Woonvisie Zuidplas Intergemeentelijke visie op het wonen in de vijf Zuidplaspoldergemeenten Gouda, Moordrecht, Nieuwerkerk aan den IJssel, Waddinxveen en Zevenhuizen-Moerkapelle tot 2020
A4_omslag_woonvisie_v2.indd 1
17-02-2009 14:58:48
Woonvisie Zuidplas
In opdracht van gemeente Gouda gemeente Moordrecht gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel gemeente Waddinxveen gemeente Zevenhuizen-Moerkapelle projectbureau Driehoek RZG Zuidplas
Bert te Kiefte, Pieter van Haeften Illustraties: Bureau Khandekar, stadsontwerp en landschapsarchitectuur augustus 2007 Projectnummer: 2006-080
Gerrichhauzen en Partners Advies, management en training bij veranderingsprocessen in stedelijke gebieden Postbus 546 3300 AM Dordrecht t (078) 6 144 166 f (078) 6 144 420
Raadsbehandeling: Gouda: 17 december 2008 Moordrecht: 16 december 2008 Nieuwerkerk aan den IJssel: 30 oktober 2007 Waddinxveen: 17 december 2008 Zevenhuizen-Moerkapelle: 30 oktober 2007
Inhoudsopgave
Voorwoord
4
1.
Wonen in de Z5-gemeenten
6
2.
Bestaande woningbouwplannen: een inventarisatie | van de Z5-gemeenten Gouda Waddinxveen Nieuwerkerk aan den IJssel Zevenhuizen-Moerkapelle Moordrecht Samenvattend overzicht
2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5. 2.6. 3. 3.1. 3.2.
8 8 9 9 10 10 11
3.4.
Kwantitatieve opgave Zuidplaspolder 12 Woningbehoefte 12 Woningbouwproductie Z5-gemeenten en Stadsregio Rotterdam overige locaties 12 Confrontatie behoefte en productie: kwantitatieve opgave Zuidplaspolder 13 Kernstrategie kwantitatieve opgave 15
4. 4.1. 4.2. 4.3.
Kwalitatieve opgave Zuidplaspolder Gewenste woonmilieus Mensen en hun individuele woonwensen Toekomstbestendig bouwen
3.3.
16 16 18 19
4.4. 4.5. 4.6.
Ouderen en mensen met een functiebeperking Starters en lagere inkomens Woonruimteverdelingsregels
21 23 24
5. 5.1. 5.2. 5.3. 5.4. 5.5.
Kwalitatieve opgave per locatie: uitgangspunten voor ontwikkeling Rode Waterparel Lanen en Linten Dorpsuitbreidingen Zevenhuizen en Moerkapelle Nieuwerkerk-Noord Gouweknoop
26 26 28 29 30 32
6. 6.1. 6.2. 6.3. 6.4. 6.5.
Ontwikkelingsstrategieën per locatie Landelijk wonen in de Rode Waterparel Landelijk wonen in Lanen en Linten Dorps wonen in Zevenhuizen en Moerkapelle Dorps en landelijk wonen in Nieuwerkerk-Noord Stedelijk wonen in de Gouweknoop
34 35 36 36 37 39
7.
Samenvattend programma Zuidplaspolder
40
Bijlage 1: begrippenlijst
41
Bijlage 2: namen organisatie Woonvisie
44
Gerrichhauzen en Partner
Woonvisie Zuidplas
4
Voorwoord Voor u ligt de Woonvisie Zuidplas. De Woonvisie richt zich op het wonen in de vijf Zuidplaspoldergemeenten (Z5-gemeenten) tot het jaar 2020, met bijzondere aandacht voor de Zuidplaspolder. Deze visie is een vervolg op het Intergemeentelijk Structuurplan (ISP) en de partiële herziening van het Streekplan Zuid-Holland Oost. De gemeenteraden van de Z5-gemeenten hebben - bij motie - de colleges van B en W opgedragen voorafgaand aan de volgende fase van de integrale ontwikkeling van de Zuidplaspolder, de fase van bestemmingsplannen en gebiedsprogramma’s, een woonvisie op te stellen. De Stuurgroep Zuidplas RZG heeft bij de vaststelling van het plan van aanpak voor de Woonvisie op 6 juni 2006 mij als bestuurlijk rapporteur aangewezen en verzocht de visie te laten ontwikkelen. In overeenstemming met het plan van aanpak is een ambtelijk kernteam ingesteld dat de Woonvisie heeft begeleid. Voor het draagvlak van de Woonvisie is het kernteam op bepaalde tijden uitgebreid tot een woonvisieteam. De projectleiding is geleverd door de gemeenten Gouda en Waddinxveen. In bijlage 2 treft u een lijst met namen aan. Het adviesbureau Gerrichhauzen en Partners is aangetrokken om de werkzaamheden voor de Woonvisie te verrichten. Deze woonvisie is het subregionale kader voor het woonbeleid binnen de Z5-gemeenten en is daarmee richtinggevend voor (toekomstige) actualisatie van lokale woonvisies. Het dient enerzijds als input voor de bestemmingsplannen en gebiedsprogramma’s Zuidplaspolder en geeft anderzijds de bijdrage van de Z5-gemeenten aan de woonopgave binnen de regio MiddenHolland weer. De Woonvisie is in een aantal stappen ontwikkeld. In de zomer van 2006 is het bureau gestart met een verkenning van de vraagstukken en op 22 juni 2006, de Langste Dag van de Zuidplas, is het resultaat daarvan gepresenteerd. Vervolgens is er op 21 september 2006 een werkconferentie met diverse vertegenwoordigers van corporaties, ontwikkelaars, provincie, projectorganisatie Zuidplas RZG, regio en gemeenten geweest, waarbij de uitkomsten plenair zijn bediscussieerd. Op 21 december 2006, de Kortste Dag van de Zuidplas, heb ik een tussenstand weergegeven. Onder regie van de provincie is de woningbehoefte en de woningproductie binnen de bebouwingscontouren gevalideerd waarbij op 12 april 2007 in de Stuurgroep Zuidplas RZG overeenstemming is bereikt over een startprogramma van 7.000 woningen voor de Zuidplaspolder. Op 25 april 2007 is vervolgens in een atelier met het woonvisieteam de inhoud verder uitgewerkt. Uiteindelijk heeft de Stuurgroep Zuidplas RZG op 13 juni 2007 ingestemd met het conceptontwerp dat nu voorligt en biedt het de Z5-gemeenten nu ter vaststelling aan.
Gerrichhauzen en Partner
Woonvisie Zuidplas
5
Parallel aan het opstellen van de Woonvisie is een voorzieningenrapport voor de Zuidplaspolder opgesteld. De Woonvisie en het voorzieningenrapport zijn over en weer afgestemd op onder meer het thema wonen, welzijn en zorg. De Woonvisie geeft in een zevental kernstrategieën weer hoe de Z5-gemeenten met de kwalitatieve en kwantitatieve opgaven waarvoor zij gesteld staan, wensen om te gaan. Verondersteld wordt dat de overige gemeenten in Midden-Holland zelf in hun woningbehoefte kunnen voorzien. De bestaande woningbouwplannen binnen de bebouwingscontouren van de Z5gemeenten en de Stadsregio Rotterdam zijn een gegeven. De woningen en woonmilieus die in de Zuidplaspolder komen, zijn in zowel kwantitatieve als kwalitatieve zin een aanvulling op deze plannen. De woningproductie in de Zuidplaspolder is per deelgebied uitgewerkt. Ook is voor elk van deze deelgebieden een bijbehorende ontwikkelingsstrategie opgenomen. Deze woonvisie biedt een basis voor goed wonen binnen de Z5-gemeenten. Mijn Z5-collegabestuurders en ik zijn benieuwd wat de bespreking in onze gemeenten en met de regio oplevert voor het vervolg. Uiteraard blijven we betrokken en dragen we ons ‘steentje’ bij aan een toekomstbestendig woon- en leefklimaat in de Z5-gemeenten en de Zuidplaspolder in het bijzonder. We zullen de uitvoering van de Woonvisie eens per twee jaar monitoren en afhankelijk daarvan zonodig voorstellen voor bijstelling doen.
Wiebrand Dijksterhuis
wethouder Waddinxveen, bestuurlijk rapporteur namens de stuurgroep Zuidplas RZG
Gerrichhauzen en Partner
1.
Woonvisie Zuidplas
Wonen in de Z5-gemeenten
6
In het Streekplan Zuid Holland Oost (2003, tweede partiële herziening mei 2006) en het Intergemeentelijk Structuurplan Zuidplas (ISP, januari-februari 2006) is de Zuidplaspolder (zie kaart bladzijde 7) aangewezen als locatie voor de bouw van 15.000–30.000 woningen in de jaren 2010–2030. De Zuidplaspolder maakt ook onderdeel uit van de Verstedelijkingsafspraken Zuidvleugel. In deze afspraken (vastgesteld door het Bestuurlijk Platform Zuidvleugel in mei 2006) is voor de Zuidplaspolder een productie vastgelegd van 11.900 woningen in de periode 20102020 en 12.100 woningen in de periode 2020-2030, De gemeenten Gouda, Waddinxveen, Nieuwerkerk aan den IJssel, Zevenhuizen-Moerkapelle en Moordrecht (ook wel Z5-gemeenten genoemd) maken onderdeel uit van het Intergemeentelijk Samenwerkingsverband Midden-Holland (ISMH, ook wel de regio of Midden-Holland genoemd) . Zij werken met acht andere gemeenten onder meer samen aan een aantal woonop-
Functie en monitoring Woonvisie Zuidplas: 1. Kader voor woningbouwontwikkeling in de Z5-gemeenten en Zuidplaspolder.
gaven die om een gemeenschappelijke inspanning vragen. De regio wil komen tot een hernieuwde toekomstvisie op het wonen in Midden-Holland. Om de vraag te kunnen beantwoorden wat en hoeveel er op welke locatie binnen de Z5-
2. Bijdrage van Z5-gemeenten aan regionale woonopgaven.
gemeenten en in het bijzonder de Zuidplaspolder gebouwd moet worden, is besloten een sub-
3. Een keer per 2 jaar rapportage over voortgang en resultaten.
als kader voor de woningbouwontwikkelingen in de Z5-gemeenten en de Zuidplaspolder in het
regionale woonvisie op te stellen. De Woonvisie Zuidplas (hierna verder de Woonvisie) dient bijzonder. De Woonvisie geeft tevens de bijdrage van de Z5-gemeenten aan de regionale woonopgaven weer en vormt daarmee een van de bouwstenen voor de kadernotitie over wo-
Hoofopgave woonbeleid: Adequaat benutten en uitbreiden van de woningvoorraad voor de vraag uit de Z5-gemeenten, de Stadsregio Rotterdam en de rest van de Zuidvleugel. Centrale uitgangspunten Woonvisie Zuidplas: 1. De bestaande woningbouwplannen van de Z5-gemeenten en de Stadsregio Rotterdam zijn een gegeven. 2. De nieuw te ontwikkelen woningen en woonmilieus in de Zuidplaspolder zijn aanvullend op deze bestaande plannen en niet onnodig concurrerend.
nen voor de regio Midden-Holland. De Woonvisie heeft betrekking op de periode 2005–2020. De colleges van B en W van de Z5-gemeenten monitoren de uitvoering van de Woonvisie gezamenlijk en rapporteren iedere twee jaar over de voortgang en de resultaten en doen zonodig voorstellen voor bijstelling. De hoofdopgave van het woonbeleid in de Z5-gemeenten is het zo adequaat mogelijk benutten en uitbreiden van de woningvoorraad om tegemoet te komen aan de eigen vraag en de vraag uit de Stadsregio Rotterdam en de rest van de Zuidvleugel. Centrale uitgangspunten bij de Woonvisie zijn: . Bestaande woningbouwplannen van de Z5-gemeenten en de Stadsregio Rotterdam voreen gegeven. . men De woningen en woonmilieus in de Zuidplaspolder, die als nieuw te ontwikkelen zijn opgenomen in het ISP, mogen niet onnodig concurreren met deze bestaande plannen, maar zijn hier aanvullend op.
Gerrichhauzen en Partner
Woonvisie Zuidplas
7
Deze centrale uitgangspunten hebben invloed op de uitwerking van deze woonvisie. De Woonvisie beschrijft de uitgangspunten voor de nieuwbouwlocaties in de Zuidplaspolder en de wijze waarop deze locaties het beste ontwikkeld kunnen worden. Ontwikkelingen in de bestaande voorraad van de vijf gemeenten krijgen slechts beperkt aandacht, namelijk voor zover nodig voor een goede afstemming met de woningbouw in de Zuidplaspolder, Ook is er geen gedetailleerde informatie over het woonbeleid van de vijf gemeenten opgenomen. Hiervoor wordt verwezen naar de gemeentelijke woonvisies. Deze woonvisie is een aanvulling op de gemeentelijke woonvisies en komt er niet in de plaats van. De Z5-gemeenten zoeken bij (toekomstige) actualisatie van hun lokale woonvisies de noodzakelijke programmatische afstemming in kwantitatieve en kwalitatieve zin en beschouwen de Woonvisie als richtinggevend voor een actualisatie. Daarnaast wordt niet uitgebreid ingegaan op de afstemming met het Groene Hartdeel van de regio Midden-Holland. Doordat de Woonvisie invulling geeft aan een specifieke opgave, voortkomend uit de Z5-gemeenten zelf (zowel Zuidvleugeldeel als Groene Hartdeel), de Stadsregio Rotterdam en de Zuidvleugel meer in het algemeen, hebben de in deze woonvisie beschreven strategieën niet tot nauwelijks invloed op het woonbeleid in de overige delen van de regio Midden-Holland. Tenslotte worden bestaande afspraken rond de locaties Westergouwe (Gouda) en Triangel (Waddinxveen), die een opvangfunctie vervullen voor de gehele regio Midden-Holland, gerespecteerd doordat de programmering van deze locaties als gegeven wordt beschouwd. In hoofdstuk 2 wordt eerst een inventarisatie gemaakt van de bestaande woningbouwplannen in de Z5-gemeenten. Op basis hiervan wordt de kwantitatieve (hoofdstuk 3) en kwalitatieve opgave (hoofdstuk 4) voor de woningbouw in de Zuidplaspolder geschetst. Per locatie in de Zuidplaspolder worden in hoofdstuk 5 de uitgangspunten voor de te realiseren woningbouw beschreven en in hoofdstuk 6 de wijze waarop de locatie het beste ontwikkeld kan worden. Hoofdstuk 7 bevat tenslotte een samenvattend overzicht van het woonprogramma voor de Zuidplaspolder. In bijlage 1 is een begrippenlijst te vinden en in bijlage 2 zijn de namen van degenen die een bijdrage aan de Woonvisie hebben geleverd, opgenomen.
LEESWIJZER: Op de linkerhelft van iedere bladzijde wordt de essentie van de Woonvisie weergegeven, de rechterhelft is een nadere toelichting hierop.
Gerrichhauzen en Partner
2.
Woonvisie Zuidplas
8
Bestaande woningbouwplannen: een inventarisatie van de Z5-gemeenten In dit hoofdstuk worden de bestaande woningbouwplannen van de Z5-gemeenten beschreven, die voortvloeien uit de bestaande lokale woonvisies. De woningbouw in de Zuidplaspolder wordt afgestemd op deze bestaande plannen. De beschrijving is gebaseerd op een provinciale validatie van de woningbehoefte en de woningbouwplannen per 1 februari 2007. Latere actualisaties van woningbouwprogramma’s zijn hier niet meer in verwerkt. De in de tabellen weergeven differentiatie naar prijsklasse en woonmilieu is indicatief.
Tabel 1 2.1.
Woningbouwproductie Gouda 2005-2020 (exclusief Zuidplaspolder, opgave gemeente) Nettoproductie: Binnenstedelijk Westergouwe Totaal Prijsklassen: Goedkoop Betaalbaar/middelduur Duur Niet bekend Woonmilieus: Centrum-stedelijk Stedelijk naoorlogs compact/grondgebonden Groen-stedelijk
Gouda De binnenstedelijke productie van Gouda (zie tabel 1) in de periode 2005-2020 valt in enkele
2.550 3.740 6.290 6% 26% 47% 21%
hoofdclusters uiteen: Binnenstad en randen: het gaat hier onder meer om invulling van inbreidingslocaties
.
(veelal als gevolg van functieverandering) zoals Bolwerk (circa 60 woningen), Koningshof (circa 150 woningen), Drie Notenboomen/GMF/Vergeer/ Zeepfabriek (circa 70 woningen) en de Jan Verzwollezone (circa 100-300 woningen). Alle woningen worden gerealiseerd
.
in het centrum-stedelijke woonmilieu. Spoorzone: op enkele locaties ten noorden en ten zuiden van het spoor wordt in de periode 2010-2020 de bouw voorzien van circa 480 woningen in een centrum-stedelijk
11% 24% 65%
.
woonmilieu. Wijkontwikkelingsgebieden: in de wijkontwikkelingsgebieden Korte Akkeren en GoudaOost worden bestaande stedelijke naoorlogs compacte en grondgebonden woonmilieus via nieuwbouw getransformeerd naar enerzijds meer centrum-stedelijke en anderzijds
.
meer groen-stedelijke woonmilieus. Overig bestaand stedelijk gebied: hieronder vallen diverse locaties in gebieden met naoorlogse compacte en grondgebonden woonmilieus en groen-stedelijke woonmilieus waarvan Ronsseveld (circa 300 woningen) en Middenwillens (circa 250 woningen) tot de grotere behoren. Ronsseveld maakt deel uit van een groen-stedelijk woonmilieu maar wordt meer als centrum-stedelijk ontwikkeld. Middenwillens is onderdeel van een stedelijk naoorlogs compact woonmilieu maar wordt als groen-stedelijk ontwikkeld.
In het bestaande bebouwde gebied van Gouda worden in de periode 2005-2020 naar verwachting in het totaal 2.550 woningen opgeleverd. Gouda ontwikkelt binnen haar bebouwingscontour in de periode 2005-2020 ook de uitbreidingslocatie Westergouwe met in totaal circa 3.750 woningen. Westergouwe omvat een
Gerrichhauzen en Partner
Woonvisie Zuidplas
9
gevarieerd aanbod aan groen-stedelijke woonmilieus van meer stedelijke delen nabij het station aan de (noord)westzijde en aan de oostzijde tot een meer landelijk deel aan de (zuid)westzijde grenzend aan de ecologische zone. Het indicatieve programma van Westergouwe bestaat uit circa 4% goedkoop, 30% betaalbaar/middelduur en 66% duur.
Tabel 2 Woningbouwproductie Waddinxveen 2005-2020 (exclusief Zuidplaspolder, opgave gemeente) Nettoproductie: Binnenstedelijk Triangel Totaal Prijsklassen: Goedkoop Betaalbaar/middelduur Duur Niet bekend Woonmilieus: Kleinstedelijk Groen-kleinstedelijk
2.2.
Waddinxveen Waddinxveen (tabel 2) kent veel binnenstedelijke locaties die opgewaardeerd of getransformeerd moeten worden, waarbij woningbouw als kostendrager noodzakelijk is. Er is daarom een
1.830 2.850 4.680
groot aantal locaties in ontwikkeling: Bedrijfslocaties: op diverse plaatsen, onder meer in de bedrijvenzone langs de Gouwe
.
worden bedrijfslocaties getransformeerd naar woningbouw. De transformatielocaties
19% 31% 27% 23%
langs de Noordkade omvatten zo’n 200 woningen, ten zuiden van de Hefbrug gaat het om
.
circa 250 woningen. Sportparken: als de plannen voor nieuwe sportterreinen aan de buitenzijde van Waddinxveen doorgaan, kunnen op de bestaande sportterreinen De Sniep en Oranjewijk in het to-
42% 58%
.
taal circa 250 woningen worden ontwikkeld. Station-tot-bruggebied: dit is een gebied met een onduidelijke structuur en versnipperde eigendomsverhoudingen, waardoor herontwikkeling erg ingewikkeld is. Gedacht wordt
Tabel 3
.
Woningbouwproductie Nieuwerkerk a.d. IJssel 2005-2020 (exclusief Zuidplaspolder, opgave gemeente) Nettoproductie: Binnen-dorps 430 Esse Zoom 700 Totaal 1.130 1 Prijsklassen: Goedkoop 31% Betaalbaar/middelduur 24% Duur 40% Niet bekend 5% Woonmilieus: Centrum-dorps 97% Landelijk 3%
Volgens definities uit lokale woonvisie: goedkoop huur tot € 527 en goedkope koop tot € 181.500 en middeldure huur boven € 527 en middeldure koop tot € 300.000 en dure koop boven € 300.000.
Centrum: het centrumplan omvat de bouw van een nieuw winkelhart met woningen. Hier zijn circa 400 nieuwe woningen voorzien.
In het bestaande bebouwde gebied van Waddinxveen worden in de periode 2005-2020 naar verwachting in het totaal 1.830 woningen opgeleverd, die alle gerealiseerd worden in een kleinstedelijk woonmilieu. Waddinxveen ontwikkelt binnen haar bebouwingscontour in de periode 2005-2020 ook de uitbreidingslocatie Triangel met in het totaal 2.850 woningen. Het noordelijk deel van deze locatie wordt ontwikkeld als een waterrijk gebied met een dun en duur woonmilieu. Het zuidelijke deel wordt een groen-kleinstedelijk woonmilieu. Het indicatieve programma van Triangel bestaat uit circa 28% goedkoop, 40% betaalbaar/middelduur en 32% duur. 2.3.
1
aan de bouw van circa 200 woningen.
Nieuwerkerk aan den IJssel Nieuwerkerk aan den IJssel (tabel 3) kan tot 2015 nog 430 woningen binnen het bestaand bebouwd gebied realiseren.
Gerrichhauzen en Partner
Woonvisie Zuidplas 10
Binnen haar bebouwingscontour heeft de gemeente tot 2015 nog één uitbreidingslocatie beTabel
4
schikbaar, de locatie Esse Zoom. Op deze locatie aan de zuidzijde van Nieuwerkerk worden
Woningbouwproductie Zevenhuizen-Moerkapelle 2005-2020 (exclusief Zuidplaspolder, opgave gemeente) Nettoproductie: Binnen-dorps 510 Prijsklassen: Goedkoop 10% Betaalbaar/middelduur 15% Duur 75% Woonmilieus: Dorps 100%
circa 700 woningen gerealiseerd in de periode 2005-2015. Esse Zoom wordt ontwikkeld als een centrum-dorps woonmilieu. Het indicatieve programma omvat circa 30% goedkoop, 28% betaalbaar/middelduur en 42% duur.
2
Na 2015 heeft de gemeente geen bouwlocaties meer beschikbaar en is ze aangewezen op woningbouw in de Zuidplaspolder voor het voorzien in de woningbehoefte. 2.4.
Zevenhuizen-Moerkapelle De gemeente Zevenhuizen-Moerkapelle (tabel 4) heeft de afgelopen jaren een inhaalslag gemaakt, waardoor alle plannen die nu in ontwikkeling naar verwachting voor 2010 gerealiseerd worden. De grootste in ontwikkeling zijnde locatie is Groot Swanla in Zevenhuizen met 250 woningen. Na 2010 heeft de gemeente geen woningbouwlocaties meer beschikbaar binnen
Tabel 5 Woningbouwproductie Moordrecht 2005-2020 (exclusief Zuidplaspolder, opgave gemeente) Nettoproductie: Binnen-dorps Vijfakkers-Noord Totaal Prijsklassen: Goedkoop Betaalbaar/middelduur Duur Niet bekend Woonmilieus: Dorps
haar bebouwingscontour afgezien van initiatieven vanuit herstructurering van bedrijventerreinen of revitalisering van centrumlocaties, waarvoor op dit moment de ruimtelijke en financiële haalbaarheid ontbreekt. Voor het voorzien in de woningbehoefte is de gemeente daarmee aange330 250 580 0% 22% 16% 62% 100%
wezen op locaties in de Zuidplaspolder. 2.5.
Moordrecht In Moordrecht (tabel 5) wordt circa 40% van de voorziene woningbouwproductie gerealiseerd voor 2010. De gemeente streeft ernaar om 10% van de totale woningbouwproductie in de goedkope prijsklasse te realiseren. Na 2010 resteert nog slechts een beperkt aantal grotere locaties binnen het bestaand bebouwd gebied: Stevensstraat: 80-120 woningen waarvan de helft ter vervanging van bestaande wonin-
. .
gen Boslocatie: circa 60 woningen
De gemeente heeft binnen haar bebouwingscontour nog één uitbreidingslocatie beschikbaar, de locatie Vijfakkers-Noord waarmee in 2010 wordt gestart. Op deze locatie wordt de bouw van 350 woningen voorzien, waarvan 250 in de periode 2010-2020. De locatie wordt ontwikkeld in een dorps woonmilieu. Een verdere differentiatie naar woningtype of prijsklassen is nog niet bekend.
2
Zie voetnoot 2.
Gerrichhauzen en Partner
Woonvisie Zuidplas 11
2.6.
Tabel 6
Samenvattend overzicht In tabel 6 is een samenvattend overzicht van de woningbouwproductie in de Z5-gemeenten te vinden die voortvloeit uit de lokale woonvisies. Uit het overzicht blijkt dat 45% van de productie
Woningbouwproductie Z5-gemeenten 2005-2020 (exclusief Zuidplaspolder, opgave gemeenten)
plaatsvindt binnen het bestaand bebouwd gebied van de gemeente. De rest van de productie
Nettoproductie: Bestaand bebouwd gebied Uitbreiding Totaal Prijsklassen: Goedkoop Betaalbaar/middelduur Duur Niet bekend Woonmilieus: Centrum-stedelijk Stedelijk naoorlogs compact/ grondgebonden Groen-stedelijk Kleinstedelijk Groen-kleinstedelijk Centrum-dorps Dorps Landelijk
stedelijke of groen-kleinstedelijke woonmilieus en nog eens een kwart in stedelijk naoorlogs
Moordrecht
compacte en grondgebonden en kleinstedelijke woonmilieus. Het landelijk woonmilieu komt nauwelijks in de productie voor.
Totaal
ZevenhuizenMoerkapelle
Nieuwerkerk a.d. IJssel
Gouda
Waddinxveen
vindt plaats op uitbreidingslocaties. Ruim de helft van de productie vindt plaats in groen-
2.550 3.740 6.290
1.830 2.850 4.680
430 700 1.130
510 0 510
330 250 580
5.650 7.540 13.190
6% 26% 47% 21%
19% 31% 27% 23%
31% 24% 40% 5%
10% 15% 75% 0%
0 22% 16% 62%
12% 27% 39% 22%
11% 24%
6% 11%
65% 42% 58% 97% 100%
100%
3%
Conclusie bestaande woningbouwplannen Z5-gemeenten 2010-2020: Ruim de helft van de voorgenomen productie in de Z5-gemeenten vindt plaats in groen-stedelijke of groen-kleinstedelijke milieus. Het landelijk woonmilieu komt nauwelijks in de productie voor.
31% 15% 21% 8% 8% nihil
Gerrichhauzen en Partner
Woonvisie Zuidplas 12
3.
Kwantitatieve opgave Zuidplaspolder De kwantitatieve opgave voor de Zuidplasgemeenten volgt uit de confrontatie van (zie figuur 1): de woningbehoefte van de Z5-gemeenten en de stadsregio Rotterdam.
. .
Figuur 1 Woningbehoef te: • Z5 • SRR
Te realis eren productie in Zuidpla spol der
Productie excl. Zuidplaspolder: • Z5 • SRR
de productie die de Z5 gemeenten en de stadsregio Rotterdam op andere locaties realiseren dan de nieuw te ontwikkelen locaties in de Zuidplaspolder ( in dit hoofdstuk aangeduid als ‘productie exclusief Zuidplaspolder’).
Hieruit volgt een theoretisch woningtekort dat een plaats zou moeten vinden op de nieuw te ontwikkelen locaties in de Zuidplaspolder. Hierbij is verondersteld dat de overige ISMHgemeenten voorzien in hun eigen woningbehoefte en dat woningbouw in de Zuidplaspolder,
Tabel 7 1
met uitzondering van de uitbreidingslocaties Westergouwe en Triangel eventueel, voor deze
2
Woningbehoefte Z5 2005-2010 2010-2020 2005-2020 (opgave provincie) Gouda 1.900 3.380 5.280 Waddinxveen 800 990 1.790 Nieuwerkerk a.d. IJssel 730 1.010 1.740 Zevenhuizen-Moerkapelle 150 330 480 Moordrecht 120 290 410 Totaal 3.700 6.000 9.700 1 Woningbehoefteraming 2004, inclusief inlopen tekort 2004 2 Woningbehoefteraming 2004, inclusief extra programma 2010-2020
gemeenten geen rol vervult. 3.1.
Woningbehoefte De Z5-gemeenten moeten bouwen in de Zuidplaspolder om te voorzien in de eigen woningbehoefte, maar de productie in de Zuidplaspolder moet ook voorzien in de woningbehoefte van de Stadsregio Rotterdam, waaraan niet op andere locaties tegemoet gekomen kan worden. De woningbehoefte 2005-2020 van de Z5 gemeenten volgens de opgave van de provincie is weergegeven in tabel 7. De bijbehorende woonmilieus variëren van centrum-stedelijk wonen tot aan landelijk wonen.
Tabel 8 Woningbehoefte SRR 2010-2020 (berekening ABF-research, opgave SRR) Rotterdam Overig stadsregio Totaal
Dorps wonen 500 3.900 4.400
De woningbehoefte van de Stadsregio Rotterdam, waarvan onderzocht is of deze een plaats
Landelijk wonen 1.100 3.600 4.700
moet krijgen in de Zuidplaspolder, doet zich voor in enkele specifieke woonmilieus, namelijk dorps en landelijk wonen. Bij de overige woonmilieutypen is op voorhand duidelijk dat locaties binnen de stadsregio hiervoor voldoende mogelijkheden bieden. De behoefte aan dorps en landelijk wonen in de Stadsregio Rotterdam is berekend door ABF-research (zie tabel 8). 3.2.
Woningbouwproductie Z5-gemeenten en Stadsregio Rotterdam overige locaties Een belangrijk deel van de in de vorige paragraaf berekende behoefte wordt gerealiseerd op andere locaties dan de nieuw te ontwikkelen locaties in de Zuidplaspolder.
Gerrichhauzen en Partner
Woonvisie Zuidplas 13
Tabel 9
Voor de Z5-gemeenten is in hoofdstuk 2 reeds een inventarisatie gemaakt van de bestaande plannen voor de periode 2005-2020. Uit deze inventarisatie komt naar voren dat de Z5 ge-
Woningbouwproductie Z5-gemeenten 2005-2020 (exclusief Zuidplaspolder, berekening provincie)
meenten in die periode een nettoproductie hebben van ruim 13.000 woningen. Deze productie
Nettoproductie Correctie planuitval Realistische productie
6.290 2.190 4.100
4.680 1.770 2.910
1.130 360 770
veelal een complex ontwikkelingsproces kennen met bijvoorbeeld noodzakelijke bedrijfsver-
Moordrecht
ZevenhuizenMoerkapelle 510 160 350
plaatsingen. Daarnaast kennen de grote uitbreidingslocaties binnen de bebouwingscontouren, waar de overige 55% van de productie wordt gerealiseerd, lange voorbereidings- en procedure-
Totaal
Nieuwerkerk a.d. IJssel
Waddinxveen
Gouda
wordt voor circa 45% gerealiseerd binnen bestaand bebouwd gebied op inbreidingslocaties, die
580 310 270
tijden. Er kan daarom niet vanuit gegaan worden dat de gehele voorziene productie wordt gerealiseerd in de periode 2005-2020. Rekening moet worden gehouden met planuitval en -
13.190 4.790 8.400
vertraging. Door de Provincie Zuid-Holland is een berekening gemaakt van de realistische productiecapaciteit waarbij er rekening is gehouden dat 30-50% van de bestaande woningbouwplannen door planuitval of –vertraging niet binnen de periode 2005-2020 wordt gerealiseerd. Het percentage per plan is afhankelijk van de juridische en bestuurlijke status van dat plan. De
Tabel 10 Woningbouwmogelijkheden SRR 2010-2020 Rotterdam (ROS 2030) Overig stadsregio (RR 2020) Totaal
Dorps wonen 0 6.560 6.560
gecorrigeerde (realistische) productie is weergegeven in tabel 9.
Landelijk wonen 0 1.500 1.500
In het Regionaal Structuurplan/Streekplan Regionaal Plan Rotterdam (RR 2020) is voorzien dat er rekening houdend met planuitval en –vertraging binnen de stadsregio 6.560 woningen in een dorps woonmilieu kunnen worden gerealiseerd en 1.500 woningen in een landelijk woonmilieu (zie tabel 10). 3.3.
Confrontatie behoefte en productie: kwantitatieve opgave Zuidplaspolder Confrontatie van de woningbehoefte (tabel 7 en 8) met de verwachte productie (tabel 9 en 10) leidt tot het aantal woningen waarvoor een plek gevonden moet worden op de nieuw te ontwikkelen locaties in de Zuidplaspolder. 1.
Z5-gemeenten. De woningbehoefte van de Z5-gemeenten kan deels een plaats krijgen binnen het bestaand bebouwd gebied en de uitbreidingslocaties Westergouwe, Triangel, Esse Zoom en Vijfakkers-Noord. Waar dit niet kan, moet de behoefte een plaats krijgen op de nieuw te ontwikkelen locaties in de Zuidplaspolder: •
woningbehoefte Z5-gemeenten 2005-2020
9.700 woningen
•
realistische productie Z5-gemeenten 2005-2020
8.400 woningen
Te realiseren nieuwe locaties Zuidplaspolder 2010-2020
1.300 woningen
Gerrichhauzen en Partner
Woonvisie Zuidplas 14
2.
Stadsregio Rotterdam. Uit een vergelijking van woningbehoefte en woningbouwmogelijkheden van de Stadsregio Rotterdam in dorpse en landelijke woonmilieus wordt geconcludeerd dat er voldoende capaciteit binnen de stadsregio is om te voorzien in de vraag naar dorpse woonmilieus. Voor landelijke woonmilieus is dit niet het geval: •
woningbehoefte landelijk wonen SRR 2010-2020
4.700 woningen
•
realistische productie landelijk wonen SRR 2010-2020
1.500 woningen
Te realiseren nieuwe locaties Zuidplaspolder 2010-2020 3.
3.200 woningen
Ventielfunctie Zuidplaspolder. De Zuidplaspolder is een van de weinige grote bouwlocaties die resteert in de Zuidvleugel. De Zuidplaspolder kan daarmee een belangrijke ‘ventielfunctie’ vervullen: tegenvallende productie in bijvoorbeeld de Stadsregio Rotterdam of de Regio Haaglanden kan worden gecompenseerd door extra productie in de Zuidplaspolder. Voor een deel van de benodigde productie in de Zuidvleugel zijn locaties nog niet definitief bepaald, maar is de provinciale inzet om deze gedeeltelijk in de Zuidplaspolder
Tabel 11 Benodigde minimumproductie Zuidplaspolder (ZPP) 2010-2020 Behoefte
Capaciteit excl. ZPP
Benodigde productie ZPP Z5 gemeenten 9.700 8.400 1.300 SRR landelijk wonen 4.700 1.500 3.200 1 Ventielfunctie ZPP 2.500 Totaal 7.000 1 Verondersteld benodigde aantal woningen voor opvang tegenvallers bij productie of locatiekeuze elders in de Zuidvleugel
te realiseren. Ook tegenvallers bij het aanwijzen en realiseren van deze nader te bepalen locaties kunnen gecompenseerd in de Zuidplaspolder. Vooralsnog wordt verondersteld dat deze ventielfunctie van de Zuidplaspolder in het totaal een productie met zich meebrengt van minimaal 2.500 woningen. In de toekomst zal nog invulling worden gegeven aan zowel de kwantitatieve als kwalitatieve invulling van deze ventielfunctie. De provincie doet hiervoor, in samenspraak met de Z5-gemeenten en andere betrokkenen de komende maanden een voorstel. De totale benodigde productie in de Zuidplaspolder bestaat daarmee uit (tabel 11): •
realistische productie ten behoeve van de Z5 –gemeenten
1.300 woningen
•
realistisch productie landelijk wonen voor SRR
3.200 woningen
•
ventielfunctie Zuidplaspolder
2.500 woningen
Totale realistische productie Zuidplaspolder 2010-2020
7.000 woningen
Gerrichhauzen en Partner
Woonvisie Zuidplas 15
Deze 7.000 woningen worden beschouwd als een startprogramma voor de periode 2010-2020.
Tabel 12 Woningbouwproductie Z5 gemeenten 2005-2020 Realistische productie Z5 excl ZPP Startprogramma realistische productie ZPP Totale realistische productie 2005-2020
De totale realistische productie van de Z5-gemeenten in de periode 2005-2020, die volgt uit 8.400 7.000 15.400
tabel 9 en tabel 11, is weergegeven in tabel 12. 3.4.
Kernstrategie kwantitatieve opgave Om te voorkomen dat er over-/onderproductie ontstaat:
Kernstrategieën kwantitatieve opgave Zuidplaspolder: 1. Confrontatie van behoefte en verwachte realistische productie leidt tot een benodigde realistische productie van 7.000 woningen in de periode 2010-2020 in de Zuidplaspolder. Bij de planontwikkeling wordt uitgegaan van dit startprogramma om over-/onderproductie te voorkomen. 2. De woningbouwplannen worden eenvoudig faseerbaar, zodat de realistische productie kan worden aangepast aan de vraag. 3. Om de realistische productie tijdig te kunnen aanpassen aan de vraag wordt een monitor ontwikkeld waarin de daadwerkelijke woningbouwproductie van de Z5-gemeenten en de Stadsregio Rotterdam periodiek wordt vergeleken met de geraamde productie.
1.
wordt voor de woningproductie in de Zuidplaspolder uitgegaan van een startprogramma van 7.000 woningen voor de periode 2010-2020. Dit startprogramma dient als uitgangspunt voor de planontwikkeling.
2.
wordt er voor gezorgd dat de woningbouwplannen in de Zuidplaspolder eenvoudig te faseren zijn, opdat de realistische productie kan worden aangepast aan de vraag.
3.
wordt met het oog op het tijdig aanpassen van de realistische productie aan de vraag een monitor ontwikkeld waarin de daadwerkelijke woningbouwproductie in de Z5-gemeenten (inclusief de locaties in de Zuidplaspolder) en de Stadsregio Rotterdam periodiek wordt vergeleken met de geraamde productie.
Gerrichhauzen en Partner
Woonvisie Zuidplas 16
4.
Kwalitatieve opgave Zuidplaspolder In dit hoofdstuk wordt de kwalitatieve opgave voor nieuw te ontwikkelen locaties in de Zuidplaspolder beschreven. Voor de overige locaties van de Z5-gemeenten gelden de lokale woonvisies. De kwalitatieve opgave voor de nieuwe locaties in de Zuidplaspolder valt uiteen in de volgende onderdelen: gewenste woonmilieus mensen en hun woonwensen toekomstbestendig bouwen ouderen en mensen met een functiebeperking starters en lagere inkomens huisvesten van mensen 4.1.
Gewenste woonmilieus Uitgangspunt van deze woonvisie is dat de woningbouw op de nieuw te ontwikkelen locaties in de Zuidplaspolder niet onnodig concurreert met woningbouw die gerealiseerd wordt elders in de Z5-gemeenten of de Stadsregio Rotterdam. De woonmilieus in de Zuidplaspolder moeten een aanvulling zijn op bestaande woonmilieus en op de woonmilieus die worden gerealiseerd in de uitbreidingslocaties Westergouwe, Triangel, Esse Zoom en Vijfakkers-Noord of die het gevolg zijn van herstructurerings- en woonmilieutransformatieprocessen in wijken van met name Gouda en Rotterdam. Om een aanvulling te zijn op dit aanbod aan woonmilieus worden de woningen in de Zuidplaspolder vooral gerealiseerd in een dorps of landelijk woonmilieu met een sterk accent op het laatstgenoemde. Hiervoor gelden de volgende overwegingen: In hoofdstuk 2 is reeds aangegeven dat de voorgenomen productie van de Z5-gemeenten buiten de Zuidplaspolder voor de helft plaats vindt in groen-stedelijke of -kleinstedelijke woonmilieus. Woningen in een dorps en landelijk woonmilieu vormen een aanvulling op deze voorgenomen productie. De behoefte vanuit de Stadsregio Rotterdam die een plaats moet krijgen in de Zuidplaspolder, bestaat (zie hoofdstuk 3) uit woningen in landelijke woonmilieus.
Gerrichhauzen en Partner
Woonvisie Zuidplas 17
De Zuidplaspolder biedt kansen om bijzondere en voor de Randstad unieke woonmilieus te creëren en daarmee de diversiteit in het aanbod aan woonmilieus in de Zuidvleugel te vergroten. Bijzondere woonmilieus aanvullend op milieus elders in de Zuidvleugel kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het tegengaan van de migratie van midden- en hogere inkomens uit de Zuidvleugel. Een uitzondering op de voorgaande woonmilieutypering geldt als bij de karakteristiek van een locatie een stedelijk of centrum-stedelijk woonmilieu past en tegemoet kan komen aan vooral de Goudse behoefte. De dorpse woonmilieus worden gerealiseerd als uitbreidingen van bestaande dorpen. Gezien vanuit de bestaande dorpen en de voorzieningen daarbinnen is het in hoge mate gewenst dat bewoners van deze uitbreidingen deel gaan uitmaken van de bestaande dorpsgemeenschap. Deel uitmaken van de dorpsgemeenschap is tevens een essentiële kwaliteit van het dorpse woonmilieu. Om het opnemen van nieuwe bewoners in de bestaande dorpsgemeenschap mogelijk te maken, moet het uitbreidingstempo van de dorpen passen bij de schaal van de bestaande kern. Dit is een leidend principe voor het bepalen van de fasering van de woningbouw. Binnen dit principe kan om redenen als versterking van het voorzieningenniveau gekozen worden voor een tijdelijke verhoging van de productie.
Kernstrategieën gewenste woonmilieus:
Hoewel in dorpse woonmilieus rond centrumlocaties een zekere verdichting mogelijk is, is de
De woningproductie in de Zuidplaspolder wordt vooral gerealiseerd in dorpse en landelijke woonmilieus met een sterk accent op het laatstgenoemde.
keuze voor dorpse en landelijke woonmilieus leidend voor de keuze van woningtype, dichtheid
Het realisatietempo van de dorpsuitbreidingen is zodanig dat nieuwe bewoners kunnen worden opgenomen in de bestaande dorpsgemeenschap. Een tijdelijke ophoging van het productietempo om redenen als versterking van het voorzieningenniveau is mogelijk.
Kernstrategie gewenste woonmilieus:
De keuze voor de woonmilieus is leidend voor het bepalen van de plancapaciteit, benodigde voorzieningen en infrastructuur.
en dergelijke en daarmee voor de plancapaciteit. De keuzes voor voorzieningen en infrastructuur volgen in principe hieruit.
Om te zorgen dat de woonmilieus in de nieuw te ontwikkelen locaties in de Zuidplaspolder aanvullend zijn op bestaande en te realiseren woonmilieus elders in de Z5-gemeenten of de Stadsregio Rotterdam: 1.
wordt de woningbouw op de nieuwe locaties in de Zuidplaspolder vooral gerealiseerd in een dorps of landelijk woonmilieu met een sterk accent op het landelijk woonmilieu.
2.
wordt het realisatietempo van de dorpsuitbreidingen afgestemd op de schaal van de bestaande kern om te waarborgen dat de nieuwe bewoners onderdeel gaan vormen van de
Gerrichhauzen en Partner
Woonvisie Zuidplas 18
bestaande gemeenschap, waarbij om redenen als versterking van het voorzieningenniveau gekozen kan worden voor een tijdelijke ophoging van de productie. 3.
is de keuze voor de woonmilieus leidend voor de plancapaciteit en zijn voorzieningen en infrastructuur een afgeleide hiervan.
4.2.
Mensen en hun individuele woonwensen In de nieuwe locaties in de Zuidplaspolder doen zich veel kansen voor om ruimte te scheppen voor het realiseren van woonwensen van individuele huishoudens via (collectief) particulier opdrachtgeverschap. Het in hoge mate honoreren van bewonerswensen bevordert het ontstaan van een ‘ontspannen’ woonmilieu en maakt onderdeel uit van het unieke karakter van de nieuw te ontwikkelen locaties in de Zuidplaspolder. Een grote mate van individuele vrijheid is noodzakelijk, willen deze locaties bijdragen aan het tegengaan van de migratie van hogere inkomens naar locaties buiten de Zuidvleugel. De nieuwe locaties in de Zuidplaspolder moeten concurreren met locaties waar deze doelgroep via kaveluitgifte een grote mate van vrijheid krijgt. De sleutel tot succes ligt in het ontwikkelen van een sterk landschappelijk raamwerk waarin (collectief) particulier opdrachtgeverschap zich op natuurlijke wijze voegt. Onderdeel van ruimte scheppen voor individuele woonwensen is het mogelijk maken van combinaties van wonen en werken, wonen en recreëren en wonen en zorg. Hierbij wordt gedacht aan kantoor aan huis, bedrijven in de recreatieve sector of kleinschalige productiebedrijven of kleinschalige woonzorgcombinaties. De nadruk op (collectief) particulier opdrachtgeverschap verschilt per locatie: De landelijke woonmilieus lenen zich bij uitstek voor particulier opdrachtgeverschap. Juist tot de karakteristieken van deze woonmilieus hoort dat de bebouwing per kavel sterk verschillend is. Met name hier zijn ook combinaties van wonen en werken, wonen en recreëren en wonen en zorg mogelijk, afgestemd op de individuele behoefte. In de dorpse uitbreidingen hoort (collectief) particulier opdrachtgeverschap eveneens tot de karakteristieken. Op deze locaties kunnen meer randvoorwaarden aan de plannen gesteld worden. In het (centrum-)stedelijke woonmilieu past (collectief) particulier opdrachtgeverschap minder goed bij het beoogde karakter maar wordt gestreefd naar consumentgericht bouwen.
Gerrichhauzen en Partner
Woonvisie Zuidplas 19
Kernstrategie individuele woonwensen
Kernstrategieën individuele woonwensen: 1.
2.
Gezien de gewenste rol van de Zuidplaspolder in het tegengaan van de migratie van hogere
De mogelijkheden voor (collectief) particulier opdrachtgeverschap worden in de Zuidplaspolder zoveel mogelijk benut. Daarbij verschillen de accenten per woonmilieutype.
inkomens en als essentieel onderdeel van de kenmerken van de gewenste woonmilieus: 1.
worden bij de ontwikkeling van de Zuidplaspolder de mogelijkheden voor (collectief) particulier opdrachtgeverschap zoveel mogelijk benut. De accenten verschillen daarbij per
De Z5-gemeenten vinden het vanzelfsprekend dat marktpartijen en corporaties ruime mogelijkheden scheppen voor (collectief) particulier opdrachtgeverschap.
type woonmilieu. 2.
vinden de Z5 gemeenten het vanzelfsprekend dat marktpartijen en corporaties ruime mogelijkheden scheppen voor individuen of groepen om als opdrachtgever op te treden.
4.3.
Toekomstbestendig bouwen De woningbouw in de Zuidplaspolder moet toekomstbestendig zijn. Dat wil zeggen dat woningen en woonomgeving duurzaam, gezond, (sociaal) veilig, levensloopbestendig en flexibel moeten zijn en dat waar mogelijk meervoudig ruimtegebruik wordt toegepast. Dit alles stelt eisen aan stedenbouwkundig ontwerp, inrichting van de openbare ruimte, woningontwerp en materiaalgebruik. Duurzaam Duurzaam bouwen omvat maatregelen variërend van stedenbouwkundig ontwerp tot materiaalgebruik die de milieubelasting als gevolg van het bouwen zelf, het gebruik van de gebouwen en het verwijderen ervan, tot een minimum terugbrengt. De te bouwen woningen zullen in ieder geval moeten voldoen aan het Regionale Beleidskader Duurzaam Bouwen van het ISMH en de intentieverklaring Duurzame Woningbouw Midden-Holland (1996). Op het gebied van energie zijn er diverse opties voor levering van warmte via een lokaal warmtenet: warmte uit kassen, industrie of biomassa, koude-warmteopslag in de bodem, winning van aardwarmte. De toepassing hiervan kent beperkingen bij een landelijke woonmilieu met lage dichtheden. Extra besparingsmaatregelen op woningniveau of decentrale energieopwekking zijn dan een alternatief. Er volgt nog een afzonderlijke verkenning en uitwerking van het thema Energie voor de Zuidplas. Voor het thema Water zijn de aspecten genoemd in hoofdstuk 7 van het ISP uitgangspunt voor de woningbouw op de nieuw te ontwikkelen locaties in de Zuidplaspolder.
Gerrichhauzen en Partner
Woonvisie Zuidplas 20
Gezond Iedereen is gebaat bij een woning die een gezond binnenmilieu garandeert en waarin ongevallen in en om het huis zo min mogelijk terug te voeren zijn op ontwerp en uitvoering van de woning. Zo is verbetering van de luchtkwaliteit een principe voor inrichting van een gebied. Woning en woonomgeving moeten voldoen aan actuele kwaliteitseisen die de gezondheidsrisico’s verminderen en het lichamelijk en geestelijk welzijn van bewoners bevorderen. Sociaal veilig (Sociaal) veilig bouwen is er op gericht de kansen op inbraak, vandalisme en overlast te verminderen en het veiligheidsgevoel te verhogen. Door een goed stedenbouwkundig en woningontwerp vermindert de kans op criminaliteit. Woning en woonomgeving voldoen aan actuele kwaliteitseisen die leiden tot een inbraakveilige woning en een sociaal veilige woonomgeving met als richtlijn hiervoor het Politiekeurmerk Veilig Wonen Nieuwbouw®. Levensloopbestendig en flexibel Levensloopbestendig betekent dat woningen en woonomgeving geschikt zijn voor alle generaties, ook als mensen een functiebeperking hebben of zorgbehoeftig zijn, doordat er een breed en divers aanbod aan woningen met een hoge woonkwaliteit, woonzorgcombinaties en dienstverlening aanwezig is. In het gebied is een combinatie van woningen en voorzieningen mogelijk die een gelijkwaardig alternatief bieden voor groepen die nu nog grotendeels intramuraal gehuisvest zijn. In landelijke woonmilieus ligt dit aanbod minder voor de hand. Flexibiliteit wil zeggen dat woningen en woonomgeving aangepast kunnen worden aan veranderende omstandigheden of andere doelgroepen. Levensloopbestendig en flexibel maakt het beide gewenst dat woningen en woonomgeving extra toegankelijk, gebruikvriendelijk, makkelijk aanpasbaar en eventueel uitbreidbaar zijn volgens de richtlijnen van WoonKeur, ongeacht het woonmilieu. Meervoudig ruimtegebruik Meervoudig ruimtegebruik gaat uit van combinatie van functies met als doel beperking van het ruimtebeslag. De dorpsuitbreidingen in de Zuidplaspolder bieden mogelijkheden hiertoe zoals het realiseren van woningen boven een school. In een stedelijk woonmilieu is meervoudig ruimtegebruik een vanzelfsprekendheid. De mogelijkheden tot meervoudig ruimtegebruik worden zoveel mogelijk benut.
Gerrichhauzen en Partner
Woonvisie Zuidplas 21
GPR-gebouw® De Z5-gemeenten stimuleren het gebruik van het instrument GPR-gebouw® bij woningbouw-
Kernstrategie toekomstbestendig bouwen:
plannen. Dit is een instrument dat ontwerpgegevens van een (woon)gebouw omzet in presta-
1.
Woningen en woonomgeving in de Zuidplaspolder worden toekomstgericht gebouwd, dat wil zeggen duurzaam, gezond, (sociaal) veilig, levensloopbestendig en flexibel.
loopbestendigheid) waarmee partijen eenduidig en toetsbare afspraken kunnen maken bij
In de dorpsuitbreidingen en de Gouweknoop worden de mogelijkheden van meervoudig ruimtegebruik waar mogelijk benut.
Kernstrategie toekomstbestendig bouwen
De Z5-gemeenten stimuleren het gebruik van het instrument GPRgebouw®.
komstbestendig zijn:
2. 3.
ties voor kwaliteit en duurzaamheid (energie, afval, water, gezondheid, veiligheid en levensnieuwbouwplannen en dat voldoende vrijheid aan ontwerpers biedt.
Om te waarborgen dat woningen en woonomgeving in de Zuidplaspolder zoveel mogelijk toe1.
worden woningen en woonomgeving duurzaam, gezond, (sociaal) veilig, levensloopbestendig en flexibel gebouwd en ingericht.
2.
worden in de dorpsuitbreidingen en de Gouweknoop de mogelijkheden voor meervoudig ruimtegebruik zoveel mogelijk benut.
3. 4.4.
stimuleren de Z5-gemeenten het gebruik van het instrument GPR-gebouw®.
Ouderen en mensen met een functiebeperking Volgens de provinciale woningbehoefteraming (WBR) 2004 groeit de woningbehoefte in ZuidHolland door tot na 2030. De aard van de groei verandert echter sterk: er komen alleen nog kleine huishoudens (alleenstaanden en éénoudergezinnen) bij. Een toenemend deel van de alleenstaanden betreft ouderen, die na het overlijden van hun partner alleen achterblijven. Er is een stijgende behoefte aan woningen geschikt voor ouderen en er worden hogere eisen gesteld aan leefomgeving en voorzieningen. Daarbij spelen de extramuralisering van zorginstellingen en de wens van ouderen tot langer zelfstandig wonen eveneens een rol. De provincie streeft ernaar dat 40% van de berekende regionale woningbehoefte wordt gedekt door nultredewoningen. In Midden-Holland is het Pact van Savelberg (afgesloten in 2004) op het gebied van wonen met zorg en welzijn uitgangspunt van beleid. In het Pact wordt beschreven wat er nodig is om in 2015 in de regio voldoende aanbod te realiseren aan levensloopbestendige en andere voor ouderen en mensen met een lichamelijke, verstandelijke, psychische of maatschappelijke functiebeperking geschikte woningen en woonvormen. De Z5-gemeenten hebben ieder een lokaal
Gerrichhauzen en Partner
Woonvisie Zuidplas 22
uitvoeringsplan voor het Pact. In het Pact is uitgegaan van de bevolkingontwikkeling van de regio en is nog geen rekening gehouden met woningbouw in de Zuidplaspolder. De doelstelling van het Pact van Savelberg is een voldoende aanbod aan woningen en voorTabel 13 Kengetallen woonzorgvoorzieningen (bron: planologische kengetallen Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg) Woonvorm
zieningen zodat ouderen en mensen met een functiebeperking binnen de eigen regio zelfstandig kunnen blijven wonen. Deze doelstelling vormt ook uitgangspunt voor de ontwikkeling van Aantal 1 won. 25 155 500
beschermd wonen (woonvorm met 24 uurs begeleiding en toezicht) verzorgd wonen (woonzorgcomplex, zorg op afroep) levensloopbestendig wonen (functioneel geschikt voor ouderen, loopafstand van voorzieningen) nultrede wonen (toegankelijke woningen) 700 1 Aantal woningen per 10.000 inwoners of 4.500 woningen. Scenario Presto, versnelde inzet op extramuralisering
de Zuidplaspolder. In dorpse en stedelijke woonmilieus wordt daarom aandacht besteed aan het realiseren van woningen geschikt voor ouderen en mensen met een functiebeperking, kleinschalige woonvormen waar ook zorg geleverd kan worden en ontmoetings- en contactmogelijkheden. Het realiseren van geschikte woningen voor ouderen is tevens een belangrijk middel om de doorstroming te bevorderen en daarmee meer mogelijkheden voor starters en lagere inkomens te creëren binnen de bestaande woningvoorraad. In meer landelijke woonmilieus ligt het realiseren van specifieke woningen of woonvormen voor ouderen en mensen met een functiebeperking minder voor de hand gezien de afstand tot voorzieningen. Voor de behoefteberekening voor de nieuw te ontwikkelen locaties in de Zuidplaspolder, die buiten de afspraken van het Pact van Savelberg vallen, wordt uitgegaan van de actuele Planologische Kengetallen van het Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg, de opvolger van de Planologische Kengetallen van het Innovatieprogramma Wonen en Zorg (zie tabel 13). Passend bij toekomstbestendige woongebieden is voor de nieuw te ontwikkelen locaties in de Zuidplaspolder uitgegaan van scenario Presto, dat inzet op een versnelde extramuralisering. Kernstrategie ouderen en mensen met een beperking
Kernstrategieën ouderen en mensen met een functiebeperking: 1.
2.
Met het oog op de voortschrijdende vergrijzing, extramuralisering van de zorg en de wens om
Met name in dorpse en stedelijke woonmilieus worden overeenkomstig de doelstelling van het Pact van Savelberg en de bijbehorende lokale uitvoeringsplannen voldoende voor ouderen en mensen met een functiebeperking geschikte woningen gerealiseerd evenals kleinschalige vormen van wonen met zorg en welzijn. De planologische kengetallen uit tabel 13 zijn hierbij richtsnoer.
langer zelfstandig te blijven wonen:
Woningen en wijken worden zoveel mogelijk levensloopbestendig gemaakt.
2.
1.
worden (overeenkomstig de doelstelling van het Pact van Savelberg en de lokale uitvoeringsplannen van de Z5-gemeenten) in de Zuidplaspolder met name in dorpse en stedelijke woonmilieus voldoende woningen gerealiseerd geschikt voor ouderen en mensen met een functiebeperking alsmede kleinschalige woonvormen waar zorg geleverd kan worden en ontmoetingsmogelijkheden zijn. worden woningen en wijken zoveel mogelijk levensloopbestendig gemaakt.
Gerrichhauzen en Partner
Woonvisie Zuidplas 23
4.5.
Starters en lagere inkomens In de provinciale woonvisie heeft de provincie aangegeven er naar te streven dat, gezien de beperkte kansen van starters en lagere inkomens op de woningmarkt, 30% van de totale woningproductie in een regio als sociale woningbouw (huur- en koop) plaatsvindt. Als de regio aantoont een effectief doorstromingsbeleid te voeren, kan een streefpercentage van 25% overeengekomen worden. In regionaal verband moet worden bepaald hoe de verdeling is van de productie in de sociale woningbouw over de diverse deelgebieden. In de regio Midden-Holland moet deze regionale afstemming tussen de verschillende deelgebieden nog plaatsvinden.
Tabel 14 Programma sociale sector per woonmilieu Woonmilieu
Productie % sociale 2010-2020 sector 1 Landelijk woonmilieu 3.150 0% Dorps woonmilieu 2.900 30% (centrum-)Stedelijk woonmilieu 950 30% Totaal 7.000 16% 1 In dit woonmilieu kan een beperkt aantal woningen in de sociale sector worden gerealiseerd.
Het streefpercentage van 30% sociale woningbouw geldt voor de productie in de Zuidplaspolder ten behoeve van de Z5-gemeenten (1.300 woningen). Ook voor de productie ten behoeve van de ventielfunctie voor de Zuidvleugel (2.500 woningen) kan deze eis gesteld worden. Voor de productie ten behoeve van de Stadsregio Rotterdam geldt het streefpercentage van 30% sociale woningbouw niet. Zoals eerder aangegeven omvat deze behoefte 3.200 woningen in een landelijk (‘dun – duur’) woonmilieu, bedoeld om de migratie van midden- en hogere inkomens tegen te gaan. Op basis van deze overwegingen omvat het gewenste aandeel sociale woningbouw in de nieuw te ontwikkelen locaties in de Zuidplaspolder, uitgaande van een productie van 7.000 woningen, 1.150 woningen (16%). Voor de nieuw te ontwikkelen locaties in de Zuidplaspolder geldt dat het percentage sociale 3
woningbouw afhankelijk is van het type woonmilieu :
.
De dorpse woonmilieus richten zich voor een groot deel op de opvang van de eigen behoefte. Hier mag een inhaalvraag worden verwacht van jonge starters die wachten tot er betaalbare (nieuwbouw)woningen beschikbaar komen. In deze dorpsuitbreidingen wordt 30% van de woningen in de sociale woningbouwsector gerealiseerd.
.
De landelijke woonmilieus zijn met name gericht op het vasthouden van mensen die nu wegtrekken naar landelijke woonmilieus buiten de Zuidvleugel. Om deze reden wordt voor deze woonmilieus geen minimumpercentage voor het aandeel sociale woningbouw gehanteerd. Dit sluit niet uit dat er in deze woonmilieus voor specifieke groepen een beperkt aantal woningen in de sociale woningbouwsector kan worden gerealiseerd. Er wordt in
3
Zie voor nadere uitleg over locaties en aantallen hoofdstuk 5.
Gerrichhauzen en Partner
Woonvisie Zuidplas 24
andere woonmilieus geen hoger streefpercentage sociale woningbouw gehanteerd om het ontbreken van sociale woningbouw in het landelijk woonmilieu te compenseren.
.
De productie in een stedelijk en centrum-stedelijk woonmilieu wordt eveneens een streefpercentage van 30% sociale woningbouw gehanteerd.
.
In het totaal worden op deze wijze 16% sociale woningbouw gerealiseerd (zie tabel 14), hetgeen overeenkomt met het eerder berekende streefaandeel. Een deel van dit programma bestaat uit woningen specifiek gericht op starters. Daarnaast verruimt het programma voor de Zuidplaspolder de mogelijkheden voor starters doordat het de doorstroming stimuleert.
Kernstrategieën starters en lagere inkomens: 1.
2.
Het gewenste programma sociale woningbouw in de Zuidplaspolder omvat 1.150 woningen. Dit komt neer op 30% van de productie voor de Z5-gemeenten en de ventielfunctie voor de Zuidvleugel.
Kernstrategie starters en lagere inkomens Om zorg te dragen voor voldoende aanbod voor starters en lagere inkomens in de Zuidplaspol-
De productie van sociale woningbouw per locatie is afhankelijk het woonmilieu, zoals is weergegeven in tabel 14. Een deel van deze productie is specifiek bestemd voor starters
der: 1.
wordt 30% van de productie ten behoeve van de Z5-gemeente en de ventielfunctie voor de Zuidvleugel gerealiseerd in de sociale sector. Dit betekent een gewenst programma sociale woningbouw van 1.150 woningen.
2.
is bij de woningbouwontwikkeling in de Zuidplaspolder het percentage sociale woningbouw afhankelijk van het woonmilieu, hetgeen leidt tot de productie zoals weergegeven in tabel. Een deel van dit programma is specifiek bestemd voor starters.
4.6.
Woonruimteverdelingsregels Op dit moment hanteren de Z5-gemeenten een woonruimteverdeelsysteem dat regionaal is afgestemd en waarin lokale of regionale maatschappelijke en/of economische binding wordt vereist en verhoogde koopprijsgrens van toepassing is. De woonruimteverdeling komt in een ander daglicht te staan als een restrictief woningbouwbeleid niet meer van toepassing is. Als de productie op gang is gekomen, zal het woningaanbod aanzienlijk ruimer worden. Er wordt op de nieuwe locaties in de Zuidplaspolder meer gebouwd dan alleen voor de eigen behoefte. Daarbij past geen woonruimteverdeelsysteem, dat er op gericht is alle ‘eigen’ bewoners voorrang te verlenen. Bovendien is volgens de (Europese) wetgeving een voorrangssysteem voor alle ‘eigen’ inwoners niet toegestaan.
Gerrichhauzen en Partner
Woonvisie Zuidplas 25
De Z5-gemeenten onderzoeken de mogelijkheden van een (sub)regionale ‘etalagefunctie’, dat wil zeggen dat het totale woningaanbod in (sub)regio voor alle woningzoekenden inzichtelijk is doordat alle gemeenten een zelfde medium gebruiken om het aanbod bekend te maken.
Kernstrategie woonruimteverdelingsregels: 1.
2.
De inzet van de Z5-gemeenten is invoering, na het op gang komen van de productie, van een zo open mogelijk en bij voorkeur regionaal woonruimteverdeelsysteem waarbinnen maatwerk (bijvoorbeeld voor specifieke groepen) mogelijk blijft. De Z5 gemeenten onderzoeken de mogelijkheid van een (sub)regionale ‘etalagefunctie’ om het woningaanbod voor woningzoekenden zo inzichtelijk mogelijk te maken.
Kernstrategie woonruimteverdelingsregels Om woningzoekenden in de gehele (sub)regio zo goed mogelijk te bedienen: 1.
wordt na het op gang komen van de productie ingezet op invoering van een zo open mogelijk en bij voorkeur regionaal woonruimteverdeelsysteem waarbinnen maatwerk (bijvoorbeeld voor specifieke doelgroepen) mogelijk blijft.
2.
onderzoeken de Z5 gemeenten de mogelijkheid voor een (sub)regionale ‘etalagefunctie’ om het totale woningaanbod voor woningzoekenden zo inzichtelijk mogelijk te maken.
Gerrichhauzen en Partner
Woonvisie Zuidplas 26
5.
Kwalitatieve opgave per locatie: uitgangspunten voor ontwikkeling De woningbouwproductie in de Zuidplaspolder vindt in de periode 2010 – 2020 plaats door de ontwikkeling van zes deelgebieden. Elk van die zes deelgebieden heeft unieke, locatiespecifieke kwaliteiten. Door die kwaliteiten optimaal te benutten worden onderling verschillende woonmilieus gecreëerd, die weliswaar grotendeels tot de groene dorpse en landelijke milieus worden gerekend, maar daarbinnen een eigen identiteit ontwikkelen. De deelgebieden in de Zuidplaspolder en de bijbehorende aantallen woningen zijn (zie kaart):
. . . . . . .
5.1.
Rode Waterparel
1.300
woningen
950
woningen
Dorpsuitbreiding Zevenhuizen
1.200
woningen
Dorpsuitbreiding Moerkapelle
800
woningen
1.800
woningen
950
woningen
7.000
woningen
Lanen en Linten
Dorpsuitbreiding Nieuwerkerk-Noord Gouweknoop Totaal
Rode Waterparel De Rode Waterparel is een belangrijk deel van de Zuidplaspolder, dat zich leent voor de ontwikkeling van een uitgesproken natte, natuurlijke inrichting. Dit gebied met plassen en moerassen kan deels bewoond worden. Daar waar oude kreekruggen zich door de rechte lijnen van het cultuurlandschap slingeren kan verspreide bebouwing plaatsvinden. Ook in en op het water kan gewoond worden. In het woningbouwprogramma domineert de duurdere vrijstaande woning. De koper van een kavel in de Rode Waterparel wordt uitgedaagd een bijzonder huis neer te zetten. Daarbij kunnen ook de mogelijkheden om te bouwen op en aan het water benut worden. Het gebied is aantrekkelijk om door te fietsen of te varen (doorgaande routes). De Rode Waterparel is daarmee een combinatie van natuur-, recreatie- en woongebied. Hoe exclusief het wonen in de Waterparel ook mag zijn, er is geen sprake van grote gebieden alleen toegankelijk
Gerrichhauzen en Partner
Woonvisie Zuidplas 27
voor bewoners. Het bouwen van woningen staat deels ten dienste van de landschappelijke inrichting van het gebied. De ontwikkeling van de Rode Waterparel is in eerste instantie landschapsontwikkeling. De aankoop van grond en de beëindiging van het agrarisch gebruik, de herinrichting als natuur- en recreatiegebied en de aanleg van bewoonbare stroken en locaties voor drijvende woningen zullen eerst gerealiseerd moeten worden voordat gestart kan worden met de bouw van de andersoortige woningen. De toekomstige bewoner is sterk gericht op zijn eigen huis, zijn eigen plek en wil die maximaal naar eigen inzicht vormgeven. Deze eigenzinnigheid kan in beperkte mate ook leiden tot initiatieven om met geestverwanten een bijzonder project op te zetten. Zo is het denkbaar dat er rond thema’s als duurzaam wonen of wonen op het water clusters van bijzondere woningen ontstaan. Uitgangspunten voor wonen in de Rode Waterparel zijn:
Rode waterparel
. . . . . . . . .
Landelijk wonen, individueel en eigenzinnig Vrijstaande woningen in het dure of topsegment Geen minimum eis voor het aandeel sociale woningbouw Grotendeels uitgifte van vrije kavels, met een accent op grote kavels Individueel wonen: elke woning wordt apart ontworpen en past bij de individuele woonwens van de opdrachtgever Individueel particulier opdrachtgeverschap, incidenteel ook collectief Wonen en werken aan huis Minimum aan infrastructuur, parkeren op eigen erf, aandacht voor langzaam verkeersroutes Ruimte voor bijzondere initiatieven en woonvormen: o Waterwoningen o Woonboten o Duurzaam wonen o Steigers
Gerrichhauzen en Partner
Woonvisie Zuidplas 28
5.2.
Lanen en Linten Bij het in cultuur brengen van de Zuidplaspolder zijn lange smalle wegen aangelegd, waarlangs verspreide bebouwing is ontstaan. Dit thema is in het ISP uitgewerkt als een apart woongebied, dat deels ontstaat als verdichting van bestaande lanen en linten, deels door de aanleg van nieuwe rechte ontsluitingswegen met daarlangs nieuwe bebouwing. De Lanen en Linten liggen deels in het glastuinbouwgebied. Deze bebouwingsstructuur laat een groot aantal verschillende bebouwingsvormen toe. Individuele en introverte landhuizen, kleine vrijstaande woninkjes, clusters van woningen, kleine appartementsgebouwen en collectieve woonvormen passen allemaal in de structuur van de Lanen en Linten. De kwaliteit van het gebied is juist de afwisseling: elke kavel heeft zijn eigen invulling. Deze kwaliteit is nu al aanwezig en vormt uitgangspunt bij het uitwerken van ‘spelregels’ waarbinnen een optimale vrijheid voor initiatiefnemers wordt gecreëerd. Een zorgvuldig samenspel tussen woningbouw en glastuinbouw of agrarische bedrijven is daarbij een belangrijk deel van de ontwerpopgave. De Lanen en Linten lenen zich bij uitstek voor combinaties van wonen en werken, wonen en recreëren en wonen en zorg. Ook bij de huidige bebouwing van de Lanen en Linten komt de combinatie van wonen en werken zeer veel voor. Weliswaar zal een deel van de agrarische bedrijvigheid verdwijnen, maar er is zeker behoefte aan ruime kavels waar een combinatie van een woning met kantoorruimte en/of bedrijfshal kan worden gerealiseerd of kleinschalige woonzorgcombinaties. In het woningbouwprogramma is ruimte om behalve in de dure sector zeker ook in de middeldure sfeer en wellicht zelfs in het betaalbare segment te bouwen. Door op ruimere kavels meer woningen te clusteren worden de grondkosten per woning beperkt en ontstaan mogelijkheden voor collectieve woonvormen, kleinschalige woonzorgcombinaties enzovoort.
Lanen en Linten
Uitgangspunten voor wonen aan de Lanen en Linten zijn:
. . . . .
Landelijk wonen, informeel en ontspannen Ontwikkeling kavels langs bestaande en nieuw aan te leggen Lanen en Linten Grote variatie in kavels (oppervlakte, vorm) en invulling Middelduur en duur en incidenteel ook sociale woningbouw Ruimte voor bijzondere initiatieven
Gerrichhauzen en Partner
Woonvisie Zuidplas 29
. . . . . . . 5.3.
Individuele kavels of kleine projecten Parkeren op eigen terrein/kavel Eenvoudige regels voor beeldkwaliteit Zorgvuldig samenspel van wonen en glastuinbouw of agrarische bedrijvigheid Nadruk op individueel én collectief particulier opdrachtgeverschap Nadruk op combinaties van wonen en werken, wonen en recreëren Mogelijkheden voor kleinschalige woonzorgcombinaties
Dorpsuitbreidingen Zevenhuizen en Moerkapelle In Zevenhuizen (1.200 woningen) en Moerkapelle (800 woningen) worden forse uitbreidingen bij bestaande kernen gerealiseerd. De samenhang tussen de uitbreidingslocaties en de bestaande dorpen is hier sterk genoeg om de uitbreidingen te enten op de bestaande dorpsstructuren. Dat geldt niet alleen in ruimtelijke zin, ook voor centrumvoorzieningen zoals winkels worden de nieuwe dorpelingen verwezen naar het bestaande, waar mogelijk te versterken, aanbod. Op deze manier wordt bovendien bevorderd, dat de bewoners uitdrukkelijk kiezen voor het wonen in het betreffende dorp en deel willen uitmaken van de dorpsgemeenschap. Behoud en versterking van de lokale samenleving vereist een geleidelijke groei en dus een spreiding van de woningbouwproductie over de gehele periode van 10 jaar. Daardoor kan in kleine clusters gebouwd worden en is het risico van ongepaste massaliteit en gelijkvormigheid uitgesloten. Om redenen als versterking van het voorzieningenniveau is een verhoging van de productie in de eerste jaren denkbaar. De architectuur van de woningen en de inrichting van de straten is traditioneel, aansluitend op de bouwtradities die in het dorp herkenbaar zijn. Het woningbouwprogramma biedt een grote variatie in prijsklassen, waarbij 30% sociale woningbouw uitgangspunt is. Het aandeel gestapelde woningen is beperkt (maximaal 10%). Er is een permanent aanbod van woningen voor
Dorpsuitbreidingen Zevenhuizen en Moerkapelle
starters. De buurten en de woningen zijn zoveel mogelijk levensloopbestendig. Er zijn kleinschalige woonzorgvoorzieningen voor ouderen en anderen. Voor de aantallen woonzorgvoorzieningen en voor ouderen en mensen met een functiebeperking geschikte woningen (nultrede, levensloopbestendig) gelden de kengetallen uit tabel 13. Nultredewoningen kunnen hier ook in de vorm van patiowoningen. Er is aandacht voor welzijnsvoorzieningen en woonzorgzones.
Gerrichhauzen en Partner
Woonvisie Zuidplas 30
Uitgangspunten voor de dorpsuitbreidingen in Zevenhuizen en Moerkapelle zijn:
. . . . . . . .
Dorpsuitbreidingen Zevenhuizen en Moerkapelle
.
Uitbreiding van bestaande dorpen Geleidelijke ontwikkeling gedurende de periode van 10 jaar Benutten en versterken van de bestaande centrumvoorzieningen zoals winkels Wonen in een dorp met een sterke sociale samenhang Gedifferentieerd woningaanbod voor alle doelgroepen; nadruk op laagbouw Vooraf vastgelegde beeldkwaliteit 30% sociale woningbouw en een permanent aanbod voor starters Woning en woonomgeving: traditioneel in uitstraling en zoveel mogelijk levensloopbestendig Kleinschalige voorzieningen voor wonen en zorg, aantallen woonzorgvoorzieningen en nultrede-/levensloopbestendige woningen op basis van planologische kengetallen
5.4.
Nieuwerkerk-Noord De locatie Nieuwerkerk-Noord (1.800 woningen) vertoont een minder hechte samenhang met het dorp Nieuwerkerk. Bovendien heeft Nieuwerkerk als kern minder uitgesproken onderscheidende karakteristieke eigenschappen. Door de relatief omvangrijke uitbreidingen van de laatste veertig jaar overheerst een eigentijds, ruim opgezet dorps woonmilieu, dat in veel sterk gegroeide dorpen voorkomt en dat veel meer wegheeft van woonwijken in middelgrote steden. Nieuwerkerk-Noord zal zijn identiteit daarom vooral aan de eigen structuur en uitstraling moeten ontlenen. Aanknopingspunten vormen de huidige landschappelijke structuur met langgerekte kavels en scherpe begrenzingen door de Westringdijk. De ligging van Nieuwerkerk-Noord ten opzichte van Rotterdamse wijk Nesselande en de bestaande kern Nieuwerkerk is zodanig, dat de in Nesselande en Nieuwerkerk aanwezige voorzieningen goed bereikbaar zijn. De omvang van Nieuwerkerk-Noord is te klein om eigen centrumvoorzieningen te kunnen dragen. Wel past een beperkt aanbod aan onderwijs-, zorg- en sportvoorzieningen en een buurtsuper. De nieuwe inwoners zullen veelvuldig gebruik maken van voorzieningen in de omgeving. Om de barrière van de A20 te overwinnen moet de autoweg
Gerrichhauzen en Partner
Woonvisie Zuidplas 31
zonder veel moeite kunnen worden overgestoken. Overkluizing van de A20 of een gelijkwaardige oplossing is voorwaarde voor de samenhang tussen Nieuwerkerk en Nieuwerkerk-Noord. Gegeven de omvang en de ligging van Nieuwerkerk-Noord, zullen de nieuwe bewoners vooral kiezen voor het rustige groene woonmilieu en in mindere mate voor het wonen in een dorp met een hechte sociale structuur. De architectuur en de inrichting van de straten is eigentijds, nauw aansluitend bij de woonwensen van mensen die graag buiten de hectiek van de stad wonen, maar voor werk, ontspanning en opleiding sterk gericht blijven op de (middel)grote steden. Nieuwerkerk-Noord onderscheidt zich van Nesselande door het vrijwel ontbreken van gestapelde woningbouw en een lage dichtheid. In Nieuwerkerk-Noord liggen kansen om aan de grote vraag van stedelingen naar dunne en groene woonmilieus tegemoet te komen. Vooral aan de randen zijn kansen om een dun - duur woonmilieu (bijvoorbeeld villaparken) te maken in aanvulling op het dorpse woonmilieu. Er wordt naar gestreefd circa 50% van de productie in dit dunne dure milieu te realiseren. Bij de uitwerking in het bestemmingsplan moet nagegaan worden of het inderdaad ruimtelijk mogelijk is 900 van de 1.800 woningen als dun – duur woonmilieu te realiseren. Uitgangspunten voor wonen in Nieuwerkerk-Noord zijn:
Dorpsuitbreiding Nieuwerkerk-Noord
. . .
Lage dichtheid en groene woonmilieus, duidelijk te onderscheiden van Nesselande Circa 50% dorps wonen en 50% landelijk wonen (dun en duur, grote kavels, weinig openbare ruimte) Geen eigen centrumvoorzieningen zoals wijkwinkelcentrum; gericht op voorzieningenaanbod Nieuwerkerk en Nesselande, beperkt aanbod aan een buurtsuper, onderwijs,
. . . .
zorg en sport Goede verbindingen met Nieuwerkerk; overkluizing A20 of gelijkwaardige oplossing Gedifferentieerd woningaanbod met nadruk op laagbouw Vooraf vastgelegde beeldkwaliteit 30% sociale woningbouw in het dorpse woonmilieu (dus 15% van de totale productie) en een permanent aanbod voor starters hierbinnen
Gerrichhauzen en Partner
Woonvisie Zuidplas 32
. . .
Woning en woonomgeving: eigentijds in uitstraling en zoveel mogelijk levensloopbestendig Kleinschalige voorzieningen voor wonen en zorg, aantallen woonzorgvoorzieningen en nultrede/levensloopbestendige woningen op basis van planologische kengetallen Ruimte voor initiatieven met betrekking tot ontwikkeling ‘communities’ en andere eigentijdse woonconcepten
5.5.
Gouweknoop De Gouweknoop biedt de moderne stedeling de kans om op een zeer goed bereikbare plek, met goede voorzieningen voor een comfortabele woning (appartement of stadswoning) te kiezen van waaruit de gehele Randstad kan worden bestreken voor werk, culturele voorzieningen, opleiding en ontspanning. Vlakbij huis liggen het Groene Hart en de historische binnenstad van
Dorpsuitbreiding Nieuwerkerk-Noord
Gouda. De benodigde wijkwinkel- en andere voorzieningen liggen op korte afstand in de nieuwe wijk Westergouwe. Behalve de A20 en de A12 biedt een nieuw station de mogelijkheid om de vier grote steden binnen een uur te bereiken. De Gouweknoop is daarmee een gemengd stedelijk woonmilieu met wonen, werken en bovenlokale voorzieningen.
Gouweknoop De Gouweknoop biedt een uitgesproken stedelijke woonsfeer en zal vooral kleine huishoudens trekken, zowel wat jonger als wat ouder, die minder gericht zijn op hun directe woonomgeving maar de Randstad als hun wereld beschouwen. Alle diensten zijn beschikbaar (boodschappendienst, hondenuitlaatservice, huishoudelijke hulp, maaltijden van pizza tot traiteur). Comfortabele en veilige woningen en woonomgeving, een goed dienstenaanbod en snelle verbindingen vormen de onderscheidende kwaliteiten van de Gouweknoop. Het woningaanbod zal hoofdzakelijk bestaan uit appartementen en stadswoningen (compacte grondgebonden woningen op kleine kavels). De bebouwing wordt deels geïntegreerd in constructies, die het wonen op de Gouweknoop milieutechnisch mogelijk maken (afscherming geluid van autowegen en spoorlijnen, beperking fijnstof). Het parkeren wordt grotendeels in parkeergarages opgevangen. Het maaiveld wordt ingericht als lommerrijk en waterrijk verblijfsgebied. In het woningbouwprogramma zijn alle prijssegmenten vertegenwoordigd. Ook hier geldt, dat 30% van de productie als sociale woningbouw plaatsvindt (mede met het oog op een evenwichtige bevolkingsopbouw) en dat er ook een aanbod is voor lagere inkomens waaronder starters.
Gerrichhauzen en Partner
Woonvisie Zuidplas 33
Uitgangspunten voor wonen in de Gouweknoop zijn:
. . . . . . . . . .
Stedelijk woonmilieu met menging van wonen, werken en voorzieningen en station Hoge dichtheid Accent op appartementen en stadswoningen Voorzieningen en diensten direct beschikbaar Aansluitend op Westergouwe (in ruimte en tijd) Kleine huishoudens Voornamelijk ouderen en jongeren Gedifferentieerd in prijsklassen 30% sociale woningbouw met een ruim aanbod van starterswoningen Woningen geschikt voor ouderen en mensen met een functiebeperking, aantallen woonzorgvoorzieningen en nultrede/levensloopbestendige woningen op basis van planologi-
. . . . . Gouweknoop
sche kengetallen Eigentijdse uitstraling: wonen in de 21e eeuw Strakke beeldkwaliteitsregels Parkeren in garages Meervoudig ruimtegebruik Openbare ruimte groen en ruim
Gerrichhauzen en Partner
Woonvisie Zuidplas 34
6.
Ontwikkelingsstrategieën per locatie De woningen die in Zuidplaspolder gebouwd worden, zijn voor een groot deel bestemd voor mensen, die in de buurt van Rotterdam een woning en woonomgeving zoeken met uitgesproken landelijke en dorpse kwaliteiten. Het ontbreken van deze kwaliteiten in het woningaanbod in de Zuidvleugel van de Randstad wordt gezien als belangrijke oorzaak van het vertrekoverschot van huishoudens met een hoger inkomen. De Zuidplaspolder moet op dat front concurreren met onder meer Noord-Brabant en Gelderland. Nog afgezien van de toenemende verrommeling van het landschap en de vele functies die het gebied in de toekomst moet herbergen, is het om die concurrentie aan te kunnen, nodig de gehele polder te transformeren. Naast woningbouwlocaties worden er bedrijfsterreinen, kassencomplexen, nieuwe infrastructuur, waterlopen en natuur aangelegd. De woningen komen in een geheel nieuwe context te staan. Het ‘open’ agrarische landschap verdwijnt. Voor de ontwikkeling van de totale Zuidplaspolder is het van belang, dat de nieuwe context zichtbaar is voor de eerste generatie bewoners. Naast de gunstige locatie nabij (middel)grote steden met hun voorzieningen en werkgelegenheid vormen met name de infrastructuur (bereikbaarheid), het water en de natuur noodzakelijke kwaliteitsdragers op grond waarvan potentiële bewoners kiezen voor een huis in de Zuidplaspolder. Buiten wonen is een keuze voor rust, veiligheid en ruimte boven de hectiek van de stad. De doelgroep die verleid moet worden om in de Zuidvleugel te (blijven) wonen, heeft wat te kiezen en zal geen genoegen nemen met middelmatige kwaliteit. De specifieke kwaliteiten van het wonen in de Zuidplaspolder moeten scherp geprofileerd en optimaal benut worden. Naast de
Ontwikkelingsstrategie algemeen:
reeds benoemde kwaliteiten van een rustig groen woonmilieu met veel water en natuur in de
Omdat de Zuidplaspolder moet concurreren met onder meer Noord-Brabant en Gelderland krijgen bewoners in de Zuidplaspolder de kans om maximaal invloed uit te oefenen op de bouw van hun eigen huis en woonomgeving. Dat heeft consequenties voor de wijze waarop de locaties ontwikkeld worden.
omgeving en voorzieningen in de nabijheid, vormt ook de kans om maximaal invloed te kunnen uitoefenen op de bouw van het eigen huis en woonomgeving een belangrijke factor. Voor ieder nieuw te ontwikkelen woonmilieu in de Zuidplaspolder worden andere voorwaarden gesteld aan de wijze waarop dit wordt ontwikkeld. In de huidige praktijk, waarbij productie van grote aantallen woningen in korte tijd en dus seriematig bouwen voorop staat, is te weinig aandacht voor woonwensen en keuzevrijheid voor individuele huishoudens, laat staan voor particulier opdrachtgeverschap. Om ruimte te krijgen voor individuele woonwensen moet die ruimte
Gerrichhauzen en Partner
Woonvisie Zuidplas 35
vanaf het begin van het ontwikkelingsproces veilig gesteld worden.Dat heeft consequenties voor de manier waarop de verschillende locaties worden ontwikkeld. 6.1.
Landelijk wonen in de Rode Waterparel In het centrale deel van de Zuidplaspolder ontstaat een waterrijk natuurgebied, waar op de oorspronkelijke kreekruggen en op het water gewoond kan worden. Aanleg van nieuwe natuur en water is een voorwaarde voordat met de bouw van woningen kan worden gestart. Uitgifte van ruime kavels kenmerkt de manier van ontwikkelen van de Rode Waterparel. Op die kavels wordt zo veel mogelijk ruimte gegeven om naar eigen inzicht een woning te bouwen. Voor de bouw van die woningen gelden spelregels, die de beeldkwaliteit van het geheel veiligstellen. Het wonen in de natuur stelt ook eisen aan duurzaam bouwen. Binnen de afspraken en spelregels moet voldoende ruimte overblijven om naar eigen inzicht een woning te realiseren. Landschappelijk waardevolle gebieden zoals de Rode waterparel vereisen een strakke regie op specifieke kwalitatieve aspecten (inpassing, duurzaamheid, waterkwaliteit enzovoort). Ook bij particulier opdrachtgeverschap is daarom sturing op kwaliteit nuttig en nodig.
Ontwikkelingsstrategie Rode Waterparel: 1. 2.
3.
Uitgifte van ruime kavels, naar eigen inzicht te bebouwen Beperkte, heldere richtlijnen voor bouwen op kavels: gericht op specifieke kwaliteitsaspecten zoals beeldkwaliteit, duurzaamheid en waterkwaliteit Minimale verkeersinfrastructuur; groene en blauwe inrichting gerealiseerd voor kaveluitgifte
4.
Bijzondere, innovatieve projecten via maatschappelijke initiatieven
5.
Ontwikkelingswijze: nadruk op grondexploitatie; bewoonbaar maken landschap centraal
In de Rode Waterparel is, naast de uitgifte van kavels, ruimte voor de uitwerking van bijzondere woonvormen. Deze uitwerkingen, die een innovatief karakter kunnen hebben, bestaan uit kleine clusters met bepaalde thematische kenmerken, bijvoorbeeld wonen op het water of ecologisch wonen. Vooraf geselecteerde locaties worden hiervoor gereserveerd. Voor deze bijzondere invullingen, die niet primair op de tekentafels van overheid of marktpartijen ontstaan, zijn initiatieven vanuit de maatschappij (bijvoorbeeld nodig een initiatiefgroep die een bijzonder ecologisch woningbouwproject wil realiseren), die vervolgens organisatorisch worden uitgewerkt. Als ontwikkelingsstrategie voor de Rode Waterparel geldt:
. . . . .
Nadruk op de uitgifte van ruime kavels, die naar eigen inzicht kunnen worden bebouwd Realisatie van groene en blauwe inrichting van het gebied voordat kaveluitgifte start Minimale verkeersinfrastructuur Beperkte, heldere richtlijnen voor het bouwen op de kavels, die specifieke kwaliteiten (beeldkwaliteit, duurzaamheid, waterkwaliteit) veiligstellen Realisatie van een deel van de woningen in bijzondere innovatieve projecten via maatschappelijke initiatieven
Gerrichhauzen en Partner
Woonvisie Zuidplas 36
Bij de ontwikkeling staat de grondexploitatie centraal. De ontwikkelende organisatie richt zich op de realisatie van de landschappelijke context en het bewoonbaar maken van een deel van het landschap (ophogen kreekruggen, uitbreiden waterpartijen, aanleggen ontsluitingswegen en ondergrondse infrastructuur). De opstalexploitatie wordt nagenoeg geheel overgelaten aan de individuele koper of kleinschalige initiatieven. 6.2.
Landelijk wonen in Lanen en Linten De Lanen en Linten onderscheiden zich van andere woonmilieus door een grote variëteit aan woonvormen en functies. In de bestaande linten wordt het agrarisch gebruik van de kavels geleidelijk verdrongen door woningbouw eventueel in combinatie met kleinschalige bedrijvigheid. Langs de nieuwe Lanen en Linten worden kleine en grote kavels uitgegeven, die ruimte bieden voor zeer verschillende vormen van woningbouw. Variatie in woonvormen en de mogelijkheid om wonen, werken en ontspannen te combineren vormen de kwaliteiten van het wonen in Lanen en Linten. De verdichting van bestaande linten vereist waarschijnlijk geen actieve ontwikkelende partij.
Ontwikkelingsstrategie Lanen en Linten: 1. 2.
Door de spelregels voor de verdichting goed vast te leggen in het stedenbouwkundig plan en
Verdichting bestaande Lanen en Linten: sturing via publiekrechtelijke middelen
het beeldkwaliteitsplan, ontstaan voldoende mogelijkheden om de ontwikkeling met publiekrechtelijke middelen te sturen.
Aanleg nieuwe Lanen en Linten: strategie vergelijkbaar met Rode Waterparel
De nieuwe Lanen en Linten worden aangelegd en per kavel uitgegeven. Hier is verwerving van gronden, bouw- en woonrijpmaken en verkoop van kavels noodzakelijk om tot de gewenste invulling te komen. De ontwikkeling van nieuwe Lanen en Linten verschilt daarmee van de verdichting van bestaande Lanen en Linten. Nieuwe Lanen en Linten worden vooraf aangelegd en ongeveer op dezelfde manier ontwikkeld als de Rode Waterparel. Voor de bestaande Lanen en Linten wordt volstaan met de toepassing van publiekrechtelijke middelen om het verdichtingsproces in goede banen te leiden. Bij Lanen en Linten geldt dezelfde opmerking over nut en noodzaak van een sturing op kwaliteit, die gemaakt is bij de Rode Waterparel. 6.3.
Dorps wonen in Zevenhuizen en Moerkapelle De uitbreidingen van de dorpen zijn er deels op gericht om de eigen woningbehoefte op te vangen en mensen met een binding met het dorp de gelegenheid te bieden terug te keren. Nieuwkomers kiezen bewust voor het wonen in een dorp. In een dorp wonen mensen met een
Gerrichhauzen en Partner
Woonvisie Zuidplas 37
uiteenlopende sociale achtergrond, die veel waarde hechten aan de lokale gemeenschap. Waarden en normen worden gedeeld. Er is een levendig verenigingsleven. Men kent elkaar. Een dergelijke samenleving verdraagt geen grote instroom van nieuwkomers. Uitbreiding van de dorpen vindt geleidelijk plaats, zodat er continue een woningaanbod is voor de eigen behoefte en de bestaande structuur de instroom kan verwerken. De dorpsuitbreidingen worden op een vanzelfsprekende manier geënt op de bestaande kernen. Door de woningen in kleine clusters (20 tot 50 woningen) of individuele kavels te realiseren en te zorgen voor een mix van bebouwingstypen en prijsklassen wordt voorkomen dat eenvormigheid de karakteristieke organische dorpsstructuren gaat ontkrachten. De vormgeving van de huizen en de inrichting van de openbare ruimte refereert aan het dorp. Dat maakt een vrij
Ontwikkelingsstrategie Zevenhuizen en Moerkapelle:
strakke regie op de beeldkwaliteit noodzakelijk.
1.
Geleidelijke ontwikkeling via kleine clusters of individuele kavels
Aan de randen is ruimte om in lage dichtheden te bouwen. Een deel van de behoefte aan lan-
2.
Strakke regie op bouwen en inrichten: dorps karakter bewaken, eenvormigheid voorkomen
groepen (ouderen, starters) appartementen gerealiseerd worden.
3.
Aan randen lage dichtheden (landelijk wonen)
De ontwikkelingsstrategie voor de dorpsuitbreidingen in Zevenhuizen en Moerkapelle is:
4.
Ontwikkelingswijze: traditionele aanpak via stedenbouwkundige kaders en bouw- en woonrijpmaken
delijke woonmilieus wordt hier gerealiseerd. In beperkte mate kunnen voor bijzondere doel-
. .
Geleidelijke ontwikkeling via kleine clusters of individuele kavels Strakke regie op bouwen en inrichten om dorps karakter te bewaken en eenvormigheid te voorkomen
.
Aan de randen bouwen in lage dichtheden (landelijk wonen)
De ontwikkeling van dorpsuitbreidingen vindt plaats op een traditionele manier. Aan de hand van vooraf uitgewerkte stedenbouwkundige kaders wordt het gebied bouw- en woonrijp gemaakt en daarna in kleine clusters en of individuele kavels uitgegeven. 6.4.
Dorps en landelijk wonen in Nieuwerkerk-Noord Nieuwerkerk-Noord is in mindere mate te beschouwen als een uitbreiding die op een logische wijze voortkomt uit de bestaande kern. De nieuwe bewoners kiezen voor een rustig, groen woonmilieu en zullen niet uitsluitend aansluiting zoeken bij de bestaande dorpsgemeenschap.
Gerrichhauzen en Partner
Woonvisie Zuidplas 38
Ze zijn meer gericht op hun buren dan op de totale (dorps)gemeenschap. De locatie is te klein om eigen voorzieningen te hebben. Wel dient er ruimte te zijn voor onderwijs-, zorg- en sportvoorzieningen en mogelijk een buurtwinkel. Het streven is de verbindingen met Nieuwerkerk zodanig te verbeteren, dat een maximale oriëntatie op de bestaande kern ontstaat. Dat neemt niet weg, dat Nieuwerkerk-Noord een relatief zelfstandig woongebied vormt. Nieuwerkerk-Noord onderscheidt zich van de nabijgelegen Vinexlocatie Nesselande door een lagere dichtheid met een gering aandeel gestapelde woningen. Voor de nieuwe bewoners vormt de woning en de directe omgeving ervan een veilige uitvalsbasis. Binnen dat thema wor-
Ontwikkelingsstrategie Nieuwerkerk-Noord: 1. Rustig groen woonmilieu in kleine buurtjes met eigen herkenbare identiteit 2. Overheersend laagbouw; voor circa 50% in landelijk woonmilieu 3. Eigentijdse vormgeving van woningen en openbare ruimte; strakke regie op beeldkwaliteit en inrichting 4. Ontwikkelingswijze: uitgifte van deelplannen binnen helder stedenbouwkundig plan; centrale sturing op beeldkwaliteit en diversiteit
den kleine buurtjes uitgewerkt met een eigen en herkenbare eigentijdse identiteit zonder te refereren aan nostalgische dorpsbeelden. Aan de grote vraag naar groene woonmilieus in lage dichtheden kan in Nieuwerkerk-Noord worden voldaan door de aanleg van villaparken (grote vrije kavels in een groene omgeving). Als ontwikkelingsstrategie voor Nieuwerkerk-Noord geldt:
. . .
Bouwen in lage dichtheden. Rustig groen woonmilieu Opbouw in kleine buurtjes (200 – 500 woningen) met een eigen herkenbare identiteit Overheersend laagbouw met in circa 50% kwaliteiten van dun - duur wonen (individuele kavels in groene setting)
. .
Eigentijdse vormgeving van woningen en openbare ruimte Strakke regie op beeldkwaliteit en inrichting openbare ruimte
De ontwikkeling van Nieuwerkerk-Noord leent zich voor de uitgifte van clusters binnen een helder stedenbouwkundig plan. Vanuit een centrale regie die vooral stuurt op bewaking van de beoogde diversiteit aan buurtjes en de beeldkwaliteit, wordt per deelplan de ontwikkeling gegund aan marktpartijen en corporaties.
Gerrichhauzen en Partner
Woonvisie Zuidplas 39
6.5.
Stedelijk wonen in de Gouweknoop De ontwikkeling van de Gouweknoop vindt plaats op een heel specifieke locatie, nabij een knooppunt van spoorlijnen en autowegen. Naast woningen worden er bedrijven, kantoren en
Ontwikkelingsstrategie Gouweknoop: 1.
Samenhangend concept: integrale ontwikkeling van infrastructuur, openbare ruimte en bebouwing
2.
Publiek-private samenwerking voor gehele ontwikkelingstraject
voorzieningen gerealiseerd. Door ruimtelijk en in de tijd aan te sluiten bij de ontwikkeling van Westergouwe is het mogelijk een hoog voorzieningenniveau te creëren (winkelcentrum, NS/RijnGouwelijn-halte). Door de uitstekende verbindingen (zeker na aanleg van de NS/RijnGouwelijn-halte) gehele Randstad bereikbaar. De openbare ruimte is hoogwaardig ingericht en dankzij de gebouwde parkeervoorzieningen vooral gericht op de voetganger. De Gouweknoop wordt zoveel mogelijk als samenhangend concept ontwikkeld. Infrastructuur, openbare ruimte en bebouwing vormen één geheel, dat integraal wordt ontworpen en aangelegd. Een dergelijke ontwikkeling leent zich bij uitstek voor publiek-private samenwerking via een ontwikkelingscombinatie, die het gehele traject van idee en plan tot realisatie en verkoop verzorgt.
Gerrichhauzen en Partner
Woonvisie Zuidplas 40
7.
Samenvattend programma Zuidplaspolder Samenvattend programma Zuidplaspolder Deelgebied Rode Waterparel
Aantal woningen 2010-2020 1.300
waarvan sociale woningbouw 1 0
Woonmilieutype
Typering woonkwaliteit
Wonen en zorg
Centrumwijkvoorzieningen
Ontwikkelingswijze
2010-2020
landelijk wonen
individueel wonen
niet/beperkt
geen
nadruk op grondexploitatie en bewoonbaar maken landschap
1
2010-2020
landelijk wonen
ontspannen wonen
kleinschalige woonzorgcomplex
geen
levensloopbestendige woningen+wijken, kleinschalige woonzorgvoorzieningen levensloopbestendige woningen+wijken, kleinschalige woonzorgvoorzieningen levensloopbestendige woningen+wijken, kleinschalige woonzorgvoorzieningen mobiele senioren, levensloopbestendige woningen, woonzorg voorzieningen
benutten + versterken bestaande voorzieningen
bestaand: sturing via publieke middelen nieuw: als Rode Waterparel traditionele aanpak via stedenbouwkundige kaders en bouw/woonrijp maken
benutten + versterken bestaande voorzieningen
traditionele aanpak via stedenbouwkundige kaders en bouw/woonrijp maken
gericht op Nieuwerkerk en Nesselande
uitgifte van deelplannen; sturing op beeldkwaliteit en diversiteit
aanbod in combinatie met Westergouwe
integrale ontwikkeling door publiek-private samenwerking
Lanen en Linten
950
Dorpsuitbreiding Zevenhuizen
1.200
30%
2010-2020
dorps wonen
traditioneel dorps wonen
Dorpsuitbreiding Moerkapelle
800
30%
2010-2020
dorps wonen
traditioneel dorps wonen
1.800
15%
2010-2020
50% dorps wonen 50% landelijk wonen
eigentijds dorps wonen
950
30%
2015-2020
(centrum-)stedelijk wonen
stedelijk wonen
7.000
16%
2010-2020
Dorpsuitbreiding Nieuwerkerk-Noord Gouweknoop
Totaal
0
Ontwikkelingsperiode
3.150 landelijk 2.900 dorps 950 (centrum-)stedelijk 1 Op deze locaties kan een beperkt aantal woningen als sociale woningbouw worden gerealiseerd
Gerrichhauzen en Partner
Woonvisie Zuidplas 41
Bijlage 1: begrippenlijst Grondgebied: Z5-gemeenten
Zuidplaspolder Woningdifferentiatie: Goedkope huur
Betaalbare/middeldure huur
Dure huur Bereikbare huur
Markt huur Goedkope koop Betaalbare/middeldure koop
Dure koop Topsegment Sociale woningbouw Sociale huurwoning
Particuliere huurwoning
Het gehele grondgebied van de gemeenten Gouda, Waddinxveen, Nieuwerkerk aan den IJssel, Zevenhuizen-Moerkapelle en Moordrecht. (ZPP) Het plangebied van het Intergemeentelijk Structuurplan Zuidplas. Huurwoningen tot de kwaliteitskortingsgrens van de Wet op de huurtoeslag (Wht) (< € 343 prijspeil 1/7/2007. Huurwoningen tussen de kwaliteitskortingsgrens en de aftoppingsgrens voor 3 en meer personen volgende de Wht (€ 343 - € 527 prijspeil 1/7/2007). Huurwoningen boven de aftoppingsgrens voor 3 en meer personen volgens de Wht (> € 527 prijspeil 1/7/2007). Huurwoningen tussen de aftoppingsgrens voor 3 en meer personen en de liberalisatiegrens volgens de Wht (€ 527 - € 622 prijspeil 1/7/2007). Huurwoningen boven de liberalisatiegrens volgens de Wht (> € 622 prijspeil 1/7/2007). Koopwoningen tot de Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV)-grens (< € 168.100 prijspeil 2007) Koopwoningen tussen de ISV-grens en de Nationale Hypotheek Garantie(NHG)-grens (€ 168.100 - € 245.370 prijspeil 2007) Koopwoningen boven de NHG-grens (> € 245.370 prijspeil 2007) Koopwoningen boven € 600.000 (BPZ 2005). Goedkope, betaalbare en bereikbare huurwoningen en goedkope koopwoningen. Woning in eigendom van toegelaten instellingen, gemeentelijke woningbedrijven of nietwinstbeogende instellingen die woning op nietcommerciële basis (laten) verhuren. Woning in eigendom van institutionele belegger (bank, pensioenfonds of verzekerings- en
Koopwoning Eengezinswoning
Meergezinswoning
Grondgebonden woning
Woningbouwproductie: Bruto productie Netto productie Realistische productie (Eigen) woningbehoefte Z5
Bestaand bebouwd gebied Uitbreidingsgebied Woningbouw exclusief ZPP
beleggingsmaatschappij) of particuliere persoon die woning op commerciële basis (laten) verhuren. Woningen in eigendom van bewoners. Een woning die tevens een geheel pand vormt,. Hieronder vallen vrijstaande woningen, aaneengebouwde woningen, zoals twee onder één kap gebouwde hele huizen, boerderijen met woningen en voorts alle rijenhuizen. (CBS) Elke woning die samen met andere woonruimten en/of bedrijfsruimten een geheel pand vormt. Hieronder vallen flats, galerij-, portiek-, beneden- en bovenwoningen, appartementen en woningen boven bedrijfsruimten, voor zover deze zijn voorzien van een buiten de bedrijfsruimte gelegen toegangsdeur. (CBS) Een woning die met de grond verbonden is doordat de voordeur en een of meer woon- en slaapvertrekken op de begane grond gelegen zijn, vaak ook eengezinswoning genoemd. De totale voorgenomen woningbouwproductie. De bruto productie na aftrek van onttrekkingen door bijvoorbeeld sloop. De netto productie na aftrek van planuitval- en vertraging. Het aantal nieuwe woningen dat aan de woningvoorraad moet worden toegevoegd om de vraag die uit de groei van de bevolking voortvloeit op te vangen en ervoor te zorgend dat er zich per saldo evenveel mensen in het gebied vestigen als vertrekken (migratiesaldo nul). Woningbouw binnen het bestaande bebouwde gebied. Woningbouw binnen de bebouwingscontour volgens het streekplan maar buiten het bestaande bebouwde gebied. Woningbouw van de Z5-gemeenten op andere locaties dan de nieuw te ontwikkelen locaties in de Zuiplaspolder.
Gerrichhauzen en Partner
Woonvisie Zuidplas 42
Woonmilieus: Centrum-stedelijk (Stedelijk) naoorlogs compact (Stedelijk) naoorlogs grondgebonden Groen-stedelijk Kleinstedelijk Groen-kleinstedelijk Centrum-dorps Dorps Landelijk Dun-duur
Zeggenschap: (individueel) particulier opdrachtgeverschap
Collectief particulier opdrachtgeverschap
Mede-opdrachtgeverschap
Centra van steden en centraal gelegen wijken net buiten het centrum. Wijken, overwegend na de oorlog gebouwd, met een groot aandeel meergezinswoningen, in steden. Wijken, overwegen na de oorlog gebouwd, met een groot aandeel grondgebonden woningen, in steden. Wijken met een lage dichtheid en relatief veel groen, in steden. Wijken met een hoge dichtheid en veel voorzieningen, in kleine steden. Wijken met een lage dichtheid en relatief veel groen, in kleine steden. Woonmilieus met veel voorzieningen in dorpen. Woonmilieus met weinig voorzieningen in dorpen. Woonmilieus in landelijke gebieden (buiten steden en dorpen). Woonmilieus in landelijke of suburbane setting van enig formaat met lage dichtheid en vooral dure woningen in topsegment (afgeleid van BPZ 2005). Particulier koopt kavel en ontwikkelt, al dan niet in samenwerking met architect en/of aannemer woning. Invullingen zijn: zelfbouw, laten bouwen, zelf afbouwen en variaties hierop. Catalogusbouw en systeembouw vallen ook hieronder. Ook wel traditionele eigenbouw geheten. Een groep particulieren verenigt zich in een vereniging of stichting en verwerft bouwgrond en ontwikkelt met behulp van architect, begeleidend adviseur en aannemer complex (rij)woningen en/of appartementen. Collectief ontwikkelen met bewoners en professionele ontwikkelaar (woningcorporatie, ontwikkelende bouwer, architect, projectontwikkelaar). De professionele ontwikkelaar heeft bouwgrond of herstructureringslocatie(of krijgt deze toegewezen op basis van verzamelde groep toekomstige bewoners) en werft
Consumentgericht bouwen
Seriematig bouwen
Kwetsbare groepen: Ouderen Beschermd wonen
Verzorgd wonen
Levensloopbestendig wonen
Nultrede wonen
Jongeren
en organiseert bewoners om gezamenlijk woningen te (her)ontwikkelen. De projectontwikkelaar of corporatie koopt kavels, ontwerpt en bouwt de woningen. De bewoner heeft op bepaalde aspecten invloed, bijvoorbeeld op de plaatsing van de wanden, de indeling en plaatsing van badkamer en keuken. De ontwikkelende partij verwerft de grond en ontwikkelt en bouwt, of laat de woningen bouwen. De bewoner koopt de woning van de tekening en heeft eventueel nog meer- en minderwerk keuzeopties. Huishoudens van 55 jaar en ouder. Een kleinschalige groepswoning met gemeenschappelijke voorzieningen en 24 uurs zorg met toezicht (kleinschalig wonen) of individueel of groepswonen in de wijk met af en toe begeleiding (begeleid wonen) (Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg). Zelfstandige wooneenheid of woning waar zorg op afroep mogelijk is door aanwezige infrastructuur voor wonen en zorg, variërend van wonen met zorgsteunpunten (woonzorgzones) tot woonzorgcomplexen met zorg op afroep (Aedes-Actiz Kenniscentrum WonenZorg). Een gewone woning die geschikt is voor bee e woning tot en met de 3 en 4 levensfase (boven 65 jaar, met gezondsheidsproblemen) met minimale fysieke inspanningen en minimale kans op ongevallen. Nieuwe woningen voldoen aan eisen van WoonKeur, bestaande woningen aan eisen van opplussen (AedesActiz Kenniscentrum Wonen-Zorg). Een toegankelijke woning die extern en intern toegankelijk is, dat wil zeggen woonkamer is van buitenaf zonder trappen lopen bereikbaar en primaire vertrekken (keuken, sanitair, woonkamer en minimaal één slaapkamer) zijn zonder traplopen eventueel met voorziening als traplift vanuit woonkamer bereikbaar. Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg). Huishoudens vanaf 18 tot 23 jaar.
Gerrichhauzen en Partner
Woonvisie Zuidplas 43
Starters Doorstromers
Lage inkomens
Huishoudens die voor verhuizing niet zelfstandig woonde en daarna hoofdbewoners van een woning is. Huishoudens die binnen Nederland verhuizen en voor en na verhuizing hoofdbewoners van een woning zijn die na verhuizing beschikbaar is voor nieuwe bewoners. Huishoudens met een inkomen dat onder de inkomensgrenzen van de Wht ligt.
Gerrichhauzen en Partner
Woonvisie Zuidplas 44
Bijlage 2: namen organisatie Woonvisie Stuurgroep RZG Zuidplas:
Uitgebreid Projectoverleg
. . . . . . . . . .
Provincie Zuid-Holland Gemeente Gouda Gemeente Waddinxveen Gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel Gemeente Zevenhuizen-Moerkapelle Gemeente Moordrecht Gemeente Rotterdam Hoogheemraadschap van Schieland en Krimpenerwaard Stadsregio Rotterdam Ambtelijke vertegenwoordigers stuurgroep.
Adviesbureau
. . . .
Kernteam:
Naast projectleiding:
Bestuurlijk rapporteur: Projectleiding:
Woonvisieteam:
Werkconferentie:
. . .
W. Dijksterhuis (gemeente Waddinxveen) mw. B. de Geus (gemeente Gouda) B. Grisnich (gemeente Waddinxveen) Gerrichhauzen en Partners
mw. M. ten Kate/J. van Horne (gemeente Rotterdam) B. Holten (provincie Zuid-Holland) F. van Pelt (projectbureau Driehoek RZG Zuidplas)
Naast Kernteam:
. . . . .
W. van Doorne (gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel) J. Hennip (gemeente Zevenhuizen-Moerkapelle) H. van Berkel/ mw. C. van Hemert (gemeente Moordrecht) J. Bothof (Projectbureau Driehoek RZG Zuidplas, financiën) mw. H. Bouwens (ISMH)
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
W. Dijksterhuis (wethouder Waddinxveen) mw. B. de Geus (Gemeente Gouda) mw. G. Gravesteijn (wethouder Moordrecht) B. Grisnich (Gemeente Waddinxveen) P. van Haeften (Gerrichhauzen en Partners) T. van der Heide (Woonpartners Midden-Holland) mw. C. van Hemert (Gemeente Moordrecht) J. Hennip (Gemeente Zevenhuizen-Moerkapelle) B. Holten (Provincie) P. Hordijk (Projectbureau Driehoek RZG Zuidplas, directeur) mw. M. Jansen (Gerrichhauzen en Partners) mw. M. ten Kate (Gemeente Rotterdam) dhr. B. te Kiefte (Gerrichhauzen en Partners) P. de Klerk (Mozaïek Wonen) J. Krul (woningbouwvereniging Moordrecht) J. Lagerweij (AM) mw. M. te Meij-de Laat (wethouder Zevenhuizen-Moerkapelle) A. Menkveld (wethouder Gouda) Directeur OBR (gemeente Rotterdam) W. Oskam (Projectbureau Pact van Savelberg) P. Pasteuning (Provincie - voorzieningennota) F. van Pelt (Projectbureau Driehoek RZG Zuidplas, planvorming) L. de Priëlle (Gemeente Nieuwerkerk a.d. IJssel) mw. M. Roukens (Gemeente Gouda) J. van Teefelen (Stadsregio Rotterdam) Dhr. Tomas (Heijmans) E. van der Weij (DHV- voorzieningennota) P. Wouterse (Gemeente Waddinxveen) E. Zuiderwijk (Kristal)