ZELFCONTROLE Een sociaal cognitief interventieprogramma voor kinderen met agressief en oppositioneel gedrag Teun van Manen, De Heel Zaans Medisch Centrum
SOCIAAL COGNITIEF INTERVENTIE PROGRAMMA blijkt beter te voldoen dan SOCIALE VAARDIGHEIDSTRAINING en WACHTLIJST CONDITIE • een afname in agressie en impulsiviteit • een toename van adequaat sociaal gedrag, sociaal cognitieve vaardigheden en aanpassingsvermogen
ZELFCONTROLE
OMSCHRIJVING VAN DE DOELGROEP
• onafhankelijkheid
• DSM IV diagnoses
• richting geven aan je eigen leven
• Gedragsstoornis • Oppositioneel – opstandige gedragsstoornis
REACTIEF en PROACTIEF • impulsief
• gecontroleerd
• vijandig
• instrumenteel
• affectief
• gewelddadig
• heetgebakerd
• koudbloedig
• defensief
• berekenend
• hoge arousal
• lage arousal
• lichamelijke
• positieve bekrachtiging
mishandeling
JONGENS en MEISJES • direct • fysieke middelen
• indirect • kwaadspreken • verspreiden van
• obscene gebaren geruchten • beledigende woorden
• manipuleren van vriendschapsrelaties
1
DOEL van het SOCIAAL COGNITIEF INTERVENTIE PROGRAMMA
JONGENS en MEISJES • J. 2 x zoveel leer- en gedragsproblemen in b.o. • 2 x zoveel J. in speciaal onderwijs
• minder gedragsproblemen • meer zelfcontrole
• J. gebruiken meer drank en drugs • J. lopen meer kans te sterven door ongeluk, of
• betere sociaal cognitieve vaardigheden
geweld, of gehandicapt te raken
PARALLELLE SOCIAAL COGNITIEVE PROCESSEN Model Dodge 1. Decoderen van cues (Crick & Dodge, 1994)
Probleem oplossen
Sociale cognitie Zelfcontrole
Probleem signaleren
Egocentrisch: (Selman,1980) Identificeren (Gerris, 1981) Discrimineren Subjectieve niveau: Differentiëren Vergelijken Zelf Reflectieve niveau: Zich verplaatsen Relateren Wederkerigheid: Coördineren Verdisconteren Zelfobservatie Zelfbeoordeling Zelfbekrachtiging
(Spivack, Platt & Shure, 1976)
2. Interpreteren
Probleem definiëren
3. Respons zoeken
Bedenken van zo veel mogelijk alternatieve oplossingen
4. Respons kiezen
Afwegen van de gevolgen en één oplossing kiezen
5. Uitvoeren 6. Evalueren
Uitvoeren Evalueren en gevolgen verbinden voor een volgende keer
• minder impulsief
MODEL DODGE
(Kanfer, 1977)
PARALLELLE SOCIAAL COGNITIEVE PROCESSEN Model Dodge 1. Decoderen van cues (Crick & Dodge, 1994)
Probleem oplossen
SOCIALE COGNITIE
Probleem signaleren (Spivack, Platt & Shure, 1976)
2. Interpreteren
Probleem definiëren
3. Respons zoeken
Bedenken van zo veel mogelijk alternatieve oplossingen
4. Respons kiezen
Afwegen van de gevolgen en één oplossing kiezen
5. Uitvoeren 6. Evalueren
Uitvoeren Evalueren en gevolgen verbinden voor een volgende keer
• Kennis en ideeën over uiterlijke waarneembare kenmerken van mensen en waarneembaar gedrag • Kennis en afleiding van innerlijk, niet waarneembare processen van henzelf of de ander, zoals gedachten, gevoelens, intenties van de ander, waarden en normen • Kennis en afleiding van relaties, zoals vriendschap, liefde, macht, samenwerking (Gerris, 1981)
2
SOCIALE COGNITIE ZELFCONTROLE
Egocentrisch: (Selman,1980) Identificeren (Gerris, 1981) Discrimineren Subjectieve niveau: Differentiëren Vergelijken
Zelfobservatie Zelfbeoordeling Zelfbekrachtiging
Zelf Reflectieve niveau: Zich verplaatsen Relateren
(Kanfer, 1977)
Wederkerigheid: Coördineren Verdisconteren
PARALLELLE SOCIAAL COGNITIEVE PROCESSEN Model Dodge 1. Decoderen van cues (Crick & Dodge, 1994)
Probleem oplossen
Sociale cognitie Zelfcontrole
Probleem signaleren
Egocentrisch: (Selman,1980) Identificeren (Gerris, 1981) Discrimineren Subjectieve niveau: Differentiëren Vergelijken Zelf Reflectieve niveau: Zich verplaatsen Relateren Wederkerigheid: Coördineren Verdisconteren Zelfobservatie Zelfbeoordeling Zelfbekrachtiging
(Spivack, Platt & Shure, 1976)
2. Interpreteren
Probleem definiëren
3. Respons zoeken
Bedenken van zo veel mogelijk alternatieve oplossingen
4. Respons kiezen
Afwegen van de gevolgen en één oplossing kiezen
5. Uitvoeren 6. Evalueren
Uitvoeren Evalueren en gevolgen verbinden voor een volgende keer
SOCIAAL COGNITIEF INTERVENTIEPROGRAMMA • • • • • • •
groepsbehandeling 4 tot 6 agressieve kinderen 11 zittingen 70 minuten zelfcontrole sociaal cognitieve vaardigheden probleem oplossingsvaardigheden de onderliggende sociale informatie verwerkingsprocessen gebaseerd op Dodge
(Kanfer, 1977)
VOOR - en NAMETING • kind
Impulsiviteit (MFFT) Sociaal vaardig gedrag (MESSY) Sociaal cognitieve vaardigheden (SCVT) Agressief gedrag (Weekverslag)
• ouders
Zelfcontrole (SCRS)
• leraar
Zelfcontrole (SCRS) Agressie (TRA) Aangepast gedrag (TOPS) Weekverslag
Resultaten Effectonderzoek
Weekverslag
3
VOORBEELD WEEKVERSLAG
WEEKVERSLAG KIND 2,8
Hoe is het de afgelopen week gegaan? 1 = nooit 2 = zelden 3 = soms 4 = vaak 5 = altijd
1. Is snel met anderen in gevecht 2. Reageert overdreven op minste geringste 3. Geeft eigen fouten niet toe 4. Houdt zich niet aan regels 5. Steelt geld
2,4
gemiddelden
nooit
2,6
altijd 1 1 1 1 1
2 2 2 2 2
3 3 3 3 3
4 4 4 4 4
2,2
1,8
5 5 5 5 5
1,6
1,4
voormeting
nameting
WEEKVERSLAG LEERKRACHT
WEEKVERSLAG OUDERS 3
3,2
3
2,8
2,8
gemiddelden
gemiddelden
SCIP SST
2
SCIP SST
2,6
2,6
SCIP SST
2,4
2,4
2,2
2,2
2
2
voormeting
nameting
voormeting
nameting
CONCLUSIE • • • •
Zelfcontrole Probleem oplossingsvaardigheden Sociaal cognitieve vaardigheden De onderliggende sociale informatie verwerkings processen gebaseerd op Dodge • Cue-exposure Zorgen voor een verbetering van het gedrag van agressieve kinderen
4
Gelet op de vele factoren en facetten, die van invloed zijn op het ontstaan en in stand houden van agressie levert het interventieprogramma Zelfcontrole een bescheiden bijdrage aan het verminderen van agressief gedrag. Anderzijds is het hoopvol om te merken dat een kortdurende groepstherapie een verbetering in gedrag laat zien met significante effecten op de korte termijn en bescheiden effecten op de lange termijn.
5