Schaamte Workshop Maaike Schalk op de Ontmoetingsdag van Stichting Zegenend Helpen d.d. 9 februari 2013 in Nijkerk.
Inleiding Schrijf jouw definitie van schaamte op. Schaamte is als een stille moordenaar. Het is een diep gevoel dat je onaanvaardbaar ben. Schuld kun je nog verbergen, maar schaamte voelt alsof het altijd te zien is. Woorden die met schaamte samenhangen: minderwaardig, buitengesloten, onmondig, belachelijk, zwak, machteloos, falend, verworpen, ontoereikend. Woorden die het diepere niveau van schaamte omschrijven zijn: onrein, smerig, walgelijk, weerzinwekkend, vies, bezoedeld, afgedankt, waardeloos, te verafschuwen. Deze woorden drukken uit hoe iemand met zich schaamte voelt. En er is een diep besef dat je dit niet kunt verbergen, dat iedereen dit zit en weet en beaamt. Schaamte is werkelijkheid. Iemand die seksueel misbruik is, voelt zich vies en verontreinigd door wat is haar/hem is aangedaan en dat klopt ook. Iemand heeft je dan letterlijk vies gemaakt met zijn/haar zonden. Schaamte is daarom niet voor iedereen heel diep; het hangt af van de mate waarin je vies gemaakt bent en waarin je jezelf vies hebt gemaakt. Wanneer je kijkt onder boosheid, angst, schuld, depressie, dan zul je schaamte als wortel vinden. Goede gedachten, oftewel cognitieve gedragstherapie helpt niet. Ze komen binnen op de laag van schaamte en bevestigen die alleen maar. Iemand die altijd is afgewezen, kan dat niet neutraliseren met mooie gedachten. Schaamte is als een viezigheid. Maakt niet uit hoe het gekomen is, je voelt je hopeloos en niet te repareren. Diepe schaamte is een helse pijn. Medicijnen, drugs, alcohol, eetverslavingen, etc. ze helpen evenmin. Gedachten over en plannen voor zelfmoord geven soms een pijnlijk houvast. Dan is er tenminste nog een uitweg wanneer het werkelijk onverdraaglijk wordt. Misschien wel voor even, maar ze laten de diepere overtuigingen over jezelf bestaan zoals ze zijn. Schaamte vraagt een diepere aanpak. De eerste stappen zijn het moeilijkst. Je moet door je ontkenning heen en die heeft altijd geholpen om staande te blijven. Toch proberen we hier in deze workshop verder te komen. Toch Gods woorden te spreken en mogelijk kun je daar iets van ontvangen. Schaamt en schuld Het zijn broer en zus, maar niet gelijk. Schaamte komt meer voor en is dieper. In de Bijbel vind je tien keer zoveel over schaamte geschreven (naaktheid, oneer, schande, schenden, ontwijden) dan over schuld. Een schuldige persoon verdient straf en heeft vergeving nodig. Schaamte leeft in de gemeenschap met mensen en met God. Schaamte zegt: ‘Jij hoort er niet bij, je bent onrein.’ Iemand die gepest wordt, ervaart dit aan den lijve. Iemand die als laatste
gekozen wordt bij gym. Of door niemand wordt gevraagd om mee te dansen. Hij/zij voelt zich verkeerd en weet niet waarom. De enige conclusie is dan ‘Het ligt dus aan mij.’ Het betekent niet dat je je nooit blij of gelukkig kunt voelen, maar wanneer je dieper in jezelf kijkt, je schaamte zult voelen over wie je bent. Naaktheid zonder schaamte De eerste emotie die beschreven wordt in de bijbel is schaamte; van daaruit ontstaan angst en boosheid. Gen. 2, 25 Man en vrouw waren naakt en ervoeren geen schaamte: Gods aanwezigheid, bevredigend werk en relaties zonder zonden. Daarvoor zijn we bedoeld en dat wil God herstellen. De Bijbelse boodschap is zeer bemoedigend. Genade is iets dat je ontvangt terwijl je het niet verdient. Wanneer je schaamte kent, is dit te mooi om waar te zijn. Je gelooft het niet. Naakt zijn zonder schaamte: gekend worden, gezien worden zonder het gevoel dat je te kijk staat. Leven zonder de noodzaak van zelfbescherming. Schaamte kan verdwijnen, terwijl jij toch jij bent. Naaktheid mét schaamte -
Bij de zondeval kwam er naaktheid, dat als eerste wordt genoemd. Schaamte om naaktheid, om te kijk staan, om gezien te worden terwijl je onaanvaardbaar bent.
-
Daarna kwam de verwerping, uitgeworpen. Gen. 3, 23-24 Zo wordt schaamte ook vaak omgeschreven: buitengesloten. Weg van het paradijs.
-
Het begrip ‘onreinheid’ werd later omschreven; in Exodus en Leviticus.
Dus onze eerste familieleden begonnen zonder schaamte. Het is een binnendringer. Wat zegt schaamte? a. Ik ben niet toonbaar en acceptabel. Voor wie? Voor God en voor anderen. Adam en Eva verborgen zich als eerst voor God en daarna voor elkaar. We realiseren ons weinig dat schaamte vooral voelbaar is ten opzichte van God. Omdat we zondig zijn en zonden doen. b. Ik ben niet toonbaar en acceptabel. Waarom? Om wat ik gedaan heb. Daarna om wie ik ben. De Bijbel maakt aan het begin duidelijk dat er verschil is tussen wat je zelf verkeerd gedaan hebt en wat anderen aan jou fout gedaan hebben. Dat is een belangrijk onderscheid. Wil je werkelijk herstellen van schaamte, dan zul jij dat onderscheid ook moeten maken. Zonden belijden en vergeving ontvangen is ‘eenvoudiger’ dan loskomen van de schaamte door wat ons is aangedaan. Dat beiden met elkaar verweven zijn, maakt het niet gemakkelijker. c. Ik ben niet toonbaar en acceptabel. Om de oneer van degenen bij wie ik hoor. Geschapen als horend bij de Koning en afgezakt tot behorend bij de slang. Deze verbinding van schaamte en waar we bij horen is er altijd. Zo kun je je schamen om het gezin waarbij je hoort, om het dorp, het ras, de groep. Zijn daar schaamtevolle geheimen? Dan voel jij dat ook. Wordt je als groep vervolgd en gediscrimineerd? Dan
voel jij dat ook. Denk aan de Joden, de Indianen en mensen met een andere huidskleur of andere cultuur, mensen die leven in armoede. d. We willen graag horen bij belangrijke personen, want dan zijn wij ook belangrijk. Leiders, mensen met aanzien of invloed, idolen, de leukste van de klas of op het werk of in de kerk. Waar je bij hoort, straalt op je af. En zo werkt het ook met God. Wanneer we bij Hem horen, dan delen we in Zijn reputatie. Wanneer we horen bij schaamtevolle mensen, dan delen we in hun reputatie en straalt dat op je af. Samenvattend kunnen we zeggen dat we schaamte ervaren a) om wat we verkeerd gedaan hebben; dat geeft namelijk een link naar de slang; we zitten aan hem vast en dat voelt afschuwelijk. b) Daarnaast is er schaamte die veroorzaakt wordt door schaamtevolle daden van anderen. Als je bijvoorbeeld misbruikt bent, dan ben je verbonden met iemand die schaamtevolle dingen met je deed. En deze schaamte voelt als een permanente band. c) En verder ervaren we schaamte als we geassocieerd worden met anderen die zich schaamtevol gedragen of beschaamd gemaakt worden. Het goede nieuws is dat, wanneer God de link tussen de walgelijke slang en ons kan verbreken, dan Hij zeker elke link verbreken die door de zonde van een mens bij ons binnen komt. ‘Het is mijn eigen schuld…’ De meest gemaakte vergissing is dat je jezelf als fout aanwijst wanneer anderen iets verkeerds tegen je doen. Hoe komt dat? Waarom wezen Adam en Eva naar de slang, elkaar en God? In de schaamte kan je niet goed onderscheiden. Het is mogelijk dat jou kwaad is aangedaan door mensen met slechtheid in hun hart. En die mensen gaven jou de schuld van wat ze toen deden. Ze waren daar heel zeker over en mede daarom ben je geneigd hen te geloven. Echter, de bijbel is er duidelijk over: als er tegen jou gezondigd is, dan is dat niet jouw fout. Deut. 24,16. Ez. 18, 18-23. Toch is dit een ongelooflijk sterk mechanisme. Het voelt alsof er dan meer controle is. Wanneer je seksueel misbruikt bent, voel je jezelf overladen met schaamte en je kunt er niets aan doen. En niet alleen dat, ook voel je je uitermate machteloos en kwetsbaar, zeker als je kijkt naar de toekomst. En dan kan het helpen om te denken dat het je eigen schuld is. En op die manier ervaar je schaamte die niet bij jou hoort, maar die je naar jezelf toetrekt. Adam en Eva gaven anderen de schuld en dat is een gebruikelijke reactie. Wanneer je je afschuwelijk en vies voelt en je weet niet waar je naar toe moet om vergeving en reiniging te krijgen, dan probeer je je onschuld te bewijzen en anderen de schuld te geven. De enige uitweg is om de dingen te plaatsen waar ze horen. Dat wat bij jou hoort en dat wat niet bij jou hoort uit elkaar halen. Ons probleem met schaamte is zo belangrijk voor God, dat Hij er echt iets aan wil doen. Omdat je gewoon niet kunt geloven dat jij het waard bent om van schaamte verlost te worden, ben je als het ware geprogrammeerd om elke hoop en bemoediging te vermijden. Om verder te komen moet je eerst erkennen dat je schaamte ervaart, maakt niet uit wat de reden is, je moet gewoon weten dat er een uitweg is! God
spreekt uitsluitend tot mensen die het niet verdienen. Zijn karakter is daarvoor de basis, niet onze eigen waardebepaling. Rein en onrein; heilig en gewoon We weten vanuit het Oude Testament dat er onderscheid werd gemaakt tussen rein en onrein en tussen het heilige en het gewone. Iedereen zit in één van die categorieën. Je hoort niet een beetje in de ene en een beetje in de andere. Rein is acceptabel, onrein is dat niet. De reine kan de onreine niet schoon maken, maar de onreine kan de reine wel vies maken. Daarom zijn deze twee categorieën van elkaar gescheiden. Onrein kon je altijd worden, hoe je ook je best deed. Mensen werden onrein door wat ze deden en door waar ze mee in aanraking kwamen. Drie principes: -
Alles wat met de dood te maken had werd onrein.
-
Alles wat met het aanbidden van afgoden te maken had werd onrein.
-
Alles wat met het overtreden van Gods inzettingen te maken had werd onrein.
In Jesaja 64, 6 (5) staat zonder omwegen omschreven hoe onreinheid gezien moet worden. Wij alleen zijn onrein geworden, onze gerechtigheid is als het kleed van een menstruerende vrouw. Wij allen zijn als verwelkte bladeren, verwaaid op de wind van ons wangedrag. Het lijkt onrechtvaardig dat zowel daders als slachtoffers in dezelfde categorie worden geplaatst, maar God maakt een punt. Zowel onze daden als daar waar we mee in aanraking zijn gekomen maken ons onrein en onreinheid hoort niet bij het Koninkrijk van God. Dat betekent niet dat onreinen niet welkom zijn, maar het betekent dat God iets moet doen voordat zij in Zijn tegenwoordigheid kunnen zijn. Onreinheid is niet hetzelfde als zonde. Het kán komen door onze zonden, maar ook door contact met iets dat zondig is. De onreine kán schuldig zijn of niet, maar ervaart altijd schaamte. De onreine wordt afgesneden van anderen. Onaanraakbaar. Buiten de gemeenschap gezonden. Om weer terug te keren, moesten ze gereinigd worden, soms door een dier te offeren of bepaalde wassingen. Dit is een ‘oude’ manier van denken; toch kent iedereen met schaamte dit: mensen kunnen onrein zijn. En toch kunnen zij terugkeren naar de gemeenschap. Het OT besteedt veel aandacht aan het uitleggen hoe onreine mensen weer onderdeel van de reine groep kunnen worden. God gaf dit systeem zelf aan Zijn volk. Hij voorzag in een manier om rein te worden. Daarmee blikt het OT vooruit naar Jezus. Hij is de tempel. Hij is God met ons. Hij is het offer. En we mogen komen. Rein voelt als puur, als normaal. Geen reden om iets te verbergen. Je geweten is schoon. In het OT betekende het dat je vrij de tempel in en uit kon lopen, de plaats van Gods tegenwoordigheid. Er is geen zelfbewustheid, je denkt niet eens meer aan jezelf en hoe je overkomt, je kunt je richten op Jezus, op anderen en ervan genieten. Het is shalom. Als is zoals het moet zijn. Om rein gemaakt te worden, moeten we erkennen dat we onrein zijn. En dat is moeilijk. We weten het vaak wel van binnen, maar durven het niet te erkennen. Het
doet namelijk pijn. Het is afschuwelijk om jezelf te ervaren als er niet bij horend, uitgestoten, niet normaal en erkenning voelt als een vernedering. Heilig en gewoon Heilig slaat op God. Hij alleen is heilig. Deut. 26, 18 zegt dat sommige voorwerpen heilig zijn zoals bijvoorbeeld het paradijs, of de berg Sinai of de tempel in Jeruzalem; sommige dagen zijn heilig (Lev. 23,2), bijvoorbeeld Pesach of de sabbath. Mensen konden ook heilig zijn. Om heilig te zijn moest je rein zijn, maar rein zijn maakte je nog niet automatisch heilig. Priesters waren rein en heilig (Lev. 21,8). Om in het heilige der heilige te mogen komen moest je rein zijn, maar ook heilig. Wanneer je onrein was, kon je rein worden en dat maakte je aanvaardbaar voor mensen; je mocht weer in de tempel komen, maar niet in het Heilige der Heilige. Mensen verlangden ernaar om rein te zijn, maar om heilig te zijn? Misschien niet. De meeste mensen gingen voor rein, want heilig zijn was gevaarlijk. Mensen konden sterven als ze per ongeluk iets aanraakten dat heilig was. En trouwens, dat kon je niet zelf kiezen. Dat deed God en Hij had priesters en Levieten gekozen om heilig te zijn om heilig werk te doen. Heilig betekent dat een persoon of een voorwerp speciaal was toegewijd aan God. De persoon of het ding hoorde bij God en deelde dus in Zijn heiligheid. Apart gezet. Terwijl de onreinen apart waren gezet vanwege hun verontreiniging, werden de heiligen juist apart gezet vanwege hun speciale relatie met de Heilige God. Lev. 11, 45: Ik ben de God die jullie uit het land Egypte heeft gebracht om jullie God te zijn. Daarom zijn jullie heilig, want Ik ben heilig. Hier zien we dat het hele volk Israël heilig wordt verklaard. Zijn heilige natie. Gods bedoeling was een volk te bezitten en van Hem te maken. ‘Gewoon’ is gelinkt aan relatie met mensen en alle geschapen dingen. Alles ín de tabernakel was heilig, alles buiten de tabernakel was gewoon. Zonder schaamte. Maar het kan schaamtevol worden door zonde van zelf of anderen. Drie categorieën: 1. Heilig. 2a Gewoon, rein en 2b Gewoon, onrein. Onze weg is om rein te worden, rein te blijven en dan heilig te worden. Steeds meer en meer apart gezet en steeds meer lijkend op de Heilige van Israël. Het heilige kan intimiderend lijken, maar alleen wanneer we dat gebied binnen gaan kunnen we werkelijke ontmoeting hebben met God. Dit is het proces van heiliging in onze levens. God geeft ons de mogelijkheid om rein te worden en daarna om heilig te worden, toegewijd aan Hem in alle facetten van ons leven. Of we het nu weten of niet: ons doel is om heilig te zijn en om te genieten van de gemeenschap met de Heilige God. Dat is het diepste antwoord op onze schaamte. God maakt rein, het is Zijn initiatief.
God reinigt en daar heeft Hij plezier in. Waarom eigenlijk? Omdat we rein moeten zijn, zodat we dichter bij God kunnen komen, zo dicht bij, dat Hij ons aanraakt. Jesaja 6, 1-7 Jesaja wordt meegenomen naar de hemelse troonzaal. Hij heeft daar niet om gevraagd en is er niet op gekleed, dus bedekt hij zijn ogen. Dat zou iedereen doen voor een oosterse koning. Hem gewoon aankijken was tegen alle regels. Jesaja realiseert zich dat Hij niet God kan zien en leven. Als Mozes dat al niet kon, dan hij zeker niet. Dus Jesaja bedekt zijn ogen en valt op de grond, maar het is al te laat: hij heeft al gezien. En tot zijn stomme verbazing merkt hij dat hij niet dood is. Hij hoort ‘heilig, heilig, heilig’ zingen. Dat is aanbidding. Jesaja is volledig omgeven door Gods heiligheid. De hemel trilt helemaal van dat intense gezang en zelfs als je doof zou zijn, zou je het nog voelen. Wanneer ‘heilig’ gebruikt wordt voor God, snappen we direct dat Hij God is en wij dat niet zijn. Hij is eeuwig, Hij is rechtvaardig, Hij regeert over alle dingen. Wij zijn tijdelijk, overtreden elke inzetting van God elke minuut en zijn opstandige onderdanen. Jesaja is zich daar zeer bewust van, dus vol van schaamte, zeker wanneer Hij in directe aanwezigheid van God is. Het brengt hem tot wanhoop. Zo’n diep besef: ik ben onrein! Maar wanhoop is geen slecht ding wanneer het ons aanzet om op God te vertrouwen en bij Hem te horen. Niet alleen dat, in het woord ‘heilig’ ligt het antwoord op schaamte. De engel van God raakt de lippen van Jesaja aan en verklaart hem rein. Gods initiatief en antwoord. Hij is het antwoord op de wanhoop van Jesaja en op die van jou en mij. God komt Zelf dichtbij Jesaja heeft een diep besef van onreinheid en wanhoop. Hij is het niet waard om in Gods tegenwoordigheid te zijn. Heb jij de illusie dat jij jezelf kunt schoon maken? Wat waren ook alweer jouw strategieën? Je voornemen om liever te zijn, meer te bidden, meer in de Bijbel te lezen? Ons verlangen om onszelf schoon te maken verkleint het probleem van wanhoop en schaamte. Het geeft het idee dat we onszelf genoeg kunnen schrobben om iets heiliger te worden om God te ontmoeten. Maar de realiteit is dat onreine mensen helemaal niets kunnen schoonmaken. Alleen de Heilige van Israël kan ons heiligen. En dan rest nog maar één dingen en dat is ook het aller moeilijkste: de erkenning ‘Ik ben onrein en ik leef te midden van onreine mensen.’ Toen Jesaja dat zei, zond God een serafim met een koninklijke missie; deze raakte Jesaja’s lippen aan en dat doende zuiverde hij hem van zonden en schaamte. Vurige kolen, vuur geassocieerd met heiligheid. Jesaja was vergeven, gereinigd en werd verwelkomd in de tegenwoordigheid van God, waar we allemaal voor bedoeld zijn. Dit verhaal is een voorafschaduwing van Jezus, die van zijn troon afkomt om ons te reinigen. Je verwacht Gods verwerping; Hij aanvaardt. Je verwacht dat Hij zich van je afkeert; Hij keert zich naar je toe. Dit is een eerste stap in het proces van los komen van vergiftigende schaamte. Je bent vies geworden door de slang en door vieze anderen. Je hebt een ‘schoonwasser’ nodig, die je schoon wast en je schaamte in zich opneemt omdat je bij Hem hoort. Hij vergeeft je zonden,
waardoor je niet meer bij de slang maar bij Jezus hoort; Hij maakt je schoon van het schaamtevolle effect van de zonden van anderen tegen jou en Zijn eer en heerlijkheid straalt op jou af omdat je bij Hem hoort. Hoe dieper de schaamte, hoe intensiever vaak het proces van reiniging en heiliging. God neemt steeds het initiatief.