WOON- en ZORGCENTRUM DIENSTENCENTRUM, TEN BOOMGAARDE UITBREIDING en VERBOUWING

Bestek

PROVINCIE WEST-VLAANDEREN STAD BRUGGE

WOON- en ZORGCENTRUM DIENSTENCENTRUM, TEN BOOMGAARDE UITBREIDING en VERBOUWING

WERF Ter Beke 7A 8200 BRUGGE

Bestek

Perceel 21 – Metaalwerken

Open aanbesteding

BESTEK

OCMW BRUGGE, Woon- en ZorgCentrum, BOOMGAARDE

Dienstencentrum

TEN

BOUWPLAATS

Ter Beke 7A – 8200 Brugge Kadastrale Omschrijving : 25e afdeling, sectie B perceelnr. 345c

DATUM

Januari 2016

BOUWHEER

OCMW BRUGGE Ruddershove 4 8000 Brugge Tel.: 050/32.70.00 Fax.: 050/32.73.33

COORDINATOR

BOPRO nv Oude Houtlei 140 9000 Gent Contactpersoon: Dhr. Frank Buffel Tel.: 09/261.54.05 Fax.: 09/261.54.10 e-mail: [email protected]

ARCHITECT

Pluspunt Architectuur Leeuwkestraat 44a 9790 Waregem Tel.: 056/61.60.25 Fax.: 056/61.60.27 e-mail: [email protected]

STUDIEBUREAU STABILITEIT

-

TECHNIEKEN

Studieburo De Klerck Engineering Oud-Strijderslaan 14 8200 Brugge Contactpersoon: Dhr. Patrick De Rycke Tel.: 050/32.01.22 Fax.: 050/32.04.81 e-mail: [email protected] Studieburo De Klerck Engineering Oud-Strijderslaan 14 8200 Brugge Contactpersoon: Dhr. Mark Benaets Tel.: 050/32.01.22 Fax.: 050/32.04.81 e-mail: [email protected]

VEILIGHEIDSCOÖRDINATOR BOPRO nv Oude Houtlei 140 9000 Gent Contactpersoon: Dhr. Frank Buffel Tel.: 09/261.54.05 Fax.: 09/261.54.10 e-mail: [email protected]

Frank Buffel Versie: 1

2/41

DC, WZC Ten Boomgaarde 06-01-2016

EPB E20 Energieadviseurs nv Maaltecenter blok A Derbystraat 303 9051 Sint-Denijs-Westrem Contactpersoon: Dhr. Frederik Christiaens Tel.: 09/242.99.90 Fax.: 09/221.60.08 e-mail: [email protected]


3/41


INHOUD :

DEEL 0 : ALGEMEEN DEEL 1 : GUNNEN VAN DE OPDRACHT – VOORWAARDEN DEEL 2 : UITVOEREN VAN DE OPDRACHT – VOORWAARDEN DEEL 3 : PLANNING DEEL 4 : WERFORGANISATIE DEEL 5 : ORGANISATIE VEILIGHEID DEEL 6 : TECHNISCHE BEPALINGEN / BESCHRIJVING WERKEN DEEL 7 : GEDETAILLEERDE OPMETING DEEL 8 : INSCHRIJVINGSBILJET DEEL 9 : BIJLAGEN Bijlage A

Beschrijving uitgeruste werfkast

Nota : voor wat betreft de gebruikte afkortingen zie DEEL 6 – 0.1


4/41


DEEL 0 : ALGEMEEN 1.

VOORWERP VAN DE AANNEMING - De bouwheer is : OCMW Brugge, Ruddershove 4, 8000 Brugge vertegenwoordigd door Dhr. D. De fauw, Voorzitter - De aanneming heeft tot doel het uitvoeren van Perceel 21 : Metaalwerken overeenkomstig de bepalingen van onderhavig bestek - de elektronische opening van de inschrijvingen heeft plaats : OCMW Brugge, Ruddershove 4, 8000 Brugge Zie publicatie. - De bouwheer is verantwoordelijk voor de betalingen.

2.

DOCUMENTEN TER INZAGE, DOSSIERS TE VERKRIJGEN

2.1.

documenten ter inzage : - al de aanbestedingsdocumenten liggen ter inzage * bij de ontwerpers : Pluspunt Architectuur Leeuwkestraat 44a 9790 Waregem Tel.: 056/61.60.25 Fax.: 056/61.60.27 e-mail: [email protected]

2.2.

dossiers te verkrijgen : * via de website http://www.publicprocurement.be


5/41


3.

DOCUMENTEN VAN TOEPASSING

3.1 -

-

3.2 -

-

-

3.3 -

3.4

Inzake de overheidsopdrachten De wet overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006 (BS van 22 januari 1994). Het koninklijk besluit plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren van 15 juli 2011 (BS van 9 augustus 2011). Het koninklijk besluit tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels (AUR) van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken van 14 januari 2013 (BS van 14 februari 2013).

Betreffende de erkenning van aannemers van werken De wet van 20 maart 1991 (BS van 6 april 1991) houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken; Het KB van 26 september 1991 (BS van 18 oktober 1991) tot vaststelling van bepaalde toepassingsmaatregelen van de wet van 20 maart 1991, houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken; Het MB van 27 september 1991 (BS van 18 oktober 1991) tot nadere bepaling van de indeling van de werken volgens hun aard in categorieën en ondercategorieën met betrekking tot de erkenning van de aannemers; Het MB van 27 september 1991 (BS van 18 oktober 1991) betreffende de bij de aanvragen voor een erkenning, een voorlopige erkenning, een overdracht van erkenning of bij de beoordeling van de bewijzen vereist met toepassing van artikel 3 § 1, van de wet van 20 maart 1991, houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken, voor te leggen documenten.

Betreffende de arbeidsbescherming en betreffende de veiligheid Het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming (ARAB); Het algemeen reglement op de elektrische installaties (AREI); De wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk; Het koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen.

Andere Voor zover er niet van afgeweken wordt door de bepalingen en voorwaarden van dit bestek, gelden de bepalingen en voorwaarden van : 1. typebestek VL 100 van 2002 - Algemene contractuele administratieve bepalingen en alle documenten hierin vermeld dat er een integrerend deel van uitmaakt, alsmede de bescheiden waarnaar verwezen wordt in dit bestek. Daarenboven zijn van toepassing : aflevering 4.1. Betonwerken. 2. typebestek nr. 101 van 1978, goedkeuringsdatum 01.10.87. 3. typebestek nr. 104 delen 1 en 2 van 1963 - addendum nr. 1 van 1967 - addendum nr. 2 van 1969 - addendum nr. 3 van 1973 4. typebestek nr. 105 van 1990 Centrale verwarming, verluchting en klimaatregeling. 5. standaardbestek 250 voor de wegenwerken 6. typebestek 400


6/41


Aanneming van mechanische en elektrische installaties en constructies, 7. bestek 800 : voorlopige voorschriften voor het werk bij vriesweer, omvattende : 7.1. Bestek 800 van 1967 7.2. Toelichtingsnota’s van 1967 8. Van de volgende afleveringen van het algemeen bestek, voorzover de voorschriften ervan niet in tegenspraak zijn met deze van de later verschenen NBN-normen : 8.1. Aflevering III : Bouwsteen omvattende : 8.1.1. Aflevering III - tweede uitgave van 1955 8.1.2. Toelichtingsnota’s - derde uitgave van 1955 8.1.3. Omzendbrief nr. 576-P/1 van 01.07.1981 8.2. Aflevering X - Deel I van 1981 Bescherming van de ferro-metalen tegen corrosie Verven met opgelegde formule Metallisatie Galvanisatie 8.3. Aflevering XII van 1962. Pakkingen van gevulkaniseerde rubber voor stijve onderdelen die koud water, stadsgas of samengeperste lucht bevatten. 9. Van het sanitair reglement : 9.1. Technische informatienota nr. 114 van het WTCB 9.2. Technische informatienota nr. 120 van het WTCB 10. Van het algemeen reglement betreffende de elektrische installaties. Koninklijk besluit van 10 maart 1981 - (Belgisch Staatsblad van 29 april 1981) aangevuld met de latere uitvoeringsbesluiten. 11. Van de volgende documenten, voor zover ernaar verwezen wordt in het bestek of in andere contractuele documenten en voor zover zij gepubliceerd zijn drie maanden vóór de opgelegde datum van de indiening van de bieding : 11.1. Eengemaakte technische specificatie (STS) 11.2. NBN normen van het Belgische Instituut voor Normalisatie Zijn van toepassing de gehomologeerde of geregistreerde Belgische normen. 11.3. Documentatiebladen betreffende de normalisatie der gebouwen en uitgegeven door het Bestuur der Gebouwen. 11.4. Normalisatie van luchtkanalen, uitgegeven door het Bestuur der Gebouwen. 12. De wettelijke voorschriften van het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming van 11 februari 1946 en 27 september 1947 en latere aanvullingen en wijzigingen. 13. Codex, wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (BS 18 september 1996), gewijzigd bij de wetten van 13 februari 1998 (BS 19 februari 1998), 28 februari 1999 en 5 maart 1999 (BS 18 maart 1999) en haar uitvoeringsbesluiten. 14. Het Technisch Reglement waaraan de elektrische installaties voor lage en voor gemiddelde spanning van de open of bewaakte lokalen moeten voldoen, uitgegeven door de Vereniging der Elektriciteitsbedrijven in België, laatste uitgave verschenen vóór de datum van de opening van de inschrijvingen. 15. De jongste voorschriften van de distributiemaatschappijen die de concessie over de bedeling van elektriciteit, aardgas of water bezitten. 16. De voorschriften van de plaatselijke brandweer. 17. Vlaams Reglement voor Milieu, VLAREM I en II 18. Het K.B. dd. 07.02.1997 (B.S. 25.04.97) inzake algemene voedingsmiddelenhygiëne – keuken, restaurant en voedselbedeling.


7/41


19. De richtlijnen voor reglementering van de bescherming tegen branden paniekgevaar toepasselijk op dergelijke gebouwen. 20. Het K.B. dd. 25.01.2001(BS 07.02.2001) betreffende tijdelijke en mobiele bouwplaatsen en aanpassing K.B. dd. 19.01.2005 (BS 27.01.2005). 21. Het standaardbestek nr. 240 (laatste uitgave) betreffende de mechanische en elektrische installaties en uitrustingen voor telecommunicatie – “Algemene administratieve en contractuele bepalingen”. 22. De omzendbrief van 24 januari 1995 van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur “Kostenschaal voor aannemersmateriaal CMK-93” (BS van 09.03.1995). 23. Het verwijzingsbestek nr. 901 (laatste uitgave) “Onderhouds-, verbouwings- en aanpassingswerken van gebouwen en hun omgeving. 24. De technische voorlichtingsnota’s (T.V.) gepubliceerd door het W.T.C.B., inzonderheid die waarnaar dit bestek en de andere contractuele documenten verwijzen, voorzover zij drie maanden eerder dan de opgelegde datum voor het indienen van de offerte werden gepubliceerd. 25. Vlaams Reglement dd. 11.06.2004 (BS 07.09.2004) betreffende voorkomen van veteranenziekte of legionella op voor het publiek toegankelijke plaatsen.

4.

BELANGRIJKE OPMERKING – AFWIJKINGEN 4.1. In 'DEEL 1 - GUNNEN VAN DE OPDRACHT - VOORWAARDEN' van onderhavig bestek wordt afgeweken van de hierna vermelde artikels van het KB dd. 15.07.2011: nihil 4.2. In 'DEEL 2 - UITVOEREN VAN DE OPDRACHT - VOORWAARDEN' van onderhavig bestek wordt afgeweken van de hierna vermelde artikels van de Algemene Uitvoeringsregels, zoals opgenomen in het KB dd. 14.01.2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies van openbare werken. Noot vooraf :

'algemene motivering' inzake onderstaande afwijkingen. Bij aanbesteding in afzonderlijke percelen lijdt bij vertraging in de werken van een aannemer niet enkel de BH schade; ook de overige (neven)-aannemers lijden schade – schade waarvoor zij de BH verantwoordelijk kunnen stellen.

- art. 56 : Motivering :

artikel 56 van dit bestek verplicht de aannemer zich in te dekken tegen wisselkoersrisico's. Derhalve kan dit risico niet meer ingeroepen worden als onvoorziene omstandigheid, die aanleiding geeft tot schadevergoeding. Zowel de bouwheer als de aannemer hebben er alle belang bij dit risico uit te schakelen. - art. 52: '3de alinea niet van toepassing' Motivering : zie 'algemene motivering'. - artt. 64-65 : 'herstelling op kosten van de verantwoordelijke' Motivering : zie 'algemene motivering'. - art. 75 : 'verslagen - waarde van aangetekende briefwisseling' Motivering : zie 'algemene motivering'. - art. 76: Gelijktijdig uit te voeren opdrachten: indien andere werken, leveringen of diensten die geen voorwerp van de opdracht zijn, gelijktijdig moeten worden uitgevoerd, moet de aannemer zich schikken naar de bevelen die door de leidend ambtenaar worden gegeven om de uitvoering van die opdrachten mogelijk te maken; zonder recht op schadevergoeding. Het bestek zal deze andere opdrachten vermelden. Motivering : zie 'algemene motivering'. Frank Buffel Versie: 1

8/41


- art. 80 § 1: 'wijzigingen in de aanneming' Motivering : zie 'algemene motivering'. - art. 86 : 'boete' Motivering : . zie 'algemene motivering'. - art. 92 : 'einde van de opdracht - opleveringen' Motivering : zie 'algemene motivering'. Zó de tekortkomingen niet van aard zijn om een voorlopige oplevering te weigeren, kunnen ze zeker binnen de 3 maanden na de 1e technische controle in orde worden gebracht en is er, in feite, geen afwijking. - art. 92 : '... wordt het voormeld ramingsbedrag x 2 ingehouden. Er wordt geen gedeeltelijke borgtocht vrijgegeven.' Motivering : . zie 'algemene motivering'. Bovenvermelde maatregelen dienen om de aannemer aan te zetten de tekortkomingen zo vlug als technisch mogelijk weg te werken, wat gunstig is voor de bouwheer en de aannemer. - art. 92 : '... 125 € per bijkomende weigering ...' Motivering : om aantal weigeringen voorlopige oplevering te beperken; gezien aanbesteding in afzonderlijke percelen. 4.3. Afwijkingen 'DEEL 3 - PLANNING' - deel 3 pt 10.2 : verslagen : ... waarde van een aangetekende brief Motivering : zie noot vooraf 'algemene motivering'.


9/41


DEEL 1 – GUNNEN VAN DE OPDRACHT – VOORWAARDEN De overeenkomst wordt gesloten na een open aanbesteding. De wet van 15.06.2006 (BS 15.02.2007) betreffende overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en het Koninklijk Besluit van 15.07.2011 (BS 09.08.2011) en het KB van 14.01.2013 (BS 14.02.2013) betreffende overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en concessies voor openbare werken, zijn van toepassing op de huidige aanneming. De bepalingen van voornoemde wet en Koninklijk Besluiten zijn van toepassing, rekening houdend met de volgende nadere bepalingen en afwijkingen. De machten in bovengenoemde wet en Koninklijk Besluiten toegekend aan de Minister, worden voor de huidige aanneming overgedragen aan het Bestuur (= bouwheer, ontwerpers en CDB). Noot vooraf : de nummers van onderstaande artikels stemmen overeen met de nummers van de artikels van het KB dd. 15.07.2011 – tenzij uitdrukkelijk anders vermeld. Art. 2 en 13 - Prijzen -------------------------De opdracht is een gemengde opdracht, waarbij de prijzen worden vastgesteld volgens onderstaande wijzen : a) - voor een globale (forfaitaire) prijs voor al de werken, met uitzondering van deze posten welke als vermoedelijke hoeveelheden zijn aangeduid. b) - volgens prijslijst enkel voor de posten welke als vermoedelijke hoeveelheid met de letters VH in de samenvattende opmetingsstaat zijn aangeduid. Art. 21 - Nazicht van de prijzen -------------------------------------Vóór de gunning van de opdracht, zullen de inschrijvers alle inlichtingen verstrekken om het Bestuur in staat te stellen de aangeboden prijzen te controleren. De daartoe aangewezen beambten van het Bestuur kunnen alle mogelijke verificaties van de boekhoudkundige stukken en controles ter plaatse uitvoeren; teneinde de juistheid van de door de inschrijvers verstrekte gegevens na te gaan. Art. 53 - Taalgebruik -------------------------Alle nodige documenten in verband met de overeenkomst worden, op straffe van nietigheid, in het Nederlands opgesteld. Art. 57 – Gestanddoeningstermijn voor de inschrijvingen ------------------------------------------------------------------De inschrijvers blijven gebonden door hun inschrijving, zoals deze eventueel werd verbeterd door het Bestuur, gedurende een termijn van 240 kalenderdagen, die een aanvang neemt met de dag na de zitting van de opening van de inschrijvingen. Art. 58 - 79 : Regels in verband met de kwalitatieve selectie ---------------------------------------------------------------------Vereiste gegevens voor de kwalitatieve selectie : Volgende stukken moeten bij de inschrijving gevoegd worden : a) R.S.Z.- attest (overeenkomstig art. 62 van het KB dd. 15.07.2011). b) kopie van getuigschrift van de vereiste erkenning (overeenkomstig art. 70 van het KB dd. 15.07.2011).


10/41


c) d) e)

recent attest van de griffie van de bevoegde rechtbank van koophandel waaruit blijkt dat de kandidaat zich niet in een toestand bevindt van faillissement, of in een gelijkaardige situatie. recent attest (max. 6 maanden) van de directe belastingen waaruit blijkt dat de onderneming haar verplichtingen inzake belastingen nagekomen is. lijst van gelijkaardige werken die verricht werden tijdens de laatste vijf jaar en gestaafd door getuigschriften van goede uitvoering voor de belangrijkste werken. Deze getuigschriften bevatten het bedrag, de uitvoeringsperiode en de plaats van uitvoering van de werken en geven duidelijk weer of deze uitgevoerd werden volgens de regels van de kunst en of ze op regelmatige wijze tot een goed einde werden gebracht.

Art. 70 - Vereiste erkenning ---------------------------------Voor de uitvoering van de werken die het voorwerp uitmaken van onderhavige aanneming, is een erkenning vereist in de categorie en klasse, overeenstemmend met de aard en het bedrag van de werken. Erkenning : categorie D20 of D7 Het bestuur oordeelt dat de volgende klasse noodzakelijk is : 3 Art. 80-82 - Inschrijving ------------------------------ De inschrijving en de samenvattende opmetingsstaat worden opgemaakt op de daartoe bestemde documenten van het bestek. Elke inschrijving of samenvattende opmetingsstaat die op een ander document is opgemaakt, valt onder de volledige verantwoordelijkheid van de inschrijver die, bovenaan op zijn document volgende formule moet vermelden : "Ik, ondergetekende ….. verklaar te hebben nagezien dat de hierna vermelde gegevens in volstrekte overeenstemming zijn met de vermeldingen op het door de opdrachtgever verstrekte inschrijvingsbiljet (1) of de samenvattende opmetingsstaat (1) en neem daartoe de volledige verantwoordelijkheid op mij. Iedere vermelding die strijdig is met het door het Bestuur vastgestelde model moet als niet geschreven worden beschouwd." (1) schrappen wat niet van toepassing is. - Elke bladzijde van de inschrijving wordt door de inschrijver of zijn gemachtigde geparafeerd. - Alle sommen van de posten van de samenvattende opmetingsstaat (in euro) worden afgerond op 2 cijfers na de komma. - Doorhalingen, overschrijvingen, aanvullingen of wijzigingen, zowel in de offerte als in de bijlagen, die de essentiële voorwaarden van de opdracht zoals prijzen, termijnen, technische specificaties kunnen beïnvloeden, moeten eveneens door de inschrijver of zijn gemachtigde ondertekend worden. - De volgende documenten moeten bij de inschrijving worden gevoegd : a) kopie van contract ingeval van "tijdelijke vereniging" b) eventuele volmachten c) het bewijs van +10 werknemers - Moet eveneens bij de inschrijving gevoegd worden: - lijst van eventuele tegenstrijdigheden of opmerkingen op de aanbestedingsdocumenten met eventueel de voorwaarden, aanvullingen of restricties hierop.


11/41


- Moet eveneens bij de inschrijving gevoegd worden : - alle documenten opgevraagd in deel 5 : organisatie veiligheid : * Statistiek van de ongevallen van de laatste vijf jaren. * Jaaractieplan met de actiepunten van vorig jaar, de behaalde resultaten en de actiepunten van lopende jaar. * De structuur van de preventiedienst. * De voorziene opleidingen in veiligheid. * VCA attest. * Gedetailleerde meetstaat veiligheidsvoorzieningen. * Beschrijving van de werkwijze. - De vooraf gedrukte verkoopsvoorwaarden vermeld op de documenten, afgeleverd door de inschrijver met zijn inschrijving en tegenstrijdig met de bepalingen van de Algemene Aannemingsvoorwaarden en van onderhavig bestek, worden als onbestaande beschouwd. Art. 83 § 2 -------------De hoeveelheden die zonder VH in de samenvattende opmetingsstaat vermeld zijn, worden enkel opgegeven ten titel van inlichting. De ontwerpers zijn geenszins verantwoordelijk voor de juistheid ervan. De inschrijver is verplicht deze hoeveelheden zelf te bepalen en/of na te meten aan de hand van de plannen, het bestek en de toestand ter plaatse. Verbeteringen van vermoedelijke hoeveelheden zijn niet toegelaten. Verder blijft § 2 volledig van toepassing. Art. 90 - Indienen van de offerte --------------------------------------De elektronische indiening van de offertes dient te gebeuren via de e-Tendering internetsite https://eten.publicprocurement.be die de naleving waarborgt van de voorwaarden van artikel 52, § 1 van het KB van 15.07.2011. Meer informatie kan worden bekomen op de website http://www.publicprocurement.be of via de e-Procurement helpdesk op het nummer +32 (0)2 790 52 00. Wij raden u aan tijdig alle documenten op te laden gezien dit toch enige tijd in beslag kan nemen. Er kunnen geenszins offertes op papier worden ingediend ; enkel elektronisch ingediende offertes worden aanvaard. Art. 96 ---------Bij nazicht van de inschrijvingen wordt enkel rekening gehouden met het originele document.


12/41


DEEL 2 – UITVOEREN VAN DE OPDRACHT – VOORWAARDEN Noot vooraf : de nummers van onderstaande artikels stemmen overeen met de nummers van de Algemene Uitvoeringsregels in het KB dd. 14.01.2013 – tenzij uitdrukkelijk anders vermeld Art. 11 - Leidende Ambtenaar ----------------------------------De leidende ambtenaar is Mevr. Ann Vandycke van het OCMW Brugge. Art. 20 KB 15.07.2011 - Herzieningsbepalingen ---------------------------------------------------Alle eventueel door de aannemer te betalen kosten huisvestingsvergoedingen of andere vergoedingen aan het personeel, dienen in zijn inschrijvingsprijs begrepen te zijn. Herzieningsbepalingen : de aanpassing van de prijs van de overeenkomst, om rekening te houden met de schommelingen van de lonen, sociale lasten en verzekeringen, alsook de prijsschommelingen van de materialen, zal gebeuren volgens art. 13 §1.1.3). van typebestek VL 100 van 2002. Aan de parameters wordt volgende vaste contractuele waarde toegekend : a = 0,40 b = 0,40 c = 0,20 de formule krijgt dus hiernavolgende vorm :

s i p = P (0,40 — + 0,40 — + 0,20) S I Voor toepassing van de formule worden de werken geacht te behoren tot de categorie D. Art. 24 – Verzekeringen ----------------------------1. Verzekeringen, verplichtend door de aannemer te onderschrijven : Voor het begin van de werken en tot de definitieve oplevering ervan laat de aannemer op zijn kosten het volgende verzekeren :

a) De Burgerlijke Aansprakelijkheid tegenover derden krachtens de artikels 1382 tot

1386 van het Burgerlijk Wetboek, per gebeurtenis voor lichamelijk letsel, stoffelijke schade en gevolg-schade vermengd, voor schade ontstaan bij de uitvoering van de aannemingsovereenkomst en dit voor een bedrag dat overeenkomt met de klasse van de aannemer nl. maximaal bedrag (BTW excl.) van de aanneming. Klasse Klasse Klasse Klasse Klasse Klasse Klasse Klasse


1 2 3 4 5 6 7 8

: : : : : : : :

125.000,-EUR 250.000,- EUR 500.000,-EUR 500.000,-EUR 1.250.000,-EUR 1.250.000,-EUR 2.500.000,-EUR 2.500.000,-EUR

13/41


b) Arbeidsongevallen van het personeel tijdens de uitoefening van hun activiteit op de

bouwplaats, zelfs wanneer zij onder het gezag, de leiding en het toezicht van de bouwheer of zijn afgevaardigde werken, en voor ongevallen op de weg van en naar het werk. De arbeidsongevallen-verzekeraar doet afstand van verhaal ten aanzien van de bouwheer of zijn afgevaardigden.

c) De Burgerlijke Aansprakelijkheid m.b.t. alle voor de uitvoering der werken te

gebruiken motorvoertuigen, zelfs indien deze enkel op de werf gebruikt worden. Voor aanvang van de werken zal de aannemer aan de bouwheer een attest en de kwijtingen voorleggen aangaande deze verzekeringspolissen. Bij de eerste aanvraag zal de aannemer het bewijs van de betaling van de premies leveren. 2. Verzekering door de bouwheer onderschreven : Door de bouwheer werd een verzekering “Alle Bouwplaatsrisico’s” (ABR) onderschreven. Deze polis verzekert de bouwheer en alle deelnemers aan de werken tegen schade aan de werken eigen aan de uitvoering ervan, uitgezonderd voor wat betreft de risico’s uitgesloten in de verzekeringspolis en binnen de grenzen van de bepalingen erin voorzien. Leveranciers zijn enkel gedekt voor hun activiteiten op de werf. Alle schades die niet gedekt zijn omwille van vrijstellingen en uitsluitingen die opgenomen zijn in deze polis, blijven ten laste van de aannemer, met inbegrip van de schades die vallen onder toepassing van het Art. 544 van het Burgerlijk Wetboek. Wanneer de verantwoordelijkheid niet kan bepaald worden (o.a. voor schades die vallen onder toepassing van het Art. 544 van het Burgerlijk Wetboek) zijn de kosten ten laste van de aannemers, pro rata van hun tussenkomst in de totale waarde van het bouwwerk. Deze polis (ref. 49.387.869//70) ligt ter inzage bij : Amlin Europe Koning Albert II-laan, 9 1210 Bussel De onderschreven polis omvat de volgende bepalingen : AFDELING I : verzekering tegen schade : BOUW- MONTAGE -TESTTERMIJN : De schade aan de goederen, op te richten ten definitieve titel, die het voorwerp uitmaken van de aannemingen, d.w.z. de bouwwerken, hierin begrepen de erin te verwerken materialen en bouwelementen, de technieken en de uitrusting, alsook de voorlopige bouwwerken, die voorzien zijn in deze aannemingen of nodig zijn voor de uitvoering ervan, voor zover ze begrepen zijn in de verzekerde waarde. De afbraak- en opruimingskosten in verband met een verzekerd schadegeval aan het verzekerde werk tot een beloop van 10% van de waarde van het werk (aannemingssom en eventuele verrekeningen, verhoogd met de contractuele herzieningen). ONDERHOUDSPERIODE : gedurende de onderhoudsperiode van 24 maanden vanaf de voorlopige oplevering worden de volgende risico’s gedekt : De schade aan de blijvend opgerichte verzekerde goederen die zich voordoen tijdens de uitvoering door de verzekerden van werken waartoe zij na de voorlopige oplevering krachtens het aannemingscontract verplicht zijn, en voor zover deze beschadigingen voortvloeien uit deze uitvoering. De schade aan de blijvend opgerichte verzekerde goederen die tijdens deze termijn vastgesteld werden en te wijten zijn aan een schadeverwekkend feit dat zich op de bouwplaats heeft voorgedaan tijdens de bouw-, montage- of testperiode. Vanaf de voorlopige oplevering zal de bouwheer een brandverzekering afsluiten. Schades tgv brand en/of ontploffing alsook een gebrekkige waterdichtheid blijven uitgesloten.


14/41


AFDELING II : verzekering burgerlijke aansprakelijkheid Na volledige uitputting van de polissen Burgerlijke Aansprakelijkheid onderschreven door de verschillende deelnemers aan de werken : De Burgerlijke Aansprakelijkheid tegenover derden krachtens de artikels 1382 tot 1386 van het Burgerlijk Wetboek, per gebeurtenis tot beloop van 1.250.000,-EUR voor lichamelijk letsel, stoffelijke schade en gevolgschade vermengd. De stoornissen van nabuurschap (burenhinder) bedoeld in artikel 544 van het Burgerlijk Wetboek, inbegrepen in de basiswaarborg maar beperkt tot 625.000,-EUR. BIJZONDERE WAARBORGEN : Zijn eveneens gedekt : De schade ten gevolge van trillingen, verlaging van de grondwaterstand, ontbreken wegnemen en/of verzwakken van steunen, alsook de schade die daarvan het gevolg is. De schade door ontwerp-, teken- en rekenfouten, eigen gebrek van de materialen ; waarborg: 250.000,-EUR per schadegeval. Dekking bestaand goed : eerste risico van 25% van de verzekerde werken, opruimingsen afbraakwerken inbegrepen met een maximum van 500.000,-EUR per schadegeval. Schades door brand en ontploffing zijn uitgesloten. De gekruiste aansprakelijkheid BIJZONDERE CLAUSULES :   

Uitsluiting van alle schade ten gevolge van de aanwezigheid of de verspreiding van asbest, asbestvezels of producten die asbest bevatten, voor zover de schade voortvloeit uit de schadelijke eigenschappen van asbest. Uitsluiting van alle schade tgv terrorisme en aanslagen. Automatische dekking de maatschappij geeft een automatische dekking voor alle verhogingen van de voorlopig aangegeven waarde door herzieningen en prijsaanpassingen en dit tot aan 20 % van het oorspronkelijk aangegeven bedrag bij onderschrijving van de polis.

VRIJSTELLINGEN : AFDELING 1 : Verzekering van beschadiging en verlies Algemeen: 2.500,-EUR per schadegeval Bestaand goed: 5.000,-EUR per schadegeval Foutief gedeelte: 5.000,-EUR per schadegeval AFDELING 2 : Schade aan derden Art 1382 e.v. van het Burgerlijk Wetboek: voor de deelnemers aan de werken: gelijk aan de waarborgen van de BA-polissen maar met een minimum van 125.000,-EUR per schadegeval voor de bouwheer : 2.500,-EUR per schadegeval Art. 544 van het Burgerlijk Wetboek : 2.500,-EUR per schadegeval en per gebouw Lichamelijke letsels : geen vrijstelling Art. 27 - Bewijs van borgstelling --------------------------------------Het bewijs van borgstelling dient gericht aan OCMW Brugge, Ruddershove 4 te 8000 Brugge.


15/41


Art. 34 - Technische specificaties --------------------------------------De inschrijver dient de bouwheer schriftelijk, ten laatste op de dag van de aanbesteding, in kennis te stellen van elke clausule of voorwaarde die hem strijdig voorkomt met de reglementen, de praktijk en de regels van de kunst alsook elke tegenstrijdigheid van de aanbestedingsdocumenten onderling. Zo de inschrijver geen opmerking maakt wordt hij verondersteld met alles akkoord te gaan en is hij medeverantwoordelijk; bij de uitvoering zal de meest voordelige oplossing voor de bouwheer uitgevoerd worden, zonder recht van de aannemer op bijkomende vergoeding. De lokalen waar het bestek met bijlagen, de door het bestuur goedgekeurde tekeningen, modellen en monsters blijven liggen, bevinden zich bij het OCMW Brugge, Ruddershove 4 te 8000 Brugge. Art. 35 ---------De volgende bescheiden en voorwerpen kunnen aan de aannemer worden verstrekt om zijn werkzaamheden te vergemakkelijken : 1. één exemplaar van het bestek met bijlagen. 2. plannen : digitaal Art. 36 - Detail- en werktekeningen -----------------------------------------Indien het Bestuur tijdens de uitvoering van de werken het nodig acht dat er voor sommige delen een detailtekening moet gemaakt worden om te kunnen oordelen over de goede afwerking ervan, zal de aannemer deze detailtekening(en) moeten opmaken, rekening houdend met de toestand ter plaatse, en deze ter goedkeuring voorleggen. Deze detailtekeningen dienen opgemaakt zonder bijkomende vergoeding. Al deze plannen moeten vergezeld zijn van de rechtvaardigingsnota's, berekeningsnota's, schema's, enz... die het bestuur nodig acht, zowel voor een goed begrip van de plannen, als om een perfecte uitvoering van de werken te verzekeren. De plannen en documenten moeten in 4 exemplaren overgemaakt worden aan het Bestuur, binnen de 20 kalenderdagen na opvraging door het Bestuur. Het Bestuur beschikt over een termijn van 30 kalenderdagen, te beginnen vanaf de dag van de ontvangst van de documenten, om zijn goedkeuring of eventuele opmerkingen aan de aannemer mede te delen. De instemming met de detail- en werktekeningen, ontslaat de aannemer niet van zijn verantwoordelijkheid tot hun juistheid, hun opvatting, de detailinrichtingen die erop voorkomen, en de perfecte uitvoering. Indien de aannemer enige tegenstrijdigheid ontdekt tussen de tekeningen en de specifieke beschrijvingen die zouden opgesteld worden na de aanbesteding, dan moet hij het Bestuur hiervan in kennis stellen vóór de uitvoering van dat betrokken werkgedeelte. Art. 40 - Werken tegen een andere dan een globale prijs ----------------------------------------------------------------De bepaling van de hoeveelheden geschiedt steeds aan de hand van een bij elke post vooraf aangeduide meetwijze. In het algemeen wordt daarbij aangenomen : 1) dat de afrondingen geschieden op 0,01 voor de posten die in m of m2 worden gemeten, en op 0,001 voor de posten die in m3 of kg worden gemeten; 2) bij de uitgravingen - grondwerken worden geen taluds aangerekend; tenzij uitdrukkelijk in het bestek bij de desbetreffende post vermeld. 3) alle afmetingen worden genomen op de plans, behalve (eventueel) voor de vermoedelijke hoeveelheden;


16/41


4) alle openingen worden afgetrokken volgens de bijkomende beperkingen terzake gemaakt, bij elke post van de technische bepalingen. Vermoedelijke hoeveelheden (VH) : - Alle VH, staalhoeveelheden uitgezonderd, worden, ten laatste één maand na uitvoering, tegensprekelijk opgemeten en/of vastgelegd door de aannemer van onderhavig perceel en een afgevaardigde van het Bestuur. De rekenkundige bewerkingen worden uitgevoerd door bovenvermelde aannemer en ter controle voorgelegd aan het Bestuur. Art. 41-43 - Keuringen --------------------------Bij de aanvang van de werken dient de aannemer een lijst voor te leggen waarin, post per post, alle gebruikte materialen en/of speciale procédés worden vermeld (voorgestelde merken, types, attesten eventuele opmerkingen enz.). Waar de aannemer niet specifiek en schriftelijk de eventuele afwijkingen t.o.v. de specificaties van het bestek opgeeft, zal het bestuur aannemen dat alles voldoet aan de specificaties van onderhavig bestek. Indien na goedkeuring door het bestuur toch nog blijkt dat niet alles conform is aan de specificaties van onderhavig bestek, zullen alle kosten voor het conform brengen aan de specificaties van het bestek, ten laste vallen van de aannemer. Door erkende controleorganismen uitgevoerde technische keuringen (bijv. voor elektrische installaties e.d.) zijn een noodzakelijke doch onvoldoende voorwaarde tot volledige keuringen vanwege het Bestuur. Het voorleggen van monsters, stalen, modellen en attesten dient uit eigen beweging door de aannemer te gebeuren, en dit op tijdstippen die de voorziene termijnen voor nazicht toelaten zonder de planning der werken in het gedrang te brengen. De elementen en/of uitvoeringen waarvan zeker een monster, staal of model dienen voorgelegd, worden vermeld bij de technische beschrijving. Van goedgekeurde of goed te keuren monsters, stalen of modellen kan eveneens een proefplaatsing geëist worden. Zo de aannemer toch de werken start zonder voorlegging van of akkoord op materialen, attesten, ... ligt de volledige verantwoordelijkheid bij de aannemer. Zo nadien toch blijkt dat niet als conform is aan de specificaties van onderhavig bestek, zullen alle kosten voor het conform brengen aan de specificaties van het bestek, ten laste vallen van de aannemer. Art. 52 - Klachten en verzoeken -------------------------------------De tekst van de 3de alinea van art. 52 is niet van toepassing op onderhavige aanneming. Ook de klachten en verzoeken tengevolge van elk bevel en/of tussenkomst van het Bestuur moeten binnen de 30 kalenderdagen nadat ze zich hebben voorgedaan, ofwel na de datum waarop de aannemer ze normaal had moeten kennen, worden bekend gemaakt op de wijze (invloed op de opdracht en op de kosten van de aanneming) zoals uitdrukkelijk bepaald is in art. 52. Art. 56 ---------Gelden niet als onvoorziene omstandigheden : de koersschommelingen van vreemde munten t.o.v. de Euro wanneer de aannemer een deel van zijn materialen of producten dient aan te kopen in deze vreemde munten. Teneinde zich tegen dit risico in te dekken dient de aannemer die dergelijke aankopen in vreemde munten moet verrichten, onmiddellijk na de betekening van de gunning van de opdracht bij een financiële instelling een wisseltermijncontract te sluiten waarbij hij de vereiste vreemde deviezen aankoopt op termijn. Hij dient de kostprijs van deze wisseltermijn-contracten in zijn eenheidsprijs te verwerken.


17/41


Art. 65 ---------Onverminderd de bepalingen van punten 7 en 8 van Deel 3, betuigt de aannemer door in te schrijven dat hij volledig beseft dat hij moet werken in een gebouw waarvan sommige elementen zichtbaar blijven. Hij moet zijn eigen ploegen opdracht geven om dat werk totaal te respecteren. Geen enkele vlek, geen enkele beschadiging, geen enkele aanduiding mag op de zichtbaar blijvende oppervlakken aangebracht worden. In uiterste omstandigheden moet de uitvoerder voor dit laatste een techniek aanwenden die uitwisbaar of wegneembaar is zonder sporen na te laten. Elke beschadiging uit oorzaak van misbruik, hetzij vrijwillig of toevallig, van de reeds uitgevoerde werken en opgeleverde gebouwen geeft aanleiding tot opstellen van een proces-verbaal door het Bestuur met vaststelling van de verantwoordelijke. Na raming, opgemaakt door het bestuur, wordt aan deze laatste gelegenheid geboden binnen een bepaalde termijn zelf de beschadiging te laten herstellen door specialisten. Indien de herstelling niet tijdig wordt uitgevoerd, zal het Bestuur op kosten van de verantwoordelijke de herstelling laten uitvoeren. Deze kosten zullen met 10 % forfaitair verhoogd worden, met een minimum van € 25, als teruggave van de door het opdrachtgevend bestuur gemaakte administratieve kosten. De factuur zal gericht zijn aan, en op naam van de verantwoordelijke. De sommen zijn bij gebrek aan betaling, aftrekbaar van de maandelijkse vorderingsstaten, facturen of borgtocht. Tijdens de uitvoering van de werken zal elke aannemer onmiddellijk alle beschadigingen melden waarvoor hij meent niet aansprakelijk te zijn. Art. 75 - Leiding van en toezicht op de werken -----------------------------------------------------§ 1. De aannemer belast zich persoonlijk met de leiding van en het toezicht op de werken, of wijst daarvoor een gemachtigde aan. Hij of zijn gemachtigde moet voortdurend op de bouwplaats aanwezig zijn. De aannemer blijft steeds verantwoordelijk voor de goede uitvoering van de werken. Indien de aannemer verzuimt de voorwaarden van dit artikel te volgen, zoals eveneens geëist onder art. 26.- van het typebestek VL 100 van 2002, zal het opdrachtgevend bestuur zelf een bevoegd werkleider aanstellen vanaf de dag van de aanvang der werken tot aan de voorlopige oplevering. De kosten van loon + sociale verplichtingen vallen echter ten laste van de aannemer en zullen dan maandelijks afgehouden worden bij de betaling van iedere vorderingsstaat. § 2. Met uitzondering van de kennisgeving van de goedkeuring van de inschrijving, van de bestelling van de werken en van de P.V.'s, geschieden alle kennisgevingen en bescheiden betreffende de opdracht aan de aannemer of zijn gemachtigde via de werfverslagen, opgemaakt door CDB. Deze verslagen zullen waarde hebben van aangetekende briefwisseling. De punten waarop binnen 14 kalenderdagen, door de aannemer, geen schriftelijk bezwaar is aangetekend, zullen als bekrachtigd beschouwd worden. § 3. Werfvergaderingen Zie deel 3 punt 10. Art. 76 - Bevel tot uitvoering en leiding van de werken --------------------------------------------------------------De aannemer is ertoe gehouden de werken aan te vangen op de aangegeven dag en ze regelmatig voort te zetten, zodat ze algeheel voltooid worden binnen de uitvoeringstermijn, conform deel 3.- Planning. Uitvoeringstermijn : 4 kalendermaanden (voorbereiding, besteltermijnen materiaal en plaatsing inbegrepen). Nà 19 uur, en vóór 7 uur, evenals op zaterdagen, zon- en feestdagen mag niet gewerkt worden, tenzij voor elk werkonderdeel de schriftelijke toestemming van het Bestuur bekomen wordt.


18/41


Gelijktijdig uit te voeren opdrachten: Tijdens de uitvoering van onderhavige aanneming zal CDB en/of het Bestuur op dezelfde bouwplaats eveneens andere aannemingen laten uitvoeren (al of niet gelijkaardig aan onderhavige). Het betreft volgende percelen (niet-limitatieve lijst): P2 – Ruwbouw P3 – Dakwerken – platte daken + hellingsbeton P5 – Buitenschrijnwerken in aluminium + beglazing + zonnewering P10 – Dekvloeren P12 – Pleisterwerken P14 – Binnenschrijnwerken P15 – Lichte wanden en verlaagde plafonds P16 – Dekvloeren en harde vloeren muurbekleding P19 – Schilderwerken P21 – Metaalwerken P31 – Elektriciteit P51 – HVAC P52 – Keuken P53 – BEO-installatie P60 – Sanitair P70 – Liften P100 – Vast meubilair De aannemer zal erover waken dat zijn werken en installaties in niets de regelmatige gang van die aannemingen hinderen. Zowel wat betreft de orde, de vooruitgang en de goede uitvoering van zijn eigen werken als deze van andere uitvoerders, zal de aannemer zich schikken naar de bevelen gegeven door CDB, zonder recht op enige schadevergoeding. Voor en tijdens de uitvoering van de werken, zal de aannemer de leidende ambtenaar ten gepaste tijde inlichten over de schikkingen die moeten genomen worden door derden-uitvoerders, teneinde een perfecte uitvoering van zijn werk te verzekeren en onderbrekingen tijdens de uitvoering van zijn aanneming of verlenging van de uitvoeringstermijn te vermijden. De bouwheer kan wijzigingen aanbrengen in de goedgekeurde uitvoeringsplanning zo dit voor hem gunstiger uitkomt. Deze wijzigingen kunnen geen aanleiding geven tot het vorderen van een meerprijs door de aannemer. Art. 77 - Ter beschikking stellen van gronden ----------------------------------------------------De aannemer mag voor het uitvoeren van zijn werken enkel beschikken over terreinen die hem door CDB worden aangeduid. Art. 80 - Wijzigingen in de aanneming --------------------------------------------Schriftelijke bevelen kunnen enkel geldig gegeven worden door het Bestuur of, bij afwezigheid, zijn aangestelde gevolmachtigde. Worden evenwel met een geldig schriftelijk bevel gelijkgesteld : de mondelinge bevelen, of de van andere dan bovengenoemde persoon (personen) uitgaande mondelinge of schriftelijke bevelen, waarvan de aannemer binnen de 48 uur bij een ter post aangetekend schrijven melding heeft gemaakt aan bovengenoemde bevoegde persoon (personen) en die door deze laatste(n) niet worden gelogenstraft binnen de drie werkdagen te rekenen vanaf de ontvangst van bedoeld schrijven. In elk geval moet een wijzigingsbevel worden opgesteld in de voorgeschreven vorm. Deze werken komen slechts voor betaling in aanmerking in zoverre de voorwaarden vermeld op de wijzigingsbevelen nagekomen zijn en zowel genaamtekend zijn voor uitvoering als voor de aangerekende hoeveelheden, uren en materialen. De werken besteld met wijzigingsbevelen dienen in afzonderlijke vorderingsstaten opgenomen (deel B).


19/41


De overeen te komen eenheidsprijzen voor de bijkomende werken zullen vastgesteld worden rekening houdend met een marge van 15 % of 10 % voor de algemene onkosten en winsten naargelang deze werken rechtstreeks door de aannemer worden uitgevoerd of door een onderaannemer. Deze prijzen worden door de aannemer herleid naar de datum van aanbesteding. Art. 83 - Dagboek van de werken ---------------------------------------Het bijhouden van een dagboek der werken, door de aannemer zelf in te vullen, is vereist. Het is de aannemer toegelaten opmerkingen in het dagboek in te schrijven. Deze opmerkingen dienen op de werfvergadering (Volgens deel 3 - Planning punt 10 worden er op aanvraag van het Bestuur en/of van de aannemer werfvergaderingen gehouden ) ter bespreking te worden voorgelegd. Zo de aannemer deze opmerkingen niet op de werfvergaderingen voorlegt, worden deze opmerkingen aanzien als niet bestaande. Art. 86 - Boeten wegens laattijdige uitvoering --------------------------------------------------overeenkomstig Deel 3 - Planning, punt 5.4. Art. 87 - Middelen van optreden -------------------------------------Vertragingen in het overhandigen van de uitvoerings- en detailplannen, evenals vertragingen in een taak, worden eveneens als een inbreuk aanzien, en worden beboet overeenkomstig Deel 3 - Planning, punt 5 en 11. Art. 92 - Einde van de opdracht - Opleveringen ------------------------------------------------------De tekst vermeld onder § 2 wordt vervangen door : "De aannemer dient bij de voltooiing van de werken bij aangetekende brief, te richten aan het bestuur, een eerste technische controle aan te vragen. Binnen de 15 kalenderdagen wordt een rondgang gemaakt en, zo er enkel tekortkomingen zijn die de volgende aannemers niet beletten hun werken in normale omstandigheden te starten en / of om in normale omstandigheden in te huizen, worden zij in een PV van 1 ste technische controle, met raming van de nog uit te voeren werken om bovenvermelde tekortkomingen in orde te brengen, opgesteld. Pas als bovenvermelde voorwaarden vervuld zijn en een proces-verbaal van eerste technische controle kan opgesteld worden, eindigt de uitvoeringstermijn. Van de eindvorderingsstaat wordt het voormelde ramingsbedrag x 2 ingehouden. Er wordt geen gedeeltelijke borgtocht vrijgegeven en bij overschrijden van de uitvoeringstermijn wordt de boete wegens laattijdige uitvoering toegepast. Zodra bovenvermelde tekortkomingen in orde werden gebracht, dient de aannemer bij aangetekende brief een 2e technische controle aan te vragen. Indien de werken geen opmerkingen meer uitlokken, wordt het proces-verbaal van voorlopige oplevering opgemaakt. De voorlopige oplevering geeft aanleiding tot : - de volledige betaling van de eindvorderingsstaat - teruggave van de 1e helft van de borgtocht - het ingaan van de waarborgtermijn van één jaar (tot definitieve oplevering). In het proces-verbaal van voorlopige oplevering mogen geen opmerkingen voorkomen. Indien de voorlopige oplevering volgt binnen de 3 maanden na de eerste technische controle wordt de datum voor het ingaan van de waarborgtermijn van één jaar, deze van de eerste technische controle. Ingeval tussen de 1ste technische controle en de voorlopige oplevering, door de aannemer technische controles aangevraagd worden en een rondgang plaats heeft om


20/41


tot de vaststelling te komen dat alle werken niet voltooid en/of niet naar behoren uitgevoerd zijn, dan wordt een proces-verbaal van 2de, 3de,… technische controle opgemaakt met de gevolgen zoals hiervoor vermeld en tevens in supplement, rekenen de Bouwheer, het architectenbureau en coördinatiebureau elk € 125 per bijkomende technische controle aan voor de nutteloos gemaakte kosten. Bovenvermelde kosten worden van de aan de aannemer verschuldigde bedragen afgetrokken. Vóór de voorlopige oplevering bezorgt de aannemer aan het Bestuur een as-builddossier zowel op papier als op magnetische drager van alle detail- en uitvoeringsplannen en van alle onderhoudsschema's, alsook een fotokopie van alle berekeningsnota's. Eveneens vóór de voorlopige oplevering moet de aannemer aan het Bestuur de eindvorderingsstaat overleggen. Ten behoeve van het PID (onderdeel VGP) zal de aannemer alle stukken gevraagd door de VC overhandigen in 2 exemplaren aan de VC en dit zoals hierboven beschreven. Het is uitdrukkelijk bepaald dat er tot de voorlopige oplevering niet mag overgegaan worden, tenzij al het bovenvermelde werd bezorgd. Art. 95 - Betaling van de werken --------------------------------------Onverminderd het bepaalde in art. 95 van het KB dd. 14.01.2013, zal de betaling van de werken geschieden als volgt : de betalingen zullen geschieden in maandelijkse minderingen volgens de gedetailleerde vorderingsstaten van de uitgevoerde werken, door de aannemer opgesteld op de laatste dag van elke kalendermaand. Indien de datum van aanvang van de werken niet samenvalt met de begindatum van een maand, zal de eerste vorderingsstaat opgesteld worden op het einde van de volgende maand. De vorderingsstaten worden opgemaakt overeenkomstig de type-vorderingsstaat en Proces-Verbaal gevoegd bij 1ste werfverslag. Uitsluitend de conform aan het bestek uitgevoerde werken komen voor betaling in aanmerking. Aanwezige doch niet verwerkte en/of niet geplaatste materialen komen niet voor betaling in aanmerking. De aannemer moet zijn "vorderingsstaat ter nazicht" met de gedetailleerde meetstaat van uitgevoerde werken in 4 exemplaren overmaken aan CDB dat, alvorens de vorderingsstaat, in overleg met de bouwheer, goed te keuren of te weigeren, het advies inwint van de ontwerpers. Het bestuur beschikt over een verificatietermijn van 30 kalenderdagen. Opmerking : het overmaken van de vorderingsstaten dient te gebeuren per post of digitaal en niet per fax. Het overmaken aan de aannemer van deze al dan niet volledig goedgekeurde vorderingsstaat geldt als verzoek van het Bestuur aan de aannemer enerzijds om binnen de vijf kalenderdagen een factuur in te dienen ten belope van het goedgekeurde bedrag, verhoogd met de BTW (1). (1) vorderingsstaten en facturen 12%, 21%). Bijvoorbeeld: 21%

uit te splitsen volgens geldende BTW tarieven (6%, nieuwbouw : 12 % verbouwing : 6 % Dienstencentrum: 21% roerende goederen, verlichtingstoestellen, tuinaanleg :

Daarna bezorgt de aannemer de definitieve vorderingsstaat in 6 exemplaren aan CDB. De bijhorende factuur (facturen) in 6 exemplaren wordt gestuurd aan het OCMW Brugge, Ruddershove 4 te 8000 Brugge.


21/41


Alleen op basis van een goedgekeurde vorderingsstaat mag de aannemer een factuur (facturen) opstellen. Facturen welke niet voorafgegaan zijn van een goedgekeurde vorderingsstaat worden als nietig aanzien, zelfs zonder uitdrukkelijk protest van de bouwheer en/of CDB. De betalingstermijn van de facturen bedraagt 60 kalenderdagen na einde verificatietermijn. De betalingen van minderingen mogen niet beschouwd worden als gedeeltelijke goedkeuringen van de werken. Ze moeten aanzien worden als voorschotten op de uitbetaling van de totale eindafrekening, waarbij de verantwoordelijkheid van de aannemer onverminderd blijft. De werken volgens vermoedelijke hoeveelheden zullen totaal gemeten en berekend worden vóór de opstelling van de eindvorderingsstaat. Van de betalingen worden eveneens alle bedragen afgehouden die bij toepassing van dit bestek eventueel aan de bouwheer toekomen. Geschillen ------------Bij gebrek aan minnelijke schikking zal uitsluitend de rechtbank van Brugge bevoegd zijn om geschillen te vonnissen. Taalgebruik --------------Alle nodige documenten in verband met de uitvoering van de opdracht worden in het Nederlands opgesteld.


22/41


DEEL 3 : PLANNING 1.

ER

WORDEN

TWEE

SOORTEN

PLANNINGEN

IN

VERBAND

MET

DE

UITVOERINGSTERMIJN OPGESTELD 1.1. De algemene uitvoeringsplanning geeft, in functie van de totale uitvoeringstermijn, de volgorde en het uitvoeringsritme van de verschillende taken in de uitvoering, de beginen einddatum van hun respectievelijke uitvoeringstermijnen. In de algemene uitvoeringsplanning zijn alleen de hoofdtaken opgenomen. Hij wordt beheerd door de coördinator in overleg met de bouwheer en de ontwerper. 1.2. De operationele gedetailleerde uitvoeringsplanningen hebben een formeel contractueel karakter. Deze planningen worden opgesteld door de respectievelijke aannemers, in samenwerking en akkoord met CDB en op basis van de geactualiseerde, contractuele algemene uitvoeringsplanning. Zij dienen naast de activiteiten op de werf, waaronder ook opbouw, gebruik en demontage van veiligheidstechnische uitrustingen, stellingen, trappentorens, … tevens de voorbereidende activiteiten zoals opmaak en controle uitvoeringsplannen bestelling en levertermijnen van materiaal te vermelden. Er wordt hierbij aan geen enkele aannemer onder impliciete of expliciete vorm werkzones in exclusiviteit toegezegd. Voorstel van gedetailleerde uitvoeringsplanning ten laatste 20 werkdagen na de goedkeuring van hun inschrijving en uiterlijk 2 weken voor aanvang der werken op de werf. De aannemers nemen deel aan de besprekingen op eenvoudig verzoek van CDB. De aannemers dienen tijdig maatregelen te treffen zodat alle elementen beschikbaar zijn om de nodige uitvoerings- en sparingsplannen te kunnen opstellen en de werken op de in de planningen aangegeven tijdstippen te kunnen aanvangen en voltooien. Zij hebben ook de plicht op de verwerving van de documenten, nodig voor hun studies, schriftelijk bij CDB aan te dringen.

2.

EERBIEDIGEN VAN DE PLANNINGEN 2.1. Elke aannemer verbindt zich de goedgekeurde operationele gedetailleerde uitvoeringsplanningen te eerbiedigen en van dag tot dag te volgen. 2.2. De neventaken worden uitgevoerd op tijdstippen die de hoofdtaken niet hinderen, zowel wat hun aanvangsdatum als wat de uitvoering betreft. 2.3. Een niet conform bestek uitgevoerde prestatie zal beschouwd worden als onvoltooid. 2.4. De aannemer verbindt zich het geheel van zijn aanneming te volgen en zich te vergewissen dat de voorwaarden voor de uitvoering van zijn werken geëerbiedigd worden of in het tegenovergestelde geval CDB ervan tijdig op de hoogte te brengen. Elke aannemer zal dus bericht moeten geven aan CDB van alle gevallen van voorsprong of vertraging van belang voor de uitvoering van zijn aanneming; dit om CDB toe te laten op tijd de gevolgen ervan te kunnen bestuderen en de nodige maatregelen te kunnen treffen.


23/41


2.5. De aannemer zal de werken van zijn aanneming uitvoeren naargelang de algemene vooruitgang. Het Bestuur is er niet toe gehouden de aannemer ononderbroken werk te verzekeren; deze laatste is er echter toe gehouden de werken telkens te hernemen zodra de vooruitgang van de werf het toelaat en dit zonder dat de aannemer, aan wie dan ook, enige vergoeding mag vragen uit hoofde van deze onderbreking. De aannemer zal zich ter beschikking houden om het werk aan te vatten bij de eerste oproep voor zover hij minstens tien kalenderdagen vooraf is verwittigd. Het Bestuur behoudt zich het formeel recht voor om de aannemers van de verschillende werken instructies te geven teneinde een normale vooruitgang van de werken te verzekeren. 2.6. Het Bestuur zal slechts termijnverlengingen toestaan bij vertraging door ingrepen van het Bestuur of door gevallen van heirkracht zoals algemene staking, overstroming, brand, aardbeving, oproer, oorlog. De aannemer moet ter verantwoording van zulk een vertraging bewijzen dat de uitvoering werkelijk verstoord werd. De stakingen, acties, overstromingen en brand uitgelokt en veroorzaakt door de aannemer of zijn personeel komen hierbij niet in aanmerking. Voor geen enkele andere reden zal termijnverlenging toegestaan worden. Indien een schriftelijk verzoek voor verlenging van de uitvoeringstermijn in verband met bovenvermelde overmachten aan het Bestuur niet gebeurt binnen de 7 dagen na het begin van het voorval, zal geen verlenging toegestaan worden. In het geval de overmacht blijft voortduren is één verzoek voldoende.

3.

VASTSTELLING

VAN

DE

VERANTWOORDELIJKHEDEN

IN

GEVAL

VAN

VERTRAGING De aannemers erkennen en aanvaarden dat de vaststelling van de verantwoordelijkheden in geval van vertraging en de vaststelling van de afhoudingen en/of boeten die hiermede verband houden, binnen de grenzen van artikel 5 hierna, tot de bevoegdheid behoren van het Bestuur.

4.

DWANGMAATREGELEN De dwangmaatregelen bevatten alle maatregelen die CDB kan nemen in akkoord met het Bestuur om te pogen een vertraging zoals vastgesteld in artikel 5.2. in te lopen. De kosten die uit deze maatregelen voortspruiten, zijn en blijven ten laste van de aannemer(s) die verantwoordelijk gesteld is (zijn) voor de vertraging. Zo b.v. zal het Bestuur of CDB van de voor de vertraging verantwoordelijk gestelde aannemer, de inzet van meerdere ploegen gedurende een bepaalde periode mogen eisen om deze vertraging in te lopen, of op zijn kosten deze vertraging mogen laten inlopen door één of meerdere door het Bestuur aan te duiden aannemers.

5.

BOETEN VOOR VERTRAGING 5.1. Vertragingen in het overhandigen van de uitvoerings- en detailplannen of prototypes Ingeval van vaststellen van een vertraging in het overhandigen door de aannemer van uitvoerings- en detailplannen, prototypes of van laboratoriumproeven, kan een boete worden toegepast van € 25 per plan of prototype en per werkdag vertraging. De boeten zullen toegepast worden op eenvoudige vaststelling van de overschrijding van de datum in de planningen voorzien; na opstellen van een P.V.


24/41


5.2. Vertraging in een taak De vertraging in de taken die geen vrije speling hebben met de daaropvolgende taken, zullen het voorwerp zijn van boeten volgens artikel 5.3. Hetzelfde zal geschieden wanneer de vertraging in een taak groter wordt dan de vrije speling tussen deze taak en de daarop volgende taak. 5.3. Toepassingen en berekeningen van deze boete Ingeval een taak zoals bedoeld in artikel 5.2. en bepaald in de contractuele uitvoeringsplanningen, niet zou beëindigd zijn op het einde van de termijn toegestaan door bovenvermelde uitvoeringsplanningen, zal er een boete toegepast worden, berekend volgens de formule a m n2 R = -------- waarin zijn : 1000 R = bedrag van de boete toe te passen voor vertraging van de n werkdagen m = totaal bedrag van de taak; n = aantal werkdagen vertraging in een taak volgens de contractuele operationele planningen; a = 0,125 Deze sommen zullen ingehouden worden op de maandelijkse betalingen aan de aannemer, verantwoordelijk voor de vertraging. 5.4. Toepassing en berekening van boeten wegens laattijdige oplevering Indien de vertraging voor een bepaald perceel niet ingelopen is in de globale termijn voorzien in de contractuele algemene uitvoeringsplanning, onafhankelijk van de al dan niet getroffen dwangmaatregelen, zal de verantwoordelijke aannemer een boete oplopen. Het bedrag van deze boete wordt berekend volgens de formule : R = 0,45

M x n2 ---------(0,7N)2

R = bedrag van de boete voor n kalenderdagen vertraging. M = totaal bedrag van de bestelling (oorspronkelijke aannemingssom). N = totaal aantal kalenderdagen voorzien voor het perceel volgens de contractuele algemene uitvoeringsplanning (bij de aanvang van de werken). n = aantal kalenderdagen vertraging. 5.5 Het totaal bedrag van de boeten Onder 5.1., 5.3. en 5.4. bepaald, mag niet meer dan 5 % van het totaal bedrag van de bestelling (goedgekeurd bedrag BTW exclusief) bedragen.

6.

DOOR IN TE SCHRIJVEN WORDEN DE INSCHRIJVERS GEACHT ZICH REKENSCHAP TE HEBBEN GEGEVEN VAN DE UITVOERINGSMOEILIJKHEDEN VAN OM HET EVEN WELKE AARD DIE VOORTSPRUITEN UIT DE GELIJKTIJDIGE WERKZAAMHEDEN VAN VERSCHILLENDE ONDERNEMINGEN OP DEZELFDE BOUWPLAATS

7.

DE AANNEMER ZAL VERANTWOORDELIJK ZIJN VOOR DE BESCHADIGINGEN DIE ZOUDEN VEROORZAAKT WORDEN AAN DE INSTALLATIES EN WERKEN VAN DE ANDERE AANNEMERS INGEVOLGE DE UITVOERING VAN DE WERKEN VAN ZIJN AANNEMING OF VEROORZAAKT DOOR ZIJN WERKNEMERS, ONDERAANNEMERS OF


25/41


MEDECONTRACTANTEN.

HIJ ZAL ALLE NODIGE MAATREGELEN NEMEN TOT BESCHERMING VAN DE DOOR DERDEN REEDS UITGEVOERDE WERKEN. 8.

INGEVAL VAN BETWISTING TUSSEN DE AANNEMERS, ZAL CDB ONMIDDELLIJK VERWITTIGD WORDEN, TENEINDE TE KUNNEN OVERGAAN TOT HET ONDERZOEK VAN DE BETWISTING.

9.

AANVAARDING VAN DE WERKEN TUSSEN DE AANNEMERS. ELKE AANNEMER DIE EEN GEBREKKIGE OF EEN SLECHTE UITVOERING VASTSTELT VAN EEN AANNEMER DIE HEM IS VOORGEGAAN, MOET CDB HIERVAN ONMIDDELLIJK SCHRIFTELIJK INLICHTEN. HET AANVANGEN VAN DE UITVOERING VAN EEN TAAK DOOR EEN AANNEMER ZONDER VOORAFGAANDE OPMERKINGEN AANGAANDE DE WERKEN VAN VOORGAANDE AANNEMERS, SLUIT ALLE LATERE OPMERKINGEN BETREFFENDE DE GEVOLGEN VAN DEZE WERKEN OP ZIJN EIGEN WERKEN UIT.

10.

VERGADERINGEN 10.1. Werfvergaderingen Op aanvraag van het Bestuur en/of de aannemer, hebben er werfvergaderingen plaats. Deze vergaderingen zijn verplicht voor alle aannemers op uitnodiging van CDB. CDB bepaalt dag en uur. 10.2. Verslagen CDB zal de verslagen van de werfvergaderingen wekelijks opmaken. Ze omvatten een bundeling van alle verslagen die in de loop van de week plaats vonden. Bovenvermelde verslagen zullen in het bezit gesteld worden van de respectievelijke partners uiterlijk de laatste werkdag voorafgaand aan de eerstvolgende vergadering. Deze verslagen hebben de waarde van een aangetekende brief. De punten waarop binnen 14 kalenderdagen, door de aannemer, geen schriftelijk bezwaar is aangetekend zullen als bekrachtigd beschouwd worden. 10.3. Vertegenwoordiging op de werf In zover geen specifieke problemen op de werfvergadering besproken worden, dient de aannemer vertegenwoordigd te zijn door de gemachtigde (al dan niet bijgestaan) bepaald in artikel 75 § 1 van deel 2. Indien voorafgaandelijk gesignaleerd wordt dat op de werfvergadering een specifiek probleem zal besproken worden, dient de aannemer daarenboven bijgestaan of vergezeld door een terzake bevoegd persoon.

11.

NIET VERONTSCHULDIGDE AFWEZIGHEID OP DE WERFVERGADERINGEN Voor elke niet verontschuldigde afwezigheid van een opgeroepen aannemer op een werfvergadering, zal de aannemer het bestuur, voor de administratieve onkosten als volgt forfaitair vergoeden : - eerste afwezigheid : € 50 - tweede afwezigheid : € 100 - verdere afwezigheden : telkenmale te verhogen met € 50 De overeenstemmende bedragen zullen afgetrokken worden van de vorderingsstaat.

12.

BRIEFWISSELING Alle briefwisseling met de Bouwheer, de ontwerpers of CDB is in vier (4) exemplaren aan CDB te sturen.


26/41


DEEL 4 : WERFORGANISATIE 0.1

ALGEMEEN - De aannemer van onderhavig perceel dient rekening te houden met de bepalingen en eisen van VL 100 van 2002 (art. 30) en het KB van 26.09.1996. - Het Bestuur zal niet verantwoordelijk kunnen gesteld worden bij defect van de gemeenschappelijke voorzieningen. - Alle werfinrichtingen moeten voldoen aan de eisen van de vergunninghoudende maatschappijen en het algemene reglement betreffende de arbeidsbescherming. - De aansluitingen op de gemeenschappelijke voorzieningen moeten geschieden met materialen van hetzelfde type als de door het Bestuur voorziene. - Misbruik van de gemeenschappelijke voorzieningen door de aannemer die ze ter beschikking krijgt (zoals bijvoorbeeld onnodig laten stromen van water, laten branden van verlichting buiten de werkuren, enz...) wordt beboet met een som van € 125 per vaststelling.

0.2

ALGEMEEN

ZO

TIJDENS

DE

DUUR

DER

WERKEN

HET

GEBOUW

GEDEELTELIJK IN GEBRUIK BLIJFT - De aannemer van onderhavig perceel dient alle maatregelen te nemen opdat gedurende de ganse duur van zijn werken : * alle hinder en lawaai zoveel als mogelijk beperkt wordt; radio’s NIET toegelaten * het verkeer naar en van de, per fase, in gebruik gebleven zones, minimaal gehinderd wordt. - Alle werken die hinder voor de gebruikers kunnen veroorzaken, dienen vooraf aan CDB gemeld. - Op alle in gebruik zijnde of genomen inrichtingen zal door de aannemer perceel 1 – Afbraak, ter informatie van derden en onbevoegden, volgende goed leesbare aanduiding aangebracht worden : Inrichtingen elektriciteit : ONDER SPANNING - NIET AANRAKEN Overige inrichtingen : IN DIENST - NIET AANRAKEN Waar bovenvermelde aanduidingen niet zouden aangebracht zijn, dienen de aannemers dit onmiddellijk en schriftelijk aan CDB te signaleren. - Werken in de in gebruik genomen technische ruimten en schachten : De nog uit te voeren werken in de in gebruik genomen technische ruimten en schachten mogen slechts aangevat en uitgevoerd worden na voorafgaandelijke schriftelijke toelating vanwege CDB (aanvragen zoveel als mogelijk groeperen). - Buiten gebruik stellen van in gebruik genomen inrichtingen. Alle in gebruik genomen inrichtingen (elektriciteit, verwarming, luchtbehandeling, sanitair, overeenkomstige borden, enz.) mogen NIET buiten gebruik gesteld worden (zelfs niet voor een korte periode) zonder schriftelijke toelating vanwege CDB (aanvragen zoveel als mogelijk groeperen).


27/41


- Bestaande inrichtingen buiten de technische ruimtes: Alle kraanwerk (afsluiters, regelkranen, aflaatkranen, enz.) geplaatst op hoofdleidingen en aftakkingen (al of niet in verlaagde plafonds, leidingenschachten, enz. op de inrichtingen van verwarming, luchtbehandeling, sanitair, enz.) die in gebruik genomen worden of zijn, zal door de aannemer perceel Ruwbouw : * ofwel ontdaan worden van het handwiel of instelinrichting * ofwel gelood worden. - Aansluiten van kabels voor nieuwe installaties aan elektrische borden onder spanning mogen slechts gebeuren mits inachtneming van de nodige voorzorgsmaatregelen. Er mag enkel gebruik gemaakt worden van het geïsoleerde gereedschap. - Nieuwe installaties, gekoppeld aan bestaande inrichtingen mogen slechts in dienst genomen worden na goedkeuring door een erkend organisme en met toelating en in aanwezigheid van CDB. - De terreingedeelten welke door onderhavige aanneming mogen in gebruik genomen worden zijn aangeduid op de plannen ; het beschikbaar gestelde terrein dient na het beëindigen van de werken in zijn oorspronkelijke staat hersteld met uitzondering van de beplanting en de bezaaiing. - In het te ontmantelen gebouw is er een in gebruik blijvende electriciteitscabine. - De serviceflats blijven in gebruik.


28/41


1. BOUWPLAATSINRICHTINGEN Noot vooraf: Zie ook : DEEL 6 : TECHNISCHE BEPALINGEN EN BESCHRIJVING DER WERKEN Hoofdstuk 1 – INRICHTEN VAN DE BOUWPLAATS 1.0. Referentiehoogtepeilen Door de aannemer van perceel 2 – Ruwbouw worden de referentiehoogtepeilen (dmv speciaal daartoe geschikte kunststofplaatjes – te leveren door de Bouwheer) aangeduid en onderhouden door de aannemer van perceel 2 – Ruwbouw tot aan de voorlopige oplevering. Minimum te voorzien (op met CDB af te spreken plaatsen, onuitwisbaar en met een duidelijk herkenningsteken te merken) : op ieder niveau, op max. 30 m vanuit ieder punt van het gebouw. De aannemers van de respectievelijke percelen dienen, vertrekkend van bovenvermelde referentiehoogtepeilen, zelf de voor de uitvoering van hun werken nodige bijkomende hoogtepeilen aan te brengen. Teneinde bevuiling en/of beschadiging van zichtbaar blijvende elementen (wanden, kolommen, zolderingen, enz.) te voorkomen, dient de aard en de plaats van deze bijkomende hoogtepeilen, welke de aannemer wenst aan te brengen, vooraf door CDB goedgekeurd. 1.1. Signalisatie van en op de openbare weg 1.1.0. Inrichting Door de aannemer van perceel 2 – Ruwbouw. Bij de voorlopige oplevering van perceel 2 – Ruwbouw wordt deze signalisatie van en op de openbare weg zonder kosten overgedragen aan de Bouwheer. 1.1.1. Onderhoud, herstelling, dagelijks toezicht en verbruik Door en of ten laste van de aannemer van perceel 2 – Ruwbouw tot de voorlopige oplevering ; door de aannemer van perceel Elektriciteit nadien. 1.1.2. Gebruik Door alle aannemers op de werf aanwezig. 1.1.3. Opbraak Ten laste van de aannemer van perceel Elektriciteit. 1.2. Werftoegang en werfweg 1.2.0. Aanleg van werftoegang en werfweg Door de aannemer van perceel 2 – Ruwbouw 1.2.1. Onderhoud, herstelling en dagelijks toezicht Door de aannemer van perceel 2 – Ruwbouw (of door de aannemer die de schade toebracht en / of abnormaal vervuilde) tot de voorlopige oplevering; door de aannemer van perceel Elektriciteit (of door de aannemer die de schade toebracht en/of abnormaal vervuilde) nadien.


29/41


1.2.2. Gebruik Door alle aannemers op de werf aanwezig. 1.2.3. Opbraak Ten laste van de aannemer van perceel 2 – Ruwbouw. Uit te voeren op eenvoudige vraag door Bouwheer en/of CDB i.f.v. inhuizing gebouw en/of uitvoering infrastructuurwerken. 1.3. Afsluitingen/omheiningen/poorten 1.3.0. Levering (aan elkaar vijsbaar) hekwerk : door de Bouwheer op de werf. 1.3.1. Plaatsing en aan elkaar vijzen hekwerk : de hekkens dienen door de aannemer van perceel 1 – Afbraakwerken op het terrein verspreid en geplaatst te worden volgens het werfinrichtingsplan 1.3.2. Onderhoud, herstelling, dagelijks toezicht en verantwoordelijkheid ifv afsluiten van de poorten ‘s avonds Door de aannemer van perceel 1 – Afbraakwerken tot de voorlopige oplevering ; nadien door de aannemer van perceel 2 – Ruwbouw tot de voorlopige oplevering ; nadien door de aannemer van perceel Elektriciteit tot aan de inhuizing nieuwbouw. 1.3.3. Verwijdering Door de aannemer van perceel Elektriciteit; te plaatsen op een door de BH aan te duiden plaats in Brugge. 1.4. Werfinfoborden 1.4.0. Vervaardiging en oprichting van de draagconstructie van de borden, en vervaardiging en ophanging van de panelen : door de aannemer van perceel 2 – Ruwbouw. De op het ogenblik van de voorlopige oplevering aanwezige borden worden zonder kosten eigendom van de Bouwheer. 1.4.1. Onderhoud, herstelling en dagelijks toezicht Door de aannemer van perceel 2 – Ruwbouw tot de voorlopige oplevering ; door de aannemer van perceel Elektriciteit nadien. 1.4.2. Gebruik Door alle aannemers op de werf aanwezig. 1.4.3. Opbraak Door de aannemer van perceel Elektriciteit. 1.5. Lokalen Bouwheer 1.5.0. Levering bouwkeet werfvergaderingen, sanitair t.b.v. Bouwheer, lokaal EHBO : door de Bouwheer. 1.5.1. Opstelling : door de Bouwheer


30/41


1.5.2. Elektriciteit 1.5.3.1. Aansluiting Door de aannemer van perceel 2 – Ruwbouw 1.5.3.2. Onderhoud, herstelling, dagelijks toezicht Door de aannemer van perceel 2 – Ruwbouw tot de voorlopige oplevering ; door de aannemer van perceel Elektriciteit nadien. 1.5.3.3. Verbruik elektriciteit Ten laste van de aannemer van perceel 2 – Ruwbouw tot de voorlopige oplevering ; door de aannemer van perceel Elektriciteit nadien. 1.5.3.4. Opbraak Door de aannemer van perceel Elektriciteit bij het einde der werken. 1.5.3. Water en riolering 1.5.4.1. Aansluiting Door de aannemer van perceel 2 – Ruwbouw 1.5.4.2. Onderhoud, herstelling, dagelijks toezicht Door de aannemer van perceel 2 – Ruwbouw tot de voorlopige oplevering ; door de aannemer van perceel Sanitair nadien. 1.5.4.3. Verbruik water Ten laste van de aannemer van perceel 2 – Ruwbouw tot de voorlopige oplevering ; door de aannemer van perceel Sanitair nadien. 1.5.4.4. Opbraak Door de aannemer van perceel Sanitair bij het einde der werken. 1.5.4. Telefoon, fax, internet 1.5.5.1. Aansluiting, onderhoud, herstelling, verbruik Door de bouwheer 1.5.5.2. Opbraak Door de bouwheer 1.5.5. Onderhoud: wekelijks onderhoud te verzorgen door aannemer van perceel 2 – Ruwbouw tot de voorlopige oplevering; door de aannemer van perceel Elektriciteit nadien. 1.5.6. Opbraak Door de bouwheer. 1.6. Lokalen voor materialen, materieel, werklieden, refter Ten laste van de respectievelijke aannemers op en in te richten, te onderhouden, te herstellen en dagelijks toezicht. In het te realiseren bouwwerk mag niet meer voorraad worden opgeslagen als door de betrokken aannemer die dag verbruikt wordt. Deze dagvoorraad, opgeslagen nabij diens werkplek, mag bovendien de nevenaannemers niet hinderen in het uitvoeren van hun werkzaamheden. In voorkomend geval zal het de aannemer zijn die de dagvoorraad stapelde, die de voorraad verplaatst ; zoniet doet het Bestuur dit op zijn kosten. Vermits hetgeen in het te realiseren bouwwerk mag gestapeld worden, beperkt is tot een dagvoorraad, dient iedere aannemer die materiaal op de werf stapelt zelf


31/41


in te staan voor weersinvloeden.

een

efficiënte

bescherming

van

zijn

materiaal

tegen

1.7. Sanitaire lokalen t.b.v. werklieden Toilet-unit van ca. 3,60 x 3,00 m bestaande uit : 2 wc’s + 2 urinoirs + 2 lavabo’s (heren) en 1 wc + 1 lavabo (dames) Deze units zijn voorzien van:  isolatie (60 mm rotswol)  elektrische verwarming convectoren 2 Kw  vloerbekleding vinyl  afwasbare wandbekleding  verlichting 1.7.0. Levering en opstelling : door de aannemer van perceel 2 – Ruwbouw 1.7.1. Huur : door de aannemer van perceel 2 – Ruwbouw tot de voorlopige oplevering ; door de bouwheer nadien tot bij de inhuizing. 1.7.2. Elektriciteit 1.7.3.1. Aansluiting Door de aannemer van perceel 2 – Ruwbouw 1.7.3.2. Onderhoud, herstelling, dagelijks toezicht Door de aannemer van perceel 2 – Ruwbouw tot de voorlopige oplevering ; door de aannemer van perceel Elektriciteit nadien. 1.7.3.3. Verbruik elektriciteit Ten laste van de aannemer van perceel 2 – Ruwbouw tot de voorlopige oplevering ; door de aannemer van perceel Elektriciteit nadien. 1.7.3.4. Opbraak Door de aannemer van perceel Elektriciteit bij het einde der werken. 1.7.3. Water en riolering 1.7.4.1. Aansluiting Door de aannemer van perceel 2 – Ruwbouw 1.7.4.2. Onderhoud, herstelling, dagelijks toezicht Door de aannemer van perceel 2 – Ruwbouw tot de voorlopige oplevering ; door de aannemer van perceel Sanitair nadien. 1.7.4.3. Verbruik water Ten laste van de aannemer van perceel 2 – Ruwbouw tot de voorlopige oplevering ; door de aannemer van perceel Sanitair nadien. 1.7.4.4. Opbraak Door de aannemer van perceel Sanitair bij het einde der werken. 1.7.4. Dagelijks (!) onderhoud van de volledige toilet-unit (kuisen) Door de aannemer van perceel 2 – Ruwbouw tot aan de voorlopige oplevering ; door de aannemer van perceel Sanitair nadien. 1.7.5. Opbraak Door de aannemer van perceel 2 – Ruwbouw bij inhuizing.


32/41


1.8. Watervoorzieningen – werfaansluiting 1.8.0. Inrichting Door de aannemer van perceel 2 – Ruwbouw tot de voorlopige oplevering ; voorzieningen in functie van zijn behoeften met in meer minimum 1 aftakkraan voor nevenaannemers. Bij de voorlopige oplevering van perceel 2 – Ruwbouw wordt de werfaansluiting zonder kosten overgedragen aan de aannemer van het perceel Sanitair. Door de aannemer van perceel Sanitair te voorzien: 2 aftakpunten 1/2” ; aan te duiden op het werfinrichtingsplan. Te voorzien door de aannemer van perceel Sanitair : alle nodige maatregelen bij vorst. 1.8.1. Onderhoud, herstellingen Door en/of ten laste van de aannemer van perceel 2 – Ruwbouw (of door en/of ten laste van de aannemer die de schade toebracht) tot de voorlopige oplevering. Door de aannemer van perceel Sanitair nadien (of door en/of ten laste van de aannemer die schade toebracht). 1.8.2. Gebruik Door alle aannemers op de werf aanwezig. 1.8.3. Verbruik Door de aannemer van perceel 2 – Ruwbouw tot de voorlopige oplevering. Door de aannemer van perceel Sanitair nadien. 1.8.4. Opbraak Door de aannemer van perceel Sanitair. 1.9. Elektriciteitsvoorzieningen – werfaansluiting (of werfcabine hoogspanning ; of dieselnoodstroomgroep) 1.9.0. Inrichting Door de aannemer van perceel 2 – Ruwbouw tot de voorlopige oplevering ; voorzieningen in functie van zijn behoeften met in meer minimum 1 werfkast voor nevenaannemers en in functie van ARAB (doorgangsverlichting, …). Bij de voorlopige oplevering van perceel 2 – Ruwbouw wordt de werfaansluiting (of werfcabine hoogspanning ; of dieselstroomgroep) met hoofdverdeelkast zonder kosten overgedragen aan de aannemer van perceel Elektriciteit. Door de aannemer van perceel Elektriciteit minimum te voorzien : op ieder niveau 2 werfkasten volgens beschrijving uitgeruste werfkast (zie bijlage B). Plaats van deze werfkasten aan te duiden op het werfinrichtingsplan. Doorgangsverlichting te voorzien volgens ARAB. Verlichting op apart circuit met aparte differentieel – schakelaar ; aparte noodverlichting of veiligheidsverlichting niet te voorzien. Keuring (her-) van de aansluiting, hoofdverdeelkast en werfkasten, de bekabeling tussen vermelde kasten en de aarding: door en ten laste van de aannemer van perceel Elektriciteit. 1.9.1. Onderhoud, herstellingen Door en/of ten laste van de aannemer van perceel 2 – Ruwbouw (of door en/of ten laste van de aannemer die schade toebracht) tot de voorlopige oplevering. Door de aannemer van perceel Elektriciteit nadien (of door en/of ten laste van de aannemer die schade toebracht). Frank Buffel Versie: 1

33/41


1.9.2. Gebruik Door alle aannemers op de werf aanwezig. 1.9.3. Verbruik/huur Door de aannemer van perceel 2 – Ruwbouw tot de voorlopige oplevering. Door de aannemer van perceel Elektriciteit nadien. 1.9.4. Opbraak Door de aannemer van perceel Elektriciteit. 1.10. Vertikaal verkeer 1.10.0. Gemeenschappelijk 1.10.0.1.

Inrichting 1 transportsteiger (opstellingsplaats nog aan te duiden): - 2000 kg - vervoer goederen + personen - platform 2,00 x 1,50m - te verankeren aan ruwbouw Inrichting door de aannemer van perceel 2 – Ruwbouw ; eventueel op afroep BH/CDB Opstelling in afspraak met BH/CDB Deze transportsteigers dienen ter plaatse te blijven zolang als technisch nodig (beslissing BH/CDB) ; in principe tot uiterlijk 2 maand vóór de voorziene einddatum van het WZC.

1.10.0.2.

Onderhoud, herstellingen en verbruik (huur) Door en/of ten laste van de aannemer van perceel 2 – Ruwbouw (of door en/of ten laste van de aannemer die de schade toebracht) tot de voorlopige oplevering. Door de Bouwheer nadien.

1.10.0.3.

Gebruik Door alle aannemers op de werf aanwezig.

1.10.0.4.

Opbraak Door de aannemer van perceel 2 - Ruwbouw bij inhuizing of na afroep door BH/CDB.

1.10.1.

Niet gemeenschappelijk Ten laste van de respectievelijke aannemers. Iedere aannemer moet zelf voor de (eventueel bijkomende) nodige ophaaltoestellen, kranen, transportwagens, enz... zorgen. De plaats van de ophaaltoestellen dient in gemeen overleg met CDB bepaald. Het transport van materialen en zwaar materieel in het gebouw moet geschieden met aangepast materieel en rekening houden met de toestand van de lokalen waarin gewerkt moet worden (stabiliteit gebouw afgewerkte deur- en raamopeningen enz...).


34/41


1.11. Telefoon 1.11.0. Gemeenschappelijk Nihil 1.11.1. Niet gemeenschappelijk Ten laste van de respectievelijke aannemers 1.12. Personenzoek Nihil 1.13. Onderhoud van de werf Samenbrengen bouwafval op de door de coördinator aangeduide plaats (containers), tussentijds opruimen en reinigen : ten laste van iedere aannemer en telkens : - Wanneer de werken van een post, geheel of gedeeltelijk (vb. op een bepaalde verdieping of een gedeelte ervan) beëindigd zijn. - Voor de aanvang van de werken van een volgende aannemer. - Wanneer het opdrachtgevend bestuur erom verzoekt. - Wanneer nodig voor het instandhouden van de veiligheid in en om de werf. Minstens wekelijks dient alle bouwafval, verpakkingen, etensresten enz. door iedere aannemer in de op de werf aanwezige containers gedeponeerd te worden. Bij het in gebreke blijven van een aannemer kan het opdrachtgevend bestuur of CDB opdracht aan een andere aannemer geven de opruiming te doen. De onkosten, vermenigvuldigd met twee (2) worden afgetrokken van de vorderingsstaten van de in gebreke gebleven aannemer(s). 1.14. Afvoer bouwafval 1.14.0. Perceel 2 – Ruwbouw 1.14.0.1.

Inrichting De aannemer van perceel 2 – Ruwbouw zorgt voor de nodige containers met inbegrip van opstelling, beveiliging en lediging. Container 1 : steen, cement, beton, … ; container 2 : restafval (brandbaar, t.t.z. etensresten, plastiek, karton, papier, hout). Afvoer van sloopafval voortkomende uit het perceel 1 – Afbraakwerken of uit de afbraakwerken voorzien in de overige percelen zijn niet ten laste van de aannemer van perceel 2 – Ruwbouw.

1.14.0.2.

Onderhoud, dagelijks toezicht Door de aannemer van perceel 2 – Ruwbouw.

1.14.0.3.

Gebruik Enkel door de aannemer van perceel 2 – Ruwbouw.

1.14.0.4.

Opbraak Door de aannemer van perceel 2 – Ruwbouw bij de voorlopige oplevering.


35/41


1.14.1. Overige percelen (exclusief perceel 1 – Afbraakwerken) 1.14.1.1.

Inrichting De bouwheer zorgt op eigen kosten voor de nodige containers met inbegrip van opstelling, beveiliging en lediging. Container 1 : steen, cement, beton, … ; container 2 : restafval (brandbaar, t.t.z. etensresten, plastiek, karton, papier, hout). Opmerking : sorteren dient strikt te gebeuren. Indien de bouwheer meerkosten dient te betalen door gebrek aan sortering, worden deze kosten verhaald op de op de werf aanwezige aannemers.

1.14.1.2.

Gebruik Door alle aannemers op de werf aanwezig. De opkuis van de werkposten en het deponeren van het afval op de door het bestuur aangegeven plaats(en) op de werf is ten laste van iedere aannemer.

1.15. Bewaking 1.15.0. Gemeenschappelijk Nihil 1.15.1. Niet gemeenschappelijk Zo nodig, ten laste van de respectievelijke aannemers 1.16. Aanvulling van bestaande werforganisatieplan -


Voor te leggen door iedere aannemer Te vermelden items (indien van toepassing) inplanting werfketen inplanting EHBO-post inplanting van opslagzones inplanting van verzamelplaats voor gasflessen en gevaarlijke producten inplanting van verzamelplaats bij noodgevallen

36/41


DEEL 6 :

TECHNISCHE BEPALINGEN EN BESCHRIJVING DER WERKEN

0

ALGEMEENHEDEN

0.1

GEBRUIKTE AFKORTINGEN BS MOW WTCB VL100 TB 104 van TB 250 TB 901 van AFL ABPB Eutgb Butgb STS DOK NBN NEN DIN AFNOR TV KB MB VH FH GP ST EP PM hoh BH ARCH CDB PV VGP BVGP CD PID PBM CBM EHBO CS n.v.t. VC VCO VCV


Belgisch staatsblad Ministerie van openbare werken wetenschappelijk en technisch centrum voor het bouwbedrijf type bestek nr. 100 van 2002 type bestek nr. 104 van het MOW (1963) (met inbegrip van de addenda nr. 1 van 1967, nr. 2 van 1969 en nr. 3 1973) type bestek nr. 250 - wegenwerken verwijzingsbestek 901 ; onderhoud- verbouwing- en aanpassingswerken de gebouwen en hun omgeving aflevering van technische voorschriften van het MOW algemeen bestek voor de uitvoering van privé bouwwerken – 2e deel – technische voorschriften, uitgegeven door het WTCB Europese unie voor de technische goedkeuring in de bouw Belgische unie voor de technische goedkeuring in de bouw ééngemaakte technische specificatie documentatiebladen van het MOW Belgische normen Nederlandse norm Deutsche industrienorm Association Française de normalisation technische voorlichtingsnota van het WTCB koninklijk besluit ministerieel besluit vermoedelijke hoeveelheid forfaitaire hoeveelheid globale prijs stuk(s) eenheidsprijs pro memorie hart over hart afstand / as op as (de) bouwheer de architecten - ontwerpers (het) coördinatiebureau proces verbaal veiligheids- en gezondheidsplan bijzonder veiligheids- en gezondheidsplan coördinatiedagboek post-interventiedossier persoonlijke beschermingsmiddelen collectieve beschermingsmiddelen eerste hulp bij ongevallen coördinatiestructuur niet van toepassing veiligheidscoördinator veiligheidscoördinator ontwerp veiligheidscoördinator verwezenlijking

37/41


0.2

NUMMERING EN INDELING VAN DE POSTEN de posten worden gekenmerkt door een codenummer, volgens het principe van de decimale classificatie. Een groepnummer bestaat uit maximum twee cijfers, en wordt telkens afgescheiden door een punt.

0.3

METING Alle hoeveelheden worden gemeten zoals beschreven bij de diverse posten. Indien niets beschreven, worden ze netto gemeten. De prijzen voor deze netto hoeveelheden omvatten alle bijkomstige werken, zoals het op maat brengen, evenals alle verlies, afval, overlappingen, afrondingen, afschuiningen aan hoeken, enz. Afwerkingen van vloeren, plafonds ed. worden gemeten tussen de binnenmuren. Plaatselijke uitsparingen voor openingen, kolommen, plaatselijke wandverdikkingen enz., zowel aan de randen als in de oppervlakken zelf worden slechts afgetrokken van de hoeveelheid, voor zover ze groter zijn dan de in de meetcodes vermelde niet af te trekken oppervlaktes. Vermoedelijke hoeveelheden (VH) : meting overeenkomstig deel 2 - art. 40 par.3 Afrondingen : posten posten posten posten

in in in in

m gemeten m2 gemeten m3 gemeten kg gemeten

: 0,01 m : 0,01 m2 : 0,001 m3 : 0,001 kg

Alle fracties van 0 tot en met 4 worden naar 0 afgerond, alle fracties van 5 tot en met 9 worden naar 1 afgerond. Dubbele metingen : geen enkele hoeveelheid wordt tweemaal gemeten, tenzij voor de posten die als supplement aangerekend worden tov een andere, en dit uitdrukkelijk in de beschrijving van deze post is vermeld.

0.4

LEVERING, HERKOMST EN STANDAARDISERING VAN MATERIALEN EN UITVOERING De materialen zijn nieuw, beantwoorden aan de technische voorschriften van onderhavig bestek, en aan de voorschriften van de documenten waarnaar in onderhavig bestek verwezen wordt. Het beantwoorden aan bepaalde normen en/of goedkeuringscertificaten is niet altijd een voldoende voorwaarde om te beantwoorden aan de eisen van onderhavig bestek. Tenzij uitdrukkelijk anders vermeld, omvat elk te plaatsen element, alle nodige bevestigingsmiddelen, zoals schroeven, bouten, nagels, spieën, haken, enz., nodig om het element en/of materiaal te bevestigen en te kunnen gebruiken zoals hoort. Waar eenzelfde materiaal en/of uitvoering vereist of toegepast moeten worden voor meerdere werken, moet dit materiaal en/of deze uitvoering identiek zijn, behalve wat betreft de aspecten die het wezenlijke onderscheid uitmaken tussen de verschillende werken.


38/41


0.5

BEVESTIGINGSMIDDELEN - in beton of metselwerk : het gebruik van in te schieten nagels, evenals het gebruik van pvc pluggen is niet toegelaten. Voor bevestigingen in cellenbeton dient een aangepast type aangewend. - in montagewanden :  ter hoogte van ingebouwde metalen geraamte en/of verstevigingen dienen de bevestigingsmiddelen aangebracht in dit geraamte en/of deze verstevigingen (dmv metaalschroeven).  Wanneer geen metalen versteviging : vastzetpluggen van het type dat uitzet in de kern van de wand, achter de bekledingspanelen.  Houten verstevigingen : houtschroeven in corrosievrij of tegen corrosie beschermd materiaal. - wanden in gipsblokken : in te boren pluggen, aan buitenzijde voorzien van draad met grote spoed. - in hout : houtschroeven in corrosievrij of tegen corrosie beschermd materiaal, tenzij uitdrukkelijk anders vermeld in de diverse posten. Alle door de aannemer gebruikte soorten bevestigingsmiddelen dienen vooraf ter goedkeuring voorgelegd, en dit met opgave van de belastingen die erop kunnen uitgeoefend worden.

0.6

TOLERANTIES de aannemer moet een bijzondere aandacht wijden aan het eerbiedigen van de toleranties die op zijn aanneming betrekking hebben. Hij is volledig verantwoordelijk voor alle mogelijke directe en indirecte gevolgen van gebrekkige uitvoering ter zake, en dus ook voor alle onkosten voor het her maken of aanpassen van elementen die tot zijn aanneming of tot andere aannemingen behoren. Het is evenwel het bestuur die beslist welk element dat moet hermaakt of aangepast worden; het 'omsluitende' of het 'ingesloten' element.(bv het 'metselwerk' of de 'deur' die erin komt, de 'wand' of de erop komende 'afwerkingen'). Tenzij specifiek bij een post anders beschreven, mogen volgende toleranties niet overschreden worden : - theoretische afmetingen hebben geen tolerantie - aslijnen van elementen tov theoretische aslijnen, mogen max. een afwijking van +/- 0,5 cm hebben - voor elk paar opeenvolgende elementen zal de afwijking max. 1 cm bedragen tussen de werkelijke en de nominale onderlinge afstanden van de elementen. - tolerantie op de verticaliteit : * elementen tot max. 1,00 m hoogte : max. afwijking tot de loodlijn : 2 mm. * elementen tussen 1,00 m en 2,50 m hoogte : max. afwijking tot de loodlijn : 2 mm/m. * elementen hoger dan 2,50 m : max. afwijking tot de loodlijn : 5 mm. - tolerantie op de horizontaliteit : elementen tot max. 1,00 m lengte : max. 2 mm afwijking tussen beginen eindpunt tov de waterpaslijn elementen tussen 1,00 en 2,50 m lengte : max. 2 mm/m afwijking tussen beginen eindpunt tov de waterpaslijn. elementen langer dan 2,50 m : max. 5 mm afwijking tussen beginen eindpunt tov de waterpaslijn.


39/41


- tolerantie op de vlakheid van een zichtbaar vlak en de rechtheid van de randen : max. 2 mm onder een lat van 2,00 m lengte, en max. 1/1000 van de lengte van rand tot rand van de stukken. - tolerantie op afzonderlijke en/of in te werken elementen : * stukken tot 1,00 m : max. 2 mm afwijking * afmetingen tussen 1,00 en 2,50 m lengte : max. 2 mm/m afwijking * afmetingen groter dan 2,50 m : max. 5 mm afwijking. - tolerantie op hoeken : max. afwijking in mm : 3 + 0,4D (D = basismaat van de diagonaal in meter) - bij ontmoetingen van elementen mogen deze nooit de maximum afwijkingen met dezelfde zin (+ of -) vertonen aan hun raakpunten. - tolerantie op afwerkingen, vlakken 'schilderklaar' : * vlak : max. 2 mm afwijking onder een regel van 2,00 m, met max. 2 golvingen per regellengte * lood : maximum 3 mm afwijking tussen vloer en zoldering, * onregelmatigheden : max. 2 onregelmatigheden per 4 m2 (gebreken aan gepolijste oppervlakken van max. 0,5 dm2) truweelslagen : max. 1 per 4 m2 natrekken van de korrel : max. 1 per 4 m2

0.7

MONSTERS, STALEN, MODELLEN alle materialen dienen vooraf ter goedkeuring voorgelegd aan het bestuur. Het voorleggen van monsters, stalen en modellen dient uit eigen beweging door de aannemer te gebeuren, en dit binnen de volgende termijnen : * voor het bepalen van de te gebruiken materialen : binnen de maand na bevel tot aanvang der werken, doch minstens 10 werkdagen voor de aanvang der posten die aanvangen binnen de maand na het bevel tot aanvang der werken. * voor de modellen of kleuren : minstens 1 maand voor de aanvang van de vervaardiging of aanwending. Deze data dienen te worden opgenomen in de gedetailleerde uitvoeringsplanning. De aannemer moet telkens het volledige gamma voorleggen die in het kader van de beschrijving past, met inbegrip van alle modellen en kleuren. Van goedgekeurde of goed te keuren monsters, stalen of modellen kan eveneens een proefplaatsing geëist worden. Als stalen en modellen, kunnen tevens gelden NAUWKEURIG AANGEDUIDE elementen die op de bouwplaats zijn verwerkt en/of aangewend, wanneer duidelijk vermeld in de verslagen van de werfvergadering. De voorgelegde stalen, modellen, enz. worden geacht te beantwoorden aan de bepalingen van het bestek. Eventuele afwijkende eigenschappen van materialen en/of uitvoeringen ten overstaan van het beschrevene dienen door de aannemer gemeld, en mogen niet aangewend zonder voorafgaandelijke uitdrukkelijke toestemming van het bestuur. Het gekozen materiaal, model en kleur wordt vastgelegd in de verslagen van de werfvergadering. Het gekozen materiaal, staal, model, enz. wordt door het bestuur voorzien van de datum van goedkeuringen het nummer van de post waarin ze verwerkt worden.


40/41


Voornoemde goedkeuring ontslaat de aannemer niet van zijn verantwoordelijkheid inzake kwaliteit van materiaal en uitvoering, noch van uitvoeringstermijn.

0.8

OPENINGEN waar mogelijk en tijdig bekend, worden, ten behoeve van de technische uitrustingen, uitsparingen voorzien. Deze uitsparingen staan vermeld op de uitvoeringsplannen, gedeponeerd in de werflokalen. Deze openingen en/of uitsparingen dienen aangebracht voor de elementen hun anti corrosiebehandeling ondergaan. Voorafgaandelijk aan de uitvoering van doorboringen en uitsparingen moet de aannemer aan het bestuur de juiste plaats en de omvang ervan (eventueel met aftekening ter plaatse), alsmede de gevolgde werkwijze melden. Het bestuur kan ten allen tijde het kappen verbieden en het gebruik van slijpmachine of boormachine opleggen.

0.9

GRENZEN VAN DE AANNEMING Niet opgemeten posten maken geen deel uit van onderhavige aanneming. De aannemer kan geen posten toevoegen. Opmerkingen en/of leemtes dienen in een afzonderlijk document bijgevoegd. Alle andere aanduidingen op de architectuurplannen, doorsneden en details, omtrent posten, niet in de opmeting vervat, zijn niet in huidige aanneming begrepen.


41/41


WOON- en ZORGCENTRUM DIENSTENCENTRUM, TEN BOOMGAARDE UITBREIDING en VERBOUWING

Recommend Documents