Zandschrift Jaargang 9 | nummer 4 | voorjaar 2005
MAGAZINE
Jan Eerbeek pag 4
Geestelijke Verzorging bij Justitie:
Zen in de PI pag 12
een vak apart
Pastor Anton Overmars pag 10
Petrus Nicolasprijs pag 8
Verder in dit nummer: DNA-afname bij gedetineerden geïntroduceerd ___________________________________________ pag 6 wTon de Heer: de dominee die ook nog een baan heeft ___________________________________ pag 22 Opleidingen geestelijke verzorging naast elkaar gezet _____________________________________ pag 25 Harry Dammer (VS): onafhankelijk onderzoek naar religie in gevangenis niet mogelijk ______ pag 26 Recensie “Leven aan de onderkant” _____________________________________________________ pag 35
Zandschrift Jaargang 9 | nummer 4 | voorjaar 2005
INHOUD
MAGAZINE
Zandschrift Magazine verschijnt vier keer per jaar, in de maanden maart, mei, september en december. De redactie stelt zich ten doel om binnen en buiten justitie het denken over vraagstukken van recht, ethiek, justitie en pastoraat levend te houden, en waar nodig te versterken, en de meningsvorming op deze gebieden te stimuleren. Meewerkende auteurs verlenen impliciet toestemming voor openbaarmaking en verveelvoudiging van hun bijdrage in de uitgave van Zandschrift op de website www.justitiepastoraat.nl en (vanaf april 2005) www.gevangenispastoraat.nl Het eerste nummer van Zandschrift Magazine verschijnt in maart 2005 en heeft een experimentele status. De deadline voor het volgende nummer is: 9 mei 2005. Aanleveren van kopij kan tot aan die datum. De redactie behoudt zich het recht voor toegestuurde bijdragen niet te plaatsen of naar believen in te korten.
Uitreiking Petrus Nolascusprijs
Binnen een goed opgezet programma vond vrijdag 28 januari j.l. de uitreiking plaats van de Petrus Nolascusprijs in de Penitentiaire Inrichting “de IJssel”. De tweejaarlijkse prijs werd uitgereikt aan mevrouw Vicenta Blasco Vila.
Overzicht van de auteurs Walther Burgering
is naast redactielid van Zandschrift werkzaam als r.k. justitiepastor in de P.I. Rijnmond, locatie Hoogvliet en in de P.I. Haaglanden, locatie Scheveningen
Ryan van Eijk
is naast redactielid van Zandschrift werkzaam als r.k. justitiepastor in R.I.J. De Hartelborgt te Spijkenisse en in P.I. Vught
Hittjo Hummelen
is werkzaam als protestants geestelijk verzorger in P.I. Noord Holland Noord, locaties De Schutterswei te Alkmaar en Zuyderbos te Heerhugowaard
Zandschrift Magazine is een uitgave van de bureaus Hoofdaalmoezenier en Hoofdpredikant bij justitie. Redactie: Walther Burgering Ryan van Eijk Peter Middelkoop Kees Vermeiden ISBN 1386 – 1751 Nummer 1, jaargang 10, maart 2004 Redactiesecretariaat: C.G. Vermeiden, P.I. Tilburg, Postbus 1000, 5000 AZ Tilburg,
[email protected] [email protected] (thuis) Vormgeving en druk: 3is1Printplus Oranjestraat 38 2751 BH Moerkapelle
Roel Knol
Peter Middelkoop
pagina 2 - Zandschrift Magazine - Voorjaar 2005
Páter Anton Overmars
Kees Vermeiden
22-24
Na bijna een jaar vicariaat in Utrecht-Hoograven begon Ton in augustus 1973 als hervormd predikant te Akkrum (Frl.). In Apeldoorn, waar hij vanaf 1978 werkzaam was, maakte hij het SoW-proces door.
BERICHTEN Jan Eerbeek, 25 jaar bij het justitiepastoraat DNA-afname bij gedetineerden geïntroduceerd Misstanden Den Engh Nazorg vermindert recidive Uitreiking Petrus Nolascusprijs in Krimpen aan den IJssel
RUBRIEKEN Berichten Buitenland Professor Hammer: onafhankelijk onderzoek naar rol religie in VS onmogelijk Kunst in de kerk
26 30
INGEZONDEN Just Linked, over kerken, geloofsgroepen en Pokémon Spiritualiteit: schepping en bevrijding
31 32
RECENSIES Anders dan we denken Een mens te zijn op aarde Leven aan de onderkant
34 34 35
is naast coach voor collega’s werkzaam als protestants geestelijk verzorger in P.I. Midden Holland, locatie Haarlem
THEMA Geestelijke Verzorging, een vak apart
is naast redactielid van Zandschrift werkzaam als protestant geestelijk verzorger in P.I. De Achterhoek, locatie De Kruisberg te Doetinchem
Over het bajeskerkkoor
4 6 7 7 8
De echte pater over het vak
Binnen representeer je als pastor het goede, buiten moet je je eerst waar maken De krenten in de pap Zen in de P.I. Tilburg
is werkzaam als r.k. justitiepastor in P.I. Tilburg, Vreemdelingenbewaring
Op weg naar een beroepsvereniging
is naast redactiesecretaris van Zandschrift werkzaam als protestant geestelijk verzorger in P.I. Tilburg
Interview met Ton de Heer
is werkzaam als r.k. justitiepastor in de PI Utrecht, locatie Nieuwegein
10-12 Gesprek Ton de Heer
Hij werkte in de luxe woninginrichting en was heel veel bezig met ‘tonnenwerk’ voor rijke families. De uitzending van Nova in november 1992 over de Roemeense rioolkinderen in Boekarest zette zijn leven op z’n kop.
De pastor als meditatieleider Leon Theunisse
Renilde van Wieringen Oplage: 400 expl.
8-9
Een noodzakelijk goed Enkele gedachten over het ambtgeheim De dominee die ook nog een baan heeft Geestelijke verzorging: een vak apart, dus ook een opleiding apart
10 13 15 16 19 22 25
Justitie
Zandschrift Magazine - Voorjaar 2005 - pagina 3
Jan Eerbeek 25 jaar bij het Justitiepastoraat
Misschien beter om hier wat fotobijschriften te plaatsten???
door Kees Vermeiden - De
Boskantkapel te Den Haag vulde zich tot de laatste stoel die donderdagmiddag 20 januari 2005. Gevierd werd het 25-jarig ambtsjubileum van hoofdpredikant Jan Eerbeek. Zijn plaatsvervanger Cokkie Groot-Korstanje leidde een liturgische viering. De lezingen uit de Schriften, het Eerste Testament, het Evangelie en de Koran werden door Cokkie met de aanleiding van de viering samengebracht in een boeiende overweging.
Z
o werden belicht de gave van de wijsheid, het vertrouwen in Gods doorgaande zorg voor de zijnen en de aandacht voor hen die in de knel komen in de samenleving. Het tekent Jan Eerbeek ten voeten uit als de man die steeds zo ongelofelijk attent kan zijn, zowel in wat betreft de noden die naar voren komen in het werk van het justitiepastoraat, als ook in de speciale levensmomenten van de dominees die onder zijn leiding hun werk verrichten.
Erratum Twee keer stond het al verkeerd vermeld. Maar dan nu écht helemaal goed: Justitiepastor Sjef Jansen viert op zondag 26 juni zijn 40 jarig priesterjubileum. En op 29 september is er in Tilburg een symposium over “Geloven in de vreemdelingenbewaring”. Dit ter gelegenheid van het afscheid van Sjef Jansen (pensionering) en Ikar Aways (tewerkstelling in Rotterdam). ■
Na de viering hadden de aanwezigen zich er maar bij neer te leggen dat de bescheidenheid van Jan ook tot uitdrukking kwam in de beperking van het aantal toespraken. Het waren imam I. Aways, de heer W. Lemstra (ICJ), de directeur van de dienst Geestelijke VerzorNiet in de rij gaan staan, ging de heer R. Vermeulen , de heer R Timmer we komen zelf wel naar jullie (Exodus Nederland) en een deelnemer van één van de Exodusprojecten, die in korte bewoordingen iets mochten zeggen over de betekenis van het werk van Jan. Meermalen werd treffend gerefereerd aan de bijzondere wijze waarop de echtgenote van Jan, Irene Swankhuisen met hem het werk meedraagt. Een projectkoor onder leiding van Arjan Noordhoek verwoordde op eigen wijze en toonhoogte de waardering voor de hoofdpredikant.
toe
Tijdens een geanimeerde receptie was er nog even gelegenheid de jubilaris en Irene te ontmoeten. Zij deden dat ook weer op hun manier: “Ga maar niet in een rij staan, wij komen zelf wel naar jullie toe....”
pagina 4 - Zandschrift Magazine - Voorjaar 2005
Zandschrift Magazine - Voorjaar 2005 - pagina 5
DNA-afname bij gedetineerden geïntroduceerd “Op korte termijn wordt bij u celmateriaal afgenomen, als u schuldig bent bevonden aan een ernstig gewelds- en/of zedendelict. Hieronder wordt moord, doodslag, zware mishandeling, verkrachting, mensenroof, gijzeling en kaping verstaan. Bij degenen die voor minder zware delicten zijn veroordeeld, vindt in een latere fase DNAonderzoek plaats”. Deze mededeling landde in februari 2005 op de celmat van verschillende gedetineerden in Nederland. Vanaf 1 februari werd de wet ‘DNA-onderzoek bij veroordeelden’ van kracht, een wet die ‘nodig’ was om in zaken waarin geen DNA van de verdachte is afgenomen alsnog een profiel op te kunnen stellen.
D
eze profielen zijn een opsporingsmiddel en ze zullen gaan fungeren als een stok achter de deur voor veroordeelden om niet in herhaling te vallen. De wet geldt voor mensen die na 1 februari 2005 worden veroordeeld, maar ook voor mensen die al vóór die tijd werden veroordeeld en op dit moment hun straf of maatregel ondergaan. Omdat het om grote aantallen gaat, treedt de wet gefaseerd in werking. Eerst zijn ernstige delinquenten aan de beurt; veroordeelden die binnenkort vrijkomen krijgen ‘voorrang’. Dit jaar moeten zo’n 9000 gedetineerden zich onderwerpen aan het onderzoek, dat eruit bestaat dat met een wattenstaafje wangslijm wordt afgenomen. Justitie heeft voor dit jaar 6 miljoen euro vrijgemaakt voor de implementatie van de wet.
bepaalde maatregel of straf opgelegd hebben gekregen. Het is mogelijk dat iemand is veroordeeld, maar tegen het vonnis in hoger beroep is. Dan moet hij/zij toch celmateriaal voor DNA-onderzoek afstaan. Als degene in hoger beroep wordt vrijgesproken, worden materiaal en profiel vernietigd. Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) is verantwoordelijk voor het justitiële DNAonderzoek. Het NFI stelt DNAprofielen vast uit nieuw en oud celmateriaal en slaat deze op in de DNA-databank. Ook draagt het NFI zorg voor het bewaren en vernietigen van celmateriaal. DNA-profielen worden bewaard totdat de
Gewelds- of zedendelicten Bij veel misdrijven vindt tegenwoordig DNA-onderzoek plaats. Als de sporen wangslijm, bloed, haren, huidcellen of sperma bevatten, lukt het om er DNA uit te halen en er een DNA-profiel van te maken. Dit profiel verwijst naar de persoon die bij het misdrijf betrokken is. Afname van het celmateriaal gebeurt bij personen die voor een gewelds- of zedendelict veroordeeld zijn waarop een gevangenisstraf staat van 4 jaar of meer én die een
pagina 6 - Zandschrift Magazine - Voorjaar 2005
bewaartermijn is verstreken of totdat het OM opdracht geeft tot vernietiging. Als de wet voor een strafbaar feit een straf stelt van 6 jaar of meer, blijven de gegevens 30 jaar bewaard. Voor minder zware delicten blijven de gegevens 20 jaar opgeslagen. Gedetineerden kunnen geen bezwaar maken tegen afname van celmateriaal, wel tegen de opmaak van een DNA-profiel voor de DNA-databank. Dit bezwaar moet 2 weken na de DNA-afname worden gemaakt. De rechter doet uitspraak over dit bezwaar; er is geen hoger beroep mogelijk tegen de beslissing van de rechter.
Veel werk voor het Openbaar Ministerie De officier van justitie kan het druk krijgen met de DNA. De officier van justitie vraagt het onderzoek aan. Pas na de 2 weken, waarin de gedetineerde bezwaar kan aantekenen, mag van het materiaal een profiel worden opgemaakt. De officier van justitie moet het NFI hierover berichten. Als de gedetineerde in hoger beroep gaat, dient ook de officier van justitie de uitslag hiervan in de gaten te houden en bij vrijspraak het bevel geven om het DNA-profiel te vernietigen. Het NFI is er klaar voor. De bewaarcapaciteit is flink vergroot. Sinds 2001 is het aantal profielen dat is opgenomen elk jaar verdubbeld. In 2004 kwam dit aantal op ruim 2700. Dit jaar zal dit verviervoudigd worden. Onderzoek naar andere, betere en ruimere toepassingen van DNA-gebruik in strafzaken loopt intussen door. Medio 2005 komt de minister met een nota waarin hij de Tweede Kamer informeert over eventueel ruimere mogelijkheden om DNA toe te passen. Meer informatie: www.dnasporen.nl ■
Misstanden Den Engh in rapport Inspectie Jeugzorg De inspectie jeugdzorg onderzocht vermeende misstanden bij de jeugdinrichtingen in Den Dolder en Ossendrecht. De Tweede Kamer had hierom gevraagd naar aanleiding van berichten in de media. Er zou sprake zijn van interne verdeeldheid, onderling wantrouwen en intimidatie van personeel.
D
e aanpak in Den Engh is (door groepsgericht werken) anders dan die van andere inrichtingen. Daardoor kan de inrichting niet met alle wetten en regels goed uit de voeten. Jongeren krijgen bijvoorbeeld minder vrijheid dan waar ze recht op hebben. De instelling gaat ook anders om met de opleiding van personeel, opsluiting en afhandeling van incidenten.
De vermeende misstanden in de arbeidsomstandigheden vallen volgens de inspectie mee. Er zijn wel vervelende misstanden geweest van seksuele intimidatie van vrouwelijke medewerkers. Medewerkers lopen wel door langdurige blootstelling aan verbaal geweld een flink risico op overbelasting. De vakbond AbvaKabo is blij met het onderzoek: “Het staat
nu vast dat er misstanden zijn. Dat zeggen wij al heel lang, maar dat werd door Den Engh ‘laster’ genoemd. Veel van onze leden werken er met plezier, maar ze hebben er last van dat er intern niet wordt gecommuniceerd. Wanneer jongens elkaar de hersens inslaan of elkaar verkrachten, mag daar niet over gepraat worden. De directie zegt ook vaak niet hoe zo’n incident is aangepakt. Onze leden denken dan dat er van die incidenten niets wordt geleerd, en dat is frustrerend”. Het rapport is te vinden op www.inspectiejeugdzorg.nl (Bron: 0/25, 2005 nr. 1). ■
Christelijk radiostation van start Vanaf februari 2005 is het voor liefhebbers mogelijk om zeven dagen per week, 24 uur per dag naar een christelijk radiostation te luisteren. Bright FM brengt christelijke rock en pop en is via de kabel alleen nog in Gouda en Naaldwijk te beluisteren, maakte het station gisteren bekend. Bright FM is ook via internet te volgen en de initiatiefnemers, A. Mons, C. Wolsing en W. van Loenen, willen dit jaar meerdere kabelmaatschappijen benaderen om een beter bereik te krijgen. De drie radiomakers denken dat er in Nederland veel behoefte aan christelijke radio is. Deze gedachte baseren de initiatiefnemers op onderzoek bij kerkgenootschappen en andere christelijke instellingen.
Nazorg vermindert recidive Er moet meer aandacht komen voor jongeren die in een justitiële jeugdinrichting zijn behandeld. Dat helpt hen op het rechte pad te blijven, concludeert Coleta van Dam in haar promotieonderzoek Juvenile criminal recidivism. Relations with personality an post release environmental risk and protective factors (Radboud Universiteit).
Z
ij gebruikte niet alleen politiecijfers, maar analyseerde ook gesprekken met zestig jongeren die zijn behandeld in De Hunnerberg, een jaar na hun vertrek. Driekwart van de jongens zegt in het jaar na vertrek weer een of meerdere delicten te hebben gepleegd. Zestig procent is daadwerkelijk weer met de politie in contact gekomen. Volgens Van Dam heeft de hoge recidive te maken met een opeenstape-
ling van risicofactoren en het ontbreken van voldoende beschermende factoren. Zij pleit dan ook voor meer hulp in de vorm van nazorg. Deze hulp dient maatwerk te zijn, waarbij de overdracht van de justitiële inrichting naar de instantie die de nazorg levert, optimaal moet zijn. Dat is nu niet altijd het geval. Het proefschrift is (voor 7,86 euro) verkrijgbaar via c-vandam@ zonnet.nl ■
Zandschrift Magazine - Voorjaar 2005 - pagina 5 7
Foto’s: Betsie Cloïn
Uitreiking Petrus Nolascusprijs in Krimpen aan den IJssel Binnen een goed opgezet programma vond vrijdag 28 januari j.l. de uitreiking plaats van de Petrus Nolascusprijs in de Penitentiaire Inrichting “de IJssel”. De tweejaarlijkse prijs werd uitgereikt aan mevrouw Vicenta Blasco Vila.
Z
ij is coördinatrice van de bezoekersgroep van de spaanstalige parochie La Sagrada Famila uit Rotterdam. Vijfentwintig jaar al komt deze groep op bezoek bij spaanstalige gedetineerden in de justitiële inrichtingen van Krimpen aan den IJssel, Zeist, Rotterdam, Zoetermeer, Alphen aan den Rijn en de vrouwengevangenis van Breda. Ook bezoeken deze parochianen individuele spaanstalige gedetineerden en komen ze met enige regelmaat in de kerkdienst van de gevangenis zingen. El grupo carcel van parochie Sagrada Familia biedt ook praktische hulp aan (in de vorm van kleding) en gratis juridische hulp. Tevens zijn de leden beschikbaar voor het nodige vertaalwerk voor spaanstalige gedetineerden. El Grupo Carcel
grupo carcel zijn gedetineerof Engels. Daardoor zijn ze den, hoewel ver weg van huis, geïsoleerd. Hun familiebantoch een beetje thuis. Door het den zijn sterk en deze worden spreken van hun eigen taal dan ook node gemist. Het wordt hun isolement doorbro- krijgen van bezoek is voor ken en is er een beetje familie spaanstalige gedetineerden bij hen”. Gedetineerden een belevenis van menselijke waarderen het dan ook zeer waarde”. Ook laten ze zich dat de acht spaanstalige door el grupo carcel uitdagen Een beetje familie vrijwillig(st)ers, oorspronkelijk om onontgonnen talenten (in Pastor René Akkermans, uit Colombia, Costa Rica, zang en muziek) tot ontwikkewerkzaam in de Krimpense Chili, Argentinië en Spanje, ling te brengen. “Deze prijs gevangenis is verantwoordelijk speciaal voor hen komen. De geeft ons enorm veel voldoevoor de nominatie. Hij roemt el grupo carcel: “De leden van de groep zijn uitermate empatisch naar gedetineerden, en hebben ook een gezonde distantie in dit vrijwilligerswerk. Voor hen is kerk-zijn ook samen zijn met degenen die zo ver van hun thuis verblijven. Hun werk komt terug in hun parochie in verhalen, in vieringen en in vergaderingen. Ik ervaar hen als uitermate trouw en evenwichtig”. Het bij de prijs behorende kunstwerk ‘handen breken tralies’ Vicenta Blasco Villa en de andere leden van el grupo groep ziet dat veel Latijnsning, maar het mooiste van dit carcel zien zelf het belang van Amerikaanse gedetineerden werk is dat wij anderen blij het bezoekwerk als zij in een hier een dubbele last dragen. kunnen maken door een inrichting op bezoek zijn. Vicenta: “Hun familie woont uurtje met hen samen te zijn. “Ontmoeting staat centraal; niet in ons land en ze spreken Die momenten betekenen door de aanwezigheid van el niet of nauwelijks Nederlands voor hen ook beetje vrijheid. Wij komen om liefde te geven, maar wij ontvangen die ook”.
pagina 8 - Zandschrift Magazine - Voorjaar 2005
Ds. W. Hoekert overhandigt Vicenta de prijs en het juryrapport Coördinatrice van El Grupo carcel Vicenta met de oprichtster ergens bij horen”. Minder contactmogelijkheden bevorderen niet een geslaagde terugkeer in de maatschappij. Dominee W. Hoekert, die namens de jury de prijs aan Vicenta Blasco Vila overhandigde. “Ieder mens heeft liefde en vertrouwen hard nodig. Die binden een mens aan het leven. Deze prijs is een stimulans om met dit vrijwilligerswerk door te gaan”.
Bezuinigingen
Een golf van warmte
Tijdens de uitreiking bleek dat verschillende aanwezigen zich zorgen maken over de mogelijkheden die deze vorm van vrijwilligerswerk nog heeft. Vanwege de bezuinigingen bij justitie verblijven gedetineerden steeds minder uren buiten de cel. Directeur Bakx van P.I. De IJssel: “Bezuinigingen hebben ertoe geleid dat wij nog minder activiteiten voor onze gedetineerden kunnen organiseren dan voorheen. Wij zijn dan ook heel erg blij dat vrijwilligers bereid zijn onze gasten het gevoel te geven dat zij nog
Gaandeweg de bijeenkomst werd duidelijk hoeveel inzet veel vrijwilligers achter de hoge muren tonen. Van de vrouwelijke gedetineerden uit de gevangenis van Breda
kwamen via justitiepastor Jacqueline van Heel speciaal voor el grupo carcel vervaardigde cadeautjes. Van de scheidend gevangenisdirecteur Bakx van P.I. De IJssel kwam niets dan lof. Toen de groep enkele van hun liederen ten gehore bracht, werd ineens duidelijk waarom men hen graag ziet komen. Er spreekt heel veel gevoel mee in hun aanwezigheid en muzikaliteit. Er ging een golf van warmte en betrokkenheid door de zaal. De betrokkenheid van vrijwilligers, op het werk dat zij binnen de muren doen, had niet beter overbracht kunnen worden. ■
De Petrus Nolascusprijs De Petrus Nolascusprijs wordt elke twee jaar uitgereikt aan een genomineerde vrijwilligersgroep, van welke levensbeschouwing dan ook, die zich verdienstelijk maakt voor het contact tussen gedetineerden en samenleving. De prijs bestaat uit een kunstwerk en een oorkonde. De prijs is vernoemd naar de stichter van de kloosterorde van de Mercedariërs (1223). Deze orde had tot doel gevangenen vrij te kopen of zichzelf in ruil te geven voor mensen die veroordeeld waren tot de galeien.
Zandschrift Magazine - Voorjaar 2005 - pagina 9
Thema: Geestelijke Verzorging, een vak apart Páter Anton Overmars over het vak:
Liturgie
“Binnen representeer het goede, buiten moet je je eerst waar maken” door Walther Burgering - Hij
werkte in de luxe woninginrichting en was heel veel bezig met ‘tonnenwerk’ voor rijke families. De uitzending van Nova in november 1992 over de Roemeense rioolkinderen in Boekarest zette zijn leven op z’n kop. Zomer 1993 trad hij in het klooster van de orde der Norbertijnen. Vanaf 2001 is hij werkzaam in zowel parochie- als justitiepastoraat. Zandschrift Magazine sprak met hem over het decorum wat mensen buiten hooghouden, over de intimiteit van een cel en over zijn professionaliteit als pastor binnen en buiten.
Wat de kerkdiensten aangaat brengt Anton Overmars, wat hijzelf noemt, diensten van hoogkerkelijk niveau. Zowel binnen als buiten gaat hij voor in een traditioneel katholieke viering volgens het leesrooster. Dat betekent ook: alle feestdagen, de goede week, aswoensdag. De vieringen hebben altijd een schuldbelijdenis in zich, uitgebreide gebeden, lofzang en de evangelielezing. Priester Overmars vindt daarnaast het Onze Vader en de vredeswens van belang. Het Onze Vader gaat hardop en in alle aanwezige talen tegelijkertijd. Met de vredeswens krioelt het van de mensen, die “nu eens niet elkaar een dreun verkopen, maar elkaar de hand reiken”.
jaar een toerustingscursus aangeboden”.
Groepsgesprekken
In mijn eerste parochie heb ik een “Geloven nu”- groep opgezet en dat ging een seizoen heel erg goed. Veel belangstelling en goede gesprekken. Toen ik die aan het einde van het seizoen overdroeg aan twee goed opgeleide vrijwilligers, viel de et allergrootste Uiteindelijk kwam hij tot de opgebouwd. De pastor móet hele groep in duigen. Einde verschil tussen conclusie dat meer uren ook er ook voor hen zijn, omdat ze verhaal. Het had er waarzoveel doen voor de parochie”. schijnlijk ook mee te maken parochiepastogeen oplossing bood. “In het parochiepastoraat gaat alles zo raat en justitiepastoraat is dat In de PI komen ook vrijwillidat ik wegging uit die parohet parochiepastoraat vlug, je hebt overal zo weinig gers, ligt hier een parallel? chie, de andere kant van het grotendeels tweedelijnswerk tijd voor. Heel vaak heb je voor “Nee”, stelt onze pater. verhaal was dat ik dus als is”. Anton Overmars valt met jezelf het idee dat je alleen “Vrijwilligers die hier in de pastor een duidelijke bindende deur in huis. “Toen ik nog maar brandjes aan het blussen vieringen komen, komen niet de factor was. Nu doe ik alleen half-time parochiepastor en bent, terwijl hier in de PI voor mij maar voor ‘de nog maar groepswerk op half-time bij justitie werkte, spreek ik sommige langgejongens’. De meesten van hen projectbasis. Bijvoorbeeld het merkte ik al snel dat ik in de straften iedere week een uur!” komen omdat ze iets te bieden ontwikkelen van beleid parochie niet toekwam aan Het contrast is groot, en hebben op het gebied van aangaande woord en commuindividueel pastoraat. Het meteen blijkt waar het hart zingen of omdat ze gedetinievieringen. Dat is tweedemerendeel van de pastorale van de pater ligt: bij het neerden aardig vinden. Ze zijn lijnswerk, maar overzichtelijk. Alleen het maandelijkse preekactiviteiten bestond uit individueel pastoraat. Daar is er voor hen. Vrijwilligers uitvaarten verzorgen. Ik mocht hij pastor voor geworden. maken het haalbaar dat hier gesprek kun je een beetje als blij zijn als ik nog een keer bij vieringen plaatsvinden. Ze zijn eerstelijns bestempelen, want de achtergebleven familie kon Vrijwilligers de brug tussen binnen en daar komt geloofsoverdracht langsgaan. Heel vaak lukte ook In de parochie zijn veel buiten en laten door hun ter sprake. Daar komen ook dat niet. Ik reed altijd met een vrijwilligers actief, daar liggen aanwezigheid zien dat deze niet alleen de lekenvoorgangevoel van schuld door de toch mogelijkheden? Overinrichting niet een afgesloten gers voor de komende maand, parochie. Ik keek en zag, oja mars: “Natuurlijk is dat zo, wereld is, maar in contact maar de héle woord- en bij die moet ik nog langs, maar maar actieve vrijwilligers voor staat met de wereld buiten de communiedienstgroep, zo’n ben ik nog niet geweest. Die het parochiewerk betekent muren. Vrijwilligers brengen 20 mensen. heb ik getrouwd, maar het is er ook een taak erbij. Veel de wereld van buiten mee naar nog niet van gekomen om ze vrijwilligers zijn ook aanbinnen”. In de parochie heb ik heel nog te spreken. In de parochie weinig individuele gesprekIn de parochie kom je niet toe word je opgevreten door de ken, en gek genoeg als ik ze veelheid aan vergaderingen, krijg heeft het vaak te maken aan een individueel pastoraat de managerstaken en het met het feit dat ik bajespater begeleiden van vrijwilligers. dachtsbehoevend. Ze doen al En de begeleiding vanuit het ben. Laatst belde een vrouw En bij deze laatste groep zie je het vrijwilligerswerk niet ‘om pastoraat? “Natuurlijk hebben mij op om te praten over haar dan ook nog dat zij het zijn die niet’. Hen begeleiden en de we voor deze mensen ook een kleinzoon, die in detentie was de pastorale taken doen, en aandacht geven die ze nodig begeleidende taak. Naast het terechtgekomen. Haar vragen dan vraag je af en toe aan hebben, kost veel tijd; ook op screenen van mensen om te lagen vooral op het gebied hoe jezelf: daar ben ik toch geen het gebied van managen en kijken of ze geschikt zijn voor ze ermee om moest gaan. Een pastor voor geworden?” organiseren van toerusting dit werk, praten we met hen andere vrouw belde me om te Deze combinatie beviel de bijvoorbeeld. Daarnaast zijn er na de vieringen. Ook hebben vragen of ze kon biechten. In norbertijn Overmars heel erg nogal wat vrijwilligers die we een keer per jaar een het gesprek vooraf kwam naar slecht. Hij ging steeds meer vinden dat hun taak het contactavond en een gezellig voren dat ze met haar prouren in de parochie steken om allerbelangrijkste is. Ze uitstapje. Voor nieuwe bleem al 40 jaar rondliep en aan alle taken toe te komen. hebben hun eigen rijkje mensen wordt een keer per dat ze mij nu had gebeld,
“H
pagina 10 - Zandschrift Magazine - Voorjaar 2005
Waar ben je meer pastor?
Pastor Anton Overmars: “Ik zie mijn werk als een way of life” omdat ze dacht: die man zal in de bajes zoveel verschrikkelijke dingen horen, die zal niet van mijn verhaal schrikken. Aan hem kan ik het wel kwijt. Ze had het nooit bij een ‘normale’ parochiepastor gedurfd, maar nu wel toegankelijkheid geproefd, vanwege mijn justitiepastor zijn. En daar kom je direct bij de point. ‘Onze jongens’ houden geen decorum hoog; ze schamen zich wél voor wat er is gebeurd, maar komen meestal snel to the point. Als ze een briefje hebben ingevuld voor een gesprek wordt het binnen enkele minuten duidelijk waar ze het over willen hebben. Ik heb in de parochie soms wel eens twaalf bezoeken afgelegd, voordat ik te weten kwam waarom iemand mij nu eigenlijk wilde spreken. En dat werd dan eigenlijk verteld op het
moment dat ik al met de deurknop in de hand half buiten stond. Parochianen hebben een decorum hoog ter houden. Als je op bezoek komt staat de koffie en thee al klaar, het huis is opgeruimd en de mensen hebben hun beste kleding aan. Natuurlijk is ook hier schaamte, maar het wordt verbloemd. En, mensen geven vaak aan, dat ik het al zo druk heb. Dan word ik boos en geef aan dat zij niet te bepalen hebben hoe druk ik het heb! Het moeizaamste is dat mensen maar moeilijk over hun innerlijk communiceren. Bij gedetineerden gaat dat veel makkelijker. Die schenken ook direct vertrouwen OMDAT je pastor bent, vanwege je functie. In de parochie moet je je eerst waarmaken voordat je dat vertrouwen krijgt. Dat is een wezenlijk verschil”.
Overmars: “Op beide plaatsen ben ik pastor. Ik wil pastor voor en met mensen zijn. Hier binnen kan ik dat meer zijn, omdat ik al welkom ben bij de voordeur. Ook ken ik veel gedetineerden bij naam en kan ik dus beter herder voor de kudde zijn. In de parochie ken je niet iedereen, terwijl iedereen jou wel kent. In de gevangenis is het ook iedere keer weer bijzonder dat je de intimiteit van een cel mag
contact met ze aanga, dat ik er vanuit ga dat ik alles mag vragen, maar dat ze zelf uit moeten maken of ze alle vragen ook beantwoorden willen. Waarom? Ik vind het belangrijk om een soort openheid naar hen te hebben. Als ik stel: ik mag alles vragen, kan het ook zijn dat ik iets vraag en dat het iemand pijn doet. Dan kan hij zeggen: ho, stop! Maar ik moet als pastor vrij kunnen zijn om zaken aan te kaarten in het gesprek. Je doet natuurlijk niemand bewust pijn, maar iemand kan pijn ervaren omdat je aan een emotie van hem raakt. In de veiligheid die ik bied, kan hij wellicht ook wat met die emotie...” “Als pastor zijn we een van de weinigen die kunnen zeggen: kijk eens naar je zelf, zonder dat wij een klap voor onze kop krijgen. Wij kunnen het zeggen, wij mógen het zeggen. Ik heb nu een man in gedachten die heel erg boos was. Zijn vuisten balden zich zo strak dat het bloed eruit werd geknepen. Wit werden ze, zoveel woede. Toen zei ik: kijk eens hoe je erbij zit en wat je doet. Hij keek en kwam tot bezinning, heel langzaam. Er kwam ontspanning in de knuisten en heel voorzichtig gingen ze open. Hij keek
Vrijwilligers zijn de brug tussen binnen en buiten binnentreden. Gedetineerden laten zich heel snel in hun puurheid zien. Ik bezoek ze ook graag op cel. De inrichting van deze tijdelijke verblijfplaats zegt zoveel over de man in kwestie!” “Het respect voor de pastor is hier binnen ook veel groter. Dat merk je bijvoorbeeld in het gebruik van het woord u of jij. Er is hier een knul, die in de gang heel amicaal, zelfs joviaal kan doen. Als ik hem op zijn cel, in zijn intimiteit ontmoet, zal hij altijd pater of u zeggen. Ik geef wel ruimte en zeg bijvoorbeeld dat als ik een
ernaar. En toen ik zei: eigenlijk ben je een kwetsbaar kind, kwamen de tranen. Wat bleek. Hij was nooit echt kind geweest, was nooit geknuffeld, had veel genegenheid gemist. Heel wonderlijk zijn dit soort ervaringen. En dat gebeurt niet door mij, maar door de functie die ik heb voor deze mannen in de cel. ik ben er van overtuigd: wie ik ben, is niet belangrijk. Ik ben een man Gods, en zo kom ik bij ze binnen. Wij representeren het Goede in de bajes. Dat is een crediet dat je haast niet kunt verspelen hier. Buiten moet je
Zandschrift Magazine - Voorjaar 2005 - pagina 11
knokken om respect te krijgen, je eerst bewijzen voordat je vertrouwen krijgt van je parochianen. Binnen heb je al vertrouwen, voordat ze je hebben gezien. En als ze je zien, willen veertig van de vijftig gedetineerden je een hand geven. Soms meerdere keren achter elkaar. Ze willen aangeraakt worden dat het Goede! In sommige culturen is dat heel erg belangrijk”.
snuivend. Zo’n omkering van hun beloftevolle levens. En dan stond ik in mijn werk woningen in te richten van mensen die net 5 jaar terug hun hele landhuis van allerlei nieuws hadden voorzien en die gooiden die meubels, gordijnen en vloerbedekking gewoon weg !! Het was de wereld op z’n kop; ik begon me toen dus steeds meer af te vragen: waar zijn jullie in Godsnaam mee bezig?? Het is allemaal buitenkant. Kijk toch eens waar het in het leven werkelijk om draait ! ! Niet om dat decorum. En, waar ben ik in Godsnaam mee bezig? Is dit wel wat ik wil met mijn leven? Wat is de zin van mijn leven?”.
Diakonie Overmars: “Diakonie kom je op beide plekken tegen. In de parochie loop je wel eens tegen vreemde situaties aan. Zo lag laatst een man te slapen in de kapel. Ik trof hem toen ik de kapel op slot wilde doen. Het bleek een Roemeense jongeman te zijn, die Amsterdam had opgezocht om zijn fortuin te vinden, maar niets van dit alles. Hij was meegenomen door een man die hem onderdak bood, was verkracht en was gaan lopen van Amsterdam naar Weesp. Daar was hij in de kapel gaan liggen op de bank voor de verwarming. Vanuit de parochie hebben we hem onderdak kunnen bezorgen bij centrum “de Vluchtheuvel” en later terug naar huis kunnen laten reizen om bij zijn ouders een nieuwe start te maken. Ik schrik niet zo snel van zo’n man in de heilige ruimte van een kerk. Het bleek ook de enige plek voor hem waar het
Balans
“Sommige langgestraften spreek ik iedere week een uur” scheiden. Natuurlijk kom ik wel eens mensen tegen die ik persoonlijk niet zou hebben opgezocht en die ik dus professioneel moet benaderen -daar ligt het onderscheidmaar voor de rest IS dit mijn leven. Dit werk is ook één van de belangrijke werken van barmhartigheid, een opdracht van Jezus: gevangenen
zijn waar te maken. Het is de bedoeling om vanuit contemplatie te komen tot de actie, en vanuit de actie weer terug te keren in de contemplatie. Om in het gebed gevoed te worden en in de hand van God te kunnen leggen wat mijn aandacht en zorg heeft”.
Buddy
Overmars is het pastoraat ooit gestart als buddy voor aan harddrugs verslaafde aidspatiënten. Vandaaruit ging hij warm en veilig was. Mensen bezoeken, naakten kleden en het bajesleven in en begon wat zoeken dat toch op”. mensen te eten geven. Dat is hij noemt “zijn liefde voor de “Ik zie mijn werk niet zozeer ook een levensopdracht. Het is bajes”. Hij is altijd gefascials werk, maar als een way of datgene dat ik kan waarmaken neerd geweest door mensen life. Ik mag 24 uur per dag binnen mijn roeping. Mijn die tot ‘uitschot’ worden aanspreekbaar zijn. Ik draag religieus leven, het is een bestempeld. Die uitzending altijd dit houten kruis op mijn middel, geen doel op zich. Net van Nova was niet voor niets zo min als gemeenschapsleven een keerpunt voor de “inrichborst, ook op vakantie of op een vrije dag. Men mag mij van een orde een middel is, en tingswerker”. “Het was zo’n daarop aanspreken. Het is geen doel. Het doel van het spiegel. Die uitzending liet voor mij niet een professioneel leven van religieuzen ligt zien dat die kinderen wél alles onderscheidingsteken, maar buiten die kloostermuren in hadden: een huis, een toehet geeft aan waar ik voor sta de samenleving. Daar ligt de komst, een school. In één klap in het leven. Persoonlijk en pastorale opdracht om er voor was dat weg en belandden ze professioneel is in deze niet te mensen te zijn en je religieus in het riool, lijm en benzine
In de parochie kom je niet toe aan een individueel pastoraat
pagina 12 - Zandschrift Magazine - Voorjaar 2005
Anton Overmars oriënteerde zich bij de Norbertijnen en liet zich priester wijden. Na eerst half-time parochiepastor en half-time justitiepastor koos hij na verloop van tijd toch justitie als zijn hoofdtaak. De parochie in Weesp ‘doet’ hij in een dag. Dat houdt ook zijn de realiteit in balans; het leven bestaat niet alleen uit criminelen. De pater: “Mijn abt begreep er niets van dat ik voor het justitiepastoraat had gekozen. Hij zei: ga toch gewoon in de parochie aan de slag. Ik zei tegen hem: kom eens langs in de bajes en ga mee naar ‘de jongens’. Dat heeft hij gedaan en hij was diep geroerd over het feit dat iedereen de pater kende, en dat ze zo gastvrij waren voor hem. Tot in zijn ziel geraakt, was hij. Bij het afscheid zei hij: nu ik heb gezien wát je bent, weet ik dat dit jouw plek is. Ik zal je nooit meer vragen om parochiepastor te worden”. ■
Een geestelijk verzorger als koorleider
De krenten in de pap door Kees Vermeiden - In
dit artikeltje wil ik pleiten voor het investeren van energie in het opzetten en onderhouden van een bajes-kerkkoor. Het maakt het vak van geestelijk verzorger extra apart, het kan één van de leukste onderdelen van het werk zijn. Omdat bij dit onderwerp er voortdurend een aantal toonaangevende herinneringen en anekdotes door mijn gedachten spelen, wil ik die eerst maar even kwijt, anders komen ze ergens te onpas toch weer er doorheen zingen.
H
et zal in 1989 geweest zijn dat in het dagblad De Limburger een artikeltje verscheen over het éénjarig jubileum van het bajeskerkkoor van de P.I. Overmaze te Maastricht. Ik was er toen nog zo zeer van overtuigd dat het een hele prestatie was om dat koor gedurende een jaar overeind te houden, dat we dat gevierd hebben, daarvoor de pers uitgenodigd hebben, -er verscheen een foto van het koor in de krant, van achteraf genomen, maar een enkel koorlid was zo trots dat hij zich uitdrukkelijk omdraaide om toch vooral en face in de krant te verschijnen-, en speciaal voor die gelegenheid zongen we met het koor het prachtige tafelgebed van Huub Oosterhuis, Gij die weet. In 1998 had het koor zijn 10-jarig jubileum kunnen vieren en in 2003 het 15-jarig. Maar eigenlijk is het vanzelfzingend: bij tij en tegentij blijft het zingen. Ik weet van een inrichting in het zuiden des lands waar al verscheidene keren geprobeerd is een koor van de grond te krijgen. Het lukte niet. Een muzikale medewerking kon niet gegarandeerd worden. Toen kwam er een personeelswisseling. Een pastor zag er priori(tijd) voor en had er de kundigheid voor. En binnen enkele weken was er een koor met maximale bezetting. Er was eens een pastor die in het programma van de inrichting geen kans zag gespreksgroepen te realiseren. Wel –met moeite- een koorgroep. Komt er een diensthoofd voor een functioneringsgesprek en die vraagt: zou je niet in plaats van die koorgroep een gespreksgroep kunnen houden? Nee, natuurlijk niet, er is niets wat de waarde van een koorgroep overtreft!
ten gezamenlijke diensten hadden van mannen en vrouwen-, er eens iets vierstemmig gezongen kon worden. Als protestanten vormden we een minderheid. Maar de Spaanssprekende vrouwen waren allemaal protestant, omdat ik vloeiend Spaans sprak. Toen was er een koor van mannen in het HvB. Om het die vrouwen toch een beetje naar de zin te
teksten die ze gelezen hadden... Een leidinggevend maatschappelijk werker in onze inrichting werd getroffen door een beroerte. Hij kwam in het verpleeghuis terecht. De communicatiemogelijkheden waren uiterst beperkt. Toen ik bij hem op bezoek ging kon hij mijn naam niet noemen maar toen ik zocht naar herkenning, begon hij met zijn arm de maat te slaan verwijzend naar het koor. Blijkbaar kende hij mij daaraan nog het meest. Een gedetineerde man, lid van het koor, stond te telefoneren op de afdeling. Hij zag me langskomen en riep me naar hem toe: “dominee, kom eens even, ik heb mijn moeder aan de lijn en ze gelooft niet dat ik lid ben van het kerkkoor...”
Elke keer weer opnieuw beginnen
maken studeerden zij een Spaans lied in, de doxologie: “Tuyo es el Reino...”. We hadden het tweestemmig ingestudeerd, de bas en de tenor. Maar met de Spaanssprekende vrouwen hadden we hetzelfde lied ingestudeerd met de alten en sopranen. Wat een feest was het, toen tot ieders verrassing er in de kerkdienst plotsklaps een vierstemmig koor stond!
Gaandeweg had ik een traditie ontwikkeld: elk weekend was er een “boekje”, daarin stonden een aantal liederen en teksten en voor het koor was dat het houvast, het was hun vaandel. Op een geven moment meldden zich bij mij thuis een paar ex-gedetineerden/ex-koorleden. Ze brachten “een boekje” mee als bewijs: er was een junk overleden, ze hadden hem uitgeleide gedaan en daarbij een boekje gemaakt, naar het model van de Een absoluut hoogtepunt was natuurlijk, kerkdiensten: dit waren de liederen die zij toen, -in een periode dat we als protestan- gezongen hadden en dat waren de
Vanaf het prille begin van mijn werkzaam zijn in het justitiepastoraat heb ik het bajeskerkkoor grote prioriteit gegeven. Daar had ik meerdere redenen voor. • Het overtuigde mij niet liederen in de kerk bijna alleen te moeten zingen. Als protestant was ik toch wel erg gewend aan de gemeente-samenzang en mijn persoonlijke handicap was, dat ik in mijn lagere schoolperiode voor heel mijn leven getraumatiseerd ben door een onderwijzer die mij verbood mee te zingen met de klas, omdat ik het allemaal bedierf en onverbeterlijk vals zong. • Het ten gehore brengen van liederen via cd of cassette was mij te passief en bovendien was het altijd weer een klus, als je een leuke opname had gevonden, dan ook de juiste tekst af te kunnen drukken. • Het uitnodigen van koren van buiten was in het zuiden niet zo eenvoudig. In de protestantse en evangelische hoek waren ze niet zo dik gezaaid en in katholieke kring waren ze meest nogal traditioneel op de mis georiënteerd en bovendien was in die tijd de samenwerking protestant-katholiek niet optimaal. Dus eigenlijk lag het erg voor de hand: we moeten gewoon zelf zingen. Gelukkig vond ik gemakkelijk enige handlangers. Eén van de pianisten bij uitstek, en alle pianisten op hun beurt, en mijn echtgenote als trouwe vrijwilliger continu: met enthousiasme werd het
Zandschrift Magazine - Voorjaar 2005 - pagina 13
bajeskerkkoor getraind. En vanaf 1988 is het eigenlijk nooit meer afwezig geweest. Dan spreek ik over het werk in een huis van bewaring: een inrichting met een vlottende populatie, je moet elke keer weer opnieuw beginnen. Maar ook geven mensen hun kennis door aan de nieuwelingen. Een koorgroep is als elke groep gedetineerden een voortdurend proces van
ontwikkelingen. In de groep is er een zekere cohesie, er kunnen zich spanningen voordoen, de groep heeft een code, vaak is er een heel sterke loyaliteit aan de geestelijke verzorging. Dat groepsproces moet je begeleiden. Niet alleen telt de zangkwaliteit, minstens even belangrijk is het wat er verder in het koor omgaat. Door de jaren heen heb ik een aantal ervaringen opgedaan die ik op een rijtje zet. Ik onderscheid in winstpunten en voorwaarden. Beide zijn uiterst persoonlijk geformuleerd en zeggen misschien evenveel over mijzelf als over de activiteit. Impliciet is in dit alles dat ik het nooit alleen had gekund en volgehouden.
Voorwaarden: • er moet deskundige muzikale begeleiding zijn; incidenteel kan het best wel eens zonder (met een uitstekend resultaat), maar als dat structureel zou zijn, wordt het wel wat saai; • je moet met je musicus zo flexibel kunnen zijn dat een muzikale gedetineerde zijn kunnen kan inbrengen. Soms gebeuren er heel erg mooie dingen, tot en met door gedetineerden zelf gecomponeerde liederen; • je moet iedere week oefenen. De continuïteit is van groot belang, na een lange vakantie kan het zijn dat je bijna opnieuw moet beginnen. • de deelnemers moeten trouw zijn: een tweede keer een smoes, dan eruit; • de leiding moet helder zijn: uiteraard doe je zoiets in nauwe samenwerking
pagina 14 - Zandschrift Magazine - Voorjaar 2005
met de collega die ook kerkdiensten leidt, maar in het koor heeft er één het voortouw, die bewaakt het groepsproces, beslist uiteindelijk over deelname; • in de activiteit van de koorrepetitie moet je het juiste midden vinden tussen bloedserieus oefenen en even weldadig ontspannen, tussen ernst en humor; • qua moeilijkheid is het goed om bevestigend te werken (iets wat ze al kennen) maar daag ze ook uit, iets nieuws; • vertel er iets bij, als je iets nieuws introduceert: een lied uit een eeuwenoude traditie, of het is iets overgewaaid van de evangelicals, Taizé, of “dit lied heeft een bijzondere betekenis voor mij”, vraag aandacht voor iets bijzonders poëtisch, de stijl, etc. De koorleden groeien erbij als ze zo serieus genomen worden. • een schouderklopje, “jullie doen het hartstikke goed” kan altijd samen gaan met een stimulans “maar het kan nog beter”; • bij een repetitie moet je er de vaart in houden en “kom op, nou even staan, want dit kun je echt niet zittend zingen”..., dat werkt ook heel goed; • af en toe eens een experimentje, een canon, iets tweestemmig, variatie van hard en zacht, het geeft allemaal een extra dimensie; • enige variatie van taal wordt zeker gewaardeerd: Engels is natuurlijk populair, iets in het Spaans kan ook best wel eens en dan nog eens een topper in het papiamento...; • over taal gesproken: je moet natuurlijk wel redelijk kunnen communiceren met de deelnemers, maar vaak nemen toch anderstaligen met enthousiasme en uitstekend lerend deel aan het gebeuren. Voor semi-analfabeten levert het koor trouwens een geweldige bijdrage aan hun taalbeheersing.
Winstpunten: • Als een kerkdienst ondersteund wordt door een bajeskerkkoor is het ook onmiddellijk een kerkdienst van de jongens zelf. Het koor is een soort elitegroep: zij snappen ook onmiddellijk wanneer er een responsie mee gezegd moet worden. • Door het koor worden mensen geïntegreerd die anders absoluut uitgekotst zouden zijn: heel vaak heb ik meegemaakt, dat een “seksuele delinquent” door het koor een gerespecteerde positie verwierf. • Orthopedagogisch: dat is een mond vol. Gedurende een paar jaar heb ik gewerkt
met een stagiaire van de opleiding orthopedagogische muziekbeoefening van het Maastrichtse Conservatorium. Toen heb ik ook duidelijk leren zien, wat zo’n koor met mensen deed: ze kregen stem, ze mochten er zijn, ze hoefden niet een echte macho te zijn en toch waren ze belangrijk. • Via het koor ontstaat er een bijzondere vorm van gemeenschap. Op een gegeven moment was er ook een omslag waarneembaar: aanvankelijk was het zingen iets voor de “watjes”, maar na enige tijd dwong de groep respect af en kregen ze onder de andere gedetineerden een goede status. Dat hielp weer mannen met een gering zelfbeeld met meer vrijmoedigheid op te treden. • Zingeving: mensen krijgen woorden mee, die in hun herinnering voortdurend door blijven zingen. Soms zijn je eigen verhalen en ervaring niet van dien aard dat je daar nu zo gemakkelijk een lofzang aan verbindt, maar als je met het koor meezingt, kom je op een toonhoogte, je verwoordt, bezingt een gloria... • Zingen is bijzonder ontspannend. Heel vaak zeggen gedetineerden het zelf: na zo’n uurtje repeteren kunnen ze er weer tegenaan, ze zijn meer relaxed, het wordt als heilzaam ervaren, zingen is echt gezond. • Een koor geeft je als geestelijk verzorger een unieke plek in de inrichting. De verwondering blijft er eigenlijk altijd, ook al bestaat het koor al jaren. De geestelijke verzorging heeft een koor, niet te geloven, toch is het waar. Een schijnbaar belangrijk thema is nauwelijks aan de orde gekomen in het bovenstaande: het repertoire. Alles wat maar enigszins dienstbaar kan zijn aan de liturgie kan gezongen worden. Ogenschijnlijk echt moeilijke liederen en echte meezingers, modern en gedateerd. Doorslaggevend is toch steeds weer dat degene die het koor leidt het met overtuiging kan brengen en verbindend optreedt tussen de tekst en de beleving van de koorleden. Met de anekdotes van het begin, met de reflecties van halverwege en na de acclamaties van het bijna einde: ik kan me niet indenken hoe ik zonder koor zou kunnen werken als geestelijk verzorger. Ik ben blij dat er altijd mensen zijn geweest die het mogelijk hebben gemaakt het vol te houden. Een eigen bajeskerkkoor maakt het vak van geestelijk verzorger nog eens extra apart aantrekkelijk. ■
Zen in de P.I. Tilburg
De pastor als meditatieleider door Leon Theunisse - Ooit,
ergens, zag ik dat een geestelijk verzorgster in een bajes in Engeland, veel succes had met zenmeditatie in de inrichting. Andere collega’s vertelden van hun positieve ervaringen met (geleide) meditatie. Het was genoeg aanleiding om zelf eens een poging te doen een zengroepje te starten.
Waar het rumoer ophoudt, daar ontstaat stilte. Waar stilte ontstaat, daar licht het weten op en waar het weten oplicht, daar komt het ware Zelf tevoorschijn. zenmeester Keizan (1268-1325)
kregen we wat meditatiebankjes. Sinds december j.l. hoeven we niet meer te volstaan met een introductieles. In onze eigen zendo hebben we nu op vrijdag twee vaste meditatietijden; om 10.00 uur en om 15.30 uur. Als er eens te weinig deelnemers combineren we beide groepen op één tijdstip.
Projecties van de geest
We houden het al met al heel eenvoudig. Geen theoretische beschouwingen over kensho (eerste doorbraak) en satori (verlichting). Dat zou, in de context van onze populatie te ver voeren. Degenen die dat willen kunnen er zelf meer over lezen. De bajesbieb heeft op ons verzoek een aantal niet al te moeilijke zenboeken Concentratie bij meditatie aangeschaft. Het ritueel is eenvoudig en de Geen keisaku (‘het zwaard van gedetineerden die eenmaal de wijsheid’), de stok die je hebben meegedaan hebben wakkerhoudt, in onze meditahet de volgende keer meteen tieruimte. Die zou maar onder de knie. verkeerd begrepen kunnen oewel over zenmedischriftelijke informatie, moest Schoenen netjes bij de deur worden. tatie vele boekenkasgenoeg zijn om verder op cel zetten, gassho (buiging) Wel wat aandacht voor makyo, ten zijn volgeschrete oefenen. maken naar elkaar, in stilte hallucinatoire verschijnselen ven, is de basis (zazen: het gaan zitten en dan begint de die zich tijdens het mediteren zitten in meditatie), zeer Permanente zendo eerste zit-periode. We doen kunnen voordoen, en die niets eenvoudig te leren. Een In oktober 2004 ging het het nog voorzichtig aan: 15 anders zijn dan projecties van kwartiertje instructie volstaat. nieuwe dagprogramma in. De minuten zitten. de geest, niet waard om Aanvullend op zazen worden - nooit gebruikte - activiteiten- Als het belletje gaat: opstaan aandacht te besteden. in sommige zenscholen ook ruimte in de unit, die tot dan en 2 rondjes kinhin (langzaam, Eenvoudig dus, zoals zen koans gebruikt, vragen die niet toe had gediend als opslagmeditatief lopen). eenvoudig is. Een bescheiden op een rationele, maar slechts plaats voor muziekinstrumen- Vervolgens weer 15 minuten doelstelling is het gemakkeop intuïtieve wijze kunnen ten, zou in de toekomst zeker zitten. lijkst te realiseren. worden beantwoord. Hiervoor niet meer worden gebruikt. We sluiten af met gassho. Samen mediteren blijkt is echter een zenmeester Directie, unitleiding en Zelden heb ik mensen in een vruchtbaar te zijn. Groepswerk in de bajes hoeft niet altijd met nodig en die is bij ons niet Zelfs alarm op mijn pieper voorhanden. Zazen is echter woorden gepaard te gaan. Het heel goed in de bajes te geeft bovendien een extra verstoort de concentratie niet beoefenen. dimensie aan het werk van een Vorig jaar zijn we er in Tilburg collega’s zagen wel wat in het zengroep zo geconcentreerd geestelijk verzorger bij justitie. in de strafrechtunit (108 plan om hier een permanente zien mediteren - geen gewieplaatsen) mee begonnen. Heel meditatieruimte (zendo) van bel op de kussentjes, geen Tot slot: kun je als christelijk te maken. Een goede reden om geluid, de stilte is bijna bescheiden, eerst maar eens geestelijk verzorger wel met proberen. Er was geen ruimte weer eens naar de plaatselijke hoorbaar. Zelfs alarm op mijn zenmeditatie aankomen? Wie beschikbaar, maar het new age-winkel te gaan, meer pieper verstoort de concentra- die vraag stelt, mag zich kantoortje van de GV op de meditatiekussentjes te kopen, tie niet. bedenken dat het met name cellengang had nog wel een een wekkertje en een klankDe deelnemers vinden dat het katholieke monniken en vrije muur. Er werden wat schaal voor ‘het belletje’, hen goed doet. Ze worden er monialen waren, die zenmedimeditatiekussentjes gekocht, waarmee begin- en eind van rustiger van, slapen vaak beter tatie in het westen introduer werden wat flyers verspreid de meditatietijd wordt en kunnen zich beter concen- ceerden, onder meer ten bate en tot mijn verbazing meldden aangegeven. Een plaatselijke treren. Een aantal heeft er de van hun eigen - christelijke zich gelijk enkele gedetineerparochie leverde een grote gewoonte van gemaakt om geloofsverdieping. den die belangstelling hadden kandelaar voor de kaars, die in ook tweemaal daags in de cel ■ voor een introductieles. Die het midden van de ruimte te mediteren. les, in combinatie met wat staat. Van een andere parochie
H
Zandschrift Magazine - Voorjaar 2005 - pagina 15
Op weg naar een beroepsvereniging
Een noodzakelijk goed door Kees Vermeiden - Er
bestaan beroepsverenigingen voor de meest uiteenlopende professies: psychologen, counselors, deurwaarders, haptotherapeuten en gevangenisdirecteuren. De geestelijk verzorgers werkzaam in de gezondheidszorg hebben elkaar gevonden in de VGVZ. Er is een vereniging van pastoraal werkenden, er is een bond van Nederlandse predikanten. Deze lijst kan schier eindeloos aangevuld worden, als ik volledigheid zou willen nastreven geven de lezers het wellicht gapend op als ik ook de hypnotherapeuten heb genoemd.
functie van pastoraal werker niet overal even gemakkelijk wordt geaccepteerd. Op het protestantse erf bestaat een bond van predikanten, die zich vooral sterk heeft gemaakt als belangenbehartiger van predikanten van wie maar al te gemakkelijk werd verondersteld dat zij als tot het ambt geroepenen een onvoorzending) en overheidsambtewaardelijke beschikbaarheid n de rij ontbreekt nog een als Contactorgaan. Er zijn naar tegelijk. Maar ook hoe dat voor de kerken ten toon vereniging van geestelijk (doctoraal)scripties geschrepraktisch is ingevuld in de zouden spreiden. verzorgers werkzaam in ven over het justitiepastoraat. aanstelling van de geestelijk Maar al deze duidelijke justitiële instellingen in Een uitvoerig onderzoek naar verzorger in de inrichting, om bestaansredenen voor deze Nederland, laat ik het kortde kwaliteit van het justitiemet een variant op het bijbelse verenigingen gelden niet, heidshalve houden op VGJ. pastoraat (Flierman, 2000) zou te spreken: in de inrichting althans zeker niet in dezelfde mate voor de groep van justitie In deze bijdrage wil ik uiteen nog de basis moeten vormen maar niet van de inrichting. zetten waarom ik het noodza- voor een promotieonderzoek. geestelijk verzorgers. Immers kelijk vind dat er een VGJ Onlangs verscheen een boek Dezelfde werkgever zij zijn allen in dienst van komt. Ik maak deel uit van van de hand van dr. Paul Kortom, het heeft niet de dezelfde werkgever. De een groepje initiatiefnemers, Oskamp over de christelijke zweem van hovaardigheid, denominatieve hoofden zijn dat naar alle waarschijnlijkliturgische vieringen in de maar misschien meer die van sterke pleitbezorgers voor de de dankbare verwondering belangen van de werkers bij de dat wij als geestelijk verzorwerkgever en recentelijk heeft Een VGJ ontbreekt nog gers eigenlijk best wel trots zich daar nog eens een eigen zijn op het bestaan van onze ondernemingsraad bijgeheid ongeveer gelijktijdig met penitentiaire inrichtingen vakgroep. En dan is er nog niet voegd. het verschijnen van dit (2004) met impliciet de eens een vereniging van En toch kwam de laatste jaren nummer van Zandschrift naar gedachte dat wat binnen de mensen die werkzaam zijn in steeds vaker in verschillende buiten zal treden met het inrichtingen aan liturgie plaats deze positie. contexten ter sprake dat het voorstel over te gaan tot de vindt voor buiten wel eens Het laat zich wellicht ook wel goed zou zijn als er een oprichting van een dergelijke kostbaar materiaal en waarde- weer verklaren. Er bestaan beroepsvereniging zou vereniging. Hoewel deze volle modellen zou kunnen min of meer vergelijkbare bestaan. bijdrage geschreven wordt leveren. verenigingen die een duideIk wil een aantal argumenten met voorkennis van dit Uit het geringe doorstromen lijke bestaansgrond hebben noemen, waaruit dan ook groepje, schrijf ik dit volledig van geestelijk verzorgers naar welke nu juist voor de justitie gemakkelijk een aantal op eigen verantwoordelijkandere functies meen ik ook te geestelijk verzorgers niet op doelstellingen voor een heid. De initiatiefgroep zal zelf mogen afleiden dat de gaat. Een zeer bekende op dit beoogde vereniging zijn te bepalen hoe en wanneer zij collega’s zich hechten aan hun terrein is uiteraard de Verenideduceren. zich tot de collega’s met baan en dat zal toch zeker ook ging van Geestelijk Verzorgers vragen en voorstellen richt. in relatie staan tot het belang in de gezondheidszorg Opiniëren 1 dat zij hechten aan de inhoud (VGVZ). De leden van deze De kracht van de justitie Eigenlijk vind ik het vreemd van hun werk. vereniging zijn in dienst van geestelijk verzorger is ook zijn dat een dergelijke vereniging In samenkomsten van allerlei zelfstandige zorginstel- zwakheid. Als ambtenaar is de nog niet bestaat. Op meerdere justitiepastores hoor ik lingen. De vereniging heeft ambtsdrager gebonden aan de wijzen wordt vanuit de sector frequent opmerkingen in de zich ingezet voor de belangen regels van het ambtenaarvan de geestelijke verzorging trant van ‘wat een bijzonder van de leden met de toegeschap. In tijden waarin justitie bij Justitie duidelijk gemaakt vak hebben wij toch’. Die voegde waarde dat dan niet zich politiek en publicitair in dat de functie van geestelijk bijzonderheid is dan bijvoorieder voor zich weer opnieuw turbulent vaarwater bevindt verzorger er één is van een beeld gelegen in het hoge een positie moest verdedigen kunnen die regels wel eens als bijzonder karakter. Het aantal zeer goed gekwalifitegenover een werkgever. De knellend worden ervaren. Met onderhavige nummer van ceerde collega’s. Evident Vereniging van Pastoraal name het laatste decennium Zandschrift is daar getuige bijzonder is de positie van de Werkenden (VPW) heeft, naar doen zich ontwikkelingen voor van, evenals de vele jaargangeestelijk verzorger als ik begreep, een belangrijke rol bij justitie waar wij als gen die hieraan vooraf gingen, kerkelijk ambtsdrager (althans gespeeld en doet dat nog geestelijk verzorgers onze het zij als Zandschrift, hetzij drager van een kerkelijke steeds in een kerk waarin de vragen bij hebben. Komt de
I
pagina 16 - Zandschrift Magazine - Voorjaar 2005
humaniteit in de detentie niet in het gedrang nu er zoveel bezuinigd wordt? Zijn meerpersoonscellen een goede zaak en hoe verhoudt zich dat tot het zoveel mogelijk beperken van de schade door detentie aangericht? Vergaande maatregelen in het kader van de beveiliging, wat doen die met de gedetineerden en hun relaties, hoe bereiden deze de
Wat een bijzonder mensen voor op een succesvolle terugkeer in de samenleving? De tendens naar het openlijk aan de schandpaal nagelen van wetsovertreders, wat roept dit op? De langere straffen voor misdrijven die zeer gevoelig liggen in de publieke opinie, zit daar niet iets hypocriets in? Als een geestelijk verzorger op persoonlijke titel hier uitlatingen over doet, die vervolgens in de publiciteit goed belicht worden is er een grote kans dat hij of zij een probleem heeft. Het rechtstreeks contact hebben met de pers is al gevoelig. Geestelijk verzorgers die door de pers benaderd worden hebben al gauw de neiging de journalist maar door te verwijzen naar de lokale directie of naar het hoofdbureau al naar gelang de thematiek waar het om gaat. En interviews en dergelijke dienen altijd van te voren gemeld te zijn ‘in de lijn’. Een vereniging biedt hier meer mogelijkheden. Een uitspraak van de vereniging kan in ieder geval niet gezien worden als die van een individu, de vereniging kan het gevoelen van een grote groep vertolken. Maar natuurlijk zal ook in de praktijk getoetst moeten worden hoe die vereniging zich zal moeten verhouden met de regels die gelden voor de afzonderlijke leden als ambtenaar. Maar dat het meer ruimte schept lijkt mij evident.
Opiniëren 2 De geestelijk verzorger neemt een bijzondere positie in. Zijn woorden hebben betekenis in de levensbeschouwelijke organisaties waaruit hij afkomstig is. In de kerken komen wij in ieder geval wel de vraag tegen bij ontwikkelingen die men uit de pers verneemt: ‘hoe denken jullie als geestelijk verzorgers daar
stromingen’ kan resulteren in een verrijking van de vakbekwaamheid en gedrevenheid van beide. Een vereniging van geestelijk verzorgers overbrugt de diverse denominaties.
Con-solideren
De geestelijke verzorging heeft een solide basis in de verworteling in de levensbeschouwelijke organisaties. De scheiding van kerk en staat is een waardevol principe geworvak hebbn wij toch den. Niet voor iedereen is navolgbaar hoe dit principe nu over?’ Een vereniging zou dan uiteindelijk resulteert in het mogelijk maken opinies te een constructie als de onze: de ijken en te ontwikkelen onder zendende instanties garandecollega’s zonder dat dat proces ren de ‘ambtelijke bevoegdonmiddellijk wordt belast door heid’ en de overheid faciliteert het werkzaam zijn. Of deze de zwaarte van een officiële standpuntbepaling van ‘het’ basis ten eeuwigen dage zal justitiepastoraat waarvoor bestaan is de vraag. Meerten vervolgens de hoofden of de ter Borg publiceerde onlangs directeur van de dienst het boekje “Waarom geestegeestelijke verzorging ter lijke verzorging”. Hij maakt verantwoording kunnen daarin gewag van de voortworden geroepen. De geesteschrijdende secularisatie, ziet lijke verzorging kan zo tonen dat ook als een (onterechte) waar ze voor staat en levert zo vrijbrief voor drastische ook een bijdrage aan de bezuinigingen op de geestedialectiek met de samenleving lijke verzorging. Hij meent dat en de levensbeschouwelijke de kerkelijke gebondenheid organisaties in het bijzonder. van de geestelijke verzorging een belemmering is voor het Congrueren op waarde schatten van de De denominatieve hoofden geestelijke verzorging voor al van de geestelijke verzorging diegenen die geen binding zetten momenteel een beleid hebben met een kerkgenootuit waarin duidelijk het schap. In dit verband wijst hij profileren van de eigen op het grote belang van het profileren van de aparte denominatie een boventoon heeft. Zonder in de vraag te beroepsgroep onder andere willen treden of ik dit een juist door een eigen beroepsverenibeleid vind en of dit beleid zijn ging. Zo zou ik ook willen
Een vereniging kan meer zeggen dan de individuele geestelijk verzorger weerslag vindt in de wijze waarop lokaal wordt gewerkt, wil ik hier wel tegenover stellen dat het zijn grote waarde heeft als geestelijk verzorgers van de verschillende denominaties juist ook tezamen zich bezinnen over de zaken van hun vak. Een combinatie van de verworvenheden van de traditionele denominaties met de frisse inbreng van de ‘overige
onderschrijven dat een beroepsvereniging consolideert. Naast de basis van de zendende instanties kan ook een vereniging zich ontwikkelen tot een schragende instantie. Leerden we vroeger niet dat een polder tegen het opstuwende water beschermd werd door een dijk, de waker genoemd. Maar daarachter lag er dan nog één, de slaper
genoemd. Nu vind ik deze kwalificaties eerlijk gezegd niet zó gelukkig dat ik pleit voor wakkere levensbeschouwelijke genootschappen en een slapende vereniging (of zal het ooit omgekeerd zijn?). Maar het idee dat je naast het ene ook nog het andere achter de hand hebt, is niet verkeerd.
Profileren In een marktgerichte samenleving wordt al snel gevraagd naar wat je product is. Voor geestelijk verzorgers is dat niet zo eenvoudig aan te geven. Het is al de vraag of de geestelijk verzorger zich mee moet laten nemen in deze trend van denken. Helaas bestaat er nog steeds een beeldvorming waarin de diverse geestelijk verzorgers afgeschilderd worden als elkaars concurrenten. We zouden willen hopen dat dit achterhaald zou zijn, maar wie een tijdje meeloopt in justitieland weet dat deze gedachte veelvuldig de kop op steekt. Onbeholpenheid in de teamsamenwerking wordt al gauw uitgelegd als een stammenstrijd tussen geestelijke stromingen. De vereniging kan een bijdrage leveren aan het gezamenlijk profileren van het vak. En de vereniging kan dat heel goed omdat bij uitstek de positieve elementen uit de diverse tradities, elkaar lerend en inspirerend, uitgewisseld zullen worden.
Adviseren Een voorbeeld. In 2004 waren er veel bijeenkomsten van diverse disciplines waarbij het project van de “Nieuwe Inrichting” werd gepresenteerd. Uitdrukkelijk werd de vraag aan de geestelijk verzorgers gesteld wat dezen bij zouden kunnen dragen in dit vernieuwende proces. Eerlijk gezegd was ik niet onder de indruk van wat we te berde wisten te brengen als reactie op deze vraag en ook had ik niet de illusie dat eventueel steek houdende opmerkingen een geweldig impact zouden
Zandschrift Magazine - Voorjaar 2005 - pagina 17
hebben op de beleidsmakers. Maar het stelde wel duidelijk present, dat wij als geestelijk verzorgers een grote beroepsgroep zijn, wij hebben onze visies, ervaringen en wij zijn gewend vanuit bepaalde uitgangspunten kritisch te kijken naar wat er gebeurt en naar wat er ontwikkeld wordt.
standpuntbepaling van een vereniging van geestelijk verzorgers. Nog onlangs bleek een schrijven van de Directie Geestelijke Verzorging over de reguliere gebedstijden voor de diverse geestelijke stromingen behoorlijk impact te kunnen hebben op het beleid in deze zaken van de lokale directies.
Onbeholpenheid in de teamsamenstelling wordt al gauw uitgelegd als stammenstrijd Het zou dan toch een groot goed zijn als er een vereniging zou zijn, die op gepaste momenten bij ontwikkelingen op gezaghebbende wijze kanttekeningen kan plaatsen? Uiteraard hoeft dit niet buiten de Haagse hoofden en de directie van de DGV om. Veelal zal dat kunnen in samenspraak of onderbouwend. Ook op lokaal niveau zal een geestelijk verzorger beter toegerust het gesprek met bijvoorbeeld de directie aan kunnen gaan als zij beschikt over een meningenvergaring, een analyse, een
Niet alle onderwerpen zullen ‘hiërarchisch’ opgepakt (kunnen) worden. De vereniging zal hierin een toegevoegde waarde hebben.
Versterken Ik neem er geen woord van terug dat ik van mening ben dat de belangen van de geestelijk verzorgers goed behartigd worden door de Haagse hoofden, de directie en de O.R. De situatie waarin wij verkeren is echter zeer divers. Er zijn nog erg veel geestelijk verzorgers werkzaam bij justitie op een
freelance basis, er zijn er die via een uitzendbureau constructie zijn ingehuurd, er zijn er die met drang of dwang zich in moeten gaan zetten op een nieuwe locatie. Het kan geen kwaad als een vereniging de stemmen van al deze onderscheiden geestelijk verzorgers verneemt en eventuele gevoeligheden goed verwoordt. Ik streef niet naar volledigheid in dit artikel en ik ben me ervan bewust dat er omtrent het idee van een VGJ nog veel te ontwikkelen valt. Uit het bovenstaande is af te leiden dat in willekeurige volgorde de volgende doelstellingen voor een VGJ te onderscheiden zijn: • het vertolken van zorgen en opinies van de geestelijk verzorgers welke relevant zijn in maatschappelijke ontwikkelingen; • het bijdragen aan deskundigheidsbevorderende programma’s voor de geestelijk verzorgers welke zoveel mogelijk denominaties ten
goede komen; • gevraagd of ongevraagd adviseren omtrent de inhoud van en voorwaarden voor de geestelijke verzorging in justitiële en aanverwante instellingen; • vanuit het collectivum ondersteuning bieden aan de Haagse hoofden van dienst; • het bevorderen van een interdenominatief contact van de geestelijk verzorgers; • het dienen van de belangen in het algemeen van de geestelijk verzorgers en de geestelijke verzorging bij justitiële en aanverwante instellingen; • het profileren van het vak van geestelijk verzorger bij justitie. Geestelijke verzorging bij Justitie is een vak apart. Zij verdient het dat een vereniging dit kwalitatief ondersteunt. De geestelijke verzorging zou er mee kunnen winnen aan betekenis in samenleving en kerk. ■
Hier graag nog een artikeltje/strip/advertentie oid.
pagina 18 - Zandschrift Magazine - Voorjaar 2005
Enkele gedachten over het ambtsgeheim In dit artikel wil ik enkele gedachten ontwikkelen over het ambtsgeheim binnen de geestelijke verzorging bij justitie. Vertrekpunt is een nota van Wichert Hoekert. Ook een tegenstem komt aan het woord – en wel één die een zijns inziens te strikte opvatting van het beroepsgeheim onder kritiek stelt – om vervolgens tot een eigen standpuntbepaling te komen.
H
et stands-, beroeps- of ambtsgeheim wordt door de wetgever toegekend aan slechts een aantal ‘eerzame’ beroepen, zoals de arts, de notaris en de geestelijke. Wie hulp verlangt van beoefenaren van zulke beroepen moet dezen onbeperkt alles, zonder vrees voor openbaarmaking, kunnen toevertrouwen. Hiermee is een dermate gewichtig maatschappelijk belang gemoeid, ‘dat niet alleen schending van het geheim strafbaar is gesteld (art. 272 SR), maar dat zelfs de belangen van een goede rechtspleging erbij zijn ten achter gesteld (verschoningsrecht art. 218 SV)’. Deze vertrouwenspositie is bijzonder stevig verankerd in de wet. Deze kan dan ook niet steeds weer aan een beoordeling onderworpen worden ‘op grond van een afweging van de in het concrete geval betrokken belangen’, nee deze geheimhouding vindt haar wezenlijke grond in de aard van het beroep.
Het belang van geheimhouding is zo groot, dat alleen bij toekomstig ernstig gevaar de geheimhouder in geweten gerechtigd is tot spreken en dan nog slechts als hij het belang dat hij met spreken dient niet ook op een andere wijze kan beschermen. Dit kan ertoe leiden, dat de geheimhouder kan komen te staan in een conflict van plichten. Zo dit het geval is, dan is dit door hem of haar alleen persoonlijk op te lossen.
belang is, dat het in het algemeen blijft prevaleren boven alle andere belangen, moet de geestelijk verzorger toch ook weten, wanneer zij moet spreken. Bijvoorbeeld als het leven van een ander of van de persoon zelf gevaar loopt. Maar ook dan moet eerst de persoon die spreekt en de context waarin iets wordt gezegd terdege in de afweging betrokken worden. Als de geestelijke besluit om te spreken, mag dit niet zonder kennisgeving aan degene die hem of haar in vertrouwen nam. In de samenwerking met andere disciplines dient de geestelijk verzorger er zich van te vergewissen in hoeverre de
dient hij gesprekspartners te waarschuwen haar of hem niet te belasten met informatie die niet in de vertrouwensrelatie past, bijvoorbeeld omdat hij verplicht is deze door te geven. Zijn laatste aanbeveling op dit terrein is ook van groot belang, namelijk: ‘waar de geestelijk verzorger met twijfels zit of vragen heeft wordt hem dringend geadviseerd overleg te voeren met de Hoofdaalmoezenier of Hoofdpredikant.
Vrijplaats versus integratie
De consequentie van onze geheimhoudingsplicht is dus, dat we behoorlijke reserves in acht nemen bij het geïntegreerd samenwerken met collega’s van andere disciplines. Nu kleven er aan het benadrukken van wat ook wel de vrijplaatsfunctie van ons pastoraat genoemd wordt, ook risico’s. De trouwe lezer van Zandschrift herinnert zich het Taken en voorwaarden zeer kritische artikel, dat Sjaak In de door het Bureau HoofdKörver op verzoek van de predikant gepubliceerde nota redactie schreef naar aanlei‘Taken en voorwaarden” ding van het onderzoeksrapprobeert Maarten Blom in het port ‘Kwaliteit van het verlengde van het voorgaande ‘deelnemers aan het overleg al justitiepastoraat’ van Fons na te gaan wat deze opvatting dan niet behandelaars met Fliermans. In dit artikel betekent voor de praktijk. Hij een beroepsgeheim zijn’. Maar fulmineert Körver tegen het onderscheidt drie zaken. In de zo stelt hij meteen zeer ideologisch gebruik van de eerste plaats de consequenties voorzichtig: ‘Daar waar dit zo vrijplaatsfunctie door geestedie de geheimhoudingsplicht is, blijft het zoeken hoe men lijk verzorgers. voor de geestelijke heeft in met behoud van het ambtsge- Het gebruiken van deze term relatie tot gedetineerden, die heim toch een zinvolle verhult, schrijft Körver, dat de met hem spreken. Ten tweede inbreng kan hebben. In pastor nauwelijks een bijdrage de consequenties voor diens overlegvormen waaraan levert aan de gevangenisorgaopstelling in de inrichting, met functionarissen deelnemen, nisatie en aan het welzijn van die voor veiligheid en controle de gedetineerde. Ten einde Geheimhouding beschermt staan, zal de inbreng van de hierin verbetering te brengen g.v.-er een aan de situatie moet de pastor, zo luidt kort de hulpzoekende mens aangepaste zijn. Wel waarsamengevat zijn kritiek, veel Essentieel is hierbij, dat de name waar het de samenwerschuwt Blom, dat de geestelijk meer geïntegreerd werken. plicht tot geheimhouding niet king met de andere disciplines verzorger er geen exclusiviteit Körver beschrijft hoe uit het de geheimhouder beschermt, betreft. En ten derde de aan het eigen ambtsgeheim genoemde onderzoek het maar de hulpzoekende mens. consequenties voor de dient te ontlenen en het niet beeld oprijst van een pastor De eerzame beroepen worden geestelijk verzorger zelf. als excuus mag hanteren om die “vriendelijk is, luisterend, op grond van deze bescherm- Wat de relatie tot gedetineergeen verantwoording van volgzaam, almaar in de weer de positie ook bijna steeds den betreft: er kunnen zich werkzaamheden te geven. voor zijn of haar ‘jongens’, ontheven van een aangiftesituaties voordoen, waarin de De geestelijk verzorger zelf maar van wie geen tegenplicht, die wel op gewone geestelijk verzorger een tenslotte moet waken voor spraak is te horen. Hij spreekt burgers rust bij voorgenomen afweging moet maken. Hoewel loslippigheid, slordige omgang niet, en durft dat zelfs niet, of gepleegd ernstig misdrijf. het ambtsgeheim zo’n hoog met gespreksnotities etc. Ook over de zaken waarover hij zou
Zandschrift Magazine - Voorjaar 2005 - pagina 19
moeten spreken en waarvoor hij betaald wordt. ‘Het beroepsgeheim doorbreken zou mogelijk een dodelijke stilte ten gevolge hebben en zou de gebrekkige professionaliteit van de pastor pijnlijk zichtbaar maken. De vrijplaats maskeert het gebrek: aan professionaliteit en aan professioneel zelfbewustzijn”. Kortom, zo zegt hij: ‘de vrijplaats is er vooral voor de pastor zelf’. Hierbij voert hij aan, dat de vrijplaats oorspronkelijk een veel functioneler betekenis had voor het geheel van de samenleving: het voorkwam bloedwraak, bood – als vrije ruimte voor verdachten en achtervolgden – een vrije ruimte om te onderhandelen, maar bood geen toevlucht voor echte moordenaars. Körver bepleit in zijn artikel, dat de geestelijk verzorger ophoudt met zich te verstoppen achter zijn vrijplaatsfunctie en dat hij zijn schaamte voor zijn (vermeende) gebrekkige niveau van professionalisering overwint. Zijn vrijplaats zou even nuttig moeten zijn voor de organisatie als deze vroeger was voor de samenleving. Daartoe moet de pastor leren om zijn vak binnen de organisatie “aan de man te brengen door: • in het pastorale contact te spreken over geloof, kerk en delict • te leren spreken met andere disciplines over pastorale interventies (en niet intenties) en de bijdrage ervan in het beleid op het individuele niveau van de gedetineerde • leren spreken in de organisatie over doel en beleid van de organisatie als geheel en van het pastoraat in het bijzonder.”
Eigen positie geestelijk verzorger Ik meen dat Sjaak Körver terecht een aantal manco’s in ons functioneren als justitiepastores aan de kaak stelt. Ons professionele zelfvertrouwen is vaak te gering, de pastor
luistert dikwijls te veel en spreekt te weinig, zowel met de gedetineerde als met collega’s op allerlei niveaus binnen de organisatie. Via vormen van deskundigheidsbevordering kunnen de competenties van pastores op een aantal van de terreinen die Körver noemt worden vergroot. Met de eerste en derde aanbeveling van Körver ben ik het dan ook van harte eens, echter niet met de tweede. Dit betreft de aanbeveling om te leren spreken met andere disciplines over pastorale interventies. Hier zou ik alleen ‘ja’ op kunnen zeggen, mits de gegevens van de pastorant geanonimiseerd worden. Een pastor moet bereid en in staat zijn om te reflecteren op diens pastorale interventies. Op dit gebied moet onze beroepsgroep de toets der professionele kritiek kunnen doorstaan. Maar dit dient niet te geschieden in het kader van een vorm van overleg met hulpverleners. Dit heeft niet alleen te maken met het ambtsgeheim, maar ook met de aard van het pastoraat: de pastor heeft een andere rol dan hulpverleners. Deze is gericht op de oplossing van de problematiek en is gebonden aan een strikte
humanistisch idee”. En “geestelijke verzorging gaat per definitie uit van een geloofswerkelijkheid – het zeker weten van wat we niet kunnen zien - die buiten mezelf staat en die ik in gemeenschap met anderen beleef”. Essentieel voor het bieden van dit andere perspectief is (in zijn rede gaat Donner daar verder niet op in) het ambtsgeheim van de pastor. Hierdoor wordt het de pastor mogelijk om een vrije ruimte te scheppen voor deze andere communicatie. Donner beseft beter dan Körver hoezeer binnen het raam van de overheidsbemoeienis de ‘rationaliteit van belang, transactie en beloning’ maar al te snel de boventoon voert. Dit temeer omdat niet de herintegratie van gedetineerden in de samenleving, maar veiligheid en beheersing het overheersende doel vormen binnen de meeste detentieregimes. Instanties als de reclassering, die geen geheimdaartoe kan de overheid houdingsplicht kennen, echter niet bewerkstelligen. kunnen zich ook hieraan niet De overheid kan de mens onttrekken. Dit geldt eveneens immers slechts benaderen voor psychologen en, wellicht “vanuit de rationaliteit van in mindere mate voor psychiabelang, transactie en beloning. ters, aangezien zij dikwijls ‘Be reasonable, do it my way’, meer een adviserende taak hebben binnen de gevangeniswant ben je onwillig dan organisatie dan een hulpverlenende. Donner: De overheid kan de mens Deze beheersings- en beveilislechts benaderen vanuit de rationaliteit gingsdoelstelling gaat bijna van belang, transactie en beloning per definitie gepaard met een hoge mate van wantrouwen. normstelling. De hulpverlegebruik ik geweld”. En dat Omdat veel gedetineerden ningsrelatie staat in het kader werkt natuurlijk niet. “Probeer kampen met een gering daarvan. In de pastorale kinderen maar zo op te basisvertrouwen, is het voor relatie echter, staat niet de voeden. Het werkt nog minder velen welhaast van levensbeoplossing van problemen bij mensen die gevangen lang dat de overheid binnen centraal, maar gaat het, bij het zitten, anders zaten ze er niet”. de inrichtingen van Justitie individuele contact en in De geestelijke zorg kan een ruimte schept voor vrijplaatgemeenschapsverband, ander perspectief bieden juist sen, waarin mensen fundamenteel vanuit een perspectief allereerst om de ontmoeting. omdat het buiten een dergeHierin staat de justitiepastor lijke rationaliteit staat. “Omdat van vertrouwen kunnen veel meer naast de gedetineer- het tracht met mensen mee op worden benaderd. de dan bij andere hulpverlete gaan, uitgaande van de ners het geval is. overtuiging dat mensen Bekering tot de gevangene. begrepen moeten worden van- De pastor moet dus geen hulpMinister Donner uit een transcendente werkeverlener onder de hulpverleIemand, die onze positie zeer lijkheid, of dit nu God is als ners willen zijn, maar allerhelder onder woorden bracht, oorspong en oorzaak of een eerst een gezondene vanuit
pagina 20 - Zandschrift Magazine - Voorjaar 2005
is Mr. J.P.H. Donner, onze huidige minister van Justitie. Dit deed hij in een indrukwekkende rede tijdens de jubileaviering van de humanistische, protestantse en roomskatholieke geestelijke verzorging in de Domkerk te Utrecht in 1999 (Geestelijke verzorging, een algemeen belang, november 1999). Hij positioneerde de geestelijke verzorging ten opzichte van de reclassering als volgt: De reclassering kan slechts goed functioneren, als gedetineerden meewerken. De motivatie
zijn geloofsgemeenschap. Iemand die, zoals Donner treffend typeert, tracht “met mensen mee op te gaan ...”. Hoe dit er vanuit onze christelijke geloofswerkelijkheid uit kan zien, werkt J. Firet heel mooi uit in het boek “De kerk in de gevangenis” van 1983. (red. Joop Spoor): “Leren de gevangenen als medegevangenen te gedenken”, dat is volgens Firet de taak van de gemeente. In het gevangenispastoraat gaat het bij Firet allereerst om ‘metanoia’, bekering, niet vàn, maar – heel
ander te vormen, zo mogelijk in samenhang met het delict. De benadering dient fijngevoelig, bescheiden en lerend te zijn. Een eigen standpunt moet gerelativeerd kunnen worden. Maar ook mag ter sprake gebracht worden wat het verhaal en gedrag van de ander oproept aan vragen en gevoelens. Uiteraard doet de pastor dit respectvol, als gast, visie op pastoraat. En het hoeft met volstrekte eerbiediging geen betoog, dat er van een van de vrijheid van de ander. vrijplaats slechts sprake is als Terecht onderscheidt het die ander er volledig op kan beleidsplan van de protestants geestelijke verzorging een viervertrouwen dat niets naar tal begeleidingsaspecten, die Geen exclusiviteit aan het de pastorale ontmoeting kunnen kenmerken (persooneigen ambtsgeheim zijn of persoon-worden, verrassend - tót de gevangene. buiten komt zonder zijn gemeenschap vormen of Niet de gevangene dient uitdrukkelijke instemming. En gemeenschap herstellen, bekeerd, maar allereerst de dat niet andere belangen als dragen van verantwoordelijkvertegenwoordiger van de resocialisatie en beheersing heid, scheppen van perspecgemeente. “Ik herken in de gaan overheersen. tief). Deze begeleiding vindt ander, in zijn schuldigheid en Verheule noemt de pastor echter niet plaats door armzaligheid en gebonden“een gast, die zich voorstelt en gesprekken óver onze ontmoeheid, mijzelf – ik herken in de zich bescheiden en dankbaar tingen met andere hulpverleHeer tegelijk mijzelf én de toont voor de ontvangst en het ners (voor zover nog aanwezig ander”, schrijft Firet. vertrouwen waarmee de ander tegenwoordig). Maar wel zijn Helemaal in lijn daarmee hem toelaat in zijn levensdeze hulpverleners als het typeert Anthonie Verheule de huis”. ware aanwezig in de ontmoepastorale relatie onder meer ting met de pastorant. als een te gast zijn van de Vrijplaats, ook voor Van de pastor mag verwacht pastor bij de ander. Op basis tegenspel worden, dat deze een positieve van Mattheüs 25 betoogt hij, Betekent deze nadruk op de grondhouding heeft ten dat het niet de pastor is, “die vrijplaats nu dat de pastor een aanzien van de andere de ‘wetende’, de ‘gelovende’ nietszeggende vriendelijke, functionarissen en dat zij goed de vertegenwoordiger van de luisterende volgzame goedzak bekend is met hun taken én Heer is, maar die ander is dat. is, een goedprater eigenlijk, taakopvatting. Daarom is In haar of hem ontmoeten we nauwelijks in staat tot heilparticipatie binnen overlegdie Ander, ook al herkennen zaam tegenspel? Absoluut vormen belangrijk. Met kennis we die Ander niet. Onze niet. Want de pastor die zich van zaken moedigt zij de houding zal daardoor allerwerkelijk geeft in de commuander aan om met vertegeneerst een gehoorzamende nicatie, durft ook de confronwoordigers van andere zijn”. En “pastoraat aan tatie aan, op basis van haar disciplines in contact te bedrukte mensen is dan De pastor heeft een andere rol allereerst een bereidheid om leerling te worden”. Centraal dan de hulpverleners hierbij is de ontmoeting, die plaats vindt binnen een eigen levenservaring, geloof en treden, indien zij denkt dat dit “terreurvrije ruimte”. Dat is morele overtuiging. Zij doet met het oog op diens welzijn een ruimte waarin het dit naar beste weten, met het van belang is. De pastor treedt verlangen vrijuit mag spreken oog op het welzijn van die in dit verband verbindend op. en het verzet gestalte krijgt ander en tegen de horizon van Allereerst zal zij hierbij een tegen de angsten die dit een groter algemeen belang appèl op de gedetineerde verlangen verlammen (A.F. (waarvan ook de belangen van doen om zelf voor diens belanVerheule, Angst en bevrijding, slachtoffers en gedupeerden gen op te komen. Zo nodig kan Baarn, 1997 p. 505 e.v.). deel uitmaken). Het behoort zij eventueel ook als voorBij Verheule vloeit de vrijtot de professionaliteit van de spraak optreden. Zo komt haar plaatsfunctie dus rechtstreeks pastor zich een goed beeld van meerzijdige partijdigheid de voort uit zijn theologische de persoonlijkheid van de gedetineerde volop ten goede.
Zij zet zich er ook voor in dat gedetineerden met het oog op hun welzijn zich zo goed mogelijk tot hulpverleners, maar ook tot bewaarders en het management kunnen verhouden. Door zo met mensen om te gaan kan de pastor in hoge mate bijdragen aan de motivatie van gedetineerden te werken aan een goede herintegratie in de maatschappij. Wanneer de pastor echter ziet dat de gedetineerde hierbij met te grote problemen wordt geconfronteerd, dan behoort het tevens tot haar professionaliteit om dit op een goede wijze binnen de organisatie (of zonodig daarbuiten) aan de orde te stellen. Dit artikel is een redactionele bewerking van de bijdrage die Roel Knol eerder schreef voor de bundel die werd aangeboden aan Wichert Hoekert bij zijn afscheid van het justitiepastoraat. ■
Zandschrift Magazine - Voorjaar 2005 - pagina 21
Gesprek met Ton de Heer, van Almere naar Oosterzee (Fr.) vice versa
De dominee, die ook nog een baan heeft door Kees Vermeiden - Na
bijna een jaar vicariaat in Utrecht-Hoograven begon Ton in augustus 1973 als hervormd predikant te Akkrum (Frl.). In Apeldoorn, waar hij vanaf 1978 werkzaam was, maakte hij het SoW-proces door (het stapsgewijs samengaan van de Nederlands Hervormde Kerk en de Gereformeerde Kerken in Nederland, later kwamen landelijk ook de Lutheranen erbij).
T
ijdens zijn predikantschap te Almere (vanaf 1988) maakt hij de overstap naar Justitie, protestants geestelijk verzorger in de P.I. Almere Binnen, 35 uur per week. Maar dan in 2003 doet hij weer een stap terug of is het juist vooruit? Zijn dienstverband bij Justitie wordt teruggebracht en hij wordt half time gemeentepredikant in Oosterzee c.a. (Frl.). Wie denkt dat hij zich daarmee een rustig plekje op de kerkelijke kaart van Nederland zocht vergist zich. Het SoW-proces in Oosterzee kwam juist op dat moment in een arbeidsintensieve versnelling en de nieuwe predikant kreeg ook nog een consulentschap in een naburige vakante gemeente in de schoot geworpen. Je ervaringen als gemeentepredikant zijn al heel divers. In Akkrum had ik het goed naar mijn zin, maar Apeldoorn bood mij meer mogelijkheden dingen te doen in teamwork. Dat was erg leuk en intensief. Ik wil graag samen met anderen ideeën genereren, plannen maken, en dan met gebruikmaking van ieders sterke kant, deze uitvoeren. Dat is voor mij ook in het vervolg belangrijk gebleven. In zo’n grote stadswijk is pastoraal van alles aan de hand. Zo kreeg ik de kans ervaring op te doen en te groeien. Maar er deed zich dan ook zoveel voor, dat het
pastoraat ook wel weer gauw in de knel kwam. Ik liep vaak met een schuldgevoel over waar ik niet aan toegekomen was. Na Apeldoorn ging je naar de kerk van Almere, ongetwijfeld ook een werkplek met veel dynamiek, wisselwerking, afwisseling en innovatie. Toen je daarna bij Justitie terecht kwam, leverde dat je dan geen kater op door de betrekkelijke eenzijdigheid? Als gemeentepredikant had ik soms het gevoel dat ik tien ballen tegelijk in de lucht moest houden. Boeiend en interessant en ik heb er erg veel geleerd, maar het was ook overvol en op het laatst ging ik me meer manager voelen dan me lief was. En zoals altijd: al dat werk gaat ten koste van het pastoraat. Juist met het oog op het pastoraat had ik de KPV gedaan en de cursus contextueel pastoraat. Dat zijn mooie opleidingen, maar ik had het
pagina 22 - Zandschrift Magazine - Voorjaar 2005
gevoel dat ik er te weinig mee deed. Dat was dan ook een belangrijke overweging voor mijn overstap naar justitie. Hoewel ik tot op dat moment nog nooit over werken bij justitie had nagedacht maar het feit dat men iemand zocht voor de nieuw te bouwen inrichting in Almere trok mijn aandacht. De keus voor justitie was vooral een “keus voor de diepte ten koste van de breedte”. Ofwel, ik wilde graag meer tijd beschikbaar hebben voor pastoraat, en minder bezig hoeven zijn met honderd dingen tegelijk. En in die zin was het justitiepastoraat precies wat ik ervan verwachtte. De eenzijdigheid vond ik dus juist een voordeel. Geen kater maar een opluchting. Totdat ik de keerzijde ontdekte, jaren later. Na 71⁄2 jaar justitiepastoraat ging je weer combineren met een “gewone” gemeente, wat was je drijfveer? Misschien past het ook wel bij mij na een aantal jaren weer aan iets nieuws te beginnen. Maar wat me vooral dreef was het gevoel dat dit werk (althans op fulltime basis) me leegzoog. Er wordt veel van je geëist, het werk is zeer intensief en de accu wordt leeggetrokken en te weinig bijgeladen. Ik werd er moe van. Een “studieverlof” hielp
wel tijdelijk, maar daarmee was de oorzaak van het probleem niet weg. Je miste iets in je werk bij Justitie? Bij justitie vond ik dus wat ik zocht: ruimte voor het pastoraat. Maar ik ontdekte dat ik ook iets miste: het functioneren in een gemeente, waarin je gedragen wordt door een kerkenraad, werkgroepen, gemeenteleden. Ik ervaar mijn rol als predikant in een gemeente als heel anders dan die van predikant-geestelijk verzorger in een instelling. Mij is gaan opbreken dat je in je justitiewerk veel minder bevestiging ontvangt dan wat je in de gemeente terugkrijgt. Met dat geringere redde ik het eenvoudig niet. In de gemeente vond ik inderdaad (terug) wat ik gaandeweg als gemis was gaan voelen: de warmte van de gemeenschap, en daarbij de wederkerigheid. Immers in de bajes gaat het terecht altijd over de ander, en zelden over jezelf. De verhouding tussen voorganger en gemeenteleden is een totaal andere dan die tussen een geestelijk verzorger en gedetineerden of personeel. De overstap zal toch niet eenvoudig geweest zijn. Ik heb lang gewikt en gewogen: helemaal terug naar de kerk? Maar dan zou ik vast en zeker de boevenwereld missen, en later terugkomen leek uitgesloten. En ik was ook enigszins bevreesd voor het gemis van de stress van de inrichting, waar in de gemeente de diepgang toch gemiddeld minder is en de heftigheid van de pastorale problematiek geringer. Vandaar de keus voor de combinatie. Ik ervaar het als een voorrecht dat ik zoiets überhaupt kon kiezen en dat
rampen als een straf van God. Toch lukt het meestal wel om daarover in gesprek te raken en een gemeenschappelijke taal te vinden die de verschillen overstijgt. In mijn eigen achtergrond speelde de “bevindelijkheid” ook een rol. Dat helpt me deze mensen te verstaan. Ik probeer achter die orthodoxe geloofstaal te zoeken naar de “binnenkant” van het geloven. Waarom zijn die formuleringen mensen zo dierbaar? Wat is de pastorale boodschap die opgesloten zit in die “antieke” bewoordingen? Heel anders ligt het in de bajes: Daar kom je weinig zo’n combinatie in ons vak het eerste bezoek aan mensen ook onechtheid natuurlijk: verwoord geloof tegen. een reële optie is. allicht kerk en geloof expliciet boeven die alleen maar Enkelen onderscheiden zich, aan de orde; in latere gesprek- mopperen over politie, justitie, een Jehova’s getuige, iemand Je hecht veel waarde aan ken is dat vaak wat minder de inrichting, soms ook nog de die bij de pinkstergemeente pastoraat, maar vind je niet duidelijk het geval, tenzij de familie en de vrienden, noem terecht gekomen is, of mensen dat het in de bajes vaak over situatie sterk verandert (door maar op, zonder ooit echt in die in orthodox-christelijke van alles en nog wat gaat? ziekte o.i.d.). Maar de “koetjes de spiegel te durven kijken. De afkickcentra hebben gezeten. Het is waar: in de bajes komen en kalfjes” ontbreken in de hypocriete manier van jezelf Maar dat zijn uitzonderingen. ontzettend veel praktische bajes, en ik vind dat in de regel buiten schot houden. Maar zo Velen hebben nog wel wat vragen naar je toe: kleding, geen gemis, integendeel. Je zijn er ook gemeenteleden die meegekregen (en dan denk ik bellen, bezoek, rechtsgang, plonst er gelijk in; en dat afgeven op de kerk of de vooral aan onze “rijksgenoenzovoorts. Maar ik heb toch maakt het werk tegelijk ambtsdragers, op de vorige ten”), maar het kost hen het gevoel dat het me regelma- efficiënt en zwaar. dominee, of klagen over de moeite om het onder woorden tig wel lukt om als “geestetemperatuur in de kerk, noem te brengen. En àls dat al lijke” werkzaam te zijn, en niet Kun je kwalificaties en maar op, zonder dat zij zich gebeurt, is het vaak een alleen als “verzorger”. Ik maak gevoelens als “echtheid” en ooit solidair verklaren met de mengelmoes van traditionele tijd voor levensverhalen, voor “authenticiteit” ook een christelijke gemeente in haar gelovigheid en algemeen het doorpraten over religieuze plaats geven in een vergelijreilen en zeilen. religieuze prietpraat. Hoe vaak opvoeding en achtergrond, king van de pastorale contachoor ik mensen niet zeggen: voor het doorvragen naar ten? Staat de vroomheid die je “er staat toch in de bijbel...” en bidden op de cel, en dromen. Op beide plekken heb ik het tegenkomt op gespannen voet dan komt er een uitspraak die En hoe er tegen God aangeke- gevoel dat in de regel mensen met je eigen beleving? echt niet bijbels is maar wel ken wordt, en wat er voor open en oprecht zijn. Het is Op beide werkplekken kom ik mooi klinkt. Het gaat dan vaak verband is met de eigen vooral een kwestie van de vormen van geloofsbeleving om toekomstbeelden of situatie en eventueel het juiste vragen stellen. Je moet tegen, die niet de mijne zijn. ethische voorschriften. Veel delict. Ze zitten ten slotte ook mensen uitnodigen (uitdagen Maar er is wel een verschil. In geloof in de bajes staat ver af bij me (en de collega’s) in de van de christelijke traditie. Ik Ik doe mijn best om de kerk en daar komen zulke probeer ermee om te gaan zaken uitdrukkelijk aan de zoals ik dat doe in de gemeengeloofsdimensie erin te houden orde. te: mensen uitnodigen om te Soms kom je niet zo veel soms) om zich te openen voor de gemeente gaat het dan om vertellen wat die voorstellinverder met die thema’s, en een echt en eerlijk contact, traditionele geloofsvoorstellin- gen voor hen betekenen, wat vervlakt het contact tot “hoe zonder hen te dwingen tot iets gen en een manier van hun angsten erbij zijn, of hun gaat het” en de gewone misère wat ze niet willen. Boeven en geloven die de mijne niet verwachting, waar het hen in het bajesleven, maar ik doe braveriken hebben evenveel (meer) zijn. Ik denk dan raakt en of het hen op een mijn best om die geloofsdibehoefte aan een luisterend bijvoorbeeld aan mensen die zinvol spoor zet. mensie erin te houden. En al oor en een kritisch-solidair weglopen met Johannes de lukt dat niet steeds, ik heb een meevoelen en -zoeken. Ik Heer (geen familie), met een In de inrichting en in de goed gevoel over de mate proef binnen en buiten een grote nadruk op de verzoening gemeente leid je kerkdiensten. waarin het wel lukt. groot verlangen naar het delen en dus het kruis en het bloed Is dat een wereld van verschil? In die zin is het ook weer niet van de dingen van het leven van Christus, of mensen met Als ik een preek schrijf voor de zo anders als het gemeentedie er werkelijk toe doen. eenvoudige voorstellingen op gedetineerden, rolt er een heel pastoraat. Ook daar komt bij Maar op beide plekken vind ik het gebied van ongelukken en ander verhaal uit dan wanneer
Zandschrift Magazine - Voorjaar 2005 - pagina 23
In dit artikel graag nog een aantal zinnen schrappen, dan kan ik het op 1 pagina kwijt. gedetineerden is praktisch louter toepassing. In de gemeente zit er meer uitleg in. Buiten kun je meer kwijt omdat de druk op de ketel minder groot is; dat kan dus een voordeel zijn: het hoeft in de regel niet allemaal direct
natuurlijk van gedetineerden, zij zijn niet objectief), voor mij betekenden ze een aanslag op mijn (aangeleerde) ontzag voor “wie over ons gesteld zijn”. Maar het blijken uiteindelijk toch ook gewoon mensen met alle fouten en
De koetjes en kalfjes ontbreken
het voor de gemeente bestemd is. Het is in veel opzichten anders: een andere gedachtelijn, andere taal, andere zinsbouw en een andere lengte natuurlijk! Het één bepaalt het andere ook: een preek die maximaal tien minuten mag duren, moet snel ter zake komen en een duidelijke structuur hebben. Maar het “publiek” speelt een hoofdrol. Gedetineerden zijn vaak met heel andere dingen bezig dan mensen die hun gewone leven leiden. Zaken als isolement, verbondenheid met anderen, toekomst, gevoelens als frustratie, boosheid, angst, onzekerheid, spelen een belangrijke rol. Ik denk dat ik in mijn preken steeds probeer door te geven wat voor mij in het geloof wezenlijk is: aanvaarding ondanks alles, kansen die benut kunnen worden, uithoudingsvermogen in een leven en een wereld die niet altijd zo maakbaar zijn als wij zouden willen. De mensen buiten zijn ook wel met die dingen bezig, maar hun horizon ligt anders, is breder. In de tijd dat ik fulltime in de bajes werkte miste ik wel eens de gelegenheid wat bredere
toepasbaar te zijn In de bajes is er permanent wat een uitzondering is in de gemeente: een situatie van opwinding, stress, rampen. Het is als bij een begrafenis: dan zitten mensen ook niet te wachten op gedegen exegese, ze willen een pastoraal, warm en bewogen verhaal. Maar mijn bajeservaring is ook vruchtbaar voor het werk in de gemeente. Het komt erop aan “ad hominem” te preken. De theologische informatie door boodschap wil het hart raken! te geven. Ik ben blij dat ik in En dat lukt binnen haast mijn gemeente daar weer iets vanzelf en spelenderwijs. Dat van kwijt kan, dat mensen neem ik ook wel mee naar de gevoelig zijn voor subtiel gemeente. Maar daar komt woordgebruik, voor liturgische iets bij. Je doet buiten bij het taal, voor wat meer diepgang. preken wat meer beroep op het verstand van de mensen. Bij de presentatie van het En dat is ook wel erg leuk. boek van Oskamp kwam een bekend thema ter sprake, De rol van vrijwilligers is “Eigenlijk zou je toch iets van natuurlijk heel verschillend. die kerkdienst in de bajes Buiten en binnen zijn ze even moeten kunnen exporteren hard nodig. Buiten kan ik niet naar de gemeente”. Maar zonder ze omdat de kerk geen ervaringen van collega’s zijn, domineeskerk mag zijn. De dat je soms wel behoorlijk wat vrijwilligers binnen zijn even van een bajeskerkdienst in de onmisbaar. Ze beelden uit dat gemeente kunt gebruiken, de dominee in zijn eentje de maar als je eerst een gemeen- kerk niet is, en dat in de kerk tekerkdienst hebt voorbereid, belangeloze inzet bestaat voor laat zich dat maar heel mensen die buiten beeld moeilijk overplaatsen naar de geraakt zijn. bajes. Jij pendelt heen en weer. Hoe werkt dat bij jou? Geestelijk verzorger bij Het is waar: een preek van justitie is een vak apart. Wat “binnen” kun je zomaar heb je vooral nodig om het “buiten” gebruiken. erin uit te houden? Waarom dan niet omgekeerd? Een dikke huid. Wat mij veel “Binnen” kun je maar beperkt moeite heeft gekost, is het je kennis kwijt. Exegetische plaatsen van al de verhalen die aardigheidjes, theologische je hoort over gezagsdragers spitsvondigheden, daar zitten (politie, justitieambtenaren, gedetineerden niet op te rechterlijke macht, advocawachten, gewone kerkgangers tuur). Ook als ik er rekening (soms) wel. Is dat het mismee houd dat die verhalen schien? Een preek voor maar deels kloppen (ze komen
pagina 24 - Zandschrift Magazine - Voorjaar 2005
gebreken die mensen eigen zijn, inclusief wat kwalijke trekjes die je bij mensen in die positie niet zou verwachten. Heeft het vak je nog iets geleerd waar je verder je voordeel mee doet? Het voordeel van het werk in een penitentiaire inrichting is beslist dat je leert werken binnen bepaalde grenzen. Als de deuren dicht gaan houdt het werk op en als je de poort uitloopt stopt je baan. Dat is anders in de kerk: dominee in een gemeente zijn kent geen natuurlijke grenzen. Ook als je even vrij bent; wanneer de telefoon gaat ben je direct weer in je rol. Na een flink aantal jaren alleen justitie ben ik beter in staat om regelmatig even mijn dominee zijn los te laten. Toch is het binnen niet allemaal goud wat er blinkt. Toen ik in de bajes begon, verlangde ik er hevig naar om ‘s avonds vrij te zijn; en toen ik vrije avonden had, vond ik het moeilijk om ze creatief in te vullen; al te vaak kwam ik (moe als ik was na een dag binnen) niet verder dan de fauteuil voor de TV. Dan is avondwerk als dominee eigenlijk toch veel leuker! Ik noem twee kreten waarin ik één en ander pleeg samen te vatten: In de bajes heb je meer vrije tijd, in de kerk meer vrijheid. Eerst ben ik 22 jaar “dominee” geweest, en toen ik bij justitie kwam, had ik een “baan”. Het eerste ben je, het tweede heb je. Nu ben ik dominee en ik heb ook nog een baan. ■
Geestelijke Verzorging
Een vak apart, dus ook een opleiding apart?
D
e laatste tijd haalde de opleiding tot islamitisch geestelijk verzorger regelmatig het nieuws. Nadat de regering zich actief met de totstandkoming van een dergelijke opleiding had bemoeid, kwamen daarna, en onder die druk, de moslimorganisaties met hun eigen plannen. Deze hele discussie brengt de vraag of geestelijke verzorging inderdaad een apart vak is terug bij de opleidingen, en of daar iets van dat aparte is terug te vinden. Zandschrift Magazine hield een verkenningstocht langs verschillende opleidingen.
ook als deel ziet van de theologische opleiding, maar dan als “geestelijk functioneren van mensen in instellingen en organisaties.” De oude Rijksuniversiteit Leiden bied je na een bachelor theologie een complete masters opleiding geestelijke verzorging. Volgens deze universiteit kun je dan in categoriaal werk aan de slag en eventueel in kerken. Deze opleiding is eenww samenwerkingsverband van de theologische faculteit Leiden, de kerkelijke opleiding van de PKN en de Universiteit voor Humanistiek. Vergeleken met de masters theologie wordt er meer aanOvervloedig aanbod dacht besteed aan psychologie (ontwikWie als student op zoek is naar een kelings-, godsdienst-, psychopathologie) opleiding om geestelijk verzorger te en ethiek (zorg- en medische); verder worden heeft een relatief ruime keuze als wordt er stilgestaan bij geestelijke het gaat om de spreiding in het land. Als verzorging in multireligieus perspectief, student hoef je niet echt ver van huis. wat in concreto wil zeggen dat er een In het noorden kun je terecht bij de collegereeks is over geestelijke verzorging Rijksuniversiteit Groningen. Na je vanuit de diverse religieuze hoofdstrobachelor in christelijke theologie kun je mingen in Nederland. een masters opleiding geestelijke verzorDe Universiteit van Tilburg biedt een ging halen. Deze richt zich vooral op masters opleiding Geestelijke Leiding aan werken in de gezondheidszorg en voor pastores, predikanten en geestelijk daaraan verwante instellingen. In het cur- verzorgers, waarbij de laatsten worden riculum is ruim aandacht voor ethiek, verondersteld buiten een strikt kerkelijke psychopathologie en godsdienstpsychosetting te werken. Wat volgens deze logie. Indien je ook in aanmerking wil opleiding het verschil is of de verhouding komen voor werk waar een ambtelijke tussen pastoraat en geestelijke verzorging gebondenheid vereist is, word je verwekon ik in de gauwigheid niet achterhalen. zen naar de desbetreffende kerkelijke De Fontys Hogeschool in Sittard biedt ten opleidingen en de Universiteit voor slotte binnen de studie Theologie & Humanistiek. Levensbeschouwing een bachelor Aan de Theologische Universiteit opleiding geestelijke verzorging aan naast Kampen behoort de geestelijke verzoreen opleiding tot kerkelijk pastoraal ging tot de praktisch-theologische variant werker. Het verschil tussen deze twee binnen de masters opleiding, waartoe ook vierjarige opleidingen lijkt zeer minimaal: de varianten Predikantschap en Godshet vak ‘ecclesiologie/sacramentenleer’ dienstonderwijs behoren. Deze universi- wordt bij geestelijke verzorging vervanteit weet verder te melden dat het gen door ‘symbolen en rituelen’, en definitieve programma nog niet vaststaat. ‘moraaltheologie’ is vervangen door Wat de Theologische Universiteit ‘sociale ethiek’, verder heeft de richting Apeldoorn te bieden heeft op het terrein geestelijke verzorging dan wel nog het van geestelijke verzorging is me tijdens vak ‘gespreksvoering’. mijn zoektocht duister gebleven. De Radboud Universiteit in Nijmegen Toch niet zo apart? biedt binnen het masters theologie een Hoe ruim de geografische spreiding ook opleiding geestelijke verzorging aan is, zo beperkt lijken de verschillen tussen binnen de specialisatie Pastorale Studies. de verschillende opleidingen. Want het Geestelijke verzorging staat hier als aanbod zo overziende kan de conclusie beroepsvariant binnen de theologie naast niet anders zijn dan dat de opleidingen de varianten basis- en categoriaal geestelijke verzorging overal nog heel pastoraat. nadrukkelijk voortborduren op en In Amsterdam kun je terecht bij de Vrije verbonden zijn met een theologische Universiteit, die de geestelijke verzorging opleiding. Bijna overal is het een masters
opleiding die volgt op een bachelors theologie. En waar dat niet het geval is, zoals bij de Fontys Hogeschool, is het verschil tussen de kerkelijke en de geestelijke verzorging opleiding schrikbarend gering. Het doorslaggevende onderscheid ligt in de te verwachten werkkring: niet (strikt) binnenkerkelijk, maar eerder in (al of niet geseculariseerde) maatschappelijke instellingen en organisaties. Dit vindt natuurlijk ook zijn vertaling in het cursusaanbod, waarbij de ruime aandacht voor ethische en psychologische invalshoeken het geïntegreerd kunnen werken in deze instellingen/organisaties moet vergemakkelijken.
Tot slot: terug naar de actualiteit Ook bij de zo in het nieuws zijnde ‘imamopleiding’ gaat het in feite om een masters opleiding islamitische geestelijk verzorging binnen een opleiding islamitische theologie. Een achterliggende, maar belangrijke vraag blijft natuurlijk waar een opleiding nu daadwerkelijk voor opleidt. Voldoet een opleiding aan een maatschappelijke wens of leidt ze op tot werkeloosheid? Veel moslimorganisaties hebben reeds uitgesproken dat ze vinden dat de VUopleiding geen maatschappelijke basis heeft en ze daarom opleidt tot werkeloosheid. Deze redenering lijkt echter te eenvoudig. Immers, de regering lijkt in te zetten op de verwachting dat de mensen met de VU-opleiding terecht kunnen in de geseculariseerde instellingen en organisaties, en dat die in feite als werkgever zullen gaan optreden. Daar ziet zij op dit moment het maatschappelijk draagvlak voor deze opleiding, niet bij de moslims zelf. Daarmee zet de regering in beginsel het islamitisch maatschappelijk middenveld buitenspel dan wel onder druk. Dat de moslimorganisaties zich dit realiseren blijkt uit het feit dat tijdens een bijeenkomst op 19/20 februari besloten is nog dit jaar tot concrete plannen voor een ‘eigen’ islamitische opleiding te komen. De toekomst zal uitwijzen hoe deze twee opleidingen met ieder een eigen en ander maatschappelijk draagvlak zich tot elkaar gaan verhouden. Voor de verhouding tussen overheid en religieuze stromingen zijn het in elk geval aparte tijden, met een overheid die op deze manier geestelijke
Zandschrift Magazine - Voorjaar 2005 - pagina 25
Berichten uit het Buitenland Professor Harry R. Dammer (USA)
“Onafhankelijk onderzoek naar de rol van religie in gevangenissen is bijna niet mogelijk” door Hittjo Hummelen - Op
27 augustus 2004 hebben Fons Flierman en ik een ontmoeting gehad met Prof. Harry R.Dammer van de University of Scranton, USA. Deze universiteit is gesticht door de Jezuïeten, en heeft nog steeds een duidelijke roomskatholieke traditie.
H
arry Dammer doet in de Verenigde Staten wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van ‘religion in prison’. Hij heeft een werkboek gemaakt, hoe om te gaan met ‘Religion in Corrections’, bestemd voor personeel en (kerkelijke) vrijwilligers. Dit in opdracht van het gevangeniswezen. Andere belangrijke publicatie’s: ‘The role of the prison chaplain in rehabilitation’. Conclusie: de rol van gevangenispastor is heel steunend in het resocialisatieproces en pastoral counseling draagt veel bij tot vermindering van recidivisme. Verder zijn er aanwijzingen, dat het een succesvolle benadering is om in het pastoraat pastoral counseling met andere therapeutische benaderingen te combineren . ‘The reasons of Religious Involvement in the Correctional Environment’: onderzoek naar motieven van gedetineerden om actief te zijn in ‘religie’. Inderdaad kunnen er voor gedetineerden heel veel redenen zijn om zich tijdens de detentie met het geloof bezig te houden. Dammer verdeelt die redenen onder in eigenlijke en oneigenlijke motieven. Hij rubriceert ze met het oog op het maken van religieuze programma’s in gevangenissen, en hij probeert criteria te vinden waarmee
afhankelijk van de politieke partij, die op dat moment aan de macht is: republikeins of democratisch. Over scheiding van kerk en staat gesproken... Deze opmerking maakt ook duidelijk dat de rol van bijvoorbeeld Prison Fellowship International (PFI) een heel andere is dan hoe wij het kennen in zijn Europese vorm. gedetineerden kunnen worden georganiseerd en functioneert In bijna elke gevangenis zijn geselecteerd voor dergelijke in Amerika en Europa. Als allerlei religieuze organisaties programma’s. Het is voor hem deze zaken ook nog eens actief, die net als bij ons de duidelijk, dat religieus bezig samenkomen, dan liggen de kerken, het recht hebben om zijn voor gedetineerden gezien misverstanden voor het binnen te komen. Vaak kan worden als een antwoord oprapen. Zoals we op het worden ze beoordeeld op het op het negatieve effect van ogenblik ook merken aan de programma dat zij gedetineergevangenschap: steeds grotere verschillende opvattingen over den te bieden hebben. Zo zijn isolering (deprivation) zowel vrijheid van godsdienst en er naast PFI meer dan honin psychologische als in scheiding tussen kerk en staat. derd van dergelijke organisafysieke zin. De suggestie dat Aan beide zijden wordt met ties. Ze werken onafhankelijk gevangenen deelnemen aan verbazing gereageerd op de van andere religieuze organireligieuze activiteiten om wijze waarop de politiek saties, zoals de kerken. Dit eerder in aanmerking te omgaat met geloof en ‘kerk’. betekent dat zij in de praktijk komen voor allerlei mildere In dit opzicht was het gesprek volledig naast het officiële regiems of eerdere vrijlating, van Harry Dammer met ons gevangenispastoraat functiokan volgens Dammer op basis zeer verhelderend. neren. Het justitiepastoraat is van zijn empirisch onderzoek er in veel gevallen alleen maar, niet worden gestaafd. Terwijl De positie van religie in omdat de wet de directeur juist deze ideeën bij het gevangenissen in de VS verplicht hun aanwezigheid te personeel zó hoog scoren, dat We konden ons beperken tot organiseren. ze daardoor algemeen de gevangeniswereld over en aanvaard zijn (in ieder geval in weer. Wel waarschuwde de Religie georganiseerd naar de VS!) Verder verbaast heer Dammer ons, dat elke ras, kleur en cultuur Dammer zich erover hoe het Amerikaanse staat zijn eigen De negatieve zijde van de in mogelijk is dat de grote wetten en gewoontes heeft. Als mijn ogen tamelijk anarchistirelevantie van religie voor eerste viel het mij op dat uit sche, individualistische en gevangenen in criminologisch zijn onderzoek blijkt dat de ‘onverantwoorde’ wijze en sociologisch onderzoek nog gevangenen de geheimhouwaarop men in dit land religie steeds wordt verwaarloosd. dingsplicht niet als één van de beleeft, wordt in de gevangeEen goed overzicht van de belangrijkste factoren noenis heel duidelijk: door Amerikaanse gevangenissitumen, terwijl dit in Nederland gebruik te maken van hun atie bieden zijn artikelen die één van de belangrijkste recht om samen te komen om ook op het internet te vinden redenen is om met een hun religie te kunnen uitoefezijn: ‘religion in Corrrections’: geestelijk verzorger in de nen, organiseren de gedetihttp://academic.uofs.edu/ gevangenis contact te zoeken. neerden hun eigen geloofsfaculty/DAMMERH2/religion. Het begrip geheimhoudingspraktijk. Zo heb je in de html. Ze hebben mij een schat plicht bestaat in de VS gevangenis blackpower van informatie gegeven over helemaal niet zoals bij ons. De religion groups, witchcraft, hoe totaal verschillend de gevangenispastor is een satanism and spiritualism gevangenissystemen zijn ambtenaar, die gezien wordt groups etc. meestal georganienerzijds in Amerika en als een verlengstuk van de seerd langs de lijnen van ras, anderzijds in Europa en directeur. Zijn benoeming is kleur en cultuur. Vaak worden Canada. En ook hoe totaal niet zelden afhankelijk van religieuze middelen en verschillend ‘religie’ is vriendjespolitiek, en is vaak rituelen gebruikt als in trance
pagina 26 - Zandschrift Magazine - Voorjaar 2005
raken, zodat andere verslavingsmiddelen overbodig worden. Op grond van deze inkijk in de positie van religie in Amerikaanse gevangenissen is het mij meer duidelijk geworden waarom een organisatie als de IPCA (International Prison Chaplain Association), die als doelstelling heeft de bevordering van de kwaliteit van het gevangenispastoraat, geen voet aan de grond krijgt in Amerika. In hele wereld heeft IPCAWordWide vertegenwoordigers, behalve in de Verenigde Staten. Het brengt mij er ook toe om de PFI zoals die in Amerika functioneert veel positiever te waarderen, omdat zij daar een tegenkracht vormen tegenover de veel radicalere groepen. Wij (IPCA-Europe prisonchaplains) hebben tijdens een conferentie in Estland een staaltje meegemaakt van een leider van zo’n radicale groep uit Amerika: door hem werd ons als gevangenispastores de hel aangezegd als wij op onze beurt niet de hel zouden aanzeggen aan alle gedetineerden die zich niet willen bekeren. Trouwens, de rol die de PFI in Oost-Europa in het verleden speelde is te vergelijken met hun rol in Amerika, toen er onder het communisme nog niet of nauwelijks sprake was van gevangenispastoraat. Onafhankelijke groepen als de PFI overgewaaid uit Amerika, kregen destijds wel voet aan de grond in de gevangenis. Nu na de val van de muur de kerken weer een sociale rol kunnen en willen vervullen, leidt de aanwezigheid van de PFI geregeld tot een gespannen relatie met de kerkelijk aangestelde geestelijk verzorgers binnen de gevangenissen.
Wetenschappelijke onderzoek: afhankelijk van een sponsor De heer Dammer vertelt, dat onafhankelijk onderzoek doen naar de rol van religie in de Amerikaanse gevangenis bijna
niet mogelijk is. Je bent in de Verenigde Staten afhankelijk van sponsors. Hij doet wel onderzoek, maar er is bijna geen geld voor te vinden, omdat de uitslag niet zelden als bedreigend wordt ervaren voor de eigen sponsor. Bovendien is hij om aan sponsors te komen op het ogenblik ook van de verkeerde politieke partij! En heb ik het gevoel, dat hij op het ogenblik om dezelfde reden ook niet lid is van de juiste kerk: de Katholieke Kerk. Hij vertelde by the way hoe groot de impact is van de schandalen, die de katholieke kerk treffen in de Verenigde Staten. Dat is dus allemaal ook belangrijk. Hij kijkt met jaloerse ogen naar de Nederlandse onderzoeksmogelijkheden zoals het empirisch promotieonderzoek dat Fons Flierman doet aan de Universiteit van Nijmegen. In Amerika zijn er drie onderzoeken gedaan naar de effecten van religie in de gevangenissen, betaald door de PFI. Het wetenschappelijk gehalte hiervan valt de heer Dammer voor honderd procent mee, maar hij kan zich voorstellen dat in onze ogen zo’n onderzoek in zijn afhankelijkheid weinig waarde heeft. Het succesgehalte is niet overtuigend.
heer Dammer reageerde enthousiast. Helaas werd ik teruggefloten. De Canadese voorzitter Pierre Allard heeft vooralsnog besloten dat de heer Dammer als spreker niet in de opzet van de conferentie past. Dit vind ik niet alleen niet leuk, maar het baart mij ook zorgen over de weg die IPCA-WW blijkbaar wil gaan. Op de laatste conferentie in Zuid-Afrika in 2000 hebben wij als de Europese sectie al aangegeven, dat wij niet
Ik ben daarom bang voor een herhaling tijdens de komende conferentie in Montreal. Het thema is: ‘wij zijn niet alleen...’, duidelijk gericht op bemoediging voor de vele collega’s, die in isolement hun werk moeten doen. Wie de sprekers zijn en ook de verdere invulling van het onderwerp is nog niet bekend. Reden voor mij om te wachten met iedereen op te roepen om daar heen te gaan, en ik heb de indruk dat onze hoofden
zoveel zien in een IPCA, dat niet veel verschilt van een organisatie als de PFI. Volgens ons heeft zo’n organisatie geen bestaansrecht. We willen een organisatie voor professionals, die aan kwaliteitsverbetering doet. We willen een organisatie, die de banden met kerken en met de maatschappij (met name met het Wat nu met de IPCA verder? gevangeniswezen) stevig Één van de doelen van het aanhaalt, en om de kerken en gesprek met de heer Dammer de overheid te houden aan was om hem te vragen of hij hun verantwoordelijkheid beschikbaar zou willen zijn als voor de christelijke presentie gastspreker op de conferentie in de gevangenissen. van IPCA-WordWide, 20 Op de conferentie in Zuid augustus dit jaar in Montreal. Afrika was zeker 80% van de Deze invitatie zou tevens mijn aanwezigen als vrijwilliger laatste actie zijn als bestuurs‘active in prison ministry’ en lid van IPCA-WW. In Berlijn lid van de PFI, maar geen tijdens de bestuursvergadering ordained prison chaplain. Het van mei 2004 was het idee op leek er op dat de tijd die zich aanvaard. Het leek mij besteed werd aan worshipping nuttig om voor de aanstaande belangrijker was dan de zorg conferentie een wetenschapom kwaliteitsverbetering. per uit te nodigen, die in staat Maar op die wijze maakt de zou zijn om ons een spiegel IPCA zichzelf overbodig, voor te houden. Goed voor de omdat dan zowel nationaal in kerkelijk verband als in organiverbetering van de kwaliteit van het gevangenispastoraat, saties zoals de PFI hetzelfde onze hoofddoelstelling. De nog beter kan worden gedaan.
eveneens twijfels hebben over de vraag of ze mensen naar een conferentie moeten sturen waarvan ze nog niet weten wat we er kunnen halen of brengen. De conferentie is van 20 tot 24 augustus in Montreal, Canada.
Europees gevangenispastoraat Ik ga U in Zandschrift Magazine op de hoogte houden van internationale ontwikkelingen in het gevangenispastoraat. Ik doe dat dan vanuit het protestantse perspectief. Zolang ik er zelf nog bij betrokken ben, wil ik dat graag doen. Bovendien geeft het mij de gelegenheid de lijnen uit het verleden door te trekken. Ook de ontwikkelingen binnen Europa blijven interessant, omdat het werk ons de gelegenheid geeft de contacten met de collega’s te onderhouden en elkaar van dienst te zijn om een visie te ontwikkelen, wat Europees gevangenispastoraat zou kunnen betekenen ook in oecumenisch perspectief. ■
Zandschrift Magazine - Voorjaar 2005 - pagina 27
Paus over interculturele Integratie Bij gelegenheid van Wereld migrantenen vluchtelingendag, 16 januari j.l. verstuurde paus Johannes Paulus II een boodschap over interculturele integratie. In het document Erga Migrantes Caritas Christi wordt integratie niet gepresenteerd als assimilatie dat migranten voorhoudt dat ze hun eigen culturele identiteit moeten onderdrukken of vergeten. Nee, immigranten dienen contact met anderen te gebruiken om hun eigen ‘geheim’ op het spoor te komen. Elkaar leren kennen, een lang proces dat erop gericht is samenlevingen en culturen te scheppen, die meer en meer een reflectie zijn van de veelzijdige gaven van God aan mensen. Integratie zal ‘oprechte integratie’ moeten zijn, aldus de kerkvorst. De rol van christenen kan er een zijn van wederzijds begrip. “Als men coherent is, zal een christen het evangelie aan de hele schepping verkondigen (Mk. 16,15).
Natuurlijk zal hij dat doen in respect voor anderen, altijd met de methode van de caritas, zoals de H. Paulus de eerste christenen al voorhield (Ef. 4, 15)... Als ‘wachters voor de morgen’ moeten christenen, boven alles, luisteren naar de schreeuw om hulp, die komt van een aantal migranten en vluchtelingen. Daarenboven dienen ze in actieve betrokkenheid vooruitzichten van hoop te organiseren naar een meer open en ondersteunende samenleving. Het is aan hen om Gods aanwezigheid in de geschiedenis gestalte te geven, zelfs als alles in duisternis lijkt te worden ontwikkeld”. ■
Zeebeving In Nederland is de JRS nauwelijks actief. De JRS-Europa directeur heeft daar wel een verklaring voor. “In Europa werken minder dan honderd van onze mensen, van wie de helft in Portugal en Italië. Vooral dáár zijn we nodig. Maar in Nederland hoeft de JRS niet te zijn. Je hebt daar genoeg organisaties die voor vluchtelingen werken. Waarom zou je dat nog eens over doen? Je kunt dan beter bijspringen op de plekken waar de nood het hoogst is.” Eén van die plekken is Zuid Oost Azië, waar de zware zeebeving van 26 december 2004 meer dan 280.000 slachtoffers heeft gemaakt. De JRS kan daarbij een beroep doen op medewerkers die al jaren werkzaam zijn voor politieke vluchtelingen op Sri Lanka en in Atjeh. Stuyt: “Onze mensen daar zijn afkomstig uit die regio. Ze weten hoe noodhulp werkt. Toen ik rond Nieuwjaar contact had met Cordaid, merkte ik dat de JRS bekend is van eerdere contacten. De hulporganisatie heeft veel vertrouwen in onze inzet ter plaatse.” Info: www.jrs.net (bron: rrk.nl).
Jezuïeten steunen uitgeprocedeerden Steun aan uitgeprocedeerde asielzoekers in gesloten centra. Dat is de komende drie jaar het speerpunt van het vluchtelingenwerk van de jezuïetenorde in Europa. De wereldwijd opererende Jesuit Refugee Service (JRS) bestaat in 2005 vijfentwintig jaar. Sinds afgelopen zomer is de Nederlander Jan Stuyt s.j. directeur van de Europese JRS-afdeling. Hij maakt zich zorgen over de vluchtelingen die Nederland uit moeten. “Denk aan gezinnen en alleenstaanden die niets strafbaars gedaan hebben en toch opgesloten zijn in een grenshospitium of in het Justitieel Centrum Willem II in Tilburg.” Nederland is niet het enige Europese land waar asielzoekers van hun vrijheid worden beroofd. “Overal in Europa zijn er gesloten centra gekomen”, zegt Stuyt. “In sommige landen kun je wel 18 maanden vast zitten zonder veroordeling en zonder strafbaar feit te hebben begaan. Dat criminelen worden opgesloten en uitgezet is één ding. Maar dat moeders met kleine kinderen in zulke centra zitten, dat is onbegrijpelijk. Dat moet anders kunnen.”
Geen gevangenis voor diefstal in het Vaticaan
Het Vaticaan heeft voor het eerst in zijn geschiedenis misdaadcijfers bekendgemaakt. In 2002 werden in het pauselijke stadstaatje 608 misdrijven gerapporteerd. Meer dan 90 procent van de daders kon niet worden gearresteerd. Het gaat vooral om diefstal. Miljoenen pelgrims en toeristen bezoeken ieder jaar het Vaticaan en vormen een aantrekkelijke prooi voor zakenrollers en tasjesdieven. Het is “schandalig” slecht gesteld met het Daarnaast pleiten zij voor een verbetering Behalve diefstal zijn er ook enkele Britse gevangeniswezen. Dat stelt de van de geestelijke zorg, omdat een groot gewelddadige incidenten gemeld. bisschoppenconferentie van Engeland en percentage van de gevangenen te Wales in een rapport over het Britse kampen heeft met psychische probleDe daders komen er met een geldboete strafbeleid. De bisschoppen roepen de men. De maatschappij moet uiteindelijk redelijk gemakkelijk vanaf. In Vaticaanregering op het gevangeniswezen radicaal de rekening betalen, schrijven de stad, dat 0,44 vierkante kilometer omvat, te hervormen. Het rapport A Place of bisschoppen, want tweederde van de bestaan geen gevangenisstraffen. Ook Redemption werd in de gevangenis van veroordeelden vervalt weer in misdaad. heeft het geen gevangenis. De beveiliging Brixton aangeboden door kardinaal Er moet een verandering in attitude van Vaticaanstad is voornamelijk in Cormac Murphy-O ÐConnor aan komen rekening houdend met het doel handen van de zogeheten Zwitserse staatssecretaris Paul Goggins van van straffen. Dat kan niet alleen punitief Garde. Het korps telt bijna honderd gardisten. Sinds 1994 gelden financiële strafzaken. Het document verwijt de zijn, maar zal ook hervormend en bewindvoerders dat de gevangenissen rehabiliterend moeten zijn. Het rapport straffen voor misdadigers in Vaticaanovervol zijn. Gevangenen krijgen steeds roept ook de katholieke gemeenschappen stad. Zo wordt een diefstal uit een minder gelegenheid om studie en arbeid op meer betrokken te zijn op gevangenis- supermarkt gestraft met een boete van te verrichten. Er dient een betere behansen en haar vrijwilligers. (Bron: o.a. drie keer de waarde van het gestolen deling voor drugsverslaafden te komen. Katholiek Nederland). ■ goed. ■
“Toestand Britse gevangenissen schandalig”
pagina 28 - Zandschrift Magazine - Voorjaar 2005
Project streeft naar verbondenheid met gedetineerden
“Tralies uit de weg” aan tweede editie toe MECHELEN - ʻTralies uit de wegʼ is in het vicariaat Vlaams-Brabant en Mechelen aan zijn 2de editie toe. Met een reeks gespreksgroepen streeft dit project naar wederzijdse verbondenheid tussen gedetineerden en mensen van buiten de gevangenis. Vanuit evangelische inspiratie wil het voor gevangenen ruimte scheppen voor zingeving en levenskwaliteit. Tegelijk is het een concrete invulling van de zorg voor een gemarginaliseerde groep in de samenleving. In 2001 opgestart in Brugge, ging het gevangenisproject een jaar later ook in het vicariaat Vlaams-Brabant en Mechelen van start. Dit gebeurde vanuit een samenwerking tussen de Katholieke Aalmoezeniersdienst bij het gevangeniswezen en het Centrum voor Christelijk Vormingswerk (CCV), met ondersteuning van de Interdiocesane Dienst voor Gezinspastoraal. Tot nu toe werd het project georganiseerd in de Centrale gevangenis en in de Hulpgevangenis van Leuven en in de Gevangenis van Mechelen. Het concept is eenvoudig. Vier tot zes vrijwilligers en evenveel gedetineerden vormen samen een gespreksgroep, onder leiding van een gespreksleider en in aanwezigheid van de gevangenisaalmoe-
zenier. Vrijwilligers en gedetineerden ontmoeten elkaar op de eerste plaats als ‘medemens’. De gelijkwaardigheid van mensen is het basisprincipe van de bijeenkomsten. Elke gespreksgroep kent een cyclus van vier tot zes bijeenkomsten, afhankelijk van de gevangenis. De bijeenkomsten duren telkens twee uur en vinden plaats buiten het rechtstreekse oog van het bewakingspersoneel. De gespreksonderwerpen zijn diepmenselijke thema’s, die een brug slaan tussen ‘mensen van buiten’ en ‘mensen van binnen’. Ze worden doorgaans gekleurd door de ervaringen van de deelnemers, die overigens alleen mekaars voornaam kennen. Voor heel wat gevangenen is het een openbaring dat mensen van ‘buiten’ bereid zijn naar hen te luisteren, met hen te praten, hen nabij te zijn. Ze zijn verrast niet beoordeeld of veroordeeld te worden. Voor hen is de gespreksgroep als een ‘vrijplaats’ waar ze kunnen en mogen zijn wie ze zijn. Emoties als pijn, verdriet, woede of wrok kunnen zij uiten zonder zich sterk te moeten houden voor hun omgeving. De vrijwilligers krijgen op hun beurt de kans om kennis te maken met een ongekende wereld waarover zoveel vooroordelen bestaan. Ze krijgen de kans genuanceerd te kijken naar en te praten
met medemensen, die ze al snel achter ‘de dader’ ontdekken. Ze zien dat de realiteit vaak veelkeuriger is dan de bestaande clichés. Vrijwilligers hebben voor de (kerk)gemeenschap bovendien een ‘profetische’ waarde: op de plaatsen waar zij komen, in hun alledaagse leven, kunnen zij tegen de gangbare opvattingen ingaan en als waarachtige getuigen optreden. Meer info, teksten en getuigenissen van gedetineerden en vrijwilligers is te vinden op de website www.gezinspastoraal.be, klikken op ‘Tralies uit de weg’. Bron: (RKnieuws.net) ■
Netwerk JRS De JRS is eind 1980 opgericht als een activiteit van de jezuïeten. De massale uittocht van Vietnamese bootvluchtelingen in 1979 maakte diepe indruk op de toenmalige algemene overste van de orde, Pedro Arrupe. Hij riep enkele provinciale oversten op om de helpende hand te bieden. Hier kwam het wereldwijde initiatief van de JRS uit voort. De JRS is nu actief in vijftig landen en telt ruim 500 medewerkers. Onder hen zijn ongeveer 100 jezuïeten, 85 andere religieuzen en meer dan 300 leken. In de loop der jaren is de JRS fors gegroeid. Dat hangt samen met de toename van het aantal vluchtelingen en ontheemden. Volgens statistische gegevens van de UNHCR, de vluchtelin-
genorganisatie van de Verenigde Naties, was het totale aantal vluchtelingen eind 2002 opgelopen tot ruim twintig miljoen. Sinds 1990 opereert de JRS ook in Europa. “Dat heeft te maken met het feit dat er de laatste decennia van de vorige eeuw steeds meer vluchtelingen en migranten naartoe zijn gekomen”, licht Stuyt toe. “Erkende vluchtelingen worden in Europa gelukkig goed opgevangen. De problemen ontstaan in de tijd vóórdat ze de erkenning hebben gekregen – als ze nog asielzoeker zijn, tijdens de jarenlange procedure – of als het asielverzoek wordt afgewezen, terwijl de mensen niet terug kunnen naar hun land.” De JRS biedt in Europa hulp aan groepen die net zijn aangekomen en aan mensen die illegaal
zijn geworden. “In beide groepen zitten mensen die wij beschouwen als echte vluchtelingen, maar die niet als zodanig zijn erkend”, aldus Stuyt. “Tussen vluchtelingen en illegalen is geen waterdichte scheiding.” Het integratieprobleem van allochtonen is de laatste jaren in Nederland in volle omvang duidelijk geworden. Stuyt: “De Kerk is voor christelijke migranten een geweldige manier om te integreren. Je leest in de kranten alleen maar over moskeeën die integratie blokkeren. Maar er staat nooit wat over de positieve rol die de Kerk speelt voor christelijke migranten. Ga maar eens kijken in Amsterdamse parochies!” ■
Zandschrift Magazine - Voorjaar 2005 - pagina 29
Kunst in de Kerk
Just-linked
Een baaierd van licht
Kerken, geloofsgroepen en Pokémon P.R. Middelkoop - Op
dit moment zijn de boeken van Dan Brown (De da Vinci Code; Het Bernini mysterie, enz) erg populair. Vooral over De da Vinci code is veel te doen. Onlangs berichtte Trouw over een conferentie, die gehouden is aan de universiteit van Utrecht over de achtergronden van het boek1. Kerkleiders zouden van mening zijn, dat de veronderstellingen van het boek gelovigen aan het twijfelen zouden brengen.
M
I
n oktober 2003 ontstond in het team geestelijke verzorging van de P.I. Lelystad het idee om een Kerstfeest te organiseren voor alle gedetineerden uit de inrichting. Tijdens het brainstormen over het feest, samen met de mannen, werd duidelijk dat het een écht feest moest worden. Eerste kerstdag zou kerstmis worden gevierd, maar dit moest heelmaal anders, een écht feest. De bajesband No-Exit zou optreden, er zou een levende kerststal zijn met schapen, een ezel en geiten. Er zou samenzang zijn, en eten en drinken. Achter de dieren van de kerststal moest toch ook de heilige familie zijn... Dus gingen de mannen van de gevangenis op het SKW aan de slag. Een paar weken is een groep van zes man in de weer geweest om een kersttafereel te schilderen. Het moest een groot schilderij worden. En het is groot geworden, ongeveer twee bij twee meter. Op het
kerstfeest hing het achter de dieren. Daarna verhuisde het naar het stiltecentrum. Apetrots zijn de mannen op hun kunstwerk. Bij de voorbereiding op Pasen 2004 waren er een paar gedetineerden die vonden dat er ook een paasschilderij moest komen. Eén van hen, die tijdens de detentie heeft ontdekt te kunnen schilderen, opperde het plan. Ik heb hem een paar keer gesproken over de betekenis van Pasen en over zijn persoonlijke beleving bij de Opstanding. Al pratende is er bij hem een idee ontstaan hoe hij zou gaan schilderen. Hij heeft de vrije hand gekregen om zijn interpretatie van Pasen te schilderen. Een groot geel vlak waar vanuit de onderzijde het stralende licht stralend zijn weg zoekt en uitwaaiert tot een baaierd van licht. Dat alles vanuit de kracht van de Heilige Geest die als een alomvat-
pagina 30 - Zandschrift Magazine - Voorjaar 2005
tende kracht zweeft boven de Schepping en tot een nieuw Leven oproept en wekt. De Geest is zo groot en sterk dat Zij niet te vatten is binnen de grenzen van het schilderij, maar een alles overstijgende en grensverleggende Kracht is die mensen mag inspireren en aanblazen tot een Opstandig Leven. Het kan alleen Pasen worden omdat er eerst Goede Vrijdag is geweest. De schilder heeft dan ook de kruisen van Goede Vrijdag als een schaduw en vervagende aanwezigheid een plaats gegeven, omdat voor hem Goede Vrijdag en Pasen onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn en in elkaar Zin vinden. Na de plechtigheid op Goede Vrijdag heb ik samen met hem het schilderij in het stiltecentrum opgehangen. Prachtig zoals het daar aan de muur hing. Vol trots stond hij te glunderen. Toen wij klaar waren schreef hij uit het hoofd
psalm 23 in het intentieboek, en bad deze hardop. Het ontroerde mij. Op Stille Zaterdag ging hij met ontslag. Zijn kunstwerk is bij ons gebleven. Anton Overmars, Pastor P.I. Lelystad
■
aar wat heeft Dan Brown of hebben zijn boeken met Justitiepastoraat te maken, behalve dan dat het lezen er van ontspant en zo bijdraagt aan de vitaliteit van de pastor? Heel plat gezegd: in zijn boeken is sprake van complotten, hetzij tegen, hetzij door de kerk. En heel vaak leven er ook bij onze cliëntèle allerlei theorieën over de kerk of kerken, die zaken geheim zouden houden dan wel willen houden. Vaak hebben mensen “iets” opgevangen over dat de kerk zaken geheim houdt en als je dan een onderwerp uit de geloofstraditie of de Bijbel ter sprake brengt in een gespreksgroep kan het zo maar zijn, dat er rijp en groen allerlei commentaar over de tafel rolt. Zodoende was ik ook nieuwsgierig naar wat er op internet over de theorieën, die in de boeken van Dan Brown naar voren komen, gezegd wordt. Nu, dat is heel veel. Het leuke van internet is, dat je met een paar klikken midden in het “debat” zit over De da Vinci Code en andere boeken van Dan Brown. Als je via Google (een zoekmachine, die bij de meeste internetgebruikers wel bekend zal zijn) bijvoorbeeld “Priory of Sion” intypt krijg je meteen 48.500 hits. Meestal zijn de eerste tien of twintig voldoende om verder te zoeken2. Zo kom je er achter, dat Dan
Brown voor zijn boek behoorlijk geleend heeft uit andere boeken. Zelfs zoveel geleend heeft, dat de schrijvers van één van die boeken hem een proces hebben aangedaan wegens plagiaat.
Joods-zionistische samenzwering En al surfend van site naar site kom je o.a. het volgende tegen: Heel verhelderend is het materiaal hierover van het CESNUR (= Center for Studies on New Religions, www.cesnur.org). Dit centrum heeft een gigantische lijst van teksten en publicaties over allerlei godsdienstige bewegingen en groepen. Als je een beetje geïnteresseerd bent in wat mensen en groepen kunnen geloven dan moet je beslist eens op deze site gaan kijken. De index van onderwerpen loopt van African independant churches, African Pentacostalism, Anabaptism, Anthroposophy en De Mello (Fr. Anthony), Drewermann naar Rastafari of Witchcraft, White Supremacy Groups tot X-files. De index is een staalkaart van hedendaagse geloofsbewegingen en levensovertuigingen. Niet alle artikelen zijn even diepgravend of goed, maar het is wel leuk lezen. Om nog even bij de site van CESNUR te blijven. De indexpagina (www.cesnur. org/testi.htm) vermeldt ook artikelen over Pokémon. Als je daar gaat kijken vind je een artikel over het verzet in de Arabische wereld tegen het televisieprogramma Pokémon. Volgens sommige moslimautoriteiten zou Pokémon in het Japans “Ik ben een Jood” betekenen en is dit tekenfilmfiguurtje onderdeel van een Joods-Zionistische samenzwering om moslimkinderen van de islam af te houden.
Trouwens, deze moslimautoriteiten bevinden zich in goed gezelschap, want ook Evangelicale leiders in de Verenigde Staten maken zich ernstig zorgen over de slechte invloeden van Pokémon op de tere, christelijke kinderzieltjes van Amerikaanse afkomst. Over christelijk rechts gesproken: Wat ik helemaal zo leuk vind aan surfen is, dat je ook stoot op sites, waar iemand, dan wel een organisatie, zich bijvoorbeeld weer keert tegen het CESNUR. Bijvoorbeeld www.apologeticsindex.org. Op deze site wordt hevig gefulmineerd tegen het CESNUR, omdat dit instituut of aan deze organisatie gelieerde onderzoekers in rechtszaken opgekomen zouden zijn voor bepaalde godsdienstige bewegingen. Tegen sommige godsdienstige bewegingen of cults zijn rechtszaken aangespannen op beschuldiging van hersenspoelen en/of zelfs rituele moorden3. Volgens de site van apologeticsindex.org hebben onderzoekers van of gelieerd aan CESNUR als deskundigen opgetreden in deze rechtszaken en dat zou ten gunste van deze bewegingen zijn geweest. En zo kun je van de ene site op de andere komen en ben je gauw een avond aan het lezen, gefascineerd door wat er allemaal te vinden is. Dit soort wetenswaardigheden zijn natuurlijk tamelijk triviaal, maar ik vind het fascinerend om te zien en te lezen, omdat het laat zien, waar mensen in geloven en waar mensen bang voor zijn. De wereld is een gevaarlijke plaats ...
Zandschrift Magazine - Voorjaar 2005 - pagina 31
Victory Outreach Om bij het onderwerp van godsdienstige bewegingen te blijven: ik denk, dat verschillende collega’s wel eens van gedetineerden gehoord zullen hebben, dat zij behoorden tot een kerk, genaamd Victory Outreach. Uit de verhalen maakte ik op, dat het een godsdienstige beweging zou zijn van evangelische snit, die zich ook en vooral zou inzetten voor verslaafden en daklozen. Ze zouden in verscheidene plaatsen in Nederland opvanghuizen hebben. Nieuwsgierig geworden door deze verhalen ben ik via Google op zoek gegaan naar informatie over Victory Outreach. Meteen krijg je reactie: 364.000 hits, te beginnen met een verwijzing naar de site van Victory Outreach International, maar ook naar de sites van Victory Outreach Nederland en bijvoorbeeld Victory Outreach Almere. Op die site luidt het welkomstwoord: “a people you call
family, a place you call home”. Een verrassende ontdekking, die ik daar ook deed, was dat Victory Outreach Almere participeert in het Evangelisch Contact Almere, waarin zo’n 17 organisaties en kerken participeren, waaronder: de Braziliaanse Bethlehem Gemeente, de Iraanse kerk in Nederland, de Rafaëlgemeenschap, maar ook de Christelijk Gereformeerde Kerk/Nederlands Gereformeerde Kerk en de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt. Bien étonné de se
In het boek wordt de stelling naar voren gebracht, dat Jezus met Maria Magdalena getrouwd zou zijn geweest en bij haar een kind zou hebben verwekt en dat zo de geslachtslijn van Jezus tot in deze eeuw bewaard zou zijn gebleven. Dit geheim zou het geheim van de Heilige Graal zijn en het geheim zou bewaard zijn door een geheim genootschap, de Priorij van Sion geheten 2 Als je trouwens “Dan Brown da Vinci” in typt krijg je 1.500.000 ‘hits’. Dan moet je wat langer zoeken om meer te vinden over de achterliggende theorieën van de boeken van Dan Brown. 3 In Italië zijn recent een aantal mensen veroordeeld op grond van de beschuldiging deelgenomen te hebben aan rituele moorden als lid van Satanische gezelschappen. Ook in Zwitserland en Frankrijk zijn er rechtszaken geweest rond ‘cults’. 1
trouver ensemble. Bovendien doet dit ECA (= Evangelisch Contact Almere) mee aan een welkomstpakket voor elke nieuwe bewoner van Almere, zodat deze nieuw bewoners een Nieuwe Testament ontvangen plus een lijst van participerende kerken. Dit alles onder het motto: De sleutel tot het hart van uw stad. Tot slot nog dit: Waarom is Victory Outreach onder gedetineerden bekender dan hun getalsmatige omvang zou doen vermoeden? Dit is wat ze zelf zeggen op de homepage van de Nederlandse tak van Victory Outreach: Namens onze Oudsten, Voorgangers, Evangelisten, en de gehele Victory Outreach familie wereldwijd en natuurlijk in het bijzonder in Nederland: welkom op onze Nederlandse homepage. Victory Outreach heeft duizenden (drugs)verslaafden en leden van criminele/straat-bendes geholpen om weer productieve leden van onze samenleving te worden. Vanaf het nederige begin in 1967, zijn wij uitgegroeid tot één van de grootste binnen steden bedieningen ter wereld, hulp biedend aan mensen met de meest uiteenlopende achtergronden. Op dit moment bestaat Victory Outreach International uit meer dan 500 kerken en bedieningen actief in 24 landen en alle continenten. Het is maar dat u het weet. ■
Ingezonden
Spiritualiteit; schepping en bevrijding 1. Van huis uit Dit jaar wordt er in het rkcorps speciale aandacht gevraagd voor het onderwerp “spiritualiteit”. Voor mij is dit onderwerp verbonden met hetgeen ik van huis uit heb meegekregen. Als kind woonde ik schuin tegenover een zorgcentrum dat geleid werd door zusters Dominicanessen. De zusters en het tehuis vormden een begrip in de wijk. Iedereen kon er in- en uitlopen. Samen met mijn tweelingbroer werd ik er misdienaar en lector. Verder speelden we er muziek en deden boodschappen voor de ouderen die slecht ter been waren. Dit alles heeft veel tot mijn vorming bijgedragen.
Dominicaans stond voor mij (en eigenlijk voor iedereen die bij de zusters binnenwandelde) voor gezellig, voor welkom, voor er-mogen-zijn. Vooral dat laatste is kenmerkend voor de dominicaanse spiritualiteit. Ieder mens mag er zijn en in ieder mens huist van oorsprong uit de genade Gods1. Met de schepping heeft God de mens een ruimte gegeven waarin hij mag leven en waarin hij in contact mag treden met God en met zijn medemensen. Omdat dit contact mogelijk is en de genade Gods in beginsel in ieder mens aanwezig is, mag men zich toewijden aan God die zal geven wat Hij belooft, maar wat nog niet ten volle is
pagina 32 - Zandschrift Magazine - Voorjaar 2005
gerealiseerd. Men springt als het ware in het geloof dat iedere mens wordt opgevangen, terwijl men nog opgevangen moet worden.
2. Schepping In de hoofdstukken 1 en 2 van het boek Genesis draagt God zorg voor een ruimte. In deze ruimte mag de mens leven. Echter, God heeft de mens geschapen, niet om alleen te blijven. Hij schept vrouw en man. Het is in de schepping ingegeven dat er een ander is.2 Het eerste “niet goed” in de bijbel is de uitspraak van God dat het niet goed is dat de mens alleen blijft (Gen. 2:18). Mensen hebben elkaar nodig. Mensen zijn er om met elkaar
in contact te treden. Dit leven met elkaar en ook met God kan overigens wel behoorlijk fout gaan. Genesis 3 en 4 geven daar voorbeelden van. In Genesis 3 loopt de communicatie met God (en ook met de mensen onderling) spaak. In Genesis 4 gaat het mis tussen mensenbroeders en vindt er zelfs een moord plaats.3 Het welkom zijn in de schepping kan voor de pastor de dragende grond zijn om met een pastorant in contact te treden.4 De pastorant is in de geloofsvisie van de pastor medeschepsel en is, gelijk hijzelf, welkom in de schepping.5 Of de pastorant deze visie kan
onderschrijven is nog maar de vraag. De pastorant hoeft zichzelf niet te zien als geschapen. Het is het geloofsperspectief van de pastor die er vanuit gaat dat het geschapen-zijn, het welkom-zijn-inde-schepping-Gods dat is wat hem en de pastorant bindt. De pastorant kan daarentegen van mening zijn dat bijvoorbeeld het noodlot het enige is dat hen bindt. Wanneer de pastor zijn geloofsvisie overbrengt aan de pastorant en hem laat weten dat hij welkom is en er mag zijn, kan voor de pastorant een nieuw gezichtspunt open gaan. Deze nieuwe ervaring van het-er-mogen-zijn kan zelf bevrijdend werken. Aldus staat een spiritualiteit gebaseerd op een scheppingsgeloof niet ver af van een bevrijdingsgeloof.
trekken en waar mogelijk te voeren naar een betere (lichamelijke en/of geestelijke) positie. De decaloog is tevens een verhaal waaruit blijkt dat schepping en bevrijding dicht bij elkaar liggen. Op twee plaatsen in de Schriften is het verhaal van de decaloog te vinden: in het boek Exodus hoofdstuk 20 en in het boek Deuteronomium hoofdstuk 5. Het gebod om de Sabbat te gedenken, wordt in het boek Exodus beargumenteerd met een terugblik naar het scheppingsverhaal (vers 11), terwijl in het boek Deuteronomium de nadruk wordt gelegd op de bevrijding uit het slavenhuis Egypte (vers 15).6 Dit betekent enerzijds dat in het boek Exodus het scheppingsparadigma verder ontwikkeld wordt vanuit de 3. Bevrijding schepping naar het Godsvolk, Ook vanuit een bevrijdingsgeanderzijds dat in het boek loof kan een pastor zijn Deuteronomium het bevrijspiritualiteit voeden. In de dingsparadigma nader wordt Schriften is bevrijding te geaccentueerd juist op het vinden in het exodus-gebeumoment dat het Godsvolk ren en in het verhaal van de voor de grensrivier de Jordaan decaloog. De ervaring dat God staat om over te steken naar mee optrekt met zijn volk, het het beloofde land, om daar als wegvoert uit onderdrukking en bevrijde mensen samen te uitbuiting, zijn volk ondergaan leven voor Gods steunt met zijn woorden en aangezicht. zich inzet om het te voeren naar het beloofde land, moet 4. Ten slotte: elke mens ís de pastor (hij is immers iemand aangesteld vanuit de kerkgeDe dominicaanse spiritualimeenschap waartoe hij teit die ik van jongs af aan behoort en van waaruit hij heb meegekregen is een zich ook als pastor presenspiritualiteit die beide teert) alert maken om anderen paradigma’s verbindt. Het feit bij te staan, met hen mee op te dat de mens geschapen is
naar Gods beeld en gelijkenis en spelend voor Diens aangezicht mag leven, is genade. Maar ook het feit dat de mens bevrijd is uit slavernij en onderdrukking is genade. In beide gevallen betekent het, dat elke mens niet “niets” is, maar “iemand”. Derhalve telt iedereen mee. Voor het justitiepastoraat betekent deze paradigmaverbindende spiritualiteit, dat niemand een naamloos schaakstuk is in een anoniem spel, of een radertje in een crimineel noodlot, of een speelbal van grote jongens die altijd de dans ontspringen. Helaas zijn er wel gedetineerden die zich als zodanig presenteren en zelden of nooit iets anders hebben ervaren. Het is dan aan de pastor om samen met de pastorant te zoeken naar de schoonheid van het allerdaagse waarin het niet gaat om macht, drugs en geld. Zo schept een spiritualiteit van de genade Gods bevrijding voor iedere mens. Renilde van Wieringen is werkzaam als r.k. justitiepastor in de PI Utrecht, locatie Nieuwegein ■
Vergelijk: S. TUGWELL (1998), De heilige Dominicus, Strasburg (Editions du Signe) 2. In Gen. 1 wordt de mens mannelijk en vrouwelijk geschapen. In Gen. 2 wordt uit de mens de vrouw Eva en de man Adam geschapen. 3 Helaas is het in contact staan tussen mensen onderling nog steeds een zo’n kwetsbare aangelegenheid, dat er heden ten dage nog mensen worden vermoord. En soms te dichtbij. 4 Diverse verhalen uit de Schriften zijn mogelijk als onderbouwing van pastoraal handelen. Zie bijvoorbeeld: wI. BAUMGARTNER (1990), Pastoral-psychologie. Einführung in die Praxis heilender Seelsorge, Düsseldorf (Patmos Verlag) 93-107, die de nadruk legt op het “Emmausverhaal”. Na een uiteenzetting van het verhaal komt hij tot de conclusie dat iedere mens begeleid kan worden op zijn “Emmausweg”. 5 K. WAAIJMAN (2000), Spiritualiteit, vormen, grondslagen, methoden, Kok (Kampen) 32, constateert dat de scheppingsverhalen vaak als inspiratiebron worden aangehaald. 6 Zie: J. FIRET (1989), Arbeid en de gratie van sabbat, in: G. DEKKER – J. VEENHOF, Werken: zin of geen zin. Twaalf theologische visies op arbeid, Baarn (Ten Have), 130-131. 1
2
Zandschrift Magazine - Voorjaar 2005 - pagina 33
Recensies
Anders dan we denken
de lezing van het boek: de Een geseculariseerde benadering van het religieuze. schrijver Piet Winkelaar, Uitg. SWP, Amsterdam, 2005. heeft geen ISBN 90 6665 624 7, ingenaaid € 28,50 enkele behoefte Kees Vermeiden - Een helder de Horst, betrokken bij het zich af te boek, waar je niet zomaar mee ontstaan van de studierichting zetten klaar bent. Het is gedegen, Sociaal Pedagogische Hulptegen godsdienst en het zeker niet populariserend door verlening. Naast zijn profeskerkelijke noch tegen zijn irritante simplicaties, het sioneel bezig zijn op het achtergrond. Alleen geeft hij behandelt ingewikkelde gebied van vorming, methoaan het zonder te kunnen: materie, maar mijdt onnodig dologie en hulpverlening heeft religieus te kunnen zijn zonder complicerende fraseologie. hij zich ook intensief bezig god, godsdienst en kerk. De schrijver beargumenteert gehouden met het Centrum De auteur beschrijft verschiluitvoerig waarom het religivoor spirituele wegen te lende hedendaagse religieuze euze (kind) niet met kerk en Utrecht. ervaringen, wonderlijke godsdienst (het badwater) Het onderhavige boek is tot ervaringen, geluk, eenheid, weggegooid mag worden. Ook stand gekomen als een pijn en verdriet. Bij de lezing toont hij dan nog eens hoe de dissertatie aan de Universiteit daarvan herinner ik me dan moderne kritiek op kerk en voor Humanistiek te Utrecht. ook weer de ouverture van het godsdienst in het verlengde Piet Winkelaar typeert boek: een parabel over ligt van een al eeuwen geleden godsdienst als een bepaalde muziekinstrumenten van een ingezette ontwikkeling. vorm van religie. “Religie kan orkest die spelen zonder dat ze worden gedefinieerd als het Eigenlijk is het zelfs ook terug door mensenhanden beroerd te voeren op het gegeven dat gunstig stemmen of verzoenen worden, een jongen staat er de religieuze ervaring aan de van machten of krachten die intens van te genieten en godsdienst vooraf is gegaan. superieur zijn aan de mens en beweegt op de muziek mee. Het is als het ware een terug waarvan men gelooft dat zij de Maar als dan een onderzoeker naar de basis waarbij al die loop van de natuur en het hem zegt dat hij hem stoort bij ballast van godsdienstigheid menselijk leven leiden en zijn onderzoek, houdt ineens en kerkelijkheid die eromheen beheersen.” alles op. Religieuze ervaringen is aangebracht, bevrijdend Hij kan dan ook de westerse laten zich lezen, horen, leiden verwijderd wordt. secularisatie in een historisch wellicht ook tot verwondering, De auteur heeft een roomskader plaatsen en aantonen maar als je er met een kritisch katholieke achtergrond. Hij dat dit niet leidt tot een onderzoekende blik te dicht was lid van de congregatie van discontinuïteit in de religieuze bij komt, blijft er misschien de missionarissen van het beleving. In dit verband is het niets van over... Heilig Hart. In 1967 trad hij als interessant dat hij onderWinkelaar verkent hoe diverse één van de eerste priesters uit scheidt tussen godsdienst, wetenschappers de religieuze de rooms-katholieke kerk. Hij atheïsme en antitheisme. Aan ervaring onderzoeken. Hun was actief in het jongerendit laatste heeft hij geen enkele analyses resulteren in vermoewerk, docent aan hogeschool behoefte. Dit beleef je ook bij dens. Er zijn grenzen aan wat
Maar niemand deed er ook maar iets aan Leven aan de onderkant. Het systeem dat de onderklasse instandhoudt. Recensie van Theodore Dalrymple. Uitgeverij Het Spectrum, Utrecht, 2004. 272 pp. ISBN 90 274 9917 9 P.R. Middelkoop - Af en toe lees je een boek, waarbij je regelmatig in de lach schiet en tegelijkertijd eigenlijk voelt, dat het schaamrood je naar de kaken zou moeten stijgen. Zo’n boek is Leven aan de onderkant van Theodore
Dalrymple. Vooral voor Geestelijk Verzorgers werkzaam bij Justitie is dit boek verplichte kost. In de 21 hoofdstukken, die eerder als artikelen verschenen tussen 1994 en 2001 in City Journal, een uitgave van het Manhat-
pagina 34 - Zandschrift Magazine - Voorjaar 2005
tan Institute, komen alle gesprekspartners uit onze doelgroep en hun problemen voorbij. De verslaving, het huiselijk geweld, het misbruik, de daders en de slachtoffers, in alle varianten en verschijningsvormen komen ze bij Dalrymple aan bod. En nietsontziend fileert hij als met een
taalwetenschappers, psychologen en natuurkundigen kunnen definiëren. Maar de schrijver blijft ervan overtuigd dat het laatste woord daar niet mee gezegd is. Er zou meer multidisciplinair onderzoek voor nodig zijn om het verschijnsel van religieuze ervaring in al zijn complexiteit meer te belichten. Maar het is dan maar de vraag of men bereid zal zijn de religieuze ervaring als onderzoeksobject hoge prioriteit te geven. Ik zou zeker dit boek aan de collega’s ter lezing willen aanbevelen. Het komt nog wel eens voor dat we elkaar ‘bemoedigen’ met de constatering dat we in ons werk er niet zo erg veel verder mee komen als we ons verdiepen in de exegese van een bijbeltekst of in de dogmahistorische relaties van geloofsuitspraken. Maar heel vaak hebben wij te maken met mensen die aangeven religieus te zijn, maar in de kerkelijke verwoording het niet (meer) kunnen vinden. Deze gesprekspartners worden zeker boeiender als we het wagen hun ervaringen niet te zien als een residu na een proces van verlies, de secularisatie. Het onderzoek van Winkelaar stimuleert om hun religieuze ervaring te onderkennen als een bron. Op deze weg valt er nog veel te leren. ■
scherp chirurgisch mes de drogredenen ter verklaring of ter ontschuldiging, die door de daders, maar vooral ook door de hulpverleners en deskundigen naar voren worden gebracht. “Het mes ging er zo maar in”, citeert hij ergens een dader, die daarmee wil doen voorkomen alsof het helemaal buiten hemzelf omging. Welnu, Dalrymple steekt er ook het mes in, maar wil dat weten ook. Niks geen anonieme dader in dit geval, maar een hartstochtelijk pleidooi
om de zaken bij hun naam te noemen en mensen op hun daden, hun verantwoordelijkheid aan te spreken. En hij weet waarover hij spreekt, want Dalrymple is psychiater en werkt zowel in een gevangenis als in een ziekenhuis in een achterstandswijk. Afgelopen najaar is de Nederlandse vertaling verschenen, maar het Engelse origineel kwam al in 2001 uit. Zoals gezegd, de inhoud is eerder als losse artikelen verschenen en dat merk je soms aan de herhalingen en het feit, dat zijn analyse (in zijn geval kan je beter spreken van diagnose) en remedie vaak dezelfde zijn. Desalniettemin put hij uit zo’n schat aan ervaringen, dat het toch niet verveelt, want hij kan goed beschrijven. Telkens weer word je weer verrast door een nieuwe casus.
De Nederlandse vertaling is niet helemaal hetzelfde als het Engelse origineel. Dat is voor ons, geestelijk verzorgers, eigenlijk jammer, want één van de twee weggelaten artikelen betreft juist de rol van de kerk (het is in City Journal verschenen onder de titel “The heart of a Heartless World” en is op de internetsite van City Journal te vinden: www.city-journal.org/html/6_ 3_oh_to_be.html). Daarin stelt Dalrymple o.a. het volgende over de rol van de kerk en het geloof: “It wasn’t the police’s fault, or racism’s, or the system’s, or capitalism’s; it was the failure of sinners to acknowledge any moral authority higher than their personal whim. And in asserting this, the congregation was asserting its own freedom and dignity: poor and despised as its members might
be, they were still human enough to decide for themselves between right and wrong. And they offered hope to others, too: for if a man chose to do evil, he could later elect, by an act of will, to do good. No one had to wait until there was perfect justice in the world, or all the circumstances were right, before he himself did good.” In dit citaat zit het hart van Dalrymple’s motivatie voor dit boek: Als je kwaad ook kwaad noemt en de dader aanspreekt op zijn of haar verantwoordelijkheid ervoor en het kwaad of de verantwoordelijkheid niet wegredeneert dan krijgt de dader ook de vrijheid om te veranderen. Anders is de dader altijd slachtoffer en zal dat ook blijven. Het is jammer, dat dit artikel er uit is gevallen en je kunt je de vraag stellen, wat dat zegt
over de visie van de vertaler op de rol van de kerk en het geloof, maar misschien zoek ik er dan teveel achter. De vertaling is door Chris Rutenfrans en Yoram Stein en één hoofdstuk is eerder verschenen in het katern Letter & Geest van Trouw. Al met al een boek, dat je in één adem uitleest en waaruit veel te halen valt om ons werk met onze pastoranten mee te overdenken. Ik zelf heb er in ieder geval aan over gehouden, dat ik voortdurend mezelf af zit te vragen: Help ik mijn pastorant wel met zo’n invoelende houding? Is dat wel wat hij nodig heeft? ■
en/of kerkelijke documenEen mens te zijn op aarde. Mijmeren over goed en ten werden kwaad. geciteerd. H. van Munster, Valkhof Pers, Nijmegen, 2004, 303 p., En ik moet isbn 90 5625 184 8, Euro 19,90. zeggen: het (be)viel Ryan van Eijk - Sommige getrokken was door de goed! boeken bieden iets anders dan combinatie van titel en auteur. De oorzaak van deze verrasje verwacht. Zoals waarschijn- Zoals algemeen bekend zegt sing, die toch goed beviel, is lijk voor ieder geldt heb ik op de (onder)titel weinig over de achteraf niet zo moeilijk aan te grond van kaft, titel, auteur of daadwerkelijke inhoud van wijzen: de sociale leer van de andere gegevens meestal al een boek. De combinatie van katholieke kerk –want daar een idee wat ik van een boek titel en auteur zegt dan gaat dit boek in feite over- is verwacht of kan verwachten. natuurlijk al meer. Maar dan een ondergeschoven kindje. En als die verwachting dan moet je wel wat weten van die En ten onrechte. niet overeenkomt met wat ik auteur. Van Van Munster wist Van Munster weet in elk geval uiteindelijk aan leesvoer ik dat hij franciscaan was, aan de hand van uitgebreide geboden krijg, volgt er na het verbonden was met Justitia et citaten uit kerkelijke kring lezen van de laatste bladzijde Pax en vicaris-generaal in het grote ethische vraagstukken of te wel een grom of zucht Utrechtse was geweest. Dat uitnodigend en inhoudsvol ter van teleurstelling of een geeft al wat richting aan wat ik sprake te brengen. Of het nou tevreden glimlach vanwege de mocht verwachten, dunkt me. gaat over menselijke waardigverrassende inhoud. Eigenlijk verwachtte ik heid, menselijke vrijheid, Een mens te zijn op aarde. mijmerende gedachten over politiek en mensenrechten, of Mijmeren over goed en kwaad goed en kwaad van een wijs armoede en medische van de franciscaan Hans van man. En die kreeg ik ook beslissingen, puttend uit de Munster is zo’n boek dat niet aangeboden. Volop zelfs. Wat rijke bronnen van de kerkelijke geheel aan mijn eerste me uiteindelijk echter verraste sociale leer weet hij richtingverwachting voldeed. De was het feit dat ik de laatste wijzende gedachten neer te eerlijkheid gebiedt te zeggen jaren zelden een boek heb schrijven, die echter geen dat in dit geval mijn aandacht gelezen waarin zo vaak pausen laatste woord bevatten.
Daarmee doet Van Munster wat vele kerkelijke gezagsdragers vaak niet meer lukt: op een uitnodigende manier en inhoudelijk richting geven aan vragen die raken aan hoe mensen heilzaam met elkaar om (kunnen) gaan. En dat staande midden in en gebruik makend van wat meestal als oubollig, stoffig, achterhaald en irrelevant wordt afgedaan: ethiek van de katholieke kerk. De schrijfstijl is haast klassiek lichtvoetig (lange, prozaïsche, vlotlezende zinnen), maar de inhoud suddert na. In alles is het een boek dat uitgesproken katholieke kleur en geur heeft. Er zou de conclusie getrokken kunnen worden dat het dus ook alleen maar voor katholieken interessant is. Het tegendeel is waar. Het weliswaar over de sociale leer van de katholieke kerk, maar die verdient het zeker niet gezien te worden als enkel een preek voor eigen parochie. Een boek dat je sluit met een tevreden glimlach omdat het aangenaam verrast. ■
Niet alleen voor eigen parochie
Zandschrift Magazine - Voorjaar 2005 - pagina 35
Kan, mag hier een advertentie??