Wonderen • De comeback van het wonder • Naäman kopje onder • 8 vragen over wonderen • Persoonlijke verhalen
Maart 2006
Bijlage Visie 11bij
Inhoud
Voorwoord
De miraculeuze comeback van het wonder
God kan wonderen doen. Dat geloof ik echt. Hij is immers almachtig. Doet Hij ze ook in onze tijd? Uit de verhalen van lezers in deze ‘Visie’bijlage blijkt van wel. Zeven andere mensen gingen onlangs op reis. Ze bezochten gebedsgenezers op verschillende plaatsen in de wereld. Het EO-programma ‘Op zoek naar een wonder’ brengt het komende zomer bij u in de huiskamer.
Interview met dr. Mart-Jan Paul, die de groeiende belangstelling voor wonderen probeert te duiden en zich afvraagt wat we er als kerken mee kunnen.
Wonderen bestaan
Een selectie uit wonderverhalen die u ons toestuurde.
Naäman kopje onder
Opmerkelijke zaken in een bekende geschiedenis.
4
8, 20 12
8 vragen over wonderen
16
‘Ik bind mensen aan Jezus, niet aan wonderen’
22
Ds. Arie van der Veer beantwoordt acht vragen over wonderen.
Je gelooft in een wonder, maar ziet ook dat mensen lijden en niet genezen. In gesprek met ziekenhuispredikant Margriet van der Kooi en evangelist Aad van de Sande.
Het wonder van de visvangst
28
Een boekje open over wonderen
30
Lessen uit een wonder van de Here Jezus.
Een selectie van publicaties over genezings- en bevrijdingswonderen of juist het uitblijven daarvan.
4
Alles is mogelijk
8
22
Wat doet het met mensen en met hun beleving van ziekte en gebrek als ze geloven in een God Die wonderen kan doen? En wat doet het met hun geloof als het wonder uit lijkt te blijven? Over deze en andere vragen gaat deze bijlage, die bedoeld is voor persoonlijke bezinning en bemoediging. Voor gespreksgroepen hebben we nog extra materiaal beschikbaar op de website (eo.nl/wonderen). We zijn benieuwd naar uw reactie. In de redactie kwamen we tot de bevrijdende conclusie dat bij God alles mogelijk is. Alle opties staan open. Een wonder of geen wonder. Genezing of een andere vorm van Gods nabijheid. Want al lijkt het soms zo anders, Hij is er altijd bij. Arie Kok, hoofdredacteur Reacties:
[email protected]
Colofon
Redactie Visie, Postbus 21400, 1202 BJ Hilversum. E-mail redactie:
[email protected]. Aan dit nummer werkten mee: Dirk van Genderen (eindredactie), Mirjam Hollebrandse, Arie Kok (hoofdredactie), Henk Rothuizen en Gert-Jan Schaap Fotografie: Gert-Jan van der Tuuk Vormgeving: Ruth van de Wetering.
2
28 3
In deze tijd Het geloof in wonderen maakt een comeback in ons geseculariseerde land. Sinds 2003 brengt de KRO de tv-serie Wonderen bestaan op de buis en in reclames, videoclips en films is ook opvallend veel ruimte voor ‘wonderen’ en andere bovennatuurlijke verschijnselen. Hoe moeten we deze verrassende trend duiden? En kunnen we er als kerken iets mee? “In het grootste deel van de wereld zijn wonderen nooit echt uit beeld geweest, maar bij ons in West-Europa eeuwenlang wel,” zegt de hervormde theoloog dr. MartJan Paul (1955). Hij is docent aan de Christelijke Hogeschool Ede en buitengewoon hoogleraar in Leuven/Heverlee (België). Daarvoor was hij hervormd gemeente- en ziekenhuispredikant. Hij schreef diverse boeken op het gebied van genezing en
bevrijding. “Vooral door de ontdekking van natuurwetten, kwam de neiging op om steeds meer logisch te verklaren. Met name sinds de tijd van de Verlichting, dus de 18e eeuw, hebben velen langzamerhand een gesloten wereldbeeld gekregen. Daarin was geen plaats voor wonderen.” Ook het wereldbeeld van veel christenen is hierdoor beïnvloed, stelt dr. Paul. “Zij stemden vaak wel toe dat wonderen mogelijk zijn, maar hielden er in de praktijk meestal geen rekening mee. Zeker in reformatorische, maar ook wel in evange-
lische kring beperkte men wonderen tot het verleden, met name tot de nieuwtestamentische tijd.”
‘God is dood’
Vanaf de jaren negentig van de vorige eeuw kwam er een kentering: “Vanaf die tijd zie je in de samenleving een enorme belangstelling voor het bovennatuurlijke. Dat was een reactie op de jaren zestig en zeventig: de tijd van ‘God is dood’ en een openlijk zich afzetten tegen God en godsdienst. Het wonder werd destijds helemaal buitengesloten. Nu niet meer. Ook in kerken groeide de aandacht voor genezing en andere wonderen.” Hoe moeten we deze maatschappelijke ontwikkeling duiden? “In eerste instantie posi-
tief,” reageert dr. Paul. “Bijbels gezien zijn wonderen onderdeel van de werkelijkheid waarin wij staan. Christenen in derdewereldlanden hebben dan ook nooit begrepen waarom wij in West-Europa er lange tijd zo weinig rekening mee hebben gehouden. Anderzijds merk je dat de belangstelling oeverloos is en alle kanten uitgaat – ook naar het terrein van het occulte.” Dat de laatste decennia ook in de kerk de aandacht voor wonderen toeneemt, verheugt hem. Tegelijkertijd noemt hij het verbazingwekkend dat we er nu pas oog voor krijgen dat wonderen – zowel genezingen als bevrijding van demonische machten – in de vroegchristelijke kerk een zeer belangrijke plaats innamen. “Er gebeurden volop wonderen in Azië, Afrika en Europa. Maar dat staat bijna niet in kerkgeschiedenisboeken, terwijl er legio voorbeelden zijn.” De kerkvader Augustinus wordt vaak op-
Interview met dr. Mart-Jan Paul
De miraculeuze comeback van het wonder 4
Mart-Jan Paul
5
In deze tijd gevoerd als een kroongetuige voor de visie dat wonderen na de tijd van het Nieuwe Testament niet meer nodig zijn. “Inderdaad heeft hij een tijdlang zo gedacht,” weet dr. Paul. “Maar aan het eind van zijn leven is hij tot inkeer gekomen en heeft hij nog pakweg zeventig genezingswonderen meegemaakt. Ook iemand als Irenaeus, 180 na Christus in Lyon, Frankrijk, maakte heel veel wonderen mee. Het is historisch aantoonbaar onjuist om te zeggen dat wonderen na de tijd van de apostelen ophielden. Dat wij het zicht erop zijn kwijtgeraakt, is typisch westers. Gelukkig verandert dit nu.” Binnen de kerk kán de vernieuwde aandacht voor wonderen een meegaan met een maatschappelijke trend zijn, erkent dr. Paul. “Het wonder moet niet centraal staan,” waarschuwt hij. “Als we het wonder gaan isoleren en een doel op zichzelf maken, vind ik dat zorgelijk. In de Bijbel zijn wonderen altijd tekenen die de gelovigen zullen vólgen – zie Marcus 16. Dat gebeurt
Wonderzoek
overigens lang niet altijd. Ook gelovigen kunnen ziek worden en sterven. En toch: keer op keer gebeuren er wonderen en tekenen. Ook nu.”
Overleden
Dr. Paul heeft met eigen ogen gezien dat God mensen geneest. Zo kreeg hij in 1992 het verzoek om ziekenzalving toe te passen op een meisje dat last had van zware epileptische aanvallen. “Haar genezing heeft grote indruk op mij gemaakt,” vertelt hij. “Sindsdien ben ik me steeds meer in dit onderwerp gaan verdiepen. In de jaren erna heb ik veel voorbeelden gezien van mensen die, lichamelijk of geestelijk, genezen zijn. Anderzijds zijn er ook mensen ziek gebleven of overleden. Dus ik heb eigenlijk het hele scala wel meegemaakt, van teleurstelling tot enorme vreugde.” Hij pleit daarom voor een bijbels evenwicht. “Tegenover mensen die – als het gaat om ziekte en genezing – te weinig van
Dat geloof in wonderen de wind weer mee lijkt te hebben in Nederland, is godsdienstsocioloog prof. dr. Hijme Stoffels niet ontgaan. Hij is sinds 2002 bezig met zijn ‘Wonderzoek’: een studie naar onder meer de betekenis die mensen aan wonderen hechten en de manier waarop zij erover spreken. “Ik heb de indruk dat mensen de laatste jaren steeds vaker over wonderen spreken; zaken die buiten het alledaagse vallen en misschien wel haaks op hun wereldbeeld staan,” licht hij toe. “Persoonlijk houd ik de mogelijkheid van het bestaan van wonderen open, maar als socioloog kan ik helaas geen definitieve uitspraken doen over het waarheidsgehalte van gerapporteerde wonderen. Wat mij als wetenschapper vooral interesseert, zijn vragen als: ‘Wat verstaat men eigenlijk onder een wonder? en ‘Wat betekent een wonder voor je leven hier en nu?’” Een van zijn voorlopige conclusies is dat mensen primair aan een bijzondere genezing lijken te denken als het over ‘religieuze wonderen’ gaat. Sinds vorig jaar heeft hij zijn onderzoek daarom toegespitst op het thema ‘geloof in genezing’. Het Wonderzoek moet uiteindelijk resulteren in een wetenschappelijke publicatie. “Maar die zal nog wel even op zich laten wachten,” meldt hij desgevraagd.
6
God verwachten, zeg ik: ‘Je mag veel meer van Hem verwachten; in de Bijbel wordt niet voor niets gesproken over ziekenzalving en aanhoudend gebed!’ Anderzijds keer ik me tegen het front van mensen die beweren dat we genezing mogen ‘claimen’ en die zeggen: ‘In Christus hébben we genezing, ook al zien we het niet. Een christen hoeft niet ziek te zijn; elke ziekte komt van de satan,’ enzovoort. Dit zijn twee klippen waar je tussendoor moet varen.”
In de aanvechting, de strijd en het kruisdragen geeft Hij keer op keer tekenen, om ons te bemoedigen en om buitenstaanders binnen de gemeente te brengen. Ook bij wonderen gaat het uiteindelijk om de verheerlijking van Jezus. In dat kader ben ik blij met de toegenomen aandacht en geloof ik dat we er wel degelijk op een goede manier mee kunnen omgaan.” Gert-Jan Schaap
Herstellen
Uit eigen ervaring weet dr. Paul dat vooral christelijke jongeren openstaan voor wonderen. Hij vindt dat zeer bemoedigend. “Ik ben ervan overtuigd dat God in onze tijd iets van de tijd van het Nieuwe Testament gaat herstellen – ook in Nederland. Calvijn zei dat God ‘in de nood der tijden’ bijzondere gaven kan geven. De nood is nu verschrikkelijk groot. We zijn een van de moeilijkste zendingsgebieden ter wereld geworden! Mensen zijn tegenwoordig druk met astrale reizen, occulte zaken, uittredingen en noem maar op. Welke God is de machtigste? Die vraag is nu in het geding. In het Nieuwe Testament zie je een concentratie van goddelijke wonderen en duivelse tegenstand. Misschien kun je zeggen dat krachten en tegenkrachten zich nu, vlak voor de wederkomst, meer en meer zullen openbaren.” Het is een reden tot zelfonderzoek als er in onze eigen kerkelijke gemeente weinig of geen wonderen gebeuren, vindt hij. “Welke zonden staan in de weg, dat God niet méér van Zichzelf kwijt kan? De gekruisigde en opgestane Christus geeft tekenen in deze wereld – en met name in Zijn gemeente – om te laten zien dat Hij de levende God is en van Zijn gemeente afweet.
‘God gaat in onze tijd iets van de tijd van het Nieuwe Testament herstellen’
7
Persoonlijk
Wonderen bestaan Ruim een half jaar geleden werd in een commentaar in Visie over ‘Wonderen’ gevraagd of u het ons wilde vertellen als u een wonder had meegemaakt. Daarop kwamen tientallen reacties binnen. We maakten een selectie.
Gebedsverhoring
Als Willem vertelt over de verhoring van zijn gebed, raakt het hem weer. Zijn verhaal is een krachtig getuigenis van Gods leiding en Zijn trouw in specifieke omstandigheden. “God bracht mij heel sterk de naam van Peter in gedachten,’’ vertelt Willem. “Ik was al heel lang niet meer bij hem geweest. Tijdens het gesprek werd mij duidelijk waarom ik daar moest zijn. Ze hadden te kampen met grote moeilijkheden, die zowel henzelf als hun kinderen betroffen. In geloof had hij ooit de stap gezet om geheel uit de hand van de Here te gaan leven. Lang was het goed gegaan, maar nu waren zijn financiële zorgen hem ver boven het hoofd gegroeid. Ootmoedig had hij samen met zijn vrouw de knieën gebogen en de Here gesmeekt of er een oplossing mocht komen. De Vader in de hemel had Zijn kind zien tobben en worstelen. Hij wachtte op het goede moment en legde toen zijn naam in het hart van een broeder.’’ Toen Willem weer thuiskwam, ging hij voor zijn computer op de knieën. “Ik heb God gesmeekt of Hij de harten van christenen in Nederland zou willen opwekken om voor deze familie te zorgen.’’ Willem heeft ervaren dat de Here hem vervolgens als het ware Zelf een plan van aanpak gaf. “God ging aan het werk. Hij hielp mij om het plan concreet te maken en vervolgens sprak Hij mensen aan en bewoog hen om te helpen. Hij heeft werkelijk grote dingen gedaan.’’ Willem vertelt hoe ongelooflijk dankbaar Peter en zijn vrouw waren met de hulp die ze kregen. “We zijn weer op de knieën gegaan en hebben de Here gedankt voor zoveel goedheid, die we uit Zijn hand mochten ontvangen.’’ (Willem en Peter hebben in werkelijkheid andere namen en zijn bij de redactie bekend.)
8
Overgave
Henrieke Hiemstra uit Zwolle vertelt dat ze erg opzag tegen de begrafenis van haar broer. “De avond voor de begrafenis was ik heel verdrietig en bang. Hij was nog zo jong en ik zou hem nooit meer zien op deze aarde. Ik ging naar bed en er viel zo’n rust over mij. Steeds had ik een opwekkingslied in mijn hoofd. Ik merkte dat God liet weten: ‘Kind, Ik zie dat je zo intens verdrietig bent, kom maar bij Mij. Daar ging het lied ook over, dat je als kind bij de Vader mag komen en dat Hij je optilt. Op de begrafenis voelde ik me heel verdrietig, maar ik kon het aan, door Hem. Voor mij was dit echt een wonder.’’
Grootste wonder
“Ik ben grootgebracht bij de kerk en ging elke zondag twee keer,’’ vertelt de heer D. IJkema uit Sneek. “Ik heb altijd wel geweten dat het in mijn leven niet was zoals God wilde. Ik was een vloeker en ik had vaak ruzie met mensen, en ook in ons huwelijk ging het niet goed.’’ Van bekering had hij nog nooit gehoord totdat hij naar een Israël-avond met Hanna Stranders ging en van haar hoorde dat alle mensen zich moesten bekeren. “Ik moest daar eerst niets van hebben, maar de Here heeft het zo geleid dat het toch gebeurd is. Het is het grootste wonder dat in mijn leven is gebeurd.’’ Broeder IJkema is nu 68 jaar. “Het is 27 jaar geleden dat dit is gebeurd, maar het wonder wordt nog altijd groter voor mij. Want hoe ouder je wordt, des te meer leer je jezelf kennen. Bekering is geweldig, het opnieuw geboren zijn, maar met de Here te leven, is elke dag weer voor Hem kiezen. In Zijn kracht mag je en kun je leven en mag je ook van Hem getuigen, als daartoe gelegenheid is. Ik ben veekoopman en als de Here daar de kansen voor geeft, mag ik van dat wonder vertellen en mag ik soms ook merken dat de Here daar Zijn zegen over geeft.’’
9
Persoonlijk
15 num mers v oor maar 1 9,-!
Blijf op de hoogte met Visie! Genezen van kanker
Toen hun dochter Joëlle 15 maanden oud was, kregen Rob en Christina Konijn-Huurman van de ene op de andere dag te horen dat Joëlle een tumor had achter haar rechterlong. Het was de meest agressieve vorm van kanker en waarschijnlijk was er geen behandeling meer mogelijk. Dit was in juni 2002. In het Sophia Kinderziekenhuis in Rotterdam zagen ze toch nog mogelijkheden om haar te behandelen, mede omdat de kanker nog in het beginstadium was. Met een grote thoraxoperatie werd de tumor verwijderd. Daarna werd ze nabehandeld met chemotherapie. Christina vertelt: “Vanaf het allereerste moment voelden we Gods nabijheid en zijn we bespaard gebleven voor boosheid en gaf Hij ons de genade om Zijn weg te gaan. Die weg was zwaar, maar we konden het in Zijn hand leggen.’’ Joëlle is heel erg ziek geweest van de chemokuren. Rob en Christina waren bang dat ze haar zouden verliezen, maar ze knapte weer op. Toen kregen ze van de oncoloog te horen dat er nog een grote tumor was ontdekt. “We hadden zo op God vertrouwd en naar anderen toe getuigd en hoe kon God dit toelaten?’’ Er zou een nieuwe operatie volgen, waarna Joëlle een dubbele dosis chemo zou krijgen. Ze was al zo ziek, hoe zou ze hier doorheen komen? “Tijdens de operatie was de pastoraal medewerker van onze gemeente bij ons om met ons te bidden,’’ vertelt Christina verder. “Na een uur sprak hij de woorden: ‘Deze ziekte is niet tot de dood, maar ter verheerlijking van Mijn Naam,’ met het beeld erbij van Abraham die Izaäk moest offeren en te horen kreeg dat het genoeg was toen hij zijn zwaard ophief om zijn zoon te doden.’’ Na enige tijd kwam de chirurg, die vertelde dat ze lang hadden gezocht, met de foto’s waarop de kanker zichtbaar was erbij, maar dat de tumor weg was. Rob en Christina wisten het direct zeker: God had de tumor weggehaald. Joëlle knapte snel op en de scans die gemaakt werden, wezen uit dat er niets meer te zien was. Ook alle andere klachten die ze had, waren plotseling verdwenen. Een paar weken geleden is ze 5 jaar geworden. Ze praat veel over God en over Jezus. “Ook in deze tijd wil God door kleine kinderen heen getuigen,’’ merkt Christina nog op. Redactie: Dirk van Genderen
10
Visie is het grootste christelijke magazine van Nederland. In Visie vindt u naast een overzichtelijke TVprogrammering goede opinie-artikelen, sprankelende reportages, diepgaande interviews en commentaren met een helder standpunt. Als christen van vandaag blijft u op de hoogte met Visie! Neem nu een proefabonnement: 15 nummers voor slechts 3 9,-
Kijk op www.eo.nl/visie of bel (035) 647 46 45
Bijbelstudie
Naäman kopje onder
(2 Koningen 5) Wanneer we over Naäman horen, denken we allereerst aan het wonder van zijn genezing. Maar we vinden meer opmerkelijke zaken in deze bekende geschiedenis.
Naäman was de bevelhebber van het Aramese leger. Hij had een enorme staat van dienst. Landen, zoals Israël, had hij overwonnen en bezet, mensen weggevoerd, volkeren onderworpen. Maar de grote krijgsman had één probleem: hij was melaats. Een meisje, dat hij op een van zijn strooptochten had meegenomen als slavin, wijst hem op de profeet Elisa, die hem kan genezen. Naäman gaat op weg en wordt slechts door een bediende van de profeet te woord gestaan. Deze draagt hem op zich zevenmaal in de rivier de Jordaan te baden. Naaman accepteert deze behandeling niet, maar laat zich door zijn bedienden ompraten. Hij baadt zich zeven maal en geneest. Uit dankbaarheid wil Naäman de profeet geschenken geven, maar deze weigert dat. Gehazi echter, de knecht van de profeet, achtervolgt Naäman en neemt wel geschenken aan en verbergt deze thuis. Als gevolg daarvan wordt hij melaats.
Figuranten
Het zijn vooral personen die in deze geschiedenis opvallen. Allereerst het feit dat het hier de genezing van een heiden, een ongelovige, betreft. En nog wel iemand die het volk Israël veel kwaad had aangedaan. Als er iemand melaatsheid verdiende, was in de ogen van veel Israëlieten Naäman kandidaat nummer één. Een niet-vandeze-aarde beeld van Gods genade! En een les voor ons allemaal dat God mensen als mensen ziet.
12
Maar er zijn meer figuranten, die een opmerkelijke rol spelen en ook een andere kant van Naäman laten zien. We ontmoeten hier een generaal, die luistert naar het advies van zijn bedienden en zelfs naar een Joods slavinnetje. We herkennen hierin de les dat God door ieder mens tot ons kan spreken en dat het verkeerd is, bij voorbaat al, niet naar mensen te luisteren om reden van lagere rang, afkomst of godsdienst. Tot twee maal toe redt deze deugd Naäman! Maar zelfs wanneer je uitgaat van een goede kant in Naämans karakter, dan nog vindt er een klein wondertje plaats. Het is het wondertje dat de slavin het beste met haar meester voorheeft. Deze man is er verantwoordelijk voor, dat zij in een ander land leeft, gescheiden van haar familie, in gevangenschap onder een andere godsdienst. En toch... geeft ze het beste advies: ze wijst op de enig levende God. ’Wat voor ogen moet dat meisje wel niet gehad hebben?’ Ogen waar Gods liefde voor de mens door kon spreken, want zonder dat, is het moeilijk aan te nemen dat zo’n generaal zo’n reis gaat maken naar een of andere buitenlandse profeet. Een prachtige les over hoe wij christenen getuigen kunnen zijn. Naäman gaat op weg en botst tegen het grootste obstakel in zijn leven. Dat is niet een eigenwijze profeet, die binnen blijft.
Het is ook niet de bediende, die hem de reddende boodschap brengt. Het is zijn eigen trots. Zijn eigen idee over hoe God een wonder in zijn leven zal moeten volbrengen. Eigen invulling, verborgen agenda’s, vooroordelen en trots zijn de grote obstakels in ons leven, waardoor God niet kan doen wat Hij wel wil. ‘God geeft de nederigen genade’, zegt de Bijbel herhaalde malen. Je kunt bij God niets afdwingen, zeker wonderen niet.
De Jordaan
Wonder van vertrouwen
Dan is er het wonder van vertrouwen. Het vertrouwen dat Elisa had in de bekering van Naäman. Naäman belooft geen afgodendienst meer te doen, maar wijst op zijn verplichting de koning in de tempel van de afgod Rimmon te begeleiden. Niets geen verboden! Geen wijze adviezen, zelfs geen voorschriften en rituelen! Alleen maar de woorden: ‘Ga in vrede’. Hoe vaak leggen wij geen verbod op of geven wij waarschuwende adviezen aan mensen omdat zij in een situatie komen die wij gevaarlijk en bedreigend vinden? Waar vertrouwde Elisa op? Een les voor ons om in gebed Gods vertrouwen voor de mensen te ontdekken en deze te zegenen met Gods vrede. Tenslotte is er het ‘wonder’ van Gehazi. Gehazi, de man die voordeel wenste te halen uit een wonder van God. Elisa gaf het goede voorbeeld: wonderen komen van God; het is Zijn genade en Hem komt dan ook alle eer toe. Maar Gehazi wil er zelf beter van worden; rooft van Gods eer en kiest voor een verborgen leven. Het is de snelste manier om Gods orde ondersteboven te keren in je leven. Henk Rothuizen
Gespreksvragen:
1. In Lucas 4:27 spreekt Jezus over dit wonder. Wat bedoelde Jezus met deze woorden? 2. Naäman behoorde niet tot het huis van Israël. Wat kun je daaruit leren? 3. Naäman gaat eerst naar de koning van Israël. Deze wijst niet naar God zoals de slavin, maar op alle excuses die mensen verzinnen. Probeer ze te benoemen. Meer vragen en andere bijbelstudies met vragen voor groepsgesprekken vindt u op www.eo.nl/wonderen
13
Vragen
8 vragen over wonderen Ds. Arie van der Veer beantwoordt acht vragen over wonderen. Hij wijst erop dat zijn antwoorden geen stelligheden zijn. Zijn leven lang is hij al op zoek naar antwoorden op deze vragen. Zelf maakte hij een aantal ingrijpende dingen mee, waarin hij heeft ervaren dat God niet op een bovennatuurlijke wijze ingreep, maar, zoals hij zelf zegt: “Hij ging wel met mij door de diepte heen.” 1. Wanneer is iets een wonder, wanneer niet? Wat is een wonder? “Je kunt van heel veel dingen en gebeurtenissen zeggen, dat het een wonder is: Een pasgeboren kindje met alles erop en eraan. Een saaie rups, die zomaar verandert in een kleurige vlinder. De meeste mensen noemen al die dingen waar ze geen verklaring voor hebben een wonder. De Bijbel heeft het vaak over de combinatie van ‘wonderen en tekenen’. Dat geeft aan dat bijbelse wonderen niet op zichzelf staan. God laat zien dat Hij God is. En Jezus, dat Zijn Koninkrijk is gekomen. Won-
16
deren waren ook het kenmerk van Zijn discipelen. Maar ook dan staan de wonderen niet op zichzelf: Na de uitstorting van de Heilige Geest zie je hoe God het geweldige nieuws van Jezus Christus bevestigt door tekenen en wonderen. Vooral om het onderscheid met de ‘bedrieglijke wonderen en tekenen en krachten’ (2 Thess. 2) te zien, is het belangrijk te weten dat wonderen van God gekoppeld zijn aan de proclamatie van de gekruisigde Christus en Zijn Koninkrijk.”
2. Bij wonderen denken we vaak aan genezingswonderen. Welke soorten zijn er nog meer? “In de Bijbel gebeuren wonderen op allerlei manieren/niveaus: Water verandert in wijn; zieken worden genezen; Petrus loopt over het water; doden staan op. Bij dit alles zie je dat natuurwetten worden overschreden. Maar ook als dat niet gebeurt, vinden er wonderen plaats: Door een aardbeving worden Paulus en Silas bevrijd; door een sterke oostenwind wordt bij de uittocht uit Egypte de Rode Zee drooggelegd en komt er op de Karmel vuur uit de hemel om het offer van Elia te verteren. Maar is het ook geen groot wonder als mensen ondanks het feit dat ze niet genezen worden vrede, blijdschap en geduld hebben? Ook dat is werk van Gods Geest!”
moeite meer zal zijn. Dan is er genezing voor iedereen. Je kunt niet zonder meer zeggen: ‘God wil iedereen genezen, dus je hoeft niet meer ziek te zijn’. In de Bijbel staat dat wie gelooft, niet meer in het oordeel komt (vergeving ontvangen heeft), maar niet dat hij/zij dan bevrijd is van alle gevolgen van de zondeval (Joh. 5: 24). Wij zondigen nog altijd en we worden
3. Vaak hoor je dat God wil dat iedereen geneest. Toch wordt de een wel genezen en de ander niet. Hoe kunnen we dat zien? “Volgens Openbaring 21:4 komt er een tijd dat er geen dood, geen rouw, geen geklaag en geen
‘Een saaie rups, die zomaar verandert in een kleurige vlinder’
17
Vragen nog ziek, hebben een bril nodig, gaan naar de tandarts en zullen sterven totdat Jezus terugkomt.” 4. Kan genezing ook uit een verkeerde bron komen? En kun je dat herkennen? “In de Bijbel lezen we dat een deel van de wonderen die plaatsvonden in Egypte ook door de Egyptische wijzen en tovenaars werden verricht (Ex. 7:11,22; 8:7-8). Ook het Nieuwe Testament spreekt van wonderen en tekenen, die verricht werden buiten God om (Matt. 24:24; Marc. 13:22; 2 Tess. 2:9). Je komt op het gebied van gezondheid en genezing in alle godsdiensten mensen tegen, ook in het heidendom, die wel degelijk in staat zijn krachten uit te oefenen. De vraag die je kunt stellen als iemand beweert de gave van genezing te hebben gekregen van God, is: ‘Van welke God? God Die zich in Jezus openbaarde? Hoe ziet het leven van die persoon er uit? Is hij een levend getuige van Jezus’?” 5. Is het goed om een wonder na te streven? Geeft de Bijbel daar concrete richtlijnen voor? “Voorgangers mogen hierin wel heel voorzichtig zijn. Want wie met wonderen mensen tracht te trekken, trekt mensen die graag het wonder willen zien, maar niet noodzakelijkerwijs open staan voor de Here Jezus. Genezing is in de Bijbel geen doel op zichzelf. Het gaat erom dat ik Hem ken. ‘De Joden verlangen tekenen, de Grieken zoeken wijsheid, maar wij prediken een gekruisigde Christus’. Het verlangen naar tekenen wordt in Nazaret (Luk. 4) juist niet beloond met wonderen. We moeten niet het wonder zoeken, maar God!” 6. Kan het zijn dat wonderen alleen ge-
18
beuren als God er een hoger doel mee heeft? “Als je zou willen verklaren waarom er soms wonderen gebeuren, kun je dat zeggen. Maar wat zeg je dan tegen degene bij wie het wonder niet gebeurt? ‘God wil jou niet gebruiken voor een hoger doel’. Maar is dat juist? Je kunt ook omgekeerd zeggen: ‘God geneest iemand niet om er een hoger doel mee te dienen’. Want spreekt het mensen niet enorm aan als we, zoals Joni Earickson, de omstandigheden leren aanvaarden, er niet door terneer gedrukt worden en blijmoedig getuigen van onze Heiland? Is dit allemaal troostvol en bemoedigend voor de zieke? Dit soort gelegenheidsverklaringen komt voort uit een ongezond verlangen naar en aandacht voor ‘het wonder’ en zou niet nodig zijn, als we leren om in overgave te leven. Dan bidden we om genezing en danken we dat God er is, ook al genezen we niet.” 7. Is er geloof nodig voor een wonder? Maakt ongeloof een wonder onmogelijk? “Ja, er is geloof nodig, maar bij wie? Bij de zieke? Bij degene die voor de zieke bidt? Bij ‘de genezer’? Van elke situatie zijn voorbeelden in de Bijbel te vinden. Neem de geschiedenis van de ‘maanzieke knaap’ (Marc. 9). Jezus vroeg niet alleen van een vader geloof toen deze vroeg om genezing van zijn zoon. Hij verweet Zijn discipelen dat zij, de gebedsgenezers, geen geloof hadden. Jezus kon in Nazaret zeggen dat Hij geen geloof bij de mensen (de zieken) vond. Wat bedoelen wij als we zeggen ‘er geloof voor te hebben’? Ik denk dat we allemaal op grond van de Bijbel geloven dat God in staat is het wonder te doen en te genezen. Maar waarom het gaat, is of God het won-
der ook wil doen en wel nu. En als iemand zegt daar geloof voor te hebben, wat betekent dat dan? Dat God tot ons gesproken heeft (Rom. 10:17) of dat we zelf iets heel sterk wensen? En zijn we altijd in staat om het verschil tussen die twee dingen op te merken?” 8. Hoe kun je het lijden van Gods kinderen en het Vaderhart van God met elkaar verenigen? “Als een zieke die vraag stelt, is het te begrijpen. Maar is deze vraag terecht? Van onze God zegt de Bijbel: ‘In al hun nood was ook Hijzelf in nood: zij werden gered door de engel van Zijn tegenwoordigheid. In liefde en mededogen heeft Hij hen verlost, Hij tilde hen op en heeft hen gedragen, alle jaren door’.
God maakt ons niet ziek en wil niet dat we ziek worden (de uitzondering van 1 Korinte daargelaten). Maar we leven in een gebroken wereld waarin ziekte een feit is. En God kiest ervoor om die weg door dit tranendal met ons te gaan. Hij kan ongetwijfeld alle leed wegnemen, maar Hij kiest er meestal voor om door de diepte met ons mee te gaan. Zelf maak ik een onderscheid tussen Gods wil en Gods weg. Er is een verschil tussen wat God wil en wat Hij (tegen Zijn wil in) toelaat. En dat Hij veel toelaat dat niet naar Zijn wil is, bewijst de hof van Eden. Vragen blijven. Toch geloof ik: ‘Dag aan dag draagt Hij ons’ (Ps. 68).” Redactie: Mirjam Hollebrandse
‘Is het ook geen groot wonder als mensen ondanks het feit dat ze niet genezen worden vrede, blijdschap en geduld hebben?’
19
Persoonlijk
Wonderen bestaan (2)
Andere boerderij
“Wij hebben het als een groot wonder beleefd hoe de Here voor ons heeft gezorgd toen onze boerderij weg moest voor stadsuitbreiding,’’ vertelt mevrouw D.J. Vetker uit De Krim. “In eerste instantie wilde de gemeente ons weinig geld geven. We hebben toen wel andere boerderijen bekeken, maar die waren allemaal te duur. Ik heb toen de wethouder gebeld of ze niet meer voor onze boerderij konden betalen, en toen ik de telefoon neerlegde, hoorde ik de stem van de Here, Die zei: ‘Ik zal voor u strijden en gij zult stil zijn’. We voelden ons als Abraham die weg moest. Juist die zondag preekte de dominee over Abraham, die zijn land moest verlaten. Wij konden toen tegen elkaar zeggen: ‘Als de Here met ons meegaat en Zijn zegen geeft, dan is het goed, ook al wordt het een minder mooie boerderij’. Een paar maanden later lazen ze in de Boerderijkrant dat er ergens een akkerbouwbedrijf te koop was. “We hebben toen een bod gedaan en wisten niet wat we hoorden toen de reactie was dat de koop door kon gaan. We hebben de Here ervoor gedankt. Hij heeft zo goed voor ons gezorgd.’’
Een innerlijke stem
“In Leeuwarden werd een driedaagse evangelisatiecampagne gehouden,’’ vertelt mevrouw M. van der Meulen uit Stiens. “Ik werkte daar ook aan mee. Op het plein in het midden van het centrum stond een grote wagen met evangelisatiemateriaal. Enkele meters van die wagen vandaan stond een standbeeld van een paard. Niet ver van dat paard vandaan stond ik folders uit te delen. Ineens hoorde ik een zachte stem binnenin mij zeggen: ‘Ga dicht tegen het paard aan staan’. Op dat moment stak een auto met grote snelheid de weg over, recht op de plaats aan waar ik enkele seconden geleden nog stond. Als ik de innerlijke stem van de Heilige Geest niet had gehoorzaamd, had ik dit wonder niet op papier kunnen zetten. Enkele maanden later had ik nog een keer zo’n ervaring. Ik fietste op een weg en plotseling zag ik een auto met hoge snelheid recht op mij af komen. Het ging zo snel dat ik niet meer kon reageren. Ik voelde dat Iemand mij aan de kant schoof, tegen de stoeprand aan. Jezus is de machtige!’’
20
Vreugde en verdriet
Mevrouw T. Pauw-Span uit Apeldoorn heeft veel meegemaakt in haar leven. Eerst kreeg Rudolf, haar jongste zoon, in 1978 – hij was toen 8 – een zeer agressieve vorm van kanker. Hij had een snelgroeiende tumor in z’n borstkas en reageerde niet op de zware chemokuren. “De oncoloog prof.dr. Voûte zei: ‘We bevinden ons in een stikdonkere tunnel en zien totaal geen lichtpuntje, het is hopeloos’,’’ vertelt mevrouw Pauw. ‘’In die moeilijke tijd werden we omringd door ongelooflijk veel gebed en het grote geloof van onze zoon maakte diepe indruk op iedereen. Aanvankelijk kwam er geen verandering, maar enkele maanden later werd de tumor plotseling kleiner. Dr. Voûte zei: ‘Wat hier is gebeurd, weten we niet, het is medisch niet te verklaren. Hier moet een hogere macht aan het werk zijn geweest’. Voor ons was en is het nog elke dag een Godswonder. Na nog enkele ingrijpende operaties werd hij gezond verklaard. Wat waren we de Here dankbaar!’’ In 2004 brak opnieuw een moeilijke tijd aan toen bij haar man een tumor aan de hypofyse werd vastgesteld. “Hoewel die tumor goedaardig was, heeft de operatie ernstige gevolgen gehad. Mentaal heeft hij heel veel ingeleverd. Zijn gedachten en emoties is hij kwijt. Hij praat ook heel weinig, maar zo’n 10 woorden op een dag. Met zijn gezondheid gaat het gelukkig prima. We danken God dat we elkaar nog hebben.’’ Vorig voorjaar kwam er opnieuw groot verdriet in het gezin. “We kregen het verpletterende bericht dat onze dochter Yvonne leverkanker had. In oktober is ze al overleden. Ook voor haar is heel veel gebeden en we geloofden vast dat de Here bij machte was om haar te genezen. Maar aan het eind werd het lijden zo zwaar, dat we toen hebben gebeden of Hij haar tot Zich wilde nemen. Ze was nog maar 39 en liet een man en vier jonge kinderen tussen twee en acht jaar achter. Nooit klaagde ze. Wel was ze heel verdrietig dat ze afscheid moest nemen van haar man Jasper en de kinderen. Velen zijn geraakt door haar getuigenis. Jasper is heel moedig en God geeft hem genade en kracht om verder te gaan. We zijn veel bij hen om hen te helpen en voor hen te zorgen. Door Gods genade gaan we moedig voorwaarts, hoewel het mij soms ook aanvliegt. Dat mag toch? Het heeft ons wel dichter bij elkaar en dichter bij God gebracht.’’ Redactie: Dirk van Genderen
21
Pastoraal
‘Ik bind mensen aan Jezus, niet aan wonderen’ Geloven dat God een wonder kan doen en tegelijk om je heen zien dat mensen lijden en niet genezen. Kan dat samen gaan? Zo ja, wat betekent dat dan voor lijden en ziek-zijn? En is ons geloof eigenlijk doorslaggevend voor het wel of niet gebeuren van een wonder? In gesprek met ziekenhuispredikant Margriet van der Kooi en evangelist Aad van de Sande. Vragen over het lijden, over Gods leiding en Gods bedoeling komen in ieders leven onvermijdelijk aan de orde. Pasklare antwoorden zijn er niet. Maar, zoals Margriet van der Kooi leerde: ‘Het christelijk geloof geeft geen antwoord op alle vragen. Het christelijk geloof geeft genoeg antwoord om het met de vragen uit te houden’.
Aanvaarding
Een vraag die al snel boven komt als het gaat om wonderen, is of er geloof nodig is voor een wonder. Zowel Aad als Margriet zijn van mening dat het niet zozeer gaat om geloof, maar meer om de aanvaarding van het lijden. Aad legt uit: “Ik maak verschil tussen ergens in berusten en iets aanvaarden. Berusten is eigenlijk: ‘Het is niet anders, het overkomt me’. Maar je kunt ook zeggen: ‘Ik aanvaard dat ik ziek ben’. En dan komt er ruimte, die nodig is om Gods genade te kunnen ontvangen. Ik heb doodzieke mensen horen zingen: ‘De Here is mijn Herder, mij ontbreekt niets’.
22
Verstandelijk kan ik dat niet verklaren, maar geestelijk wel; je hebt alles, namelijk genade. En dat is het grootste wonder. Dat tilt je boven het ergste lijden uit.” Margriet reageert: “Áls een wonder van ons geloof afhankelijk is, dan is het afhankelijk van het geloof van de gemeenschap. De meeste genezingen in het Nieuwe Testament hebben te maken met het geloof van de mensen in de buurt.”
Aad: ‘God kan alles wat Hij wil, maar God wil niet alles wat Hij kan” ”Hoe ga je om met het spanningsveld van enerzijds vast geloven in een wonder en je anderzijds realiseren dat ons geloof niet doorslaggevend is voor het al dan niet gebeuren van een wonder? Margriet: “Ik zal nooit zeggen dat ik in wonderen geloof. Wel in een God Die wonderen kan doen. Een van de bijbelverhalen
23
Pastoraal die mij heel dierbaar zijn, is het verhaal uit Mattheüs 11, waar Johannes de Doper in de gevangenis zit en overvallen wordt door de vraag: ‘Bent U wel degene Die we verwacht hadden?’ Jezus antwoordt met een tekst uit Jesaja, waar staat waaraan je de Messias zult herkennen, namelijk wanneer lammen gaan lopen, blinden gaan zien en doven gaan horen. Maar in Jesaja staat er nog iets bij, wat Jezus in Mattheüs weglaat: ‘Aan gevangenen wordt bevrijding gegeven’. Maar dat is nu wel net hetgeen voor Johannes de Doper van belang is. En Jezus zegt erachteraan: ‘Zalig hij die aan Mij geen aanstoot neemt’. Ik vind dat een verhaal om bij te huilen als je het leest. Het maakt duidelijk dat God een groot God is en dat er wonderen gebeuren, maar veel minder vaak dan je misschien zou willen. Maar ook dat geloven in God blijkbaar niet automatisch bewerkt dat je ontvangt waarnaar je verlangt, hoe reëel dat verlangen ook is. In Handelingen 3 wordt de man bij de poort genezen door Petrus en Johannes, terwijl Jezus die man jaren heeft moeten zien zitten! Waarom niet eerder? Het hele Evangelie geeft voortdurend aanleiding voor vragen als: ‘Waarom grijpt God niet in?’ Blijkbaar omdat wonderen niet in de eerste plaats voertuigen zijn om mensen tot geloof te brengen. Er gebeuren nu en dan wonderen als een soort bliksemflitsen aan de hemel die iets aangeven van de grootheid en heerlijkheid van God. En daar kan ik goed mee uit de voeten, ook in het pastoraat. Ik bind mensen aan Jezus, niet aan wonderen.” Aad: “Mijn eerste vrouw is dertien jaar lang ernstig ziek geweest. Ze heeft twaalf keer een hersenbloeding gehad. Op zich al een wonder dat ze toch bleef leven, maar ze was volledig gehandicapt. Ik geloof voor honderd procent dat God wonde-
24
vertrouwen dat Gods plan altijd hoger is. Ben je bereid dat te aanvaarden?” Hij gaat verder: “Ik denk dat dat ook heel veel spanning kan wegnemen in het lijden van mensen. Want mensen kunnen zo gefixeerd zijn op het wonder in plaats van op de Gód van dat wonder. Wat niet wil zeggen dat je niet hartstochtelijk mag verlangen naar genezing of naar wonderen. Dat mag. En ik vind het ook troostend dat in de hele Bijbel erkenning wordt gegeven voor het verlangen naar heelheid en gezondheid. Maar het moet niet het doel op zich worden.”
Aad: ‘Ik heb zelf ervaren dat er zo’n geweldige liefde in ligt als God je waaromvraag niet beantwoordt’ ren kan doen. Er is één lijfspreuk in mijn leven die dat geloof bewaard heeft en het acceptabel gemaakt heeft om het lijden te kunnen dragen, namelijk: ‘God kan alles wat Hij wil, maar God wil niet alles wat Hij kan’. Dat betekent dat niet iedereen het wonder van genezing of van bevrijding uit het lijden zal beleven, maar tegelijk is daar die geweldige hoop dat God alles kan wat Hij wil. De zegen die ik in die tijd heb mogen ervaren, is het geloof dat als God niet geneest, er een hoger plan is en geen lager plan. En ook al ontdek je dat plan misschien wel nooit, het gaat om dat vaste
En als mensen die innerlijke vrede en rust niet ervaren? Margriet: “Dan is het mijn taak om dichtbij te blijven en met hen mee verdriet te hebben. En als er een kans is, zeggen: ‘En toch is God de Barmhartige’.” Aad: “Ja, terwijl het kan zijn dat iemand het dan nóg niet ervaart. Maar dan ligt dat aan het feit dat er in hem geen ruimte is om het te beleven.” Margriet: “Maar daar ga ik verder niet over. Bovendien, soms duurt het jaren voordat het ervan komt. Ik leerde ooit van een priester: ‘Gras groeit niet door eraan te trekken’. En dat is een diepzinnig woord. Ik geef mensen bij God in bewaring. Dan denk ik: ‘God is groter dan hun en mijn hart’.” Is er een relatie tussen ziekte en zonde? Aad: “Het is heel makkelijk om te zeggen dat ziekte van de duivel komt. Ziekte is wel een gevolg van de zonde, maar in de Bijbel zie je ook dat God ziekte gebruikt. Ik zie soms om mij heen dat God een persoonlijke zonde waarin iemand volhardt, straft met ziekte, maar dat mag geen algemeenheid worden. Die scheiding moet je steeds
Margriet: ‘Ik zal nooit zeggen dat ik in wonderen geloof. Wel in de God van wonderen’ weer aanbrengen. Maar als iemand weet dat hem zijn ziekte overkomen is door persoonlijke zonde, dan geloof ik zeker in genezing. In Jakobus 5 wordt niet voor niets zó nadrukkelijk gesproken over vergeving van zonde.” Margriet is voorzichtiger: “We leven in een schepping waarin kwaad is, en ziekte en rampen hebben daar iets mee te maken. Maar hoe precies weet ik niet. Kijk, we willen graag een reden hebben voor wat ons overkomt. En dan denk ik dat het wijzen naar zonde een diepe valkuil is. Ik denk zelfs dat het een gruwelijke vorm is van
25
Pastoraal individualisme, waarbij elke narigheid onmiddellijk wordt herleid naar de persoon zelf. Behoed jezelf ervoor om dat verband al te makkelijk te leggen.” Aad: “Ik denk ook niet dat dat verband door buitenstaanders gelegd moet worden, maar dat de zieke het zelf moet aangeven. Die is degene die weet of er onbeleden zonden in zijn leven zijn.”
Waaromvraag
De vraag naar het waarom is er een van alle tijden en plaatsen. Maar mag je dat wel vragen? Ja, zeggen Aad en Margriet. Ze geven die vraag ook bijbels gezien alle ruimte. “Maar,” tekent Margriet aan, ”God behoede ons voor de antwoorden. Het geloof is geen sluitend systeem, waarbij je precies weet hoe het zit. Dat verlangen hebben we wel allemaal, maar je twijfelt daarmee aan de goedheid van God.” Aad: “Ik denk aan Habakuk, die er zelfs nog bij schreeuwde ook. Maar het ‘waarom’ wil niet zeggen dat er voor ons ook altijd een ‘daarom’ is. God is soeverein en Hij doet dingen die ik niet kan begrijpen.
Margriet: ‘Het hele Evangelie geeft voortdurend aanleiding voor vragen als: Waarom grijpt God niet in?’ Ik heb zelf ervaren dat er zo’n geweldige liefde in ligt als God je waaromvraag niet beantwoordt. Een kind van vier jaar vraagt ook de hele dag ‘waarom?’ Veel vragen laat je onbeantwoord, omdat je het kind ermee belast. Je kunt dus meer belast zijn met het antwoord, dan met de vraag. Ik heb ontdekt dat er gebeden in mijn leven
26
Ds. Margriet van der Kooi is als geestelijk verzorger verbonden aan het Hofpoort Ziekenhuis in Woerden. Daarnaast is zij bestuurslid van de Charismatische Werkgemeenschap Nederland, echtgenote van C. Van der Kooi - theoloog en dogmaticus aan de VU - en moeder van vier kinderen.
Aad van de Sande werkt al meer dan 49 jaar als interkerkelijk evangelist. Later werd hij predikant van een Vrije Evangelische Gemeente in Hilversum. Momenteel is hij verbonden aan stichting Witte Velden die pastorale cursussen verzorgt over de hele wereld. Tevens beantwoordt hij pastorale vragen in het EO-radioprogramma Ik zou wel eens willen weten.
geweest zijn, waarin ik de waaromvraag zo intens en vurig gebeden heb, waarvan ik later heb gezegd: ‘Wat een zegen dat God nooit heeft geantwoord. Want ik had het antwoord niet aangekund, ik was in alle staten geweest. Dat is niet zo makkelijk om te accepteren als je middenin die vragen zit. Maar durf je te zeggen: ‘Heer, ik begrijp U niet, maar ik vertrouw U’?” Mirjam Hollebrandse
‘Ik wil U loven, HEER, met heel mijn hart, vertellen van Uw wonderdaden’ (Psalm 9:2) 27
Het wonder van de visv angst Petrus, die een visser van mensen was geworden, gaat weer met een bootje het water op. Gelukkig komt de Here Jezus hem te hulp. Het wonder van de visvangst raakt hem diep. Na de kruisiging van de Here Jezus verkeren de discipelen in het ongewisse. Ze zijn naar Galilea gegaan en besluiten te gaan vissen. De hele nacht vangen ze niets. Vroeg in de ochtend verschijnt de opgestane Jezus op het strand en roept hen toe. Hij vraagt of ze iets te eten hebben en bij de negatieve respons daagt Hij hen uit de netten aan de andere kant te werpen. Dan vangen zij 153 vissen. Johannes ziet dat de man aan de oever Jezus is, waarop Petrus pardoes in het water springt en naar Jezus toe gaat. Op het strand heeft Jezus een vuurtje aangemaakt, waar al enkele vissen op liggen te roosteren.
Hoop en vrees
Dit alles gebeurt in de streek waar de discipelen ook geroepen werden. Zou het wonder ook iets te vertellen hebben over die roeping en welk beeld de discipelen daar nu nog van hadden? Hun Heer was er immers niet meer. Ze leefden in vertwijfeling, tussen hoop en vrees. Hoop, dat de vreemde berichten van opstanding waar zouden kunnen zijn; vrees dat het allemaal bedrog zou zijn. Komt Jezus hen juist daarom op deze plek tegemoet met een wonder? De discipelen hebben zich teruggetrokken. Vertwijfeld zegt Petrus: ‘Ik ga vissen’. De anderen volgen hem. Als Petrus in vertwijfeling komt op de plaats van zijn roeping, valt hij terug in zijn oude gewoonten. Hij gaat weer vissen, ook al was hij al gepromoveerd tot visser van mensen. De verleiding om terug te
28
vallen in oude gewoonten is het grootst wanneer we gaan twijfelen aan Gods bedoeling met ons leven. Weggeroepen van hun netten keren de discipelen er weer naar terug. Het levert dan ook niets op. Terugval kent geen vrucht. Integendeel, het levert honger op. Hier vanwege een nacht lang werken. Maar ook op geestelijk vlak levert terugval honger op. Omdat onze zelfwerkzaamheid niets oplevert, krijgen we honger naar een ontmoeting met Jezus. En het wonder is, dat die ontmoeting ook komt! Maar wel anders dan wij verwachten. Wij herkennen Hem niet. In heel ons leven staat Jezus aan de kant en ziet ons. In vooren tegenspoed, of wij Hem nu wel of niet zien, Hij is daar! Terugval in onze roeping en wandel met Jezus maakt ons blind. We zien Hem niet meer, al staat Hij nog zo dichtbij. En Hij roept. Hij nodigt uit om bij Hem te komen. En als de stem van Jezus gehoord wordt, klinkt de boodschap vaak hetzelfde: ‘Gooi het over een andere boeg’; ‘Stop met wat je doet, kijk eens aan de andere kant – Mijn kant’. Om Jezus weer te zien, moeten we eerst inzien dat onze manier van doen niets oplevert en schreeuwt om een alternatief: Gods manier. Hoe kwam dat wonder van de ontmoeting met Jezus nu tot stand? Simpel door gehoor-
(Johannes 21:1-11)
zaamheid. Gehoorzaamheid aan een vreemde, die riep: ‘Werp uw netten aan de andere kant’. In tijden van terugval of vertwijfeling is gehoorzaamheid aan God belangrijk. Gehoorzaamheid en trouw openen de weg.
Foto: Ruth van de Wetering
Bijbelstudie
Na het wonder van de visvangst gaan de ogen open: ‘Het is de Here!’ Johannes, de discipel die om zijn liefde bekend staat, ziet Jezus het eerst. Liefde opent ogen. Maar het is Petrus die Jezus in alles wil volgen, die direct reageert en ingaat op de uitnodiging. Johannes en Petrus - liefde en actie - ze horen er allebei te zijn. In ons persoonlijk leven en in onze kerk.
Klaar om te vertrekken
Als Petrus Jezus ziet, schort hij zijn bovenkleed op en springt in het water. Andere vertalingen zeggen dat Petrus een bovenkleed omsloeg. Beide zijn prachtige beelden. Je kleed opschorten, spreekt over klaar staan om te vertrekken, zoals het volk Israël dat deed in Egypte. Als wij Jezus weer zien, in tijden van vertwijfeling, moeten we ons gereed maken om zo snel mogelijk uit die vertwijfeling te vertrekken. Maar ook het omslaan van je bovenkleed, wat een gebruik was om niet in je ondergoed te staan, gaat geestelijk op. Wanneer we Jezus weer zien, is het goed onze schaamte te bekleden met Zijn gerechtigheid. Het feit dat wij in Jezus gerechtvaardigd zijn en dat uit genade alleen en niet omdat wij het allemaal zo goed doen. Misschien is dat laatste wel het grootste wonder. Henk Rothuizen
Gespreksvragen:
1. Wat zou de reden kunnen zijn dat Petrus zei: ‘Ik ga vissen?’ 2. Waarom herkenden de discipelen Jezus niet? 3. Waarom voorzag Jezus op twee manieren van vis? Had Hij niet genoeg op het vuur of was het wonder niet groot genoeg? Welke les kan hier in zitten? Meer vragen en andere bijbelstudies met vragen voor groepsgesprekken vindt u op www.eo.nl/wonderen
29
Tips
Een boekje open over wonderen Over genezings- en bevrijdingswonderen, of juist het uitblijven daarvan, zijn de laatste jaren veel boeken verschenen. Op deze pagina’s vindt u een selectie van publicaties rond deze en aanverwante onderwerpen.
Geloof en genezing (alg.):
‘De belofte van genezing. Is genezing altijd de wil van God?’ Richard Mayhue, Uitgeverij Medema, Vaassen, 1999. ISBN 90-6353-293-8. De vraag of God altijd genezing wil schenken, wordt door sommige christenen ontkennend, door anderen bevestigend beantwoord. In dit prikkelende boek zet Richard Mayhue alle pro’s en alle contra’s voor beide standpunten op een rij. “Wie al van tevoren weet hoe alles precies in elkaar zit, moet hier maar niet aan beginnen,” waarschuwt de achterflaptekst. ‘Geneest de zieken! Over de bijbelse leer van ziekte, genezing en bevrijding.’ W.J. Ouweneel, Uitgeverij Medema, Vaassen, 2003. ISBN 90-6353-415-9. Veelschrijver prof. dr. Willem Ouweneel brengt het bijbelse onderwijs over genezingsbedieningen in kaart. Ook laat hij zien welke plaats ‘wondergenezing’ in de
kerkgeschiedenis inneemt. Hij bepleit een open houding voor de gaven van de Geest.
Ziekenzalving:
‘Vergeving en genezing. Ziekenzalving in de christelijke gemeente.’ M.J. Paul, Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer, 2004 (4e, uitgebreide druk). ISBN 90-239-1199-7. Dr. M.J. Paul gaat na wat de Bijbel over ziekenzalving en handoplegging zegt, en schetst hoe de vroege kerk met ziekte en genezing omging. Als reactie op misbruik zijn in de tijd van de Reformatie veel zaken afgeschaft waarvoor tegenwoordig weer aandacht wordt gevraagd. Paul pleit voor eerherstel van ziekenzalving in de christelijke gemeente. ‘Ziekenzalving.’ (Werkboekje Eredienst nr. 30) Kees en Margriet van der Kooi, Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer, 2006. ISBN: 90-2391-996-3. In dit gloednieuwe boekje komen vragen aan de orde als: wat doen we eigenlijk, als we zieken zalven? Hoe sluit ziekenzalving aan bij een geloofstraditie waarin het Woord centraal staat?
Bevrijdingspastoraat:
‘Occulte machten en bevrijding.’ M.J. Paul. Uitgeverij Groen, Heerenveen, 2005. ISBN 90-5829-627-x. Dr. Paul behandelt onderwerpen als kenmerken van occulte belasting, vervloeking (en de verbreking ervan) en bijbels bevrijdingspastoraat. Ook neemt hij de kerkgeschiedenis op dit punt onder de loep. ‘Bevrijdingspastoraat, hulpverlening aan mensen die door demonen gebonden zijn.’ Joost Verduijn, Uitgeverij Gideon, Hoornaar, 1999. ISBN: 90-6067-871-0. De Bijbel spreekt uitvoerig over demonische gebondenheid. Toch is er rond dit thema onder christenen veel onkunde en onbegrip. De auteur gelooft dat dit satan en zijn demonen in de kaart speelt: “Aan overdreven aandacht voor deze boze machten kleeft gevaar, maar aan het negéren ervan nog meer.” ‘Als een stroom die schoonspoelt. Bevrijdingsbediening in de gemeente.’ Chris Hayward, Uitgeverij Medema, Vaassen, 2005. ISBN: 90-6353-451-5. Hayward, directeur van de interkerkelijke organisatie Cleansing Stream Ministries, legt uit hoe de bevrijdingsbediening binnen Christus’ gemeente goed kan functioneren. Tevens legt hij het ‘Cleansing Stream’-model uit (zie www.cleansingstream.nl).
Webtip: Bevrijdingspastoraat Op de site www.bevrijdingspastoraat.nl beantwoordt Wilkin van de Kamp (gemeentestichter en voorganger van de Euregio Christengemeente) veertig vragen rond bevrijdingspastoraat.
Autobiografisch:
‘Als God je gebed niet verhoort.’ Jerry Sprittser, uitgeverij Medema, Vaassen, 2005. ISBN 90-6353-467-1. Door een auto-ongeluk verloor de auteur in 1991 zijn vrouw, zijn moeder én zijn jongste dochtertje. Waarom gebeurde er geen wonder? Hoe zit dat met de beloften van gebedsverhoring in de Bijbel? Een indringend boek over ‘onverhoorde gebeden’.
Geloofsverdediging:
‘Wonderen.’ C.S. Lewis. Uitgeverij Van Wijnen, Franeker, 1999. ISBN: 90-519-4102-1 Lewis bestrijdt het geloof dat wonderen per definitie nooit gebeuren. De bekende apologeet laat zien dat in het christelijke geloof álles draait om een wonder. Redactie: Gert-Jan Schaap (De genoemde boeken zijn verkrijgbaar bij de boekhandel. Zij weerspiegelen niet per definitie de visie van de redactie.)
• In de zomer zendt de EO de tv-serie Op zoek naar een wonder uit. • Meer studiemateriaal over ‘Wonderen’ en een gesprekshandleiding vindt u op www.eo.nl/wonderen • Extra exemplaren van deze bijlage kunnen worden besteld via www. eo.nl/shop of op 035-6474645 voor € 0,99 per stuk. De verzendkosten zijn € 2,50 per stuk. Vanaf 2 exemplaren zijn de verzendkosten € 4,50, ongeacht het aantal.
30
31