HEBBEN EN HOUDEN 22/11/2014 STEM
WORKSHOP ORGANISCHE MATERIALEN
Organische materialen • textiel • hout – meubilair
• schilderijen • ivoor, been en hoorn
Wat is textiel • textiel wordt gemaakt van vezels – dierlijke vezels (grondstof eiwitten) – plantaardige vezels (grondstof cellulose) – kunststofvezels (vanaf 20ste eeuw) • vezels worden tot garen gesponnen, die tot stoffen worden verwerkt, bv – weefsels – breisels – vilt-materiaal (
5
Textiel • welke schade mogelijk? – schade door warmte: vezels drogen uit, worden bros en breken af; garens verteren waardoor weefsels makkelijk scheuren of uiteen vallen – schade door een te droge omgeving: vezels drogen uit en worden bros, waardoor garens en weefsel kunnen verteren waarop de stof weer kan gaan scheuren of uiteenvallen bij manipulatie – schade door een te vochtige omgeving: - vezels gaan zwellen, waardoor er meer spanning in de garens en de weefsels optreedt, hetgeen tot het breken van vezels leidt - er ontstaan gelig-bruine vlekken in katoen en linnen - bij een RV boven 65% kan er zich schimmel ontwikkelen
6
Verzwakt textiel
7
Textiel • welke schade mogelijk? – schade door licht: • (plaatselijk) verbleken van kleuren • vergelen van witgoed • afbreken van vezels, met scheuren als gevolg (o.a. bij nylon) – schade door ongedierte en schimmels: • o.m. wol, zijde, katoen en linnen kunnen worden aangetast door motten, tapijtkevers, wolbeertjes, zilvervisjes, … (vraatsporen) • ook muizen knagen graag aan textiel • schimmels ontstaan bij de combinatie van een temp. boven 21°C; een RV boven 65% en weinig luchtcirculatie – niet alle schade is onmiddellijk zichtbaar, maar vezels hebben te lijden onder schommelingen in het klimaat. Op de duur valt textiel uit elkaar. Het voorkomen van schade verlengt de levensduur van textiel.
8
plaatselijk verbleekt textiel
vraatsporen 9
Textiel • hoe best bewaren? – textiel behoort tot de meest kwetsbare materiaalsoorten – hou de temp. best tussen 16 en 20°C en de RV tussen 48-55% • gebruik je neus. Een muf ruikende bergplaats is vaak vochtig. Waar vocht is kunnen schimmels ontstaan – hang of leg textiel niet in het zonlicht • ook de intensiteit van het licht waarmee het textiel wordt beschenen (LUX) en de afstand van de lichtbron tot het textiel is belangrijk. • doe zoveel mogelijk de gordijnen toe en het licht uit – bescherm textiel tegen stof • probeer het textiel proper op te bergen. Controleer zakken en dergelijke • dek je textiel indien mogelijk met af een stofhoes uit tyvek of gewassen baalkatoen 10
Textiel • hoe best bewaren? – bescherm textiel tegen ongedierte en schimmel • vooral wol, bont en veren zijn een paradijs voor ongedierte • onderwerp het textiel, maar ook de kast of ruimte waar je je textiel bewaart regelmatig aan een controle. (leg een wit blad op de bodem van de kast of kist. Ongedierte verraad zich door uitwerpselen) • hou bloemen en planten weg van textiel, zij trekken insecten aan • hou je textiel, kast en bergruimte zo goed mogelijk stofvrij • chemicaliën waarmee je schimmels en insecten gebruikt zijn meestal ook boosdoeners. Zij kunnen schadelijk zijn voor textiel en jezelf. – kostuums in goede staat kan je ophangen aan een opgedikte kapstok. – groot vlak textiel zonder metaalborduurwerk en in goede staat kan opgerold worden bewaard op een zuurvrije rol met gepaste diameter – is het textiel in minder goede staat bewaar het dan liggend in een lade of doos. Probeer plooien in textiel te vermijden en vul deze anders op met rolletjes zijdepapier of gevuld buisverband 11
textiel op rol en op opgedikte kapstok met hoes 12
Textiel in door: rolletjes tussen plooien en zijdepapier tussen de verschillende lagen 13
Textiel • hoe hanteren? • wees zeer voorzichtig! Textiel is soms fragieler dan je denkt. • textiel kan je met blote hand aanraken. Was wel eerst je handen! Indien je zweethanden hebt of er metaalborduurwerk aanwezig is, kan je wel handschoenen aandoen • groot, zwaar of verzwakt textiel ondersteun je best tijdens de verplaatsing. Je kan het bv verplaatsen op een stevige plaat (bv karton of polycarbonaatplaat)
14
Textiel • hoe reinigen – reinig je erfgoedobject uit textiel niet chemisch of in de wasmachine; ga ze niet stomen, stijven, strijken, … – indien stoffig of vuil kan je het voorwerp voorzichtig stofzuigen • gebruik een stofzuiger met regelbare zuigkracht en een kleine zuigmond. Trek een stukje nylonkous over zuigmond zodat je de vezels niet mee opzuigt • bij twijfel of zeer waardevol voorwerp: contacteer een textielrestaurator – merk je schimmel of insecten/aantasting op je textiel: isoleer het stuk • ongedierte kan je bv door invriezen doden (neem voor meer advies contact op met een specialist) • kijk voor opname in je collectie nieuwe stukken steeds na
15
Reinigen textiel
16
Verwijderen schimmelsporen
17
Wat is hout? • goed te bewerken, natuurlijk materiaal • verschillende soorten – elk met eigen uitzicht (kleur, structuur van nerven ed) – elk met eigen eigenschappen (zacht-hard, licht-zwaar, …) – slechts enkele soorten gebruikt voor meubilair, beelden ed • vooral inlands hout: eik, beuk, iep, noten, linden, fruithout, dennen, vuren en grenen • enkele tropische houtsoorten als ebben en mahonie ook in gebruik bij ons – moeilijk om de houtsoorten te onderscheiden (met microscoop)
18
Verschillende houtsoorten met elk hun eigen uiterlijk
19
Hout • welke schade mogelijk? – hout is hygroscopisch (de relatieve vochtigheid) • neemt vocht op (zet uit) en geeft vocht af (krimpt) aan de omgeving. Het werken van hout stopt nooit! • het ‘werken van hout’ kan leiden tot scheuren en barsten (zeker wanneer het hout niet voldoende bewegingsvrijheid heeft) • verlijmde delen (bv knoppen) en afwerklagen (fineer, vergulding, beschilderingen kunnen loslaten) – hout is lichtgevoelig • hout verkleurt onder invloed van licht: lichte houtsoorten worden donkerder en donkere lichter • afwerkingslagen worden dof en verliezen hun transparantie – hout is aantrekkelijk voor schimmels en insecten • houtworm maakt gangen in het hout dat zo stevigheid verliest – door verkeerd hanteren van hout kan mechanische schade ontstaan 20
Hout • hoe best bewaren? – zorg voor een zo gelijkmatige temperatuur en vochtigheid. Plotse veranderingen in de RV kunnen schade geven. – vermijd een te hoge vochtigheid, want hierdoor kan hout gaan beschimmelen – plaats houten voorwerpen niet direct naast warmtebronnen – vermijd direct invallen zonlicht – hou de bewaaromgeving en het voorwerp stofvrij, boormeel van de houtworm zal dan sneller opvallen – controleer nieuwe voorwerpen in je verzameling steeds op ongedierteaantasting, vooraleer deze bij je collectie te plaatsen • scherp omrande en binnenin mooi propere gaatjes wijzen op een recente aantasting. Bij twijfel plaats je het voorwerp op een propere ondergrond, stofzuig je het en kijk je het regelmatig na op nieuw boormeel 21
22
Hout • hoe reinigen – houtworm doden • breng bij een beperkte aantasting plaatselijk een verdelgingsmiddel achter met een borstel. Dit kan enkel op onbehandeld hout. Let op: deze producten zijn wel preventief, maar niet 100% effectief en doden de houtworm pas bij het uitvliegen (kan tot 2 jaar na het instrijken van het voorwerp zijn) – afstoffen • begin steeds met droog reinigen met een zachte kwast en regelbare stofzuiger • let op dat je met het vuil niet een deel van het oppervlak verwijdert • een zachte (niet pluizende) stofdoek kan je enkel gebruiken op gladde oppervlaktes, anders kan je stofdoek aan het voorwerp haken en schade toebrengen • in de meeste gevallen is poetsen met water uit den boze
23
Instrijken actieve houtworm
24
Reinigen voorwerp met zachte kwast en stofzuiger met regelbare zuigkracht 25
Hout • hoe reinigen – in de was zetten • meubilair met een bestaande was-afwerking moet je hoogstens 1x per jaar in de was zetten. Gebruik dan zuivere bijenwas opgelost in terpentijn. • een te dikke waslaag trekt stof en vuil aan. • gebruik nooit spuitbussen of was met silicone
26
Hout: meubilair • zorg ervoor dat houten meubels niet geblokkeerd staan tegen een wand of tegen elkaar • laat kastdeuren en lades niet te lang open staan, doordat ze bewegen zouden ze kunnen gaan knellen • bescherm je meubels, zeker wanneer je er planten op zet • zet je meubel indien mogelijk waterpas, zo belast je de constructie niet • verschuif geen meubels, maar til ze op aan een dragend, stevig onderdeel. Poten kunnen anders afbreken • maak deuren en lades vast met lint wanneer je ze moet transporteren; indien het meubel uit meerdere delen bestaat verhuis je ze los van elkaar • spiegels of zware marmeren bladen transporteer je best rechtop. Horizontaal zouden ze kunnen breken onder hun eigen gewicht • zorg voor schone droge handen bij manipuleren of handschoenen die niet glijden • zorg dat de sleutels niet zoekraken • gebruik geen schoonmaakmiddelen
27
Transport apothekerskast: deuren zijn vastgezet met krimpfolie
28
Schilderijen • schilderijen met een houten drager: – bestaat meestal uit meerdere afzonderlijke planken die zijn verlijmd – de planken moeten aan enkele kwaliteitseisen voldoen • bv radiaal gesneden hout om zo min mogelijk krom te trekken • geen spinthout gebruiken omdat dit zeer ongediertegevoelig is – opbouw: hout – dierlijke lijm – grondlaag (bv krijt) – lijm of olielaag – verflaag - vernislaag – de toestand is afhankelijk van de kwaliteit van het paneel en de klimatologische omstandigheden (hout is gevoelig aan schommelingen in RV en T) – schadebeelden: panelen kunnen kromtrekken waardoor de verflaag beschadigd wordt – de verflaag zal na verloop van tijd optisch gaan veranderen • olieverf wordt transparanter, waardoor de onderlaag beter zichtbaar wordt) • vernislagen vergelen 29
Radiaal verzaagd hout
30
Schilderijen • schilderijen op doek: – lichter dan hout – goedkoper en praktischer (zeker voor grote formaten) – meest gebruikt is linnen (de linnenbinding) – zeer oude doeken zijn genageld op een vast raam, later gebruikt men een spieraam om de spanning van het doek te kunnen regelen – veelal in olieverf (een mengsel van pigment en een drogende olie) – opbouw: doek - dierlijke lijm - (grondlaag) – olieverf – vernis – schadebeelden: een doek kan zijn elasticiteit verliezen en gaan vervormen; doek kan wat uitrekken en los in spieraam hangen of krimpen en onder te hoge spanning komen; de verflaag kan hierdoor ook beschadigen, door licht kan de verflaag gaan verkleuren – de verflaag zal na verloop van tijd optisch gaan veranderen • olieverf wordt transparanter, waardoor de onderlaag beter zichtbaar wordt) • vernislagen vergelen 31
Schade aan schilderij: onderlaag is zichtbaar
32
Schilderijen • haal werken enkel in noodgevallen uit de lijst • hang schilderijen niet direct tegen een buitenmuur. Voorzien ventilatie achter het schilderij (gebruik bv een stukje kurk tussen schilderij en muur) • wees zuinig met licht en laat het niet te lang branden, vermijd daglicht • manipuleren: gebruik handschoenen, hou met één hand onderaan de lijst vast en de andere hand aan de zijkant of bovenzijde. Grote werken draag je met 2 personen of op een kar. Hou de afbeelding naar je toe. • stof een schilderij niet af, want dan kunnen er verfschilfers loskomen. Raak het oppervlak niet aan • stof de lijst van een schilderij enkel af wanneer nodig. Gebruik een droge, zachte schilderskwast of make-up borstel. Gebruik geen water of schoonmaakmiddelen • kijk het schilderij af en toe na. Zit het doek/het paneel nog vast in de lijst, zie je nieuwe boorgaatjes of scheurtjes in de verflaag, is er afbladderende verf • draag een schilderij verticaal; hanteer niet aan de ornamenten op de lijst • gebruik stootkussens als u een schilderij tijdelijk neerzet 33
Juiste manier van hanteren schilderij
34
Ivoor, been en hoorn • dierlijke materialen • beschermd materiaal (handel is soms verboden) • been lijkt goed op ivoor, maar minder fijncellig (verschil voor leek moeilijk te zien); been is goedkoper dan ivoor • gevoelig voor temperatuur, vochtigheid en licht – zeer kwetsbaar materiaal! – trekken krom en kunnen breken bij te een te hoge vochtigheid – te grote temperatuurschommelingen vermijden – zeker niet in direct zonlicht of onder spotjes plaatsen – plaats ivoor echter niet in een volledig donkere ruimte, want dan zal het vergelen of bruinachtig worden – niet nat maken, vochtig reinigen of behandelen met reinigingsmiddelen – ontstof met een zachte kwast, een doek kan blijven haken – ivoor/been zal bij veroudering geel-bruin verkleuren (niet bleken!) 35
Ivoren hoorn (Afrikamuseum)
36
Meer tips over behoud van erfgoed? • Bezoek www.depotwijzer.be • http://www.faronet.be/verzekerde-bewaring • http://www.monumentenwacht.be/publicaties/kerkelijk-textielbehouden-en-bewaren • http://www.cultureelerfgoed.nl/sites/default/files/publications/info rmatieblad_14_opbergen_van_textiel.pdf
37