Zakelijke kredietverlening
K IN
X E IJK
P EM
R A LA
Zakelijke kredietverlening Maarten van Hasselt
R A LA
Gerard Minnaar Martijn Ruissen
P EM
K IN
X E IJK
Concept uitgeefgroep
Meer informatie over deze en andere uitgaven kunt u verkrijgen bij:
P EM
X E IJK
NK
R A LA
Concept uitgeefgroep Postbus 447 1200 AK Hilversum Tel.: 035 7506 117 E-mail:
[email protected] Website: www.conceptuitgeefgroep.nl Twitter: @conceptpub Omslagontwerp, uitvoering en opmaak: AZ grafisch serviceburo, Den Haag Redactie: Maya Dornseiffer, Den Haag © Educatieve Uitgeverij Nederland (EUN) bv, 2014 Concept uitgeefgroep is een handelsnaam van Educatieve Uitgeverij Nederland (EUN) bv. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enigerlei wijze zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet, dient men de daarvoor verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht. Bij het afbeelden van foto’s en andere werken hebben wij al het mogelijke gedaan om de eventuele rechthebbenden te achterhalen en om overal de juiste naam en bron te vermelden. Indien u van mening bent dat uw naam ten onrechte niet (juist) vermeld is of dat sprake is van een onjuiste bronvermelding, neem dan contact met ons op. Wij zullen dit dan in een volgende druk herstellen. NUR: 782 ISBN: 9789491743115
I N H O U D S O P G AV E
Inhoudsopgave Het proces van zakelijke kredietverlening 1
P EM
Fase 1 Het kredietgesprek 2
R A LA
Introductie op zakelijke kredietverlening
X E IJK
Het kredietgesprek
2.1 Inleiding 2.2 Het doel van het gesprek 2.3 Voorbereiden van het gesprek 2.4 Voeren van het kredietgesprek 2.5 Vastleggen van het gesprek 2.6 Toezicht Autoriteit Financiële Markten (AFM) 2.7 Opdrachten
K IN
25 26 27 29 31 31 33
Fase 2 Het ondernemingsplan
3
Het ondernemingsplan 3.1 Inleiding 3.2 Belang van het ondernemingsplan 3.3 Opzet van een ondernemingsplan 3.4 Opdrachten
37 38 39 59
5
ZAKELIJKE KREDIETVERLENING
Fase 3 Bedrijfseconomische en fiscale aspecten 4 Jaarrekening 4.1 Inleiding 4.2 De inrichting van de jaarrekening 4.3 De samenstelling van de balans 4.4 Samenstelling van de winst-en-verliesrekening 4.5 De toelichting op de balans en de winst-en-verliesrekening 4.6 Samenhang tussen balans(en) en winst-en-verliesrekening 4.7 Het kasstroomoverzicht 4.8 Opdrachten
NK
R A LA
P EM
X E IJK
5 Budget
63 66 67 72 75 76 77 80
5.1 Inleiding 83 5.2 Planning- en controlcyclus 86 5.3 Opbouw masterbudget 90 5.4 De functies van het kortetermijnbudget en conflicterende budgetfuncties 93 5.5 Voorwaarden waaraan een goed functionerend begrotings- en budgetteringsproces moet voldoen 95 5.6 De rol van controlling bij het begrotings- en budgetteringsproces 96 5.7 Disfunctioneel gedrag van de budgethouders 96 5.8 Kostenbudgetteringssystemen 97 5.9 Verschillenanalyse 98 5.10 Opdrachten 100
6 Financiering 6.1 Inleiding 6.2 Het financieringsvraagstuk 6.3 Indelingscriteria van het vermogen 6.4 Partiële en totale financiering 6.5 Een nadere beschouwing van de financiële structuur 6.6 Overige kredietvormen 6.7 Vermogensselectie 6.8 Opdrachten
6
103 104 104 110 112 113 117 118
I N H O U D S O P G AV E
7
Financiële analyse van de jaarrekening 7.1 Inleiding 7.2 Liquiditeitskengetallen 7.3 Solvabiliteitskengetallen 7.4 Rentabiliteitskengetallen 7.5 Activiteitskengetallen 7.6 Vier aandachtspunten voor de kredietverstrekker 7.7 Opdrachten
8
8.1 Inleiding 8.2 Inkomstenbelasting 8.3 Vennootschapsbelasting 8.4 Omzetbelasting (btw) 8.5 Sociale verzekeringen en loonbelasting 8.6 Opdrachten
X E IJK
K IN
R A LA
P EM
Belastingen en sociale premies
121 122 125 127 132 134 135
139 141 151 154 156 157
Fase 4 Het kredietvoorstel
9
Het kredietvoorstel 9.1 Inleiding 9.2 Het kredietvoorstel 9.3 De diverse financieringsvormen en borgstellingsregelingen 9.4 De interne fiattering en de offerte 9.5 Het (bijzonder) kredietbeheer van de verstrekte financiering
161 162 171 173 174
Antwoorden Index Over de auteurs
175 179 185
7
Het proces van zakelijke kredietverlening
Fase 1 Het kredietgesprek
Fase 2 +
Het ondernemingsplan
+
Bedrijfseconomische en fiscale onderwerpen
X E IJK
K IN
R A LA
P EM
Fase 3
Fase 4
+
Het kredietvoorstel
=
Het proces van zakelijke kredietverlening
1
Introductie op zakelijke kredietverlening
NK
X E IJK
P EM
R A LA
HOOFDSTUK 1
1
Introductie op zakelijke kredietverlening In dit boek staat de financiering van ondernemingen centraal. Daarnaast is het boek bedoeld de (aanstaande) kredietverstrekker zodanig op te leiden dat hij dezelfde taal gaat spreken als de kredietaanvrager. Het streven is om van de kredietverstrekker en de kredietaanvrager gelijkwaardige gesprekspartners te maken. Het boek is ook interessant voor de professional die zich bezighoudt met kredietverlening en zijn kennis wil bijspijkeren. Het boek bestaat uit negen hoofdstukken die de vier fasen van het proces van zakelijke kredietverlening behandelen (zie figuur 1.0) Figuur 1.0
+
P EM
De vier fasen van het proces van zakelijke kredietverlening
X E JK
I K IN Het kredietgesprek
R A LA
Het ondernemingsplan
+
Bedrijfseconomische en fiscale onderwerpen
+
Het kredietvoorstel
=
Het proces van zakelijke kredietverlening
In de hoofdstukken is oefenmateriaal opgenomen. Als laatste onderdeel van dit inleidende hoofdstuk is een voorbeeldcase opgenomen. Deze case wordt in de verschillende hoofdstukken gebruikt ter verduidelijking van de behandelde materie. In dit boek worden meerdere termen gehanteerd voor de kredietaanvrager en de kredietverstrekker. Met de termen klant, ondernemer, eigenaar en organisatie wordt de kredietaanvrager bedoeld. Bank en accountmanager staan voor de kredietverstrekker.
Het kredietgesprek (fase 1) In de eerste fase staat het kredietgesprek centraal (zie figuur 1.1). Bij zakelijke kredietverlening leent de bank (verstrekker) geld uit aan zakelijke klanten (aanvrager). Er bestaan vele vormen van zakelijke financieringen. Voor de klant is het doel van het kredietgesprek in veel gevallen het verkrijgen van financiering. Hiermee kan de klant bijvoorbeeld een duurzaam productiemiddel aanschaffen. De kredietverstrekker heeft als doel een helder beeld te krijgen van de wens en de mogelijkheden van de klant. Naast het doel van het kredietgesprek komt ook de voorbereiding op dit gesprek aan bod. Zowel de klant als de kredietverstrekker moet zich goed voorbereiden op het kredietgesprek. Om het gesprek zo effectief mogelijk te laten verlopen, moet de
11
ZAKELIJKE KREDIETVERLENING
Figuur 1.1
Het kredietgesprek (fase 1)
Doel van het gesprek = verwachtingen managen
P EM
X E IJK Vastleggen van het gesprek
NK
R A LA
Het kredietgesprek
Voorbereiden van het gesprek
Doel van
Voeren van het gesprek = verwachtingen het gesprek managen
klant vooraf een aantal documenten aanleveren. De kredietverstrekker bekijkt deze documenten vóór het gesprek. Om beter inzicht te krijgen in de situatie van de klant kan de kredietverstrekker tijdens het gesprek hierover vragen stellen. Het gesprek begint met een welkom en een nadere kennismaking. Deze kennismaking is de eerste stap van het gesprek. Stap twee is een toelichting op het ondernemingsplan. Wat voor type ondernemer zit er tegenover de accountmanager van de bank? In het kredietgesprek is het belangrijk dat de accountmanager het risicoprofiel van de klant goed in kaart brengt. Hoe staat de klant bijvoorbeeld tegenover het nemen van risico’s? Naast de klant en zijn product of dienst is de financiële onderbouwing van de kredietaanvraag erg belangrijk. Dit is de derde stap van het kredietgesprek. Een essentieel onderdeel van de financiële paragraaf is of de ondernemer zelf ook geld inbrengt. Door de inbreng van eigen vermogen geeft de ondernemer aan zelf vertrouwen te hebben in zijn project. Dat schept vertrouwen bij de kredietverstrekker. De zorgplicht verplicht een kredietverstrekker om voldoende
12
HOOFDSTUK 1
informatie over de klant in te winnen. De wetgever stelt hierbij het belang van de klant centraal. Door de klant centraal te stellen, krijgt deze bescherming bij het afnemen van financiële producten en/of diensten. Een volledige vastlegging van het adviesgesprek is essentieel. Immers, de kredietverstrekker zal altijd aan de hand van het dossier moeten aantonen dat er advies gegeven is in het belang van de klant.
R A LA
Fase 1 sluit af met de rol van de Autoriteit Financiële markten (AFM). De AFM controleert kredietverstrekkers die producten en diensten aanbieden op het gebied van sparen, lenen, beleggen, pensioenen en verzekeren. De AFM kijkt hierbij specifiek naar het gedrag van deze kredietverstrekkers. De AFM bekijkt of de kredietverstrekker zich naar de klant toe ‘correct’ heeft gedragen. Het kredietgesprek wordt behandeld in hoofdstuk 2.
X E IJK
P EM
Het ondernemingsplan (fase 2)
De kredietverstrekker wil een oordeel vormen over de onderneming en vooral over de toekomstige ontwikkelingen daarvan. De kredietverstrekker vraagt de klant een ondernemingsplan op te stellen. Dit verzoek komt meestal in het eerste kredietgesprek. Het ondernemingsplan fungeert als leidraad voor de toekomstige bedrijfsvoering en is voor de kredietverstrekker een belangrijke indicator van de financiële resultaten. De kredietverstrekker kan eruit aflezen welke financiële risico’s verbonden zijn aan de financiering en welke ondernemerscapaciteiten daar tegenover staan. Het ondernemingsplan bestaat uit de volgende onderdelen (zie figuur 1.2): – persoonlijke gegevens en eigenschappen en het bedrijfsprofiel; – missie van de onderneming; – productieproces; – marktonderzoek; – value chain; – marketingplan; – financieringsplan; – SWOT-analyse.
K IN
In het ondernemingsplan vindt een uitgebreide analyse plaats van de sterke en zwakke punten van de organisatie, de kansen die de onderneming ziet en de bedreigingen waarmee de onderneming wordt geconfronteerd. Het ondernemingsplan is daarmee een prima instrument om de toekomstmogelijkheden van de organisatie op de juiste manier te bepalen. Het ondernemingsplan wordt behandeld in hoofdstuk 3.
13
ZAKELIJKE KREDIETVERLENING
Figuur 1.2
Het ondernemingsplan (fase 2) Het ondernemingsplan Bedrijfsprofiel
R A LA
Missie Productieproces
P EM
Marktonderzoek
X E JK
Value chain
I K N
Marketingplan
Financieringsplan SWOT-analyse
Bedrijfseconomische en fiscale onderwerpen (fase 3) Bij de kredietaanvraag krijgt de kredietverstrekker te maken met jaarrekeningen, kasstroomoverzichten, budgetten, financieringsvormen, financiële ratio’s en fiscaliteiten. Door een analyse van deze materie moet de kredietverstrekker ook een uitspraak doen over de huidige en verwachte financiële kracht van de organisatie. De kredietverstrekker moet dus weten welke documenten hij aan de klant moet vragen, maar hij moet ook de inhoud van die documenten goed kunnen begrijpen. Omwille van de complexiteit van deze materie is fase 3 opgebouwd uit meerdere onderwerpen (zie figuur 1.3). In hoofdstuk 4 staat de jaarrekening centraal. Een belangrijk onderdeel van de jaarrekening is de balans. Een balans is een overzicht van alle bezittingen, schulden en het eigen vermogen. Doorgaans wordt er jaarlijks een balans opgesteld. Dit is tevens het moment dat er wordt teruggekeken op de afgelopen periode. Wat is er anders ten opzichte van de vorige balans? Door de vergelijking met de balans van vorig jaar kan het resultaat over het afgelopen jaar worden vastgesteld. Dit resultaat noemen we winst. De balansen van de kredietaanvrager spelen tijdens het kredietgesprek een belangrijke rol. De balans is niet het enige element van de jaarrekening.
14
HOOFDSTUK 1
Figuur 1.3
Bedrijfseconomische en fiscale onderwerpen (fase 3) Bedrijfseconomische en fiscale onderwerpen Jaarrekening
R A LA
Budget
P EM
Financiering Financiële analyse Jaarrekening
X E IJK Fiscaliteiten
K IN
De jaarrekening bestaat uit drie onderdelen: – de balans; – de resultatenrekening; – de toelichting op de balans en de resultatenrekening.
Naast deze drie onderdelen behandelt hoofdstuk 4 het kasstroomoverzicht. Een kasstroomoverzicht geeft de kasstromen binnen de organisatie weer. Hiermee is het een belangrijke indicator van de liquiditeit van de onderneming. In hoofdstuk 5 staat het budgetteringsproces centraal. Budgettering is voor de kredietverstrekker een belangrijk onderwerp. Tijdens het kredietgesprek komt niet alleen de langetermijnontwikkeling van de organisatie van de kredietaanvrager aan de orde, maar worden ook de langetermijnverwachtingen omtrent financiën besproken. In dit hoofdstuk komen onderwerpen als planning- en controlcyclus, masterbudget en de voorwaarden waaraan een begrotings- en budgetteringsproces moet voldoen aan bod. Naast de theoretische kant van budgetteren, is er ook aandacht voor de gedragscomponent die bij budgettering om de hoek komt kijken, zoals disfunctioneel gedrag van budgethouders. Tot slot is er een uitleg van de verschillenanalyse. Aan het einde van een budgetperiode kan er dan een vergelijking worden gemaakt tussen het kostenbudget en de werkelijke kosten. In hoofdstuk 6 staan de financieringen centraal. De kredietverstrekker is degene die het verzoek om financieringsmiddelen moet beoordelen op basis van de leencapaciteit van de ondernemer. Deze leencapaciteit is afhankelijk van de te stellen zekerheden en winst- en kasstromen. De kredietverstrekker dient niet alleen de financieringsmogelijkheden van zijn eigen organisatie
15
ZAKELIJKE KREDIETVERLENING
goed te kennen, hij dient ook op de hoogte te zijn van andere mogelijkheden om vermogen te krijgen. Daarom moet de kredietverstrekker iedere post op de creditzijde van de balans beheersen. Als de creditzijde van de balans duidelijk is, gaat hoofdstuk 7 verder met de financiële analyse. Aan de hand van de financiële analyse van de jaarrekening kan de kredietverstrekker een uitspraak doen over de financiële gezondheid van de onderneming. De kredietverstrekker wil graag weten hoe goed de onderneming van de kredietaanvrager presteert. De financiële analyse wordt uitgevoerd met behulp van verhoudingscijfers. Deze verhoudingscijfers worden ook wel kengetallen of ratio’s genoemd. Er zijn kengetallen voor de liquiditeit, de solvabiliteit, de rentabiliteit en voor de activiteit van de onderneming. In hoofdstuk 8 staan de fiscaliteiten centraal. Allereerst wordt het begrip ‘winst uit onderneming’ behandeld. Niet elke ondernemingsvorm heeft te maken met dezelfde belastingen. Dit laatste hoofdstuk van fase 3 behandelt de diverse vormen van belasting: – inkomstenbelasting; – vennootschapsbelasting; – omzetbelasting; – sociale verzekeringen en loonbelasting.
P EM
X E IJK
NK
R A LA
Het kredietvoorstel (fase 4) In het laatste deel staat het kredietvoorstel centraal. Nu zowel het ondernemingsplan (fase 2) als de bedrijfseconomische en fiscale aspecten (fase 3) inzichtelijk zijn gemaakt, is het tijd dat de kredietverstrekker zich voorbereid op het kredietvoorstel en dit ook gaat opstellen. Het kredietvoorstel kent een aantal onderdelen (zie figuur 1.4): – de ondernemingsvorm van de onderneming; – een profiel van de eigenaar en het bijbehorende management; – een financiële paragraaf met daarin de belangrijkste ratio’s; – de financiële onderbouwing van de besteding van het aangevraagde krediet; – het type financieringsvraagstuk; – de zekerheden die de ondernemer kan inbrengen. Voor de fiatteur, degene die het kredietvoorstel gaat beoordelen, moet het kredietvoorstel zo zijn opgesteld dat de hiervoor genoemde informatie erin is verwerkt. Alleen met deze informatie kan de fiatteur tot een oordeel komen over de financiële haalbaarheid van het investeringsvoorstel voor de onderneming. In hoofdstuk 9 komen naast het kredietvoorstel ook de diverse financieringsvormen en borgstellingsregelingen, de interne fiattering, de offerte en het (bijzonder) kredietbeheer van de verstrekte financiering aan
16
HOOFDSTUK 1
bod. Hiermee krijgt u een totaalbeeld van het kredietvoorstel en de vervolgstappen. Figuur 1.4
Het kredietvoorstel (fase 4) Het kredietvoorstel
R A LA
De ondernemingsvorm van de onderneming
P EM
Een profiel van de eigenaar en het bijbehorende management
X E IJK
Een financiële paragraaf met daarin de belangrijkste ratio’s
K IN
De financiële onderbouwing van de besteding van het aangevraagde krediet Het type financieringsvraagstuk De zekerheden die de ondernemer kan inbrengen
Case De hierna opgenomen case dient als leidraad bij de behandeling van de leerstof. Bij verschillende hoofdstukken wordt de case uitgebreid met informatie die nodig is om de stof in dat hoofdstuk nader te illustreren.
17