WMO-WERKPLAATS TWENTE n i e u we
we r k vo r m e n
vo o r
zo rg
e n
we l z i j n
d e
juni 2010
Dit is de tweede nieuwsbrief in een serie van vier over het programma ‘Wmo-werkplaats Netwerkregio Twente’. De nieuwsbrieven geven informatie over de betrokken organisaties en medewerkers en de vorderingen van het project. In deze nieuwsbrief leest u onder meer over de aftrap van de Wmo-werkplaats in februari en de stand van zaken bij de drie reeds gestarte projecten. De volgende nieuwsbrief verschijnt in november 2010.
Officiële aftrap voor Wmo-werkplaats Twente De Wmo-werkplaats Twente is op vrijdag 19 februari echt van start gegaan in het gebouw van Saxion in Enschede. De kick-off stond onder voorzitterschap van Paul Roessen, bestuurslid van welzijnsorganisatie Scala. Projectleider Geralien Holsbrink ging tijdens de bijeenkomst in op de doelen en ambities van de werkplaats en het daaraan verbonden lectoraat. Daarna ondertekenden de wethouders van de gemeenten Enschede, Hengelo en Haaksbergen samen met bestuurders
van de deelnemende instellingen het samenwerkingsconvenant. De Wmo-werkplaats is daarmee een feit. Tijdens vijf workshops in de villa van Saxion konden de vijftig aanwezigen aan de slag met de vijf projecten die onderdeel uitmaken van het kennisnetwerk. De workshops werden onder meer gegeven door Marleen Bratti, Wendy Grave en Sandra van Dieren van Saxion.
1
Drie projecten van start – de stand van zaken De Wmo-werkplaats bestaat uit vijf projecten, waarvan er volgens planning in eerste instantie drie van start zijn gegaan. In de eerste projectfase zijn de verschillende stuurgroepen met name bezig met het helder omkaderen van de projecten en het definiëren van begrippen. Er blijkt sprake te zijn van verschillende betekenissen van hanteerde begrippen. Dat komt met name omdat de Wmo veel betekenissen van gehanteerde begrippen gebruikt die in de praktijk vaak nog niet helemaal duidelijk zijn. In het eerste project is als uiteindelijk doel gesteld om nieuwe groepen naar vrijwilligerswerk te begeleiden. Dat sluit aan bij het vierde prestatieveld van de Wmo. Projectleider Marleen Bratti vertelt: “Op dit moment werken we aan twee deelprojecten. In de eerste plaats wordt onderzoek gedaan naar de verschillende methoden voor sociale activering en het coachen van vrijwilligers.” Uiteindelijk is het doel om tot een ‘toolbox’ te komen met verschillende methodieken, methoden en bijbehorende criteria. Zo kan een vrijwilligerscentrale in het noorden gebruik gaan maken van de succesvolle methode van een andere centrale of gemeente. Bratti: “Om duidelijk in kaart te brengen hoe de huidige vrijwilligers en organisaties denken over vrijwilligerswerk, doen we nog een onderzoek. Vrijwilligers en organisaties in de gemeenten Enschede, Haaksbergen en Hengelo hebben een vragenlijst gekregen, met vragen over onder meer de matching en begeleiding.” De komende tijd gaat de projectgroep aan de slag met het analyseren van de antwoorden. “Uiteindelijk hopen we te leren hoe mensen aankijken tegen vrijwilligerswerk. Met de handvatten uit de toolbox kunnen we die kennis gebruiken om meer mensen naar vrijwilligerswerk te bewegen”, aldus Bratti. Empowerment Het tweede project gaat over de empowerment van ouderen. Daarvoor is samenwerking gezocht bij het pilotproject ‘Hartverwarmend’ dat inmiddels van start is gegaan in het Hofkwartier in Enschede. Het project richt zich op cliënten die een AWBZ-indicatie hebben en/of geïndiceerd zijn voor huishoudelijke hulp. Het doel is meer participatie van betrokkenen en het betrekken van de omgeving van de cliënten. Daarvoor wordt met cliënten een analyse gemaakt over de precieze hulpvraag en de rol van mantelzorgers. Uiteindelijk is het idee om niet meer te denken in de traditionele AWBZ-termen van Hulp 1 of 2, maar het bieden van de nodige hulp rond huis, werk en tijdsbesteding. Een klein, lokaal team en vaste contactpersoon zorgen voor een minder versnipperde dienstverlening. De betrokkenen kunnen via een online buurtcommunity onderling contact houden. De verpleegkundigen van het Hofkwartier zijn vorige maand aangesloten op dit systeem. (Zie ook verderop in deze nieuwsbrief). Signaleringssysteem Project 3 werkt aan een nieuwe methodiek voor signalering binnen een netwerk. Het doel is dat organisaties signalen die ze krijgen van cliënten tijdig herkennen en oppakken. Daarvoor wil men onder meer gebruik gaan maken van de mogelijkheden van ICT. Verschillende deelnemende organisaties hebben al ervaring met het werken met een signaleringssysteem. In de komende tijd moet duidelijk worden hoe kan worden toegewerkt naar een efficiënt systeem. Eén van de uitdagingen zijn de vele verschillende instellingen en organisaties waar een cliënt mee te maken krijgt. Het werken met één gezamenlijk signaleringssysteem en goede afspraken over de verantwoordelijkheden zijn dan van groot belang.
2
Vier vragen aan projectleider Geralien Holsbrink Op 19 februari was de officiële kick-off van het project. Welke stappen zijn inmiddels gezet? Holsbrink: “Project 1, 2 en 3 zijn inmiddels gestart. In september komen zij met hun eerste producten. In september 2010 starten vervolgens project 4 en 5. Op 18 mei is er daarnaast een speciale masterclass gehouden over samenwerken in de wijk. Het uitvoeren van de projecten is een geleidelijk proces. Kwalitatief goede kennisproducten zijn arbeidsintensief door veel revisies van de tekst.” Hoe verloopt de samenwerking met zoveel verschillende organisaties? Holsbrink: “Uitstekend! Men begint steeds meer aan elkaar te wennen. In totaal zijn er zeventig mensen betrokken bij het Wmo-programma. De projectgroepen bestaan steeds uit zes tot negen leden. Twee personen vormen de kernpartners, steeds een professional uit het werkveld en één kenniskringlid van Saxion. Wat is de rol van Saxion binnen de Wmo-werkplaats? Holsbrink: “Saxion speelt als penvoerder een centrale rol en brengt kennisdissimilatieproducten in het consortium. Er zijn ook hbo-studenten werkzaam in de projecten. Op dit moment zijn dat er vier: twee in project 1 en twee in project 2.” Van welk project verwacht u grote resultaten? Holsbrink: “Van de werkplaats als geheel. Als we alle verzamelde kennis en expertise straks, na het tweede jaar, kunnen integreren tot een totaalbeeld op het gebied van netwerkregie.”
Online buurtcommunity – casuïstiek online bespreken Ecare services in Markelo is als technische partner betrokken bij het pilotproject ‘Hartverwarmend’. Daarvoor ontwikkelde het bedrijf een afgesloten online community voor verzorgend personeel. Ongeveer vijftien thuiszorgmedewerkers van Zorgcentrum de Posten, werkzaam in het Hofkwartier in Enschede, zijn sinds vorige maand aangesloten op het systeem. Online kunnen ze ervaringen uitwisselen en casuïstiek bespreken. Ook bevat het systeem een blog van Buurtdiensten, één van de partners in het project. Volgens Nick Hogt van Ecare services gebruiken thuiszorgmedewerkers van Zorgcentrum de Posten het systeem actief. Op basis van de reacties kan het systeem verder verbeterd worden. Hogt: “Op dit moment zijn er veel organisaties die zorg leveren aan cliënten, maar daarover nauwelijks contact onderhouden. Uiteindelijk moet de community die mensen verbinden, zodat ze ervaringen kunnen uitwisselen en beter kunnen plannen, bij welke organisatie ze ook werken.” Ook voor cliënten kan het systeem in een later stadium in worden gezet, bijvoorbeeld om contact te onderhouden met de zorginstelling of te zien wat er in de buurt te doen is. In eerste instantie is de
3
community echter nog voor thuiszorgmedewerkers, cliënten worden pas toegelaten als er een actieve community staat. Het systeem is gelaagd van opbouw, zodat alleen mensen met de juiste rechten bepaalde onderdelen kunnen lezen. Ook als het systeem naar meer buurten groeit, krijgen thuiszorgmedewerkers van Zorgcentrum de Posten alleen de informatie te zien van de buurten waar ze werken.
Partnerorganisatie uitgelicht: MEE Twente In iedere nieuwsbrief kijken we naar één van de organisaties die participeert in de Wmo-werkplaats Netwerkregio Twente. In deze editie welzijnsorganisatie MEE Twente. Projectleider Elmer Ypenburg legt uit wat het doel van zijn organisatie is binnen het project. “We moeten minder concurreren en meer samen optrekken. Het gaat om de cliënt.”
“MEE Twente ondersteunt mensen met een beperking in het dagelijks leven. Consulenten van MEE geven advies en begeleiding, zonder dat daar een indicatiestelling aan vooraf hoeft te gaan. Mensen met een vraag kunnen zo binnen komen lopen. Vaak blijkt dat er veel meer vragen en problemen achter de oorspronkelijke vraag zitten. Wij ondersteunen de cliënt in het aanpakken van die problemen. Belangrijk is daarbij de preventieve functie die van ons werk uitgaat. Een belangrijke taak van MEE is ook voorlichting. Op scholen bijvoorbeeld vragen wij aandacht voor mensen met een beperking. Wij hopen eraan bij te dragen dat cliënten beter tot hun recht kunnen komen en beter kunnen meedoen in de samenleving. Signalering is een ander belangrijk onderdeel van onze activiteiten. Wij hebben zelf een signaleringsysteem ontwikkeld dat erg goed werkt. Eén speciale consulent signalering is hierin, in samenspraak met alle andere consulenten, de spin in het web. De signalen worden door consulenten van cliënten opgepikt, doorgesluisd naar de consulent signalering en
4
vertaald naar actie. Tenslotte zorgt de consulent voor een goede terugkoppeling. Hierin wordt nauw samengewerkt met bijvoorbeeld belangenorganisaties en het zorgkantoor. Met die ervaring zijn we ook in het Wmo-werkplaats project gestapt en fungeren we als projectleider in project 3. Daarnaast werken we nog mee aan twee andere deelprojecten binnen de werkplaats. Ik denk dat het uiteindelijke doel één gezamenlijk signaleringssysteem moet zijn, waarbij ook de terugkoppeling en de actie van belang is. MEE Twente
In het project gaan we in kaart brengen welke systemen er nu zijn en hoe dat werkt. De ervaring die we zelf hebben opgedaan met ons systeem is daarbij van groot belang. Die kennis moeten we delen met meer organisaties. Dát is het belangrijkste: dat organisaties minder concurreren en meer samen optrekken. Het gaat om de cliënt.”
Meer informatie over het programma, aanmelden en afmelden voor de nieuwsbrief kan via het secretariaat van het kenniscentrum Gezondheid, Welzijn en Technologie. Telefoon: 053-487 1021, e-mail:
[email protected].
5