Wonen met zorg in beeld Eindrapportage van een pilotonderzoek ten behoeve van de Woonmonitor Limburg
Colofon
Provincie Limburg Postbus 5700 6202 MA Maastricht Tel.: +31 (0)43 389 99 99 Fax.: +31 (0)43 361 80 99
E-mail:
[email protected] Internet: www.limburg.nl Limburglaan 10 6229 GA Maastricht M. (Manuela) Reiche Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling
Etil BV R.C.M. (Roger) Vaessens S.C.A. (Stéphanie) Knoors Companen G. (Geert) Claessens
Bronverantwoording:
- Aedes-Arcares (kengetallen 2004) - Dataland/Etil (WOZ-monitor Limburg) - CBS (feitelijk gebruik AWBZ-zorg met en zonder verblijf 2009/2010) - Companen (Woonzorgweter) - Etil (enquête Woonmonitor Limburg) - Etil (VRL), - Etil (Progneff 2011) - Interviews en/of verkregen informatie van meer dan 10 zorgaanbieders in de provincie Limburg, - TNO (Trendanalyse verstandelijk gehandicaptenzorg , 2010) - Trimbos Instituut (Toekomstverkenning GGZ, 2009/2010) - WoON2009
Maastricht, 11 juni 2012
E,til/Companen, 2012
Wonen met Zorg
Voorwoord Uit de bevolkingsprognoses Progneff die de provincie Limburg jaarlijks laat maken is bekend dat de bevolking van Limburg vergrijst en dat deze trend zich in de toekomst zal voortzetten. In 2010 was 26,5% van het aantal Limburgse huishoudens ouder dan 65 jaar. Volgens prognoses zal dit percentage in 2020 rond de 33,7% liggen en in 2030 rond de 41,2% (Progneff 2011). De provincie Limburg is zich ervan bewust dat deze ontwikkeling om een ander soort woningaanbod vraagt. Ook de nieuwste prognose Progneff 2012 bevestigt deze trend. Daarnaast zet het Rijk haar beleid ten aanzien van scheiden van wonen en zorg door. Dat betekent dat intramuraal wonen niet meer geheel uit de AWBZ zal worden gefinancierd, maar dat huur zal moeten worden betaald. Op korte termijn geldt dat voor de lichtere zorgzwaartepakketten Maar op termijn waarschijnlijk voor alle zorg bij lichamelijk, verstandelijk en psychische aandoeningen. Deze ontwikkeling noopt tot transformatie van de intramurale capaciteit, maar zal ook consequenties hebben voor de extramurale woningvoorraad door dat mensen met een lichte zorgzwaarte minder gauw intramuraal zullen gaan wonen. Om deze redenen wil de provincie Limburg extra aandacht besteden aan “wonen met zorg”, zowel kwantitatief als kwalitatief. De provincie streeft naar een leef- en vestigingsklimaat van hoge kwaliteit dat voor de langere termijn gewaarborgd is (coalitieakkoord 2012). Daarom heeft zij onder andere de transitie van de woningmarkt expliciet op de agenda gezet. Doel daarbij is een strakke sturing te realiseren middels een heldere context. De provincie wil daarmee een bijdrage leveren zodat gemeenten hun verantwoordelijkheid goed kunnen invullen bij de transitie van de woningmarkt. De samenhang van woningmarkt, herstructureringsopgave, leefbaarheid en zorg heeft daarbij bijzondere aandacht. Met dit onderzoek heeft de provincie een goede onderbouwing voor de component ‘wonen met zorg’ om tenslotte haar kernambities evenwichtig en in samenhang te verwezenlijken. De provincie wil gemeenten en overige partijen faciliteren met informatie die een verbinding legt tussen enerzijds de woningmarkt sec en anderzijds de ontwikkelingen op het gebied van zorg, welzijn en leefbaarheid. Concreet levert dit onderzoek meerwaarde in het ondersteunen van gemeenten bij het maken van woningbouwprogramma’s die een passend woningaanbod scheppen voor alle doelgroepen, ook ouderen en/of zorgbehoevenden. Voor zorginstellingen/ -leveranciers geeft dit juist zicht op de situatie in het extramuraal wonen waar steeds meer van hun klanten hunhuisvesting zullen moeten hebben. In het onderzoek zijn overigens zorgbehoevenden van alle categoriën en leeftijden meegenomen. Daarbij is het uitgangspunt dat de zorgvraag/ behoefte aan wonen met zorg, verdisconteerd met de reeds aanwezige mogelijkheden voor wonen met zorg resulteert in de nog resterende opgave. Intramurale en extramurale verblijfsmogelijkheden zijn communicerende vaten, ook al richt het woonbeleid van gemeenten en provincie zich alleen op zelfstandige woningen. Uiteindelijk gaat het bij dit onderzoek dus om zelfstandige woningen voor zelfstandige huishoudens. Echter, gezien het feit dat veel zorgbehoevenden (vroeg of laat, wegens toenemende zorgzwaarte) wel intramuraal gehuisvest en verzorgd worden, is de omvang (en ontwikkeling) van deze intramurale capaciteit belangrijk voor de opgave aan extramurale capaciteit ten behoeve van wonen met zorg. De omvang van de intramurale capaciteit wordt bepaald door beleid dat niet door gemeenten wordt gemaakt, terwijl gemeenten wel de invulling van de opgave aan zelfstandig woningen moeten organiseren. Daarom heeft de provincie aan Companen en Etil heeft gevraagd een onderzoek uit te voeren naar het aanbod van en de vraag naar wonen met zorg in Limburg. Onder woningen met zorg vallen alle zelfstandige en onzelfstandige woonvormen, waar zorg wordt aangeboden of kan worden geboden. Dit onderzoek definieert het begrip 'wonen met zorg' en brengt vervolgens het aanbod van en vraag naar wonen met zorg in Limburg in beeld. Bij het aanbod wordt zowel rekening gehouden met het huidige aanbod als met de aanwezige bouwplannen. De vraag naar wonen met zorg wordt geprognosticeerd op basis van het Etil-prognosemodel Progneff 2011 (bevolkings- en huishoudensprognoses over de periode 2011-2021) en de WoonZorgWeter van Companen. Het onderzoek brengt de discrepantie in beeld tussen vraag (zorggerelateerde woningvoorraad-behoefte) en aanbod van wonen met zorg. Dit onderzoek geeft partijen een valide en voor heel Limburg vergelijkbaar instrument in handen om - enerzijds hun beleid te toetsen en te actualiseren en - anderzijds te komen tot verdere afstemming en samenwerking op het thema ‘wonen met zorg’ (verbinding tussen transitie woningmarkt en zorg/ welzijn/ leefbaarheid). Waar nodig kan dit onderzoek lokaal worden verdiept. Deze opdracht betreft een pilot m.b.t. het aspect wonen met zorg. Het is de bedoeling het resultaat te bespreken met stakeholders en de opzet zo nodig aan te passen. Vanaf volgend jaar is het de bedoeling het onderwerp ‘wonen met zorg’ structureel op te nemen in de Woonmonitor Limburg die jaarlijks verschijnt in samenwerking tussen provincie en gemeenten. In de voorliggende rapportage worden de resultaten van het onderzoek gepresenteerd, waarbij een antwoord wordt gegeven op de centrale onderzoeksvraag: " Wat is wonen met zorg en hoe ziet het aanbod en de toekomstige behoefte er uit? "
E,til/Companen, 2012
1
Wonen met Zorg
E,til/Companen, 2012
2
Wonen met Zorg
Inhoudsopgave
VOORWOORD
1
INHOUDSOPGAVE
3
INLEIDING
5
SAMENVATTING
7
1 WONEN MET ZORG, WAAR HEBBEN WE HET OVER? 1.1 Onderscheiden doelgroepen en woonvormen 1.2 Trends en ontwikkelingen 1.3 Normatieve behoefteontwikkeling 1.4 Gebruikte bronnen om aanbod in beeld te brengen
11 12 16 19 21
2 AANBOD NAAR WONEN MET ZORG 2.1 Ouderenzorg 2.2 Gehandicaptenzorg 2.3 Geestelijke gezondheidszorg
23 24 28 29
3 VRAAG NAAR WONEN MET ZORG
31
4 PLANCAPACITEITEN WONEN MET ZORG
33
5 PROFIELSCHETSEN WOONREGIO'S 5.1 Maasduinen 5.2 Venlo e.o. 5.3 Venray e.o. 5.4 Midden-Limburg 5.5 Westelijke Mijnstreek 5.6 Parkstad Limburg 5.7 Maastricht en Mergellland
37 38 39 40 41 42 43 44
6 BIJLAGEN
45
E,til/Companen, 2012
3
Wonen met Zorg
E,til/Companen, 2012
4
Wonen met Zorg
Inleiding
Onderzoeksdoel
De voorliggende rapportage "Wonen met zorg in beeld" is een verkennend onderzoek naar de Limburgse markt van woningen en wooneenheden waar zorg geleverd wordt. De markt van wonen met zorg is volop in beweging. Hierbij valt te denken aan trends en ontwikkelingen als vergrijzing, extramuralisering, vermaatschappelijking van zorg, aanpassing van AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten), Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) en veranderende woon- en leefwensen. Om de uitdagingen die daarmee samenhangen het hoofd te kunnen bieden, zeker in het huidige economische klimaat, is inzicht in de ontwikkeling van vraag en aanbod essentieel. De toekomstige behoefte aan wonen met zorg blijkt een cruciaal element te zijn in het woningbouwbeleid van regio’s en de bijbehorende woningbouwprogramma’s waarover de Provincie met de woonregio’s en gemeenten afspraken wil maken. Daarvoor is het wenselijk het reeds aanwezige aanbod aan zorggeschikte woningen in beeld te brengen alsmede de plannen op dit gebied. Daarnaast zal de vraag naar wonen met zorg in beeld worden gebracht.
Leeswijzer
Allereerst zal gekeken worden waar we het nu eigenlijk over hebben als we praten over wonen met zorg. Hierbij worden drie verschillende zorggroepen onderscheiden, te weten: · ouderen, personen van 65 jaar of ouder, ·
mensen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking (gehandicapetenzorg) en
·
mensen met een psychische aandoening (geestelijke gezondheidszorg). Wat zijn nu de kenmerken van deze groepen en welke trends en ontwikkelingen doen zich hier voor? Met deze kennis wordt het Limburgse aanbod wonen met zorg in hoofdstuk 2 in beeld gebracht. Daarbij zal rekening worden gehouden met de verschillende typen woningen en wooneenheden en dit zal resulteren in een gespecificeerd overzicht van het aanbod. Het derde hoofdstuk raamt de behoefte naar wonen met zorg in 2022. Hierbij wordt rekening gehouden met twee scenario's. Hoofdstuk 4 laat zien welke plannen er zijn voor woningen en wooneenheden met zorg. Hoofdstuk 5 geeft in een profielschets voor elke woonregio een overzicht van de belangrijkste indicatoren uit de eerste vier hoofstukken. Deze factsheets kunnen op dezelfde manier geïnterpreteerd worden als op pagina 8-10 voor Limburg is gedaan.
E,til/Companen, 2012
5
Wonen met Zorg
E,til/Companen, 2012
6
Wonen met Zorg
Samenvatting Profielschets Limburg "Wonen met Zorg" In de onderstaande profielschets wordt aan de hand van het huidige aanbod, de toekomstige vraag en de bestaande plancapaciteiten een profielschets gegeven van Limburg.
Aanbod ouderenzorg regio Limburg
Plancapaciteiten Aantal
Index
12.981
60,1
- verzorgingsplaatsen
7.013
32,5
- verplegingsplaatsen
5.968
27,6
B) Verzorgd wonen
10.997
50,9
C) Geschikt wonen
19.761
91,5
Totaal ABC
43.739
202,5
Potentieel geschikt gestapeld
84.277
390,2
142.828
661,2
531
A) Intramurale plaatsen
Intramuraal (netto)
13.761
6.336
Potentieel geschikt ggb
0
Index: aantal zorgplaatsen per 1.000 ouderen (65-plussers) ggb = grondgebonden
3.000
6.000
Nultreden totaal
waarvan nultreden hard
9.000
12.000
15.000
Normatieve vraag ouderenzorg 2012 - 2022 in de regio Limburg Vraag
Ontwikkeling absoluut 2012-2022 scenario 1
2012-2022 scenario 2
11.144
253
17.643
3.829
2012
2022 scenario 1
A) Intramurale plaatsen
12.575
12.829
B) Verzorgd wonen
11.161
14.989
9.310
16.161
16.476
52.996
66.356
73.306
C) Zorg aan huis C) Geschikt wonen
2022 scenario 2
Ontwikkeling in % 2012-2022 scenario 1
2012-2022 scenario 2
-1.431
2,0%
-11,4%
6.482
34,3%
58,1%
6.851
7.166
73,6%
77,0%
13.360
20.310
25,2%
38,3%
De onderdelen 'Zorg aan huis' en 'Geschikt wonen' dienen opgeteld te worden om te kunnen vergelijken met het huidige aanbod 'Geschikt wonen'.
Gehandicaptenzorg 5.144
4.648
vraag: 2012
4.356
vraag: 2022 variant 1
3.741
0
1.000
2.000
3.000
intramuraal aanbod
vraag: 2022 variant 2
4.000
5.000
6.000
Geestelijke gezondheidszorg 2.419
2.163
vraag: 2012
1.821
0
400
E,til/Companen, 2012
800
1.200
1.600
7
intramuraal aanbod
vraag: 2022 variant 1
2.000
2.400
2.800
Wonen met Zorg
In de voorliggende rapportage wordt ten aanzien van 'wonen met zorg' ingegaan op de volgende drie verschillende zorggroepen: 1 Ouderen, personen van 65 jaar of ouder, 2 Mensen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking (gehandicaptenzorg) en 3 Mensen met een psychische aandoening (geestelijke gezondheidszorg).
1 Ouderen
Het totale geschikte aanbod wonen met zorg bestaat uit intramurale zorgplaatsen, woningen waar extramurale zorg wordt geleverd en de reguliere woningvoorraad die geschikt is om te wonen voor ouderen die mogelijk op termijn te maken krijgen met een hulp- of zorgvraag. De totale geschikte voorraad bedraagt ruim 43.700 plaatsen of woningen. Dat wil zeggen dat er per 1.000 ouderen (65-plussers) ruim 200 plaatsen/woningen aanwezig zijn. De vraag naar wonen met zorg en geschikt wonen zal in 2022 tussen de 110.300 en 118.600 liggen. Hierna een korte kennismaking met de verschillende vormen van wonen met zorg voor ouderen, het aanbod ervan en de normatieve vraagontwikkeling. Intramuraal Limburg heeft 12.980 intramurale zorgplaatsen die onder te verdelen zijn in ruim 7.000 verzorgingsplaatsen en bijna 6.000 verplegingsplaatsen (voor een overzicht van de locaties zie bijlagen kaarten 1 en 2). De normatieve vraag op dit moment bedraagt circa 12.600 plaatsen. In theorie is dus sprake van een licht overschot. Het intramurale aanbod zal de komende jaren per saldo met ruim 530 plaatsen toenemen als de plannen zoals die in dit onderzoek zijn geïnventariseerd, daadwerkelijk gerealiseerd worden. De normatieve vraag naar intramurale zorgplaatsen zal in het zogenaamde basisscenario de komende tien jaar met circa 250 plaatsen toenemen tot ruim 12.800 plaatsen in 2022. (Dit basisscenario gaat ervan uit dat personen met een lichte somatische zorg geen verblijfsindicatie meer krijgen en dus in toenemende mate ‘thuis’ blijven wonen, er is sprake van beperkt scheiden van wonen en zorg). Gaan we uit van het zogenaamde scheidingsscenario (waarin wordt uitgegaan van een nog grotere groep personen die voorheen werden geïndiceerd voor een verzorgings- of verpleeghuistplaats maar hiervoor geen verblijfsindicatie meer krijgt en dus ook langer thuis blijft wonen; er is sprake van versterkt scheiden van wonen en zorg) dan moet rekening worden gehouden met mogelijke vrijval van circa 1.430 plaatsen in de huidige verzorgings- en verpleeghuizen. Verzorgd wonen Hiertoe worden de zogenaamde aanleunwoningen (zoals deze zijn getypeerd in de gemeentelijke woningregistraties) gerekend. Vaak gaat het om zelfstandige woningen die in de nabijheid van een verzorgings- of verpleeghuis of zorgkruispunt liggen en van daaruit AWBZ-zorg ontvangen. Voor een overzicht van de locaties zie kaart 3 in de bijlagen. Het aanbod verzorgd wonen bestaat momenteel uit circa 11.000 aanleunwoningen. De normatieve vraag naar deze woningen bij beperkt scheiden van wonen en zorg is 14.990 in 2022 en bij versterkt scheiden van wonen met zorg 17.640 woningen in 2022. Dit is in een periode van tien jaar een toename van 34,3% respectievelijk 58,1%. Op termijn is de vraag in beide situaties groter dan het huidig aanbod. Geschikt wonen Voorgaande woonvormen onderscheiden zich doordat er feitelijk sprake is van het leveren van persoonlijke verzorging of verpleging. Veel ouderen ontvangen deze zorg (nog) niet, maar willen wel vaak comfortabeler wonen. Dat kan in een grondgebonden woning die het complete woonprogramma op één woonlaag heeft. In het voorliggende onderzoek worden de volgende woningtypes als (zeker) geschikt geclassificeerd voor ouderen: semi-bungalows, bungalows en patio’s. Het huidige aanbod bedraagt circa 19.760 woningen. De normatieve vraag naar geschikte woningen bedraagt momenteel 62.300 woningen. Afhankelijk van het feit of ouderen meer of minder verhuisgeneigd zijn, neemt de behoefte de komende tien jaar toe tot 82.000 - 90.000 woningen. Let wel: het is best mogelijk dat er in de bestaande woningvoorraad veel meer geschikt aanbod zit, maar dit is niet met zekerheid te zeggen omdat benodigde detailinformatie in de beschikbare bronnen ontbreekt. Reden om ook aandacht te hebben voor het ‘potentieel geschikt’ aanbod.
E,til/Companen, 2012
8
Wonen met Zorg
Potentieel geschikt Naast de bovengenoemden woonvormen is in de reguliere woningvoorraad ook een groot deel potentieel geschikt voor wonen met zorg. Vandaar dat ook gekeken wordt welk deel van de woningvoorraad potentieel geschikt is, waarbij onderscheid gemaakt wordt in gestapelde (appartementen, maisonnettes, flats en penthouses) en grondgebonden woningen. Van de 227.100 potentieel geschikte woningen is 37% gestapeld (ruim 84.000 etagewoningen). Bij deze woningen is op basis van beschikbare bronnen niet bekend of hier een lift aanwezig is, vandaar dat deze als potentieel geschikt beschouwd worden. Een nadere beschouwing zou nodig zijn om het feitelijk aantal geschikte etagewoningen te kunnen benoemen. Daarnaast zijn er circa 142.830 potentieel geschikte grondgebonden woningen. De selectie van deze woningen is gemaakt op basis van de volgende afbakeningen, waarbij ervan uitgegaan wordt dat deze woningen door middel van enige aanpassingen geschikt zijn te maken. De criteria daarbij zijn: huurwoningen; bouwjaar vanaf 1980, inhoud vanaf 300 m³, of koopwoningen; bouwjaar vanaf 1980, of koopwoningen; bouwjaar 1965-1980, inhoud vanaf 350 m³ Ook hier geldt dat een deel van deze woningen mogelijk al volledig geschikt is, nadere lokale beschouwing is ook hier nodig om het feitelijk aantal vast te stellen. Brengen we het aanbod en de normatieve vraag bij elkaar (zie onderstaand tabel) dan zijn de volgende fricties te constateren. •
Het aanbod intramurale plaatsen dat momenteel in Limburg aanwezig is, komt redelijk overeen met de normatief gestelde behoefte. Wordt het lichte extramuraliseringsscenario aangehouden, dan volstaat het huidige aanbod in kwantitatieve zin rond 2022. Wordt echter uitgegaan van het versterkte extramuraliseringsscenario, dan is er sprake van een normatief overschot van 1.840 zorgplaatsen, dit is ongeveer 14% van het huidige aanbod.
•
Verzorgd wonen (uitgedrukt in het aanbod aanleunwoningen zoals geregistreerd in de WOZ-databases) telt momenteel 11.000 woningen. Dit komt ook vrijwel overeen met de normatieve behoefte. Meer of minder extramuralisering is duidelijk herkenbaar in de normatieve behoefte rond 2022. Dit ligt bij een beperkte extramuralsering op circa 15.000 woningen en bij een versterkte variant op ruim 17.600. Per saldo ontstaat hier een opgave.
•
Feitelijk telt de woningvoorraad in Limburg ruim 20.000 zogenaamde voor ouderen geschikte woningen. De normatieve vraag ligt momenteel op 62.300 van dergelijke woningen en groeit, afhankelijk van het scenario, tot circa 82.000 - 90.000 woningen. Hier ligt dus ook een grote opgave. Die opgave betekent niet dat ze idealiter volledig met nieuwbouw moeten worden ingevuld. In de bestaande woningvoorraad liggen nog heel veel kansen om deze geschikter te maken. Het potentieel telt circa 84.000 appartementen, waarvan een deel zeker in aanmerking komt om geschikter te maken of mogelijk al geschikt is. Hetzelfde geldt voor bijna 143.000 grondgebonden woningen. Hierin zit ook veel potentieel geschikt of zelfs al helemaal geschikt aanbod.
Het onderzoek laat verder zien dat er sprake is van een plancapaciteit van circa 530 wooneenheden en 13.760 geschikte woningen die bij realisatie worden toegevoegd aan het aanbod. Per woningmarktregio liggen de verhoudingen tussen vraag en aanbod verschillend. Niettemin is de trend die waarneembaar is in de fricties sterk vergelijkbaar.
Aanbod en normatieve vraag naar wonen met zorg 2012-2022 T yp e wo o n v o rm
A anbo d per 1- 1- 2 0 12
N o rm a t ie v e v ra a g p e r 1- 1- 2 0 12
N o rm a t ie v e v ra a g p e r 1- 1- 2 0 2 2 B e p e rk t e e xt ra m u ra lis e rin g
V e rs c h il
V e rs t e rk t e e xt ra m u ra lis e rin g
Intram urale plaatsen
12.980
12.580
12.830
11.140
+
Verzo rgd wo nen
11.000
11.160
14.990
17.640
-
20.040
62.310
82.520
89.780
-
Z o rg aan huis en Geschikt wo nen
E,til/Companen, 2012
9
Wonen met Zorg
2 Gehandicaptenzorg (mensen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking)
Het Limburgse aanbod wonen met zorg voor mensen met een lichamelijke en/of verstandelijke beperking telt ruim 5.100 intramurale zorgplaatsen (zie kaart 4 in de bijlagen voor de locaties). Een deel betreft groepswoningen die in de woonwijken gelegen zijn. Daarnaast is een deel van het aanbod op de instellingsterreinen gelegen. De normatieve vraag naar intramurale beschermde woonvormen in de gehandicaptenzorg bedraagt momenteel bijna 4.650 plaatsen. Het scenario dat uitgaat van een beperkte extramuralisering resulteert in een vraag naar bijna 4.360 zorgplaatsen in 2022. Het scenario met een versterkte extramuralisering voorziet een vraag naar ruim 3.740 zorgplaatsen in 2022. Beide scenario’s laten een daling zien van de normatieve behoefte naar beschermd wonen vanuit deze doelgroep. Voor mensen met een lichamelijke en/of verstandelijke beperking is te constateren dat het intramurale aanbod van ruim 5.100 al ruim boven de normatieve behoefte van ruim 4.600 zorgplaatsen ligt. Op termijn zal de vraag naar beschermde woonvormen mede onder invloed van de vergroening en het aanscherpen van de verblijfsindicatie naar verwachting verder dalen.
3 Geestelijke gezondheidszorg (mensen met een psychische aandoening)
In Limburg zijn 2.420 intramurale zorgplaatsen voor mensen met een psychische aandoening. In 2012 bedraagt de normatieve vraag naar wonen met zorg (beschermd wonen) ruim 2.160 zorgplaatsen. In de periode 2012-2022 zal de vraag naar beschermd wonen naar verwachting afnemen tot ruim 1.800 zorgvragers in 2022. In verhouding tot de normatieve behoefte is het aanbod redelijk ruim. Naar verwachting zal ook voor deze doelgroep het komend decennium sprake zijn van een verdere daling in de normatieve behoefte aan beschermde woonvormen als gevolg van het aanscherpen van de verblijfsindicatie.
In de bijlagen zijn op kaart 5 de locaties van wonen met zorg voor de drie doelgroepen in beeld gebracht.
E,til/Companen, 2012
10
Wonen met Zorg
1 Wonen met zorg, Waar hebben we het over?
E,til/Companen, 2012
11
Wonen met Zorg
Wonen met zorg, waar hebben we het over?
1.1.
Onderscheiden doelgroepen en woonvormen
Drie doelgroepen zorgvragers
De focus van dit onderzoek ligt op drie te onderscheiden doelgroepen die in bepaalde mate zorg of begeleiding nodig hebben: 1. Ouderen, personen van 65 jaar of ouder 2. Mensen met een lichamelijke en/of verstandelijke beperking (gehandicaptenzorg) 3. Mensen met een psychische aandoening (GGZ-zorg).
Iedere doelgroep zijn eigen woonvormen
Er zijn zeer veel -op onderdelen- verschillende definities in omloop voor de legio verschijningsvormen van wonen met zorg. In dit hoofdstuk komen we tot een voor de grote meerderheid herkenbare en werkbare definitie van de te onderscheiden vormen van wonen met zorg.
AWBZ als onderscheidend criterium
De AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten) financiert de zorg/begeleiding die door zorgvragers wordt ontvangen. Voor een deel van de zorgvragers geldt dat ook het verblijf, het wonen, uit de AWBZ-middelen wordt gefinancierd. Wordt de zorg in een instelling of groepswoning ontvangen, dan spreken we over intramurale zorg. Dit betekent dat zowel zorg als verblijf vanuit de AWBZ-middelen worden gefinancierd. In grote lijnen spreken we in geval de zorg in een zelfstandige woonsituatie buiten een instelling of thuis wordt ontvangen over extramurale zorg. In dat geval is er dus sprake van scheiden van wonen en zorg. De AWBZ is volop in beweging. Voor ouderen betekent dit steeds vaker dat de huisvestingskosten niet langer worden vergoed. Dit start in 2014 met de lichtere zorgpakketten (de Zorgzwaartepakketten 1 en 2, mogelijk later gevolgd door 3 en 4) waarin wonen en zorg van elkaar worden gescheiden. Voor ouderen staat deze ontwikkeling beschreven in de zogenaamde junibrief 2011 van het Ministerie van VWS. In dit onderzoek houden we rekening met deze ontwikkeling. In het huidige en voorliggende ‘landschap van wonen met zorg’ is AWBZ-zorg dus een onderscheidend criterium in de verschijningsvormen van wonen met zorg. Met name het verschil tussen zogenaamde ‘AWBZ-zorg met verblijf’ en ‘AWBZ-zorg zonder verblijf’ is binnen dit kader en het onderzoek van belang.
Eerste verkenning van wonen met zorg
De volgende twee schema’s geven een grofmazige indeling van wonen met zorg voor de verschillende doelgroepen, onderscheiden naar AWBZ-zorg met of zonder verblijf. Aan elke cel (woonvorm per doelgroep onderscheiden naar zorg met of zonder verblijf) is een benaming gekoppeld die we verderop in deze rapportage aanhouden.
Intramuraal of beschermd wonen: AWBZ-zorg met verblijf
Voor de woonvormen waar ABWZ-zorg met verblijf wordt geleverd, is onderscheid te maken in grootschalige en kleinschalige voorzieningen. Denk bij grootschalig aan de verzorgings- en verpleeghuizen voor ouderen en de grootschaliger woonvoorzieningen op instellingsterreinen voor jonge zorgvragers. In de wijk zien we vaak kleinschaliger woonvoorzieningen voor alle doelgroepen, weliswaar doelgroepgericht. Dit wil zeggen dat menging van doelgroepen nog nauwelijks voorkomt. Clustering van kleinschalige voorzieningen tot een grootschaliger complex komt ook voor, bijvoorbeeld bundeling van meerdere groepswoningen voor dementerende ouderen. Arbitrair is de grens gelegd bij circa vier groepswoningen die nog als kleinschalig zijn aan te merken. Zoals gezegd, valt daar best over te twisten, maar geeft het wel een indicatie wat we mogen beschouwen als groot- en kleinschalig.
E,til/Companen, 2012
12
Wonen met Zorg
Schema 2.1. Woonvormen voor AWBZ-zorgontvangers MET verblijf naar doelgroep
Oude ren
Mens en me t
Mens en m et psyc his che
li cham elij ke /ve rstande lijk e
a andoening
bepe rki ng Groots cha lig
o
gro otsch alige r
intra mura al
verzorg in gs- e n
wonen
verp le eg hu ize n
(AWBZ -zorg
o
en v erbli jf) o
o
g ro otsc halige r
o
inst ellin gst erre inen o
clust er van mee r dan vier
e rn stige of meervou dig e
g ro ot scha lig er in stellingst erre ine n
o
b epe rkin ge n
e rn stige of mee rvo udig e a an doe nin ge n
gro eps wo ning en
o
2 4-uu rszo rg /to ezich t
o
2 4-uu rszo rg /to ezich t
ern stige of me ervou dige
o
rolsto el t oe- e n
o
woo n/ sla ap kamer
be pe rk in ge n o
24-uurszo rg /to ezicht
o
rolsto el to e- e n
d oorg ank elijk o
woo n/sla ap kamer
do orga nke lijk o
Kl eins chal ig
Daa rom:
Daa rom:
Daa rom:
INTRAMURAAL WONEN
INTRAMURAAL WONEN
INTRAMURAAL WONE N
o
be sc hermd wonen
bijvoo rbee ld c lu ster va n
o
en kele groe pswo ning en o
(AWBZ -zorg en v erbli jf)
woo n/sla apk amer
o
klein scha lig er
pe r wo nin g circa zeven de men teren de ou de re n
b ijvo orbe eld
won en (Wo on-
woo nvo orzie nin ge n o
b ijvo orbe eld be gele id
b eg eleid in gsce ntra )
wisselen d van circa 5-2 5
o
2 4-uu rszo rg /to ezich t
p erson en pe r cluste r
o
woo n/ sla ap kamer o f
o
men woon t o nze lfsta ndig
o
ern stige of me ervou dige
o
men woo nt onze lfsta nd ig
be pe rk in ge n
o
2 4-uu rszo rg /to ezich t
o
24-uurszo rg /to ezicht
o
woo n/sla ap kamer
o
woo n/sla apk amer
won ing o
d ive rs aa nt al p ers one n p er g ro eps wo ning o f co mplex
Daa rom:
Daa rom:
Daa rom:
BES CHE RMD WO NEN
BES CHE RMD WONEN
BES CHE RMD WONEN
Zelfstandig wonen met zorg: AWBZ-zorg zonder verblijf
Is er sprake van ‘scheiden van wonen en zorg’ (zie schema op de volgende bladzijde), dan wordt er door de zorgvragers in beginsel zelfstandig gewoond. Dit kan de eigen woning zijn, een gehuurde woning of wooneenheid van een corporatie of de woning die eigendom is van de zorgaanbieder en door de gebruiker wordt gehuurd. Wel is er nadrukkelijk onderscheid te maken tussen het zelfstandig wonen ‘complexgewijs’ versus het ‘individueel wonen’. Complexgewijs betekent dat meerdere zorgvragers bij elkaar wonen in elk hun eigen woning. Vaak is een dergelijk complex voorzien van mogelijkheden voor ontmoeting en activiteiten in het gebouw zelf of in de nabijheid. Deze vorm wordt vaak ‘verzorgd wonen’ genoemd. Zelfstandig en individueel wonen betekent niets anders dan dat de zorg of begeleiding thuis wordt gebracht op de plek waar de zorgvrager toevallig woont.
E,til/Companen, 2012
13
Wonen met Zorg
Schema 2.2. Woonvormen voor AWBZ-zorgontvangers ZONDER verblijf naar doelgroep
Oude ren
Mens en me t
Mens en m et psyc his che
li cham elij ke /ve rstande lijk e
a andoening
bepe rki ng Verz orgd of
o
bijvoo rbee ld
o
b ijvo orbe eld complex
o
b ijvo orbe eld comple x
zelfsta ndi g
aa nle unc omplex,
waa rin de ze perso nen
waa rin d eze pe rso ne n
wonen,
woo nzo rg comple x of
vo l e dig zelfsta nd ig
vo l e dig zelfsta nd ig
comple xgew ijs (w one n en
se rvicef lat o
zelf stan dig wo ne n
zorg
(ge huu rd o f in eige nd om)
ge sc heide n)
in een ze lf stan dige
won en o o
o
o
zo rg op a fspraa k e n
vo orzienin ge n o
a froep o
co l ec tieve voo rzien ing en
co l e ctieve voo rzie ning en
o
in na bijheid
e ven tue el co lle ctieve vo orzienin ge n in n ab ijh eid
Daa rom:
Daa rom:
Daa rom:
VE RZO RGD WONE N IN
ZELFS TANDIG WONEN I N
ZE LFS TANDIG WONE N IN
COMPLEX
COMPLEX
COMPLE X
o
wonen, indivi due el
zo rg /hu lp o p afsp ra ak en a froe p
in nab ijh eid
Ze lfstandig
g eclust erd me t g eza me nlijke
vo orzie nin gen o
ke nmerk is ind ivid ue el same n wo nen
o
g eclust erd met
in ee n ze lfsta ndig e won ing
g ezame nlijk e
krijg t zo rg aa n hu is ge pla nd of op af ro ep
won en o
won in g
won in g o
in ee n ze lf stan dig e
o
(w onen e n
ee n pe rso on of
o
p erson en die volled ig
o
p erson en die volled ig
hu isho ud en
ze lf stan dig wo ne n o f
ze lf sta ndig wone n in h un
woo nt in d e e igen o f
inwon en b ij
e igen won in g
ge hu urde won ing
zorg
o
en krijgt zo rg a an hu is
ge sc heide n)
o
die bij vo orkeu r
o ude rs/fa milie o
a mb ula nte zorg of
o
a mbula nte zorg of b eg eleid in g
b ege leidin g
leve nsloo pb est end ig is
Daa rom:
Daa rom:
Daa rom:
ZORG AAN HUIS
ZELFS TANDIG WONEN
ZE LFS TANDIG WONE N
INDIVI DUE EL
INDIV IDUE EL
Geschikt wonen zonder zorg
Hiervoor is sprake van een woonvorm waarbij sowieso AWBZ-zorg of -begeleiding geboden wordt. Als we spreken over ouderen die nog niet zorgbehoevend zijn, dan zien we enerzijds dat men zo lang mogelijk thuis wil blijven wonen, maar dat er anderzijds ook een neiging is om (ooit) te verhuizen naar een ‘geschikte’ woning. Een passende woonsituatie -een ouder wordend huishouden/persoon anticipeert op een woonsituatie waarbij eventuele zorg of hulp aan huis wordt gebracht- kan veelal uit voorzorg worden gecreëerd door of de eigen woning geschikt te maken of door te verhuizen. In het kader van dit onderzoek is het interessant te weten hoeveel geschikte woningen er in beginsel zijn en hoeveel er zouden moeten zijn om tegemoet te komen aan de wens van de (toekomstige) ouderen. We hebben geconstateerd dat er in veel regio’s onvoldoende geschikte woningen beschikbaar zijn. Dit wil overigens niet zeggen dat er per saldo nieuwbouw moet worden toegevoegd. De oplossing ligt ook deels in het aanpassen van de ‘eigen’ of huurwoning tot geschikte woning.
E,til/Companen, 2012
14
Wonen met Zorg
Schema 2.3. Kenmerken geschikt wonen zonder AWBZ-zorg
Ouder en Ges chik t w onen
o
Vita al p ersoo n o f h uisho ud en
o
Le ven sloop be ste ndig wone n vanu it comf ort of preve nt ie f o p e ven tue le -houlp f zorgvraa g
o
Wonin g is le vens lo op be st en dig: bas is wo on progra mma op éé n wo on la ag , zo nde r trap pe n t e b ereiken
Daa rom: GE SCHI KT WONEN De definities samengevat
We vatten hierna de onderscheiden woonvormen met en zonder zorg nog een keer kort samen. Schema 2.6. Definities verschillende woonvormen samengevat
E,til/Companen, 2012
15
Wonen met Zorg
1.2
Trends en ontwikkelingen om rekening mee te houden
Uit voorgaande bronnen, maar ook door in gesprek te zijn gegaan met een tiental zorgaanbieders in de provincie Limburg, zijn een aantal trends en ontwikkelingen te constateren op het vlak van wonen met zorg. Per doelgroep geven we ze weer. Ouderen
·
Scheiden wonen en zorg zet door Ge sproke n en/ of in fo is on tvan gen va n: Scheiden van wonen en zorg wordt de nieuwe trend. De Programmabrief van 1 juni 2011 van het Ministerie van · De Zo rggroe p VWS heeft hieraan een impuls gegeven, althans bij de · Se vag ra m langdurige zorg van senioren. ZZP1 en ZZP2 worden zeker afgebouwd per 2014 en dit betekent dat meer · Orbis senioren thuis de zorg zullen ontvangen, in hun huidige · Vivre woning of in een meer geschikte woning. Overigens blijkt · Thu iszorg Zo rg vo or Mens en de praktijk al voor te lopen op het beleid. De afgelopen jaren is de bezetting van intramurale plaatsen door ZZP1 en 2 bij sommige aanbieders al afgenomen van circa 30% naar 10-15%. De verwachting is dat op termijn ook ZZP3 en ZZP4 worden afgebouwd en dit betekent dat er voor deze mensen met wat zwaardere somatische zorg meer behoefte gaat bestaan aan verzorgde woonvormen.
·
Mensen blijven langer thuis wonen In een snel tempo is in de afgelopen jaren de verhuisgeneigdheid onder ouderen afgenomen. De volgende redenen spelen daarbij een rol: o De EU-regelgeving legt beperkingen op en huishoudens met een inkomen vanaf pakweg € 34.000 kunnen niet of nauwelijks meer naar een sociale huurwoning verhuizen tot pakweg € 650. o Een ander effect vloeit voort uit de extramuralisering. Sinds de Programmabrief van het Ministerie van VWS van 1 juni 2011 wordt invulling gegeven aan de scheiding van wonen en zorg. o Zorgpartijen spelen in op scheiden wonen en zorg, waardoor senioren met een zorgbehoefte in toenemende mate ervaren dat zij zorg op een adequate manier ook thuis in hun huidige woning kunnen krijgen. Dit heeft een sterk dempend effect op het verhuizen van de huidige woning naar een geschikte andere woonvorm; uitstel vindt plaats tot het moment dat men aangewezen is op te intensieve zorg. o Veel zorgbehoevende senioren zijn de afgelopen jaren in een daarvoor geschikte woning en woonomgeving gaan wonen. Dit maakt dat ze minder snel in aanmerking komen voor indicatie verblijf omdat de zorg prima aan huis kan worden gebracht en voor hulp men mede afhankelijk is van de directe omgeving (en dat ook kan zijn). o Ook de moeilijke situatie op de woningmarkt speelt nu een rol. Senioren kunnen hun woning veel moeilijker dan voorheen verkopen en zij moeten genoegen nemen met een lagere prijs dan gedacht. Men blijft -noodgedwongen- zitten waar men zit. Overigens geldt dit ook voor huurders die de huursprong van de huidige goedkopere huurwoning niet kunnen of willen maken naar een duurdere geschikte woning. o Tot slot wordt steeds duidelijker dat senioren kwaliteitsverhuizers zijn. Bijvoorbeeld senioren uit dorpen verhuizen pas als zij aangewezen raken op intensieve zorg en in toenemende mate willen zij dan verhuizen naar een kern of wijk met voorzieningen.
·
Volop transformatieplannen intramuraal vastgoed Uit de gesprekken komt naar voren dat alle zorgaanbieders bezig zijn met nieuwbouw- en veranderconcepten. Daar waar wordt gedacht aan nieuwe intramurale capaciteit, bestaat de ‘kern’ van een dergelijk complex vaak uit een aantal groepswoningen voor dementerende ouderen, met daarom heen een eerste schil van zelfstandige woningen voor personen met zwaardere somatische zorg. Daarnaast is het de bedoeling deze complexen aan te laten sluiten in de wijk, waardoor meerdere zorgvragers in een zelfstandige woonsituatie kunnen terugvallen op de centrale voorzieningen en de 24-uurszorg. Met name die eerste schil rondom de kern van intramurale groepswoningen stelt veel partners nog voor vragen, zowel zorgaanbieders, corporaties als gemeenten. Er wordt nogal eens gedacht dat dit kan door zelfstandige woningen te realiseren en die tegen marktwaarde af te zetten. Omdat het vaak volwaardige woningen zijn ligt de huurprijs al snel boven de liberaliseringgrens. In de praktijk blijken verhoudingsgewijs meer mensen met een lager inkomen behoefte aan deze woonvorm te hebben, maar dan gaat het om een sociale huurwoning onder de liberaliseringsgrens waarvan de huurprijs is afgetopt (alleen corporaties kunnen dit). Een alternatief is om deze woningen te realiseren tegen de markthuur in de vorm van een klein appartement (oppervlaktes tussen de 40 - 50 m² worden
E,til/Companen, 2012
16
Wonen met Zorg
genoemd). Vraag is of dit vastgoed uit de AWBZ moet worden gefinancierd of dat nu al moet worden gekozen voor scheiden wonen en zorg, waardoor er een taak voor een corporatie of andere investeerder ligt. Opvallend is dat er vele nieuwbouw- of vernieuwingsinitiatieven liggen, maar dat nog maar weinig concrete plannen bestaan voor daadwerkelijke onttrekking. Overigens heeft dit in sommige plaatsen al plaatsgevonden, zo is de vertreksituatie per regio en gemeente op dit moment anders. ·
Tekort aan verzorgde complexgewijze woonvormen Behoefteramingen wijzen veelal uit dat er een aanzienlijk tekort is aan verzorgde woonvormen. Menigeen denkt dan dat verruiming van het aanbod alleen door nieuwbouw kan worden geëffectueerd. In de afgelopen jaren is dat ook vaak gebeurd; vaak zijn verzorgde woonvormen / appartementencomplexen voor senioren gerealiseerd op centrumlocaties. Echter, in de komende jaren ontstaan er als vanzelf wooncomplexen die aangemerkt kunnen worden als verzorgde woonvorm. Dit zijn bestaande complexen waar door de vergrijzing steeds meer senioren aangewezen raken op zorg en waar dus steeds meer zorg daadwerkelijk wordt geleverd. Het realiseren van een gemeenschappelijke ruimte, een ruimte voor de thuiszorg, et cetera heeft tot gevolg dat er sprake is van een verzorgde woonvorm. Dit vermindert dus het investeringsberoep op corporaties: ook voor verzorgde woonvormen kan nadrukkelijk gekeken worden naar de mogelijkheden in de bestaande voorraad.
·
Zorgvraag neemt toe, beschikbaarheid kundig personeel neemt af Dit geluid wakkert aan naarmate de zorgaanbieder zuidelijker in de provincie actief is. De zorgvraag onder ouderen neemt in totaliteit onmiskenbaar toe. Veel zorgaanbieders hebben moeite om voldoende en kwalitatief vaardig personeel aan te trekken en te behouden.
Mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking
·
Extramuraliseren lagere ZZP’s Ge sprok en en/ of in fo is on tvan ge n va n: Vergelijkbaar met de ouderenzorg wordt er ook in de gehandicaptenzorg nagedacht over scheiden van wonen · Dicht erbij en zorg onder de lagere ZZP’s. Van de circa 75.000 beschermde woonplaatsen die er zijn, zouden er door het · Dae lzich t wegvallen van verblijf voor ZZP1 en 2 onder verstandelijk · P ergamijn gehandicapten circa 10.000 intramurale plaatsen · Rad ar verdwijnen. In de praktijk wordt door de zorgaanbieders al volop ingespeeld op deze ontwikkeling. Zorgaanbieders worden naast aanbieders van zorg ook woning- of wooneenheidverhuurders. Lang niet alle zorgaanbieders zitten op deze rol te wachten omdat dit een nieuwe tak van sport voor hun is.
·
Deconcentratie en transformatie van vastgoed zet door De indruk bestaat dat meer dan de helft van het benodigde vastgoed wordt gehuurd en minder dan de helft in eigendom is. Al jarenlang zijn deze zorgaanbieders bezig met het extramuraliseren van hun klanten van het instellingsterrein naar kleinschaliger beschermde woonvoorzieningen in de wijk. De verdunning van de instellingsterreinen in Limburg lijkt nog even door te gaan. Veel aanbieders kiezen voor één terrein voor mensen die niet naar de wijk kunnen of willen. Op die terreinen wordt het vastgoed vervolgens getransformeerd of gemoderniseerd. In de wijk daarentegen zien we dat veel echt kleinschalige initiatieven (denk aan een tweekapper met in elke woning circa 5-6 bewoners) ter discussie staan of daadwerkelijk worden afgestoten. Redenen zijn de slechte exploitatie en de gebrekkige integratie. Daarvoor in de plaats komen kleinschalig geclusterde woonvoorzieningen (voor 18-24 personen) die wel exploitabel moeten zijn in beheer en zorgverlening. Nachtzorg op afstand, dagbesteding in de nabijheid en terugdringen reisbewegingen worden veelal als voorwaarde gezien.
·
Zo normaal mogelijke wooncarrière Uitgangspunt bij veel zorgaanbieders is dat hun klanten een zo normaal mogelijke wooncarrière moeten kunnen doorlopen. Daar past in ieder geval een zo zelfstandig mogelijk woning bij. Er is sprake van een trend van kamerbewoning naar volledig zelfstandig wonen. Nieuwe woonzorgvoorzieningen spelen hierop in.
·
Vastgoedportfolio staat her en der onder druk Verschillende zorgaanbieders geven aan dat veel vastgoed op terrein en in de wijk om verschillende redenen niet meer voldoet. Her en der is al sprake van leegstand of wordt ervoor gekozen om het vastgoed anders in te zetten. Tegelijkertijd zijn er veel nieuwbouwinitiatieven. Het gevaar van overcapaciteit bij een -zo lijkt het- afnemende markt neemt toe. In het verkrijgen van de gunst van de zorgvrager zetten veel zorgaanbieders up to date vastgoed in als onderscheidend criterium.
E,til/Companen, 2012
17
Wonen met Zorg
·
Mensen met een verstandelijke beperking worden steeds ouder Het aantal senioren binnen de gehandicaptenzorg stijgt. Dit heeft consequenties op zowel zorg als huisvesting. In een enkel geval zien we dat zorgleveranciers van verstandelijk gehandicapten en zorgleveranciers van senioren de handen ineen slaan, om deze complexe zorgvraag in te vullen. Binnen een nieuwe woonvoorziening wordt vaak gekozen voor ‘gescheiden afdelingen’ en soms is er sprake van het ‘delen’ van de zorg. Op het vlak van dagbesteding lijkt iets meer toenadering te zijn. De indruk bestaat dat de nieuwe woonvoorzieningen voor mensen met een verstandelijke beperking niet vanzelfsprekend geschikt zijn om zo lang mogelijk ‘zelfstandig te blijven wonen’. De geschiktheid van de woning voor de ouder wordende mens in deze zorgsector vraagt om meer aandacht.
·
Vanwege scheiden wonen en zorg: accentverschuiving van zorg naar ambulante diensten In de sector is merkbaar dat men anticipeert op nog grotere verschuiving als gevolg van scheiden wonen en zorg. Met name de van oudsher intramurale zorgverleners bieden diensten en begeleiding extramuraal en ambulant aan.
·
Beschikbaarheid kundig personeel is punt van aandacht Veel zorgaanbieders, met name in het zuiden van de provincie, hebben moeite om voldoende en kwalitatief vaardig personeel aan te trekken en te behouden. Wat opvalt is het aandeel Belgen dat actief is in deze sector.
Mensen met een psychische aandoening
·
Afbouw van intramurale capaciteit Ge sproke n en/ of in fo is on tvan gen va n: De stijging van het gebruik van intramurale GGZvoorzieningen is de laatste jaren sterk teruggedrongen door · Mon dria an wijzigingen in de bekostiging van de behandelduur en de · Vin cen t van Go gh aankondiging van scheiden wonen en zorg onder de lagere ZZP’s. Het Ministerie van VWS heeft bepaald dat vanaf · Men sana 2012 de capaciteit van kleinschalig beschermd wonen niet · Mutsa erssticht ing meer mag groeien, dus per saldo komt de reductie van veel zorgaanbieders neer op een reductie van de grootschalige capaciteit met 30%. Sneller en eerder zorg/begeleiding in de thuissituatie in plaats van intramuraal. Om deze reden wordt door de zorgaanbieders met terreinen nagedacht over nog verdere inperking van het vastgoed.
·
Transformatie van portfolio Het aantal klinische plaatsen op de terreinen wordt afgebouwd. Overblijvend vastgoed wordt vaak gemoderniseerd of getransformeerd. De beschermde woonvormen (groespwoningen) die op het terrein of in de wijk liggen, zijn vaak verouderd. Ook hier is een trend dat men zo zelfstandig en individueel mogelijk woont, ook binnen de collectieve woonvoorziening. Veel aanbieders steken in op individueel wonen (in kleine appartementen of woningen) geclusterd dichtbij voorzieningen. Dit betekent dat veel zorgaanbieders hun huidig gehuurde vastgoed willen ‘inruilen’ voor andersoortig vastgoed.
·
Ook in de rol van verhuurder Veel zorgaanbieders zien zich genoodzaakt om in het proces van scheiden wonen en zorg de rol van verhuurder aan te nemen. Enerzijds omdat men zelf eigenaar is van delen van het vastgoed en daarin administratief gaat scheiden en anderzijds omdat corporaties niet altijd verlegen zitten om een huurcontract te sluiten met de ‘cliënt’.
·
Intersectorale benadering Vanuit meerdere optieken is er aanleiding om afstemming en samenwerking te zoeken met andere zorgsectoren. Zo heeft de GGZ expertise in huis die in de ouderenzorg bruikbaar is en worden mensen met een psychische aandoening ook ouder. Maar ook in de ontmoeting en dagbesteding wordt voorzichtig toenadering gezocht.
E,til/Companen, 2012
18
Wonen met Zorg
1.3
Normatieve behoefteontwikkeling
Binnen dit onderzoek is gekozen voor een normatieve benadering van de te verwachten ontwikkeling in wonen met zorg. De gehanteerde normen zijn gebaseerd op een aantal bronnen, zowel feitelijk als studies en verkregen via bevindingen in het veld. Zo zijn de normen, die ook leeftijdsspecifiek zijn gemaakt, tot stand gekomen op basis van: · · · · · · ·
Aedes-Arcares kengetallen 2004; CBS: feitelijk gebruik AWBZ-zorg met en zonder verblijf 2009/2010; WoON2009; TNO: Trendanalyse verstandelijk gehandicaptenzorg, 2010; Trimbos Instituut: Toekomstverkenning GGZ, 2009/2010; Interviews en/of verkregen informatie van meer dan tien zorgaanbieders in de provincie Limburg; Bewerking en ordening door Companen in de zogenaamde Woonzorgweter.
Normatieve vraagontwikkeling wonen met zorg volgens twee scenario’s
Mede op basis van de eerder beschreven trends en ontwikkelingen is er voor gekozen om twee scenario’s te hanteren voor de vraagontwikkeling naar wonen met zorg: 1.
Het basisscenario Dit scenario gaat uit van hetgeen momenteel (voorjaar 2012) als ‘zekere’ ontwikkeling is te kenmerken, dan is er bijvoorbeeld uitgegaan van de volgende ontwikkeling tot 2022: o Ouderen · scheiden van wonen en zorg voor ZZP1 en 2 (conform de zogenaamde juni-brief 2011 Ministerie VWS); · hierdoor neemt de intramurale en beschermd wonen capaciteit relatief in ieder geval af; · verzorgd wonen in complex wordt relatief geconsolideerd; · zorg aan huis neemt toe. o Mensen met verstandelijke/lichamelijke beperking · norm 2022 is gelijk aan norm 2012. o Mensen met een psychische aandoening · 30% afbouw van de grootschalige capaciteit.
2.
Het scheidingsscenario Dit scenario gaat een stap verder dan scenario 1 en anticipeert op een aantal ontwikkelingen in de periode 2012 tot 2022, zoals: o Ouderen · scheiden van wonen en zorg voor ZZP1, 2, 3 en 4; · hierdoor neemt de intramurale en beschermd wonen capaciteit sterk af; · ZZP3 en 4 wordt gecompenseerd in verzorgd wonen in complex; · zorg aan huis neemt toe. o Mensen met verstandelijke/lichamelijke beperking · scheiden van wonen en zorg voor ZZP1 en 2 staat gelijk aan een reductie van 15% van de huidige capaciteit.
De volgende tabel geeft de normen weer die zijn gehanteerd, samengevat in een norm die geldt voor de gehele bevolking van Nederland, provincie, regio of gemeente. In de daadwerkelijke normatieve behoeftebepaling is deze norm leeftijdsspecifiek gemaakt (onderscheid in personen tot 65 jaar, 65-74, 75-84 en 85 jaar en ouder) om die reden dat de leeftijdsopbouw per regio of gemeente nogal van elkaar kan verschillen.
E,til/Companen, 2012
19
Wonen met Zorg
Doe lgroep
Oud eren
Me nse n met ee n
Woonv orm
Hui di ge
Bas is-
Sc he idings-
s ituatie
sc ena rio
sc ena rio
Norm 20 12
Norm 20 22
Norm 20 22
in pe rsone n
in pe rsone n
in pe rsone n
In tramuraa l wone n
0,9 4%
0, 74%
0, 44%
Be sche rmd wone n
0,0 6%
0, 15%
0, 33%
Ve rzo rgd wo ne n in co mp le x
1,1 0%
1, 10%
1, 30%
Zorg aa n h uis
0,8 6%
0, 97%
0, 89%
Be sche rmd wone n
0,4 2%
0, 42%
0, 36%
Be sche rmd wone n
0,1 9%
0, 15%
-
lich amelijke o f ve rstan de lijke be pe rkin g Me nse n met ee n psych isch e a an do en in g
Alle hiervoor opgenomen normen bepalen de zorgvraag uitgedrukt in aantal personen. Voor de categorieën ‘verzorgd wonen in een complex’ en ‘zorg aan huis’ is het aantal personen omgezet in woningen door ze te delen door factor 1,2. We gaan er dus vanuit dat sommige huishoudens meerdere AWBZ-zorgvragers kennen. In hoofdstuk 3 zijn de resultaten opgenomen van de normatieve vraag. Daarvoor zijn de leeftijdsspecifieke normen losgelaten op de gemeentelijke bevolkingsprognoses (Etil, 2011).
Normatieve vraagontwikkeling geschikt wonen volgens twee scenario’s
De vraag naar geschikt wonen voor ouderen (65-plussers) is in dit onderzoek ook volgens twee scenario’s bepaald. Reden is dat veel ouderen tot enkele jaren geleden aangaven in grotere getale te willen verhuizen naar een meer passende woning. Die woning wordt meestal gelijkgesteld aan een woning die zonder traplopen bereikbaar is en waarbij in de woning het complete primaire woonprogramma (kamer, keuken, slaapkamer en natte cel) op één woonlaag is gelegen. Verhuizen gebeurt in dat geval veelal vanuit het oogpunt van comfort, gemak en mogelijke voorbereiding op een eventuele hulp- of zorgvraag. Zoals eerder al geconstateerd, zien we dat steeds minder mensen willen verhuizen. Recente woningmarktonderzoeken wijzen eveneens in die richting. Uiteraard liggen daar verschillende redenen aan ten grondslag, die deels ook conjunctureel van aard zijn (men raakt de woning niet kwijt voor het bedrag dat men in gedachte heeft). Reden om ook hier vanuit twee scenario’s de normatieve behoefte aan geschikte woningen voor senioren te bepalen. 1.
2.
Het ‘zo lang mogelijk thuis’-scenario Dit scenario gaat uit van een terughoudende verhuisgeneigdheid van ouderen; men blijft zo lang mogelijk in de eigen woning wonen. Het verhuisscenario Dit scenario gaat ervan uit dat ouderen verhuizen van een niet geschikte woning naar een geschikte woning zoals in het landelijk Woononderzoek (WoON2009) aangegeven.
Doe lgroep
Woonv orm
Huidi ge s itua ti e
Zo lang m oge lijk
Ve rhuis-
thuis -
sce nari o
sc ena rio
Oud eren
E,til/Companen, 2012
Ge schikt wo ne n
Nor m 20 12
Nor m 2 022
Norm 20 22
in pers onen
in pers onen
i n pers onen
6,0 %
7,2 %
8 ,0%
van a l e inwon ers
va n a l e inwon ers
van alle in wone rs
20
Wonen met Zorg
1.4
Gebruikte bronnen om aanbod in beeld te brengen
Nu duidelijk is wat wonen met zorg anno 2012 inhoudt, kan het aanbod wonen met zorg voor alle Limburgse regio's en gemeenten op gelijke wijze in beeld gebracht worden. Hierdoor is het ook mogelijk om vergelijkingen tussen gebieden te maken en worden tekorten en/of overschotten van de verschillende vormen van wonen met zorg inzichtelijk. Vervolgens is het mogelijk om hierop in te spelen. Dit onderzoek is voor het eerst op Limburgse schaal uitgevoerd. Het betreft een quick-scan en geeft een eerste beeld geven waar het aanbod wonen met zorg gesitueerd is. Daarnaast kunnen ook de spreiding en eventuele scheefheden inzichtelijk gemaakt worden. Bij de quick-scan is getracht een zo volledig mogelijk beeld te geven van het aanbod op basis van beschikbare bronnen. Vervolg van dit onderzoek zal de kwaliteit verhogen de komende jaren. De databank is tot stand gekomen op basis van beschikbare bronnen. Door verschillende registratiesystemen te koppelen is een databestand ontstaan dat een goed beeld geeft van het aanbod.
bestaande
Woonmonitor Limburg
De woningvoorraad wordt in het kader van de Woonmonitor Limburg op basis van gegevens uit de gemeentelijke WOZ-registraties in beeld gebracht. In de woonmonitor worden op basis van deze registratie diverse vastgoedkenmerken geregistreerd op adresniveau (NAW-gegevens, locatie buurt/wijk, huur/koop, vastgoedtype, bouwjaar, gebruiksoppervlakte, gemiddelde WOZ-waarde, leegstand, energielabel). De woningvoorraad in de voorliggende rapportage betreft de woningvoorraad per 31-12-2010. De gegevens worden door de intergemeentelijke organisatie Dataland geleverd (voor de regio Parkstad Limburg heeft de GBRD Parkstad en de gemeenten Kerkrade en Nuth de gegevens beschikbaar gesteld) Deze gegevens worden vervolgens door Etil met andere gegevens verrijkt en in de WOZ-monitor Limburg opgenomen. Er zijn verschillende alternatieven om de woningvoorraad in beeld te brengen (CBS, Kadaster, WOZ-registratie). Er is gekozen om de WOZ-registratie als bron te gebruiken, omdat deze actuelere en gedetailleerdere gegevens bevat. Ook zijn de gegevens accurater. Tot de woningvoorraad worden zowel woningen sec alsook woonwagens en -boten en bedrijfspanden met woonruimte (bijvoorbeeld woningen boven winkels of boerderijen) gerekend. Op te merken is dat wooneenheden in verpleeg- en verzorgingshuizen, studentenkamers, woningen ten behoeve van kamerverhuur en recreatiewoningen niet tot de woningvoorraad worden gerekend. In deze WOZ-monitor worden maar liefst 600 verschillende typen vastgoedobjecten onderscheiden. Zodoende zijn gedetailleerde queries mogelijk om bijvoorbeeld aanleunwoningen nader te analyseren. Naast type zijn ook aspecten zoals bouwjaar en gebruiksoppervlakte opgenomen. Door de combinatie van deze aspecten is het mogelijk om het potentiële aanbod in beeld te brengen. De woningvoorraad is gegeocodeerd, zodat alle woningvoorraadinformatie ook op kaart inzichtelijk te maken is.
VRL - Vestigingenregister Limburg
Het VRL is opgezet met als oogmerk een volledige registratie van alle in Limburg gevestigde bedrijven en instellingen. Momenteel staan in het VRL circa 80.000 vestigingen van bedrijven en instellingen geregistreerd. Het onderhoud van het VRL wordt continu uitgevoerd. Aan de hand van verschillende bronnen wordt gecontroleerd of een vestiging al is opgenomen in het VRL. Daarbij wordt onder andere gebruik gemaakt van gegevens uit het Handelsregister. Daarnaast worden een keer per jaar (peildatum 1 april) alle vestigingen geënquêteerd. Doel van de enquête is informatie te verwerven over het aantal werkzame personen, uitzendkrachten en vastgoedoppervlakte. De via de enquête verkregen informatie wordt ook gebruikt om de vestigingsgegevens in het VRL te controleren. Zo zijn ook vestigingen van de Limburgse zorginstellingen in het register opgenomen. In het kader van het voorliggende onderzoek is het gegevensaanbod in het VRL uitgebreid met het aantal zorgplaatsen per vestiging (intramuraal aanbod). Hieronder wordt het aanbod van woonzorgeenheden in verzorgings- en verpleeghuizen verstaan alsook niet-zelfstandige groepswoningen voor ouderen. Het betreft zowel grootschalig intramuraal wonen alsook kleinschalig beschermd wonen (groepswoningen).
E,til/Companen, 2012
21
Wonen met Zorg
E,til/Companen, 2012
22
Wonen met Zorg
2 Aanbod Wonen met zorg
E,til/Companen, 2012
23
Wonen met Zorg
Ouderenzorg Intramurale plaatsen; verzorgings- en verpleegplaatsen Onder intramurale plaatsen wordt zowel het aanbod van woonzorgeenheden in verzorgings- en verpleeghuizen verstaan als niet-zelfstandige groepswoningen voor ouderen. Het betreft zowel grootschalig intramuraal wonen als kleinschalig beschermd wonen (groepswoningen). Aanleunwoningen en overige zelfstandige woningen zijn hier buiten beschouwing gelaten. Intramurale plaatsen, naar type (in %)
Intramurale plaatsen Kerncijfers
Aantal zorgplaatsen
12.981
Index
60,1 29,9%
Index: aantal zorgplaatsen per 1.000 ouderen (65-plussers)
70,1%
Intramurale plaatsen, naar woonregio Aantal
Maasduinen Venlo e.o. Venray e.o.
In %
274
2%
1.437
11%
708
5% 20%
Midden-Limburg
2.628
Westelijke Mijnstreek
1.480
11%
Parkstad Limburg
3.302
25%
Maastricht en Mergelland Totaal
3.152
24%
12.981
100%
verzorgingsplaatsen verplegingsplaatsen
Index intramurale plaatsen, naar woonregio (aantal zorgplaatsen per 1.000 ouderen) Maasduinen
38,5
Venlo e.o.
51,8
Venray e.o.
50,1
Midden-Limburg
58,9
Westelijke Mijnstreek
49,6
Parkstad Limburg
64,6
Maastricht en Mergelland
76,0
0
10
20
30
40
50
60
70
80
Top 5 instellingen; intramurale plaatsen ouderenzorg in Limburg Aantal
In %
STICHTING ZORGGROEP NOORD- EN MIDDEN LIMBURG
2.625
20%
VIVRE GROEP
1.904
15%
MEANDERGROEP ZUID-LIMBURG
1.400
11%
SEVAGRAM
1.383
11%
ORBIS MEDISCH EN ZORGCONCERN
1.258
10%
E,til/Companen, 2012
24
Wonen met Zorg
Ouderenzorg Verzorgd wonen; aanleunwoningen Aanleunwoningen zijn zelfstandige woningen (verzorgd wonen) specifiek bestemd voor de doelgroep ouderen, veelal gelegen in de nabijheid van verzorgings- en verpleeghuizen. Het aanbod van het aantal aanleunwoningen wordt in beeld gebracht op basis van de gemeentelijke WOZ -registratie. Het betreft woningen die in het kader van deze registratie als aanleunwoning zijn geregistreerd. Verzorgd wonen, naar type (in %)
Verzorgd wonen Kerncijfers
Aantal aanleunwoningen
10.997
Index
50,9
Aandeel
30,3%
2,2%
40,6%
Index: aantal aanleunwoningen per 1.000 ouderen (65-plussers) Aandeel: aantal aanleunwoningen t.o.v. de totale woningvoorraad
29,1%
Verzorgd wonen, naar woonregio Aantal
Maasduinen Venlo e.o. Venray e.o.
In %
499
5%
1.709
16%
471
4%
Midden-Limburg
2.885
26%
Westelijke Mijnstreek
1.586
14%
Parkstad Limburg
2.788
25%
Maastricht en Mergelland
1.059
10%
10.997
100%
Totaal
Appartement 3330 30,3% (Semi-) bungalow 3199 29,1% Overige woningen 4468 40,6% Totaal: 10997 100,0%
Index verzorgd wonen, naar woonregio (aantal per 1.000 ouderen) 70,1
Maasduinen
61,7
Venlo e.o.
33,3
Venray e.o. 64,7
Midden-Limburg
53,1
Westelijke Mijnstreek
54,5
Parkstad Limburg
25,5 0
10
20
Maastricht en Mergelland 30
40
50
60
70
80
Aandeel verzorgd wonen, naar woonregio (aantal t.o.v. de totale woningvoorraad) 3,2
Maasduinen
2,5
Venlo e.o.
1,4
Venray e.o. 2,8
Midden-Limburg
2,3
Westelijke Mijnstreek
2,3
Parkstad Limburg
1,1 0
0,5
E,til/Companen, 2012
1
Maastricht en Mergelland 1,5
2
25
2,5
3
3,5
Wonen met Zorg
Ouderenzorg Geschikt wonen; grondgebonden geschikte woningen Onder geschikt wonen vallen alle grondgebonden geschikte woningen (ggb geschikte woningen). Dit betreft (semi) bungalows en patio's die vanwege het feit dat alle voorzieningen gelijkvloers zijn, geschikt zijn voor ouderen. Het aanbod van (semi) bungalows en patio's wordt in beeld gebracht op basis van de gemeentelijke WOZ -registratie. Het betreft woningen die in deze registratie als (semi) bungalow of patio zijn geregistreerd. Geschikt wonen, naar type (in %)
Geschikt wonen Kerncijfers
Aantal ggb geschikte woningen
19.761
Index
14,8%
91,5
Aandeel
4,5%
3,9%
5,9%
Index: aantal ggb geschikte woningen per 1.000 ouderen (65-plussers) Aandeel: aantal ggb geschikte woningen t.o.v. de totale woningvoorraad
74,8%
Geschikt wonen, naar woonregio
Maasduinen
Aantal
In %
880
4% 10%
Venlo e.o.
1.934
Venray e.o.
1.293
7%
Midden-Limburg
6.100
31%
Westelijke Mijnstreek
3.324
17%
Parkstad Limburg
3.503
18%
Maastricht en Mergelland Totaal
2.727
14%
19.761
100%
2^1 kap woning 2934 14,8% Hoekwoning 889 4,5% Tussenwoning 1157 5,9% Vrijstaande woning 14781 74,8% Totaal: 19761 100,0%
Index geschikt wonen, naar woonregio (aantal per 1.000 ouderen) 123,7
Maasduinen
69,8
Venlo e.o. 91,5
Venray e.o. 136,8
Midden-Limburg
111,3
Westelijke Mijnstreek
68,5
Parkstad Limburg
65,8 0
20
40
Maastricht en Mergelland
60
80
100
120
140
Aandeel geschikt wonen, naar woonregio (aantal t.o.v. de totale woningvoorraad) 5,6
Maasduinen
2,9
Venlo e.o. 3,8
Venray e.o. 6,0
Midden-Limburg
4,8
0
1
E,til/Companen, 2012
2
Westelijke Mijnstreek
2,9
Parkstad Limburg
2,9
Maastricht en Mergelland 3
4
26
5
6
Wonen met Zorg
Ouderenzorg Potentieel geschikt Potentieel geschikte woningen zijn onder te verdelen in gestapelde (appartementen, maisonnettes, flats en penthouses) en grondgebonden woningen. Voor de grondgebonden woningen wordt een selectie gemaakt uit : huurwoningen; bouwjaar vanaf 1980, inhoud vanaf 300 m³ of koopwoningen; bouwjaar vanaf 1980 of - koopwoningen; bouwjaar 1965-1980, inhoud vanaf 350 m³
Potentieel geschikt, naar type (in %)
Potentieel geschikte woningen Kerncijfers
Aantal potentieel geschikt
227.105
Index
1.051,4
Aandeel
45,0%
37,1%
Index: aantal potentieel geschikte woningen per 1.000 ouderen (65-plussers) Aandeel: aantal potentieel geschikte woningen t.o.v. de totale woningvoorraad
62,9%
Potentieel geschikte woningen, naar woonregio Aantal
Maasduinen Venlo e.o.
In %
7.319
3%
34.251
15%
Venray e.o.
18.501
8%
Midden-Limburg
49.581
22%
Westelijke Mijnstreek
29.208
13%
Parkstad Limburg
36.416
16%
Maastricht en Mergelland Totaal
51.829
23%
227.105
100%
Gestapeld 84277 37,1% Grondgebonden 142828 62,9% Totaal: 227105 100,0%
Index potentieel geschikte woningen, naar woonregio (aantal per 1.000 ouderen) 1.028,5
Maasduinen 1.235,7
Venlo e.o. 1.309,1
Venray e.o.
1.111,6
Midden-Limburg
978,4
Westelijke Mijnstreek
712,5
Parkstad Limburg 1.249,7
0
200
400
600
800
1000
1200
Maastricht en Mergelland 1400
Aandeel potentieel geschikte woningen, naar woonregio (aantal t.o.v. de totale woningvoorraad) 46,7
Maasduinen 50,7
Venlo e.o. 54,7
Venray e.o.
48,5
Midden-Limburg
42,3
Westelijke Mijnstreek
29,9
Parkstad Limburg 55,1
0
10
E,til/Companen, 2012
20
30
40
27
50
Maastricht en Mergelland 60
Wonen met Zorg
Gehandicaptenzorg Aanbod Onder aanbod in het kader van de gehandicaptenzorg wordt het woonaanbod c .q. het aanbod aan verblijfsplaatsen ten behoeve van wonen verstaan voor mensen met een lichamelijke en /of verstandelijke beperking. Het betreft daarbij zowel het wonen op de instellingsterreinen (intramuraal wonen, c.q. beschut wonen) alsook de veelal in de woonwijken gelegen wooneenheden (begeleid zelfstandig wonen c.q. beschermd wonen).
Aanbod verblijfsplaatsen
Aanbod verblijfsplaatsen op en buiten instellingsterreinen Plaatsen
Aantal verblijfsplaatsen
4.902
Index
4,8
Index: aantal verblijfsplaatsen per 1.000 inwoners
41,6% 58,4%
Aanbod verblijfsplaatsen, naar woonregio Aantal
Maasduinen Venlo e.o. Venray e.o. Midden-Limburg Westelijke Mijnstreek Parkstad Limburg Maastricht en Mergelland Totaal
In %
8
0%
571
12%
157
3%
1.808
37%
546
11%
1.015
21%
797
16%
4.902
100%
Op de instellingsterreinen 3021 58,4% Buiten de instellingsterreinen 2156 41,6% Totaal: 5177 100,0%
Index aanbod verblijfsplaatsen, naar woonregio (aantal verblijfsplaatsen per 1.000 inwoners) Maasduinen
1,0
Venlo e.o.
3,6
Venray e.o.
1,8
Midden-Limburg
7,7
Westelijke Mijnstreek
5,1
Parkstad Limburg
4,4
Maastricht en Mergelland
3,9
0
1
2
3
4
5
6
7
8
Top 5 instellingen; aanbod gehandicaptenzorg in Limburg Aantal
In %
KORAAL GROEP
1.473
28%
STICHTING DAELZICHT
1.094
21%
STICHTING PERGAMIJN
892
17%
STICHTING RADAR
669
13%
STICHTING PEDAGOGISCH SOCIAAL WERK MIDDEN-LIMBURG
518
10%
Let op: Uitspraken worden gedaan op basis van beschikbare bronnen. Extramurale zorgplaatsen waarvan de locatie niet bekend is worden toegekend aan de hoofdlocatie van de zorginstelling. Dit beeld kan dus afwijken van de praktijk.
E,til/Companen, 2012
28
Wonen met Zorg
Geestelijke gezondheidszorg Aanbod Onder aanbod in het kader van de geestelijke gezondheidszorg (GGZ-zorg) wordt het woonaanbod c.q. het aanbod aan verblijfsplaatsen ten behoeve van wonen verstaan voor mensen met psychische aandoeningen. Het betreft daarbij zowel het wonen op de instellingsterreinen (intramuraal wonen c.q. beschut wonen) alsook de in de woonwijken gelegen wooneenheden (begeleid zelfstandig wonen c.q. beschermd wonen). Aanbod verblijfsplaatsen op en buiten instellingsterreinen
Aanbod verblijfsplaatsen Plaatsen
Aantal verblijfsplaatsen
2.419
Index
9,8%
6,3
Index: aantal verblijfsplaatsen per 1.000 inwoners
Aanbod verblijfsplaatsen, naar woonregio
90,2%
Aantal
Venray e.o. Parkstad Limburg Maastricht en Mergelland Totaal
In %
1.303
54%
926
38%
190
8%
2.419
100%
Op de instellingsterreinen 2182 90,2% Buiten de instellingsterreinen 237 9,8% Totaal: 2419 100,0%
Index aanbod verblijfsplaatsen, naar woonregio (aantal verblijfsplaatsen per 1.000 inwoners)
Venray e.o.
30,3
Parkstad Limburg
4,2
Maastricht en Mergelland
1,6
0
4
8
12
16
20
24
28
32
Top 3 instellingen; aanbod GGZ-zorg in Limburg Aantal
In %
MONDRIAAN ZORGGROEP
1.116
46%
VINCENT VAN GOGH VOOR GEESTELIJKE GEZONDHEID
1.103
46%
200
8%
FPC DE ROOYSE WISSEL
Let op: Uitspraken worden gedaan op basis van beschikbare bronnen. Alle intramurale en extramurale zorgplaatsen worden toegekend aan de hoofdlocatie van de zorginstelling. Dit beeld zal dus afwijken van de praktijk.
E,til/Companen, 2012
29
Wonen met Zorg
E,til/Companen, 2012
30
Wonen met Zorg
3 Vraag Wonen met zorg
E,til/Companen, 2012
31
Wonen met Zorg
Vraag Vraag Limburg Wonen met Zorg De onderstaande vraaganalyse (behoefte aan woonzorgplaatsen) is op basis van het Etil -prognosemodel door Companen voor de drie zorgsectoren: ouderenzorg, gehandicaptenzorg en geesteleijke gezondheidszorg (GGZ-zorg), in beeld gebracht voor de periode 2012-2022. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen vier soorten vraagbehoeften; intramuraal, verzorgd wonen, zorg aan huis en geschikt wonen. Er zijn twee scenario 's berekend; scenario 1 (basisscenario) en scenario 2 (scheidingsscenario). Voor een nadere uitleg van beide scenario 's wordt verwezen naar hoofdstuk 1.
Vraag ouderenzorg 2012 - 2022 in de regio Limburg Vraag 2012
Ontwikkeling absoluut
2022 scenario 1
2022 scenario 2
2012-2022 scenario 1
2012-2022 scenario 2
Ontwikkeling in % 2012-2022 scenario 1
2012-2022 scenario 2
Intramurale plaatsen
12.575
12.829
11.144
253
-1.431
2,0%
-11,4%
Verzorgd wonen
11.161
14.989
17.643
3.829
6.482
34,3%
58,1%
9.310
16.161
16.476
6.851
7.166
73,6%
77,0%
52.996
66.356
73.306
13.360
20.310
25,2%
38,3%
Zorg aan huis Geschikt wonen
Vraag basisscenario (scenario 1) ouderenzorg 2012 - 2022 in de regio Limburg 2,0
Intramuraal
34,3
Verzorg wonen
73,6
Zorg aan huis
25,2
0
10
20
Geschikt wonen
30
40
50
60
70
80
Vraag gehandicaptenzorg 2012 - 2022 in Limburg Ontwikkeling Aantal
Abs.
In %
2012
4.648
2022 - scenario 1
4.356
-292
-6,3%
2022 - scenario 2
3.741
-908
-19,5%
Vraag GGZ-zorg 2012 - 2022 in Limburg Ontwikkeling Aantal
2012
2.163
2022 - scenario 1
1.821
E,til/Companen, 2012
Abs.
In %
-342
-15,8%
32
Wonen met Zorg
4 Plancapaciteiten Wonen met zorg
E,til/Companen, 2012
33
Wonen met Zorg
Plancapaciteiten Intramurale plannen; niet-zelfstandige wooneenheden De plancapaciteiten betreffende intramurale zorgplaatsen zijn op basis van deskresearch in het kader van het voorliggende onderzoek verzameld. Het betreft zowel nieuwbouw- als sloopplannen van intramurale zorgplaatsen op instellings- terreinen alsook woonzorgcomplexen c.q niet zelfstandige wooneenheden buiten de instellingsterreinen in de wijken.
Plancapaciteiten intramurale zorgplaatsen per regio, (per 31-12-2010) Toevoegingen
Netto plancapaciteiten intramurale zorgplaatsen per regio, (in %) Sloop
Netto 4,5%
Maasduinen Venlo e.o.
95
0
95
92
0
92
Venray e.o.
220
-110
110
Midden-Limburg
151
-43
108
Westelijke Mijnstreek
166
-110
56
36
-30
6
Parkstad Limburg Maastricht en Mergelland Totaal
1,2% 11,5%
22
0
22
782
-293
489
19,4%
22,1%
18,8%
22,5%
Maasduinen
Venlo e.o.
Venray e.o.
W estelijke Mijnstreek
Parkstad Limburg
Maastricht en Mergelland
Midden-Limburg
Ranglijst Top 5 intramurale plannen betreffende toevoegingen Aantal
Verzorgingstehuis Vincentius
Venray
150
Wozoco Weert-Oost
Weert
86
Op de Logte
Gennep
55
Plan Sevenheym
Horst aan de Maas
48
Burg Bogmanplein
Eijsden-Margraten
42
Ranglijst Top 5 intramurale plannen betreffende sloop Aantal
Verzorgingstehuis Vincentius
Venray
Vervanging Oude Heerlenerweg
Sittard-Geleen
-50
Herstucturering Plan Limbricht
Sittard-Geleen
-27
Herstucturering Plan Born
Sittard-Geleen
-24
Vervanging Cypresstraat
Echt-Susteren
-22
E,til/Companen, 2012
34
-110
Wonen met Zorg
Plancapaciteiten Extramurale plannen; zelfstandige nultredenwoningen De plancapaciteiten betreffende nultreden- en zorgwoningen worden in het kader van de Woonmonitor Limburg geregistreerd. Nultredenwoningen zijn zonder trap toegankelijk en zijn grotendeels appartementen met lift. Een deel van de nultredenwoningen is als zorgwoning aan te merken. Deze woningen zijn gepland als zelfstandige woningen voor ouderen (geen wooneenheden). Het betreft hierbij geplande toevoegingen.
Plancapaciteiten nultredenwoningen per regio, aantal nultredenwoningen (per 31-12-2010)
Maasduinen Venlo e.o. Venray e.o.
'Harde' plancapaciteiten nultredenwoningen per regio (per 31-12-2010)
Abs.
In % van totaal
594
37,7%
1.724
21,6%
778
20,5%
Westelijke Mijnstreek
2.442
46,4%
Parkstad Limburg
2.720
30,1%
Maastricht en Mergelland
1.145
17,9%
Anders
3.653
29,9%
Totaal
13.056
28,2%
Abs.
5.975
Totaal
In % van totaal 45,8%
'Harde' plancapaciteiten: Aantal geplande nultredenwoningen waaraan een onherroepelijk bestemmingsplan ten grondslag ligt. Absoluut en in % van het totaal aantal geplande nultredenwoningen.
In % van totaal: aantal geplande nultredenwoningen ten opzichte van het totaal aantal geplande woningen.
Ranglijst Top 5 plannen nultredenwoningen, per 31-12-2010 Aantal
Jazz-city
Roermond
370
Zitterd Revisited, fase 1 (De Kam)
Sittard-Geleen
331
Hof te Berkel
Horst aan de Maas
270
Stationspark
Roermond
244
Roerdelta 1e fase
Roermond
240
Ranglijst Top 5 plannen 'harde' nultredenwoningen, per 31-12-2010 Aantal
Stationspark
Roermond
244
Ringovenpark
Peel en Maas
210
Beekpoort
Weert
199
De Haese A
Sittard-Geleen
189
De Haese C
Sittard-Geleen
165
'Harde' nultredenwoningen: Aantal geplande nultredenwoningen waaraan een onherroepelijk bestemmingsplan ten grondslag ligt.
E,til/Companen, 2012
35
Wonen met Zorg
E,til/Companen, 2012
36
Wonen met Zorg
5 Profielschetsen woonregio's
E,til/Companen, 2012
37
Wonen met Zorg
Woonregio Maasduinen Profielschets "Wonen met Zorg" Onderstaand wordt aan de hand van het huidige aanbod, de toekomstige vraag en de bestaande plancapaciteiten een profielschets gegeven van de regio Maasduinen. Deze factsheet kan op dezelfde manier geïnterpreteerd worden als op pagina 8-10 voor Limburg is gedaan. Aanbod ouderenzorg regio Maasduinen
Plancapaciteiten Aantal
Index
274
38,5
103
Intramurale zorgplaatsen
- verzorgingsplaatsen
82
11,5
- verplegingsplaatsen
192
27,0
Aanleunwoningen
499
70,1
Ggb geschikte woningen
880
123,7
1.653
232,3
920
129,3
6.399
899,2
Totaal geschikt
Intramuraal (netto)
594
Nultreden totaal
234
Potentieel geschikt gestapeld Potentieel geschikt ggb
waarvan nultreden hard
0
Index: aantal zorgplaatsen per 1.000 ouderen (65-plussers) ggb = grondgebonden
500
1.000
Intramuraal = woonzorgeenheden (intramuraal en beschermd wonen) (netto) Nultreden = zelfstandige nultredenwoningen (geplande toevoegingen) Hard = onherroepelijk bestemmingsplan rechtsgeldig (geplande toevoegingen)
Vraag ouderenzorg 2012 - 2022 in de regio Maasduinen Vraag
Ontwikkeling absoluut
2012
2022 scenario 1
2022 scenario 2
Intramurale plaatsen
388
434
376
45
-12
11,6%
-3,1%
Verzorgd wonen
352
510
600
159
249
45,2%
70,8%
Zorg aan huis Geschikt wonen
2012-2022 scenario 1
2012-2022 scenario 2
Ontwikkeling in % 2012-2022 scenario 1
2012-2022 scenario 2
295
550
561
255
266
86,6%
90,2%
1.719
2.298
2.539
579
820
33,7%
47,7%
Vraag gehandicaptenzorg 8
intramuraal aanbod
162
vraag: 2012
153
vraag: 2022 variant 1
131
0
20
40
60
80
100
vraag: 2022 variant 2
120
140
160
180
Vraag geestelijke gezondheidszorg 0
intramuraal aanbod
73
vraag: 2012
63
0
10
E,til/Companen, 2012
20
30
40
38
50
60
vraag: 2022 variant 1
70
80
Wonen met Zorg
Woonregio Venlo e.o. Profielschets "Wonen met Zorg" Onderstaand wordt aan de hand van het huidige aanbod, de toekomstige vraag en de bestaande plancapaciteiten een profielschets gegeven van de regio Venlo e .o.. Deze factsheet kan op dezelfde manier geïnterpreteerd worden als op pagina 8-10 voor Limburg is gedaan. Aanbod ouderenzorg regio Venlo e.o.
Plancapaciteiten Aantal
Index
1.437
51,8
- verzorgingsplaatsen
829
29,9
- verplegingsplaatsen
608
21,9
Aanleunwoningen
1.709
61,7
Ggb geschikte woningen
1.934
69,8
Totaal geschikt
5.080
183,3
Potentieel geschikt gestapeld
9.308
335,8
24.943
899,9
92
Intramurale zorgplaatsen
Intramuraal (netto)
1.724
Nultreden totaal
926
Potentieel geschikt ggb
0
Index: aantal zorgplaatsen per 1.000 ouderen (65-plussers) ggb = grondgebonden
500
waarvan nultreden hard
1.000
1.500
2.000
Intramuraal = woonzorgeenheden (intramuraal en beschermd wonen) (netto) Nultreden = zelfstandige nultredenwoningen (geplande toevoegingen) Hard = onherroepelijk bestemmingsplan rechtsgeldig (geplande toevoegingen)
Vraag ouderenzorg 2012 - 2022 in de regio Venlo e.o. Vraag
Ontwikkeling absoluut
2012
2022 scenario 1
2022 scenario 2
Intramurale plaatsen
1.606
1.692
Verzorgd wonen
1.428
1.972
Zorg aan huis
1.191
2.132
2.173
Geschikt wonen
6.753
8.704
9.617
Ontwikkeling in %
2012-2022 scenario 1
2012-2022 scenario 2
2012-2022 scenario 1
2012-2022 scenario 2
1.469
87
-136
5,4%
-8,5%
2.321
544
893
38,1%
62,5%
941
982
79,1%
82,5%
1.951
2.864
28,9%
42,4%
Vraag gehandicaptenzorg 565
intramuraal aanbod
657
vraag: 2012
632
vraag: 2022 variant 1
543
0
100
200
300
400
vraag: 2022 variant 2
500
600
700
Vraag geestelijke gezondheidszorg 0
intramuraal aanbod
298
vraag: 2012
256
0
40
E,til/Companen, 2012
80
120
160
39
200
240
vraag: 2022 variant 1
280
320
Wonen met Zorg
Woonregio Venray e.o. Profielschets "Wonen met Zorg" Onderstaand wordt aan de hand van het huidige aanbod, de toekomstige vraag en de bestaande plancapaciteiten een profielschets gegeven van de regio Venray e .o.. Deze factsheet kan op dezelfde manier geïnterpreteerd worden als op pagina 8-10 voor Limburg is gedaan. Aanbod ouderenzorg regio Venray e.o.
Plancapaciteiten Aantal
Index
708
50,1
- verzorgingsplaatsen
344
24,3
- verplegingsplaatsen
364
25,8
471
33,3
Ggb geschikte woningen
1.293
91,5
Totaal geschikt
2.472
174,9
Potentieel geschikt gestapeld
2.952
208,9
15.549
1100,2
110
Intramurale zorgplaatsen
Aanleunwoningen
Intramuraal (netto)
778
Nultreden totaal
288
Potentieel geschikt ggb
waarvan nultreden hard
0
Index: aantal zorgplaatsen per 1.000 ouderen (65-plussers) ggb = grondgebonden
500
1.000
Intramuraal = woonzorgeenheden (intramuraal en beschermd wonen) (netto) Nultreden = zelfstandige nultredenwoningen (geplande toevoegingen) Hard = onherroepelijk bestemmingsplan rechtsgeldig (geplande toevoegingen)
Vraag ouderenzorg 2012 - 2022 in de regio Venray e.o. Vraag 2012
Ontwikkeling absoluut
2022 scenario 1
2022 scenario 2
2012-2022 scenario 1
Ontwikkeling in %
2012-2022 scenario 2
2012-2022 scenario 1
2012-2022 scenario 2
Intramurale plaatsen
759
861
748
102
-11
13,4%
-1,4%
Verzorgd wonen
691
1.019
1.199
327
507
47,3%
73,4%
582
1.093
1.115
512
533
88,0%
91,7%
3.367
4.477
4.945
1.109
1.577
32,9%
46,8%
Zorg aan huis Geschikt wonen
Vraag gehandicaptenzorg 130
intramuraal aanbod
358
vraag: 2012
350
vraag: 2022 variant 1
301
0
50
100
150
200
250
300
vraag: 2022 variant 2
350
400
Vraag geestelijke gezondheidszorg 1.303
158
vraag: 2012
139
0
intramuraal aanbod
vraag: 2022 variant 1
200
E,til/Companen, 2012
400
600
800
40
1.000
1.200
1.400
Wonen met Zorg
Woonregio Midden-Limburg Profielschets "Wonen met Zorg" Onderstaand wordt aan de hand van het huidige aanbod, de toekomstige vraag en de bestaande plancapaciteiten een profielschets gegeven van de regio Midden -Limburg. Deze factsheet kan op dezelfde manier geïnterpreteerd worden als op pagina 8-10 voor Limburg is gedaan. Aanbod ouderenzorg regio Midden-Limburg
Plancapaciteiten Aantal
Index
2.628
58,9
- verzorgingsplaatsen
1.479
33,2
- verplegingsplaatsen
1.149
25,8
Aanleunwoningen
2.885
64,7
Ggb geschikte woningen
6.100
136,8
Totaal geschikt
11.613
260,4
Potentieel geschikt gestapeld
12.712
285,0
Potentieel geschikt ggb
36.869
826,6
108
Intramurale zorgplaatsen
Intramuraal (netto)
4.020
Nultreden totaal
2.025
0
Index: aantal zorgplaatsen per 1.000 ouderen (65-plussers) ggb = grondgebonden
waarvan nultreden hard
500 1.0001.5002.0002.5003.0003.5004.0004.500
Intramuraal = woonzorgeenheden (intramuraal en beschermd wonen) (netto) Nultreden = zelfstandige nultredenwoningen (geplande toevoegingen) Hard = onherroepelijk bestemmingsplan rechtsgeldig (geplande toevoegingen)
Vraag ouderenzorg 2012 - 2022 in de regio Midden-Limburg Vraag
Ontwikkeling absoluut
Ontwikkeling in %
2012
2022 scenario 1
2022 scenario 2
2012-2022 scenario 1
Intramurale plaatsen
2.528
2.699
2.345
171
-183
6,8%
-7,3%
Verzorgd wonen
2.258
3.171
3.732
913
1.474
40,4%
65,3%
Zorg aan huis Geschikt wonen
2012-2022 scenario 2
2012-2022 scenario 1
2012-2022 scenario 2
1.890
3.413
3.480
1.524
1.590
80,6%
84,1%
10.817
14.100
15.580
3.283
4.763
30,3%
44,0%
Vraag gehandicaptenzorg 1.808
intramuraal aanbod
978
vraag: 2012
929
vraag: 2022 variant 1
798
0
400
vraag: 2022 variant 2
800
1.200
1.600
2.000
Vraag geestelijke gezondheidszorg 0
intramuraal aanbod
451
vraag: 2012
387
0
50
E,til/Companen, 2012
100
150
200
250
41
300
350
vraag: 2022 variant 1
400
450
500
Wonen met Zorg
Woonregio Westelijke Mijnstreek Profielschets "Wonen met Zorg" Onderstaand wordt aan de hand van het huidige aanbod, de toekomstige vraag en de bestaande plancapaciteiten een profielschets gegeven van de regio Westelijke Mijnstreek. Deze factsheet kan op dezelfde manier geïnterpreteerd worden als op pagina 8-10 voor Limburg is gedaan. Aanbod ouderenzorg regio Westelijke Mijnstreek
Plancapaciteiten
Aantal
Index
1.480
49,6
- verzorgingsplaatsen
616
20,6
- verplegingsplaatsen
864
28,9
Aanleunwoningen
1.586
53,1
Ggb geschikte woningen
3.324
111,3
Totaal geschikt
6.390
214,0
Potentieel geschikt gestapeld
8.701
291,5
20.507
686,9
56
Intramurale zorgplaatsen
Intramuraal (netto)
2.442
1.304
Potentieel geschikt ggb
0
Index: aantal zorgplaatsen per 1.000 ouderen (65-plussers) ggb = grondgebonden
500
1.000
Nultreden totaal
waarvan nultreden hard
1.500
2.000
2.500
Intramuraal = woonzorgeenheden (intramuraal en beschermd wonen) (netto) Nultreden = zelfstandige nultredenwoningen (geplande toevoegingen) Hard = onherroepelijk bestemmingsplan rechtsgeldig (geplande toevoegingen)
Vraag ouderenzorg 2012 - 2022 in de regio Westelijke Mijnstreek Vraag
Ontwikkeling absoluut
2012
2022 scenario 1
2022 scenario 2
Intramurale plaatsen
1.741
1.790
Verzorgd wonen
1.554
2.080
Zorg aan huis
1.293
Geschikt wonen
7.449
Ontwikkeling in %
2012-2022 scenario 1
2012-2022 scenario 2
2012-2022 scenario 1
2012-2022 scenario 2
1.555
49
2.448
526
-186
2,8%
-10,7%
894
33,8%
2.248
2.291
57,5%
955
998
73,8%
9.199
10.162
77,2%
1.750
2.714
23,5%
36,4%
Vraag gehandicaptenzorg 821
intramuraal aanbod
619
vraag: 2012
567
vraag: 2022 variant 1
487
0
200
vraag: 2022 variant 2
400
600
800
1.000
Vraag geestelijke gezondheidszorg 0
intramuraal aanbod
291
vraag: 2012
242
0
40
E,til/Companen, 2012
80
120
160
42
200
240
vraag: 2022 variant 1
280
320
Wonen met Zorg
Woonregio Parkstad Limburg Profielschets "Wonen met Zorg" Onderstaand wordt aan de hand van het huidige aanbod, de toekomstige vraag en de bestaande plancapaciteiten een profielschets gegeven van de regio Parkstad Limburg. Deze factsheet kan op dezelfde manier geïnterpreteerd worden als op pagina 8-10 voor Limburg is gedaan. Aanbod ouderenzorg regio Parkstad Limburg
Plancapaciteiten
Aantal
Index
3.302
64,6
- verzorgingsplaatsen
1.699
33,2
- verplegingsplaatsen
1.603
31,4
Aanleunwoningen
2.788
54,5
Ggb geschikte woningen
3.503
68,5
Totaal geschikt
9.593
187,7
Potentieel geschikt gestapeld
20.946
409,8
Potentieel geschikt ggb
15.470
302,7
6
Intramurale zorgplaatsen
Intramuraal (netto)
2.720
1.071
0
Index: aantal zorgplaatsen per 1.000 ouderen (65-plussers) ggb = grondgebonden
500
Nultreden totaal
waarvan nultreden hard
1.000
1.500
2.000
2.500
3.000
Intramuraal = woonzorgeenheden (intramuraal en beschermd wonen) (netto) Nultreden = zelfstandige nultredenwoningen (geplande toevoegingen) Hard = onherroepelijk bestemmingsplan rechtsgeldig (geplande toevoegingen)
Vraag ouderenzorg 2012 - 2022 in de regio Parkstad Limburg Vraag
Ontwikkeling absoluut
2012
2022 scenario 1
2022 scenario 2
2012-2022 scenario 1
Intramurale plaatsen
3.052
2.858
2.483
-194
Verzorgd wonen
2.691
3.341
3.932
650
Zorg aan huis
2.237
3.603
3.673
1.366
12.725
15.124
16.712
2.399
Geschikt wonen
Ontwikkeling in %
2012-2022 scenario 2
2012-2022 scenario 1
2012-2022 scenario 2
-570
-6,4%
-18,7%
1.241
24,1%
46,1%
1.436
61,0%
64,2%
3.987
18,8%
31,3%
Vraag gehandicaptenzorg 1.015
intramuraal aanbod
1.028
vraag: 2012
938
vraag: 2022 variant 1
805
0
200
400
600
vraag: 2022 variant 2
800
1.000
1.200
Vraag geestelijke gezondheidszorg 926
490
vraag: 2012
397
0
E,til/Companen, 2012
200
intramuraal aanbod
vraag: 2022 variant 1
400
600
43
800
1.000
Wonen met Zorg
Woonregio Maastricht en Mergelland Profielschets "Wonen met Zorg" Onderstaand wordt aan de hand van het huidige aanbod, de toekomstige vraag en de bestaande plancapaciteiten een profielschets gegeven van de regio Maastricht en Mergelland. Deze factsheet kan op dezelfde manier geïnterpreteerd worden als op pagina 8-10 voor Limburg is gedaan. Aanbod ouderenzorg regio Maastricht en Mergelland
Plancapaciteiten
Aantal
Index
3.152
76,0
- verzorgingsplaatsen
1.964
47,4
- verplegingsplaatsen
1.188
28,6
Aanleunwoningen
1.059
25,5
Ggb geschikte woningen
2.727
65,8
Totaal geschikt
6.938
167,3
Potentieel geschikt gestapeld
28.738
692,9
Potentieel geschikt ggb
23.091
556,8
56
Intramurale zorgplaatsen
Intramuraal (netto)
1.483 Nultreden totaal
488
0
Index: aantal zorgplaatsen per 1.000 ouderen (65-plussers) ggb = grondgebonden
waarvan nultreden hard
500
1.000
1.500
Intramuraal = woonzorgeenheden (intramuraal en beschermd wonen) (netto) Nultreden = zelfstandige nultredenwoningen (geplande toevoegingen) Hard = onherroepelijk bestemmingsplan rechtsgeldig (geplande toevoegingen)
Vraag ouderenzorg 2012 - 2022 in de regio Maastricht en Mergelland Vraag
Ontwikkeling absoluut
2012
2022 scenario 1
2022 scenario 2
Intramurale plaatsen
2.501
2.494
2.168
-7
Verzorgd wonen
2.187
2.897
3.411
710
Zorg aan huis
1.822
3.121
3.184
1.298
10.165
12.455
13.750
2.290
Geschikt wonen
2012-2022 scenario 1
Ontwikkeling in %
2012-2022 scenario 2
2012-2022 scenario 1
2012-2022 scenario 2
-333
-0,3%
-13,3%
1.224
32,5%
56,0%
1.361
71,2%
74,7%
3.586
22,5%
35,3%
Vraag gehandicaptenzorg 797
intramuraal aanbod
846
vraag: 2012
788
vraag: 2022 variant 1
676
0
200
400
vraag: 2022 variant 2
600
800
1.000
Vraag geestelijke gezondheidszorg 190
intramuraal aanbod
402
vraag: 2012
337
0
50
E,til/Companen, 2012
100
150
200
250
44
300
vraag: 2022 variant 1
350
400
450
Wonen met Zorg
6 Bijlagen
E,til/Companen, 2012
45
Wonen met Zorg
Kaart Ouderenzorg
E,til/Companen, 2012
46
Wonen met Zorg
Kaart Ouderenzorg
E,til/Companen, 2012
47
Wonen met Zorg
Kaart Ouderenzorg
E,til/Companen, 2012
48
Wonen met Zorg
Kaart Gehandicaptenzorg
E,til/Companen, 2012
49
Wonen met Zorg
Kaart Gehandicaptenzorg
E,til/Companen, 2012
50
Wonen met Zorg
E,til/Companen, 2012
51
Wonen met Zorg