nederland onderschrijft dit belang. Energie-Nederland zou daar echter aan toe willen voegen, dat even zo belangrijk is te weten of er op een bepaald interconnectiepunt sprake is van congestie. Ook dat zou op eenvoudige wijze geraadpleegd moeten worden. Energie-Nederland verzoekt ACM dan ook om dit punt mee te nemen in het definitieve besluit. Overig 57. In randnummer 27 staat, dat Energie-Nederland het ‘ongrijpbaar’ vindt, dat…. Het woord ‘ongrijpbaar’ dient vervangen te worden door het woord ‘onbegrijpelijk’. Wij gaan ervan uit, dat hier sprake is van een typefout. Verzoek 58. Uit het vorenstaande blijkt, dat Energie-Nederland van mening is, dat het ontwerpbesluit op bepaalde delen onvoldoende gemotiveerd of helder is. Ook zijn wij van mening, dat op bepaalde punten de belangen van GTS wel heel gemakkelijk dan wel onvoldoende onderbouwd prevaleren boven de belangen van de markt. Wij verzoeken u dan ook om bij het nemen van het definitieve besluit hetgeen wij in deze zienswijze hebben aangevoerd mee te wegen en te besluiten tot uitstel van de implementatie. Indien u onverhoopt toch tot implementatie per 1 januari 2014 besluit, dan verzoeken wij u met klem een redelijke overgangsperiode te bepalen. Die ontbreekt in het huidige besluit. Met het vorenstaande gaan wij ervan uit u vooralsnog voldoende geïnformeerd te hebben. Mocht u echter nog een nadere toelichting wensen, dan zijn wij daartoe uiteraard bereid. Uw spoedige berichten zien wij met belangstelling tegemoet. Hoogachtend,
André Jurjus directeur
ENL-2013-01061
Pagina 10/10