Wmo, Samen Onderweg! Een jaar later….
Afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling Stèphanie Lalihatu Juni 2013
2
1. Wmo, Samen Onderweg! .................................................................................................................... 5 1.1 Wat vooraf ging.............................................................................................................................. 5 1.2 Evaluatie ........................................................................................................................................ 5 1.2.1 Horizontale verantwoording .................................................................................................... 6 1.2.2 Wmo Cliëntendagen................................................................................................................ 6 2. Resultaten............................................................................................................................................ 7 2.1. Vier bijeenkomsten ....................................................................................................................... 7 2.2. Algemene vragen.......................................................................................................................... 8 2.2.1. Conclusie................................................................................................................................ 9 2.3. Stellingen .................................................................................................................................... 10 2.4. Meest en minst tevreden............................................................................................................. 19 2.5. Tips ............................................................................................................................................. 20 3. Slot en actiepunten............................................................................................................................ 21 4. Bijlagen .............................................................................................................................................. 22
3
4
1. Wmo, Samen Onderweg! 1.1 Wat vooraf ging In 2011 is gestart met het doorontwikkelen van het lokale beleid van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), onder de noemer Wmo, Samen Onderweg! De Wmo kent negen prestatievelden, maar het accent lag bij deze doorontwikkeling bij de prestatievelden 3 en 6 van de Wmo (informatie, advies en cliëntondersteuning en het verstrekken van individuele voorzieningen). Bij het nieuwe beleid staan de individuele voorzieningen niet meer centraal. Het gaat er juist om dat de gemeente de burger zo goed mogelijk ondersteunt zodat hij mee kan doen aan de maatschappij. Dus er wordt breder gekeken dan alleen het verstrekken van een voorziening. Bij het vernieuwen van het Wmo-beleid zijn de volgende termen belangrijk: • Gesprek aan de keukentafel: de gemeente zoekt samen met de burger naar oplossingen • Verantwoordelijkheidsladder: bij het zoeken naar oplossingen wordt gekeken wat iemand nog zelf kan, of zelf kan regelen met hulp van zijn sociaal netwerk. Kan hij gebruik maken van een voorziening via een andere wet, of is er algemene ondersteuning aanwezig in de gemeente? Pas als dit allemaal onvoldoende is voor de burger, wordt gekeken of hij geholpen is met een individuele voorziening. • Eigen kracht en wederkerigheid: wat kan iemand nog zelf en wat kan hij voor iemand anders betekenen? • Het vernieuwen van het voorzieningenniveau: kijken waar de ondersteuning anders geregeld kan worden dan alleen door het verstrekken van individuele voorzieningen. • Doorontwikkeling is een groeiproces: niet alles is in één keer anders en er staan veel acties op stapel. De cultuuromslag van ‘ik heb recht op een voorziening’ naar ‘het samen zoeken naar oplossingen’, vraagt tijd van de burgers, maar ook van de medewerkers. Het Wmo-beleid is aangepast (Wmo-verordening, Besluit Wmo en de beleidsregels). Medewerkers zijn opgeleid. Burgers en maatschappelijke partners zijn uitgebreid geïnformeerd. Gemeenten krijgen minder geld van het rijk om de Wmo uit te voeren. Terwijl het aantal burgers dat ondersteuning nodig heeft, alleen maar stijgt. Niet alleen door de vergrijzing: steeds meer mensen worden oud en de groep wordt steeds ouder. Maar ook door maatregelen vanuit het rijk zullen meer mensen hulp nodig hebben via de Wmo. Zie voor meer informatie de brief van staatssecretaris Van Rijn over de hervorming van de langdurige ondersteuning en zorg van 26 april 2013. Wij zien de doorontwikkeling daarom ook als een kans om de Wmo toekomstbestendig te maken. Het accent zal hierbij steeds meer komen te liggen bij de groep mensen die de ondersteuning het hardst nodig heeft. Dus voor die mensen die het niet meer zelf kunnen of zelf kunnen regelen, met hulp van anderen.
1.2 Evaluatie De doorontwikkeling is een groeiproces, wat we zorgvuldig willen doorlopen. Naast de cultuuromslag – wat tijd vraagt – zijn er nog veel zaken die opgepakt en uitgewerkt moeten worden. Daarom is het niet zinvol om nu heel uitgebreid te evalueren. Zowel in de notitie ‘De kanteling in de gemeente Haaren’ (2011), als in de ‘Stand van zaken Wmo Samen Onderweg (2012) leest u dat er in 2015 een uitgebreide evaluatie komt. Om de raad tussentijds te informeren, is in december 2012 de Stand van Zaken aangeboden, waarin de acties tot nu toe beschreven staan. Deze notitie gaat over de ervaringen en meningen van onze burgers die aanwezig waren op de vier Wmo-Cliëntendagen, die plaatsvonden in november en december van 2012. Via hen kijken we terug op het eerste jaar na de kanteling van de Wmo. We beschouwen dit verslag daarom als een graadmeter van de tevredenheid over het nieuwe Wmo-beleid.
5
1.2.1 Horizontale verantwoording In artikel 9 van de Wmo wordt aan gemeenten de plicht opgelegd om jaarlijks verantwoording af te leggen over de negen prestatievelden van de Wmo. Gemeenten moeten hiervoor ieder jaar de prestaties aanleveren. De gemeente Haaren doet dit via de benchmark Wmo van het SGBO/BMC. Daarnaast moet de tevredenheid van vragers van ondersteuning onderzocht worden. De gemeente bepaalt zelf hoe ze dat doet en welke burgers zij bevraagt. Gemeenten kiezen zelf welk prestatieveld hierbij centraal staat. De ene keer kunnen bijvoorbeeld de mantelzorgers en vrijwilligers bevraagd worden en de andere keer ouders van kinderen over opvoedingsondersteuning. Over 2007 en 2010 is er een cliënttevredenheidsonderzoek gehouden onder burgers die een individuele voorziening hebben (prestatievelden 3 en 6). Het SGBO/BMC heeft dit onderzoek uitgevoerd. Over 2013 willen we dit onderzoek herhalen. De resultaten kunnen dan vergeleken worden. Waarbij we dus kunnen zien welke invloed de doorontwikkeling heeft op de tevredenheid van de burgers die een individuele voorziening hebben. Jaarlijks vóór 1 juli moet het college de resultaten publiceren. Gemeenten moeten zogenaamd ‘horizontaal’ verantwoording afleggen. Dus niet aan het rijk. Maar gemeenten leggen verantwoording af aan de gemeenteraad, Wmo Adviesraad en burgers.
1.2.2 Wmo Cliëntendagen In 2011 vonden voor de eerste keer in de gemeente Haaren de Wmo-Cliëntendagen plaats. Deze dagen zijn bedoeld om burgers te informeren over allerlei ontwikkelingen en hen te betrekken bij nieuwe ontwikkelingen. Maar belangrijker, deze dagen zijn vooral ook bedoeld om van burgers te horen wat er speelt. Welke vragen en opmerkingen hebben zij? Wat leeft er onder de bevolking? De gemeente gebruikt deze bevindingen om het beleid of uitvoering aan te passen. Voor de Wmo Adviesraad is het een goede manier om ervaringen en meningen te horen om mee te nemen in de (on)gevraagde advisering aan de gemeente. Dit jaar zijn er vragenlijsten uitgedeeld met stellingen. De voorlopige resultaten zijn ter plekke besproken met de aanwezigen. Samen met hen is gediscussieerd over de resultaten. In het volgende hoofdstuk ziet u de definitieve resultaten. Via deze vragenlijsten hebben wij inzicht gekregen in de tevredenheid van onze burgers die een individuele voorziening hebben.
6
2. Resultaten In dit hoofdstuk worden de resultaten van alle ingevulde vragenlijsten weergegeven. We geven een totaalbeeld van de vier bijeenkomsten. Alleen daar waar de resultaten van een locatie meer dan 10% afwijken, wordt dat apart aangegeven. Het is lastig om die verschillen te verklaren. We zullen daarom alleen de verschillen beschrijven. Niet iedereen heeft alle vragen of stellingen ingevuld. Wij zijn telkens uitgegaan van de ingevulde vragen en stellingen.
2.1. Vier bijeenkomsten Er zijn vier bijeenkomsten geweest: 1. 15 november in De Vorselaer in Biezenmortel (15 aanmeldingen, 28 aanwezigen) 2. 28 november in De Gastenbosch in Helvoirt (37aanmeldingen en 24 aanwezigen) 3. 10 december in Den Domp in Haaren (50 aanmeldingen, 45 aanwezigen) 4. 11 december in St.Jozef in Esch (21aanmeldingen, 22 aanwezigen) In de gemeente Haaren zijn alle mensen aangeschreven die een Wmo-voorziening hebben. Er zijn 829 uitnodigingen verzonden. Ook is de Wmo Adviesraad gevraagd de uitnodiging te verspreiden onder hun leden. De KBO’s hebben ook de uitnodiging ontvangen om zo hun achterban uit te nodigen. ContourdeTwern en stichting MEE zijn uitgenodigd. Alle raads- en raadscommissieleden zijn uitgenodigd om als toehoorder aanwezig te zijn. Tot slot is er een publicatie geplaatst in De Leije om alle burgers te attenderen op de bijeenkomsten. Mensen konden zich opgeven via het invullen van een antwoordkaartje of door zich aan te melden op de gemeentelijke website. In totaal zijn er 123 aanmeldingen ontvangen. Vooral mensen met een Wmo-voorziening kwamen naar de bijeenkomsten. Maar ook mantelzorgers, begeleiders uit AWBZ-instellingen of de hulp bij het huishouden zijn gekomen. In Esch kwamen ook veel bewoners van St. Jozef zelf. Het programma: • Opening en presentatie door wethouder Johan van den Brand • Presentatie Wmo adviesraad • Presentatie ‘Wmo Beleidsplan’ door Christien van der Steen • Presentatie over de Regiotaxi • Interactief gedeelte: vragen en discussie • Terugkoppeling interactieve deel en afsluiting In de bijlage zijn de handouts van de presentaties toegevoegd. Zo ook alle resultaten van de vragenlijsten. Deze notitie wordt met alle bijlagen op de gemeentelijke website geplaatst. Zo kunnen alle aanwezigen het nog eens nalezen.
7
2.2. Algemene vragen De algemene vragen zijn bedoeld om een beeld te krijgen van de aanwezigen. En of zij iets hebben gemerkt van de veranderingen in de Wmo. Ik maak gebruik van één of meer Wmo-voorzieningen.
NEE 7%
JA 93%
Ik heb in 2012 een gesprek gehad met iemand van Loket WegWijs.
JA 46%
NEE 54%
In 2012 hebben 56 personen een gesprek gehad met iemand van Loket WegWijs (van de 122 personen die deze vraag hebben beantwoord). Een ruime meerderheid, 61% heeft niets gemerkt van een verandering. 39% wel. Het grote merendeel, namelijk 84%, was overigens tevreden over het gesprek. De volgende concrete wijzigingen hebben in 2012 plaatsgevonden: • 1 uur voor hulp bij het huishouden voor de boodschappen is voor nieuwe klanten komen te vervallen. • Het PGB uurtarief voor hulp bij het huishouden is verlaagd per 1-1-2013. • Eigen bijdrageregeling is uitgebreid: voor alle voorzieningen worden de zorgkosten opgevoerd. Uitzondering zijn de rolstoelen. • Per 1 januari 2013 is er een algemene rolstoelvoorziening opgezet voor burgers die af en toe een rolstoel nodig hebben om erop uit te trekken. Gevraagd is of men meer eigen bijdrage is gaan betalen aan het CAK. De hoogte van de eigen bijdrage is enerzijds afhankelijk van de zorgkosten (AWBZ en Wmo) èn de ruimte in het inkomen. Kijken we naar het totaalbeeld, dan geeft 58% aan meer dan € 10,- aan eigen bijdrage te moeten bij betalen.
8
2.2.1. Conclusie Vooral mensen met een Wmo-voorziening waren aanwezig bij de Wmo-Cliëntendagen. 56 Personen hebben een gesprek gehad met iemand van Loket WegWijs. Daarover was een ruime meerderheid tevreden. Of men iets gemerkt heeft van de veranderingen in de Wmo laat geen duidelijk beeld zien. Men is hierover nagenoeg gelijk verdeeld.
9
2.3. Stellingen In deze paragraaf worden per stelling de resultaten weergegeven. Daar waar het totaalbeeld van de vier bijeenkomsten een afwijking laat zien van 10% of meer ten opzichte van een van de vier locaties, wordt dat apart genoemd. In bijlagen zijn de resultaten per stelling per locatie terug te vinden.
1. De Wmo moet een vangnet zijn voor de meest kwetsbare mensen. Dat zijn mensen met een beperking, die het niet zelf kunnen regelen met hulp van familie en vrienden, en die het niet kunnen betalen.
Oneens 4%
Eens 96%
2. Steeds meer mensen zullen ondersteuning nodig hebben en het geld is er niet. Dus ik snap dat er iets moet veranderen in de Wmo.
Oneens 9%
Eens 91%
10
3. Als je genoeg geld hebt, moet je de ondersteuning zelf betalen.
Oneens 33%
Eens 67%
Resultaat totaal wijkt meer dan 10% af: Biezenmortel: 53% eens 47% oneens Esch: 86% eens 14% oneens
4. Als het huis nagenoeg helemaal is afbetaald (en er dus geen hypotheek meer op zit), moet je een woningaanpassing zelf betalen. Bijvoorbeeld door een bedrag te lenen (bij een bank of gemeente).
Eens 46%
Oneens 54%
Resultaat totaal wijkt meer dan 10% af: Biezenmortel: 33% eens 67% oneens Esch: 64% eens 36% oneens
5. Ondersteuning uit de Wmo is niet nodig, als dat geboden kan worden door hulp uit iemands sociaal netwerk.
Oneens 33%
Eens 67% Resultaat totaal wijkt meer dan 10% af: Helvoirt: 80% eens 20% oneens Esch: 77% eens 23% oneens
11
6. Ik vind dat de gemeenschap mee moet betalen aan de ondersteuning van iedereen. Ook als het mensen betreft die genoeg geld hebben of het zelf kunnen regelen.
Eens 31%
Oneens 69% Resultaat totaal wijkt meer dan 10% af: Biezenmortel: 47% eens 53% oneens Helvoirt: 20% eens 80% oneens Esch: 7% eens 93% oneens
De hierboven beschreven resultaten laten zien dat 91% van de aanwezigen begrijpt dat het Wmobeleid moet veranderen. Er is steeds minder geld en steeds meer mensen zullen ondersteuning nodig hebben. Het blijft echter wel een lastig onderwerp, wat vorig jaar al ter sprake kwam bij de aankondiging van het nieuwe beleid. Sommige mensen geven aan altijd hard te hebben gewerkt. Dat ze hebben mee betaald aan het zorgstelsel zoals dat er nu is. Dat ze nu ‘gestraft’ worden als ze zuinig hebben geleefd. Mensen die zogenaamd nergens naar hebben gekeken, kunnen namelijk wel ondersteuning krijgen van de gemeente. Dat vindt een deel van de mensen niet eerlijk. 96% van de mensen vindt dat de Wmo een vangnet moet zijn voor de meest kwetsbare mensen. Dus voor mensen die het niet zelf kunnen regelen met hulp van zijn sociale omgeving, of mensen die het niet zelf kunnen betalen. Dus ook onder de burgers bestaat er draagvlak om de Wmo er te laten zijn voor die mensen die het het hardst nodig hebben. Als mensen het zelf kunnen betalen vindt 67% dat ze dat moeten doen. Ongeveer hetzelfde deel vindt ook dat de gemeenschap niet mee moet betalen aan de ondersteuning van iedereen. Dus als mensen zelf genoeg geld hebben, moeten ze het zelf regelen. Tweederde vindt dat de gemeente niet hoeft te ondersteunen als de sociale omgeving die burger kan helpen. Gaat het om het eigen huis, dan laten de resultaten een wat genuanceerder beeld zien. Dan vindt bijna de helft dat iemand een woningaanpassing zelf moet betalen als er geen hypotheek meer op de woning zit. Vaak werd in de zaal aangegeven dat de woning dan wel vrij van hypotheek is, maar dat mensen geen geld hebben of kunnen lenen voor het aanpassen van de woning. Op dit moment wordt niet naar inkomen of vermogen gekeken of iemand in aanmerking komt voor een individuele voorziening. Heeft iemand een voorziening toegekend gekregen, dan betaalt hij een eigen bijdrage. De hoogte is afhankelijk van de ruimte in het inkomen. Voor het eerst per 1 januari 2013 wordt een percentage uit box 3 meegenomen bij de ruimte in het inkomen. Verder wordt er niet naar vermogen gekeken. De crisis, allerlei maatschappelijke ontwikkelingen, de transitie AWBZ én de aangekondigde maatregelen in het regeerakkoord, zorgen voor veel onduidelijkheid bij de burgers en dat maakt ze onzeker. Tijdens de Wmo-Cliëntendagen kon de gemeente helaas op veel punten ook geen duidelijkheid geven. Zo wilde men opheldering over de transitie begeleiding en wat dat gaat betekenen.
12
Hieronder blijkt dat tweederde bang is voor de toekomst. Dat is een groot deel van de mensen.
7. Ik ben bang voor de toekomst. Dat ik niet meer zelfstandig kan blijven wonen.
Oneens 33%
Eens 67% Resultaat totaal wijkt meer dan 10% af: Biezenmortel: 86% eens 14% oneens Helvoirt: 46% eens 54% oneens Haaren: 75% eens 25% oneens Esch: 50% eens 50% oneens
8. Ik ken iemand met een Wmo-voorziening, die het volgens mij eigenlijk niet echt nodig heeft.
Eens 32%
Oneens 68% Resultaat totaal wijkt meer dan 10% af: Biezenmortel: 13% eens 87% oneens Haaren: 50% eens 50% oneens
Uit de stellingen hiervoor blijkt dat de meerderheid vindt dat de Wmo er moet zijn voor die mensen die het ook nodig hebben. Gebruikt iemand zijn voorziening niet of maar heel weinig? Geef hem dan terug aan de gemeente. Iemand anders kan er dan gebruik van maken. Eenderde van de aanwezigen, kent iemand die een voorziening heeft die hij eigenlijk niet nodig heeft. Belangrijk hierbij is dat je van de buitenkant niet kan zien wat iemand precies mankeert. De uitbreiding van de eigen bijdrage regeling heeft ervoor gezorgd dat enkele mensen hun voorziening(en) lieten ophalen als deze niet gebruikt werd. Men wilde geen eigen bijdrage betalen voor een hulpmiddel wat ze niet (voldoende) gebruiken. Uiteraard kijkt Loket WegWijs wel waarom de voorziening niet gebruikt werd. Wordt een scootmobiel bijvoorbeeld niet gebruikt omdat iemand zich onveilig voelt en er niet op durft te rijden? Dan kunnen ook gewenningslessen worden aangeboden. De gemeente vindt het belangrijker dat iemand optimaal gebruik maakt van zijn voorziening, dan dat hulpmiddelen ingeleverd worden en het doel van de Wmo – namelijk meedoen – niet wordt gehaald.
13
9. Ik ken iemand die eigenlijk een Wmo-voorziening nodig heeft, maar die het niet heeft.
Eens 29%
Oneens 71% Resultaat totaal wijkt meer dan 10% af: Helvoirt: 11% eens 89% oneens Haaren: 43% eens 57% oneens Esch: 8% eens 92% oneens Iets minder dan een derde vindt dat iemand uit zijn omgeving eigenlijk ook ondersteuning vanuit de Wmo moet krijgen. Ook hier geldt weer dat men van de buitenkant niet kan zien wat de beperkingen zijn. Tijdens een bijeenkomst werd gevraagd waar mensen terecht kunnen als zij signaleren dat iemand een Wmo-voorziening nodig heeft. Loket WegWijs kan niet ongevraagd contact met iemand opnemen en in gesprek gaan over de ondersteuningsmogelijkheden. De Wet op de privacy komt dan in het geding. De tip werd meegegeven: ga zelf eens met die mensen in gesprek en vertel ze over loket WegWijs. 10. De gemeente heeft slecht gecommuniceerd over de veranderingen in de Wmo.
Eens 31%
Oneens 69% Tweederde vindt dat de gemeente goed heeft gecommuniceerd over de veranderingen in de Wmo. Uiteraard hadden we graag gezien dat er op dit punt nog meer mensen tevreden waren. Maar we beseffen goed dat het een lastige materie is en dat mensen informatie wel zien en lezen, maar het pas echt opnemen als er iets voor ze verandert. Bij de doorontwikkeling is veel aandacht geweest voor een zorgvuldige communicatie richting de burger. De volgende acties zijn ondernomen om de burgers te informeren over de veranderingen: • Persberichten in De Leije en op de gemeentelijke website. • Een huis aan huis krantje • Persoonlijke brieven • Informeren van zorgaanbieders en maatschappelijke partners.
14
Alle teksten zijn volgens het ‘klare taal-principe’ opgesteld. Medewerkers van de gemeente Haaren hebben hiervoor een cursus gevolgd van Loo van Eck, een bureau wat advies en trainingen geeft op het gebied van communicatie. In 2011 en 2012 is er veel werk verzet. Daarbij was niet alles vooraf voorzien. Juiste en zorgvuldige communicatie blijft altijd een punt van aandacht. Je kunt dit nooit goed genoeg doen! 11. Ik ben tevreden over de medewerkers van Loket WegWijs.
Oneens 12%
Eens 88%
Resultaat totaal wijkt meer dan 10% af: Biezenmortel: 76% eens 24% oneens Helvoirt: 100% eens 0% oneens Haaren: 93% eens 7% oneens Esch: 80% eens 20% oneens Ondanks dat de medewerkers van Loket WegWijs niet altijd voor het gewenste resultaat kunnen zorgen, worden zij door veel mensen goed gewaardeerd. Maar liefst 88% is tevreden over de medewerkers van Loket WegWijs.
12. Het CAK heeft slecht gecommuniceerd over de veranderingen in de eigen bijdrage regeling.
Oneens 38% Eens 62%
Bijna tweederde vindt dat het CAK beter had moeten communiceren. Het CAK is afhankelijk van de gegevensaanlevering van veel partijen (gemeenten, zorgaanbieders, belastingdienst). Daarom worden de facturen pas drie maanden na afloop van een periode verzonden. Begin januari 2012 is iedereen door de gemeente geïnformeerd via een algemene brief dat de eigen bijdrage regeling verruimd is. Omdat we iedereen de tijd wilden geven om te wennen aan de nieuwe situatie, ging deze regeling eind maart 2012 in. Vervolgens vertuurt het CAK de facturen pas in juni en juli 2012. Mensen weten dus een half jaar later pas ze daadwerkelijk (meer) gaan betalen. Voor de burgers is dit erg vervelend.
15
Tijdens de cliëntendagen blijkt steeds weer dat er behoefte is aan informatie over de eigen bijdrage regeling. In 2012 heeft het CAK in een bijeenkomst informatie verstrekt. In februari 2013 zijn er drie bijeenkomsten georganiseerd voor burgers van de gemeenten Haaren en Boxtel. Tijdens die bijeenkomsten bleek dat er ook vragen waren over de eigen bijdrage regeling bij een verblijf in een AWBZ instelling. Het CAK kan hiervoor ook informatiebijeenkomsten verzorgen. De gemeente heeft daarom alle AWBZ instellingen aangeschreven en hen gewezen op de mogelijkheid van het CAK om op locatie informatie te geven. 13. Iedereen heeft een talent en kan iets doen voor een ander. Ook als je een beperking hebt.
Oneens 11%
Eens 89%
14. Ik heb een beperking, maar help ook anderen.
Oneens 20%
Eens 80% Resultaat totaal wijkt meer dan 10% af: Helvoirt: 92% eens 8% oneens
15. Ik wil best iets voor iemand kunnen betekenen, al is het maar iets kleins: op de koffie, advies geven of de hond uitlaten.
Oneens 3%
Eens 97% 16
Opvallend is dat zowel in Helvoirt als Esch alle aanwezigen die deze stelling hadden ingevuld het er allemaal mee eens waren. De resultaten op de drie stellingen hiervoor laten een positief beeld zien. Ook als je een beperking hebt, vindt 89% dat je iets kunt doen voor een ander. Gewoon, omdat iedereen een talent heeft. 80% helpt ook daadwerkelijk iemand anders. Bijna iedereen wil ook iets voor iemand anders kunnen doen. Deze bevindingen laten zien dat men al heel veel voor elkaar doet en wil doen. Misschien wel meer dan men in eerste instantie vermoedt. Het staat in schril contrast met het beeld van de leunende, zorgconsumerende burger die op zichzelf gericht is en niets voor een ander over heeft. De resultaten laten ook zien dat de gemeente best iets terug kan vragen aan iemand die ondersteuning krijgt. Een grote meerderheid wil het namelijk graag. Het pleit ervoor om de wederkerigheid verder vorm te geven in het Wmo-beleid.
16. Ik vind het lastig om mijn familie of vrienden te vragen om mij te helpen.
Oneens 43% Eens 57%
Resultaat totaal wijkt meer dan 10% af: Helvoirt: 75% eens 25% oneens Esch: 33% eens 67% oneens
17. Er is niemand in mijn omgeving waar ik op terug kan vallen.
Eens 31%
Oneens 69%
Resultaat totaal wijkt meer dan 10% af: Biezenmortel: 21% eens 79% oneens Helvoirt: 20% eens 80% oneens Haaren: 38% eens 62% oneens
17
18. Ik wil dat de gemeente me helpt bij het vragen van hulp of ondersteuning aan de mensen om me heen.
Eens 52%
Oneens 48%
Resultaat totaal wijkt meer dan 10% af: Biezenmortel: 62% eens 38% oneens Helvoirt: 62% eens 38% oneens Haaren: 48% eens 52% oneens Esch: 38% eens 62% oneens
De bereidheid om iemand te helpen is groot, maar men vindt het toch lastig om hulp te vragen aan familie of vrienden. 57% vindt dit lastig. Meer dan de helft is vraagverlegen. Durft het niet te vragen. Terwijl ze het niet erg vinden om iets voor iemand anders te doen. Een veelgehoorde opmerking is dat de kinderen en kleinkinderen het al zo druk hebben. Die willen ze niet tot last zijn. Bijna een derde heeft niemand waar hij op terug kan vallen. Dit is een onverwacht groot deel van de aanwezigen. In de gesprekken op Loket WegWijs zal hiervoor nog meer aandacht moeten komen. Kijken hoe het sociaal netwerk opgebouwd of versterkt kan worden, al dan niet met hulp van ContourdeTwern, MEE of vrijwilligersorganisaties. Stelling 18 laat ook zien dat iets meer dan de helft behoefte heeft aan hulp van de gemeente om hun sociaal netwerk aan te spreken. Het is goed om dit op te pakken. Vooral omdat in de Wmo steeds meer van mensen zelf en hun omgeving wordt gevraagd. Mensen zijn meer geholpen aan een sterke ondersteuningsstructuur in hun omgeving, met daarbij de sociale contacten, dan met een individuele voorziening alleen.
19. Ik vind het prima als de thuiszorgorganisatie mensen van de WSD inzet om het huishouden te doen.
Eens 52%
Oneens 48%
Resultaat totaal wijkt meer dan 10% af: Helvoirt: 89% eens 11% oneens Esch: 36% eens 64% oneens In Esch waren er vooral bewoners van St. Jozef aanwezig. Zij krijgen hulp bij het huishouden via de AWBZ.
18
In de contracten met de zorgaanbieders, eist de gemeente dat zij mensen inzet die een afstand hebben tot de reguliere arbeidsmarkt. Wij vinden het belangrijk dat ook zij kunnen meedoen en zij verrichten prima werk. Dat betekent bijvoorbeeld dat zorggroep Elde iemand van de WSD inzet om bij iemand schoon te maken. Er wordt altijd zorgvuldig gekeken of de hulp en de klant bij elkaar passen. Tijdens de bijeenkomsten hoor je verschillende meningen hierover. Sommigen zijn er ontevreden over, terwijl anderen de beste hulp hebben die zij zich kunnen wensen. Uit de antwoorden blijkt dat iets meer dan de helft het prima vindt dat mensen van de WSD hulp bij het huishouden leveren.
2.4. Meest en minst tevreden De aanwezigen konden aangeven waar ze het meest tevreden of het meest ontevreden over zijn als het om het Wmo-beleid gaat. Alle opmerkingen worden hier opgesomd. Men is het meest tevreden over: • Aanvraag en keuze hulpmiddel • Hulp bij het huishouden • Dat ik alle aanpassingen krijg die ik nodig heb • Loket WegWijs • Met veel aandacht wordt het gesprek aangegaan • De bereidheid tot deze informatiebijeenkomsten • Alles tot nu toe • Dat we de zorg krijgen die we nodig hebben • Taxivergoeding • Zorg dichtbij huis, lijnen worden korter, er wordt een beroep gedaan op wat je nog wel kunt en ook op de omgeving. De maatschappij wordt hierdoor socialer. • Goed beleid • Voorlichting • Regeling van betalen • Hulpvaardigheid • Woningaanpassing. • Dat de Wmo direct het probleem oplost • Hulp en slagvaardigheid • Intentie om het samen aan te pakken. • De goede uitleg en de informatie over wat ons allemaal te wachten staat. Men is het minst tevreden over: • Dat er weer een discussie ontstaat over welk hulpmiddel, terwijl de keuze al gemaakt is. • Vervoer • Hoeveelheid regels en variaties • CAK • Onzekerheid • Actieplannen Wmo-beleidsplan, moeten duidelijker. • Krant nodigt niet uit tot lezen • De beperkingen die op ons af komen. • Bereikbaarheid • Kosten voor klanten. Verdeel de bezuinigingen evenredig over iedereen. • Ik krijg niet altijd schriftelijk een antwoord.
19
2.5. Tips De aanwezigen is gevraagd of ze een tip hebben voor de gemeente. Hieronder noemen we alle ontvangen tips. • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Communiceer goed. Regiotaxi is erg wisselend van kwaliteit: rijden ver om, komen te laat. De gemeente, dat zijn we allemaal Werk samen met de Zonnebloem Organiseer dagbesteding in Den Domp met deskundige begeleiders. Sterkte Oversteken met rollator bij bus en kruidingen is lastig. Pas trottoirs aan zodat rollators, rolstoelen en kinderwagens makkelijker eroverheen kunnen Betrek ouderen er meer bij. Word concreter, laat mensen weten wat iets betekent. Wees zuinig Heb aandacht voor klanten en mantelzorgers bij psychiatrische problemen. Loket WegWijs en de gemeente zijn niet hetzelfde Hulp moet altijd van een professionele organisatie komen. Wat kunnen we van de gemeente verwachten als het gaat om plannen van particuliere initiatieven ouderenzorg van ZZP 5 en meer? Waar moeten mensen met een ZZP5 naartoe? Ik wil mijn hulp meenemen als ik verhuis naar een andere gemeente. Let op bij mantelzorgers, er zijn mensen die niets doen. Ga zo door! Het is teveel gericht op Haaren en Helvoirt, er is te weinig aandacht voor Esch en Biezenmortel. Maak met alle gemeenten één vuist naar Den Haag om niet akkoord te gaan met de rijksmaatregelen. Kom de compensatieplicht na. Doe iets voor een ander, pas als het echt nodig is. Goede zorgen voor mensen die zorg nodig hebben.
20
3. Slot en actiepunten In deze notitie zijn uitgebreid de ervaringen en meningen aan bod gekomen van de mensen die de vier Wmo-Cliëntendagen hebben bezocht. Samen met deze burgers hebben we teruggekeken op een jaar waarin veel veranderd is in de Wmo. We zijn immers samen onderweg! Veranderingen zijn meestal niet prettig, vooral als je moet inleveren. Daarom is het belangrijk er goed over te communiceren en het beleid steeds weer goed uit te leggen. De vier bijeenkomsten laten zien dat men begrijpt dat er iets moet veranderen. De Wmo moet er zijn voor de mensen die het het hardst nodig hebben. De bevindingen geven geen aanleiding om het huidige beleid nu aan te passen. Het huidige beleid is een uitwerking van hetgeen medio 2011 besproken is in de raadscommissie. Het afgelopen jaar hebben we uitvoering gegeven aan het nieuwe beleid. In dat jaar zijn geen situaties geweest die vragen om aanpassing van het ingezette beleid. En maatwerk is hierbij een belangrijke term. Altijd moet gekeken worden naar de beperkingen van de burger en wat hij zelf nog wel kan, of kan regelen, en op welke manier hij het beste ondersteund moet worden. In het regeerakkoord en de brief van staatssecretaris Van Rijn (26 april 2013) staan veel maatregelen die grote invloed hebben op het Wmo-beleid. Het gaat bijvoorbeeld om: • 40% korting op budget HH per 1-1-2015 • Transitie begeleiding (inclusief vervoer) en persoonlijke verzorging, met korting van respectievelijk 25% en 15%. Er komt een nieuwe Wmo waarbij het compensatiebeginsel wordt herijkt. De nieuwe wet zal op 1 januari 2015 van kracht gaan. Uit de stukken blijkt dat de Wmo alleen nog maar ondersteuning biedt aan die mensen die het niet zelf kunnen betalen of regelen. Onduidelijk is of gemeenten voldoende ruimte krijgen om de Wmo uit te voeren binnen de gekorte budgetten. De komende tijd zullen we ons moeten voorbereiden op nieuwe ontwikkelingen en kijken waar het beleid aangepast moet worden op de nieuwe taken. Met deze notitie voldoen we aan de wettelijke verplichting om jaarlijks te evalueren. De notitie wordt ter kennisname aan de Wmo Adviesraad aangeboden en aan de raad. Ook wordt het gepubliceerd op www.artikel9wmo.nl en op de gemeentelijke website. Wel is er een aantal actiepunten die we in 2013 gaan oppakken, naar aanleiding van wat we gehoord hebben op de drie Wmo-Cliëntendagen: 1. Wederkerigheid inbedden in het Wmo-beleid. Iemand die een beperking heeft en ondersteuning krijgt van de gemeente, kan ook iets betekenen voor een ander. 2. De medewerkers van Loket WegWijs handreikingen bieden om het sociaal netwerk van de burger te kunnen versterken. Bijvoorbeeld via een informatiebijeenkomst van MEE. MEE hanteert deze methode nu al bij hun doelgroep en wil graag deze kennis delen. 3. Inmiddels zijn er informatiebijeenkomsten van het CAK georganiseerd over de eigen bijdrage regeling. 4. De Wmo-Cliëntendagen in oktober/november 2013 in het teken laten staan van de nieuwe taken van de gemeente (transitie begeleiding vanuit de AWBZ).
21
4. Bijlagen • • •
Handout presentatie wethouder Van den Brand Handout presentatie Regiotaxi Resultaten vragen en stellingen
22