Op Expeditie Een greep uit de producten van Expeditie durven, delen, doen
n e g n di
s e Zie je altijd
… r d e v o n e t e wilde w de
n i k e o z r e d n O
l o o sch e i t i d e p E x alenten naar
t
CD-rom
Expeditie durven, delen, doen
Inhoud Onderzoek in de school Portret van vier scholen R 6 Zes dingen die je altijd wilde weten over Piter Jelles !mpulse R 10 Tweedeklassers geven les op de basisschool Da Vinci College R 15 In de cockpit van je eigen loopbaan Johan de Witt Scholengroep R 18 Gymnasium bovenbouw doet veldwerkonderzoek Willem Lodewijk Gymnasium R 22 De 10 van Montaigne Montaigne Lyceum R 26 Expeditie naar talenten Corlaer College R 28 “Innoveren zit ons in het bloed” Burgemeester Harmsma School R 30 Iedereen is verantwoordelijk IJburg College R 32 Stappenplan voor talentontwikkeling OSG Nieuw Zuid R 36 Dichtbij huis naar school St. Ursula R 41 Talenten ontwikkelen tot prestaties (TOP) Picasso Lyceum R 44 Alles digitaal Amadeus Lyceum R 48
18
In de cockpit van je eigen loopbaan R Johan de Witt Scholengroep
44 22
Talenten ontwikkelen tot prestaties (TOP) R Picasso Lyceum
Gymnasium bovenbouw doet veldwerkonderzoek R Willem Lodewijk Gymnasium Op Expeditie 3
Beste lezer, Met gepaste trots presenteert het Innovatieproject van de VO-raad deze speciale uitgave. We bieden u een kijkje in de scholen van Expeditie durven, delen doen en laten u een greep zien uit de vele producten die zij tijdens de Expeditie hebben gemaakt. We kijken voldaan terug op een ver kenningsreis van een konvooi scholen dat zich de afgelopen drie jaar in een avontuur heeft gestort. Onbetreden paden, nieuwe invloeden, frisse inzichten. Zij kapten zich een weg door het oerwoud om een eigen pad te maken of te ontdekken, voortdurend achternagezeten door hongerige onder zoekers met planlijstjes en aandachts punten. De Expeditie is ontstaan na een periode van vernieuwingen die in de beleving door ‘de overheid’ waren bedacht. De scholen zijn aan zet, was het nieuwe uitgangspunt. Laat scholen zelf maar tonen hoe ze willen vernieuwen, verbeteren en beter onderwijs willen maken. De overheid bekostigde en volgde de ontwikkelingen op de voet. Deze formule bracht een wonderlijke chemie te weeg. Onderzoekers kwamen niet als buitenstaander de school in om onderzoek te doen dat aansloot bij hun ideeën, maar de school bepaalde wat zij
4
Op Expeditie
onderzocht wilde zien om nog beter met veranderingen om te kunnen gaan in de toekomst. De school zet een vernieuwing in gang, de onderzoeker volgt. Dit spel zijn we niet gewend te spelen, dus gelden er nieuwe spelregels. Hoe organiseren we dat? Welke taal spreken we? Hoe benutten we talenten van docenten in de school? De Expeditie toont innovaties en verbeteringen die plaatsvinden op maat van de school. Met veel meer aandacht voor didactiek, talenten, onderwijs op maat, inzet van digitale mogelijkheden, inhoudelijke verdieping, vakoverstijgende thema’s en aanpassing van het onderwijs aan de eisen van de moderne samenleving. De VO-raad is trots op de Expeditie scholen: een groep scholen die het lef heeft gehad nieuwe onderwijsideeën uit te werken en samen met onderzoekers aan de slag te gaan. Ze hebben hun deuren open gesteld voor de buitenwereld. Een tweede groep scholen is hen gevolgd in Expeditie II: kwaliteit in beeld. We willen leren van al deze ervaringen. Daarom is het niet alleen belangrijk dat er rapporten en publi caties zijn over de onderzoeken, maar dat er ook wordt uitgewisseld wat de scholen hebben voortgebracht. Dit is niet een gebruikelijk verslag van een project. In deze uitgave staan de
producten centraal die scholen in het kader van de Expeditie hebben ontwikkeld. Achterin vindt u een cd-rom met alle producten, in dit blad een greep daaruit toegelicht. De scholen presenteren hun producten met trots en stellen ze beschik baar zodat uw school er ook gebruik van kan maken. Elke expeditie komt weer een keer thuis. Het schip meert af in de vertrouwde haven, terug van een succesvolle missie, met een ruim vol producten uit verre oorden. Graag nodigen wij u uit om deze buit samen uit te pakken en op uw school te beproeven.
Op Expeditie 5
Portret van vier scholen
Onderzoek in de Loop je tegen problemen aan in het onderwijsconcept? Ben je als school op zoek naar herprofilering? Signaleer je dat oplossingen niet duurzaam werken? Sta je op het punt om aan nieuwbouw te beginnen? Dit zijn gouden momenten om te starten met Onderzoek in de school.
6
Op Expeditie
Binnen Expeditie durven, delen, doen hebben vier scholen samengewerkt onder de noemer KIOSC. De naam KIOSC staat voor Kennis, Innovatie en OnderzoekSCentrum. Het project is gestart als samenwerkingsverband om kennis en onderzoek te delen en een open onderzoekshouding in de scholen te creëren. Docenten van de scholen doen onderzoek naar onderwijsleerprocessen en innovaties binnen de eigen school. Onderzoek draagt direct bij aan onderwijs ontwikkeling: gezamenlijk gedragen beleid komt immers voort uit resultaten. Daarmee wordt niet alleen het onderwijs verbeterd. Het heeft ook een positieve invloed op het werkplezier van de docenten: ze krijgen nieuwe energie, worden enthousiast en krijgen nieuwe inzichten en inspiratie. Hoewel KIOSC een gezamenlijk project was, hebben de vier scholen elk voor een eigen aanpak gekozen. Naast de verschillende onderzoeken heeft KIOSC geen concrete producten opgeleverd die over draagbaar zijn. Het is echter wel mogelijk lering te trekken uit de ervaring van de KIOSC-scholen.
school
1
Pieter Zandt R feiten in plaats van onderbuikgevoel Scholengemeenschap Pieter Zandt in Urk heeft een aantal docenten extern laten opleiden tot onderzoeksdocent. In dit traject leerden de docenten hoe je praktijkonderzoek uitvoert op school en hoe je andere docenten kunt ondersteunen in het doen van onderzoek. In de afgelopen jaren zijn verschillende onderzoeken door de onderzoeksdocenten uitgevoerd, waaronder een onderzoek naar nascholing, een onderzoek naar het functioneren van de leerlingzorg en een onderzoek naar de veiligheidsbeleving van leerlingen.
Het gaat om de glimmende ogen van de docent: meer werkplezier! Vernieuwingen in de school worden ingevoerd vanuit een onderzoeksplan en er wordt meer resultaatverantwoordelijk gewerkt: uitgewerkte en uitgevoerde plannen worden steeds beter en vaker geëvalueerd en bijgestuurd volgens de zogenaamde PDCA-cyclus. En dat werkt. Docenten merken dat inzicht krijgen in feiten veel meer vertrouwen geeft dan reageren op basis van onderbuikgevoelens. Voor Pieter Zandt was KIOSC de aanzet voor de opzet van de Onderzoeksschool Pieter Zandt breed.
Op Expeditie 7
2
Comenius College R KIOSC is een kamer in de school Op het Comenius College in Capelle aan den IJssel werken ze volgens het Comenius model. KIOSC is letterlijk een kamer in de school waar docenten te vinden zijn die getraind zijn als onderzoeksdocent. Ook deze docenten volgden de training tot onderzoeksdocent. De school heeft ervoor gekozen om jaarlijks meerdere docenten op te leiden in het zelfstandig uitvoeren van onderzoek. Om docenten ook intern op te leiden en te begeleiden is inmiddels ook één van de docenten opgeleid tot trainer. De school heeft verder gekozen voor een duide lijke koppeling tussen KIOSC en de acade mische onderwijsschool, wat zij al waren vóór KIOSC. Stond bij de academische onderwijsschool het onderzoek van studenten centraal, bij KIOSC gaat het om onderzoek door docenten. Er zijn verschil lende onderzoeken uitgevoerd de afgelopen jaren, zoals een onderzoek naar de leerling van de toekomst en een onderzoek naar leerarrangementen. Het Comenius College is tevreden over KIOSC: onderzoek zorgt voor meer inhoudelijke kennis en voor samenhang tussen collega’s. Hoewel men op het Comenius College met KIOSC is begonnen in het kader van personeelsbeleid (het ging om de glimmende ogen van de docent, meer diepgang en werkplezier, wat zeker is gelukt!), realiseert de school zich dat er voor de voortgang meer nodig is: het moet de school meer opleveren. De school 8
Op Expeditie
heeft daarom een onderzoeks- en innovatie team samengesteld voor het onderzoeks plan. Daarnaast is het KIOSC-webmodel in ontwikkeling waarbij KIOSC en de academische school zijn samengevoegd en waarbij informatie te vinden is met betrekking tot het onderzoeks- en inno vatieteam, onderzoek in de school, docent onderzoekers, studentonderzoekers, opleiding en publicaties.
3
Montessoricollege Nijmegen R virtuele KIOSC
Op het Montessoricollege in Nijmegen is in de loop van de Expeditie gezocht naar de juiste vorm voor onderzoek in de school. Volgens de school is een ‘organisch model’ gehanteerd. Op basis van de ervaringen van de drie jaar dat de school bezig is met KIOSC zijn er gedurende het proces ver anderingen aangebracht in de aanpak van onderzoek op school. Dit heeft uiteindelijk geleid tot een virtuele KIOSC en twee docenten met onderzoekservaring die een herkenbare positie innemen in de school. Deze docenten zijn in-school getraind en bieden ondersteuning bij onderzoek binnen de school. Op het Montessoricollege wordt een probleem omgezet in een onderzoeks vraag voor de KIOSC als er sprake is van een hoge urgentie, het probleem breed gevoeld wordt, het probleem op te lossen is door het onderzoek en het beoogde
resultaat aanspreekt. Zo bleek op school een urgent probleem te ontstaan met betrekking tot het gebruik van de werkvloer, een werkplek voor leerlingen die daarvoor kiezen, maar ook een plek voor opvang tijdens lesuitval of pauzes. Hoewel de afspraak was dat er een werkvloerbegeleiding was om het leerproces te begeleiden, bleek in de prak tijk sprake van een onbegeleidbare situatie. Een urgent probleem dus dat breed gedragen werd. Onderzoek bood uitkomst. Na een schets van de probleemsituatie is een werkgroep ingesteld die de huidige werkvloer heeft geanalyseerd (door middel van een mindmap) en voorstellen heeft gedaan voor de implementatie van een studievloer. Het onderzoek heeft uiteinde lijk geleid tot de implementatie van de studievloer en een onderzoek naar die implementatie. Inmiddels heeft KIOSC een duidelijk herkenbare en gewaardeerde positie in de school gekregen. Het wordt actief gesteund door de schooldirectie en is daarmee toekomstbestendig.
4
Panta Rhei R pedagogischdidactisch handelen onder de loep Op scholengemeenschap Panta Rhei zijn twee docenten getraind in het uitvoeren van onderzoek en begeleiden van collega’s. Door middel van de training kun je op een veilige manier dingen aan de kaak stellen en onderzoeken. Naast analytisch onder zoek wordt op de school vooral ingezet op onderzoek met betrekking tot pedagogischdidactisch handelen. De school heeft zich ontwikkeld tot zorgschool. Er zijn veel vragen over het opvangen van zorgleerlingen en wat dat vraagt van de docenten. Vragen? Henk Westerveld, projectleider van het KIOSCproject, of één van de vier KIOSCscholen.
Tips van de KIOSC-scholen • • • • • • • • • •
org dat je als schoolleiding actief betrokken bent bij het onderzoek; Z Wees bereid om onderzoek structureel in te bedden; Geef de functie van docentonderzoekers een plek in het functiebouwwerk; Faciliteer docentonderzoekers met uren bovenop hun jaartaak; Laat docenten opleiden in het doen van onderzoek; Zorg waar nodig voor sparringpartners voor de onderzoekers; Zorg dat docenten eigenaar worden van het probleem en het onderzoek; Informeer het team over het hoe en waarom van onderzoek in de school; Presenteer het onderzoek en verbind er consequenties aan; Pak het projectmatig aan en maak duidelijke afspraken over het proces.
Op Expeditie 9
6 dingen die je altijd wilde Piter Jelles !mpulse
1
Wat kenmerkt Piter Jelles !mpulse?
2
Hoe kan de leerling eigenaar zijn van het eigen ontwikkelingsproces?
Piter Jelles !mpulse in Leeuwarden is gestart in 2005
“Op Piter Jelles !mpulse maakt een
met zestig leerlingen. Inmiddels is het leerlingaantal
leerling elke periode een eigen Indi
flink gegroeid. De school heeft een geheel nieuwe
vidueel LeerPlan. Hierin beschrijft de
werkwijze. Locatiedirecteur Wabe Reinsma: “Wij krijgen
leerling zijn doelen voor de verschil
leerlingen uit heel Friesland. Dat betekent dat de leer
lende leergebieden, setting en com
lingen ook bereid zijn een flink eind te reizen voor onze
munity. In het individueel leerplan
school. Ik zie dat de leerlingen door de verschillende
beschrijft de leerling eigen leerdoelen,
werkvormen groeien in zelfstandigheid en mondigheid.
zoals samenwerken, plannen en zelf
Dat zijn kwaliteiten die we in regulier onderwijs soms
sturing. Een leerling bespreekt aan het
maar moeizaam kunnen ontwikkelen. Binnen !mpulse
begin en aan het eind van een periode
hangt een sfeer waarin je jezelf mag zijn en fouten mag
zijn Individuele LeerPlan met zijn of
maken. Doordat leerlingen zelf nauw betrokken zijn bij
haar begeleider, de coach. De evaluatie
de wijze waarop wij ons onderwijs vorm geven, merk je
van de voorgaande periode en de ver
dat ze zich verantwoordelijk voelen en trots zijn op hun
zamelde feedback van de verschillende
school. Ze helpen elkaar en spreken elkaar aan op
leerervaringen vormen de basis voor
ongewenst gedrag. Wij werken vanuit het principe
nieuwe doelen. Tijdens kind /ouder
verbindende school. Mochten er zich conflictsituaties
avonden wordt er samen met de ouders
voor doen, dan passen we het herstelrecht toe, dat
en de coach teruggekeken op de afge
betrekking heeft op iedereen.”
lopen periode. De leerling zelf is hier de
10 Op Expeditie
weten over
3
Wat zijn community’s?
gespreksleider, waarbij de leerling zijn
“Op !mpulse bouwen leerlingen samen aan de school.
of haar resultaten bespreekt vanuit het
Een school is geen gebouw, maar een unieke samen
zelfgemaakte portfolio. Binnen de
werking tussen leerlingen onderling en docenten. De
basisvorming werken de leerlingen aan
leerlingen dragen allemaal zorg voor een goede sfeer
uitgewerkte leerdoelen per vak en leer
in de school, waarin wij werken op basis van de ver
gebied op basis van de kerndoelen voor
bindende school en herstelrecht. Naast algemene leer-
het voortgezet onderwijs. Tijdens het
en leefafspraken die docenten en leerlingen samen
derde leerjaar wordt hier een verdieping
maken, zijn er ook commissies waarin leerlingen een
in aangebracht. In de bovenbouw
actieve bijdrage kunnen leveren aan de school. Deze
wordt er gewerkt vanuit de tweede
commissies noemen wij Community-onderdelen. De
fase. Leerlingen krijgen de ruimte om
Community-onderdelen van de school zijn bijvoor
binnen eigen projecten aan inhoude
beeld de Schoolkrant, de Debat community, het
lijke en persoonlijke leerdoelen te
!mpulse Fonds, de Leerlingenraad, de Feest community,
werken. Daarnaast biedt de school bij
Horeca-Community, Schoolorkest Community, Sfeer-
de verschillende vakken en leergebieden
en onderzoek community, PR community en de Sport
uitdagende en leerlinggestuurde
community. In deze onderdelen vormt samenwerken
opdrachten aan. Leren vanuit authen
en samen verantwoordelijkheid dragen de basis waar
tieke ervaringen op basis van construc
vanuit de school werkt. Naast de doelen voor een sterk
tivistische idealen.”
pedagogisch klimaat en een verbindende leer- en leef
Op Expeditie 11
elkaaarr ttee r a a n je r e le “In de kring t iedereen anders is luist eren e n da ma g zijn” nm een
D
Wat zijn community’s?
4
Wat zijn settingen?
omgeving kunnen leerlingen ook vak
“Settingen zijn leerlinggestuurde projecten die
inhoudelijke of persoonlijke leerdoelen in
vanuit de belevingswereld van de leerlingen
de Community afsluiten. Activiteiten voor
starten: een leerling draagt zelf het onderwerp aan.
de Community binnen de school zijn MICA,
De setting is de plek voor leerlingen om levensechte
dit staat voor: My Indoor Community
leerervaringen op te doen en talenten verder te
Activities. Activiteiten voor de samen
ontwikkelen. De setting daagt leerlingen uit om
leving die leerlingen doen in het kader van
zelf te gaan onderzoeken. Docenten hebben in de
de maatschappelijke stage, zijn: MOCA,
setting een coachende en faciliterende rol.
My Outdoor Community Activities. Door
Elke periode werkt een leerling in groepsverband
ons grote netwerk en de sterke verbinding
of zelfstandig in een setting. Leerlingen mogen in
met de samenleving is de school uitge
settingen samenwerken met andere leerlingen om
groeid tot expert op het gebied van de
te stimuleren dat leerlingen van verschillende leef
invoering van de Maatschappelijke Stage,
tijden en niveaus met elkaar en van elkaar leren.
waarin leerlingen vanuit eigen interesse
De leerlingen van !mpulse zijn vrij om te bedenken
veel meer uren draaien dan volgens de
waar het onderwerp van hun setting over gaat. Ze
wettelijke eisen noodzakelijk is. Leerlingen
moeten volgens een vast protocol een settingplan
voelen het belang van ‘iets doen voor een
opstellen dat de docenten bespreken en van feed
ander zonder dat je er iets voor
back voorzien. De door de leerlingen vastgestelde
terugkrijgt’.”
doelen vormen een contract waarop de leerling
12 Op Expeditie
oelen zich ots v n e g n i l e r “Le en zijn tr k j i l e d r o o ver antw ool” op hun sch
5
Hoe ziet een dag op Piter Jelles !mpulse er uit?
beoordeeld wordt, door zichzelf en door docenten.
“De leerlingen van de onderbouw
Vanuit de opgedane ervaringen rond de persoon
gaan elke dag, met uitzondering
lijke leerdoelen kunnen nieuwe leerdoelen worden
van woensdag, van half negen tot
geformuleerd. De doelen van leerlingen in een
half vier naar school. Op woens
settinggroep kunnen verschillen en zo is er binnen
dag zijn de leerlingen om twaalf
een groep met een gelijk onderwerp de mogelijk
uur uit. Leerlingen kunnen dage
heid om per leerling individuele doelen te hebben.
lijks tot vier uur gebruik maken
Leerlingen worden binnen hun setting gestimuleerd
van de faciliteiten binnen school.
om contacten te leggen met de maatschappij, leer
“We werken vanuit een rooster
lingen kunnen de informatie voor onderwerpen
waarin de leergebieden en com
inwinnen bij ervaringsdeskundigen die in de werk
munity worden aangeboden. Per
velden zelf werken. Er zijn prachtige voorbeelden
week houden leerlingen ongeveer
van leerlingen die een tijdschrift maken over lover
zeven uur vrije werkruimte over
boys, leerlingen die een eigen uitzending maken
die ze besteden aan hun setting.”
van De Wereld Draait Door of leerlingen die een setting doen over de verschillen tussen de opvoeding van Nederlanders en Surinamers. Een setting ontstaat vanuit leerlingen!”
Op Expeditie 13
D
Vragen? Wabe Reinsma, Piter Jelles !mpulse, Leeuwarden
6
Wat zijn kringen?
“Elke leerling heeft een eigen kring, die twee keer per week anderhalf uur samenkomt. In een kring zitten gemiddeld twintig leerlingen en een coach. De bedoeling van de kring is dat je daar kunt zijn wie je bent. Als kring werk je daar gezamenlijk aan. Je leert hier naar elkaar te luisteren. Binnen de kringen behandel je onderwerpen als pesten, respect, rouw, vriendschap, waarden en normen. Daarnaast gebruiken de kringen actieve werk vormen zoals energizers, presentaties, kringuitjes en nog veel meer. Maar er is ook ruimte om elkaar om hulp te vragen over lesstof of het maken van een goede planning. Ook worden er workshops gegeven, waarin items uit de toolbox worden aan gereikt. Het programma Rots & Water (een weer baarheidsprogramma) is een onderdeel van de coachuren in het eerste leerjaar. Elke kring heeft een aantal keer in het jaar corvee in de school.”
14 Op Expeditie
Da Vinci College werkt aan talentontwikkeling in innovatieprojecten
Tweedeklassers geven les op de basisschool Op het Da Vinci College staat talentontwikke ling hoog in het vaandel. In het kader van Expeditie durven, delen, doen is op het Da Vinci College een aantal originele, innovatieve projecten ontwikkeld. Het Da Vinci College is een transparante school die midden in de samenleving staat. Ze zoekt verbondenheid en duurzame relaties met haar omgeving en de maatschappij – met ouders, basisscholen, zorginstellingen, bedrijven, hoge scholen en met universiteiten. Zo creëert zij een leernetwerk voor leerlingen en docenten met een betekenisvolle en voedingsrijke context. Op het Da Vinci College blijft leren niet beperkt tot het klaslokaal. Het college is ervan overtuigd dat de school en de maatschappij elkaar beïn vloeden en wil daar actief gebruik van maken. De kinderen moeten hun persoonlijke kwaliteiten kunnen ontdekken en ontwikkelen buiten de school.
Het Da Vinci College vernieuwt op verschillende plekken tegelijk in de school. Daarom worden de verschillende projecten door één stuurgroep met verschillende projectleiders aangestuurd. De diversiteit in de stuurgroep is groot, en elk stuur groeplid is eigenaar van een aandachtsgebied. Zo kan iedereen volgen wat de voortgang is en bijspringen als het een beetje tegen zit. Op die manier wordt de vernieuwing ook van iedereen en geen expeditie die los staat van de school organisatie.
T.O.P. Buiten het reguliere onderwijsprogramma om worden tijdens T.O.P.-trajecten lessen aan geboden die Toevoegend, Ondersteunend en Persoonlijk zijn. De leerlingen krijgen dan geen les van docenten maar van externe experts. Ouders, seniorleerlingen, studenten, deskundigen van instellingen en bedrijven geven les over hun Op Expeditie 15
vak of expertise. Leerlingen kunnen tijdens de T.O.P.-uren onder andere kiezen uit lessen Chinees, Russisch, websitebouw, debat, inter nationaal recht, voeding en gezondheid, over leven, speksteen bewerken of fotografie. De school ziet dat leerlingen hun motivatie halen uit het ontwikkelen van hun talenten in extra curriculaire en buitenschoolse activiteiten. Zij worden er uitgedaagd hun talenten in te zetten en te ontwikkelen, wat stimulerend werkt. De leerlingen zijn meester van hun eigen leerproces en bouwen aan een portfolio voor hun verdere toekomst. Daarin laten zij zien dat ze beschikken over een brede basis en de uitdaging hebben gevonden om eigen expertise verder te ontdekken en te ontwikkelen. Daartoe reikt het college hen concepten, systemen en methoden aan om hun ontwikkeling betekenis te geven.
16 Op Expeditie
Drie innovatieprojecten LOL Eén van de projecten van het Da Vinci College is het programma Leerlingen en Onderwijzend Leren (LOL). Daarbij geven tweedeklassers in verschil lende vakken les aan kleine groepjes basisschool leerlingen. Ter voorbereiding krijgen ze een korte didactische training. Het LOL-programma biedt leerlingen een nieuwe ervaring die bijdraagt aan hun persoonlijk groei. Zelf onderwijzen zorgt bovendien voor een grotere betrokkenheid bij de lesstof en een verdieping van de kennis. MaS Tijdens de maatschappelijke stage (MaS) lopen leerlingen drie tot vijf dagen mee in een zorg instelling. Het gaat erom anderen te helpen door het doen van vrijwilligerswerk in bijvoorbeeld een verpleegtehuis, een activiteitencentrum voor verstandelijk gehandicapten of een kinderdag
verblijf. De achterliggende gedachte is dat de maatschappelijke stage leerlingen in de gelegen heid stelt iets te doen voor een ander, en zo meer betrokken te raken bij de maatschappij. China In de onderneming Artistic Encounters werken leerlingen aan de voorbereiding en organisatie van een kunstzinnige stage op middelbare scholen in Beijing. De leerlingen doen onderzoek naar Chinese kunst en cultuur en stellen zelf een ondernemingsplan op ter financiering van de stage. Tijdens een China-manifestatie vooraf gaand aan hun vertrek, presenteren ze de resul taten van hun onderzoek in de vorm van work shops, kunstobjecten en een videoconferentie.
onderzoek. Met behulp van monitoring door het onderzoekinstituut ILO kan op de school gericht gekeken worden naar wat werkt en wat niet werkt, naar of een innovatie wel of geen leereffect heeft. Het Da Vinci College concentreert zich daarbij niet alleen op de cognitieve leereffecten, maar kijkt juist ook naar de procesvariabelen, zoals welbevinden, motivatie en betrokkenheid van leerlingen. De leerlingen zijn hierbij belangrijke partners: zij worden regelmatig uitgenodigd hun ideeën, inzichten en ervaringen te delen. De Expeditie bood hen perspectieven om zorgvuldig te experimenteren met onderwijs en om de opbrengsten daarvan te kunnen inzetten voor het reguliere onderwijs. Vragen? Astrid Buijs, Da Vinci College, Leiden
Onderzoek In Expeditie durven, delen, doen heeft het Da Vinci College innovaties gekoppeld aan
Op Expeditie 17
Johan de Witt Scholengroep, Den Haag
In de cockpit van je eigen loopbaan Stel je voor… je komt van de basisschool en hebt een goed idee over wat je later wilt worden. Je bent ambitieus, maar vanwege een taalachterstand kun je niet de opleiding halen die je zou willen. Wat nu? De Johan de Witt Scholengroep heeft een speciale aanpak voor deze leerlingen.
Voor leerlingen met bijvoorbeeld een taalachterstand zette de Johan de Witt Scholengroep het Talentencentrum op: een schakelcentrum waar leerlingen ver sneld kunnen overstappen naar het juiste opleidingsniveau. Het Talentencentrum is geen fysiek centrum, maar een naam voor een manier van werken waarbij maatwerk centraal staat. Het doel van het Talenten centrum is om leerlingen beter en op maat te begeleiden in hun ontwikkeling.
Protocollen De Johan de Witt Scholengroep vindt het belangrijk dat docenten inzicht hebben in de mogelijkheden en verschillende leerniveaus van leerlingen. Schoolleiders, ondersteunend personeel en docenten hebben derhalve samen verschillende protocollen en instrumenten ontwikkeld om docenten en leerlingen te ondersteunen.
Echte aandacht voor de leerling is cruciaal Een intakeprotocol bepaalt bijvoorbeeld in welke klas (en opleidingsniveau) een leerling kan worden geplaatst. Met een 18 Op Expeditie
“Deze aanpak zorgt voor een andere manier van kijken naar leerlingen. Leerlingen worden door gaans met elkaar vergeleken. De leerbiografie leert de docent en de leerling om de leerling met zichzelf te vergelijken!” Kars Veling
leerbiografie kan de leerontwikkeling van een leerling worden gevolgd en kunnen gerichte interventies worden ingezet. Een POP-protocol is ontwikkeld om richting te geven aan persoonlijke ontwikkelings gesprekken met leerlingen. Voor het voeren van het gesprek zelf gebruiken de docenten een protocol. Daardoor is het gesprek altijd op de ontwikkeling van de leerling gericht. De protocollen en de opzet van een leerbiografie zorgen voor uniformi teit en een gerichte aanpak. Als een docent gesprekken met leerlingen voert op basis van de leerbiografie, dan praat hij anders met leerlingen dan wanneer hij alleen met hen praat als er iets aan de hand is.
Leerlijnen en ontwikkeling Op de Johan de Witt Scholengroep worden leerlijnen voor Nederlands, Engels, wis kunde en studievaardigheden vastgesteld. Met behulp van deze leerlijnen kan worden bepaald of een leerling kan schakelen en welke extra stof hij aangeboden moet krijgen bij een eventuele overstap naar een ander niveau. Uiteraard wil de Johan de Witt Scholen groep zich blijven ontwikkelen om focus te behouden. Door met leerlingen afspraken
Op Expeditie 19
“Het Nederlandse schoolsysteem is als IKEA. Normaal gesproken doorloop je een vaste route en heeft men liever niet dat je tussenweggetjes neemt. Als je in Nederland je schoolloopbaan relatief laag begint, is het lastig om tussentijds over te stappen naar een hoger niveau. Wij begeleiden kinderen bij het vinden en het toegankelijk maken van die tussenweggetjes zodat ze sneller de route kunt doorlopen.” Kars Veling
te maken als team en als docent wordt geprobeerd het beste uit een kind naar boven te halen. Deelname aan Expeditie durven, delen doen heeft ervoor gezorgd dat een en ander in versnelling werd gebracht. Verdere ontwikkeling blijft echter nodig en ook na afloop van de Expeditie zal de school zichzelf blijven verbeteren.
staan dus het verleden en het heden centraal. Op basis van een zorgvuldige afweging kan de leerling op het juiste niveau en in de juiste klas geplaatst worden.
Leerbiografie Een leerbiografie brengt het leven en de ontwikkeling van de leerling in beeld. Docenten en leerlingen werken daar samen In de praktijk aan. De leerbiografie bestaat uit vier ele Intake Zodra nieuwe leerlingen zich aan menten: leervorderingen, verwachtingen melden, bepaalt een intakecommissie in en ambities, relevante omstandigheden en welke klas en op welk niveau een leerling interventies. Bij leervorderingen gaat het geplaatst wordt. Het onderwijskundig niet alleen om de cijfers voor de vakken, rapport van de basisschool en een gesprek maar ook om de studievaardigheden van met de ouders en het kind zijn hiervoor de leerling, bijvoorbeeld de mate van zelf belangrijk. standigheid. Bij verwachtingen en ambities De school maakt hierbij gebruik van een wordt bijgehouden wat de verwachtingen intakeprotocol. Daarbij wordt onder andere waren vanaf de basisschool en wat de ver gekeken naar onevenwichtigheden in het wachtingen en ambities op het moment profiel van de leerling. Als een leerling bij van de intake zijn. Bij relevante omstandig voorbeeld een taalachterstand heeft maar heden wordt aangegeven wat van invloed wel een hoge score voor rekenen en studie kan zijn op de leerontwikkeling van de vaardigheden, is dat reden om te denken leerling, zoals bijvoorbeeld zijn of haar dat de leerling misschien kan schakelen beperkingen en eventuele huiselijke naar een hoger onderwijsniveau. Of er is omstandigheden. Bij het onderdeel inter een andere reden waarom de leerling extra venties wordt aangegeven welke afspraken lessen of begeleiding of zelfs plaatsing in zijn gemaakt: wat is er besloten over een aparte klas nodig heeft. Bij de intake plaatsing in een klas, wordt een remedial 20 Op Expeditie
Tip De protocollen en de leerbiografie zijn overdraagbaar, maar dienen vooral ter inspiratie. Het zijn instrumenten om een verbetering te borgen, maar ze brengen de verbetering niet op gang. De instrumenten moeten aansluiten op de praktijk van een school en draagvlak onder de docenten is van groot belang.
teaching programma gevolgd, et cetera. Ook wordt daarbij aangegeven wat de volgende stap zal zijn. Een bespreking van een leerling, bijvoorbeeld tijdens rapport vergaderingen, heeft een ontwikkelings gericht perspectief. Het rapport van leerlingen moet niet alleen een cijferlijst bevatten, maar ook een korte rapportage uit de leerbiografie waaruit een volgende stap of interventie blijkt. Dit kan bijvoor beeld het schakelen naar een hoger niveau zijn of een extra programma met steunof plusstof. POP-gesprekken Leerlingen hebben regelmatig POPgesprekken. Tijdens de gesprekken stelt een leerling samen met zijn of haar mentor doelen en wordt de voortgang getoetst. De leerling houdt de voortgang bij in een logboek. Het POP-gesprek en de doelen zijn gericht op de leerontwikkeling van de leerling; schakelen is één van de opties. Voor het voeren van de gesprekken krijgt een mentor extra uren bovenop zijn jaartaak. Vragen? Kars Veling, Johan de Witt Scholengroep, Den Haag
Op Expeditie 21
Beheer(s) je natuur
Gymnasium bovenbouw doet veldwerkonderzoek Bij een gymnasium denk je aan leerlingen die het prettig vinden om in de boeken te duiken. Of achter de computer te zitten. Ben je zo’n leerling? Dan heb je pech. Tenminste, als je op het Willem Lodewijk Gymnasium in Groningen zit. Dan moet je namelijk met je voeten in de modder en met je handen in de klei. 22 Op Expeditie
R Op Expeditie 23
Leerlingen van het Willem Lodewijk Gymnasium doen niet zomaar een leuke excursie waarbij ze leren werken met een grondboor en hoogteverschillen meten met een waterslang. Het gaat het Willem Lodewijk Gymnasium erom toptalent uit te dagen tot topprestaties. De leerlingen van het gymnasium hebben bovengemiddeld veel talent en potentie. Onderzoek naar en ontwikkeling van goede en effectieve manieren om deze getalen teerde leerlingen te laten presteren tot het maximum van hun kunnen, wordt door docenten zelf gedaan.
ontwikkeling heeft de schoolleiding ook het personeelsbeleid aangepast. Dat komt tot uiting in het aannamebeleid, in de scholing en de training van docenten en in de verdieping ten aanzien van benodigde docentvaardigheden. Om te weten welke bijdrage de nieuw ontwikkelde strategieën leveren aan het uitdagen van hun toptalent, organiseert de school klankbordbijeen komsten voor groepen van verschillende jaarlagen en voor de leerlingenraad. Daar wordt gesproken over de invulling en uitvoering van de innovatie en over opgedane ervaringen.
Talentontwikkeling
Bovenbouw
Talentontwikkeling is hét kernwoord van Expeditie durven, delen, doen op het Willem Lodewijk Gymnasium, en geldt zowel voor leerlingen als voor docenten. Docenten van het Willem Lodewijk Gym nasium hebben daarom van de school leiding veel tijd gekregen om materiaal en didactiek voor diepgaand gymnasium onderwijs te ontwikkelen. De ontwikkeltijd werd door de docenten met beide handen aangegrepen om de lesstof te verrijken en te verdiepen en nieuwe vakken vorm te geven. Om tegemoet te komen aan die
In het kader van de Expeditie heeft het gymnasium twee nieuwe vakken voor de bovenbouw ontwikkeld: kunstoriëntatie en NLT (Natuur, Leven en Technologie). Voor deze vakken is nieuw vakoverstijgend materiaal gemaakt. Aan onderwerpen die binnen NLT worden behandeld, zitten bijvoorbeeld zowel scheikundige en bio logische, als natuurkundige en aardrijks kundige aspecten. Denk daarbij aan modules als kinetica, meten en interpreteren, biotechnologie en geschiedenis van de navigatie.
24 Op Expeditie
Onderbouw Docenten hebben veel materiaal ont wikkeld en dat leidde ook tot verbredingsen verdiepingsuren voor de klassen 1 en 2. Het Willem Lodewijk Gymnasium heeft er bewust voor gekozen deze doelgroep extra activiteiten en lesstof aan te bieden, naast het gewone curriculum. Want ook deze leerlingen wil men extra uitdaging bieden. De docenten hebben voor hen keuze modules uitgewerkt. Het gaat om vakoverstijgende en anderssoortige activiteiten. Leerlingen kiezen uit een breed assortiment van projecten waar mee ze hun talenten verder kunnen ontwikkelen, zoals bijvoorbeeld Crime Scene Investigation, maar ook stijldansen, debatteren, oriëntatie op kunst, robotica en Russisch behoren tot de mogelijkheden.
Horizon
voortgezet onderwijs en het basisonderwijs gaat het om projecten van vier keer ander half uur. Horizon heeft als doel oriëntatie op het voortgezet onderwijs en talent ontwikkeling. Ook hiervoor hebben de docenten van het gymnasium weer het materiaal ontwikkeld.
Delen Veel van het door het Willem Lodewijk Gymnasium ontwikkelde materiaal is voor andere scholen te vinden op de bijge voegde cd-rom. Je vindt er modules als ‘Beheer(s) je natuur’, ‘Rare jongens die Romeinen’, ‘Codering en Geheimschrift’ en ‘Op zoek naar de Gulden Snede’. Het materiaal is zo te gebruiken, maar dient zeker ook als inspiratiebron voor docenten om zelf lesmateriaal te ontwikkelen.
Vragen? Everdine van der Velden, Willem Lodewijk Gymnasium, Groningen
Een aantal basisscholen in en om Groningen geeft, samen met het Willem Lodewijk Gymnasium, basisschoolleer lingen met een ontwikkelingsvoorsprong een kans om interessante projecten uit te voeren op het Willem Lodewijk Gymnasium. Bij dit samenwerkingsproject tussen het
Op Expeditie 25
De 10 van Montaigne Het Montaigne Lyceum in Den Haag stelde zich in het kader van de Expeditie durven, delen, doen tot doel zelf materiaal te ontwikkelen en te werken met meta-datering. Met meta-datering kunnen docenten bronnen op het internet gemakkelijker vinden. De school ontwikkelde hiervoor een eigen database met thema’s en opdrachten.
Het Montaigne Lyceum in Den Haag (Ypenburg) is een school met ongeveer negenhonderd leerlingen (vwo, havo, mavo, vmbo-kader) verdeeld over zeven tot negen teams. Elk team heeft een eigen plek in het gebouw. Het Montaigne greep de Expeditie aan om met de hele school samen leermiddelen te ontwikkelen. Mathieu Arnouts, conrector: “Omdat het zelf ontwikkelen van materialen veel tijd kostte bij docenten, wilden we dit meer systematisch en efficiënt aanpakken. Een andere reden is dat we het eigenaar schap van de docenten over de lesstof en het materiaal wilden vergroten. Onze database met vakoverstijgende thema’s en opdrachten was een flinke tijdsinvestering, maar werpt zijn vruchten af. In de eerste
26 Op Expeditie
plaats voor de leerlingen, maar zeker ook voor de docenten.”
Onderwijsarchitect Samen efficiënter leermiddelen ontwikkelen, betekent ook werken aan standaardiseren, anders wordt het een puinhoop. Daarom kwam er een nieuwe functie: de onderwijsarchitect. De onder wijsarchitect helpt collega’s met het ontwerp- en standaardiseringstraject van nieuwe materialen. Er werd ook een richtlijn gemaakt voor de onderwijs architecten. Voor verschillende vakoverstijgende thema’s werden op het Montaigne Lyceum werkvormen en opdrachten bedacht. Het doel was de werkvormen door
Voor het Montaigne Lyceum is kwalitatief goed onderwijs:
1 2 3 4 5 6 7 8 9 0
Leerlinggericht onderwijs; Ruimte geven en aandacht besteden aan verschillende leerstijlen; Praktisch en contextrijk onderwijs; Gebruik maken van wat de omgeving te bieden heeft; Een wereld aan mogelijkheden met ICT; Activerende didactiek; Leerstofgebieden, thematisch werken en projectweken; Leerlingen zijn zelf verantwoordelijk voor hun leerproces en het leren met elkaar; Goede zorg voor elke leerling; Doorlopende leerlijnen.
standaardisering en protocollen sneller tot stand te laten komen. Arnouts: “Methoden en werkopdrachten ontwerpen is een heel systematische gebeurtenis. Men gebruikt de methoden als bronnen. Inmiddels is men er wel achter dat het schrijven van methoden (zoals die van de uitgevers) wel een flinke opgave is voor docenten.”
De databank maakt het docenten van het Montaigne makkelijk om allerlei gegevens versneld en gestandaardiseerd in te vullen. Alle materiaal wordt getoetst aan die tien uitgangspunten van de visie op leren en er wordt tegelijkertijd gekeken hoe de kerndoelen zijn gedekt. Vragen? Mathieu Arnouts, Montaigne Lyceum, Den Haag
een t e m n k e t i e : de “We w er nc
u f e w u e n i r w ij s a r c h i t e c t ” onde
Op Expeditie 27
Leef je in, leef je uit
Expeditie naar talenten
Havo- en atheneumleerlingen van het Corlaer College in Nijkerk konden hun geluk niet op: op reis naar Afrika! Dat is nog eens wat anders dan een werkweek naar Luxemburg of een reisje Potsdam.
een uitvoerige selectieprocedure tot uitvoering van het project over. Na de uitvoering dienen de leerlingen de opbrengsten te delen en ten slotte op hun eigen groei te reflecteren.
De leerlingen maakten een reis naar een verre bestemming en werkten daar aan zelfgekozen
De wereld in
maatschappelijke doelen. Vermoeid, maar razend
Er zijn 120 leerlingen op reis geweest, onder verdeeld in acht expeditieteams. Ze gingen de wereld in om een bijdrage te leveren aan de oplossing van een maatschappelijk vraagstuk. Samen met teamcoaches werden doelen geformuleerd. Naast het inhoudelijke doel – ervoor zorgen dat ergens in de wereld een situatie wordt verbeterd – is er ook een pedagogischdidactisch doel: elke leerling zoveel mogelijk tot zijn recht laten komen en laten ervaren dat zijn aandeel er toe doet. Sommige leerlingen hebben lessen verzorgd op een school in Gambia, andere leerlingen hielpen in een weeshuis in Roemenië en weer anderen regelden waterzuiveringsinstallaties voor weeskinderen in India.
enthousiast kwamen ze terug van hun reizen.
Het Corlaer College wil een schoolcultuur creëren waar uitblinken mag. Onder het motto ‘Leef je in, Leef je uit’ laten zowel coaches als leerlingen van het Corlaer College zien dat ze zin hebben om zich bezig te houden met het ontdekken en ont wikkelen van hun eigen talenten. Daartoe zijn er meerdere instrumenten ontwikkeld en toegepast. In het kader van Expeditie durven, delen, doen heeft de school zich gericht op het uitvergroten van één traject waarbinnen leerlingen maat schappelijk betrokken zijn. Daarbij kiezen leer lingen zelf hun project. Ze schrijven zelf hun projectplan, ze werven fondsen en gaan pas na 28 Op Expeditie
Plan In het projectplan van de Expeditie Corlaer staat uitgebreid beschreven hoe binnen een project te werk wordt gegaan. Het ‘oplossen’ van maat schappelijke vraagstukken, zowel op nationaal als op internationaal niveau, gebeurt in teams. Binnen ieder team zijn verschillende talenten en kwaliteiten nodig om succesvol te kunnen zijn. Ieder teamlid krijgt een rol en daardoor de kans om eigen talenten en kwaliteiten te ontdekken en te ontwikkelen. Dit alles gebeurt onder begeleiding van een teamcoach. Om het geen op zichzelf staand project te laten zijn, is Expeditie Corlaer aan het reguliere programma gekoppeld middels een zogenaamd inbeddingsplan. De uitvoering van de opdrachten wordt met het team binnen verschillende vakken gedaan.
waarin excellerende leerlingen aangemoedigd worden talenten voor anderen en zichzelf in te zetten. Er zijn verschillende instrumenten ontwikkeld om de opbrengsten van de ver schillende projecten de school in te brengen om ze te kunnen delen. Leerlingen ontwikkelden les materiaal en er is een folder talentontwikkeling gemaakt waarin acht vormen van talent staan beschreven, opgedeeld in een aantal bij behorende vaardigheden. Aan de hand van de beschrijvingen en met behulp van zelfkennis bepalen leerlingen hun talent, en kiezen zij de vaardigheden binnen dat talent die het beste bij ze passen. Vervolgens kunnen zij volgens een stappenplan, zoals beschreven in de folder, aan hun vaardigheden gaan werken. Vragen? Ronald Schaefer, Corlaer College, Nijkerk
Opbrengsten De opbrengsten van Expeditie durven, delen, doen vormen de basis voor een schoolcultuur
Op Expeditie 29
Op Expeditie met de Burgemeester Harmsma School in Gorredijk
“Innoveren zit ons in h Waar ben je het meest trots op? “We slagen er elke keer weer in om er één Esther Brouwer is onderwijskundig mede school van te maken. Het moet een veilige werker aan de Burgemeester Harmsma plek worden voor de leerling. Je moet School in Gorredijk. Samen met haar school weten dat onze school leerlingen krijgt ging ook zij de afgelopen jaren op Expeditie. uit negentig verschillende dorpen in de Met succes: ze kwamen terug met een omgeving. In de onderbouw staan de NEWplein, een expressieplein en nog veel (heterogene) stamgroepen centraal, met meer. Maar wel met behoud van dat wat lesuren van zestig minuten. De stam haar school uniek maakt: “We slagen er elke groepen hebben ieder een eigen ruimte en keer weer in om er één school van te maken.” de docenten bezoeken de stamgroepen om hun lessen te geven. In feite zijn de stam Wat sprak jou het meeste aan in Expeditie groepen met hun eigen ruimte en bege durven, delen, doen? leiding bijna een voortzetting van de Esther Brouwer: “Samen met collega’s wat structuur en cultuur van de basisscholen, nieuws maken. Je kunt nog zo veel plannen, maar toch worden we één gemeenschap. afstemmen, of een notitie schrijven, maar De school is een begrip voor de regio. samen werken aan een andere werkvorm of Maar ik ben ook trots op de producten een nieuwe les, daar word ik echt warm van. waaraan we hebben gewerkt binnen de En ik merk dat anderen dat ook waarderen Expeditie: de talentontwikkeling, we in de samenwerking. Je bent opeens een hebben een NEWplein, waar Nederlands, echt team, de één heeft meer en andere Engels en wiskunde worden gecombineerd, ervaringen dan de ander en dat komt opeens er is een expressieplein, en we werken aan samen. Je leert van elkaar, je benut elkaar. de ontwikkeling van intersectorale Dat is het mooie ervan.” programma’s in de bovenbouw. Meer in het algemeen heeft Expeditie durven, delen, doen steun gegeven aan de ontwikkeling van de lespleinen voor de bovenbouw vmbo.”
30 Op Expeditie
het bloed” Hoe zou je jullie Expeditie kunnen typeren? “De gehele operatie kun je samenvatten als een overgang van lokaal naar plein. Zo is er een plein voor de talen, voor techniek breed, voor M&M, et cetera. Bij de talen is ervoor gekozen de instructielokalen wel in stand te houden en niet alle leerlingen in een open plein te laten werken. Een aantal leeractiviteiten moet nu eenmaal via instructie worden overgedragen. En dan is er natuurlijk nog ons handboek modulariseren. In de bovenbouw hebben we ervoor gekozen om de lesstof te modula riseren. Daar hebben we zelf een boekje over gemaakt. Het gaat dan ook om onderwijskundige eisen, zoals didactische werkvormen. De modules moeten onderling uitwisselbaar zijn. We hebben ook gewerkt met videointeractiebegeleiding en intervisie met de docenten. Dat is wel confronterend, maar ook heel effectief. Er zijn lessen terug gekeken en er is gereflecteerd op de lessen. Eigenlijk is er zo veel om trots op te zijn.”
Hoe heb je de innovatie aangepakt? “Innoveren zit ons in het bloed. Er is een Onderwijsontwikkelgroep, waarin de directie zit, drie tot vier docenten en ikzelf als onderwijskundig begeleider. Vijf keer per jaar organiseert deze groep een studiedag voor de docenten. De groep houdt de vinger aan de pols op het gebied van nieuwe ontwikkelingen in het onderwijs, maar zorgt ook voor continuï teit. De groep bestaat al jaren. Dit is ook de regiegroep voor durven, delen, doen.” Hoe gaan jullie volgend jaar verder zonder Expeditie durven, delen en doen? “Gewoon, de school blijft zichzelf verbeteren en innoveren. Dat hoort er nu eenmaal bij. Het is soms vermoeiend, maar het geeft ook heel veel nieuwe zin en frisse moed. Er zijn ook al weer nieuwe plannen. We gaan bijvoorbeeld een film maken. Als je de Burgemeester Harmsma School wilt begrijpen, moet je eigenlijk een dag mee lopen. Dan pas zie je hoe het werkt.”
Vragen? Esther Brouwer, Burgemeester Harmsma School, Gorredijk
Op Expeditie 31
Leren werken in een leergemeenschap op het IJburg College
Iedereen is verantwoordelijk Initiatief nemen, verantwoordelijkheid dragen, verant woording afleggen: deze drie begrippen staan centraal op het IJburg College. Het zijn de kernkwaliteiten die nodig zijn om te kunnen leren en werken in een leergemeenschap.
32 Op Expeditie
Een belangrijk kenmerk van de leer gemeenschap op het IJburg College is de grote verantwoordelijkheid van de leer lingen, zowel over hun eigen ontwikkeling als over die van de hele school. Leerlingen denken regelmatig na over wat ze hebben geleerd, hoe ze te werk zijn gegaan, en wat ze in de toekomst anders kunnen aan pakken; reflectie vormt een onmiskenbaar onderdeel van de schoolcultuur. Daarnaast wordt van iedereen verwacht dat zij bijdragen aan de dingen die op school gebeuren, van het organiseren van activiteiten tot het opstellen van gedrags regels. Alle leerlingen zijn betrokken bij de zaken die spelen in en rondom de school.
Houding Een leergemeenschap is niet heel concreet: deze heeft vooral betrekking op de houding die men binnen de school heeft, leerlingen én docenten, en de sfeer die daarmee gecreëerd wordt. Desalniettemin liggen aan de leergemeenschap heel concrete afspraken ten grondslag die binnen de school gemaakt worden, waarbij iedereen zijn verantwoordelijkheid moet dragen. Scholen die streven naar een schoolcultuur waarbinnen een grote verantwoordelijk heid en veel medezeggenschap bij de leerlingen ligt, kunnen een kijkje nemen in de producten die het IJburg College heeft ontwikkeld. Hieronder worden een paar producten beschreven die exemplarisch zijn voor de werkwijze op de school.
Op Expeditie 33
Gedragscode
Conflictformulier
Leerlingen, docenten en schoolleiding maken samen afspraken over hoe ze met elkaar omgaan en hoe ze zich gedragen op school. De gedragscode die hieruit ont staat, wordt door alle leerlingen en mede werkers ondertekend en is het hele schooljaar leidend.
Met het conflictformulier worden conflicten opgelost die tijdens de les ontstaan tussen docent en leerling. Na een conflict vult zowel de leerling als de docent een conflictformulier in. Het formulier wordt ondertekend door de leerling, de docent, de mentor en de ouders.
Top-tipkaart
Formulier inleverprobleem
Een top-tipkaart wordt ingezet om op iemands gedrag in te gaan. Het bevat altijd een positief punt (top), en eventueel een verbeterpunt in de vorm van een advies (tip). Een top-tipkaart kan op elk wille keurig moment worden ingezet, door en voor iedereen in en rondom de school: leerlingen, medewerkers, schoolleiding, ouders en externen.
Leerlingen die hun werk niet op tijd inleveren vullen het formulier voor inlever problemen in. Hierop geven zij aan waarom het niet gelukt is om hun werk op tijd in te leveren, en hoe ze ervoor gaan zorgen dat het niet nog een keer gebeurt. Het formu lier wordt ondertekend door de leerling, de docent, de mentor en de ouders.
34 Op Expeditie
Wat draag jij bij aan de sfeer in school?
Middels dit formulier reflecteren leerlingen op een voorgaande periode; wat is goed gegaan, wat had beter gekund, en welke actiepunten zijn er voor de komende periode?
leren in een leergemeenschap: initiatief nemen, verantwoordelijkheid dragen, verantwoording afleggen. Het formulier wordt ingevuld door de mentor, door de leerling zelf én door een medeleerling. Ook kan de leerling andere mensen uit de nabije omgeving vragen het in te vullen. De kerneigenschappen worden beoordeeld op een vijfpuntsschaal, variërend van ‘beginner’ tot ‘expert’. Gedurende het schooljaar wordt de ontwikkeling op de drie kwaliteiten bijgehouden en besproken tijdens mentortijd en tijdens de lessen.
Reflectie op leergemeenschap kwaliteiten
Vragen? Pieternel de Bie, IJburgcollege, Amsterdam
Actiepuntenkaart Als met leerlingen afspraken worden gemaakt over verbetering van de werk houding, het gedrag en/of de leer prestaties, worden deze afspraken op de actiepuntenkaart vastgelegd.
Leerlingreflectie
Met dit formulier reflecteert de leerling op de drie kwaliteiten die nodig zijn voor het
Op Expeditie 35
Opzet van een Masterklas of Mediaklas in het vmbo in vijf stappen
Stappen p lan Stappen p lan Stappen p lan Stappen Stappenplan OSG Nieuw Zuid
voor talentontwikkeling
Stap 1
Stap 2
Bekijk als schoolleiding en team je eigen pedagogisch-didactisch concept (PDC). Het PDC moet de basis vormen voor het handelen van de school en leidt tot een gemeenschappelijk focus en werkwijze. Hoe actueel is je PDC? In hoeverre is er ruimte voor talentontwikkeling, wat kan op de schop en wat is nodig? Gebruik de Handreiking pedagogisch-didactisch concept van OSG Nieuw Zuid ter informatie en inspiratie om je eigen PDC tegen het licht te houden. Stel een werkgroep samen die het nieuwe pedagogisch concept vastlegt.
Lees ter inspiratie de Handreikingen van de Masterklas en de Mediaklas door. Deze klassen zijn een middel voor talent ontwikkeling. De leerlingen krijgen inzicht in hun eigen ontwikkeling en halen een hoger niveau dan het advies van de basis school. De route waarlangs dat gebeurt, verschilt per leerling. De een voelt zich beter bij een meer theoretische route (de Masterklas) en de ander bij een meer interactieve, multimediale route (de Mediaklas). Bespreek met het team wat wenselijk en mogelijk is voor wat betreft beide vormen op de school, of voeg een nieuwe route toe. Stel een werkgroep samen en laat hen op basis van de brain storm met het team een eigen opzet maken dat aansluit bij het pedagogischdidactisch kader en de werkwijze van de school. Leg de bevindingen vast.
36 Op Expeditie
nn
Geen succesformule voor een innovatie Een innovatie is helaas niet zo eenvoudig als een stappenplan. Er is geen succesformule. Op OSG Nieuw Zuid heeft het heel wat bloed, zweet en tranen gekost voordat de Mediaklas en de Masterklas een feit waren. Op OSG Nieuw Zuid hebben ze Expeditie durven, delen, doen ingezet in het kader van talentontwikkeling. De Expeditie is ook aangegrepen om een nieuw pedagogisch-didactisch concept vorm te geven. De innovatie is een succes omdat het niet iets totaal nieuws is, maar een versterking van het onderwijs, waarbij niet alleen de leerling centraal staat, maar vooral ook de leerkracht belangrijk is. Met de komst van een Masterklas, een Mediaklas én een Mediatuin is niet alleen frisse energie ontstaan onder docenten, maar ook veel aantrekkingskracht onder (nieuwe) leerlingen. Het is nu tijd voor de volgende stap: docenten die bij de start betrokken waren moeten nu leren loslaten. Anderen moeten ermee aan de slag gaan en op hun beurt onderdelen aanpassen. De school gaat op eigen houtje verder met doorontwikkelen. Na(ast) de Masterklas en de Mediaklas wordt nu een Sport & Cultuurklas ontwikkeld. Ook worden in alle eerste klassen zogeheten profieluren ingevoerd, waarin leerlingen van alle drie de profielen (Master, Media en Sport & Cultuur) mogen proeven en waar ze basisvaardigheden op elk van de onderdelen ontwikkelen. Zo wordt gewerkt aan een goede doorstroom naar de tweede klas en wordt individuele talentontwikkeling bij leerlingen gewaarborgd.
Stap 3
Stap 4
Introduceer het leerlingportfolio en portfoliogesprekken bij het team. Lees vooraf de handreiking Werken met een portfolio door en bespreek ook dit met de docenten. Laat vervolgens een kleine werk groep aan de slag gaan met het werken met portfolio’s op school. Wat zijn vaste onderdelen? Gebruik als basis het portfolio zoals dat beschikbaar is van OSG Nieuw Zuid (Startformulier portfolio en Reflectie formulieren voor specifieke competenties).
De vierde stap betreft een brede ver spreiding onder docenten. Nu alle werk groepen los van elkaar hebben gewerkt om een en ander uit te werken, is het belang rijk dat de kennis en de uitwerkingen worden gedeeld. Daarbij gaat het niet alleen om het bespreken van nieuwe opzetten en het werken met portfolio’s, maar vooral ook om het specificeren van afspraken binnen het team en het waar nodig trainen van docenten en mentoren met betrekking tot oplossingsgericht werken met portfolio. Laat je ook hiervoor inspireren door de Mentortraining oplossingsgericht werken met portfolio van OSG Nieuw Zuid.
Het is een succes omdat het niet iets totaal nieuws is
Op Expeditie 37
Profiel Mediaklas In de Mediaklas wordt het onderwijs op een andere manier aangeboden, met gebruik van verschillende media. Hiervoor is een Mediatuin ingericht. Er worden vakken gecombineerd. Naast lessen over mediawijsheid en de ontwikkeling van mediavaardigheden worden ook opdrachten van andere vakken gemaakt met behulp van media. Ook worden andersoortige opdrachten gemaakt. Leerlingen werken zelfstandiger. Het doel is leerlingen gemotiveerder aan hun eigen ontwikkeling laten werken, waardoor ze een hoger niveau halen. Ben je geïnteresseerd in deze innovatie en wil je als team of als school je leerlingen op een hoger niveau brengen en hen meer zelfvertrouwen geven, dan is de opzet van profielen/ leerlijnen zoals de Masterklas een optie. De concrete producten van OSG Nieuw Zuid in Rotterdam zijn daardoor een prima inspiratiebron. Zij hebben de afgelopen drie jaar vol verve gewerkt aan deze innovatie. Naast de inhoudelijke input is echter vooral het proces van belang. Wil je meer informatie over de producten van OSG Nieuw Zuid, kijk dan op de cd-rom.
Stap 5 De laatste stap is uiteraard de invoering van de Masterklas en/of Mediaklas in het nieuwe schooljaar. Dit vereist gedegen voorbereidingen in het voorjaar met betrekking tot pr en marketing. Houd ook rekening met het voeren van gesprekken met leerlingen over deelname aan de Masterklas en/of Mediaklas. Zowel de Masterklas als de Mediaklas blijken een aantrekkingskracht te hebben op leerlingen, maar niet elke leerling is geschikt. Zorg daarom voor goede informatie en duidelijke criteria op basis waarvan leerlingen worden geselecteerd. Laat leerlingen zelf ook een motivatiebrief schrijven.
38 Op Expeditie
Profiel Masterklas Een schakelklas in het tweede leerjaar voor leerlingen van het ISK én leerlingen vanuit onderbouw vmbo die gemotiveerd zijn om extra hard te werken om te kunnen instromen op een hoger niveau (van ISK naar vmbo en van vmbo-t naar havo). Leerlingen krijgen extra lessen Nederlands, Engels, wiskunde, maatschappelijke oriëntatie en medialessen. Ze werken daarnaast met behulp van een portfolio zelfstandig aan de eigen ontwikkeling. Op inhoudelijk vlak worden er meer verbanden gelegd tussen de medialessen en de vaklessen. Dat betekent dat opdrachten van bijvoorbeeld Nederlands gemaakt kunnen worden bij het vak media, waarbij onder meer het werken met de computer centraal staat. Veel leerlingen melden zich voor de Masterklas. Leerlingen moeten dan ook een brief schrijven met hun motivatie om deel te nemen aan de Masterklas. Daarnaast zijn er sollicitatiegesprekken waarbij de leerlingen hun motivatie kunnen onderbouwen. Ook wordt gekeken naar de mogelijkheden en vindt er een gesprek met de ouders plaats.
Beschouw het eerste jaar als pilot: een proef om uit te vinden of de opzet van de Masterklas en/of Mediaklas in de praktijk werkt. Laat het een paar maanden sudderen en pas de opzet waar nodig voor een volgend schooljaar aan. Maak het geheel af met het inrichten van een Mediatuin. Zowel binnen de Mediaklas als de Masterklas staat het (zelfstandig) werken met computers centraal. Een mooie centrale Mediatuin met voorzieningen maakt het werken in beide klassen eenvoudiger en nog beter.
Roelie Keizer / Sectordirecteur OSG Nieuw Zuid: “Elke school is uniek vanwege de leerlingen en het team. Je kunt dus niet klakkeloos iets overnemen. Je moet dit ook niet als pakket aanbieden. Ik geloof in eigenaarschap, het ‘wij willen als school iets’. Onze instrumenten zijn een hulp middel en niet één op één overdraagbaar. Het proces is afhankelijk van het team en de school. Het is belangrijk om daar naar te kijken en de producten te gebruiken om te zien welke stappen kunnen worden ondernomen…”
“Onze instrumenten zijn een hulpmiddel en niet één op één overdraagbaar”
Op Expeditie 39
Wat is er voor nodig? D D D D D D D D D D
en team van gemotiveerde mensen die willen leren; E Een schoolleiding die weet wat zij wil en die het project procesmatig goed kan begeleiden; Een handreiking voor het pedagogisch-didactisch concept; Een handreiking Masterklas of een handreiking Mediaklas; Een handreiking voor het werken met een portfolio; Voorbeeldvragen van portfoliogesprekken; Een startformulier portfolio; Reflectieformulieren voor specifieke competenties; Mentortraining om oplossingsgericht te kunnen werken met het portfolio; Een gezonde portie vertrouwen.
Léon van der Meij, projectleider Expeditie durven, delen, doen op OSG Nieuw Zuid: “Werk van klein naar groot: op OSG Nieuw Zuid is men met een klein groepje aan de ontwikkeling begonnen. Die groep werd elk jaar groter en het laatste jaar is de stap naar buiten het team gemaakt.” Vragen? Roelie Keizer en Léon van der Meij, OSG Nieuw Zuid Rotterdam
40 Op Expeditie
Dichtbij huis naar school St. Ursula Sommige kinderen in het vso willen graag dichter bij huis naar school. Gewoon, bij de andere kinderen. St. Ursula en VSO De Ortolaan werken intensief samen om kinderen met een cluster 4-indicatie te laten instromen in het reguliere onderwijs. Expeditie durven, delen, doen heeft hun de ruimte gegeven de samenwerking te verbeteren. De overgang van het vso naar het regulier onderwijs is een syntheseproces of schakel proces, vindt St. Ursula uit Horn. De school moet zich instellen op de nieuwe leerlingen en daarom heeft St. Ursula verschillende formats en instrumenten ontwikkeld en het syntheseproces beschreven. Het volledige syntheseproces bestaat uit drie stappen: (1) de toelating tot de syntheseklas, (2) het schakelen van de syntheseklas naar een gastklas en (3) volledige inschrijving op St. Ursula. Bas Wilmer, schakelcoach op St. Ursula, is blij dat hij de ervaring, kennis en producten kan delen met andere scholen. “Wij zijn zelf gedurende de Expeditie met vallen en
opstaan wijzer geworden en willen dit andere scholen besparen.”
Criterialijst Niet iedere leerling is geschikt om tot de syntheseklas te worden toegelaten. Er is een lijst samengesteld met negen criteria waaraan een leerling moet voldoen. Deze is te vinden op de cd-rom. Ook is er een lijst opgesteld om te schakelen naar een gastklas van St. Ursula. Daarnaast werden kijkwijzers ontwikkeld om gedrag in de les te definiëren. Bij Jan (zie verderop) gaat het schakel proces voorspoedig. Het ziet er naar uit dat hij binnen twee jaar volledig kan schakelen. Volgt er nu automatisch inschrijving op St. Ursula? Wilmer geeft aan van niet. Voordat een leerling volledig kan worden ingeschreven bij St. Ursula, zal opnieuw de kijkwijzer door maximaal vier docenten worden ingevuld en geanalyseerd. Deze docenten zijn een afspiegeling van de gevolgde vakken die door de leerling in de gastklas zijn gevolgd. Vervolgens wordt in het
Op Expeditie 41
De overgang van het vso naar het regulier onderwijs is een schakelproces
syntheseoverleg (waarbij dit keer ook de afdelingscoördinator en de ontvangende mentor aanwezig zijn) besloten of de leerling inderdaad voor alle vakken kan schakelen. Om de laatste stap te volbrengen, wordt de leerling formeel voorgedragen in de toelatingscommissie van St. Ursula. Bij dit overleg sluiten ook de schakelcoach en de orthopedagoge van de Ortolaan aan. Ook worden ouders geïnformeerd over de volledige inschrijving bij St. Ursula. Daarna vindt overdracht plaats van de synthesementor naar een ambulant begeleider.
Jan – de route naar regulier onderwijs Stap 1 Jan is een jongen van twaalf jaar met autisme. Hij is erg teruggetrokken, neemt weinig initiatief in de groep en heeft een vlakke mimiek. Hij wordt erg onrustig als er sprake is van een onduidelijke structuur op de dag. Hij heeft een IQ van 116. Hij zat op VSO De Ortolaan met een REC-IV indicatie, maar wilde graag net als zijn oudere broer naar het reguliere onderwijs. Samen met zijn ouders is hij gaan praten met de orthopedagoog van de school om te bekijken wat de mogelijkheden waren. Zij wees hen op de syntheseklas van St. Ursula.
Vragen? Bas Wilmer, St. Ursula, Horn Stap 2 Vanaf het moment dat Jan in september 2009 instroomde in de syntheseklas van St. Ursula, begon voor hem het schakelproces. Hij kwam terecht in de syntheseklas waar hij les kreeg van zijn synthesementor. In de periode voor het eerste schakelmoment (in september) heeft zijn mentor hem
42 Op Expeditie
geobserveerd en in overleg met Jan en zijn ouders is door de synthesewerkgroep een besluit genomen over zijn eerste schakel stap. Jan moest erg wennen de eerste maanden op zijn nieuwe school. Hierdoor was hij meer teruggetrokken dan anders en vrij star in de omgang. Om die reden werd samen met Jan besloten om te starten met slechts één vak: biologie, zijn lievelingsvak. Dit vak volgde hij bij zijn zogenaamde gastklas. De overige tijd zat Jan nog in de syntheseklas waar hij les kreeg in de andere vakken. In de maanden erna begon Jan aan de nieuwe school te wennen. In dat schooljaar volgden meerdere schakel momenten waarop besloten werd dat hij meerdere vakken in de gastklas kon volgen. Zijn synthesementor hield alle ontwikkelingen van Jan bij in zijn persoon lijke schakelschema. Hierin staat wanneer hij voor welk vak is geschakeld. Het schema wordt ook gebruikt om de ouders van Jan te informeren over zijn vorderingen. Zij voelen zich daardoor optimaal betrokken bij het proces en dat is belangrijk. Aan het
einde van het schooljaar volgde Jan voor vijf vakken lessen in de gastklas: Nederlands, Engels, biologie, aardrijks kunde en lichamelijke opvoeding. Omdat de werkgroep verwacht dat Jan aan het einde van zijn tweede jaar volledig kan schakelen, is het de planning om na de kerstvakantie voor alle vakken te schakelen. Stap 3 Als alles goed gaat, zal Jan in maart 2011 volledig worden ingeschreven op St. Ursula. Een mijlpaal voor Jan en zijn ouders. Maar het is hiermee niet afgelopen. De begeleiding vanuit school gaat door en de vorderingen van Jan worden gevolgd zodat docenten, mentoren en ambulant begeleiders hem goed kunnen begeleiden tot hij van school vertrekt met een diploma.
Op Expeditie 43
Talenten ontwikkelen tot prestaties (TOP) Het Picasso Lyceum in Zoetermeer is een samengevoegde school met vmbo-t, havo en vwo, en ongeveer 1200 leerlingen. De school heeft zichzelf stevig vernieuwd. In het veranderingsproces van de school heeft men ervoor gekozen iedereen mee te nemen: docenten en leerlingen.
44 Op Expeditie
Wat zijn de belangrijkste kenmerken van het Picasso? • Onderwijs op maat; • Voor leerlingen en docenten POP-gesprekken en coaching; • Een andere schoolorganisatie, opgehangen aan vakkenintegratie en domeinen; • Benadering van talentontwikkeling; • Vertaling van de didactische aanpak in de ruimtelijke visie. In het contact met ouders ontdekte het Picasso Lyceum dat de school wel zijn best moet doen om het nieuwe concept goed uit te leggen. ‘Laten zien wat je doet’ zorgt voor enthousiasme bij ouders en leerlingen. De vernieuwingen die mede door Expeditie durven, delen, doen zijn ingezet zijn er tenslotte voor een betere ontwikkeling van de leerling. Voor docenten bestaan de vernieuwingen uit een personeelscyclus die is opgebouwd uit een persoonlijk ontwikkelingsgesprek, een of meerdere coachgesprekken, een functioneringsgesprek en een beoordelingsgesprek. Voor leerlingen omvatten de ver nieuwingen plangesprekken op competentieniveau (samenwerken, verantwoordelijkheid nemen, begrijpen en leren, reflecteren). Zo is iedereen bewust met zijn ontwikkeling bezig. Het personeel wordt jaarlijks geschoold in resultaatgericht coachen.
Op Expeditie 45
Een beschrijving van het personeelsbeleid en een voorbeeld van een competentieinstrument voor de leerlingen staat op de cd-rom.
Leonardo In de onderbouw kunnen alle leerlingen extra naschoolse klassen voor sport, science en andere onderwerpen volgen. In de bovenbouw gaat men door flexibel maatwerk gericht om met de talenten van de leerlingen. Daarnaast heeft de school een Leonardo-klas. De school wil ook LOOT-school worden. Door de flexibiliteit van het onderwijs heeft de school namelijk al veel topsporters in huis. Het Picasso heeft ook een ruimtelijke vernieuwing ondergaan. In het nieuwe gebouw is gekozen voor hallen waarin ieder domein een eigen ruimte heeft. Rond een hal liggen de lokalen en instructieruimten. De centrale hal is bedoeld als een uitloopruimte voor verwerking (meer individueel of groepswerk, proeven doen). Er zijn ongeveer vijf tot zes klassen in een domein aan de slag. De docenten moeten derhalve ook afspraken maken over de werkvormen en het gebruik van de ruimte. Vragen? Jeroen van Grunsven, Picasso Lyceum, Zoetermeer
46 Op Expeditie
Beste Expeditie, in Zoetermeer. basisschool naar het Picasso Lyceum Mijn zoon gaat dit jaar over van de het Picasso Lyceum dat van vroeger bij mij op school! Op Het onderwijs daar is zo anders dan ouw. De kinderen zeggen ze. Het is een heel nieuw geb is echt aandacht voor de kinderen, kken. Verder zijn er ekken, dat noemen ze coachgespre hebben geregeld voortgangsgespr ft de school een voor hoogbegaafden en talenten hee TOP-klassen en -domeinen en ook en en overrompeld door al die nieuwe term aanbod. Ik voel me als ouder soms mogelijkheden. Kunt u mij helpen? Linda K., Zoetermeer Antwoord: en de aandacht van echt een wereldtijd. De begeleiding ben heb sso Pica het van en ling De leer zijn. Het Picasso bewuster van zichzelf en hun keuzes de school maken dat de kinderen veel tegelijkertijd leren eden bieden, op maat, maar hen wel wil kinderen meer keuzemogelijkh r de school van nu. ol van dertig jaar geleden niet mee keuzes te maken. Natuurlijk is de scho maat en kijkt daarbij eus bezig met beter onderwijs, op Alles verandert! De school is heel seri t met hem, ga naar nten. Luister dus naar je zoon, praa ook naar de ontwikkeling van de doce rek aan. je echt vragen hebt, vraag een gesp de voorlichting van de school en als
Op Expeditie 47
Vijf redenen om over te stappen naar een Elektronische Leeromgeving
@lles digitaal Het Amadeus Lyceum Vleuten heeft het traditionele gebruik van schoolboeken vaarwel gezegd. Sinds enige tijd maken leerlingen en docenten op het Amadeus gebruik van een eigentijdse Elektronische Leeromgeving (ELO). De ELO is een digitaal systeem waarmee leerlingen toegang hebben tot praktisch alle leerstof. Wat zijn de belangrijkste redenen om ook over te stappen naar een dergelijk systeem? 1. In een ELO is alle informatie gebundeld. Er hoeven geen stencils en roosters te worden uitgeprint, wat veel tijd, materiaal en uiteindelijk ook geld scheelt. 48 Op Expeditie
2. Iedereen beschikt gelijktijdig over dezelfde informatie. Leerlingen hoeven zich geen zorgen te maken over gemiste lessen en onvolledige informatie. 3. De ontwikkeling van leerlingen kan gemakke lijk gevolgd worden. Op een ELO kan alles bewaard blijven: prestaties kunnen op de ELO worden geadministreerd en opdrachten, uit werkingen en beoordeling kunnen bewaard blijven. 4. Leerlingen en docenten kunnen via een ELO met elkaar communiceren buiten de les en zijn daarvoor niet meer afhankelijk van de ingeroosterde lesuren. De communicatie is
openbaar zodat andere leerlingen daarvan mee kunnen profiteren.
Modules
Het Amadeus Lyceum werkt met modules. Voor iedere module wordt een ruimte op de ELO “Met een opmerking als ‘ik snap er geen bal van’, ingericht waar leerlingen toegang toe hebben. komt een leerling niet weg in een ELO. Het Leerlingen kunnen inloggen op de ELO en daar de systeem dwingt leerlingen hun vraag goed te module aanklikken waar zij aan willen werken. formuleren” – Jeanine Vlastuin De startpagina is als het ware de inhoudsopgave van een werkboek. Vanuit de startpagina kunnen 5. Leerlingen krijgen een grote verantwoordelijk leerlingen alle beschikbare informatie opvragen heid in het organiseren van hun werk. Zij die zij nodig hebben om aan de module te kunnen houden zelf de planning bij, zoeken de juiste werken. opdrachten en leerstof erbij en zorgen dat zij Vragen? Jeanine Vlastuin, hun werk op tijd en compleet inleveren. Amadeus Vleuten, Utrecht
Op Expeditie 49
Colofon Over het Innovatieproject Het Innovatieproject van de VO-raad heeft de af gelopen jaren gewerkt aan kwaliteitsverbetering van het voortgezet onderwijs door scholen te faciliteren en te ondersteunen bij innovatietrajecten. Innovaties met dit doel, afkomstig van scholen zelf, zijn wetenschappelijk onderzocht en onder bouwd.
Op Expeditie is een uitgave van het Innovatieproject van de VO-raad. Tekst Karin Westerbeek, Olga Abell, Denise Bontje, Frank Studulski (allen Sardes) Redactie Cindy Curré, Esther Horsmans (Innovatieproject) Ontwerp OSAGE / communicatie en ontwerp, Utrecht Fotografie Joost van Velsen Gerlo Beernink (pagina 6) Josje Deekens (pagina 38) Koen Hofman (Expeditie Corlaer) Mary Echter (Expeditie Corlaer) Illustratie Mireille Schaap Druk Gravo Offset, Purmerend ISBN 9789081410168 Utrecht, januari 2011
50 Op Expeditie
Op Expeditie Een greep uit de producten van Expeditie durven, delen, doen
n e g n di
s e Zie je altijd
… r d e v o n e t e wilde w de
n i k e o z r e d n O
l o o sch e i t i d e p E x alenten naar
t
CD-rom
Expeditie durven, delen, doen