HOEZO BIDDEN ? Wie bidt er niet? Velen van ons waarschijnlijk. Wie bidt er niet in tijden van nood? Maar weinigen. Bidden is een moeilijk begrip, en iedereen verstaat er iets anders onder. Voor sommigen is het gebed een wezenlijk deel van hun leven, anderen doen het alleen in de kerk, terwijl de meesten het misschien onzin zijn gaan vinden. Die zwijgende God, wat moet je ermee? Bidden, tot een godheid, tot een heilige, een gids, een gestorven familielid.....tot wie of wat wij ervaren als een hogere macht die onze gebeden hoort ...is zo oud als de mensheid. Overal waar in de wereld sprake was - en is - van het met respect begraven van doden of van rituelen om het leven te vieren, daar mogen we rustig aannemen dat gebed erbij hoort. Want hoe anders kunnen we de connectie met 'dat wat ons overstijgt' beleven, dan door de dialoog met de godheid aan te gaan? Ook al lijkt het vaker op een monoloog van onze kant. Zegt een jood die voor de klaagmuur staat te bidden: "Heer, geef eens antwoord, het lijkt wel of ik tegen een muur sta te praten!" Zo voelt het misschien. Maar is het ook zo? Het antwoord ligt niet bij God, maar in onszelf. Bidden is luisteren, je openstellen. Bidden is ontvangen, ervaren dat je al gekregen hebt wat je vraagt, ook al is het misschien niet op de manier die je zelf voor ogen had. God, de Grote Geest, kent ons, en hij weet wat we nodig hebben. Gebed kent vele vormen. Het kan een opdracht zijn, een wijding van het gewone aan het sacrale. Wij kennen allemaal het dankgebed voor en na de maaltijd; ons eten is niet vanzelfsprekend. De schepper laat gewassen groeien en daardoor hebben wij te eten. Een dankwoord is op z'n plaats, zo vanzelfsprekend is het niet. Een moment van stilte, een paar gewijde 1
woorden herinneren ons aan de bron van ons leven, en aan Diegene die ons leven gewild heeft en in stand houdt. In het Jodendom wordt iedere gebeurtenis, de bliksem, een ontmoeting, een maaltijd, een rituele handeling, de regenboog - gewijd met de woorden: 'Baruch Atah Adonai Elohenoe Melech HaOlam' ..."Geprezen zijt Gij, Heer onze God, koning van het Heelal...en dan het onderwerp van die zegening. Maar wat heb je nou aan zo'n automatisme, zul je misschien denken. Natuurlijk zal iemand niet altijd meer nadenken bij wat hij zegt, dat is menselijk. Maar zo'n spreuk, 'Baracha' in het Hebreeuws en 'broche' in het Jiddisj, heeft juist door zijn herhaling een bijzondere invloed op ons onderbewuste. Je zou het kunnen vergelijken met het draaien van de gebedsmolen bij de Tibetanen. Mechanisch, vinden we. Maar ook zo'n handeling kan met aandacht verricht worden, en telkens als een Tibetaan de molens aan het draaien brengt realiseert hij zich dat hij verbonden is met zijn geloof en traditie. In het Hindoeïsme en Boeddhisme vervullen mantra's die functie. De geest wordt vervuld met woorden, ritmes, klanken die meditatief zijn en ons ontvankelijk maken voor die verbinding met het Hogere. En daar gaat het allemaal om. GEBED EN GELUID Alle godsdiensten hebben een gebedstraditie, zowel in het gemeenschappelijk en het individuele praktijk. In het gebed van de geloofsgemeenschap spelen klank, geluid, muziek altijd een belangrijke rol. Veel liederen in Christelijke kerken zijn gebeden, ontleend aan de Psalmen of andere teksten. Maar of de woorden ons nu aanspreken of niet, de muziek brengt ons in hoger sferen. De traditie van het Gregoriaanse gezang, het communale gebed van traditionele kloosters, verheugt zich de laatste jaren in een grotere bekendheid. De eentonige eenstemmige zang heeft een meditatief effect op zangers en toehoorders. 2
Monniken en religieuzen worden vele malen per dag naar de kerk geroepen om 'God te ademen' op het ritme en de melodie van het communale gebed. Altijd hetzelfde, eeuwen lang, overal waar kloosters zijn. Sceptici die vinden dat monniken zich beter met de wereld kunnen bezighouden i.p.v. hun tijd te verdoen met bidden, vergeten dat kloosters krachtplaatsen zijn, juist door die onafgebroken praktijk van gebed. Wie wel eens in Taizé geweest is of de muziek kent, weet hoe belangrijk daar het gezongen gebed is, en hoe dat de band tussen de aanwezigen versterkt en de beleving onvergetelijk maakt. In de Oosters orthodoxe kerken van de Byzantijnse Rite is het gezongen gebed een onmisbaar onderdeel van de liturgie, dat het gezamenlijk en persoonlijk gebed doet opstijgen. Eenzelfde symboliek als die van de wierook: geur en geluid op weg naar omhoog. De Sufi's, de mystieke tak van de Islam, kennen 'Dhikr' , gebed dat gepaard gaat met muziek, zang en dans. Dervishen, leden van een Sufi orde ingesteld door Jalal ad-Din Rumi in de 13de eeuw, dansen als een uiting van hun devotie en extase een lichamelijk gebed op de klanken van instrumenten. Het laten klinken van de naam van Allah - Allahu, Allahu, honderden keren achter elkaar is ook een vorm van Dhikr. Dat HU (Hoe) is overgenomen door Eckankar, een nieuwere geloofspraktijk waarbij het gezamenlijk zingen van de heilige naam HU een belangrijk gebedselement is. Duizenden mensen die minuten lang die klank intoneren is een bijzondere belevenis! Sri Harold Klemp, de leider van Eckankar, zegt erover: "HU is geweven in de taal van het leven. Het is het geluid van de wind in de bladeren, van vallende regen en van zingende vogels, van de onheilspellende klank van een naderende tornado. Het is het geluid van lachen en huilen, van het verkeer in een stad, van een bergstroompje, en van de golven van de oceaan. Toch is HU niet God. Het is het woord dat iedereen kan gebruiken om zich tot zijn God te richten." 3
In de joodse religie wordt de heiligste naam van God niet uitgesproken, maar tijdens de eredienst worden gebeden gezongen door de voorzanger, de 'Chazzan', die de gemeente meeneemt in zijn traditionele interpretatie van het gemeenschappelijk gebed. Ook het lezen van de wekelijkse portie van de Torah gebeurt op een vaste melodie, want zang stijgt makkelijker omhoog dan gesproken woorden. In de urenlange synagogale dienst is de liturgie bijna volledig muzikaal. In het meer mystieke Chassidisme zijn dans en zang een uiting van gemeenschappelijke vreugde; een middel om God te naderen. Chanting is een praktijk die vooral in het Oosten wordt beoefend. Men kan het alleen doen maar ook samen. Misschien kennen we nog wel de aanhangers van de Hare Krishna beweging zoals die zingend en trommelend in het oranje door de straten van onze steden gingen, hun mantra chantend: Hare Krishna, Hare Krishna Krishna Krishna Hare Hare Hare Rama, Hare Rama Rama Rama, Hare Hare Hun praktijk, 'Kirtana' wordt 'de dans van de ziel' genoemd, en dient om de ziel te laten ontwaken in 'Krishna bewustzijn' - een toestand van geestelijk geluk waarin leven en gebed samenvloeien. Het chanten van Hare Krishna is een van de oudste vormen van gebed, en stamt uit de duizenden jaren oude Vedische traditie. De praktijk van het chanten is universeel, of het nou de 99 namen van Allah, de vele mantra's van het Hindoeïsme en Boeddhisme, of 'Heilige Maria, Moeder van God, Bid voor ons zondaars....' betreft. De achterliggende gedachte is dat God in het geluid van Zijn Naam aanwezig is. Gods naam - welke dan ook - chanten, is je direct in verbinding stellen met Hem en je openen voor Zijn aanwezigheid. 'Eyeh asher Eyeh' - 'Ik ben die ik zal zijn', zegt God, als Mozes om Zijn Naam vraagt (Ex. 3:14). 4
GEBED EN STILTE In het evangelie van Mattheus vinden we: 'Maar gij, wanneer ge bidt, ga in uw binnenkamer, sluit uw deur en bid tot uw vader in het verborgene.' (Matth. 6:6) In het Oosters Christendom heeft die tekst aanleiding gegeven tot de ontwikkeling van het 'hesychasme' (de stilte bewaren). Hesychasten trokken zich terug uit de wereld en beoefenden de praktijk van het doorlopend innerlijk gebed, het z.g. 'Jezusgebed' dat op de in- en uit ademing gezegd wordt: 'Heer, Jezus Christus, Zoon van God, Ontferm U over mij." Een eenvoudig gebed, een bevestiging van de gerichtheid van het hart. De 'Philokalia' , een verzameling teksten van de monniktraditie van de Berg Athos uit de 13de en 14de eeuw, zegt er dit over: "Zoekt, en gij zult vinden. Wat moet je zoeken? Een levende, tastbare omgang met God. Die wordt verleend door Gods genade. Maar je moet er zelf moeite voor doen en je inspanningen richten op een voortdurend denken aan God. Daartoe helpt het Jezus-gebed. Een beroemd 19de eeuws boekje, 'De weg van een pelgrim', vertelt het verhaal van een anonieme Russische pelgrim op weg naar Jeruzalem, die worstelt met de vraag hoe hij het Jezus-gebed zo kan bidden dat het hem voortdurend verbindt met God. Hij leert het via obstakels en wonderen, en bereikt na veel geestelijke omwegen zijn doel als een gelukkig mens. Alleen haalbaar voor monniken? Nee, want er zijn ook gewone mensen die het Jezusgebed in hun hart dragen, als een soort onderhuidse meditatie die bij elke ademhaling die verbinding tussen God en mens bevestigt. Nooit van God los, zou je kunnen zeggen. Een praktijk die niet wezenlijk anders is dan van een Tibetaanse monnik die de mantra 'Om Mani Padme Hum' voortdurend innerlijk herhaalt. Theresa van Avila (1515-1582) schrijft: "Het inwendig gebed is mijns inziens niets anders dan de omgang met een vriend, van wie wij weten dat hij ons bemint, en met wie wij daarom dagelijks samenkomen om alleen en vertrouwelijk met hem te spreken." 5
Theresa mag een deskundige op het gebied van gebed genoemd worden, ze deed in haar lange kloosterleven niet anders dan haar relatie met God verkennen. Als abdis sprak ze haar nonnen toe: "Dochters, gij spreekt met anderen, waarom zouden u de woorden ontbreken om met God te spreken? Daarmee raakt deze wijze Karmelietes precies aan een probleem dat wij kunnen herkennen: Wat zeg je tegen God? Wie is hij eigenlijk, is hij niet veel te ver weg om zich iets van ons aan te trekken? Word je wel gehoord? Ja, zeggen alle mystici met overtuiging: onze gebeden zijn niet aan dovemansoren gericht. We krijgen antwoord...als we weten te luisteren, en niet van te voren in ons hoofd hebben wat God moet doen of zeggen. Het is dus blijkbaar een kwestie van houding - de houding van Jezus toen hij God smeekte gered te worden: "Uw wil geschiedde." De ultieme overgave - zoals die ook uit de Psalmen spreekt, en uit de werken van mystici uit alle religies. Maar God heeft ons ook nodig - het is een verbond, een wederzijdsheid. Wij zijn allemaal Noach, en ieder gebed bevestigt een regenboog aan het firmament. De Duitse dichter Rainer Maria Rilke (1875-1926) schreef een prachtig gedicht over die 'andere kant' , waarvan hier de eerste strofen: Was wirst du tun, Gott, wenn ich sterbe? Ich bin dein Krug (wenn ich zerscherbe?) Ich bin dein Trank (wenn ich verderbe?) Bin dein Gewand und dein Gewerbe, mit mir verlierst du deinen Sinn. ( Wat zul je doen God, als ik sterf, Ik ben je beker (als ik breek?) Ik ben je drank (als ik bederf?) Ik ben je kleed en je ambacht Met mij verlies je je zin ) Het 'sterven' in dit gedicht kun je ook zien als je van God afkeren, het Verbond opzeggen, de wederzijdsheid ontkennen. God heeft ons nodig, Hij kan niet zonder ons. Sophy Burnham zegt ergens in haar boek 'The Ecstatic Journey' dat engelen onze erkenning van hun bestaan nodig hebben om zich te kunnen manifesteren. "Klopt, en u zult worden opengedaan" , zegt Jezus. 6
Het belangrijkste gebed van het Christendom is het Onze Vader. Hieronder een vertaling uit het Aramees, de taal die Jezus gesproken heeft. Waarschijnlijk is deze versie (er zijn er meer) dichter bij zijn oorspronkelijke woorden:
Onze Vader Bron van Zijn, die ik ontmoet in wat me ontroert, Ik geef u een naam opdat ik u een plaats kan geven in mijn leven Bundel uw licht in mij - maak het nuttig Vestig uw rijk van eenheid nu! Uw enige verlangen handelt dan samen met het onze Geef ons wat we elke dag nodig hebben aan brood en aan inzicht Maak de koorden van fouten los die ons vastbinden aan het verleden zodat wij ook anderen hun misstappen kunnen vergeven. Laat oppervlakkige dingen ons niet misleiden Uit u wordt de alwerkzame wil geboren, de levende kracht om te handelen, het lied dat alles verfraait, en dat zich van eeuw tot eeuw vernieuwt. PRAKTIJK Niet alleen woorden, klanken en intenties zijn verbonden met bidden. De dagelijkse praktijk van het bidden gaat in alle religies gepaard met rituelen en gewijde voorwerpen. Intiem verbonden met de gebedspraktijk is het gebedssnoer, dat universeel wordt gebruikt. Wij kennen het als de rozenkrans, maar Tibetaanse Boeddhisten en Hindoeïsten hebben de mala, Japanse Boeddhisten de ojuzu, Islamieten hebben de tashbeeh of misbaha, Sufi's de Subha, en Oosters orthodoxe Christenen hebben de chotki. Ook de Baha'i religie heeft een gebedssnoer, de Anglicaanse kerk heeft een Chaplet, Protestanten hebben 'levensparels', en Wicca's hebben een Keltisch gebedssnoer. Daarnaast zijn er veel fantasiesnoeren ontstaan die aan persoonlijke behoeften tegemoet komen. Alleen de joden hebben geen snoer, maar wel iets wat er mee verwant is: de tsietsiet, de kwastjes aan de vier hoeken van de gebedsmantel. 7
ONDERZOEK Ieder van ons kent de verhalen van wonderen die gebeuren op plaatsen waar veel gebeden wordt. Lourdes is misschien het bekendste voorbeeld, maar in de geschiedenis van elke religie komen buitengewone en onverklaarbare genezingen voor. In het Rooms katholieke Christendom wordt een heilige pas heilig als hij een paar wonderen op zijn naam heeft staan, en dat zijn in de regel genezingen. 'Heilige zus en zo, bid voor ons' , zegt de gelovige. Maria, heilige nummer één, is de focus van ontelbare gebeden. Menselijk leed wordt overal op de wereld aan haar moederlijke voeten gelegd, met de bede om te helpen, te genezen, te vergeven, of gewoon om er niet alleen voor te staan. Wonderlijk genoeg: gebed werkt. Niet alleen psychologisch, maar ook feitelijk. Dr. Larry Dossey M.D. baarde enige jaren geleden opzien met de publicatie van zijn onderzoek naar de werking van gebed. Zijn werk is baanbrekend, omdat het krachten onder de aandacht heeft gebracht die in feite bevestigen wat mensen meemaken: het helpt om te bidden. Dossey kwam op het spoor van een wetenschappelijke studie over de invloed van gebed op genezing, die door de medische wetenschap was genegeerd. Het bleek dat er al veel meer in die richting was onderzocht. Dossey pakte het op, mede in die richting geduwd door zijn belangstelling voor Oosterse filosofie. Toch was het idee van 'praten met God' hem nog vreemd. Hij begon te experimenteren, met enzymen, bacteriën, planten en muizen. En met mensen. In duizenden experimenten bleek hem dat gebed invloed heeft op bloeddruk, wondgenezing, hartaanvallen, hoofdpijn en angst. Daarbij bleek het niet belangrijk of degene die bad aanwezig was bij het onderwerp van zijn gebed. Ook op afstand was er effect. Niets leek het gebed te kunnen tegenhouden, zelfs als het object in een loden kooi werd geplaatst werd de werking niet belemmerd. Dossey experimenteerde met patienten na een operatie. Het onderzoek was dubbelblind, de patient, de omgeving en zelfs de dokter wist niet of er voor die patient wel of niet werd gebeden. De uitkomst was verbluffend: patienten voor wie gebeden werd herstelden sneller en met minder complicaties. Of ze zelf geloofden in God of in gebed had geen invloed, ook atheïsten werden sneller beter. Dossey schreef er een boek over: 'Healing Words' , vertaald als 'Helende woorden', uitgegeven bij Altamira, Haarlem, 1993. 8