Woonwensen roltrapgroepen Welke woonwensen hebben roltrapgroepen op de regionale woningmarkt?
Definitief
Projectnummer: 12075 In opdracht van: Stadsregio Amsterdam
drs. Idske de Jong Sanna de Ruiter MSc dr. Willem Bosveld Oudezijds Voorburgwal 300
Postbus 658
1012 GL Amsterdam
1000 AR Amsterdam
Telefoon 020 251 0421
Fax 020 251 0444
[email protected]
www.os.amsterdam.nl
Amsterdam, september 2012
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Woonwensen roltrapgroepen
2
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Woonwensen roltrapgroepen
Inhoud Inleiding
5
1 De gewenste woning 1.1 Type woning 1.2 Oppervlakte en aantal kamers 1.3 Prijs 1.4 Buitenruimte
9 9 11 12 14
2 De woonplaats en voorzieningen 2.1 Gewenste en ongewenste woonplaatsen 2.2 Voorzieningen
16 16 25
3 Sociale omgeving 3.1 Familie en vrienden 3.2 Buren en de buurt
29 29 29
4 Concessies en toekomstbeelden 4.1 Concessies en overwegingen 4.2 Toekomstperspectief
31 31 32
Bijlage 1 Gebruikte checklist
35
3
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Woonwensen roltrapgroepen
4
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Woonwensen roltrapgroepen
Inleiding
Het drijvend mechanisme achter de dynamiek op de woningmarkt van de regio Amsterdam is de “roltrap”. Die rolt momenteel onvoldoende en dat is voor de (internationale concurrentie) positie van de regio een onwenselijke situatie; zowel vanuit economisch als demografisch oogpunt. De Stadsregio Amsterdam wil waar mogelijk bijdragen aan het weer op gang brengen van die roltrap. Daarom heeft de Stadsregio Amsterdam drie doelgroepen geselecteerd die belangrijk zijn voor het op gang houden van de regionale en subregionale roltrappen. Het gaat om young professionals, doorstroomgezinnen met jonge kinderen en medioren en senioren. De samenwerkende gemeenten binnen de stadsregio willen deze groepen goed kunnen bedienen in hun woonvoorkeuren, ook waar het nieuwbouw betreft. Daarom is het Bureau Onderzoek en Statistiek (O+S) van de gemeente Amsterdam gevraagd een kwalitatief onderzoek te doen naar de woonwensen van de drie gedefinieerde groepen aan de hand van groepsgesprekken. De kernvragen van het onderzoek zijn: Waar en hoe willen young professionals, doorstroomgezinnen en medioren/senioren wonen? Welke overwegingen (motieven, ideeën en wensen) en factoren spelen hierbij een rol? Methode De Stadsregio heeft drie roltrapgroepen gedefinieerd: young professionals, doorstroomgezinnen en medioren en senioren. Young professionals definieert de Stadsregio als jongeren met een voltooide HBO- of WO- opleiding in de leeftijd van 20 tot en met 35 jaar zonder kinderen. Doorstroomgezinnen zijn gezinnen met een of meer kinderen onder de 12 jaar en medioren en senioren worden in dit onderzoek gedefinieerd als 55-plussers (medioren) en 75-plussers (senioren) zonder thuiswonende kinderen. Omdat de Stadsregio Amsterdam meer inzicht wil in de achterliggende motieven en woonwensen van deze groepen is gekozen voor een onderzoek in de vorm van zes groepsgesprekken. Het doel van het onderzoek was niet om een representatief beeld te krijgen van gedefinieerde groepen maar om meer inzicht te krijgen in motieven en meningen van deze groepen. De resultaten moeten dan ook op deze manier bekeken worden. De drie hoofdgroepen zijn verdeel over zes subgroepen ten behoeve van het onderzoek zodat mensen met enkele overeenkomstige kenmerken bij elkaar aan tafel zaten. De groepen zijn ingedeeld op basis van de eventuele verhuiswens, de gewenste woonregio en het al dan niet hebben van een koopwoning.
5
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Woonwensen roltrapgroepen
De zes groepen bestonden uit: 1. Young professionals: 20-35 jaar, minimaal HBO-opleiding afgerond, werkend of op zoek naar een baan, zonder kinderen, grotendeels woonachtig in Amsterdam en enkelen woonachtig in de regio, met actieve of passieve verhuiswens/net verhuisd. 2. Gezinnen uit Amsterdam: met kinderen jonger dan 12 jaar of kind op komst, verschillend opleidingsniveau, woonwens Amsterdam, met actieve of passieve verhuiswens/net verhuisd. 3. Gezinnen uit Amsterdam of regio met woonwens regio: met kinderen jonger dan 12 jaar of kind op komst, verschillend opleidingsniveau, woonwens regio, met actieve of passieve verhuiswens/net verhuisd. 4. Medioren, met huurwoning: 55-74 jarigen met een huurwoning, verschillend opleidingsniveau, geen thuiswonende kinderen, stellen en alleenstaanden, met en zonder verhuiswens. 5. Medioren, met koopwoning: 55-74 jarigen met een koopwoning, verschillend opleidingsniveau, geen thuiswonende kinderen, stellen en alleenstaanden, met en zonder verhuiswens. 6. Senioren: 75 jaar of ouder, met huur of koopwoning, stellen of alleenstaanden, met en zonder verhuiswens. De potentiële deelnemers voor de gesprekken zijn in april via het online panel van O+S Amsterdam en via de panels van de gemeente Almere en Zaanstad geworven. Daarnaast hebben medewerkers van de Stadsregio binnen hun netwerk deelnemers gezocht. De zes gesprekken vonden plaats in mei en waren telkens bij O+S. Voor elk gesprek zijn ongeveer 8 tot 10 mensen uitgenodigd. Bij de gesprekken was ook telkens een medewerker van de Stadsregio aanwezig als toehoorder. In totaal hebben 44 mensen deelgenomen aan een van de gesprekken. Tabel 1 Deelnemers per groep
young professionals
aantal deelnemers
10
8
jonge gezinnen Amsterdam
9
jonge gezinnen regio
6
medioren huur
9
8
medioren koop
11
10
9
7
54
44
senioren totaal
1
6
aantal uitgenodigd
7 1
4
Jonge gezinnen uit de regio zijn door de gekozen methode voor het zoeken van deelnemers weinig gevonden. De vier deelnemers hadden echter wel alle vier een verschillende situatie en zeer verschillende ideeën waardoor dit rapport toch een beeld kan geven van deze groep, zij het in beperkte mate.
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Woonwensen roltrapgroepen
Opzet rapportage Dit rapport begint met een beschrijving van de gewenste woning (hoofdstuk 1). Daarna volgt een beschrijving van de door de roltrapgroepen gewenste woonplaats en woonomgeving (hoofdstuk 2) en vervolgens wordt ingegaan op de sociale omgeving (hoofdstuk 3).In hoofdstuk 4 wordt ten slotte beschreven welke concessies de roltrapgroepen doen en hoe ver zij vooruit kijken bij het zoeken van een woning en wat hun toekomstige wensen zijn. Een samenvatting van deze rapportage is te vinden in het rapport ‘Woonwensen roltrapgroepen, samenvattende rapportage’.
7
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Woonwensen roltrapgroepen
8
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Woonwensen roltrapgroepen
1 De gewenste woning
In dit hoofdstuk staat de vraag ‘Hoe willen roltrapgroepen wonen?’ centraal. Eerst wordt ingegaan op het type woning dat de verschillende roltrapgroepen het liefst zouden willen hebben, daarna komen het gewenste oppervlak en aantal kamers aanbod. Vervolgens wordt ingegaan op de prijs van woningen, het budget van de verschillende groepen en de gewenste buitenruimte. Het doel van het onderzoek was niet om een representatief beeld te krijgen van gedefinieerde groepen maar om meer inzicht te krijgen in motieven en meningen van deze groepen. De resultaten moeten dan ook op deze manier bekeken worden.
1.1 Type woning Elke leeftijdsgroep, en dus ook elke roltrapgroep, heeft zo z’n eigen specifieke woonwensen. De meeste young professionals willen een appartement, zij hebben vaak geen specifieke voorkeur voor een benedenwoning of een hoger gelegen appartement. Ook de aan- of afwezigheid van een lift speelt meestal geen rol in hun woningkeuze. Figuur 12.1 Gewenste type woning young professionals
De meeste doorstroomgezinnen geven de voorkeur aan een benedenwoning met tuin of een eengezinswoning. Enkele doorstroomgezinnen willen ook wel een appartement, maar dan het liefst wel met een lift voor de spullen die zij, in verband met hun kinderen, naar boven moeten sjouwen. Veel gezinnen hebben een sterke voorkeur voor een tuin omdat zij dan niet steeds met hun kind(eren) naar een park of speeltuin hoeven.
9
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Woonwensen roltrapgroepen
Doorstroomgezin Amsterdam, woonachtig in Amsterdam Noord Gezin bestaand uit vader (36), moeder (32, een zoontje van 2 en een hond. Een tweede kind is op komst. Het gezin is enige tijd geleden naar de huidige eengezinswoning (huur) verhuisd. De woning heeft vier kamers, is ‘lekker ruim’ en gelegen aan een park. Vooral de ligging aan het park is een voordeel vanwege het kind en de hond. Als voornaamste nadeel wordt de ligging ten opzichte van het centrum genoemd, ‘de pont is 10 minuten fietsen, maar het is toch niet echt Amsterdam’. Een goeie kroeg en het komen aanwaaien van vrienden wordt gemist. Toch is voor Noord gekozen vanwege de prijs en de ruimte. Figuur 1.2 Gewenste type woning doorstroomgezinnen
De doorstroomgezinnen die gericht zijn op de regio geven veel meer dan de gezinnen die gericht zijn om Amsterdam de voorkeur aan een eengezinswoning met een tuin. De jongere medioren (55-65 jaar) geven vaak nog de voorkeur aan een eengezinswoning. Maar het liefst wel met een slaapkamer en badkamer op de begane grond zodat zij niet direct een ander huis hoeven te zoeken als zij slechter ter been worden. Als er in die eengezinswoning een mogelijkheid is om een traplift te plaatsen dan hopen zij ook de komende jaren daarin te kunnen blijven. De 65-plussers binnen de medioren en de senioren hebben in meerderheid de voorkeur voor een appartement of een benedenwoning.
10
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Woonwensen roltrapgroepen
Figuur 1.3 Gewenste type woning medioren en senioren
1.2 Oppervlakte en aantal kamers Drie kamers is voor zowel young professionals, doorstroomgezinnen als medioren en senioren in principe het minimum aantal kamers. Enkele alleenstaande young professionals en medioren en senioren willen eventueel ook wel twee kamers als er maar wel een aparte bergruimte is, maar zij geven de voorkeur aan drie kamers. Geen van de young professionals waar mee gesproken is wil een studio, dat vinden zij meer voor studenten. Gezinnen geven over het algemeen de voorkeur aan vier of meer kamers, afhankelijk van het aantal personen in het gezin, de leeftijd van de kinderen en eventueel gewenste gezinsuitbreiding. Een aantal gezinnen vindt dat twee kinderen best bij elkaar op één kamer kunnen slapen, vooral zolang ze nog jong zijn. Gezinnen met iets oudere kinderen zijn van mening dat hoe ouder de kinderen worden, des te meer ruimte zij nodig hebben. Medioren en senioren hebben een sterke voorkeur voor drie kamers, ook al zijn hun kinderen het huis al uit. Enerzijds hebben zij gedurende hun leven de nodige spullen verzameld waardoor ze meer ruimte nodig hebben en anderzijds zijn zij van mening dat, doordat ze meer thuis zijn, het prettig is om een ruimte te hebben waar je je even kunt terugtrekken voor bijvoorbeeld een hobby. Die derde kamer willen ook veel alleenstaande medioren en senioren. Zij vinden het prettig om een logeer- of hobbykamer te hebben.
11
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Woonwensen roltrapgroepen
Senior, woonachtig in Amsterdam Zuidoost Een paar van eind zeventig woont sinds 1987 in een eengezinswoning in Amsterdam Zuidoost. De huidige woning is een koopwoning. Ze willen de huidige woning verkopen. Probleem is dat ze hun huidige huis nu bijna niet kwijtraken. De huidige woning heeft een mooi vrij uitzicht, maar voor meneer is het er eigenlijk te stil. ‘Overdag is er niemand op straat, en de winkels zijn redelijk ver weg’. Als de woning verkocht wordt willen ze graag in een wat drukkere buurt in Noord of in Centrum wonen, qua ruimte willen ze er niet teveel op inleveren. ‘We zijn meer thuis, dus we willen minimaal 3 kamers’. Als de woning verkocht wordt, willen ze een huur- of koopflat. Meneer wil liever kopen terwijl mevrouw wil huren. Hoewel er veel overeenstemming is in het gewenste aantal kamers, loopt het gewenste oppervlak van de woningen sterk uiteen. De één wil heel graag drie kamers en vind het niet erg als die kamers dan klein zijn, anderen willen juist een grote woonkamer of ruime woonkeuken. ‘Ik heb dit echt gekocht vanwege de grote woonkamer. Als mijn kinderen en kleinkinderen er zijn is er tenminste voldoende ruimte. Een kleinere slaapkamer vind ik niet erg’. Een van de doorstroomgezinnen vertelt: ‘Ik wil graag een ruime keuken, die hebben we nu ook en die wordt ’s avonds veel gebruikt door mijn vrouw en mij. De kinderen hebben bewust geen tv op hun slaapkamer, dat willen wij niet hebben want dan zie je ze nooit meer, maar mijn vrouw en ik willen ook wel eens kunnen praten. Wij gaan dan in de keuken zitten’. Veel medioren en senioren die vanuit een eengezinswoning naar een appartement zijn verhuisd willen niet teveel ruimte inleveren, maar de tuin wil een deel wel kwijt. Young professionals willen vooral drie kamers, maar die mogen wel klein zijn, de meesten hoeven dan ook niet meer dan 80m2. Doorstroomgezinnen willen de grootste woningen. 2 Toch zijn er binnen deze groep ook grote verschillen. De één wil minimaal 120m , terwijl 2 de ander met een efficiënt ingerichte woning van ongeveer 80m ook tevreden is. Voor de meeste mensen draait het meer om een efficiënte inrichting dan om puur vierkante meters.
1.3 Prijs Wat voor de één een betaalbare woning is, is voor de ander niet haalbaar. Het budget van young professionals loopt sterk uiteen. De meeste young professionals betalen nu tussen de € 430 en € 600 voor een particuliere huurwoning met twee of drie kamers. Een van de gesproken young professionals heeft al een koopwoning (€ 230.000, 2 kamers) en een ander huurt voor € 1.330 van een particulier. ‘De huur stijgt elk jaar, het wordt echt te veel en is zonde van het geld. We willen liever kopen’. De meeste young professionals waarmee gesproken is willen, afhankelijk van baanzekerheid, wel wat meer uitgeven aan een (driekamer)woning. De alleenstaande young professionals willen tot ongeveer € 650 uitgeven aan een huurwoning. Stellen hebben meestal (iets) meer te besteden, zij willen tot ongeveer € 1.000 uitgeven aan een huurwoning. De helft van de young professionals wil voorlopig blijven huren, omdat zij nog geen baanzekerheid heeft of nog niet weet waar
12
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Woonwensen roltrapgroepen
zij een baan gaan vinden. Een paar young professionals wil een woning kopen, hun verwachte budget loopt uiteen van € 275.000 - € 500.000. Young professional, woonachtig in Amsterdam Een alleenstaande young professional van 30 (man) woont nu in een huurappartement met twee kamers. Hij wil graag gaan samenwonen en wil daarom verhuizen maar heeft geen duidelijke voorkeur voor een bepaald type woning. De prijs (maximaal €600 huur of €150.000 koop) en het aantal kamers (3) is belangrijker. ‘De prijs is erg belangrijk, ik wil wel lekker kunnen blijven leven’. Huidige woning heeft een aantal gedeelde ruimtes (dakterras), dat is ook een wens voor een volgende woning. De gesproken doorstroomgezinnen hebben veel vaker dan de young professionals op dit moment een koopwoning. Zij zijn veelal op zoek naar een tweede koopwoning of hebben net een woning gekocht. Heb budget loopt uiteen van € 165.000 tot ongeveer € 400.000. Het budget bepaalt voor een groot deel de locatie waar de doorstroomgezinnen terechtkomen. Gezinnen met een groter budget wonen over het algemeen dichter bij het Centrum dan gezinnen met een iets lager budget. Voor een huurwoning willen de gezinnen niet meer dan € 1.000 uitgeven. Gezinnen uit Amsterdam waarvoor de prijs een heel belangrijke rol speelt, kijken eerder in de regio dan gezinnen die vooral in de stad willen blijven. Een aantal medioren zit al decennia in dezelfde sociale huurwoning. Hierdoor is hun huur relatief laag. Als zij verhuizen, dan gaan ze erop achteruit qua ruimte en gaat de huurprijs omhoog. Dit is voor sommige medioren een reden om voorlopig nog niet te verhuizen. ‘Zolang ik de trap nog op kom, zal ik hier blijven’. Als ze wel gaan verhuizen dan wil deze groep maximaal € 500 per maand uitgeven aan de woning. Medioren die nu een huur hebben van rond de € 700 willen in de toekomst het liefst voor eenzelfde soort bedrag huren, maar maximaal € 800 of € 900. Zij willen dan het liefst wel vier kamers, zoals ze nu ook hebben. Medioren met een koopwoning zitten in een heel andere situatie. Hun woningen zijn tussen de € 250.000 en € 400.000 waard. De meeste hebben een flinke overwaarde. Een deel wil in de toekomst nog een andere woning kopen, mist zij hun woning goed verkocht krijgen. Anderen geven de voorkeur aan een huurwoning. In een aantal gevallen is er binnen een huishouden nog een verschil van mening hierover. ‘Ik wil het liefst een woning kopen, maar mijn vrouw wil in de toekomst liever huren, we weten het dus nog niet’. De meeste senioren waarmee gesproken is, hebben in de afgelopen jaren al een verhuisstap gemaakt en willen dan ook niet meer verhuizen. De senioren die de afgelopen jaren niet verhuisd zijn willen meestal ook niet meer verhuizen, zolang zij zich nog redden in hun huidige woning (veelal zonder lift). Senioren met een koopwoning willen daar het liefst zo lang mogelijk blijven, eventueel met wat aanpassingen aan de woning zoals een traplift. De senioren die huren betalen tussen de € 460 en € 750.
13
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Woonwensen roltrapgroepen
1.4 Buitenruimte Een buitenruimte is voor de één heel belangrijk terwijl de ander het geen prioriteit geeft. Veel young professionals hebben geen behoefte aan een tuin. Een (eventueel gezamenlijk) dakterras of balkon vinden de meesten wel prettig, maar het is lang niet voor alle young professionals een vereiste. Van doorstroomgezinnen is bekend dat zij de voorkeur geven aan een tuin. Ook de doorstroomgezinnen waar in dit onderzoek mee gesproken is willen over het algemeen graag een tuin. Zowel de doorstroomgezinnen die in Amsterdam wonen en willen blijven wonen als de gezinnen uit de regio. Een enkeling vind een ruim balkon ook prima, zolang de kinderen niet te groot zijn. Hierdoor hebben de meeste gezinnen dan ook de voorkeur voor een benedenwoning of eengezinswoning. Figuur 1.4 Gewenste buitenruimte doorstroomgezinnen
Veel medioren en senioren hoeven niet zo nodig meer een tuin. Toch wil een enkeling zeker nog een tuin, ‘Mijn tuin wil ik niet kwijt, daar heb ik nu alle tijd voor. Mocht het nodig zijn, dan maak ik die wel onderhoudsarm’. Een buitenruimte is wel een vereiste voor de meeste medioren en senioren. Daarbij is het uitzicht vanaf het balkon ook belangrijk. Een deel wil graag vrij uitzicht, terwijl anderen juist uitzicht willen op een (niet te drukke) plek waar wat te zien is. Figuur 2.5 Gewenste buitenruimte medioren en senioren
14
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Woonwensen roltrapgroepen
Doorstroomgezin Amsterdam, woonachtig in de Baarsjes Gezin bestaand uit drie personen: vader (33), moeder (34) en een dochtertje van 1,5. In e e 2008 heeft het gezin een appartement op de 3 en 4 etage gekocht van ongeveer 65m2 met 3 kamers en een dakterras. Destijds heeft het gezin bewust gekozen om vanuit Utrecht naar Amsterdam te verhuizen omdat ze allebei graag in Amsterdam wilden wonen. Ze zoeken nu een grotere woning in Amsterdam maar omdat ze het huidige huis op de top van de huizenmarkt gekocht hebben, raken ze het nu bijna niet kwijt en is de financiering van een groter huis lastig. Inmiddels overwegen ze om via de ouders te proberen om een hogere hypotheek te kunnen krijgen. Daarnaast willen ze er, als ze verhuizen, wel echt op vooruit gaan. Een van de eisen is een zonnig dakterras of balkon met veel zon. Daarnaast zou het gezin een eventueel gezamenlijke ruimte waar kinderen kunnen spelen erg prettig vinden. Het gezin kijkt zowel naar appartementen (maar dan liefst wel met lift), benedenwoningen als eengezinswoningen.
15
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Woonwensen roltrapgroepen
2 De woonplaats en voorzieningen
Waar willen de roltrapgroepen wonen? Dat is een van de hoofdvragen van de Stadsregio Amsterdam. Om dit in beeld te krijgen is tijdens de gesprekken aan de deelnemers gevraagd om door middel van groene en rode stickers aan te geven op een kaart waar ze wel en niet willen wonen en daarbij eventueel een toelichting te schrijven. Het resultaat daarvan wordt in paragraaf 2.1 beschreven. Paragraaf 2.2 gaat over de gewenste voorzieningen in die plaats of in de directe omgeving van de woning. Het doel van het onderzoek was niet om een representatief beeld te krijgen van gedefinieerde groepen maar om meer inzicht te krijgen in motieven en meningen van deze groepen. De resultaten moeten dan ook op deze manier bekeken worden.
2.1 Gewenste en ongewenste woonplaatsen Gewenste woonplaatsen De drie roltrapgroepen zijn ruimtelijk deels op dezelfde en deels op verschillende gebieden gericht. De jongste groep, de young professionals, zijn vooral op Amsterdam gericht en willen het liefst binnen de ring A10 wonen, maar niet in Noord. Enkele young professionals willen ook wel in gebieden buiten de stad wonen. Een van de gesproken young professionals komt uit Zaanstad en een ander uit Almere. Zij hebben allebei de voorkeur voor de regio. Figuur 2.1 Gewenste woongebieden voor young professionals, doorstroomgezinnen en medioren/senioren Uitgeest
(
(
Heemskerk
( ( (
( Assendelft (
Edam-Volendam Purmerend
( Beverwijk
(
(
( Zaandam Oostzaan
Velsen
( (
(
Monnickendam
Landsmeer
(
(
(
(
( (
( (
((
(
( ( ( ( ( ( (Haarlem
(
(
(
Zandvoort
(
Heemstede
( (
(
( ( (( ( Hoofddorp Amstelveen
(
( ( ( ((
( (
( Almere
(
Diemen
( Muiden
( ( ( Ouder-Amstel
( (
( ( ( ( ((( ( ( ( Amsterdam( ( ( ( ( ( ( ( ( ( ( (( ( ( ( ( ( ( ( (( ( (( ( ( ( (( ( ((
(
( (
Weesp
Naarden Huizen
(
Nieuw-vennep
( (
Aalsmeer
Bussum
( Young Professionals
(
( doorstroomgezinnen (
16
Uithoorn
( medioren/senioren Hilversum
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Woonwensen roltrapgroepen
De doorstroomgezinnen zijn grofweg te verdelen in twee groepen: de ene groep is vooral op Amsterdam gericht en de andere groep is op de regio gericht. De doorstroomgezinnen die op de regio gericht zijn kijken over het algemeen of naar de wat grotere steden 2 (Amstelveen, Haarlem, Bussum ) of naar kleine dorpen (Ouderkerk aan de Amstel, Broek in Waterland, Oostzaan). De doorstroomgezinnen die in Amsterdam willen (blijven) zijn net als de young professionals vooral gericht op de gebieden binnen de ring A10, of net voorbij de ring. Voor bijna alle doorstroomgezinnen speelt de ligging ten opzichte van uitvalswegen en openbaar vervoer een belangrijke rol. Medioren en senioren zijn nog meer gemêleerd in de door hun gewenste woonplaatsen. Hoe ouder zij zijn, des te minder verhuisgeneigd en des te meer gehecht aan de huidige woonplaats. In figuur 3.1 is per doelgroep weergegeven op welke plekken de mensen wel zouden willen wonen. Ongewenste woonplaatsen Naast plekken waar roltrapgroepen graag willen wonen zijn er natuurlijk ook plekken waar zij absoluut niet willen wonen. Gebieden met veel eengezinswoningen zoals IJburg, Amsterdam-Zuidoost, Almere, Aalsmeer, Nieuw-Vennep, Hoofddorp en Purmerend vallen voor veel young professionals af. Zij willen daar (voorlopig nog) niet wonen. De doorstroomgezinnen waarmee gesproken is vinden vooral het noordelijk deel van de Stadsregio, Amsterdam-Zuidoost, Slotervaart en Hoofddorp onaantrekkelijk. Dit komt enerzijds door de ligging en anderszijds door ‘het type mensen’. De doorstroomgezinnen en young professionals willen bijna allemaal wel in Amsterdam binnen de ring A10 wonen, enkele medioren en senioren geven juist wel aan dit niet te willen. Dat komt vooral vanwege de drukte en de bereikbaarheid per auto. Nieuw-West en Zuidoost vinden veel medioren en senioren ook niet aantrekkelijk, hoewel enkele andere deelnemers aan de gesprekken daar wonen en niet weg willen.
2
Bussum en Haarlem behoren niet tot de Stadsregio Amsterdam.
17
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Woonwensen roltrapgroepen
Figuur 2.2 Ongewenste woongebieden voor young professionals, doorstroomgezinnen en medioren en senioren Uitgeest Heemskerk
(
(
Assendelft
Edam-Volendam
( ( (
Purmerend
( (
(
(
(
Beverwijk
(
( (
Zaandam Velsen
( ( (
Oostzaan
Monnickendam
Landsmeer
( ( (
( ( ( ( (( ( ( ( (
(
(
Haarlem
(
((
(
(
(
Amsterdam
(
( ( ( (( (
Zandvoort
(
(
( (
( (( (
Heemstede
( ( Diemen ( ( ( (( (
(
Almere
( (
( ( (
(( (
( (
Hoofddorp
((
( Ouder-Amstel
Muiden
Weesp
Naarden
(
Huizen
Amstelveen
(
(
Nieuw-vennep
( ( (
(
(( (
Bussum
Aalsmeer
( Young Professionals ( ( (
Uithoorn
(
( doorstroomgezinnen ( medioren/senioren Hilversum
Young professionals Young professionals uit Amsterdam hebben als belangrijkste focus Amsterdam binnen de Ring A10. Hoewel Noord ook binnen de ring ligt, valt Amsterdam Noord voor de meeste young professionals wel af. De jongeren willen over het algemeen binnen hun huidige stadsdeel blijven wonen. Dus de jongeren die nu in West wonen willen over het algemeen het liefst in West blijven, hetzelfde geldt voor jongeren uit Oost en uit het Centrum. Zij zijn wel bereid om te kijken naar andere stadsdelen binnen de Ring A10. Stadsdelen buiten de ring A10 en Noord worden niet aantrekkelijk gevonden. Stadsdeel Oost is aantrekkelijk voor young professionals vanwege de aanwezige voorzieningen, het openbaar vervoer, het groen, de rust en de nabijheid van het centrum van Amsterdam. Stadsdeel Centrum kiezen jongeren vanwege de gezelligheid en drukte. Young professionals uit de regio, die veelal in Amsterdam werken, zijn vooral gericht op de plaats waar ze nu ook wonen en hechten meer waarde aan een rustige woonomgeving. Zij gaan wel naar de stad als ze meer drukte en gezelligheid willen. Bepaalde delen van Zaandam, Purmerend en Almere zijn voor hun aantrekkelijk vanwege de voorzieningen, de rust, het groen en de redelijk betaalbare huizen. Kleine dorpen binnen de regio vallen voor hun af vanwege het gebrek aan voorzieningen daar.
18
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Woonwensen roltrapgroepen
Figuur 2.3 Gewenste en ongewenste woongebieden van young professionals Uitgeest
(
Heemskerk
Edam-Volendam
Assendelft
Purmerend
(
(
Beverwijk
(
( Zaandam
Oostzaan
Velsen
Monnickendam
Landsmeer
(
(
( Haarlem
(
Amsterdam
(
(
(
(
( Zandvoort Heemstede
( (
(
( (
Hoofddorp
(
Almere
( Diemen Muiden
( (
(
(
(
(
( Weesp
Naarden
Ouder-Amstel Huizen
Amstelveen Nieuw-vennep
(
(
Bussum
Aalsmeer
Uithoorn
Hilversum
Een aantal plekken vallen voor de young professionals af omdat daar vooral gezinnen wonen. IJburg is voor de gesproken young professionals (nog) geen optie, dat is volgens de jonge professionals alleen voor gezinnen, maar zelfs als zij een gezin zouden stichten vinden velen het niet aantrekkelijk. Hetzelfde geldt voor Java-eiland, ‘eiland vol yuppen met kinderen’. Een enkeling wil wel naar Noord, maar dan alleen de Distelbuurt omdat dat nog relatief dicht bij de stad is. De minst aantrekkelijke gebieden in de Stadsregio zijn voor veel young professionals Stadsdeel Amsterdam Nieuw-West (omdat het ver van het Centrum is), Hoofddorp en Nieuw-Vennep (vanwege de bouwstijl en Schiphol lawaai), Aalsmeer (‘ken daar niemand’) en Almere (‘slechte bereikbaarheid, weinig cultuur, files en onbetrouwbare treinen’). Dit wordt beïnvloed door het feit dat zij de stad nog niet uit willen. Doorstroomgezinnen Binnen de groep doorstroomgezinnen is een duidelijke tweedeling merkbaar: de ene groep woont in Amsterdam en wil absoluut de stad niet uit en ziet zichzelf de komende jaren ook niet de stad verlaten terwijl de andere groep nu al in de regio woont en daar veelal ook wil blijven of de stad uit wil vanwege de kinderen. Er is ook een groep die er een beetje tussenin zweeft, zij willen eigenlijk niet de stad uit maar kijken ook buiten de stad omdat ze in Amsterdam niet kunnen vinden wat ze zoeken. Doorstroomgezinnen met focus op Amsterdam De eerste groep doorstroomgezinnen is van mening dat kinderen prima op kunnen groeien in de stad, al heeft het soms ook wel wat nadelen. Het liefst vinden zij een vierkamerappartement op de begane grond binnen de ring A10, bijvoorbeeld in de rivierenbuurt, Oost-Watergraafsmeer, Westerpark, het Centrum of Oud-West, in de buurt van een park of speeltuin. Het Centrum omschrijven zij als: ‘fijne sfeer’, ‘ gezelligheid’,
19
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Woonwensen roltrapgroepen
‘mooi’. Oost vinden doorstroomgezinnen aantrekkelijk vanwege ‘de mooie huizen’, ‘de parken’ en ‘de sfeer’. Zuid, en dan specifiek de Rivierenbuurt is voor doorstroomgezinnen aantrekkelijk vanwege ‘de ruime opzet en het groen te midden van de stad’ . Figuur 2.4 Gewenste en ongewenste woongebieden van gezinnen met woonwens Amsterdam Uitgeest Heemskerk
( Assendelft
( (
Edam-Volendam
( (
Purmerend
Beverwijk
(
Zaandam Oostzaan
Velsen
Monnickendam
Landsmeer
( ( (
( ( (
( ( (
( ( (
Haarlem
( ( (
Zandvoort
(
(( Amsterdam ( ( (( ( ( (
(
Almere
(
Heemstede
(
( Diemen
(
(
(
(
Muiden
(
Hoofddorp Ouder-Amstel (
(
(
Weesp
Naarden Huizen
Amstelveen Nieuw-vennep
(
Bussum
( Aalsmeer
( Uithoorn
Hilversum
Gezinnen die minder te besteden hebben of meer eisen aan de woning stellen kijken eventueel ook buiten de ring A10, maar dan is de stap naar de regio ook kleiner. Over het algemeen kiezen ze heel bewust voor de stad. Slotervaart, maar dan wel het deel dichtbij de A10, wordt door een van de deelnemers ‘nice Nieuw-West’ genoemd, ‘het is relatief dicht bij de stad maar heeft toch ruimere woningen’. Eén van de doorstroomgezinnen verhuist binnenkort van Bos en Lommer naar Noord omdat in de huidige buurt iets oudere kinderen (jaar of zeven) ‘niet veilig zelfstandig op verkenningstocht kunnen gaan’. ‘Noord was niet de enige optie, wij hebben ook gekeken in Amstelveen, Haarlem, Bussum en Nieuw-Sloten. Onze voorkeur ging uit naar Amsterdam, maar veel gebieden in de stad vielen af vanwege de prijs, daarom zijn we ook buiten de stad gaan kijken’. 3 Ouderkerk aan de Amstel, Haarlem, Bussum, Hilversum en Waterland worden het meest gezien als optie wanneer gezinnen toch de stad uit zouden gaan. Ouderkerk aan de Amstel vanwege ‘de mooie ligging aan het water’, Waterland eveneens vanwege ‘de mooie ligging’ en Haarlem vanwege ‘het stadse gevoel en het strand in de buurt’. Bussum en Hilversum zijn voor sommige gezinnen een optie vanwege de ligging ten opzichte van woon-werkverkeer. Maar voor veel jonge gezinnen geldt; liever nog niet, maar wellicht ooit als een woning in de stad niet lukt.
3
20
Haarlem, Bussum en Hilversum liggen buiten de Stadsregio Amsterdam.
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Woonwensen roltrapgroepen
Doorstroomgezin Amsterdam, woonachtig in Bos en Lommer Gezin bestaand uit vader (38), moeder (36) en twee zoontjes (5 en 1) woont sinds een aantal jaar in een driekamer koopappartement in Bos en Lommer. Hoewel het huis (vrij uitzicht, mooi pand) en de buurt (Erasmuspark,veel peuters en kleuters, veel midden dertigers, brede stoepen) veel voordelen hebben heeft het gezin toch besloten om naar Amsterdam Noord te verhuizen. De huidige woning heeft eigenlijk 1 kamer te weinig wat ze beginnen te merken nu de kinderen iets ouder worden. Daarnaast is de drukke Jan van Galenstraat op 50 meter van het huis. Het gezin heeft uiteindelijk, na een zoektocht zowel binnen Amsterdam (Nieuw-Sloten, Noord) als erbuiten (Amstelveen, Haarlem, Bussum), gekozen voor een eengezinswoning in de Bongerd in Amsterdam Noord. Betaalbaarheid en vrienden die er ook in de buurt wonen speelden daarbij een grote rol. Doorstroomgezinnen met focus op de regio De tweede groep bestaat uit jonge gezinnen die besluiten om Amsterdam uit te gaan en gezinnen die al eerder in de regio zijn gaan wonen of daar zijn opgegroeid. De redenen om Amsterdam te verlaten zijn divers, maar er was vaak een sterke voorkeur voor een eengezinswoning met tuin. Gezinnen die al in de regio wonen zijn ook vooral op de regio georiënteerd vanwege de ruimte en de kinderen die daar inmiddels naar school gaan. Voor bijna alle gezinnen die een voorkeur hebben voor Amsterdam valt het zuidelijk deel van de regio grotendeels af. Hoofddorp en Nieuw-Vennep vanwege de ‘verdwaal nieuwbouw’ en het ‘ Vinexgevoel’. Uithoorn en Amstelveen omdat het er ‘ongezellig’ is en Ouderkerk aan de Amstel valt voor sommige gezinnen af vanwege de afwezigheid van een trein. Daarnaast speelt potentieel geluidsoverlast van Schiphol een rol. Het Noordelijke deel van de regio valt voor de een af vanwege de ligging, ‘Ik werk in Utrecht, dan is het niet praktisch om ten noorden van Amsterdam te wonen’, terwijl de ander de dorpen Edam, Volendam, Monnickendam en Assendelft ‘te saai en burgerlijk’ vindt. Zaanstad wordt niet aantrekkelijk gevonden door onder andere het Centrum en het ‘type bewoners’. Almere valt voor velen ook af vanwege de ligging ten opzichte van hun werk en vanwege het ontbreken van een oude stadskern.
21
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Woonwensen roltrapgroepen
Figuur 2.5 Gewenste en ongewenste woongebieden van gezinnen met woonwens Regio Uitgeest Heemskerk Edam-Volendam
Assendelft
Purmerend
(
( Beverwijk
( (
(
Zaandam Velsen
(
Oostzaan
(
Landsmeer
( (
Monnickendam
(
( ( ( (Haarlem (
( Amsterdam(
(
(
(
(
(
Zandvoort Heemstede
(
Almere
(
( (
(
(
Diemen Muiden
(
( Hoofddorp
(
( ( Ouder-Amstel
Weesp
Naarden Huizen
Amstelveen Nieuw-vennep
(
Bussum
Aalsmeer
Uithoorn
Hilversum
De Amsterdamse gezinnen die de stad uit willen of uit gaan vinden de prijskwaliteitverhouding van de woningen in de stad niet voldoende. Het Centrum van de stad, Oost, Zuid en Oud-West spreekt ze wel aan maar de woningen zijn te klein en te duur en 4 vallen daardoor af. Weesp , Ouderkerk aan de Amstel, Oud-Zaandijk, Westzaan, Spaandam en Oud-Sloten spreken aan vanwege de oude stadskernen (Weesp en Ouderkerk) en de landelijke ligging (overige plaatsen). Almere is voor de één aantrekkelijk vanwege de vele voorzieningen voor zowel kinderen als ouders ‘het theater is best leuk’ en valt voor de ander af vanwege de ligging en of het ‘vinex-gevoel’. Sommige gebieden vallen af vanwege heel algemene redenen zoals ‘beperkt OV’, ‘te duur’ en ‘ te weinig voorzieningen’ terwijl andere gebieden afvallen vanwege andere redenen zoals ‘te dicht bij mijn schoonouders’ (Osdorp) of ‘sociaal niet fijn’ (Zaandam).
4
22
Weesp maakt geen onderdeel uit van de Stadsregio Amsterdam
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Woonwensen roltrapgroepen
Doorstroomgezin regio, woonachtig in Almere Gezin met vijf kinderen woont in Almere stad in een hoekwoning met vijf kamers. De kinderen zijn tussen de 2 en 10 jaar oud. Het gezin is aan aantal jaar geleden vanuit het oosten van het land naar Almere gegaan ivm werk en de Joodse gemeenschap in de Randstad. Er werd voor Almere gekozen vanwege de betaalbare woningen. Op dit moment zou het gezin graag een grotere woning huren of kopen, maar het verkopen van de huidige woning wordt gezien als ‘vrijwel onmogelijk, er staan heel veel huizen te koop’. Het meest positieve aan de woonomgeving zijn de ligging aan een pleintje waar de kinderen kunnen spelen, een park in de buurt en de kindvriendelijkheid van de stad Almere. Voornaamste nadeel is de ruimte in het huis, maar omdat de vader kostwinnaar is, is het beschikbare budget voor een woning beperkt. Het liefst zou het gezin een woning met zeven kamers hebben in Almere, Amstelveen of Amsterdam met een huur van € 900 of een koopprijs van € 180.000. Medioren en senioren De gesproken medioren en senioren willen veelal het liefst in de plaats of in het stadsdeel blijven wonen waar ze nu ook wonen. Verhuizen naar een andere plaats doen zij alleen als daar een specifieke reden voor is. Zij verhuizen dan wel het liefst naar een plek waar ze al sociale contacten hebben omdat de meeste medioren en senioren van mening zijn dat het opbouwen van sociale contacten veel moeilijker is als je ouder bent. Naast de aanwezigheid van sociale contacten zoeken zij naar plekken met een heel specifieke omgeving (bijvoorbeeld Zandvoort). Huurders en kopers verschillen van elkaar, vooral doordat huurders minder makkelijk naar een andere woning en woonplaats kunnen omdat ze er financieel dan vaak sterk op achteruit gaan. Veel kopers denken op dit moment hun huis niet goed kwijt te kunnen en blijven soms daarom zitten waar ze zitten terwijl ze eigenlijk wel weg willen. Amsterdammers hechten vooral aan de buurt waar ze nu wonen. Medioren en senioren die nu in het Centrum wonen willen daar over het algemeen niet meer weg. Maar ook medioren die in Nieuw-West wonen zoeken veelal in dat stadsdeel naar een andere woning. Noord is voor medioren en senioren vaker een optie dan voor de young professionals en de doorstroomgezinnen. Medioren en senioren die nu in Noord wonen willen er over het algemeen niet weg omdat ze ‘alle voorzieningen heel dichtbij’ hebben en ‘zo in het Centrum’ zijn. In tegenstelling tot veel jongeren is er een aantal ouderen dat IJburg juist wel aantrekkelijk vindt vanwege de ‘nieuwe ruime huizen’. Anderen vinden het juist ‘te nieuw’ en ‘te ver van de stad’. Een opvallend groot deel van de gesproken medioren en senioren geeft de voorkeur aan nieuwbouw. Een deel heeft in de afgelopen jaren al een nieuwbouwappartement betrokken, meestal in de buurt van of in dezelfde plaats als hun vorige woning. De medioren en senioren gaan wel voor ‘nieuwe-nieuwbouw’, nieuwbouw van 10 of 15 jaar geleden in Hoofddorp en Nieuw-Vennep vinden zij namelijk bijna allemaal onaantrekkelijk vanwege de bouwstijl. Ook Aalsmeer en Uithoorn vallen voor enkelen af vanwege de bouwstijl maar ook vanwege het ‘Schiphollawaai’.
23
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Woonwensen roltrapgroepen
Figuur 2.6 Gewenste en ongewenste woongebieden van medioren Medioren met een huurwoning Uitgeest Heemskerk Assendelft
Edam-Volendam
(
Purmerend
Beverwijk
Zaandam Oostzaan
Velsen
Monnickendam
Landsmeer
(
( (
(
(
( Haarlem
(
(
Zandvoort
Amsterdam
( (
(
(
( (
(
( ( Almere
(
( ( ( ( (
( Heemstede
(
(
Diemen
( Muiden
( (
Hoofddorp
( Ouder-Amstel
Weesp
(
Naarden Huizen
Amstelveen
(
Nieuw-vennep
Bussum
(
Aalsmeer
( ( (
Uithoorn
Hilversum
Medioren met een koopwoning Uitgeest
(
(
Heemskerk
( Assendelft (
(
(
Edam-Volendam Purmerend
( Beverwijk
Zaandam Oostzaan
Velsen
(
Monnickendam
Landsmeer
(
( (
( (
( ((
(
(
(
(
(
Haarlem
(
(
(
(
Zandvoort
(
(
Heemstede
(( ((( (
Amsterdam
(
(
(
Almere
(
(
(
Diemen
( (
( (
(
Hoofddorp
(
(
(
Ouder-Amstel Amstelveen
(
(
Muiden
Weesp
Naarden
(
Huizen
(
Nieuw-vennep
(
(
(
Bussum
Aalsmeer
( Uithoorn
24
( Hilversum
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Woonwensen roltrapgroepen
Senior, woonachtig in Hoofddorp Een alleenstaande man van 85 woont in een huurwoning in Hoofddorp. De woning heeft twee etages, maar op de begane grond zijn ook een slaapkamer en een badkamer. Eventueel kan er een traplift geplaatst worden. De trap vormt op dit moment het grootste probleem, omdat de treden niet erg breed zijn is meneer al verschillende keren van de trap gegleden. Toch wil hij niet weg uit dit huis. Als belangrijkste voordeel van de woning ziet hij de grote hoeveelheid licht.
2.2 Voorzieningen Aanwezigheid van een aantal voorzieningen in de woonomgeving is voor vrijwel iedereen belangrijk. Het voornaamste verschil tussen de young professionals en de doorstroomgezinnen enerzijds en de medioren en senioren anderzijds is dat de laatste groep winkels en gezondheidheidscentra het liefst op loopafstand wil hebben terwijl de eerste twee groepen meer in fietsafstand denken. Winkels Winkels zijn één van de voornaamste voorzieningen die regiobewoners in hun buurt willen hebben. Voor veel mensen is de aanwezigheid van een (klein) winkelcentrum een minimale vereiste. Vooral medioren en senioren selecteren hun woonomgeving op de aanwezigheid van winkels in de buurt. Zij geven ook relatief vaak aan dat ze naast een supermarkt ook een slager, een bakker, een groenteboer, een kruidenier en een postkantoor waarderen. Al beseffen ze wel dat er bijna geen postkantoren meer zijn. Een uitgebreider winkelcentrum willen ze graag gemakkelijk kunnen bereiken per openbaar vervoer of met de auto, ‘maar dan moet het parkeren wel betaalbaar zijn’. Doorstroomgezinnen en young professionals willen ook wel wat basiswinkels in de buurt, maar noemen dit minder nadrukkelijk dan de medioren en senioren. Medior, woonachtig in Kudelstaart Een weduwe van 72 woont in een benedenwoning met tuin in Kudelstaart. Het is een 2 huurhuis van 42 m , met twee kamers en een tuintje. De woning is ‘perfect’ voor mevrouw. Eerst zag ze wel op tegen de geringe ruimte maar omdat ze veel heeft weggegooid past het nu wel. Het grootste nadeel van de woning is voor haar dat het toilet in de badkamer zit waardoor visite dus ook altijd de badkamer in moet. De belangrijkste voordelen zijn het vrije uitzicht en de aanwezigheid van winkels op 100 meter van het huis. Ze wil nooit meer weg uit deze woning. Gezondheidscentra Medioren en senioren vinden het daarnaast belangrijk dat zij niet te ver hoeven reizen naar een huisarts, apotheek en eventueel een ziekenhuis. Deze voorzieningen moeten het liefst te voet, maar in elk geval ook per openbaar vervoer bereikbaar zijn. Aanwezigheid van gezondheidscentra in de directe omgeving van de woning wordt door doorstroomgezinnen en young professionals bijna niet genoemd.
25
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Woonwensen roltrapgroepen
Uitgaansgelegenheden Daarentegen vinden zowel young professionals als doorstroomgezinnen het wel belangrijk dat er leuke cafés en restaurant in de buurt zijn. ‘Ik zou niet willen wonen in een dorp met maar één café en één restaurant’. Doorstroomgezinnen hebben dat café het liefst wel in de buurt, maar niet tegenover hun huis. Hetzelfde geldt voor coffeeshops. De aanwezigheid van een coffeeshop in de buurt vinden doorstroomgezinnen niet prettig. Ook een deel van de medioren en senioren zou graag wat cafés in de buurt hebben om overdag een krant te gaan lezen of ’s avonds een biertje te gaan drinken. Bij een deel van de mensen is er behoefte aan een dergelijke ontmoetingsplek, die er nu vooral in wijken in Amsterdam buiten het centrum en in een aantal regiogemeenten niet is. Een grote diversiteit aan restaurants en etenswinkels, zoals een Turkse bakker en een traiteur worden vooral door de op Amsterdam gerichte young professionals en doorstroomgezinnen gewaardeerd. Bioscopen en theaters zijn voor een groot deel van alle groepen belangrijk. Al is de afstand waarbinnen deze voorzieningen moeten liggen ten opzichte van de woning wel verschillend. Young professionals willen dergelijke voorzieningen het liefst op fietsafstand, ‘maar het hoeft echt niet op de hoek te zijn hoor’. Ook doorstroomgezinnen willen deze voorzieningen met de fiets (als ze in Amsterdam wonen) of met het openbaar vervoer of de auto (als zij in de regio wonen) kunnen bereiken. Medioren en senioren willen het liefst met het openbaar vervoer of met de auto naar een theater of bioscoop kunnen, Scholen en kinderopvang Voor doorstroomgezinnen is de aanwezigheid van goede scholen en crèches dicht bij de woning een belangrijk criterium. Woonperiodes plannen zij ook rondom de schoolperiodes van hun kinderen. ‘Ik heb nu een goede basisschool in de buurt, waar mijn kinderen straks naartoe kunnen. Als we zouden verhuizen dan moet je maar hopen dat je op een goede school terecht kunt. Wij blijven daarom in elk geval de basisschoolperiode hier, of in deze buurt wonen, daarna zie we wel weer verder’. Ook een crèche willen de ouders het liefst dicht bij hun huis hebben of op de route naar hun werk om de tijd die zij kwijt zijn aan het brengen en halen van hun kind(eren) zo kort mogelijk te maken. ‘De crèche is nu op twee minuten fietsen van mijn huis, ik moet er niet aan denken dat ik daar de halve stad voor door zou moeten fietsen’. Parken, water en speeltuintjes De omgeving waarin de woning staat speelt ook een belangrijke rol. Vrij uitzicht of uitzicht op een interessante plek is voor veel mensen belangrijk. Vooral bewoners van appartementen vinden het prettig om vrij uitzicht te hebben, of in elk geval geen directe inkijk van buren. Een aantal medioren en senioren heeft aangegeven hun huidige woning gekozen te hebben vanwege het uitzicht of de ligging ten opzichte van groenvoorzieningen.
26
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Woonwensen roltrapgroepen
Medior, woonachtig in Purmerend Een medior woont met zijn vriendin in Purmerend. Ze hebben vorig jaar een woning met een opvallende architectuur gekocht. De woonkamer is op de eerste etage, de slaapkamer is op de begane grond. Op het dakterras kan eventueel geparkeerd worden. De woning staat in een rustige en vriendelijke buurt, aan het water en dicht bij het centrum. Nadeel van de woning is dat er vooruitkijkend op de toekomst veel trappen zijn. ‘Mijn moeder kan de trap nu al niet meer op’. Als belangrijkste voordelen worden de 2 ruimte (100m ), de ligging ten opzichte van Amsterdam en de grote bergruimte, grote woonkamer en het grote terras genoemd.
Figuur 2.7 Gewenste woonomgeving
Ook doorstroomgezinnen en young professionals vinden het belangrijk dat er bijvoorbeeld een park in de buurt is. Een bewoner van Almere met een groot gezin vertelt: ‘op een paar minuten afstand is een mooi bos waar ik vaak met mijn kinderen naartoe ga. Daar kom je allerlei dieren tegen, dat is heel leuk voor de kinderen maar ook voor mijzelf’. Daarnaast is het voor alle doorstroomgezinnen belangrijk dat er speelmogelijkheden voor hun kinderen zijn. ‘Een speeltuintje, een park of een brede stoep is ideaal’. Een van de
27
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Woonwensen roltrapgroepen
doorstroomgezinnen heeft een volkstuintje gehuurd, bij gebrek aan een tuin en speelvoorzieningen voor de kinderen in de buurt. Figuur 2.8 Gewenste voorzieningen doorstroomgezinnen
Voor sommige medioren en senioren is de aanwezigheid van een speeltuin(tje), voetbalveld of schoolplein juist ongewenst. Een aantal medioren en senioren heeft aangegeven dat, doordat zij meer thuis zijn, zij eerder last hebben van het geluid dat bij dergelijke voorzieningen hoort. Figuur 2.9 Ongewenste woonomgeving medioren en senioren
28
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Woonwensen roltrapgroepen
3 Sociale omgeving
Naast de woning zelf en de voorzieningen in de omgeving van de woning zijn sociale factoren ook van belang bij de keuze van een woning en woonplaats. De mening van vrienden en familieleden, de aanwezigheid van vrienden of familieleden, de wensen van gezinsleden en de bevolkingssamenstelling van een buurt spelen voor veel mensen een rol.
3.1 Familie en vrienden Young professionals vinden het heel belangrijk dat er vrienden in dezelfde buurt wonen. Ook veel doorstroomgezinnen vinden dit belangrijk. Toch laten zij zich naar eigen zeggen niet echt beïnvloeden door hun vrienden. De aanwezigheid van familie speelt voor young professionals en doorstroomgezinnen niet echt mee. Soms is de aanwezigheid van (schoon)familie juist een reden om niet voor een bepaalde buurt te kiezen. ‘We hebben ook in Slotervaart gekeken, daar heb je nog redelijk betaalbare gezinswoningen, maar dat was 50 meter van mijn schoonouders en dat is wel erg dicht bij. En de scholen zijn er ook niet goed’. Medioren en senioren vinden de aanwezigheid van vrienden, familieleden en bekenden in de buurt erg belangrijk. Veel medioren en senioren geven aan alleen in een plaats te willen wonen waar ze al mensen kennen omdat ze door hun leeftijd minder makkelijk sociale contacten opbouwen. Toch verhuizen de medioren en senioren waarmee gesproken is niet naar dezelfde plek als hun kinderen of in elk geval niet alleen vanwege de kinderen. ‘Dan woon je net ergens en dan besluiten je kinderen daar weer weg te gaan, dan heb je er niets meer’.
3.2 Buren en de buurt Vooral medioren en senioren vinden het erg prettig als ze de mensen in hun buurt (een beetje) kennen. Een zekere mate van sociale controle wordt, zeker door een aantal alleenstaande medioren en senioren, erg gewaardeerd. Anderen vinden (te veel) sociale controle juist weer erg vervelend en zijn meer op zichzelf. Een mevrouw uit Noord wil bijvoorbeeld niet weg uit Noord omdat ze daar haar vrienden en kennissenkring heeft opgebouwd. Het dagelijkse praatje met buurtbewoners wil zij niet missen, ook al is de samenstelling van de buurt veranderd en kent ze lang niet iedereen meer. Een aantal medioren en senioren vindt het vervelend als zij hun buurtbewoners niet kennen en als buurtbewoners niet of nauwelijks Nederlands spreken. Anderen zien dit niet als probleem en vinden de culturele verschillen juist wel interessant. Een aantal medioren en senioren heeft last van hangjongeren in de buurt. De een gaat het gesprek met de jongeren aan en weet de overlast daardoor te beperken terwijl de ander veel last heeft van vernieling en pesterijen. Dit zorgt ervoor dat een deel van de gesproken medioren en senioren liever met vooral leeftijdsgenoten in een buurt woont.
29
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Woonwensen roltrapgroepen
Figuur 3.1 Ongewenste woonomgeving medioren en senioren
Medior, woonachtig in Amsterdam Een man van 68 woont met zijn vrouw in Oost. Ze huren hun huidige woning, een vierkamer appartement, al sinds 1977. De woning heeft weinig nadelen, ‘dubbelglas zou wel prettig zijn zodat we iets minder straatlawaai horen en het balkon heeft weinig zon’. De uitstraling van de straat is de afgelopen jaren verbeterd omdat steeds meer huurwoningen worden verkocht. Maar de samenstelling van de buurt is ook veranderd, ‘er spreekt binnen het trappenhuis bijna niemand meer Nederlands. Ik heb daar geen probleem mee, maar sommige mensen wel, en je hebt daardoor toch minder contact’. Voorlopig willen ze nog niet verhuizen, als ze wel verhuizen dan moet de woning minimaal 3 kamers hebben. Doorstroomgezinnen vinden het vooral belangrijk dat er andere kinderen in de buurt wonen waarmee hun kinderen kunnen spelen. Toch willen veel doorstroomgezinnen ook niet in een buurt wonen met alleen maar gezinnen. ‘Ik wil niet in een nieuwbouwwijk wonen, dat trekt allemaal dezelfde mensen. Ik woon liever in een gemêleerde buurt’. Young professionals zijn meer gericht op de plek van de woning en de aanwezige voorzieningen dan op de mensen in de buurt.
30
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Woonwensen roltrapgroepen
4 Concessies en toekomstbeelden
Niet alle woonwensen kunnen gerealiseerd worden. De meeste mensen zijn zich daar terdege van bewust. De concessies en overwegingen van de roltrapgroepen staan centraal in paragraaf 5.1. Daarnaast was een van de vragen van de Stadsregio hoe ver de verschillende roltrapgroepen vooruit kijken bij het zoeken naar een nieuwe woning. Dit komt aan de orde in paragraaf 5.2.
4.1 Concessies en overwegingen De meeste mensen hebben het liefst zoveel mogelijk ruimte voor zo min mogelijk geld in een geliefde buurt. Helaas is dit niet voor iedereen weggelegd, er moeten dus concessies worden gedaan. Concessies aan de ruimte en aan de prijs komen veel voor. Een aantal mensen wil net iets meer besteden als de woning perfect is of de perfecte ligging heeft. Anderen geven toe op de ruimte om toch op een door hun gewenste plek te kunnen wonen. Young professionals kunnen de woningen die ze zouden willen hebben lang niet altijd betalen en moeten kiezen voor een andere locatie of een kleinere woning. Een deel van de young professionals heeft problemen met het krijgen van een hypotheek doordat zij geen vaste baan hebben. Voor een sociale huurwoning komen zij ook niet in aanmerking omdat hun inkomen te hoog is en/of hun inschrijfduur te kort. Als zij snel een woning nodig hebben komen zij in relatief dure huurwoningen terecht, maar zelfs die zijn niet altijd makkelijk te vinden. Een aantal young professionals neemt een dure huur voor lief omdat ze wel op de door hun gewenste plek zitten. Doorstroomgezinnen die in Amsterdam willen blijven, doen vooral concessies aan de plek in de stad, ‘iets verder van het centrum’, de hoeveelheid ruimte, ‘drie kamers in plaats van de gewenste vier’ en het type woning ‘etagewoning in plaats van gewenste benedenwoning’. Gezinnen die voor de regio kiezen geven aan dat zij een ruimere woning hebben en een tuin in ruil voor mindere culturele voorzieningen en uitgaansgelegenheden. Maar zij hebben vaak wel heel bewust juist die woonplaats gekozen omdat daar de voorzieningen zijn die ze echt niet willen missen zoals ‘een oud centrum’, ‘een redelijk groot centrum’, ‘meer dan 1 kroeg en restaurant’ en ‘sportvoorzieningen voor ons zelf en de kinderen’ en ‘ruimte om te sporten’.
31
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Woonwensen roltrapgroepen
Doorstroomgezin regio, woonachtig Ouderkerk aan de Amstel Gezin woont sinds kort in Ouderkerk aan de Amstel in een eengezins koopwoning met 4 kamers en een tuin. Gezin bestaat uit ouders (31 en 33 jaar) en 1 dochter van 1,5 jaar. Voordat ze dit huis kochten is lang gezocht omdat ze een heel eisenlijstje hadden opgesteld. Op het lijstje stonden onder andere: - lopend naar winkels - een kroeg in de buurt - goede scholen - een oud centrum - een begane grond woning met tuin - op fietsafstand van het centrum van Amsterdam. Het gezin heeft zowel in Amsterdam als buiten de stad gekeken (Ouderkerk, Badhoevedorp, Aalsmeer en Weesp). De keuze is op Ouderkerk gevallen vanwege een combinatie aan factoren. Het gekochte huis is wel iets kleiner dan gewenst en de bouwstijl is wat ‘gewoontjes’. ‘Maar voor ons budget van € 300.000-€ 350.000 was dit wel het mooiste wat we gezien hebben’. Medioren en senioren die de afgelopen jaren niet verhuisd zijn kiezen er vaak bewust voor (nog) niet te verhuizen ondanks dat hun woning niet altijd meer past bij hun situatie. Voor medioren en senioren met een sociale huurwoning is de te verwachten huurverhoging en het gering aanbod aan geschikte goedkope huurwoningen een reden om te blijven zitten. Zij betalen nu vaak minder dan € 500 voor een vierkamer woning. Als ze gaan verhuizen is de kans groot dat ze minimaal hetzelfde, maar waarschijnlijk meer, kwijt zijn aan een kleinere woning. Daarnaast zijn er medioren en senioren die een woning hebben met één of meer trappen, hetzij in hun woning, hetzij in de portiek. Sommige ouderen hopen dat er, als het nodig mocht zijn, een traplift geplaatst kan worden zodat ze in de woning kunnen blijven wonen. Anderen voorzien wel dat ze op termijn hun huidige woning uit moeten omdat ze gezondheidsklachten hebben, maar willen die stap het liefst zo lang mogelijk uitstellen. De gesproken medioren en senioren willen eigenlijk geen van alleen concessie doen aan hun wens voor een woning met minimaal drie kamers. Veel mensen zien niet hoe zij zich prettig kunnen voelen in een dergelijke kleine woning.
4.2 Toekomstperspectief De meeste mensen verhuizen met het idee een tijdje in de nieuwe woning te blijven. De doelgroepen verschillen hierin wel sterk. Young professionals onder de 27 proberen bij het zoeken naar een woning vooral rekening te houden met de wensen en eisen die zij nu hebben. Dat verandert een beetje bij eind twintigers, zij kijken iets verder vooruit en zien bijvoorbeeld een derde kamer als voordeel waar op termijn eventueel ook een kind in zou kunnen. Verder dan dat ze eventueel gaan samenwonen of een kind krijgen kijken de meeste young professionals niet. Hun toekomstperspectief ligt tussen de één en de vier a vijf jaar. Doorstroomgezinnen hebben veelal een langere woonduur voor ogen als zij (willen) verhuizen. Veel gezinnen denken crèche- en schoolperiodes. Met andere woorden, ze
32
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Woonwensen roltrapgroepen
willen gedwongen schoolwisselingen als gevolg van een verhuizing zoveel mogelijk voorkomen. Ook als de kinderen nog heel jong zijn spelen de aanwezige scholen (en de eventuele wachtlijsten voor de gewenste scholen) al een rol. Anderen zien vooral dat kinderen vanaf een jaar of vijf een andere woonomgeving vragen ‘dan willen ze toch zelf op verkenningstocht gaan, als er dan spuiten liggen of een hele drukke weg in de buurt is dan voelt dat minder veilig’. Medioren en senioren die gaan verhuizen zien dat bijna altijd als hun laatste verhuizing, afgezien van een eventuele verhuizing naar een verzorgingshuis. Als medioren en senioren verhuizen dan kijken ze veelal heel bewust naar de mogelijkheden om in de gewenste woning oud te worden. Een badkamer en slaapkamer op de begane grond, geen trappen of trappen waar een traplift geplaatst kan worden, appartementen met een lift, niet te hoge drempels (‘anders kom je er met een rollator niet overheen’), een onderhoudsvrije tuin of een balkon en winkels op loopafstand wegen dan zwaar bij de keuze. Medior, woonachtig in Amsterdam Een vrouw woont alleen in een rijksmonument aan de Nieuwmarkt. Vroeger was het een bedrijfsruimte, zij bezit nu 2/9 van de woning. De woning heeft 4 kamers en is ongeveer 2 80 m . Voordelen van het huis zijn ‘het is niet standaard, de buurt is leuk en het is erg prettig dat er weinig sociale controle is’. Belangrijkste nadeel is wel dat er geen lift geplaatst kan worden en dat wordt een steeds groter probleem aangezien lopen wat moeilijker gaat.
33
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Woonwensen roltrapgroepen
34
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Woonwensen roltrapgroepen
Bijlage 1 Gebruikte checklist
Projectnummer: 12075 Woonwensen, mei 2012 Ongeveer 8 deelnemers per keer Vraag vooraf aan alle deelnemers: - foto huidige woning of woonsituatie meenemen naar gesprek - eventueel foto gewenste woonsituatie (woning(type)) - bij aankomst O+S invullen kort vragenformulier
Inloop met broodjes + invullen kort vragenlijstje door deelnemers Welkom (10 minuten, inclusief uitloop invullen vragenlijstjes) - voorstellen gespreksleider en notulist + uitleg groepsgesprek (+ toestemming evt. opname gesprek) - voorstellen medewerker(s) Stadregio + uitleg doel van het onderzoek Voorstelrondje (20 minuten) - naam - leeftijd - samenstelling huishouden - woonwens (verhuiswens ja/nee + evt. waar) - woongeschiedenis kort - huur/koopwoning - foto huidige woning/woonsituatie Huidige woning (10 minuten) n.a.v. foto - voordelen - nadelen Gewenste woning (20 minuten) - wat wil je?: type woning, oppervlakte, buitenruimte, omgeving, prijs (eisen) - waarom wil je dat? - hoe ziet de omgeving eruit? o type mensen o voorzieningen - waar wil je wonen? (concrete plekken) - waarom wil je daar wonen? Kaart Stadsregio / Amsterdam (15 minuten inclusief korte pauze) - interactief: plaatjes, stickers en toelichting op kaart schrijven/plakken
35
Gemeente Amsterdam Bureau Onderzoek en Statistiek Woonwensen roltrapgroepen
Overwegingen (10 minuten) - wat weegt het zwaarst (locatie, type woning, prijs, oppervlakte, omgeving woning, sociale contacten, mening anderen etc)? - waarom? - invloed mening anderen / imago /prijs - hoe ver kijk je vooruit? - wie beslist? Concessies en haalbaarheid wensen (10 minuten) - welke concessies - wat echt niet (evt. of kaart) + waarom niet? o gebied, o wel eens geweest? o prijs - hoe haalbaar is de woonwens? - op welke termijn wensen realiseren? Vragen/toevoegingen (5 minuten) Afsluiten en bedanken (max 19.50, om 20.00 iedereen weg)
**Medioren en senioren zonder verhuiswens: Dieper ingaan op huidige woning, wat hebben ze nu? Dieper ingaan op voor en nadelen huidige woning Belang van sociale factoren (invloed buren, kinderen, vrienden etc) Belang van gezondheid Waarom niet verhuizen - waarom niet: concrete dingen - wanneer eventueel wel? - wat dan en waar?
36