*winter*
V@st&Zeker 22
***
1
*winter*
V@st&Zeker 22
Inhoudsopgave M@ilbox Een geheime reis Cre@tief Romeinen De Clubkids Ennng!!! Logos op Malta De gaafste weken van het jaar Simeon en Anna De Krulblog Vragenbox?? Colofon
***
3 4 8 10 13 15 17 18 20 22 26 28
2
*winter*
V@st&Zeker 22
M@ilbox Terwijl de winkels nog vol liggen met spullen voor Sinterklaas, mag ik een stukje voor het kerstnummer van de V@st&Zeker schrijven. Ik ben er eerlijk gezegd helemaal niet voor in de stemming. ‘k Ben nog helemaal niet bezig met kerst. Alle dagen zijn zo druk, met zoveel onbelangrijke en belangrijke dingen. Ik realiseer me, dat als ik geen tijd neem om stil te staan bij de Adventstijd, het zomaar ‘ineens’ kerst is. En dat is ook raar eigenlijk. Want dan heb je daar helemaal geen ruimte voor gemaakt in je leven. Ruimte voor Jezus, de Zoon van God. Die naar de aarde kwam om zondaren te redden en voor eeuwig gelukkig te maken. Herken je jezelf in het bovenstaande stukje? Is ook jouw leven vol en druk? School, toetsen, werk, je email bijhouden, hyven. En je gaat maar door. Tot het ineens kerst is. En dan sta je stil en je realiseert jezelf dat er geen ruimte is in je leven, en al helemaal niet in je hart, voor het Kind Jezus! Hopelijk ben je net als ik wakker geschud! En mag je net als Simeon en Anna verlangend uitzien naar de kerstdagen wanneer we mogen denken aan de komst van de Heere Jezus op deze aarde.
de Zoon van God Die naar de aarde kwam om zondaren te redden
Veel leesplezier in dit heerlijke kerstnummer van de V&Z! Namens alle redactieleden hele goede en gezegende kerstdagen! Geertine
***
3
*winter*
V@st&Zeker 22
Een geheime reis Ongetwijfeld willen ze een kijkje nemen op het schip. Deze gedachte maakt hem onrustig. De laatste dagen heeft hij al te veel met deze ”makkers” te maken gehad. Blijkbaar zijn de Duitsers de laatste maanden wat nerveuzer geworden. Dat komt natuurlijk ook omdat ze er niet in slagen om de ‘Ondergrondse’, waartoe Jan Snor behoort, te pakken te krijgen. Dat zou ook niet best zijn, want Hitler en zijn ‘duistere’ kameraden zijn daar niet blij mee. Integendeel, ze zijn heel erg boos op de mannen en vrouwen van de ‘Ondergrondse’, die hen vaak te slim af zijn. Helaas lukt het de Duitsers af en toe om enkelen van hen te pakken te krijgen en dezen worden dan zonder pardon
zonder pardon worden gefusilleerd (= doodgeschoten). Ook de schipper heeft nu de
“Pas op, jullie armen vallen er nog af”, gilt Jee-Pee Duitsers ontdekt en wenkt dan naar Jan, die snel naar de stuurhut komt. “Het lijkt me beter dat jij ook in de schuilplaats gaat, Jan, samen met Dietrich. De jongens kunnen wel hier bij mij blijven”, zegt schipper Chris.“Oké, Chris, dan ga ik maar snel”zegt Jan Snor en zo snel als hij kan verdwijnt hij naar het “achteronder”, waar ook de schuilplaats is. Daar is Dietrich bezig met schippersvrouw Rika om de afwas te doen. Ze zijn druk aan het keuvelen als Jan binnenstormt en roept: “Vlug, Dietrich, we moeten onderduiken in de Schuilplaats”. Dietrich reageert supersnel want hij begrijpt dat er gevaar is. De schippersvrouw opent voor hen het houten luik van de ‘Schuilplaats’ dat met een laag turf is afgedekt en de twee mannen duiken bijna naar binnen. Stil zijn …en sterkte hoor, jongens. Onder het bed staat een doos met eten als het wat langer duurt”. Snel sluit Rika het luik weer en je ziet er niets meer van. Voor alle zekerheid gooit ze nog enkele losse turven erover heen. “Ziezo”, mompelt ze, “ dat is dat. En nu maar vlug de borden en bekers van Jan en Dietrich opruimen. Anders hebben de Duitsers nog in de gaten dat er hier meer personen zijn”. Ondertussen is het schip al dichtbij de brug gekomen. De vier Duitsers
Het lijkt me beter dat jij ook in de schuilplaats gaat, Jan… neergeschoten. Onlangs was dit nog in Sundal gebeurd. Daarom zijn de Duitsers vooral daar erg fanatiek aan het zoeken naar Joden en naar mensen die de Joden helpen. Dat heeft echter helemaal geen effect want steeds meer Sundalers zien in dat de Joden geholpen moeten worden en proberen dat met al hun mogelijkheden te doen. Helaas zijn er ook anderen die hun eigen landgenoten verraden aan de Duitsers, waardoor er een levensgevaarlijke situatie ontstaat. Daardoor komt het soms voor dat er zelfs brave en moedige burgers ***
4
*winter*
V@st&Zeker 22
die bovenop de brug staan, zwaaien met hun armen ten teken dat de schipper moet stoppen. Natuurlijk snapt schipper Chris daar zogenaamd helemaal niets van en hij zwaait enthousiast terug. Als ze onder de brug varen horen ze de Duitsers roepen en zien ze hen nog wilder met hun armen zwaaien. “Pas op, jullie armen vallen er nog af”, gilt Jee-Pee. Schipper Chris begint te grijnzen en kan een lach niet onderdrukken. De jongens hebben blijkbaar deze week meer met Duitse rakkers te maken gehad. “Ze zijn helemaal niet zo bang als je zou mogen verwachten van zulke jonge knapen”, zo denkt hij. Babby begint nu ook hevig te zwaaien naar de Duitsers bovenop de brug. “Hallo, hallo”, roept hij, “wat een mooi weer is het hè?” De Duitsers op de brug begrijpen er helemaal niets van wat hij roept maar ze begrijpen wel dat de schipper gewoon doorvaart en daar zijn ze absoluut niet zo blij mee. Eén van de soldaten pakt zijn geweer en schiet in de lucht. “Pang ... pang ...”. Daar zullen die ‘domme Ollanders’ op dat schip wel van schrikken en dan naar hen luisteren. Maar de schipper doet alsof hij niets hoort en vaart rustig verder. Ze zijn nu onder de brug en de
Duitsers rennen naar de andere kant van de brug om hen daar een halt toe te roepen. “Halt! Halt!”, roepen ze nu in koor. Weer klinken er enkele schoten. “Pang ... pang ... pang ... pang ...”. De eenden en andere watervogels vliegen op uit het riet aan de oever van de rivier en maken dat ze weg komen. Wat gebeurt er hier toch vandaag.? Dit maken ze hier gelukkig niet zo vaak mee maar vandaag is het wel heel erg. Er is al enkele malen geschoten en de vogels zijn helemaal in de war. Nu moet de schipper wel reageren en hij laat het schip vaart minderen. Hij steekt zijn hoofd buiten de stuurhut en roept omhoog: “Was ist los? Die Vögel erschrecken von euch” (waarmee hij bedoelt: “Wat is er aan de hand? De vogels schrikken van jullie”). De Duitsers gapen hem met open mond aan. Dat die schipper zo reageert, hadden ze niet verwacht. Deze Duitsers gaan ervan uit, dat wanneer zij een bevel geven, dat hun bevel direct wordt opgevolgd en je diep voor hen in het stof neerbuigt. Dan kennen ze in ieder geval die ‘domme Ollanders’ niet, want die zitten zo niet in elkaar, dat blijkt ook hier wel weer. Dan brult er een: “Wir wollen bei Ihnen an Bord gehen
***
5
*winter*
V@st&Zeker 22
und schauen ob Sie auch Juden verstecken. Und wohl sehr schnell!” {dat betekent: “Wij willen bij u aan boord en kijken of u ook Joden verbergt. En wel heel snel!”}. De schipper kijkt bedenkelijk en antwoordt in zijn beste Duits: “Hoe moet dat dan? Ik kan mijn schip hier niet afmeren”. Daarop antwoordt de boze Duitser weer: “Machen Sie das Schiff fest an die Brücke. Dann klettern wir darauf” (dat betekent zoiets van: “Maak uw schip vast aan de brug. Dan klimmen wij erop”). De schipper knikt en draait het schip terug naar de brug. Daarna gooit hij zonder iets te zeggen een touw omhoog, dat wordt vast gemaakt aan de brugleuning. Zo kan het schip niet meer afdrijven. Dan gooit hij nog een touw naar boven waarlangs de soldaten kunnen afdalen. Dit touw wordt ook aan de brugleuning bevestigd. Hoewel dit touw niet lang genoeg is, klimt toch een van de vier Duitsers over de brugleuning. Hij wil zich nu voorzichtig langs het touw op het schip laten zakken. Hij hangt aan de brugleuning en pakt het touw beet. Toch gaat het niet zo gemakkelijk als het er uitziet. Het schip deint immers ook op en neer op het water. Als hij bijna op het schip is, tilt een golf het schip op maar het dek komt niet tot aan de voeten van de Duitser. Toch laat hij zich los om op het schip te springen en dan valt hij de laatste meters hard op het dek van het schip. Door de vrije val verliest hij zijn evenwicht en probeert hij zich nog overeind te houden. Maar dat lukt hem niet. Hij struikelt en valt pardoes over boord met een luide plons in het koude water. Even zie je helemaal geen Duitser meer ... hij is onder water verdwenen. Maar gelukkig komt hij snel weer boven. Al proestend gilt hij direct met een angstige stem: “Hilfe! Hilfe!” (dat betekent: Help! Help!”). De andere drie soldaten schrikken zó, dat ze stokstijf blijven staan en toekijken. Schipper Zandstra zag het allemaal wel aankomen en hij hoopt dat dit de Duitsers zó afschrikt dat ze
snel weer zullen verdwijnen. Toch gooit hij vlug een touw dat hij aan het schip heeft vastgemaakt, naar de drenkeling die dit dankbaar vastgrijpt. “Gut festhalten, dann komt alles wieder gut” (dat betekent: “goed vasthouden, dan komt alles weer goed”) gilt hij in zijn beste Duits naar de man beneden in het water. Ondertussen kijken de andere drie soldaten op de brug met ingehouden adem toe. Voorzichtig trekt schipper Zandstra de soldaat weer aan het touw naar het schip. Proestend en kreunend klimt hij met grote moeite op het schip. Kletsnat natuurlijk. “Brrrrr brrrrr ...”, hoor je hem kreunen. Beteuterd kijkt hij de schipper aan en stamelt enigzins verlegen met de situatie: “Herzlichen dank, Kamerad! herzlichen dank” (dat betekent: “hartelijk dank, kameraad, hartelijk dank!”). Dan roept een van zijn kameraden vanaf de brug: “Heinz, kom mal hier nach oben, dann gehen wir wieder zurück. Es ist doch nicht das richtige Schiff. Es heisst gar nicht ‘Gutte hoffnung’, aber ‘Nooitgedacht’” (dat betekent: Heinz, kom maar hier naar boven, dan gaan we weer terug. Het is toch niet het goede schip. Het heet helemaal niet ‘Goede Hoop’, maar ‘Nooitgedacht’). Dat schip moeten ze dus niet hebben. Niet dat Heinz dat nu echt iets schelen
***
6
*winter*
V@st&Zeker 22
kan, want hij heeft de schrik goed te pakken en hij is al lang blij dat ze weer terug gaan. Dan kan hij tenminste droge kleren aantrekken. Vlug geeft hij de schipper nog een hand en mompelt nog “vielen dank” (dat betekent: “heel veel dank”) En dan klimt hij vliegensvlug langs het touw omhoog om zich weer bij zijn ‘echte’ kameraden te voegen. Nadat hij weer veilig boven op de brug is maakt een van zijn kameraden de touwen los en gooit deze dan weer naar beneden op het schip. “Auf wiedersehen, und einen guten Reise”, roept schipper Zandstra de “waterhelden” op de brug nog toe. Of zij dat wel gehoord hebben is zeer de vraag. Zij zitten al in hun auto en rijden snel weg. “Ook deze storm is weer voorbij. De Heer Jezus heeft de storm gestild”,denkt de schipper met dankbaarheid in zijn hart. Ondertussen loopt hij weer naar de stuurhut waar de jongens hem al tegemoet komen. “Oom Chris, is alles goed met u?”, roept Babby. Samen met Jee-Pee hebben ze gezien hoe de Duitser aan boord wilde klimmen en hoe deze in het water viel. “Komen ze nog weer terug?”, vraagt Jee-Pee . “Nee, hoor, daar hoeven jullie niet bang voor te zijn want ze hebben het verkeerde schip uitgekozen. Ze zochten ‘de Goede Hoop’, maar ze vonden de ‘Nooitgedacht’. Jullie vriend Jan Snor heeft goed werk verricht, door het schip een andere naam te geven. Maar gaan jullie samen maar even naar het vooronder om de boodschap door te geven dat de Duitsers weer weg zijn. Vlug, maar wel voorzichtig, anders moet ik jullie ook nog uit het water vissen”. “Ja, oom Chris”, roepen ze tegelijk en weg zijn ze. Ze haasten zich naar het ‘vooronder’ waar schippersvrouw Rika druk in de weer is. Zij heeft alles wel gehoord maar zij is toch maar beneden gebleven, om voor het geval dat de Duitsers toch het schip zouden doorzoeken, zij een beetje in de buurt kon zijn. Dan kan ze die
Duitsers een beetje sturen, waar zij hen hebben wil. Daar is ze namelijk heel goed in. “Ze zijn weg!”, gillen de beide jongens tegelijk. “Kom maar tevoorschijn oom Jan en oom Dietrich”. Met hulp van schippersvrouw Rika komen de beide mannen uit hun ‘Schuilplaats’. Met z’n allen gaan ze nu naar de stuurhut om te horen hoe het allemaal verlopen is en waar ze nu de rest van hun reis rekening mee moeten houden. Immers je weet het maar nooit. Misschien komen de Duitsers nog een keertje terug. Je moet overal rekening mee houden. In de stuurhut vertelt de schipper hoe alles is verlopen. Na zijn verhaal is iedereen stil. Schippervrouw Rika verbreekt de stilte en citeert een oud lied: “Wij hebben ‘s Vaders Zoon aan boord, en veilig strand voor ‘t oog”. “Ja, inderdaad”, antwoordt Jan Snor en Dietrich knikt heftig met zijn hoofd ten teken
“Wij hebben ‘s Vaders Zoon aan boord, en veilig strand voor ‘t oog” dat hij het daar geheel mee eens is.. Opnieuw ervaren de jongens dat God hen helpt en bestuurt. Dat beseffen ze ondanks hun jonge leeftijd maar al te goed. Dan gaat schipper Chris spontaan voor in gebed en dankt hij voor de bijzondere bewaring en leiding van de Heere. Na zijn gebed zegt hij: “ Kom aan vrienden, we moeten nu weer verder. We zijn nog niet zo lang onderweg en we hebben nog een lange reis voor de boeg. Aan de slag”. Dit was dus een zeer leerzaam begin van een reis die nog spannender zal worden, maar dat weten de jongens nog niet ..
***
7
*winter*
V@st&Zeker 22
Wauw! Wat geweldig al die reacties van jullie op onze enquete, dank je wel! Misschien heb jij nog niet 5 minuten de tijd genomen om hem in te vullen: we zijn benieuwd naar jouw mening, klik hier. Het kan zijn dat je de vorige keer een foutmelding kreeg, dat is nu verholpen. Probeer het dan gerust nog een keer! De link naar de enquete is ook op de startpagina van www.christelijkejeugdkampen.nl te vinden.
Cre@tief Stempel een kaart Benodigdheden: Verf, papier, mooie (gel)pennen, aardappelschilmesje, potlood, aardappel
1.
Snijd de aardappel doormidden.
***
8
*winter*
V@st&Zeker 22
2. Teken een simpele vorm en snijd de aardappel om de vorm weg.
3.
Doe verf op de vorm.
4.
Stempel op de kaart.
5.
Schrijf er met een mooie pen iets bij.
***
9
*winter*
V@st&Zeker 22
Romeinen
Lees ontspannen en aandachtig Romeinen 12:3–8 Wat is jouw taak? Je kunt dit hoofdstuk in drie gedeelten verdelen. De verzen 1 en 2 vormen het eerste gedeelte. Daarin gaat het over je verhouding tot God. Het derde gedeelte omvat de verzen 9–21 en heeft te maken met je verhouding tot de mensen om je heen. In het stukje voor vandaag gaat het om je verhouding tot je medegelovigen. Je moet beseffen dat je niet méér bent dan de ander, integendeel, bescheidenheid of matigheid is op zijn plaats. God heeft ieder, dus ook jou, een bepaalde hoeveelheid geloof toebedeeld. Dat is precies de hoeveelheid geloof die je nodig hebt voor de taak die je hebt te verrichten. Zo heeft God ook met je medegelovige gedaan. Ook die heeft een taak van God ontvangen met daarbij een maat van geloof die voor zijn of haar taak nodig is. Als je dat nu van God gekregen hebt, kun je je er toch niet op beroemen? Paulus doet dat zelf ook niet en hij was nog wel een apostel. Hij spreekt jou en mij aan door de genade die hem gegeven is. Zo moeten wij ook elkaar benaderen, in het besef dat ons genade is gegeven. Hij maakt een vergelijking met een menselijk lichaam. Daarin zijn veel leden. Al die leden hebben een verschillende functie. Zo werkt dat
ook bij ons als gelovigen. Alle gelovigen samen vormen een lichaam, waarin iedere gelovige (dus ook jij) een eigen functie heeft. In 1Korinthe12 wordt dat nog verder uitgewerkt. Daar wordt benadrukt hoe al die verschillende leden bij elkaar horen. Ze kunnen niet zonder elkaar, ze
‘Al wat uw hand vindt om naar uw vermogen te doen, doe dat’ hebben elkaar nodig. Hier in Romeinen 12 gaat het om jouw eigen functioneren naar de ander toe. Jij hebt een eigen, unieke taak die alleen jij goed kunt vervullen. Weet jij al wat je functie is? Moeilijk hè? In het boek Prediker staat een vers dat al velen heeft bemoedigd die wilden weten welke taak ze te doen hadden: ‘Al wat uw hand vindt om naar uw vermogen te doen, doe dat’ (Pred. 9:10). Kijk om je heen en je zult veel werk zien.
***
10
*winter*
V@st&Zeker 22
In de verzen 6–8 van Romeinen 12 wordt een aantal van die functies (ze heten daar genadegaven) genoemd. Waar het op aankomt, is je instelling. De verandering van je denken van vers 2 kun je in praktijk brengen door eraan te
aangespoord om de bediening die hij in de Heer had ontvangen ook te vervullen. Een zodanige aansporing heb jij ook op zijn tijd nodig. Mogelijk gaat er een leraar in je schuil. In Ezra 7:10 vind je een belangrijke volgorde: 1) Ezra zette zijn hart op het onderzoek van de wet; 2) hij handelde er zelf naar; en dan pas 3) leert hij de wet in Israël. Dan is er de functie van vermanen. Vermanen kan betekenen bemoedigen of vertroosten, maar ook het aanwijzen van verkeerde dingen. Niet een erg geziene bezigheid. Wel erg nodig. De gelovigen zijn altijd in gevaar om van het Woord van God af te wijken. Daarom moet er gewaarschuwd worden. Afwijking heeft altijd nare gevolgen. Vermanen heeft dan ook altijd ten doel om afgedwaalde gelovigen terug te brengen bij de Heer. In Jakobus 5:19, 20 zie je welke gezegende uitwerking het kan hebben. Er zijn broeders en zusters die de gave hebben om mee te delen, dat is anderen te laten delen in de welvaart die zij hebben. Deze genadegave lijkt mij heel wat dankbaarder dan de vorige.
God geeft gaven om er mee aan het werk te gaan denken dat je voor een ander iets kunt betekenen. Het gaat erom wat wij ten opzichte van elkaar zijn (vers 5). Wij hebben allen een verschillende genadegave van God ontvangen. God heeft die niet gegeven om niets mee te doen, maar om er mee aan het werk te gaan. Profetie is de eerste gave die wordt genoemd. In 1 Petrus 4:11 vind je een mooie omschrijving van wat profetie is: het is het spreken van de uitspraken van God. Hoe beter je God leert kennen, des te beter kun je de uitspraken van God doorgeven. Daarom staat er achter: naar de maat van het geloof. De gedachten van God doorgeven kan alleen naar de maat van je persoonlijke omgang met God, naar de maat dat je Hem hebt leren vertrouwen in de praktijk van je geloofsleven. Misschien ligt dienen je beter. Dat is meer het praktisch bezig zijn. Archippus die genoemd wordt in de brief aan de Kolossenzen 4:17 was zo iemand. Hij moest worden
***
11
*winter*
V@st&Zeker 22
Toch vereist het uitoefenen van deze gave ook geestelijke oefening. Het moet mild gebeuren en zonder bijbedoelingen.
Leiding geven is ook een gave apart. IJverig hierin bezig zijn is een vereiste, want leiding geven is een zaak van zelf het voorbeeld geven en niet het geven van opdrachten. In Nehemia heb je daar een voorbeeld van. De laatste genadegave die hier genoemd wordt, is barmhartigheid bewijzen. Er zijn gelovigen die,
als ze anderen in de ellende zien, daar direct voor klaar staan. Voor hen is het belangrijk hun taak blijmoedig te vervullen. Dat is niet altijd gemakkelijk omdat hun hulp niet altijd zo gewaardeerd wordt. Paulus heeft hiermee niet een uitputtende opsomming willen geven. Wel heeft hij duidelijk willen maken dat iedere gelovige, dus jij ook, een gave heeft en dat die gave in een juiste gezindheid moet worden uitgeoefend. Er zal best iets zijn wat je bezig houdt. Vraag de Heer maar of Hij je hierin wil leiden en ga dan aan de slag. Lees nog eens Romeinen 12:3–8. Verwerking: Vraag aan de Heer of Hij je helpen wil je taak te zien en te doen.
Vraag aan de Heer of Hij je helpen wil je taak te zien en te doen.. ***
***
12
*winter*
V@st&Zeker 22
De Clubkids Debbie zit in groep 3 van de basisschool. Ze kwam al naar de club toen ze in groep 2 zat. Ze komt uit Portugal, maar eigenlijk komt ze oorspronkelijk uit Afrika. Het is een heel donker meisje en ze spreekt Portugees en Nederlands, maar haar moeder kent maar een
basisschool. Als de club is afgelopen, breng ik een groepje kinderen naar huis. Het duurt altijd even voor iedereen zover is, maar als we compleet zijn, kunnen we gaan. Maar opeens merk ik dat Debbie er niet is… en ze is ook niet meer binnen. Ze zal toch niet alleen naar huis zijn gegaan? Het zou natuurlijk kunnen, want ze woont vlakbij. Misschien toch even checken voor de zekerheid, het is toch om de hoek. Maar als Debbie’s moeder opendoet, hoef ik eigenlijk al niets meer te vragen. “Debbie?” zegt ze. “Misschien is ze met een andere meester meegelopen”, zeg ik, maar dat verstaat ze niet. Wat vervelend dat ze geen Nederlands kan verstaan… of dat ik geen Portugees kan spreken. Het Is maar net hoe je het bekijkt. Ik loop maar weer terug naar de club…Ik moet ook nog een ander meisje thuisbrengen. De andere kinderen heb ik voor deze keer maar alleen naar huis gestuurd, want die zijn toch al wat ouder. De moeder van Debbie komt ook aanlopen. Ze is erg ongerust, maar ze zegt niks. Ik probeer de andere meesters en juffen van de club op hun mobiel te bellen. Zij zijn weer andere kinderen naar huis brengen en gelukkig hoor ik dat ze per ongeluk met meester Bertus mee is gegaan. Het duurt best een poos voor Bertus alle kinderen heeft thuis gebracht, maar dan komt hij eindelijk aanlopen met Debbie.
Debbie lacht altijd als ik haar ophaal voor de club, want ze komt heel graag heel klein beetje Nederlands. Debbie lacht altijd als ik haar ophaal voor de club, want ze komt heel graag. Haar broer Anir komt ook vaak, maar hij zit al in groep 8 van de
***
13
*winter*
V@st&Zeker 22
Debbie kijkt heel verlegen naar haar moeder, die boos tegen haar praat in het Portugees. Dan zegt Debbie verdrietig tegen mij: “Ik mag niet meer komen”. “Kun je niet uitleggen dat je per ongeluk met een andere meester was meegelopen,” vraag ik, maar het helpt niet. Ik krijg een stijf knikje van Debbie’s moeder en dan gaan ze. Ik vind het heel erg, want Debbie is erg lief en ze komt zo graag naar de club. Eerst Kim maar thuisbrengen. Hij stond ook al die tijd te wachten. Als Kim thuis is, loop ik weer terug naar de club. “Vader, het spijt me dat ik niet goed op
Een week later is het weer club. Ik heb best wel voor Debbie gebeden, maar ik durf niet bij haar aan te bellen. Haar moeder heeft tenslotte gezegd dat ze niet meer mag komen en dan is het een beetje brutaal om te vragen of ze toch mag komen. Misschien is het beter om nog even te wachten en alleen voor haar te bidden.
“Wilt U geven Vader, dat ze weer mag komen?”… Debbie gepast heb. Wilt u geven dat ik Anir tegen kom, zodat hij kan vertalen voor zijn moeder en dat ik kan uitleggen waarom Debbie even kwijt was… Amen”. Als ik Debbie’s straat inloop, komt Anir net aanlopen met twee vuilniszakken. “Dank U wel Vader”…“Hey Anir… Gaat ie nou?” “Goed, met U?” “Ook goed… Maar zou je even voor mij kunnen vertalen voor je moeder. Ik wil graag uitleggen waarom Debbie kwijt was.” “Maar ze snapt het wel hoor… Maar Debbie mag niet meer naar de club.” Gelukkig wil Anir toch wel even vertalen, maar het helpt niet. Debbie mag niet meer komen…
Twee weken later, als de club al is begonnen, komt Anir opeens binnen. Hij mag gewoon alleen komen, want hij zit al in groep 8. Wat fijn! Dan is hij er tenminste nog. Als ik de donderdag daarop uit mijn werk kom fietsen, moet ik weer aan Debbie denken, want ik fiets net door haar straat. “Wilt U geven Vader, dat ze weer mag komen?” Daar komen Debbie en haar moeder net aan lopen. “Hallo Debbie”… en tegen haar moeder: “Mag ik Debbie morgen weer ophalen voor de club?”. Debbie kijkt verlegen naar haar moeder en die zegt iets in het Portugees, en dan zegt Debbie: “Als m’n broer gaat, mag ik ook…”
Twee weken later, komt Anir opeens binnen... Wat fijn! Ik ben zo blij, want nu mag ik haar weer ophalen op vrijdag… Kleine Debbie, die altijd lacht als ze naar de club gaat.
***
14
*winter*
V@st&Zeker 22
Ennng!!! De engste nacht van het kamp voor de joffer… Als joffer maak je soms hele bange nachten mee, Zo zal ik eens een dergelijke nacht omschrijven. De leiding van het kamp komt meestal wat eerder op het kamp dan de kampeerders. Dat moet natuurlijk wel, anders is het kamp nog zo saai als de rest komt! De joffer gaat vast haar tent versieren en zo wordt er nog het een en ander aan het kamp gedaan om zo de kampeerders welkom te heten. De joffer is nu ook een beetje verplicht om al een beetje een eigen gevoel te krijgen van haar tent, en dus slaapt ze al gelijk in haar eigen tent. Natuurlijk eerst het beste bed uitkiezen en het bed zo zetten dat het de fijnste plek is in de tent. Dan natuurlijk dat bed op z’n lekkerst opmaken en slapen maar. Maar ja, moet je je voorstellen, zo’n eerste nacht.!
Plotseling schiet ik wakker! Met mijn hoofd lig ik naast de tentopening en het zeil gaat een stukje open…!
Het is pikkedonker. Er is nog niemand om even het licht uit te doen. Alles moet je zelf doen. Dan in het donker weer onder de dekens kruipen. Daarna komt bijna het ergste, al die geluiden.! En je bent helemaal alleen in de tent.! Na een uur te hebben geluisterd naar al die geluiden “er komt toch niemand aanlopen”? was ik eindelijk in slaap gevallen. Plotseling schiet ik wakker. Met mijn hoofd lig ik naast de tentopening. Het zeil gaat een stukje open. “Wie is daar?”
***
15
*winter*
V@st&Zeker 22
mompel ik. Ik durf me niet om te draaien, stel je voor dat je een paar ogen ziet.… Weer hoor ik het zeil opengaan, “heej, wat moet dat daar?” zeg ik nu wat harder. Dan hoor ik niks meer, ik zal het wel niet goed horen. Dan zit ik ineens rechtop in mijn bed. Het zeil schiet voor de helft open. Nu ik helemaal wakker ben, luister ik nog eens goed en merk dat….. de wind speelt met het losse zeil. Mn hart rammelt op z’n hardst. Dan ga ik maar weer verder slapen. Met m’n oren diep in mijn slaapzak, om maar niks meer te horen. Maar goed dat de meiden er morgen zijn… dan ben ik tenminste niet meer alleen!
***
16
*winter*
V@st&Zeker 22
Logos op Malta Op het moment dat ik dit schrijf liggen we met het schip, de Logos Hope, bij het eiland Malta. Malta ligt in de Middellandse Zee tussen Italië en Afrika. Malta hoort bij Europa en gebruikt sinds kort ook de euro. Het is een eiland met 400.000 inwoners en bijna iedereen daar is katholiek. Malta heeft een rijke geschiedenis en dat is overal te zien in de aanwezigheid van mooie grote kerken en kastelen. Overal is te zien dat de kruisvaarders hier lange tijd zijn geweest. Ondanks dat dit land zo’n rijke geschiedenis heeft en zelfs Paulus hier geweest is, hebben de mensen van dit land nooit geleerd om een persoonlijke relatie met God te hebben. Dit land telt naar schatting slechts 400 christenen waarvan er ongeveer 200 echt actief met God wandelen. Religie is echt heel belangrijk voor de Maltezen en je wordt dan ook raar aangekeken wanneer je als Maltees niet naar de Katholieke mis komt, Maar de Bijbel wordt niet gelezen. Tot voor kort was het zelfs verboden voor Maltezen om naar een christelijke kerk te gaan. Op dit ogenblik zijn er 14 christelijke kerken in Malta en wat waren de mensen uit die kerken blij toen ze hoorden dat de Logos Hope zou komen. Toen het schip aankwam stonden ze bijna allemaal op de kade om ons te verwelkomen. Met de bemanning van het schip zijn we op een donderdagavond naar deze kerken geweest om voor dit land te bidden. We hoorden hoe God bezig is om de ogen van mensen in dit land te openen voor een relatie met Hem. In de dagen dat we daar aanwezig waren hebben we veel samen gewerkt met deze kerken. Wat is het mooi om te zien dat de aanwezigheid van ons schip zo veel bemoediging kan brengen aan de christelijke bevolking van Malta. Ik had de mogelijkheid om op een zondag naar een dienst te gaan waar 14 gelovigen bij elkaar kwamen. Wat een fijne dienst hadden we en wat is het mooi om samen met hen God te eren om wie Hij werkelijk is. Onze broeders en zusters in Malta hebben ons gebed hard nodig, Bidt dat ze een lichtend licht kunnen zijn voor hun landgenoten. Ondanks dat alles in dit land erop lijkt dat de Maltezen diep gelovige mensen zijn, is de waarheid helaas anders. Dit kan ook met jouw leven zo zijn. Je kunt vroom naar de kerk gaan en alles lijkt prachtig in orde te zijn maar heb je werkelijk een relatie met God?
Je kunt vroom naar de kerk gaan … maar heb je werkelijk een relatie met God?
***
17
*winter*
De
V@st&Zeker 22
mooiste,
fijnste,
gezelligste,
leukste, sportiefste
weken van het jaar! Dan hebben we het over het kamp
dat eigenlijk noooooooooit doen. Maar
natuurlijk.!
die jongens…………
De eerste dag is de kennismaking.
Ik ben eigenlijk nog nooit op een
Iedereen is dan heerlijk een beetje
jongenskamp geweest. Maar al de
gespannen. De eerste keer die meiden
verhalen die ik gehoord heb over die
zien en die meiden de eerste keer hun
jongens… dat schijnt bar te zijn, alles
joffer zien. Dan gaan we naar de grote
wat kapot kan……
tent. En voor degenen die kappie Klaas
Nee, meiden ik blijf maar veilig bij jullie hoor!
Ineens krijg ik de rillingen op mn rug als ik denk aan die ... Brr! Wat nat was dat!
Na die eerste dag lijkt het altijd wel dat het steeds leuker wordt. O, als ik zo achter mijn computer zit en eraan denk dan ruik ik bijna het kamp weer. In de tent die zeillucht en in de witte tent die etenslucht. En niet te vergeten de boslucht natuurlijk. Ik voel de vochtige omgeving weer en ik proef bijna die heerlijk macaroni weer. En dan al die stemmen om je heen. Het geroezemoes en
als kampvader hebben gehad weten hoe hij altijd begint met een hele waslijst
het heerlijke zingen. Dan de stilte onder het verhaal. Die heerlijke rustige stem van een joffer
aan weetjes en regeltjes. Zo komt hij er
die een boek voorleest.
altijd mee dat de lepels niet krom
Ik begin er weer zin in te krijgen…
gebogen mogen worden en ja standaard zegt hij er bij dat de meiden
***
18
*winter*
V@st&Zeker 22
Dan grinnik ik bij de gedachte aan sport en spel… de regels vergeet ik altijd en soms let ik als joffer niet helemaal goed op. Maar een voordeel heb ik. Ik mag altijd het laatste woord hebben. Puntentelling lukt altijd “feilloos”. Ineens krijg ik de rillingen op mijn rug als ik denk aan die emmer koud water die de kokkies over me heen smeten, Brr
omhoog hoor. Er zijn er bij die zo graag
wat verschrikkelijk nat was dat. Nee ik
iets voor je doen, die vragen naar de
spuit liever bij de zeepbaan. Heerlijk nog
dweil en werken zo op hun knieën de
wat zeep erop en gaan. Geweldig wat
hele tent door. Maar sommige anderen
roken we lekker fris met z’n allen.
moet je wel tien keer vragen of ze de
Dan denk ik aan de laatste dag. Vroeg
papiertjes even willen opruimen. Maar ja
opstaan, gauw de dag opening en dan
het hoort ook bij het kamp hè.?
aankleden. Dan de tent helemaal
Meiden ik heb er weer zin in, jullie ook?
leegmaken en een emmer sop, dweil en
Misschien tot het kamp in 2011!
bezem halen. Iedereen aan het werk zetten om schoon te maken. Maar dan komt ook de ware aard van de meiden
Coriene Zwartbol
***
19
*winter*
V@st&Zeker 22
Simeon en Anna Lees van te voren Lukas 2: 22-40 In vers 22 lezen we: ‘als de dagen van haar reiniging vervuld waren’. Dat betekend dat op dat moment Jezus 40 dagen oud is. Een moeder was toen na de geboorte van een zoon 40 dagen onrein. Maria mocht die tijd niet in de tempel komen. Maar nu zijn die 40 dagen voorbij. Jozef en Maria gaan samen naar de tempel om te offeren. Omdat ze arme mensen waren mochten ze een paar
laten zien dat hij voor zijn sterven Christus zou zien (vers 26).
Wat een bijzonder leven toch! Haar hele leven was vervuld met verwachting! En nu mag ook zij de Heere Jezus zien! Hoe wist Simeon nu dat de Heere Jezus op dat moment in de tempel zou zijn? Heel duidelijk lezen we in de Bijbel dat ook daar de Heilige Geest voor gezorgd had. Hij had Simeon naar de tempel gestuurd als het ware (vers 27). Jozef en Maria verwonderden zich over Simeons woorden (vers 33). En Simeon was niet de enige die Jezus verwachtte. Als Simeon zijn loflied gezongen heeft en Jozef, Maria en het Kind Jezus gezegend heeft (en daarna ook nog tot Maria gesproken heeft, vers 34 en 35) komt Anna er aan lopen. Anna was een profetes, dat betekent dat ze
tortelduiven of twee jonge duiven offeren. Als we zo met Jozef, Maria en het Kindje Jezus meegaan naar de tempel, zien we daar iets bijzonders gebeuren. Een oude man met de naam Simeon, ziet ze de tempel binnekomen en loopt naar ze toe. Hij neemt het Kindje Jezus uit hun armen en gaat God loven! Hij zingt een lied! (vers 27 en verder) Wie is deze Simeon? Simeon was een oude man, die wist dat hij al gauw zou sterven. Maar God had door de Heilige Geest hem
***
20
*winter*
V@st&Zeker 22
Gods woord spreekt in bepaalde situaties waar het past). Wat lezen we over haar? Ze was vanaf dat ze jong was, zeven jaar getrouwd geweest. Daarna was haar man overleden. Nu is ze vierentachtig jaar, en elke dag in de tempel te vinden. Vasten en bidden, dag en nacht God dienen (vers 37). Wat een bijzonder leven toch! Haar hele leven was vervuld met verwachting! En nu mag ook zij de Heere Jezus zien! En wat doet ze daarna? Gaat ze verder met vasten en bidden? Misschien wel. Maar in ieder geval gaat ze aan alle mensen die de verlossing in Jeruzalem verwachtten, (dus de mensen die wachtten op
de komst van de Messias) vertellen dat de Heere Jezus is geboren! Dus.. dat de Messias gekomen is! Wat een getuigenis, na zoveel jaar van bidden en vasten, daarna mogen vertellen wie Hij is! Simeon en Anna zagen beiden uit naar de komst van de Heere Jezus! Mag jij dat ook doen? Is er in jouw hart ook een verlangen naar Hem? Dat je Hem mag leren kennen, of dat je Hem beter mag leren kennen? Dat je elke dag met Hem mag leven. Zie je er naar uit dat Hij terug zal keren, dat iedereen Hem zal kunnen zien? (Mattheus 24:30) Zorg dat je bereid bent om Hem te ontmoeten! Dat je met verlangen naar Hem uit mag zien!
***
21
*winter*
V@st&Zeker 22
De Krulblog Na het verblijf in Canada is de familie in zijn geheel al weer een tijdje terug in Haïti. Op dit moment zitten ze zonder wasmachine, wat veel extra werk oplevert voor Willemien Krul. Maar er zijn nog spannender dingen gaande…
Hurricane Tomas Het is 3 uur, zaterdagochtend, en ik open langzaam mijn ogen. In de stilte van onze slaapkamer kan ik nog steeds buiten de regen horen. Het regent gestaag sinds 14:00u gistermiddag. Jason beweegt naast me en staat dan op. Te uitgeput heb ik nauwelijks de energie
om te bewegen, maar hij komt later terug met zijn computer. “Kijk hier in het oog van de orkaan.” Hij laat me een satellietafbeelding zien
waaruit blijkt dat orkaan Tomas net boven het zuidwestelijke puntje van Haïti komt, waar Jeremie ligt. Ik zucht. Arme buurvrouw Denise. Vorige week vrijdag vertrok ze naar Jeremie met een zak vol spullen, die had ze gekocht voor haar familie en met het geld dat ze verdiend had met kettingen maken. Op dinsdag riep ze dat ze zou vertrekken en en was het wachten op de taptap (vervoersmiddel in Haïti, zie plaatje). Op donderdag was ze nog steeds aan het wachten. Omdat MAF bezig was met een vlucht naar Jeremie belde Jason haar donderdagmiddag om te zeggen dat ze ook naar het vliegveld kon gaan. Dan kon haar familie haar na de vlucht van het vliegveld ophalen. Op deze manier zou ze in Port-auPrince terug zijn binnen een uur. Ze vertelde hem dat ze erover zou nadenken, maar dat ze had al betaald had voor haar reis in de Tap Tap,
"Hierom zal U ieder heilige aanbidden in vindenstijd; ja, in een overloop van grote wateren zullen zij hem niet aanraken. Gij zijt mij een Verberging” ***
22
*winter*
V@st&Zeker 22
500 Goudes, (12,50 dollar USD). “Ik zal proberen om mijn geld terug te krijgen,” zei ze. Een uur later belde ze om te zeggen dat de bestuurder niet bereid was om het geld terug te geven, zodat ze koos voor 18 uur Tap Tap rijden, in plaats van 50 minuten, een gratis vlucht. Ik weet eerlijk gezegd niet wat ze dacht. Een uur later belde ze weer om te zeggen dat de wegen onbegaanbaar waren geworden en dat de Tap Tap was omgedraaid, kon ze nog steeds met het vliegtuig mee?.. Nee, het was te laat. Het vliegtuig was al gekomen en gegaan. “Maar nu heb ik geen geld meer over en ik heb de hele dag niet gegeten, “zei ze tegen Jason. “Plus mijn familie woont aan de andere kant van de bergen, dus ik kan er niet even weer heen lopen en weer terug.” Dat betekent dat ze nu vast zat in the middle of nowhere
Dat betekent dat ze nu vast zat in the middle of nowhere in het oog van een orkaan
in het oog van een orkaan. Bij het zien van de satellietbeelden, ga ik op mijn knieën en smeek God om haar veilig te bewaren, om te zorgen voor een schuilplaats ergens voor haar, voor aardige vreemdelingen die haar zullen opvangen, en voor haar veilige terugkeer naar haar familie hier. Alle onzekerheid en stress van het niet te weten wat er gaat gebeuren in de komende uren dat de orkaan Tomas dichterbij komt naar Port-au-Prince beginnen zijn tol te eisen. Als ik begin in te dommelen komen de woorden van Psalm 32 die we even daarvoor hadden gelezen terug in mijn gedachten en troosten mij. . “Hierom zal U ieder heilige aanbidden in vindenstijd; ja, in een overloop van grote wateren zullen zij hem niet aanraken. Gij zijt mij een Verberging; Gij behoedt mij voor benauwdheid; Gij omringt mij met vrolijke gezangen van bevrijding.”
Een nieuwe dag Ik verschuif in bed om een meer comfortabele positie te vinden. Aan de ene kant voel ik een elleboog, aan de andere kant een klein hoofd. Jayden moet gekomen zijn midden in de nacht. Ik geef hem en Jason een duwtje zodat ik iets meer ademruimte heb en lig dan nog wat minuten te luisteren. Water stroomt uit de goten en is niet in staat om gelijke tred te houden met de stortregens die uit de hemel vallen. Het is nog donker en ik weet niet hoe laat het is.. Het voelt alsof het water al uren naar beneden komt. Ik
***
23
*winter*
V@st&Zeker 22
maak me zorgen over degenen die in de sloppenwijken en laaggelegen gebieden wonen. Ons huis is iets hoger gebouwd, zodat alles gewoon naar beneden in de straten stroomt, maar hoe gaat het met hen die in de sloppenwijken wonen? Terwijl ik niet kan slapen, breng ik de tijd door in gebed. Uiteindelijk dommel ik weer in. Enkele uren later zijn we allemaal wakker van Jason's telefoon. Het is tijd voor hem om eruit. Hij vertrekt snel naar het vliegveld. Zodra hij daar is, belt hij me om te vertellen dat er niet veel schade aan het vliegveld is door de wind, maar dat er wel heel veel water gevallen is. Hoewel veel eerder geboekte vluchten zijn geannuleerd zijn er veel nieuwe aanvragen. Hij vertelt dus dat hij naar aantal dorpen en steden van Haïti zal vliegen. “Dat geeft me de kans om te zien of alle andere delen van Haïti geen storm of overstromingsschade hebben,” vertelt hij me. Ik wil nogmaals vragen of hij iets gehoord van Denise, maar behalve de oproep gistermiddag, waar we haar konden horen, maar zij ons niet, konden we haar niet bereiken. “Haar mobiele telefoon batterij is waarschijnlijk leeg, en ze heeft haar lader hier gelaten,” vertelt Anoud ons. Als we geen contact hebben met haar, kunnen we niets voor haar regelen. Later zegt Anoud dat ze waarschijnlijk wel bij andere familieleden in Jeremie kan blijven. Ik ben blij om dat te horen en ik vertel hem dat we zullen proberen haar te bereiken. Het is 6:30 zondagavond en al donker buiten. Als ik de laatste paar gerechten in de kast heb gezet. Ik hoor wat. Misschien is het Denise? De gedachte flitst door mijn hoofd, maar ik durf het nauwelijks te hopen. We konden haar sinds vrijdag niet bereiken en hoe zou ze zonder geld hier kunnen komen? Ik ben nog steeds nieuwsgierig als ik de voordeur opendoe en de duisternis in glip. Anoud heeft al de kleine deur in de poort geopend en ik hoor stemmen aan de andere kant. Als ik erheen loop, hoor ik de stem van Denise. Ik ren de laatste stappen als het deurtje open gaat. Ja hoor daar is ze. Ik ren naar haar toe en geef haar een knuffel. “Mwen sal twop.” (Ik ben te vies) protesteert ze, maar het kan me niet schelen. Ik ben zo blij om haar weer te zien. “Ik heb zoveel voor je gebeden Denise,” zeg ik haar, “en ik ben zo blij je te zien. Maar hoe heb je dat voor elkaar gekregen?” “Nou na de Tap Tap had ik precies
Na de Tap Tap had ik precies genoeg geld over voor nog een kaartje. Dus heb ik met mezelf afgesproken niet te eten, maar naar huis te komen…
genoeg geld over voor nog een kaartje. Dus heb ik met mezelf afge-sproken niet te eten, maar naar huis te komen. “ Ik doe een stap terug en kijk naar haar als ze in het licht stapt. Wow, ze is echt vies. Zwart onbe-handeld haar piekt naar alle richtingen rond haar hoofd. Vuil vlekt haar gezicht en armen. Haar kleren zijn vies en je kunt duidelijk zien hoe dun ze is geworden. “Ou tro piti Denise!” (Je bent te klein / mager ") roep ik uit, en ze lacht naar me. “Mwen pa schurft anyen.” (Ik heb niets gegeten) antwoordt ze droogjes. Anoud pakt de zak op met de spullen die ze nog overheeft en zij loopt de trap op. De kinderen die telkens gezongen hebben “Mama ap vini” (Mama komt eraan!) zijn blij om haar te zien, maar ze dringt erop aan dat ze zich eerst moet wassen voor ze de kinderen in haar armen neemt. Zodra haar spullen weg zijn gezet, wil ze water koken. “Laat mij dat voor je doen, vertel ik haar en ik haal de pot uit haar handen, ik zal je ook iets te eten geven, ga zitten.” Ze lacht om mijn bazige toon, en vervolgens bedankt ze me. Ik ga snel aan de slag met kokend water voor haar bad, voor het maken van tosti's, ijsthee, en voor het dessert. Zodra alles klaar is geef het
***
24
*winter*
V@st&Zeker 22
eten en ze gaat eindelijk zitten eten. Als ze eenmaal klaar is vraag ik haar meer over haar reis. “Hoe komt het dat je niet zomaar terug kon vliegen uit Jeremie?,” vraag ik eerst. “Ik kon meneer Jason niet horen in de telefoon,“ is het antwoord. “Alles wat ik hoorde was harde ruis.” “Was je bang tijdens de storm?“ ”Ik was echt bang, en het busstation, was vlak bij een rivier en het bleef maar stijgen en stijgen. “ “Waar heb je geslapen?” “Er was een klein gebouw waar ze 's nachts parkeerden, dat is waar ik sliep, maar het was zo verschrikkelijk vies.” Ze huivert. “De eerste nacht hebben we probeerden we om terug te gaan, maar de Tap Tap bleef vast zitten en we moesten zittend slapen.” Ik zucht. Ik kan eerlijk gezegd niet voorstellen hoe dat zou moeten. “Ik hoef de eerste vijf jaar niet meer naar Jeremie, “zegt ze dan. “De volgende keer moet je gewoon met het vliegtuig,” zeg ik haar. “Vijf jaar is te lang!” Ze gaat akkoord, en dan vraag ik haar meer over haar bezoek. Ik ben blij te horen dat haar familie in goede gezondheid is. Haar vader, hoewel ‘zeer oud’ volgens haar,
heeft nog steeds een tuin om het gezin van voedsel te voorzien. “Mijn moeder kocht een geit met een deel van het geld dat ik haar gaf”, vertelt ze me trots. “Wat is ze van plan te doen met de geit?” vraag ik. “Nou, het is hun noodfonds. In geval van nood kunnen ze hem verkopen en er een goede prijs krijgen waarvoor ze dan kunnen eten”. Hier ben ik behoorlijk van onder de indruk, want de meeste mensen plannen helemaal niet vooruit. “Ik wed dat het leuk was om je broers en zussen te zien”. “Ja”, antwoordt ze, “het bezoek was erg leuk, maar de reis, dat is een ander verhaal.” Ze bekijkt me dan nauwkeuriger, om te zien of ik hard heb gewerkt, terwijl ze weg was. “Ik was er echt bezorgd over dat je al die was zelf moest doen,” vertelt ze me. Meen je dat? Ze zit vast in een
Meen je dat? Ze zit vast in een orkaan en ze maakt zich zorgen over mij? orkaan en ze maakt zich zorgen over mij? “Nou een uur met de hand schrobben ging niet zo geweldig, “ antwoord ik eindelijk, “maar toen kreeg ik hulp en handige tips voor de was en ik heb net gehoord over een nieuwe, nog betere methode voor mijn was.” Wat is dat?” vraagt ze nieuwsgierig. “Vul het bad met water en zeep, leg het wasgoed er in en laat Jayden erin springen.” “No way!” Roept ze. “Oh ja“, antwoord ik grijnzend. ***
***
25
*winter*
V@st&Zeker 22
Vr@genbox ???? Ik wil heel graag in de Bijbel geloven, maar hoe kan ik nu zeker weten dat God de aarde geschapen heeft en dat de evolutie niet waar is? Wat een eerlijke vraag. Jij bent echt op zoek. Je wilt niet zomaar geloven wat iemand zegt, maar je wilt voor jezelf zeker weten dat het klopt wat je gelooft. En daarbij wil je eigenlijk de Bijbel geloven, want je gelooft in de Heere. Maar anderen om je heen komen met wetenschappelijke ´bewijzen´ waardoor je aan het twijfelen raakt. Heel veel lezers zitten waarschijnlijk met dezelfde vraag. En veel volwassenen zullen je kunnen vertellen dat ze dit ook moeilijk vonden toen ze jonger waren. Daarom is het zo fijn dat je jouw vraag ook durft te stellen.
Het is dus belangrijk om te onthouden dat conclusies die mensen trekken, afhankelijk zijn van hun visie. Hierboven heb je kunnen zien dat het woord ´bewijzen´ tussen aanhalingstekens staat. De wetenschap heeft
***
feiten ontdekt (bijv. sporen gevonden). Maar de conclusies die mensen daaraan verbinden kunnen heel verschillend zijn. Dat ligt namelijk aan wat je gelooft, hoe je denkt en hoe je de wereld ziet. De wetenschap kijkt eigenlijk met een andere bril naar deze feiten dan de christenen. Als je een bril met groene glazen op hebt, dan zie je de wereld groen en dat is dan zo. Als je een bril met blauwe glazen op hebt, dan zie je de wereld blauw en dat is dan zo. De wetenschap zegt bijvoorbeeld dat er sporen zijn gevonden in een bepaalde aardlaag en dat een bepaald dier dus zoveel miljoen jaar geleden geleefd moet hebben. Een christen kijkt met een andere bril naar die sporen in die aardlaag. Een christen gelooft namelijk in de zondvloed en Noach en de zijnen in de Ark toen al het water over de hele aarde stroomde. En dan hoeven die sporen helemaal niet te betekenen dat het zoveel miljoen jaar geleden is. Het is dus belangrijk om te onthouden dat conclusies die mensen trekken, afhankelijk zijn van hun denkbeelden, hun visie. Als je meegaat in die denkbeelden, dan lijkt het inderdaad waar te zijn. Maar als je die feiten dan gaat bekijken vanuit een ander denkbeeld, dan kunnen er hele andere conclusies getrokken worden. Dus hoezo bewijzen? Maar hoe kan je het dan zeker weten dat God de aarde geschapen heeft en dat deze niet is ontstaan vanuit de evolutie ?
26
*winter*
V@st&Zeker 22 denken? Iedereen is verschillend, niemand is hetzelfde. En kijk eens naar het ritme in de natuur: Overdag is het licht, ’s nachts is het donker. Overdag schijnt de zon en diezelfde zon zorgt ervoor dat we ’s nachts nog wat licht van de maan hebben. We hebben vier seizoenen. Kijk eens hoe verschrikkelijk veel verschillende kleuren er in de natuur zijn. Denk eens na over alle grondstoffen die er in de aarde aanwezig zijn en hoe wij mensen die kunnen gebruiken.. Het is allemaal zichtbaar of soms verborgen in de schepping. Kan dat echt ‘zomaar’ ontstaan? Geloof je dat echt?
In de Bijbel staat ook iets over zeker weten, namelijk in Hebreeën 11 : 1 en 3. “Het geloof is een vaste grond (in een andere vertaling staat ‘de zekerheid’) van de dingen die men hoopt, en een bewijs van de zaken die men niet ziet. … Door het geloof verstaan wij dat de wereld door het woord Gods is toebereid.” Je moet het dus toch gewoon geloven. Dat is een keuze die je maakt. ‘Ik kies ervoor om God te geloven.’ En geloven is dus niet twijfelen, maar zeker weten. Wat is gemakkelijker: Geloven in God, Die alles in de Bijbel heeft laten opschrijven? Of geloven in de evolutie (dat alles zich steeds verder ontwikkelt) zonder dat je weet hoe het begon (of ging dat ‘vanzelf’ of na een grote knal?). Beide ideeën zijn een geloof, want niemand van ons is erbij geweest. Kijk eens om je heen naar de prachtige natuur: De wolken in de lucht, de grillige vormen van de
Zoiets moois bedenken, dat kan alleen de Heere. ‘Sta en aanmerk de wonderen Gods.’ (Job 37 : 14)
Dank de Heere voor deze prachtige schepping, voor Zijn mooie plan, voor Zijn heerlijkheid en liefde
Heb je er wel eens over nagedacht waarom God dit allemaal gemaakt heeft? Met alles in de schepping wil Hij ons Zijn grootheid en heerlijkheid laten zien, zodat wij Hem daarvoor eren. Eer jij Hem daarvoor?
Word je hier niet helemaal stil van? Dat is het doel van de schepping en van jouw en mijn leven. Als jij hier ook zo van onder de indruk bent, ga dan nu eens even op de knieën. Vouw je handen en dank de Heere voor deze prachtige schepping, voor Zijn mooie plan, voor Zijn heerlijkheid en liefde. En als je straks weer naar buiten gaat, kijk dan eens met bomen, de kleine diertjes op de grond, de andere ogen om je heen en dank Hem voor prachtige maan en sterren. Kijk eens naar alles wat je van de Heere ziet in Zijn jezelf en je familie. Is het geen wonder dat we schepping. allemaal leven, dat we kunnen bewegen en Heb je ook een vraag waar je al langer mee zit? Of wil je hier graag over door praten? Mail dan naar
[email protected] of schrijf naar: Asmond en/of Eunice Luimes De Pas 62, 7123 AG Aalten
***
27
*winter*
V@st&Zeker 22 Hieronder zie je de antwoorden op die moeoeoeilijke puzzel op bladzijde 16!
àJa, ik wil V@st&Zeker ook graag ontvangen! En ik heb geen mogelijkheden om V&Z via de e-mail te ontvangen. Voornaam: __________________________________ jongen/meisje Achternaam: _________________________________ Straat: ______________________________________ Postcode: ___________________________________ Plaats: _____________________________________ Geboortedatum: ______________________________ Hoe vaak heb je in Laag Soeren gekampeerd? ___ keer Stuur deze bon in een envelop met postzegel naar: Administratie V@st&Zeker De Pas 62 7123 AG Aalten *Het volgende nummer verschijnt DV eind maart 2011!* Denk aan het schrijven van je kampherinnering!* Denk aan de foto’s die je moet opsturen! *Denk aan de vragen die je mag stellen!*
Colofon V@st & Zeker: Gratis voor de kampeerders van de Vast & Zeker kampen in Laag-Soeren en voor ieder die het wil ontvangen. Wil je graag V@st&Zeker elk kwartaal in je emailbox ontvangen? Meld je dan aan voor de digitale versie op www.christelijkejeugdkampen.nl Klik op V@st & Zeker en kijk bij V@st&Zeker digitaal. Daar vind je het aanmeldformulier. Verzending: Heb je een email-adres, dan ontvang je V&Z per email, anders per post. Wanneer verschijnt de digitale V@st&Zeker: V&Z eind maart, eind juni, eind september en eind december. Aanmelden: Als je lid wilt worden van V&Z surf dan naar www.christelijkejeugdkampen.nl of stuur een bericht naar de administratie. Adreswijzigingen: Als je verhuist of een ander e-mailadres krijgt, dan horen wij dat graag van je. Administratie: V@st&Zeker, De Pas 62 7123 AG Aalten Redactie: Geertine de Bree, Andries Loos, Asmond en Eunice Luimes, Janneke Loos en Maaike Loos
***
28