Taaltalent – deel 1 Methode Nederlands voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen
Woordenlijst Nederlands – Spaans Hoofdstuk 1 – De cursus
Henny Taks Katja Verbruggen
u i t g e v e r ij coutinho bussum 2014
c
Woordenlijst Nederlands – Spaans ■ Hoofdstuk 1 – De cursus bij Taaltalent 1
Deze woordenlijst Nederlands – Spaans van hoofdstuk 1 hoort bij Taaltalent – deel 1 van Henny Taks en Katja Verbruggen.
© 2014 Uitgeverij Coutinho bv Alle rechten voorbehouden. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16h Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www. stichting-pro.nl). Uitgeverij Coutinho Postbus 333 1400 AH Bussum
[email protected] www.coutinho.nl Noot van de uitgever Wij hebben alle moeite gedaan om rechthebbenden van copyright te achterhalen. Personen of instanties die aanspraak maken op bepaalde rechten, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met de uitgever. ISBN 978 90 469 0389 6 NUR 624
2 van 6
Woordenlijst Nederlands – Spaans ■ Hoofdstuk 1 – De cursus bij Taaltalent 1
Woordenlijst Nederlands – Spaans In deze lijst vind je de woorden die bij de teksten en bij de luisterteksten uit hoofdstuk 1 horen, op alfabetische volgorde met daarachter de Spaanse vertaling. aangenaam
mucho gusto
achternaam, de
apellido, el
afscheid nemen
despedirse
afscheid, het
despedida, la
alle
todos(as)
alleen
solo(a)
antwoord, het
respuesta, la
begroeten
saludar
bij
con
bij elkaar
juntos
collega, de
compañero(a), el / la
compleet
completo(a)
correct
correcto
cursus, de
curso, el
dag
hola / adiós
dank je wel
gracias
dat
eso
deze
este(a)
dialoog, de
diálogo, el
dit
esto(a)
docent, de
profesor(a), el / la
doen
hacer
doorhalen
tachar
dorp, het
pueblo, el
een
uno
elkaar
unos a otros
en
y
enkelvoud, het
singular, el
formeel
formal
formulier, het
formulario, el
fout, de
error, el
gaan
ir
gauw
rápido
geboortedatum, de
fecha de nacimiento, la
3 van 6
Woordenlijst Nederlands – Spaans ■ Hoofdstuk 1 – De cursus bij Taaltalent 1
geboorteplaats, de
lugar de nacimiento, el
gebruiken
usar
geen
ninguno(a)
geslacht, het
sexo, el
getal, het
número, el
getrouwd
casado(a)
goedemiddag
buenas tardes
haar
su
hallo
hola
handtekening, de
firma, la
hebben
tener
het
el
heten
llamarse
hij
él
hoe
cómo
hoi
hola
hoofdstuk, het
capítulo, el
horen
oír
huisnummer, het
número, el
in
en
informeel
informal
invullen
rellenar
ja
sí
jaar, het
año, el
jouw
tu
klein
pequeño(a)
kloppen
ser cierto / verdad
komen
ser
land, het
país, el
luisteren
escuchar
maken
hacer
man, de
hombre, el
medecursist, de
co-participante, el / la
meneer, de
señor, el
met
con
mevrouw, de
señora, la
mijn
mi
naam, de
nombre, el
naar
hacia
nationaliteit, de
nacionalidad, la
4 van 6
Woordenlijst Nederlands – Spaans ■ Hoofdstuk 1 – De cursus bij Taaltalent 1
nazeggen
repetir
nee
no
neutraal
neutro
niet
no
nieuw
nuevo(a)
nu
ahora
onregelmatig
irregular
ook
también
op
en
opletten
vigilar
postcode, de
código postal, el
praten
hablar
samen
juntos
schema, het
esquema, el
school, de
escuela, la
schrijven
escribir
sinds
desde
spellen
deletrear
staan
estar de pie / estar / encontrarse
stad, de
ciudad, la
stellen (een vraag)
hacer (una pregunta)
sterk
fuerte
stil
callado(a)
straat, de
calle, la
structuur, de
estructura, la
u
usted
uit
de
universiteit, de
universidad, la
uw
su
van toepassing zijn
ser de aplicación / aplicable
vandaan
de (dónde)
veranderen
cambiar
verbeteren
mejorar
vlakbij
cerca
volgorde, de
orden, el
voorbeeld, het
ejemplo, el
voornaam, de
nombre, el
vorm, de
forma, la
vraag, de
pregunta, la
vriendin, de
novia, la
5 van 6
Woordenlijst Nederlands – Spaans ■ Hoofdstuk 1 – De cursus bij Taaltalent 1
vrouw, de
mujer, la
wat
cuál
week, de
semana, la
welkom
bienvenido(a)
werken
trabajar
wonen
vivir
woonplaats, de
domicilio, el
woord, het
palabra, la
ze (enkelvoud)
ella
zeggen
decir
ziens, tot
hasta otra
zij (enkelvoud)
ella
zijn
ser
zijn (bezittelijk vnw)
su
zin, de
sentido, el / ganas, las / frase, la
6 van 6