AGRO Actualiteiten worden betaald. Dit is met name veroorzaakt door de aanscherping van de verliesnormen in 2004.
INHOUD: Wet- en regelgeving: Ondernemen is vooruitzien Geen standaard voorraadverrekening 2005 Grondregistratie Derogatie: geen automatisme Grondbemonstering bij derogatie Grasland scheuren en uitrijregels mest beperkt! Wijziging wet Ammoniak en veehouderij Wel of geen natuurterrein
1 1 1 2 2 3 3 3 3
Economie: Bietenprijs dit jaar aanzienlijk lager Nieuwe wetgeving eist nieuwe afspraken
4 5
Subsidies: Overdracht toeslagrechten Suikerhervorming
6 7
Korte wenken:
7
Breng MINAS tot een goed einde Na 2005 hebt u geen verrekeningsmogelijkheden meer van MINAS-heffingen. Zorg daarom dat u MINAS 2005 tot een goed einde brengt. Zijn er maatregelen nodig, (bijv. mestafvoer), dan is dat nu nog te regelen. Wacht hiermee niet tot eind december. Gebruiksnormen, een gewaarschuwd mens …… Het nieuwe mestbeleid zal voor veel bedrijven wennen zijn. Soms wordt het lastiger, soms eenvoudiger. Het is van groot belang dat u zo snel mogelijk een betrouwbaar beeld hebt van de gevolgen van het nieuwe beleid voor uw bedrijf. Op dit moment is er al veel bekend. Wij willen u dan ook aanraden om ruim vóór de jaarwisseling de gevolgen van het nieuwe beleid voor uw bedrijf in kaart te (laten) brengen. Veelal zijn de gegevens van uw laatste MINAS-aangifte aangevuld met enkele andere bedrijfsgegevens (o.a. staltype, teeltplan) hiervoor voldoende. Indien nodig kunt u dan tijdig maatregelen treffen.
Bijlage 9 AGRO Actualiteiten is een uitgave van: ACCRES accountants en belastingadviseurs Wendtsteinweg 13 9363 AK MARUM E-mail:
[email protected] Internet: www.accresaccountants.nl
ACCRES accountants en belastingadviseurs aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade van welke aard dan ook als gevolg van beslissingen en of handelingen gebaseerd op de informatie uit AGRO Actualiteiten.
Regelmatig is een mogelijke overgangsregeling voor bedrijven, die de MINAS heffing over 2005 niet kunnen verrekenen ter discussie gesteld. Dit zal met name spelen bij vleeskalverbedrijven. Inmiddels is duidelijk geworden dat hier geen standaard regeling voor gaat komen, maar dat dit individueel beoordeeld zal worden.
Kunt u nog geen inschatting maken hoe u in 2005 qua MINAS uitkomt, breng dit dan zo spoedig mogelijk in beeld. Maak dan tevens een doorkijkje naar de gebruiksnormen in 2006. Uw adviseur kan u hierbij helpen.
Geen standaard voorraadverrekening 2005
Wet- en regelgeving Ondernemen is vooruitzien MINAS, de laatste loodjes…. MINAS loopt op 31 december 2005 ten einde. Zoals u weet, moet u (als u aangifteplichtig bent) over 2005 nog wel een aangifte indienen. Deze aangifte is dan ook de laatste mogelijkheid om saldo te benutten of, minstens zo belangrijk, betaalde heffingen vanuit de voorgaande jaren terug te halen. De aangiftes over 2004 laten met name bij veel melkveebedrijven zien dat de eerder opgebouwde MINAS-saldi nu noodzakelijk zijn om te voorkomen dat er over 2004 en 2005 daadwerkelijk heffing moet
AGRO Actualiteiten, Jaargang 6, Nummer 6 , december 2005
Mocht u bij de MINAS aangifte 2005 van de eindvoorraadwaardering gebruik willen maken, dan moet u dit middels een brief bij de aangifte aan DR melden. Er komen geen standaardregels, dus is er weinig zekerheid te geven over het slagen hiervan.
Grondregistratie Onder het nieuwe mestbeleid gaat er op het gebied van de grondregistratie nogal wat veranderen. In deze periode van het jaar worden veel afspraken gemaakt over het huren en verhuren van grond. Het is daarom goed om u te realiseren dat de wijze waarop grond straks (vanaf 2006) meetelt anders is dan nu. Pagina : 1
Wet- en regelgeving (vervolg) GDI: de basis voor de gebruiksnormen De basis voor de grondregistratie is de opgave middels de GDI in mei van ieder jaar. Alleen de grond die u hierbij opgeeft, telt mee voor de gebruiksnormen. In principe maakt het hierbij niet meer uit of die grond in de loop van het jaar weer naar een andere gebruiker gaat. Grond in gebruik ná de GDI-opgave Neemt u grond in gebruik, die een ander bij de GDIopgave heeft opgegeven, dan kunt u alleen nog stikstofgebruiksruimte krijgen voor de stikstofnorm voor alle meststoffen. Dit is een groot verschil met de huidige grondkaart, waarbij ook de grond die bijvoorbeeld op 31 oktober in gebruik werd genomen nog voor 2 maanden meetelde bij de verliesnorm.
Hebt u meerjarige afspraken t.a.v. land(ver)huur? Dan is het verstandig om te kijken of deze afspraken ook aangepast moeten worden aan het nieuwe mestbeleid. Vergeet hierbij ook de bedrijfstoeslagregeling (o.a. 10 maanden periode) niet!
Derogatie: geen automatisme De gebruiksnorm voor dierlijke mest is standaard maximaal 170 kg stikstof per hectare. Bedrijven die derogatie aanvragen, kunnen de hogere norm van 250 kg stikstof per hectare toepassen. Wilt u hiervan gebruik maken, dan moet u dit jaarlijks aanvragen. U moet dan wel aan een aantal eisen voldoen. Derogatie: niet voor iedereen Derogatie biedt het grote voordeel dat u meer mest op uw land mag aanwenden. Met name melkveehouders kunnen hiervan profiteren. Door de eis dat derogatie alleen geldt voor graasdierenmest en niet voor staldierenmest kunnen bedrijven met alleen staldieren geen voordeel halen uit derogatie. Eisen De hoofdeis die aan derogatie wordt gesteld, is dat u minimaal 70% grasland (voor ruwvoerproductie) 15 mei en 15 september in uw bouwplan moet hebben. Maar er zijn nog een aantal extra voorwaarden. Hieronder noemen we de belangrijkste: Jaarlijks een bemestingsplan opstellen U moet ieder jaar op uiterlijk 1 februari een bemestingsplan voor dat jaar hebben gemaakt. Het doel van dit bemestingsplan is om aan te geven hoe u van plan bent aan de gebruiksnormen te voldoen. Wanneer u substantieel van het plan afwijkt, moet u binnen 7 dagen het plan bijstellen.
AGRO Actualiteiten, Jaargang 6, Nummer 6 , december 2005
Verplicht verrichten van bodemanalyses U bent als derogatiebedrijf verplicht om minimaal 1 keer per 4 jaar uw grond op stikstof en fosfaat te bemonsteren. Het aantal monsters is afhankelijk van de samenstelling van uw grond en het aantal gewassen die u teelt. Hoe meer variatie, hoe meer monsters. De ondergrens voor het aantal monsters ligt op minimaal 1 monster per 5 hectare. Het monster mag op 1 februari niet ouder zijn dan 4 jaar. Uitrijverbod dierlijke mest op bouwland op klei in het najaar en de winter Hebt u kleigrond, dan mag u vanaf 2006 op bouwland geen drijfmest meer uitrijden in het najaar (vanaf 15 september) en de winter. Maakt u geen gebruik van derogatie, dan mag u dit de eerste jaren nog wel, binnen bepaalde periodes. Vanaf 2009 is dit uitrijden van drijfmest voor alle bedrijven verboden.
Derogatie heeft veel voordelen, maar u moet wel aan de eisen voldoen. Maak voor uw omstandigheden een bewuste afweging of derogatie voor u verstandig is. Overleg bij twijfel tijdig met uw adviseur.
Derogatie aanvragen Wilt u van derogatie gebruik maken, dan moet u vóór 1 december in het voorafgaande jaar een derogatieverklaring indienen bij Dienst Regelingen (DR). Voor de derogatie voor 2006 geldt éénmalig dat de melding op 1 februari 2006 door DR ontvangen moet zijn. DR is voornemens om alle bedrijven die volgens haar voor derogatie in aanmerking kunnen komen hiervoor een formulier toe te zenden.
Hebt u in december nog geen derogatieverklaring van DR ontvangen? Vraag deze dan aan bij het LNV-loket.
Grondbemonstering bij derogatie Wanneer u van derogatie gebruik wilt maken, moet u uw grond bemonsterd hebben op het stikstofleverend vermogen en de fosfaattoestand van de bodem. Mede op basis van de analyseresultaten moet vóór 1 februari 2006 een bemestingsplan zijn opgesteld. Voorschriften monstername De regels rond deze bemonstering zijn als volgt: - Het grondmonster moet minimaal betrekking hebben op het stikstofleverend vermogen en de fosfaattoestand van de bodem en bemonsterd en geanalyseerd zijn volgens de norm NEN-ENISO/IEC 17025.
Pagina : 2
Wet- en regelgeving (vervolg) -
-
-
-
Er mag per 5 hectare één representatief mengmonster worden genomen, afkomstig uit deelmonsters. Deze vijf hectares moeten dezelfde grondsoort (klei, zand, löss of veen) en gebruik (bouwland of grasland) hebben. Wel hoeven deze hectares niet aaneengesloten te liggen. Het analyseresultaat mag op het moment van aanvragen van de derogatie niet ouder zijn dan 4 jaar. Voor 2006 geldt dus dat de analyses niet ouder mogen zijn dan 1 februari 2002. U mag ook gebruik maken van analyseresultaten van uw perceel welke afkomstig zijn van een vorige gebruiker van dat perceel. U moet het analyserapport minimaal 5 jaar in de eigen administratie bewaren.
Voorbeeld bepaling aantal monsters U heeft 19 ha grasland op zandgrond, 4 ha grasland op veengrond en 8 ha maïsland (bouwland) op zandgrond. De volgende mengmonsters moeten worden genomen: Grond Aantal mengmonsters 19 ha grasland op zand 4 4 ha grasland op veen 1 8 ha bouwland op zand 2
Moet u nog grondmonsters laten nemen, houd dan rekening met een vorstperiode en stel de monstername niet uit!
Grasland scheuren en uitrijregels mest beperkt! In dit artikel gaan we in op de regels voor het aanwenden van dierlijke mest en het vernietigen van grasland. Aan deze editie van Agro Actualiteiten is een bijlage toegevoegd, waarin een tweetal schema’s zijn opgenomen, waarin deze regels nog eens schematisch worden weergegeven. Daarnaast treft u een lijst aan met toegestane volggewassen na het vernietigen van grasland! Vernietigingsverbod Het scheurverbod van grasland is veranderd in een vernietigingsverbod. Dit verbod is uitgebreider dan het scheurverbod. Naast bijvoorbeeld ploegen en frezen, valt ook doodspuiten hieronder. De perioden waarbinnen het niet is toegestaan om de graszode te vernietigen zijn uitgebreid. In de bijlage is een schema opgenomen waarin aangegeven is wanneer het nog toegestaan is om de graszode te vernietigen. Benoemde volggewassen Na het vernietigen van grasland in het voorjaar mogen alleen bepaalde gewassen gezaaid of gepoot worden. Welke gewassen dat zijn, treft u aan in de bijlage. AGRO Actualiteiten, Jaargang 6, Nummer 6 , december 2005
Onder het vernietigingsverbod valt naast bijvoorbeeld ploegen en frezen ook het doodspuiten van grasland.
Conclusie Op zandgronden kan alleen in het voorjaar nog herinzaai plaatsvinden. Op klei- en veengronden mag ook geen herinzaai plaatsvinden tussen 16 september en 31 januari. Wanneer mag u nog mest aanwenden? Het uitrijverbod voor dierlijke mest is aangescherpt. In een eerdere editie van Agro Actualiteiten heeft u hierover al meer kunnen lezen. In de praktijk zijn er nogal eens vragen over dit onderwerp. Voor de duidelijkheid hebben we in de bijlage een schema opgenomen, waarin alle mogelijkheden en beperkingen van het uitrijden van dierlijke mest zijn opgenomen. Wijziging wet Ammoniak en veehouderij (Wav) Er wordt gewerkt aan een wijziging van de Wav. Deze wijziging betekent concreet een versoepeling. De belangrijkste veranderingen zijn: - De bescherming van natuurgebieden wordt beperkt tot de zeer kwetsbare natuurgebieden. Deze gebieden moeten in de Ecologische Hoofdstructuur liggen. Gebieden die onder de Vogel en habitatrichtlijn vallen, tellen ook mee. - Natuurgebieden kleiner dan 50 hectare vallen niet onder de Wav. Alleen wanneer er sprake is van zeer grote natuurwaarden mag hiervan worden afgeweken. - Rond de bovengenoemde gebieden geldt een zonering van 250 meter. Binnen deze zone krijgen melkveehouderijbedrijven meer ontwikkelingsmogelijkheden. Zij mogen straks groeien tot 200 koeien met bijbehorend jongvee (max. 140 stuks). Nog geen definitieve tekst De ministerraad is inmiddels met deze wijzigingen akkoord gegaan. De definitieve tekst is nog bekend. Het wachten is nu op het voorstel dat naar de 2e Kamer wordt verzonden. Wel of geen natuurterrein Een voor sommige bedrijven ingrijpende verandering in de mestregels is de verandering van het begrip natuurterrein. Er is in de praktijk veel onduidelijkheid over wat nu wel of geen natuurterrein is en welke gebruiksmogelijkheden hierbij horen. Wij hebben daarom een vraag- en antwoordschema opgesteld om u door deze regels heen te leiden. Eerst is het belangrijk om de definities van de verschillende begrippen goed duidelijk te hebben.
Pagina : 3
Wet- en regelgeving (vervolg) Definitie landbouwgrond Landbouwgrond is grond waarop daadwerkelijk enige vorm van landbouw wordt uitgeoefend. Definitie natuurterrein Natuurterrein is grond met een houtopstand die de hoofdfunctie natuur heeft, heideveld, ven, hoogveenterrein, zandverstuiving, duinterrein, kwelder, schor, gors, slik, riet- en ruigtland, griend en laagveenmoeras. Ook grasland of bouwland met de hoofdfunctie natuur wordt gezien als natuurterrein. Definitie overige grond Dit is alle grond, die niet onder landbouwgrond of natuurterrein valt. Denk hierbij aan grond in gebruik bij particulieren e.d. De hiervoor genoemde definities zijn noodzakelijk voor de beantwoording van de volgende vragen: Vraag 1: Is er sprake van grond waarop u SANsubsidie verkrijgt? Ja: dan is het landbouwgrond Nee: zie vraag 2 Vraag 2: Is de grond nu in eigendom van Staatsbosbeheer, maar is uw huidige pachtcontract indertijd met BBL afgesloten? Ja: dan is het landbouwgrond Nee: zie vraag 3 Vraag 3: Voldoet de grond aan de definitie van natuurterrein? Ja: dan is het natuurterrein Nee: zie vraag 4 Vraag 4: Voldoet de grond aan de definitie van landbouwgrond? Ja: dan is het landbouwgrond Nee: dan is het overige grond Bepaling gebruiksmaximum natuurterrein Voor natuurterrein gelden geen gebruiksnormen, maar geldt een maximale aanwendingsmogelijkheid van mest. Deze kunt u als volgt bepalen:
Bepaling gebruiksmaximum overige grond Wanneer er geen sprake is van natuurterrein of landbouwgrond is er sprake van overige grond. Voor overige gronden gelden ook geen gebruiksnormen, maar geldt een maximale aanwendingsmogelijkheid van dierlijke mest. Deze kan als volgt bepaald worden: Vraag 7: Is deze overige grond in gebruik als bouwland of grasland? Ja: voor deze grond geldt een gebruiksmaximum van 85 kg fosfaat en 170 kg stikstof per hectare per jaar Nee: Op deze grond mag maximaal 20 kg fosfaat per hectare per jaar worden gebruikt Economie Bietenprijs dit jaar aanzienlijk lager Zoals het nu lijkt, zal dit jaar de bietenprijs aanzienlijk dalen. Deze (éénmalige) daling staat los van de geplande suikerhervormingen, maar is het gevolg van vraag en aanbod naar suiker in de EU. Suikerquota Binnen Europa wordt verschil gemaakt tussen A-, Ben C-suiker. A- en B-suiker vormen samen het suikerquotum met een gegarandeerde minimumprijs. De omvang van de quota is deels gekoppeld aan de omvang van de Europese suikerconsumptie. C-suiker moet op de wereldmarkt (zonder garantie) worden afgezet. De suikerprijs binnen de EU is veel hoger dan de wereldmarktprijs. BMS-systeem De Nederlandse teler kent geen A- en B- suiker, maar een quotum op basis van het Bewaakt Mengprijs systeem (BMS). In het BMS-quotum zit A-, B- en een klein percentage C-suiker.
Vraag 5: Zijn er beperkingen in de pachtovereenkomst of in een beheersovereenkomst? Ja: de gebruiksmaxima zijn gelijk aan het beheersregime Nee: zie vraag 6
Uitbreiding EU Vorig jaar is de EU met 10 landen uitgebreid. De afnemers van suiker in deze landen wisten dat suiker na toetreding veel duurder werd en zijn vóór de toetreding suiker gaan hamsteren en deze suiker ná de toetreding gaan gebruiken. Ze kochten daardoor in 2004/2005 veel minder suiker. Daarnaast werd er in Europa in 2004 veel suiker geoogst. Door het goede weer leverden alle landen hun quotum vol. Iets dat in het verleden niet altijd gebeurde.
Vraag 6: Is er sprake van grasland met de hoofdfunctie natuur? Ja: het gebruiksmaximum is dan 70 kg fosfaat en 170 kg N per hectare per jaar Nee: er geldt een maximum aanvoer van 20 kg fosfaat per hectare per jaar
Declassering Door dit alles is in 2004/2005 de productie van quotumsuiker veel hoger geweest dan de consumptie. Hierdoor heeft de Europese Commissie besloten om 12% van het suikerquotum éénmalig te “declasseren” naar C-suiker. Feitelijk een quotumkorting.
AGRO Actualiteiten, Jaargang 6, Nummer 6 , december 2005
Pagina : 4
Economie (vervolg) Lager prijs Voor het Nederlandse BMS-systeem heeft dit als gevolg dat de prijs per ton BMS-bieten wordt verlaagd. Een exact bedrag is nog niet te geven, maar een prijsdaling van 10% lijkt het gevolg te zijn. Financiële gevolgen Wanneer als voorbeeld uitgegaan wordt van een (normale) uitbetalingsprijs van ca. 50 euro per ton bieten en een opbrengst van 60 ton (BMS) bieten per hectare is dit een opbrengstdaling van (60 ton maal 10% van 50 euro per ton) = 300 euro per hectare suikerbieten. Nieuwe wetgeving eist nieuwe afspraken Dit maal is het onderdeel economie een onderwerp in directe relatie met de aanpassingen in de wetgeving. In de praktijk leven veel vragen, die veel te maken hebben met de gevolgen van het nieuwe beleid. - Blijft mestafname door akkerbouwers wel mogelijk? - Blijft landhuur van veehouders wel mogelijk? - Welke rol spelen de toeslagrechten hierin? - Past mijn aantal toeslagrechten wel bij mijn (toekomstig) grondgebruik ? In dit artikel willen we u wat handreikingen geven om uw bedrijfsbeleid op de gevolgen van de gewijzigde wetgeving af de stemmen. MINAS: ruimte voor mest Onder MINAS hadden akkerbouwbedrijven relatief veel ruimte om mest aan te voeren. Op de klei werd in het najaar veel mest afgezet en ook op de zandgronden kwam aanvoer over de stoppel veel voor. Er was weinig noodzaak om de stikstof in de mest te benutten. Alle kaarten op voorjaarswending Door de scherpere gewasgebonden normen is deze ruimte nu beperkter. Uit berekeningen blijkt, dat er wel mestaanvoerruimte blijft. Dit onder voorwaarde dat de stikstof in de mest wél optimaal wordt benut.
Op termijn zal alleen voorjaarsaanwending in de akkerbouw een structurele mogelijkheid blijven.
Mestafzetkosten? Tegenover de mestafnemer staat de veehouder. Er komt de komende jaren meer mest op de markt, zeker van melkveehouders. Door de voorjaarsbemesting zal er straks in een veel kortere periode meer mest moeten worden afgezet. De verwachting is dat de kosten van de mestafzet door dit alles omhoog zullen gaan.
AGRO Actualiteiten, Jaargang 6, Nummer 6 , december 2005
Nieuwe technieken Het blijft voor veel akkerbouwers aantrekkelijk om mest af te nemen. Mits de mineralen in de mest optimaal benut worden en de structuur van uw grond het gebruik van mest toelaten. Nieuwe technieken, zoals sleepslangbemesting op bouwland kunnen hierbij helpen. Gezamenlijk probleem Voor u als (melk)veehouder is een hogere mestafzetprijs ongunstig. De vraag is daarom relevant of er nog wel land verhuurd moet worden aan akkerbouwers. Immers, iedere hectare levert ook mestplaatsingsruimte op. Minder landhuur is voor akkerbouwers een probleem.
Juist een gezamenlijk probleem biedt kansen.
Derogatie Als gevolg van de 70% graslandeis bij derogatie moeten sommige veehouders minder maïsland in hun teeltplan hebben. Dit kan aanleiding geven tot het verhuren van extra grond. Toeslagrechten Voor de benutting hiervan moet onder ieder toeslagrecht een hectare grond liggen. Ook dit heeft gevolgen voor de huur en verhuur van grond. Voorbeeld Het voorbeeld betreft een samenwerking tussen een akkerbouwer en een veehouder. Stel een melkveehouder heeft 26 ha grasland en 14 ha maïs. Hij heeft hiermee minder dan 70% grasland en kan geen gebruik maken van derogatie. Zijn gebruiksnorm voor dierlijke mest is derhalve 40 * 170 = 6.800 kg N. Daarnaast heeft hij 40 toeslagrechten opgebouwd van 150 euro per stuk. Verhuur Nu besluit hij 3 ha bouwland te gaan verhuren aan een akkerbouwer. Voor de veehouder resteert nu 37 ha. grond, waarvan 26 ha gras. Hij voldoet hiermee aan de eis voor derogatie (26/37=70,2%). Zijn gebruiksnorm N-dierlijk is nu 37*250= 9.250 kg N. Probleem is wel, dat hij nu 3 toeslagrechten niet kan benutten. Hij kan deze toeslagrechten met de grond mee aan de akkerbouwer verhuren. Gewas is bepalend De akkerbouwer kan een gewas naar keuze op de gehuurde grond telen, maar zal uiteraard de gehuurde toeslagrechten ook willen benutten. Bij extra maïs voor de veehouder is dit geen probleem, maar gaat hij een niet subsidiabel gewas telen (consumptie- of pootaardappelen, groentegewassen) zal hij ruimte moeten hebben binnen de rest van zijn bedrijf.
Pagina : 5
Economie (vervolg) Onbemonsterde mestafvoer Moet de veehouder mest afvoeren, dan kan dit veelal middels boer-boer transport en/of mestafvoer via de “Vogelaar” variant geregeld worden.
Houd bestaande samenwerkingsafspraken tegen het licht en onderzoek of er nieuwe afspraken mogelijk zijn. Dit kan beide partijen voordeel opleveren!
Samenwerking In samenwerken ligt soms de sleutel om het rendement van bedrijven te verbeteren. Ook buiten de gevolgen van de wetgeving om! Subsidies Overdracht toeslagrechten De afgelopen weken hebben velen van u formulieren toegezonden gekregen, die te maken hebben met toeslagrechten bij bedrijfsveranderingen. Het kan hierbij gaan om het aanvragen van rechten vanuit de Nationale reserve, het splitsen van een bedrijf of het overdragen van rechten middels een private overeenkomst (contractclausule). We merken in de praktijk dat hierover nogal wat vragen leven. Daarom hebben we in deze editie een aantal praktijksituaties opgenomen en hierbij aangegeven wat de (on) mogelijkheden zijn. Voorbeeld 1: Contractclausule of Nationale reserve Een melkveehouder heeft in november 2003 een perceel maïsland aangekocht van 5 hectare. Vanaf 2004 heeft hij hierop snijmaïs geteeld en premie ontvangen. De oude eigenaar (een ex-melkveehouder) had tijdens de referentie naast dit maïsland ook nog 20 ha. grasland. Dit grasland houdt hij zelf voor paarden. Mogelijke oplossingen 1. Contractclausule/private overeenkomst. Standaard levert dit ca. € 100,- per toeslagrecht op, omdat de oude eigenaar naast vijf hectare maïs, ook 20 hectare gras heeft gehad. De waarde van de over te dragen toeslagrechten kan hoger zijn (zo’n € 400,-) wanneer middels het formulier “melding private overeenkomst” alleen het referentieareaal akkerbouwgewassen (snijmaïs) wordt overgedragen. 2. Nationale Reserve. De investering is gepleegd vóór 15 mei 2004, dus de nationale reserve is hier mogelijk. De extra referentie wordt berekend aan de hand van het verschil tussen de opgebouwde referentie en de totale steun die in 2004 is ontvangen. Uitgaande van zo’n € 400,- maïspremie AGRO Actualiteiten, Jaargang 6, Nummer 6 , december 2005
per hectare en een korting van € 500,- resteert er bruto € 1.500,-. Nadeel hierbij is de onzekerheid over de hoogte van het toewijzingspercentage.
Hebt u de keuze tussen de nationale reserve of overdracht van rechten, neem dan de onzekerheid over het toewijzingspercentage van de nationale reserve mee in uw keuze!
Conclusie De private overeenkomst is hier waarschijnlijk de beste optie. Wel moet de verkoper dan nog landbouwer zijn en bereid zijn de hogere waarde van akkerbouwgewassen (snijmaïs) over te dragen. Voorbeeld 2: Pachtovername Een akkerbouwer (70 ha. reguliere pacht) draagt op 1 mei 2004 zijn grond aan een andere pachter over. De beide partijen zijn overeengekomen dat de expachter medewerking zal verlenen aan de overdracht van de toeslagrechten aan de nieuwe pachter. De nieuwe pachter was al boer. Oplossingsmogelijkheden 1. Nationale reserve. Dit kan, omdat de nieuwe pachter de grond vóór 15 mei 2004 in gebruik heeft genomen. 2. Private overeenkomst. Dit is hier geen mogelijkheid. Dit omdat de expachter, die de toeslagrechten heeft opgebouwd, geen grond overdraagt aan de nieuwe pachter. Het is bij pacht alleen mogelijk wanneer de verpachter de referentie heeft opgebouwd. 3. Samenvoeging (fusie). Bij een fusie gaan de rechten automatisch over en wordt er géén verschil gemaakt tussen eigendom en pacht. Van belang is wel dat de oude pachter op 15 mei 2006 geen landbouwer meer is. Hij zal zich moeten uitschrijven bij DR en aangeven dat de nieuwe pachter ook zijn bedrijf overneemt. Conclusie Fusie is hier de meest logische oplossing. Oplossing 1 is een alternatief, maar wel met veel onzekerheden. Voorbeeld 3: Splitsing Een melkveehouderijbedrijf (50 hectare) wordt in augustus 2003 gesplitst. Broer A gaat verder met de melkveehouderij op 35 ha, broer B houdt paarden op de overige 15 ha. Hij verhuurt hiervan jaarlijks 5 ha. Op het bedrijf is in de referentiejaren steun ontvangen (maïs en slachtpremie). De afspraak is dat de referentie zoveel mogelijk naar broer A gaat.
Pagina : 6
Subsidies (vervolg)
aantal toeslagrechten waarover de suikersteun wordt verdeeld.
Splitsingsformulier Op het splitsingsformulier van DR kan per categorie aangegeven worden hoe de referentie over de partijen moet worden verdeeld. Dit geldt niet alleen voor de referentie, maar ook voor het bedrijfstoeslagareaal.
Oplossing In dit voorbeeld is ervoor gekozen om de totale referentie aan broer A toe te delen met 30 ha. bedrijfstoeslagareaal, zodat hij al zijn toeslagrechten kan benutten (Minder kan overigens ook). Broer B krijgt 15 toeslagrechten toebedeeld met waarde nul. Dat hij deze maar deels kan benutten, maakt voor hem niet uit, omdat deze rechten toch geen waarde hebben.
Voorbeeld Stel u heeft een suikerquotum van 96.000 kg suiker en teelt 10 ha suikerbieten. De daadwerkelijk geleverde suikerproductie in 2005 is echter 120.000 kg suiker. Dit is 12.000 kg suiker per hectare. Het verschil tussen het quotum en de daadwerkelijke suikerproductie is Csuiker. Op basis van deze totale suikerproductie heeft u 96.000 kg/12.000 kg suiker = 8 ha suikerbieten met quotumsuiker beteeld. Uw suikercompensatie zal dan over 8 toeslagrechten worden verdeeld i.p.v. over de 10 hectare geteelde bieten.
Het bovenstaande betreft willekeurige voorbeelden. Het kan om veel geld gaan en daarom is het erg belangrijk dat u de juiste keuzes maakt. Twijfelt u, schakel dan een deskundige in!
Wanneer er in 2006 toeslagrechten zijn voor suiker, vervalt de extra ruimte die het bietenareaal bood voor het benutten van toeslagrechten. Let hierop bij uw planning van de benutting van rechten.
Korte wenken
Suikerhervorming Er is enkele weken geleden een politiek compromis bereikt over de hervorming van het suikerstelsel. De belangrijkste punten voor u als teler hierin zijn: - Een daling van de prijs van quotumsuiker van in totaal 36%. Deze daling zal volgens tabel 1 worden verdeeld. - De prijsdaling zal voor ca. 64,2% worden gecompenseerd via de bedrijfstoeslagregeling. - Er komt een gelimiteerde mogelijkheid voor lidstaten om éénmalig quotum bij te kopen. Het compromis moet nog worden uitgewerkt en vervolgens formeel nog worden vastgesteld. Alle informatie in dit artikel is dan ook onder voorbehoud. Tabel 1: Prijsdaling per ton suiker Teeltjaar 2006 2007 Prijsdaling 20% 27,5%
2008 35%
2009 36%
Referentiejaren In een brief aan de Tweede Kamer heeft de minister inmiddels duidelijk gemaakt dat het suikerquotum op 1 januari 2006 als referentie genomen zal worden. De prijsdaling en daarmee de inkomenscompensatie voor u als teler is gebaseerd op uw hoeveelheid A- en B-suiker. Het aantal (extra) toeslagrechten, dat wordt toegewezen, zal hoogstwaarschijnlijk gebaseerd worden op het areaal dat beteeld is met quotumbieten.
Verhoging pachtnormen voorlopig van de baan In de vorige Agro Actualiteiten hebben wij geschreven over de voorgenomen pachtprijsverhoging. Inmiddels heeft de 2e Kamer dit voorstel verworpen. Er komt dus voorlopig geen verhoging van de pachtnormen. Wel komt er een onderzoek naar een ander pachtprijzensysteem, waarbij het opbrengend vermogen van de grond centraal moet staan. Wordt ongetwijfeld vervolgt. Laatste kans op stierenpremie Van 17 oktober t/m 5 december 2005 kunt u nog stierenpremie aanvragen. Van 6 december t/m 30 december kunt u ook nog stierenpremie aanvragen, maar dan ontvangt u een korting wegens te late aanvraag. Vanaf 2006 bestaat deze mogelijkheid niet meer. 4 weken termijn formulieren toeslagrechten De 4 weken termijn op de formulieren met betrekking tot de toeslagrechten is een streefperiode, maar juridisch gezien niet een harde datum. Bent u niet in staat om binnen 4 weken het formulier over de toeslagrechten terug te zenden? Dan kunt u dit ook in een later stadium doen. Formeel moeten alle formulieren uiterlijk 15 mei 2006 binnen zijn. Ons advies is om de formulieren wel zo snel mogelijk retour te zenden. Des te eerder mag u ook een reactie verwachten.
Gevolgen Stel dat 2005 het referentiejaar wordt en dat de compensatie verdeeld wordt over het totale bietenquotum in 2005. Dan is uw totale suikerproductie van belang voor de bepaling van het AGRO Actualiteiten, Jaargang 6, Nummer 6 , december 2005
Pagina : 7
Korte wenken (vervolg) Toeslagrechten en mestbeleid Misschien moet u wel om aan de 70% graslandeis bij derogatie te voldoen het areaal maïs op uw bedrijf verkleinen. Samenwerken met een akkerbouwbedrijf is dan een reële optie. Wanneer u maïsland aan hem verhuurt, verhuur dan eventueel een bijbehorend aantal toeslagrechten mee. De opbrengst van de rechten verrekent u dan met de huurprijs of met de aankoop van snijmaïs van de akkerbouwer. Beperkte openstelling SAN De subsidie voor agrarisch natuurbeheer (SAN) wordt bij de komende openstelling (2006) tot 3 categorieën beperkt. Dit omdat door het grote aantal aanvragen het budget over 2005 fors is overschreden. De eerste categorie betreft de huidige deelnemers van wie de beschikking dit jaar afloopt. De tweede categorie betreft de kwaliteitsverbetering van het huidige weidevogelbeheer. Dit betekent bijvoorbeeld, dat een bestaande beschikking voor nestbescherming tussentijds omgezet mag worden in een beschikking voor een beheerpakket met uitgestelde maaidatum, of aangevuld kan worden met vluchtheuvels. De derde categorie betreft de openstelling voor de SAN-ganzenpakketten.
Bemestingsplan Maakt u gebruik van derogatie, dan moet u uiterlijk 1 februari 2006 een bemestingsplan hebben opgesteld. Uit dit plan moet blijken hoe u in 2006 aan de gebruiksnormen denkt te gaan voldoen. In dit plan moet onder meer rekening worden gehouden met uw bodemanalyses, de hoeveelheid beschikbare mest en de bemestingsadviezen. U bent vrij het plan te maken zoals u dit wilt, echter het moet wel aan een aantal eisen voldoen. Veel organisaties hebben inmiddels een sjabloon van hun bemestingsplan aan DR voorgelegd. Door gebruik te maken van deze goedgekeurde sjabloon kunt u eenvoudiger aan de eisen voldoen. Weet waar u staat in 2006 Velen van u hebben zich inmiddels al een beeld gevormd van de gevolgen van het nieuwe beleid in 2006. Heeft u dit nog niet gedaan, dan willen wij u adviseren om dit alsnog te doen. Denk hierbij niet alleen aan het mestbeleid, maar ook aan de regelgeving rond toeslagrechten. De ervaring leert dat juist vanuit de details van de regelgeving zich soms onverwachte bedreigingen, maar ook kansen voordoen. En binnen de nieuwe regelgeving is het nauwelijks mogelijk om achteraf nog zaken te corrigeren of te verrekenen!
Aanvraag toeslagrechten In januari ontvangt iedere landbouwer het aanvraagformulier voor de aanvraag van de toeslagrechten. Neem dit formulier goed door en zorg dat u eventuele fouten in dit formulier aan DR meldt. Neem bij twijfel contact op met uw adviseur. Vergeet niet voor uzelf een kopie van deze aanvraag te maken. Derogatieverklaring Op 9 december jl. is de derogatiebeschikking door de Europese Commissie afgegeven. De komende weken zal DR daarom aan veel bedrijven een derogatieverklaring gaan verzenden. Door deze verklaring ondertekend terug te sturen, geeft u aan van derogatie gebruik te maken. Zorg ervoor dat deze verklaring uiterlijk 1 februari 2006 bij DR binnen is, anders kunt u in 2006 niet van derogatie gebruik maken. Ons advies: heeft u begin januari nog geen verklaring van DR ontvangen, neem dan z.s.m. contact met het LNV-Loket op (0800-2233322). Verzenden met ontvangstbevestiging Wanneer de belangen groot zijn dan is het raadzaam om formulieren aangetekend en met ontvangstbevestiging te verzenden. Dit geldt zeker voor de aanvraag van de toeslagrechten en de derogatieverklaring.
AGRO Actualiteiten, Jaargang 6, Nummer 6 , december 2005
Pagina : 8
Bijlage bij Agro Actualiteiten editie december 2005 1. Overzicht uitrijperioden dierlijke mest M estsoort Grondgebruik Grondsoort Jaar Periode
Drijfm est Grasland
Vaste m est Bouwland
Klei
Veen
Zand/Loss
Vanaf
Vanaf
Vanaf
2006
2006
2006
Klei* 2005
2006
2007
Grasland Veen
2008
Bouwland
Zand/Loss
Klei
Veen
Zand/Loss
Klei
Veen
Zand/Loss
2009 e.v Vanaf
Vanaf
Vanaf
Vanaf
Vanaf
Vanaf
Vanaf
Vanaf
2006
2006
2006
2006
2006
2006
2006
2006
Van 1/1 Van 1/1
1 t/m 31 januari 1 februari t/m/ 31 augustus
Van 1/2 Van 1/2 Van 1/2 Van 1/2 Van 1/2 Van 1/2 Van 1/2 Van 1/2 Van 1/2 Van 1/2 t/m 31/8
1 t/m 15 september
t/m 15/9
t/m 15/9
Van 1/2 Van 1/2 Van 1/2
t/m 31/8
begin uitrijverbod bij derogatie
t/m 15/9
t/m 15/9
Van 1/2
t/m 31/8 t/m 15/9
t/m 31/8
t/m 15/9
16 t/m 30 september 1 t/m 15 oktober
t/m 15/10
16 t/m 31 oktober
t/m 31/10
1 t/m 15 november
t/m 15/11
16 t/m 31 november
t/m 30/11
1 t/m 31 december t/m 31/12 t/m 31/12
*Daarnaast wordt de najaarsaanwending ontmoedigd door elk jaar hogere werkingscoëfficiënten te hanteren. Hierdoor zal bij dezelfde bemesting in werkelijkheid, op papier meer bemest worden.
verboden periode
2. Overzicht vernietigingsverbod graszode Periode
Veen
Zand/löss
Verboden
1 t/m 31 januari 1 februari t/m 10 mei 11 mei t/m 15 september 16 september t/m 31 oktober
Klei
verplichte grondbemonstering en toegestaan volggewas verboden
verplichte grondbemonstering en toegestaan volggewas
alleen toegestaan voor tulp, krokus, iris en muscari
1 t/m 30 november
alleen toegestaan voor tulp, krokus, iris en muscari
1 t/m 31 december
verboden
3. Toegestane volggewassen na het vernietigen van de graszode Aardbei Graszoden Maïs Aardappelen Iris Meloen Acidanthera Hyacint Muscari Andijvie Karwij Narcis Anemone coronaria Knolbegonia Paksoi Augurk Knolselderij Plantui, 2e jaars Bleek- en groenselderij Knolvenkel Pompoen Bloemkool Koolraap Prei Boerenkool Koolrabi Raapstelen Broccoli Koolzaad Rabarber Buitenbloemen Krokus Rode kool Chinese kool Kroten Savooiekool Courgette Kruiden Schorseneren Fritillaria imperialis Laanbomen: opzetters Sla Gladiool Landbouwstambonen Spinazie Gras Lelie Spitskool Graszaad
voor alle gewassen toegestaan, behalve voor gras
Spruitkool Stam- en stokbonen Suikerbiet Suikermaïs Triticale Tulp Vaste planten Venkel Voederbiet Wintergerst Winterrogge Wintertarwe Winterui Witte kool Zaaiui Zomertarwe