WORK IN PROGRESS
edition
zelfstandige designers leiden, zeker in deze tijden van crisis, een vaak onzeker bestaan. toch kent nederland vele duizenden ontwerpers die met hun eenmansbedrijfje hard aan de weg timmeren. winq sprak met drie van hen. “mensen onthouden je en komen terug als het moment daar is.” tekst: robbert blokland | beeld: hans reinerie
people | 057
MERIAN VAN ROOIJEN (41) beeldend kunstenares 058 |
people
work in progress
“IK HEB HET GELUK VAAK CARTE BLANCHE TE KRIJGEN” Emarentia Adriana Gisela (Merian) van Rooijen had tot twee jaar geleden naast haar artistieke werk een vaste baan, om de vaste lasten te kunnen betalen. Toen waagde ze de sprong en gaf ze haar job in de marketing op. “Het was de laatste stap in een reeks heftige veranderingen”, vertelt ze. “Mijn relatie was na zestien jaar voorbij en ik verruilde mijn luxe woning en vertrouwde leven voor het onbekende. Puur intuïtief, héél sterk voelend dat er iets anders op mij wachtte. Zowel qua liefde als qua kunst.” Haar omgeving waarschuwde Van Rooijen: zou je dat nou wel doen? Maar het was een keuze waar ze vooralsnog geen spijt van heeft gehad, al had ze geen idee in wat voor emotionele achtbaan ze terecht zou komen. “Ik was vanaf dat moment écht autonoom, maar werd overvallen door intens geluk en verdriet. Dat legde me volledig lam. Wat ik ontwierp vanuit euforie en blues is nooit voor iemand te zien geweest, laat staan dat ik er inkomen uit haalde.” Haar vertrouwen hield haar echter op de been. Ze geeft toe dat er nog steeds momenten van onzekerheid zijn, maar daar kan ze nu beter mee omgaan. “Ik sta gevoelsmatig veel eerlijker in het leven. Als kunstenaar ben ik enorm gegroeid en durf mezelf veel meer bloot te geven.” Van Rooijen werkt dagelijks in haar atelier in de Metaal Kathedraal, een culturele broedplaats in Utrecht. Dit is wat ze haar hele leven lang al wilde. “Van jongs af aan ben ik bezig geweest met creatieve dingen. Ik wilde altijd naar de kunstacademie, maar uit onzekerheid ben ik toch maar de studie vormgeving en communicatie gaan volgen en als projectmanager bij ontwerpbureaus gaan werken.”
zoals hout, staal of doek, en werkt vaak in reliëf. Hierdoor gaan haar tastbaarheden – zoals ze haar objecten noemt – anders ogen, zodra de lichtval in de ruimte verandert. Haar inkomen bestaat uit vrij werk en opdrachten voor particulieren en bedrijven. Af en toe exposeert ze in een galerie. “Je moet wel een beetje geluk hebben”, legt Van Rooijen uit. “Mensen horen vooral via via over jouw werk. Het is fijn om eens in de zoveel tijd een grote, goed betaalde klus te hebben zodat je daarna weer autonoom werk kunt maken.” Een van haar grote opdrachten ontving de kunstenares nadat ze op een Nijl-cruise in contact kwam met een advocaat die zijn Rotterdamse kantoor liet renoveren. Ze zochten nog iemand die kunst kon integreren in de verbouwing. “Ik kreeg de vrije hand om diverse ruimtes te voorzien van objecten”, vertelt Van Rooijen enthousiast. Het resultaat is onder meer een skyline van het nieuwe Manhattan aan de Maas in de vergaderruimte en Vrouwe Justitia in de entree: een enorme, blauwe sculptuur, gemaakt van dukdalven uit de haven. “Ik wist dat deze werden gerecycled en wilde ze dolgraag gebruiken. Dat het hout zó hard was dat ik mijn ontwerp voortdurend moest aanpassen, wist ik toen nog niet!” Het leukste aspect van haar werk noemt de beeldend kunstenares de interactie met de klant. “Ik overleg over elke grote stap en probeer de ideeën van de opdrachtgever mee te nemen in het ontwerp.” Een andere bijzondere opdracht was een levensgroot kunstwerk dat ze recent als huwelijksgeschenk maakte, in navolging van de trouwkaart. “Ik heb het geluk vaak carte blanche te krijgen”, knikt ze. “Hierdoor kan ik de wensen van de opdrachtgever naar eigen inzicht en gevoel vertalen. Op dat soort momenten vergeet je alle onzekerheid. Dit is mijn plek.” www.emarentia.com
Op haar 27e schreef de kunstenares zich alsnog in bij de opleiding waar haar hart écht lag: de Willem de Kooning Academie in Rotterdam, met als specialisaties beeldhouwen en grafiek. Ze gebruikt verschillende materialen, people | 059
“HET IS EEN ONZEKER VAK, MAAR OOK UITDAGEND EN SPANNEND” Paul Nederend uit Woerden had altijd al interesse in meubels. Daarom besloot hij na de middelbare school een opleiding tot binnenhuisarchitect te gaan volgen in Den Haag. “Maar ik interesseerde mij eigenlijk veel meer voor de producten die in de ruimte stonden dan met de inrichting van de ruimte zelf”, vertelt hij lachend. “Dat paste ook veel meer bij mij, ik was mijn hele leven lang al dingen aan het ontwerpen, tekenen en maken.” De designer switchte van opleiding. Hij volgde een opleiding tot meubelmaker in Rotterdam en belandde op de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht, waar hij voor de studie productontwerp koos. “Hier kreeg ik te horen dat mijn ontwerpen op een positieve manier heel kinderlijk waren: veel ronde vormen, veel strakke lijnen, heel speels. Dat zette me aan het denken, en ik besloot van een nood een deugd te gaan maken.” Na de opleiding kwam Nederend te werken bij een designmeubelmaker voor volwassenen. “Ook hier heb ik ontzettend veel geleerd: over productontwikkeling, over hoe je omgaat met fabrikanten en ontwerpers. Maar ik kwam er niet echt aan toe om zelf dingen te maken.” Daarom besloot hij toch een eenmansbedrijf te beginnen en zich toe te gaan leggen op speciale kindermeubels. “Het is een ontzettend leuke doelgroep om voor te werken”, legt hij uit. “Kindermeubels gaan niet per se om de sier of het design. Maar ze moeten vooral functioneel zijn en goed ogen.” Klanten komen vaak langs voor een gesprek als ze het kindje verwachten. “Je hebt contact met ze tijdens een van de meest bijzondere fasen in hun leven en probeert bij te dragen aan die bijzondere ervaring. Klanten zijn vaak heel enthousiast en heel open.” 060 |
people
Van de meubels die hij ontwerpt, maakt Nederend er vaak een aantal. De andere exemplaren verkoopt hij via een online showroom. Zijn best lopende ontwerp is een babyledikant, en ook linnenkasten voor babykamers zijn veel gevraagd. “Het is hard werken als zelfstandig designer”, zegt hij. “Het is vooral lastig om mensen te laten weten van jouw bestaan. Het is een heel specifieke nichemarkt, al zijn er genoeg jonge ouders in Nederland die weleens iets anders willen dan de standaardmeubels van grote ketens. Al betaal je voor designmeubels voor de kinderkamer natuurlijk ook wel iets meer dan voor de Prénatal-collectie. Exclusiviteit kost net iets meer geld.” Hij zoekt zijn doelgroep via sociale media en op sites voor jonge en aanstaande moeders. Ook heeft hij meerdere malen met artikelen en advertenties in de grote woonbladen gestaan. Na twee jaar als kleine zelfstandige ziet Nederend de toekomst hoopvol in. “Het is een onzeker vak, maar ook uitdagend en spannend”, erkent hij. De ontwerper vult trouwens niet zijn hele tijd met het maken van babymeubels. Hij ontwerpt ook nog ‘gewone’ producten voor een interieurbouwer met wie hij veel samenwerkt. “Ik bouw langzaam maar zeker aan een grotere collectie. Ik oefen nu het vak uit dat ik leuk vind en waar ik goed in ben. En ik ben ervan overtuigd dat je met die twee eigenschappen en een gezonde dosis enthousiasme een heel eind kunt komen.” www.ukkepukmeubels.nl
work in progress
PAUL NEDEREND (31) meubelmaker people | 061
MIRTE HAALBOM (38) edelsmid
062 |
people
work in progress
“IK DACHT: WAT ZIJ DOEN, KAN IK EIGENLIJK VEEL BETER” Mirte Haalbom had vroeger eigenlijk geen idee wat ze wilde worden. Ze keek weleens geïnteresseerd naar haar vader, die in de schuur achter het huis bezig was met metaalbewerking. Maar ze had geen idee dat dat ook een vak was waar je geld mee kon verdienen. Mirte zag het licht toen zij een klant van haar moeder, die als schoonheidsspecialist werkte, hoorde vertellen dat ze goudsmid was. “Dat leek me geweldig”, vertelt ze stralend. “Het is werk dat zowel mannelijk als vrouwelijk is. Ik wilde sieraden gaan maken.” Alleen welke weg te bewandelen? Haalboom keek rond op kunstacademies, waar het motto werd gehanteerd “dat een blok beton met een handvat ook een draagbaar sieraad is”. Ze besloot een opleiding te gaan volgen als edelsmid aan een mts. In haar vrije tijd deed ze veel ervaring op en werkte als assistent bij diverse kunstenaars en galeries, om vlieguren te maken achter de werkbank. “Tot ik dacht: wat zij doen, kan ik eigenlijk veel beter.” Haar eigen zaak, in een sfeervolle winkelstraat in Scheveningen, vond ze dankzij hulp van haar ouders. Haar gereedschap nam ze over van een goudsmid die ze kende en die met pensioen was gegaan.
Vier jaar geleden maakte de designer pas op de plaats. Dankzij positieve mond-tot-mondreclame liep de winkel als een trein en kwam ze nauwelijks meer aan ontwerpen toe. Haalboom besloot haar openingstijden terug te schroeven, zodat ze haar tijd beter kon verdelen tussen het creëren van nieuwe sieraden en het runnen van de winkel. “Ik verkoop inmiddels ook collecties van collega’s”, legt ze uit. “Maar het leukste blijft het om zelf dingen voor mensen te ontwerpen.” Haalboom nodigt de cliënten dan altijd uit voor een kop thee en een goed gesprek. “Ik wil de drager leren kennen. Soms lukt dat na vijf woorden al, soms moet ik wat meer vragen stellen. Een sieraad is iets heel persoonlijks. Je kunt een ring of een oorbel een touch van de drager mee geven.” Ringen blijven het populairst, omdat de drager deze zelf ook kan zien als hij of zij ‘m om heeft. “Het is ook iets heel dierbaars, dat mensen associëren met een herinnering of een gedachte.” Tegenwoordig moet de ontwerpster het runnen van haar bedrijf ook nog combineren met twee kinderen. Haar vriend is wat minder gaan werken, zodat zij genoeg tijd overhoudt voor haar sieraden. “Sieraden zijn een luxeproduct, dus mensen komen niet elke maand langs. Maar je merkt wel dat mensen je onthouden en terugkomen als het moment daar is. En zeker hier in de regio weten mensen mij inmiddels ook uit zichzelf wel te vinden. Zoveel edelsmeden zijn er niet. En als je een langere periode op één plek zit, blijkt ook Den Haag soms net een dorp.” www.mirteedelsmederij.nl
“Ik was eigenlijk nauwelijks voorbereid”, blikt ze nu terug. “Er lagen acht sieraden die ik had verzameld, vijf zilveren kettingen en drie zilveren ringen. ‘Die kan ik ook in goud maken’, zei ik dan tegen klanten.” De eerste jaren leefde ze heel zuinig. Al het geld dat ze verdiende, stopte Haalboom terug in de zaak. “Als ik een gouden klus kreeg, sprong ik een gat in de lucht. Van die winst kon ik dan weer twee nieuwe kettingen ontwerpen.” Extra geld verdiende ze in die tijd door les in de goudsmeedkunst te geven in een buurthuis en met een bijbaantje in een groothandel voor juweliers. people | 063