WORD WILD EN DOE MOOIE DINGEN. Een spannend en komies toneelstuk vol onderdrukking en verzet. Gemaakt in het seizoen 1979-1980. Eerste officiële voorstelling in Utrecht, Rasa, 19-1-'80. Door medewerkenden van TONEELWERKGROEP PROLOOG, Willemstraat 72 Eindhoven, tel. 040-510236. Spelers/ speelsters:
Frieda Pittoors –
Renée
Carlijn Evers/Mia Bundervoet Ton van de Nieuwenhuyzen -
An, Moeder Jimmy, Rechercheur
Lex Peters -
Steef, Stille
René Retel -
Thomas, Agent, van Eykelenburg
Dries Smits -
Leo, Pa, Rechercheur
Regie:
Jochem Roijaards
Tekst:
Bert Kok
Dekor:
Rieks Swarte
Muziek/advies:
Horst Rickels
Techniek:
Jan de Rooij Chris van Beek Huub Huben Piet Huijbens
Alles uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotocopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, maar dan wel NA schriftelijke toestemming van de "Auteursvereniging Proloog", Willemstraat 72 Eindhoven. Deze bepalingen gelden niet voor intern gebruik op scholen, buurthuizen of instituten waar dit programma is gespeeld.
2
HET DEKOR.
Het dekor stelt een afbraakmuur voor, zonder doorgangen. Tijdens het gehele stuk blijft die onveranderd aanwezig; het is geen directe locatieaanduiding. Voor de muur, doch los er van, staat een schuin aflopend podium. Aan weerszijden van het podium staat een bank, waarop acteurs / actrices plaats nemen wanneer ze niet spelen. Verkledingen vinden achter plaats. Zodra een actrice / acteur het podium betreedt, begint zij/hij te spelen. Niets in dekor en kostuums mag de illusie van 'echtheid' wekken. Het verhaal wordt onderstreept door popmuziek op band, die soms onder de scènes, maar meestal tijdens de scène-wisselingen klinkt.
3
OPENINGSSCÈNE
Pa en ma zitten t.v. te kijken. Jimmy komt binnen, blijft staan, kijkt even. Jimmy: Waar gaat het over? Geen antwoord. Ma staat op en sloft naar achter. Jimmy: Ik moet geen koffie. Ma komt terug en gaat weer zitten. Jimmy: Ik heb geld nodig. Van die uitkeringen kun je niet eens een buskaartje kopen. Ma: Jij hebt ook nooit genoeg. Waar heb je het voor nodig? Pa wil het niet. Jimmy: Daar trekken wij ons toch nooit wat van aan? Ma: Hij heeft het laatst gemerkt. Jimmy: Vraag ik het zelf wel. Ma: Nee! Dat lukt je toch niet en ik zit de hele avond met een sjacherijnige kerel. Jimmy loopt af. Ineens slaat het donker, ook de t.v. uit. Pa: Wat is dat? Godverdomme? Zijn de stoppen doorgeslagen? Jimmy: Wat zeg je pa? Zijn je stoppen doorgeslagen? Pa: Wat is er aan de hand? Jimmy: Heb je wat geld? Pa: Nee. Help liever een stop zoeken. Steekt een lucifer aan. Jimmy: Die stop heb ik in mijn zak. Je was zo in je t.v. verdiept, ik denk, ik moet even de aandacht trekken . Pa: Draai die stop erin. Jimmy: Als ik geld krijg. Pa: Nee. Idioot. Midden onder het programma. Lichten gaan weer aan. Pa duikt direkt weer in zijn programma. Ma kijkt Jimmy verwijtend aan en betaalt. Jimmy gaat af.
4
DE KROEGSCENE
De kroeg. Jimmy zit er alleen. Met zijn stiletto snijdt hij blokjes shit. Steef in grote wijde jas komt op. Hij gaat apart van Jimmy zitten. Steef: Swinging Jimmy! Jimmy: Kan jij nog wat van leren. Dreigt met stiletto. Steef: (Pakt appel uit een van zijn vele zakken en steekt hem op Jimmy z’n stiletto) Dit is voor jou. Thomas: (op) Heil Hitler: Jimmy: Hitler? Wacht even, niet zeggen... Die was fout in de oorlog. Steef haalt nog een appel uit zijn zak en begint te eten. Steef: Hier, dit is voor jou, (geeft hem een treklontje) voor je vader. Je kunt hem 's morgens toch niet wakker krijgen. Dat helpt. Thomas: Vanochtend aan het ontbijt zegt mijn moeder: Ik heb toch zo naar gedroomd. Ik droomde dat ik mijn grote kans gemist had. Zegt mijn vader: wat is dat dan, je grote kans. Dat wist ze niet, zei mijn moeder, ik was een schemerige, natte straat ingelopen en plotseling wist ik: dit is de verkeerde straat. Ik heb mijn grote kans gemist. Ze ruimt de ontbijttafel af en ze gaat naar de manicure . Mijn vader zegt: wat een onzin. De enige die hier z'n grote kans mist, dat ben jij, Thomas. Wat moet ik hiermee? (wijst op het treklontje) Steef trekt er aan. Het geeft een knal. Jimmy: Hé, Thomas, ik heb goede stuff. Thomas: Echt? Zit er geen troep door? Vorige keer zat er rotzooi door, hè. Jimmy wil Thomas een plakje geven. Jimmy: Ik krijg nog ƒ25,00 van je. Thomas: Heb ik niet. Steef: Vorige keer heeft ie de hele plee ondergekotst. Volgens mij doet ie er schoenpoets door. Jimmy: Zal jij weten, geheel onthouder. Jij vindt het toch ook allemaal klote zo. Bij Albert Heyn kun je het niet krijgen. Hier Steef, een stukje voor niks. Steef: Ik hoef die rotzooi van jou niet. 5
Jimmy:
Doe niet zo lullig, jongen. Hier Steef, krijg je mooie dromen van. Steef: Mooie dromen, hè. Weet je wat mooi is: klootzakken te pakken nemen, (duwt hem opzij) Dat ben je toch, een door en door burgerlijke klootzak. Jimmy: (Haalt achteloos zijn stiletto tevoorschijn) Jongen, jongen, wat kun jij mooi preken, zeg. Weet je wat jij moet doen?: Naar de Jesus People. Steef: (Slaat Jimmy zijn stiletto uit handen en wrijft met zijn schoen de stuff fijn) Heel dom van je om mij boos te maken. Jimmy: (Ziet de verpulverde stuff) Klootzak, dat was ƒ75,00 waard. Steef: Schoenpoets ƒ2,00. Ik breng wel wat voor je mee. Thomas: Ik had best zin gehad in een stickie. Steef: (Geeft hem stiletto terug) Handelaars kunnen ook nooit je vrienden zijn. Renée en Leo komen op met flesjes bier. Renée: Hoi. Thomas: Hai. Ik dacht dat jullie aan het kraken waren. Renée: We zijn er al weer uitgeslagen. Leo: Iemand uit de buurt moet direkt de politie gewaarschuwd hebben. We waren nog niet binnen of daar stonden ze. Renée: We waren aan het kraken voor een meisje. An. Een hele goeie meid. Niet bang en zo. Dus die An die zegt tegen de politie: mijn huis uit, heren. Je komt maar terug met een huiszoekingsbevel. Leo: Maar daar trapten die lui natuurlijk niet in; die wisten ook wel dat we net binnen waren. Renée: Maar die An, die bleef zo in de gang staan, er kon geen agent meer langs. Leo: Toen hebben ze haar meegenomen. Steef: Jullie hebben haar gewoon mee laten nemen. Renée: We stonden allang in de achtertuin. Leo: Tegen zo'n overmacht begin je niks. Steef: En nou kom je hier gewoon een pilsje drinken. Held. Thomas: Lekker kraakgroepje. Kraken voor je, laten het misgaan, kijken vanuit de achtertuin hoe je meegenomen wordt en als je dan op het buro zit, gaan ze een pilsje pakken.
6
Leo:
Als U mee had gedaan was het vast allemaal anders gelopen. Renée: Wat hadden we dan moeten doen? Thomas: Weet ik veel. Steef: Naar het politieburo! Voorbijgangers aanschieten. Het buro onderkalken. Thomas: Het buro? Steef: Ja. Thomas: Dat durf je niet. Muziek, die doorloopt t/m kroegscene blok B. Jimmy: Nee, dat durf je niet. Steef: (staat op) Kom op. Wie gaat er mee? Nou? Thomas: Ga jij mee, Jimmy? Jimmy: Ik? Ik kan die kop van die Steef niet meer zien. Renée: Ga maar liever een huis kraken. Daar heeft ze veel meer aan, als ze straks vrijkomt . Steef: Hoe heette die meid ook alweer? Eva? Thomas: An. Steef: O.k. Renée en Leo blijven achter.
7
KROEGSCENE BLOK B
Voor het politieburo. Schemer. Steef staat achteloos op de uitkijk en sommeert Thomas om te spuiten. Thomas is bang. Steef: Thomas. Spuiten. Thomas: Hè??? Hier??? Steef: Ja. Thomas: Wat moet er op? Steef: An Vrij. Thomas spuit. Dan Steef ineens. Steef: Komt iemand aan. Thomas schrikt. Steef blijkt hem voor de gek gehouden te hebben. Steef: Komt iemand aan (Nu gelooft Thomas hem niet meer) Hé, komt iemand aan joh, schiet op. An komt op. Ze bergen de spuitbus snel op onder Steef zijn grote jas. Ze lopen weg. An: Wat doen jullie hier? Steef : We spuiten voor een vriendin. An: (Leest op de muur) An?? Wie is An?? Steef: Zit er achter. An pakt de spuitbus af van Steef en spuit: "is" ertussen, zodat er "An is vrij" komt te staan. Ze geeft de spuitbus terug en loopt af. An: (in het aflopen) Hoeft niet meer. Steef en Thomas kijken verbijsterd naar het gespotene en naar elkaar. Opeens zien ze An staan en gaan met haar af.
8
KROEGSCENE BLOK C
Scène als eerste blok. Leo ijsbeert onrustig. An komt binnen met Thomas en Steef. De laatsten natuurlijk triomfantelijk. Steef: Hoi. Leo en Renée zien An en begroeten haar verbaasd. An: (Wijzend op de jongens) Kennissen van je? Leo: Hoezo? An: Kwam ze tegen voor het buro. (Ziet de fles bier in de hand van Leo) Zal wel smaken hè, na al dat hollen? (Pakt de fles uit zijn handen. Steef en Thomas lachen smalend) Leo: Hebben ze je hard aangepakt op het buro? An: Gaat wel. Leo: Het zou ook niet slim van ze zijn geweest om dit geval op te blazen. Dat kraken doen we over, An. Maar dan met andere mensen. Je spreekt een kraak af en twee komen er niet eens opdagen. Eentje vergeet zijn koevoet. An: Ja, en dan die andere jan lul. De politie roept: "Doe open in naam der wet". Roept hij: "De deur is al open". (naar Renée) Kan ik bij jou slapen, vannacht? Renée: (Kijkt naar Leo) Ik weet niet hoor. Ik woon samen met Leo. Wij hebben niet zoveel plaats. Leo: (opeens) An, we kraken opnieuw een huis voor je. Maar deze keer goed georganiseerd, met mensen die weten waar ze het over hebben. We betrekken de buurt erbij. We maken er een politieke kraak van. Steef, zie jij dat zitten? Steef: Ze heeft gewoon een huis nodig. Leo: Leg ik je nog wel uit, Steef. Renée: Ik heb nog wel een matras. An: Zoals ze je behandelen op zo'n buro. (Tegen Renée) Eerst laten ze je tijden wachten in zo'n kamertje. Denk je dat ze je vergeten zijn. En dan komt er zo'n fris jong agentje je ondervragen.....En maar gluren.... Jimmy komt op. Jimmy: Kennen jullie die mop van Sam en Moos? 9
Leo: Jimmy:
Welke? Nou zitten dan. Sam komt Moos tegen in de Kalverstraat. Zegt Sam tegen Moos: "Wat moet jij met die plastic zak op je rug?" Zegt Moos: "Oh, verhuizinkje". Zegt Sam: "Nee, wat zit er in die plastic zak, er druppelt allemaal bloed uit. Kijk nou, de hele Kalverstraat ligt onder het bloed". Zegt Moos : "Oh?? " Zegt Sam: "Wat zit er nou in die plastic zak?" Zegt Moos: "Een dode terrorist". Zegt Sam: "Een dode terrorist? Daar zit toch geen handel in". Zegt Moos: "Maar weet jij wel hoeveel lood er in zit? " Jimmy merkt nu An pas op. Hij bekijkt haar uitgebreid . An: (tegen Leo) Ook een makker van je? Leo: Jimmy, dit is An.
10
DE KRAAK
Allen komen binnenrennen en gaan bij het raam staan. Steef: Die durven voorlopig niet meer. Thomas: God, wat een mazzel, dat die kast daar stond, anders waren ze mooi binnen geweest. Jimmy: Toen die ene pooier de achterdeur in elkaar ramde en zo plotseling binnen stond, toen dacht ik, we houwen het niet meer. Maar je kan niet tegelijk door de deur en door Steef. Was ik effe vergeten. Steef: Hoe is 't Leo? Leo: Gaat wel. Heb je een zakdoek, Renée? Renée: Zie je daar die dikke kerel met dat korte haar? Die ken ik. Ik walg van hem. Toen, met die kraak in de Madeliefstraat was ie er ook al bij. Als ik 'n ijzeren pijp had, ik sloeg er op. Thomas: Die met die cowboyhoed, die ken ik, is uitsmijter bij de Voodoo. Jimmy: Die kocht wel eens wat van me, voor een vriendenprijsje. Krijgt mooi niks meer. Een mes tussen zijn ribben. Thomas: Die kent karate, jongen. An: Als ik hem niet een klap had gegeven met die stoelpoot, had ie Leo afgemaakt. Jimmy: Wat keek die gast vuil. Steef: Dat hoort erbij. Gerichte tikken uitdelen. Renée: Kan jij makkelijk zeggen. Leo: Dat is nou eenmaal het risiko, als je aktie voert, Renée. Renée: Lul. Leo: De zender, (stilte.) We moeten versterking hebben. Renée: We roepen Jeanne en Piet op. Die kunnen een aantal mensen waarschuwen. An: Hallo, Jeanne en Piet, (in de weer met een zendertje) zijn jullie d'r? Hallo. Over. Hallo, Jeanne.... Renée: Staan ze d'r nog? Steef: Onverminderd. Ze beramen waarschijnlijk een nieuwe aanval. An: Zou het? Hallo, Jeanne en Piet. Godverdomme, zijn jullie d'r? We hebben een knokploeg voor de deur.
11
Komen
Een hoop gekraak is alles wat ik hoor. (geeft de zender aan Leo). Renée: We zitten als ratten in de val. Jimmy: Zij zijn de ratten. Renée: En de rattenkoning is de huiseigenaar. Hij laat dit pand net zolang leegstaan tot ie een sloopvergunning krijgt. Thomas: Wat willen ze hier dan? Renée: Kantoorgebouwen natuurlijk. (stilte) An: We moeten iets doen. Renée: Ja, we wachten maar af. We moeten zelf in de aanval gaan. Het is toch te gek dat we maar afwachten, tot we afgeslacht worden. Die kerels zijn nou natuurlijk helemaal bloedlink. Jimmy: Kokende olie, chloor uit het raam, je zegt het maar. Steef: Een van ons breekt uit en gaat hulp halen.... Thomas: Of we halen de politie erbij. Leo: Politie... die komen vanzelf wel als er hier een hoop mensen op de been zijn. Dan worden ze vanzelf gearresteerd. Thomas: Ja, en wij d'erbij. Renée: Nee, niks daarvan. Dit pand is rechtmatig gekraakt. We zitten hier tenslotte al 48 uur. Daar kan geen huiseigenaar of geen politie iets aan doen. Leo: Doe niet zo naïef, Renée. Als ze ons hier eruit willen krijgen met geweld, dan lukt ze dat. We kunnen ze misschien nog een tijdje tegenhouden, maar niet voor lang. Weet jij hoelang dat tuig daar buiten blijft staan? Misschien gaan ze weg, misschien komen ze terug morgenvroeg om 5 of 6 uur. An staat geërgerd op. Steef: Waarom wordt er hier godverdomme zoveel geluld? Als dat ding het niet doet, dan sturen we er iemand op uit. We moeten in de aanval. Wie? Wie wil er naar buiten? Thomas: Jij Jimmy? Jij hebt een grote bek en een mes. Jimmy: Ik? Thomas: Of durf je niet? Jimmy: Jawel. Vroeger liep ik de 100 meter in 12 sekonden. Maar hoe kom ik eruit. De deur zit dicht. An: Langs het keukenraam kan je op het dak van de garage.... en dan zie je maar. Jimmy: Kunnen jullie wat dekking geven, afleiden of zo? 12
Steef: Thomas:
Geen gelul. Het is geen film. (Samen af) (Bij het raam) ER staan er nog maar drie. Misschien staan ze wel achter? Steef: (Komt) Hij is weg. Renée: We zouden die kerel eigenlijk op dezelfde manier moeten pakken. Steef: Mijn idee. Leo: Wat schiet je daar nou mee op? Renée: God, Leo, wat ben jij kreatief vanavond. Leo: Wat heb jij, je zit de hele tijd op mij te katten. Renée: Iedereen probeert er wat aan te doen. En jij zit maar de rust zelve te wezen. Doe verdomme iets. Leo: We kunnen nou toch niks. An: We kunnen nou toch niks! Zit niet zo te zeiken. We zouden het toch "politiek maken". (wijst naar het raam) Eén tikje tegen het kapitalisme en ze sturen de onderwereld op ons af. Da's toch duidelijk. En al die andere huizen die hij hier in de wijk heeft. En al die mensen die veel te hoge huur betalen voor die krotten. Steef: De gastarbeiders niet te vergeten. 8 man op één kamer. En ƒ300,00 de man per maand. Thomas: Je liegt het. Renée: (bij het raam) Ze zijn weg. Thomas laat zich opgelucht vallen. Hij wordt "door elkaar geschud" door Steef, daarna door An. Thomas: Wordt wild en kom van je stoel af. Wordt wild en doe mooie dingen. An: Nou moeten we de buurt erbij betrekken. Ze moeten ons helpen. Wie weet staan ze hier elke dag. Renée: We gooien het in de publiciteit. Thomas: Hoe dan? Ga je een interview afgeven. An: We maken een tekst en ik druk hem af. Thomas Kan jij drukken? Heb je een drukpers? An: Nee, ik niet, maar het buurthuis. Thomas Kan jij ermee omgaan? An: Ik heb vroeger op een reklameburo gewerkt. We maken een zeefdruk, daar kan je aardige affiches meemaken. Renée: Een pamflettenaktie. An: En daar plakken we de hele stad mee vol. 13
Renée: Leo:
We kunnen misschien op zondagochtend plakken. We pakken een aantal zaken tegelijk aan, de onderwerpen liggen op de straat zo voor het oprapen. En dat doen we aan de hand van de imperialismetheorie. De strijd wordt niet meer in de eerste plaats gevoerd vanuit de geïndustrialiseerde wereld, vanuit de metropolen. Strijd is niet alleen een zaak van de gecorrumpeerde arbeidersklasse hier. Het is de voorhoede, de avant-garde, die uiteindelijk solidair is met de strijd in de Derde Wereld. Omdat zij zich in de kop van het monster bevindt, kan zij hier de grootste schade aanbrengen. We moeten hier het systeem ontwrichten. Thomas: Zet 'm eens wat zachter? An: Kan zo gedrukt worden. Als je het wat begrijpelijker zegt, Leo, wil ik het er met jou nog eens over hebben. Renée: De mensen moeten het toch kunnen begrijpen, Leo. Het moet toch met de mensen hun situatie, met hun omstandigheden te maken hebben. Leo: Ook. Ook. Thomas: "Hasch vrij". "Tegen de heroïne maffia". We doen een aantal dingen tegelijk, hé Leo?.... Jimmy komt op met doos vuurwerk. Jimmy: De schuilkelders in! (Iedereen schrikt) Renée Waar zijn de anderen? De krakers? Jimmy: Ze komen over een half uur. Ze zaten in een vergadering. Die zender deed het niet. Hebben jullie 't gezien? Niemand meer op straat. (wijst op vuurwerk). Is het voldoende Steef? Steef: Hadden we toch niet afgesproken, idioot. Renée: Waar is dat voor? Steef: Dat gelul over die pamfletten zie ik niet zitten. We gaan wat vuurwerk voor z'n deur afsteken. Waar woont die vent, Leo? Leo: Parklaan, geloof ik. Jimmy: Voor zijn deur? Ik dacht dat het voor hier was. Steef: Heb je lucifers? Jimmy: Anders vragen we een voorbijganger toch om eenvuurtje. An: Komen jullie nog terug? Jimmy: Zet de Bokma maar vast koud, schat.
14
An:
Renée: An: Steef: Jimmy: Steef:
Nee, ik meen het serieus. Misschien is het maar een afleidingsmanoeuvre. In mijn eentje zie ik het hier niet zitten. Leo en ik blijven hier. We gaan de pamfletten maken. En straks krijgen we de halve kraakbeweging nog op de koffie. (tot Steef en Jimmy) Komen jullie ook nog plakken? Misschien nog effe een wipje maken. Je hebt mij toch? Je zuster.
Jimmy en Steef af.
15
THOMAS EN DE STILLE
Een Café. De Stille komt op met 2 pilsjes in de hand. Thomas zit er al. Stille: Middag. Ik kom er eens effe bijzitten. Thomas: We leven in een vrij land. Stille: Ik heb het gevoel dat ik jou ken. Thomas: Zo! Stille: Ja. Ben jij niet Thomas Beckers? Ik ken je vader namelijk van de bank. En dan heeft hij het wel eens over je. Thomas: Over mij? Nou, dan heeft hij 't meer over mij dan tegen mij. Stille: Het botert niet zo tussen je vader en jou. Hou komt dat nou? Thomas: Wil je het echt weten? De generatiekloof!!! Stille: (Teleurgesteld) Ja, ja, zo gaat dat hè. Ik heb er zelf ook ééntje. Ik weet er alles van. Stilte. En wat doe je zoal tegenwoordig? Thomas: (Wijst op zijn onderuitgezakte houding) Ik ben ambtenaar. Stille: (Verbijsterd) Ambtenaar? Oooh, ambtenaar!! Geestig. Precies je vader: Dat is er ééntje van mij, 1-1, dat moet je toegeven. Zeg, jij zit toch in de een of andere actiegroep? Thomas: Aktiegroep? Zeg maar rustig anti-kapitalistische verzetsbeweging!!! Stille: Toe maar. En? Wat is er dan wel zo mis aan dit systeem? Thomas: Wat vind jij er zelf van? Stille: Ik zou het niet weten. Thomas: Dat dacht ik al. Geen ogen in je kop. Geen fantasie. Stille: Zeg maar wat je horen wil: De arbeiders worden uitgebuit en ze verdienen te weinig; discriminatie van gastarbeiders, woningnood; hoeren zijn ook veel te duur. 16
Thomas: Stille: Thomas: Stille: Thomas: Stille: Thomas: Stille: Thomas:
Stille:
Thomas: Stille: Thomas:
Stille:
Thomas:
Stille:
Jij lijkt me nogal begaan met de mensheid. Je zult van mij niet horen zeggen, dat ik een linksradicaal ben. Dat had ik gelijk al door. Radicalen zien er ook anders uit, prettiger zou ik zeggen. Dat neem ik direkt van je aan. Zeg, die aktiegroep van jullie, wat doet die zoal? Akties. Je kan het zo gek niet bedenken of we doen het. Vertel eens. Waarom zou ik dat aan jou vertellen? Je hebt toch een pilsje van me gehad. Nee, ik ben echt geïnteresseerd. (Kiepert zijn pils om) Bedankt voor je pils. Alles zit klotig in elkaar in dit systeem, alles. En daar kan je allemaal actie tegen voeren. Maar als jij het zo o.k. vind, wat zou ik jou dan nog vertellen? Zullen we rustig blijven. Ik krijg zo toch wel een beeld van het soort groep dat jullie zijn. (Stilte) Die Leo, zit er toch ook bij? Dat is toch jullie leider? We hebben geen leider. We krijgen onze opdrachten van buiten. O ja? Ja. En weet je van wie? Van de Russen! Of van de Chinezen, daar wil ik af wezen, maar door de telefoon praten ze een raar taaltje. Leuk. Geestig. Maar wij komen toch wel te weten wat we moeten weten. We weten dat die Leo een vriendinnetje heeft. Hoe heet ze ook al weer. En die vriend van jou.... Hoe heet ie... We weten genoeg om jullie erachter te draaien, als jullie lastig worden. Hebben jullie niks beters te doen? Je moet eens achter die kerels aan die bedrijfs-subsidies verduisteren. Dan doe je tenminste iets nuttigs. Het leeghalen van die cigarettenautomaten, daar was jij bij? 17
Thomas: Stille:
Thomas: Stille:
Thomas: Stille:
Weet je hoeveel je daarvoor kan krijgen? Twee maanden. Nu niet bang worden!! Ik heb geen opsporingsbevel bij me. Ik zoek de dingen een beetje uit... Jij bent zelf een Rus. (Probeert het nog een keer langs een andere weg) Volgens mij zijn jullie zo'n beetje de belangrijkste groep op dit moment. Dank je wel. Als je verder nog in ons geïnteresseerd bent, dan kijk je maar in de krant. (Staat op) Ik stap maar eens op. Leuk wordt ons gesprek toch niet meer vanmiddag. Als jij me nog eens bereiken wilt,... ooit... (Legt een visitekaartje neer) Zeg, waar ben jij nou eigenlijk precies van? Ik ben hier eigenlijk al te lang geweest. Tussen haakjes: je zit toch op zwart zaad, nou je vader je niet meer uitbetaald? Is 't niet?. Doe hem de groeten, je vader. Ik weet niet eens hoe je heet. Houwen zo.
Thomas: Stille: Stille gaat af. Thomas: Hé! Kijk ééns. Ik heb misschien toch nog iets voor je! Een geheime boodschap. Stille komt terug. Thomas haalt uit zijn zak een speeldoosje en speelt De Internationale. De Stille gaat af. Thomas: Je weet maar nooit! !
18
KOMMUNE I
Steef ligt te slapen. Thomas komt binnen met een matras, valt over Steef. Steef duikt op hem. Thomas: Hé Steef, Steef, ik ben het, Thomas. Steef: Wel godverdomme! Een guerrillero moet op zijn hoede zijn... An: Jezus, wat een lawaai! Ik dacht dat er weer een knokploeg voor de deur stond. Steef: ...slapen als een beer, vechten als een leeuw, hijgen als een tijger. (tegen An:) Zullen we effe? An: Thomas, wat kom jij hier doen? Je bent net weg. Thomas: Ik kom jou ten huwelijk vragen, moppie. An: Had je toch iets vroeger op moeten staan, jochie. Renée en Leo komen op, Leo met scheerkwast. Ze zitten elkaar achterna. Thomas: Ook goeiemorgen. Ik heb nieuws. Leo: (pakt de krant) Staan we d'erin. Wat schrijven ze? Thomas: Góed nieuws. Ik heb ruzie gehad met mijn vader. Ik woon nu hier. An: Echt waar? Leo: Moet je kijken wat er in de krant staat. Een foto van twee agentjes, die ons pamflet van de muur staan te krabben. Je kan er godverdomme niks meer van lezen... Steef: Laat eens zien? Thomas: Ik zei: ik woon hier. Leo: Had ik al gehoord Steef pakt een stuk van de krant af van Leo. Leo: Daar heb ik nou toch zo de pest aan! Koffie! Steef: tegen An. Moet je zien. 't Is wel het betere plakwerk. Als ze zo de hele stad door willen. Leo: Koffie!!! Renée: Wie is er aan de beurt? Steef: Thomas. An: (Neemt de krant af van Steef) "De op de muurkrant afgedrukte artikelen zijn ondertekend door diverse, tot op dit moment niet bekende aktiegroepen. Een aantal beschuldigingen, van omkoping tot fraude, worden geuit aan het adres van vooraanstaande personen uit de bouwwereld en het gemeentebestuur, waaronder de 19
Steef: Renée: Thomas:
Leo:
Steef: Renée: Thomas: An:
Steef: An:
Steef: An: Steef:
Renée: An: Thomas: Leo: An: Leo:
burgemeester. De burgemeester was desgevraagd niet bereid tot het geven van kommentaar". Komt op. Er is geen koffie. Zet ik wel even op het lijstje. Ik had niet gedacht, dat het hier zo zou gaan. (Allen kijken) Zoals jullie netjes uit jullie eigen bedjes komen. Steef hier. An daar. En Leo en Renée in hun eigen nestje. Luister es, kameraad. We zijn als groep voor een ander doel bij mekaar. Ik dacht dat jij helderder was over dat soort dingen. Ik moet er trouwens niet aan denken, steeds dat gehijg van een ander in mijn nek. De enige die hier hijgt, ben jij. Jaloers. Zoek zelf iemand. Of je moet An eens lief aankijken. Ik heb er al ten huwelijk gevraagd. Zeg, bemoei jij je met je eigen zaken. Hij heeft het juist over jou hoor. Omdat ik alleen ben, kan ik zeker de overige heren van dienst zijn. Nou, allemaal hoeft niet, maar als Thomas nou hier komt wonen, dan kom ik mooi bij jou slapen, goed? Ach, hou toch eens op. Moet je ze daar nou zien, de heren. Weten allemaal zo goed hoe 't anders moet. Maar hoe je met mekaar omgaat, ho maar. Hé, meidje, het was toch maar een grapje. (Pakt haar beet) Het zal wel weer aan mijn gevoel voor humor liggen, hè, ouwe neukbeer. Als jij wilt weten, wat samenwonen voor ons betekent, dan moeten we 't er eens over hebben. Ik hou niet van problemen. Ik snap ze ook nooit. Kom jij hier echt wonen, Thomas? Je hebt wel eens vaker ruzie gehad thuis. Jullie doen wel vreemd zeg. Ik zeg toch dat ik hier woon. Het is jouw huis, An. Ja, ja, als het zo uitkomt is het opeens weer mijn huis. Sorry, Thomas. Zoek maar 'n kamer. 20
An:
Thomas: An: Leo: An: Renée: Leo:
Thomas:
Steef: Jimmy:
Het gaat er toch niet om, waar Thomas moet slapen, of hoe hij zijn koffie drinkt en wanneer hij aan de beurt is om de plee schoon te maken... Moet dat? Ja, natuurlijk, moet dat. Ja, stroop je mouwen maar op. Thomas, je bent ingedeeld op de slaapkamer van Renée en Leo. Maak het een beetje! Is het nou afgelopen met dat psycho-gelul: Thomas komt hier wonen omdat wij met elkaar aktie voeren. Dat gaat en de rest is gelul. Godverdomme. Ik dacht dat wordt een leuke ochtend. En ik ga hier niet in de kamer slapen, waar iedereen in en uit loopt. Ik slaap heel licht. Hij slaapt heel licht: (Komt op met bosje bloemen) Ben op safari geweest: Fantastische trip. (Kijkt Steef aan) Hé, Steef. Ik loop ineens door een wijk waar ik vroeger geleefd en gespeeld heb. Ben begonnen in de Oase bar, zo'n tent waar je een frietje kan krijgen en een pilsje kan drinken. Daar zat een vriendinnetje van me, van vroeger.... We konden nergens naar toe, hier kon ik ook niet terecht, dus we zijn geëindigd in een portiek. Toen ben ik gaan lopen met al die grote flats overal om me heen, in alle kleuren... en paf, ik stond voor de flat waar ik als kind gewoond heb. En toen flipte ik wel zo geweldig, want het barstte daar van de smerissen. D'r woonden er een stel in dat flatgebouw. Als je dan ziet dat een auto belangrijker is dan speelgelegenheid voor kinderen, dat hele materiële, consumptie gedoe met al die heilige koeien, dat staat gewoon vijandig tegenover het leven. Er. ik werd zo godverdommes kwaad, dat ik al die dingen heb lamgelegd, zo'n 100 stuks. Van zo'n 100 auto's heb ik de banden stuk geprikt. Behalve de auto van de dominee. Dat was een toffe vent, deelde snoepjes uit. Als je met een stiletto in een band steekt, dan is die meteen kapot, van de zijkant dus, niet in het profiel. (Beweging) Pssst en hij is plat. Een hele klus, was hard werken, Steef. 21
Leo:
Renée: Steef:
Thomas:
Jimmy: Leo:
Echt lopende band-werk. Onderweg dacht ik: ik neem een bosje bloemen voor jullie mee, voor het ontbijt. Alsjeblieft, An. (Ze kussen mekaar) Soms denk ik wel eens, dat jij niet helemaal goed bij je hoofd bent. Met je stonede hersens een beetje in het wilde weg lopen prikken. Wat heeft dat nou met politiek te maken? Komt onder het kopje "vandalisme" in de krant. Nou, Leo, wat is daar nu tegen. Je kunt er toch wel om lachen. Weet je wat oom Leo gedaan heeft? Die heeft pamfletjes in de stad geplakt. En nou staat ie in de krant. Hier kijk..... (Toont Jimmy het bewuste artikel) (Ontkurkt een champagnefles) Hee, jongens, tijd voor een slokje. Mee gejat op de vlucht uit mijn vaders wijnkelder. Ik woon hier sinds een kwartier. Echt Thomas. Jongen, dat is een kick zonder einde. Hé, Thomas, waar slaap je eigenlijk. Jammer, jammer.
22
DE HUISZOEKING
Pa staat zich in half ontklede toestand te "schrobben". Ma bij de deur. Twee agenten, agent A in burger, agent B in uniform. De t.v. staat keihard aan. Agent A: Mogen we even binnenkomen? Ma: Pa. Agent A: Wij zijn van de politie. Ma: Een ongeluk. Is er iets met Jimmy? Agent A: Nog niet, mevrouwtje, nog niet. Tenminste voor zover wij weten. Pa: Wie is daar? Ma: De heren zijn van de politie. Pa: Dag, heren. Agent A wijst op zijn blote staat. Pa: Neemt U mij niet kwalijk, ik kom net van mijn werk. Agent A. wijst pa met een blik op het harde geluid van de t.v. Pa op zijn beurt op ma. Ma zet de t.v. af. Agent A: Wij hebben een paar vragen. Over uw zoon. Pa loopt naar ma. Pa: Jimmy. Wat is er met Jimmy? (tegen agent A:) Hij woont hier niet meer, heren. Agent A: Dat weten we. Heeft u een goed kontakt met hem? Ma: Ja. Agent A: Hoe vaak komt hij hier? Agent B: Een paar keer in de week, één keer per week, twee keer per week, één keer per maand? Pa: Hij is hier bijna nooit en hij vertelt ons niks. Agent A: U kent niemand van dat groepje waarmee hij omgaat? Pa: (tegen ma) Groepje? Wat voor groepje? Agent A: Nogal criminele figuren. Een gevaarlijk groepje zo bij elkaar. Nog even en het zijn terroristen. Pa: Zorgt u dan dat het zover niet komt. Agent A: Daarvoor zijn we hier.
23
Pa:
(tegen ma:) Die jongen heeft nooit gedeugd. Nooit heeft hij wat van me willen aannemen. (tegen agent A en B:) Geen respect, de jeugd, heren. Agent A: Heeft u er bezwaar tegen als we een beetje rondkijken in zijn kamer? U mag het weigeren, dan moeten we eerst een huiszoekingsbevel gaan halen, maar we zijn hier nou toch. We zullen niet teveel overhoop halen, mevrouwtje. Agent A knipt met zijn vingers. Agent B reageert, maar weet niet wat te doen. Pa: O, boven, eerste deur links. Agent B verdwijnt. Ma werpt verwijtende blikken op pa, Agent A constateert het en gaat zitten. Agent A: Vertelt u nu eens over uw zoon. Wat voor jongen is het? Hij kan zijn draai moeilijk vinden, hé? Pa: Ja. Ma: Wie wel? Agent A: Hij heeft nooit gewerkt bij voorbeeld. Ma: Jawel. Niet zolang geleden nog. Bij 'n uitzendburo, maar dat werk was te gevaarlijk. Pa: (tegen ma:) Hij heeft nooit echt gewerkt. (tegen agent A:) Niet zoals ik, bedoel ik. Agent A: Precies, "gevaarlijk", da's toch geen reden om op te houden. Mijn werk is ook gevaarlijk. Ma: Als u achter onze Jimmy aanzit, valt dat wel mee. Pa: (tegen agent A:) Let u maar niet op haar. Ze is een beetje in de war. Agent A: Begrijp ik best. Ma: (tegen pa:) Welja! De heren komen je zoon verdacht maken, en wat doe jij? Jij gooit er nog een schepje bovenop. Mij belachelijk maken. Agent B: (Komt weer binnen met een paar sokken, die hij triomfantelijk op houdt) Dit lag op zijn kamer. Wat zijn dat? Ma: Sokken. Agent B: Gedragen sokken. Dat betekent dat hij hier pas nog geweest moet zijn.
24
Ma: Agent B: Ma:
Ma:
Agent A:
Pa: Ma: Agent A: Ma: Pa: Ma: Pa: Ma:
Pa: Agent A: Ma:
Dan zou ik wel eens willen weten, waar u die gevonden heeft. Achter de kast. Achter de kast. Zo'n viezerik. (Neemt agent B in de maling) Ik heb hem al zo vaak gezegd daar geen vuile sokken te gooien, daar vind ik ze nooit. Die kunnen daar goed al tijden gelegen hebben. (Agent B weer af) Ik begrijp niet goed wat hier gebeurt. Onze Jimmy wordt toch niet gezocht? En dat hij ons af en toe opzoekt, daar schuilt toch niks kwaads in? begint kwasi te schrijven. Mevrouwtje, dat groepje waar uw zoon bij zit, doet niets anders dan strafbare handelingen. Ons enige probleem is dat we niet precies weten wie van de groep wat uitvoert. En dan kun je ze niet aanklagen; zo gaat dat in een rechtsstaat. Maar we kunnen ze beter nu pakken dan wanneer het te laat is, wanneer ze nog ergere dingen hebben gedaan. We denken dat uw zoon in huis voor de groep belastend materiaal verborgen heeft. Dat zou ik niet weten. Hij komt meestal thuis als ik er niet ben. Ma? Belastend materiaal? (staat op) Links drukwerk, verdovende middelen, explosieven, pistolen..... Onzin. Dat is godverdomme geen flauwe kul. Denk goed na. Zo iets zou ik merken. Maar zou je het de politie vertellen? (Na even stilte:) Als jij je jongen een beetje kende, dan wist je dat hij ons nooit in de problemen zou werken. O nee, en wat doet hij nu dan? Denk na, mens. Ja, denkt u na, mevrouw. Wat had uw zoon bij zich, de laatste keer dat hij hier was? Zes gebakjes. (Pa gaat verbijsterd zitten) 25
Agent B:
(Komt weer op) (tegen zijn superieur:)Kijk eens wat ik gevonden heb. Scheerschuim. Pa: Dat is mijn scheerschuim. Agent B: (tegen Pa:) Met spuitbussen kun je eenvoudig explosieven maken. Pa: Maar dat is toch belachelijk. Dan zou elk huis een wapenopslagplaats kunnen zijn. Agent A: Dat zou je wel kunnen beweren, meneer.... Agent B: Het viel me op, omdat je ook goede en veel goedkopere scheerzeep hebt. Ma: Dat scheerschuim, stond dat op Jimmy1s kamer? Agent B: Nee, maar ik ben nogal nieuwsgierig van aard. Ik wou hier ook graag even rondkijken, als u het goedvindt. (Hij begint zonder een antwoord af te wachten) Ma: Waarom slaan jullie mijn man niet in de boeien? Belastend materiaal genoeg: Moet je hem daar zien zitten. De politie komt hier het huis binnen vallen, je zoon verdacht maken. En wat doe jij? Jij laat over je lopen als 'n voetveeg. Al 25 jaar heb je je nergens mee bemoeit Het liefste zit je voor de t.v. Je hebt niet eens in de gaten wat hier gebeurt. Pa: (Opspringend uit zijn stoel) Jij hebt dat jong verpest: Agent A: Goed, we komen nog wel eens terug. (Wil weggaan, bedenkt zich) O, nog één vraagje. Heeft u nog een recente foto van uw zoon? Ma reageert niet en de agenten verdwijnen, de scheerschuim achterlatend.
26
KOMMUNE II
Steef en Renée komen op, ze hebben de slappe lach. Ze hebben zich alle twee gedeeltelijk uitgedost in sjiéke kleding. Renée: Waar is Jimmy? Steef: Die krijgt die grote slee nooit geparkeerd. En nou eerlijk, wat heb je me te roken gegeven? Renée: Je vroeg af ik er een voor je wou draaien: dat heb ik gedaan. Steef: Zat er iets in? Renée: Volgens mij durfde jij veel meer dan normaal. Steef: Dat is nou precies wat ik op dat spul tegen heb. Zal ik het weer niet zelf geweest zijn. Hij haalt allerlei bestek uit zijn binnenzak, dan een ijscoupe. Renée een heel klein taartvorkje. Slappe lach. Dan Steef een tube kit, legt die naast zich neer op de bank. Opeens staat er een rechercheur binnen. Rechercheur: Goeienavond. Renée: O, nee toch. tegen Steef: Is dat je vader? Rechercheur: (Toont een kaart) Recherche. Renée: Maar dan kan je toch nog wel zijn vader zijn. Steef: Wat zoek je hier? Promotie? Rechercheur: Rustig, hè; jullie hebben toch niets te verbergen? Gaat zitten, schuift niets ziende de kit opzij. Renée: Nee hoor, voor ouders en grootouders houden we niks verborgen. Rechercheur: Woont hier niet een zekere Jimmy? Renée: Weet ik niet. Eerst ga jij wat vertellen en daarna wij misschien. Rechercheur: Ik kreeg zo net het bericht door dat er nou weer parkeermeters zijn dicht gekit. Zeker 285 alleen al in het centrum. Stel je dat eens voor: 285 parkeermeters vernield: Want dat je die kit er nog uit kunt krijgen kun je wel vergeten. We hebben een tip gehad, dat er een hasjdealer bij was . Jimmy komt op, ook half verkleed. Rechercheur neemt Jimmy op. Rechercheur: Een blonde jongen, beetje tenger, beetje springerig. Renée: O. Leo, ben jij dat? We hebben een rechercheur op bezoek. 27
Er zijn in de stad parkeermeters dicht gekit, en nou dacht ie dat Jimmy hier dat gedaan kon hebben. Jimmy: Jimmy? Parkeermeters dichtkitten? Zoiets zou hij nooit doen! Daar is hij veel te slim voor, rechercheur. Renée: Dat zei ik ook al tegen Jimmy. (wijzend op Steef) Rechercheur bekijkt Steef uitgebreid. Jimmy: Precies. Jimmy parkeermeters dicht kitten? Nee, daar is ie veel te intelligent voor. En zo'n solotrip, dat levert politiek niks op; dat komt in de krant onder het kopje vandalisme. Nee, wij houden ons hier met hele andere dingen bezig. Rechercheur loopt nieuwsgierig naar Jimmy. Jimmy: We zijn een zwartboek aan het maken over de politie. Iets voor jou? Bij intekenen vooraf de helft van de prijs. Rechercheur: Waar ben jij geweest? Jimmy: Even mijn moeder gebeld. Rechercheur: Klopt het dat Jimmy de hele middag hier geweest is? Jimmy: Jaja. We hebben de hele middag zitten roken, he Jimmy? Steef: Geloof er maar niks van hoor; hij is de theoreticus van de groep. Van hem heb ik begrepen dat je met roken niks bereikt. He, Leo? Jimmy: Ongeveer. Kijk, het is een vraagstuk van tactiek. Roken op de korte termijn, dat mag. Jimmy ruikt ontzettend naar knoflook. De rechercheur reageert bijna bedwelmd. Rechercheur: Lekker gegeten? Jimmy: Maar roken op de lange termijn, dat lost niks op. Rechercheur: Het is anders verboden om veel van dat spul in huis te hebben. Renée: Wou je soms gaan zoeken? Rechercheur: O, god, nee. (Gaat weer zitten) Ik heb wel wat anders te doen. Met die parkeermeters. En met die valse buskaartjes. Ze zijn gemakkelijk van de echte te onderscheiden, als je ze naast elkaar ziet;, maar welke buschauffeur neemt daar de tijd voor? Die zal het trouwens een rot zorg zijn dat iedereen voor niks meerijdt. Het is een grote bende; geen 20% van de reizigers betaalt meer. Het hele openbare vervoer is ontwricht. 28
(Steef knipt) En wij maar zoeken naar de daders, al 5 dagen lang. En geen spoor. Ik heb al in geen 36 uur meer een bed gezien. Hebben jullie geen koffie? Renée: Hebben jullie geen koffie? Steef: Koffie. Jimmy: Koffie? Komt er aan. Rechercheur: Nee, dan hebben jullie het hier heel wat leuker. Alles bij de hand. Tot en met de vrouwtjes toe, hé? Renée: Deze buskaart, is die nou echt of vals? Rechercheur: Laat mij eens kijken. Die is echt. Net zo echt als jij. Renée: Mis. Die is vals. Je ziet het niet goed meer, jij. Jij moet eens naar een Turks bad. Rechercheur: Ik wou dat het kon. Als ik jullie ondervraging nou even rek, dan hoef ik even niks anders te doen. Steef: Het is tijd... Stilte. Renée: Stoort het je niet te erg als wij ondertussen naar het journaal kijken? Jimmy zet de t.v. aan. Het journaal begint juist. Na een paar woorden valt het geluid weg, terwijl de nieuwslezer door mimet. We horen de bekende stemmen van An en Renée. Renée, Jimmy en Steef zien dit alles zeer enthousiast aan. Stem Thomas: Ja, kan ie? Zo, en nou wij. Hier. Stem An: Hier zijn we met extra nieuws over de openbaar vervoeraktie. Die aktie verloopt prima. We hebben valse kaartjes gedrukt en die worden huis aan huis verspreid. Als je met de trein gaat of met de bus, kijk dan eerst even in je brievenbus of er gratiskaartjes in liggen. Rechercheur: Wat is dat? Loopt verbijsterd rond. Stem Thomas: Maar pas op, want in de bussen en de trams ritselt het van de stillen. Stem An: Dus laat mekaar niet in de steek als je ziet dat iemand gepakt wordt. Steun mekaar en wees solidair. Dit was het
29
voor vandaag. De volgende keer gaat onze uitzending over illegaal zenden. Rechercheur: Wat is dat? Hebben jullie daar iets mee te maken? Stem Thomas: Dat is heel makkelijk. Wij kunnen het, dus jullie ook. Met een babyfoon kom je al een heel eind. Rechercheur: Godverdomme. Dit verstoort de hele ether: de politieauto's, de brandweer, de taxi's... Stem An: Vóór gratis openbaar vervoer.. Stem Thomas: En alle blik van de weg weg. En dan wou ik nog de groeten doen aan mijn moeder en mijn vader. Stem An: En aan mijn oom en tante in Zwolle. Stem Thomas: Aan iedereen die solidair is met onze aktie. Renée zet het geluid uit, de beelden van het nieuws blijven zichtbaar. Rechercheur: Hebben jullie telefoon hier? Jimmy: Je hebt toch een mobilofoon. Nou stoort hij niet meer. Rechercheur: Jullie vinden zoiets zeker prachtig. Jimmy: Zeg, rechercheur, dat zenden is dat nu echt zo moeilijk? Rechercheur: Jongen, hou een ander voor de gek. Ik zie mijn bed vannacht weer niet. Jij bent een beetje stoned hè? Waar is die stuff? Of moet ik hem voor de dag halen? (Steef komt er tussen) Jullie moeten geen rare dingen gaan uithalen, want dan weet ik nog wel andere manieren om jullie te pakken te nemen. Renée: Wat krijgen we nu toch. Dat komt hier binnen. Niks te vragen, niks te zoeken. Als je echt te stom bent om je vak uit te oefenen, laat je dan omscholen, kerel. (Duwt hem af) Steef: Kijk eens wat hier de hele tijd gelegen heeft. (Pakt de tube kit) Muziek. Renée, Steef en Jimmy dansen uitgelaten, als reaktie op het hele gebeuren. An, Thomas en Leo komen terug van het zenden. Leo: Hebben jullie het gezien? Jimmy: Wat? Leo: De uitzending? Jimmy: We hebben naar Nederland 2 gekeken. Leo verstoort met zijn apparaatje de uitzending. Het beeld valt weg. Leo: In alle staten. Met een opgefokte babyfoon. Gelukt. Gelukt. 30
Renée:
Er was hier zojuist een rechercheur. Die heeft ook meegekeken. Leo: Een stille? Te gek. Te gek.... Ze dansen in ver schillende formaties: allen samen, individuen alleen, vrouwen samen, mannen samen, wat ongemakkelijk.
Jimmy:
We hebben eerst een stel parkeermeters dicht gekit en daarna zijn we gaan eten. Renée: In het sjiekste restaurant van de stad. An: En wij zeulen met die bakfiets en dat zendertje naar de centrale antennemast en terug. Thomas en ik onder een zeiltje en Leo maar trappen. Leo: Gelukt, gelukt... Ze dansen, niet zo uitgelaten meer als voorheen. De sfeer is intenser. Steef: (Is gaan zitten. Hij kan het niet meer aan) Rot herrie... Allemaal overdreven. Aanstellerij. Ja, ik vind het wel leuk.... zullen we naar de film gaan?.... Dit mag niet kapot, jongens. Dit mag niet kapot. Die mafkezen die vanavond voor de televisie zaten, die snappen daar toch niks van: een andere wereld, vrij openbaar vervoer, maakt niet uit wat. (An gaat bij hem zitten) Kuddevolk. Gelooft alles meteen wat voor geschreven 31
staat. (Jimmy gaat ook zitten) (Tegen Jimmy, hem vastpakkend:) Die snappen toch niet wat voor tuig wij zijn. Wij zijn lamzakken die nergens voor deugen. Een groter kompliment kunnen ze ons niet maken. Zullen we naar de film...? Ik heb fijne vrienden.. Ik weet ook niet hoe ik het moet zeggen.... Iedereen voelt zich wat ongemakkelijk en kruipt als reaktie een beetje tegen elkaar aan. Vandaar dat Leo ineens opmerkt: Leo: Foto...
32
SCÈNE AN EN RENÉE.
An ligt op bed met een boek en een fles sherry. Renée: Waar is iedereen? Waar zijn Jimmy en Steef? An: Weg. Renée: Het is gelukt. An: Wat? Renée: De Marokkanen kunnen in dat huis blijven. An: Goed zeg. Renée: We zijn 20 uur achter elkaar in touw geweest. En je raadt nooit wat ik daarna gedaan heb. An: Nee. Kijken. Renée: Ik ben in mijn eentje in 't bruin kafee geweest. Er was niemand die ik kende. En ik heb tegen me zelf gezegd: Renée je gaat hier niet weg, voor we drie kwartier verder zijn. En dat heb ik gedaan, 'k Kreeg niks aangeboden, alleen mijn eigen drankjes gedronken. Hoe vind je deze sjaal? Van een Marokkaanse vrouw gekregen. Uit dank. Ik ga douchen, eten en naar bed. An: Er is geen eten. Renée: Hoezo, geen eten? An: Op. Renée: Hoezo, op? An: Opgegeten. Renée: Ik ben 20 uur bezig geweest. Ik verga van de honger. Had je niet wat kunnen halen? Je ligt al dagen op bed. Je doet geen donder! An: Snackbar om de hoek. Renée: Jij bent ook wel flink veranderd hé? Vroeger in 't middelpunt van alles wat er gebeurde en nou, nou komt ze d'r bed niet meer uit. An: Gaat zitten. O nee? En wie heeft de akties tegen de politie georganiseerd? Wie heeft er elke dag voor het politieburo gestaan. Vijf weken lang? Voor jouw Leo! Ik heb nog keelpijn van het schreeuwen: "laat Leo los". (Gaat weer liggen) Je staat daar op het laatst alleen nog maar als een idioot, niemand let meer op je. 7 Weken zit ie al vast, omdat ie een fles bij zich had op de demonstratie! Ze kunnen niks bewijzen en toch houden ze hem gewoon vast. "t Had toch geen zin meer. 33
Renée:
Dan maar in bed blijven liggen en wachten. En ondertussen loopt hier alles uit de klauwen. Dat is toch precies wat ze willen? Thomas verdwenen, het huis smerig, alles plakt en stinkt. We doen geen akties meer met elkaar. En nou is er zelfs geen eten. Ik snap niet dat jij dat allemaal laat gebeuren.
An:
En wat doe jij dan? Jij bent ook meer bij die vriendjes van je kraakclub dan bij ons. Jij laat het hier toch ook afweten! Dat is belangrijk. Die mensen hebben niet eens een huis. Weet je hoeveel woningzoekenden er hier zijn? En maar bouwen voor kantoren en banken....
Renée:
34
An: Renée:
An: Renée: An: Renée:
Alsjeblieft geen theorieën nou. Je lijkt Leo wel. Leo, Leo,... Als Leo straks vrijkomt, wat vindt ie hier dan terug? Niks. Steef onderneemt van alles op zijn eentje, die bouwt zijn eigen toer... Net als jij. Thomas helemaal verdwenen, en An. An ligt op bed en drinkt wijn. Doe niet zo opgefokt, meid! Doe zelf niet zo opgefokt:
Jimmy komt binnen. Jimmy: Jullie raden nooit wat mij is overkomen. Ik loop door het park en er komt een plantsoenarbeider op me af. Hij wou mijn handtekening. Had me erkend van die... aktie. Van de foto in de krant. Renée: En wat deed jij? Jimmy: Heb ik hem gegeven natuurlijk. En de zijne gevraagd. Eerlijk geruild: Kijk! Renée: O leuk. An: En waarom is dat nou opeens zo leuk? 't Is hier helemaal niet meer leuk. Dat zie je toch? Renée: Ja, kijk eens om je heen: wat een bende. Jimmy: Mij stoort het niet. Maar sta op en pak een bezem, zou ik zeggen. An: Nee, dat bedoel ik niet. Wat doen we eigenlijk nog? Iedereen gaat zijn eigen gangetje. Kijk maar naar Renée. Renée: Wat krijgen we nou? Zij doet niks, zij verzet geen poot en het ligt aan mij. An: 't Is goed. Ik ga hier geen huismoeder spelen. Renée: Zie je wel, je denkt alleen maar aan jezelf. Daar zit ze hoor, madame, laat de mannen maar langs komen. Zij vangt ze wel op. Allemaal. An: Ja en jou d'erbij. Ach meid, ga toch weg. Begin een boetiek. Renée verdwijnt. Jimmy glimlacht An hoopvol toe. An kijkt nors terug. Jimmy gaat af.
35
VRIJLATING. Hetzelfde kafee als bij het begin van het stuk. An, Steef en Jimmy zijn er. Steef: (Laat wat conservenblikjes zien) Houdt Leo daarvan? (Legt ze neer) Ik had nog bijna wat muziek geregeld. Maar ze moesten naar de vreemdelingenpolitie. Geen verblijfsvergunning. Ze horen iets. Ze beginnen een dansje. Thomas komt binnen. Thomas: Wat doen jullie maf? An: We dachten, dat het Leo was. Thomas: Is Leo er nog niet? Jimmy: Waar heb jij al die tijd uitgehangen? Thomas: Overal en nergens. Jimmy: Was ik ook, maar ik ben je niet tegengekomen. Wat kom je hier eigenlijk doen? Thomas: Ik kom voor Leo. Steef: Hoe weet jij, dat hij vandaag net vrijkomt? Thomas: Gehoord. Steef: Van wie? An: Al je spullen staan nog bij ons, Thomas. Ze horen gerucht. Leo en Renée komen op. Leo is aangeslagen. Ze blijven in de gang staan. Begroeting. Steef: Hallo, Leo. An: (Omhelzing met Leo) Die van Eyckelenburg die pakken we nog. Renée: Leo, kom hier zitten. Leo kruipt bij Renée op schoot. Jimmy: En Leo, wat zijn nou je plannen? Je hebt nu tijd genoeg gehad om na te denken. Leo: (Tegen Jimmy, An en Steef. Hij ziet Thomas niet) Kijk eens de andere kant op. (Tegen Renée:) Kunnen we niet samen weggaan? Je wilt me niet meer....Ik ben veranderd hé? Renée: Het is feest voor jou. Thomas: Leo...
36
Leo:
Hé, Thomas... (Tegen Renée:) Ik dacht dat hij... Renée: Ja, dat dacht ik ook. Thomas: Hoe is dat nou, zo lang in voorarrest? Leo: (Na 'n stilte:) Een leerschool, hè. Steef: Hij wist dat jij vandaag vrijkwam, Leo. Van iemand! (Alle ogen zijn gericht op Thomas) Thomas: Ik ga wel. Ik vind het fijn, dat ze je niet hebben kunnen pakken, Leo. Dat meen ik. (Gaat weg) Renée: Ze hebben hem al gepakt! Zes maanden. Thomas: (Terug) Dat weet ik wel. Weten jullie waar ik al die tijd heb uitgehangen? Gewoon thuis! Ik durfde niet meer naar jullie toe. De politie heeft me te pakken gehad. (Reaktie van allen) Alles weten ze van ons. Alles! Precies wat we samen gedaan hebben! En ik weet hoe lang ze ons erachter kunnen draaien. Jimmy, alleen al voor dat banden steken, een half jaar. De anderen reageren heftig en door elkaar. Jimmy: Dat gokken ze toch maar! Ze kunnen niks bewijzen. Thomas: An: één jaar. Renée: 4 maanden, Steef 10. Steef: Wat zegt dat nou allemaal; ze kunnen iedereen pakken, als ze dat willen. Jimmy: Zit jij hier voor rechter te spelen of wat wil je eigenlijk? Thomas: Jullie vinden dat allemaal heel gewoon, maar de gevangenis in, daar ben ik niet tegenop gewassen. Dat weet ik. Leo: De meeste mensen zien dat niet zitten. Thomas: En ze willen dat ik jullie in de gaten houd. Ze zeiden: we kunnen de hele groep nu wel oppakken, maar dan is het nog te klein. Straks krijgen ze de grote afstraffing. En vooral die Leo, die heb je zo gauw niet kapot. Leo: Aan hen heeft het niet gelegen! Thomas: Valse etters zijn het; als je met dat soort te maken |krijgt, dan ontdek je pas hoe verrot alles is. Jimmy: Zeg, we zouden wat vieren. 37
Thomas:
Renée: Thomas: An: Steef: Renée:
An: Renée: Jimmy: Steef: An: Jimmy:
Thomas:
Ik wist niet meer, wat ik moest doen. Jullie kunnen je niet voorstellen wat een vreselijke maanden ik achter de rug heb. Je had het ons direct moeten zeggen. Ik heb het toch gezegd? Ze willen ons bang maken, maar dat zal ze niet lukken. Zij dagen uit. OK. Dan nemen wij de uitdaging aan. Maar als het nu waar is, wat Thomas zegt, dan kunnen we het toch beter een tijdje rustiger aan doen. Ook voor Leo. Er zijn nog genoeg andere dingen te doen. Kraken zeker? Bijvoorbeeld, ja. We kunnen toch de tijd nemen en zien hoe de dingen gaan. Zeg, we zouden toch wat vieren. Die, die Eikelbal... Ja, die nemen we nog eens te grazen... Hé, Thomas, jij hebt toch kontakt met hen. Dat heb ik toch goed begrepen? Jij kunt informatie van hen aan ons doorspelen. Dan kunnen we jou ook gebruiken... Nee... ja... ik had gedacht, als ik nou informatie blijf doorgeven, verkeerde informatie, zodat ze in de war raken, dan kunnen wij verder onze gang gaan. Dat kan toch, dan gaan we gewoon door....
Gemengde reakties.
38
THOMAS EN DE STILLE II. Ergens buiten in het stikdonker. De Stille komt op, loopt zoekend rond. Stille: Thomas: Stille: Thomas: Stille: Thomas: Stille: Thomas: Stille: Thomas: Stille: Thomas:
Stille: Thomas:
Stille: Thomas: Stille: Thomas: Stille: Thomas:
Thomas? Thomas? (Schiet vanuit een donker hoekje) Boe: God, jongen, wat laat je me schrikken. (Hij rookt een stickie) We hadden om 9 uur afgesproken; dan moet je me maar niet laten wachten. Ja, ja, sorry. Leuk plekje hier. En? Gaan jullie weer aan de gang? Wat denk je? Ja. Goed geraden: Dat is groot nieuws, jongen. En wat zijn de plannen? We beginnen het hele huis te schilderen. Azuurblauw, dat is rustgevend. En we hebben hele goeie stuff gekocht... En de hele groep zit nou bij het popconcert van de Kinks. Ken je die, de Kinks? Zijn al ouwe: Moet toch nog zo'n beetje uit je jeugd zijn? De Kinks. Slappe troep, vergeleken met wat jullie vroeger deden. Rustig aan: Jullie hebben Leo helemaal door de mangel gehaald: Voor het dan allemaal weer swingt, dat heeft tijd nodig. Luister eens; ik heb een uitkering voor je geregeld. Fideel van je... Maar dan moet je wel met meer informatie afkomen, hé? Dit is niks. We hebben van te voren toch niet afgesproken, wat je wou horen. Dit kan ik niet waar maken tegenover mijn superieuren, dat snap je toch wel! Je superieuren! Weet je nog hoe die me behandeld hebben daar bij jullie op 39
Stille: Thomas:
Stille: Thomas:
Stille:
Thomas:
Stille:
het buro? Doodsbang hebben ze me gemaakt. Zo bang, dat ik weken lang met een grote boog om de groep heengelopen ben. En nou wantrouwen ze me, weet je. Ik heb geld nodig, om me weer een beetje in te kopen. Maar bestaan er bij jullie al weer grote plannen? Natuurlijk. Je weet toch hoe dat werkt bij ons; grote plannen genoeg; Maar ze houden mij er een beetje buiten. Er valt een stilte als ik binnenkom. Dat heeft tijd nodig voor ik weer meetel. En ik heb ƒ300,00 direct nodig. Jullie hebben het met Leo helemaal verkeerd aangepakt; je moet wachten tot je iets bewijzen kan. Nou kost het je geld. Ik zou een uitkering voor je versieren, ja. Verder niks. Wat dacht jij dat het kost vandaag de dag om een kraakpand een beetje gezellig te krijgen? We moeten die klub weer op gang krijgen; Die meiden bijvoorbeeld, die hebben het ook wel eens meer zien zitten dan nu. En van de prijzen van goeie stuff heb jij ook geen benul, hé? En die kaartjes voor de Kinks? ƒ300,00 uit eigen zak. Je weet wat voor moeite dat kost, om dat terug te krijgen. Een hele ambtelijke molen, bij ons op het buro. (Hij heeft zijn hemd in zijn binnenzak) Wacht eens; ik heb wat beters voor je. (Toont een pistool) Hebben? Daar kan je nou indruk mee maken. Lijkt me ook echt iets voor Leo... Prima blaffertje hoor. (Rent weg. Realiseert zich de bedoeling en komt langzaam terug.) Ho, ho, makker, ik zou je informatie geven, maar nou moet je geen rot trucs gaan uithalen. Ik ben tegen het systeem, dat heb je goed begrepen. Maar wat moet ik met een pistool van jou? Wij hebben onze eigen methodes. Rustig, jongen. Ik maak toch maar een geintje; krijg ik toch niet verkocht bij mijn superieuren. Dit is mijn eigen kameraadje, dienstpistool. Maar ik weet natuurlijk wel adresjes, onthoud dat maar. (Geeft hem het geld)
40
Thomas: Stille: Thomas: Stille:
(Pakt het geld) Het is dat ik het echt nodig heb. Ik ga terug naar de Kinks... Wacht. Onze volgende afspraak... Ik bel wel, als er wat te vertellen is... (Terwijl Thomas afgaat:) Doen hé? Als jij niet naar mij komt, kom ik naar jou
41
AKTIE VAN EIJKELENBURG . An, Jimmy, en Steef zitten in het donker op het toneel, voorstellend de studeerkamer van van Eijkelenburg. Een tijd lang wordt er niets gezegd. An heeft een zaklantaarn bij zich. Steef: Hé. An: Ja? Steef: Ken je die mop? Jimmy: Gmff. An: Welke mop? Steef: Van pudding en Gisteren. Ha, ha, ha. Ze barsten in lachen uit. Houden dan plotseling op. Alleen Jimmy lacht door. Jimmy: Ha, ha. Ken je die mop van die augurk? Ha, ha. Allen lachen weer, maar onderdrukt, behalve Jimmy. An: Ja, zo is het wel genoeg. Jimmy houdt geschrokken op, het is even stil. Jimmy: (zachtjes) Kennen jullie die mop van die geflipte revolutionair? Steef: Ja, hij flipte niet, want het regende. (Gaat naar Jimmy toe) Jimmy: Verdomme! (Probeert weg te lopen) Steef: (Pakt Jimmy vast) Wat sta je hier nou te trillen. Ik ben ook bang. Relax baby! Kom op. Het lukt ons wel. An: Stil! Ik hoor een auto. Ja, dat is hem. Jimmy: Ik kan het niet. Steef: Doe dat ding op. An: Sssst! Er valt een streep licht over het toneel en van Eijkelenburg komt op. Hij doet het licht aan, komt naar voren en ziet de anderen. Ze dragen feestmaskers. v.Eijkelenburg: Wat wilt U? Wie bent U? Ik heb niets van waarde. Wat wilt U van mij? (Loopt naar An) (Steef gooit van Eijkelenburg in een stoel. An gaat bijna over haar nek. Jimmy houdt naar vast) Steef: Wij zijn het Volkskomittee Voor Gerechtigheid. v.Eijkelenburg: Nooit van gehoord. 42
Jimmy:
Ha, ha. Gerechtigheid. Nooit van gehoord, zei de officier van justitie. v.Eijkelenburg: Iemands huis binnenvallen en hem schrik aanjagen, wat heeft dat met gerechtigheid te maken? Jimmy: Hier. Lezen. (Hij haalt een briefje tevoorschijn) v.Eijkelenburg: (Ziet de tekst:) Wat is dit voor zieke grap? IK ben zelf van de justitie. Past U maar op, anders laat ik U vervolgen! U vergist zich vreselijk. Ik weet niet, wie U voor U denkt te hebben, maar dit moet een misverstand zijn. An: Nee, van Eijkelenburg, we zijn bij jou precies aan het goeie adres. Lezen! (Ze overschreeuwt haar angst) Lezen!! v.Eijkelenburg: (Jimmy draait onder het lezen zijn oor om, om hem harder te doen lezen) Wij, het Volkskomittee voor Gerechtigheid, strijden tegen klassejustitie. Wij strijden voor een rechtspraak in dienst van de arbeidersklasse. Als voorbeeld stellen wij de volksvijandige bureaucraat Officier van Eijkelenburg. Hij durft te beweren, dat de arbeidersklasse meer misdadigers voortbrengt dan de heersers..... Maar jullie begrijpen dat verkeerd, dat is totaal uit z'n verband gerukt; ik heb... (Steef maant hem verder te lezen) v.Eijkelenburg: Hij breekt stakingen door hoge boetes en dwangsommen te eisen. Hij houdt mensen zonder enig bewijs maandenlang in voorarrest. Bij kraakakties kiest hij partij voor zijn vriendjes, de huisjesmelkers en woningspeculanten. Hij deinst er zelfs niet voor terug om verzonnen bewijzen in elkaar te draaien. Hij perst valse getuigenissen af, door middel van subtiele maar gruwelijke martelpraktijken. Hij wil alles wat links is het liefst meteen opsluiten. En dat alles in naam van de democratie. (staat op) .....Maar dit is toch je reinste flauwekul, zeg! Dit kan ik toch niet serieus nemen, deze poppenk..... (Steef duwt hem hardhandig in zijn stoel terug) v.Eijkelenburg: Wat wilt U dat ik doe? An: Bekennen, dat is altijd het beste. Dan kunnen we de strafmaat misschien nog een beetje verlichten. Jimmy: En dan kan het nog mooi mee in het perscommuniqué.
43
v.Eijkelenburg: Dat nooit stelletje idioten. Ik heb mijn principes. Ik heb altijd op de bres gestaan van orde en recht in dit land. Ar.: Des te erger. v.Eijkelenburg: Criminele elementen van jullie slag snapt dat niet en dat verbaast me niets. Het is een bewijs te meer, dat ik gelijk heb. An: Hou je rechtse praatjes maar voor je. Vandaag spreken we hier recht. En iedereen zal weten, dat er nog zoiets als ware gerechtigheid bestaat en bij wie ze daarvoor moeten zijn. Jimmy: Ons gironummer is: 1234567. Gelach
Jimmy:
En nou tekenen. (Pakt een pen uit de binnenzak van van Eijkelenburg) v.Eijkelenburg: Ik denk er niet over. Jimmy: Tekenen zei ik. Je zult je eigen vonnis ondertekenen. Jij laat de mensen ook de gekste dingen tekenen. Vooruit, man, het gaat allemaal van je eigen tijd af. (van Eijkelenburg probeert An's masker af te trekken. Steef haalt ineens een pistool uit z’n zak en schiet in de lucht. Richt dan op van Eijkelenburg) v.Eijkelenburg: Hiiiiiii! 44
Jimmy: An:
Steef: Hou je kop! (Steef duwt het pistool tegen de slaap van van Eijkelenburg) Steef: En nou tekenen, verdomme! v.Eijkelenburg: Ja, ja, natuurlijk. (Hij tekent) An: Verdomme, man, dat is dreigen met een dodelijk wapen of zoiets. Doe weg dat ding. (Ze gaat af en sleept van Eijkelenburg mee) Jimmy: Godverdomme, klootzak, dat hadden we toch niet afgesproken. Hoe kom je aan dat ding? Kom op... kom op... Beiden af.
45
PA EN JIMMY. Pa zit met diverse soorten blikjes om zich heen t.v. tc kijken. Jimmy komt op. Pa, betrapt, moffelt z'n blikje weg. Jimmy: Pa, wat doe jij nou? Pa: Ik dacht dat ma er was. Jimmy: Waar is ma? Pa: Even weg. Jimmy: Ma weg? Pa: Ja. Ma weg. Wat kom je hier zoeken? Jimmy: Ik kom niet voor jou. Ik kom voor ma. Pa: Donder op. Jimmy: Dat gaat niet zomaar. Pa: Hoezo? Jimmy: Dat hoor je wel van ma, als ik met haar gepraat heb. Pa: Eruit: Pa staat op om Jimmy eruit te bonjouren. Pa: Ik wil niks meer met je te maken hebben. De politie heeft hier de hele boel overhoop gehaald. Ik word op straat nagekeken. (Gaat weer zitten) Jimmy: Dat moet toch een hele ervaring voor je zijn. Pa: Je kan beter gaan. Ma komt voorlopig niet thuis. Jimmy: Waar is ze dan? Pa: Heb ik toch al gezegd? Weg. Jimmy: Maar wanneer komt ze terug?... Of komt ze niet meer terug... Hebben jullie ruzie? Pa: Natuurlijk komt ze terug?... Ze is een paar dagen naar de Ardennen, met een vriendin. Jimmy: Een vriendin? Pa: Ja. Zo heet dat mens van Jacobs tegenwoordig. Ze is kompleet in de war, door jou: Het valt ook niet mee om de moeder te zijn van een misdadiger. Jimmy: Nou, dat is dan prachtig. Pa: Ja! Dacht je dat je moeder je nog anders kan zien dan? 46
Jimmy:
Pa:
Jimmy:
Pa:
Jimmy: Pa: Jimmy: Pa: Jimmy: Pa:
Jimmy:
Ach, dat bedoel ik niet. Ik weet wel wat voor fantasieloze ouwe lui jij bent. Ik bedoel prachtig dat ma er niet is... En jou heeft alleen gelaten. Voor het eerst sinds jullie getrouwd zijn. Ik red me best. Maar ik ga geen kindermeisje spelen. Ik heb niks gekookt, er is niks te eten. En ik heb geen geld. Dus flikker maar op. (zachtjes) Pa... Ik blijf hier vannacht... Ik moet me even een beetje schuilhouden.... Toen we zonet bij huis kwamen, was de politie alles aan het doorzoeken... Dus zijn we hem gesmeerd, en nou blijf ik tot morgen hier, hoor je? We hebben net een stevige aktie gedaan, pa... Pa, luister nou eens, als de politie hier komt morgen of overmorgen, dan moet je zeggen dat ik hier helemaal niet geweest ben. Als ik hier plotseling kom opdagen na zo'n aktie, dat is verdacht. Het is toch niet te geloven. Komt nooit thuis. Komt ie een keer thuis, moet het geheim blijven. Is het zo langzamerhand niet mooi genoeg geweest? Kunnen we nou nog meer rotzooi verwachten? Dat valt best mee. Als jij tenminste zegt, dat ik hier niet geweest ben. Meineed is dat jongen. Meineed. Dat zijn mijn methodes niet. En zo heb ik je ook niet opgevoed: Anders ga ik er voor een paar jaar achter. Prima. En de hele groep: Dat moet ook: De bak, dat is de enige plaats waar ze misschien nog wat van jullie kunnen maken. Jij gaat ons echt verraden? "Die pet past ons allemaal": Weet jij wel wat je zegt: Brave burger. Bij jou hadden ze het er al gauw uitgeslagen, om voor je eigen geluk te vechten. Daarom heb jij voor mij eigenlijk ook nooit iets betekend: Je hebt me gewoon niets te bieden. Als ik wat wil, dan heb jij niet eens de fut om dat te zien. 47
Pa: Jimmy:
Pa:
Pa:
Wat wil jij dan? Nou,.....mijn geluk. Maar jij gelooft liever wat je voorgekauwd wordt op de t.v. over boeven en terroristen! Heb je het nieuws dan niet gezien? (Na een tijdje) Heb jij die van Eijkelenburg....??? (Vader schiet in een machteloze lach. Staat op en gaat weer zitten. Jimmy heeft intussen zijn masker opgezet om pa te overtuigen, dat hij er bij was. Vader ziet het en schiet alleen maar harder in dezelfde "hoe ie het mogelijk" lach) (zich vergoelijkend) Het is dat ik te veel gedronken heb, jongen. Dat komt ervan als je moeder er uit naait. Ik begrijp jou niet. Ik begrijp niks van jou. (Jimmy gaat zitten) Waar gaat het nou toch allemaal om? Ik weet het even niet meer. Jij wel? Ik doe toch zoals iedereen? Gewoon werken... werken tot aan mijn pensioen. Zo hoort het toch? Wat willen jullie toch?... Het leven lijkt een grote grap.
48
HALF ILLEGAAL. De groep is ondergedoken in een of ander huisje. Jimmy en Steef staan keurige pakken aan te trekken. Thomas ziet het niet zitten en ligt languit na te denken. Jimmy: Doe jij geen stropdas om, Steef? Steef: Nee, krijg ik puistjes van in mijn nek. Jimmy: Dat is toch geen cover. Zo ben je net een verklede arbeider. Steef: Ben ik ook. Ik ben ook een verklede arbeider. Arbeiders zijn nog altijd de soort waar je de meeste van hebt. Dat is nog steeds de beste vermomming die er bestaat. (Alsnog probeert Jimmy Steef in de stropdas te vangen. Het lukt. Dan ziet Jimmy Thomas liggen) Jimmy: Hé, Thomas, trek eens een pak aan. Schiet eens op. Als jij geen pak aantrekt, dan ben je er helemaal bij . Thomas: (Pakt zijn pak vast en slingert het richting Jimmy) Ach man, sodemieter toch op met je pak. Jimmy: Nee, Thomas, ik meen het. (Raapt het pak op en legt het keurig terug. Thomas jennend) "Thomas", zeggen ze straks, "Thomas, waarom heb jij geen kontakt meer met ons opgenomen met onze rechercheur? Na die aktie met van Eijkelenburg? Wij zoeken een zekere Steef". Steef: Jimmy, hou je bek. Jimmy: Jij kiest voor die groep, Thomas. Jij hangt, Thomas. Thomas: Als ze me pakken met zo'n pak, dan weten ze precies hoe het zit. Steef: Het wordt een flitsende aktie. Als we ons allemaal aan onze afspraken houden, dan wordt er niemand gepakt . Thomas: Ik word dubbel gepakt. An komt op, ze is in de war. Jimmy: Hoi, An. Hoe vind je ons zo? Pakken voor de grote aktie... An: Ze hebben me gevolgd. Ik ben ze kwijtgeraakt. De auto ook. (Ze gaat zitten.) Toen ik vlak bij huis was, dacht ik, nou lukt het. Het zag er allemaal heel vredig uit. Toen zag ik opeens een Opel staan 49
met twee kerels erin. Daar heb je ze, dacht ik, maar ik wou het zeker weten. Ik ging het sigarenwinkeltje op de hoek binnen. Dag juffrouw, zegt ze, wat heb ik u lang niet gezien. Nee, zeg ik, ik ben een poosje de stad uit geweest. En wat een vreemd stel daar in die auto. Ja, zegt ze, die staan daar al dagen. Die ene komt hier wel eens sigaren halen, maar ik krijg er niet uit wat ze daar nou eigenlijk staan te doen. Ik zeg nog, het zou mijn vak niet wezen. Ik stap weer in de auto en opeens keert die Opel om en schiet op me af. Ik heb gas gegeven, ben recht op ze afgereden, twee van die vlotte dertigers. En vlak voor de klap ben ik op mijn eigen weghelft teruggeschoten. Daar hadden ze niet van terug, kennelijk, want ik heb ze niet meer gezien. Maar bij elke Opel die ik tegenkwam, dacht ik, dat zij 't waren. Honderdzestig reed ik. Nog een wonder dat de verkeerspolitie me niet gepakt heeft. Bij het busstation hier in het dorp, kwam er weer politie aan. Toen durfde ik opeens niet meer. Mijn handen trilden. Ik kon het stuur niet meer vasthouden. Ik heb de auto aan de kant laten staan. Ik ben uitgestapt en ik ben weggelopen. Steef: Waar staat die auto? An: Bij het busstation. In de berm. (Steef maakt aanstalten om te gaan) Steef: Sleuteltjes? Nou, gaat wel zonder. Jimmy: Maar dat moeten we eerst met Leo bespreken. Steef: Nee: Beiden gaan af. An: Verdomme, verdomme, verdomme.... (Ze trekt haar jas uit) Een paar dagen onderduiken, dachten we. Al mijn planten zijn vast dood. En Boef en Beer, waar zouden die zitten? Thomas: Die redden zich wel. An: Ik weet niet of ik het luikje heb opengezet. We moesten ook zo plotseling weg... Thomas: An, het zijn maar katten. 50
An: Thomas: An: Thomas: An: Thomas: An: Thomas: An:
Thomas:
An:
Het zijn mijn katten: Je hebt ons toch. Wij laten je niet alleen. Laat mij je nou maar eens lekker troosten. Ik dacht steeds, nou vliegt ie van de weg af en dan ging ik langzamer rijden... Sssst. (Zijn troosten gaat over in vrijen) M..maar dat durfde ik niet en dan ging ik weer harder rijden... Stil nou maar. Als ze die auto maar niet vinden. Die An, zo van streek van haar katten en van alles. Zo heb ik je nog nooit meegemaakt. Waar is Renée? (Komt overeind) Bij Leo, bezig aan het grote plan. (Duwt haar terug en gaat op haar liggen) Vind je dat niet lekker? Word je daar niet rustig van? Laten we nou eens lekker vrijen, we zitten hier toch opgesloten. Thomas, ik wil nu niet vrijen.
51
Thomas: An:
Thomas: An:
't Is toch lekker. Thomas!!! (Ze gooit Thomas van zich af en loopt weg. Thomas loopt haar na) En wat deed je dan met Steef, gisteren? (Grijpt haar van achter bij haar borsten. Ze slaat hem) Klootzak! (Ze wil de klap weer ongedaan maken)
Jimmy, Steef, Renée, Leo op. Leo: Wat is hier aan de hand? Jimmy: Thomas was An aan het bespringen. Leo: Lul, waarom doe je nou dat soort dingen, als zij dat niet wil? Je moet je beheersen. Thomas: Kun jij makkelijk zeggen. Leo: Dacht je dat ik het zo leuk heb, momenteel met Renée? Thomas: Als jij je in een hoekje wil afrukken, moet jij dat weten. Maar ik hou het niet vol zo. Leo: Laten we er over ophouden, jongens. We moeten aan de slag. Renée: (Terwijl ze An troost) Zie je dan niet dat dat nu niet gaat? Leo: We moeten de hele aktie nog voorbereiden. Kom op An! flink zijn. Het moet. Renée: Jij hebt gemakkelijk praten. Leo: Toen ik uit de bak kwam, ben ik toch ook meteen aan de slag gegaan? Renée: Ja, je was een held. Leo: Morgen is de grote aktie. We moeten alle details nog voorbereiden. Weet je wat er anders gebeurt? Dan worden we allemaal gepakt. Allemaal gepakt. Renée: Dan maar geen grote aktie. Leo: Is dat nou niet een beetje overdreven, omdat hij zijn pik niet in zijn broek kan houden? Thomas: Je doet net of ik haar verkracht heb. Ik ben niet verder gekomen dan haar borsten. Zeg jij nou eens wat, Steef. An mag wel fouten maken, hé? Die mag een gejatte auto hier vlakbij laten staan, zodat de politie een prachtige tip heeft waar ze ons moeten zoeken. Dat mag An allemaal, daar maken we geen woorden over vuil. Maar als Thomas 52
Leo: Jimmy: Thomas: Leo: Renée:
bang wordt, ook gewoon bang, probeert hij het op zijn manier te vergeten. Als hij een beetje plezier wil maken, dan is hij een verkrachter. Jezus, wat een lekker klubje. (Gaat zitten) Zo erg is het toch allemaal niet? Zo is het toch niet bedoeld. Ik begrijp er niks meer van. 'k Begrijp 't niet, wat is er nou toch allemaal aan de hand? (Cynisch en indringend) Wat is er nou toch aan de hand? Waarom doet ze zo raar? Meid, kom op, d'r is toch niks gebeurd. Stel je niet zo aan. Jongens onder mekaar. Ik heb het ook moeilijk. Je moet mee.... laat ons niet los. Jullie hebben d'r losgelaten: Het huis moet een beurt hebben. Is er geen eten meer?... Weet je nog? Waar is de sfeer toch gebleven, meiden? Het was zo gezellig, zo gelachen. We waren zo rustig, zo lief voor mekaar. Zo moest het blijven. En de meiden moeten daarvoor zorgen. We weten het niet meer. We zien het niet meer zitten. Waarom brengt er niemand meer eens uit zichzelf een taartje mee? Moet je die gordijnen eens zien, die stonden eerst zo fris, en nou zit alles onder de spinnewebben. Wanneer gaan we nog eens zwemmen met z'n allen bij de afgraving? Weet je nog, hé, meiden, trek toch jullie BH'tje uit, leuke sfeer.... ja, die gluurders toen, maar die hadden we goed te pakken. En die fles rooie wijn en toen die weed van Jimmy. Aktie godverdomme, er tegenaan. Morgen is de grote aktie. Zak zelf maar in de stront, meiden. Morgen is de grote aktie. Wij mannen kunnen het als de vrouwtjes maar klaarstaan. Waar is de swing, de blues, de gezelligheid gebleven? Hé, meiden, jullie vonden het toch ook gezellig? We willen nog, we willen meer. We willen gewoon met jullie neuken. 53
Gewoon neuken, dat willen jullie toch ook, meiden? Of niet soms? Kom ons troosten, vrouwtjes, laat je neuken. (Schreeuwt de mannen toe) Bescherm ons vrouwtjes, want wij mannen houden het niet meer uit! Stilte. Jimmy: Renée: Jimmy: Renée:
An, ik vind het rot voor je. Ik begrijp je. Donder dan op. Waarom? Donder op!!!
De jongens druipen af. De twee vrouwen alleen over. An troost nu Renée.
54
HET KNAPPEN. Allen, behalve An. Zij zijn in hun "covers". Leo schrijft en tekent iets. Jimmy speelt met zijn stiletto. Steef kijkt alsof hij op een prooi loert. Thomas: Weten jullie hoe het swingt daarbuiten? Het swingt daar en we zijn er niet. Is dit nou wat we bedoeld hebben? Zo opgesloten zitten? We waren toch juist tegen dit systeem? En we hebben het nooit zwaarder op ons voelen drukken dan nu. Renée: An is weg. Dat zal je voelen. Thomas: Weten jullie wat ik doe? Librium slikken. Als een burgerkloot van de shit over op de librium. Jimmy: Echt Thomas. Of dit huisje is te klein of jij lult teveel. Thomas: Moet je ze nou zien: De strijders ontspannen zich tussen twee akties door in hun buitenhuisje. Zal ik het haardvuur aansteken? (Nerveuze lachkramp. Steef geeft hem een klap. De anderen reageren niet. Thomas valt stil. Laat me maar even. Hij gaat af.) (Jimmy zet zijn cassetterecorder aan. Muziek die het publiek al eerder heeft gehoord) Leo: Zet af: Renée: Ja. Daar kan ik nou helemaal niet tegen. Jimmy: Als we nou ook al geen muziek meer kunnen horen. Leo: (Kijkt opeens op) Waar is Thomas? (Gaat af) Zijn pak ligt op bed! (Terug) Zijn spijkerbroek is weg. (Allen reageren geschrokken) Kom, we zijn hier weg. (Niemand staat op) Ik weet een adres, prima mensen. (Geen reactie) We moeten hier weg. Renée: Ja!! Jimmy: Waarom? 55
Leo:
Waarom? Dat is toch wel duidelijk, zou ik zo zeggen. Die lul naait ons erbij. Renée: Die lul naait niks erbij. Die is gewoon naar zijn moeder . Leo: Het is toch afgelopen hier. Dat is toch duidelijk? Renée: Ja. Jimmy speelt met zijn stiletto. Steef: Jimmy, hou op. Jimmy: Waarom? Leo: Daarom. We moeten hier weg. Binnen 10 minuten staat de politie voor de deur. Jimmy: Thomas? Idioot. Nee, die niet: Leo: (Loopt naar Renée) (Zachtjes:) Zie jij dat dan niet, jij bent toch niet gek? Renée: Echt niet? Leo: Doe niet zo belachelijk, trut. Het is toch gekkenwerk om hier te blijven nou: We moeten verder, da's toch duidelijk. We moeten het opnieuw aanpakken. Zonder Thomas, zonder An. Dat was de eerste die ons in de steek liet. Renée: Wat? (Hard, zodat iedereen het hoort) Wat zeg je? In de steek liet? Die zag het niet meer zitten tussen zo'n stelletje "heren". En gelijk heeft ze. Leo: Jij nou ook al. Renée: Misschien wel ja. Leo: Maar zien jullie dan niet, wat er met ons gebeurt? Renée, zie je dan niet, dat ze ons tegen mekaar opzetten. De repressie grijpt toe. Da's toch duidelijk. Nu niet eruit naaien, kameraden, nou 't moeilijk wordt. Jimmy: Het bevalt me hier al dagenlang niet meer. Maar dit, dit is ook niks, weten jullie dat? Leo: (Tegen Renée:) Dat kan toch niet. Hoe kan je nou in 't heetst van de strijd ophouden, als je taak nog moet beginnen. Renée: We waren bezig en 't ging fout. Leo: Wat ging fout? Niks ging fout. Renée: Voor haar ging alles fout... en voor mij ook, voor mij gaat ook alles fout. Als je dat nog niet wist, meneertje, alles gaat fout. Of zie je dat niet? Ben je blind? 't Is uit - over - schluß - kapot. Ik dacht dat het duidelijk was inmiddels. Voor jou dus nog niet? Stilte. 56
Jimmy zet de recorder aan. Leo loopt naar Steef. Leo: We moeten hier nu weg: (Steef antwoordt niet) (Leo fluistert:) Ik heb in de gevangenis een paar jongens leren kennen; prima gozers. (lachend) Steef zegt nog steeds niets. Leo: Zet die muziek af!!!!! Stilte. Leo: (Hard, tegen iedereen) Goed, hoe zit het? Gaan we door of gaan we niet door? Ik heb wat geregeld, te vertrouwen, safe. Jullie moeten het maar zeggen. Er is geen terugweg: Het is alles of niets:: Stilte. Steef: Waarom heb je dat geregeld? Leo: Da's nogal logisch, hé. Eerst An weg, nu Thomas. Wie is de volgende? Renée: Je vertrouwde ons niet. Het ging niet snel genoeg. Jimmy: Zijn wij soms niet goed genoeg meer? Tenslotte hebben wij die aktie van van Eijkelenburg gedaan. Stilte. Leo: (Probeert het nogmaals) Waar zijn wij nu eigenlijk mee bezig? Waar hebben we voor gekozen? Waar zijn we mee begonnen? 't Is geen flauwekul, deze maatschappij omverkegelen. Daar moet je voor inleveren, een hard leven lijden, hard worden. Dat moet je toch beseffen. Het zijn mensen met ervaring.... stuk voor stuk. (Merkt dat niemand erop ingaat) Steef...? Steef: D'r is vanavond een vergadering tegen het optreden van "De Grijze Wolven"....'k Ga er eens kijken. (Hij gaat af) Stilte. Leo: (Loopt op Renée toe) (Kust haar innig) Het ga je goed. Onze wegen scheiden hier. Ik hou van je, kleintje. (Hij gaat af)
57
RENEE EN JIMMY. AFSCHEID. Renée: (Spottend) Hier zitten we nou, wachtend op de bus van 5 over half 5. Mooi romantisch stelletje. Jimmy: Wil jij dan terug? Renée: Naar dat huisje? Nee. We hebben daar niks meer te zoeken. (Voor zichzelf) We konden niet meer verder samen, 't Was veel moeilijker dan we gedacht hadden. Maar we staan alleen. Jimmy: Wat is dat voor burgerlullenpraat!!! Renée: Wij moeten weer mensen vinden om mee verder te kunnen. Leo heeft mensen; typisch een man. Stapt niet op voor zijn bedje ergens anders gespreid is.. (Tegen Jimmy) Ik vind het knap hoor. Zo als ie het systeem uitdaagt. Met die groep van hem zijn ze nog niet klaar. Maar ik kan het niet zo. Voor mezelf kan ik het niet. Hoe kan je nou de onderdrukking bestrijden als het je eigen mensen nog niet lukt. Jimmy: Je kan niet alles tegelijk. We hebben ook gekozen. Renée: Anders dan Leo, ja. Maar hoe? Hoe? Jimmy: Hoe, hoe. Gezeik noemden we dat vroeger. Renée: We willen allemaal hetzelfde. Op de een of andere manier moet alles weer samenkomen. Jimmy: Kan wel even duren..... Er is genoeg te doen.... Renée: Kom op dan. (Ze begint met hem te vrijen. Jimmy reageert overrompeld) Ik wil met je naar bed. Jimmy: Hier? Renée: Hier ter plekke: Nu: Jimmy: Dan worden we gepakt. Renée.: Nou en. We worden toch al opgepakt. Jimmy: (Probeert Renée van het vrijen af te houden) Waar zou Thomas nou uithangen? (Renée reageert niet) Wat ga jij nou doen? Renée: Weet ik nog niet... Neuken en kraken. Dat blijf ik doen. Dat blijf ik belangrijk vinden. Ik zie waarom ik het doe.
58
Jimmy:
Ik ga langs mijn ouwelui. Renée lacht. Niet voor lang. Goeiedag zeggen. Ze moeten weten waar ik blijf. Ik wil een tijdje naar Engeland, denk ik. Eerst rondkijken, wat werken. Ik wil me meer met muziek bezighouden.... Renée: (Voor zichzelf:) Hoe zou het met An zijn?... Jimmy: Rock Against Racism; ken je dat? Dat is een hele beweging. Jongeren voornamelijk; blanke jongeren, zwarte jongeren... Die komen op voor de rechten van de kleurlingen; tegen het racisme. Zijn er ontzettend veel van; Pakistani, Indiërs... Renée: (Voor zichzelf:) Ik wil dingen in mezelf veranderen en om me heen. Jimmy: En het leuke is dat er ontzettend veel popgroepen aan mee doen. Renée: Ga je nou echt naar Engeland? Jimmy grijnst wat.
59
STEEF IN DE CEL. Hij is geboeid. Twee politieagenten zijn bij hem. Hij "spreekt een slotwoord". Steef:
Jullie kunnen me acht, twaalf maanden opsluiten. Tevreden? Maakt mij niet uit. Hier of daar buiten; gevangen zit je toch. Mij krijg je niet klein hoor. Klootzakken te pakken nemen, dat zal ik. Jullie krijgen er nog spijt van dat je mij hebt opgesloten. Waar zijn jullie nou eigenlijk mee bezig? Jullie zoeken een groep, die niet eens meer bestaat: De fakkel is allang doorgegeven: Jullie zijn bang, hé. Stoer doen. Indruk maken. Grote petten op een leeg hoofd. (Agent I slaat Steef in zijn zij) (Steef wankelt. Agent II vangt hem op en neemt hem in de houtgreep) Weet je wat jullie moeten doen? De straat op gaan en de hele handel neermaaien. Dat is de enige manier om jullie systeem overeind te houden: Jullie zijn bang en daarom maken jullie je steeds groter. Steeds groter om de mooie dingen eruit te slaan. Protesteren? Klabam: Opkomen voor jezelf? Klabam: Geluk nu? Klabam: Tegen onderdrukking? Klabam: Geen fantasie, hé, steeds hetzelfde, dom. Ja, jongen, pak me maar. Er zijn nog duizenden wachtenden na mij. Die je dan ook moet pakken, die het ook niet zien zitten, opeens... op een dag... Kom maar, sla maar... (Agent I pakt hem bij zijn haren. Laat hem dan weer los) Jullie gaan wel verhuizen, want we pakken jullie allemaal terug, stuk voor stuk... Kom op: Nou kan het nog: Jullie gaan het verliezen, uiteindelijk: Kom op dan!!!!! (Agent I draait zich af)
EINDE.
60
DE AUTEURSVERENIGING PROLOOG is een vereniging die de auteursrechten behartigt van de stukken die in het werk van PROLOOG kollektief gemaakt zijn. De gelden van de vereniging worden aangewend ter bevordering van de kollektieve produktie van politiek theater. De vereniging doet dit door teksten uit te geven, niet alleen van PROLOOGstukken, en leningen en giften te verstrekken. Op dit moment heeft de auteursvereniging PROLOOG een aanbod van de volgende TEKSTEN: "Houdt den Dief", "Maak van je hand, een Vuist", "De Overval op het Pakhuis", "Onderwijs een Onvoldoende", "O, wat een land, wat een leven", "Vrouwen, als het aan ons ligt", "Met je handen in je zakken", "Smeerolie". "Geen vingers, dan gaan we verder", "Spiegeling", "Word wild en doe mooie dingen",
ƒ3,00 ƒ3,00 ƒ4,50 ƒ4,50 ƒ4,50 ƒ4,50 ƒ3,00 ƒ3,00 ƒ4,50 ƒ3,00 ƒ4,50
E.P.'s: "Vrouwen, als 't aan ons ligt", "De Missvorming van Mollie".
ƒ5,00 ƒ5,00
VOOR BESTELLINGEN: Auteursvereniging PROLOOG, Willemstraat 72 Eindhoven. RABO-bank Eindhoven-Noord.gironummer 1137467.Bankrekeningnummer 18.82.47.882 t.n.v. Jan de Rooij, Groes 9, Eindhoven.
61