Nr. 38
Afgiftekantoor: Brussel X – Amonis Magazine – Erkenningsnummer: P404054
m
a
g
a
z
i
n
e
Zelfstandige in vennootschap Bereid uw pensioen voor
Pensioenhervorming Een stand van zaken
Tweemaandelijks November - December 2012 www.amonis.be
Jonge artsen Een praktijk overnemen?
Ontmoeting Kristof Sas, teamarts Club Brugge
Edito
Colofon Infomagazine - Nr. 38 novEMBER-decemBER 2012 Verantwoordelijke uitgever
Plan uw loopbaaneinde om achteraf optimaal te genieten
Amonis OFP
Ontwerp en realisatiE
© Jan Pollers
Redactiecomité
Het vlinderakkoord behoudt de wettelijke pensioenleeftijd op 65 jaar. Het ziet ernaar uit dat
Redactiecoördinatie
Redactie
deze leeftijd ook de komende jaren gehandhaafd blijft. Daarentegen worden de nieuwe maatregelen met betrekking tot het vervroegd pensioen heel wat strenger. Ook de belasting op de groepsverzekeringen en de individuele pensioentoezegging zijn onderworpen aan
MAQUETTE
wijzigingen en aan verscherpte controles. lay-out
Moeten deze maatregelen de personen onder ons die op het einde van hun loopbaan zijn aanbeland, ertoe aanzetten hun pensioenplanning te herbekijken? Het is in elk geval het
Foto’s en illustraties
uitgelezen moment om deze vraag te bekijken, vermits bepaalde maatregelen binnen enkele maanden van kracht worden. U vindt in dit nummer concrete elementen die u kunnen helpen met uw beslissing.
Druk
Wel goed nieuws is dat de voordelige belasting op uw VAP-kapitaal behouden blijft en los blijft staan van uw wettelijk pensioen. Wenst u zo goed mogelijk gebruik te maken van dit
Oplage
kapitaal, dan kunt u het best incalculeren binnen het geheel van uw pensioenprojecten. Eens het moment aangebroken is waarop u het einde van uw loopbaan inplant, kunnen onze adviseurs u concrete en objectieve informatie verschaffen. De uiteindelijke keuze ligt bij u.
Tom Mergaerts
Dr. H. Van Dijck
Chief Executive Officer
Voorzitter van de Raad van Bestuur
Paraît également en français
Korte berichten Zelfstandige bestuurders Bijkomende storting voor uw groepsverzekering of IPT De bijkomende sociale bijdrage van 1,5% (Wyninckx-bijdrage genaamd) op de premies gestort in het kader van een groepsverzekering of een individuele pensioentoezegging, wordt van kracht voor het jaar 2012. Deze bijkomende bijdrage zal worden berekend op het deel van de premie dat gestort is door de werkgever (in dit geval uw vennootschap) en dat hoger is dan 30.000 euro (buiten de taks van 4,4%) op jaarbasis. De bijdrage moet uiterlijk worden betaald voor 31 december van dit jaar. Als het bedrag van uw premie met betrekking tot het jaar 2012 hoger ligt dan 30.000 euro, dan moet de vennootschap die uw groepsverzekering of IPT beheert, uzelf en de RSVZ hierover informeren. Vervolgens ontvangt u een uitnodiging van de RSVZ om de bijkomende bijdrage te betalen. ••
Sommaire Inhoud 4. Een extra troef voor uw pensioen Zelfstandige in vennootschap
6. Pensioenhervorming Zoom
8. Overname van een praktijk Starters
Uw sociale voordelen RIZIV 2012 Studeert u dit jaar af als arts, tandarts, kinesitherapeut of apotheker? Dan heeft u al recht op een pro rata van de sociale voordelen RIZIV specifiek voor uw beroep.
10. Kristof Sas, teamarts Club Brugge Ontmoeting
© iStockphoto
Promovendi 2012
Heeft u ze nog niet aangevraagd, stuur dan zo snel mogelijk het aanvraagformulier terug naar Amonis of contacteer een van de adviseurs op 0800/96.113. ••
Zorgverstrekkers ‘No Fault’-wet van kracht Het Fonds voor de Medische Ongevallen, opgericht in april 2010, is in september 2012 in werking getreden. Dit fonds, gefinancierd vanuit de sociale zekerheid, vergoedt de slachtoffers van een medisch schadegeval wanneer de fout van de zorgverstrekker niet aanvaard wordt, of als de zorgverstrekker of de verzekeraar elke verantwoordelijkheid afwijzen. In dit laatste geval vergoedt het Fonds de patiënt en gaat het dan terug aankloppen bij de verzekeraar of zorgverstrekker. Het Fonds vergoedt alleen zwaardere schadegevallen: permanente invaliditeit van minstens 25%, arbeidsongeschiktheid vanaf zes opeenvolgende maanden (of niet opeenvolgend gedurende een periode van een jaar), uiterst zware aandoeningen, ook van economische aard, of het overlijden van de patiënt. De volledige procedure mag maximaal dertien maanden bestrijken. Voor meer informatie kunt u terecht op de website van het Fonds: www.fam.fgov.be. ••
3.
Individuele Pensioentoezegging
Een extra troef voor uw aanvullend pensioen Oefent u uw beroep uit binnen een vennootschap, dan biedt de Individuele Pensioentoezegging van Amonis u een interessant aanvullend pensioen tegen fiscale gunstvoorwaarden. Een kort overzicht.
Z
oals u weet, kunt u als zelfstandige een pensioenkapitaal opbouwen dankzij het Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ) van Amonis. De gestorte bijdragen zijn fiscaal aftrekbaar als beroepskosten. Bovendien geniet u op de vervaldag van een voordelige belasting. Deze bijdragen zijn voor hun aftrekbaarheid wel gebonden aan een plafond: 9,4% van uw netto belastbaar beroepsinkomen, met een absoluut maximum van 3.408,94 euro voor 2012. Werkt u evenwel binnen een vennootschap, dan beschikt u over een tweede mogelijkheid: de Individuele Pensioentoezegging (IPT).
Afgesloten door uw vennootschap De Individuele Pensioentoezegging is een aanvullende pensioenformule die afgesloten wordt door uw vennootschap en waarvan u de begunstigde bent. Deze twee kenmerken maken de IPT bijzonder voordelig: - het contract wordt gesloten door uw vennootschap, die dus ook rechtstreeks de premies stort. Die worden voor 4,4% belast, maar zijn wel fiscaal aftrekbaar voor uw vennootschap.
De gestorte premies en de intresten die ze opbrengen, blijven dus voor u verworven, wat er ook gebeurt. Zelfs als u uw vennootschap overlaat of als ze failliet gaat, blijft u recht hebben op het bijeengespaarde kapitaal samengesteld uit de al gestorte premies. Voor u een extra veiligheid!
Aantrekkelijk rendement Amonis biedt uw IPT aan in samenwerking met de Gemeenschappelijke Verzekeringskas Integrale, een betrouwbare en ervaren partner. De in het kader van uw IPT gestorte bijdragen genieten een bijzonder voordelig rendement. Enerzijds worden ze gekapitaliseerd tegen een gewaarborgde rentevoet van 3,25%*.
Deze waarborg geldt voor de huidige en toekomstige premies in het kader van uw jaarlijkse stortingsdoelstelling. Anderzijds hebt u elk jaar recht op een winstdeelname. De voorbije tien jaar kon Integrale dankzij de winstdeelnames haar cliënten een totaal nettorendement bieden van 4,84% op de gestorte premies.
Voordelige aanslagvoet op de vervaldag Net als het VAPZ geniet uw Individuele Pensioentoezegging bovendien van een voordelige belasting op de vervaldag. Het bijeengespaarde totaalkapitaal (gewaarborgd kapitaal en winstdeelnames) is onderworpen aan een socialezekerheidsbijdrage van 3,55% en aan de solidariteitsbijdrage van 2%.
Interesse? U wenst een Individuele Pensioentoezegging af te sluiten of meer informatie te krijgen over uw aanvullend pensioen? Bel ons dan op 0800/96.119. Een Amonis-adviseur zal u de spaarformule voorstellen die het best afgestemd is op uw situatie.
- uw hoedanigheid van begunstigde wordt duidelijk vastgelegd in het contract. *Van kracht op datum van publicatie. Neem contact op voor meer informatie.
4.
m a g a z i n e
Vervolgens wordt het gewaarborgde kapitaal belast tegen een aanslagpercentage dat afhangt van de leeftijd waarop u de storting van uw kapitaal aanvraagt. Gaat u met pensioen vóór 1 juli 2013, dan bedraagt dat 16,5%, met een korting tot 10% als u pas met pensioen gaat op uw 65ste of later en u de drie laatste jaren voor de wettelijke pensioenleeftijd actief bent gebleven.
© Corbis
Zelfstandige in vennootschap
Het vlinderakkoord heeft dit percentage gewijzigd in geval van vroegtijdig pensioen, zoals gedetailleerd uitgelegd in het artikel op p. 6. De nieuwe tarieven worden van kracht vanaf 1 juli 2013: - 20% als u met pensioen gaat vanaf 60 jaar. - 18% als u met pensioen gaat vanaf 61 jaar. - 16,5% als u met pensioen gaat vanaf 62 jaar. - 16,5% als u met pensioen gaat vanaf 65 jaar en met een daling naar 10% als u de drie laatste jaren voor uw 65ste beroepsactief bent gebleven. Winstdeelnames blijven hoe dan ook belastingvrij.
Opgelet voor de 80%-regel Opgelet: de premies zijn alleen aftrekbaar voor uw vennootschap als ze voldoen aan de 80%-regel: de som van uw wettelijk pensioen en uw pensioenen binnen de tweede pijler (VAPZ, IPT, groepsverzekering en sociale voordelen RIZIV), omgezet in rente, en rekening houdend met diverse parameters afhankelijk van uw situatie, mag niet meer bedragen dan 80% van uw laatste jaarloon. De naleving van deze regel zal voortaan streng gecontroleerd worden via SIGEDIS, een database voor alle pensioenen van de tweede pijler die toegankelijk is voor belastinginspecteurs. Niet alleen zijn de te veel gestorte premies niet langer aftrekbaar, uw vennootschap riskeert bovendien een speciale bijdrage van 309% te moeten betalen op deze
bedragen. U kunt dus maar beter nagaan of u niet boven het toegestane maximum zit. Als u uw IPT afsluit bij Amonis, berekenen onze adviseurs regelmatig of u in orde bent met de 80%-regel, afhankelijk van de evolutie van uw situatie. Voor de fiscale optimalisatie van uw premies is het aan te raden om eerst het maximale VAPZ te storten en dat vervolgens aan te vullen met de IPT, tot u aan de 80%-limiet zit.
Bijkomende storting
bijkomende storting te doen, de zogenaamde ‘back service’. Doel: de niet-uitgevoerde stortingen compenseren tijdens de jaren vóór het afsluiten van uw contract. Afhankelijk van uw persoonlijke situatie kunt u zelfs teruggaan tot 10 jaar voor de oprichting van uw vennootschap. Deze back service is eveneens fiscaal aftrekbaar, op voorwaarde dat de gestorte premie voldoet aan de 80%-regel. Een uitstekende manier om uw pensioenkapitaal te verhogen en tegelijk te genieten van een aanzienlijk belastingvoordeel. ••
Tot slot biedt de IPT nog een ander voordeel: de mogelijkheid om een
Vastgoed kopen dankzij uw IPT? U wilt persoonlijk vastgoed kopen, bouwen of verbouwen? In dat geval kunt u een voorschot krijgen op uw contract. U hoeft daarvoor maar aan één voorwaarde te voldoen: het goed moet gelegen zijn binnen de Europese Economische Ruimte. Neem gerust contact op met een van onze adviseurs voor meer informatie.
5.
Pensioenhervorming
Hoe ziet uw pensioen er straks uit? In december van vorig jaar onthulde de regeringDi Rupo haar programma met daarin een reeks pensioenmaatregelen. Hoever staat het concreet met die hervorming?
V
an meet af aan was het duidelijk dat de pensioenhervorming, waarover zeer snel beslist werd door de coalitiepartijen, nog een aantal keren onderhandeld en aangepast zou moeten worden. Om die reden werden nog niet alle punten uit het akkoord omgevormd in wetteksten, en werden er voor bepaalde wetten nog geen Koninklijke Besluiten opgesteld. Een stand van zaken is dus nuttig, want deze beslissingen zullen concrete gevolgen hebben voor tal van personen.
Naar een ‘databank van pensioenen’ Naast deze maatregelen gaat de regering door met het opzetten van een databank voor aanvullende pensioenen. Alle pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen worden verplicht de nieuwe en bestaande contracten aan te geven, net als alle gestorte premies. Belastinginspecteurs zullen toegang krijgen tot deze gegevens om na te gaan of de 80%-regel wordt nageleefd.
6.
m a g a z i n e
Optrekking leeftijd vervroegd wettelijk pensioen De belangrijkste maatregel is de optrekking van de leeftijd voor het vervroegd pensioen – al is het maar om zijn symbolische waarde. Deze hervorming treedt vanaf 1 januari 2013 geleidelijk aan in werking tot 2016. Ze geldt zowel voor loontrekkenden als voor zelfstandigen. Momenteel is de pensioenleeftijd vastgelegd op 65 jaar, maar het is wel mogelijk om vanaf uw 60ste op vervroegd pensioen te gaan, op voorwaarde dat u een 35-jarige loopbaan achter de rug hebt. Vanaf 2013 zullen deze voorwaarden als volgt evolueren:
Jaar
Minimale leeftijd
Loopbaanvoorwaarde
2013
60,5
38
2014
61
39
2015
61,5
40
2016
62
40
De wettelijke pensioenleeftijd verandert niet. Voor lange loopbanen en zware beroepen bestaan er uitzonderingen, maar alles is nog niet beslist. De hervorming voorziet ook een systeem van ‘verworven recht’: wanneer
een werknemer op een bepaald tijdstip aan de voorwaarden voldoet om vervroegd op pensioen te gaan, dan behoudt hij dat recht, ook als hij later niet meer aan de nieuwe voorwaarden voldoet. Bijvoorbeeld: een werknemer wordt in 2012 60 jaar en heeft een loopbaan van 35 jaar achter de rug, maar hij wil nog niet vervroegd op pensioen gaan. Wenst hij in 2014 wél op pensioen te gaan, dan mag dat. Ook al voldoet hij niet aan de nieuwe voorwaarde: een loopbaan van 39 jaar hebben.
‘Interne pensioenvoorziening’ aan banden gelegd Vennootschappen kunnen voortaan geen interne ‘pensioenvoorziening’ meer opbouwen voor hun bedrijfsleiders. Zowel nieuwe voorzieningen als nieuwe stortingen voor bestaande voorzieningen worden namelijk verboden vanaf 2012. De gespaarde kapitalen binnen de bestaande engagementen worden, of ze nu uitbesteed zijn of niet, onderworpen aan een eenmalige belasting van 1,75%, eventueel verdeeld over drie schijven van 0,6%.
Derde pijler fiscaal minder interessant De stortingen voor het langetermijnsparen en het pensioensparen worden fiscaal minder voordelig. Vroeger
Zoom
Belasting op groepsverzekering en IPT Ook de groepsverzekering (voor loontrekkenden en zelfstandigen) en de Individuele Pensioentoezegging (IPT) worden zwaarder belast op het eindkapitaal bij vervroegd pensioen. Het barema bespreken we in detail in ons artikel over de IPT op p. 4. De regering voerde overigens een nieuwe, ‘bijzondere’ socialezekerheidsbijdrage in op de bijdragen voor groepsverzekering en IPT. Deze bijdrage is voor rekening van de vennootschap en werd in een overgangsregeling tot 2016 vastgelegd op 1,5% op de premies die de vennootschap betaalt boven 30.000 euro op jaarbasis.
met een degressief barema: 25% verlies op het pensioen voor wie op 60-jarige leeftijd met pensioen gaat, 18% op 61-, 12% op 62-, 7% op 63- en 3% op 64-jarige leeftijd.
Vanaf 2013 wordt de malus geschrapt vanaf 63 jaar, net als voor mensen jonger dan 63 jaar die meer dan 41 jaar gewerkt hebben. ••
Wordt vervolgd Opgelet: dit artikel beschrijft de situatie eind augustus 2012. De hervorming is nog niet voltooid: sommige punten werden nog niet besproken. En de punten die in dit artikel beschreven werden, zijn nog niet allemaal bij wet of door een Koninklijk Besluit vastgelegd. In onze volgende nummers houden we u op de hoogte over de laatste stand van zaken.
© Corbis
gaven zulke stortingen recht op een belastingvermindering op basis van het verbeterd gemiddeld tarief, die tot 40% kon gaan, afhankelijk van de inkomsten. Voortaan krijgt elke belastingplichtige een vermindering van 30%, ongeacht zijn inkomsten.
Twee keer goed nieuws Om met een meer positieve noot te eindigen: de regering schaft vanaf 2013 de inkomensgrens af voor gepensioneerden die nog een professionele activiteit hebben, op voorwaarde dat ze ouder zijn dan 65 en minstens 42 jaar gewerkt hebben. Gepensioneerden jonger dan 65 jaar blijven onderworpen aan de bestaande inkomensplafonds, maar die worden voortaan jaarlijks geïndexeerd en de sanctie bij overschrijding – een daling van het wettelijk pensioen – wordt altijd evenredig met de overschrijding. Vandaag riskeert u meestal uw pensioen te verliezen bij een overschrijding. De regering zal trouwens ook geleidelijk aan de ‘pensioenmalus’ schrappen. Die malus viseert tot nu toe zelfstandigen die voor hun 65ste vervroegd met pensioen gaan,
7.
Jonge artsen
Overname van een praktijk: een aanrader?
© Corbis
Een mogelijke piste om uw carrière te lanceren is de praktijk en het patiëntenbestand overnemen van een collega die op pensioen gaat. Maar hoe gebeurt zo’n overdracht en waar moet u op letten?
I
n ons vorige nummer schetsten we de verschillende mogelijkheden voor een jonge arts na zijn stage. Een ervan was de overname van een praktijk van een collega-arts. Het grote voordeel hiervan is natuurlijk dat u niet van nul moet starten en gebruik kunt maken van het door uw collega-arts aangelegde patiëntenbestand, voor zover die patiënten u natuurlijk hun vertrouwen willen schenken.
Overname van het patiëntenbestand “Een patiëntenbestand overnemen biedt geen garantie op succes”, verklaart Jean-Marie Conter, voorzitter van het Beroepsinstituut van Erkende Boekhouders en Fiscalisten. “Wanneer een arts de praktijk van een collega-arts overneemt, dan moet hij het vertrouwen winnen van diens patiënten. Deze patiënten kunnen net zo goed voor een andere arts kiezen. Toch komt het zeer zelden voor dat de overdracht slecht afloopt: doorgaans behoudt de arts tussen 75 en 85% van het aangelegde patiëntenbestand, een aantal dat niet te verwaarlozen is.” Deze operatie heeft uiteraard wel een kostprijs omdat de arts die zijn patiënten overdraagt, een vergoeding moet krijgen. “Meestal gaat het om vier keer het jaarlijkse omzetcijfer”, verduidelijkt Jean‑Marie Conter. “Om een idee te geven van de omvang: voor
8.
m a g a z i n e
Starters
“Het grote voordeel is dat u niet van nul moet starten”
huisartsen bedraagt die som ongeveer 350.000 euro.” Let wel: een akkoord tussen confraters is onvoldoende. Een bedrijfsrevisor moet de waarde van de overname bevestigen in een rapport zodat de fiscus zeker is dat het bedrag correct geëvalueerd werd. De verkoper moet immers belasting betalen aan de fiscus, en de koper mag het bedrag aftrekken als kost.
Drie mogelijkheden
Een grote investering
- De jonge arts neemt de volledige vennootschap van zijn collega-arts over.
Dat is niet de enige som die de jonge arts moet neertellen. Een overname van het patiëntenbestand betekent niet dat ook de praktijkruimte wordt overgenomen. “Vaak ontving de arts die zijn praktijk overdraagt, zijn patiënten bij hem thuis”, aldus Jean-Marie Conter. “Hij zal opnieuw zijn volledige huis willen betrekken. De jonge arts moet een andere praktijk huren of kopen en die naar behoren uitrusten.” Die investering komt bovenop de koopprijs van het patiëntenbestand. Vaak moet de arts dan ook een lening aangaan. “Gelukkig ondervinden artsen over het algemeen weinig problemen om geld te lenen bij een bank, zelfs al kunnen ze – in tegenstelling tot ondernemers – hun ‘handelsfonds’ niet in waarborg brengen”, verzekert JeanMarie Conter. “Net als alle andere vrije beroepen trouwens. De titularissen genieten van een vast klantenbestand en van regelmatige inkomsten. Toch moeten ze een deel van de totale investering zelf financieren, vaak is dat een vierde. Voor sommige startende artsen kan dat problematisch blijken. Uiteraard kunnen ze altijd voor de alternatieven kiezen: zelf een praktijk opstarten zonder een bestaand klantenbestand over te nemen of samenwerken met een oudere arts die nog actief is.”
Juridisch kan een overname op drie manieren gebeuren: - De jonge arts neemt de activiteit over als zelfstandige (fysieke persoon).
met een boekhouder te bespreken”, raadt Jean-Marie Conter aan. “Maar hiervoor moet u eerst nagaan of die persoon een aantoonbare ervaring heeft met medische beroepen. Zo bent u er zeker van dat zijn aanbevelingen relevant zijn voor uw beroep.” ••
- De jonge arts richt een vennootschap op en koopt het patiëntenbestand of de vennootschap op van de collega-arts.
“In de meeste gevallen wordt de derde optie niet echt aangeraden”, aldus Jean‑Marie Conter. “Voor de overnemer is die fiscaal gezien het minst interessant. De vennootschapsaandelen vormen geen ‘afschrijfbare’ kost, dat wil zeggen: de kosten kunnen gedurende de jaren volgend op de overname fiscaal niet worden afgetrokken. Maar de overname van het patiëntenbestand omvat een zogenaamde ‘goodwill’, en die kan over een periode van tien jaar worden afgeschreven. Toch kan investeren in een patiëntenbestand een argument zijn om een vennootschap op te richten. Dat is veiliger, want de lening gebeurt op naam van de vennootschap, waardoor de jonge arts niet als natuurlijke persoon het risico van de lening moet dragen.”
Vraag advies aan een boekhouder Een bestaande praktijk overnemen kan interessant zijn, maar is niet altijd even gemakkelijk. Vaak moet de jonge arts grote bedragen bijeensprokkelen, wat niet altijd eenvoudig is aan het begin van een loopbaan. “Daarom is het hoe dan ook altijd aangeraden om zulke operaties
Orde moet goedkeuring geven Of het nu gaat om de overname van een patiëntenbestand, van een bestaande vennootschap of om de oprichting van een vennootschap, de Orde van de Geneesheren moet steeds zijn goedkeuring geven. “De Orde moet namelijk de bewoordingen van de overdracht nalezen, net als de statuten van de vennootschap om na te gaan of alles conform de deontologie is gebeurd”, legt Jean-Marie Conter uit. “Als u bijvoorbeeld een vennootschap opricht, moeten alle aandeelhouders arts zijn, ook al spelen ze geen actieve rol. Een boekhouder die de medische sector zeer goed kent, kan al die vragen beantwoorden en u heel wat heenen-weertjes besparen tussen u en de Orde, voor die de overname goedkeurt.”
9.
Kristof Sas, teamarts Club Brugge
“Bij Club kan ik mijn twee passies combineren” Sinds vorig jaar is dr. Kristof Sas de teamarts van Club Brugge. Hij combineert er zijn twee grote passies: voetbal en geneeskunde. “Misschien word ik straks als eerste Belgische clubdokter landskampioen met twee verschillende clubs.”
H
alf juli. Traditiegetrouw bereidt eersteklasser Club Brugge het nieuwe voetbalseizoen voor op de terreinen van VV Westkapelle, in het hinterland van Knokke-Heist. Een centrale rol binnen de voorbereiding wordt vervuld door dr. Kristof Sas, sinds oktober 2011 het hoofd van de medische staf van Club Brugge. Tijdens ons gesprek op het terras van de kantine lopen spelers af en aan met een kleine vraag. Meme Tchite, Thibault Van Acker en zelfs trainer Georges Leekens vraagt op het eind van het interview waar hij blijft. Kristof Sas is duidelijk belangrijk voor Club Brugge, en dat voor iemand die als kind eerder supporterde voor de grote concurrent RSC Anderlecht.
Tien jaar in tweede klasse Opvallend: de jonge dr. Sas kon zelf behoorlijk tegen een bal trappen. Hij schopte het zelfs tot het eerste elftal van KFC Dessel Sport, voetbalde vervolgens tien seizoenen in de Belgische tweede klasse, en tussenin een jaar in eerste klasse bij KRC Harelbeke. Ondertussen combineerde hij zijn voetbalcarrière met zijn studies geneeskunde, en specialiseerde zich vervolgens tot spoedarts. “Studeren en voetballen gingen best samen”, herinnert de dokter zich. “Dankzij mijn topsportstatuut kon ik alles goed inplannen.” Eenmaal afgestudeerd als spoedarts kon dr. Sas in 2000 aan de slag in het AZ Glorieux van Ronse.
10.
m a g a z i n e
Clubdokter bij Anderlecht De overstap naar de sportgeneeskunde volgde in 2005, toen RSC Anderlecht een nieuwe teamarts zocht. “Het leek mij een geweldige uitdaging. Als teamarts kon ik mijn twee passies combineren: voetbal en geneeskunde. Bovendien speelde ik met Aalst opnieuw in tweede klasse, en dat had ik na tien seizoenen al een beetje gezien.” Dus stopte dr. Sas met voetballen, begon hij bij Anderlecht en volgde hij een master-na-masteropleiding sportgeneeskunde aan de VUB.
Transfer naar de grote concurrent Na zes seizoenen Anderlecht volgde vorig najaar een opmerkelijke transfer naar de grote concurrent Club Brugge. Dat gebeurt al niet zo vaak met spelers, laat staan met dokters. “Ik vermoed dat het nieuwe bestuur van Club Brugge gecharmeerd was door mijn werk bij Anderlecht. Daar stond een degelijke structuur op poten en was ik eigenlijk klaar. Bij Club Brugge vond ik een nieuwe, zeer mooie uitdaging in de uitbouw van het PPC, het Personal Performance Center (zie kadertekst, red.)”
Hoofd medische cel Bij Club Brugge heeft dr. Sas twee kerntaken. De eerste is blessures vaststellen en er een beleid voor bepalen.
Blessures voorkomen Wat houdt dat PPC of personal performance center precies in? “Het hoofddoel is zo veel mogelijk blessures te voorkomen, en dat door de belasting van de spelers in evenwicht te brengen met hun individueel bepaalde belastbaarheid”, legt dr. Kristof Sas uit. “De belasting meten we aan de hand van de hartslag tijdens de training. Via een GPSsysteem kennen we ook de afstand die de speler liep, en hoe snel hij dat deed.”
Belasting versus belastbaarheid Daarnaast houdt de medische staf voor elke speler een beeld van de belastbaarheid bij. “Regelmatig meten we de kracht in zijn spieren, zijn lenigheid en nog enkele andere parameters. Ook gaan we kijken hoe de speler loopt en draait, en houden we rekening met zijn medische voorgeschiedenis. De belastbaarheid is voor elke speler anders, en we proberen die te verbeteren via individuele oefeningen. We kunnen bijvoorbeeld een speler vragen om zijn hamstrings bij te trainen, omdat zijn quadriceps relatief sterker zijn en anders een onevenwicht veroorzaken.”
Ontmoeting
“Kan de speler meetrainen of niet? En als hij niet kan meetrainen, welk alternatief voorzien we dan?” Daarnaast heeft hij een coördinerende en sturende rol als hoofd van de medische cel bestaande uit drie kinesitherapeuten, een masseur en twee artsen. Hieronder valt ook de opvolging van het PPC (Personal Performance Center). “Normaal kom ik vier tot vijf dagen per week bij Club Brugge, de andere dagen werk ik nog steeds als spoedarts in het AZ Glorieux.”
zijn als je hen hebt kunnen helpen. Die dankbaarheid contrasteert met het beeld van de verwende voetballer, maar ze is er wel degelijk.”
Kampioen met Club Brugge Hoe ziet de dokter zijn toekomst? “De voetbalwereld is vrij volatiel. Misschien maak ik ooit de overstap naar het buitenland. De vroegere clubdokter
van RSC Charleroi zit nu bijvoorbeeld met Michel Preud’homme in Saoedi‑Arabië. Maar bij Club Brugge ben ik zeer tevreden: het vrij grote budget maakt het prettig werken. Veel collega’s in de eerste klasse moeten het met veel minder stellen. Op het sportieve vlak is de honger bij Club Brugge naar een nieuwe landstitel erg groot. Wie weet, misschien word ik straks als eerste teamarts in België landskampioen met twee verschillende clubs.” ••
Voetballers zijn dankbare patiënten
Arts of handelsingenieur? De vader van dr. Kristof Sas is huisarts in Oud-Turnhout. “Hij heeft mijn studiekeuze nooit willen beïnvloeden. Uiteraard heeft hij mij wel geïnspireerd. Ik heb nog getwijfeld tussen handelsingenieur en geneeskunde. Maar uiteindelijk heb ik toch gekozen voor arts. Ondanks de eerste drie, relatief saaie academiejaren verwachtte ik als arts later meer afwisseling te hebben in mijn job.”
© Christophe Ketels / Compagnie Gagarine
Zijn profvoetballers anders dan gewone patiënten? “Het belangrijkste verschil is dat er geen tijd is om de evolutie van een blessure af te wachten. We gaan meteen voor de meest gedetailleerde diagnose en laten bijvoorbeeld dus veel sneller een MRI-onderzoek uitvoeren. Voor de rest zijn profvoetballers heel gewone ‘patiënten’, die zeer dankbaar
11.
© Corbis
Optimaliseer uw fiscaal jaar 2012 Stort uw VAP voor 31 december*
Tot 3.409 euro aftrekbaar
*Schrijf ten laatste op 27 december over zodat uw storting op 31 december 2012 op uw pensioenrekening staat
Vragen? Contacteer een van onze adviseurs op het nummer 0800/96.119 voor persoonlijk advies
m a g a z i n e