verschijnt eens per kwartaal zevenentwintigste jaargang november 2015
afdeling Eerbeek en omstreken
4
ALGEMEEN Colofon Het IVN wil de belangstelling voor natuur en
Secretariaat
Weverweg 7, 6961 KM Eerbeek
Bankrekening
NL69INGB0001525073 t.n.v. penningmeester IVN-Eerbeek e.o. te Eerbeek contributie leden: minimaal € 15,00 per jaar bijdrage donateurs: minimaal € 10.00 per jaar (opzegging schriftelijk bij secretariaat voor 1 november)
milieu stimuleren en bevorderen. Met dat doel organiseren wij door het jaar heen diverse activiteiten. Voorbeelden daarvan zijn natuur excursies, lezingen en cursussen.
Het uitgeven van een afdelingsblad past in deze Redactie Het Groene Blad Gerard Bosch Jan Groenhof
tel. 0313 652133 tel. 0575 561121
teurs, die het gratis ontvangen.
Het Groene Blad bevat allereerst informatieve artikelen waarvan de inhoud gerelateerd is aan
1 januari 2016 Het Groene Blad is eveneens te lezen op de website van IVN-Eerbeek
Bijdragen aan Het Groene Blad van iedereen zijn welkom, mits ze zijn voorzien van naam en adres van de auteur. Publicatie vindt plaats als de inhoud in overeenstemming is met de doelstellingen van het IVN. De verantwoordelijkheid van de redactie beperkt zich tot het doen plaatsen van de aangeboden kopij. Alles uit dit blad mag worden overgenomen, mits met bronvermelding
Werkgroepen Excursies Foto Jeugd Natuurtuin Publiciteit Scholing Venel
ving van de natuur dichter bij de lezer brengen.
Bijdragen aan ons blad zowel van leden als van donateurs zijn van harte welkom.
Lid worden?
Gerard Bosch Gerrie den Besten Eric Klein Lebbink Willem van Ommeren
tel. tel. tel. tel. tel.
... 0313 652133 0313 654856 055 5053684 0575 563610
Coördinator Sandra Omlo Joop Gerretse Gerard Nijhof Gerard Bosch Herma Scherpenzeel Hans Giesselbach
Telefoon 0313 416747 06 53674719 055 5051939 0313 652133 0313 619301 0313 650730
Voorkant Dank zij het mooie weer trok de paddenstoelenexcursie op landgoed Leusveld veel publiek waaronder heel wat kinderen. foto Gerard Bosch
2
de activiteiten van het IVN. Daarnaast willen wij met persoonlijke ontboezemingen de bele-
www.ivn.nl/eerbeek
Afdelingsbestuur voorzitter secretaris penningmeester leden
Groene Blad. Het verschijnt ten minste vier keer per jaar en is bestemd voor onze leden en dona-
Kopij voor Het Groene Blad kan worden gestuurd naar: Redactie Het Groene Blad Weverweg 7 6961 KM Eerbeek of e-mail: [email protected] Sluitingstijd kopij voor volgend nummer:
en omstreken:
doelstelling. Bij onze afdeling heet dit blad Het
Meld u aan op de website van het landelijk bureau van het IVN:
https://ivn.nl/steun-ivn/word-lid en selecteer daar de afdeling Eerbeek e.o.
INHOUD
verschijnt eens per kwartaal zevenentwintigste jaargang nr 4 november 2015
Inhoud Redactioneel
4
Contributie en donatie
5
Nieuwjaarsreceptie
5
Heidewandeling augustus
6
Invasieve grondels
7
Leden en donateurs
9
Koning winter slaat toe
10
Natuurbeheer op vliegveld Eindhoven
11
Fietsen door Brummens landschap
13
Aankondiging Glühweinwandeling
14
Schuim op boomvoeten
15
Agenda
16
3
REDACTIONEEL Inmiddels verschijnt Het Groene Blad alweer 5 jaar op magazine-formaat en in “full-color”. Op de voorkant van het eerste nummer, dat in deze opmaak uitkwam, stond een foto die bijna helemaal wit was. Die foto was gemaakt in een deel van de Loenermark met vooral hoog opgaande naaldbomen. Door sneeuw en rijp waren deze bomen van onder tot boven helemaal wit. Alleen de stammen staken donker af tegen al dat wit. Zo’n witte winter is de laatste jaren niet echt meer voorgekomen. Vooral afgelopen winter is er nauwelijks sneeuw gevallen. Tot zelfs in Noord-Afrika en het MiddenOosten is toen meer sneeuw gevallen dan bij ons.
4
Kruisspinnenpaartje in web tegen een garagedeur
foto Gerard Bosch
Hoe zou de komende winter worden? Nu, begin oktober is de temperatuur in elk geval aanzienlijk onder normaal. Toch kon men op de zonnige zondag van 11 oktober, bij slechts 10 graden, nog hier en daar een vlinder zien fladderen. Maar ja, de winter komt er toch aan. Voor de natuur schijnt een droge winter met flinke vorst goed te zijn. Weliswaar vriezen dan heel wat dieren dood, vooral insecten, maar dat blijken toch minder te zijn dan er in een zachte winter het leven laten door schimmels en nattigheid. Gelukkig kan de mens het weer (nog!) niet naar zijn hand zetten. We wachten maar gewoon af hoewel een Elfstedentocht er naar alle waarschijnlijkheid ook nu weer niet in zal zitten. Dit jaar is onze afdeling een nieuwe werkgroep rijker geworden te weten de fotowerkgroep. Dit is een werkgroep die na de laatste natuurgidsencursus is opgericht en bestaat uit leden van onze afdeling en van de afdeling Oost-Veluwezoom. Een gezamenlijke werkgroep dus. Nu hadden wij tot voor een aantal jaren een werkgroep Natuur in Beeld die zich ook met fotografie bezighield, maar toch op een heel andere manier dan de huidige. De nieuwe fotowerkgroep organiseert publiekswandelingen waarin de nadruk ligt op het fotograferen van de natuur door de deelnemers. Op die manier leren zij op een geheel andere manier te kijken naar wat zich in de natuur voordoet. Is het niet iets voor u om eens met zo’n wandeling mee te gaan? Men moet alleen zelf zorgen voor een fototoestel of een “smart phone” om de foto’s te maken.
VAN HET BESTUUR
Contributies en donatie door Gerard Bosch In de Algemene vergadering van maart is het voorstel van het bestuur om de bijdragen voor leden en donateurs per 1 januari 2016 te verhogen, met algemene stemmen aangenomen. Voor zover het leden betreft, is dit besluit van toepassing op degenen die hun contributie aan onze penningmeester afdragen. Voor leden gaat de jaarlijkse bijdrage van minimaal € 15,00 naar minimaal € 18,00 en voor donateurs van minimaal € 10,00 naar € 12,00 eveneens per jaar. Deze verhoging van de contributie voor leden is een tussenstap om te komen tot een harmonisatie binnen het hele IVN. Dit houdt in, dat ivn-leden in heel Nederland een contributie van minimaal € 24,00 per jaar betalen. Voor nieuwe leden, die zich via het landelijk bureau aanmelden, geldt deze minimumcontributie. Wij hebben gemeend om niet, zoals sommige andere afdelingen hebben gedaan, in een keer te gaan naar dit minimumbedrag. Nu al is ongeveer 13% van onze afdelingsleden aangemeld via het landelijk bureau. Aan het verschil in contributie tussen lokaal betalende en landelijk betalende leden willen wij voor 2018 een einde maken. Het innen van de contributie van onze leden en de donatie van onze donateurs gebeurde altijd door onze penningmeester. Dat zal ook dit jaar weer zo zijn. Van de contributie (niet van de donatie!) moeten wij een deel afdragen aan het landelijke IVN. De leden die zich hebben aangemeld via het landelijk bureau vallen daar buiten; hun contributie wordt geïnd door het landelijk bureau. Van het door hen betaalde contributiebedrag draagt het landelijk bureau vervolgens de helft af aan onze afdeling. Als in 2018 voor alle leden dezelfde contributie geldt, dan hebben we toch nog een deel van de leden dat hun contributie rechtstreeks aan onze afdeling betaalt en een ander deel dat dit aan het landelijk bureau doet. Voor het innen van de contributie van de laatst bedoelde leden hoeft onze penningmeester geen inspanning te leveren. Bij de andere leden is dat echter wel zo. Het zou voor ons veel werk (en geld voor postzegels!) besparen als ook de lokale leden landelijk lid worden. We zullen de mogelijkheid onderzoeken om tegen die tijd ook onze lokale leden om te zetten naar landelijke leden. Graag zouden we zien dat ook onze donateurs zich aanmelden als landelijk lid. Dat kan eenvoudig door te gaan naar www.ivn.nl/word-lid. Daar zijn geen nadelige gevolgen aan verbonden en het betekent wel minder werk voor onze penningmeester. En laten we niet vergeten, hoe meer leden onze vereniging heeft des te aantrekkelijker is zij voor externe sponsoren.
Nieuwjaarsreceptie
Ook komend jaar beginnen wij weer met een nieuwjaarsreceptie waar onze leden en donateurs van harte welkom zijn. Deze wordt gehouden op vrijdag 8 januari in het Pater Dekkerhuis, H.A. Lorentzstraat 20, 6961 XL, Eerbeek. We willen om 19.30 uur beginnen zodat er genoeg tijd is om elkaar op een ontspannen wijze te ontmoeten.
5
Heidewandeling augustus door Chris Holtslag
Op deze mooie zondagmiddag van 9 augustus zijn we met 3 gidsen aanwezig, Lambert Kouwenberg, Joop Gerretse en ondergetekende, voor deze heide-doorstapwandeling waarbij wij 24 deelnemers mogen verwelkomen. Heide is een eeuwenoud cultuurlandschap, ontstaan door toedoen van de mens. Ze werd vooral gebruikt als schapenvoer en de schapenmest op zijn beurt weer om de akkers van de nodige voedingsstoffen te voorzien. Van de talrijke heidevelden uit het verleden is inmiddels niet zo heel veel meer over. Begin 20e eeuw zijn veel heidevelden ontgonnen tot akkers, weilanden of bossen. Ook industrieterreinen en wooncomplexen verrezen op de eens zo mooie heidevelden. Verder raakte door gebrek aan beheer de heide overgroeid met struiken en bomen en waar in onze jeugd nog bloeiende heide stond vind je nu bos. Wat we nog over hebben aan heide heeft te lijden van de verzuring en de vermesting van het milieu waardoor het langzaam maar zeker vergrast. De heide beheren is dan ook in onze tijd geen eenvoudige zaak. Plaggen was al een kostbare zaak maar toen men er achter kwam dat de heidecompost die hiervan gemaakt werd, chemisch verontreinigd was werd dat onbetaalbaar. We starten deze zondag op de parkeerplaats bij de schaapskooi in de Loenermark. De Loenermark is 1156 ha groot, waarvan nog altijd 240 ha uit heide be-
6
staat en dit gebied wordt sinds 1992 beheerd door het Geldersch Landschap. Het heidebeheer gebeurt hier voor een gedeelte nog altijd, zoals in het verleden met schapen en voor een goed beheer met schapen heb je toch zeker 1 schaap per ha nodig. De kudde bestond tot dit voorjaar uit nog hooguit 150 dieren, allemaal raszuivere Veluwse heideschapen. Te weinig voor een goed beheer, maar meer dieren pasten helaas niet in de kooi. Begin van dit jaar is er een nieuwe kooi bijgebouwd, die twee maal zo groot werd als de oude kooi. De plannen hiervoor waren er al lange tijd maar door diverse omstandigheden heeft het ruim 7 jaar geduurd voordat deze gerealiseerd konden worden. De nieuwe kooi kan 250 dieren herbergen en het bijzondere is dat er een publieksruimte is ingebouwd, zodat bezoekers ook binnen in de kooi naar de dieren kunnen kijken. Het ligt in de bedoeling dat de kudde langzaam uitgebreid wordt tot zo’n 250 schapen, de jonggeboren ooien blijven allemaal tot het gewenste aantal is bereikt. De oude kooi blijft overigens ook staan, de schaapherder kan hier wat dieren apart zetten en er zijn hooi voor de winter in opslaan. Onze route ging vanzelfsprekend over enkele van deze heidevelden, we bezochten het Keizand, de echoheuvel en het heideveld bij Van Ark. De struikheide begon net
een beetje paars te kleuren en op de wat nattere gedeeltes bloeide de dopheide al volop. Heidehoning is een van de smakelijkste producten van de heide en op de beste plekken hebben de imkers inmiddels hun bijenkasten geplaatst. Het is bijna niet meer voor te stellen maar nog niet zo heel lang geleden werd diezelfde heide gebruikt voor velerlei doeleinden. Het was immers altijd voorradig en onze voorouders waren erg creatief en behalve de mest werden er schuurborstels, bezems, brandstof voor de oven, matrassen en deken vulling van gemaakt om maar een paar voorbeelden te noemen. Met leem en heideplaggen werden zelfs huizen gebouwd, in natte gebieden als wegfundering gebruikt en wat te denken van een kop heerlijke struikheidethee tijdens deze arbeid. Na enig zoekwerk vonden we gelukkig nog een stuk kraaiheide, dit is een kleine kruipende plant met naaldvormige bladeren en zwarte bessen. Het is een echte plant van het noorden; bij ons is het ongeveer de meest zuidelijke plek waar deze voorkomt. In Scandinavië zijn de zwarte, sappige bessen erg geliefd, ze maken er een heerlijke jam en ook wel sterke drank van. Bij ons
vind je maar weinig bessen maar toch zaten er een paar aan. Enkele deelnemers vroegen of deze eetbaar waren en we konden ze geruststellen dat je ze minstens eenmaal kon eten. Op een stuk heide bij van Ark troffen we een grote konijnenpopulatie aan. De heide is daar niet zo mooi. Er zit veel gras tussen en misschien heeft het geknabbel van die dieren daar wel enige invloed op? Daar hadden we in het verleden zeker geen last van, want in die tijd woonde er wel een of andere stroper op de heide, die leefde van heideboenders en konijnen, lekker vlees en prachtige pelzen. Een van de deelnemers vond nog een voorpoot van een groot edelhert. Het zag er niet erg smakelijk uit en van de rest van het dier was niets te bekennen. Waarschijnlijk zijn de vossen hiermee aan het trekken geweest of zou de wolf misschien terug zijn op de Loenermark? Na 2,5 uur zijn we allemaal terug bij de parkeerplaats, waar we afscheid namen van onze deelnemers, allemaal lekker moe, maar voldaan na deze bijzonder mooie tocht.
Invasieve grondels De meest succesvolle en de gevolgen voor de inheemse soorten door Aad van Leeuwen
Exotische grondelsoorten (een vissoort; red.) zijn de laatste decennia steeds talrijker geworden in onze grote rivieren. Het betreft de volgende soorten: marmergrondel, zwartbekgrondel, Pontische stroomgrondel en de Kesslers grondel. Hun natuurlijke habitat bestaat uit stromend water met grind en stenen op de bodem. In de grote rivieren zijn kribben en oevergedeeltes van basaltblokken, tevens zijn van nature ook hier en daar keien aanwezig. Deze bieden voldoende al dan niet natuurlijke holtes om hun eieren in af te zetten. Qua lichaamsbouw zijn alle genoemde exotische grondelsoorten in het bezit van een paar tot zuignap ver-
groeide buikvinnen. Ook de gelijkende inheemse rivierdonderpad heeft een zuignap, echter de beide buikvinnen zijn van elkaar gescheiden. Met de zuignap kunnen ze zich, tijdens snelle stroming, op een harde ondergrond (basaltblokken, stenen, kademuren, beton), ook onder een helling vast zuigen. Een andere eigenschap is dat de exotische grondels net als de rivierdonderpad geen zwemblaas heeft; zij blijven dus altijd op de bodem waar zij zich met hun sterke borstvinnen voort bewegen. Om het nog ingewikkelder te maken; de inheemse riviergrondel (Gobio gobio) is geen familie van genoemde exoten maar behoort tot de karperachtigen. De riviergrondel heeft, net als alle kar-
7
perachtigen, geen zuignap maar wel een zwemblaas. De maximaal 12 cm. lange marmergrondel onderscheidt zich van de andere uitheemse grondels door 2 kenmerkende buisvormige neusopeningen.
Marmergrondel
De eerste vondst van een exotische grondel in Nederland was in de Waal bij Nijmegen in 2002. Het betrof een marmergrondel (Proterorhinus semilunaris) die sindsdien in aantal explosief toegenomen is. Van alle invasieve grondelsoorten is de laatst genoemde soort het meest inventief. Zijn aanpassingsvermogen gaat zover dat, bij gebrek aan stenen, alternatieve nestplaatsen gezocht en gevonden worden. In de benedenloop van beken en de poldersloten hebben zij lege schelpen van zoetwatermossels ontdekt om hun eieren in af te zetten. Ja, zelfs in de hals van een bierflesje die in het water is gegooid, werden eieren van deze soort aangetroffen. De vrouwtjes kunnen meerdere legsels per jaar hebben die door het mannetje bewaakt worden totdat ze uitkomen. In het tweede levensjaar, vanaf een lengte van 5,5 cm., kunnen zij zich weer voort planten.
gebied van de Rijn bereiken, dus ook de Gelderse IJssel. Voor de marmergrondel is dit de meest waarschijnlijke wijze waarop die in Nederland is terecht gekomen. Voor de andere exotische grondels is het zeer wel mo-
foto Bob Poll
gelijk dat zij met het ballastwater van schepen meegekomen zijn. De opmars van de marmergrondel is nog lang niet gestopt. Ook in de Maas is het een steeds talrijker wordende soort en, doordat hij zich thuis voelt in brak en zout water, zal spoedig de Zeeuwse Delta bereikt worden en daarmee de West-Europese kust. Via het Mr. A.C. Baron van der Feltz gemaal wordt gemiddeld per jaar 10 miljoen m3. water door middel van vrije lozing de IJssel in gelaten. Echter, tijdens droge
De marmergrondel voedt zich met allerlei klein bodemleven zoals mosselkreeftjes, insectenlarven, eitjes van divers soort waterleven, kleine visjes, enz. Doordat al deze soorten ook staan op het menu van het bermpje en de rivierdonderpad is er wel degelijk sprake van voedselconcurrentie. De marmergrondel komt oorspronkelijk uit het gebied rond de Kaspische-zee, de Zwarte Zee en de rivier de Donau. Het Main-Donaukanaal De gevlekte Amerikaanse rivierkreeft is de belangrijkste belager van de is in 1992 gegraven. Doordat de Main in de marmergrondel Rijn uitmondt kon deze soort het hele stroomfoto Aad van Leeuwen
8
periodes heeft dit gemaal ook de mogelijkheid IJsselwater de polder in te pompen ten behoeve van de landbouw. Gemiddeld wordt 0,8 miljoen m3. per jaar het Toevoerkanaal in gepompt; deze staat via de Terwoldse Wetering weer in verbinding met de Fliert en de Twellose Beek. Tijdens het inpompen van water zullen veel vissen vermorzeld worden tussen de schoepen van het gemaal maar er zijn ook altijd (vooral kleinere) exemplaren die het er levend vanaf brengen. Op deze manier werden en worden de binnendijkse wateren bereikt, waarna de expansie van dit visje ongeremd (want natuurlijke vijanden heeft hij hier nauwelijks) plaats kan vinden. De expansie wordt nog versterkt doordat veel beken en weteringen vrij migreerbaar worden gemaakt in het kader van natuurontwikkeling. In de gemeente Voorst gaat het dan om de Grote Wetering, De Fliert en de Voorster Beek. In de benedenloop van de door mij onderzochte beken, de Fliert en de Twellose Beek is de marmergrondel, vooral in de zomermaanden, een van de meest gevangen soorten met het schepnet. De conclusie luidt dus dat het hier al een massaal voorkomend visje is. Ongetwijfeld komt hij ook al veelvuldig voor in de benedenloop van vele andere Veluwse beken. Het is een fraai visje. Er is geen sprake van een beschermde status want, net als de andere nieuwe grondelsoorten, plant hij zich bijna woekerend voort. Voor de marmergrondel is het een voordeel dat hij nog niet als prooi herkend wordt, maar op lange termijn zullen de inheemse roofvissen (baars, snoek) door hebben dat deze exoot eetbaar is. Dan zal het bestand terug lopen totdat er een zeker evenwicht ontstaat. Een goede zaak want de marmergrondel zelf lust ook wel jonge visjes
of de eitjes van snoek en baars. Waarschijnlijk is de belangrijkste belager nu een andere algemeen voorkomende exoot, namelijk de gevlekte Amerikaanse rivierkreeft. Deze alleseter houdt zich overdag verscholen, maar voedt zich ’s-nachts met al het leven wat voorkomt op of nabij de bodem van de beek; behalve andere ongewervelden zijn ook levende vissen, zoals de marmergrondel, niet veilig voor de scharen van de kreeft. Uit mijn eigen onderzoek kon ik opmaken dat de marmergrondel vaker gevangen werd bij een hogere temperatuur; de recente klimaatontwikkeling is dus gunstig. Bovendien is deze soort, net als de zwartbekgrondel en de Kesslers grondel, zeer agressief tegen andere bodem bewonende dieren (onder andere de rivierdonderpad, de riviergrondel en het bermpje); zij worden uit hun schuilplaatsen gejaagd. De kans dat deze vluchtende dieren ten prooi vallen aan een roofvis wordt zo veel groter. Door concurrentie om voedsel en geschikte leefruimte lopen de aantallen van het bermpje en de rivierdonderpad drastisch terug. Hoe ingrijpend de uiteindelijke gevolgen voor diverse inheemse vissoorten zal zijn moet de tijd uitwijzen. In ieder geval staat de rivierdonderpad nu al op de ‘Rode Lijst’. Bronnen: Publicaties RAVON, Wikipedia, publicatie bionieuws 4 d.d. 07-03-2009, Visatlas Nederland 2015, Rapport Waterplan Gemeente Voorst d.d. 2 juni 2009, Inventarisatie uitwisselingspunten Veluwe en IJssel tabel 2 water aanen afvoer d.d. 31 aug. 2010.
Leden en donateurs Nieuwe leden:
Marianne Gammauf-de Jong Lucia Verduyn
Eerbeek Eerbeek
Bedankt als lid:
Nicolien van Doorn
Brummen
Bedankt als donateur:
fam Hofman mevr. Hoogervorst Lucia Verduyn M. Mol C. Challa
Eerbeek Eerbeek Eerbeek Loenen Eerbeek
9
Koning winter slaat toe door Henk de Bruin
Er is steeds minder licht, de dag wordt een onderbreking van de nacht in plaats van andersom. Overal wordt de natuur op zijn kop gezet, omdat de planeet Aarde zo raar uit het lood hangt bij zijn cirkelgang om de zon. Zo komt het dat het noordelijk halfrond gedurende een aantal maanden wat minder door de zon wordt beschenen dan de zuidelijke aardbolhelft. In temperatuur kan dat zo maar tientallen graden verschillen en daar heeft iedereen rekening mee te houden.
groene aquarel van de zomer is een sobere houtskoolschets geworden. Het ruisende bladerdek van de bomen is veranderd in een grillig takkenspel. Kleurige bloemen zijn verdroogd tot fascinerende zaaddozen. De vogels trekken hun winterkleed aan en de zoogdieren nemen een dikkere jas. De vossen worden rood en de bruine reeën worden grauw. De mezen hebben eindelijk vakantie. Die hoeven niet meer dag in dag uit te slepen met rupsen voor hun krijsende kroost.
Dichters willen hier nog wel eens dramatisch over doen. Zij hebben het over de lijkwade van de winter. Maar wie goed kijkt en al die veranderingen niet als vanzelfsprekend aanneemt, kan waarnemen dat de winter een spannend jaargetij is. Een seizoen vol verbazingwekkende verschijnselen. Zelfs voor het gewone, zielloze water is de winter een uitdaging. Een regenbui wordt een sneeuwbui, waterdruppels worden betoverd tot schitterende kristallen in verschillende vormen die gerust kunst mogen heten. Zij bedekken de wereld onder een witte wintersprei, die alles anders maakt.
De winter is ook een grote heelmeester. Plassen geïnfecteerd met zomerse plagen als blauwalg of botulisme, vriezen schoon. Met harde hand houdt de winter opruiming onder de kneusjes en onder de plagen van verdwaalde exotische dieren en planten. Met flink vriezen weet de winter de eigen inheemse natuur te beschermen tegen rare invasies. En aan het eind van de winter zijn de sterkste overgebleven om het leven in de lente voor te zetten.
Als de zon boven besneeuwde velden staat, sloten bevroren zijn en ijspegels aan de dakgoten hangen, is het platteland in winterrust. De weilanden zijn verlaten, veel vogels zijn naar het warme zuiden vertrokken en erfbewoners als egels, kikkers en padden zijn in winterslaap. Zelfs de planten die kleur gaven aan de voorbije zomer, zijn in rust. Hun beweeglijke blaadjes en uitbundige bloemen hebben plaatsgemaakt voor verhoute, met rijp bedekte stengels. De winterkoude die vrijwel al het leven uit de natuur heeft verdreven, houdt ook de meeste plattelanders binnen bij de warme kachel of centrale verwarming. Op de erven en velden is nauwelijks een mens te bekennen. Alleen een enkele rustzoeker waagt zich buiten. Warm gekleed geniet hij van de intense stilte, die je in deze drukke wereld alleen nog op het winterse platteland aantreft.Voor wie er oog voor heeft is het buitenleven in alle seizoenen goed. Dat is het mooie van de winter. Alles wordt anders. Het landschap, bomen en planten, vogels en andere dieren laten zich van een totaal andere kant zien. De
10
De winter, het stille jaargetijde
De winter is ook hard voor dieren met weke lijven. Maar die houden daar rekening mee. Als het gaat vriezen, trekken regenwormen zich terug in de bodem, slakken klitten op elkaar en kruipen weg in een hoekje. Voor egels - die ’s zomers juist op slakken jagen - is het verstandiger in winterslaap te gaan. Net als de slangen, padden, salamanders en kikkers. Behalve slakken, wormen en egels, is er nog een heel legioen aan insecten en spinnen die niets aan de winter beleven, omdat zij alleen kunnen leven en bewegen in een warme atmosfeer. Zij kunnen niet hun eigen warmte maken en blijven maandenlang verkleumd op één plekje zitten. Om te voorkomen dat hun bloed bevriest, hebben ze daar een flinke scheut “antivries” bij gedaan, een soort zelfgemaakte alcohol. Zo komen zij verstijfd en “stomdronken” de winter door. Al die weggekropen beesten en beestjes, al die planten die zich teruggetrokken hebben in de grond, laten in de winter een leegte achter. Je zou de winter daarom niet alleen het seizoen van de donkere dagen, maar ook het stille jaargetijde kunnen noemen.
Natuurbeheer Vliegbasis Eindhoven door Herman Heskamp De meeste mensen binnen IVN Eerbeek e.o. kennen mij wel, maar hebben waarschijnlijk geen weet van een aspect uit mijn voorgaande arbeidsverleden. Ik was de laatste jaren werkzaam binnen natuurbeheer en de vogelwering op de Vliegbasis Eindhoven / Eindhoven Airport. Vliegbasis Eindhoven ligt in oostelijk Noord-Brabant, aan de rand van het grondgebied van Eindhoven. Met haar oppervlakte van 600 hectare is Vliegbasis Eindhoven een van de grootste vliegbases van Nederland met civiel medegebruik. Natuurlijk wordt een vliegbasis doorgaans niet direct in verband gebracht met natuur. Immers lawaaiige vliegtuigen en de hoge hekken met prikkeldraad doen vaak het ergste vermoeden. De vliegbasis kent een rijke verscheidenheid aan natuur. Er zijn vennen en er leven allerlei dieren in de bossen. Op de basis zijn ook veel vogels aanwezig, waaronder een aantal soorten roofvogels. De aanwezigheid van vogels levert echter wel enig risico op voor het vliegverkeer. Vogels en vliegtuigen (in hetzelfde luchtvlak) gaan niet samen, hoewel vogels er eerder waren dan de moderne mens met zijn technische mogelijkheden.
Beheer De Koninklijke Luchtmacht heeft er voor gekozen om zijn vliegvelden door middel van natuurbeheer voor bepaalde vogelsoorten onaantrekkelijk te maken. Van agrarisch medegebruik zijn de percelen langs start en landingsbanen tegenwoordig veranderd in bloemrijke schraalgraslanden. Dit type beheer houdt in dat het gemaaide gras, met daarin de meeste voedingsstoffen, consequent wordt afgevoerd. Het gebied wordt dan niet bemest, waardoor verschraling van de bodem optreedt. Dit resulteert in een zich langzaam wijzigende vegetatie, die steeds kruidenrijker wordt en waarin ook vaker zeldzame plantensoorten voorkomen. Aangetroffen planten zijn onder andere de moeraswolfsklauw, rozetkruidkers en brede dovenetel. Door de bovenstaande omvorming en verlaging van de grondwaterstand wordt het voor weidevogels een onaantrekkelijk gebied. Deze weidevogels komen altijd voor in grote aantallen denk aan wulpen, kieviten,
grutto’s en scholeksters. Ook zijn deze vogels redelijk groot te noemen wat weer extra gevaar oplevert bij vliegbewegingen. Nu worden de landingsterreinen hoofdzakelijk bevolkt door veldleeuweriken, roodborsttapuiten en graspiepers. Door het graslandbeheer ontstaat een interessante combinatie van natuurbeheer en vlieg veiligheid. Het graslandbeheer is aangepast en er wordt geen mest meer gebruikt. Bij het maaien wordt soms zelfs rekening gehouden met het meest gunstige tijdstip ten behoeve van de ontwikkeling van plantensoorten. Als laatste kan worden genoemd dat, doordat er geen bemesting plaatsvindt, de graslanden schraler worden. Maar ook de heide van vroeger komt terug. Steeds meer plekken kleuren inmiddels prachtig paars en dat is pure winst voor de vliegveiligheid. Heidevelden zijn namelijk bijzonder vogelarm. Ook vleermuizen komen er voor, oude bunkers worden omgevormd tot schuilplaatsen voor deze kleine vliegende zoogdieren. Vleermuizen hebben het in Nederland moeilijk omdat het aantal schuilplaatsen door onze moderne bouwstijl terugloopt. Op veel defensieterreinen zijn de oude gebouwen en bunkers dan ook een toevluchtsoord voor vleermuizen. Door het gevoerde natuurbeheer is de variatie van soorten planten en dieren ruimer geworden. Hierdoor is het voor de mens en de natuur een interessant gebied geworden. En dan te bedenken dat we hier spreken over een terrein dat een operationeel vliegveld is.
Inventarisatie en monitoring Om goed rekening te houden met de natuur en anderzijds het natuurbeheer goed te kunnen uitvoeren, moet eerst bekend zijn wat er precies aanwezig is en hoe zich dat ontwikkelt. Sinds 1996 is in samenwerking met het toenmalige ministerie van LNV, een systeem opgezet om de natuurwaarden op defensieterreinen in kaart te brengen. Dit betekent dat de natuurwaarden op gestructureerde wijze zijn geïnventariseerd. In de zomer wordt de vlinderpopulatie bijgehouden. Naast aantallen wordt gekeken naar de diversiteit in de soorten. Ook worden de aanwezige amfibieën gemoni-
11
tord met onder andere in Eindhoven de vinpootsalamander als kwetsbare rodelijstsoort. Planten, mieren en muizen worden jaarlijks geïnventariseerd. De vogels uiteraard dagelijks en wekelijks waarbij de rapportage al jaren geheel digitaal plaatsvindt. Dit biedt weer een aanknopingspunt voor allerlei overzichten en grafieken.
Vogelaanvaringpreventie Op de vliegvelden zijn vogelwachten werkzaam, die als het nodig is lokaal de vogels tijdelijk verjagen. Dit gebeurt met alarmkreten van de betreffende vogelsoort en of met vuurwerk. Maar natuurbeheer is op langere termijn effectiever dan het verjagen. Om dit proces in de toekomst nog te verbeteren worden vogelwachten tot natuurbeheerders ( boswachters) opgeleid bij het Helicon in Velp. Tevens zijn er bij de Luchtmacht biologen werkzaam om voorgenoemde processen te volgen en te sturen. Zo kan een vliegveld er blijkbaar ook uitzien.
12
Om het risico op aanvaringen met vogels verder te verkleinen, is vermijden van vogeltrek en foerageer-gebieden de enige oplossing. De verkeersleiding in Nieuw Milligen geeft, indien nodig, elk uur waarschuwingen aan de piloten. Dat doet zij op basis van informatie over vogeldichtheid afkomstig van Bureau Natuur. Ornithologen interpreteren de beelden van een radar en verwerken dit in een vogelwaarschuwingsbericht. De ‘vogelmannen’ op en rond de baan beschikken in hun voertuig ook over radarbeelden van een weliswaar kleinere radar voor het volgen van lokale vogeltrekbewegingen. Moderne communicatiesystemen maken het mogelijk om het starten en landen in samenwerking met de verkeerstoren aan te passen wat vogels betreft.
foto Herman Heskamp
Fietsen door Brummens landschap door Henk de Bruin De weersverwachting voor zondag 12 juli 2015 was niet bepaald gunstig voor wie van zon en warmte houdt. Wellicht was dat de reden waarom die dag het aantal deelnemers aan de fietsexcursie beperkt bleef tot 18. Om mee te kunnen fietsen had een echtpaar uit het Zuid-Hollandse Poeldijk er wel een autorit van ruim 150 kilometer voor over. Enkele deelnemers uit Apeldoorn e.o. hadden al vooraf de afstand tussen hun woonplaats en Eerbeek fietsend overbrugd. Zo ook een ouder echtpaar uit Brummen, waarvan de man al op vrijdag informeerde of tijdens de excursie veel hoogtemeters moesten worden overwonnen. In dat geval zou hij er om gezondheidsredenen vanaf moeten zien. De voorgenomen route werd in grote lijnen met hem doorgenomen. De wil om deel te nemen won het op dat moment blijkbaar van de angst het niet vol te kunnen houden. Hij besloot om mee te fietsen en beëindigde het telefoongesprek met de mededeling: "We zien elkaar zondag". Toen het echtpaar in Eerbeek aankwam, nog voordat de excursie was begonnen, vertelde hij dat zij tussen Brummen en Eerbeek onaangenaam verrast waren door een vieze, toenemende tegenwind. "Van diezelfde wind hebben jullie straks profijt", probeerde ik hem enigszins gerust te stellen. Hij leek niet erg overtuigd getuige zijn reactie: "Ja, ja, maar voor hoelang?" Het antwoord moest ik op dat moment schuldig blijven. Rondom 13.30 uur heet ik, mede namens de gidsen Jan Coenraadts en Bert van der Saag, de deelnemers welkom bij het VSM-station Eerbeek. Vervolgens leg ik de letters IVN uit en dat onze afdeling door het jaar heen diverse activiteiten (o.a. excursies) organiseert om de belangstelling voor natuur, milieu en duurzaamheid te stimuleren en te bevorderen. Nadat duidelijke afspraken zijn gemaakt omtrent het naleven van de verkeersregels, nodig ik de deelnemers uit op de fiets te stappen en te genieten van het Brummense halfopen landschap. Via de Smeestraat gaan we even langs de Eerbeeksebeek en vervolgens door wellicht het oudste deel van het dorp Eerbeek over de Dr. Gunningstraat met zijn imposante eiken. Na de passage van het Apeldoorns Kanaal volgen we de Voorstondensestraat. Rechts van ons liggen de Hallse hooilanden en even later ruiken we de geur van de nertsenkwekerij.
Via de Haarweg, Sterrebosweg, Plagweg, Ganzekolk, Schoolboslaantje en de Voorsterweg stoppen we bij de paddenpoel bij boerderij De Rietmus. De poel is op 15 maart 2014 als educatief project officieel in gebruik genomen door het onthullen van het informatiebord door eigenaar Barthold van Hasselt. Dit gebeurde destijds in het bijzijn van de toenmalige wethouder en Ruben Smit, o.a. bekend door de film over de Oostvaardersplassen 'De Nieuwe Wildernis'. Op het informatiebord is te zien welke wilde planten er groeien en welke dieren er in de poel voorkomen, waaronder de knoflookpad. Bert maakt van de gelegenheid gebruik om de verkoop van het mede door hem geschreven en onlangs uitgegeven boek Beleef de seizoenen tussen Veluwemassief en IJsseldal te promoten. Aansluitend steken we te voet over naar het kasteelachtige landhuis Huis te Empe. Jan vertelt dat Huis te Empe dateert uit de 16e eeuw. Het huis kreeg bekendheid doordat in de jaren zestig van de 18e eeuw mr. W.H. van Hasselt zich hier toelegde op de teelt van zijde. Huis te Empe is nu als appartementengebouw ingericht en wordt door vier families bewoond. In het voormalig koetshuis aan de overzijde van de weg wonen twee gezinnen. Gezamenlijk hebben zij de supervisie over de tuin en het bos. In het park rondom het huis staat een grote verscheidenheid aan bomen, waarvan sommige zo te zien een wat kwijnend bestaan lijden. Het bos is voor het publiek vrij toegankelijk. We vervolgen onze excursie via de Tondensestraat en het Tondense Enkpad en komen zo in buurtschap Wapse. Over de Baankweg fietsen we tussen de schitterende, nagenoeg oogstrijpe tarweakkers. Een lust voor het oog na de vele weilanden en de monocultuur van de diverse maïsvelden. Via de Windheuvelstraat, Buurtweg en Kleine Vosstraat passeren we het dorp Oeken om daarna via de Kaniestraat, Den Broekweg , Rhienderensestraat, Stouwstraat en Knoevenoordstraat te stoppen bij horecabedrijf 'De Vroolijke Frans' in buurtschap Broek. Op het overdekte terras aan de voorzijde van het café genieten we van onze koffie, thee of een ander drankje. Menigeen kan de verleiding van het overheerlijke appelgebak, met of zonder slagroom, niet weerstaan. Tij-
13
dens deze pauze worden we aangenaam verrast door een troubadour, die enthousiast spelend op zijn gitaar en met welluidende stem enkele bekende liederen ten gehore brengt. Het is prettig toeven bij De Vroolijke Frans en het horecabedrijf maakt zijn naam volledig waar. In goed overleg besluit het oudere echtpaar uit Brummen op dit punt ons gezelschap te verlaten en de kortste route naar hun woonplaats te nemen. Wij vervolgen onze route via het Hallsepad, passeren landgoed Het Leusveld en stoppen bij de Hallse kerk. De kerk is gewijd aan St. Liudger, die in de 8e eeuw in deze omgeving het evangelie predikte. Naar wordt aangenomen stichtte hij op deze plek een houten kerkje. De huidige kerk, gebouwd in de 15e eeuw, is vooral bijzonder dankzij de prachtige muur- en gewelfschilderingen. De onverharde weg naast de kerk, het Liudgerpad, is naar de missionaris genoemd. Hierna is er aandacht voor de ontstaansgeschiedenis van de Hallse enk en voor de gedenksteen voor ingenieur Cornelis Johannes van Doorn. Hij is geboren in Hall en maakte in de 19e eeuw grote indruk in Japan door de aanleg van een goed doordacht irrigatiesysteem bij de stad Koriyama, wat de mogelijkheden voor landbouw in de wijde omgeving van de stad enorm vergrootte. Daarom bezoeken veel Japanse toeristen zijn graf in Amsterdam.
Vier mensen uit Apeldoorn e.o. geven de voorkeur om de thuisreis zelfstandig via de Eerbeekse hooilanden te maken. Met de twaalf overgebleven deelnemers vervolgen wij onze route via de Hogestraat, Heimeriete en Knoevenoordstraat en steken het Apeldoorns Kanaal over via de Brummensebrug. Aanvankelijk was het plan vanaf hier het kanaal via het Jaagpad te volgen tot de Soerensebrug en vandaar via het voormalig badhuis te Laag Soeren en het Wilhelminapark terug te rijden naar Eerbeek. Omwille van de tijd zien wij daarvan af en rijden we via de Brummenseweg, Hungeling, Derickxkamp, Grizellstraat, Stuijvenburchstraat en Coldenhovenseweg weer naar het VSM-station waar de excursie omstreeks 17.00 uur eindigt. Tijdens de evaluatie spreken de deelnemers van een inspirerende fietstocht en ze zijn erg te spreken over de uitleg die onderweg op diverse punten is gegeven. Het landschap binnen de gemeente Brummen is veelzijdig en indrukwekkend door de afwisseling van bossen, enken, slingerende beekjes en sprengen, weiden, akkers en landgoederen. De vraag of zulke fietsexcursies vaker dan één keer per jaar door onze IVN-afdeling zouden moeten worden georganiseerd, werd volmondig en unaniem bevestigend beantwoord. Niet alleen de zomermaanden, maar ook het voor- en najaar lenen zich goed voor een fietstocht als deze
Glühweinwandeling 2015 Voor de twintigste keer vindt dit jaar de Glühweinwandeling plaats. De eerst werd gehouden in 1996 en de route was toen ruim 20 kilometer. Alle volgende waren ongeveer 15 km. Evenals bij alle voorgaande edities is ook bij deze opgave vooraf noodzakelijk in verband met de foeragering. Dit jaar wordt de wandeling gehouden op woensdag 30 december. De start is om 10.00 uur bij Timbers café op Park Coldenhove van Landal Greenparks. Het wordt weer een gevarieerde tocht waarbij we lekker doorstappen. Onderweg pauzeren we met een bakje erwtensoep uit eigen keuken. Rond 15.30 uur hopen we weer aan de glühwein of een ander drankje te zitten. Ook honden die van doorstappen houden (en vuurwerk haten) kunnen mee op deze tocht en voor hen is er iets lekkers en een bakje water in de pauze. Start 10.00 uur, vanaf 09.30 uur koffie met iets lekkers Afstand ca. 15 km, onderweg is er een lunchpauze met soep Terug ongeveer 15.30 uur. Prijs € 7,50 of € 6,00 voor IVN-leden en -donateurs. Adres Parkeren op de parkeerplaats van Landal Coldenhove Boshoffweg 6, 6961 LD Eerbeek (u wordt van daar doorgestuurd naar het cafe). Verder inlichtingen en opgave voor 22 december bij; Chris Holtslag 0313-653113, [email protected] Herman Heskamp 0313-844895, [email protected]
14
Schuim op boomvoeten door Eric Klein Lebbink Deze zomer vielen af en toe pittige buien. Niet direct uitnodigend om te gaan wandelen, maar als je al op pad bent en overvallen wordt door zo’n bui dan blijkt dat je ook dan interessante dingen kunt ontdekken. Een voorbeeld daarvan zijn schuimvlokken op de stam en stamvoet van dikkere bomen. Boven het schuim borrelen bubbeltjes langs de stam, gevoed door een stroom regenwater alsof het een regenpijp van de boom is. Het schuim verzamelt zich in een grote “zeepvlok” onderaan de boom. Je ziet het niet op elke boom en de omstandigheden moeten waarschijnlijk ook nog eens optimaal zijn. In ieder geval erg veel regen. Wat is hier de oorzaak en misschien wel de functie evan? Ik heb het verschijnsel al vaker gezien. Een natuurgids vertelde dat het misschien iets met luchtverontreiniging te maken heeft. Omdat ik bij een wandeling bij tientallen bomen en verschillende soorten dit verschijnsel zag, ben ik op zoek gegaan naar een verklaring. Met zoeken via Google kom je via enkele sites alles te weten.
De verklaring is als volgt; Het schuim op de stam wordt veroorzaakt door saponinen, dat is een zeepstof (behorend tot de glycosiden). Door de regen lossen de zeepstoffen op die vooral aan de oppervlakte van een plant (bij een boom dus in de schors) aanwezig zijn. Hoe ruwer de schors en hoe hoger de boom is, des te groter de luchtbellen in het schuim dat zich op het afstromende regenwater vormt en uiteindelijk onderaan de boom blijft hangen. Daarom zie je op een ruwe eiken of berkenstam meer schuim dan op een gladde beukenstam. Veel planten vormen deze speciale, bittersmakende stof vanwege de remmende werking op indringers. Saponine lost, net als een wasmiddel, vet op. In het geval van een belager van de stam, bv. een insect, bacterie of schimmel pakt dat niet goed uit voor die aanvaller. Het is daarmee dus een functionele en vernuftige beschermingsstrategie van een levende boom
Twee voorbeelden van schuim die is ontstaan door regenwater dat van de boomstam is afgestroomd. foto’s: Eric Klein Lebbink
Werkdagen Venel Wie zin heeft om eens met de Venelgroep wilgen te gaan knotten kan dat in de komende maanden doen op de volgende zaterdagen: 7-11, 21-11, 5-12, 19-12 en voor 2016: 9-1, 23-1. Inlichtingen bij de coördinator (zie colofon op bladzijde 2 van dit blad.
15
AGENDA
Retouradres: Weverweg 7, 6961 KM Eerbeek
Zaterdag 7 november
Zondag 13 december
Voorwandelen in Klarenbeek Aanvang: 9.00 uur Eerste gids: Chris Holtslag Overige gidsen: Wim Blom, Jan Groenhof en Herman Heskamp
Publieksexcursie in Zuidelijk deel Voorstonden Thema: Ontdekken onbekend deel landgoed Start: 14.00 uur Locatie: bij IVN-vlag aan Voorstondensestraat
Zondag 8 november
Zaterdag 30 december
Publieksexcursie Appense Veld e.o. Thema: Natuur en cultuur Start: 14.00 uur Locatie: Treinstation Klarenbeek
Glühweinwandeling (zie blz 14 van dit blad)
Maandag 9 november Coördinatorenoverleg Aanvang 20.00 uur Locatie: BHV-gebouw, Kloosterstraat 21, Eerbeek
Donderdag 19 november Vierseizoenenwandeling in Webersbos (4: Herfst) Aanvang: 9.30 uur Locatie: parkeerplaats bij café De Korenmolen, Kanaalweg 3 in Eerbeek
Zaterdag 12 december Voorwandelen in Voorstonden Aanvang: 9.00 uur Eerste gids: Gerard Bosch Overige gidsen: Henk de Bruin, Jan Groenhof en Herman Heskamp
Vrijdag 8 januari Nieuwjaarsreceptie (zie blz. 5 van dit blad)
Zaterdag 17 januari Voorwandelen in Deelerwoud Aanvang: 9.00 uur Eerste gids: Herman Heskamp Overige gidsen: Aad van Leeuwen, Bert v.d. Saag en Lambert Kouwenberg
Zondag 18 januari Publieksexcursie in Deelerwoud Thema: doorstappen Start: 14.00 uur Locatie: parkeerplaats aan het einde van de Groenendaalseweg over het viaduct met A50
Alle excursies duren ongeveer twee uur, tenzij anders aangegeven.
16