PROVINCIAAL INTERDISCIPLINAIR OVERLEG ZIEKENHUISHYGIENE OOST-VLAANDEREN
CONSENSUSDOCUMENT NR. 2004 / 03
ZIEKENHUISHYGIENISCHE ASPECTEN BIJ SCHOONMAAK IN DE VERZORGINGSSECTOR
Voorgelegd aan de vergadering van 22 november 2005 en goedgekeurd. Te herzien op 22 november 2008
AZ St.-Blasius Dendermonde - Heilig Hartkliniek Eeklo - AZ Maria Middelares Gent - AZ St.-Lucas Gent - AZ Volkskliniek Gent - Universitair Ziekenhuis Gent AZ St.-Elisabeth Zottegem - v.z.w. Werken Glorieux Ronse - Algemeen Stedelijk Ziekenhuis Campus Aalst/Wetteren/Geraardsbergen – AZ Maria Middelares St.-Niklaas - St.-Vincentiusziekenhuis Deinze - AZ Waasland St.-Niklaas - AZ Jan Palfijn Gent - Psychiatrisch Centrum Caritas Melle Psychiatrisch Ziekenhuis St.-Jan Eeklo - Psychiatrisch Ziekenhuis “Zoete Nood Gods” Lede - Psychiatrisch Centrum Dr. Guislain Gent Psychiatrisch Ziekenhuis St.-Franciscus Zottegem - Psychiatrisch Centrum St.-Hiëronymus Sint-Niklaas - St.-Camilluskliniek St.-Denijs-Westrem OCMW-Stadskliniek Lokeren - AURORA ziekenhuis AV Oudenaarde - Algemeen Psychiatrisch Ziekenhuis “St.-Lucia” St.-Niklaas
Consensusdocument nr. 2004 / 03 Ziekenhuishygiënische aspecten bij schoonmaak in de verzorgingssector. PIOZ Oost-Vlaanderen Voorzitter:
Dr. K. De Moerloose (v.z.w. Werken Glorieux, Ronse)
Auteurs:
E. De Baets (AZ Sint-Lucas, Gent) K. De Moerloose (vzw Glorieux, Ronse) M. De Smet (vzw Glorieux, Ronse) D. De Lille (PC Sint-Hiëronymus, Sint-Niklaas) M. De Pauw (PC Sint-Hiëronymus, Sint-Niklaas) M. De Simpelaere (AZ Jan Palfijn, Gent) N. Van Hoorde (OCMW-Stadskliniek, Lokeren) A. Vereecke (P.C. Sint-Jan, Eeklo) L. Eloot (P.C. Sint-Jan, Eeklo) P. Rasschaert (P.C. Sint-Fanciscus, Velzeke) D. Guilbert (P.C. Dr. Guislain, Gent) F. Schepens (P.C. Caritas, Melle) H. Van De Streeck (P.C. Sint-Lucia, Sint-Niklaas) J. De Visscher (P.C. Sint-Lucia, Sint-Niklaas)
Ontwerp en lay-out:
P. De Waegemaeker (Universitair Ziekenhuis, Gent)
Inhoudstafel 1
Algemene begrippen 5 Doel van schoonmaak 5 Begrippen 5 Basisprincipes van schoonmaak 6 Professionele schoonmaak 7 Basisregels voor een persoonlijke veiligheid en hygiëne van schoonmaakpersoneel 7 Vuilsoorten 8 Verwijderingsmethoden 8 Cirkel van Sinner 9 2 Productinformatie 11 2.1 Inleiding 11 2.2 Reinigingsmiddelen 11 2.2.1 Water 11 2.2.2 Zeep 12 2.2.3 Detergenten 12 2.2.4 pH-waarde 13 2.3 Desinfecteermiddelen 15 2.4 Gebruik van producten 15 2.4.1 Dosering 15 2.4.2 Symbolen en pictogrammen 16 3 Professionele schoonmaak 18 3.1 Algemene principes 18 3.2 Dagelijks en periodiek onderhoud 18 3.2.1 Dagelijks onderhoud 18 3.2.2 Periodiek onderhoud 18 3.3 Interieur en sanitaire reiniging 19 3.3.1 Interieurreiniging 19 3.3.2 Sanitairreiniging 19 4 Ziekenhuishygiënische aspecten bij schoonmaak binnen algemene ziekenhuizen 21 4.1 Inleiding 21 4.2 Schoonmaak van verschillende dienstlokalen, schoonmaakfrequenties 21 4.2.1 Verpleegafdelingen 21 4.2.2 Bronisolatie 23 4.2.3 Beschermende isolatie 23 4.2.4 Risico afdelingen 24 4.2.5 Medisch-technische diensten 31 4.2.6 Poliklinieken – Consultatieruimten 33 4.2.7 Andere lokalen 34 5 Ziekenhuishygiënische aspecten bij schoonmaak binnen psychiatrische zorgvoorzieningen 35 5.1 Inleiding 35 5.2 Schoonmaakfrequenties 35 5.2.1 schoonmaakfrequentie sanitaire ruimte 36 5.2.2 schoonmaakfrequentie leefruimten 36 5.2.3 schoonmaakfrequentie verdeelkeuken / therapiekeuken / afwasruimtes 37 5.2.4 schoonmaakfrequentie slaapkamer 38 5.2.5 schoonmaakfrequentie dienstlokalen 38 5.2.6 schoonmaakfrequentie rokerslokaal 39 5.2.7 schoonmaakfrequentie diversen 39 Bijlage 1 – Chloor 40 Bijlage 2 – Checklist 41 Literatuur - gebruikte referenties 43 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 03 pagina 3 van 43
Inleiding Aan de kwaliteit van zorg aan patiënten in ziekenhuizen en andere gezondheidsinstellingen worden er steeds hogere eisen gesteld. Schoonmaak maakt zeker deel uit van die kwaliteit. Deze consensustekst probeert een antwoord te geven op de verschillende aspecten van schoonmaak. In dit eerste deel proberen we een antwoord te geven op algemene items. Voor de algemene en psychiatrische ziekenhuizen hebben wij geopteerd om apart voorstellen te formuleren, gezien hun specificiteit (o.a. ziekenhuisomgeving versus meer leefomgeving). Deze vindt u terug in respectievelijk deel twee en deel drie. In een vierde deel geven wij een voorstel van checklist; dit model kan naar eigen omgeving worden aangepast – suggesties zijn welkom. De organisatie van de schoonmaak dient te gebeuren in overleg met het Comité voor ziekenhuishygiëne, de hoteldienst en de directie verpleging.
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 03 pagina 4 van 43
1
Algemene begrippen
1.1
Doel van schoonmaak Bevorderen van de hygiëne : verwijdering van vuil evenals de vernietiging van ongewenste micro-organismen zoals bacteriën en schimmels. Levensduur van materialen en gebouwen verlengen : schadelijke invloeden kunnen zijn : mechanische inwerkingen : vb. krassen chemische inwerkingen : vb. ontsmettingsmiddelen milieu-invloeden : vb corrosie biologische inwerkingen : vb. schimmels maatregelen nemen ter voorkoming : vuilinloopmatten : vb. aan ziekenhuisingang tijdige reinigingsmaatregelen treffen beschadiging herstellen vb. kristalliseren van natuursteen Esthetisch aanzien verhogen : het verkrijgen van een aantrekkelijke en verzorgde omgeving, welke kan bijdragen tot de veiligheid en het comfort van de patiënt of gebruiker. Op een rationele manier : met een minimum aan kosten een maximaal schoonmaakresultaat bereiken. Alvorens we over het vak schoonmaken gaan praten is het noodzakelijk een aantal basisbegrippen te definiëren.
1.2
Begrippen Wat is schoon? Het begrip “schoon” betekent: rein, vrij van vuil. Volkomen schoon is praktisch onbereikbaar. Hoe goed we ook schoonmaken, steeds zullen we te maken hebben met vuilresten. Het gaat om vuilresten die vaak onzichtbaar of enkel met de microscoop waarneembaar zijn. hygiënisch schoon : vrij van stof en aanslag nadruk wordt gelegd op de beperking van de bacteriegroei en – verspreiding huishoudelijk schoon : vrij van zichtbaar stof en vast vuil zoals vlekken, schoenstrepen,… accent wordt gelegd op het esthetisch aanzien
Wat is vuil? Het begrip “vuil” betekent: bezoedeld of onrein. Vuil is de aanwezigheid van een materie op een plaats waar die niet thuishoort en als storend wordt ervaren. In principe kan elke materie als vuil aanzien worden, afhankelijk van de plaats waar die materie zich bevindt bvb. zand op het strand, wordt niet als storend ervaren. Organisch vuil : is van plantaardige of dierlijke oorsprong, bv. margarine, zetmeel Anorganisch vuil : zijn alle andere stoffen zoals metalen, zouten en steen.
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 03 pagina 5 van 43
Wat is reinigen? Onder reinigen van oppervlakken wordt verstaan het mechanisch verwijderen van zichtbaar en onzichtbaar organisch materiaal om het aantal micro-organismen te verminderen.
Wat is desinfectie? Onder desinfectie van oppervlakken wordt verstaan de irreversibele inactivering/ reductie van micro-organismen ( vegetatieve bacteriën en/ of fungi en/of virussen) op levenloze oppervlakken tot een aanvaardbaar geacht niveau.
1.3
Basisprincipes van schoonmaak De eerste aanzet tot de bijdrage aan hygiëne is de schoonmaak. In de schoonmaak onderscheiden we 3 soorten: hygiënische schoonmaak : is het verwijderen van het zichtbare en niet-zichtbare vuil, waaronder ook de micro-organismen. Het spreekt voor zichzelf, dat in de sector gezondheidszorg, de hygiënische schoonmaak de voornaamste factor is. huishoudelijke schoonmaak : hier beperken wij ons tot het verwijderen van het zichtbare, storend vuil esthetische schoonmaak : is huishoudelijke schoonmaak met extra aandacht voor het uitzicht. Om de kwaliteit van de schoonmaak te maximaliseren dienen een aantal principes toegepast te worden: reinigen dient regelmatig en systematisch te gebeuren ontsmetting is slechts zinvol na reiniging bij een ontsmetting moeten altijd de concentratie en de contacttijd gerespecteerd worden volgens de productinformatie van de leverancier en in overleg met ziekenhuishygiëne het voorkomen van besmetting tijdens de schoonmaak: kiemen die gesedimenteerd zijn op de vloer mogen niet terug verneveld worden niet besmet materiaal moet strikt gescheiden zijn van besmet materiaal er wordt steeds in volgorde van zuiver naar vuil gewerkt kiemen mogen niet overgebracht worden van het ene lokaal naar het andere de producten die gebruikt worden voor reinigen en ontsmetting dienen vrij te zijn van besmetting het materiaal zelf dat gebruikt wordt voor reiniging en ontsmetten mag geen bron zijn van besmetting dwz het materiaal dat gebruik wordt moet goed te reinigen en te ontsmetten zijn de frequentie van schoonmaak is bepaald door de aard van de vervuiling, de aard van de activiteiten en het risiconiveau de methode van schoonmaak staat in functie van het soort materiaal, de grootte van de oppervlakken en de graad van verontreiniging Deze doelstellingen trachten we te bereiken met professionele schoonmaak.
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 03 pagina 6 van 43
1.4
Professionele schoonmaak Dat is schoonhouden met de bedoeling het verwijderen van storend vuil, vlekken en/of andere verontreinigingen : op van te voren vastgestelde plaatsen op van te voren vastgestelde tijdstippen met van te voren gekozen methoden, materialen, machines, middelen en mensen gedurende een van te voren vastgestelde tijd, volgens een bepaald schema: Hierbij geldt steeds dat we schoonmaken als er vuil is dat als storend wordt ervaren (= storingsgrens). Daarom zullen we bijvoorbeeld een toiletbril dagelijks goed moeten reinigen, maar de lamp in hetzelfde toilet wordt niet vuil door aanraking en hoeft daarom maar wekelijks te worden schoongemaakt. Het vaststellen van de storingsgrens en het daaruit afleiden van de gemiddelde kwaliteit, is de meest essentiële stap tot rationeel schoonmaken. Bij het vaststellen van de gewenste of vereiste gemiddelde schoonmaakkwaliteit per ruimte moet men rekening houden met afwerkmaterialen, eisen betreffende de functie van de ruimte, eisen ten aanzien van de gebruiker en het budget. Enkele cijfers : schoonmaaktijd : afhankelijk van het soort gebouw en afwerkmateriaal : 45 % vloeronderhoud 45 % interieur- en sanitaironderhoud 5 % glas en wanden 5 % buiten glasreiniging schoonmaakonderhoud bestaat uit : 75 % dagelijks onderhoud 20 % tussenreiniging 5 % periodieke reiniging
1.5
Basisregels voor een persoonlijke veiligheid en hygiëne van schoonmaakpersoneel werkkledij beschermt tijdens het uitvoeren van de dagelijkse taken handen en voorarmen moeten vrij zijn handschoenen worden gedragen bij het gebruik van chemische desinfecteermiddelen en bij het schoonmaken van sanitaire ruimten geeft een kwaliteitsimago aan de instelling aangepast en comfortabel werkschoeisel draagt bij tot het professionele imago van de schoonmaakster haren worden kort gedragen of naar achter samen gehouden in geen geval kan het haar over de schouders gedragen worden handen zijn de belangrijkste overdrachtswegen van bacteriën handhygiëne (handen wassen en/of ontsmetten) dient regelmatig te gebeuren, voor de eigen veiligheid en die van de anderen. Handen worden zeker gewassen zo deze bevuild zijn. kleine wonden onmiddellijk verzorgen en beschermen de nagels kort knippen om het toepassen van handhygiëne te vergemakkelijken
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 03 pagina 7 van 43
het dragen van handschoenen is geen voorwendsel om géén handhygiëne toe te passen juwelen geen
1.6
Vuilsoorten Vuil of vervuiling vormt een moeilijk te meten begrip. De beoordeling schoon/vuil wordt veelal op het oog verricht en zal tevens afhankelijk zijn van : functie van de ruimte eisen van de gebruiker de toegepaste schoonmaakmethode de schoonmaakfrequenties Als we schoonmaken is het nuttig te weten met wat voor vuil we te maken hebben. Het vuil dat we regelmatig tegenkomen kunnen we indelen in vier hoofdgroepen: 1.
2.
3.
4.
1.7
losliggend en droog vuil (grootste groep) a. grof : zand, papiersnippers, paperclips, peukjes,… b. fijn : stof licht gehecht en vochtig vuil a. in water oplosbare vervuiling : straatvuil, modder, dranken,…; worden met weinig reinigingsmiddel en met een geringe mechanische actie bewerkt om te kunnen worden verwijderd b. in oplosmiddelen oplosbare vervuiling (vettige verontreinigingen) : olie, vet, asfalt, vetkrijt, lippenstift, schoensmeer; worden chemisch opgelost en met behulp van mechanische bewerking verwijderd sterk gehecht en ingedrongen vuil (ingetrapt vuil, oude was- of polymeerlagen, enz.) : worden met aangepaste middelen chemisch opgelost en met behulp van mechanische actie verwijderd beschadigingen : zijn plaatselijke verontreinigingen en vlekken die door reiniging alleen niet kunnen worden verwijderd maar die een speciale behandeling vereisen : a. verkleuringen : bv. uitbleken van kurk, verkleuringen door invloed van zonlicht b. oxidaties : vlekken veroorzaakt door zuren, metaal, roest, vochtinwerking,… c. diffusies : vetkleuren die in de diepte van pvc-vloeren diffunderen en dit door aantasting van de weekmakers; mechanische veranderingen : krassen in het vloeroppervlak, loopsporen d. chemische beschadigingen : een verstoring van het oppervlak door aantasting met chemicaliën, bv. zure schoonmaakproducten op natuursteen
Verwijderingsmethoden De in het vorige punt genoemde vuilsoorten kunnen we verwijderen op de volgende werkwijzen: 1.
Losliggend vuil: Stofwissen : alle oppervlakken die voldoende vlak zijn om vlot te kunnen stofwissen.
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 03 pagina 8 van 43
Stofzuigen: alle poreuze oppervlakken, zoals tapijt, oneffen natuursteen, enz. (al dan niet met HEPA-filter) Vegen: alleen in die gevallen, waar het opwervelen van stof geen bezwaar is (buiten). 2.
Licht vastgehecht vuil: Vochtig afnemen: alle waterbestendige interieurdelen met spons, sopdoekje, zeem, enz. Wappen-moppen: alle waterbestendige vloeren vochtig reinigen
3.
Sterk gehecht en ingedrongen vuil Schrobben-schuren: alle waterbestendige vloeren met een éénschijfmachine, een waterzuiger of een schrob-zuigmachine. Shamponeren: basisreiniging van vochtgevoelige tapijten en op overige tapijten, als een tussenbeurt vanwege de oppervlakkige reiniging.
4.
Beschadigingen : melden en zo mogelijk laten herstellen.
Het correct onderhoud van het materiaal gebeurt volgens de specifieke richtlijnen van de firma !
1.8
Cirkel van Sinner Volgens de Duitse wetenschapper Sinner zijn op het uiteindelijke resultaat van het schoonmaken een viertal factoren van invloed, die nauw met elkaar samenhangen. tijd : inwerktijd van het reinigingsmiddel temperatuur : vaak wordt het reinigingsproces versneld als de temperatuur verhoogd wordt chemische reiniging : afhankelijk van de oplosbaarheid van het vuil, het soort afwerkmateriaal en de keuze van de schoonmaakmethode moet het juiste chemische product en de dosering worden gekozen mechanische reiniging : welke mechanische methode gekozen wordt hangt sterk af van het reinigend vermogen, de mechanische actie moet zo gekozen worden dat er geen krassen en beschadigingen in het oppervlak ontstaan
De onderlinge samenhang tussen deze factoren komt het beste tot uitdrukking in een cirkel waarin alle factoren bij aanvang een zelfde grootheid vormen.
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 03 pagina 9 van 43
Veranderen we echter één factor tot een groter of kleiner aandeel, dan zullen de andere factoren evenredig veranderen, daar de totale cirkel gelijk blijft. Een goede afstemming zal bij het schoonmaakonderhoud het beste resultaat geven. We dienen daarom steeds met alle vier de aspecten rekening te houden.
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 03 pagina 10 van 43
2
Productinformatie
2.1
Inleiding Een uitgekiend middelenpakket is heden ten dage niet meer weg te denken bij modern schoonmaakonderhoud. Het stelt ons niet alleen in staat om efficiënter en effectiever te werken, maar ook om de kwaliteit van het schoonmaakonderhoud te verbeteren. Bij het verwijderen van vuil in al zijn verschijningsvermogen, kan dankbaar gebruik gemaakt worden van chemische middelen met een reinigend vermogen. Bovendien is het mogelijk om middelen toe te passen die de vervuiling van afwerkmaterialen verminderen of zelfs verhinderen, waardoor het schoonmaakonderhoud eenvoudiger wordt. Ook kunnen er verontreinigingen aanwezig zijn, die met het blote oog niet waarneembaar zijn, maar toch storend werken nl. de groep micro-organismen. Voor het verwijderen van deze micro-organismen zijn speciale middelen nodig: de desinfecteermiddelen.
2.2
Reinigingsmiddelen Er is een uitgebreid assortiment aan reinigingsmiddelen, waaruit naar behoefte en naar omstandigheden een keus gemaakt kan worden. Ter bepaling van de keuze stellen wij steeds eerst de volgende vragen: 1. 2. 3. 4.
2.2.1
Wat is de verontreiniging, organisch of anorganisch? Waarop bevindt zich deze verontreiniging? Hoe wordt gereinigd, machinaal of met de hand? Waar wordt gereinigd, in een slecht of goed geventileerde ruimte?
Water Bij het reinigen draait alles om water, het is de meest voorkomende vloeistof op aarde. Water is niet alleen een grondstof voor vele chemische middelen, maar het is ook het oudste reinigingsmiddel. Water neemt ook een belangrijke plaats in bij de schoonmaak, vandaar dat er speciale aandacht aan besteed moet worden. Hoewel de waterleidingsbedrijven hun best doen het water zo goed mogelijk te zuiveren, bevat het toch nog verontreinigingen, die storend kunnen werken bij het schoonmaakonderhoud. Eén van die verontreinigingen is kalk (calcium en magnesium). De hoeveelheid kalk die zich in het water bevindt, wordt uitgedrukt in de “hardheid” van het water. Afhankelijk van de hoeveelheid kalk wordt water aangeduid als hard water vb. leidingwater (veel kalk), of als zacht water (weinig kalk) vb. regenwater. De hardheid van het water wordt in België uitgedrukt in aantal graden Franse hardheid. Het aantal graden hardheid geeft de hoeveelheid kalk in het water aan:
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 03 pagina 11 van 43
Franse hardheid 0-6 7-12 13-25 26-37 > 38
hardheid zeer zacht Zacht Middelhard Hard Zeer hard
Tabel “hardheid van het water”:
De invloeden van hard water: na opdrogen ontstaat een kalkaanslag op de gereinigde oppervlakken bij verwarming ontstaat kalksteen bij gebruik met zeep ontstaat kalkzeep 2.2.2
Zeep Water is weliswaar een reinigingsmiddel; doch het reinigend vermogen is gering. Door verhitting kan het reinigend vermogen van water verhoogd worden, maar ook dit geeft een beperkt resultaat. Bij toevoeging van bv. zeep aan water kan dit reinigend vermogen verhoogd worden. Zeep in water opgelost blijkt immers een uitstekend reinigingssop te zijn. Toch heeft dit reinigingssop (water + zeep) enkele nadelen: Zeep is alkalisch en kan daardoor bepaalde materialen aantasten (linoleum, rubber) Zeep heeft geen aangename geur (ranzig), waardoor toevoeging van reukstoffen (parfums) meestal noodzakelijk is. Zeep vormt met hard water de verontreiniging kalkzeep, geeft aanleiding tot het ontstaan van grauwsluier, en dit geeft als gevolg een hoger productverbruik. Zeep is niet mengbaar met de andere stoffen, zoals bijvoorbeeld zuren en oplosmiddelen. Bij een hoge waterhardheid is zeep eigenlijk ongeschikt. Hier worden best detergenten gebruikt, daar de werking van detergenten zo goed als geen negatieve invloed ondervindt van het kalkhoudend water.
2.2.3
Detergenten Ter opheffing van deze nadelen heeft men getracht zeep van een andere samenstelling te maken en dat lukte. Met resultaat dat men nu synthetische middelen maakt uit aardolie als grondstof. Via synthetische weg maakt men nu een zeepachtig product, dat niet de nadelen van natuurlijke zeep heeft en tevens in vele variaties kon worden gemaakt met sterk uiteenlopende eigenschappen zoals: oplosbaar in water combineerbaar met zuren, alkaliën en oplosmiddelen biologisch afbreekbaar (milieuvriendelijkheid) schuimkracht huidverdraagzaamheid emulgerend vermogen enz.
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 03 pagina 12 van 43
Deze zeepachtige producten worden detergenten genoemd en/of synthetische reinigingsmiddelen. Detergenten zorgen ervoor dat de oppervlaktespanning van het water wordt verlaagd (= bevochtigen van het oppervlak) met gevolg dat vettige substanties emulgeren ( = vermengen met het water) en dat vaste vuildeeltjes dispergeren ( = zwevend houden). Nu zijn er synthetische reinigingsmiddelen die mekaars werking versterken, doch ook die mekaars werking opheffen. Reinigingsmiddelen met elkaar mengen is verboden. Het productengamma is uitgebreid en kan onderverdeeld worden in : neutrale reinigers-vloerreinigers oppervlakte reinigers alcoholreinigers sanitairreinigers (zonder zuur) tapijtshampoo zure reinigers cementsluierverwijderaar kalkverwijderaar grondige sanitairreinigers toiletreinigers / urinesteenverwijderaar alkalische reinigers basis / grondreinigers voor linoleum keukenreinigers industriereinigers reinigers op basis van oplosmiddelen universele reinigers die oplosmiddelen bevatten spray reinigers vlek verwijderingproducten glas en kunststofreinigers speciale reinigers desinfectantia metaalreinigers bleekmiddelen Voor de volledigheid zijn er ook nog de onderhoudsmiddelen. Deze producten hebben geen reinigende maar een meer beschermende werking en ze mogen meestal onverdund direct op de vloer aangebracht worden (vb. een beschermende film die op de vloer wordt aangebracht). De belangrijkste doelen voor zo’n bescherming zijn: waardebehoud verlichting van de dagelijkse schoonmaakwerkzaamheden verbetering van het gewenste optische aanzien betere hygiëne 2.2.4
pH-waarde Iedere waterachtige vloeistof of oplossing is alkalisch, zuur of neutraal. De alkaliteit of zuurgraad van een vloeistof kan worden gemeten en worden uitgedrukt in een pH-waarde. Deze getallen worden gemeten, volgens een schaalverdeling, die loopt van 0 tot 14, waarbij pH 7 aangeeft dat een product neutraal is. De pH-waarde is het belangrijkste kenmerk van een reiningsmiddel en het zegt iets over de reinigende werking en de aantastinggevaren op materialen en huid. Per cijfer wordt het product 10 maal agressiever, voor de alkalische naar rechts en voor de zuren naar links. In
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 03 pagina 13 van 43
ieder geval mag men nooit producten mengen met elkaar. Javel en ontkalker geeft een giftig chloorgas, wat zeer ernstige gevolgen kan hebben.
Zuren hebben een pH-waarde tussen 0 en 7 : zure reinigingsproducten worden gebruikt om kalkaanslag of andere minerale residu te verwijderen. Waarde “0”is zeer sterk zuur. Alkaliën hebben een pH-waarde tussen 7 en 14 : alkalische reinigers dienen voor het afbreken en oplossen van hardnekkige vervuilingen , zoals dierlijke en plantaardige vetten, eiwitten alsmede voor de verwijdering van oude beschermlagen .Voor het verwijderen van vetachtige verontreiniging zijn reinigingsproducten die licht alkalisch zijn (pH-waarde 7 – 10 ) nodig. Voor de verwijdering van emulsies en polymeren gebruikt men sterk alkalische producten (pH-waarde 11 – 11.5). Waarde “14” is zeer sterk alkalisch . Sterke zuren en alkalische producten mogen slechts periodiek gebruikt worden en het naleven van de nodige veiligheidsvoorschriften is belangrijk. Een algemeen schematisch overzicht :
pHwaarde
alkaliteit
10 – 14
Sterk alkalisch
8 –10 6–8
Zwak alkalisch Neutraal
2–6
Zwak zuur
2–0
Sterk zuur
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
aantasting
huid en ogen
Verf Linoleum Textiel: Rubber Lichte metalen Weinig of geen
Weinig tot geen gevaar
Geen
Niet gevaarlijk
Kalkhoudende Steensoorten
Voor de ogen gevaarlijk Voor de huid niet direct gevaarlijk
Verf Linoleum Textiel Glazuur Kalkhoudende steensoorten Metalen
Zeer gevaarlijk (draag handschoenen)
Zeer gevaarlijk Draag handschoenen
consensusdocument nr. 2004 / 03 pagina 14 van 43
2.3
Desinfecteermiddelen Desinfecteermiddelen hebben als hoofddoel desinfecteren of te ontsmetten, hieronder verstaat men het verminderen van micro-organismen tot een aanvaardbaar minimum. Bij het gebruik van desinfecteermiddelen worden volgende punten in acht genomen: Gebruiksvoorschriften nalezen. De voorgeschreven dosering toepassen. De voorgeschreven inwerktijd respecteren. De voorgeschreven veiligheidsmaatregelen in acht nemen: Voeg geen andere producten, zoals reinigingsmiddelen, aan het desinfectans toe. Gebruik het desinfectiemiddel op de voorgeschreven plaatsen. Vraag in geval van twijfel altijd raad aan uw verantwoordelijke.
2.4
Gebruik van producten
2.4.1
Dosering Het correct doseren van het product is van groot belang. Op het etiket staat altijd de dosering vermeld. Deze dosering geeft aan hoeveel reinigingsmiddel aan het water moet worden toegevoegd. Hieraan moet men zich nauwkeurig houden. Zowel het onderdoseren als het overdoseren kan slechte reinigingsresultaten geven. Het is een misverstand te denken dat “een scheutje extra “ een beter resultaat geeft. Bij het doseren kan men gebruik maken van doseerflacon , doseerapparaten enz . Het bekende scheutje is niet nauwkeurig genoeg ! Vaak wordt dan meer dan 40% overgedoseerd. Overdosering leidt tot een minder goed schoonmaakresultaat (laat strepen na) en is verspilling van reinigingsmiddelen en nadelig voor het milieu. Voeg steeds het product toe aan het water en niet omgekeerd, tenzij anders vermeld. Mogelijke doseeraanduidingen :
Voorbeelden op producten
Betekenis
50 ml op 10 l
50 ml product op 10 l water
1:1 1%
1 deel product op 1 deel water dus 1 l product op 1 l water 100 ml product op 10 l water
1dl /m2
100 ml product op. 1 m2
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 03 pagina 15 van 43
2.4.2 2.4.2.1
Symbolen en pictogrammen Toepassings- en methodieksymbolen Omdat er tegenwoordig steeds meer chemische middelen verschijnen voor het reinigen en onderhouden van gebouwen, zien de gebruikers vaak door de bomen het bos niet meer. Om hierin verbetering te brengen hebben de fabrikanten afgesproken een aantal gegevens op dezelfde wijze te etiketteren. Zo zijn er pictogrammen ontwikkeld, waarin het toepassingsgebied of de methode wordt weergegeven. De pictogrammen laten zo zien voor welk reinigingsmiddel of onderhoudsbeurt het schoonmaakmiddel gebruikt moet worden en hoe. Voordeel van pictogrammen is dat deze voor iedereen begrijpbaar zijn. Inmiddels zijn sommige pictogrammen Europees geharmoniseerd. Maak voor uw zorgvoorziening een inventaris op van de gebruikte pictogrammen, eventueel in samenwerking met de producent/leveranciers van de producten. Deze kunnen verwerkt worden in een werkkaart ten behoeve van elk lid van het schoonmaakpersoneel (persoonlijk en/of aan de schoonmaakwagen). Enkele voorbeelden :
GEBRUIKSAANWIJZING
handmatig vloerbewerken
handmatig interieur verzorgen
te verwerken met:
één- of meerschijfsmachine
schrob/zuigmachine
sproei-extractie apparatuur
hoge en/of lage drukreinigingsapparatuur
TOEPASSINGSGEBIED
beschermen persoonlijke verzorging
sanitaire ruimten
textielverzorging
handafwas
harde oppervlakken interieurverzorging
keukenruimten
harde vloeren
machinale vaatwas
zachte vloeren
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 03 pagina 16 van 43
2.4.2.2
Verplichte waarschuwingssymbolen. Deze symbolen zijn aanwijzingen ten aanzien van veiligheid en zijn wettelijk verplicht te worden vermeld op alle chemische producten waar dit van toepassing is.
Enkele voorbeelden:
giftig
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
schadelijk of irriterend
oxiderend
licht ontvlambaar
corrosief, bijtend
consensusdocument nr. 2004 / 03 pagina 17 van 43
3
Professionele schoonmaak De organisatie van de schoonmaak dient te gebeuren in overleg met het Comité voor Ziekenhuishygiëne (indien aanwezig), de hoteldienst en de directie verpleging.
3.1
Algemene principes reinig steeds van proper naar vuil verwijder eerst bloed en lichaamsvochten en draag daarbij steeds handschoenen stel een schema op volgens: de verschillende zones in de verzorgingsinstelling hoog risico, vb. intensieve zorgen, operatiekwartier, besmette kamers middelmatig risico, vb. patiëntenkamers laag risico, vb. administratieve zone, logistieke ruimtes de keuze voor reiniging of ontsmetting per zone de frequentie van onderhoud per zone: opstellen van hygiëneplannen dagelijkse beurten periodieke beurten (wekelijks, maandelijks, …) eindbeurten (terminale ontsmetting) per dienst wordt een overzichtslijst opgemaakt per lokaal wat, hoe en wanneer gereinigd of ontsmet wordt.
3.2
Dagelijks en periodiek onderhoud
3.2.1
Dagelijks onderhoud Bij dagelijks onderhoud gaat het in het algemeen om het wegnemen van zichtbare vervuiling op een zo efficiënt mogelijke wijze volgens een bepaald werkschema. Werkmethode, werkindeling en producten zijn hierbij van groot belang om tot een optimaal resultaat te komen. Dit geldt voor zowel de vloer- , het sanitair- als de interieurreiniging. Het doel van de dagelijkse reiniging is om te zorgen voor een optimale, schone leef- en werkomgeving die bijdraagt aan veiligheid en comfort.
3.2.2
Periodiek onderhoud Periodiek onderhoud omvat zaken die wekelijks, maandelijks en jaarlijks moeten gebeuren, zoals radiatoren, muren, deuren, plafonds, kasten, ventilatie,… De frequentie en de uitvoerder moeten worden geregistreerd. Het periodiek onderhoud valt uiteen in tussenbeurten en eindbeurten. Tussenbeurten het geheel van schoonmaakhandelingen die met een middelhoge, regelmatige frequentie uitgevoerd worden, vanaf 1 keer per week tot 1 keer per maand. Vb. sprayen , machinaal schuren … Eindbeurten het geheel van grondige schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden die met een lage (1 keer per kwartaal)tot zeer lage (1 keer per jaar of eenmaal per 2 jaar ) , maar regelmatige
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 03 pagina 18 van 43
frequentie uitgevoerd worden. Vb. strippen, reinigen van muren en plafonds….
3.3
Interieur en sanitaire reiniging
3.3.1
Interieurreiniging Onder interieurreiniging verstaan wij volgende eenheden : meubilair deuren, wanden, ramen plafonds, armaturen vloeronderhoud
3.3.1.1
Dagelijkse reiniging Dit dagelijks onderhoud moet zo efficiënt mogelijk uitgevoerd worden om een aantrekkelijke en verzorgde leef- en werkomgeving te verkrijgen. Taken: ledigen van vuilnisemmer stofvrij maken van de vloer stofzuigen van een tapijt (gebruik bij voorkeur een HEPA-filter) reinigen van horizontale vlakken binnen handbereik reinigen van contactpunten : o.a. lichtschakelaar, klinken,… verwijderen van vingertasten en vlekken indien nodig moppen of schuren …
3.3.1.2
Periodieke reiniging Op bepaalde tijdstippen verwijderen van direct en niet direct storend vuil dat binnen en buiten handbereik is. De toepassing van het periodiek onderhoud is afhankelijk van gestelde eisen en de mate van vervuiling. Taken: stofnetten verwijderen ramen, radiators en deuren reinigen grondige vloerreiniging bv. schuren …
3.3.2
Sanitairreiniging Onder sanitairreiniging omvatten volgende eenheden : toilet douche badkamer waslokaal De reiniging in deze ruimten zal bijna uitsluitend nat worden uitgevoerd. Deze sanitaire ruimten worden ook wel aangeduid als ruimten met een hogere vervuilingsgraad, waardoor er een grotere kans op besmettingsgevaar bestaat. Elke sanitaire ruimte hoort minstens eenmaal per dag gereinigd te worden, daar dit plaatsen zijn waar dikwijls meerdere mensen
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 03 pagina 19 van 43
komen en er een grote hygiëne moet zijn. 3.3.2.1
Dagelijkse reiniging Taken: aanvullen van toiletpapier , verbandzakjes, zeep … ledigen van pedaalemmer reinigen van toilet , urinoir, ligbad , wastafel , kraan ,… reinigen van contactpunten : o.a. lichtschakelaar, klinken,…
3.3.2.2
Periodieke reiniging. Gewoonlijk gaat het om het reinigen van : de gehele tegelwand buizen radiators deuren pedaalemmers uitwassen. Onder de eindbeurten van toiletgroepen of bad- en doucheruimten wordt de verwijdering verstaan van normaal moeilijk te verwijderen vast aangehechte aanslagen. In toiletruimten zal deze aanslag hoofdzakelijk bestaan uit kalk- en urine aanslagen die zich vooral bevinden onder omgebogen randen van toiletpotten. Deze aanslagen kunnen als zeer onhygiënisch worden bestempeld. Ze kunnen oorzaak zijn van blijvende onaangename geuren. In douche- en badruimten zal de aanslag in de meeste gevallen uit kalkzeep bestaan. Deze aanslag ontstaat door het wassen met toiletzeep in combinatie met hard leidingwater en bevindt zich hoofdzakelijk op tegelwanden , in ligbad enz.
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 03 pagina 20 van 43
4
Ziekenhuishygiënische aspecten bij schoonmaak binnen algemene ziekenhuizen
4.1
Inleiding Voor de algemene principes van schoonmaak, desinfectie en handhygiëne verwijzen wij naar het eerste deel van deze bundel. Een goede handhygiëne – zowel kwantitatief als kwalitatief is ook in deze materie een belangrijk hulpmiddel in de strijd tegen overdracht van infecties binnen een ziekenhuisomgeving. In deze bijdrage is het de bedoeling om aanvullende richtlijnen te geven rond schoonmaak en desinfectie in algemene ziekenhuizen. Het is hier onmogelijk om volledig te zijn. Het is wel onze bedoeling een houvast aan te bieden, zodat de verantwoordelijken in hun eigen instelling procedures kunnen vastleggen.
4.2
Schoonmaak van verschillende dienstlokalen, schoonmaakfrequenties Minimale schoonmaak en/of desinfectiefrequenties voor verschillende ruimtes. Bij zichtbare verontreiniging wordt direct gereinigd of gedesinfecteerd. Gebruikte codes: SA Hoog en laag stof afnemen (stof wissen betreft de vloer) R Reinigen D Desinfecteren
4.2.1
Verpleegafdelingen Bijzondere aandacht voor “high-touch” oppervlakken; nachtkastje, deurklinken, lichtschakelaars, bedoptrek, telefoon, afstandsbediening, onrusthekkens, zeepdispenser, … m.a.w. alles wat frequent wordt aangeraakt door zowel patiënt als verpleging. Een reiniging of ontsmetting dient minimum éénmaal per dag te gebeuren. andere aandachtspunten trappen: dagelijks controleren (van eigen verdieping naar bovenliggende verdieping) liften: deuren (zichtbaar vuil, vingertasten) en binnen
Gang
SA – stofwissen: 2/dag
Sanitaire ruimte (lavabo, toilet, doorspoelmechanisme)
R 6/week
Bezoekerstoilet
R 7/week
Ledigen vuilbakjes
6/week
Sanitaire ruimte (lavabo, toilet, doorspoelmechanisme)
R 6/week
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 03 pagina 21 van 43
Vloer
R 6/week: stofwissen, SA en R
Onderzoekskamer
R 6/week
Keuken
R 5/week
Utility
R 7/week
Rokerszaal
R 5/week
Patiëntenliving
R 5/week
Gang en trappen
R 5/week
Kamer
R 6/week
Interieur, meubilair: vingertasten en vlekken verwijderen, stof van zichtbare oppervlakken verwijderen Meubilair: volledige reiniging
R 5/week
R 1/week
Verpleegpost
R 2/week
Linnenkamer
R 1/week
Berging steriel materiaal
R 1/week
Berging ander materiaal
R 1/week
Bureel hoofdverpleegkundige
R 2/week
Bureel arts
R 2/week
Kleedkamer
R 1/week
Hoog stof = TV, bedoptrek, lichtarmatuur boven bed
SA 1/week
Laag stof = zetel, bed, stoelen, plinten
SA 1/week
Vensters + omlijsting
Periodiek (vb. 1/12 weken)
Deuren + omlijsting volledig afwassen
Periodiek (vb. 1/12 weken)
Tegelwanden volledig
Periodiek (vb. 1/12 weken)
Radiators volledig
Periodiek (vb. 1/12 weken)
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 03 pagina 22 van 43
4.2.2
Bronisolatie
4.2.2.1
Algemeen, voor contactisolatie, aerogene en druppelisolatie zie onder ‘4.2.1.Verpleegafdelingen’
bijkomende aandachtspunten schoonmaakmateriaal wordt afzonderlijk gebruikt Patiëntenkamer: horizontale oppervlakken, vingertasten van verticale oppervlakken, sanitair Patiëntenkamer, vloer
R 6/week
Na beëindigen isolatie
R+D
R 6/week: Stofwissen, klamvochtig reinigen
Contactisolatie (vb. MRSA) De schoonmaakmedewerker doet een (3-lagig) isolatiemasker en handschoenen aan. Aerogene isolatie (vb. longTBC) De schoonmaakmedewerker doet een FFP-2 isolatiemasker (of eendenbekmasker) en handschoenen aan. Druppel isolatie (vb. meninogococcen meningitis) De schoonmaakmedewerker neemt géén extra maatregelen.
4.2.3
Beschermende isolatie zie onder ‘4.2.1.Verpleegafdelingen’ bijkomende aandachtspunten: De schoonmaakmedewerker doet handschoenen, een chirurgisch masker en een schort aan. schoonmaakmateriaal wordt afzonderlijk gebruikt op de kamer worden de oppervlakken, het materiaal, … dichtst bij de patiënt eerst gereinigd
Patiëntenkamer: horizontale oppervlakken, vingertasten van verticale oppervlakken, sanitair Patiëntenkamer, vloer
7/week: Stofwissen, nat reinigen
Na beëindigen isolatie
Geen bijzondere maatregelen
Opname nieuwe patiënt
R vooraleer de patiënt in de kamer wordt opgenomen
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
R 7/week
consensusdocument nr. 2004 / 03 pagina 23 van 43
4.2.4
Risico afdelingen
4.2.4.1
Intensieve zorgen Gang
afdelingskeuken
SA – stofwissen: 2/dag Boenen 1/week SA 7/week R 1/week R 5/week
Utility
R 5/week
Bureel hoofdverpleegkundige
R 2/week
Toilet personeel
R 7/week
Monitorruimte/Verpleegpost
R 2/week
Box met sas
R 7/week
Box zonder sas
R 7/week
Interieur, meubilair: vingertasten en vlekken verwijderen, stof van zichtbare oppervlakken verwijderen Meubilair: volledige reiniging
R 7/week
Vloer
R 6/week
Ledigen vuilbakjes
7/week
Sanitaire ruimte (lavabo, toilet, doorspoelmechanisme) Berging steriel materiaal
R 7/week
Linnenberging / berging ander materiaal
R 1/week
Wachtzaal bezoek
4.2.4.2
R 1/week
R 1/week
Spoedopname Gang Kleedkamer
Stof wissen7/week R 1/week R 2/week
Toilet personeel
R 7/week
Verpleegpost
R 2/week
Bureel artsen
R 2/week
Kleine chirurgielokaal
R 7/week
Grote zaal
R 7/week
Gipskamer
R 7/week
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 03 pagina 24 van 43
4.2.4.3
Reanimatiekamer
R 7/week
Isolatiekamer
R 7/week
Bureel hoofdverpleegkundige
R 2/week
Bureel ambulanciers
R 2/week
Garage ambulance
R 1/week
Wachtplaats Bezoekerstoilet
SA 7/week R 1/week R 7/week
Sanitaire ruimte
R 5/week
Berging
R 1/week
Vloer
SA 7/week
Interieur/meubilair: vingertasten en vlekken verwijderen, stof van zichtbare oppervlakken verwijderen Meubilair: volledige reiniging
R 5/week
Bloedbank
R 1/week
Toiletten personeel
R 5/week
Utility
R 5/week
Keuken
R 5/week
R 1/week
Operatiekwartier (bron: consensusdocument nr. 2004.1 ‘Infectiepreventie in het operatiekwartier’) zone indeling Het OK-complex wordt verdeeld in drie zones. Uitgangspunt is hierbij dat de kans dat microorganismen uit het ziekenhuis de operatiekamer bereiken zo klein mogelijk wordt gehouden, zonder dat de gevolgde gedragscodes een efficiënt functioneren belemmeren. De volgende zones worden onderscheiden: de kritische zone = de operatiekamers en eventuele andere ruimten waar aseptische activiteiten plaatsvinden. de semi-kritische zone = alle vertrekken palend aan de kritische zone, inclusief de gangen de niet-kritische zone = alle andere vertrekken, zoals ontwaakzaal, kleedkamers, pauzelokalen, …
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 03 pagina 25 van 43
inductie zaal 1
kritische zone zaal 2 semi-kritische zone ontwaakzaal
utility
utility
utility
utility
zaal 3
niet kritische zone
zaal 4 inductie
reiniging en ontsmetting Voor het reinigen en desinfecteren van de zalen dient men geen rekening te houden met besmette ingrepen, gezien de standaard voldoende garantie geeft. na elke ingreep dient de operatietafel en het gebruikte positioneringmateriaal gedesinfecteerd te worden. Dit gaat het snelst met een spray voor oppervlakteontsmetting. Indien deze materialen zichtbaar bevuild zijn, dienen deze tevens vooraf gereinigd te worden. op het einde van het OK-programma dient er een eindontsmetting plaats te vinden. Dit houdt in, het reinigen en desinfecteren van vloeren en horizontale oppervlakken. elke zichtbare verontreiniging dient zo spoedig mogelijk en ten laatste na het beëindigen van de ingreep te worden verwijderd.
Gang
R 5/week
Kleedkamer
R 5/week
Toilet personeel
R 5/week
Recovery
R 5/week
Bureel verpleging
R 2/week
Bureel artsen
R 2/week
Berging
R 1/week
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 03 pagina 26 van 43
Scrub
R 5/week
Operatiezaal
R 5/week
Snelsterilisatieruimte
R 5/week
Interieur/meubilair: vingertasten en vlekken verwijderen, stof van zichtbare oppervlakken verwijderen
R 5/week
Vloer
R 5/week
Keuken
R 5/week
Opslag vuil linnen
R 5/week
Opslag afval
R 5/week
Opmerking: indien de operatiezalen in het weekend gebruikt worden, dan dienen zij ook dan gereinigd en/of gedesinfecteerd worden.
4.2.4.4
4.2.4.5
Centrale sterilisatie afdeling (CSA) Ruimte wassen instrumenten
R 5/week
Ruimte gassterilisator Centrale sterilisatieruimte
SA 5/week R 2/week R 2/week
Steriele berging
R 1/week
Vuilbakken ledigen
5/week
Verloskwartier gang
R 5/week
Bureel artsen
R 2/week
Arbeidskamer
Verloskamer Vloer Verlostafel-bed Baby verzorgingsruimte
R + D op einde van de dag 7/week R+ D na ieder gebruik R + D 7/week D bad na gebruik R + D op einde van de dag 7/week R/ na gebruik R + D na gebruik R 7/week
Steriele berging
R 1/week
Berging
R 1/week
Afvallokaal
R 5/week
relaxatiebadruimte
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 03 pagina 27 van 43
Utility
R 5/week
Toilet
R 7/week
Vloer
SA 5/week R 2/week R 5/week
Interieur/meubilair: vingertasten en vlekken verwijderen, stof van zichtbare oppervlakken verwijderen Meubilair: volledig
R 1/week
In oktober 2005 is er een werkgroep gestart die de ziekenhuishygiënische aspecten van het verloskwartier bespreekt.
4.2.4.6
Hemodialyse
Gang
R 6/week
Wachtzaal
R 2/week
Vloer
R 6/week
Bureel artsen
R 2/week
Bureel HV
R 2/week
Bureel consultatie - secretariaat
R 2/week
Verpleegpost
R 2/week
Dialysezaal
R 6/week
Kleedkamers patiënten
R 6/week
Kleedkamers personeel
R 1/week
Utility
R 6/week
Bergruimte ander materiaal
R 1/week
Keuken
R 6/week
Sanitair
R 6/week
Technische ruimten
R 6/week
Vuilbakken
7/week R 1/week R 1/week
Rolstoelen
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 03 pagina 28 van 43
4.2.4.7
Neonatologie
Vloer
R 7/week
Babybadje
D 7/week
Verzorgingstafel + kussen
D 7/week
Couveuse buitenkant
D 7/week
Couveuse: Bij ontslag alle onderdelen Reiscouveuse Weegschaal
D D na gebruik D 7/week + na gebruik
Interieur, meubilair: vingertasten en vlekken verwijderen, stof van zichtbare oppervlakken verwijderen Utility
R 7/week
Berging ander materiaal
R 1/week
Verpleegpost
R 2/week
Linnenkamer
R 1/week
Radiators volledig Kasten, lampen ijskast
R 1/week R 1/week R 1/week
Vensters + Deuren
Periodiek
Bureel hoofdverpleegkundige
R 1/week
Bureel arts
R 1/week
Vu!bakken ledigen
R 7/week
4.2.4.8
Melkkeuken: Zie richtlijn consensus ‘HACCP Melkkeuken’
4.2.4.9
Cytostatica
R 5/week
Onderhoudspersoneel die werken in ruimten waar met cytostatica is gewerkt of met objecten die mogelijk zijn besmet kunnen op verschillende manieren worden blootgesteld aan cytostatica. Bij schoonmaak of verwijderen van afval met kans op besmetting moeten handschoenen dragen. Deze handschoenen moeten tijdig worden verwisseld ( om de 15 minuten), in geval van beschadiging of zichtbare besmetting. Het is belangrijk dat de medewerker op de hoogte is van: de risico’s van cytostatica de werkwijzen die aërosolvorming en verspreiding van besmetting tegengaan de instructies kent hoe te handelen bij calamiteiten een goede persoonlijke hygiëne nastreeft handschoenen draagt
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 03 pagina 29 van 43
Reinigt eerst de oppervlakken met de minste kans op besmetting en als laatste de oppervlakken met de grootste kans op besmetting; Dit zijn de oppervlakken die veel worden aangeraakt zoals leuningen van de stoelen, tafelbladen, beddenranden, infuusstaander. Bij het reinigen van de sanitaire ruimten wordt het hele interieur beschouwd als besmet. De meeste besmette plaatsen zijn ( in volgorde): de toiletpot ( binnenkant), toiletbril, vloer naast de toiletpot, kranen, lavabo en douchevloer. Voor het schoonmaken wordt een licht alkalisch schoonmaakmiddel gebruikt. Er wordt altijd nat gereinigd. Chemolokaal De schoonmaakster doet wegwerpschort, handschoenen, masker en spatbril aan. LAF kast Kast 15 minuten voordien aanzetten Vloer Oppervlakken kasten
D 5/week ( dagelijks) R 5/week D 1/week R 5/week D 1/week
Dagziekenhuis/verpleegafdeling Alle horizontale oppervlakken
R 5/week
Alle contactpunten: schakelaars, deurklinken,telefoon, papegaai, beloproep Sanitaire ruimte (lavabo, toilet, doorspoelmechanisme) Kamer
R 5/week
Vloer
R 5/week
Verpleegpost
R 2/week
Bureel hoofdverpleegkundige
R 1/week
Bureel arts
R 1/week
Vensters + omlijsting
Periodiek
Deuren + omlijsting volledig afwassen
Periodiek
Tegelwanden volledig
Periodiek
Radiators volledig
Periodiek
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
R 5/week R 5/week
consensusdocument nr. 2004 / 03 pagina 30 van 43
4.2.5
Medisch-technische diensten
4.2.5.1
Algemeen Gang
Vingertasten interieur en meubilair
SA 1/week R 5/week SA 1/week R 5/week SA 1/week R 5/week R 5/week Toiletten ontkalken 1/week SA 1/week R 5/week SA 1/week R 2/week R 5/week
Hoog stof Laag stof Vensters en omlijsting
SA 1/week SA 1/week Periodiek (vb 1/3 maand )
Deuren en omlijsting
Periodiek (vb 1/3 maand )
Radiators
Periodiek (vb 1/3 maand )
Tegelwanden in sanitaire cel
Periodiek (vb 1/3 maand )
Zitbanken wachtzaal
Periodiek (vb 1/3 maand )
Rustruimte – Keuken personeel
SA 1/week R 5/week Dagelijks ledigen of plasticzakjes vervangen
Wachtzaal Receptie patiëntenontvangst Sanitaire ruimte ( lavabo –toilet ) Kleedcabines patiënten Burelen
Vuilbakjes
Onderzoek / behandeling bij een patiënt met een gekend infectieus probleem (vb. MRSA): zo mogelijk wordt dit onderzoek of deze behandeling op het einde van de dag gepland, praktisch is dit niet altijd haalbaar; een minimum vereiste is dat de contactpunten worden ontsmet. Dit gaat het snelst met een spray voor oppervlakteontsmetting. Voorafgaandelijke reiniging is enkel nodig bij zichtbare bevuiling. 4.2.5.2
Medische beeldvorming Gebruikte toestellen Protocolzaal RX zalen – echo lokaal
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
SA 1/week R indien bevuild SA 1/week R 5/week SA 1/week R 5/week
consensusdocument nr. 2004 / 03 pagina 31 van 43
4.2.5.3
Radiotherapie Behandelingsruimten en andere lokalen Toestellen
4.2.5.4
SA 1/week R 5/week SA 1/week R indien bevuild
Laboratorium bijzonder aandachtspunten: instructies vastleggen volgens type activiteit, rekening houdend met mogelijk graad van bevuiling zone hematologie – immunohematologie /stolling zone klinische chemie – serologische testen zone radio immuno assays = eigen regelgeving in het kader van aanwezig radioactief materiaal Î zie kwaliteitshandboek labo voor instructies zone bacteriologie = eigen regelgeving in het kader van bioveiligheidsdossier Î zie kwaliteitshandboek labo voor instructies
Priklokaal
4.2.5.5
Isotopen Behandelingsruimten en andere lokalen Toestellen
4.2.5.6
Toestellen
SA 1/week R 5/week SA 1/week R indien bevuild
Ergotherapie Werkruimten Berging
4.2.5.8
SA 1/week R 6/week SA 1/week R indien bevuild
Fysiotherapie Alle lokalen
4.2.5.7
SA 1/week R 5/week
SA 1/week R 5/week SA 1/week R 5/week
Apotheek Burelen administratie Burelen apothekers
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
SA 1/week R 2/week SA 1/week R 2/week
consensusdocument nr. 2004 / 03 pagina 32 van 43
Opslagruimten Werkruimten verdeling en klaarmaken medicatie Werktafels Steriel labo Rekken met medicatie
4.2.6
Poliklinieken – Consultatieruimten
4.2.6.1
Algemeen Periodiek vb 1/3maand
Deur en omlijsting
Periodiek vb 1/3maand
Vingertasten interieur + meubilair
R 5/ week
Radiators
Periodiek vb 1/3maand
Hoog stof Laag Sanitaire ruimte
1/week 1/week R 5/ week Toilet ontkalken 1/week 7/week ledigen of plasticzakjes vervangen
Wachtzaal Wachtzaal zelf
R 5/week
Zitbanken – zetels – stoelen
R 1/week of indien zichtbaar bevuild Grondig (periodiek ) 1/3 maand SA + evt. nat reinigen 1/week
Interieur ( vb. tafeltje voor lectuur –kader )
4.2.6.3
Secretariaat Bureel Koffiekamer
4.2.6.4
SA 1/week R 5/week Periodiek 1/maand
Vensters en omlijsting
vuilbakjes
4.2.6.2
SA 1/week R 5/week SA 1/week R 5/week R 7/week
SA 1/week R 5/ week SA 1/week R 5/ week
Consultatieruimte zonder technische onderzoeken Bureel Onderzoekstafel Lavabo
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
SA 1/week R 5/week SA 1/week R indien zichtbaar vervuild R 5/week
consensusdocument nr. 2004 / 03 pagina 33 van 43
4.2.6.5
4.2.6.6
Onderzoekskamer Vloerbekleding
R 5/ week
Toestel(len)
SA 1/week R indien zichtbaar vervuild
Sanitair Toiletten Lavabos
R 5/ week Ontkalken 1/week R 5/ week
Zeepdispenser
R bij vervangen zeepflacon
Handdoekdispenser
Aanvullen indien nodig
Spiegel
R 5/ week
4.2.7
Andere lokalen
4.2.7.1
Mortuarium
4.2.7.2
Ontvangruimte bezoek
R 1/week
Bureel
R 1/week
Vloer
R 1/week
Sanitaire ruimte
R 1/week
Berging materiaal
R 1/week
Meubilair
R 1/week
Vensters + Deuren
Periodiek
Koelcellen
Periodiek
Autopsielokaal Beschermkledij aandoen voor de schoonmaak. Poetsvrouw doet dagelijkse controle. Autopsiezaal
R 1/week + R /D na autopsie
Wastafel + toebehoren
R + D na autopsie
Vloer
R 1/week + R/D na gebruik
Bureel
R 1/week
Berging materiaal
R 1/week
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 03 pagina 34 van 43
5
Ziekenhuishygiënische aspecten bij schoonmaak binnen psychiatrische zorgvoorzieningen
5.1
Inleiding Voor de algemene principes van schoonmaak, desinfectie en handhygiëne verwijzen wij naar het eerste deel van deze bundel. Een goede handhygiëne is ook in deze materie een belangrijk hulpmiddel in de strijd tegen de overdracht van infecties binnen een ziekenhuisomgeving. In deze bijlage is het de bedoeling om aanvullende richtlijnen te geven rond schoonmaak en desinfectie in psychiatrische zorgvoorzieningen. Vooreerst willen we opmerken dat elk psychiatrisch centrum zich de voorbije jaren geherprofileerd heeft op basis van hun vraaggestuurd aanbod “cure” of behandeling en “care” of zorg en begeleiding. Dit heeft tot gevolg dat er geen twee identieke psychiatrische zorgvoorzieningen bestaan en dat ieder zijn eigen accenten heeft gelegd : van meer of minder intensieve psychiatrische crisiszorg over afdelingen langdurige psychiatrische zorg tot leefunits van een psychiatrisch verzorgingstehuis. De consequentie is ook dat de inrichting en uitrusting van dag-, slaap- en andere ruimten sterk van elkaar kunnen verschillen wat dan op zijn beurt weer aangepaste schoonmaaktechnieken vereist. Algemeen kan men stellen dat we binnen psychiatrische zorgvoorzieningen vooral spreken van huishoudelijk schoon en dat het begrip hygiënisch schoon minder relevant is. Dit heeft veel te maken met de soms huiselijke en gezellige inrichting van een afdeling, welk soms het karakter kan hebben van een grote familiale woning. Niettemin hanteren wij steeds het concept “professionele schoonmaak” waarin gewerkt wordt volgens de nieuwste technieken, werkmethodes en met gebruik van de recentste materialen. Aanbevelingen uitschrijven die allesomvattend zijn is niet mogelijk. Deze uitgewerkte schoonmaakfrequenties willen enkel richtinggevend zijn voor soms zeer specifieke eigen lokale situaties. De enige doelstelling die wij hebben is te komen tot een betaalbare kraaknette woon- en werkomgeving voor zowel patiënten als personeel.
5.2
Schoonmaakfrequenties Minimale schoonmaak en/of desinfectie frequenties voor verschillende ruimtes. Bij zichtbare verontreiniging wordt direct gereinigd of gedesinfecteerd. Gebruikte codes : NR nat reinigen SA stof afnemen DR droog reinigen D desinfectie S stofzuigen SR sanitair reinigen M Machinaal reinigen
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 03 pagina 35 van 43
5.2.1
schoonmaakfrequentie sanitaire ruimte Badlift Bad
SR na ieder gebruik + D 1/week (indien nodig) SR na ieder gebruik
Douche
SR na ieder gebruik
Lavabo
SR 7/week
Vloer
NR 7/week
Tegels
NR 1/week (vlekken verwijderen) / NR periodiek (vb. 1/12 weken) volledig NR periodiek (vb. 1/12 weken)
Plafond / verluchting / verlichting Bedpan / toiletstoel / urinaal Toilet individueel
NR na ieder gebruik (volgens noodzaak)+ D 1/week SR 7/week + D na ontslag
Toilet collectief
SR minimaal 1/dag + D (indien nodig)
Toiletborstel schoonmaakkar
D 7/week
Toiletborstel kamer
D 1/week
Contactpunten (schakelaars, deurklinken, handgrepen, dispensers…)
NR 7/week
Gebruikte schoonmaakmateriaal interieurdoeken/moppen
wassen op min. 60 graden
Gebruikte schoonmaakmateriaal sponsen
wassen op min. 60 graden of D 7/week
Vuilnisemmertje
NR 1/week
Emmers
spoelen 7/week + D indien nodig
Kast buitenkant Kast binnenkant (gemeenschappelijke ruimte)
SA 7/week (vingertasten verwijderen) NR periodiek (vb. 1/12 weken) NR 2/jaar
Kast binnenkant (patiëntenkamer)
NR/D na ontslag
Centrale verwarming
SA 7/week (vlekken verwijderen) NR periodiek (vb. 1/12 weken) NR periodiek (vb. 1/12 weken)
Ramen
5.2.2
schoonmaakfrequentie leefruimten Meubilair stoelzitting hoes kunststof
NR 1/week, indien nodig 7/week
Meubilair stoelzitting hoes stof
S1 1/week, indien nodig 7/week
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 03 pagina 36 van 43
Vloer
Kast binnenkant
NR/DR 1/dag (vlekken verwijderen indien nodig) SA 7/week (vingertasten verwijderen) NR periodiek (vb. 1/12 weken) NR 2/jaar
Tafel
NR 7/week
Tv-toestel
DR 1/week of klamvochtig
Deuren Verlichting
SA 7/week (vingertasten verwijderen) NR periodiek (vb. 1/12 weken) NR periodiek (vb. 1/12 weken)
Klein materiaal (kaders, beeldjes,…)
SA 1/week
Ramen
NR periodiek (vb. 1/12 weken)
Muren en plafonds
SA en/of NR periodiek (vb. 1/12 weken)
contactpunten (schakelaars, deurklinken,…)
NR 7/week
Gordijnen
periodiek (vb. 1/12 weken)
Centrale verwarming
SA 7/week (vlekken verwijderen) NR periodiek (vb. 1/12 weken)
Kast buitenkant
5.2.3
schoonmaakfrequentie verdeelkeuken / therapiekeuken / afwasruimtes Kast buitenkant Kast binnenkant
SA 7/week (vingertasten verwijderen) NR periodiek (vb. 1/12 weken) NR periodiek (vb. 1/12 weken)
Koelkast 1. Vuilniszakhouder
NR indien nodig
Elektrische toestellen Vloer
nazicht 7/week / klamvochtig periodiek (vb. 1/12 weken) NR 7/week
Muren en plafonds
SA en/of NR periodiek (vb. 1/12 weken)
Contactpunten (schakelaars, deurklinken,…)
NR 7/week
Aanrecht, werkbladen, spoeltafels, spoelbakken Centrale verwarming
NR 7/week D indien nodig
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
NR 7/week
SA 7/week (vlekken verwijderen) NR periodiek (vb. 1/12 weken)
consensusdocument nr. 2004 / 03 pagina 37 van 43
5.2.4
schoonmaakfrequentie slaapkamer Bed
Kast binnenkant Vloer
SA 7/week (vingertasten verwijderen) NR periodiek (vb. 1/12 weken) SA 7/week (vingertasten verwijderen) NR periodiek (vb. 1/12 weken) SA 7/week (vingertasten verwijderen) NR periodiek (vb. 1/12 weken) NR periodiek (vb. 1/12 weken) of na ontslag DR 7/week (vlekken verwijderen) NR 1/week
Muren / plafonds / verluchting
SA en/of NR periodiek (vb. 1/12 weken)
Contactpunten (schakelaars, deurklinken,…)
NR 7/week
Klein materiaal (kaders, beeldjes,…)
SA 1/week
Ramen / gordijnen
periodiek (vb. 1/12 weken)
Verlichting
NR periodiek (vb. 1/12 weken)
Centrale verwarming
SA 7/week (vlekken verwijderen) NR periodiek (vb. 1/12 weken)
Nachtkast Kast buitenkant
5.2.5
schoonmaakfrequentie dienstlokalen Meubilair stoelzitting hoes kunststof
NR 1/week
Meubilair stoelzitting hoes stof 2. Vloer
1/week
Kast buitenkant
NR 1/week
Kast binnenkant
NR periodiek (vb. 1/12 weken)
Tafel / bureel
NR 1/week
Deuren
NR 1/week
Verlichting
periodiek (vb. 1/12 weken)
Klein materiaal (kaders, beeldjes,…)
periodiek (vb. 1/12 weken)
Ramen / gordijnen
periodiek (vb. 1/12 weken)
Computermateriaal 3. Centrale verwarming
1/week
NR 1/week
Muren / plafonds / verluchting
SA 7/week (vlekken verwijderen) NR periodiek (vb. 1/12 weken) SA en/of NR periodiek (vb. 1/12 weken)
Contactpunten (schakelaars, deurklinken,…)
NR 7/week
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 03 pagina 38 van 43
5.2.6
5.2.7
schoonmaakfrequentie rokerslokaal
Tafel
NR 7/week
Stoelen
NR 7/week
Ramen / gordijnen
NR 1/week
Deuren
NR 1/week
Muren
periodiek (vb. 1/12 weken)
Vloer
NR 7/week
Centrale verwarming Plafonds / verluchting / rookafzuiging
SA 7/week (vlekken verwijderen) NR periodiek (vb. 1/12 weken) periodiek (vb. 1/12 weken)
Contactpunten (schakelaars, deurklinken,…)
NR 7/week
schoonmaakfrequentie diversen Gangen NR 7/week Trappen NR 1/week Inkom / hall NR 7/week Vestiaires NR 7/week Liften NR 7/week
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 03 pagina 39 van 43
Bijlage 1 – Chloor In verschillende referenties vonden we de ontsmetting met Chloor terug. Daarom geven we hier een aantal aandachtspunten – tips weer. 1. Het gebruik van Chloor dient men te beperken tot de specifieke indicaties o.a. voor het desinfecteren van oppervlakken (of bloed bevattend materiaal). 2. Activiteit van de verschillende vormen Oplossingen: bleekwater standaard: standaard: geconcentreerd:
12° 15° 48°
percentage actief Chloor: percentage actief Chloor: percentage actief Chloor:
4% 5% 15%
Zouten Calciumhypochloriet granules 70% Natriumdichloorisocyanuraat (NADCC)poeder 65% NADCC tabletten: bevatten ongeveer 1 g beschikbaar Chloor per tablet 3. Gebruiksvormen Voor desinfecteren van oppervlakken (of bloed bevattend materiaal): 1000 ppm; deze concentratie is nodig om ook virussen te inactiveren. Dit komt overeen met 25 ml “gewoon bleekwater (12%) per liter, of alternatief: 1,5 g calciumgranulaat per liter, of 1 tablet NADCC per emmer.
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 03 pagina 40 van 43
Bijlage 2 – Checklist Checklist / aandachtspunten ZHH
schoonmaak
DATUM : ………………………………………CONTROLE DOOR : ……………………………………….
Onaangekondigd
ja
nee
De huid van de handen is intact of wonden zijn afgedekt
ja
nee
Géén horloges, ringen of andere handjuwelen
ja
nee
De vingernagels zijn kort, géén kunstnagels, géén nagellak
ja
nee
Indien handschoenen, deze per kamer wisselen
ja
nee
Tussen patiëntenkamers: handen ontsmetten
ja
nee
Zichtbaar, storend vuil is afwezig
ja
nee
Wordt schema opgevolgd (dagelijks – wekelijks – periodiek)
ja
nee
Schoonmaakmethode wordt correct toegepast
ja
nee
De werkwagen is opgeruimd
ja
nee
Volgorde van werken: van proper naar vuil
ja
nee
De juiste kleurcode wordt gebruikt
ja
nee
Het juiste schoonmaakproduct wordt gebruikt
ja
nee
De juiste concentratie van het reinigingsproduct wordt gebruikt
ja
nee
De juiste contacttijd van het reinigingsproduct wordt gebruikt
ja
nee
De juiste concentratie van het ontsmettingsproduct wordt gebruikt
ja
nee
De juiste contacttijd van het ontsmettingsproduct wordt gebruikt
ja
nee
1. Werkkledij – persoonlijke hygiëne
2. Kwaliteitscontrole
3 Werkwijze
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 03 pagina 41 van 43
4 Materiaal Is voldoende aanwezig
ja
nee
Is onbeschadigd
ja
nee
OPMERKINGEN
BESLUIT
Geraadpleegde bron (lay-out): HACCP in de melkkeuken, consensusdocument PIOZ O-Vl, 2003/3, gg. februari 2004)
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 03 pagina 42 van 43
Literatuur - gebruikte referenties 1.
BAPCOC, www.health.fgov.antibiotics (handhygiëne)
2.
CDC en HICPAC, Guideline for environmental infection control in healthcare facilities, juni 2003
3.
Dettenkofer M., Wenzler S., Amthor S., Antes G., Motschall E., Daschner F.D., Does desinfection surfaces influence nosocomial infection rates? A systematic review. American Journal of Infection Control, april 2004
4.
Griffith C.J., Cooper R.A., Gilmore J., Davies C., Lewis M., An evaluation of hospital cleaning regimes and standards. Journal of Hospital Infection, volume 45, nr. 1 – mei 2000, p. 19-28
5.
Hygiënistenforum Alpheios Belgium, 27 november 2001 en 29 januari 2002
6.
NVKVV, werkgroep ziekenhuishygiëne, werkgroep schoonmaak, 2002-2003
7.
Stadskliniek Lokeren: Procedure schoonmaken in het OCMW ziekenhuis Lokeren
8.
Van de Putte M, Ziekenhuishygiëne, Acco Leuven, 1997
9.
Van de Putte M., Hygiëne in het ziekenhuis, ACCO, derde druk, 2003
10.
WIP (Werkgroep Infectiepreventie, Nederland), Reiniging, desinfectie en sterilisatie, mei 2002
11.
WIP, Reiniging en desinfectie van ruimten, meubilair en voorwerpen, januari 2004
12.
WIP, Reinigings- en desinfectie-validatie, concept november 2004
13.
WIP, Richtlijnen infectiepreventie voor de zorg voor mensen met een verstandelijke handicap – hoofdstuk wonen, 1997.
14.
WIP, Desinfectie en sterilisatie in verpleeghuis en woonzorgcentrum, 2004.
15.
WIP, Beleid reiniging, desinfectie en sterilisatie, mei 2005
16.
Witboek Chloor – www.belgochlor.be
Provinciaal Interdisciplinair Overleg Ziekenhuishygiëne Oost Vlaanderen
consensusdocument nr. 2004 / 03 pagina 43 van 43