Triduum 2013
Witte Donderdag - Dienst van Schrift en Tafel, 19.30 uur. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 3 Goede Vrijdag - Dienst om 19.30 uur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 7 Stille Zaterdag - Paasnachtdienst om 22.00 uur. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 11 - vervolg om 0:00 uur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . blz. 19
Paasmorgen* Let op: in de nacht gaat de zomertijd in!
- 06:30 uur: wandeling naar Den en Rust vanaf de Julianakerk. Even na 07.00 komen we daar aan. Bij zonsopkomst wordt het Paasevangelie gelezen en wordt een enkel Paaslied gezongen. - Dienst om 10.30 uur (Noorderkerk)
Tweede paasdag* - Oecumenische viering om 10.30 uur (Onze Lieve Vrouwekerk) U bent van harte welkom bij alle bijeenkomsten. Wie de Paasnacht gedeeltelijk bij wil wonen wordt ook daartoe nadrukkelijk uitgenodigd, u kunt aanschuiven of vertrekken wanneer u wilt.
*) van deze vieringen is de orde van dienst niet in dit boekje opgenomen
Van alle liederen is de tekst opgenomen, als u ook melodiën wenst kunt u een liedboek pakken, de liedboeken liggen achterin de kerk
2
Witte Donderdag, dienst van Schrift en Tafel Noorderkerk, 19.30 uur. orgelspel zingen
psalm 67: 1 en 3
1
God zij ons gunstig en genadig. Hij schenke ons ‘t gezegend licht dat overvloedig en gestadig straalt van zijn heilig aangezicht; opdat hier op aarde / elk uw weg aanvaarde en tot U zich wend ‘, zo, dat allerwegen / ieder volk de zegen van uw heil erkent.
3
De aarde heeft de vrucht gegeven, die door de hemel werd verwekt, en uit haar schoot ontspruit nieuw leven waar God zijn hand houdt uitgestrekt. God is ons genegen, / onze God geeft zegen, Hij die alles geeft, Hij zal zijn geprezen, / Hem zal alles vrezen wat op aarde leeft.
hierbij gaan we staan
bemoediging en drempelgebed
voorganger allen
Onze hulp in de naam van de Heer, die hemel en aarde gemaakt heeft.
voorganger allen
Voor U belijden wij, almogende God, voor heel uw kerk en voor elkaar dat wij gezondigd hebben in gedachten, woorden en werken.
… gebedsstilte …
voorganger allen
Ontferm U over ons, vergeef ons onze zonden en geleid ons tot het eeuwige leven.
voorganger allen
Door Jezus Christus, onze Heer, amen.
de gemeente gaat zitten
gebed lezen
Psalm 114 3
zingen
gezang 225: 2, 3 en 4
2
Hij gaat u voor in wolk en vuur, gunt aan uw leven rust en duur en geeft het zin en samenhang. Zingt dan de Heer een nieuw gezang!
3
Een lied van uw verwondering dat nog uw naam niet onderging, maar weer opnieuw geboren is uit water en uit duisternis.
4
De hand van God doet in de tijd tekenen van gerechtigheid. De Geest des Heren vuurt ons aan de heil’ge tekens te verstaan.
lezen
Johannes 13: 1 - 7
zingen
Toen Jezus wist: nu is gekomen
b &bb œ
˙
œ
œ
œ
˙
Toen Je - zus wist: nu is
b &bb ˙ &
œ
door
n˙
de nacht
bbb ˙
œ
in
œ
te
˙
lin - nen doek
b &bb œ
œ
œ
œ
˙
œ
œ
˙
œ
˙
ge - ko - men het uur
gaan,
œ
Œ
œ
œ
œ
ge
2 Hij gaf ons zwijgende een teken en kwam ons voet voor voet nabij, Hij deed het water van zich spreken, het stort zich uit en reinigt mij. 3 Zo is de Heer een knecht geworden en tot de bodem toe gegaan om ons met ootmoed te omgorden, Hij doet ons zijn geringheid aan. 4 Heer van mijn hart, U bent gekomen de nacht door naar uw grote dag, ik heb in eenvoud aangenomen 4 dat ik U daarin volgen mag.
-
˙
œ
œ
heeft Hij
ge - no - men en
een schaal
œ
˙
wa
daan.
Œ
-
nœ
om
œ
een
œ
ter
uitleg en verkondiging orgelspel inzamelen van de gaven gereed maken van de tafel uitnodiging om plaats te nemen zingen
gezang 51
1 Lieve Heer, Gij zegt kom en ik kom, want mijn leven is onder de macht gesteld van de Heer die mijn dagen en nachten telt en de Heer zegt kom en ik kom. 2 O mijn God, Gij zegt ga en ik ga, Gij zegt ga en ik ga, laat mij niet alleen, wees het woord in mijn vlees en de geest om mij heen, wees de adem waaruit ik ontsta. 3 Want o Heer, ik zeg kom en Gij komt, ik zeg kom en Gij komt en uw bloed wordt wijn en uw lichaam brood voor wie hongerig zijn en uw naam wordt een lied in mijn mond. tafelgebed voorganger De Heer zal bij u zijn. allen De Heer zal u bewaren. voorganger Verhef uw harten! allen Wij zijn met ons hart bij de Heer. voorganger Brengen wij dank aan de Heer, onze God. allen Het past ons de Heer te danken.
voorganger
(... vervolg tafelgebed)
wij wensen elkaar de vrede van Christus toe delen van brood en wijn dank- en voorbede, stil gebed en Onze Vader
5
zingen
gezang 176
1
O Liefde die verborgen zijt in diepe stilten eeuwigheid, erbarm U over ons bestaan, het wordt verraden en verdaan.
2
Hoe acht’loos in ons midden wordt het kostbaar mensenbloed gestort en in het onbarmhartig licht het kruis des Heren opgericht.
3
De minsten van de mensen zijn daar uitgestrekt in angst en pijn. Tot aan het eind der wereld lijdt Christus in hun verlatenheid.
4
O Liefde uit de eeuwigheid die met ons mens geworden zijt, wij bidden, laat ons niet alleen in al het duister om ons heen,
5
opdat ook wij o Heer U niet verlaten in uw diep verdriet maar bij U zijn in al de pijn waarmee de mensen mensen zijn.
zegen we verlaten in stilte de kerk
6
Goede Vrijdag Noorderkerk, 19.30 uur Deze dienst is een vervolg op de dienst van Witte Donderdag. Toen verlieten we in stilte de kerk. Ook nu is er stilte. De kerk is spaarzaam verlicht. We luisteren naar het lijdensverhaal en staan stil bij de staties van de kruisweg, in beeld (Sieger Köder) en klank, de ‘Via crucis’ van Franz Liszt.
cantorij
Kruisweg, inleiding
“O Liefde uit de eeuwigheid die met ons mens geworden zijt, wij bidden, laat ons niet alleen in al het duister om ons heen, opdat ook wij o Heer U niet verlaten in uw diep verdriet maar bij U zijn in al de pijn waarmee de mensen mensen zijn.
Gegroet, kruis, u groet ik, want gij zijt mijn hoop in deze lijdenstijd schenk vrede aan wie u vertrouwt genade, wie zijn kwaad berouwt. Amen.”
zingen
gezang 178
1 Jezus, om uw lijden groot, om uw leven en uw dood die volbrengen ‘t recht van God, Kyrie eleison. 6 Om het zwijgen, het geduld, waarmee Gij de wet vervult, als men vrucht’loos zoekt naar schuld, Kyrie eleison. 7 Om het woord van godlijk recht dat Gij tot uw rechters zegt, zelf hebt Ge_uw geding beslecht, Kyrie eleison. lezen
Jesaja 52: 13 - 53: 12 7
zingen
gezang 177
1 Leer mij, o Heer, uw lijden recht betrachten, in deze zee verzinken mijn gedachten: o liefde die, om zondaars te bevrijden, zo zwaar moest lijden. 2 ‘k Zie U, God zelf, in eeuwigheid geprezen, tot in de dood als mens gehoorzaam wezen, in onze plaats gemarteld en geslagen, de zonde dragen. 3 O allerheiligst, onuitspreeklijk wonder: de Rechter zelf gaat aan het recht ten onder. O wreed geding; wie kan geheel doorgronden de vloek der zonden. 7 Laat mij, o Heer, uw wond’re wijsheid prijzen, dwaasheid en ergernis voor wereldwijzen, laat mij uw kruis dat sterken zwakheid noemen als sterkte roemen. Lijdensverhaal lezen
Lucas 22: 39 - 23: 4
kruisweg
statie I - Jezus wordt ter dood veroordeeld
lezen
Lucas 23: 5 - 25
kruisweg
statie II - Jezus neemt het kruis op zich
statie III - Jezus valt voor de eerste maal
“Zie de mens, die in zijn lijden teken werd voor alle tijden, van wat liefde dragen kan”
statie IV - Jezus begroet zijn moeder
statie V - Simon van Cyrene helpt Jezus het kruis te dragen
statie VI - Veronica droogt het aangezicht van Jezus af.
8
allen
& 44 Ó ˙
O
&˙ o
&˙ o
˙ ˙ ˙ ˙ w
˙
˙ ˙ ˙
˙
U
˙ ˙ U
hoofd vol bloed en won - den, be - dekt met smaad en hoon
˙ ˙
hoofd zo
œ œ ˙
˙
˙
˙
w
˙
˙
˙ ˙
˙
wreed ges - chon - den, uw kroon een door-nen - kroon,
˙
˙ w
hoofd eens schoon en heer
& ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ w hoe lijdt Gij
˙
U
-
˙ ˙
lijk en
˙ ˙
stra - lend
˙ ˙
als de
˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ ˙ w
nu zo deer - lijk! Ik groet U
vol
U
˙
dag,
ont - zag
lezen
Lucas 23: 26 - 32
kruisweg
statie VII - Jezus valt voor de tweede maal
“Weerloos heeft Hij heel zijn leven zich aan anderen gegeven, weergaloos is Hij alleen.”
statie VIII - Jezus troost de wenende vrouwen
statie IX - Jezus valt voor de derde maal
“Die hem ooit op handen droegen, zijn dezelfden die hem sloegen, en die vroegen om zijn dood.”
lezen
Lucas 23: 33 - 35
kruisweg
statie X - Jezus wordt van zijn kleren beroofd
kruisweg
statie XI - Jezus wordt aan het kruis geslagen
lezen
Lucas 23: 36 - 46
kruisweg
statie XII - Jezus sterft aan het kruis
“Het is volbracht.”
9
de paaskaars wordt gedoofd, stilte allen gezang 195: 1 Nu valt de nacht, het is volbracht, de Heer heeft heel zijn leven voor het menselijk geslacht in Gods hand gegeven.
lezen
Lucas 23: 47 - 52
kruisweg
statie XIII - Jezus wordt van het kruis af genomen
lezen
Lucas 23: 53 - 56
kruisweg
statie XIV - Jezus wordt begraven
“O Liefde uit de eeuwigheid die met ons mens geworden zijt, wij bidden, laat ons niet alleen in al het duister om ons heen.”
zingen
gezang 195: 2, 3 en 4
2 De wereld gaf / Hem slechts een graf, zijn wonen was Hem zwerven; al zijn onschuld werd Hem straf en zijn leven sterven. 3 Hoe slaapt Gij nu, / die men zo ruw aan ‘t kruishout heeft gehangen. Starre rotsen houden U, rots des heils, gevangen. 4 ‘t Is goed, o Heer, / Gij hoeft de eer van God niet meer te staven. Leggen wij ons bij U neer, in uw dood begraven. stilte gebeden lezen
Hebreeën 4: 14 - 16
we bidden samen, indien mogelijk staande, het Onze Vader we verlaten in stilte de kerk 10
Paasnachtdienst, Noorderkerk, 22.00 uur Voor aanvang van de dienst is het stil, de kerk is spaarzaam verlicht, het orgel zwijgt. zingen
psalm 130
1
Uit diepten van ellende roep ik tot U, o Heer. Gij kunt verlossing zenden, ik werp voor U mij neer. O laat uw oor zich neigen tot mij, tot mijn gebed. Laat mij gehoor verkrijgen, red mij, o Here, red!
2
Zoudt Gij indachtig wezen al wat een mens misdeed, wie zou nog kunnen leven in al zijn angst en leed? Maar Gij wilt ons vergeven, Gij scheldt de schulden kwijt, opdat wij zouden vrezen uw goedertierenheid.
Ik heb mijn hoop gevestigd op God de Heer die hoort. Mijn hart, hoezeer onrustig wacht zijn verlossend woord. Nog meer dan in de nachten wachters het morgenlicht, blijf ik, o Heer, verwachten uw lichtend aangezicht.
3
kyriegebed koor
Kyrie eleison, christe eleison, kyrie eleison - muziek Antoni Lotti
lezen
Micha 6: 1 - 8
inleiding op het Beklag Gods Beklag Gods Popule meus, quid feci tibi? Aut in quo constristavi te? Responde mihi.
vertaling Mijn volk, wat heb ik jou aangedaan? Waarmee heb ik jou vermoeid? Antwoord mij.
Quia eduxi te de terra Aegypti: parasti crucem Salvatori tuo.
Want ik heb je uit het land van Egypte geleid - Jij hebt je Verlosser naar het kruis geleid
Ἅγιος ὁ Θεός. Sanctus Deus. Ἅγιος ἰσχυρός. Sanctus Fortis. Ἅγιος ἀθάνατος, ἐλέησον ἡμᾶς.
Heilige God Heilige Sterke Heilige Onsterfelijke, wees met ons begaan.
Quia eduxi te per desertum quadraginta annis et manna cibavi te, et introduxi te in terram satis bonam - parasti crucem Salvatori tuo.
Want Ik heb je gedurende veertig jaren door de woestijn geleid, met manna gevoed, en een weldadig land binnengeleid - Jij hebt je Verlosser een kruis bereid
Sanctus Immortalis, miserere nobis.
11
allen
j j j & b 44 œ œ œ œJ œ œ
A - gi - os o The - os
œ œœœ œ
San - ctus De - us
jj j b & b b 44 œ œ œj œ œ œ œ œ œ œ œ
A - gi - os Is - chy-ros San - ctus For - tis
œ œœ ˙ JJ
Hei - li - ge God
42 ∑
œ œ œj œ œ 42 ∑ J
Hei - li - ge ster - ke.
j b & b b b b b 44 œJ Jœ œ œJ Jœ Jœ œ œ œj œj œ œ
œ œ œj Jœ œ œ J J
A-gi-os A-tha-na-tos, e - lei-son hy - a s San-ctus I - or -ta-lis,
j b & b b b b b œj œj œj œj œ œ œJ œJ œ œJ œJ œJ œjœj œ œ œ œ ˙ i -se-re-re no- is. Hei-li-ge n ster- eli - k-e
Quid ultra debui facere tibi, et non feci? Ego quidem plantavi te vineam meam speciosissimam et tu facta es mihi nimis amara aceto namque sitim meam potasti, et lancea perforasti latus Salvatori tuo.
allen
ees
et ons e -gaan.
Wat meer had Ik voor je moeten doen dat Ik niet gedaan heb? Ik immers heb je geplant als mijn allerschoonste wijngaard: en jij zijt Mij zeer bitter geworden: met azijn heb je mijn dorst gelest en met een lans heb je de zijde van je Verlosser doorboord.
Agios... zie boven
koor Ik heb om jou Egypte en zijn eerstgeborenen gegeseld - en jij hebt mij gegeseld en overgeleverd.
Mijn volk, wat heb ik jou aangedaan, waarmee heb ik jou vermoeid? Antwoord mij.
Ik heb jou geleid uit Egypte en Farao verdronken in de zee - en jij hebt mij geleid naar de hogepriesters. allen gezang 395: 1 12
O Heer, verberg U niet voor mij, wanneer ik mij verberg voor U. Gij weet het, ik ben bang voor U, ontwijk U en verlang naar U. O ga niet aan mijn hart voorbij.
koor
Ik heb voor jou de zee geopend - en jij hebt met een lans mijn zijde geopend.
Mijn volk, wat heb ik jou aangedaan, waarmee heb ik jou vermoeid? Antwoord mij.
Ik ben voor jou uitgegaan in de wolkkolom - en jij hebt mij geleid naar het huis van Pilatus.
allen gezang 395: 2
En wees niet toornig over mij, wanneer ik U geen liefde bied. Ik noem U, maar ik ken U niet, ik buig mij, maar ik ben het niet en mijn gebed is tegen mij.
koor
Ik heb je in de woestijn met manna gevoed - en jij hebt op mij laten regenen vuist en gesel
Mijn volk, wat heb ik jou aangedaan, waarmee heb ik jou vermoeid? Antwoord mij.
Ik heb jou gelaafd met water uit de rots - en jij gaf mij te drinken gal en azijn.
allen
gezang 395: 3
Ik heb voor jou de koningen van Kanaän geslagen - en jij hebt mij geslagen met een rietstok.
Mijn volk, wat heb ik jou aangedaan, waarmee heb ik jou vermoeid? Antwoord mij.
Ik heb jou een koninklijke scepter gegeven - en jij hebt mij gekroond met een doornenkroon.
allen
gezang 395: 4
Spreek zelf in mij het rechte woord. Zo vaak ik woorden voor U vond, heb ik mij in mijn woord vermomd. Nu wacht ik tot Gij zelve komt en spreekt, zodat uw knecht het hoort.
Heer, roep mij als uw dwalend schaap, dat U niet zoekt en U niet vindt. Geef mij, als een die Gij bemint, geef, dat ik als uw eigen kind uw stem mag horen in mijn slaap. 13
koor
Ik heb jou opgetild met grote kracht - en jij hebt mij verhoofd aan het kruis.
Mijn volk, wat heb ik jou aangedaan, waarmee heb ik jou vermoeid? Antwoord mij.
Popule meus, quid feci tibi? Aut in quo constristavi te? Responde mihi.
het wordt nu helemaal donker in de kerk
stilte lezen
Micha 7: 7 - 20
Onze Vader koor “Dans nos obscurités, alume le feu qui ne s’éteint jamais, qui ne s’éteint jamais” - dit wordt een aantal keer herhaald
koor, herhaald door allen
# & # œj
œ
Als
# & œ
œ
œ
œ
is,
lich-tend vuur dat nooit meer
#
#
‰
dooft.
& #œ #
œ
œ J
œ
œ
œ
œ
Als al - les duis-ter
œ
œ
œ
œ
lich-tend vuur dat nooit meer
& #œ
dooft.
14
duis - ter
œ
œ
œ.
œ
#œ
al - les
& œ
gebeden
œ
‰
..
œ
j œ
œ
œ
œ
ont-steek
œ
œ
dan een
œ
œ
dooft, vuur dat nooit meer
œ.
is,
#œ
j œ
œ
œ
œ
œ
œ
ont-steek dan een
œ
œ
dooft, vuur dat nooit meer
zingen
psalm 103: 1. 3 en 4
1
Zegen, mijn ziel, de grote naam des Heren, laat al wat binnen in mij is Hem eren, vergeet niet hoe zijn liefde u heeft geleid, gedenk zijn goedheid, die u wil vergeven, die u geneest, die uit het graf uw leven verlost en kroont met goedertierenheid.
3
Hij is een God van liefde en genade, barmhartigheid en goedheid zijn de daden van Hem die niet voor altijd met ons twist, die ons niet doet naar alles wat wij deden, ons niet naar onze ongerechtigheden vergeldt, maar onze schuld heeft uitgewist.
4
Zo hoog en wijd de hemel staat gerezen boven de aarde, is voor wie Hem vrezen zijn liefde en zijn goedertierenheid. Zo ver verwijderd ‘t westen is van ‘t oosten, zo ver doet Hij van hen die Hij wil troosten de zonden weg, ja Hij heeft ons bevrijd. “Waarom is deze nacht zo anders dan alle andere nachten?”
wij gaan in een grote kring staan Tafelgebed voorganger allen voorganger allen voorganger allen
Vrede u allen.
voorganger
God van Abraham, Izaak, Jakob, Gij die uw volk hebt geleid uit Egypte, God van bewogenheid, God van beweging, Gij die verborgen zijt, nochtans aanwezig.
Gij die ons kent: het werk van uw handen, mensen van hoop en vrees, glorie, misère, mensen op weg naar het land van belofte, aarzelend gaande met vallen en opstaan.
Vrede ook u!
Harten omhoog. Wij heffen ze op!
Laten wij danken de Heer, onze God. Het past ons de Heer te danken!
15
Gij die van ver met uw woord ons nabijkomt, Gij die ons voorgaat, de God die er zijn zal, twistend, vertroostend, beproevend, belovend, waarheid, gerechtigheid, wijsheid en vrede.
Samen met engelen, machten en krachten, doden en levenden, boven, beneden, stemmen wij in met de lof, U gebracht, roepen U aan en zingen U toe:
b &bb C œ &
bbb
œ J
œ œ œ J J
Schep - per van men - sen en
&
œ
Heel
œ œ œj œ J
God
œ œ œ J J
de aar - de
-
Hij
zij ge - ze - gend die komt
&
bbb œ
&
œ
si - an
œ
œ
-
na, o
œ J
HEER
j œ œ
j j œ œ œ
j œ œJ œ
Ho - si - an - na,
j j œ œ œ
œ
is vol
j j j œ œ œ œ œj œ œ œ œ œ J J
-
o HEER
Red - der der we - reld, o kom
lig zijt Gij,
œ œj œ J
œ
œ
j j œ œ œ
œ
van uw glo - rie.
œ J
in
œ J
œ
de ho - ge.
˙
in
uw Naam.
in
de ho - ge.
œ J
œ J
œ
œ
j œ œj œ
œ
ons be - vrij - den.
U zij de glorie om Jezus Messias, licht uit den hoge, aan mensen verschenen, zon van gerechtigheid over de wereld.
Alle gerechtigheid heeft Hij vervuld, wet en profeten ten volle doen gelden, om aan de wereld zijn toekomst te geven. Hij die als meester de minste gediend heeft, Hij die als koning het kruis heeft gedragen,
16
j œ œJ œ
˙
van de mach - ten.
j j œ œ œ
Ho
bbb œ
bbb
j j œ œ œ
œ
&
&
œ J
Hei - lig, ja hei - lig, hoog - hei
bbb œ bbb
œ œ œ
blinkende morgenster, wortel van David, Hij die de weg is, de waarheid, het leven,
die op de avond voordat Hij ging sterven, nacht van verloochening, nacht van verraad, met zijn discipelen maaltijd gehouden en voor zijn vrienden het brood heeft gebroken: Neemt, zei Hij, eet, want dit is mijn lichaam, doet dit tot mijn gedachtenis. Zo ook de beker, die rondging bij allen, die Hij betekenis gaf met de woorden: Dit is het nieuwe verbond in mijn bloed, doet dit tot mijn gedachtenis.
b &bb C œ
œ
œ
œ
œ
&
bbb œ
œ
œ
&
bbb
œ
œ
œ
œ
en de be - ker,
œ
œ
œ
œ
œ
œ
de - lend de dood van de
zijn
œ
œ
Gij
œ
Hem
œ
œ
œ
œ
œ
Red - der der we - reld,
b &bb œ
œ
œ
œ
œ
œ
kom
œ
on - ze hoop, on - ze
˙
le - ven - de Heer,
wij ge - tui - gen van
œ
œ
œ
Steeds als wij ne - men het brood
b &bb œ
œ
œ
œ
œ
œ
œ
œ
œ
œ
œ
œ
œ
œ
œ
œ
die zal ko - men.
ons be - vrij - den,
toe - komst verwach - ting.
Koning der wereld, wij roepen: hoe lang nog alle verbijstering, vrees en verdriet, honger en onrecht, vernedering, leugen, eenzaamheid, ongeluk, dood en verderf? Waak op voor allen die mateloos lijden, alle gemartelden, alle verminkten, alle getuigen van waarheid en recht, allen wier naam staat gegrift in uw hand! 17
b &bb C œ bb
& b œ
œ
œ
œ
œ
œ
Red - der der we - reld,
Gij
œ
œ
œ
œ
œ
on - ze hoop,
on - ze
œ
œ
toe - komstver - -wach - ting.
Redder der wereld (zie boven)
Zoals dit brood was verstrooid op de velden en is geoogst en gebundeld tot één, koren, verzameld tot voedsel van velen, breng zo uw volk in het rijk van uw vrede, haal hen van heinde en verre bijeen, zamel hen op uit de grote verstrooiing, samen met allen die roepen tot U:
b &bb
Lam
˙
Gods,
œ
œ
dat
œ
œ
œ
œ
zingen
œ
œ
ons be - vrij - den,
Zend dan, o God, uw Geest in ons midden, brand uit ons weg alle haat en geweld, maak ons tot mensen met nieuwe verwachting. Wil het gezicht van de aarde vernieuwen, oorlogen smoren, verdrukking verbreken, opdat uw Koninkrijk kome met kracht, en alle dingen voltooid zullen zijn.
œ
œ
kom
b &bb C ˙
œ
œ
œ
œ
draagt
œ
œ
de
j j œ œ œ
œ
zon
-
j œ œj ˙
j œ
de
j œ
der
˙
we - reld,schenk ons ont - fer - ming en kom ons be - vrij - den.
b &bb ˙
œ
Lam
b &bb ˙
œ
Gods,
œ
œ
dat
œ
draagt
œ
œ
œ
œ
de
j j œ œ œ
œ
zon
-
j œ
de
j œ œj ˙
j œ
der
˙
we - reld,schenk ons ont - fer - ming en kom ons be - vrij - den.
b &bb ˙
œ
Lam
b &bb ˙ 18
œ
Gods,
œ
œ
dat
œ
œ
œ
draagt
œ
de
j j œ œ œ œ œ
œ
zon
-
j œ
de
j œ œj ˙
j œ
der
˙
we - reld,kom ons be - vrij - den en geef ons uw vre - de!
vredegroet delen van brood en wijn dankgebed we verlaten de kerk tijdens orgelmuziek: Toccata in F, Dietrich Buxtehude in de bijruimten van dit gebouw heffen wij een glas
Paasnachtdienst, vervolg, 0.00 uur Er brandt een vuur buiten de kerk. Bij het begin van de dienst verzamelt de kerkenraad zich buiten rond het vuur. Daar worden als begin van de Paasviering de paaskaarsen van Den Dolder en Bilthoven aangestoken. De kaarsen worden naar binnen gedragen en het licht verspreid. ondertussen wordt gezongen
Laat juichen heel het hemelkoor van eng’len, laat juichen om die grote Koning, juichen om de overwinning! Laat de trompetten klinken in het rond!
Laat jui allen
&Œ
&˙
jui
&˙
Laat
œ œ œ œ œ œ œ œ ˙
&œ œ œ ˙ œ
laat
-
-
œ
jui
œ
chen
œ
chen
heel het
œ
˙
œ
-
chen
om
œ
om
œ
œ
˙
˙
de
de trom - pet
o
-
˙
ten
he - mel - koor van eng'
œ
œ
die
-
œ
œ
gro - te
œ
˙
œ
œ
Ko
ver - win
klin - ken
-
œ
in
œ œ
œ -
-
len,
˙
ning,
˙
ning!
˙
het rond!
Vol vreugde zij ook de aarde, omstraald door zulk een heerlijkheid! De glorie van de eeuwige Koning! Heel de aarde zij vol vreugde, daar alle duister thans verdreven is. 19
Vol luister straalt de kerk van God op aarde, en juichend klinken Paasgezangen. Laat ook onze eigen tempel luide weerklinken van ons jubellied.
allen
œ œ œ œ œ œ œ œ ˙
&œ œ œ ˙ Laat jui
&Œ
&˙
jui
-
œ
laat
-
&˙
Laat
œ
chen
jui
œ
chen
œ
heel het
œ
˙
œ
-
chen
om
œ
œ
om
˙
œ
œ œ
&
œ
œ ˙
œ
cantor Bren - gen
&
œ
allen Hij
œ
is
œ
wij
œ
œ
-
˙
ten
on - ze
œ
œ
gro - te
œ
˙
œ
œ
Ko
ver - win
klin - ken
-
œ
in
œ
œ -
œ
-
len,
˙
ning,
˙
ning!
˙
het rond!
œ œ œ œ œ œ œ
˙
allen Wij zijn met ons hart bij de Heer.
œ
dank aan
œ
œ
die
o
-
cantor Ver - heft uw hart.
œ
˙
de
de trom - pet
&
he - mel - koor van eng'
œ
œ
œ
de
Heer
œ
œ
œ
dank - baar - heid
œ
on - ze
œ
˙
God.
˙
waar - dig.
Ja, Gij zijt onze dankbaarheid waardig, Vader en Heer van al wat bestaat. Met hart en ziel zingen wij U lof om Jezus Christus, uw Zoon, wiens bloed ons vrijheid en vergeving heeft gebracht. Hij is het Paaslam, dat tot redding van Gods volk in deze nacht voor ons geofferd wordt. In deze nacht trekt Israël uit Egypte en gaat droogvoets door de Rode Zee. In deze nacht wijst een stralend licht de weg, het licht dat alle duisternis verdrijft. In deze nacht heeft Jezus Christus de ketenen van de dood verbroken en is Hij als overwinnar uit de doden opgestaan. 20
Hoe goed zijt Gij, Heer God, hoezeer hebt Gij ons liefgehad. Gij hebt uw Zoon gegeven voor onze bevrijding, zijn dood heeft onze schuldigheid doorkruist, ons lot heeft Hij ten goede gekeerd. Dit is de heilige nacht waarin duisternis wijkt en zonde wordt vergeven, vreugde komt voor droefheid, een gelukkige nacht, waarin God en mensen elkander vinden. Heilige Vader, aanvaard in deze glorierijke Paasnacht het loflied dat de kerk U toezingt nu zij haar licht heeft ontstoken. Laat dit licht onverminderd schijnen, morgen en alle dagen in alles wat wij doen, in heel ons leven. Laat het zijn als de verrezen Christus, de morgenster, die, eens verrezen, nu nimmermeer zal ondergaan. Wij bidden U, Heer, die ons geschapen heeft, geef vrede in onze dagen, laat de vreugde van dit Paasfeest voor ons een blijvende vreugde zijn door Jezus Christus, uw Zoon, onze Heer. allen
Laat juichen... (zie linkerpagina)
“Waarom is deze nacht anders dan alle andere nachten?”
lezen
Genesis 1: 1-4
zingen
gezang 1: 1 en 4
1 God heeft het eerste woord. Hij heeft in den beginne het licht doen overwinnen, Hij spreekt nog altijd voort.
2
God heeft het eerste woord. Voor wij ter wereld kwamen, riep Hij ons reeds bij name, zijn roep wordt nog gehoord.
3
God heeft het laatste woord. Wat Hij van oudsher zeide, wordt aan het eind der tijden in heel zijn rijk gehoord.
4 God staat aan het begin en Hij komt aan het einde. Zijn woord is van het zijnde oorsprong en doel en zin. 21
“Waarom is deze nacht anders dan alle andere nachten?”
lezen
Exodus 12: 1 - 11
zingen
psalm 81: 1, 4, 5 en 8
Jubelt God ter eer, Hij is onze sterkte! Juicht voor Israëls Heer, stem en tegenstem springen op voor Hem die ons heil bewerkte.
1
4
God heeft ons gezegd nooit gehoorde dingen. Heilig is ‘t en recht nu en t’ allen tijd Hem die ons bevrijdt vrolijk toe te zingen.
5
Onder lasten zwaar waart gij haast bezweken. Groot was het gevaar Ik vergat u niet, in het doodsgebied gaf Ik taal en teken.
8
Ik ben HIJ DIE IS; God wil Ik u wezen. Uit de duisternis van de slavernij maakte Ik u vrij; hebt gij nog te vrezen?
“Waarom is deze nacht anders dan alle andere nachten?”
lezen
Lucas 24: 1 - 12
zingen
gezang 222
1
Jezus is ons licht en leven! Hij, die, aan het kruis geheven, met zijn bloed ons heeft gekocht, heeft nu vorst’lijk overmocht. Hij kan niet gebonden wezen; als een held is Hij verrezen! Halleluja! Halleluja!
2
Hij heeft ridderlijk gestreden, hel en duivel neergetreden; woedt de vijand nog zo zeer, schaden kan hij ons niet meer. Sion moet Hem dank bewijzen en met luider stemme prijzen. Halleluja! Halleluja!
22
3
‘t Leven heeft de dood verslonden; wat geboeid is, wordt ontbonden. Dood, waar is uw overmacht, waar uw prikkel, waar uw kracht? ‘s Heren vrijgekochten hopen, want de hemel gaat hun open. Halleluja! Halleluja!
uitleg en verkondiging zingen
psalm 42: 1 en 3
1
Evenals een moede hinde naar het klare water smacht, schreeuwt mijn ziel om God te vinden, die ik ademloos verwacht. Ja, ik zoek zijn aangezicht, God van leven, God van licht. Wanneer zal ik Hem weer loven, juichend staan in zijn voorhoven?
3
Hart onrustig, vol van zorgen, vleugellam geslagen ziel, hoop op God en wees geborgen. Hij verheft wie nederviel. Eens verschijn ik voor den Heer, vindt mijn ziel het danklied weer. Hij mijn God, Hij heeft mijn leven dikwijls aan de dood ontheven.
de gemeente neemt zoveel mogelijk in een brede kring plaats rond de doopvont het water wordt in de doopvont gegoten. verzaking en geloofsbelijdenis voorganger
In de doop zijn wij met Christus begraven om met Hem ten leven te worden opgewekt. Daarom vraag ik u die in deze nacht uw doop wilt beamen, uw stem te verheffen en mij antwoord te geven: Wilt u de Heer uw God dienen en naar zijn stem alleen horen? 23
allen
Ja, dat wil ik.
voorganger
Wilt ge u verzetten tegen alle machten die als goden over ons willen heersen?
Ja, dat wil ik.
allen
voorganger
Wilt u ieder slavenjuk afwerpen en leven in de vrijheid van Gods kinderen?
Ja, dat wil ik.
allen
voorganger
Schaamt u dan niet de Christus te belijden, want het evangelie is een kracht Gods tot behoud van ieder die gelooft; En belijdt in gemeenschap met de kerk van alle eeuwen en plaatsen:
allen (spreken) Ik geloof in God de Vader, de Almachtige,
Schepper van hemel en aarde. En in Jezus Christus, Zijn eniggeboren Zoon, onze Here; die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria; die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven, neergedaald in de hel; op de derde dag opgestaan uit de doden; opgevaren naar de hemel, en zit aan de rechterhand van God, de almachtige Vader; vanwaar Hij komen zal om te oordelen de levenden en de doden. Ik geloof in de Heilige Geest. Ik geloof één heilige, algemene, christelijke kerk, de gemeenschap van de heiligen; vergeving van de zonden; wederopstanding van het lichaam; en het eeuwige leven. Amen
24
eenieder keert terug naar terug naar zijn zitplaats
Cantate door projectkoor m.m.v. Mette Rooseboom, sopraan Netty Otter, alt João Moreira, tenor Robert Hoving, bas Laura Brüggen, viool Stijn Schmeddes, viool Tom Moonen, altviool Bas Egberts, altviool Robert Smith, cello
Christ lag in Todesbanden Für unsre Sünd gegeben, Er ist wieder erstanden Und hat uns bracht das Leben; Des wir sollen fröhlich sein, Gott loben und ihm dankbar sein Und singen halleluja, Halleluja!
Christus lag in doodszwachtels Voor onze zonden gegeven, Hij is weer opgestaan. Daarom moeten wij vrolijk zijn, God loven en Hem dankbaar zijn En zingen alleluia. Alleluia!
Den Tod niemand zwingen kunnt Bei allen Menschenkindern, Das macht’ alles unsre Sünd, Kein Unschuld war zu finden. Davon kam der Tod so bald Und nahm über uns Gewalt, Hielt uns in seinem Reich gefangen. Halleluja!
De dood kan niemand dwingen, Bij alle mensenkinderen, Dit alles doet onze zondigheid. Geen onschuld was te vinden, Daarom kwam de dood zo snel En overmeesterde ons; Hield ons in zijn rijk gevangen. Alleluia!
Jesus Christus, Gottes Sohn, An unser Statt ist kommen Und hat die Sünde weggetan, Damit dem Tod genommen All sein Recht und sein Gewalt, Da bleibet nichts denn Tods Gestalt, Den Stach’l hat er verloren. Halleluja!
Jezus Christus, Gods Zoon, Is in onze plaats gekomen, heeft de zonde weggenomen En daarmee de dood beslecht: Al zijn recht en geweld, Er blijft niets over van de gestalte van de dood. De stekel heeft hij verloren. Alleluia!
25
Es war ein wunderlicher Krieg, Da Tod und Leben rungen, Das Leben behielt den Sieg, Es hat den Tod verschlungen. Die Schrift hat verkündigt das, Wie ein Tod den andern fraß, Ein Spott aus dem Tod ist worden. Halleluja!
Het was een wonderlijke oorlog, Omdat de dood en het leven streden. Het leven behaalde de overwinning, Het heeft de dood verslagen. De Schrift heeft verkondigd Hoe de ene dood de andere verslond. De dood is tot spot gemaakt. Alleluia!
Hier ist das rechte Osterlamm, Davon Gott hat geboten, Das ist hoch an des Kreuzes Stamm In heißer Lieb gebraten, Das Blut zeichnet unsre Tür, Das hält der Glaub dem Tode für, Der Würger kann uns nicht mehr schaden. Halleluja!
Hier is het waarachtige Paaslam Dat God heeft geboden, Dat Zich hoog aan de stam van het kruis bevindt; In warme liefde geofferd, Het Bloed tekent onze deuren. Dat houdt het geloof de dode voor. De worger kan ons niet meer schaden. Alleluia!
So feiern wir das hohe Fest Mit Herzensfreud und Wonne, Das uns der Herre scheinen lässt, Er ist selber die Sonne, Der durch seiner Gnade Glanz Erleuchtet unsre Herzen ganz, Der Sünden Nacht ist verschwunden. Halleluja!
Laten wij dus dat Hoogfeest vieren Met vreugde van hart en gelukzaligheid, Dat de Heer over ons schijnen laat. Hijzelf is de Zon Die door zijn genadige glans Onze harten geheel verlicht. De nacht der zonde is verdwenen. Alleluia!
Wir essen und leben wohl In rechten Osterfladen, Der alte Sauerteig nicht soll Sein bei dem Wort der Gnaden, Christus will die Koste sein Und speisen die Seel allein, Der Glaub will keins andern leben. Halleluja!
Wij eten en leven wel In het juiste Paasmaal. Het oude zuurdesem moet zich niet Bij het Woord van genade bevinden. Christus wil de maaltijd zijn En spijzigen de ziel alleen. Het geloof laat zich niet anders leven. Alleluia!
26
dankgebed zingen
U zij de glorie
U zij de glorie, opgestane Heer! U zij de victorie, nu en immermeer. Uit een blinkend stromen daald’ een engel af, heeft de steen genomen van ’t verwonnen graf. U zij de glorie, opgestane Heer! U zij de victorie, nu en immermeer. Ziet Hem verschijnen, Jezus onze Heer! Hij brengt al de zijnen in zijn armen weer. Weest dan volk des Heeren, blijd’en welgezind en zegt telkenkere: “ Christus overwint!” U zij de glorie, opgestane Heer! U zij de victorie, nu en immermeer. Zou ik nog vrezen, nu Hij eeuwig leeft, die mij heeft genezen, die mij vrede geeft. In Zijn Godd’lijk Wezen is mijn glorie groot, niets heb ik te vrezen in leven en in dood. U zij de glorie, opgestane Heer! U zij de victorie, nu en immermeer. wegzending en zegen
allen
&
#
œ œ
a men
U bent van harte welkom bij de volgende activiteit om 06:30 uur, dan wandelen we naar Den en Rust vanaf de Julianakerk. Even na 07.00 komen we daar aan. Bij zonsopkomst wordt het Paasevangelie gelezen en wordt een enkel Paaslied gezongen. Om 10.30 uur is de Paasochtenddienst in de Noorderkerk. LET OP: Vannacht gaat de zomertijd in. 27