Winters Jacobus Luitenant 10e linieregiment 18-5-1890 - 18-4-1918 Gestorven voor België
Dagboeken getrokken uit den oorlog van 1914
VOORWOORD ..................................................................................................................................... 2 WIE WAS JACOBUS WINTERS? ...................................................................................................... 3 EERSTE DAGBOEK. ........................................................................................................................... 4 1914 ................................................................................................................................................................. 5 1915 ................................................................................................................................................................. 9 1916 ............................................................................................................................................................... 15
TWEEDE DAGBOEK. ...................................................................................................................... 17 1917 ............................................................................................................................................................... 17 1918 ............................................................................................................................................................... 43
8 APRIL 1918 ................................................................................................................................... 50 VERKENNINGSOPDRACHT IN DE NACHT VAN 8 OP 9 APRIL .......................................... 54 INVENTARIS BEZITTINGEN ........................................................................................................ 56 FAMILIEFOTO .................................................................................................................................. 57
Dagboeken J.Winters
Pagina 1
Voorwoord
Beste lezer,
Op 18 mei 1890 werd in Grote-Brogel (Limburg, België), op de huidige pastorijhoeve, Jacobus Winters geboren. Niets bijzonders zal u zeggen... En we zouden u volmondig gelijk geven als er niet enkele van zijn dagboeken waren opgedoken waarin hij zijn tijd in de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog beschrijft.
Dit boekje neemt u mee naar het begin van de vorige eeuw: de wereld stond in brand. Nooit voorheen hadden mensen op zo'n grote schaal oorlog gevoerd. Nooit voorheen waren er zoveel mensen gesneuveld. Nooit voorheen was er zoveel zinloos geweld...
Door het publiceren van zijn dagboeken willen we u in de eerste plaats doen stilstaan bij de machteloosheid van de kleine man bij dergelijke gebeurtenissen. Lees daarom zijn notities in zijn dagboeken.
Dagboeken J.Winters
Pagina 2
Wie was Jacobus Winters? Jacobus werd op 18 mei 1890 te Grote Brogel op de huidige "Pastorijhoeve" geboren. Hij was de oudste van de 12 kinderen van Christiaan Winters en Gertrudis Vrolix. Zijn vader was landbouwer, voorzitter van de Boerengilde en tevens gedurende 32 jaar burgemeester van Grote Brogel. Na de lagere school te Grote Brogel studeerde Jaak verder aan het college te Peer, St. Roch(?) en Leuven. Wat voor die tijd als oudste landbouwerszoon niet zo normaal was. Welke richting hij in Leuven volgde, hebben we niet kunnen achterhalen.
Op 3 oktober 1910 werd hij opgeroepen om zijn legerdienst te doen. Hij werd ingedeeld bij het 11de Linie Regiment en deed zijn legerdienst te Beverlo. Op 14 maart 1912 zwaaide hij, na 18 maanden dienst, af. Echter niet voor lang, want van 2 tot 12 juni 1912 werd hij voor 10 dagen terug opgeroepen. In 1913 werd hij weer opgeroepen: voor de grote manoeuvres. Daarna volgde nog een oproep van 2 tot 12 juni 1914. Op 29 juli 1914 werd hij naar Luik geroepen voor de Grote Oorlog...
Wat hij daar meemaakte kunnen we verderop lezen in de dagboeken...Tijdens de terugtrekking van het Belgische leger naar de IJzervlakte noemt hij achtereenvolgens Luik, Haecht, Mechelen, TisseltBlaesvelde, Lokeren, Dixmuide, Stuyvekenskerke, Oud-Stuyvekenskerke en Pervijze als verblijfplaatsen. Na een jaar oorlog werd hij, op 22 juli 1915, korporaal. Enkele maanden nadien, op 7 november, werd hij sergeant. Op 17 maart 1916 werd hij bevorderd tot adjudant en wordt hij ingedeeld bij het 10de linieregiment 7de compagnie. Op 24 juli 1917 werd hij onderluitenant en gaat hij naar de 9de compagnie. Op 10 augustus 1917 gaat hij naar de 10de compagnie. Hij vermeldt nog volgende stamnummers: 56548 voor het 10de linie, 57709 voor het 11de linie en 64316 voor het 10de linie tijdens de oorlog.
Militaire identificatiefiche
Dagboeken J.Winters
Pagina 3
Eerste dagboek. Het eerste dagboek dat wij terugvonden begint met
"Dagboek getrokken uit den oorlog van 1914 - 2e Boek".
We vermoeden dat hij zijn eerste boekje tijdens de chaotische terugtocht van het Belgische leger, ergens tussen Luik en de Westhoek is kwijt geraakt. Zijn eerste regels:
G.Z.J.C. Mijn God red ons arme vaderland uit de klauwen der barbaren en geef Uwen schoonen Hemel aan al mijne gevallen makkers. Bewaar me, doch niet mijn, maar Uw wil geschiede, o mijn goede God spaar vooral mijn Ouders en mijn gansche familie.
Zijn eerste verhaal vermeldt geen datum of plaats, maar alles wijst er op dat het om Diksmuide gaat.
Dagboeken J.Winters
Pagina 4
1914 Oktober 1914 Op de groote Plaats is hij door een dichtbijspringende obus aan mond, arm en hand gekwetst geworden en zijn makker, Jantje Segers werden de twee beenen ook afgerukt. Ik keer terug maar mag de brug niet over wijl obussen volop op den boulevard vallen. Pas 2 minuten geleden vielen daar 4 obussen tegelijk in eene compagnie marins, waarvan rond de 50 gedood of gekwetst wierden. Ik schuil dan in een huis tot de duisternis invalt. Dan, bajonet op't geweer, den vinger aan den haan en de brug over de stad in. Aan de groote Plaats omtrent houdt onze 1e sergeant Badart mij tegen en doet mij in een kelder gaan waar nog 8 mannen van ons peloton schuilen. Zij slapen op matrassen. Ik leg me ook te rusten. Rond middernacht hooren we trompetgeschal en hoerrageroep. 't Zijn de troepen des keizers die, een gansch bataljon (1000) sterk, in stad gedrongen zijn na eene tranchée ingenomen te hebben. We wanen ons gevangen. We hooren den rik-tik van de mitrailleuzen en eenige geweerschoten. Daarna niets dan een akelig langgerekt hoh-hohgeroep en dan ... stilte. Ik kan 't niet meer uithouden, neem mijn geweer en ga buiten staan om te loeren wat er omgaat. Ginds branden huizen op 't einde der straat, maar ik zie geen sterveling. Toch, ginds komt een marin kalm en rustig aangestapt om orders te dragen. Ik ga hem tegemoet en vraag hem of hij niets weet. Niets nieuws zegt hij. Ik keer terug naar den kelder en stel de anderen gerust. We slapen voort tot tegen 5 uren 's morgens. Dan, er wordt niet meer gebombardeerd en 't is tijd dat we vertrekken, willen we vóór den klaren in de loopgrachten zijn. We stappen en tegen half 6 zijn we op onze plaats, waar we nu en dan een schot lossen op de Duitschers die op 800 meter vóór ons op en af dragen met stroo naar de tranchées. Ziehier hoe het afliep met de Duitschers die erin gelukten in stad te dringen. Hunne aankomst meldende door trompetgeschal en hoerrageroep hadden de marins van over de brug den tijd zich voor den IJzer te scharen en de Duitschers af te wachten, die in opeengedrongen rangen op de brug aanrukten. Daar wierden ze door onze en de fransche mitrailleuzen ontvangen. Een 40-tal Duitschers gelukten erin over de brug te komen, doch wierden aan de bajonet gerijgd. Dan deden de marins een mooien aanval met het blanke wapen en doodden bijna al de Duitschers die stervend en huilend hoh-hoh riepen. Sommigen vluchtten in de kelders maar werden er 's anderendaags door de fransche patroeljen gevangen genomen. Hier moet ik melding maken van een geval waarin ik een klaar bewijs vind van de bescherming die O.L.V. onze goede Hemelmoeder mij sedert het begin van den oorlog verleend heeft. Het begon dus klaar te worden toen we in onzen trachée aankwamen. Jef Haegdorens stond nevens mij. Hij keek eens over den tranchée en zag twee Duitschers op 800 meter vóór ons. Zij droegen stroo naar hunnen tranchée. Jef zei:" schiet eens". Ik neem mijn geweer en wil het laden. Maar Jef zegt:" neem mijn geweer, 't is geladen". Ik neem het, leg aan en: kets, de slag ging niet af. Ik neem de kardoes uit 't geweer en laat ze Jef zien. Ik leg de hand boven op 't geweer en verschrik. Immers de loop steekt vol aarde en nu begrijp ik waarom de slag niet afging. 't Is O.L.V. die mij beschermd heeft op zichtbare wijze, want, was de kogel afgegaan, dan was het geweer gesprongen en ik was zeker gedood alsook mijne omstaande makkers. Ik dank mijne goede Hemelmoeder en 't mirakel scheen
Dagboeken J.Winters
Pagina 5
mij nog zekerder toen ik, na het geweer gekuischt te hebben, dezelfde kardoes erop stak want deze keer ging de slag af en moet raak geweest zijn want ik zag een Duitscher vallen. Van tijd tot tijd gelukken we erin een Duitscher neer te schieten. Zij schieten terug, maar raken niemand. Tegen 3 uren namiddag komt eene compagnie van het 1e linie ons aflossen. In "pas gymnastique" doorlopen we de stad en dan naar Lampernisse langs Oostkerke. We slapen er. Dinsdag 27 oktober vervoegen we onze compagnie en gaan in reserve liggen tegen den talus van den ijzerweg aan Oostkerke. 's Avonds slapen te Lampernisse. 's Anderendaags, Woensdag, leest men ons een dagorder af van den koning aan zijne soldaten, meldend dat de brigade B (11e en 12e) gedekoreerd zijn met 't order van Leopold en dat de naam "Dixmuide" op ons vaandel zal gebrodeerd worden. Dit alles om ons te beloonen voor onzen heldenmoed te Dixmuide aan den dag gelegd. De dagorder wordt toegejuicht. 't Is onze 2e onderscheiding. De 1e kregen we na Luik alwaar de 3e divisie zich schitterend onderscheidde en Frankrijk redde. Daarom wierd de stad Luik en de 3e divisie door Frankrijk gedekoreerd met het orde van 't Eerelegioen. In de namiddag vertrekken we naar "La Panne" om rust te nemen. We slapen er maar bij de eerste morgenschemering trekken we langs het strand tot in de duinen van Coxyde. We vernemen dat we misschien terug het gevecht in moeten. Immers, eene uit Frankrijk verwachtte divisie is niet kunnen aankomen. In angstige afwachting liggen we den ganschen dag in 't zand der duinen. Tegen 6 uur ' avonds komt de tijding: "voorwaards". "In Gods naam, plicht vóór alles" zeggen onze jongens. We rukken op langs Oost-Duinkerke, Wulpen, Veurne en komen rond half drie 's morgens van den vrijdag te Rousdamme, een gehucht bij Avekapelle aan. Na 7 uren door den regen gemarcheerd te hebben. Tal de mannen zijn ziek van ellende, en toch zonder morren aanvaarden ze de zware taak. We slapen zoo goed het gaat en om 6 uren 's avonds op weg naar de tranchées op eerste lijn, te weten, tegen den ijzerweg van Pervijze naar Dixmuide. Daar niets nieuws. Pervijze is over eenige dagen gebombardeerd geweest.De kerk en toren zijn uitgebrand en gansch doorschoten. De toren helt over en kan haast vallen. Geen enkel huis is kogelvrij gebleven. 't Is droevig -Dixmuide, Kaeskerke, Stuivenkenskerke, Oud -Stuivekenskerke, Pervijze, zoovele dorpen verwoest en kerken uitgebrand. Zaterdag avond om 6 uren afgelost en slapen te Avecapelle.
Dagboeken J.Winters
Pagina 6
Zondag 1 november 1914 Allerheiligendag. Ben ziek en blijf in 't stroo tot 's anderendaags. Maandag 2 november 1914 Allerzielendag. De compagnie is van gisterenavond terug naar de vechtlijn. Ik profiteer van de mij gegonnen rust om mis te hooren. Dinsdag 3 november 1914 H. Mis. Woensdag 4 november 1914 H. Mis. Tegen den avond compagnie naar Rousdamme op reserve tot morgen en van daar naar de vechtlijn. Zoo zal het blijven gaan zoolang we op den IJzer liggen. Een dag rust te Avecapelle, een te Rousdamme en den 3den in de tranchées. Zaterdag 7 november 1914 De compagnie heeft rust. Zondag 8 november 1914 Vroeg opstaan om biechten te gaan en te communie. 't Was 8 weken geleden dat ik nog de kans gehad had en 't deed me deugd nog eens den goeden God in mijn hart te voelen en te denken dat Hij het is die mij tot nu toe gespaard heeft. Volgende dagen geen nieuws. Altijd: een dag in Avecapelle op rust, een dag op reserve in Rousdamme en een dag in de tranchées. Van tijd tot tijd is 't uitdeeling van hemden, kousen en neusdoeken. Een keer in vóórwacht geweest op 200 meter achter 't kasteel van Viconge. Voor en achter ons niets dan water. Om er te komen, hebben we, korporaal Caelen en 6 mannen tot de knieën door 't water gebaad. Moesten de Duitscher komen, we zijn gevangen want terugtrekken is onmogelijk. Gelukkig gaat de dag der wacht rustig voorbij. Zaterdag 19 december 1914 Nieuwjaarsbrief naar huis geschreven. Maandag 21 december 1914 's Avonds terug uit de tranchées niet meer naar Avecapelle, maar naar Eggewaertskapelle, 20 minuten dieper het land in. Vrijdag 25 december 1914 's Avonds van den 24en terug uit de tranchées. Om middernacht juist beginnen eenige jongens Kerstliederen te zingen. Even erna hooren we hevig geweer- mitrailleuzen- en kanonvuur al de kanten van Nieuwpoort. Dat duurt 1/2 uur, daarna niets meer. We vernemen dat er de Duitschers begonnen zijn met Weinachtenliederen te zingen, dan de Franschen en de Belgen. Dan deden de Duitschers een hevigen aanval die moedig afgeslagen werd. Om 5 uren wekt me een kameraad. Vele anderen staan ook op, we wasschen ons en dan naar de schoone kerk want de Kerstmis begint om 6 uren. Ik ga te communie, 's avonds te voren was ik te biechten geweest.
Dagboeken J.Winters
Pagina 7
Rond 11 uren uitdeling der Kerstgeschenken ons door verschillende liefdadige werken geschonken. We krijgen dan ieder een goed stuk hollandsche kaas, 1/4 kilo tabak of 50 cigaretten naar keuze en 2 flesschen wijn per 5 man, alsook ieder eene grooten pot confiture, een groot pak chocolade met een driekleurig briefje op den bovenrand dragend als opschrift: Soldaten van den IJzer, het vaderland is fier op u. Dan nog uitdeling van chales, hemden, neusdoeken, kousen enz.. Zondag 27 december 1914 Ik kom terug uit den tranchée en klim de ladder op om naar onzen logeerschelf op te klimmen. Eens boven roept een vreemde stem mijnen naam. Ik keer me om, zie ... en val in de armen van mijn vriend Fons Coninx van Zonhoven dien ik sinds Luik krijgsgevangenen der Duitschers waande. We omarmen elkaar met drift, dan gauw geweer en ransel af, goed gezeten 1 pijp opgestopt en dan vertelt Fons me hoe hij te Luik gebleven en er later ontsnapt was om langs Londen en Calais het front weer te vervoegen. 't Was bijna 11 uren eer wij beiden uitverteld waren. Nu ga ik weer met goesting naar den tranchée, nu ik mijn trouwen vriend weergevonden heb. We waren met vieren in 't begin, een is in Munster krijgsgevangen sinds den slag van Luik (Spaas) en Jef Boonen bleef dood in den slag van Haecht. Donderdag 31 december 1914 's Avonds gaan we naar de hoeve van piquet te Oostkerke en denken er gerust en al slapende het oude jaar aan het nieuwe te knoopen. Maar jawel om elf uren word ik wakker. Ik luister: oez-oez-.. 2 obussen der Duitschers komen over en gaan 2 kilometers verder in eene weide vallen. 5 Minuten erna moeten we in tenue en seffens rukken we op. De kommandant zegt dat men een aanval der Duitschers vreest. We gaan de troepen in de tranchées versterken en blijven er tot 3 uren zonder dat we kans krijgen een enkelen Duitscher te zien. Gelukkig dat het een kalme en zachte Oudejaarsavond is. Tegen 3 uren keeren we terug en mogen we slapen gaan. We lachen ondereen en zeggen dat die eenige kanonschoten een nieuwjaarswensch der Duitschers was. Immers om 11 uren juist wierden ze afgeschoten en het Duitsch uur gaat 1 uur vóór op het Belgische zoodat het juist nieuwjaar was.
Dagboeken J.Winters
Pagina 8
1915 Zaterdag 2 januari 1915 's Avonds bij 't terugkeeren uit de tranchées gaan we naar Veurne voor 4 dagen voor de inenting tegen typhus. We logeeren in een hoek der groote en prachtige Ste Walburgakerk. Zondag 3 januari 1915 Als nieuwjaarsgeschenk krijgen we per man eene flesch wijn, eene houten pijp of 50 sigaretten naar beliefte en 3 bollen zeep. Om 7 uren naar eene groote zaal. Inenting tegen typhus. In 't begin geen pijn, maar dan verdoving van den linkerarm en schouder. Ga vroeg slapen. Maandag 4 januari 1915 Ben bijna genezen. Doe inkoopen en wandel. Breng de rest van den dag door in eene herberg. Dinsdag 5 januari 1915 De pijn is gansch weg. Woensdag 6 januari 1915 Driekoningendag Rond half 3 namiddag vertrekken we naar La Panne waar we gedurende 10 dagen rust gaan genieten. Donderdag 7 januari 1915 Gewandeld. Zondag 10 januari 1915 Revue van onze brigade voor den koning. Doornat geworden. Woensdag 13 januari 1915 Prise d'armes, revue en défilé voor den generaal. Doornat geworden. Vrijdag 15 januari 1915 Vertrek uit De Panne naar Eggewaertscapelle. 4 Bataillons voortaan. Zaterdag 16 januari 1915 Naar de boerderij van piquet. Zondag 17 januari 1915 Om half vijf 's morgens vertrek naar de groote wacht in Oud-Stuivekenskerke. Om er te komen, water tot de knieën. In 't water gevallen en zou verdronken zijn zonder de hulp van Verbeek van Zonhoven. In het wachthuis stond ook water. 24 uren in eene kleerkas gezeten, 3 uren wacht gehad. Woensdag 20 januari 1915 Uitdeeling van chocolaad gegeven door de koningin en citoyen Vandervelde. Maandag 25 januari 1915 Boerderij van 't piquet. Rond middag mag ik naar Eggh. gaan om naar 't "peloton spécial" te gaan . Ik had die aanvraag over 2 dagen gedaan en 't is aangenomen. Dus ben ik van eenheid veranderd.
Dagboeken J.Winters
Pagina 9
Ons doel is: verkenningen doen vóór de eerste lijn. We marcheeren per 15 man iederen dag voor 24 uren. Alle 4 dagen komt mijne beurt terug. Woensdag 27 januari 1915 Voor den eerste keer mede patrouille geweest, maar niets gezien dan een lijk in verre staat van ontbinding. Vrijdag 29 januari 1915 Onze posten te Stuivekenskerke en te Oud-Stuivekenskerke worden overrompeld en onze mannen wijken zonder verlies, naar de eerste lijn achteruit. Zaterdag 30 januari 1915 Na een hevig bombardement van den kant onzer artillerie worden onze posten hernomen. 's Nachts nieuwe aanval der posten maar afgeslagen. Dinsdag 9 februari 1915 Het 11e naar de Panne op rust. Wij vervangen het in de tranchées. Dinsdag 16 februari 1915 Den 16en Febr. komen ze terug, doch we doen den dienst der loopgrachten door in vervanging van een regiment Jagers dat op zijne beurt rust gaat nemen. Woensdag 17 februari 1915 Den 17e Febr. voor de laatste keer naar de loopgrachten. Woensdag 3 maart 1915 We gaan op rust te Bulscamp achter Steenkerke. 't Is een groot en schoon dorp waar alles te krijgen is. De kerk heeft veel weg van die van Groote Brogel, ten minste van buiten. De toren is gansch in brikken, zelfs het spits, hetgeen hier op vele plaatsen het geval is. 't Is een machtige toren en schoon, die zeker als monument mag aangetekend worden. Verder is er een groot klooster met Godsgasthuis. We liggen in de gemeenteschool en de tram loopt vóór ons logist. Zaterdag 13 maart 1915 Wandeling na den middag. Teruggekomen rond 4 uren, komt plots de tijding dat we moeten optrekken aanstonds. Onze kompagnie moet het kasteel van Vicogne innemen. Dat kasteel is door Duitschers bezet en ligt enkel 400 meters van onzen post en 200 meters van den IJzer. In Eggewaertscapelle aangekomen zegt men ons dat we ons moeten gereed houden om de andere helft te renforceeren in geval van nood. Men laat ons met rust. Zondag 14 maart 1915 's Morgens komen de mannen binnen en natuurlijk worden ze ondervraagd. Ze hebben het kasteel niet kunnen naderen omdat er nog 60 meters breed water vóórstaat. Deze namiddag gaat de andere helft der kompagnie op rust naar De Panne. Maandag 15 maart 1915 Portret gekregen van Julienne.
Dagboeken J.Winters
Pagina 10
Dinsdag 16 maart 1915 3 Kameraden zijn op vischvangst geweest. Terwijl ik brieven schreef naar 't huis, komen ze me roepen om te soupeeren. Waarlijk hun visch, snoek, braessem en witvisch was lekker. Ook heb ik mijn buiksken eene zielmis gelezen. Nacht van maandag op dinsdag 22-23 maart 1915 Zondag 21 Maart ben ik op post geweest. Niets nieuws. Na de 24 uren dienst, verwachtten we onze aflossers, doch ze kwamen niet. Niet wetende wat te denken, besloten we te blijven tot 's morgens. Even erna zei ons de adjudant bevelhebber van den post n° 2 der groote wacht dat de Cie Sp. de petroltanks ging innemen. 't Was dus daarom dat we niet afgelost werden. De tanks bevinden zich op 2 ½ kil. van onzen post. Om half elf gingen we in tirailleur (vechtorde) liggen op het veld om de veiligheid te verzekeren der werkers die loopgrachten komen maken. Rond middernacht hooren we de eerste geweerschoten aan de tanks. Dan volop terwijl de Duitschers fusées smijten om het terrijn te verlichten. De ballen snorren om ons heen, eene zelfs kwam kort aan mijn oor snorren. Eensklaps stilte. Dan eenige kanonschoten van den Pruis rond de tanks hetgeen ons doet denken dat onze mannen de tanks ingenomen hebben. Dan nieuw geweervuur. 's Morgens terug naar Eggewaertskapelle zonder afgelost te zijn. We vernemen dat de tanks niet ingenomen zijn . Genaderd tot op 40 meters wierden ze gezien door de schildwacht. Hij wierd gedood en dit gaf het sein aan de Duitschers. We hebben enkel 3 lichtgekwetsten. Een andere keer mogen 't beter gaan. Maandag 29 maart 1915 Paschen gehouden. Dinsdag 30 maart 1915 De "compagnie spéciale" is op hooger bevel ontbonden daar er op 't front geene bijzondere diensten meer te doen zijn. Ieder gaat dus naar zijne compagnie terug, ik naar 3/1. 3/1 ligt op rust in De Panne. We gaan er dus naar toe. Woensdag 31 maart 1915 Marche naar Adinkerke en zoo op 't fransch grondgebied naar Ghyvelde en Bray-Dunes en zoo langs 't strand naar De Panne terug. Te Bray-Dunes op 't strand, gezien eene onderzeesche mijn aan 't strand gespoeld. 1 Meter doorsnede, ronde bol met van boven plat deksel en kamprad. Paaschdag Kommunie en 2 missen. Volledige rust. Paaschmaandag Om 8 uren 's morgens vertrek naar Eggewaertskappelle. 's Avonds piket in de loopgrachten. 20 april tot 30 april 1915 De Panne
Dagboeken J.Winters
Pagina 11
Zondag 13 - maandag 14 juni 1915 Den 13en lagen we in piket in den loopgracht voor het routehuisje van Oud-Stuivekenskerke. Tegen den avond meldde men ons dat onze compagnie het pachthof " Den Toren" moest aanvallen. Dit pachthof is fel versterkt door de Duitschers die er sinds den winter in standhouden. De zakken laten we in de loopgrachten achter. Tegen tien uren 's avonds vooruit. We rusten even aan de groote wacht en dan verder. We verzamelen achter eenen abri der uiterste voorposten. Dan beginnen onze batterijen Den Toren te bombardeeren gedurende 10 minuten. Honderde obussen fluiten over ons hoofd om met razend geweld in en rond het pachthof op 200 meters vóór ons te ontploffen. Eenige obussen vallen te kort en maken 3 of 4 gekwetsten in onze rangen. Dan tusschenpoos van 15 minuten en dan nieuw bombardement heviger nog. Ik lach want dat muziek staat me aan en nochtans, 't is om razend zot te worden dat akelig gefluit over ons. Dan verlegt de artellerie haar geschut om de toegangswegen tot het pachthof onder schot te houden. 't Is het signaal. We kruipen over de boyau's (verbindingsloopgraaf) en op den buik vooruit door het hooge gras. De pelotons kruipen 't een nevens 't ander op een front van 200 meters. Ik blijf achter een boyau toezien want ik ben délégué der Cie. Men zou zeggen dat al de Duitschers dood gebleven zijn in 't pachthof want ze schieten niet alhoewel de Cie nog enkel op 70 meters van de hoef is. Het 1e peloton geraakt aan een duitschen vooruit geschoven tranchée: twee duitschers loopen weg, de eene krijgt een bajonetsteek in den nek en valt. De andere vlucht door een boyau. Ze kruipen over den tranchée en de uiterste linkerman van 't 1e peloton komt bij een dikken boom waar een schildwacht staat. Hij wordt doorstoken en weer vooruit. Het 1e pel. houdt stil aan eene prikkeldraadversperring die ze overknippen. Op 30 meters van 't pachthof rust het 1e peloton. Het 2e peloton komt achterna. Intusschen is 't 3e pel. langs den linkerzijkant vooruit gedrongen in de flank. Zij komen op hoogte van 't 1e pel. en rusten. Twee mannen van 't 3e pel. dringen alleen vooruit op patrouille. Ze komen voor eene nieuwe hinderpaal van prikkeldraad. Eene springt erover, geen schaar hebbende om ze over te knippen. De andere blijft op wacht. De 1e sluipt vooruit, komt aan de hoeve en ziet de muil eene machiengeweer door den loopgracht uitsteken. Hij grijpt de muil ervan vast en tracht ze naar zich toe te trekken; doch 't lukt niet en langzaam wijkt hij. Juist is hij terug over den draad als 2 mitrailleuzen beginnen te werken en hem dood vóór zijns makkers voeten uitstrekken. 4 Mitrailleuzen en vele geweren werken nu, en op eenige minuten verliezen we tientallen van mannen. 't Is onmogelijk vooruit te gaan. Ook ga ik renfort (versterking) vragen bij den majoor. Ik moet lang achter hem zoeken en vind hem niet, doch zijn hulpluitenant stuurt me terug bij mijn commandant na hulp beloofd te hebben. Op den buik kruip ik door gras en slijk en breng eindelijk het nieuws bij de commandant, ondanks de honderden ballen die rond mij fluiten. Dan keer ik achterwaarts om nieuwe orders af te wachten, doch 't duurt me te lang eer de renfort komt, en daarbij, het begint reeds klaar te worden. Ik ga zien naar de renfort, doch verneem dat het te klaar wordt om de onderneming voort te zetten. Ook moet ik order dragen aan de Cie zich terug te trekken . Voorzichtig kruipende geraak ik bij den Commandant die op 70 meters van het pachthof met de mannen ligt. Reeds waren ze bezig een loopgracht te graven om er den ganschen dag zonder eten en drinken in te blijven, om dan 's avonds den aanval te vernieuwen. Ook waren ze blijde om het nieuws van den aftocht. Twee en twee en tien meters van elkander, kwamen ze onder een nieuwen kogelregen terug. 't Was gansch klaar eer de laatste terug achter de voorposten waren. We verzamelden om aan den ijzerenweg en dan naar Eggewaertskapelle terug om ons te reinigen en te slapen.
Dagboeken J.Winters
Pagina 12
's Anderendags wierd de optelling gedaan. Helaas, 47 man van rond de 200 antwoordden niet. We hadden op 't minst 7 à 8 dooden, en de rest gekwetst. 2 der laatsten stierven na 4 dagen lijden. Beiden waren vertrouwde vrienden van me. 't Zijn korporaal Aerts, postbeambte te Hasselt en Warsage van Luik, student in de medicijnen. Aerts zong vaderlandsche liederen terwijl ze hem wegdroegen. En hij zag toch zoveel af, de arme goede jongen, gansch de rechterzijde open en het bekken gebroken. Een artikel, eenige dagen later in de "Indépendance Belge" verschenen, huldigde hem als held. En 't was er een ook, steeds op de gevaarlijkste plaats en de makkers door zijn gullen lach en geestigen praat opwekkend. 's Anderdaags voor 8 dagen naar De Panne. Donderdag 22 juli 1915 Ik ben korporaal genoemd.
Dan schrijft hij 3 maanden niets in zijn dagboekje om in november terug te hervatten met een ander kleur van inkt.
Vrijdag 5 november 1915 De regimentsorders vermelden dat ik den 6en 's morgens te Veurne moet in den trein stappen om naar Gaillon te gaan de officierenschool bijwonende. Ik neem afscheid van mijne officieren en van de goede kennissen van Eggew. Zaterdag 6 november 1915 Om 6 uren vertrek van den trein. Rond middag aankomst te Calais waar we eenige uren rust hebben. Ik ga in stad en dineer in een hotel aan het strand. Daarna wandeling door de stad en ik ga naar een kinema. Rond 5 1/2 uren terug op den trein. 's Anderendaags komen we in den vroegen morgen te Parijs aan. We wandelen een beetje door de stad en dan den trein op naar Gaillon waar we rond 4 uren aankomen. Ik huur aanstonds eene kamer in de rue de Rauen bij Mme Dme Champagnard. 's Anderendaags installatie. Ik ben sergeant benoemd.
Dagboeken J.Winters
Pagina 13
Dan volgt er weer een hele periode zonder verhalen, maar op dezelfde bladzijde gaat hij verder.
Den 10en maart gaan we naar Criel. Den 17en Maart terug naar 't front. Ik ben adjudant benoemd. Ik ben aangeduid om naar de 4e Dion te gaan. Het spijt me want ik hadde toch zoo geerne naar 't 11e teruggekeerd. Maar in 't leger is Mr Keuze dood en ik schik mij in mijn lot. Den 17en 's avonds gaat de Cie naar de loopgraven juist voor de brug van Dixmuiden. Met aandoening denk ik terug op de dagen van 1914, aldaar omgebracht. Dixmuiden is een goede sector, maar men moet voorzichtig zijn voor de geweerkogels want de duitsche loopgraven beheerschen de onzen. Na 4 dagen op rust te Oeren. Den 25en op piquet in 3e lijn. Den 29 op rust te Oeren. Den 2en april, werkerscompagie voor 12 dagen. We logeeren op Foekenerf pachthof. Den 14en op rust te Oeren. Den 18en in eerste lijn te Diksmuiden; (Hier schrijft hij voor de eerste maal "Diksmuiden" met "ks", ervoor altijd "x"). Den 22en op rust. Den 26en op piket aan De Ceuninck pachthof te Kaeskerke. Den 28en 2 bombardementen. Geene ongevallen te betreuren. Den 30en april op rust. 's Morgens van den 2en mei alarm. De sektor de Dsie wordt met bommen beschoten. 150 man verloren.
Dagboeken J.Winters
Pagina 14
1916 Woensdag 3 mei 1916 Nog beschoten maar geen alarm meer. 50 man verloren. Biecht en Communie. 's Avonds gaan wij het 3e Bon aflossen want het heeft te veel volk verloren en heeft rust noodig. 's Nachts is alles kalm. Donderdag 4 mei 1916 Beschoten van 11 uren tot 13 ½ uren. Verliezen der Cie: 3 dooden en 12 gekwetsten. 't Is een aardige indruk bij die bommenwerping. Men hoort ze niet afgaan en zelfs de eerste projektielen kon ik in de lucht niet opmerken. Maar welhaast zie ik ze en dan wordt ik kalm. Ik rook de eene pijp na de andere en bewaak mijne jongens om hun te zeggen rechts of links te springen als eene bom afkomt. 't Is afmattend die spanning der zinnen en de zware ontploffing werkt sterk op de zenuwen. Vrijdag 5 mei 1916 Bommengevecht van 9 tot 11 uren. Verliezen der Cie: de kapitein Jéruzet gedood en eenige soldaten; 10 gekwetsten waaronder Lt. Musette, korporaals Vandervorst en Gilmont. 's Avonds worden wij afgelost en logeeren op Foekenerf. Maandag 8 mei 1916 We gaan op rust te Bray-Dunes. Ik ben belast met het geleiden van de keukens en bagage- wagens van het bataljon. We brengen de rust om in oefeningen en wachten aan de kust. Den 18en Mei krijg ik een brief van Mr Geven den dood meldende van mijn geliefden grootvader, den 25 avril 1916 overleden. (Dit is Jan Vrolix zijn grootvader langs moederszijde.) God geven zijne ziel den eeuwigen vrede en behoude mij mijne overige familieleden. Woensdag 24 mei 1916 Vertrek naar den sektor van Ramskapelle-Booitshoeke waar wij de 5e Die aflossen. 't Is een uiterst kalme sektor en de schuilplaatsen zijn goed ingericht. Vrijdag 2 juni 1916 Op rust te Adinkerke. Vrijdag 9 juni 1916 Vertrek naar den sektor. Zaterdag 17 juni 1916 Oprust naar Bray-Dunes. Maandag 10 juli 1916 Ik verneem dat Jan Soons gevallen is vóór Diksmuiden en dat Jaak Houben bij ongeval verdronken is in den Beverdijk aan den ijzerenweg te Ramscapelle met eenden te vangen. Beide liggen begraven op het leger-kerkhof te Adinkerke. De aarde zij u licht, o eenvoudige helden die zooveel geleden hebt voor 't vaderland. God hebbe hunne ziel. Dagboeken J.Winters
Pagina 15
Op het einde van dit boekje vinden we de volgende tekst in het Frans, we vertalen. Veldtocht: 1914-1915 Augustus 1914 3e Aug. Ultimatum van Duitsland aan België, zij eisen het recht op doorgang voor hun legers. Dit wordt geweigerd. 4e Aug. België vraagt aan Frankrijk, Engeland en Rusland hun onafhankelijkheid te waarborgen. Engeland eist van Duitsland de neutraliteit van België te respecteren. Tijd om te antwoorden = 12 uren. 5e Aug. De Duitsers dringen België binnen te Visé. Weerstand van de Belgen. Visé onder vuur. 6e Aug. Aanval op Luik door 120.000 Duitsers. De Belgen (40.000) nemen 27 kanonnen en verplichten een gans legerkorps de aftocht te blazen. 7e Aug. Na de aanval op Luik. De Duitser hebben 4000 doden en 25.000 gewonden. De stad Luik en 3e D.A. (9e , 11e , 29e, 31e, 14e, 34e, 12e, 32e, 1e + 4e jagers te voet krijgen van Frankrijk de decoratie van "het Erelegioen".
Tot hier de teksten uit zijn tweede boekje. (Het eerste hebben we niet teruggevonden.)
Dagboeken J.Winters
Pagina 16
Tweede dagboek.
Het tweede boekje is een agendaboekje uit 1917, waarin hij zijn verhalen tot april in het frans schrijft. De volgende teksten zijn vertaald uit het frans.
1917 Maandag 1 januari 1917 Naar de loopgrachten in de sector N. van Ramskapelle Dinsdag 2 januari 1917 17 h ½ wij zijn afgelost en keren terug naar ons kwartier te Wulpen (hoeve Wouters baan naar Veurne). Ik heb geluk, ik krijg de mooiste kamer van de hoeve, slaap in een goed bed met springveren en kom goed overeen met de mensen van het huis. Woensdag 3 januari 1917 Bad om 9 u ½ voor de Cie Donderdag 4 januari 1917 Rust. 's Avonds maak ik een toer door het landelijke Veurne. Ik koop een pijp "Terminus" 4,50 fr . Dagboeken J.Winters
Pagina 17
Vrijdag 5 januari 1917 Vertrek naar de loopgrachten. (Van 6 tot 19 januari niets geschreven.) Zaterdag 20 januari 1917 Verlaten de loopgrachten en keren terug naar ons kwartier te Wulpen. Zondag 21 januari 1917 's Middags vertrek te Wulpen. We komen aan in Bray-Dunes om 15uur. 's Avonds zag ik luitenant Golard, Lambert Vrancken, Jac. Vrolix en kapitein Verbakel. Dinsdag 23 januari 1917 Kustwacht. Het peloton gaat naar P.P.I. (kenners mogen weten wat dat betekent?) Woensdag 24 januari 1917 Wij zijn afgelost van de kustwacht door de 5e compagnie om 3 uur. Donderdag 25 januari 1917 Oefening om 8 u 30. Ik heb de leiding van de compagnie voor een duinaanval. Het vorderen van de strijdende soldaten, de versterkers en de mandekkers gaat goed. Voor de bestorming trekken de mannen teveel samen in het centrum. Na de middag schermen met de bajonette. Vrijdag 26 januari 1917 Wij wisselen voor enkele dagen van kwartier om plaats te maken voor het 6e D.A. die terugkomen van Mailly. Na de middag theorie over de individuele opleiding van de schutters. Zaterdag 27 januari 1917 Individuele opleiding van de schutter. Het nemen van een houding. Na de middag: om 2 u 30 heeft de compagnie kustwacht. Zondag 28 januari 1917 Om 15 u. keert de kustwacht terug. Maandag 29 januari 1917 Individuele oefening van de schutter. Soldij. Dinsdag 30 januari 1917 Oefening. Om 15 u. Compagnie naar de kustwacht. Woensdag 31 januari 1917 Compagnie keert terug van de kustwacht. Ik wissel van logement. Het 6e D.A. komt op rust in Camp de Mailly. Ik slaap bij Mr We Hazebrouck in " Café de la Belle Vue de la Mairie" (stadhuis). De menschen zijn er oprecht goed. Donderdag 1 februari 1917 's Morgens: mars onder artillerievuur - patrouille - schutters. Namiddag: theorie schutters
Dagboeken J.Winters
Pagina 18
Vrijdag 2 februari 1917 's Morgens: schutters - stormaanval - patrouille - mars onder artillerievuur Namiddag: ik herhaal de instructies van de stormloop. (Van 3 t.e.m. 12 februari geen meldingen.) Dinsdag 13 februari 1917 Voorbereidingen in het vooruitzicht van vertrek. 's Avonds belast de Majoor mij met de opdracht onze barakken over te dragen aan het bataljon van de 13e Linie die ons komen vervangen. Woensdag 14 februari 1917 Het bataljon vertrekt uit Bray-Dunes om 7 u 45. Om 10 u heb ik gedaan met de operatie: overdracht van de barakken aan Lt Deisar van de 13e Linie. Na het ontbijt vertrek ik naar De Panne. Ik eet in de patisserie "Dobbels". Daarna ga ik goede dag zeggen aan "sport". Dan vervoeg ik het bataljon te Wulpendamme om 16 u 10. De compagnie logeert op de hoeve Vermeersch. Donderdag 15 februari 1917 Bad om 11 u. Vrijdag 16 februari 1917 Vertrek naar de loopgrachten om 17 u. Wij bezetten de sektor van Beverdijck. Zondag 18 februari 1917 De compagnie gaat naar de voorposten. Maandag 19 februari 1917 De compagnie keert terug uit de loopgrachten. Woensdag 21 februari 1917 Brief van Fons Conix. Donderdag 22 februari 1917 Bad te Wulpen. Tabak gestuurd naar Dewitte voor 3,25 fr. De compagnie heeft wacht in de loopgrachten. Vrijdag 23 februari 1917 De compagnie gaat naar de vooruitgeschoven posten. Zaterdag 24 februari 1917 De compagnie keert terug van de vooruitgeschoven posten. Zondag 25 februari 1917 Compagnie van wacht in de loopgrachten. De compagnie keert terug van de wacht en gaat terug naar Wulpendamme. De compagnie logeert op de hoeve "Ameloot" . Ik had er een goed bed. Mijn vriend Buyens keert terug naar het front om de compagnie te vervoegen. Dagboeken J.Winters
Pagina 19
Maandag 26 februari 1917 Rust. Om 14 u. theorie over een stormaanval. Zaterdag 3 maart 1917 De compagnie is naar de spoorweg. Om 15 u 15 verneem ik van de Majoor dat ik 's anderendaags voor enkele dagen naar de compagnie Cyclisten 4e D.A. moet gaan. 's Avonds keert de compagnie terug uit de loopgrachten en logeert in de hoeve Vermeersch te Wulpendamme Zondag 4 maart 1917 Om 9 u presenteer ik mij bij Luitenant Lambert, commandant van compagnie Cyclisten 4e D.A.. Ik ben zeer goed ontvangen en neem het ontbijt met hem en met kapitein Comfuet (?) die het commando heeft van de Cy 1e Lanciers. Daarna geeft Luitenant Lambert mij een nieuwe fiets ter beschikking en ik ga naar mijn oud logement om er mijn koffers te halen. Om 5 u 45 's avonds vertrek ik naar de loopgrachten. Maandag 5 maart 1917 Wij keren terug van de vooruitgeschoven posten van Schilderbrug. Dinsdag 6 maart 1917 Van wacht bij de spoorweg. Woensdag 7 maart 1917 De compagnie is van wacht te Schilderbrug. Donderdag 8 maart 1917 's Avonds keren we terug uit de loopgrachten. Vrijdag 9 maart 1917 Ik ga met verlof naar Adinkerke om mijn vriend adjudant Fons Conix te ontmoeten. Zijn bataljon is op rust. Hij is nog niets veranderd. Het is juist 16 maanden geleden dat we elkaar nog gezien hebben. Zaterdag 10 maart 1917 Ik ben officier van de dag. Niets te doen. Zondag 11 maart 1917 Ik ga met verlof naar "De Panne" om Ed. Verheyen in "L'Océan" te ontmoeten. In De Panne koop ik een paar getten voor 29 fr. Maandag 12 maart 1917 Naar de loopgrachten. De compagnie Cyclisten 4e D.A. gaat op grote wacht te Schilderbrug. Om 21 u. doe ik een ronde bij alle posten. Ik kom aan de Grote Wacht. om 23 u 45. Dan laat kapitein Jacquemain me weten dat ik mijn oude compagnie de 15e maart mag vervoegen. Ik ga logeren aan de spoorweg. Dinsdag 13 maart 1917 Ik keer terug van de loopgrachten. Ik ga in verlof te Eggewaertscapelle. Ik logeer te Eggewaertscapelle bij Mr Madelein. Dagboeken J.Winters
Pagina 20
Woensdag 14 maart 1917 Om 9 u verlaat ik Eggewaertscapelle en keer terug naar ons kwartier. Donderdag 15 maart 1917 Ik verlaat de compagnie Cyclisten 4e D.A. en om de 7e Compagnie van het 10e te vervoegen. 's Avonds gaan we naar de loopgrachten. Vrijdag 16 en zaterdag 17 maart 1917 In de loopgrachten. 's Avonds gaan we naar de vooruitgeschoven post. Zondag 18 maart 1917 We keren terug van de vooruitgeschoven post. Maandag 19 maart 1917 's Avonds worden we afgelost aan de spoorweg door de 1e compagnie van de 11e Linie. Ik zie mijn vriend Conix en Luitenant Croymans. Wij hebben ons kwartier te Wulpendamme op de hoeve Ameloot. Dinsdag 20 maart 1917 Om 11 u 's morgens verplaatst de brigade zich naar Bray-Dunes. De D.A. wordt afgelost. Ik logeer nu voor de 3e keer in café "A la belle Vue de la Mairie" naast het gemeentehuis. Ik werd er met open armen ontvangen door de bewoners. Woensdag 21 maart 1917 Om 7 u ½ 's morgens verzameling voor de oefening. Oefening tot 11 u ½.Namiddag: om 14 u het bataljon vertrekt opnieuw op oefening en keert terug rond 5 u ½ 's avonds. Donderdag 22 maart 1917 Zelfde programma als de vorige dag, oefening voor het peloton. Namiddag, zelfde oefening als de vorige dag. Ik ga voor enkele dagen naar de Compagnie Lerot (de 5e) om Luitenand Rombauts te vervangen. Die is naar het C.I.D. (opleidingscentrum) in De Panne. Ik ben zeer goed ontvangen en 's avonds soupeerde ik met de officieren van de Compagnie. Vrijdag 23 maart 1917 Zelfde oefening als de vorige dag. Oefening voor de compagnie. Zaterdag 24 maart 1917 's Morgens: zelfde oefening als vorige dag. Oefening voor het Bataljon. Namiddag: schieten aan de kust van 14 tot 16 u. Om 16 u 30 défilé voor de kolonel A.E.M. Boremans, Commandant van de 10e Brigade (10e + 20e). Zondag 25 maart 1917 Zondagdienst. Ik vervoeg de 7e Compagnie na een aangenaam verblijf bij de 5e Compagnie. Ik ben vervangen door adjudant Jacquemain, komend van de 8e Compagnie du Bataljon (la 8e) na de middag bracht ik een bezoek aan Aalmoezenier Krijnen van Bree die logeert bij de pastoor. Maandag 26 maart 1917 Oefening van het Bataljon. Namiddag: schieten. Dagboeken J.Winters
Pagina 21
Zondag 1 april 1917 Ik heb onder de 8 urenmisse mijnen Paschen gehouden. Zaterdag 7 april 1917 De Amerikanen verklaren de oorlog aan Duitsland. Zondag 8 april 1917 Pasen: Communie. Van 11 tot 15 april Bray-Dunes. Maandag 16 april 1917 Bray-Dunes. Om 3 u namiddag gaat de Compagnie een granaataanval lanceren in de duinen (O.F.) . De explosie is verschrikkelijk en de soldaten interesseren zich voor deze oefening. Dinsdag 17 april 1917 Lancering van geweergranaten aan het strand. Het is goed gelukt zowel het juist schieten als het juist ontploffen. (Van 18 april tot en met 3 mei Bray-Dunes zonder verdere vermeldingen.) Vrijdag 4 mei 1917 Bray-Dunes. Bezoek aan den E.H. Aalmoezenier Krijnen van Bree. Zaterdag 5 mei 1917 (Van hieraf begint zijn verhaal terug in het Nederlands.) Om 8 uren vertrekken wij met den trein. In de achternoen komen wij aan in de statie Waaieburg bij Roesbrugge (bij Poperinge). We kantonneeren te Haringe. 't Is hier gansch anders soort menschen dan rond Wulpen: 't zijn hier goede menschen voor de soldaten en gansch niet schraapzuchtig. 't Is ook een schoone streek ietwat geheuveld met het IJzer-water door Roesbrugge heen. 't Is de sector Het Sas - Steenstraat dien wij gaan bezetten. Voor de 1e maal in mijn leven zie ik hopplanten. 't Zijn stukken van omstreeks 1 hectaar groot. 's Avonds uitstapje naar Roesbrugge dat een weinig weg heeft van Bree. Zondag 6 mei 1917 Zondagrust. Maandag 7 mei 1917 Oefening op het plein van Waaienburg. Dinsdag 8, woensdag 9 en donderdag 10 mei 1917 Oefening Vrijdag 11 mei 1917 Oefening op den IJzer te Roesbrugge. We leeren hoe men in een gevecht breede rivieren oversteekt bij middel van passerelle. 't Is waarlijk leerrijk en ik hoop wel dat het ons eens van pas zal komen.
Dagboeken J.Winters
Pagina 22
Zaterdag 12mei 1917 Oefening. Verbinding tusschen het voetvolk en de vliegerij gedurende het gevecht. Waarlijk belangrijk en boezemt vertrouwen in. Zondag 13 mei 1917 Zondagrust. Maandag 14 mei 1917 Oefening. Dinsdag 15 mei 1917 Voorbereiding tot het vertrek. Woensdag 16 mei 1917 Om 6 uren vertrekt het regiment naar "De Wippe". Ik ben gelast met het geleiden van de wagens en keukens. Aan "De Wippe" logeert de Cie in barakken. Ik slaap met Buyens in één hokje afgescheiden van eene barak. De Cie is hier voor 4 dagen op piquet. Om 8 uren 's avonds naar het werk in den "Boyau Rouge". Donderdag 17 mei 1917 De Cie komt terug van 't werk rond 2 uren en half 's morgens. Smakelijke rust na de marsch van 4 uren en 4 uren werk. Ook slaap ik tot 14 uren. Om 20 uren terug naar het werk. Vrijdag 18 mei 1917 's Morgens om 3 uren komen we terug van 't werk. Zaterdag 19 mei 1917 's Avonds is het piquet gedaan en wij worden "Bon de repos" We veranderen van plaats en liggen in eene barak tegenover het pachthof " Cardoen" bezet door de Engelschen. Ik logeer in een kotje met Emiel (Devester) op eenen stroozak. Zondag 20 mei 1917 Biecht en communie om 7 ½. Eene schuur van het pachthof "Cardoen" is veranderd in kerk voor de parochie Elverdinghe. 't Is aandoenlijk daar mis te hooren en onwillekeurig denk ik aan de troebele tijden uit de groote fransche revolutie, toen het onzen vóórvaderen verboden was ter kerke te gaan en toen zij mis hoorden hier of daar in eene schuur. Men bidt er beter dan in eene prachtige kerk. Maandag 21 mei 1917 Werken van 5 uren tot 9. Onder 't werk ga ik met Emiel den sektor verkennen. De eerste indruk is dat het gevaar er overal rondloert. Maar na een oogenblik heeft men het gedacht dat men er veilig is. En 't is zóo mits de stilte te bewaren. Dinsdag 22 mei 1917 Mijn vriend Emiel Devester komt mij bezoeken. Hij is op datum van 20en dezer officier benoemd. Ik wensch hem proficiat. Wanneer zal mijnen beurt komen? 't Is waar, ik vraag er niet naar wijl het mijne loopbaan niet is, en ik doe er niet te minder mijnen plicht om. Dagboeken J.Winters
Pagina 23
Woensdag 23 mei 1917 Om acht uren en half 's avonds vertrekken wij naar het pachthof "Casablanca" voor 4 dagen, als "reserve du Bon de garde". Ik ben gelast met het overnemen van den inventaris. Donderdag 24 mei 1917 Rond 9 uren 's morgens vallen er een obus en 2 granaatkartetsen (?) rond het pachthof. Geene ongelukken. 's Nachts, werken in de 1e lijn. Vrijdag 25 mei 1917 's Nachts werken in de 1e lijn. Zaterdag 26 mei 1917 's Nachts van 26 - 27 werken in 1e lijn. Zondag 27 mei 1917 Om 9 uren 's avonds vertrekken wij op piquet rond de hoeve "Geldhof". Om 11 uren werken; ik ben van 't kwart. Maandag 28 mei 1917 's Avonds werken. Ik ben gelast met het bewaken der Decauville-wagens.Ik heb gedaan om 2 uren 's morgens van den 29en. Dinsdag 29 mei 1917 Werk voor de Cie .Ik ben van 't kwart. Buyens is belast met 't vervoer der Decauville-wagens. Een der wagens kantelt en is oorzaak eener beenbreuk van soldaat Peters van 't 2e Pon. Woensdag 30 mei 1917 Gedurende den dag ben ik "Appui d' artillerie" met eene sectie in de hoeve "Raymond". 's Nachts vervoer van wagens. Donderdag 31 mei 1917 's Avonds worden wij afgelost en wij gaan op rust. Vrijdag 1 juni 1917 Rust. Zaterdag 2 juni 1917 We gaan werken in den "Bau Rouge", van 5 tot 9 uren. Om 17 uren kantonnementswacht aan "De Wippe". Zondag 3 juni 1917 De wacht wordt om 17 uren afgelost. Maandag 4 juni 1917 Na den noen vernemen wij de dood van den adjudant Hautregard van de 6e Cie . Hij was aangesteld voor 't verzorgen der granaten. Hij was ermede bezig met Adjt Delporte van 't 20e, toen door onbekende reden, de depot in de lucht vloog. Beiden dood. 's Avonds naar de 1e lijn. Ik vervang voorlopig adjt Hautregard in de 6e Cie. Ik lig in B2.
Dagboeken J.Winters
Pagina 24
Dinsdag 5 juni 1917 Om middernacht trek ik met mijn peleton de wacht op in A2 . Alhoewel enkel de Yperlee ons van den Mof scheidt, gevoelt men zich zoo gerust hier dat men lust heeft tot praten en zingen . Maar psstt...... is hier de leuzen, of men krijgt eene granaat op het hoofd. De nacht gaat zonder stoornis voorbij. Woensdag 6 juni 1917 Alles is kalm en rustig tot 4 ½ uren van den achternoen. Dan beginnen de Van Deurne's 30 bommen te smijten op de 1e vijandelijke lijn terwijl de granaatbussels den weg afsnijden Noord en Zuid aan diegenen welke de bommen ontkomen willen. Uitslag: een minenwerfer vliegt over de loopgraaf tot aan den boord van de Yperlee. Een beton-abri met 2 mitrailjeusen in, ligt ineengezakt, een ander beton-abri ligt gescheurd en vele houten abris zijn vernield. Een arm vloog in 't kanaal, een ijzeren plaat van 60 kilo in onze lijn alsook een blok beton en veel hout. Om middernacht aflossing. Donderdag 7 juni 1917 Ik lig in C2 . Om 3 uren 10 van den morgen doen de Engelschen een gasaanval op de uitsteek vóór Yperen gepaard met een ongehoord bombardement. Welk onvergetelijk schouwspel voor den aanschouwer! Van onzen kant is de lucht niets dan vuur van de kanonnen, van den vijandelijken kant scheurt het vuur de lucht open, gepaard met ontelbare lichtballen van alle kleuren: rode , gele, groene, witte. Wat moeten de moffen schrik uitstaan. Hier aan onze rechterhand hield het geschut op rond 4 uren. Maar rond Yperen duurde het voort tot 10 uren. Vrijdag 8 juni 1917 Om 2 ½ uren 's morgens onze loopgraaf beschoten en in eene uur tijds ontvangen we 3 à 400 obussen. Nochtans hebben wij geen verliezen te betreuren. Om 9 uren 2e bombardement van 19 obussen die te ver of te kort vallen. Om 14 uren een nieuw bombardenemt van 1 uur, 51 obussen van 210 mm. Om 7 uren ontvangen we nogmaals 11 obussen van 77 mm gedurende 2 1/2 minuten. We hebben geene verliezen te betreuren. De uitslag van den Engelschen aanval van daags te voren is bekend: Messines en Wijnschaete ingenomen en meer dan 5000 gevangenen. De vooruitgang is van 3 km op 15 km front. Om 10 uren worden wij afgelost en gaan op piquet tusschen Woesten en Elverdinghe. Zaterdag 9 juni 1917 Werken 's nachts. Zondag 10 juni 1917 Werken 's nachts. Maandag 11 juni 1917 Werken 's nachts. Dinsdag 12 juni 1917 Rust overdag. Woensdag 13 juni 1917 Werk van 5 tot 11 uren. Dagboeken J.Winters
Pagina 25
Donderdag 14 juni 1917 Werk van 5 tot 11 uren. Vrijdag 15 juni 1917 Rust. Zaterdag 16 juni 1917 's Avonds naar de loopgraven. Ik lig in B2. Zondag 17 juni 1917 Bombardement van alle soort geschut: bommen, torpillen, obussen, grenads-pigeons. Geene verliezen. Maandag 18 juni 1917 In B2 nog. Ik word gelast de F.M. te verplaatsen in de sektor. Want dezen avond nemen de Engelsen 150m front van ons over. 's Avonds naar A2. Dinsdag 19 juni 1917 Door de bres in den duitschen loopgraaf geschoten den 5en juni laatst, zien wij dikwijls Duitschers loopen als hazen. We pointeeren een F.M. op de bres en schieten gedurende den dag op 't minst 5 duitschers neer. 's Avonds gelijk iedereen avond neemt eene mitrailleuze Hotschiss (?) onze plaats in om den pruis te beletten gedurende den nacht de bres te herstellen. Die bres moet hem machtig veel man kosten. Om middernacht afgelost en wij gaan naar C2. Woensdag 20 juni 1917 C2. Om 22 ½ uren worden wij afgelost en gaan naar 't kantonnement. Onderweg worden wij gebombardeerd, doch onderstaan geene verliezen. Donderdag 21 juni 1917 Om 14 uren naar 't bad te Elzendamme. Om 19 uren zijn wij terug.
Vrijdag 22 juni 1917 Om 8 uren vertrekken wij naar "Lion Belge" tusschen Woesten en Oost-Vleteren. Ons oud kantonnement wordt bezet door Engelsen. Zaterdag 23 juni 1917 Rust. De Luitenant Van Overschelde wordt gedood door een obus gedurende het werk. 's Avonds gaan het 1e en 3e Pon naar het werk. 't Mijne blijft hier. Zondag 24 juni 1917 's Morgens bij het binnen komen van het werk verneem ik den dood van onze Lt Roba die mee naar 't werk was. Hij is getroffen geweest in de rug door een stuk obus en heeft nog 10 minuten geleefd. Hij voerde 't bevel over de Cie wijl Kapitein Motz in verlof was. Maandag 25 juni 1917 Verandering van kantonnement.
Dagboeken J.Winters
Pagina 26
Dinsdag 26 juni 1917 Begraving van Lt Roba te Westvleteren. Ik geleid de gansche Cie in "tenue de sortie" naar de begraving. Er waren 6 kronen: 2 gegeven door de Cie, 1 van de officieren van 't Bon , 1 van 't Regiment, 1 van het 20e Linie en 1 van de 8e Brigade. Woensdag 27 juni 1917 Theorie, inspectie, enz. Donderdag 28 juni 1917 Groote kuisch van 't kantonement. 's Avonds gaan wij naar Casablanca. Vrijdag 29 juni 1917 's Avonds gaat de Cie naar 't werk in de boyau rouge en in Bau de Boesinghe. Zaterdag 30 juni 1917 's Avonds wordt s/Lt Jacquemain van de 6e Cie gekwetst in C. Ik ga hem vervangen en begeef mij met zijn Pon naar A. Men vreest voor duitsche handslagen. Ik neem alle mogelijke voorzorgen om een handslag te vermijden. Zondag 1 juli 1917 Om 1 uur 's morgens handslag op de Cie links van mij (Ogiers van de 11e Cie). De mof druipt af met verliezen. Gedurende den dag is alles kalm. 's Avonds naar B2. Maandag 2 juli 1917 In B2 O/Luitenant Colpart van de 9e Cie wordt gedood door een houwitserscherf in het pachthof "des Paratonnerres". Dinsdag 3 juli 1917 In B2 Om middernacht naar A2. Woensdag 4 juli 1917 Even aangekomen, krijg ik het nieuws dat de Britten tot in de 2e duitsche lijn dringen om gevangenen te nemen. Gelukt. Ineens, duitsch feu de barrage op onze 2e en 3e lijn gelijk ik nog nooit een gezien heb. De onzen antwoorden met kanonnen en mortier. 't Is oogverblindend en oorverscheurend. Ik vrees een duitsche inval op mijne loopgraaf en plaats daarom mannen boven op de loopgraaf. Ik wakker mijne mannen tot kalmte aan en leg hen hun grooten plicht voor oogen. Meest allen zijn kalm en ik mag erop vertrouwen in geval er iets zou gebeuren. En toch na een ½ uur schieten, valt alles stil. De dag is kalm. Even voor de aflossing 's avonds wordt een mijner soldaten aan de hand gekwetst door een granaatscherf. Donderdag 5 juli 1917 Om 1 uur 's morgens worden wij afgelost door het 20e. Rond 2 ½ uur komen wij in ons kantonnement aan. Een warme maaltijd voor de mannen en dan op weg naar de groote baan tusschen Woesten en OostVleteren. Daar worden wij in groote autos gestopt van het fransch leger dat stilaan afkomt om den sektor van Boesinghe over te nemen. We rijden zoo tot Killemlinde waar wij op een pachthof slapen. Dagboeken J.Winters
Pagina 27
Vrijdag 6 juli 1917 Om 8 uren vertrekken wij te voet naar Bourbourg langs Bergues. 't Is zoo iets van een 30 km. af te leggen. Niettegenstaande de 6 dagen lange wacht en de groote hitte, volgen de mannen goed. Tegen den avond komen we aan. Ik lig in een pachthof. Ik ben met Buyens voorgesteld voor den graad van onder-luitenant. Zaterdag 7 juli 1917 Om 15 uren vertrekken wij naar "Les Huttes" een gehucht van Gravelines, op 10 km. van Bourbourg en een kwart uur van Gravelines gelegen. Daar blijven wij op rust of liever als"réserve générale d' armée". Ik logeer met Buyens in eene kamer bij een oude visscher. De menschen maken ons eten gereed. We zijn er goed. Zondag 8 en maandag 9 juli 1917 Rust. Dinsdag 10 juli 1917 We gaan naar 't strand van 8 tot 11 uren. Wij leeren er het nieuwe reglement op de oefening met en zonder wapens. Wij beginnen met "L'Ecole du soldat". Woensdag 11 en donderdag 12 juli 1917 "Ecole du soldat" aan 't strand. Vrijdag 13 juli 1917 "Ecole de peloton" aan het strand. Zaterdag 14 juli 1917 Wij hebben het fransche nationaal feest gevierd met eene stevige pint. Na 8 uren zijn we bij vluchtelingen van Antwerpen geraakt en de dochter en de zoon speelden er de mandoline. Wij hebben er eenige flesschen wijn geledigd. Zondag 15 juli 1917 Wij veranderen van kamer omdat de onze vóór onze aankomst verhuurd was. 't Is jammer, want wij waren er goed. We zijn nu bij een kleermaker van 't 11e. De menschen maken ons eten gereed. We zijn er veel beter nog dan vroeger want 't zijn Luikenaars en dat zegt alles. Wij zijn bij Mr en Mme Ronday. Maandag 16 t.e.m. vrijdag 20 juli 1917 Oefening. Zaterdag 21 juli 1917 We hebben het nationaal feest gevierd, veel beter nog dan het fransche 'z feest. Dezelfde gasten en juffer Jeanne speelt den ganschen tijd. Zondag 22 juli 1917 Koppijn, is een natuurlijk gevolg van feestvieren. Ook ben ik den ganschen dag niet veel waard. Dagboeken J.Winters
Pagina 28
Maandag 23 juli 1917 Oefening. Dinsdag 24 juli 1917 Oefening. Om 6 uren 's avonds ben ik bezig met mijne reglementen ernstig te bestudeeren als eensklaps Mr en Mme Ronday met Buyens binnenspringen al schreeuwende: " Vive St Jacques". Mme biedt me een schoone ruiker aan waarvan ik hier een roosje bewaar. Mij omhelzende wenscht zij mij geluk en de 2 anderen na haar. Jamaar, ik zit juist neder als Jeanne (onze mandolinespeelster) binnen komt met een mooie ruiker en mij aan den hals vliegende, een gelukkig feest wenscht. Neen, mijn hart was vol, en met moeite moest ik mijne tranen weerhouden om te antwoorden, want bij al die welgemeende vriendschap mij toegedragen, zag ik vóór mijnen geest, mijne goede moeder en vader en broeders en zusters die heel zeker ginder verre aan mij dachten. Oja,'t was me zoet feest te vieren en daarom eenige fijne flesschen geledigd onder muziek en mandolinespel. Later in den avond kwam vriend Omer Coenen ook en vergastte ons met zijne vlaamsche zangen en speetschen. 't Was een echt feest. Woensdag 25 juli 1917 Oefening. (Het in het dagboek gedrukt S. Christophe veranderde hij in S.Jacques) Donderdag 26 juli 1917 Oefening. Vrijdag 27 juli 1917 Velddienst. Instelling eener groote wacht. 's Middags in 't binnenkomen, terwijl ik mij wat verfrisch, komt O/Lt Dieudonné binnen om onze benoeming tot officier aan te kondigen. Hij komt ons halen om te noenmalen met den majoor. We zetten gouden sterren op en vertrekken. De majoor onthaalt ons met open armen, wenscht ons proficiat en wij hebben de eer nevens hem aan tafel te mogen zitten. Ik ben benoemd op datum van den 24en juli, dus op den vooravond van mijn feest en daarom doet mijne benoeming mij nog meer plezier. Na de noen begiet de majoor ons met 2 flesschen champagne en zegt ons uiterst gelukkig te zijn wegens onze benoeming. 's Avonds zitten wij weer nevens hem. Zaterdag 28 juli 1917 Regimentsmarch met muziek. De 7e Cie staat aan de kop. Ik zie in de ogen mijner soldaten dat zij gelukkig zijn om mijne benoeming, maar de eerbied belet hun mij hunne gelukwenschen toe te sturen. Nooit deden zij zoo moedig hunnen plicht als dezen dag al woog de taak zwaar, al stak de heete zon. Jongens ik zal het niet vergeten. O, mocht ik met hen blijven, want 't zijn toch zoo'n goeie jongens en sinds 16 maanden zijn wij bijeen. Ik ken ze allen en ieder in 't bijzonder met elke zijne goede hoedanigheden en zijne gebreken en 't is juist daarom dat ik zoo goed met hen om kon. Na de marsch, om 10 ½ uur, gaan wij naar het bureel van den korpsoverste, kolonel Deiner. Wij zweren getrouwheid aan den Koning, gehoorzaamheid aan de grondwet en aan de wetten van het Belgische volk. Ik was ontroerd en diep doordrongen van de gewichtigheid van mijnen eed. God en Dagboeken J.Winters
Pagina 29
de H. Maagd mogen mij bijstaan opdat ik hem getrouw naleve. Na de eedaflegging wenscht de Kolonel ons proficiat. Dan gaan wij bij den Kol. Borreman die ons ook gelukwenscht. Bij den korpsoverste wordt ons eene nieuwe Cie aan gewezen. Buyen in de 1e en ik in de 9e. 16 Maanden bijeen en nu gescheiden. 't Valt ons zwaar, maar er is niets aan te doen. 's Avonds onthalen wij de makkers op een glaasje wijn, maar spijts muziek en zang, ben ik droef om 't verlaten van al die jongens die ik zoo wel kende. Mr en Mme Ronday zijn ook droef hunne kostgangers te verliezen. In den achternoen heb ik mij voorgesteld aan mijn nieuwe majoor, Uyttenhoven van Herck de Stad. Bij den payeur trek ik 362,61 fr. Zondag 29 juli 1917 In de (zondag)mis van 10 ½ uur bedank ik God voor mijne benoeming. Ik zou moeten in mijne nieuwe Cie gaan middag eten, maar 't gaat me niet en ik eet met Mr en Mme Ronday. Om 6 uren nemen Miel en ik afscheid van Majoor Bodart die ons onthaalt op Schiedam en"Justus van Manrik- sigaren". Dan vertrekken we naar onze Cie. Aan 't kerkhof neem ik afscheid van Miel en naar Gravelines waar ik rond 8 uren aankom. Ik soupeer er in mijne nieuwe Cie, de 9e. De Commandant Dumant is in zijne slechte dagen en ontvangt me koud. Nu, ik hoop wel dat die slechte indruk zal over gaan. Ik ga slapen op mij nieuwe kamer in de "rue Aupick". 't Zijn 2 oude menschen broer en zuster, beiden ongehuwd. Zij laten mij een ongunstige indruk achter. Zij willen niet dat mijn "ordonnance" mij bezorgt, dat zal het werk zijn van de meid. Gelukkig is dezen jong en heel lieftallig en buitengewoon gedienstig. Maandag 30 juli 1917 't Regent 's morgens. Ik geef een uur theorie aan mijn Pon na hun even gesproken te hebben van mijne wenschen. 't Zijn allen Vlamingen op 4 na. Hunne oogen straalden als ze zagen dat ik hun Moedertaal lief had. Ik hoop dat ik ze gauw in handen zal hebben. Daarna eene uur theorie aan mijne "kader" over "Ecole de peloton". 's Achternoens doen wij eene marsch met punt van eene voorwacht. Dinsdag 31 juli 1917 Om 8 uren vertrekken wij naar 't strand. Daar aangekomen regent het zoo hard dat we doornat zijn en dat wij algauw terugkeeren. Om 10 ½ uur , inspectie der wapens. Om 4 uren vertrek ik naar Petit-Fort Philippe om mij voor te stellen aan de officieren van het 1e Bon doch ik vind niemand. Dan ga ik naar de Hutten bij Mr Ronday en blijf er tot 7 u 45. Dan keer ik weer naar Gravelines. Woensdag 1 augustus 1917 Het 4e oorlogsjaar neemt aanvang. Allen hopen wij vurig dat het 't laatste wezen, maar toch zoo 't moet, zullen wij langer stand houden. Ik ben van den dag. Het regent hard. Om 9 ½ uur, inspectie van schoenen, linnen en uitrusting. Om 2 ½ uur, theorie door de korporaals specialisten. Om 3 ½ uur geef ik eene theorie aan de onder-officieren over "Ecole de peloton".
Dagboeken J.Winters
Pagina 30
Donderdag 2 augustus 1917 Ecole de peloton. Nauwelijks zijn we aan 't strand of het regent. Na eene ½ uur oefening keeren wij terug naar het kantonnement. Inspectie der wapens om 10 ½ uur. Om 4 uren conferencie van Majoor Uyttenhove aan de officieren en adjudanten. Generaal Michel is daar. 's Avonds ga ik naar de Hutten en ontmoet er Devester en Buyens. Vrijdag 3 augustus 1917 De regen belet ons buiten te komen. Om 10 uren algemeene inspectie. Zaterdag 4 augustus 1917 's Morgens: oefening in het arsenaal en theorie. 's Achternoens, uitdeeling van kleederen. De eerste week in mijne nieuwe Cie is voorbij. Ik denk wel dat ik gauw zal gewend zijn en met den Commandant stel ik het nu heel goed. Zondag 5 augustus 1917 Biecht en Communie om 7 uren. Ik ga naar de 10 uren mis, opgedragen ter bijzondere intentie van de soldaten der verbondenen, gevallen sedert 3 jaren op 't eereveld. Maandag 6 augustus 1917 Oefening per Pon en dan voor de Cie. Dinsdag 7 augustus 1917 Wijl Commandant Dumont en Lt Scheirlinck naar den krijgsraad moeten, voer ik het bevel over de Cie . Om 7 uren 20 vertrekken wij naar het schietplein aan 't strand. Wij schieten 6 V.B. en 330 cartouchen F.M.. Vervolgens geef ik "Ecole de Cie ". Woensdag 8 augustus 1917 Oefening. Donderdag 9 augustus 1917 Instelling eener groote wacht te Grand-Ford Philippe. Vrijdag 10 augustus 1917 Oefening aan 't strand. 's Avonds op de regementsorders word ik aangeduid om naar de 10e Cie te gaan in de plaats van den makker Housiau die mij vervangt in de 9e Cie. 't Is omdat er in de 10e Cie geen enkel Vlaamsche officier was. Ik ben dus in de Cie Van Holsbeek. De Kommandant V. Holsbeek vertrekt morgen om 't bevel te nemen van de 8e Cie mitr.. Lt Béghuin neemt 't bevel over de 10e Cie. Als ordonnance heb ik een zekere Vanhees van Neerpelt: een zeer gedienstige jongen. Zaterdag 11 augustus 1917 Regimentsmarsch met muziek. Mijn peloton komt achter 't muziek. 's Achtermiddag, conferentie bij den majoor. Dagboeken J.Winters
Pagina 31
Zondag 12 augustus 1917 Achter den noen om 2 ½ uren feest aan 't strand te Petit Ford Philippe door 't 1e Bon. Eenige sportnummer worden goed uitgevoerd, doch 't wordt vervelend op 't laatste en ik trek er van onder naar de Hutten. Maandag 13 augustus 1917 Oefening aan 't strand. Dinsdag 14 augustus 1917 Instelling eener groote wacht te Oye. Woensdag 15 augustus 1917 Biecht en Communie (O.L.Vrouw Hemelvaart). Donderdag 16 augustus 1917 Oefening aan het strand. Vrijdag 17 augustus 1917 Van 12 tot 14 uren oefening met geweergranaten op het schietplein ter Hutten. Zaterdag 18 augustus 1917 Velddienst. Instelling van achterwachten en botsing met de vijandelijke voorwachten. Zondag 19 augustus 1917 Zondagrust. Maandag 20 augustus 1917 Oefening op den polygone. Verkenningen. Dinsdag 21 augustus 1917 Instelling van groote wachten. Ik moet met 1 peloton de G.W. n° 3 instellen bij St Folquin. Om 5 uren conferentie bij den majoor over: velddienst. Woensdag 22 augustus 1917 Polygone. Vague d'assaut (aanvalsgolf), verkenningen en "ordre serré". Donderdag 23 augustus 1917 Oefening aan 't strand. Regen. Om 10 uren terug binnen. Om 11 uren inspectie der wapens. Vrijdag 24 augustus 1917 Instelling der groote wacht ten Oosten van St Folquin. Zaterdag 25 augustus 1917 Marsch eener kolon. Botsing met de vijand. Terugkeer met muziek. Ik ben van patroelje geweest van 19 tot 22 uren. Zondag 26 augustus 1917 Zondagrust. Maandag 27 augustus 1917 Van 12 tot 2 uren op den polygone. Een paar schoenen gekocht in 't militair magazijn (22,25 fr). Dagboeken J.Winters
Pagina 32
Dinsdag 28 augustus 1917 Te slecht weder om buiten te komen. Uitdeeling van kleeren en theorie over de logementswacht. Woensdag 29 augustus 1917 Te slecht weder om buiten te komen. Theorie over velddienst. Donderdag 30 augustus 1917 Oefening aan 't strand. Vrijdag 31 augustus 1917 Oefening op den "polygone". Zaterdag 1 september 1917 Oefening. Velddienst. Ik doe de dienst van adjunct met Ct Guyot die het 3e Bon beveelt. Dat gaat mij goed af. Zondag 2 september 1917 Zondagrust. 't Is schoon weder. J'ai saigné (?). Maandag 3 september 1917 Velddienst voor ons Bon. Botsing eener kolon op march. Patrouille. Vliegmachienen werpen bommen op Gravelines binst den nacht. Geene dooden, geene gekwetsten. Dinsdag 4 september 1917 Regimentsmarsch van 25 km.. 't Is warm, maar de marsch loopt goed af. De Hutten, Loon - Plage, Craywick, Bourbourg, St Georges, Gravelines. Woensdag 5 september 1917 Oefening aan het strand. Ik word door den majoor gelast vlaamsche lessen te geven aan de waalsche onder-officieren en soldaten van het Bon.'t Is vandaag de 1e les: van 14 tot 15 uren. Ik tel 38 leerlingen. Ik leer hun de gebruikelijke woorden en korte uitdrukkingen. Donderdag 6 september 1917 Oefening op den polygone. Vrijdag 7 september 1917 Instelling eener G.W. te St Georges Zaterdag 8 september 1917 Velddienst. Zondag 9 september 1917 Zondagrust. Maandag 10 september 1917 Wij hebben granaten gesmeten op den polygone. Ik ben van patrouille. Dinsdag 11 september 1917 Marsch.
Dagboeken J.Winters
Pagina 33
Woensdag 12 september 1917 Bivak en oefening aan het strand. Donderdag 13september 1917 Velddienst. Ik krijg voor zending het geschut te ondersteunen. De 9e Cie vertrekt om 3 uren, muziek aan 't hoofd, naar Oeren om er barakken te bouwen. Vrijdag 14 september 1917 "Organisation d'une position conquise" aan het strand. Ik neem het bevel over de 12e Cie Mitr.. Zaterdag 15 september 1917 Oefening op den polygone. Zondag 16 september 1917 Zondagrust. Maandag 17 september 1917 Oefening aan 't strand. Dinsdag 18 september 1917 Marsch van 20 km.. Woensdag 19 september 1917 Oefening aan 't strand; Donderdag 20 september 1917 Oefening velddienst. Vrijdag 21 september 1917 Oefening aan 't strand. Zaterdag 22 september 1917 Voorbereidsels tot het vertrek. Zondag 23 september 1917 Met Devester bezoek ik de "Cartonneries" van Gravelines. 't Is heel interessant dat fabriek af te zien. Maandag 24 september 1917 We verlaten Gravelines om 11 uren. 't Is vreeselijk warm en geen windje. Wij komen rond 6 uren te Ardres aan, uitgeput en rood van de hitte. Dinsdag 25 september 1917 Om 10 uren verlaten wij Ardres en komen rond 11/2 uur te Nielles-lès-Calais aan. 't Is een dorpje van 145 zielen op 4,5 km. van Calais. 't Is er rustig. Woensdag 26 september 1917 Rust. Donderdag 27 september 1917 Instelling eener groote wacht.
Dagboeken J.Winters
Pagina 34
Vrijdag 28 september 1917 Punt eener voorwacht. Ik neem het bevel over de Cie want Lt Beghuin is woud van Fiennes gaan verkennen. Zaterdag 29 september 1917 De Cie naar 't werk in 't woud van Fiennes. Ik blijf in 't kantonnement, wijl maar een officier mee moet (Godfein). Zondag 30 september 1917 Rust. In den achternoen, uitstapken naar Calais. Ik ga naar den kinema en kom dan terug. Bij mijne tehuiskomste vind ik Staf Van Horenbeeck die naar mij op zoek was. Maandag 1 oktober 1917 Oefening op het plein van Fiennes. Dinsdag 2 oktober 1917 Inspecties. Woensdag 3 oktober 1917 De Cie onder mijn geleide gaat "claies" (vlechtwerk) maken te Fiennes. Donderdag 4 en vrijdag 5 oktober 1917 Inspectie. Zaterdag 6 oktober 1917 Punt eener voorwacht. Zondag 7 oktober 1917 Zondagrust. Heel den dag is het zoo slecht dat ik niet buiten kom. Maandag 8 oktober 1917 Met 2 Pon ga ik "fascine" (takkenbos) maken in het woud van Fiennes. In het terugkeeren worden we doornat. Dinsdag 9 oktober 1917 Droging der kleederen. Woensdag 10 oktober 1917 De Cie vertrekt naar Marck. Ik ben heel goed gelogeerd in een pachthof waar ook 2 pon der Cie verblijven. De mess is in 't dorp bij een adjudant van Antwerpen. 't Is 20 minuten van mijne kamer af. Vrijdag 12 oktober 1917 Rust. Zaterdag 13 oktober 1917 Om 4 uren trekken wij de wacht op aan 't strand te "Petites Hemmes". Zondag 14 oktober 1917 We worden afgelost om 16 uren.
Dagboeken J.Winters
Pagina 35
Maandag 15 oktober 1917 Inspekties, theorie. Dinsdag 16 oktober 1917 Oefening aan 't strand te Grand Fort Philippe. Woensdag 17 oktober 1917 Ik ga werken aan de statie met 60 mannen. Donderdag 18 oktober 1917 "Ecole de section et de pon ". De O/Lt Godfin vertrekt voor 3 maanden in een onderrichtingscentrum. Vrijdag 19 oktober 1917 De Cie levert 90 werkers aan de statie. De Lt Beghuin gaat voor 12 dagen in verlof en ik neem het bevel over de Cie. Zaterdag 20 oktober 1917 Marsch met botsing ten W. Oye. Zondag 21 oktober 1917 Om 4 uren trekt de Cie de wacht op aan de kust. Maandag 22 oktober 1917 De wacht wordt om 4 uren afgelost. Dinsdag 23 oktober 1917 Het slecht weder belet ons buiten te komen. Woensdag 24 oktober 1917 De ½ Cie naar 't werk aan de statie. Donderdag 25 oktober 1917 Oefening voor 't regiment. De Cie in reserve. Vrijdag 26 oktober 1917 Instelling eener groote wacht te Guemps. Zaterdag 27 oktober 1917 De Cie naar 't werk aan de statie. Zondag 28 oktober 1917 Zondagrust. Maandag 29 oktober 1917 Om 16 uren trekken wij de wacht op aan de kust. Dinsdag 30 oktober 1917 Om 16 uren worden wij afgelost. Woensdag 31 oktober 1917 Marsch van 25 km.. 's Avonds komt Lt Beghuin uit verlof terug en ik geef hem het bevel der Cie over. Dagboeken J.Winters
Pagina 36
Donderdag 1 november 1917 Rust. Allerheiligen. Vrijdag 2 november 1917 75 man naar 't werk aan de statie. Ik ga naar de 9 urenmis, militaire mis voor de afgestorvene soldaten. Zaterdag 3 november 1917 Velddienst. Zondag 4 november 1917 Zondagrust. Maandag 5 november 1917 Instelling van eene logementswacht met overhandiging van gesloten orders op bepaalde uren te openen. Ik heb mij goed uit den slag getrokken. Dinsdag 6 november 1917 Om 16 uren kustwacht. Woensdag 7 november 1917 Om 16 uren worden wij afgelost. Donderdag 8 november 1917 Inspectie van de gansche uitrusting der mannen. Om 2 uren komt het bevel dat ons Bon den 10e inscheept voor Reminghe (?) om er te werken. Om 4 uren tegenbericht. Wij blijven dus te Marck. 't Is het 2e Bon dat vertrekt. Vrijdag 9 november 1917 Werk aan de statie. Het 2e Bon dat morgenvroeg om 4 uren moest vertrekken , krijgt tegenbericht en blijft. Men krijgt bevel alles gereed te houden voor een spoedig vertrek. Er is zeker iets op handen. Zaterdag 10 november 1917 Heel slecht weder. Nochtans gaan de grenadiers naar 't strand granaten werpen met Molitor en Lt Beghuin. Zondag 11 november 1917 Zondagrust. Ik neem afscheid van mijne kennissen van Gravelines. Maandag 12 november 1917 Voorbereiding tot vertrek. Dinsdag 13 november 1917 We vertrekken uit Marck rond 8 uren. Komen om 15 ½ uren te Mardyck aan en kantonneeren er. Woensdag 14 november 1917 Om 8 uren verlaten we Mardyck en komen rond 3 uren aan te Warhem waar wij kantonneeren. Donderdag 15 november 1917 Rust. Feest der Koning. Om 15 uren komt Gl Dewitte der 2D.C. decoraties uitreiken aan IIe Bon Carabiniers Cycl. die hier op rust liggen na verscheidene Duitsche posten ingenomen te hebben. Dagboeken J.Winters
Pagina 37
Vrijdag 16 november 1917 Rust. Voorbereiding tot het vertrek. Zaterdag 17 november 1917 We vertrekken om 8 uren (richting België). Rond 15 uren komen wij te Pollinkhove (10 km. onder Veurne) aan. De troepen kantonneeren in slechte barakken die heel vochtig zijn. Wij officieren, liggen in eene goede steenen barak met stoof. Zondag 18 november 1917 Zondagrust. Maandag 19 november 1917 Ik ga onzen nieuwen sektor verkennen. 't Deed mijn harte van vreugde en fierheid opwellen want over 3 maanden werden hier de duitsche lijnen 4 kilom. diep ingebeukt, van Driegrachten tot aan het meer " De Blankaert". Ook was ik aangedaan toen ik te Drie-Grachten over den Yperlee stapte en den voet op veroverd gebied zette. 't Terrein ligt nog vol met materialen door den duitsch achtergelaten: kleine kanonnen, minenwerfer, bommen, granaten, petards, obussen, torpillen, gazobussen, granatenwerfer enz..'t Grootste gedeelte van hun schuilhokken in gewapend beton, staan nog recht en komen ons wel te pas. Die hokken waren elektrisch verlicht. Alles toont aan dat zij veel meer organisatie hadden dan wij. Dinsdag 20 november 1917 Om 3 uren verlaten wij de kantonnementen van Pollinkhove en gaan op piquet in Drie-Grachten en Luighem (9 km. onder Diksmuide). Woensdag 21 november 1917 In den loopgraaf van Luighem. Donderdag 22 november 1917 In den loopgraaf van Luighem. Vrijdag 23 november 1917 Om 16 ½ uur verlaten wij de loopgraven van Luighem om de Bon van wacht te worden. Mijn pon gaat recht naar de voorposten aan de Blankaert. Er bestaan nog geen voorposten: 't is juist gelijk in den bewegingsoorlog. Zaterdag 24 november 1917 Zelfde als volgende (?) dag. 's Morgens bij 't licht worden wierd mijn peloton op de voorposten bij den Blankaert afgelost. Zondag 25 november 1917 Het peloton ligt in den "tranchée de l'épaulement d'artillerie" boven Luighem. Maandag 26 november 1917 Om 17 ½ uur worden wij afgelost door troepen van het 20e linie en kantonneeren te Pollinkhove. Ik heb een kamer bij de familie Frémault. De menschen zijn er heel goed voor mij. Dinsdag 27 november 1917 Rust. Dagboeken J.Winters
Pagina 38
Woensdag 28 november 1917 Werk aan DrieGrachten. Donderdag 29 november 1917 Werk van 8 tot 11 uren. Om 6 uren van den avond wordt onze Lt pajeur Van Craen van Leuven door eene bom gekwetst aan "Nieuwe Herberg". Om 9 uren stierf hij in 't hospitaal van Hoogstade. Hij had de hersenen bloot liggen. O/Lt Clabeek van 't 1e Bon wordt gekwetst aan 't been door een granaatkartetscherf, op verkenning zijnde in den sektor van Bikschote (12 km. onder Diksmuide). Vrijdag 30 november 1917 De helft der Cie naar 't werk. Zaterdag 1 december 1917 Werk aan den tramweg van Reninge (4,5 km te oosten van Oostvleteren). Zondag 2 december 1917 Biecht en Communie. Dezen nacht heeft het voor den 1en keer gevrozen. Maandag 3 december 1917 Gevrozen. Ik ga naar de begrafenis van O/Lt Van Craen te Westvleteren. Met hem werden begraven: een adjt en 8 soldaten. Met Housiau, Vandenberg en Debroucke word ik aangeduid om de hoeken te houden van het vaandel over de doodskist uitgespreid. Generaal Michel spreekt en Major Uyttenhove. Dinsdag 4 december 1917 Conferentie voor de officieren door den kolonel Deisser. 't Handelt over onze nieuwen sektor van Bikschote. Woensdag 5 december 1917 Wij verlaten Pollinkhove om 12 ½ uren. Ik ga vooruit met O/Lt Galand van de 9e Cie om den nieuwen sektor te verkennen. Te Elzendamme springen we in den auto van een Engelsch kapitein die ons tot den "Lion Belge" brengt. Van daar te voet vooruit. Van af Steenstraat (6 km boven Ieper) is 't al obusputten wat men ziet: geen spoor meer van Duitsche lijnen of pinnekensdraad, enkel vernielde of gescheurde abris in gewapend beton. In Bikschote verkent men zelfs de plaats niet waar eens de kerk stond. Men heeft den indruk dat hier eens veel volk was, maar nu is alles doodsch en verlaten en het aanzicht van 't terrein boezemt afgrijzen in. Arm België, vroeger zoo schoon en nu ... ! Toch moed houden en vooruit tegen den laffen mof. Overal obusputten meters diep waarin een groenachtig water staat. Daar wierd stikgas gesmeten. Op sommige plaatsen, bij abris, is de grond zwart als roet, 't zijn de vlammende vloeistoffen die daar hun werk deden. Geen 2 m² vindt men op 5 km. diepte of men ziet een put. Van de talrijke boschjes die eens hier stonden blijven kleine stukjes bomen recht.. God welke verwoesting. En zeggen dat dat hellevuur 6 dagen en 6 nachten aanhield zonder een oogenblik tusschenpoos. Donderdag 6 december 1917 Rust. Vrijdag 7 december 1917 Om 4 uren 's morgens vertrek ik met Lt Beghuin om den nieuwe sektor van Bikschote nogmaals te verkennen. 's Avonds ga ik werken met de Cie in 1e lijn. Dagboeken J.Winters
Pagina 39
Zaterdag 8 december 1917 Rust. Zondag 9 december 1917 Om 15 ½ uur verlaten wij Boschhoek en gaan op piket in het bosch Paepegoed. Twee pons liggen in één enkelen zeer sterken abri. Met mijn pon trek ik een voorname voorpost op in het bosch "Trapèze" in verbinding met de Engelschen. De afstand tusschen Paepegoed en Trapèze is 300 m. en ik heb er 2 ½ uur op gezet. Nooit heb ik zooveel afgezien. Allen zijn wij 2 of driemaal tot aan den buik in 't slijk gezakt. Geen duim grond of hij is omgewoeld door de kanonnen. 't Is bitter koud en geen vuur noch licht mogen wij maken. C'est l' abomination de la désolation (Het is afschuwelijk al deze verwoestigen ). Maandag 10 december 1917 Om 8 uren 's avonds komt adjt Molitor mij aflossen. 't Is tijd, want allen waren wij dood af van koude en ontbering. Om 10 uren komen wij te Paepegoed. Ik doe mijne schoenen af en verander van kousen waarna ik een weinig slaap. Dinsdag 11 december 1917 We ontvangen eenige obussen zonder verliezen te onderstaan. Woensdag 12 december 1917 Om 20 uren vertrek ik met mijn pon om de voorposten te bezetten. Om 24 uren ontvangen wij een 40 tal obussen allen zonder uitslag. 't Is hier koud en geen de minste dekking in onzen obusput. 't Is voor 't Vaderland dat wij lijden, doch dat het vruchten aflevere, 't is alles wat wij vragen. Donderdag 13 december 1917 Om 7 uren 's morgens, terwijl ik bezig was een pijpken te stoppen, zie ik opeens 3 duitschers wandelen op 50 m. van onzen post. Mijne 3 mannen leggen aan terwijl ik "Halte - là" roep. Aanstonds steken alle 3 de armen op en roepen " Kamaraad; nicht schießen". Ik doe ze nader komen, ontwapen ze en doe ze bij den Commdt brengen. 't Was een onder officier en 2 soldaten, allen Beierschen en uiterst tevreden gevangen te zijn. Vrijdag 14 december 1917 Om 11 uren worden wij gebombardeerd. We ontvangen op 1 ½ uur tijds 104 obussen van 150 mm. De 2 ingangen van den gebetonneerden abri wierden versperd en fusées schoten in brand en stikten ons bijna. Geen enkele gekwetste. Eenige geweren en andere uitrusting vernietigd. Wij ademen vrij, maar ik denk aan al de ontberingen die wij geleden hebben. Velen mijner mannen liggen achteruit met koorts of verbrande voeten van stikgas die nog in obusputten verbleef. Zaterdag 15 december 1917 Tegen den avond heb ik nog juist 10 gezonde mannen op 70. Om 6 uren 's avonds worden wij afgelost door 't 20e. In 't afgaan, aan den kruisweg van Stampkot, bij Steenstraat, worden wij gebombardeerd en ontsnappen bij mirakel, want 2 obussen vallen op minder dan 10 m. van ons af. Om 24 uren vertrekken wij per tram te Lizerne. Zondag 16 december 1917 Om 3 uren 's morgens komen wij aan in onze kantonnementen, in het kamp " de Craonne" buiten Stavele gelegen. De barakken zijn er goed ingericht. Ik slaap van 5 uren 's morgens tot 19 uren 's Dagboeken J.Winters
Pagina 40
avonds en bij mijn opstaan ben ik nog vermoeid. Welke vreugde te herleven na zoovele ellenden! Nooit had ik me kunnen inbeelden dat 'nen mensch zooveel kon lijden! Maar 't is voor 't Vaderland en God helpe ons opdat wij den moed niet verliezen, maar blijven voortgaan gansch onzen plicht te doen. Maandag 17 december 1917 's Avonds gaat de Cie naar 't werk op de voorposten. De 3 mannen die met mij de Duitschers pakten op 13en dezer, worden op de Die geroepen waar ze ieder 5 frs ontvangen. 't Zijn: mijn ordonnans Van Hees van Neerpelt; De Vetter, en Van Hove. Dinsdag 18 december 1917 Rust. Ik word gelast de vlaamsche kursus aan de officieren te geven in vervanging van Van Craen. Woensdag 19 december 1917 Rust Donderdag 20 december 1917 's Avonds naar 't werk in 1e lijn. We gaan per tram tot Lizerne. Onder 't werk ontvangen we eenige gazobussen die gelukkig niet juist vallen. Vrijdag 21 december 1917 Rust. Zaterdag 22 december 1917 Om 16 uren vertrekken wij naar 't werk. Zondag 23 december 1917 Om 4 uren komen wij van 't werk terug. Maandag 24 december 1917 Om 13 uur vertrekken wij en komen rond den vieren te Boschhoek aan. Om 19 uren vertrekken wij naar 't werk om materialen te vervoeren van Fme du Cimetière naar Mazeppa. Droevige kerstavond. 't Is echt lenteweder en 't werk gaat me niet. Dinsdag 25 december 1917 Om 2 uren zijn wij terug van 't werk. Om 17 uren vertrekken wij weer naar 't werk en zijn om 23 uren terug.'t Sneeuwt onder 't werk. 't Is echt Kerstweder. Hoe dikwijls nog zullen wij het Vredefeest vieren op 't werk of in den loopgraven? Ik vind zelfs niet de gelegenheid de H. Mis te hooren. Woensdag 26 december 1917 Rust. Ik ga in den achternoen naar de I.D. om eene huiduitspatting te verzorgen. In 't terugkomen ontmoet ik Staf Jonckers, gendarm. We klappen over oude dagen en oude kenissen. Hij meldt mij dat Alfons Leekens te Stavele ligt. Ik zal hem zien zoogauw we uit de loopgraven komen. Donderdag 27 december 1917 Rond 15 uren vertrekken wij naar Paepegoed op piket. Op 300 m. van Bikschoote gekomen, wordt mijn pon gebombardeerd. Eenige kleine obussen vallen rechts van ons. Verdcourt wordt licht gekwetst: een stukje van den rechterduim werd afgerukt. Na verband stuur ik hem naar de P.S. Dagboeken J.Winters
Pagina 41
régimentaire in de Fme du Cimetière, waarna hij naar den "Oceaan" gevoerd wordt. Wij komen behouden te Paepegoed aan. Vrijdag 28 december 1917 Niets nieuws. 's Avonds werkt mijn Pon om materialen te vervoeren van Paepegoed naar Dungelhof. Zaterdag 29 december 1917 's Avonds trek ik met eene sectie de voorposten op in het bosch "Trapèze". 't Is schoon klaar. Zondag 30 december 1917 Rond 2 uren 's morgens zien wij een dertig tal moffen uit den bosch " Dupleix" te voorschijn komen. Al kruipende komen zij op mijne posten af. Zij zijn bedekt met witte lakens of hemden om niet af te schijnen op den sneeuw. Ik laat ze bedaard naderen tot op 40 meter dan openen mijne 3 F.M. een snelvuur en 2 V.B. schieten een 20 tal granaten. Ik hoor een mof huilen en zie er 2 vallen. Zij trekken allen omzichtig achteruit. Dan snelvuur opnieuw op de vluchtende. 2 Minuten erna vertrek ik op verkenning met 2 mannen om te zien of zij niets achtergelaten hebben. Wij bemerken talrijke voetstappen van mannen en handen op den sneeuw. Doch vinden niets anders, zoodat de vijand zijne gekwetsten en dooden meenam. Ik dring in bosch "Dupleix" 50 m. verre door, maar niets te zien. Dan keer ik terug. Om 19 uren word ik afgelost door 't 20e. Ik logeer in nieuwe schuilkotten op den boord van 't bosch Paepegoed. 's Nachts maken wij 2 schuilkotten tusschen Paepegoed en Dupleix. Maandag 31 december 1917 Om 2 uren achter den noen komt een duitsche vlieger ons mitrailleeren doch zonder dat wij verliezen onderstaan. 's Avonds om 18 uren trek ik naar de voorposten van Dungelhof. Terwijl ik eene ronde doe om te zien of er niets hapert aan den ijzerdraad vóór de posten, zie ik 2 moffen op schildwacht juist over onze draad. Geene wapens mee hebbend, ga ik ijlings naar post 4 2 granaten en een man met zijn geweer halen, wij leggen ons neer op 10 m. van de plaats waar ik de 2 moffen zag en smijten de 2 granaten in hunnen put, dan ga ik zien, maar niets te vinden. De moffen zich zeker verraden ziende, zullen snel achteruit getrokken zijn terwijl ik granaten haalde. Zijn agenda van 1917 besluit hij met het volgende: O mijn God, ik bedank U dat Gij mij op zienbare wijze gezegend hebt gedurende dit jaar en vraag U mij onder Uwe hoede te nemen gedurende het volgende jaar. Help mij, O heilige Maagd, Goddelijke Moeder, om steeds mijne plichten getrouw te vervullen, én als christen, én als overste.
Dagboeken J.Winters
Pagina 42
1918 Dinsdag 1 januari 1918 Om 5 uren 's morgens trek ik met mijn Pon naar de voorposten van Dungelhof. Niets nieuws gedurende den dag. Zoogauw het avond wordt, doe ik eenen ronde. Eene moffen mitrailleus schiet over de voorpostenlijn, doch gelukkig te hoog. 't Is den 1en keer dat we hier zulk getuig hooren en 't geeft mij dan ook het gedacht dat er iets zal gebeuren. Ik beveel dubbele waakzaamheid. Om 19 uren komt een "pli". Men verwacht zich aan een aanval in den sektor van 't 8e. Dus 't kan tot ons overslaan. Woensdag 2 januari 1918 Om 5 uren word ik afgelost door 't Pon Molitor. Ik was reeds tevreden dat er niets gebeurd was, maar ik sprak te vroeg. Nauwelijks had mijn laatste man een schuilhoksken bereikt of een geweldig spervuur werd gespannen tusschen Paepegoed en de voorposten. Ik stond buiten te klappen maar was gauw binnen. 't Duurde juist 30' en was nooit zoo hevig geweest. Na 10' brak ons spervuur los. Zoogauw de mof niet meer schoot, liep ik zien op de voorposten of er niets gebeurd was. Gelukkig neen. Geen handslag, maar wel bij de 9e Cie waar 3 mannen opgepakt waren. De 9e bij tegenaanval nam er 4 en doodde er eenen. Eene patrouille van onze Cie bracht een gekwetsten Pruis mede die goed verzorgd werd. Door 't spervuur hadden we 2 gekwetsten waarvan 1 signaleur van mijn pon: Boret hevig gekwetst aan 't hoofd. Niets nieuws over den dag. 's Avonds naar Kamp van Craonne te Stavele. Onderweg ontriggelde de tram, doch geene gekwetsten. Donderdag 3 januari 1918 Om 0.15' komen we ten kamp van Craonne aan. We slapen goed. 's Avonds zie ik Fons Leekens die hier logeert. Vrijdag 4 januari 1918 Vóór den noen gaat de Cie naar 't bad te Elzendamme (Oostvleteren). 's Avonds naar 't werk aan Dungelhof. Zaterdag 5 januari 1918 Rust. Zondag 6 januari 1918 Biecht en Communie. Maandag 7 januari 1918 Ik heb een verlof van 2 dagen voor De Panne. Ik neem den trein te Klein Leiseele om 7.13 u. en kom aan te Adingkerke om 8.22 u. Te voet tot De Panne. Fons Conix is voor 't oogenblik in den C.I.D. Ik zet mijn valies bij hem en dan goeien dag zeggen bij de kennissen. Om 1 uur dineer ik in 't pensioen van Fons ( villa Fantazia ) en dan naar den "Oceaan". Ik verneem er dat Verheyen terug naar Rouaan is en ik breng bezoek aan Verdecourt. Ik slaap met Fons in het "Cafe de la Noble Rose". Dagboeken J.Winters
Pagina 43
Dinsdag 8 januari 1918 Ik vertrek te Adinkerke om 16.25 u. en kom om 17.45' te Kl. Leiseele aan. Woensdag 9 januari 1918 't Werk wordt uitgesteld omdat het sneeuwt. Donderdag 10 januari 1918 't Heeft den gansche nacht ontdooid en er is geen sneeuw meer te zien. Vrijdag 11 januari 1918 Om 15 uren komen wij te Boschhoek aan . 's Avonds naar 't werk op Dungelhof. Zaterdag 12 januari 1918 Naar 't werk 's avonds op Dungelhof. Zondag 13 januari 1918 Zondagrust. Maandag 14 januari 1918 Om 15 uren vertrekken wij naar 't piket op Paepegoed. 't Vriest dat 't kraakt. Dinsdag 15 januari 1918 Tegen den morgen regent en ontdooit het fel. 's Avonds trek ik de voorposten op maar in het Trapezenbosch. 't Is een echte modderpoel en alle abris zijn vol water. Gedurende de nacht maak ik nieuwe abris zoogoed als 't gaat. 't Regent den ganschen nacht door. Woensdag 16 januari 1918 Met moeite kan ik mijne mannen schuilen gedurende den dag. Ik zit met mijn ordonnans en korporaal Baelde onder een kleinen abri van 3 " tôle individuelles". De abri is 0,60 m. breed en 1m. 10 lang en 0,90 m. hoog. We zitten met de knieën tegen de kin en kunnen niet roeren. Ik eet niet. Nooit heb ik meer afgezien. 't Is een echte kruisweg. Om 20 uren worden we afgelost en keeren naar Paepegoed terug waar ik toch 5 uren lang kan slapen. Donderdag 17 januari 1918 Alles staat onder water en alle mannen werken om 't water af te leiden onder gevaar van beschieting. Eenige obussen en schrappnells kwetsen niemand.'s Avonds naar Dungelhof zonder abris. We bouwen er eenige en de mannen zitten den eenen op den anderen. Vrijdag 18 januari 1918 's Avonds gaat 't peloton naar de voorposten waar ook alles onder water staat. Ik kan niet beschrijven wat wij lijden : 't is afgrijselijk. Zaterdag 19 januari 1918 We krijgen 68 obussen rond ons niemand geraakt. 's Avonds afgelost en wij keeren naar Dungelhof terug in 't water en slijk. Zondag 20 januari 1918 's Avonds afgelost door 't 20e. Een diepe zucht ontlast onze borst als wij te Lizerne op den tram stappen. De mannen bleek en koortsig van 't uitgestane lijden en schitterende oogen, zingen gelijk ik
Dagboeken J.Winters
Pagina 44
ze nooit heb hooren zingen. De natuur schijnt ons overprachtig bij 't maanlicht. Wat genot zich in 't kamp van Craonne op den stroozak te mogen uitstrekken. Maandag 21 januari 1918 Rust. Dinsdag 22 januari 1918 's Avonds leid ik de Cie naar 't werk aan Dungelhof. Woensdag 23 januari 1918 Rust. Onze makker Godfrin komt terug van Auvours (?) en herneemt zijne plaats in de Cie. Donderdag 24 januari 1918 Tandpijn. Rust. Vrijdag 25 januari 1918 Om 16 uren vertrek naar 't werk aan Dungelhof. Zaterdag 26 januari 1918 Om 4 uren 's morgens komen wij terug van 't werk. Om 14 u. 30' muzikaal feest in 't hospitaal van Beveren door het orkest van 't veldleger bestuurd door Corneil de Thoran 1e orkestoverste aan den Muntschouwburg van Brussel. 't Was echt prachtig maar te fijn opdat ik al het fijn er van snappe. Zondag 27 januari 1918 's Avonds naar 't werk. Maandag 28 januari 1918 Rust. 's Avonds ga ik naar 't hospitaal van Beveren waar men "Madame et son filleul (petekind)" speelt. 't Is een schoon stuk, maar er zijn weinig goede spelers. Dinsdag 29 januari 1918 's Namiddags vertrekken wij naar 't kamp van Boschhoek. 's Avonds naar 't werk alhoewel ik een zweer aan 't tandvleesch heb. De D.A. worden verdeeld in D.I. 10e , 8e en 18e vormen 4e D.I. en 4e D.A. met 20e , 13e en 19e. Woensdag 30 januari 1918 Mijn zweer zwelt open ik ga niet naar 't werk. Donderdag 31 januari 1918 Rust. Vrijdag 1 februari 1918 Om 12 uren verlaten wij het kamp van Boschhoek en keeren terug naar 't kamp van Craonne. Zaterdag 2 februari 1918 Na den noen vertrekt Lt Beghuin naar de 2e Cie van 't 4e Bon R en I. Als bevelhebber van de Cie wordt hij opgevolgd door Lt Bedoret van de 12e Cie. Vertrekken nog naar dezelfde Cie 1e st Mr Grégoire, sergt Bertrand, caps Veriter en Boly. Dagboeken J.Winters
Pagina 45
Zondag 3 februari 1918 Werk op de 2e stelling. Maandag 4 t.e.m. zondag 10 februari 1918 Idem. Woensdag 13 februari 1918 Ik ben aangeduid om lessen over stikgas te De Panne te volgen in 't Hotel Teirlinck. Gegeven door Kapitein Renard. Ik kom rond den noen in De Panne aan en neem pensioen in "Le Pélican". Donderdag 14 en vrijdag 15 februari 1918 Les van 9 tot 12 en van 2 tot 5 uren. Zaterdag 16 februari 1918 Les van 9 tot 12. 's Achternoens herziening van al de lessen. Zondag 17 februari 1918 's Morgens vertrek ik weer naar Leiseele en kom er rond den noen aan. Om 9 uren 's avonds komt mijn verlofbrief aan voor Parijs en Nice. Ik ga met Emiel Devester. Maandag 18 februari 1918 Vertrokken om 7.35' met den Car Alpin te Killem (Fr.) tot Duinkerken. Vandaar per trein naar Parijs waar wij afstappen in 't Hotel Vauban "Square des Art et Métier". Dinsdag 19 februari 1918 Bezoek van Parijs. Déjeuner bij Duval. Diner bij Bisson. 's Avonds naar de Folies Bergère. Woensdag 20 februari 1918 Déjeuner en diner bij Manbert, rue de Richelien. Donderdag 21 februari 1918 We vertrekken om 7 uren 's morgens in de statie van Lyon en komen 's nachts te Marseille aan. Vrijdag 22 februari 1918 Slapen te Marseille tot 7 uren. Om 8 uren per trein naar Nice waar we rond 10 uren 's avonds aankomen. We slapen in Hotel Madrid, Rue de Belgique. Zaterdag 23 februari 1918 Bezoek van Nice. Promenade des Anglais, Chateau, enz. 't Is hier volop zomer en de lucht riekt naar mimosa's, viooltjes en andere bloemen. Vele palmboomen. 's Avonds naar de "Variétés". We maken er kennis met de artiste Ginna O' Deyn van Brussel en hare moeder wonende nu, Rue de la Buffa, 14 bis. Zondag 24 februari 1918 's Morgens ontmoetten wij Ginna en hare Moeder op de "Promenade des Anglais". Wij passeeren den ganschen dag met hen, bezoeken " Hotel du Rhul", het Casino en gaan 's avonds met hen naar het "Théatre des Poilus". We eten altijd in den restaurant "Au Boeuf à la Mode" rue Adelaïde. Dagboeken J.Winters
Pagina 46
Maandag 25 februari 1918 Bezoek aan Cap Ferrat, waar de villa is van Léopold II met Mme Vaughan. 't Is nu een Belgisch hospitaal voor teringlijders. 't Is heel prachtig. Bezoek aan de " Vallon Obscur" waar wij kennis maken met een Belg, Lievens, handelaar in kanten die gansch de wereld doorreisd heeft. We laten ons te Nice photograpfeeren.
Dagboeken J.Winters
Pagina 47
Dinsdag 26 februari 1918 Bezoek aan Monaco en Monte - Carlo. We zien er het Casino met het speelkot en dan het paleis van den Prins waar prachtige zalen zijn en ook de troonzaal. Vele schilderijen van Vlaamsche meesters: Rubens, Van Loo, Vandermeulen, enz. Woensdag 27 februari 1918 Vertrek om 11 uren en komen 's avonds te Marseille aan. 's Anderendaags wandeling op de Cannebière. We dineeren nemende, clovissen (een soort witte mossels) en bouillabaise. Vertrek om 2 uren achternoen. Donderdag 28 februari 1918 Komen te Parijs aan rond den noen. 's Avonds naar "La Cigale" luisteren naar de belgische Revue " Tu viens avec?" Prachtig. Vrijdag 1 maart 1918 's Avonds naar den Cinema. Zaterdag 2 maart 1918 's Avonds naar "Vaudeville". Stuk : Mr Lebureau. Zondag 3 maart 1918 Om 8 uren 's morgens vertrek naar 't front. Komen te Coudekerque-Branche (Fr.) aan om 8 uren 's avonds vanwaar met auto tot Leiseele. Daar verneem ik dat het Bon logeert te Killem (Fr.). Te voet naar Killem waar ik om 11 uur aankom. Maandag 4 maart 1918 Om 7 uren 's morgens vertrekt de Cie naar Bray-Dunes naar de "Ecole de Feu". Dinsdag 5 t.e.m. Donderdag 7 maart 1918 Schieten. Vrijdag 8 maart 1918 Vertrek om 9 uren. Komen te Killem aan rond 1 uur. Ik logeer bij brave arme oude menschkens. Zaterdag 9 maart 1918 Oefening. Zondag 10 maart 1918 Rust. Maandag 11 t.e.m. zaterdag 16 maart 1918 Oefening. Zondag 17 maart 1918 Rust. Maandag 18 maart 1918 Oefening.
Dagboeken J.Winters
Pagina 48
Dinsdag 19 maart 1918 Bad te St. Riquiers. Woensdag 20 maart 1918 Voorbereiding tot vertrek van 't Bon. Donderdag 21 maart 1918 Om 7 uren vertrekt het Bon. Te Hondschoote vervoegt ons het muziek van 't regiment dat ons uitgeleide doet tot Leiseele. Om 10 uren komen wij te Gapaardhoek aan (tusschen Hoogstade en Linde op den weg van Yperen). Vrijdag 22 maart 1918 Inspectie. Zaterdag 23 maart 1918 Oefening. Zondag 24 maart 1918 Verkenning van den sektor van Nieuwkapelle. Maandag 25 maart 1918 Werk aan 't kanaal te Forthem.
Tot hier de verhalen die Jaak Winters zelf in drie agenda's heeft opgetekend (waarvan we er slechts 2 teruggevonden hebben) . Soms in het Frans, veel in het Nederlands. Soms kwam er het vergrootglas aan te pas. Maar de verhalen zijn aangrijpend genoeg om ze voor iedereen leesbaar te maken.
Dagboeken J.Winters
Pagina 49
8 april 1918 Wat we nog weten... Op 8 april 1918 heeft een krijgsgevangen Duitser in Merkem, op het ogenblik dat men hem wilde ontwapenen, van op korte afstand met zijn revolver een schot op Jaak gericht. Twee dagen later, op 10 april 1918 is hij overleden in het militair hospitaal te Beveren aan den Yzer. Eén maand vóór hij 28 zou worden...
Militair doodsprentje
Dagboeken J.Winters
Pagina 50
Burgerlijk doodsprentje
Dagboeken J.Winters
Pagina 51
Jaak werd met veel bloemen te Beveren begraven en kreeg er twee grafstenen.
Op 20 augustus 1924 werd Jaak herbegraven op het kerkhof van De Panne in perk J n° 232.
Dagboeken J.Winters
Pagina 52
Militair kerkhof De Panne Op dit kerkhof liggen naast burgers, 3748 gekende Belgische gesneuvelde militaire en nog een aantal waarvan de namen onbekend zijn. In totaal schat men dat er 9.000.000 militairen sneuvelden tijdens de Eerste Wereldoorlog...
Dagboeken J.Winters
Pagina 53
Verkenningsopdracht in de nacht van 8 op 9 april Een uit het Frans vertaald rapport van de verkenningsopdracht uitgevoerd in de nacht van 8 op 9 april:
10° Linieregiment 10 ° Compagnie
Rapport over de verkenningsopdracht uitgevoerd in de nacht van 8 op 9 april Samenstelling: 1 officier, 2 sergeanten, 1 korporaal, 9 soldaten Vertrekuur: 3 h 30 Terugkeer: 6 h Gebeurtenissen: De patrouille is vertrokken van de Lasalle post. Ondanks het geweldig vuur van mitrailleurs en kanonnen heeft zij zich naar de observatiepost van de compagnie begeven. Nadat zij zich overtuigd had dat geen enkele post werd aangevallen heeft zij zich begeven naar post nr. 5 en vandaar heeft zij zich recht vooruit gericht naar ‘Sircouf farm’. Zij waren als volgt opgesteld: in het midden grenadiers met pistool en dolk, op de flanken fuseliers die ook granaten bij hadden. De bijkomende verdedigingswerken van de vijand die beschadigd waren door vroegere inslagen konden zonder veel moeilijkheden worden voorbijgestoken. Twee betonnen schuilplaatsen (bunkers) kwamen in zicht. Zij werden ingenomen en onderzocht maar er werd geen enkele Duitser gevonden. De derde schuilplaats leek nochtans bezet. Inderdaad kon men bovenop de wachtposten zien en deze gooiden een granaat en vuurden een schot. Soldaat Dhyne werd gekwetst aan de rug en aan de rechterarm. Diegene die in de schuilplaats zaten kwamen buiten en maakten zich klaar om ze te verdedigen. De deelnemers van de patrouille sprongen op, bogen de flanken om en verhinderden zo de vijand terug te trekken. Een kort vuurgevecht vond plaats. Luitenant Winters die de patrouille aanvoerde werd in de buik geraakt door een schot dat van kortbij was afgevuurd. Ik nam het bevel van de patrouille over. Ik gaf bevel aan korporaal Baelde om zich met twee mannen te bekommeren om het transport van de luitenant en ik droeg sergeant Gueron (Guenon ?) op om de terugtocht te beschermen en ik gaf bevel twee granaten onleesbaar in de bunker te gooien waar naar ik dacht nog Duitsers aanwezig waren. Bij de terugtocht hebben de acht gevangen duidelijk getracht om de gang te vertragen om hun makkers de kans te geven om hun te komen bevrijden. Zij werden nochtans tot in onze linies overgebracht evenals luitenant Winters die zonder dralen werd overgebracht naar de hulppost. Soldaat Dhyne kon op eigen middelen terugkeren. Dank zij de snelle beslissingen de moed en het veronachtzamen van het gevaar door alle leden van de patrouille konden de Duisters snel overmeesterd worden.
De sergeant-chef van de patrouille, Handtekening onleesbaar
Dagboeken J.Winters
Pagina 54
Rapport werd overgemaakt aan onleesbaar Gezien en overgemaakt aan de commandant van het 10°, 14 april 1918 De commandant van het III° Handtekening onleesbaar de officier is gedood Gezien en overgemaakt van de bataillonschef 14 april 1918 De commandant van de compagnie Handtekening onleesbaar
Gezien vandaag 14 april 1918, De commandant van het 10° Handtekening onleesbaar
Dagboeken J.Winters
Pagina 55
Inventaris bezittingen
Dagboeken J.Winters
Pagina 56
Familiefoto
Familiefoto gemaakt om naar Jaak te sturen. Van links naar rechts: Alfons Mathijs grootvader Jan Vrolix Jan vader Christiaan Maria Pieter moeder Maria Gertrudis Vrolix Jozef Helena
°05/08/1904 °22/05/1893 °03/04/1839 °15/09/1891 °18/10/1861 °13/05/1898 °07/12/1909 °05/05/1867 °26/10/1900 °23/07/1906
+11/10/1996 +07/10/1973 +25/04/1916 +16/07/1977 +02/06/1928 +16/01/1994 +25/11/1979 +07/08/1936 +01/12/1968 +28/02/1947
gehuwd met Catho Leen gehuwd met Broekx Catharina gehuwd met Custers Anna Maria gehuwd met Ulenaers Elisabeth gehuwd met Ceyssens Jaak gehuwd met Boonen Maria gehuwd met Schrijvers Ida gehuwd met Ceyssens Alfons en later met Nouwen Jan
Andere leden van het gezin Winters die niet op de foto staan: Jacobus Arnoldus Maria Anna Aldegonda Dood geboren meisje Dood geboren meisje Alphonsus
Dagboeken J.Winters
°18/05/1890 °27/11/1894 °17/03/1896 °14/03/1897 °30/01/1903
+10/04/1918. +01/01/1895 +17/03/1896 +14/03/1897 +16/02/1903
Pagina 57
Dit boekje is de tweede uitgave van de dagboeken van J.Winters. De eerste uitgave werd gepubliceerd door mijn ouders Henri en Lieske Geusens-Ceyssens. P.Geusens - september 2013 Het kleine meisje, uiterst rechts op de familiefoto op de vorige bladzijde, is mijn grootmoeder.
Dagboeken J.Winters
Pagina 58