ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
Woord vooraf
De Belgium-Holland Desk fungeert als een aanspreekpunt en kenniscentrum voor Belgische en Nederlandse ondernemers die grensoverschrijdend activiteiten wensen te ontwikkelen. Gedacht wordt hierbij zowel aan de ondernemer die zich in het andere land wenst te vestigen als degenen die hun activiteiten wensen te concentreren over de grenzen heen.
L. Huyghe
+32 (0)3 821 19 16
KPMG Belastingconsulenten en Juridische Adviseurs, Antwerpen
K.Lievens
+32 (0)3 821 19 28
De door de Desk uitgewerkte analyse geeft een overzicht van de belangrijke verschillen tussen België en Nederland inzake jaarrekeningen, boekhouding, fiscaliteit alsook vennootschappenrecht. Dit overzicht bespreekt nochtans niet alle details.
KPMG Belastingconsulenten en Juridische Adviseurs, Antwerpen
Bij het nemen van beslissingen terzake kan steeds contact gezocht worden met de leden van de Desk:
L. Verrijssen
+32 (0)3 821 17 26
KPMG Bedrijfsrevisoren, Antwerpen
L. Mertens
+32 (0)3 821 18 41
KPMG Fiduciaire, Antwerpen
of K. Dubbelman
+31 (0)76 523 75 07
KPMG Meijburg & Co., Breda M. Bos
+31 (0)76 523 75 18
KPMG Meijburg & Co., Breda
R. van der Kruk
+31 (0)76 524 02 00
KPMG Accountants N.V., Breda KPMG Fiduciaire burg. CVBA KPMG Bedrijfsrevisoren KPMG Belastingconsulenten en Juridische Adviseurs Prins Boudewijnlaan 24d B – 2550 Kontich Tel. +32 (0) 3 821 17 00 KPMG Accountants NV KPMG Meijburg & Co. Claudius Prinsenlaan/Topaasstraat 54 NL-4817 HW Breda +31 (0) 76 542 02 00
Hoewel bij het redigeren van deze uitgave de grootst mogelijk zorgvuldigheid wordt betracht, bestaat altijd de mogelijkheid dat bepaalde informatie na verloop van tijd verouderd of niet juist meer is. De samenstellers zijn dan ook niet aansprakelijk voor de gevolgen van activiteiten die worden ondernomen op basis van deze uitgave. Het raadplegen van een deskundige blijft noodzakelijk. Zonder schriftelijke toestemming van de Belgium-Holland Desk mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of anderszins.
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
Inhoud
Bestuursorgaan
32
Algemene vergadering van aandeelhouders37 Jaarrekening ........................................................1 Algemeen 1 Vorm
1
Omvang
2
Publicatie
4 8
Raad van Commissarissen
39
Jaarverslag
41
Ondernemingsraad
45
Fiscaal ............................................................... 47 Fiscale jaarrekening 47
Speciaal belastingregime expatriates
103
Sociale zekerheidsregelgeving
104
Gangbare waarderingsregels ......................... 111 Oprichtingskosten 111 Immateriële vaste activa
112
Materiële vaste activa
115
Financiële vaste activa
118 119
Belastingtarieven
50
Voorraden
Overige wettelijke opdrachten
10
Verworpen uitgaven
59
Vorderingen
122
Consolidatie
11
Aftrek voor risicokapitaal (notionele interestaftrek)
Geldbeleggingen en liquide middelen
122
67
Eigen vermogen
124
Aftrek voor octrooi-inkomsten
68 67
Voorzieningen voor risico’s en kosten en uitgestelde belastingen 126
Accountantscontrole / bedrijfsrevisor
Boekhouding..................................................... 16 Algemene boekhoudkundige bepalingen 16 Rekeningschema
17
Groepsrentebox
Waarderingsregels
18
Andere fiscale stimuli
69
Schulden
128
Deelnemingsvrijstelling
74
Vreemde valuta
128
21
Fiscale eenheid
80
Btw
23
Verliescompensatie
84
Boekingen in rekening-courant
24
Coördinatiecentrum
87
Bewaarplaats en –termijn
24
Rulingbeleid
87
Transfer pricing
89
Verbod compensatie kosten – opbrengsten 20 Verplichte boeken
Juridisch ........................................................... 26 Vennootschapsvorm 26
Bronheffing – roerende heffing
90
Oprichtingsvereisten
29
Btw
92
Opstartformaliteiten
30
Werken in onroerende staat
99
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
1
BELGIË
NEDERLAND
Jaarrekening Algemeen
De Belgische wetgeving bepaalt dat iedere onderneming die een dubbele boekhouding voert jaarlijks een jaarrekening dient op te maken.
In de Nederlandse wetgeving geldt hetzelfde. Er wordt onderscheid gemaakt tussen een inrichtingsjaarrekening en een publicatiejaarrekening. De inrichtingsjaarrekening wordt beschouwd als een instrument om rekening en verantwoording af te leggen aan de organen van de rechtspersoon (Algemene Vergadering van Aandeelhouders, Raad van Commissarissen, Ondernemingsraad). De publicatiejaarrekening dient als informatie naar derden.
Vorm De jaarrekening moet voldoen aan Titel 9 BW 2 en het Besluit Modellen Jaarrekening. Binnen deze regels bestaan keuzemogelijkheden ten aanzien van de vorm.
De inrichting- en publicatievereisten zijn afhankelijk van de omvang van de rechtspersoon.
Het is mogelijk om IFRS toe te passen in Nederland. (In dat geval geldt het Besluit Modellen Jaarrekening niet.). Voor kleine rechtspersonen (zie hieronder) bestaat de mogelijkheid van toepas© 2011 All rights reserved
Door de wet voorgeschreven vorm, ofwel een verkort schema of een volledig schema.
kpmg
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
2
BELGIË
NEDERLAND sing van fiscale grondslagen vanaf boekjaren aanvangend op of na 1 januari 2007.
Omvang
Voor grote rechtspersonen gelden de regels onverkort, voor kleine en middelgrote rechtspersonen zijn vrijstellingen van toepassing.
Kleine rechtspersonen: van toepassing op rechtspersonen, waarvoor (gedurende twee achtereenvolgende jaren) minimaal twee van de drie volgende eisen gelden: gemiddeld aantal werknemers minder dan 50; netto-omzet excl. BTW minder of gelijk aan € 8,8 miljoen; totaal activa minder of gelijk aan € 4,4 miljoen
© 2011 All rights reserved
Kleine en middelgrote ondernemingen mogen een verkort schema gebruiken. Kleine vennootschappen zijn vennootschappen die voor het laatste en het voorlaatste afgesloten boekjaar niet meer dan één van de volgende criteria overschrijden: jaargemiddelde personeelsbestand 50; jaaromzet, excl. BTW € 7,3 miljoen; balanstotaal € 3,65 miljoen. tenzij, jaargemiddelde van het personeelsbestand meer dan 100, of; deel uitmaakt van een groep van verbonden ondernemingen, die geconsolideerd meer dan één van bovenstaande criteria overschrijdt, dan wel waarvan het gemiddelde van het personeelsbestand meer dan 100 is.
kpmg
Grote ondernemingen moeten een volledig schema gebruiken.
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
3
Kooplieden - natuurlijke personen, V.O.F. en Comm.V, met een omzet € 0,5 miljoen, moeten een interne ‘beschrijvende staat’ opmaken, doch niet volgens een bepaald schema.
Middelgrote rechtspersonen: van toepassing op rechtspersonen, waarvoor (gedurende twee achtereenvolgende jaren) minimaal twee van de drie volgende eisen gelden: totaal activa meer dan € 4,4 miljoen, maar minder dan of gelijk aan € 17,5 miljoen; netto-omzet excl. BTW meer dan € 8,8 miljoen, maar minder dan of gelijk aan € 35,0 miljoen; gemiddeld aantal werknemers gemiddeld meer of gelijk aan 50, maar minder dan 250.
Ondernemingen die geen rechtspersoon zijn (dus bijvoorbeeld geen NV of BV, maar een eenmanszaak of VOF) zijn niet verplicht een jaarrekening op te stellen tenzij alle vennoten die volledig aansprakelijk zijn kapitaalvennootschappen naar buitenlands recht zijn (artikel 360 lid 2 Boek 2 BW). Zij dienen wel een administratie te voeren. Onder bepaalde voorwaarden kunnen ook stichtingen en verenigingen alsmede sommige formeel buitenlandse vennootschappen verplicht zijn een jaarrekening op te stellen.
© 2011 All rights reserved
NEDERLAND
kpmg
BELGIË
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
4
BELGIË
NEDERLAND
Publicatie
Ondernemingen onderworpen aan de publicatie van de volledige of verkorte jaarrekening: alle vennootschappen naar Belgisch recht bestaande onder de vorm van een NV, BVBA, Comm.VA, CVBA, EESV(indien ingeschreven in België) en ESV evenals de Europese Vennootschap naar Belgisch recht.
Niet onderworpen aan de publicatie: de natuurlijke personen die handelaar zijn; de kleine en middelgrote vennootschappen waarvan de vennoten onbeperkt en hoofdelijk aansprakelijk zijn (V.O.F.,
Algemeen: het opmaken van de jaarrekening moet voor de NV en de BV geschieden binnen 5 maanden na afloop van het boekjaar, voor de coöperatie, de onderlinge waarborgmaatschappij, de stichting en de vereniging geldt een termijn van 6 maanden. Deze termijn kan onder bijzondere omstandigheden door de algemene vergadering van aandeelhouders worden verlengd met ten hoogste 6 maanden voor de NV en BV en door de algemene vergadering van leden respectievelijk het bevoegde orgaan met ten hoogste 5 maanden voor de coöperatie, de onderlinge waarborgmaatschappij, de stichting en de vereniging. Is tot verlenging besloten, dan moet binnen 2 maanden na afloop van de verlengingstermijn deponering plaatsvinden. Ondernemingen onderworpen aan publicatie: alle rechtspersonen die onderworpen zijn aan Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek (BV, NV, coöperatie, onderlinge waarborgmaatschappij alsmede onder bepaalde voorwaarden stichtingen, verenigingen en sommige formeel buitenlandse vennootschappen).
Niet onderworpen aan publicatie: ondernemingen die geen rechtspersoon zijn (eenmanszaak, VOF); kleine rechtspersonen die geen winst beogen: hierbij moet © 2011 All rights reserved
Algemeen: alvorens een jaarrekening kan worden neergelegd bij de Nationale Bank van België, dient goedkeuring door algemene vergadering plaats te vinden, op een datum vastgelegd in de statuten en welke dient te vallen binnen 6 maanden na afsluiting van het boekjaar. De goedkeuring van de jaarrekening door de algemene vergadering is niet van toepassing voor ondernemingen ‘in vereffening’, de jaarrekening moet enkel voorgelegd worden.
kpmg
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
5
-
Comm.V, CVOA); de grote vennootschappen waarvan de vennoten hoofdelijk en onbeperkt aansprakelijk zijn (V.O.F., Comm.V, CVOA) en indien geen enkele onbeperkt aansprakelijke vennoot een rechtspersoon is (m.a.w.: "waarvan alle onbeperkt aansprakelijke vennoten fysische personen zijn"); Landbouwvennootschappen.
Publicatie bijkantoren in België: deze dienen wel een interne jaarrekening op te stellen maar dienen deze niet te publiceren, wel de jaarrekening van de buitenlandse onderneming, voorafgegaan door het eerste blad van het volledig schema. De neerlegging van de jaarrekening van de buitenlandse onderneming gebeurt in de vorm waarin deze rekeningen werden opgesteld en openbaar gemaakt volgens het recht van de Staat waaronder de vennootschap valt.
een accountant een verklaring verstrekken dat zij geen werkzaamheden buiten de doelomschrijving hebben verricht; gegarandeerde groepsmaatschappijen: de gegevens van de rechtspersoon moeten door een andere rechtspersoon in een geconsolideerde jaarrekening opgesteld krachtens toepasselijk recht op basis van de verordening van het Europese Parlement en de Raad betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen, de 7e EG Richtlijn, opgenomen zijn; de aandeelhouders moeten jaarlijks schriftelijk hiermee instemmen; de consoliderende rechtspersoon moet een hoofdelijke aansprakelijkstelling afgeven en de geconsolideerde jaarrekening met accountantsverklaring, het jaarverslag, de instemmingsverklaring en de aansprakelijkstelling bij het Handelsregister deponeren. Ook een buitenlandse onderneming met één of meer nevenvestigingen in Nederland is in principe publicatieplichtig. De buitenlandse vennootschap dient een jaarrekening van de vennootschap te deponeren bij het Handelsregister voor zover en in de vorm waarin de vennootschap deze in het land van haar statutaire zetel openbaar moet maken. De te deponeren stukken dienen in het Nederlands, Duits, Frans of Engels te zijn gesteld. Een en ander geldt tevens voor in Nederland gevestigde ondernemingen opgericht naar buitenlands recht.
© 2011 All rights reserved
-
NEDERLAND
kpmg
BELGIË
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
6
NEDERLAND
Wat publiceren: de jaarrekening volgens het voorgeschreven formulier (balans, de resultatenrekening, de toelichting inclusief de sociale balans); het jaarverslag van de raad van bestuur of zaakvoerder: enkel verplicht voor grote vennootschappen; het controleverslag van de commissaris indien een verslag vereist is. het controleverslag van de commissaris in het kader van de uitkering van een interimdividend.
Wat publiceren: de jaarrekening volgens de wettelijke voorschriften (de enkelvoudige jaarrekening die bestaat uit de balans en de winsten verliesrekening met de toelichting, en de geconsolideerde jaarrekening indien de rechtspersoon een geconsolideerde jaarrekening opstelt); het jaarverslag van het bestuur; de overige gegevens (inclusief de accountantsverklaring indien een controleplicht bestaat). Ook ten aanzien van de te publiceren gegevens gelden vrijstellingen voor kleine en middelgrote ondernemingen.
Wanneer publiceren: binnen 30 dagen na de goedkeuring van de jaarrekening door de algemene vergadering van aandeelhouders.
Wanneer publiceren: binnen 8 dagen na vaststelling of goedkeuring van de jaarrekening door de algemene vergadering van aandeelhouders.
Sanctie bij het niet publiceren of laattijdig publiceren van de jaarrekening voor de zaakvoerder of de bestuurder of de vereffenaar:
Overtreding van de publicatieplicht is een economisch delict, waarop de volgende sancties staan:
Burgerrechtelijke sancties:
Strafrechtelijke sancties: forse geldboete; en/of gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden hechtenis; mogelijke hoofdelijke aansprakelijkheid en strafbaarheid van bestuurders; eventuele bijkomende straffen en maatregelen. © 2011 All rights reserved
Strafrechtelijke sancties: geldboete van € 275 tot € 55.000 (= van € 50 tot € 10.000, te vermenigvuldigen met 5,5); en/of gevangenisstraf van één maand tot een jaar; mogelijke hoofdelijke aansprakelijkheid van bestuurders.
kpmg
BELGIË
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
7
BELGIË
NEDERLAND
de door derden geleden schade wordt geacht voort te vloeien uit het niet neerleggen van de jaarrekening binnen de wettelijk gestelde termijn.
Gerechtelijke sancties: op vraag van iedere belanghebbende of van het Openbaar Ministerie, en behoudens regularisatie in de loop van het geding, kan de rechtbank de ontbinding uitspreken van een vennootschap die haar jaarrekening niet heeft neergelegd gedurende drie opeenvolgende jaren. Tarieftoeslag aan de Balanscentrale ingeval van laattijdige neerlegging:
© 2011 All rights reserved
€ 400,00 (€ 120,00 voor kleine en middelgrote vennootschappen) wanneer de jaarrekening wordt neergelegd tijdens de negende maand na de afsluiting van het boekjaar € 600,00 (€ 180,00 voor kleine en middelgrote vennootschappen) wanneer de jaarrekening wordt neergelegd vanaf de tiende tot en met de twaalfde maand na de afsluiting van het boekjaar. € 1.200,00 (€ 360,00 voor kleine en middelgrote vennootschappen) wanneer de jaarrekening wordt neergelegd vanaf de dertiende maand na de afsluiting van het boekjaar.
kpmg
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
8
BELGIË
NEDERLAND
Algemeen: Register-Accountant wordt in België Commissaris genoemd. Een Commissaris dient lid te zijn van het Instituut der Bedrijfsrevisoren.
Wettelijke controles mogen uitsluitend worden uitgevoerd door externe accountants van accountantsorganisaties die een vergunning hebben van de Autoriteit Financiële Markten.
Er is een verplichte controle t.b.v. vennoten door één of meerdere commissarissen voor alle NV’s, Comm.VA, BVBA’s en CV’s voor zover aan te merken als grote onderneming en de genoteerde kleine vennootschappen.
Taak van de commissaris (Art. 138 W. Venn.):
Van de controleplicht zijn vrijgesteld ondernemingen die geen rechtspersonen zijn (eenmanszaken, VOF’s en CV’s, met uitzondering van CV’s en VOF’s waarvan alle vennoten die volledig jegens schuldeisers aansprakelijk zijn voor de schulden kapitaalvennootschappen naar buitenlands recht zijn), kleine rechtspersonen en groepsmaatschappijen die voldoen aan bepaalde voorwaarden (verklaring van aansprakelijkstelling door de moedermaatschappij). Voor de definitie van kleine rechtspersonen gelden de reeds eerder genoemde omvangcriteria.
De commissaris(sen) die ter gelegenheid van hun controlewerkzaamheden gewichtige en overeenstemmende feiten vaststellen die de continuïteit van de onderneming in het gedrang kunnen brengen, moeten het bestuursorgaan hiervan schriftelijk op de hoogte brengen. Het bestuursorgaan moet dan beraadslagen over de te nemen maatregelen (ook indien geen commissaris benoemd werd). Indien de commissarissen binnen de maand niet worden ingelicht door het bestuursorgaan over de genomen of voorgenomen maatregelen of indien zij oordelen dat de maatregelen de continuïteit in de bedrijfsuitoefening niet kunnen vrijwaren gedurende een redelijke termijn, kunnen zij hun vaststellingen meedelen aan de
© 2011 All rights reserved
kpmg
Accountantscontrole / bedrijfsrevisor
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
9
BELGIË
NEDERLAND
voorzitter van de rechtbank van koophandel.
© 2011 All rights reserved
Definitie grote onderneming is idem als bij "omvang jaarrekening" echter de criteria worden niet berekend op geconsolideerde basis, maar op basis van de individuele jaarrekening, tenzij voor: vennootschappen die deel uitmaken van een groep die gehouden is een geconsolideerde jaarrekening op te stellen en te publiceren; - portefeuillemaatschappijen; - vennootschappen waarvan de effecten zijn opgenomen in een officiële notering van een effectenbeurs.
kpmg
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
10
BELGIË
Duur mandaat van een commissaris: de commissaris wordt benoemd door de algemene vergadering voor een vaste duur van drie jaar. Zijn jaarlijkse vergoeding (voor 3 jaar) is vastgesteld vóór het starten van zijn opdracht. De commissaris kan terug worden herbenoemd.
NEDERLAND
De accountant wordt voor onbepaalde tijd benoemd. In eerste instantie is de algemene vergadering van leden of aandeelhouders bevoegd tot het benoemen van een accountant. Gaat deze vergadering daartoe niet over, dan is de Raad van Commissarissen bevoegd en, zo deze raad ontbreekt of in gebreke blijft, komt de bevoegdheid toe aan het bestuur.
De wetgeving heeft voorzien dat bij bepaalde verrichtingen van de onderneming de accountant een verklaring dient te verstrekken.
De wetgeving heeft voorzien dat bij bepaalde verrichtingen van de onderneming de commissaris een verslag dient op te stellen.
© 2011 All rights reserved
kpmg
Overige wettelijke opdrachten
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
11
BELGIË
Specifieke opdrachten voortvloeiende uit het Wetboek van Vennootschappen: inbreng in natura; quasi-inbreng; uitgifte aandelen beneden fractiewaarde; wijziging maatschappelijk doel; interimdividend; omzetting naar een andere vennootschapsvorm; belangenconflict in de raad van bestuur fusie of splitsing van vennootschappen; vereffening; beperking of opheffing van het voorkeurrecht; kapitaalverhoging door openbare inschrijving, ten gevolge van een conversie van obligaties, of ten gevolge van de uitoefening van warrants.
NEDERLAND
Specifieke opdrachten voortvloeiende uit de wetgeving zijn o.a.: inbreng in natura; Verslagstaten ten behoeve van toezichthouder (banken, verzekeraars en pensioenfondsen).
Wie moet consolideren: een onderneming die, alleen of samen aan het hoofd van een groep (of groepsdeel) staat, waarbij het hoofd van de groep in het algemeen de onderneming is waarin de leiding van de groep is ondergebracht (de moederonderneming). Een groep
Wie moet consolideren: een onderneming die alleen of gezamenlijk één of meer dochterondernemingen controleert (de moederonderneming); consortia (horizontale groep met centrale leiding), alsook hun dochterondernemingen.
© 2011 All rights reserved
kpmg
Consolidatie
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
12
BELGIË
NEDERLAND
-
-
© 2011 All rights reserved
Voor een personal holding moet worden beoordeeld of deze moet worden gezien als hoofd van een groep en op grond daarvan consolidatieplichtig is.
kpmg
wordt omschreven als een economische eenheid waarin rechtspersonen en vennootschappen organisatorisch verbonden zijn. een rechtspersoon die niet aan het hoofd van een groep staat, maar die in zijn groep een of meer dochtermaatschappijen heeft of andere rechtspersonen waarop hij een overheersende zeggenschap kan uitoefenen of waarover hij de centrale leiding heeft (veelal aangeduid met tussenholding of tussenhoudstermaatschappij). op grond van bovenstaande regels dienen meerderheidsparticipaties van participatiemaatschappijen te worden geconsolideerd. Dit is tenzij ten aanzien van deze participaties vanaf het moment van aankoop een concrete exitstrategie is geformuleerd.
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
13
Vrijstelling van consolidatie: a) indien een onderneming zelf dochteronderneming is, moet zij geen geconsolideerde jaarrekening en jaarverslag opstellen indien: - goedkeuring van de vrijstelling door haar algemene vergadering met 90% van de stemmen (NV en Comm.VA) en 80% van de stemmen voor de overige vennootschappen (vrijstelling is geldig voor 2 jaar en hernieuwbaar); - in de toelichting van de individuele jaarrekening duidelijk vermelden: gebruik en motivering van de vrijstelling, identificatie van de moedermaatschappij en datum van neerlegging indien haar moederonderneming de geconsolideerde jaarrekening in dezelfde taal neerlegt; - de moederonderneming de geconsolideerde jaarrekening in een andere taal openbaar maakt, dan nogmaals openbaarmaking van de vertaalde versie door de bestuurders van de vrijgestelde onderneming bij de Nationale Bank in België.
Vrijstelling van consolidatie: a) Vrijstelling van tussenconsolidatie: een tussenholding behoeft geen geconsolideerde jaarrekening op te stellen indien aan de volgende voorwaarden is voldaan: er is binnen 6 maanden na aanvang van het boekjaar geen schriftelijk bezwaar gemaakt door ten minste 10% van de leden of de houders van ten minste 10% van het geplaatste kapitaal; de financiële gegevens die de rechtspersoon zou moeten consolideren zijn opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van een groter geheel; de geconsolideerde jaarrekening en het jaarverslag van e het groter geheel zijn opgesteld conform de 7 EGrichtlijn; de geconsolideerde jaarrekening van de moedermaatschappij met accountantsverklaring en jaarverslag zijn opgesteld in het Nederlands, Frans, Duits of Engels; binnen 6 maanden na balansdatum of binnen één maand na een geoorloofde latere openbaarmaking is de geconsolideerde jaarrekening van de moedermaatschappij neergelegd bij het Handelsregister; in de toelichting wordt vermeld dat gebruik gemaakt is van de vrijstelling.
© 2011 All rights reserved
NEDERLAND
kpmg
BELGIË
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
14
b) Overige vrijstellingen: In de consolidatie te betrekken maatschappijen die tezamen van te verwaarlozen betekenis zijn voor het geheel. Dit wordt afgemeten aan de invloed op solvabiliteit en liquiditeit; In de consolidatie te betrekken maatschappijen waarvan de nodige gegevens slechts tegen onevenredige kosten of met grote vertraging te verkrijgen of te ramen zijn; In de consolidatie te betrekken maatschappijen waarin het belang slechts wordt gehouden om het te vervreemden.
c) Groepen die voldoen aan ten minste twee van de drie criteria voor kleine rechtspersonen behoeven geen geconsolideerde jaarrekening op te stellen, tenzij sprake is van ter beurze genoteerde effecten en/of een kredietinstelling. d) Joint ventures behoeven niet te worden geconsolideerd.
© 2011 All rights reserved
b) Vrijstelling van consolidatie naar omvang van de onderneming, indien niet meer dan één van de volgende criteria wordt overschreden (cijfers van de laatst opgemaakte jaarrekening op geconsolideerde basis): - jaaromzet excl. BTW: € 29,2 miljoen - balanstotaal: € 14,6 miljoen - personeel (jaargemiddelde): 250
NEDERLAND
kpmg
BELGIË
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
15
BELGIË
© 2011 All rights reserved
Vrijstelling van consolidatie geldt niet in de volgende gevallen: - voor portefeuillemaatschappijen; - één van de te consolideren ondernemingen is op de beurs genoteerd; - de geconsolideerde jaarrekening moet aan de ondernemingsraad worden verstrekt. Indien de geconsolideerde jaarrekening enkel op verzoek van de ondernemingsraad wordt opgesteld, vervalt wel de publicatieplicht. Indien echter de ondernemingsraad meent dat ze door het invoegen van de topconsolidatie een voldoende inzicht krijgt in de situering van de onderneming in het groter financieel economisch geheel, dan kan ze beslissen dat een subconsolidatie voor haar behoeften onnodig is; - bij verzoek van de overheid of een rechter voor eigen kennisneming.
kpmg
NEDERLAND
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
16
BELGIË
NEDERLAND
Boekhouding Verplicht voeren van een boekhouding: elke onderneming voert een voor de aard en omvang van haar bedrijf passende boekhouding en neemt de bijzondere wetsvoorschriften betreffende dat bedrijf in acht.
Idem
Boekhouding moet volledig zijn: de boekhouding van rechtspersonen omvat al hun verrichtingen, bezittingen, vorderingen, schulden en verplichtingen van welke aard ook.
Uit de boekhouding moeten te allen tijde de rechten en verplichtingen van de rechtspersoon worden gekend.
Dubbel boekhouden: de boekhouding wordt door middel van boeken en rekeningen gevoerd met inachtneming van gebruikelijke regels van dubbel boekhouden. De verplichting tot dubbel boekhouden geldt niet voor natuurlijke personen die koopman zijn, V.O.F. en Comm.V. in bepaalde gevallen.
Boekingsdocument: elke boeking geschiedt aan de hand van een gedagtekend verantwoordingsstuk, waarnaar zij moet verwijzen.
Bewaring: 7 jaar
Bewaarplicht: 7 jaar © 2011 All rights reserved
kpmg
Algemene boekhoudkundige bepalingen
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
17
BELGIË -
NEDERLAND
3 jaar voor stukken die niet strekken tot bewijs jegens derden
Munteenheid: de boekhouding dient te luiden in Euro. Naast de neerlegging in € kan, bij wijze van aanvulling, de jaarrekening ook neergelegd worden in een munt van een lidstaat van de OESO. De omrekeningkoers (koers op balansdatum) wordt in de toelichting vermeld. In zeer uitzonderlijke gevallen en mits naleving van een bijzondere procedure kan een boekhouding gevoerd en de jaarrekening opgemaakt worden in een andere munt dan de €.
Munteenheid: er zijn geen wettelijke voorschriften met betrekking tot de te hanteren valuta in de boekhouding. De posten van de jaarrekening worden uitgedrukt in Euro’s. Het gebruik van een andere valuta is toegestaan indien dat door de werkzaamheid van de rechtspersoon of de internationale vertakkingen van de groep wordt gerechtvaardigd.
Er zijn geen verplichtingen ten aanzien van de inrichting van het grootboekrekeningschema.
Verplicht gebruik van de minimumindeling algemeen rekeningstelsel (MAR): de ondernemingen dienen het MAR als basis te gebruiken voor het opstellen van hun rekeningschema. De omschrijving van de rekeningen mag worden aangepast aan de aard van de onderneming, het rekeningnummer niet. Rekeningen die voor de onderneming niet dienstig zijn, moeten niet in het rekeningstelsel worden opgenomen.
Hoofdlijnen van het MAR: 1 t.e.m.5 betreffen balansrekeningen, 6 en 7 bevatten de resultatenrekeningen: 1 rekeningen: eigen vermogen, voorzieningen voor risico’s en kosten en schulden op lange termijn © 2011 All rights reserved
kpmg
Rekeningschema
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
18
BELGIË -
NEDERLAND
2 rekeningen: oprichtingskosten, vaste activa en vorderingen op lange termijn 3 rekeningen: voorraden en bestellingen in uitvoering 4 rekeningen: vorderingen en schulden op korte termijn 5 rekeningen: geldbeleggingen en liquide middelen 6 rekeningen: kosten 7 rekeningen: opbrengsten 8 en 9 rekeningen: vrij voor analytische boekhouding 0 rekeningen: niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen
Waarderingsregels De waarderingsregels worden door de leiding van de onderneming binnen de voorschriften van Titel 9 boek 2 BW bepaald en vastgelegd in de jaarrekening. Bepaalde regels voor het toepassen van actuele waarde als waardering zijn vastgelegd in Besluit Actuele Waarde. Daarnaast hebben de richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) groot gezag. Voor kleine rechtspersonen heeft de RJ, naast de wettelijke vrijstellingen van de inrichtings- en publicatievoorschriften, ook vrijstellingen van bepaalde Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving vastgesteld. De (resterende) Richtlijnen die op de jaarverslaggeving van kleine rechtspersonen van toepassing zijn, zijn door de RJ in een afzonderlijke editie opgenomen (RJk editie). © 2011 All rights reserved
Waarderingsregels dienen door het bevoegd bestuursorgaan van de onderneming te worden bepaald en genotuleerd en vastgelegd in het inventarisboek. Ze zijn tevens als samenvatting onderdeel van de toelichting bij de jaarrekening.
kpmg
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
19
BELGIË
NEDERLAND De vrijstellingen voor kleine rechtspersonen hebben voornamelijk betrekking op de presentatie en toelichting en in mindere mate op verwerking en waardering en resultaatbepaling. De vrijstellingen zijn niet verplicht. Voor kleine rechtspersonen bestaat de mogelijkheid (voor boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2007) om fiscale grondslagen toe te passen. De bovengenoemde RJk-bundel is dan niet van toepassing. Met ingang van verslagjaren die aanvangen op of na 1 januari 2005 is het mogelijk om IFRS toe te passen in Nederland.
Er wordt uitgegaan van het going concern principe. In geval van gerede twijfel aan de continuïteit van het geheel van activiteiten wordt de continuïteitsveronderstelling verlaten. De balans met toelichting wordt opgesteld uitgaande van liquidatie: -
de activa zullen gewaardeerd worden op directe opbrengstwaarde; voorzieningen kunnen veranderen in echte verplichtingen; er kunnen mogelijk nieuwe verplichtingen optreden als gevolg van de discontinuïteit.
© 2011 All rights reserved
Bij de vaststelling en de toepassing van de waarderingsregels wordt ervan uitgegaan dat de onderneming haar bedrijf zal voortzetten (“going concern principe”). Er zijn bijzondere waarderingsregels van toepassing in geval van discontinuïteit: oprichtingskosten moeten volledig worden afgeschreven; voor vaste en vlottende activa moet zo nodig tot aanvullende afschrijvingen of waardeverminderingen worden overgegaan om de boekwaarde terug te brengen tot de vermoedelijke realisatiewaarde; voorzieningen moeten worden gevormd voor kosten die verbonden zijn met de beëindiging van de werkzaamheden, inzonderheid voor de aan het personeel uit te keren vergoedingen.
kpmg
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
20
BELGIË
Het basis waarderingsstelsel is dit van de historische aanschaffingswaarde. Onder aanschaffingswaarde wordt verstaan de aanschaffingsprijs, de vervaardigingprijs of de inbrengwaarde. Waardering tegen vervangingswaarden is niet toegelaten.
Herwaarderingen zijn enkel toegelaten voor bepaalde activa (materiële vaste activa en deelnemingen en aandelen die onder de financiële vaste activa voorkomen) indien aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan (o.a. vaststaand en duurzaam – verantwoording door de rentabiliteit van de onderneming e.d.) De herwaarderingsmeerwaarde wordt integraal toegevoegd aan het eigen vermogen.
NEDERLAND
Als grondslag voor waardering en resultaatbepaling komen voor boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2005 in aanmerking: de aanschaffings- of vervaardigingsprijs en voor een aantal categorieën tevens de actuele waarde of geamortiseerde kostprijs.
Doordat waardering op actuele waarde toegestaan is, kan een herwaarderingsreserve (al dan niet verplicht) voorkomen in de balans.
Herwaarderingen zijn daarenboven in Nederland ook mogelijk op andere categorieën (zie hierboven), dit in afwijking van België. In de toelichting dient uiteengezet te worden of, en zo ja op welke wijze, in samenhang met de herwaardering rekening wordt gehouden met de invloed van belastingen op vermogen en resultaat. De nog niet verschuldigde vennootschapsbelasting over deze hogere waardering wordt bij voorkeur gepresenteerd als een latente belastingverplichting onder de voorzieningen. De wet laat derhalve de mogelijkheid open geen rekening te houden met latente belastingverplichtingen, doch dit heeft niet de voorkeur.
Activa en passiva mogen niet tegen elkaar wegvallen indien deze op grond van de wet in afzonderlijke posten moeten worden opgenomen.
Het compenseren tussen tegoeden en schulden, rechten en verplichtingen en tussen kosten en opbrengsten is verboden, behalve in de gevallen voorzien in het Koninklijk Besluit tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen (KB/W.Venn).
© 2011 All rights reserved
kpmg
Verbod compensatie kosten – opbrengsten
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
21
BELGIË
Uitzonderingen: gecumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen worden afgetrokken van actiefposten waarop ze betrekking hebben; niet-opgevraagde bedragen op deelnemingen en aandelen worden afgetrokken van actiefposten waarop ze betrekking hebben; het niet opgevraagd gedeelte van kapitaal wordt in mindering gebracht van de passiefpost ‘kapitaal’; debet- en creditsaldi van BTW-rekeningen worden gecompenseerd; kortingen worden in mindering van de omzet of aankopen geboekt.
NEDERLAND
Uitzonderingen: gecumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen worden afgetrokken van actiefposten waarop ze betrekking hebben; voor salderen van vorderingen en schulden is vereist dat de bevoegdheid tot verrekenen bestaat (er moet voldaan worden aan voorwaarden van de wet of dit moet contractueel zijn overeengekomen); kortingen worden gesaldeerd onder de netto-omzet opgenomen.
Een onderneming dient uitsluitend een aandeelhoudersregister bij te houden voor de aandelen op naam.
De volgende wettelijke boeken en registers dienen door een onderneming verplicht te worden bijgehouden: register van aandelen op naam; inventarisboek; notulenboek.
© 2011 All rights reserved
kpmg
Verplichte boeken
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
22
Het register van aandelen op naam dient bij de oprichting te worden ingevuld aan de hand van de gegevens van de oprichtingsakte. In dit register worden ondermeer ook de overdrachten, de overgangen en de omzettingen van aandelen op naam in effecten aan toonder, aangetekend. Het register van de aandelen op naam dient te worden gehouden op de zetel van de vennootschap.
Aandeelhoudersregister: dient bij de oprichting te worden ingevuld aan de hand van de gegevens van de oprichtingsakte. Mutaties ten aanzien van de aandelen en het aandelenbezit worden geregistreerd in het register.
Inventarisboek: in het inventarisboek dienen volgende gegevens te worden ingeschreven: de waarderingsregels (in extenso) evenals de latere wijzigingen; de jaarrekening in € moet worden overgeschreven (of kleven maar zodanig dat de onuitwisbaarheid van de opgenomen gegevens wordt gewaarborgd, bijvoorbeeld door parafering), evenals de inventarisstukken waarop zij steunt. Het inventarisboek kan ook elektronisch worden bijgehouden.
Niet van toepassing.
Notulenboek: in het notulenboek dienen alle notulen te worden bijgehouden van de raad van bestuur of van de zaakvoerders en van de algemene vergadering van vennoten. Er zijn geen voorschriften inzake de vorm van het notulenboek.
Niet van toepassing.
© 2011 All rights reserved
NEDERLAND
kpmg
BELGIË
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
23
BELGIË
NEDERLAND
Naast de bepalingen van de wet op de boekhouding en de jaarrekening van ondernemingen, moet ook nog rekening worden gehouden met de specifieke boekhoudkundige voorschriften van de btw-wetgeving.
Idem.
Elke btw-belastingplichtige moet een boekhouding voeren die de juiste toepassing van de btw en de controle toelaat. De btw-wetgeving schrijft o.a. expliciet de lay-out voor van een inkoopjournaal en een verkoopjournaal. Het btw-aangifteformulier moet eenvoudig kunnen worden ingevuld aan de hand van het verkoop- en aankoopdagboek. Belgische boekhoudpakketten houden rekening met deze bijzondere bepalingen van de btw-wetgeving.
In de Algemene Wet inzake de Rijksbelastingen zijn de administratieve verplichtingen opgenomen ten behoeve van de belastingheffing. De wet bevat geen omschrijving van het begrip administratie en stelt evenmin eisen aan de wijze waarop de administratie wordt ingericht en gevoerd. De administratie dient zodanig te zijn ingericht en te worden gevoerd, dat controle daarvan door de fiscus binnen een redelijke termijn mogelijk is.
De factuur dient de wettelijke verplichte vermeldingen te bevatten
Er zijn wel eisen gesteld aan de gegevens op een verkoopfactuur.
© 2011 All rights reserved
kpmg
Btw
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
24
BELGIË
NEDERLAND
Boekingen in rekening-courant
Alle boekingen dienen te gebeuren aan de hand van een gedagtekend verantwoordingsstuk. Het doorbelasten van kosten en opbrengsten vanuit een andere vennootschap (derden of groep) dient steeds te gebeuren met een factuur.
Er zijn geen bepalingen ten aanzien van het boeken in rekeningcourant. Wel zijn er toelichtingseisen ten aanzien van verbonden partijen.
Bewaartermijn: ondernemingen moeten hun boeken bewaren gedurende 7 jaar. Deze termijn geldt zowel civielrechtelijk als fiscaalrechtelijk. Soms is in verband met wettelijke bewijslast 20 jaar (verjaringstermijn) aan te bevelen voor jaarrekeningen, notulen, contracten, e.d.
Bewaartermijn: ondernemingen moeten hun boekhouding en verantwoordingsstukken bewaren gedurende 7 jaar, te rekenen van de eerste januari van het jaar dat op de afsluiting volgt. Stukken die niet strekken tot bewijs jegens derden worden 3 jaar bewaard.
Alle documenten die voorgeschreven zijn door het Wetboek van vennootschappen, zoals notulen van de algemene vergaderingen van aandeelhouders en van de vergaderingen van de raad van bestuur, evenals registers van aandelen op naam, moeten gedurende 5 jaar bewaard worden.
© 2011 All rights reserved
kpmg
Bewaarplaats en –termijn
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
25
Bewaarplaats: boeken, rekeningen en verantwoordingsstukken dienen in België te worden bewaard in principe op de maatschappelijke zetel. Het bijhouden van een boekhouding in het buitenland is toegestaan.
Er is geen verplichting ten aanzien van de bewaarplaats.
© 2011 All rights reserved
NEDERLAND
kpmg
BELGIË
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
26
BELGIË
NEDERLAND
Juridisch Vennootschapsvorm
Het Nederlandse Burgerlijk Wetboek voorziet in de volgende rechtsvormen: - de eenmanszaak; - de vennootschap onder firma (VOF); - de commanditaire vennootschap (CV); - de vereniging; - de coöperatieve en de onderlinge waarborgmaatschappij; - de naamloze vennootschap (NV); - de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (BV); - de stichting.
© 2011 All rights reserved
Het Belgische Wetboek van Vennootschappen (hierna “W.Venn.”) erkent als handelsvennootschappen met rechtspersoonlijkheid (er zijn ook andere vennootschappen waaraan de wet geen rechtspersoonlijkheid toekent, zoals: de maatschap, de stille en de tijdelijke handelsvennootschap): de vennootschap onder firma (V.O.F.); de gewone commanditaire vennootschap (Comm.V); de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (BVBA); de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ‘Starter’ (S-BVBA); de coöperatieve vennootschap die zowel met beperkte aansprakelijkheid (CVBA) als met onbeperkte aansprakelijkheid (CVOA) kan zijn; de naamloze vennootschap (NV); de commanditaire vennootschap op aandelen (Comm.VA); het economisch samenwerkingsverband (ESV); de landbouwvennootschap (LV). de Europese vennootschap (SE) de Europese Coöperatieve vennootschap (SCE)
kpmg
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
27
BELGIË
NEDERLAND
In artikel 46 van het W.Venn. wordt bepaald dat de maatschap een vennootschap is met een burgerlijk of handelsdoel die geen rechtspersoonlijkheid bezit. Hierdoor wordt de maatschap, voordien enkel opgenomen in het Burgerlijk Wetboek, nu eveneens in het W.Venn. opgenomen.
De meeste gebruikte vennootschapsvormen zijn de NV en de BVBA, waarbij de vennoten in principe slechts tot het bedrag van hun inbreng zijn verbonden (beperkte aansprakelijkheid).
De meeste gebruikte vennootschapsvorm is de BV, waarbij de aandeelhouder in principe slechts tot het bedrag van de inbreng zijn verbonden (beperkte aansprakelijkheid).
De NV heeft als voornaamste kenmerk dat de aandelen in principe vrij en overdraagbaar zijn. Naar aanleiding van de Wet van 14 december 2005 houdende afschaffing van de effecten aan toonder is de uitgifte van nieuwe aandelen aan toonder sinds 1 januari 2008 niet meer mogelijk en dienen de bestaande effecten aan toonder uiterlijk op 31 december 2013 te worden omgezet in aandelen op naam of in gedematerialiseerde effecten. Een gedematerialiseerd effect is vertegenwoordigd door een inschrijving op een rekening bij een daartoe erkende instelling op naam van zijn eigenaar of van zijn houder. Aldus poogt men zo de problemen op te lossen die voortvloeien uit de anonimiteit van effecten aan toonder.
Idem.
De BVBA heeft als typische eigenschap het besloten karakter en de beperkte overdraagbaarheid van de aandelen.
© 2011 All rights reserved
Idem voor de BV, echter uitsluitend overdracht middels notaris.
kpmg
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
28
De S-BVBA heeft, naast het besloten karakter en de beperkte overdraagbaarheid van de aandelen, als voornaamste eigenschap dat deze vennootschapsvorm met een kapitaal van één euro kan worden opgericht. De S-BVBA is uitdrukkelijk voorbehouden aan natuurlijke personen en heeft een maximale duurtijd van vijf jaar, waarna het maatschappelijk kapitaal zal moeten worden verhoogd tot ten minste 18.550 EUR. Tenzij daarvan uitdrukkelijk wordt afgeweken, zijn alle bepalingen van het Wetboek van vennootschappen die gelden voor de BVBA van toepassing op de S-BVBA.
Wetsvoorstel ter flexibilisering van het BV-recht ("Flex-BV") behelst, op hoofdlijnen, het volgende: - minimumkapitaal van 18.000 euro wordt afgeschaft; - het mogelijk om in de statuten te voorzien in stemrechtloze en/of winstrechteloze aandelen, of in een flexibele verdeling van stemrecht; - aandeelhouders krijgen meer vrijheid voor de inrichting van de statuten van de vennootschap; - een evenwichtig systeem van crediteurenbescherming (in sommige gevallen verscherping van de aansprakelijkheid van bestuurders/aandeelhouders); - de verplichte blokkering van de overdraagbaarheid van aandelen komt te vervallen; - de mogelijkheden om besluitvorming buiten de algemene vergadering te laten plaatsvinden wordt verruimd.
© 2011 All rights reserved
NEDERLAND
kpmg
BELGIË
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
29
BELGIË
NEDERLAND
Hierna worden enkel de vennootschapsrechtelijke bepalingen met betrekking tot de NV en de BVBA behandeld met desgevallend de aanduiding van de andersluidende bepalingen van toepassing op de S-BVBA.
Oprichtingsvereisten
Voor de oprichting van een NV of een BV zijn onder meer vereist: een verklaring van de Minister van Justitie dat hem van geen bezwaar is gebleken (na invoering van de Flex-BV is dit niet meer vereist voor de BV); een notariële oprichtingsakte, inclusief de statuten; oprichting kan plaatsvinden door één of meer personen, er is geen minimum aantal oprichters vereist; inschrijving in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel; het maatschappelijke en het geplaatste kapitaal moeten tenminste het minimum kapitaal bedragen: bij een NV € 45.000 en bij een BV € 18.000; van het maatschappelijk kapitaal moet ten minste één vijfde deel zijn geplaatst (na invoering van de FlexBV zal de minimum kapitaalseis voor de BV vervallen).
© 2011 All rights reserved
Voor de oprichting van een NV of een BVBA zijn onder meer vereist: een authentieke oprichtingsakte, gepubliceerd bij uittreksel; een minimum aantal vennoten, natuurlijke of rechtspersonen (twee, behalve bij de eenpersoons- BVBA en S-BVBA); rechtspersonen kunnen geen S-BVBA oprichten; een minimum kapitaal: bij de NV € 61.500,00, bij de BVBA € 18.550,00 en bij de S-BVBA gelegen tussen € 1 en € 18.550; een financieel plan (budgetraming over een periode van minstens twee jaar en waaruit voornamelijk moet blijken dat de vennootschap (over) voldoende (start)kapitaal beschikt). De oprichter(s) van een S-BVBA dienen zich verplicht te laten bijstaan door een deskundige.
kpmg
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
30
BELGIË
Geen voorafgaande goedkeuring van overheidswege vereist. In de praktijk neemt de oprichting meestal dan ook slechts een korte termijn in beslag.
NEDERLAND
Middels de verklaring van geen bezwaar van de Minister van Justitie is toestemming van de overheid vereist. De Minister moet deze verklaring van geen bezwaar afgeven, tenzij zich één van de limitatief opgesomde weigeringsgronden voordoet: er bestaat gevaar dat, gelet op de voornemens of de antecedenten van de personen die het beleid van de vennootschap zullen (mede) bepalen, de vennootschap zal worden gebruikt voor ongeoorloofde doeleinden of de werkzaamheden zullen leiden tot benadeling van de schuldeisers; de akte is in strijd met de openbare orde of de wet; het wachtgeld is niet voldaan (dit bedrag moet voldaan worden om de akte te verkrijgen).
Idem, echter: Formulier: opgaaf startende onderneming dient aangevraagd en ingevuld te worden ten behoeve van de fiscus.
Volgende algemene formaliteiten dienen ondermeer te worden verricht bij een oprichting:
Voorafgaandelijk aan de oprichting: het openen van een rekening bij een Belgische financiële instelling (storten van het minimumkapitaal) of inbreng in natura (bijzondere verslagen);
Oprichting: authentieke oprichtingsakte (o.a. bij een NV, een BVBA en © 2011 All rights reserved
kpmg
Opstartformaliteiten
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
31
BELGIË
NEDERLAND
een S-BVBA);
© 2011 All rights reserved
Na de oprichting: inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO); aanvraag van een btw-nummer (indien vereist); afhankelijk van de activiteit en/of de grootte van de onderneming, aanvragen van eventueel wettelijk vereiste erkenning en attesten (bv. vestigingsattest, distributieattest, attest kennis bedrijfsbeheer, aannemer, registratie, …); aanvragen van eventueel wettelijk vereiste vergunningen (bv. i.v.m. ruimtelijke ordening en milieu …).
kpmg
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
32
BELGIË
NEDERLAND
Bestuursorgaan
Algemeen: raad van bestuur bij een NV en de zaakvoerder of een college van zaakvoerders bij een BVBA en een S-BVBA.
Algemeen: Het bestuur wordt meestal directie genoemd en, met name in grotere vennootschappen, raad van bestuur.
Bevoegdheden: De raad van bestuur (bij een NV) of de zaakvoerder(s) (bij een BVBA en een S-BVBA) is bevoegd om alle handelingen te verrichten die nodig of dienstig zijn tot verwezenlijking van het maatschappelijk doel van de vennootschap, behoudens die waarvoor volgens de wet alleen de algemene vergadering van aandeelhouders bevoegd is. De bevoegdheden kunnen worden beperkt in de statuten. Kwalitatieve en kwantitatieve beperkingen kunnen echter niet aan derden worden tegengeworpen, ook niet als ze openbaar werden gemaakt. De statuten kunnen echter aan één of meerdere bestuurders respectievelijk zaakvoerders de bevoegdheid verlenen om alleen of gezamenlijk de vennootschap te vertegenwoordigen (de zogenaamde “één-of meerhandtekeningsclausules”). Zodanige beperking kan wel aan derden worden tegengeworpen, mits publicatie in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad.
Bevoegdheden: De bevoegdheden van het bestuur zijn niet gedetailleerd in de wet vastgelegd. Iedere bestuurder kan de vennootschap vertegenwoordigen. De bevoegdheden kunnen door statutaire bepalingen worden beperkt, maar het is niet toegestaan die bevoegdheden zodanig te beperken dat er geen autonome bestuursbevoegdheid overblijft.
Benoeming en ontslag: Minstens 3 bestuurders (2 in het geval dat er maar twee aandeelhouders zijn) bij een NV (natuurlijke of rechtspersonen). Bij een BVBA minstens 1 zaakvoerder (natuurlijk persoon of
© 2011 All rights reserved
Benoeming en ontslag: De benoeming van de bestuurders geschiedt voor de eerste maal bij de akte van oprichting en later door de algemene vergadering van aandeelhouders (AVA). Bij structuurvennoot-
kpmg
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
33
-
-
schappen benoemt en ontslaat de Raad van Commissarissen de bestuurders. Een bestuurder wordt meestal voor onbepaalde tijd benoemd. Er is doorgaans sprake van een dienstverband.
© 2011 All rights reserved
-
rechtspersoon). Uitsluitend natuurlijk persoon bij een SBVBA. In een NV benoemt de algemene vergadering van aandeelhouders de bestuurders voor een maximale (hernieuwbare) termijn van 6 jaar en kunnen de bestuurders te allen tijde door de algemene vergadering worden ontslagen (te publiceren in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad). In de BVBA en S-BVBA kan de duur van het mandaat van zaakvoerders beperkt of onbeperkt zijn. Wanneer de zaakvoerder van een BVBA of S-BVBA zonder beperking van duur in de statuten benoemd is, geniet hij van een principiële onherroepelijkheid. Tenzij de statuten anders bepalen, kan zijn mandaat niet herroepen worden dan om gewichtige redenen of met eenstemmigheid van al de vennoten, inclusief de zaakvoerdervennoot zelf. Telkens een rechtspersoon wordt aangewezen tot bestuurder, zaakvoerder of lid van het directiecomité, ontstaat de verplichting om een vaste vertegenwoordiger aan te duiden. De vaste vertegenwoordiger kan zowel een vennoot (aandeelhouder of lid) als een zaakvoerder of bestuurder, dan wel een werknemer van de rechtspersoon-bestuurder zijn. Deze koppeling van een natuurlijke persoon aan een rechtspersoon kan tot burgerrechtelijke of strafrechtelijke verantwoordelijkheid aanleiding geven, in dezelfde mate als wanneer de vaste vertegenwoordiger de opdracht in eigen naam en voor eigen rekening zou uitoefenen.
NEDERLAND
kpmg
BELGIË
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
34
Delegatie van bevoegdheden: in een NV kan het dagelijks bestuur worden toevertrouwd aan de dagelijks bestuurder. In een BVBA en S-BVBA kan dit via de aanstelling van een daartoe bijzonder gevolmachtigde
Delegatie van bevoegdheden: bevoegdheden kunnen gedelegeerd worden aan werknemers binnen de vennootschap. Bevoegdheden jegens derden zijn alleen rechtsgeldig wanneer deze vastliggen in het Handelsregister.
© 2011 All rights reserved
NEDERLAND
kpmg
BELGIË
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
35
BELGIË
Overgedragen verliezen (Art. 96,6° W.Venn.): Wanneer uit de balans een overgedragen verlies blijkt, of wanneer uit de resultatenrekening gedurende twee opeenvolgende boekjaren een verlies van het boekjaar blijkt, moeten de bestuurders of zaakvoerders de toepassing van de waarderingsregels in de veronderstelling van continuïteit verantwoorden in het jaarverslag (of in de toelichting van de jaarrekening voor kleine vennootschappen).
Verlies maatschappelijk kapitaal BVBA (niet voor S-BVBA), CVBA, NV (Comm. VA.) (Art. 332-333; 431-432; 633-634 W. Venn.) Het bestuursorgaan dient de algemene vergadering bijeen te roepen binnen een termijn van twee maanden, wanneer zij heeft vastgesteld, of krachtens wettelijke of statutaire bepalingen had moeten vaststellen, dat het netto-actief van de vennootschap is gedaald tot minder dan de helft, respectievelijk één vierde, van het maatschappelijk kapitaal. Op voorstel van het bestuursorgaan, gerechtvaardigd in een daartoe speciaal voorzien bijzonder verslag aan de
Het bestuursorgaan stelt jaarlijks een jaarrekening op.
Niet van toepassing. De accountant heeft wel de plicht om bij gerede twijfel aan de continuïteit na te gaan of het going concern principe verlaten moet worden. Hij zal nagaan wat de invloed daarvan is op waardering van activa en passiva en de strekking van de accountantsverklaring.
© 2011 All rights reserved
De bestuursorganen dienen jaarlijks een jaarrekening en een jaarverslag op te stellen en dit in principe ten laatste één maand voor de datum van de gewone algemene vergadering indien een commissaris werd benoemd en minstens 15 dagen voor de algemene vergadering, indien geen commissaris werd benoemd.
kpmg
NEDERLAND
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
36
BELGIË
NEDERLAND
© 2011 All rights reserved
kpmg
aandeelhouders, dient de algemene vergadering te beslissen de vennootschap al dan niet te ontbinden. Indien wordt geopteerd om de vennootschap voort te zetten, dient de algemene vergadering, op voorstel van het bestuursorgaan, de maatregelen voorzien tot herstel van de financiële situatie van de vennootschap goed te keuren. Indien het netto-actief gedaald is beneden 61.500 EUR voor de NV (Comm.VA) of 6.200 EUR voor de BVBA (niet voor S-BVBA) of CVBA kan iedere belanghebbende de ontbinding van de vennootschap vorderen voor de rechtbank. De rechtbank kan wel aan de vennootschap een termijn toestaan om haar toestand te regulariseren.
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
37
BELGIË
NEDERLAND
Algemene vergadering van aandeelhouders
Bevoegdheden: De AVA heeft alle bevoegdheden, binnen de door de wet en de statuten gestelde grenzen, die niet aan het bestuur of aan anderen zijn toegekend. De bevoegdheden die de AVA niet ontnomen kunnen worden zijn: benoeming, ontslag en schorsing van de bestuurders; benoeming, ontslag en schorsing van tenminste twee derde van het aantal commissarissen; opdracht geven aan een accountant om door het bestuur opgemaakte jaarrekening te onderzoeken; beslissing over de wijziging van de statuten, omzetting en ontbinding van de vennootschap; -
vaststelling van de jaarrekening en goedkeuring van de winstverdeling; vermindering van het kapitaal; verlenen van goedkeuring voor Nachgründung; besluit tot een juridische fusie.
© 2011 All rights reserved
Voorbehouden bevoegdheden: benoeming en ontslag van de bestuurders of zaakvoerders en vaststelling bezoldiging; benoeming en ontslag van de commissaris en vaststelling honorarium; beslissing over de wijziging van de statuten van de vennootschap (o.a. doel van de vennootschap, verhoging of vermindering maatschappelijk kapitaal, e.d.); goedkeuring van de jaarrekening en bestemming van de resultaten; verlenen van kwijting aan bestuurders of zaakvoerders en commissaris of het besluit tot instellen van de actio mandati societatis; besluit tot fusie/splitsing; vervroegde ontbinding of verlenging van de duur van de vennootschap; de regeling van het verloop van de vergadering zelf (inclusief verdaging), met uitzondering van verdaging door de raad van bestuur; voorafgaande goedkeuring van de quasi-inbreng; besluit tot inkoop van eigen aandelen; besluit tot omzetting in een andere rechtsvorm; benoeming vereffenaars en vaststellen bevoegdheden;
kpmg
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
38
BELGIË besluit tot sluiting van de vereffening.
Gewone algemene vergadering van aandeelhouders: ieder jaar moet tenminste één algemene vergadering worden gehouden in de gemeente of plaats aangeduid in de bijeenroeping, op de dag en het uur bij de statuten bepaald (datum niet vrij te kiezen – moet plaatsvinden binnen de 6 maand na het einde van het boekjaar). De raad van bestuur heeft het recht, tijdens de zitting, de vergadering drie weken uit te stellen (enkel voor wat betreft het agendapunt “jaarrekening”)
Sinds de wet van 2 augustus 2002 kunnen de besluiten van de algemene vergadering bij geschrift worden vastgesteld, zonder dat fysieke bijeenkomst van de aandeelhouders vereist is.
Er moet jaarlijks minstens één algemene vergadering worden gehouden en wel binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, ook indien de jaarrekening nog niet gereed is.
© 2011 All rights reserved
kpmg
-
NEDERLAND
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
39
BELGIË
NEDERLAND
Algemeen: De Raad van Commissarissen (RvC) heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken in de vennootschap. De RvC adviseert het bestuur.
Bevoegdheden: De RvC heeft een aantal in de wet genoemde taken: Tenzij bij de statuten anders is bepaald, wordt de BV in alle gevallen waarin zij een tegenstrijdig belang heeft met een of meer bestuurders, vertegenwoordigd door commissarissen. De RvC is bevoegd iedere bestuurder te schorsen. Deze schorsing kan door de AVA worden opgeheven, tenzij de RvC het bestuur benoemt en ontslaat (structuurregime). De jaarrekening moet worden ondertekend door alle bestuurders en commissarissen. De RvC is bevoegd, wanneer de AVA dit nalaat, een accountant opdracht te geven de jaarrekening te onderzoeken.
Niet van toepassing.
Auditcomité (Art. 526bis – 526ter W. Venn.) : Genoteerde vennootschappen en financiële ondernemingen dienen overeenkomstig de wet van 17 december 2008 binnen hun raad van bestuur een auditcomité op te richten. Het auditcomité is samengesteld uit niet-uitvoerende leden van de raad van bestuur. Ten minste één lid van het auditcomité is een onafhankelijk bestuurder, en beschikt over de nodige deskundigheid op het gebied van boekhouding en audit. Onverminderd de wettelijke opdrachten van de raad van bestuur heeft het auditcomité minstens de volgende taken : a. monitoring van het financiële verslaggevingsproces; b. monitoring van de doeltreffendheid van de systemen voor interne controle en risicobeheer van de vennootschap; c. indien er een interne audit bestaat, monitoring van de interne audit en van zijn doeltreffendheid; d. monitoring van de wettelijke controle van de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening, inclusief opvolging van de vragen en aanbevelingen geformuleerd door de commissaris en, in voorkomend geval, door de bedrijfsrevisor die instaat voor de controle van
© 2011 All rights reserved
kpmg
Raad van Commissarissen
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
40
BELGIË
NEDERLAND
Bij de gewone BV worden de commissarissen, voor zover ze niet zijn aangewezen bij de akte van oprichting, benoemd door de AVA. Het aantal commissarissen is vrij, tenzij anders bepaald door de statuten.
Commissarissen hebben nimmer een arbeidsovereenkomst met de vennootschap, zij hebben een overeenkomst tot het verrichten van enkele diensten.
© 2011 All rights reserved
kpmg
de geconsolideerde jaarrekening; e. beoordeling en monitoring van de onafhankelijkheid van de commissaris en, in voorkomend geval, van de bedrijfsrevisor die instaat voor de controle van de geconsolideerde jaarrekening, waarbij met name wordt gelet op de verlening van bijkomende diensten aan de vennootschap. b) Het auditcomité brengt bij de raad van bestuur geregeld verslag uit over de uitoefening van zijn taken, en ten minste wanneer de raad van bestuur de jaarrekening, de geconsolideerde jaarrekening en, in voorkomend geval, de voor publicatie bestemde verkorte financiële overzichten opstelt.
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
41
BELGIË
NEDERLAND
Jaarverslag
Het bestuur dient een jaarverslag op te stellen. Kleine rechtspersonen zijn vrijgesteld van het opmaken van een jaarverslag, tenzij een Ondernemingsraad moet worden ingesteld. Middelgrote rechtspersonen zijn niet verplicht om het jaarverslag op te nemen in de publicatiejaarrekening. In dit geval dient het jaarverslag ten kantore van de rechtspersoon ter inzage te worden gelegd.
© 2011 All rights reserved
De raad van bestuur (bij een NV) en de zaakvoerder(s) (bij een BVBA) van grote vennootschappen dienen een jaarverslag op te stellen, ten laatste één maand voor de algemene vergadering, indien een commissaris werd benoemd en minstens 15 dagen voor de algemene vergadering, indien geen commissaris werd benoemd. Sinds 1 juli 1996 zijn kleine en middelgrote ondernemingen (en dus ook voor wat betreft de S-BVBA) die een verkort schema opmaken niet meer verplicht een jaarverslag op te maken en te publiceren.
kpmg
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
42
In het jaarverslag dienen volgende punten verplicht te worden opgenomen (minimuminhoud): ten minste een getrouw overzicht van de ontwikkeling en de resultaten van het bedrijf en van de positie van de vennootschap, alsmede een beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden waarmee zij geconfronteerd wordt. Dit overzicht bevat een evenwichtige en volledige analyse van de ontwikkeling en de resultaten van het bedrijf en van de positie van de vennootschap die in overeenstemming is met de omvang en de complexiteit van dit bedrijf. In de mate waarin zulks noodzakelijk is voor een goed begrip van de ontwikkeling, de resultaten of de positie van de vennootschap, omvat de analyse zowel financiële als, waar zulks passend wordt geacht, niet-financiële essentiële prestatieindicatoren die betrekking hebben op het specifieke bedrijf van de vennootschap, met inbegrip van informatie betreffende milieu- en personeelsaangelegenheden. In deze analyse omvat het jaarverslag, waar zulks passend wordt geacht, verwijzingen naar en aanvullende uitleg betreffende de bedragen in de jaarrekening; informatie omtrent belangrijke gebeurtenissen na einde boekjaar; inlichtingen omtrent omstandigheden die de ontwikkeling van de vennootschap aanmerkelijk kunnen beïnvloeden, voor zover zij niet van die aard zijn dat zij ernstig nadeel zouden be-
Het jaarverslag dient een getrouw beeld te geven van de toestand per balansdatum, de ontwikkeling gedurende het boekjaar en de resultaten van de rechtspersoon en van de groepsmaatschappijen waarvan de financiële gegevens in de jaarrekening zijn opgenomen. Daarnaast geeft de wet een aantal verdere mededelingen die in elk geval gedaan moeten worden zoals: Financiële informatie: door middel van een analyse moet aandacht worden besteed aan de ontwikkeling gedurende het boekjaar, de behaalde omzet en resultaten, de toestand op balansdatum (solvabiliteit en liquiditeit), de voornaamste risico’s en onzekerheden waarmee de rechtspersoon wordt geconfronteerd en de kasstromen en financieringsbehoeften; de daadwerkelijke ontwikkeling in het verslagjaar van belangrijke aangelegenheden waarover in het voorgaande jaarverslag verwachtingen werden uitgesproken dan wel een belangrijke mate van onzekerheid werd vermeld. de werkzaamheden op het gebied van onderzoek en ontwikkeling; de verwachte gang van zaken in het nieuwe boekjaar (verwachte investeringen, financiering, personeelsbezetting en omstandigheden waarvan de ontwikkeling van de omzet en rentabiliteit afhankelijk is), voor zover “gewichtige” belangen zich hier niet tegen verzetten (de toekomstparagraaf); de wijze waarop bijzondere gebeurtenissen waarmee in de © 2011 All rights reserved
NEDERLAND
kpmg
BELGIË
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
43
-
-
-
-
rokkenen aan de vennootschap; informatie omtrent de werkzaamheden op gebied van onderzoek en ontwikkeling; in voorkomend geval, verslag omtrent de in de loop van het jaar door de raad van bestuur besloten kapitaalverhogingen en uitgifte van converteerbare obligatieleningen of warrants; in voorkomend geval, verslag omtrent de gedurende het boekjaar verworven eigen aandelen; gegevens betreffende het bestaan van bijkantoren van de vennootschap; in geval van belangenconflicten, omschrijving van de aard van de beslissing/verrichting en verantwoording van het genomen besluit; verantwoording van de toepassing van de waarderingsregels van continuïteit, wanneer uit de balans een overgedragen verlies blijkt, of wanneer uit de resultatenrekening gedurende twee opeenvolgende boekjaren een verlies van het boekjaar blijkt. in geval van gebruik door de vennootschap van financiële instrumenten en voor zover zulks van betekenis is voor de beoordeling van haar activa, passiva, financiële positie en resultaat: o de doelstellingen en het beleid van de vennootschap inzake de beheersing van het risico, met inbegrip van haar beleid inzake hedging van alle belangrijke soorten voorgenomen transacties, waarvoor hedge accounting wordt
-
-
jaarrekening geen rekening behoeft te worden gehouden de verwachtingen hebben beïnvloed; ten aanzien van het gebruik van financiële instrumenten en voor zover van betekenis voor de beoordeling van de activa, passiva, financiële toestand en resultaat, worden de doelstellingen en het beleid van de rechtspersoon inzake het risicobeheer vermeld. Daarbij wordt aandacht besteed aan het beleid inzake de afdekking van risico’s verbonden aan alle belangrijke soorten voorgenomen transacties. Voorst wordt aandacht besteed aan de door de rechtspersoon gelopen prijs-, krediet-, liquiditeits-, en kasstroomrisico’s.
Informatie over toepassing van een gedragscode (beursgenoteerde ondernemingen)
© 2011 All rights reserved
-
NEDERLAND
kpmg
BELGIË
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
44
BELGIË
NEDERLAND
toegepast; o het door de vennootschap gelopen prijsrisico, kredietrisico, liquiditeitsrisico en kasstroomrisico
© 2011 All rights reserved
voor de genoteerde vennootschappen en financiële ondernemingen die overeenkomstig de wet van 17 december 2008 een auditcomité dienen op te richten: de verantwoording van de onafhankelijkheid en deskundigheid op het gebied van boekhouding en audit van ten minste één lid van het auditcomité;
kpmg
-
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
45
BELGIË
NEDERLAND
De oprichting van een ondernemingsraad is verplicht wanneer in de regel ten minste 50 werknemers werkzaam zijn.
Verplichte informatie te verstrekken aan de ondernemingsraad: de basisinformatie; de jaarlijkse informatie (de jaarrekening – bijwerking van de basisinformatie – de geconsolideerde jaarrekening); trimestriële informatie (omzetten, kostprijzen, voorraden, e.d.); occasionele informatie (fusies – collectieve afdankingen – wijzigingen personeelsbeleid of personeelsvoorwaarden, e.d.).
De belangrijkste bevoegdheden van de OR zijn: recht op informatie: de ondernemer is verplicht om desgevraagd aan de OR alle inlichtingen en gegevens te verstrekken die deze voor de vervulling van de taak redelijkerwijs nodig heeft, d.w.z. minstens tweemaal per jaar algemeen gegevens omtrent de werkzaamheden en resultaten, mededeling te doen van de verwachtingen daaromtrent, investeringen in binnen- en buitenland, jaarstukken en gegevens over het gevoerde sociale beleid; adviesrecht : de OR heeft een recht van advies inzake bepaalde, in de wet limitatief opgesomde categorieën, besluiten. De ondernemer is verplicht daarover het advies van de OR te vragen op een zodanig tijdstip, dat het nog van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit. De besluiten hebben o.a. betrekking op belangrijke wijzigingen in de organisatie, overdracht van de zeggenschap van de onderneming; medebeslissingsrecht: voor besluiten op sociaal terrein is instemming van de OR vereist (bijvoorbeeld wijziging in werk- en vakantietijden, beloningssysteem); initiatiefrecht: de OR is bevoegd om over alle aangelegenheden © 2011 All rights reserved
De oprichting van een ondernemingsraad is verplicht wanneer er gewoonlijk gemiddeld 100 werknemers tewerkgesteld zijn.
kpmg
Ondernemingsraad
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
46
BELGIË
NEDERLAND betreffende de onderneming voorstellen te doen en de standpunten kenbaar te maken. De ondernemer is niet verplicht de voorstellen over te nemen.
In de hypothese van een NV met een ondernemingsraad oefent de commissaris dus enerzijds de taak van controle en toezicht ten behoeve van de aandeelhouders uit en anderzijds neemt hij de opdracht van voorlichting en certificering ten aanzien van de ondernemingsraad waar.
Er is geen verplichte accountantscontrole op de aan de OR verstrekte informatie.
© 2011 All rights reserved
Controle van informatie verstrekt aan de ondernemingsraad: de commissaris heeft de taak om de informatie die aan de ondernemingsraad wordt verstrekt te certificeren. Opdracht van de commissaris: verslag opstellen over de jaarrekening en het jaarverslag; certificering getrouwheid en volledigheid van economische en financiële inlichtingen; verstrekte informatie aan de leden van de ondernemingsraad verklaren en ontleden.
kpmg
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
47
BELGIË
NEDERLAND
Fiscaal
Eenheid van jaarrekening. Er bestaat geen fiscale jaarrekening onderscheiden van de gepubliceerde boekhoudkundige jaarrekening. Bij het berekenen van de belastbare (fiscale) winst wordt uitgegaan van de boekhoudkundige balans en resultatenrekening, maar het boekhoudkundige resultaat wordt aangepast of gecorrigeerd teneinde rekening te houden met de bepalingen van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen (WIB).
De bedrijfseconomische waardering in de jaarrekening kan afwijken van de fiscale waardering in de aangifte. De belastingbate of -last in de jaarrekening wordt berekend in overeenstemming met de belastingvoorschriften.
Verschillen tussen de boekhoudkundige winst en de fiscale winst kunnen het gevolg zijn van: belastbare voorzieningen; afschrijvingsexcedenten; onderschattingen van actief en overschattingen van passief ten gevolge van afwijkende fiscale waarderingsregels; verworpen uitgaven; vrij te stellen buitenlandse winst; deelnemingsvrijstelling (DBI); aftrek voor risicokapitaal; fiscale verliescompensatie; diverse fiscale aftrekken en vrijstellingen;
Verschillen tussen bedrijfseconomisch resultaat en fiscaal resultaat kunnen permanent of tijdelijk zijn: Permanente verschillen ontstaan door fiscaal vrijgestelde baten, fiscaal niet of beperkt aftrekbare kosten en door fiscale faciliteiten, zoals de investeringsaftrek. Deze verschillen leiden tot een belastingdruk op het resultaat die niet overeenstemt met het nominale belastingpercentage over de bedrijfseconomische winst.
Tijdelijke verschillen ontstaan wanneer de periode waarin be-
kpmg
-
© 2011 All rights reserved
Fiscale jaarrekening
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
48
Tijdelijke verschillen (bijvoorbeeld afwijkende afschrijvingspercentages / afschrijvingsexcedenten, belaste waardeverminderingen en provisies) worden enkel uitgedrukt in de fiscale aangifte.
Gebuikelijke fiscale afschrijvingsafschrijvingspercentages zijn de volgende: Nijverheidsgebouwen, garages: 5% Handels- en kantoorgebouwen: 3% Rollend materieel: 20% Klein materieel: 33%
lastbare resultaten tot het fiscale resultaat worden gerekend, niet gelijk is aan de periode waarin zij tot het bedrijfseconomische resultaat worden gerekend (bijvoorbeeld hanteren van afwijkende afschrijvingspercentages, activa bedrijfseconomisch waarderen op actuele waarde en fiscaal op kostprijs). Tijdelijke verschillen komen tot uitdrukking in een latente belastingschuld, die in de bedrijfseconomische jaarrekening onder voorzieningen opgenomen wordt. Deze latentie wordt berekend over het verschil tussen bedrijfseconomische en fiscale waardering, vermenigvuldigd met het geldende dan wel contant gemaakte belastingtarief. o gebouwen kunnen worden afgeschreven tot de bodemwaarde. De bodemwaarde is de WOZ-waarde van het gebouw als het beleggingsvastgoed betreft, en de helft van de WOZ-waarde als het een gebouw in eigen gebruik betreft; o de afschrijving over goodwill wordt op maximaal 10% van de aanschafwaarde of voortbrengingskosten gesteld; o er geldt een afschrijvingspercentage van maximaal 20% van de aanschaffingswaarde of voortbrengingskosten voor alle bedrijfsmiddelen, en o bij de waardering van onderhanden werk dient er voortschrijdend winst genomen te worden middels de 'percentage of completion'-methode. o Voor investeringen die vóór 1 januari 2007 zijn gedaan, en deels onder de oude regeling zijn afgeschreven, is een © 2011 All rights reserved
-
NEDERLAND
kpmg
BELGIË
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
49
BELGIË
NEDERLAND overgangsregeling getroffen. Op de hoofdregel dat jaarlijks niet sneller kan worden afgeschreven dan de wettelijke percentages, geldt één belangrijke uitzondering. Als de bedrijfswaarde van een materieel activum lager is dan de boekwaarde, kan het activum op de lagere bedrijfswaarde (waarde going concern) worden gewaardeerd door middel van een impairment. Deze afwaardering is fiscaal aftrekbaar, en zal jaarlijks opnieuw beoordeeld moeten worden.
© 2011 All rights reserved
Waardeverminderingen op schuldvorderingen en voorzieningen voor risico’s en kosten: deze zijn slechts fiscaal vrijstelbaar indien zij betrekking hebben op scherp omschreven verliezen of kosten die volgens de aan de gang zijnde gebeurtenissen waarschijnlijk zijn. Een louter algemene waardevermindering of voorziening is steeds belastbaar.
kpmg
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
50
BELGIË
NEDERLAND
Belastingtarieven
Natuurlijke personen zijn onderworpen aan de personenbelasting. Vennootschappen (o.m. NV’s en BVBA’s) zijn onderworpen aan de vennootschapsbelasting.
Van natuurlijke personen wordt inkomstenbelasting geheven. BV’s, NV’s en andere rechtspersonen zijn onderworpen aan de vennootschapsbelasting.
Op het loon wordt bedrijfsvoorheffing ingehouden, dit is een voorheffing op de personenbelasting. De op interesten en dividenden ingehouden roerende voorheffing is voor natuurlijke personen in principe de eindheffing (zie verder).
Op het loon wordt loonheffing ingehouden, dit is een voorheffing op de inkomstenbelasting. Ook ingehouden dividendbelasting is een voorheffing.
Natuurlijke personen zijn in principe verplicht een aangifte in te dienen.
Gehuwden dienen in principe een gezamenlijke aangifte in te dienen.
De uiterste indieningsdatum voor het indienen van de aangifte is in principe 30 juni van het jaar volgend op het inkomstenjaar. In de praktijk wordt een langere indieningstermijn voorzien voor aangiftes die door accountants elektronisch worden ingediend.
© 2011 All rights reserved
De uiterste datum voor indiening van de aangifte inkomstenbelasting is 1 april van het jaar volgend op het inkomstenjaar. Voor vennootschapsbelasting is dat 1 juni van het jaar volgend op het inkomstenjaar. Uitstel van indiening kan worden verzocht bij de belastingdienst.
kpmg
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
51
BELGIË In principe worden alle inkomsten herleid tot één belastbaar inkomen en hierover wordt de verschuldigde personenbelasting berekend. Bepaalde inkomsten zijn evenwel onderworpen aan een afzonderlijke taxatie:
-
-
De Wet IB 2001 kent drie belastbare inkomens (boxenstelsel), die elk een eigen heffingsregime hebben. In het boxenstelsel wordt per box het belastbare inkomen bepaald volgens de regels voor het genieten van inkomen die voor die box gelden. In het boxenstelsel kunnen de navolgende boxen worden onderscheiden: Box 1 – belastbaar inkomen uit werk en woning; Box 2 – belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang; Box 3 – belastbaar inkomen uit sparen en beleggen. Aan de hand van deze drie inkomens wordt de verschuldigde belasting berekend. De totaal over box 1, 2 en 3 berekende belasting wordt verminderd met heffingskortingen. Er is zeer beperkte verliesverrekening mogelijk tussen de verschillende boxen (gesloten boxensysteem).
De belastbare inkomsten van natuurlijke personen zijn in de personenbelasting onderworpen aan een progressief tarief (max. 50% voor inkomstenjaar 2011). Vooraleer de belasting berekend wordt, worden eerst op het inkomen één of meerdere belastingvrije sommen in mindering gebracht. © 2011 All rights reserved
voor roerende inkomsten is de ingehouden roerende voorheffing in principe de eindheffing; diverse inkomsten (o.a. meerwaarden op aandelen of bepaalde meerwaarden op aandelen in Belgische vennootschappen verwezenlijkt buiten het normaal beheer van het privévermogen) zijn onderworpen aan afzonderlijke tarieven van 33% en 16,5%; onroerende inkomsten zijn bovendien onderworpen aan een afzonderlijke onroerendgoedbelasting (onroerende voorheffing).
kpmg
NEDERLAND
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
52
BELGIË
NEDERLAND
Wettelijk samenwonenden worden wat de inkomstenbelastingen betreft gelijkgeschakeld met gehuwden.
Er geldt een volledige decumul van inkomsten voor gehuwden en wettelijk samenwonenden. De belastbare inkomsten van elke echtgenoot/wettelijk samenwonende partner worden afzonderlijk vastgesteld.
De tarieven zijn vanaf 1/1/2011 als volgt:
© 2011 All rights reserved
Box 1 (belastingplichtige op 1/1/2011 jonger dan 65 jaar): belastbaar inkomen van € 0 tot € 18.628: 1,85% belasting plus
kpmg
Voor de inkomsten 2011 (aanslagjaar 2012) zijn de volgende belastingschijven van toepassing:
Met ingang van 2011 is een nieuw partnerbegrip geïntroduceerd. Samenwonenden die staan ingeschreven op hetzelfde adres zijn automatisch elkaars partner, als zij aan één of meer van de volgende vier voorwaarden voldoen: gezamenlijk een kind, een eigen woning, een pensioenregeling en/of een notarieel samenlevingscontract hebben. Fiscale partners (en gehuwden) mogen zelf beslissen aan wie welke aftrekpost of bijtelling wordt toegerekend met betrekking tot niet-persoonlijke inkomensbestanddelen.
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
53
BELGIË
NEDERLAND
In € %
-8.070 11.480,00 19.130,00 35.060,00 boven 35.060,00
25 30 40 45 50
Gemeentebelasting is eveneens verschuldigd. Voor inwoners van België varieert deze van 0% tot 9%, afhankelijk van de woonplaats. Vanaf inkomstenjaar 2004, is de gemeentebelasting eveneens van toepassing op de in België vrijgestelde inkomsten uit Duitse en Nederlandse bron. Voor niet-inwoners bedraagt de staatsbelasting 7% (inkomstenjaar 2011).
Belastingvrije sommen – Aanslagjaar 2012 -
alleenstaande: echtgenoten: wettelijk samenwonenden:
€ 6.570,00 € 6.570,00 (per echtgenoot) € 6.570,00 (per wettelijk sa-
Voor belastingplichtigen die op 1/1/2011 ouder dan 65 jaar zijn, geldt een aangepast tarief voor de eerste twee inkomensschijven: belastbaar inkomen van € 0 tot € 18.628: 1,85% belasting plus 13,25% premie volksverzekeringen; belastbaar inkomen van € 18.628 tot € 33.436: 10,8% belasting plus 13,25% premie volksverzekeringen; Box 2 De belasting op het belastbare inkomen uit aanmerkelijk belang bedraagt 25%. Box 3 Vast tarief 30% belasting over een forfaitair rendement van 4% over het vermogen per 1 januari.
Heffingskorting Iedere binnenlands belastingplichtige heeft recht op de standaardheffingskorting. De standaardheffingskorting bestaat uit een deel inkomstenbelasting en een deel premies volksverzekeringen (PVV). © 2011 All rights reserved
0 8.07011.480,0019.1330,00-
tot
kpmg
Voor de schijf van
31,15% premie volksverzekeringen; belastbaar inkomen van € 18.628 tot € 33.436: 10,8% belasting plus 31,15% premie volksverzekeringen; belastbaar inkomen van € 33.436 tot € 55.694: 42% belasting; belastbaar inkomen van € 55.694 en hoger: 52% belasting.
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
54
BELGIË
Bovendien wordt de belastingvrije som in specifieke gevallen nog verhoogd met toeslagen.
Per onderdeel van de standaardheffingskorting dient te worden beoordeeld of een belastingplichtige recht heeft op het desbetreffende onderdeel.
Hieronder wordt een tweetal bestanddelen van de standaardheffingskorting weergegeven: Bestanddelen
de algemene heffingskorting de arbeidskorting
tot 57 jaar IB PVV € 111 € 1.876 € 88
€ 1.486
65 jaar of ouder IB PVV € 111 € 799 € 88
€ 994
Voor personen in de leeftijd van 57 tot 65 jaar geldt een verhoogde arbeidskorting. De arbeidskorting wordt afgebouwd met maximaal € 77 (2011) bij jaarinkomens boven € 44.126. Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat voor de inkomsten- en loonbelasting nog een beroep kan worden gedaan op een aantal andere onderdelen van de standaardheffingskorting. © 2011 All rights reserved
menwonende) kinderen ten laste: van € 1.400,00 tot € 4.9700,00 per kind (in functie van het aantal kinderen)
kpmg
-
NEDERLAND
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
55
NEDERLAND
Buitenlands belastingplichtigen uit België, Suriname, Aruba, Curaçao en St. Maarten hebben recht op de standaardheffingskorting op grond van de non-discriminatiebepaling opgenomen in het Verdrag ter voorkoming van dubbele belasting tussen Nederland en deze landen. Ook inwoners van Duitsland komen, onder voorwaarden, hiervoor in aanmerking. Op basis van recente jurisprudentie bestaat voortaan eveneens recht op het belastingdeel van de arbeidskorting indien aan de voorwaarden wordt voldaan. Wanneer buitenlands belastingplichtigen onderworpen zijn aan de Nederlandse sociale verzekeringen dan hebben zij in principe ook recht op het premiedeel van de algemene- en arbeidsheffingskorting. Voorts is het eveneens mogelijk dat in sommige situaties de partner van buitenlandse belastingplichtigen in aanmerking kan komen voor het belasting- en premiedeel van standaardheffingskorting. In bepaalde gevallen kunnen buitenlandse belastingplichtigen gebruik maken van de keuzeregeling om als binnenlands belastingplichtige aangemerkt te worden. Dan hebben zij recht op dezelfde aftrekposten als een inwoner van Nederland.
© 2011 All rights reserved
Op dit moment worden er procedures gevoerd over de vraag of de
kpmg
BELGIË
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
56
BELGIË
NEDERLAND (nadelen van de) keuzeregeling in strijd zijn met het EU-recht. In dit verband hebben buitenlands belastingplichtigen mogelijk zonder gebruikmaking van de keuzeregeling ook recht op aftrek van hypotheekrente.
Normaal tarief voor vennootschappen bedraagt 33,99%. Ten gevolge van de introductie van de aftrek voor risicokapitaal kan het effectieve belastingtarief vanaf aanslagjaar 2007 (boekjaar 2006) substantieel lager uitvallen, in het bijzonder voor vennootschappen met een sterk eigen vermogen.
Ook voor de berekening van de Vennootschapsbelasting geldt er een schijvenstelsel. Voor 2011 gelden de volgende tarieven: Voor een belastbaar bedrag van € 0 tot € 200.000 een tarief van 20% belasting; en Voor een belastbaar bedrag vanaf € 200.000 een tarief van 25% belasting.
Verlaagd tarief voor KMO-vennootschappen (fiscale definitie!) bedraagt tussen de 24,99% en 35,54% afhankelijk van de hoogte van het belastbaar resultaat (progressieve belastingschalen).
Worden fiscaal als KMO-vennootschappen aangemerkt, de vennootschappen met een belastbaar inkomen van max. 322.500 €, © 2011 All rights reserved
kpmg
Naast een schijvenstelsel bestaat er ook nog een aparte box: de innovatiebox), waarbij de opbrengsten van een door de belastingplichtige zelf voortgebracht immaterieel activum tegen effectief 5% zal worden belast (keuze van belastingplichtige).
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
57
BELGIË
NEDERLAND
met uitsluiting van: vennootschappen die een omvangrijk pakket aandelen in portefeuille hebben (als deelneming of als geldbelegging), de zogenaamde financiële vennootschappen; vennootschappen waarvan de aandelen voor minstens 50% in handen zijn van één of meer vennootschappen; vennootschappen die dividenden uitkeren, die meer bedragen dan 13% van het gestorte kapitaal; vennootschappen die deel uitmaken van een groep waartoe een coördinatiecentrum behoort; vennootschappen die ten laste van het resultaat van het belastbare tijdperk niet aan ten minste één van hun bedrijfsleiders een bezoldiging hebben toegekend die gelijk is aan of hoger is dan het belastbaar inkomen van de vennootschap wanneer die bezoldiging respectievelijk minder bedraagt dan € 36.000 voor aanslagjaar 2010 en voor aanslagjaar 2011.
© 2011 All rights reserved
Een bijzondere aanslag van 309% is van toepassing op geheime commissielonen; d.w.z. bij niet tijdige of passende verantwoording (d.m.v. het opstellen van fiches) van lonen, wedde, commissie- en erelonen en op verdoken meerwinsten. Door een recente wetswijziging dienen nu ook fiches te worden voor elke dienst verricht door een niet-inwoner, ongeacht of deze inkomsten in hoofde van de genieter belastbaar zijn in België en ongeacht of hiervoor een factuur werd uitgereikt.
kpmg
-
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
58
© 2011 All rights reserved
NEDERLAND
kpmg
BELGIË
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
59
BELGIË
NEDERLAND
Verworpen uitgaven
Receptie- en relatiekosten zijn slechts voor 50% als beroepskosten aftrekbaar (uitzonderingen).
Vanaf 1 januari 2004 zijn beroepsmatig gedane restaurantkosten (zowel binnen- als buitenlandse restaurantkosten) voor 62,5% aftrekbaar (voorheen 50% aftrekbeperking, enkel voor binnenlandse restaurant kosten). Vanaf aanslagjaar 2005 werd dit percentage opgetrokken tot 69%. In een latere fase zal de aftrek van restaurantkosten mogelijk verder worden opgetrokken tot 75%.
Kledijkosten: kosten voor niet-specifieke beroepskledij zijn niet als beroepskosten aftrekbaar.
Bij het bepalen van de winst uit onderneming voor de inkomstenbelasting worden bepaalde gemengde kosten tot en met een bedrag van € 4.300 niet in aftrek toegelaten. Deze kosten zijn: voedsel, drank en genotmiddelen, representatie, daaronder begrepen recepties, feestelijke bijeenkomsten en vermaak, congressen, seminars, symposia, excursies, studiereizen, de desbetreffende reizen en het desbetreffende verblijf. Indien de belastingplichtige daarvoor kiest, kan in plaats van het bedrag van € 4.300 niet in aftrek te nemen, maximaal 73,5% van de bovengenoemde posten in aftrek worden genomen.
Bij het bepalen van het resultaat voor de vennootschapsbelasting worden deze kosten in aftrek beperkt indien het vennootschapsbelastingplichtig lichaam werknemers in dienst heeft. De hiervoor genoemde posten zijn dan tot een bedrag van € 4.300 of 0,4% van het door de werknemers in het desbetreffende jaar genoten belastbare loon (indien dit bedrag hoger ligt dan € 4.300) niet aftrekbaar. Op verzoek van belastingplichtige kan worden geopteerd om 73,5% van de kosten in aftrek te brengen op het bedrijfsresultaat.
© 2011 All rights reserved
Autokosten: Vanaf 1 april 2007 werd de aftrekbaarheid van de autokosten voor vennootschappen (andere dan de kosten voor brandstof, financiering of mobilofoon), gemoduleerd in functie van de CO2-uitstoot van de wagen (aftrek variërend van 50% tot 120%). Vanaf 1 januari 2010 zijn ook kosten voor brandstof slechts voor 75% aftrekbaar.
kpmg
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
60
De vennootschapsbelasting in de resultatenrekening wordt beschouwd als een verworpen uitgave. Ook de gewestelijke belastingen zijn fiscaal niet aftrekbaar.
Worden niet als beroepskosten aangemerkt: sommige uitgaven ten gunste van belastingplichtigen die gevestigd zijn in een land met een aanzienlijk gunstigere belastingregeling.
Intresten van leningen worden slechts als beroepskosten aangemerkt in zover zij niet hoger zijn dan een bedrag dat overeenstemt met de overeenkomstig de marktrente geldende rentevoet.
Bepaalde intresten van voorschotten zijn ook niet aftrekbaar in de mate dat het totaalbedrag van de rentegevende voorschotten hoger is dan de som van de belaste reserves bij het begin van het belastbare tijdperk en het gestort kapitaal bij het einde van dit tijdperk. Bedoeld zijn de al dan niet door effecten vertegenwoordigde geld-
Een aantal kosten is niet aftrekbaar, bijvoorbeeld kosten ten aanzien van het voeren van een zekere staat, geldboeten, kosten van misdrijven waarvoor de belastingplichtige strafrechtelijk is vervolgd, steekpenningen indien aannemelijk is dat sprake is van een strafbaar feit, wapens en munitie en kosten van vaartuigen die worden gebruikt voor representatieve doeleinden.
Kosten van optierechten op (eigen) aandelen worden sinds 1 januari 2007 voor vennootschappen niet langer in aftrek toegelaten. Voor bepaalde bestaande situaties is voorzien in overgangsrecht.
Sinds 1 januari 2007 is uitdrukkelijk bepaald dat de waarde van de warrant, de waarde van het conversierecht en de waardeontwikkeling daarvan niet meer aftrekbaar zijn. Alleen de daadwerkelijk betaalde rente kan nog in aftrek worden gebracht. Er is niet voorzien in overgangsrecht.
Interest over en waardemutaties van een geldlening die onder zodanige voorwaarden is aangegaan dat deze feitelijk functioneert als eigen vermogen, is niet aftrekbaar. Hierbij kan worden gedacht aan deelnemerschapsleningen, bodemlozeputleningen en schijnleningen.
Uit jurisprudentie blijkt dat er ook een mogelijkheid is van "onzakelijke leningen" (een onafhankelijke derde zou onder de geschetste omstandigheden het debiteurenrisico niet hebben willen lopen) met © 2011 All rights reserved
NEDERLAND
kpmg
BELGIË
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
61
BELGIË
als gevolg dat een eventuele afwaardering van de lening fiscaal niet aftrekbaar is. De Nederlandse fiscale wetgeving kent een aantal aftrekbeperkingen voor interest (inclusief kosten en valutaresultaten) betaald aan verbonden lichamen of verbonden natuurlijke personen. De beperking geldt bijvoorbeeld voor geldleningen die verband houden met: 1. een winstuitdeling of een teruggaaf van gestort kapitaal door de belastingplichtige of door een met hem verbonden lichaam dat aan deze belasting is onderworpen, aan een met hem verbonden lichaam of verbonden natuurlijk persoon; 2. een kapitaalstorting door de belastingplichtige, door een met hem verbonden lichaam dat aan deze belasting is onderworpen of door een met hem verbonden natuurlijk persoon die in Nederland woont, in een met hem verbonden lichaam; 3. de verwerving of uitbreiding van een belang door de belastingplichtige, door een met hem verbonden lichaam dat aan deze belasting is onderworpen of door een met hem verbonden natuurlijk persoon die in Nederland woont, in een lichaam dat na deze verwerving of uitbreiding een met hem verbonden lichaam is. De aftrekbeperkingen kunnen ook van toepassing zijn indien de schuld wordt aangegaan nadat de besmette rechtshandeling heeft plaatsgevonden. © 2011 All rights reserved
kpmg
leningen, verstrekt door een natuurlijke persoon, die aandeelhouder is van de vennootschap of die in de vennootschap een mandaat van bestuurder, zaakvoerder, vereffenaar of een gelijksoortige functie uitoefent.
NEDERLAND
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
62
NEDERLAND Er is echter ook tegenbewijs mogelijk. De rente is alsnog aftrekbaar als: - er sprake is van zakelijke overwegingen voor het aangaan van de geldlening én de rechtshandeling; of - de rente bij de groepscrediteur per saldo wordt belast naar een tarief van tenminste 10% over naar Nederlandse maatstaven bepaalde belastbare winst. De Belastingdienst kan de rente echter alsnog in aftrek beperken ondanks dat deze bij de groepscrediteur per saldo belast wordt naar een tarief van ten minste 10%, indien er geen zakelijke redenen aan de geldlening of rechtshandeling ten grondslag liggen (bewijslast bij de Belastingdienst).
© 2011 All rights reserved
In de sfeer van de tegenbewijsregeling is een nadere invulling gegeven aan het bestaande criterium inzake de compenserende heffing. Hiervoor geldt dat bij het bepalen van de belastingdruk moet worden uitgegaan van de winst berekend naar Nederlandse maatstaven zónder toepassing van de innovatiebox. Hierbij gaat het om de effectieve belastingdruk over de rentebate zelf, en niet om de effectieve belastingdruk over de gehele winst van de crediteur.
kpmg
BELGIË
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
63
BELGIË
NEDERLAND
Thin capitalisation maatregelen Thin capitalisation maatregelen zien op een beperking van aftrek voor de vennootschapsbelasting van verschuldigde rente indien en voor zover deze rente verband houdt met een bovenmatige financiering van een vennootschap met vreemd vermogen. De aftrekbeperking geldt echter alleen indien en voor zover de rente verschuldigd is aan een verbonden lichaam. De maatregel geldt niet voor leningen binnen een fiscale eenheid. In de wet zijn twee toetsen opgenomen aan de hand waarvan kan worden bepaald of bij een belastingplichtige vennootschap sprake is van bovenmatige financiering met vreemd vermogen. De eerste toets heeft betrekking op de schuld-kapitaal verhouding van de belastingplichtige vennootschap zelf die maximaal 3:1 mag bedragen. De rente die betrekking heeft op daarbovenuit gaande leenfinanciering is niet aftrekbaar met als maximum het saldobedrag aan rente verschuldigd aan verbonden lichamen. De tweede toets betreft de schuld-kapitaal verhouding op © 2011 All rights reserved
In België bestaat geen algemene thin capitalisation maatregel.
kpmg
De rente en waardemutaties op een geldlening zonder vaste aflossingsdatum of waarbij de aflossingsdatum meer dan tien jaar later dan het tijdstip van aangaan van de lening ligt, en waarop geen of een in belangrijke mate lagere vergoeding betaald wordt dan hetgeen in het economisch verkeer door onafhankelijke partijen zou zijn overeengekomen, zijn ook in aftrek beperkt.
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
64
BELGIË
NEDERLAND concernniveau. Deze laatste toets is een alternatieve toets welke op verzoek kan worden toegepast. Als de financieringsratio van de belastingplichtige gunstiger is dan die van het concern waartoe deze behoort, vindt er in beginsel geen beperking van de renteaftrek plaats op basis van de thin capitalisation regels. De regels gelden voor in Nederland gevestigde belastingplichtige lichamen alsmede buitenlandse lichamen met een vaste inrichting in Nederland.
Uitgaven voor sociale voordelen (o.a. maaltijdcheques, geschenkcheques, …). Algemene regel: worden niet als beroepskosten aangemerkt, de sociale voordelen die zijn toegekend aan werknemers en die ten name van de verkrijgers zijn vrijgesteld. Er is een beperkende lijst van uitgaven die bij de onderneming wel aftrekbaar zijn en bij de verkrijgers niet belastbaar zijn.
De eerste afschrijvingsannuïteit ten aanzien van tijdens het boekjaar verkregen of tot stand gebrachte vaste activa wordt slechts als beroepskosten aangemerkt in verhouding tot het gedeelte van het © 2011 All rights reserved
kpmg
Een vordering of schuld als gevolg van financial lease en huurkoop kwalificeert ook als relevante vordering of schuld.
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
65
BELGIË
NEDERLAND
boekjaar waarin de vaste activa zijn verkregen of tot stand gebracht (pro rata-regeling vanaf aanslagjaar 2004 – uitzondering voor KMO-vennootschappen – vennootschapsrechtelijke definitie!).
Verder zijn ook niet aftrekbaar: © 2011 All rights reserved
kpmg
Worden vennootschapsrechtelijk als KMO-vennootschappen aangemerkt, de vennootschappen die niet meer dan één der volgende criteria overschrijden: - jaargemiddelde van het personeelsbestand : 50 - jaaromzet, exclusief de BTW: € 7,3 miljoen - balanstotaal : € 3,65 miljoen, tenzij het jaargemiddelde van het personeelsbestand meer dan 100 bedraagt. Tijdens het boekjaar waarin het betreffende actief wordt vervreemd mag evenwel bij voortduur geen (pro rata temporis) afschrijving in aanmerking worden genomen. De bijkomende kosten bij aankoop van vaste activa mogen vanaf aanslagjaar 2004 niet meer onmiddellijk in het resultaat worden opgenomen, maar moeten op dezelfde wijze en volgens hetzelfde ritme als de hoofdsom van de aanschaffings- of beleggingswaarde van de desbetreffende vaste activa worden afgeschreven. Ook hier moet vermeld worden dat KMO-vennootschappen (vennootschapsrechtelijke definitie!) de bijkomende kosten bij voortduur onmiddellijk in resultaat kunnen nemen.
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
66
BELGIË
© 2011 All rights reserved
-
Pensioenbijdragen en premies voor bedrijfsleiderverzekering die de wettelijke 80%-grens overschrijden, evenals individuele pensioentoezeggingen waarvan de werkgeverspremie respectievelijk 2.110 € overschrijdt voor aanslagjaar 2010 en 2011; Toegestane abnormale en goedgunstige voordelen; Liberaliteiten; Waardeverminderingen en minderwaarden op aandelen (beperkte uitzondering bij ontbinding of faillissement van de vennootschap)
kpmg
-
NEDERLAND
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
67
BELGIË
NEDERLAND
Aftrek voor risicokapitaal (notionele interestaftrek)
Groepsrentebox
Het tarief wordt bepaald met inachtneming van het gemiddelde van de maandelijkse rentevoet van de lineaire obligaties op 10 jaar uitgegeven door de Belgische Staat (OLO), voor het voorlaatste jaar dat voorafgaat aan het jaar waarnaar het aanslagjaar wordt genoemd (voor de aanslagjaren , 2010, 2011 en 2012 be-
Innovatiebox
Met ingang van 1 januari 2010 is de fiscale stimulering van technologische innovatie nog verder verbeterd. De vennootschapsbelasting kende al de mogelijkheid van de octrooibox om op winst uit bepaalde technologische immateriële activa – in plaats van het algemene tarief dat loopt tot 25% – een effectief belastingtarief van 5% toe te passen. Deze fiscale faciliteit heet vanaf 1 januari 2010 nu innovatiebox en staat niet slechts open voor inkomsten uit een octrooi/patent, maar voortaan ook onbeperkt met gebruikmaking van een S&O-verklaring. De voordelen van de innovatiebox op een rijtje:
Het effectieve belastingtarief is vanaf 1 januari 2010 slechts 5%.
Vanaf 1 januari 2010 geldt geen bovengrens meer. Het effectieve tariefsvoordeel kan dus worden genoten tot een onbeperkt bedrag. Ook bij een eventuele verkoop van het immateriële activum met een grote winst kan in principe onbeperkt gebruik worden gemaakt van het fiscale voordeel. Wel moet rekening worden gehouden met eventuele ingroei. In plaats van een octrooi/patent volstaat ook reeds een S&O-
© 2011 All rights reserved
De berekeningsgrondslag voor de aftrek wordt gevormd door het eigen vermogen van de vennootschap zoals dit blijkt uit de nietgeconsolideerde jaarrekening. Onder eigen vermogen wordt begrepen de som van het kapitaal, uitgiftepremies, herwaarderingsmeerwaarden, reserves, overgedragen winst/overgedragen verlies (-) en kapitaalsubsidies. Dit eigen vermogen moet dan vervolgens worden verminderd (gecorrigeerd) met o.a. de fiscale nettowaarde van de aandelen en deelnemingen die geboekt worden onder de “financiële vaste activa”.
Er is op dit moment geen nadere wetgeving ingediend op dit punt.
kpmg
De notionele interestaftrek of beter de aftrek voor risicokapitaal is een nieuwe fiscale aftrekpost die wordt berekend als een fictieve interestlast over het eigen vermogen van een vennootschap. Deze aftrek betekent voor de vennootschappen een “kost” op hun eigen vermogen die in mindering komt voor het bepalen van het belastbaar resultaat.
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
68
NEDERLAND
Aftrek voor octrooi-inkomsten
Vanaf aanslagjaar 2008 (inkomsten 2007) kunnen vennootschappen een belastingaftrek toepassen voor inkomsten uit octrooien. De aftrek bedraagt 80% van de inkomsten van octrooien en is zowel van toepassing op octrooien die door de vennootschap in licentie zijn gegeven als op octrooien die door de vennootschap worden gebruikt tijdens de fabricage van producten. De aftrek verlaagt de fiscale druk op de netto-inkomsten tot 6,8% (in plaats van het huidige tarief van 33,99%).
verklaring. Als de vennootschap een S&O-verklaring heeft en daarom minder loonheffing/sociale premies afdraagt, kan voor de voordelen uit het betreffende immateriële S&O-activum vanaf 2010 vrij gekozen worden voor de innovatiebox. Het gaat erom dat het immateriële activum is ontstaan als gevolg van de speur- en ontwikkelingsactiviteiten waarvoor de verklaring is afgegeven. Het activum hoeft in dit geval niet in aanmerking te komen voor een octrooi. Evenmin geldt de eis dat een octrooi is verkregen. Een S&O-verklaring wordt normaliter eerder verkregen dan een octrooi, dus kan ook eerder worden geprofiteerd van het effectieve tariefsvoordeel. Innovatieverliezen zijn aftrekbaar tegen het hoge tarief. De nieuwe wetgeving bevestigt dat een verlies aftrekbaar is tegen het gewone tarief (dus 25% in plaats van effectief 5%). Bij onzekerheid over de economische uitkomsten van de innovatie, is het daardoor gemakkelijker voor de innovatiebox te kiezen. Let op: verliezen in de innovatiebox verhogen wel de drempel die moet worden ingelopen voordat het tariefsvoordeel van toepassing is. Ook software kan onder de innovatiebox vallen. Bij de parlementaire behandeling van de nieuwe wetgeving is bevestigd dat ook sommige software binnen het bereik van de innovatiebox kan vallen. Hetzelfde geldt voor sommige bedrijfsgeheimen. Outsourcing is mogelijk. De situatie bij het uitbesteden van (een deel van) het feitelijke speur- en ontwikkelingwerk is nu duidelijker geworden. In hoofdlij© 2011 All rights reserved
draagt het tarief respectievelijk 4,473%, 3,80% en 3,425%).Voor KMO’s geldt een verhoogde aftrek (+0,5%).
kpmg
BELGIË
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
69
BELGIË
NEDERLAND nen komt het erop neer dat de opdrachtgever zelf over voldoende kennis en ervaring moet beschikken om het project te kunnen aansturen. De mogelijkheden voor outsourcing zijn ruimer bij het werken met een octrooi dan bij het werken met een S&O-verklaring.
Andere fiscale stimuli De Belgische fiscale wetgeving kent de hierna vermelde voordelige regelingen:
De Nederlandse belastingwetgeving kent een aantal fiscaal voordelige regelingen:
Investeringsaftrek: enkel eenmanszaken hebben recht op de basisinvesteringsaftrek, de aftrek bedraagt een percentage over het bedrag dat geïnvesteerd werd in nieuwe immateriële en materiële vaste activa.
Verhoogde investeringsaftrek: investeringen in octrooien, energiebesparende investeringen, investeringen in onderzoek en ontwikkeling van milieuvriendelijke producten en technologieën en investeringen in oplaadstations voor elektrische wagens (13,5%) en sinds aanslagjaar 2006 investeringen in veiligheid (20,5%).
Investeringsaftrek voor investeringen met betrekking tot herbruikbare verpakkingen (3%).
Gespreide investeringsaftrek: eenmanszaken met minder dan 20 werknemers hebben recht op een gespreide investeringsaftrek, die berekend wordt over de afschrijvingen van de investering (10,5%).
© 2011 All rights reserved
kpmg
BV/NV: Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek: ondernemers mogen een investeringsaftrek toepassen van 28% van het investeringsbedrag met een maximum van € 15.211. Bij een investering van meer dan € 100.600 wordt de investeringsaftrek verminderd met 7,56% van hetgeen de € 100.600 te boven gaat; energie-investeringsaftrek en milieu-investeringsaftrek: extra aftrek naast de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek; diverse faciliteiten inzake willekeurige afschrijving: de aanschaffings- of voortbrengingskosten van milieu-bedrijfsmiddelen en andere, bij ministeriële regeling, aangewezen bedrijfsmiddelen kunnen door de belastingplichtige willekeurig worden afgeschreven; diverse faciliteiten inzake vermindering afdracht loonbelasting/ premieheffing (bijvoorbeeld voor speur- en ontwikkelingswerk).
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
70
Verhoogde gespreide investeringsaftrek: investeringen in onderzoek en ontwikkeling van milieuvriendelijke producten en technologieën geven recht op een verhoogde gespreide investeringsaftrek, ongeacht het werknemersaantal (20,5%).
Investeringsreserve: KMO-vennootschappen (fiscale definitie!) kunnen onder bepaalde voorwaarden een vrijgestelde investeringsreserve aanleggen ten belope van 50% van het gereserveerde belastbare resultaat (max. € 37.500). Vanaf aanslagjaar 2007 zijn de KMO-vennootschappen verplicht te kiezen tussen de toepassing van de investeringsreserve dan wel om gebruik te maken van de aftrek voor risicokapitaal. Deze keuze bindt de vennootschap voor het belastbare tijdperk zelf én voor de twee daaropvolgende belastbare tijdperken.
Belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling: De binnenlandse vennootschappen en de Belgische inrichtingen van buitenlandse vennootschappen die investeren in vaste activa (VA) die hen recht geven op de verhoogde investeringsaftrek (IA) voor octrooien en voor onderzoek en ontwikkeling (O&O), kunnen opteren voor een “belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling” in plaats van de investeringsaftrek. Bij gebrek aan (voldoende) vennootschapsbelasting om het belastingkrediet te verrekenen,
Eenmanszaak/VOF: Behalve bovenstaande faciliteiten tevens: Fiscale oudedagreserve voor zelfstandige ondernemers: ondernemers die zich minstens 1.225 uur bezighouden met het drijven van een onderneming mogen, onder bepaalde voorwaarden, jaarlijks een bedrag van 12% van de winst doteren aan een oudedagsvoorziening (tot een maximum van € 11.882 voor 2011); Herinvesteringsreserve: Indien bij vervreemding van een bedrijfsmiddel de opbrengst de boekwaarde van het bedrijfsmiddel overtreft, kan bij het bepalen van de in het kalenderjaar genoten winst het verschil buiten de heffing blijven en gereserveerd worden. Bij een herinvestering in een ander bedrijfsmiddel wordt vervolgens (een deel van) het gereserveerde bedrag in mindering gebracht van de aanschaffings- of voortbrengingskosten van bedrijfsmiddelen die in het jaar van vervreemding of in de daarop volgende drie jaren worden aangeschaft of voortgebracht. Voor het laten bestaan van de reservering dient een
© 2011 All rights reserved
NEDERLAND
kpmg
BELGIË
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
71
BELGIË
NEDERLAND voornemen tot herinvestering van de opbrengst te bestaan. Tevens zijn er enkele regels voor het gebruik van een herinvesteringreserve bij bedrijfsmiddelen die in meer dan 10 jaar worden afgeschreven;
Vrijstelling van regionale premies en subsidies in kader van onderzoek & ontwikkeling (vanaf aanslagjaar 2008): Worden vrijgesteld van vennootschapsbelasting de premies, en de kapitaal- en de interestsubsidies op immateriële en materiële vaste activa die toegekend worden aan vennootschappen in het kader van gewestelijke steun inzake onderzoek & ontwikkeling. Indien deze activa binnen de 3 jaar vervreemd worden zal de vrijstelling worden teruggenomen.
Vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor onderzoekers: Vanaf 1 januari 2009 kunnen alle ondernemingen genieten van een vrijstelling van doorstorting van 75% van de bedrijfsvoorheffing op de bezoldigingen van dokters in de toegepaste wetenschappen, in de exacte wetenschappen of in de (dier)geneeskunde (PhD) en van burgerlijk ingenieurs, die zijn tewerkgesteld in onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma’s. Vervolgens kunnen Young Innovative Companies vanaf 1 januari 2009 genieten van een vrijstelling van storting van 75% van de bedrijfsvoorheffing op de bezoldigingen van door hen tewerkgestelde
-
-
-
Meewerkaftrek: ondernemers die zich minstens 1.225 uur bezighouden met het drijven van een onderneming mogen een percentage van de winst aftrekken wanneer hun partner tenminste 525 uur meewerkt in de onderneming. De meewerkaftrek geldt niet, wanneer de partner een beloning uit de onderneming ontvangt (aan de beloning zijn voorwaarden verbonden); Zelfstandigenaftrek: ondernemers die zich minstens 1.225 uur bezighouden met het drijven van een onderneming mogen, afhankelijk van het resultaat, een bepaald bedrag van de winst aftrekken, waarbij de maximale aftrek € 9.484 bedraagt; Startersaftrek: voor startende ondernemers geldt onder voorwaarden een additionele aftrek van € 2.123; Aftrek speur- en ontwikkelingswerk: onder voorwaarden geldt een aftrek van maximaal € 18.158; en De MKB-winstvrijstelling bedraagt in 2011 12% van de winst.
© 2011 All rights reserved
kpmg
kan het krediet in beperkte mate worden overgedragen naar de vier volgende aanslagjaren. Na vijf opeenvolgende aanslagjaren zonder voldoende verrekening, is het saldo van het belastingkrediet terugbetaalbaar.
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
72
BELGIË
NEDERLAND
onderzoekers, onderzoekstechnici en projectbeheerders inzake onderzoek en ontwikkeling.
KMO-aftrek: KMO’s met maximaal 11 werknemers, alsook vrije beroepers, hebben recht op een vrijstelling voor bijkomend personeel, op voorwaarde dat de bezoldiging van de nieuwe werknemers een bepaald maximum niet overschrijdt.
Keuzestelsel van degressieve afschrijvingen voor bepaalde activa (uitgesloten zijn o.a.: personenwagens, verhuurde activa en immateriële vaste activa) en mogelijkheid van aanvullende of uitzonderlijke afschrijvingen onder welbepaalde omstandigheden.
Met ingang van 2009 is tot in beginsel 2012 een regeling voor willekeurige of vervroegde afschrijving ingesteld om de liquiditeits- en financieringsbehoefte van die bedrijven te verlichten die voor vervangings- of uitbreidingsinvesteringen van onder meer machines en © 2011 All rights reserved
Vrijstelling wetenschappelijk onderzoek: vrijstelling kan bekomen worden voor bijkomend personeel aangeworven, als diensthoofd voor de uitvoer of als diensthoofd van de afdeling Integrale Kwaliteitszorg
kpmg
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
73
BELGIË
NEDERLAND installaties staan. De investeringen dienen te zijn bestemd voor eigen gebruik. Bedrijven kunnen door de maatregel investeringen die in deze jaren plaatsvinden onder voorwaarden in twee jaar afschrijven, maximaal 50% in het jaar van investeren en het restant in het daaropvolgende jaar.
Meewerkinkomen: ondernemers en vrije beroepen mogen een deel van hun beroepsinkomen toekennen aan hun echtgenoot die werkelijk meehelpt in de uitoefening van de beroepswerkzaamheid en die zelf geen beroepsinkomsten heeft van een afzonderlijke beroepswerkzaamheid die een bepaald maximum te boven gaan.
- Met betrekking tot binnenlandse vennootschappen en Belgische inrichtingen van buitenlandse vennootschappen wordt, op verzoek van de belastingplichtige, bepaalde in België belastbare winst uit de zeescheepvaart op forfaitaire wijze vastgesteld op basis van de tonnage van de zeeschepen waarmee die winst wordt behaald. De effectieve forfaitaire vaststelling van de winst gebeurt per schip, per dag en per 100 nettoton, volgens een degressieve schaal (gaande van EUR 1,00 voor de schijf tot 1.000 nettoton en onder bepaalde
Op verzoek van de belastingplichtige wordt de winst uit zeescheepvaart bepaald aan de hand van de tonnage van de schepen waarmee die winst wordt behaald. De effectieve forfaitaire vaststelling van de winst gebeurt per schip, per dag en per 1000 netto ton, volgens een degressieve schaal (gaande van € 9,08 voor de schijf tot 1.000 netto ton tot € 0,50 voor de schijf boven de 50.000 netto ton).
© 2011 All rights reserved
Faciliteiten inzake afschrijving van oprichtingskosten en onrechtstreekse productiekosten.
kpmg
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
74
BELGIË
NEDERLAND
voorwaarden tot EUR 0,05 voor de schijf boven 40.000 nettoton).
Deelnemingsvrijstelling
Hoewel formeel aan deze vereiste is voldaan, worden dividenden van bepaalde vennootschappen toch expliciet uitgesloten van DBIaftrek (o.a. financieringsvennootschappen en vennootschappen met gunstig belaste offshore-winsten).
De deelnemingsvrijstelling (dnvs) geldt voor (binnen- en buitenlandse) deelnemingen waarin voor tenminste 5% in het aandelenkapitaal wordt deelgenomen. Belangen in een open cv of in een vergelijkbare buitenlandse rechtsvorm komen ook in aanmerking voor de dnvs. Dit geldt ook voor een belang in een fonds voor algemene rekening, ongeacht in welk land dit fonds is gevestigd. Belangen in fiscale beleggingsinstellingen blijven uitgesloten van toepassing van de dnvs. De dnvs is ook van toepassing op een schuldvordering die feitelijk functioneert als eigen vermogen bij de debiteur, zelfs in een situatie dat de Nederlandse vennootschap geen, maar een gelieerde vennootschap wel, een belang van nominaal 5% in het aandelenkapitaal bezit. Vanwege de meetrekregeling is van een deelneming in een lichaam mede sprake wanneer de belastingplichtige zelf geen deelneming bezit in dat lichaam maar een aan de belastingplichtige gelieerd lichaam wel een deelneming bezit in dat lichaam. Met ingang van 1 januari 2010 is een versoepeling van kracht ge© 2011 All rights reserved
De deelnemingsvrijstelling (DBI) is mogelijk bij een minderheidsparticipatie van tenminste 10% of met een aanschaffingswaarde van tenminste € 2.500.000 (vanaf aanslagjaar 2010). De uitkerende vennootschap moet aan een belasting gelijkaardig aan de Belgische vennootschapsbelasting of aan een gelijkaardige belasting in het buitenland onderworpen zijn. Bovendien mag het gemeenrechtelijke nominaal of werkelijk tarief niet lager zijn dan 15%. Vennootschappen gevestigd in een lidstaat van de Europese Unie worden geacht hieraan te voldoen. Bij Koninklijk Besluit is een limitatieve lijst van landen gepubliceerd die als belastingparadijs worden aangemerkt en bijgevolg niet voldoen aan de belastbaarheidvoorwaarden.
kpmg
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
75
De inkomsten moeten betrekking hebben op aandelen die gedurende een ononderbroken periode van ten minste 1 jaar in volle eigendom worden of werden behouden. De voorwaarde dat de aandelen de aard van financiële vaste activa hebben is vanaf 1 januari 2011 geschrapt.
worden van de geldende regeling voor laagbelaste beleggingsdeelnemingen in de deelnemingsvrijstelling. De versoepeling beoogt de bezwaren van de oude regeling, met name ten aanzien van de gewenste zekerheid over de toepassing van de deelnemingsvrijstelling voor internationaal opererende concerns en over de administratieve lasten die de regeling met zich bracht, zo veel als mogelijk weg te nemen. Als hoofdregel wordt gesteld dat de deelnemingsvrijstelling niet van toepassing is indien de deelneming als belegging wordt gehouden (oogmerktoets). Dit criterium is gebaseerd op het nietterbeleggingscriterium dat tot 2007 gold. Dit is in beginsel een subjectieve eis, maar kan worden getoetst aan de hand van bepaalde feiten en omstandigheden. Het criterium is ook gebaseerd op het beleid dat in dit verband tot 2007 gold. Dit betekent dat voor de standaard Nederlandse tussenhoudstervennootschap, tussengeschakeld tussen actieve deelnemingen en een actieve buitenlandse moeder, de deelnemingsvrijstelling in de praktijk meestal zonder omslachtige analyses toepasbaar zal zijn. Een passieve groepsfinancieringsdochter wordt in beginsel geacht als belegging te worden gehouden, tenzij een beroep op een van de ‘safe harbors’, onderworpenheidstoets en bezittingentoets, kan worden gedaan. Als niet aan de oogmerktoets wordt voldaan kunnen de bezittingen© 2011 All rights reserved
NEDERLAND
kpmg
BELGIË
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
76
NEDERLAND toets of anders de onderworpenheidstoets wellicht uitkomst bieden. De (herziene) onderworpenheidstoets vereist een onderworpenheid die resulteert in een naar Nederlandse begrippen reële heffing. In beginsel wordt hieraan voldaan indien het betreffende belastingregime vergelijkbaar is met het Nederlandse regime met name voor wat betreft het statutaire tarief en de belastinggrondslag. Indien er sprake is van relevante afwijkingen kan onder omstandigheden alsnog voldaan worden aan de onderworpenheidstoets. Dit is bijvoorbeeld zo indien aannemelijk wordt gemaakt dat de effectieve druk (berekend naar Nederlandse maatstaven) ten minste 10% bedraagt.
© 2011 All rights reserved
De bezittingentoets blijft uitgaan van een toerekeningsbalans, waarbij als startpunt de commerciële consolidatiebalans van de dochter mag worden genomen. De drempel blijft 50% waarbij het moet gaan om minder dan 50% laagbelaste vrije beleggingen wil men aanspraak maken op de deelnemingsvrijstelling op basis van deze toets. Of een vrije belegging laagbelast is, wordt getoetst volgens dezelfde principes als voor de onderworpenheidstoets. Onder de nieuwe regeling zal minder snel sprake zijn van een vrije belegging dan onder de oude regeling. Zo tellen, bijvoorbeeld, beleggingen gehouden door vennootschappen waarvan de vrije beleggingen minder dan 30% bedragen van de activa van de betreffende vennootschap, niet mee als vrije belegging. Vastgoed telt in beginsel ook niet mee als vrije belegging. Groepsvorderingen die voor ten minste 90% met extern vreemd vermogen zijn gefinancierd tel-
kpmg
BELGIË
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
77
BELGIË
NEDERLAND len onder omstandigheden evenmin mee als vrije belegging. Met bovenstaande maatregelen lijken de scherpste kanten van de oude bezittingentoets weggenomen. Indien de dnvs niet van toepassing is, geldt er een jaarlijkse waardering op waarde in het economische verkeer bij een bezit van 25% of meer in een laagbelaste beleggingsdeelneming die voor 90% of meer vrije beleggingen bezit. Het ontvangen/behaalde voordeel wordt in dat geval gebruteerd in de winst begrepen en belast. Vervolgens kan echter deelnemingsverrekening worden toegepast. Op basis hiervan kan in beginsel 5% van het voordeel worden verrekend met de verschuldigde vennootschapsbelasting. In situaties waarbij de EU Moeder-dochterrichtlijn van toepassing is, kan desgewenst de daadwerkelijk op de winstuitkering drukkende winstbelasting worden verrekend. Zowel aankoopkosten als verkoopkosten van deelnemingen vallen onder de dnvs, die daarmee niet langer aftrekbaar zijn. Tenslotte kunnen, op verzoek, valutaresultaten op leningen en andere transacties die met de deelneming verband houden en dienen ter afdekking van het met die deelneming gelopen valutarisico, onder de dnvs vallen.
© 2011 All rights reserved
De financieringslasten (interest) ter verwerving van de deelneming zijn volledig aftrekbaar, ongeacht of het gaat om een deelneming in een Belgische dan wel in een buitenlandse vennootschap.
kpmg
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
78
De deelnemingsvrijstelling bedraagt in principe 95% op de ontvangen dividenden en liquidatiebonussen. De Belgische wetgeving voorziet in een overdracht van niet-benutte deelnemingsvrijstelling met betrekking tot dividenden afkomstig van vennootschappen gevestigd in de Europese Economische Ruimte (EER) en van vennootschappen gevestigd in landen waarmee België een verdrag tot voorkoming van dubbele belasting heeft afgesloten hetwelk een specifieke gelijkbehandelingsclausule van dividenden omvat. Op grond van het arrest Cobelfret heeft het Europees Hof van Justitie bevestigd dat de Belgische deelnemingsvrijstelling in de mate dat zij niet volledig kan worden benut ten gevolge van onvoldoende belastbare inkomsten, in strijd is met de Europese Moederdochterrichtlijn, Meerwaarden op aandelen zijn voor 100% vrijstelbaar wanneer de eventuele dividenden in aanmerking komen voor de deelnemingsvrijstelling. Voor meerwaarden geldt geen minimum deelnemingsvereiste. Enkel minderwaarden bij liquidatie zijn beperkt aftrekbaar (ten hoogste het verlies aan gestort kapitaal).
De dnvs geldt voor alle voor- en nadelen uit hoofde van de deelneming (dividenden en transactieresultaten). Alleen het verlies bij ontbinding van een deelneming is in principe aftrekbaar (liquidatieverlies). Het liquidatieverlies is gelijk aan het opgeofferd bedrag van de deelneming minus de liquidatie-uitkeringen. Onder liquidatieuitkeringen wordt mede verstaan positieve voordelen uit de deelneming verkregen in het jaar van staking, de vijf jaren (soms 10 jaren) vóór de staking van de onderneming van de deelneming. De voorwaarden voor toepassing van de liquidatieverliesregeling zijn meer in lijn gebracht met Europese jurisprudentie. Zo wordt er geen onderscheid meer gemaakt tussen binnenlandse en buitenlandse dochtervennootschappen. Opgemerkt wordt dat er strijdigheid lijkt te zijn met de Marks & Spencer uitspraak van het Europees Hof van Justitie, aangezien niet alle (in het buitenland) onverrekenbare verliezen bij de Nederlandse aandeelhouder in aftrek kunnen worden gebracht. Het liquidatieverlies wordt in aanmerking genomen op het tijdstip waarop de vereffening is voltooid; hierbij zijn enkele beperkingen aangebracht: er is een beperking indien er een recht op tegemoetkoming ten aanzien van de verliezen van de deelneming bestaat; er bestaat geen recht op aftrek van het liquidatieverlies zolang de onderneming niet geheel is gestaakt dan wel wordt voortgezet door een verbonden lichaam; verder zijn er nog enkele anti-misbruikbepalingen. © 2011 All rights reserved
NEDERLAND
kpmg
BELGIË
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
79
NEDERLAND De dnvs kent ook diverse aanverwante regelingen om eerder ten laste van de Nederlandse winst gekomen bedragen (bijvoorbeeld afwaarderingen van vorderingen op deelnemingen, verliezen uit in deelnemingen omgezette vaste inrichtingen) niet zonder meer op een later tijdstip onbelast als deelnemingsvoordeel te kunnen ontvangen.
© 2011 All rights reserved
kpmg
BELGIË
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
80
BELGIË
NEDERLAND
Fiscale eenheid
De leden van de btw-eenheid zijn hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de btw-schulden van de btw-eenheid die ontstaan tijdens hun lidmaatschap.
Aan de verbondenheidsvoorwaarden moet in hoofde van de leden cumulatief worden voldaan. Wordt aan één voorwaarde niet voldaan, dan kan het stelsel niet worden toegepast. Deze regel geldt niet voor de leden die verplicht deel uitmaken van de btw-eenheid. Aan de financiële verbondenheidsvoorwaarde is in ieder geval voldaan wanneer tussen de leden van een groep een "recht-
In Nederland kan een fiscale eenheid worden gevormd, indien ten minste 95% van de aandelen van een dochtermaatschappij in handen van de moedermaatschappij zijn. Andere voorwaarden zijn dat de moedermaatschappij en de dochtermaatschappij hetzelfde boekjaar hebben en aan hetzelfde belastingregime onderworpen zijn. Ook vaste inrichtingen in Nederland van buitenlandse vennootschappen kunnen in een fiscale eenheid worden opgenomen. De vennootschappen worden fiscaal behandeld als ware er slecht één vennootschap. Iedere vennootschap is hoofdelijk aansprakelijk voor de belastingschulden van de fiscale eenheid. De belangrijkste voordelen van een fiscale eenheid zijn: - dat de verliezen van een maatschappij kunnen worden verrekend met de winsten van een andere maatschappij in dezelfde fiscale eenheid; - dat vermogensbestanddelen in beginsel van de ene aan de andere vennootschap binnen fiscale eenheid kunnen worden overgedragen zonder dat er belastingheffing plaatsvindt; - een herinvesteringsreserve die door de ene maatschappij uit de fiscale eenheid is gevormd kan door een andere maatschappij uit diezelfde fiscale eenheid worden aangewend; - financiering binnen de fiscale eenheid in het algemeen niet geraakt wordt door diverse renteaftrekbeperkingen. © 2011 All rights reserved
Vanaf 1 april 2007 kan een groep van Belgische belastingplichtigen die financieel, economisch en organisatorisch nauw met elkaar verbonden zijn, opteren om een btw-eenheid te vormen. Wanneer een belastingplichtige, lid van een btw-eenheid, een rechtstreekse participatie heeft van meer dan 50 % in een andere belastingplichtige, dan wordt aangenomen dat aan de drie cumulatieve deelnemingsvoorwaarden voldaan is. In dat geval moet de dochtervennootschap, in principe, mee worden opgenomen in de btw-eenheid. Dit vermoeden kan echter worden weerlegd, b.v. omdat er geen of slechts een beperkte economische of organisatorische band tussen de ondernemingen bestaat
kpmg
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
81
De organisatorische verbondenheidsvoorwaarde is in ieder geval vervuld wanneer: de leden van een groep in rechte of in feite rechtstreeks of onrechtstreeks onder een gemeenschappelijke leiding staan; of de leden van een groep hun werkzaamheden geheel of gedeeltelijk in gemeenschappelijk overleg organiseren; of de leden van een groep in rechte of in feite rechtstreeks of onrechtstreeks onder de controlebevoegdheid staan van één persoon. De economische verbondenheidsvoorwaarde is in ieder geval vervuld wanneer: de voornaamste werkzaamheid van ieder van de leden van een groep van dezelfde aard is; of de werkzaamheden van de leden van een groep elkaar aanvullen of beïnvloeden, of kaderen in het nastreven van een gezamenlijk economisch doel; of de werkzaamheid van de ene belastingplichtige geheel of ge-
Een verzoek om een fiscale eenheid te vormen moet namens alle betrokken partijen worden gericht aan de Belastinginspecteur, en kan, mits aan de voorwaarden is voldaan, op ieder gewenst moment (met een terugwerkende kracht tot maximaal 3 maanden) ingaan. De fiscale eenheid wordt op verzoek ontbonden, of als aan een van de voorwaarden niet wordt voldaan. Op 7 januari 2011 heeft de Hoge Raad (na eerder arrest van het Europese Hof van Justitie van 25 februari 2010) beslist dat de vorming van een grensoverschrijdende fiscale eenheid tussen een Nederlandse moeder en een buitenlandse dochter (vennootschapsbelasting) niet hoeft te worden toegestaan. Andere, lopende procedures aangaande het fiscale eenheidsregime betreft de vraag of twee Nederlandse zustervennootschappen die worden gehouden door een in een EU-lidstaat gevestigde moedervennootschap, kunnen worden gevoegd in een fiscale eenheid. De lagere rechter in Nederland heeft recentelijk nadelig beslist in een van deze procedures, echter een definitief oordeel dient nog geveld te worden.
© 2011 All rights reserved
streekse of onrechtstreekse controleverhouding bestaat in rechte of in feite". Deze voorwaarde is vervuld "wanneer een belastingplichtige, rechtstreeks of onrechtstreeks, 10 % of meer van de maatschappelijke rechten bezit van een andere vennootschap waarmee hij een btw-eenheid wenst te vormen". Of nog, "wanneer 10 % of meer van de maatschappelijke rechten van de belastingplichtigen die deel wensen te nemen aan de btw-eenheid, rechtstreeks of onrechtstreeks, in dezelfde handen is". Een minimumdeelneming van een lid in het kapitaal van de andere leden van de btw-eenheid, is dus niet vereist.
NEDERLAND
kpmg
BELGIË
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
82
BELGIË
NEDERLAND
deeltelijk wordt uitgeoefend ten behoeve van de anderen.
Het instellen van een btw-eenheid zal de indiening vergen van een gemotiveerd verzoek door een lid dat optreedt als de vertegenwoordiger van de (op te richten) btw-eenheid. Hij moet dit verzoek in naam en voor rekening van de andere leden of van het lid dat achteraf toetreedt indienen bij het controlekantoor waaronder hij © 2011 All rights reserved
De belangrijkste voordelen van een btw-eenheid zijn: de btw is niet verschuldigd op intra-groep leveringen tussen leden van de groep. Intra-groep verrichtingen vallen met andere woorden “buiten het toepassingsgebied” van de btw; de btw-eenheid draagt bij tot bepaalde administratieve vereenvoudigingen, namelijk: de btw-eenheid moet slechts één btw-aangifte indienen voor al haar leden en de intra-groep verrichtingen moeten niet langer gefactureerd worden (maar kunnen via een inter-company rekening-courant afgerekend worden); de btw-eenheid leidt ook tot kasstroomvoordelen aangezien btw-schulden en terugbetalingen van btw van de leden van de btw-eenheid gecompenseerd worden; uiterst belangrijk is dat de btw-eenheid een oplossing biedt voor (gedeeltelijk) vrijgestelde ondernemingen (vb. banken, verzekeringen, ziekenhuizen, enz.) voor de niet-aftrekbare btw op leveringen tussen leden van de groep.
kpmg
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
83
BELGIË
NEDERLAND
ressorteert. Bij dit verzoek wordt o.m. een lijst gevoegd van de leden die tot de eenheid (zullen) behoren. De btw-administratie beschikt over een termijn van één maand na de indiening van het verzoek om aan het lid dat als vertegenwoordiger handelt, een gemotiveerde beslissing ter kennis te brengen waarbij zij de toepassing van het stelsel van de btw-eenheid of de toetreding van een lid weigert. Indien er geen negatieve beslissing volgt, dan wordt de btw-eenheid aangemerkt als één belastingplichtige vanaf de eerste dag van de maand volgend op het verstrijken van de termijn van één maand. Een latere toetreding heeft uitwerking vanaf de eerste dag van de maand volgend op het verstrijken van de termijn van één maand waarbinnen de administratie haar weigering tot toetreding kan bekendmaken. De leden mogen vrij kiezen welk lid als vertegenwoordiger zal optreden. Op die manier kan ermee rekening worden gehouden dat elke groep een eigen administratieve organisatie heeft.
© 2011 All rights reserved
kpmg
Een belastingplichtige moet lid blijven gedurende een termijn die loopt tot 31 december van het derde jaar volgend op de datum van het ontstaan van de btw-eenheid. Andersom moet een lid uittreden, indien hij in de loop van deze periode niet langer voldoet aan de verbondenheidsvoorwaarden. De stopzetting heeft uitwerking vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
84
BELGIË
NEDERLAND
dit verzoek werd ingediend.
Verliescompensatie
Uitzondering:
(1) bij overdracht (verkoop van aandelen) of wijziging van de controle van een vennootschap wanneer die niet aan rechtmatige financiële of economische behoeften beantwoordt, gaan de vorige verliezen definitief verloren. Het doel van de uitzondering is het tegengaan van de handel in verlieslatende bedrijven. (2) Overgedragen fiscale verliezen kunnen niet in mindering worden gebracht van abnormale of goedgunstige voordelen die de vennootschap tijdens het belastbaar tijdperk heeft verkregen (vanaf aanslagjaar 2004 geldt deze beperking eveneens voor verliezen van het belastbaar tijdperk).
De verliesverrekeningstermijnen in de inkomsten- en vennootschapsbelasting zijn beperkt: In box 1 en 3 van de Inkomstenbelasting is de verliescompensatie beperkt tot 3 jaar carry back en 9 jaar carry forward; In box 2 van de Inkomstenbelasting en de Vennootschapsbelasting is de verliescompensatie beperkt tot 1 jaar carry back en 9 jaar carry forward. Er bestaat een overgangsregeling voor voorwaartse verliesverrekening van bestaande verliezen gerealiseerd tot en met 2002; deze zijn tot en met 2011 verrekenbaar.
Voor de crisisjaren 2009(/2010), 2010(/2011)en tevens voor 2011(/2012) is een tijdelijke maatregel ingevoerd die belastingplichtigen in de vennootschapsbelasting de mogelijkheid biedt om bij aangifte te kiezen voor het verlengen van de huidige achterwaartse verliesverrekening (carry-back) van één jaar tot drie jaar. In ruil hiervoor wordt de huidige voorwaartse verliesverrekening (carryforward) ingekort van negen jaar tot zes jaar. Effectief ‘kost’ het kiezen voor de verruimde carry-back dus één jaar verliescompensatie. © 2011 All rights reserved
Algemene regel: vorige fiscale verliezen kunnen onbeperkt worden gecompenseerd met de toekomstige winsten (geen carry-back).
kpmg
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
85
BELGIË
NEDERLAND Met elk van de extra winstjaren kan maximaal € 10.000.000 worden verrekend (in totaal dus maximaal € 40.000.000 extra). Indien niet wordt gekozen voor de verruimde carry-back blijft de carry-forward negen jaar. De keuzemogelijkheid in 2009, 2010 en 2011 doet geen afbreuk aan de voorwaartse verliesverrekeningstermijn van andere jaren.
© 2011 All rights reserved
De antimisbruikmaatregel die zich richt tegen de handel in zogenoemde verliesvennootschappen en winstvennootschappen is enigszins aangescherpt. De vorige maatregel was (behoudens uitzonderingen) in beginsel van toepassing bij een aandeelhouderswisseling van 30% of meer. Op grond van de wettelijke systematiek, zoals bevestigd door de Hoge Raad, had de bepaling alleen effect voor de stand van de verliescompensatie aan het eind van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin een dergelijke belangrijke aandeelhouderswisseling plaatsvond. De antimisbruikbepaling had echter geen effect op resultaten in het jaar waarin de besmette aandeelhouderswisseling plaatsvindt. Dat is per 1 januari 2011 veranderd. Winsten/verliezen behaald in het jaar waarin een belangrijke aandeelhouderswijziging plaatsvindt en die betrekking hebben op de periode tot deze aandeelhouderswisseling, kunnen in beginsel niet worden verrekend met winsten/verliezen uit dat jaar die betrekking hebben op de periode na de aandeelhouderswisseling en winsten uit volgende jaren. Op deze hoofdregel van het verloren gaan van verliesverreke-
kpmg
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
86
BELGIË
NEDERLAND ningsmogelijkheden bestaan een aantal uitzonderingen, ten gevolge waarvan het recht op verliescompensatie toch behouden blijft. Enerzijds hebben deze uitzonderingen betrekking op wijzigingen in het belang. Anderzijds hebben deze uitzonderingen betrekking op de activa, respectievelijk activiteiten, van de vennootschap. Zo blijven bijvoorbeeld wijzigingen in het belang die voortvloeien uit het erfrecht of huwelijksvermogensrecht, dan wel een interne aandeelhouderswisseling (uitbreiding 1/3-belang) buiten aanmerking. Alsmede is er een uitzondering voor beursvennootschappen. Ondanks een wijziging van 30% of meer in het uiteindelijke belang blijft het recht op verliescompensatie toch behouden indien is voldaan aan een non-beleggingstoets, geen inkrimping van activiteiten (tot minder dan 30% van het oudste verliesjaar) heeft plaatsgevonden en er geen voornemen tot inkrimping van activiteiten bestaat.
© 2011 All rights reserved
Inperking verliesverrekening Verliezen uit jaren waarin een vennootschap als houdster- en/of financieringsmaatschappij kwalificeert, zijn slechts verrekenbaar met winsten van jaren waarin de vennootschap ook als houdster- en/of financieringsmaatschappij kwalificeert. Deze regeling is mogelijk in strijd met het EU-recht; discussies hierover met de Belastingdienst lopen.
kpmg
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
87
BELGIË
NEDERLAND
Coördinatiecentrum
Concernfinancieringsmaatschappij
Het overgangsrecht voor concernfinancieringsactiviteiten is per 31 december 2010 geëindigd.
De Nederlandse rulingpraktijk is met ingang van 1 april 2001 vervangen door de APA/ATR-praktijk.
De Belgische rulingpraktijk is met ingang van 1 januari 2003 vervangen door een nieuw algemeen regime van voorafgaande beslissingen dat zich spiegelt aan de Nederlandse rulingpraktijk. Vanaf 1 januari 2003 spreekt de Federale Overheidsdienst Financiën zich bij voorafgaande beslissingen uit over alle aanvragen betreffende de toepassing van de belastingwetten die onder zijn bevoegdheid vallen of waarvan hij de inning en de invordering verzekert.
Een advance pricing agreement (hierna: APA) geeft goedkeuring vooraf over de vaststelling van een zakelijke beloning of een methode voor de vaststelling van een dergelijke beloning voor grensoverschrijdende transacties tussen gelieerde lichamen en tussen onderdelen van eenzelfde lichaam.
De voorafgaande beslissing wordt, in principe, meegedeeld aan de aanvrager binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van indiening van de schriftelijke aanvraag. In principe wordt de voorafgaande beslissing getroffen voor een termijn die niet langer mag zijn dan vijf jaar.
Teneinde de rulingpraktijk zo ruim mogelijk te laten, werden de materies en de bepalingen waarover geen ruling kan worden
Een advance tax ruling (hierna: ATR) geeft zekerheid vooraf over de fiscale gevolgen van een voorgenomen transactie of samenstel van transacties. Hierbij wordt genoemd de toepassing van de deelnemingsvrijstelling voor tussenhoudstermaatschappijen, beoordeling van internationale structuren waarbij hybride financierings- of rechtsvormen betrokken zijn alsmede beantwoording van de vraag of al dan niet sprake is van een vaste inrichting in Nederland van een in het buitenland gevestigde vennootschap. Daarnaast heeft de Staatssecretaris een aantal andere besluiten genomen waaruit een aanpassing van de oude rulingpraktijk blijkt. © 2011 All rights reserved
Rulingbeleid
kpmg
Het overgangsrecht voor coördinatiecentra is per 31 december 2010 geëindigd.
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
88
Met ingang van 1 januari 2005 is de rulingpraktijk in een nieuw kleedje gestoken waarbij meer autonomie is gegeven aan de Dienst voor Voorafgaande beslissingen. Dit heeft geresulteerd in een snellere en meer proactieve aanpak van de rulingaanvragen. Zo is het mogelijk om voorafgaand aan het rulingverzoek een informele vergadering met de rulingdienst te houden waarin de slaagkansen van de ruling worden besproken.
In het verrekenprijsbesluit bijvoorbeeld wordt aan de hand van de OECD Transfer Pricing Guidelines for Multinational Enterprises and Tax Administrations de uitwerking van het Nederlandse beleid ten aanzien van bijvoorbeeld het arm’s length beginsel en de verrekenprijsmethoden en winsttoerekening aan hoofdhuis en vaste inrichting gegeven. In andere besluiten wordt aangegeven dat geen zekerheid vooraf wordt verstrekt indien dit in strijd komt met de goede trouw die Nederland jegens verdragspartners en/of internationaal verband verschuldigd is dan wel bij hybride vormen indien aannemelijk is dat belastingbesparing de enige dan wel de doorslaggevende beweegreden voor de gekozen vorm is (zogenoemde fiscale grensverkenning). Het besluit inzake dienstverleningslichamen voorziet in een beperking van het verkrijgen van zekerheid vooraf, het uitwisselen van inlichtingen en/of het verrekenen van buitenlandse bronheffingen voor lichamen met financiële dienstverleningsactiviteiten binnen concernverband bij onvoldoende “substance” in Nederland en/of ontbreken van reële risico’s.
© 2011 All rights reserved
aangevraagd op beperkende wijze opgesomd in het Koninklijk besluit van 17 januari 2003. Het is hierbij op te merken dat geen onderscheid wordt gemaakt tussen rulings die betrekking hebben op de transfertprijzenpolitiek van een onderneming en rulings over andere fiscale onderwerpen.
NEDERLAND
kpmg
BELGIË
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
89
BELGIË
Zogenaamde “informele kapitaalrulings” worden niet meer afgeleverd. Wel kunnen vennootschappen die tot een multinationale groep behoren onder voorwaarden rulings bekomen om hun belastbare winst in overeenstemming te brengen met een marktconforme winst (zgn. “excess profit” rulings).
NEDERLAND
Verder kunnen nieuwe investeerders speciale afspraken (informeel kapitaalrulings) maken omtrent de waarde van bepaalde activa (bijvoorbeeld knowhow, merkenrechten, etc.) die zonder tegenprestatie naar Nederland worden overgeheveld. Dergelijke activa worden dan geactiveerd op de balans en kunnen vervolgens gedurende een aantal jaren worden afgeschreven ten laste van de belastbare winst. Ook kan onder bepaalde omstandigheden (fictieve) rente ten laste van het Nederlandse resultaat worden gebracht wegens door een verbonden lichaam renteloos ter beschikking gesteld vermogen.
Transfer pricing
Voorts is in de Nederlandse wet het arm’s length beginsel per 1 januari 2002 opgenomen. In dit kader dient de onderlinge prijszetting te kunnen worden onderbouwd. De Nederlandse fiscus zal steeds vaker de gegevens toetsen. Het is wettelijk verplicht om in de administratie een onderbouwing van de prijszetting te bewaren. © 2011 All rights reserved
Het Wetboek Inkomstenbelastingen bevat verder drie algemene bepalingen die de overdracht van winsten naar buitenlandse belastingregimes moet verhinderen (artikel 26, 54 en 344 WIB). De administratieve circulaire van 28 juni 1999 geeft een samenvatting van de eerste vijf hoofdstukken van de OESO-Richtlijnen van 1995. In het kader van de aldaar voorgeschreven documentatie-
kpmg
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
90
BELGIË
NEDERLAND
richtlijnen, is het raadzaam om een pro-actief en gefundeerd verrekenprijsdossier aan te leggen. Eventueel Betalingen aan belastingparadijzen opnemen, mr lijkt me niet zo relevant.
In 2004 is het arm’s length beginsel in de Belgische wetgeving ingeschreven. De tekst van het wetsartikel (artikel 185, §2 WIB) is gebaseerd op artikel 9 van het OESO-Modelverdrag en geeft aan de Belgische administratie de mogelijkheid om een zowel opwaartse als neerwaartse correctie van Belgische winst door te voeren.
Bronheffing – roerende heffing
Liquidatie- en inkoopboni: 10% (eveneens onder voorbehoud van gunstige belastingverdragen of Moeder-Dochterrichtlijn).
De bestaande vrijstelling van roerende voorheffing voor dividenden
Het tarief van de dividendbelasting bedraagt 15%. De inhoudingsvrijstelling voor EU-moedervennootschappen wordt, evenals voor Nederlandse moedervennootschappen, verleend bij een bezit van 5% of meer. De vrijstelling geldt ook voor 5% belangen in open commanditaire vennootschappen en fondsen voor gemene rekening. Voor bepaalde belangen van minder dan 5% zijn tegemoetkomingen geregeld. Verder worden buitenlandse pensioenfondsen voortaan hetzelfde behandeld als binnenlandse pensioenfondsen met als gevolg dat ook de buitenlandse pensioenfondsen de Neder© 2011 All rights reserved
Dividenden: 25% - 15% voor bepaalde vennootschappen opgericht na 1/1/1994. Verlaagde tarieven in de belastingverdragen of zelfs vrijstelling onder de Europese Moeder-Dochterrichtlijn.
kpmg
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
91
BELGIË
NEDERLAND landse dividendbelasting geheel kunnen terugvragen. Ondanks deze wijzigingen om de dividendbelasting meer in lijn te brengen met het EU-recht, lijkt de dividendbelasting op sommige punten (ook richting niet-EU landen) nog steeds een onderscheid te maken tussen binnenlandse en buitenlandse aandeelhouders.
uitgekeerd aan vennootschappen gevestigd in andere lidstaten van de EU (Moeder-Dochterrichtlijn) is vanaf 1 januari 2007 uitgebreid naar dividenden uitgekeerd aan vennootschappen gevestigd in landen waarmee België een dubbelbelastingverdrag (DBV) heeft afgesloten. De te vervullen voorwaarden zijn identiek. Wel dient een regeling tot informatie-uitwisseling te bestaan tussen België en het verdragsland.
Interesten en roerende inkomsten: geen bronheffing. Vorderingen van buitenlandse aanmerkelijk belanghouders op hun vennootschap in Nederland vallen vanaf 1 januari 2001 onder Box 1 als belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden. Op grond van het oude belastingverdrag met België had Nederland een beperkt heffingsrecht over de rente-inkomsten uit deze vordering (tarief maximaal 10%). Onder het huidige verdrag mag Nederland in de situatie van geëmigreerde aanmerkelijk belanghouders zelfs bijheffen tot maximaal 52% indien en voor zover bij emigratie uit Nederland een zogenoemde conserverende aanslag is opgelegd. Nederland moet dan nog wel rekening houden met de in België geheven belasting. © 2011 All rights reserved
Interest en andere roerende inkomsten: 15%. Verlaagde tarieven in de belastingverdragen of zelfs vrijstelling onder de Europese Interest- en Royalty Richtlijn. Merk op dat België de vrijstelling voorzien in de Europese richtlijn op een zeer ruime wijze heeft geïmplementeerd in de nationale wetgeving.
kpmg
In (verdrags)situaties waar het percentage dividendbelasting niet verlaagd wordt naar 0%, kan bijvoorbeeld door gebruikmaking van een coöperatie de heffing van dividendbelasting op (toekomstige) dividenden voorkomen worden. Met de Belastingdienst kunnen op dit punt rulings worden afgesloten.
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
92
BELGIË
NEDERLAND
Voor de personenbelasting is de roerende voorheffing bevrijdend en maakt zij dus de eindheffing uit.
Btw Normale tarieven: - 0% voor dag- en weekbladen (die minstens 48 keer per jaar verschijnen); - 6% voor voedingsmiddelen, boeken, weekbladen en tijdschriften die geen 48 keer per jaar verschijnen, levende dieren, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten, geneesmiddelen en medische hulpmiddelen, automobielen voor personenvervoer voor invaliden, landbouwdiensten, inrichtingen voor cultuur, sport en vermaak, auteursrechten, uitvoeren van concerten en voorstellingen, sociale huisvesting; - 6% voor de renovatie van woningen ouder dan 5 jaar en onder bepaalde voorwaarden (verlengd tot 31/12/2010); - 6% voor herstellingen van fietsen, schoeisel, lederwaren, kleding en huishoudlinnen (verlengd tot 31/12/2010); - 12% voor steenkool, margarine, brandstoffen, sociale huisvesting; - 21% voor de andere leveringen en diensten.
Normale tarieven: - 19% standaard tarief (uitgangspunt); - 6% onder andere voor voedingsmiddelen(met uitzondering van alcoholhoudende dranken), boeken, dagbladen en tijdschriften, levende dieren, geneesmiddelen, toegang tot attractieparken, gelegenheid geven tot sportbeoefening; - 6% voor het schilderen en stukadoren van woningen ouder dan 2 jaar; - tot 1 juli 2011 6% op arbeidskosten (niet op materialen) bij renoveren of herstellen van woningen ouder dan 2 jaar; - 6% voor reparaties van fietsen, schoeisel, lederwaren, kleding en huishoudlinnen; - 0% onder andere voor goederen en diensten die met in- en uitvoer te maken hebben (het nultarief is een vrijstelling met het behoud van recht op aftrek).
© 2011 All rights reserved
Opmerking: Het vervoer van goederen dat rechtstreeks verband houdt met de invoer van goederen of de uitvoer van goederen bui-
kpmg
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
93
BELGIË
NEDERLAND
ten de Europese Unie is een dienst die is vrijgesteld van btw, met behoud van het recht op aftrek van btw. De factuur in dit verband moet uitdrukkelijk het toepasselijke wetsartikel vermelden op basis waarvan de handeling is vrijgesteld van btw. Bijkomende diensten bij dit vervoer zoals het laden, lossen, overslaan, behandelen, stouwen, verstouwen, wegen, meten, peilen, nazien, onderzoeken en in ontvangst nemen van goederen, alsook het opbergen en bewaren van goederen, worden eveneens vrijgesteld van btw wanneer zij worden verricht bij een vervoer van goederen buiten de Europese Unie of bij een invoer van goederen.
-
-
maandaangifte: jaaromzet € 1.000.000 in te dienen uiterlijk de 20’ste van de volgende maand. Maandaangifte: Bedrijven in de volgende sectoren indien jaaromzet > of = € 200.000:
Minerale oliën; GSM’s, computers, randapparatuur en toebehoren; Gemotoriseerde voertuigen onderworpen aan de reglementering betreffende de inschrijving.
Het aangifteformulier is beperkt. Ondernemers mogen kiezen of zij per maand of per kwartaal aangifte omzetbelasting willen doen. Kwartaal aangifte is interessant voor ondernemers die zich in een afdrachtpositie bevinden omdat zij de btw dan later mogen afdragen. Voor ondernemers in een teruggaafpositie is het doen van aangifte per maand voordeliger. Als per jaar minder dan € 1.883 aan btw hoeft te worden betaald, kan de Belastingdienst het aangiftetijdvak op verzoek op een jaar stellen. De aangifte moet elektronisch (via internet of daarvoor beschikbare software) worden ingediend. Buitenlandse ondernemers zonder vaste inrichting of algemeen fiscaal vertegenwoordiger moeten een papieren aangifte indienen. © 2011 All rights reserved
Aangifteformulier is vrij uitgebreid: - kwartaalaangifte (optie): indien jaaromzet € 1.000.000; in te dienen uiterlijk de 20’ste van de maand na het afgesloten kwartaal
kpmg
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
94
BELGIË
Betaling van de uit de aangifte verschuldigde btw binnen dezelfde termijn als de indieningsdatum, zoniet nalatigheidsinterest verschuldigd à rato van 0,8% per maand. Kwartaalaangevers moeten tegen de 20’ste van de tweede en derde maand van het kwartaal desgevallend een voorschot betalen.
De btw is in principe volledig aftrekbaar indien aangewend voor handelingen die recht op aftrek van btw verlenen. Beperking op de aftrek van btw voor btw-plichtigen: -
Tabak en geestrijke dranken: btw is niet aftrekbaar (uitzonderingen mogelijk). Kosten van logies, spijzen en dranken, gemaakt in een hotel- of restaurant: btw mag in de regel niet worden afgetrokken. Uitzonderingen: i) kosten gemaakt door het personeel indien dat personeel buiten de onderneming is belast met een levering
Binnenlandse ondernemers en buitenlandse ondernemers die in Nederland een vaste inrichting of een algemeen fiscaal vertegenwoordiger hebben, dienen de aangifte in te dienen binnen één maand na afloop van het belastingtijdvak waarop de aangifte betrekking heeft. Buitenlandse ondernemers die in Nederland geregistreerd zijn dienen binnen twee maanden de aangifte in te dienen. Jaaraangevers dienen uiterlijk op 31 maart van het jaar volgend op het jaar waarop de aangifte betrekking heeft, de aangifte in te dienen.
De verschuldigde belasting dient door de Belastingdienst te zijn ontvangen uiterlijk op de dag waarop de aangifte door de Belastingdienst dient te zijn ontvangen. Indien deze uiterlijke betaaltermijn in het weekend of op een erkende feestdag valt, dient de betaling dermate tijdig te worden gedaan, dat de betaling vóór het einde van de maand door de Belastingdienst is ontvangen. De btw is in principe volledig aftrekbaar indien goederen en diensten door de ondernemer worden gebruikt voor belaste handelingen. Beperking op de aftrek van btw bestaat onder andere in de volgende gevallen: -
De goederen worden gebruikt als gift of relatiegeschenk aan niet-aftrekgerechtigden, of voor het verstrekken van loon in natura; de aftrek is uitgesloten als de kostprijs van de giften, relatiegeschenken of personeelsvoorzieningen meer dan € 227 exclusief btw per jaar per begunstigde bedraagt. © 2011 All rights reserved
De btw-aangifte moet in principe elektronisch of via internet worden ingediend. Voor kwartaalaangevers geldt deze verplichting vanaf 1 april 2009 (m.a.w. de btw-aangifte met betrekking tot het eerste kwartaal van 2009)..
kpmg
NEDERLAND
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
95
-
-
-
-
-
Voor de aftrek van btw over de aanschaf van een investeringsgoed dat gemengd zakelijk en privé gebruikt wordt, gelden specifieke regels. Voor onroerende zaken geldt kort gezegd dat de btw aftrekbaar is voor zover er sprake is van belast gebruik. Op basis van zogenaamde herzieningsregels wordt deze btw vervolgens maximaal 10 jaar gevolgd. Indien het gebruik wijzigt, kan dit een gevolg hebben voor de oorspronkelijk afgetrokken btw. Voor roerende zaken die gemengd zakelijk en privé gebruikt worden, geldt dat de ondernemer deze als zakelijk kan etiketteren. De btw op de aanschaf is dan volledig aftrekbaar en wordt gedurende maximaal vijf jaar gevolgd. De ondernemer moet voor eventueel privé-gebruik jaarlijks een correctie aangeven (fictieve heffing). De btw over aanschaf, onderhoud en brandstof van auto’s die aan het personeel ter beschikking gesteld zijn, kan in eerste instantie volledig in aftrek worden gebracht. Voor het privégebruik moet dan in de laatste aangifte van het boekjaar een correctie worden toegepast ter grootte van 12% van de IB- of LB-bijtelling, tenzij is aangetoond dat dit lager dient te zijn. De hoogte van de bijtelling is in beginsel 25% van de cataloguswaarde (incl. btw en bpm). Voor bepaalde auto's geldt een lagere bijtelling, afhankelijk van de CO2-uitstoot van de auto. In 2009 is met terugwerkende kracht tot 1 januari 2008 goedgekeurd dat woonwerk verkeer voor de btw als zakelijk geldt (was privé). Dit leidt ertoe dat de forfaitaire correctie in © 2011 All rights reserved
-
van goederen of met een dienstverrichting; ii) kosten gemaakt door belastingplichtigen die op hun beurt onder bezwarende titel hotel- en restaurantdiensten verstrekken; iii) kosten worden doorgefactureerd. Kosten van onthaal: btw is niet aftrekbaar (kosten gedaan voor het onthaal desgevallend gepaard gaande met vermaak van aan het bedrijf vreemde bezoekers, inzonderheid klanten en leveranciers, met het oog op het bestendigen of verstevigen van zakelijke relaties) (Cassatie 14 februari 2005). Kosten ter bevordering van de verkoop zijn geen kosten van onthaal. Handelsgeschenken: btw geheven ten aanzien van de aankoop van handelsgeschenken die gratis worden gegeven, is in principe niet aftrekbaar tenzij het om handelsgeschenken van geringe waarde gaat. Handelsgeschenken van geringe waarde waarvan de inkoopprijs minder bedraagt dan 50€, exclusief btw, zijn aftrekbaar. Autokosten: aftrek beperkt tot 50% (uitzonderingen). Wanneer een btw-plichtige een bedrijfswagen ter beschikking stelt aan personeelsleden voor hun privé-gebruik, dient btw (21%) te worden betaald over dit privé-gebruik. Om het verschuldigde btw-bedrag te berekenen, hanteert de btwadministratie een berekeningswijze die is gebaseerd op het voordeel van alle aard dat voor het privé-gebruik wordt vastgesteld door de Administratie der Directe Belastingen. Collectieve sociale voordelen: alle personeelsleden die zich in dezelfde omstandigheden bevinden, zonder enig onderscheid,
NEDERLAND
kpmg
BELGIË
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
96
BELGIË
Jaarlijkse klantenlisting: de listing van de binnenlandse leveringen en diensten moet ieder jaar vóór 31 maart worden ingediend. De jaarlijkse klantenlisting moet elektronisch worden ingediend. Kwartaalaangevers moeten de jaarlijkse klantenlisting elektronisch in-
-
-
-
veel gevallen te hoog zal zijn. Indien bij werknemers geen sprake is van privé-gebruik maar wel van gebruik voor woon-werkverkeer bedraagt deze correctie vanaf 1 januari 2008 nihil. De Nederlandse btw over aanschaf, onderhoud en brandstof van auto’s die door een buitenlandse onderneming aan het personeel ter beschikking worden gesteld, kan worden teruggevraagd. Voor het privé-gebruik wordt op basis van beleid dan een correctie toegepast ter hoogte van 16% van de voorbelasting, 84% van de voorbelasting wordt dus teruggegeven. Ondernemers in andere EU landen die niet in Nederland geregistreerd zijn, moeten de Nederlandse btw terugvragen via de lokale belastingdienst. Ondernemers in niet-EU landen moeten een schriftelijk teruggaafverzoek indienen bij de Belastingdienst in Heerlen. Btw op eten en drinken zoals restaurantkosten is niet aftrekbaar. Ondernemers die btw-vrijgestelde prestaties verrichten hebben geen recht op aftrek van voorbelasting (bijvoorbeeld banken, verzekeraars, artsen, onderwijsinstellingen, etc.)
Niet van toepassing.
© 2011 All rights reserved
-
verkrijgen het voordeel (bv. gratis uitdelen van soep of dranken, gratis vervoer van arbeiders per autocar, enz.). De btw is volgens de gewone regels aftrekbaar. Individuele sociale voordelen: gelegenheidsgeschenken die door de werkgever aan de werknemers worden verstrekt naar aanleiding van een huwelijk, een geboorte, een promotie of een opruststelling. De btw is niet aftrekbaar. De Belgische btw die wordt geheven over leveringen van goederen of diensten in België, kan door een buitenlandse EUonderneming (die niet is geïdentificeerd voor btw-doeleinden in België) in eigen lidstaat elektronisch (via de portaalsite van de lidstaat) worden teruggevraagd (Richtlijn nr. 2008/9/EG) Een niet-EU-onderneming kan een teruggaafverzoek bij het Centraal Btw-kantoor voor Buitenlandse Belastingplichtigen indienen via een Dertiende Richtlijn teruggaafverzoek..over de aankoop van een ondernemingsgoed worden beperkt in de mate dat het goed wordt gebruikt voor de economische activiteit van de belastingplichtige.
kpmg
-
NEDERLAND
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
97
BELGIË
NEDERLAND
Intracommunautaire listing: in te dienen door elke btw-plichtige die gedurende een bepaald kwartaal intracommunautaire leveringen heeft verricht, uiterlijk de 20ste van de maand na het kwartaal.
Opgaaf ICP: in te dienen door elke ondernemer die intracommunautaire leveringen en diensten verricht. De Opgaaf ICP dient elk kwartaal te worden ingediend. Indien een ondernemer voor meer dan 100.000 euro per kwartaal aan intracommunautaire (goederen)leveringen verricht, dan moet voor de goederen een Opgaaf per maand worden gedaan. Er kan dan voor de diensten gekozen worden tussen een Opgaaf per maand of een Opgaaf per kwartaal.
Binnenlandse ondernemers en buitenlandse ondernemers met een vaste inrichting of een algemeen fiscaal vertegenwoordiger, dienen de Opgaaf ICP uiterlijk op de laatste dag van de maand na afloop van de periode waarop de Opgaaf ICP betrekking heeft in te dienen. Voor buitenlandse ondernemers die in Nederland geregistreerd zijn dient de Belastingdienst de Opgaaf ICP uiterlijk op de laatste dag van de tweede maand na afloop van de periode waarop de Opgaaf ICP betrekking heeft, te ontvangen.
© 2011 All rights reserved
kpmg
dienen vanaf 1 juli 2009.
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
98
NEDERLAND
Indien in Nederland gevestigde ondernemers aan de 'verwevenheidseisen' (financiële, economische en organisatorische verwevenheid) voldoen, is sprake van een fiscale eenheid. Dat betekent dat indien geen beschikking is afgegeven er toch sprake kan zijn van een fiscale eenheid, mits maar aan de verwevenheidseisen wordt voldaan. Het voordeel van een fiscale eenheid voor de btw is dat de onderdelen van de fiscale eenheid onderling geen btw aan elkaar mogen berekenen. Daarnaast hoeft de fiscale eenheid maar één btw-aangifte in te dienen. De btw-aangifte vindt dan plaats alsof er feitelijk sprake is van één btw-ondernemer. Het is mogelijk om voor ieder onderdeel apart aangifte te blijven doen. Een fiscale eenheid is alleen mogelijk voor ondernemers die in Nederland zijn gevestigd. Met een in Nederland gevestigde btw ondernemer wordt ook een vaste inrichting in Nederland bedoeld.
© 2011 All rights reserved
kpmg
BELGIË
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
99
BELGIË
Werken in onroerende staat
Niet van toepassing in Nederland.
Volgens het Hof was de Belgische (fiscale) regeling waarbij de opdrachtgevers 15 % moesten inhouden op hun betalingen aan buitenlandse niet in België geregistreerde aannemers, strijdig met het principe van het vrije verkeer van diensten. Belgische aannemers waren in de regel immers wel geregistreerd, en werden aldus volgens het Hof bevoordeeld. Het Hof volgde hiermee het standpunt van de Europese Commissie die de zaak bij het Hof had ingeleid. Sinds 1 januari 2008 speelt de registratie als aannemer geen enkele rol meer om na te gaan of er al dan niet inhoudingen moeten gebeuren. Het criterium voor de inhoudingsplicht en - indien ten onrechte geen inhoudingen zijn gedaan - voor het ontstaan van de hoofdelijke aansprakelijkheid, is voortaan het bestaan van sociale en/of fiscale schulden in hoofde van de (onder)aannemer.
© 2011 All rights reserved
Om na te gaan of een aannemer fiscale en/of sociale schulden heeft, moet een gegevensbank worden geconsulteerd. De informatie in de gegevensbanken is wel beperkt tot de vaststelling dat er (geen) fiscale en/of sociale schulden zijn. Hoeveel deze schulden bedragen, wordt niet in de gegevensbanken vermeld. Om dit te we-
kpmg
NEDERLAND
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
100
BELGIË
NEDERLAND
ten te komen, moet de opdrachtgever een attest aanvragen bij de aannemer. Is de fiscale schuld volgens het attest lager dan 15 % van een betaling, dan zal enkel het bedrag van de schuld moeten worden ingehouden en doorgestort. Is de schuld volgens het attest hoger dan 15 % van de betaling, of geeft de aannemer niet tijdig gevolg aan de aanvraag om een attest, dan moet 15 % van de betaling ingehouden worden. Voor de sociale schulden bedraagt de inhouding 35 %. Voor de fiscale schuld bedraagt de inhouding 15%. Hier moet enkel een attest worden gevraagd indien het bedrag van de factuur groter is dan of gelijk aan 7.143 EUR. Indien de factuur is uitgereikt voor een lager bedrag, zal in ieder geval 35 % (in geval van sociale schulden) of 15% (in geval van fiscale schulden) moeten worden ingehouden zodra uit de raadpleging van de gegevensbank blijkt dat de betrokkene sociale en/of fiscale schulden heeft.
© 2011 All rights reserved
kpmg
Het sociale luik is van toepassing vanaf 1 januari 2008. Het fiscale luik is in werking getreden op 1 januari 2009.
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
101
Indien ten onrechte geen inhoudingen werden verricht is de opdrachtgever hoofdelijk aansprakelijk voor de fiscale en/of sociale schulden. De fiscale hoofdelijke aansprakelijkheid is beperkt tot 35% van de totale prijs van de werken die aan de aannemer zijn toevertrouwd, exclusief btw. De aansprakelijkheid slaat op alle schulden inzake directe en met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, alle schulden inzake voorheffingen en de buitenlandse belastingschuldvorderingen. De sociale hoofdelijke aansprakelijkheid kan oplopen tot 100% van de prijs van de werken toevertrouwd aan de aannemer of onderaannemer, exclusief btw. Dit percentage kan verlaagd worden tot 65% wanneer de opdrachtgever ook op fiscaal gebied hoofdelijk aansprakelijk wordt gehouden.
De aannemer of inlener van personeel is hoofdelijk aansprakelijk voor de loonheffing, sociale premies en de btw die de onderaannemer of uitlener is verschuldigd. Het is gebruikelijk dat de aannemer of inlener een deel van het factuurbedrag naar een Geblokkeerde bankrekening (G-rekening) overmaakt. Vanuit deze bankrekening worden loonheffing en sociale premies betaald. In 2009 is een wet aangenomen tot invoering van het depotstelsel. Met de invoering van het depotstelsel komt de huidige G-rekening en de mogelijkheid van directe storting bij de Belastingdienst te vervallen. Bedrijven zijn straks alleen onder voorwaarden gevrijwaard van aansprakelijkstellingen voor zover stortingen plaatsvinden op een depotrekening ten name van de Belastingdienst. Voor bedrijven die personeel uitlenen en (onder)aannemers betekent de invoering van het nieuwe depotstelsel dat zij een depotrekening dienen te openen bij de Belastingdienst. Daarnaast zullen contracten tussen opdrachtnemer en opdrachtgever c.q. aannemer en (onder)aannemer mogelijk aangepast moeten worden en zal de financiële administratie op dit punt aanpassing behoeven, bijvoorbeeld vanwege gewijzigde rekeningnummers. De datum van inwerkingtreding van de nieuwe wet is nog niet bekend. De verwachting is dat de wet per 1 januari 2014 in werking treedt. De afschaffing van het G-rekeningstelsel staat op 1 januari 2015 gepland. © 2011 All rights reserved
NEDERLAND
kpmg
BELGIË
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
102
BELGIË
NEDERLAND
Er bestaat evenwel nog steeds de mogelijkheid om zich te registreren als aannemer. Enkel geregistreerde aannemers kunnen immers onder bepaalde voorwaarden het verlaagd btw-tarief van 6% toepassen voor verbouwingswerken. Zo heeft men ook enkel recht op de belastingvermindering voor uitgaven van brand- en inbraakbeveiliging wanneer de werken werden uitgevoerd door een geregistreerde aannemer. Tenslotte worden bepaalde subsidies en overheidsopdrachten alleen toegekend aan geregistreerde aannemers.
Bij uitlenen van personeel in Nederland geldt voor bepaalde werkzaamheden met betrekking tot onroerende zaken een verleggingsregeling. Heffing van btw wordt dan verlegd van degene die de prestatie verricht (de uitlener) naar degene die de prestatie afneemt (de inlener). In Nederland kennen we de zogenoemde eigenbouwer. Een eigenbouwer voert in de normale uitoefening van zijn bedrijf een werk van stoffelijke aard uit met betrekking tot o.a. onroerende zaken, zonder opdracht van een opdrachtgever. Een eigenbouwer wordt ook als aannemer aangemerkt. © 2011 All rights reserved
Ten aanzien van de btw gelden bijzondere regels omtrent de verlegging van heffing naar de afnemer, indien deze laatste zelf een btw-plichtige is. Deze verlegging doet zich o.a. voor bij onderaanneming en uitlening van personeel in de bouw en bij werk in onroerende staat. De verlegde btw kandoor de opdrachtgever die de btw verschuldigd is,, in principe, worden afgetrokken (volledige belastingplichtige).
kpmg
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
103
BELGIË
NEDERLAND
Speciaal belastingregime expatriates Indien een werknemer aangemerkt kan worden als ingekomen werknemer, kan de werkgever een vrije vergoeding verstrekken terzake van de extraterritoriale kosten. In het Uitvoeringsbesluit is een bewijsregeling opgenomen op grond waarvan de hoogte van de extraterritoriale kosten kan worden bepaald. Deze bewijsregeling bevat enerzijds een forfaitaire regeling en anderzijds een regeling voor schoolgelden. Als vergoeding voor extraterritoriale kosten wordt in elk geval beschouwd 30% van het loon uit tegenwoordige arbeid.
© 2011 All rights reserved
In België kunnen buitenlandse kaderleden een bijzonder fiscaal statuut genieten. Op grond van dit statuut worden zij als nietinwoners aangemerkt. Dit houdt in dat zij enkel belast worden op de bezoldigingen voor de in België geleverde prestaties en andere inkomsten van Belgische oorsprong. Daarnaast mag de werkgever belastingvrij de meeruitgaven vergoeden die het gevolg zin van hun detachering of tewerkstelling in België. Het gaat hierbij zowel om eenmalige uitgaven en lasten (bv. verhuiskosten) als om regelmatig weerkerende uitgaven en lasten (bv. kosten voor huisvesting en levensduurte, onderwijskosten voor kinderen). Weerkerende uitgaven en lasten, met uitzondering van onderwijskosten, mogen niet meer bedragen dan € 11.250 of € 29.750 naargelang het gaat om “gewone kaderleden”, dan wel om kaderleden tewerkgesteld in onderzoeks- of coördinatiecentra. Onder bepaalde voorwaarden zijn op de terugbetaalde meer-uitgaven geen sociale bijdragen verschuldigd.
kpmg
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
104
BELGIË
Voor de toepassing van het bijzondere statuut van buitenlands kaderlid moet een eenmalige aanvraag worden ingediend. Het statuut wordt in principe toegekend voor een onbepaalde duur en geldt zolang het kaderlid in België tijdelijk verblijft en werkt. Het bijzondere aanslagstelsel geldt voor werknemers en bedrijfsleiders die de volgende voorwaarden vervullen: de buitenlandse nationaliteit bezitten; vanuit het buitenland gedetacheerd zijn of rechtstreeks in het buitenland aangeworven; functies uitoefenen die een bijzondere kennis en verantwoorde-lijkheid vereisen (leidinggevende functies of zgn. kader-functies); tijdelijk in België werken, ofwel in een inrichting van een buitenlandse onderneming, ofwel in een Belgische onderneming van een internationale groep, ofwel in een door een internationale groep in België gevestigd controle- of coör-dinatiekantoor.
NEDERLAND
Aandachtspunten Splitsing van het loon De vergoeding van extraterritoriale kosten dient door de werkgever en werknemer afzonderlijk van het loon arbeidsrechtelijk te zijn overeengekomen. Alleen administratieve splitsing van het loon in 70% loon en 30% vergoeding is dus niet voldoende. Pensioengrondslag Op basis van de regeling voor extraterritoriale werknemers in samenhang met het cafetaria systeem is pensioen-opbouw over de 30% vergoeding van extraterritoriale kosten in principe mogelijk. Grondslag Nederlandse sociale verzekeringen De 30%-vergoeding behoort niet meer tot de grondslag voor de sociale verzekeringen.
Sociale zekerheidsregelgeving
Het Nederlandse sociale verzekeringssysteem kent twee duidelijk gescheiden verzekeringspakketten, namelijk de volksverzekeringen en de werknemersverzekeringen. © 2011 All rights reserved
De bijdragen die door de werkgever worden ingehouden, bedragen voor de bedienden en arbeiders 13,07%. De werkgeversbijdragen
kpmg
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
105
BELGIË
NEDERLAND
bedragen 35%.
© 2011 All rights reserved
kpmg
De eerste groep van verzekeringen, de volksverzekeringen, is ondermeer geregeld in de Algemene Ouderdomswet (AOW, 17,90%), de Algemene Nabestaandenwet (ANW, 1,10%), de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ, 12,15%). De verzekering (en derhalve de premieplicht) wordt in het algemeen gekoppeld aan het inwonerschap van Nederland. De loonheffing bestaat uit loonbelasting en premies volksverzekeringen onder verrekening van de loonheffingskorting(en). Premies volksverzekeringen zijn uiteindelijk verschuldigd door de werknemer en met name afhankelijk van het loon. De premie volksverzekeringen bedragen in 2011 maximaal € 10.415 (31,15% x belastbare som tot € 33.436) zonder toepassing van de loonheffingskorting(en).
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
106
Voormelde bijdragen (zgn. RSZ-bijdragen) omvatten verschillende sociale verzekeringen, o.m.: - Ziekte- en invaliditeitsverzekering; - Arbeidsongevallenverzekering; - Beroepsziekteverzekering; - Gewaarborgd loon voor arbeiders en bedienden; - Ziektekostenverzekering; - Kinderbijslag; - Rust- en overlevingspensioenverzekering; - Werkloosheidsverzekering; - Vakantie-uitkering; - Minimumloon, sociaal minimum.
De werknemersverzekeringen zijn vastgesteld in de Werkloosheidwet (WW), Wet werken en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA),en de Zorgverzekeringswet. De verzekering (en derhalve de premieplicht) wordt in beginsel gekoppeld aan de plaats waar de werkzaamheden worden verricht.
Per 1 januari 2006 is de Ziekenfondswet vervangen door de Zorgverzekeringswet. Vanaf dit moment is er geen verschil meer tussen een ziekenfondsverzekerde of een via een particulier fonds verzekerde. De Zorgverzekeringswet geldt voor alle werknemers. Het maximum inkomen waarover een inkomensafhankelijke bijdrage aan de verzekerde wordt toegekend berekend bedraagt € 33.427: ten laste van de werknemer komt 7,75% met een maximum van € 2.590,59. De werkgever of de uitkeringsinstantie vergoedt deze bijdrage. Deze vergoeding vormt belastbaar loon.
Daarnaast dient de verzekerde werknemer aan de verzekerings© 2011 All rights reserved
NEDERLAND
kpmg
BELGIË
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
107
BELGIË
NEDERLAND maatschappij een zogenaamde nominale premie te betalen. Gemiddeld bedraagt deze circa € 1.375 (2011) exclusief eventuele kosten van een aanvullende verzekering. Aan elke zorgverzekering is een eigen risico van minimaal € 170 gekoppeld.
De bijdragen van zelfstandigen in hoofdberoep worden berekend op hun beroepsinkomsten en dit volgens een degressief tarief: 22% op de eerste schijf tot € 52.378,55 en 14,16% op de volgende schijf tot € 77.189,40 . Boven € 77.189,40 zijn geen bijdragen verschuldigd. De bijdragen worden steeds berekend op een verondersteld minimum van bedrijfsinkomsten (2011: 12.129,76).
Met ingang van 1 januari 2006 geldt de Zorgverzekeringswet ook voor zelfstandigen. Zelfstandigen dienen zelf een inkomensafhankelijke bijdrage van 5,65% te betalen met een maximum van € 1.888. Naast de inkomensafhankelijke bijdrage is de zelfstandige ook een nominale premie aan een verzekeringsmaatschappij verschuldigd.
© 2011 All rights reserved
Zelfstandigen (o.m. bedrijfsleiders) zijn persoonlijke sociale bijdragen verschuldigd.
kpmg
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
108
BELGIË
Werkloosheidswet (WW) De WW-premie bestaat uit: premie Algemeen Werkloosheidsfonds (WE-premie) premie Wachtgeldfonds (WA-premie) De WE-premie is voor alle sectoren gelijk en bedraagt voor de werknemer 0% en voor de werkgever 4,2% over een maximaal premieloon van € 49.297 (exclusief franchise). De WA-premie is volledig verschuldigd door de werkgever en verschilt per sector.
Op 29 december 2005 werd de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) van kracht. De WIA is de opvolger van de WAO en geldt voor ziektegevallen vanaf 1 januari 2004. De WAO blijft gelden voor bestaande WAO'ers. Vanaf 1 januari 2006 betaalt de belastingplichtige 1 basispremie voor de WAO/WIA: de basispremie voor de werkgever bedraagt 5,1% van de bruto loonsom gemaximeerd op € 49.297 per werknemer. Daarnaast is een gedifferentieerde premie verschuldigd afhankelijk van het arbeidsongeschiktheidsrisico per onderneming. De gedifferentieerde premie wordt per beschikking opgelegd en bestaat uit een rekenpremie die wordt verhoogd met een opslag dan wel verlaagd met een korting als er sprake is van een hoge WAO/WIA-uitstroom respectievelijk een lage WIA-instroom. Het risico tot betalen van WIA-uitkering kan door de werkgever onder voorwaarden zelf worden gedragen (eigen risi© 2011 All rights reserved
Zelfstandigen in bijberoep zijn naargelang de omvang van hun zelfstandige beroepsinkomsten geen of slechts verminderde bijdragen verschuldigd.
kpmg
NEDERLAND
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
109
BELGIË
NEDERLAND codrager). Alsdan is de werkgever geen gedifferentieerde premie verschuldigd. Het risico tot betalen van WIA-uitkering kan door de werkgever onder voorwaarden zelf worden gedragen maar vooralsnog alleen met betrekking tot het risico voor gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid. Op dit moment is het nog niet mogelijk om eigen risicodrager te zijn voor de regeling Inkomensvoorziening Volledig en duurzaam Arbeidsongeschikten.
Sedert de privatisering van de Ziektewet kan de werkgever het risico tot doorbetaling van loon tijdens ziekte van de werknemer in eigen beheer houden en/of extern verzekeren. De kosten zijn afhankelijk van de activiteiten van de werkgever.
© 2011 All rights reserved
kpmg
Nederland heeft fiscale maatregelen tegen excessieve beloningen, waaronder: een systeem waarin carried interest of carried interestachtige beloningen (mede) progressief worden belast als werkzaamheid in box 1; een werkgeversheffing over bepaalde vertrekvergoedingen vanaf een jaarloon van € 500.000, voor zover de vertrekvergoeding hoger is dan één jaarloon, waarbij het excessieve deel wordt bepaald als het bedrag hoger dan het jaarloon in het vergelij-
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
110
BELGIË
NEDERLAND
-
kingsjaar; stamrechtvrijstelling kan niet meer worden toegepast ter zake van afkoopsommen van optierechten; oneigenlijk gebruik van de normrenteregeling voor bepaalde personeelsleningen is uitgesloten; een werkgeversheffing vanaf een pensioengevend loon van € 500.000 indien pensioenopbouw plaatsvindt op basis van een eindloonstelsel over een forfaitair berekende backservice premie.
© 2011 All rights reserved
kpmg
Werkkostenregeling De regeling voor kostenvergoedingen en verstrekkingen voor werknemers werkzaam in Nederland is ingrijpend gewijzigd met ingang van 1 januari 2011. Op basis van de nieuwe regeling kan een werkgever ervoor kiezen 1,4% van de totale loonsom als onbelaste kostenvergoeding of verstrekking te geven. Daarnaast blijven slechts een beperkt aantal gerichte vrijstellingen gelden. Deze wijziging kan kansen bieden om zonder extra kosten werknemers extra te belonen, doch mogelijk ook meer kosten met zich meebrengen indien geen actie wordt ondernomen. Het meerdere boven 1,4% is namelijk belast tegen 80% (eindheffing ten laste van de werkgever!).
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
111
BELGIË
NEDERLAND
Gangbare waarderingsregels Oprichtingskosten worden gewaardeerd tegen aanschaffingswaarde, voor zover ze niet ten laste worden genomen gedurende het boekjaar waarin ze worden besteed.
Het activeren van oprichtingskosten (en van kosten van de uitgifte van aandelen) wordt geacht niet meer in overeenstemming te zijn met de opvattingen in het maatschappelijk verkeer. Hoewel toegestaan volgens de Nederlandse wetgeving zal activering van deze kosten in de toekomst derhalve in afnemende mate plaatsvinden.
Herstructureringskosten: dit zijn welbepaalde kosten veroorzaakt door een ingrijpende wijziging in de structuur of de organisatie van de onderneming met het doel de rentabiliteit en de continuïteit van de onderneming te beveiligen. Aan volgende voorwaarden moet hiertoe voldaan zijn: - Het herstructureringsplan moet een gunstige en duurzame invloed hebben op de rentabiliteit.; - Alle deelelementen van het herstructureringsplan moeten vaststaan en gerealiseerd zijn vooraleer tot activering mag worden overgegaan; - Herstructureringskosten worden geactiveerd door ze op zichtbare wijze in mindering te brengen van de respectievelijke bedrijfs- of uitzonderlijke kosten;
In tegenstelling tot de Belgische waarderingsregels vallen in Nederland herstructureringskosten en kosten van uitgifte van leningen niet onder oprichtingskosten.
kpmg
© 2011 All rights reserved
Oprichtingskosten
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
112
BELGIË -
NEDERLAND
In de toelichting moet worden verantwoord dat aan deze voorwaarden is voldaan. Zie immateriële vaste activa
Bij activering worden de oprichtingskosten afgeschreven over maximaal 5 jaar, behalve de kosten bij uitgifte van leningen die over de looptijd van de leningen mogen worden gespreid.
Immateriële vaste activa
Deze activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs of de vervaardigingsprijs of – onder voorwaarden – tegen actuele waarde, verminderd met de afschrijvingen. Met een (bijzondere) waardevermindering dient rekening te worden gehouden, indien deze naar verwachting duurzaam is. Dit dient ten minste elk jaar te worden vastgesteld. Indien deze activa niet gereed zijn voor gebruik of indien deze activa over een periode langer dan twintig jaar worden afgeschreven, dan dient aan het eind van iedere verslagperiode te worden nagegaan in hoeverre met betrekking tot het niet afgeschreven bedrag wordt voldaan aan de voorwaarde dat toekomstige opbrengsten, samenhangend met de immateriële vaste activa, naar verwachting voldoende ruimte laten voor afschrijvingen.
© 2011 All rights reserved
Deze activa worden gewaardeerd tegen aanschaffingsprijs, vervaardigingsprijs of gebruikswaarde zo die lager ligt.
kpmg
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
113
NEDERLAND
Definitie van immateriële vaste activa: kosten van onderzoek en ontwikkeling; concessies, octrooien, licenties, knowhow, merken en soortgelijke rechten; goodwill; vooruitbetalingen op immateriële vaste activa.
In de aanschaffingswaarde mag de rente op vreemd vermogen, gebruikt voor hun financiering, worden opgenomen voor zover zij betrekking heeft op de periode vóór de bedrijfsklaarheid.
De afschrijvingstermijn voor de kosten van onderzoek en ontwikkeling en de goodwill beloopt normaal niet meer dan 5 jaar. Indien de afschrijvingstermijn langer is dan 5 jaar, dient dit in de toelichting te worden verantwoord.
Soorten immateriële vaste activa (niet limitatief) - kosten die verband houden met de oprichting en met de uitgifte van aandelen; - kosten van onderzoek en ontwikkeling; - kosten van verwerving ter zake van concessies, vergunningen en rechten van intellectuele eigendom; - kosten van goodwill die van derden is verkregen, en - vooruitbetalingen op immateriële vaste activa. Indirecte kosten die noodzakelijk zijn voor de vervaardiging van het actief, zoals rente, en die op een redelijke en consistente basis aan het actief kunnen worden toegerekend, kunnen in de vervaardigingsprijs worden opgenomen. De afschrijving op vaste activa met een beperkte gebruiksduur dient jaarlijks stelselmatig te geschieden over de geschatte economische levensduur. Afschrijving naar rato van de verkoop of het gebruik van het product of proces voldoet ook aan deze eis. Gesproken wordt over een weerlegbare veronderstelling dat de economische levensduur niet langer dan 20 jaar is. Indien gemotiveerd kan worden dat de economische levensduur langer is dan 20 jaar, mag worden afgeschreven over deze langere economische levensduur. In dat geval geldt de verplichting jaarlijks de realiseerbare waarde (hoogste van de directe opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde) te vergelijken met de boekwaarde. Kosten verbonden aan de oprichting en uitgifte van aandelen die© 2011 All rights reserved
kpmg
BELGIË
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
114
BELGIË
NEDERLAND
nen in ten hoogste 5 jaar te worden afgeschreven. Voor geactiveerde goodwill geldt dat, alleen als deze redelijkerwijze valt toe te rekenen aan een aanzienlijk langere periode van 5 jaar, over een langere gebruiksduur mag worden afgeschreven. Minimaal één keer per jaar, aan het einde van elk boekjaar, moet worden nagegaan in hoeverre de afschrijvingsmethode en afschrijvingsperiode nog aanvaardbaar zijn. Wettelijk is het toegestaan om goodwill ineens ten laste van het eigen vermogen te brengen. Hoewel toegestaan, is de voorkeursmethode in de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving om de goodwill te activeren en systematisch af te schrijven.
Het ineens ten laste van de winst- en verliesrekening verwerken van goodwill zal volgens de RJ in het algemeen niet leiden tot het voldoen aan het vereiste inzicht.
© 2011 All rights reserved
De geactiveerde kosten verbonden aan de oprichting en de uitgifte van aandelen en de geactiveerde onderzoeks- en ontwikkelingskosten moeten worden toegelicht en in de balans dient een wettelijke reserve te worden opgenomen ter grootte van de uit dien hoofde geactiveerde bedragen.
kpmg
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
115
BELGIË
NEDERLAND
Deze activa worden gewaardeerd tegen: aanschaffingsprijs (= aankoopprijs + bijkomende kosten) in geval van aankoop van derden; of vervaardigingsprijs (directe en optioneel ook een evenredig deel van de indirecte productiekosten) in geval van eigen productie;
De wet staat zowel waardering op basis van aanschaffingsprijs als op basis van actuele waarde toe. Onder aanschaffingsprijs wordt verstaan: verkrijgingsprijs (= aankoopprijs + bijkomende kosten) in geval van aankoop bij derden; vervaardigingsprijs (directe en een redelijk deel van de indirecte kosten en eventueel de rente op schulden over het tijdvak dat aan de vervaardiging kan worden toegerekend) in geval van eigen productie. Er bestaat een verplichting jaarlijks te beoordelen of er aanwijzingen zijn voor een bijzondere waardevermindering van het materieel vast actief die als duurzaam kan worden beschouwd. Indien dergelijke aanwijzingen aanwezig zijn, dient de realiseerbare waarde (hoogste van de directe opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde) te worden vergeleken met de boekwaarde. Afwaardering vindt plaats indien de boekwaarde hoger is dan de realiseerbare waarde.
Als actuele waarde van een goed kan worden aangemerkt: - vervangingswaarde; - bedrijfswaarde; - opbrengstwaarde. Vastgoedbeleggingen dienen bij de eerste waardering te worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, inclusief de transactiekosten. Voor de vervolgwaardering is zowel waardering tegen actuele
of gebruikswaarde (= realisatiewaarde voor buitengebruik gestelde activa) als die lager ligt (verplicht); of de geherwaardeerde waarde (facultatief – niet verplicht), onder strikte voorwaarden (vaststaand en duurzaam – bepaald in functie van het nut voor de onderneming – verantwoord door de rentabiliteit van de onderneming).
kpmg
© 2011 All rights reserved
Materiële vaste activa
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
116
BELGIË
NEDERLAND
Definitie van materiële vaste activa: - terreinen en gebouwen; - installaties, machines en uitrusting; - meubilair en rollend materieel; - leasing en soortgelijke rechten; - overige materiële vaste activa; - activa in aanbouw en vooruitbetalingen.
Door de wet te onderscheiden soorten materiële vaste activa: - bedrijfsgebouwen en –terreinen; - machines en installaties; - andere vaste bedrijfsmiddelen; - materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa; - niet aan het productieproces dienstbare materiële vaste activa.
In het geval dat wordt voldaan aan de definitie van roerende of onroerende leasing, dient bij de leasingnemer de geleasde activa te worden geactiveerd.
In het geval dat wordt voldaan aan de definitie van financial lease dienen bij de leasingnemer de geleasde activa te worden geactiveerd.
© 2011 All rights reserved
kpmg
waarde als tegen historische kostprijs toegestaan. Er is voorkeur voor waardering tegen actuele waarde (marktwaarde). Winsten of verliezen die zijn ontstaan door een wijziging in de reële waarde van vastgoedbeleggingen dienen ofwel rechtstreeks ten gunste van het eigen vermogen (in een herwaarderingsreserve) worden gebracht, ofwel ten gunste van het resultaat (met de vorming van een herwaarderingsreserve uit de winstbestemming).
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
117
BELGIË
Definitie roerende leasing: wanneer de contractueel te storten termijnen, verhoogd met het bedrag dat moet worden betaald bij de optielichting (indien de nemer de koopoptie bezit), naast de rente en de kosten van de verrichting ook de integrale wedersamenstelling dekken van het kapitaal dat de gever in het goed heeft geïnvesteerd. De koopoptie mag enkel in aanmerking worden genomen als het ten hoogste 15% vertegenwoordigt van het kapitaal dat de gever in het goed heeft geïnvesteerd.
In de aanschaffingsprijs mag de rente op vreemd vermogen, gebruikt voor hun financiering, worden opgenomen voor zover zij betrekking heeft op de periode vóór de bedrijfsklaarheid.
Definitie financial lease: de juridische eigendom van het goed ligt in het algemeen bij de geldgever en de (economische) voor- en nadelen verbonden aan de eigendom worden (nagenoeg) geheel door de geldnemer gedragen (de economische eigendom berust bij de geldnemer). De economische realiteit van de leasetransactie is bepalend voor de vraag of sprake is van financial lease dan wel operational lease (de leaseclassificatie). De juridische vorm van de leasetransactie is hier van minder belang. Het karakter van de leasetransactie blijkt uit het beoordelen van de leasecontractvoorwaarden. a.
Als operationele lease kwalificeren alle leaseovereenkomsten die niet als financiële lease kwalificeren.
In de vervaardigingsprijs kunnen worden opgenomen een redelijk deel van de indirecte kosten en de rente op schulden over het tijdvak dat aan de vervaardiging van het actief kan worden toegerekend. © 2011 All rights reserved
Definitie onroerende leasing: wanneer de contractueel te storten termijnen, naast de rente en de kosten van de verrichting, ook de integrale wedersamenstelling dekken van het kapitaal dat de leasinggever in het gebouw heeft geïnvesteerd.
kpmg
NEDERLAND
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
118
BELGIË
NEDERLAND
Financiële vaste activa
Deze activa worden gewaardeerd tegen aanschaffingsprijs met inbegrip van de bijkomende kosten. De bijkomende kosten mogen ook integraal in de kosten worden verwerkt.
Deze activa worden gewaardeerd op basis van: - één van de varianten van de vermogensmutatiemethode (ingeval van invloed van betekenis); - of verkrijgingsprijs (geen invloed van betekenis); - of de actuele waarde: vervangingswaarde, bedrijfswaarde of opbrengstwaarde (geen invloed van betekenis). Er is een vermoeden van invloed van betekenis wanneer de aandeelhouder meer dan 20% van de stemmen naar eigen inzicht kan uitbrengen.
Herwaardering van aandelen en deelnemingen is toegestaan indien aan een aantal voorwaarden wordt voldaan.
Bij toepassing van waardering op basis van nettovermogenswaarde worden verliezen van de deelneming, en bij toepassing van actuele waarde negatieve herwaarderingen, in de cijfers van de moeder tot uitdrukking gebracht zodra zij door de moeder worden geconstateerd. Het ontstaan van bijzondere risico’s kan reden zijn voor het vormen van een voorziening op de deelneming. Herwaardering van aandelen en deelnemingen waarin geen invloed van betekenis wordt uitgeoefend, is toegestaan.
© 2011 All rights reserved
Op deelnemingen en aandelen worden waardeverminderingen geboekt ingeval van duurzame minderwaarde of ontwaarding verantwoord door toestand, rendabiliteit of vooruitzichten (verplicht).
kpmg
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
119
BELGIË
NEDERLAND
Voorraden
Voor goederen gekocht van derden, is de algemene regel waardering tegen aanschaffingswaarde (aankoopprijs en bijkomende kosten) of tegen marktwaarde, indien deze op balansdatum lager is.
Inzake bepaling van de aanschaffingswaarde van identieke goederen zijn er 4 toegelaten methoden: - individualisering van de prijs van elk bestanddeel; - methode van de gewogen gemiddelde prijzen; - FIFO; - LIFO.
Inzake bepaling van de aanschaffingswaarde van identieke goederen zijn er 4 toegelaten methoden: individualisering van de prijs van elk bestanddeel; methode van de gewogen gemiddelde prijzen; FIFO; LIFO (onder bepaalde voorwaarden).
Niet-toegestane methoden: waardering tegen standaardprijzen, ijzeren voorraadstelsel en vervangingswaarde.
Standaardprijzen mogen onder bepaalde voorwaarden worden toegepast. Onafhankelijk van de gevolgde grondslag dient in alle gevallen de op het waarderingsmoment werkelijk aanwezige voorraad te worden gewaardeerd in overeenstemming met een van de volgens de wet toegestane grondslagen. Het is wettelijk dus niet toegestaan bij de voorraadwaardering een normale-voorraad begrip te hanteren, zoals wel voorkomend in bepaalde actuele waardestelsels (het ijzeren voorraadstelsel en het LIFO-stelsel). © 2011 All rights reserved
kpmg
Idem. Daarnaast mogen voorraden tegen actuele waarde (vervangingswaarde of lagere opbrengstwaarde) worden gewaardeerd. Agrarische voorraden waarvoor frequente marktnoteringen bestaan mogen bij waardering tegen actuele waarde of tegen marktwaarde worden gewaardeerd.
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
120
BELGIË
Idem.
© 2011 All rights reserved
De geproduceerde voorraden worden gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs of tegen marktwaarde op balansdatum, als die lager is. De vervaardigingsprijs omvat de directe kosten en optioneel een evenredig deel van de indirecte productiekosten (direct costing en full costing is toegelaten – keuze duidelijk vermelden in de toelichting).
kpmg
NEDERLAND
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
121
NEDERLAND
In Nederland is het toegestaan om rente, over schulden betaald aan derden, toe te rekenen aan een actief voor zover dit rente op schulden betreft over het tijdvak dat aan de vervaardiging van het actief kan worden toegekend.
Indien op balansdatum de marktwaarde van de goederen lager is dan de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, dient afwaardering tot de lagere marktwaarde plaats te vinden. Het is toegestaan rekening te houden met per balansdatum nog niet opgetreden, doch voorzienbare, buitengewone waardeverminderingen op korte termijn. Dit is evenwel niet de voorkeursmethode van de Raad.
Bestellingen in uitvoering worden gewaardeerd tegen vervaardigingsprijs (full cost of direct cost).
Idem.
Voor de bestellingen in uitvoering mag de vervaardigingsprijs worden vermeerderd, naarmate de productie of de werkzaamheden vorderen, met het verschil tussen de in de overeenkomst bepaalde prijs en de vervaardigingsprijs wanneer dit verschil met voldoende zekerheid als verworven mag worden beschouwd. Onderscheid kan worden gemaakt tussen de “completed contract method (winst pas zichtbaar na volledige uitvoering van de opdracht)” en de “percentage of completion method (winst wordt zichtbaar a rato van de
Indien de winst op reeds verrichte prestaties op verantwoorde wijze kan worden bepaald, dient de “percentage of completion method” te worden toegepast. Onderhanden projecten dienen separaat in de balans te worden vermeld (dus niet onder de Voorraden). Ingeval van een creditstand worden onderhanden projecten als afzonderlijke post in de balans gepresenteerd onder de kortlopende schulden.
kpmg
In de vervaardigingsprijs van voorraden en bestellingen in uitvoering mag de rente op vreemd vermogen, die wordt gebruikt voor hun financiering, slechts opgenomen worden voor zover deze rente voorraden of bestellingen betreft waarvan de productie of de uitvoering meer dan één jaar bestrijkt en zij op de normale productietermijn van deze voorraden betrekking heeft. Aanvullende waardeverminderingen worden geboekt om rekening te houden hetzij met de evolutie van hun realisatie- of marktwaarde, hetzij met de risico’s inherent aan de aard van de betrokken producten of van de gevoerde activiteit.
© 2011 All rights reserved
BELGIË
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
122
BELGIË
NEDERLAND
voortgang van het werk)”.
Vorderingen
Handelsvorderingen en overige vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
Vorderingen dienen te worden gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs (eerste waardering: reële waarde). Indien er geen sprake is van agio of disagio en transactiekosten is de geamortiseerde kostprijs gelijk aan de nominale waarde.
Waardeverminderingen worden toegepast zo er voor het geheel of een gedeelte onzekerheid bestaat over de betaling op de vervaldag ofwel wanneer de realisatiewaarde van de vorderingen op balansdatum lager is dan hun boekwaarde.
Voorzieningen voor oninbaarheid worden getroffen zo er voor het geheel of een gedeelte onzekerheid bestaat over de inning van de openstaande vordering. Het is toegestaan om rekening te houden met een op korte termijn te voorziene buitengewone waardevermindering van vlottende activa zoals vorderingen, doch dit heeft niet de voorkeur. Derivaten worden, afhankelijk van de aard en doel (bijvoorbeeld hedging) opgenomen tegen: reële waarde kostprijs
Geldbeleggingen en liquide middelen
Idem.
© 2011 All rights reserved
Tegoeden bij financiële instellingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
kpmg
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
123
Effecten worden gewaardeerd tegen aanschaffingswaarde.
Waardeverminderingen worden toegepast wanneer de realisatiewaarde op balansdatum lager is dan de aanschaffingswaarde.
Effecten worden afzonderlijk in de balans opgenomen (niet onder liquide middelen) dan wel als onderdeel van de financiële vaste activa indien de intentie bestaat om de effecten langdurig binnen de onderneming te houden. Waardering van effecten is tegen: - verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde; - actuele waarde (wijzigingen leiden in de meeste gevallen tot een herwaarderingsreserve dan wel tot een bate of last in de winst en verliesrekening). - geamortiseerde kostprijs Het is toegestaan om rekening te houden met een op korte termijn te voorziene buitengewone waardevermindering van vlottende activa zoals vorderingen, doch dit heeft niet de voorkeur.
© 2011 All rights reserved
NEDERLAND
kpmg
BELGIË
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
124
BELGIË
NEDERLAND
Het eigen vermogen omvat: het kapitaal; uitgiftepremies; herwaarderingsmeerwaarden; reserves; overgedragen resultaat; kapitaalsubsidies; voorschot aan de vennoten op de verdeling van het nettoactief (-).
Het eigen vermogen omvat: het geplaatste kapitaal; agioreserve; herwaarderingsreserves; andere wettelijke reserves, onderscheiden naar hun aard; statutaire reserves; overige reserves; niet verdeelde winsten, met afzonderlijke vermelding van het resultaat na belastingen, voor zover de bestemming daarvan niet in de balans is verwerkt. Hoewel niet de voorkeursmethode van de Raad voor de Jaarverslaggeving, is het toegestaan om de balans op te maken ná de voorgestelde winstbestemming. Bij het opmaken van een balans na winstbestemming kan het voorgestelde dividend worden verwerkt als separaat component binnen het Eigen Vermogen ofwel onder de schulden.
Volgens de voorkeursmethode in de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving worden latente belastingen opgenomen over herwaarderingen. Deze latente belastingen op herwaarderingen worden onder voorzieningen opgenomen. Een alternatieve methode is om geen latente belastingen op te nemen, en de herwaardering bruto op te nemen onder het eigen vermogen.
Latente belastingen op herwaarderingsmeerwaarden worden in de Belgische wettelijke jaarrekening niet verwerkt. Herwaarderingsmeerwaarden worden in hun totaliteit opgenomen onder het eigen vermogen.
© 2011 All rights reserved
kpmg
Eigen vermogen
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
125
BELGIË
Wettelijke reserve: jaarlijks dient van de te bestemmen winst verminderd met de eventueel overgedragen verliezen 5% te worden toegevoegd ten gunste van de wettelijke reserve, totdat deze 10% van het maatschappelijk kapitaal bedraagt.
NEDERLAND
Er dienen wettelijke reserves te worden gevormd voor: het op de balans geactiveerde bedrag van kosten verband houdende met oprichting en met uitgifte van aandelen en kosten van onderzoek en ontwikkeling; het verschil tussen de wijziging in de waarde van de deelnemingen op grond van het resultaat en rechtstreekse vermogensvermeerderingen enerzijds en het dividend uit de deelnemingen en uitkeringen die kunnen worden bewerkstelligd en rechtstreekse vermogensverminderingen anderzijds; omrekeningsverschillen op buitenlandse deelnemingen; het geval dat de som van het kapitaal, statutaire en wettelijke reserves kleiner is dan het wettelijk minimumkapitaal; Bij inbreng in natura en het ontbreken van een accountantsverklaring bij de inbreng; Herwaarderingen (in bepaalde gevallen); Het uitstaande bedrag van leningen ter verkrijging van het aandelenkapitaal. Bepaalde wettelijke reserves kunnen negatief zijn.
Voor herwaarderingsreserves gelden bepaalde regels: -
Uitkering interim-dividend is mogelijk.
© 2011 All rights reserved
Interimdividenden zijn enkel toegestaan onder zeer strikte voorwaarden, o.a. een verslag van de commissaris.
kpmg
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
126
BELGIË
Kapitaalsubsidies worden opgenomen bij toekenning tegen nominale waarde na aftrek van de uitgestelde belastingen. Subsidies dienen geleidelijk in resultaat te worden genomen volgens hetzelfde ritme als de afschrijvingen op de vaste activa waarop ze betrekking hebben.
NEDERLAND
Investeringssubsidies dienen als vooruitontvangen bedrag onder de overlopende passiva te worden opgenomen of in mindering te worden gebracht op het geïnvesteerde bedrag. Uit de op de balans gepassiveerde investeringssubsidie dient jaarlijks een gedeelte ten gunste van het bedrijfsresultaat vrij te vallen. Dit gedeelte dient systematisch te worden berekend met inachtneming van de wijze waarop de besteding waarvoor de subsidie is verleend zelf in de jaarrekening wordt verwerkt.
Voorzieningen worden op de balans opgenomen tegen: Tegen naar hun aard duidelijk omschreven verplichtingen die op balansdatum als waarschijnlijk of vaststaand kunnen worden beschouwd, maar waarvan niet bekend is in welke omvang of wanneer zij zullen ontstaan. Tevens kunnen voorzieningen worden opgenomen tegen uitgaven die in een volgend boekjaar zullen worden gedaan, voor zover het doen van die uitgaven zijn oorsprong mede vindt voor het einde van het boekjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal jaren.
Voorzieningen voor risico’s en kosten en uitgestelde belastingen
Voorzieningen mogen alleen worden opgenomen indien op balansdatum voldaan is aan alle volgende voorwaarden: - Er is sprake van een bestaande verplichting; © 2011 All rights reserved
Voorzieningen beogen naar hun aard duidelijk omschreven verliezen of kosten te dekken, die op balansdatum waarschijnlijk of zeker zijn, doch waarvan het bedrag niet vaststaat.
kpmg
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
127
BELGIË
NEDERLAND -
Het is waarschijnlijk dat voor de afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen noodzakelijk is; Er kan een betrouwbare schatting worden gemaakt van de omvang van de verplichting.
In de Belgische wettelijke jaarrekening worden enkel uitgestelde (= latente) belastingen geboekt op sommige gerealiseerde meerwaarden op vaste activa en op sommige kapitaalsubsidies.
Latente belastingen op herwaarderingen (en overige belastbare tijdelijke verschillen) worden onder voorzieningen opgenomen en worden berekend over het verschil tussen bedrijfseconomische en fiscale waardering vermenigvuldigd met het nominale belastingtarief cq. tegen contante waarde. (voorkeursmethode). De alternatieve toegestane is om geen latente belastingen op herwaarderingen in acht te nemen.
Definitie van voorzieningen voor risico’s en kosten: pensioenen en soortgelijke rechten (o.a. brugpensioenen); grote herstellings- en onderhoudswerken; overige risico’s en kosten (technische waarborgen – hangende geschillen – termijnposities – voorzieningen voor kosten verbonden aan de beëindiging van werkzaamheden).
In de Nederlandse wet worden de volgende voorzieningen onderscheiden: - Voorziening voor latente belastingen; - Voorziening voor personeelsbeloningen; - Overige voorzieningen.
© 2011 All rights reserved
kpmg
Inzake pensioenen zijn verschillende varianten van pensioenverslaggeving mogelijk., hetzij gebaseerd op een risicobenadering, hetzij op een verplichtingenbenadering (de laatste is aanbevolen door de Raad voor de Jaarverslaggeving).
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
128
BELGIË
NEDERLAND
Schulden
De schulden worden opgenomen tegen nominale waarde op balansdatum.
Schulden dienen te worden gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs (eerste waardering: reële waarde). Indien er geen sprake is van agio of disagio of transactiekosten is de geamortiseerde kostprijs gelijk aan de nominale waarde van de schuld.
Er wordt rekening gehouden met nog te betalen kosten op balansdatum die betrekking hebben op het boekjaar of op voorgaande boekjaren.
Idem.
Bij het opmaken van de jaarrekening dient de rechtspersoon haar functionele valuta te bepalen, in overeenstemming met bepaalde factoren. Op balansdatum dienen: a. monetaire balansposten die in een vreemde valuta luiden te worden omgerekend tegen de slotkoers van de functionele valuta; b. niet-monetaire balansposten die volgens de historische kostprijs worden gewaardeerd in een vreemde valuta, te worden omgerekend tegen de wisselkoers van de functionele valuta op de transactiedatum of de benaderde koers; c. niet-monetaire balansposten die volgens de actuele waarde worden gewaardeerd in vreemde valuta, te worden omgere-
De omrekening van in vreemde valuta uitgedrukte bezittingen, schulden en verplichtingen gebeurt op basis van de volgende grondslagen: - Activa en passiva aangeschaft in vreemde valuta worden omgerekend tegen de transactiekoers; - Monetaire activa en passiva (bv. vorderingen, schulden, geldbeleggingen en overlopende rekeningen) worden op balansdatum omgerekend aan slotkoers. - Omrekeningsverschillen worden per munt geglobaliseerd. In geval negatieve omrekeningsverschillen worden deze ten laste van de resultatenrekening geboekt. Positieve omrekeningsverschillen blijven geboekt onder de overlopende rekeningen (zij mogen evenwel ook ten gunste van het resultaat worden ge-
© 2011 All rights reserved
kpmg
Vreemde valuta
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
129
BELGIË
NEDERLAND
boekt).
De resultaten en de financiële positie van een rechtspersoon dienen als volgt te worden omgerekend in een andere presentatievaluta: a. de activa en passiva dienen voor iedere gepresenteerde balans te worden omgerekend tegen de slotkoers op die balansdatum; b. de baten en lasten dienen voor iedere winst- en verliesrekening te worden omgerekend tegen de wisselkoersen op de transactiedata; en c. de omrekeningsverschillen uit (a) en (b) dienen in de (wettelijke) reserve omrekeningsverschillen als onderdeel van het eigen vermogen te worden verwerkt.
© 2011 All rights reserved
Voor middelgrote ondernemingen is een eenvoudigere methode toegestaan.
kpmg
Bij het begin van het nieuwe boekjaar worden alle inventarisboekingen inzake omrekeningsverschillen tegengeboekt.
kend tegen de wisselkoers van de functionele valuta op het moment waarop de actuele waarde werd bepaald. Valutakoersverschillen die voortkomen uit de afwikkeling van monetaire posten, dan wel voortkomen uit de omrekening van monetaire posten in vreemde valuta, dienen te worden verwerkt in de winst- en verliesrekening in de periode dat zij zich voordoen, met uitzondering van de valutakoersverschillen die voortkomen uit de omrekening van een monetaire post die deel uitmaakt van de netto-investering in een bedrijfsuitoefening in het buitenland van een rechtspersoon. Deze laatste dienen te worden verwerkt in de reserve omrekenverschillen in het eigen vermogen.
ANALYSE VAN DE VERSCHILLEN TUSSEN BELGIË EN NEDERLAND OP HET GEBIED VAN DE JAARREKENING, DE BOEKHOUDING, DE JURIDISCHE ASPECTEN EN DE WAARDERINGSREGELS (Update augustus 2011)
130
NEDERLAND In geval van afdekking van (o.a. valuta)risico’s middels afdekkingsinstrumenten kan de verwerkingswijze verschillen van het bovenstaande.
© 2011 All rights reserved
kpmg
BELGIË