Wonen en Werken rond de Zuiderzee
Wonenen Werken rondde Zuiderzee Omgevingsonderwijs voor aardrijkskunde, geschiedenis, economie in het Zuiderzeemuseum voor de basisvorming en leerjaar 3 + 4 VMBO
Onderzoeksboek 9 Handel en diensten 1
Wonen en Werken rond de Zuiderzee
Wonen en Werken rond de Zuiderzee Omgevingsonderwijs voor aardrijkskunde, geschiedenis, economie in het Zuiderzeemuseum voor de basisvorming en leerjaar 3 + 4 VMBO
Onderzoeksboek 9: Handel en diensten I Verzamelen (In het museum). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 II Ordenen (Terug op school). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 III Presenteren (Terug op school) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 Kaarten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Een educatief project ontwikkeld door Instituut voor de Lerarenopleiding (ILO) van de Universiteit van Amsterdam Steunpunt Kunstzinnige Vorming Westfriesland (SKV) Hoorn Zuiderzeemuseum Enkhuizen Opdrachtgevers Provincie Noord-Holland Mondriaan Stichting Ministerie van OCW Zuiderzeemuseum Enkhuizen
2
Wonen en Werken rond de Zuiderzee
Onderzoeksboek 9: Handel en diensten Voor wat voor diensten kon men vroeger terecht op het postkantoor? Waar konden mensen hun was laten doen? Hoe kwam de vishandelaar aan zijn vis? En waar werden de producten van de firma Lugozon uit Landsmeer verkocht? Aan handel en diensten dankten rond 1900 vele bewoners van het Zuiderzeegebied hun bestaan. In welke producten er gehandeld werd en door wie welke diensten werden aangeboden onderzoek je op deze tocht door het Zuiderzeemuseum.
I Verzamelen (In het museum) Je bent maar een keer in het museum, dus je moet alle vragen zo goed en uitvoerig mogelijk beantwoorden. Anders kom je in de knoei met je werkstuk of presentatie op school. Je verzamelt in het museum de kennis, die je nodig hebt om de onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden. Later, terug op school, ga je deze gegevens ordenen en presenteren. In het buitenmuseum kun je je weg vinden door de routebeschrijvingen in deze tocht te volgen. Of je bij het juiste pand bent, kun je zien aan de foto’s in de tocht en door middel van de codes die zowel in deze tocht als op de infobordjes van de panden vermeld staan. Veel succes! Onderzoeksvragen Hoofdvraag • Welke handel kenden de bewoners van het Zuiderzeegebied en van welke diensten konden zij gebruik van maken? Deelvragen • Wat voor handel kwam er voor in het Zuiderzeegebied? • Wat voor diensten werden er aangeboden in het Zuiderzeegebied? • Welke economische sectoren en bedrijfstakken kwamen er voor in het Zuiderzeegebied? • Hoe verdienden arm en rijk aan het verrichten van handel en diensten?
VOORAF INVULLEN Deze onderzoekstocht is van ................................ Klas ....... Ik doe deze tocht samen met ........................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................... ...........................................................................................................................................................................
NA AFLOOP INVULLEN De samenwerking in mijn groep ging goed/matig/slecht, omdat: ........................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................... ...........................................................................................................................................................................
3
Wonen en Werken rond de Zuiderzee
Route Vanaf de boot loop je gelijk naar de grote bruine schuur aan je rechterhand (code: WR 3). Aanwijzing Lees het bordje naast de ingang Vragen 1a. Welk product werd hier vroeger bewaard? ...........................................................................................................................................................................
1b. Waar kwam het product vandaan en hoe werd het verzameld? ...........................................................................................................................................................................
1c. Noem vier dingen waar dit product voor werd gebruikt: 1 ......................................................................................................................................................................... 2 ........................................................................................................................................................................ 3 ........................................................................................................................................................................ 4 ........................................................................................................................................................................
Aanwijzing Loop de schuur in. Aan je linkerhand vind je twee grote objecten die gebruikt werden bij de wierverwerking en -handel. Vragen 1d. O p welke manier werden deze objecten gebruikt bij de verwerking en handel van wier, denk je? Object
Gebruik
.................................................... ............................................................................................................ .................................................... ............................................................................................................
4
Wonen en Werken rond de Zuiderzee
1e. Omcirkel de sector en de bedrijfstak van de economie waarin de winning van wier past. Economische sectoren en bedrijfstakken Sector
Bedrijfstak
Primaire sector
Landbouw Mijnbouw Jacht Visserij
Secundaire sector
Industrie Ambacht Bouwnijverheid Openbare nutsbedrijven
Tertiaire sector
Handel Verkeer Financiële en zakelijke diensten Bestuurlijke sociale en culturele diensten
1f. Omcirkel de sector en de bedrijfstak van de economie waarin de handel van wier past. Economische sectoren en bedrijfstakken Sector
Bedrijfstak
Primaire sector
Landbouw Mijnbouw Jacht Visserij
Secundaire sector
Industrie Ambacht Bouwnijverheid Openbare nutsbedrijven
Tertiaire sector
Handel Verkeer Financiële en zakelijke diensten Bestuurlijke sociale en culturele diensten
Kaart Neem kaart 2 Zuiderzeegebied voor je. Schrijf bij het eiland Wieringen het woord ‘wier’. Route Verlaat de schuur. Sla rechtsaf en loop rechtdoor (voorbij de drie hoge schoorstenen) en volg het pad met een bocht naar links. Loop voorbij der tuintjes van een rij huizen aan je rechterhand. Sla voor het trappetje dat de dijk op gaat rechtsaf. Je staat nu voor deze rokerij (Code M04). Spoor Neem kaart 1 Zuiderzeemuseum voor je. Trek een lijn op de kaart van het Zuiderzeemuseum langs de route die je tot nu hebt gelopen.
5
Wonen en Werken rond de Zuiderzee
Aanwijzing In één van deze rokerijen kun je het filmpje ‘Roken en zouten’ zien. Lees eerst de vragen 2a tot en met 2h goed door. Verdeel de vragen binnen je groepje, maar zorg er wel voor dat iedereen alle antwoorden in zijn boekje noteert. Het kan zijn dat het filmpje al loopt. Wacht dan even tot hij weer opnieuw begint zodat je alle vragen kunt beantwoorden. Vragen 2a. Hoe heet de vis die door de vrouwen wordt verwerkt? .................................................................. 2b. Het verwerken van de vis bestaat uit de volgende drie stappen: roken, schoonmaken, aan pennen rijgen. Kijk goed naar de beelden en noteer deze drie stappen hieronder in de goede volgorde: 1 .................................................................. 2 .................................................................. 3 ..................................................................
2c. Hoe heet deze vis na de bewerking? .................................................................. 2d. Waarom werd de vis gerookt? ...........................................................................................................................................................................
2e. Werd deze vis uitsluitend in Nederland verkocht? Zo nee, waarheen werd hij dan geëxporteerd? ...........................................................................................................................................................................
2f. Hoe heet de vis die door de kinderen wordt verwerkt? ...........................................................................................................................................................................
2g. Geef in drie stappen aan welke bewerkingen deze vis onderging. 1 .................................................................. 2 .................................................................. 3 .................................................................. 2h. De smaak van de vis verbeterde wanneer ze langer in de vaatjes (ankers) bleef. Hierdoor kreeg de handelaar een hogere prijs voor een ouder vaatje. Welke andere reden voor het stijgen van de prijs van de opgeslagen vaatjes vis wordt in de film genoemd? ...........................................................................................................................................................................
6
Wonen en Werken rond de Zuiderzee
2i. Omcirkel de sector en de bedrijfstak van de economie van waaruit de vishandelaren hun producten verkregen Economische sectoren en bedrijfstakken Sector
Bedrijfstak
Primaire sector
Landbouw Mijnbouw Jacht Visserij
Secundaire sector
Industrie Ambacht Bouwnijverheid Openbare nutsbedrijven
Tertiaire sector
Handel Verkeer Financiële en zakelijke diensten Bestuurlijke sociale en culturele diensten
2j. Omcirkel de sector en de bedrijfstak van de economie van waartoe de vishandel zelf hoort. Economische sectoren en bedrijfstakken Sector
Bedrijfstak
Primaire sector
Landbouw Mijnbouw Jacht Visserij
Secundaire sector
Industrie Ambacht Bouwnijverheid Openbare nutsbedrijven
Tertiaire sector
Handel Verkeer Financiële en zakelijke diensten Bestuurlijke sociale en culturele diensten
Route Neem het trappetje omhoog het dijkpad op. Sla op de dijk linksaf en loop rechtdoor tot je aan je rechterhand een gebouw met een schoorsteen ziet. Naar dit gebouw ga je toe. Neem het eerst pad rechts naar beneden tot je voor het gebouw staat. In dit gebouw (code: IJS 2) was vroeger een bedrijf gevestigd. Spoor Neem kaart 1 Zuiderzeemuseum voor je. Trek een lijn op de kaart van het Zuiderzeemuseum langs de route die je tot nu hebt gelopen. Aanwijzing Ga door de linkerdeur het bedrijf binnen. Kijk hier eens goed om je heen. Vragen 3a. Waar ruikt het naar en wat wordt er in dit bedrijf kennelijk gedaan? 7
Wonen en Werken rond de Zuiderzee
........................................................................................................................
3b. Waarvoor dienen de draaiende tonnen en trommels in deze ruimte? .............................................................................................................................. .............................................
Aanwijzing Loop links de trap op naar boven. Vragen 3c. Waarvoor dient deze ruimte? Waarom denk je dat? .............................................................................................................................. .............................................
Aanwijzing Ga weer naar beneden. Aan de muur tegenover de trap hangt een paneel met tekst en foto’s. Hierop zie je een familieportret. Dit is de familie Van der Kamp. Bekijk de foto eens goed en lees de tekst bij het portret. Vragen 3d. Wat hebben deze mensen met dit bedrijf te maken? ...........................................................................................................................................................................
3e. De man die op de foto in het midden op een stoel zit, is vader Peter Jan van der Kamp. Wat was zijn functie binnen het bedrijf denk je? ...........................................................................................................................................................................
3f. Vader Van der Kamp had ook nog een functie buiten dit bedrijf. Welke functie was dat? ...........................................................................................................................................................................
Aanwijzing Loop weer naar buiten, sla linksaf en kijk in de ruimte achter de rechterdeur. Vragen 3g. Met behulp van wat voor energie worden de wasmachines in dit bedrijf aangedreven? ...........................................................................................................................................................................
Interview! Je gaat nu de man interviewen die hier in de wasserij werkt. Lees eerst de vragen goed door. In de ‘ruimte voor aanvullende vragen’ kun je extra vragen noteren die je zelf bedacht hebt. Verdeel vervolgens onderling de taken. Een van jullie stelt de vragen hieronder (vragensteller). Een ander noteert de antwoorden die door de medewerker worden gegeven (schrijver). De overigen verzinnen nieuwe vragen tijdens het gesprek. Ze vragen dus door op de antwoorden die worden gegeven (bedenkers). Ook deze vragen en antwoorden worden opgeschreven in de ‘ruimte voor aanvullende vragen’. Vragen 4a. Wat voor werk doet u hier in de wasserij? ........................................................................................................................................................................... ...........................................................................................................................................................................
8
Wonen en Werken rond de Zuiderzee
4b. Hoeveel mensen werkten er vroeger in deze wasserij en wat voor taken hadden ze? ........................................................................................................................................................................... ...........................................................................................................................................................................
4c. Wat verdienden ze gemiddeld? ........................................................................................................................................................................... ...........................................................................................................................................................................
4d. Werkten er hier ook kinderen? Zo ja, wat moesten zij dan doen? ........................................................................................................................................................................... ...........................................................................................................................................................................
4e.Hoeveel moest een klant gemiddeld voor het wassen betalen? ...........................................................................................................................................................................
4f. Waren de klanten van dit bedrijf arme of rijke mensen? ...........................................................................................................................................................................
4g. Waarom gaven zij hun was ‘uit huis’? ........................................................................................................................................................................... ...........................................................................................................................................................................
4h.Hoe vaak gaven zij hun was uit huis? ...........................................................................................................................................................................
4i. Wat voor wasgoed werd hier gewassen?
........................................................................................................................................................................... ...........................................................................................................................................................................
4j. Waar stond deze wasserij vroeger? ...........................................................................................................................................................................
4k. Waar kwamen de klanten van deze wasserij zoal vandaan? ...........................................................................................................................................................................
4l. Hoe kwam het wasgoed hier terecht? ...........................................................................................................................................................................
Ruimte voor aanvullende vragen (bedenker)
9
Wonen en Werken rond de Zuiderzee
........................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................... ...........................................................................................................................................................................
Aanwijzing Je bent nu klaar met het interview. Vergeet niet de museummedewerker te bedanken! Ga daarna verder met de volgende vragen.
10
Wonen en Werken rond de Zuiderzee
Kaart Neem kaart 2 Zuiderzeegebied voor je en kijk op het informatiebordje naast de ingang. Noteer op de kaart de plaats IJsselmuiden en schrijf daarbij het woord ‘stoomwasserij’. Vragen 5a. Omcirkel de sector en de bedrijfstak van de economie waarin de stoomwasserij past. Economische sectoren en bedrijfstakken Sector
Bedrijfstak
Primaire sector
Landbouw Mijnbouw Jacht Visserij
Secundaire sector
Industrie Ambacht Bouwnijverheid Openbare nutsbedrijven
Tertiaire sector
Handel Verkeer Financiële en zakelijke diensten Bestuurlijke sociale en culturele diensten
Aanwijzing Tegenover de wasserij staat aan je linkerhand het woonhuis van de familie Van der Kamp (code: IJS 1). Ga daar naar binnen en kijk eens goed rond. Vragen 5b. Wat denk je, was deze familie arm of rijk? Licht je antwoord toe. Betrek bij je antwoord dingen die je hebt gezien en gelezen in het bedrijf, woonhuis en op de foto van de familie Van der Kamp. ........................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................... ...........................................................................................................................................................................
Route Verlaat het woonhuis van de familie Van der Kamp. Sla linksaf, loop rechtdoor tot je op de stadsgracht komt. Sla hier rechtsaf en loop daarna linksaf via de stenen brug de stadsgracht over. Loop rechtdoor langs de kerk tot je aan je rechterhand een postkantoortje (code: WR 2) ziet. Stop hier. Spoor Neem kaart 1 Zuiderzeemuseum voor je. Trek een lijn op de kaart van het Zuiderzeemuseum langs de route die je tot nu hebt gelopen.
11
Wonen en Werken rond de Zuiderzee
Vragen 6a. Rechts op de gevel staan een aantal diensten te lezen waarvoor de bewoners van het Zuiderzeegebied terecht konden op het postkantoor. Welke diensten waren dit? 1 ........................................................................................................................................................................ 2 ........................................................................................................................................................................ 3 ........................................................................................................................................................................ 6b. Verklaar nu de afkorting van de naam van de post: PTT. Deze afkorting vind je op de voorkant van de bakfiets. Waar staan de letters voor? ...........................................................................................................................................................................
Interview! Je gaat nu een aantal vragen stellen aan de medewerker van het postkantoor. Lees eerst de onderstaande vragen goed. Verdeel weer onderling de taken zoals je bij het interview in de wasserij hebt gedaan. Bij de ‘ruimte voor aanvullende vragen’ kun je weer extra vragen noteren die je zelf bedacht hebt. Aanwijzing Ga het pand binnen en sla rechtsaf. Je bent nu in het postkantoor. Vragen 6c. Uit welke tijd stamt dit postkantoor? ...........................................................................................................................................................................
6d. Waaruit bestonden de werkzaamheden op dit postkantoor? ...........................................................................................................................................................................
6e.Had je een opleiding nodig om hier te kunnen werken? ........................................................................................................................................................................... ...........................................................................................................................................................................
6f. Verdiende een medewerker van een postkantoor goed? ...........................................................................................................................................................................
Ruimte voor aanvullende vragen (bedenker) ........................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................... ...........................................................................................................................................................................
12
Wonen en Werken rond de Zuiderzee
........................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................... ........................................................................................................................................................................... ...........................................................................................................................................................................
Aanwijzing Je bent nu klaar met het interview. Vergeet weer niet de medewerker voor het gesprek te bedanken. Blijf nog in het postkantoor en ga verder met de volgende vragen.
13
Wonen en Werken rond de Zuiderzee
Vragen 6g. Omcirkel de sector en de bedrijfstak van de economie waarin de PTT/ het postkantoor past. Economische sectoren en bedrijfstakken Sector
Bedrijfstak
Primaire sector
Landbouw Mijnbouw Jacht Visserij
Secundaire sector
Industrie Ambacht Bouwnijverheid Openbare nutsbedrijven
Tertiaire sector
Handel Verkeer Financiële en zakelijke diensten Bestuurlijke sociale en culturele diensten
Aanwijzing Hier in het postkantoor hangt links naast de ingang (die terug leidt naar de gang) een dienstregeling van een bedrijf. Bekijk deze eens goed. Vragen 7a. Wat is de naam van het bedrijf? ...........................................................................................................................................................................
7b. Welke dienst biedt dit bedrijf aan? ...........................................................................................................................................................................
7c. Welke drie vervoermiddelen worden voor deze dienst ingezet? 1 ........................................................................................................................................................................ 2 ........................................................................................................................................................................ 3 ........................................................................................................................................................................
14
Wonen en Werken rond de Zuiderzee
7d. Omcirkel de sector en de bedrijfstak van de economie waarin dit bedrijf past. Economische sectoren en bedrijfstakken Sector
Bedrijfstak
Primaire sector
Landbouw Mijnbouw Jacht Visserij
Secundaire sector
Industrie Ambacht Bouwnijverheid Openbare nutsbedrijven
Tertiaire sector
Handel Verkeer Financiële en zakelijke diensten Bestuurlijke sociale en culturele diensten
Kaart Neem kaart 2 Zuiderzeegebied voor je en kijk op het informatiebordje buiten naast de ingang. Noteer op de kaart bij de plaats waar dit postkantoor vandaan komt het woord ‘post’. Route Verlaat het postkantoor en sla linksaf. Loop terug naar de stadsgracht. Ga vóór de stenen brug over de stadsgracht naar rechts. Stop bij een groot wit houten pand (code: LA 1) aan je rechterhand. Spoor Neem kaart 1 Zuiderzeemuseum voor je. Trek een lijn op de kaart van het Zuiderzeemuseum langs de route die je tot nu hebt gelopen. Aanwijzing Dit pand is geopend vanaf 11.30 uur. Is het pand nog niet open, maak dan eerst vraag 9. Ga anders het pand binnen. Hier zat vroeger de firma Lugozon. (NB: Op maandag is het pand soms gesloten. Sla in dat geval deze vraag over). Vragen 8a. Beschrijf de geur die je opvalt na binnenkomst. ...........................................................................................................................................................................
8b. Welk product ligt er in de schappen? ...........................................................................................................................................................................
8c. Hoeveel verschillende soorten van dit zelfde product tel je in deze ruimte? ...........................................................................................................................................................................
8d. Bedenk waarvoor de zwarte bordjes dienen die aan de schappen hangen. ...........................................................................................................................................................................
8e. Wordt het product in ook in dit gebouw gemaakt? Waarom denk je van wel/niet? ...........................................................................................................................................................................
15
Wonen en Werken rond de Zuiderzee
8f.Dit product wordt nu ook hier verkocht. Maar werd dit pand vroeger ook gebruikt als winkel? Waarom denk je van wel/niet? ...........................................................................................................................................................................
8g. Hoe wordt dit pand genoemd? Een..................................................... En waarvoor werd het dus gebruikt? Om..................................................... 8h. Wat gebeurde er met de producten nadat ze het gebouw hadden verlaten, denk je? ...........................................................................................................................................................................
Aanwijzing Wanneer je na binnenkomst doorloopt tot links achter in het gebouw vind je twee kleine vitrines. In een ervan ligt een kaas waarop een aantal stickers zijn geplakt. Vragen 8i. Noteer hieronder de teksten van de stickers. ........................................................................................................................................................................... ...........................................................................................................................................................................
8j. Bekijk de stickers goed. Naar welke landen of werelddelen exporteerde deze firma zijn producten? Let op de talen op de stickers. ...........................................................................................................................................................................
8k. Omcirkel in welke sector en in welke bedrijfstak van de economie deze firma thuis hoort. Economische sectoren en bedrijfstakken Sector
Bedrijfstak
Primaire sector
Landbouw Mijnbouw Jacht Visserij
Secundaire sector
Industrie Ambacht Bouwnijverheid Openbare nutsbedrijven
Tertiaire sector
Handel Verkeer Financiële en zakelijke diensten Bestuurlijke sociale en culturele diensten
16
07 /2007
Wonen en Werken rond de Zuiderzee
Kaart Neem Kaart 2 Zuiderzeegebied voor je. Verlaat het pand en kijk op het bordje naast de deur. In welke plaats in het Zuiderzeegebied stond dit gebouw oorspronkelijk? Noteer de plaats en daarbij ‘firma Lugozon’ op de kaart. Route Ga na buitenkomst linksaf en loop de linkerkade van de stadsgracht af tot je bij twee houten bruggetjes komt. Steek ze beide over. Loop vervolgens naar het tweede huisje (code: HN 1) aan je linkerhand. Stop hier. Spoor Neem kaart 1 Zuiderzeemuseum voor je. Trek een lijn op de kaart van het Zuiderzeemuseum langs de route die je tot nu hebt gelopen. Aanwijzing Kijk door de voordeur. Vraag 9a. Wat is er in dit pand gevestigd?................................................................................................................. En wat voor producten zie je hier allemaal liggen? .......................................................................................... 9b. Wat zouden de firma Lugozon en dit pand met elkaar te maken kunnen hebben? ..........................................................................................................................................................................
9c. Wat denk je, waren de eigenaren van dit pand arm of rijk? Licht je antwoord toe. ..........................................................................................................................................................................
Kaart Neem Kaart 2 Zuiderzeegebied voor je. Kijk op het bordje naast de deur. In welke plaats in het Zuiderzeegebied stond dit pand oorspronkelijk? Noteer de plaats en daarbij het woord ‘winkel’ op de kaart. 9d. Omcirkel in welke sector en in welke bedrijfstak van de economie dit pand thuis hoort. Economische sectoren en bedrijfstakken Sector
Bedrijfstak
Primaire sector
Landbouw Mijnbouw Jacht Visserij
Secundaire sector
Industrie Ambacht Bouwnijverheid Openbare nutsbedrijven
Tertiaire sector
Handel Verkeer Financiële en zakelijke diensten Bestuurlijke sociale en culturele diensten
17
Wonen en Werken rond de Zuiderzee
Aanwijzing Loop nu weer via de bruggetjes terug in de richting van het gebouw van de firma Lugozon tot je er helemaal aan voorbij bent gelopen. Kijk ondertussen goed naar de gebouwen die je ziet aan die kant van de gracht. Vraag 10. W at voor voorbeelden van handel vind je hier aan de gracht die vroeger voorkwamen in het Zuiderzeegebied? Noem er twee. 1 ......................................................................................................................................................................... 2 ........................................................................................................................................................................ Aanwijzing Helemaal aan het einde van de gracht staat een groot groen houten huis uit Zaandijk (code: ZD 1). Stop voor de ingang van dit huis. Lees het informatiebordje naast de deur. Vragen 11a. Hoe heette de familie die hier woonde? .....................................................................................................................
11b. In welke tijd bewoonden zij dit huis? .....................................................................................................................
11c. Van de handel in welk product verdiende deze familie geld? Hoe weet je dat? ..........................................................................................................................................................................
Aanwijzing Ga het huis binnen en kijk eens goed rond in alle kamers.
Vragen 11d. Was deze familie rijk? Hoe weet je dat? .......................................................................................................................................................................... ..........................................................................................................................................................................
18
Wonen en Werken rond de Zuiderzee
11e. Omcirkel in welke sector en in welke bedrijfstak van de economie het beroep van de vader van dit gezin thuis hoort. Economische sectoren en bedrijfstakken Sector
Bedrijfstak
Primaire sector
Landbouw Mijnbouw Jacht Visserij
Secundaire sector
Industrie Ambacht Bouwnijverheid Openbare nutsbedrijven
Tertiaire sector
Handel Verkeer Financiële en zakelijke diensten Bestuurlijke sociale en culturele diensten
Route Verlaat het huis en sla rechtsaf de hoek om. Loop rechtdoor tot je aan je rechterhand een groen houten pand ziet met een rood wit gekleurde stok aan de voorgevel (code: ZW 1). Spoor Neem kaart 1 Zuiderzeemuseum voor je. Trek een lijn op de kaart van het Zuiderzeemuseum langs de route die je tot nu hebt gelopen. Vragen 12a. Wat voor bedrijf zat er in dit pand gevestigd? ..........................................................................................................................................................................
12b. Van wie was dit bedrijf en wanneer werd het opgericht? ..........................................................................................................................................................................
Aanwijzing Loop naar binnen en kijk in de ruimte aan je linkerhand. Vragen 12c. Noem 4 voorwerpen die je hier ziet liggen en die kenmerkend zijn voor dit soort bedrijf. Noteer ook waarvoor je denkt dat ze werden gebruikt. Voorwerp
Gebruik
................................................................... ......................................................................... ................................................................... ......................................................................... ................................................................... .........................................................................
Kaart Neem kaart 2 Zuiderzeegebied voor je. Kijk op het informatiebordje naast de ingang en noteer op de kaart de plaats waar dit bedrijf stond en vermeld het soort bedrijf erbij.
19
Wonen en Werken rond de Zuiderzee
12d. Omcirkel in welke sector en in welke bedrijfstak van de economie dit bedrijf thuis hoort. Economische sectoren en bedrijfstakken Sector
Bedrijfstak
Primaire sector
Landbouw Mijnbouw Jacht Visserij
Secundaire sector
Industrie Ambacht Bouwnijverheid Openbare nutsbedrijven
Tertiaire sector
Handel Verkeer Financiële en zakelijke diensten Bestuurlijke sociale en culturele diensten
Route Ga nu de witte houten brug over naar het dijkpad. Sla op de dijk af naar rechts en loop door tot je aan je rechterhand onder aan de dijk een schip ziet liggen. Spoor Neem kaart 1 Zuiderzeemuseum voor je. Trek een lijn op de kaart van het Zuiderzeemuseum langs de route die je tot nu hebt gelopen. Vragen 13a. Wat voor voorwerpen zie je op het schip liggen? ..........................................................................................................................................................................
13b.Hoe heette de eigenaar van dit schip en waarin dreef hij dus handel? ..........................................................................................................................................................................
13c. Hoe zorgde hij ervoor dat zijn handelswaar bij de klant kwam? .......................................................................................................................................................................... ..........................................................................................................................................................................
13d. Wat voor werk deed hij nog meer? .......................................................................................................................................................................... ..........................................................................................................................................................................
13e. Verdiende deze man veel geld? Waarom denk je dat? .......................................................................................................................................................................... ..........................................................................................................................................................................
20
Wonen en Werken rond de Zuiderzee
Kaart Neem kaart 2 Zuiderzeegebied voor je en noteer bij de provincie waar dit schip vandaan komt het woord ‘potschip’ of ‘diggelschip’. Route Het dijkpad komt uit op een splitsing. Ga bij deze splitsing naar links. Loop door tot je aan je linkerhand een haven ziet. Neem een van de trappetjes naar de kade zodat je de schepen wat beter kunt bekijken. Spoor Neem kaart 1 Zuiderzeemuseum voor je. Trek een lijn op de kaart van het Zuiderzeemuseum langs de route die je tot nu hebt gelopen. Aanwijzing In de haven liggen twee ijzeren schepen: ‘De Hoop’ en ‘De Vier Gebroeders’. Zoek deze schepen op en bekijk ze eens goed. Vragen 14a. Wat voor soort schepen zijn dit? Omcirkel het juiste antwoord en licht je antwoord toe: visserschepen
plezierboten
vrachtschepen
veerboten
Dat weet ik omdat...................................................................................................................
14b. Welke dienst werd er dus aangeboden door deze schepen? ..........................................................................................................................................................................
14c. Op het schip de Hoop en ernaast op de kade ligt een product. Welk product is dit denk je? ..........................................................................................................................................................................
14d. Omcirkel in welke sector en in welke bedrijfstak van de economie deze schepen thuis horen. Economische sectoren en bedrijfstakken Sector
Bedrijfstak
Primaire sector
Landbouw Mijnbouw Jacht Visserij
Secundaire sector
Industrie Ambacht Bouwnijverheid Openbare nutsbedrijven
Tertiaire sector
Handel Verkeer Financiële en zakelijke diensten Bestuurlijke sociale en culturele diensten
21
Wonen en Werken rond de Zuiderzee
Route Ga de dijk weer op en sla linksaf. Loop rechtdoor. Op een gegeven moment loopt het dijkpad naar beneden en zie je aan je linkerhand een groep huisjes. Loop naar het huis met een trappetje voor de deur (coede: VD 2). Spoor Neem kaart 1 Zuiderzeemuseum voor je. Trek een lijn op de kaart van het Zuiderzeemuseum langs de route die je tot nu hebt gelopen. Aanwijzing Ga het trappetje omhoog en kijk naar binnen.
Vragen 15a. Wat zie je in de ruimte direct achter de deur? ........................................................................................... 15b. Wat voor producten zie je hier liggen? Noem er in ieder geval vier. 1 ......................................................................................................................................................................... 2 ........................................................................................................................................................................ 3 ........................................................................................................................................................................ 4 ........................................................................................................................................................................
15c. Waar werd de achterste ruimte voor gebruikt, denk je? ..........................................................................................................................................................................
15d. Waren de mensen die hier werkten arm of rijk? Licht je antwoord toe. .......................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................... ..........................................................................................................................................................................
Kaart Neem kaart 2 Zuiderzeegebied voor je en kijk op het bordje naast de ingang. Noteer op de kaart bij de plaats waar dit huisje vroeger stond het woord ‘winkel’.
22
Wonen en Werken rond de Zuiderzee
15e. Omcirkel in welke sector en in welke bedrijfstak van de economie dit pand thuis hoort. Economische sectoren en bedrijfstakken Sector
Bedrijfstak
Primaire sector
Landbouw Mijnbouw Jacht Visserij
Secundaire sector
Industrie Ambacht Bouwnijverheid Openbare nutsbedrijven
Tertiaire sector
Handel Verkeer Financiële en zakelijke diensten Bestuurlijke sociale en culturele diensten
Einde
23
Wonen en Werken rond de Zuiderzee
II Ordenen (Terug op school). We begonnen de tocht met een aantal onderzoeksvragen. Deze staan op bladzijde 2 van je tocht afgedrukt. Tijdens je onderzoek heb je allerlei informatie verzameld door vragen en opdrachten te maken. Nu is het moment aangebroken waarop we gaan bekijken welke informatie je bij welke onderzoeksvraag kunt gebruiken. Dat is de fase van het ORDENEN. Uiteindelijk ga je je onderzoeksresultaat presenteren in een werkstuk, een posterpresentatie of op een andere manier. De Hoofdvraag van je onderzoek is: • .Welke handel kenden de bewoners van het Zuiderzeegebied en van welke diensten konden zij gebruik maken? De Deelvragen zijn • Wat voor handel kwam er voor in het Zuiderzeegebied? • Wat voor diensten werden er aangeboden in het Zuiderzeegebied? • Welke economische sectoren en bedrijfstakken kwamen er voor in het Zuiderzeegebied? • Hoe verdienden arm en rijk aan het verrichten van handel en diensten? Verwerkingsbladen Per deelvraag gaan we nu op verwerkingsbladen schrijven wat we er in het museum over te weten zijn gekomen. Dat doe je ook met de hoofdvraag, maar dat kan pas als je de verwerking van alle deelvragen achter de rug hebt. Kaartopdrachten Je hebt telkens belangrijke objecten en plekken op kaart 2 Zuiderzeegebied opgezocht en genoteerd (visroken , Monnickendam). Bij je presentatie laat je zien hoe die plaatsen verspreid waren over het gebied rond de oude Zuiderzee. Plaatsen die niet op je oude kaart waren te vinden kun je nu in een atlas opzoeken. Je noteert ze op de grote kaart die in de klas gemaakt is en voor het bord hangt. Hoe heb ik geleerd en samengewerkt? Tenslotte schrijf je iets op over hoe je het onderzoek hebt gedaan, of je het leuk vond, hoe je hebt samengewerkt, of dat altijd goed ging enz. enz. Je mag ook iets zeggen over nieuwe onderzoeken die je zou willen doen. Dat terugkijken heet reflecteren. Bij je presentatie moet je ook over reflecteren iets naar voren brengen. Onderzoeksvragen Deelvragen: Wat voor handel kwam er voor in het Zuiderzeegebied? De antwoorden op de vragen 1, 2, 8, 9, 10 , 11, 12, 13, 14c en 15 kunnen je helpen bij het beantwoorden van deze deelvraag. Door de vragen uit je onderzoekstocht te beantwoorden ben je niet alleen meer te weten gekomen over het soort producten dat in het Zuiderzeegebied werd verhandeld, maar vaak ook over waar deze producten vandaan kwamen, hoe ze werden verwerkt, waar ze werden verkocht en of ze ook in het buitenland werden verkocht. Over producten die niet alleen in het Zuiderzeegebied verkocht werden, maar daar ook vandaan kwamen kun je meer lezen bij vraag 1, 2, 8 en 14c. Wat voor diensten werden er aangeboden in het Zuiderzeegebied? Het antwoord op deze deelvraag kun je vinden bij vragen 3, 4, 6, 7, 12, 14a en 14b. Tijdens je interviews bij de stoomwasserij en het postkantoor (vraag 4 en 6) ben je ook meer te weten gekomen over diensten die door mensen in het Zuiderzeegebied werden aangeboden.
24
Wonen en Werken rond de Zuiderzee
Welke economische sectoren bedrijfstakken kwamen er voor in het Zuiderzeegebied? Je hebt regelmatig in een schema moeten aangeven onder welke economische sector en bedrijfstak een soort beroep, handel of dienst viel. Kijk de vragen na waarbij je dit moest doen (1f, 1g, 2i, 2j, 5a, 6g, 7d, 8k, 9d, 11e, 12d, 14d en 15e) en maak een overzicht van alle sectoren en bedrijfstakken die je bent tegengekomen. Geef hierbij steeds een voorbeeld van een beroep, handel of dienst b.v. tertiaire sector, financiële en zakelijke diensten, voorbeeld: postkantoor. Hoe verdienden arm en rijk aan handel en diensten? Om hier achter te komen lees je nog eens de antwoorden op vragen 3, 5b, 9, 11, 13 en 15. Over de verdiensten van de medewerkers van de stoomwasserij ben je vast meer te weten gekomen tijdens je interview met de stoker (vraag 4). En wat kon de medewerker van het postkantoor je hierover vertellen (vraag 6). Maak voor de duidelijkheid een overzicht van alle beroepen en noteer of deze mensen rijk of arm waren of dat hun verdiensten gemiddeld waren. Staan er in deze onderzoekstocht nog beroepen waarover je wat dit betreft niet veel te weten gekomen bent in het museum? Zoek dan op school, in de bibliotheek of via internet, naar nog meer informatie over deze handel of diensten. Hoofdvraag: Welke handel kenden de mensen in het Zuiderzeegebied en van welke diensten konden de bewoners van dit gebied gebruik maken? Onder deze hoofdvraag vat je alles nog een keer samen. Ga bij wat je hebt opgeschreven bij de onderzoeksvragen na wat je daarvan belangrijk vindt voor de hoofdvraag.
25
Wonen en Werken rond de Zuiderzee
III Presenteren (Terug op school) Nadat je al je gegevens hebt geordend ga je nu aan de presentatie van het resultaat van je onderzoek werken. In overleg met je docent stel je eerst samen vast welke vorm jij met je groepje gaat doen. Hieronder staan twee mogelijkheden uitgewerkt. Je kunt natuurlijk ook tot heel andere manieren van presenteren komen. Werkstuk Ook al heb je als groepje je onderzoek gedaan, het werkstuk kan het beste individueel gemaakt worden. Controleer daarom je antwoorden in het Onderzoeksboek nog eens onderling voor je hier aan begint. Een werkstuk moet leuk zijn om te zien en om te lezen. Een werkstuk moet ook duidelijk laten zien aan iemand die nog nooit in het Zuiderzeemuseum is geweest en ook niets weet van het leven rond de Zuiderzee wat je hebt onderzocht. Een werkstuk moet tenslotte wel alles bevatten wat je hebt onderzocht, maar te lang is saai, dus houd het kort en bondig. Hier volgen enkele belangrijke tips voor het schrijven van je werkstuk. 1. Het werkstuk is duidelijk ingedeeld. Na een Inleiding volgen evenveel hoofdstukken als er deelvragen zijn. Tenslotte komt er een Conclusie achteraan. Je werkstuk heeft dus evenveel hoofdstukken als er deelvragen zijn plus een Inleiding en Conclusie. 2. Voor elk hoofdstuk bedenk je een aardige, pakkende titel. Een titel die liefst ook laat zien wat er in dat hoofdstuk komt te staan. 3. W erkstukken bestaan niet alleen uit tekst, maar ook uit beelden. Teken of schilder beelden van wat je tijdens je bezoek hebt gezien en voeg die als illustratie toe aan je werkstuk. Als je met de computer werkt kun je ze wellicht scannen. Misschien heb je tijdens het museumbezoek foto’s gemaakt. Deze kun je ook toevoegen. Ook het voorblad en de achterpagina vergen aparte aandacht. Soms is een schema met wat tekst eromheen veel duidelijker dan een lang stuk tekst. 4. Begin aan de hoofdstukken die verslag doen van wat je per deelvraag hebt gevonden. Lees de deelvraag nog eens goed door plus je aantekeningen op de verwerkingsbladen. Leg die bladen dan even opzij en schrijf uit je hoofd en in eigen woorden op wat je ontdekt hebt. Neem de verwerkingsbladen er nog eens bij en vul je tekst aan. Noteer die daarna in het net. 5. Schrijf vervolgens een leuke inleiding, waarbij je het boekje Wonen en Werken rond de Zuiderzee gebruikt (vooraf op school gekregen en doorgewerkt) en je eigen teksten, schema’s en tekeningen die bij elke deelvraag horen. Schrijf ook een leuk verhaaltje over hoe jullie onderzoek deden, met de boot aankwamen, een aardig voorval etc. Beschrijf de hoofdvraag en de deelvragen. 6. Schrijf tenslotte de Conclusie. Kom terug op hoofdvraag en deelvragen en vat de antwoorden daarop kort samen. Beschrijf tenslotte hoe je samengewerkt hebt, wat je van deze manier van leren vindt en wat er voor jezelf of voor het onderzoek als geheel beter kan. Vergelijk deze manier van werken met wat je gewend bent in de les. Posterpresentatie Een presentatie met posters heeft het voordeel dat je aan de klas als geheel kunt vertellen wat je hebt onderzocht, terwijl je grote ‘spiekbladen’ hebt gemaakt die je verhaal ondersteunen. Die spiekbladen zijn posters die je voor het bord hangt als je je verhaal houdt. Je kunt het verhaal als woordvoerder van je groepje houden, maar ook de taken onderling verdelen en bijvoorbeeld per poster iemand anders laten presenteren. Controleer in ieder geval je antwoorden in het Onderzoeksboek nog eens onderling voor je hier aan begint. Bij de posterpresentatie gaat het niet alleen om de mooie, duidelijke en informatieve posters die
26
Wonen en Werken rond de Zuiderzee
je maakt, maar ook om het presenteren zelf: het verhaal voor de klas. Je vertelt bij de posters en laat zo zien aan de klas wat je hebt onderzocht en gevonden. Een presentatie moet leuk zijn om te zien en te horen. Zowel de posters (die iedereen achteraf nog eens kan bekijken) als de mondelinge presentatie voor het bord moeten duidelijk voor het voetlicht brengen wat je hebt onderzocht. Een posterpresentatie moet wel alles bevatten wat je hebt onderzocht, maar te lang is saai, dus houd het kort en bondig. De posters zelf Hier volgen enkele tips voor het maken van de posters: 1. D e serie posters is duidelijk ingedeeld. Na een Inleiding (poster 1) volgen evenveel posters als er deelvragen zijn. Tenslotte komt er een Conclusie (de laatste poster) achteraan. 2. Voor elke poster bedenk je een aardige, pakkende titel. Een titel die meteen verklapt wat er op dat blad wordt gepresenteerd.. 3. Posters bestaan vooral niet uit tekst, maar juist uit beelden en schema’s. Teken of schilder beelden van wat je tijdens je bezoek hebt gezien, voeg foto’s toe, bedenk schema’s die het antwoord op de deelvragen goed helder maken. Ook de opmaak van elke poster en van de hele serie op zich vergen aparte aandacht. Denk eraan dat je poster je ondersteunen moet bij je mondelinge presentatie. Maak hem zo dat je er gemakkelijk een verhaal bij kunt houden. Dat betekent ook dat niet alles op de poster gezet hoeft te worden. Je vertelt er immers bij. 4. Begin aan de posters die verslag doen van wat je per deelvraag hebt gevonden. Lees de deelvragen nog eens goed door plus je aantekeningen op de verwerkingsbladen. Leg die bladen dan even opzij en schrijf uit je hoofd en in eigen woorden op wat je ontdekt hebt. Neem de verwerkingsbladen er nog eens bij en vul je tekst aan. Ontwerp daarna je poster. Welke schema’s maak je, welke afbeeldingen laat je zien, welke trefwoorden zet je erop? Ga dat daarna in het net uitwerken. 5. O ntwerp poster 1, de inleiding. Hierbij gebruik je ook het boekje Wonen en Werken rond de Zuiderzee (vooraf op school gekregen en doorgewerkt) en de posters die al af zijn en bij de deelvragen horen. Laat ook zien hoe jullie onderzoek deden, met de boot aankwamen, een aardig voorval etc. Vergeet de hoofdvraag en de deelvragen niet. 6. Ontwerp en maak tenslotte de laatste poster, Conclusie. Kom terug op hoofdvraag en deelvragen en vat de antwoorden daarop kort samen. Laat tenslotte zien hoe je samengewerkt hebt, wat je van deze manier van leren vindt en wat er voor jezelf of voor het onderzoek als geheel beter kan. Vergelijk deze manier van werken met wat je gewend bent in de les. Mondeling presenteren Als je gaat presenteren bij je poster moet je bedenken dat de andere leerlingen in de klas iets heel anders hebben uitgezocht. Je moet dus heel duidelijk vertellen wat het onderwerp van je eigen onderzoek was en waarover het eigenlijk ging. Je zult merken dat als je dat goed doet, er veel meer vragen komen na afloop van je presentatie en dat de andere leerlingen jouw vondsten gaan combineren met wat ze zelf hebben onderzocht. Tips: 1. Spreek duidelijk en richt je tot de klas. 2. Volg de indeling van je posters, ga er bij staan, maar niet ervoor. 3. Praat niet tegen je poster, want die luistert niet, praat tegen de klas en kijk of ze je verhaal begrijpen. 4. Vertel ook wat aardige verhaaltjes tussendoor. Dat trekt de aandacht.
27
Wonen en Werken rond de Zuiderzee
5. Oefen thuis in de badkamer voor de spiegel, wen langzaam aan je eigen pratende gezicht. Doe dat vooral hardop, wat je huisgenoten er ook van zullen denken. 6. H oud als generale repetitie je presentatie eerst eens thuis. Dat is leuk, omdat ze dan ook te weten komen waarom je eigenlijk met je school naar het Zuiderzeemuseum bent geweest. Je generale kun je ook met je groepje houden, op school in een tussenuur of tijdens de lessen die je voor de verwerking hebt gekregen. 7. Leer wat je wilt vertellen in grote lijnen uit je hoofd. Dat gaat het beste door het zonder je posters eens achter elkaar aan jezelf te vertellen. Ook hier weer: altijd hardop. 8. Presenteren voor de klas is altijd eng. Maar omdat iedere leerling het wel eens moet doen, kennen ze allemaal jouw angst. Wees dus niet bang voor je klasgenoten. Ze zijn je collega’s en moeten ook (misschien een andere keer bij een ander vak) eens ‘voor de bak’
28
Wonen en Werken rond de Zuiderzee
Kaarten Kaart 1: Zuiderzeemuseum
29
Wonen en Werken rond de Zuiderzee
Kaart 2: Zuiderzeegebied rond 1930
30
Wonen en Werken rond de Zuiderzee
Kaart 3: Noord Nederland nu
31