Interview met Gerard Corstens
Docent in Bedrijf: Jaap Hage
Interview met Inez Weski
JiBulletin Faculteitsblad, nummer 2 / Winter 2013
Toekomst
HOUTHOFF BURUMA PROUDLY PRESENTS:
DO YOU HAVE WHAT IT TAKES TO CLOSE THE DEAL?
WWW.EXPERIENCEHOUTHOFF.COM CONTACT FLORINE KEIJZER, RECRUITER HOUTHOFF BURUMA F.KEIJZERHOUTHOFF.COM 020 605 62 60
Colofon JiBulletin 22e jaargang • Nummer 2,Winter 2012 JiBulletin is een uitgave van Stichting Jurist in Bedrijf. De Stichting Jurist in Bedrijf heeft tot doel aanstaande juristen te informeren over hun beroepsmogelijkheden, in de ruimste zin des woords. Redactie: Loïc van de Walle Selien Coolen Clim Giesen Carlijn Martens Stef Plouvier Sam van Well
Lay out & druk: Compact Drukwerken NV Lanaken, België
Informatie & kopij: Jurist in Bedrijf UM/ Faculteit der Rechtsgeleerdheid Postbus 616 6200 MD Maastricht Tel: 043-3883106 Fax: 043-3260568
[email protected] www.juristinbedrijf.nl Contactgegevens: Faculteit der Rechtsgeleerdheid Op werkdagen tussen 10:00 en 12:00 Tel.: 043-3883106 Email:
[email protected] www.juristinbedrijf.nl College van advies: Houthoff Buruma Stibbe Met dank aan: Gerard Corstens Inez Weski Susan Heerings Sofie Nijhuis Joris Kersemaekers Jaap Hage Rowèna Haverkamp Prof. Mols Oplage: 1100 exemplaren Volgende verschijningsdatum: Lente 2013
Alle druk- en spelfouten voorbehouden © Stichting Jurist in Bedrijf 2012-2013
Voorwoord Toekomst… Waarde lezer, Kabinet Rutte-II is een feit, President Obama is herkozen en het ongelijk van de Maya’s is bewezen. Een nieuw jaar heeft zijn intrede gedaan, wat betekent dat nieuwe voornemens weer zijn ontstaan. Menig Nederlander stelt zichzelf enkele doelstellingen voor het nieuwe jaar. Inmiddels is toekomst alweer heden en is de helft van de voornemens alweer verleden tijd. In de wereld van het recht werkt dit iets anders. Daar wordt niet gewerkt met voornemens maar met wetten en wetten zijn constant in beweging. Het perfecte wetboek is na al die jaren nog niet uitgevonden. Zo is in Nederland de flex-bv ingevoerd en lijkt het blasfemieverbod na tachtig jaar te verdwijnen. Ook over de grens treedt constant verandering op. Egypte heeft een nieuwe, controversiële, grondwet en de Franse president Hollande strijdt voor de invoering van een ‘Biertaks’. Als student heb je uiteraard dagelijks met de toekomst te maken, zowel op korte termijn als op lange termijn. Het voorbereiden van het onderwijs, wat leidt tot een positief resultaat op het tentamen om vervolgens, na een aantal jaar, af te studeren. Iedere student heeft uiteindelijk wel verschillende redenen om te gaan studeren, basis voor een goede baan of misschien slechts een vergaande interesse. Feit is wel dat je door studeren continu bezig bent met de toekomst. In die toekomst wil de rechtenstudent, hoogstwaarschijnlijk werken in de ‘wereld van het recht’. Zowel de rechter, als de advocaat krijgt met het verleden, het heden en de toekomst te maken. Stel, er is sprake van een onschuldig persoon die wordt verdacht van een strafbaar feit met als gevolg dat hij voor de rechter moet komen. De advocaat gaat voor zijn cliënt alle feiten die mogelijk ook maar iets te maken hebben met het verleden proberen te achterhalen om deze vervolgens op de juiste manier te kunnen plaatsen. De verdachte wordt immers verdacht van een strafbaar feit wat zich in het verleden heeft afgespeeld. De verkregen informatie wordt zo toegepast, dat ze als het ware ‘in een artikel kunnen vallen’. Het werk van een advocaat is dan om te zorgen dat het verleden, het delict waarvan de cliënt verdacht wordt, zo wordt geplaatst dat de rechter tot een uitspraak zal komen die leidt tot een betere toekomst voor zowel de cliënt als de samenleving. Louis Aragon, bekend Frans dichter: “Ik heb het verleden opnieuw verzonnen om de schoonheid van de toekomst te zien.” Kan je wellicht zeggen dat een advocaat het verleden opnieuw probeert te ‘verzinnen’ zodat de cliënt weer de schoonheid van de toekomst kan zien? Verander het woord ‘verzonnen’ in ‘geïnterpreteerd’ en oordeel zelf. Toekomst is een breed onderwerp. Ons doel was dan ook om u, als lezer, zo goed mogelijk te informeren betreffende de ontwikkelingen met betrekking tot het recht, die wellicht in de toekomst zichtbaar kunnen zijn. Met in deze editie invalshoeken van professor Jaap Hage van de Universiteit Maastricht, topadvocaat Inez Weski en president van de Hoge Raad der Nederlanden, Gerard Corstens, geloven wij dat het JiBulletin dat u voor u heeft, een ontzettend breed maar toch compleet beeld kan geven over wat relevant en interessant is voor u als lezer. De toekomst valt niet te voorspellen, tenminste, dat is mijn mening, maar gezien de inhoud van deze editie, bent u als lezer op zijn minst een beetje voorbereid. Loïc van de Walle Voorzitter Bulletincommissie Jurist in Bedrijf
De rechter
Toekomst
Inhoud 3
Voorwoord door Loïc van de Walle
4
De Rechter
6
Chipsholaffaire
8
Interview met Gerard Corstens
10
De flex-bv
14
Is het blasfemieverbod ouderwets?
16
Interview met Inez Weski
20
Behoort de Erasmusbeurs tot de verleden tijd?
22
Privacyschending bij Social Media
26
Kantoorspecial Houthoff Buruma
28
De toekomstige beroepsopleiding voor advocaten
32
Jurist in Bedrijf: Joris Kersemaekers
34
De Wet van Fred
38
Docent in Bedrijf: Prof. dr. J.C. (Jaap) Hage
42
Digitalisering in de rechtspraak
44
In hoeverre is de nationale rechter autonoom in het Europese rechtstelsel?
46
Stelling: Politici moeten zich in de toekomst minder bemoeien met de rechterlijke macht
48
Groeten uit… Singapore!
50
Oprecht Opmerkelijk
52
Studieverenigingen
56
Agenda
57
What’s going on...
58
Hollande’s favorite drink
60
A new Egypt?
64
European Cookie Law
66
Column Prof. mr. G.P.M.F. Mols
Adverteerdersindex 2 Houthoff Buruma 12 Boels Zanders Advocaten 24 Research Project Maastricht 30 NautaDutilh
8
16
34
43
36 40 62 67 68
De Brauw Blackstone Westbroek Van Doorne Simmons & Simmons Stibbe Bedrijven- en Instellingendag 2013
58
toekomst
Chipsholaffaire ‘De liegende rechters’ Het bedrijf Chipshol werd in 1986 door Jan Poot in Den Haag opgericht. Chipshol is een Nederlandse gebiedsontwikkelaar dat rond de Amsterdamse Luchthaven Schiphol een woon- en werklocatie wilde realiseren. Sinds 1993 is de ‘Chipsholaffaire’ een welbekend begrip. De Chipsholaffaire is al jaren een slepende zaak over een stuk grond van 600 hectare dicht bij Schiphol, waar vader Jan en zoon Peter Poot grote ontwikkelingsplannen voor hebben. Met zijn bedrijf Chipshol, voert Poot een driftige strijd tegen het machtige staatsbedrijf Schiphol en ‘handlangers’. Het is een verhaal over hebzucht en eerzucht waar door de jaren heen veel journalistiek bij is komen kijken. De rechterlijke macht wordt hierbij niet over het hoofd gezien. Er is in het bijzonder één rechter wiens bloed Poot wel kan drinken: de Haagse rechter Hans Westenberg die Chipshol in de zaak mogelijk benadeelde. Met de Chipshol-zaak worden tientallen procedures bedoeld die de familie Poot en hun toenmalige tegenstanders, de Van Andel-groep, over en weer vanaf 1993 voerden. De familie Poot koopt mid jaren tachtig een stuk grond op rondom Schiphol, hun droom is om hiermee bedrijvenparken te realiseren die zijn gebaseerd op de modernste technologie. Daarmee beginnen echter ook de eerste conflicten.
Carlijn Martens Hoe zat het ook alweer? Drs. J. Poot, geboren in 1924 te Vlaardingen, is oprichter van de Chipshol-groep. Na zijn studie sociografie, sociologie, geschiedenis en economie aan de ‘GU’ te Amsterdam werd hij in 1949 Hoofdplanoloog bij de provincie Zuid-Holland. Jan Poot leverde daar een grote bijdrage aan het opvoeren van de woningproductie. In 1960 richtte Poot Eurowoningen NV op, werd hij president-directeur en in de tien jaar die hierop volgde werden tienduizenden woningen gerealiseerd. Ook richtte hij in 1974 de internationale Eurohome-groep op, met ondernemingen in Nederland, België, Frankrijk, Zwitserland en USA waarvan hij president-directeur werd. Poot heeft menig bekende en grote projecten in deze landen gebouwd. Uiteindelijk heeft hij in 1986 de Chipshol-groep opgericht, waar hij tot op heden een belangrijke rol heeft. Zo kwam hij in de jaren tachtig op het idee een luchtvaartstad te bouwen tussen Badhoevedorp en Schiphol. Zijn droom van een luchtvaartstad met kantoren, winkels,
6
appartementen, hotels en dit alles verbonden via een futuristische monorail, viel al snel in duigen. Sindsdien lijkt Chipshol te grossieren in rechtszaken. Samen met Harry van Andel richtte Poot de investeringsmaatschappij van Chipshol op. Ze waren pioniers en konden zo relatief goedkoop landbouwgrond kopen. De mannen bezaten in een mum van tijd een terrein van zo’n 600 hectare grond en al snel werd ook bij anderen duidelijk dat deze grond veel waard was. Ruzie De grond steeg zo hard in waarde dat de aandeelhouders ruzie kregen. De familie Poot wilde de grond houden en ontwikkelen, terwijl medeaandeelhouder Harry van Andel de grond wilde doorverkopen aan Schiphol om zo een snelle winst op te strijken. Dit liep al snel uit op een rechtszaak, waarbij in 1994 toenmalig vicepresident van de Haagse rechtbank Hans Westenberg in het voordeel van Van Andel oordeelde. Zo begon de Chipsholaffaire midden jaren tachtig: Poot verloor
Jurist in Bedrijf
een rechtszaak van zijn voormalige zakenpartner over het eigendomsrecht van een stuk grond rondom Schiphol. Chipshol stelt door de negatieve uitspraak van Westenberg 450 van de 600 hectare grond te zijn kwijtgeraakt. Het vonnis werd in het jaar 2000 in hoger beroep vernietigd, maar de schade is onherstelbaar, aldus Chipshol. De familie Poot had aanwijzingen dat rechter Westenberg in het proces partijdig is geweest en zich mogelijk heeft laten leiden door de belangen van de tegenpartij. Partijdige Westenberg Familie van Poot is ervan overtuigd dat Westenberg partijdig is geweest. Westenberg zou in 1994 vlak voor de zitting in de Chipshol-zaak, uitvoerig telefonisch met advocaten over de zaak hebben gesproken, wat onacceptabel is. Een rechter dient zich onpartijdig op te stellen en zeker niet achter de schermen met procespartijen te spreken. Uiteindelijk werd inderdaad bewezen geacht dat Westenberg een telefoontje had gepleegd en dus partijdig is geweest.
Anonieme getuige In januari 2011 meldde een 64-jarige vrouw zich als getuige tegen oud-rechter Westenberg bij de rechtbank. De vrouw heeft 33 jaar lang als griffier bij de rechtbank gewerkt en heeft eind jaren tachtig een relatie met Kalbfleisch gehad. Zij bevestigde de vriendjespolitiek tussen Kalbfleisch en Westenberg, waarbij Kalbfleisch aan Westenberg had gevraagd de zaak als rechter te behandelen. Zowel Westenberg als Kalbfleisch hebben ontkend. Tijdens haar verhoor als getuigen liet de vrouw weten ‘te vrezen voor haar leven’. Kalbfleisch ging, nadat bekend werd dat de Rijksrecherche een onderzoek naar hem was
gestart, per direct voor onbepaalde tijd met verlof. Kalbfleisch zou als coördinerend vicepresident van de rechtbank Den Haag in 1994, op verzoek van een privérelatie, zich hebben bemoeid met een zaak over gronden rond Schiphol die Westenberg was toegewezen.
fleisch, wegens meineed. Beide rechters hebben hun vriendschap ontkend, terwijl de twee in praktijk wel met elkaar om bleken te gaan. Vervolging van oud-rechters is een unicum en een verdenking van liegen onder ede door rechters wordt als zeer ernstig gezien.
Ook Westenberg werd verdacht van meineed. Hij zou onder ede gelogen hebben over zijn handelswijze in een rechtszaak van Chipshol. In latere procedures hebben de twee oud-rechters gelogen over hun vriendschap; ze zouden beter bevriend zijn dan dat ze onder ede verklaarden.
Naast dat Westenberg en Kalbfleisch worden vervolgd voor meineed, besluit de familie Poot in mei 2012 de oud-rechters ook te willen vervolgens wegens omkoping. De advocate van Poot heeft aan een beklagschrift gewerkt die zij wil indienen via een zogeheten artikel-12procedure. In een artikel-12-procedure kan een belanghebbende het hof vragen het Openbaar Ministerie opdracht te geven iemand te vervolgen. Het Openbaar Ministerie moet dan wel eerst de beslissing hebben genomen om van vervolging af te zien, wat in dit geval zo is.
Aangifte In oktober 2009 deed Poot aangifte van meineed en valsheid in geschrifte tegen Hans Westenberg. Het Openbaar Ministerie nam, ondanks de herhaalde verzoeken van Poot, geen beslissing betreft strafvervolging voor Westenberg. Poots geduld raakte op en in december 2011 schakelde hij Bram Moskowicz in om ervoor te zorgen dat het Openbaar Ministerie snel een besluit zou nemen. Ook tegen Kalbfleisch doet projectontwikkelaar Chipshol in april 2011 aangifte wegens meineed, belangenverstrengeling en ambtelijke corruptie. Vervolging Dit alles leidde in februari 2012 tot vervolging van de oud-rechters, Hans Westenberg en Pieter Kalb-
toekomst
Sindsdien staat Westenberg in de media bekend als ‘De liegende rechter’. Bovendien stelt Chipshol door de uitspraak van Westenberg veel grond en geld te zijn kwijtgeraakt. Familie Poot wil dan ook een schadeprocedure starten tegen Westenberg en de Staat. Ook vermoeden vader en zoon Poot, oud-directeur en directeur van Chipshol, dat Westenberg en zijn oud-collega Kalbfleisch in de tijd van het bewuste proces bevriend waren. Kalbfleisch, voorzitter van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa), zou Westenberg gevraagd hebben de bewuste zaak voor zijn vrienden, familie Van Andel, te behandelen. Tijdens een ondervraging hebben zowel Westenberg als Kalbfleisch alles ontkend.
Vrijspraak Nadat het Openbaar Ministerie een maximale werkstraf van 240 uur eiste en justitie om voorwaardelijke celstraffen van 2 en 4 maanden voor de rechters vroeg, zijn op 23 november 2012 de twee Haagse oud-rechters Pieter Kalbfleisch en Hans Westenberg vrijgesproken van meineed. Volgens de rechtbank in Utrecht was er te weinig bewijs. Chipshol heeft zijn aanklacht gebaseerd op een verklaring van de ex-vrouw van Kalbfleisch. De rechtbank noemt deze verklaring, net zoals de verklaring van een voormalig griffier, onbetrouwbaar. Daarmee is er geen bewijs dat Kalbfleisch de Chipscholzaak aan Westenberg zou hebben toegespeeld. Verder ziet de rechtbank geen bewijs dat Westenberg heeft gelogen over een telefoongesprek dat hij gevoerd zou hebben en bovendien is volgens de rechtbank geen overtuigend bewijs dat dit telefoongesprek er daadwerkelijk is geweest. Het Openbaar Ministerie is het niet eens met de vrijlating van de twee oud-rechters en gaat hiertegen in hoger beroep.
7
toekomst
Interview met Gerard Corstens President van de Hoge Raad der Nederlanden
Fotograaf: Roel Rozenburg
Vandaag de dag is er veel discussie over de verhouding tussen de rechterlijke macht en de burgers met betrekking tot communicatie tussen beide. Gerard Corstens, president van de Hoge Raad der Nederlanden, neemt in deze discussie een duidelijk standpunt in. Hij is een voorstander van een assertieve houding van de rechterlijke macht en pleit voor communicatie en uitleg aan het publiek. Ook pleit hij voor deelname aan het maatschappelijk debat, waar rechters nog wel eens terughoudend in kunnen zijn. Volgens het ‘NRC Handelsblad’, is dhr. Corstens een opinieleider die midden in het debat staat en niet bang is om de politiek van repliek te dienen. In dit interview zal dit standpunt verder worden toegelicht. Ook wordt er meer duidelijk over zijn imposante carriere - hij is cum laude afgestudeerd en werkte onder andere als Officier van Justitie en als hoogleraar aan de Katholieke Universiteit Nijmegen voordat hij president van de Hoge Raad werd - en hoe hij deze door de tijd heen ervaren heeft. Bovendien geeft de president van de Hoge Raad zijn mening over actuele onderwerpen die vaker terugkomen in dit bulletin: de invloed van het proces Wilders, de invloed van de media op de rechterlijke macht en de bekritisering van de rechterlijke macht door burgers.
Loïc van de Walle Sam van Well Om te beginnen een aantal algemene vragen. U heeft Rechtsgeleerdheid gestudeerd in Nijmegen en bent vervolgens gepromoveerd in Amsterdam. Hoe is uw keus destijds op deze studie gevallen? Ik wist niet goed wat te gaan doen na mijn eindexamen gymnasium b.. Mijn beide ouders, allebei jurist, raadden me de rechtenstudie aan: je kunt er alle kanten mee op. Hoe heeft u uw studententijd in zijn algemeenheid ervaren? Heel plezierig: eindelijk af van het strakke schema van de middelbare school. Je bepaalt voor een groot deel zelf je agenda. In het begin ging het zo snel dat ik kans zag vier maanden als steward op een zeeschip dat van uit Rotterdam naar de Amerikaanse westkust en weer terug voer, te gaan werken. Heerlijk. Geleidelijk aan begon het recht me meer te boeien. Denkt u dat er veel inhoudelijke verschillen zijn tussen een rechtenstudie van 40 jaar geleden en nu?
8
Ik vermoed dat er grote verschillen zijn. In de eerste plaats de vorm. Er waren alleen voor privaatrecht werkgroepen. Verder werd het onderwijs in collegevorm gegeven. Naar college hoefde je echt niet te gaan. Integendeel, als het slecht werd gegeven, moest je oppassen niet te vaak erheen te gaan, want wegblijven ging dan opvallen. Je werd totaal niet aan de hand genomen. Van dispuutsgenoten hoorde je welke boeken je moest bestuderen. In de tweede plaats de inhoud. De studie is veel internationaler geworden. Zelf had ik op vrijwillige basis dit element ingebracht door de vakken i.p.r. en Europees recht te volgen. Maar nodig was dit niet. Gelukkig is dat nu wel het geval. Ik vraag me wel eens af of in de huidige opzet de systematiek van de hoofdvakken voldoende uit de verf komt. Dat zal overigens per faculteit nogal eens verschillen. U hebt veel verschillende functies binnen het recht bekleed. Was het voor u al duidelijk dat u al deze stappen zou ondernemen in uw loopbaan?
Jurist in Bedrijf
Nee, zeker niet. Dat groeide geleidelijk. Ik begon bij de Europese Commissie als stagiaire, wisselde vervolgens naar het strafrecht. Aan de UvA scheef ik een proefschrift over waarborgen rondom het vervolgingsbeleid. Geleidelijk aan kwam de gedachte op om rechter te worden. Maar toen ik eenmaal koos voor het strafrecht, wilde ik liever op een centrale positie in de strafrechtspleging terecht komen. En die tref je meer aan bij het openbaar ministerie dan in de zittende magistratuur. Vervolgens werd in het begin van de jaren tachtig mijn interesse voor hoogleraarsposten gepeild. Op een aanbod van Nijmegen ben ik toen ingegaan. Vrij kort daarna werd ik door de Hoge Raad gevraagd. De intrede in de HR heb ik bewust een tijd lang voor me uitgeschoven. Ik wilde als hoogleraar nog een handboek strafprocesrecht schrijven en een begin maken met toen iets geheel nieuws: een boek over Europees strafrecht. Het handboek strafprocesrecht is in 1993 voor het eerst uitgekomen. Het tweede
Durft u te stellen waar u uzelf over tien jaar ziet? Ja, thuis en ook veel op reis. En misschien af en toe nog eens een klusje doen dat heeft te maken met de rechtsstaat en de rechterlijke macht. Over een kleine twee jaar stop ik met het presidentschap van de Hoge Raad. Begin januari 2012 heeft u zich in een beschouwing uitgelaten over Nederland als rechtsstaat en over de rol van 'begripinflatie'. Kunt u zeggen dat in een jaar tijd, door bijvoorbeeld de verkiezingen, de burger bewuster is geworden van de werking van de trias politica in ons land? Er wordt in elk geval in de media meer aandacht gegeven aan het belang van de rechtsstaat en van de onafhankelijke positie van de rechterlijke macht. Op welke wijze heeft het ‘proces Wilders’, in 2010, invloed gehad op deze publieke opinie? Daardoor is het optreden van de rechter in het brandpunt van de publieke belangstelling komen staan en is zijn kwetsbaarheid scherp naar voren gekomen. Uiteindelijk heeft dat het belang van een onafhankelijke rechterlijke macht gediend, zo waag ik in optimisme te veronderstellen. U bent een voorstander van 'een assertieve houding van de rechterlijke macht, gericht op communicatie en uitleg aan het publiek'. Dit werd over u gezegd in 2008, tijdens uw benoeming als president van de Hoge Raad. Nu, vier jaar later is de rol van de (social) media niet meer weg te denken in de samenleving. Heeft de rechterlijke macht, volgens u, de afgelopen
vier jaar voldoende ingespeeld op deze ontwikkelingen? Ja zeker, er is ontzettend veel gedaan aan communicatie met het publiek: er wordt veel meer uitleg gegeven in de media. De Hoge Raad twittert bijvoorbeeld zijn uitspraken. We geven ruim toelichting op onze arresten. Soms zetten we video-interviews met een raadsheer op onze site. Er worden in ruimere mate dan voorheen interviews gegeven. Er zijn programma’s als ‘meet the judge’. De rechtbank Utrecht heeft in twee achtereenvolgende jaren aan de serie De rechtbank meegewerkt. Als burger krijg je daardoor enige kijk op het rechterlijk optreden van alledag. De Raad voor de rechtspraak treedt zo nodig naar buiten. Allemaal uitstekende initiatieven van de laatste jaren. Denkt u dat de media de laatste jaren een té prominente rol spelen met betrekking tot rechterlijke uitspraken en publieke opinies? Ach, de media bepalen hun prioriteiten. We kunnen hoogstens af en toe kritische kanttekeningen plaatsen. In een interview met ‘Vrij Nederland’ zegt u dat het u niet zint dat burgers en politici de rechterlijke macht volop bekritiseren. Is dit een tendens die pas sinds de laatste tijd aan het opkomen is of is dit altijd al zo geweest? Ooit was er een tijd waarin zo lang zaken onder de rechter waren, er niet over werd gesproken en geschreven. Die tijd ligt achter ons. Het onbesuisd en ontijdig kritiseren is een tijd in de mode geweest. Gelukkig lijkt het nu weer ietsje te zijn afgenomen. ‘Hij moet soms ingaan tegen luid verkondigde opvattingen of tegen een te opdringerige overheid, hij moet soms vrijspreken als alom wordt verlangd dat de verdachte “hangt”'. Dit vertelde u in mei 2012 met betrekking tot de taak die rechter heeft. Heeft u het gevoel het vertrouwen vanuit de samenleving de laatste jaren is afgenomen of misschien juist toegenomen? Naar mijn indruk is het vertrouwen tamelijk stabiel.
Jurist in Bedrijf
"Het onbesuisd en ontijdig kritiseren is een tijd in de mode geweest"
toekomst
project resulteerde in 1999 (dus pas na mijn intrede in de Hoge Raad) in het samen met mijn collega Jean Pradel uit Poitiers geschreven boek Droit pénal européen dat daarna in 2002 als European Criminal Law is gepubliceerd en ook in het Nederlands is verschenen. Ik heb wel iets van 8 jaar op de aanbevelingslijst van de Hoge Raad gestaan. Maar uiteindelijk is dat een ‘offer you can’t refuse’.
Er was een tijd sprake van invoering van minimumstraffen bij recidive van zware misdrijven. In het regeerakkoord komt dit voorstel niet meer terug. Hoe heeft u de eventuele invoering van een minimumstraf als president van de Hoge Raad ervaren? Dat kon worden uitgelegd als een gebrek aan vertrouwen in de wijsheid van de rechter. Gelukkig ziet men kennelijk intussen weer in dat zich te vaak gevallen voordoen waarin een minimumstraf niet passend zou zijn. Tegenwoordig is het mogelijk om zaken ‘aan de poort te selecteren’. Hoe heeft dit, volgens u, positief bijgedragen aan de rechtsontwikkeling in Nederland? U duidt op een nieuwe wet die op 1 juli 2012 in werking is getreden en die het de Hoge Raad mogelijk maakt in een vroeg stadium zaken eenvoudig af te handelen. Het is nog te vroeg om conclusies te trekken. Onlangs was u betrokken als spreker bij 'De nacht van de rechtsstaat 2012'. Wat is het voornaamste doel van deze avond? Mensen bewust te maken van het belang van de rechtsstaat. Gelukkig nam de Koningin in haar Kersttoespraak het woord ook in de mond. Ons thema van deze editie is ‘Toekomst’. Zou u in één zin kunnen vertellen wat als eerste in u opkomt bij de woorden ‘toekomst’ en ‘rechtspraak’. Dan denk ik aan tijdige en adequate oplossing van geschillen en afhandeling van strafzaken, dit alles op een onverminderd kwalitatief hoog niveau.
9
toekomst
De flex-bv De toekomst van de vennootschap De kogel is door de kerk. Op 1 oktober 2012 is de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht in werking getreden. Met deze transformatie van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, is het oprichten van een besloten vennootschap een stuk aantrekkelijker geworden. Het bv-recht moest in overeenstemming komen met de Europese regelgeving en de oprichting van een besloten vennootschap diende eenvoudiger te geschieden. Voorheen moest de startende ondernemer diep in de buidel tasten om deze rechtsvorm op te zetten, en eenmaal draaiende bleek een bv alles behalve flexibel te zijn. Dat is nu verleden tijd. Met de flex-bv is er een einde gekomen aan de hoge kosten en het spinnenweb aan regels. Het vereiste startkapitaal van € 18.000 - een financiële drempel voor veel beginnende ondernemers - is komen te vervallen, evenals de bankverklaring en de accountantsverklaring die voorheen moesten worden overgelegd. De ondernemer krijgt meer vrijheid en flexibiliteit om de bv naar eigen wens te kunnen inrichten. Besluitvorming kan eenvoudiger verlopen, de aandeelhoudersvergadering mag in het buitenland plaatsvinden en de overdracht van aandelen kan eventueel beperkt worden. De strikte regelgeving heeft plaatsgemaakt voor nieuwe zekerheden, zoals de uitkeringstoets. De bv is in een nieuw jasje gestoken, maar hoe ziet dat jasje eruit? En wat is het gevolg van deze flexibilisering: schieten de bv’s in de toekomst als paddenstoelen uit de grond?
Selien Coolen
10
Populair De besloten vennootschap geniet al jarenlang populariteit. De aantrekkingskracht van de bv zit voor veel ondernemers in de scheiding tussen zakelijk en privé. ‘Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid’, de naam spreekt voor zich. Bij schulden kunnen crediteuren in principe slechts aanspraak maken op het vermogen van de bv, wat gelijk staat aan het bedrag dat gestort is op de aandelen. Mits de ondernemer geen verwijt valt te maken, blijft zijn privévermogen buiten beschouwing. Ook gaat de bv met fiscale voordelen gepaard, daar de winst niet onder de inkomsten-, maar vennootschapsbelasting valt. Een winstgevende onderneming plukt hier de vruchten van. Daarnaast kiezen veel zelfstandigen voor het imago dat aan de bv kleeft. Het is een bekende rechtsvorm, waarvan de oprichting door een notaris wordt verzorgd. Hierdoor straalt een bv vertrouwen uit.
de steigers voordat deze op 1 oktober jongstleden in werking trad. De wijzigingen in boek 2 zijn erop gericht de Nederlandse wetgeving in overeenstemming brengen met de Europese en de ondernemer meer vrijheid te geven. De wetgeving, voorheen grotendeels gebaseerd op het nv-recht, is eenvoudiger en flexibeler geworden. Ook hoopt Den Haag met de afschaffing van het verplichte startkapitaal van € 18.000 (of een vergelijkbare inbreng in natura) de ondernemersdrift in ons land aan te wakkeren. Dit bedrag is destijds ingesteld om de crediteuren van de bv te beschermen. Zij hadden zo het vertrouwen dat hun rekeningen volledig en op tijd betaald zouden worden. Maar in de praktijk werkte dit anders: had de ondernemer eenmaal het startkapitaal, dan kon hij hetzelfde bedrag al een dag na uitgifte van de notariële oprichtingsakte over de balk smijten. Weg financiële buffer.
Vervallen startkapitaal De flex-bv stond al enkele jaren in
De uitkeringstoets Om het wegvallen van het verplich-
Jurist in Bedrijf
te startkapitaal en de daarbij behorende balanstest te compenseren, is met de flex-bv de uitkeringstoets ingevoerd in artikel 2:216 BW. Deze uitkeringstoets moet worden uitgevoerd voordat er dividend mag worden uitgekeerd, of inkoop van aandelen dan wel kapitaalvermindering mag plaatsvinden. Het bestuur van de vennootschap moet beoordelen of de bv na de uitkering aan haar financiële verplichtingen kan blijven voldoen. Deze uitkeringstoets heeft een kwalitatief en een kwantitatief aspect. Het kwalitatieve aspect ziet op de continuïteitsveronderstelling: kan de onderneming haar activiteiten in de nabije toekomst voortzetten? Het gaat hier om het inschatten van gebeurtenissen of omstandigheden die bedrijfsrisico’s kunnen veroorzaken, op financieel vlak, op het vlak van de bedrijfsvoering, maar ook elders. Het kwantitatieve aspect houdt in dat de uitkeringsruimte bepaald moet worden, het maximaal uit te keren dividend. Deze wordt bepaald aan de hand van de liquiditeitspositie van de bv.
Zijn beide aspecten in orde, dan mag er worden uitgekeerd. Voorheen bepaalde artikel 2:216 lid 2 BW dat, wanneer de regels niet werden nageleefd, de besluitvorming nietig was. In jurisprudentie van de Hoge Raad is bepaald dat bestuurders privé aansprakelijk kunnen worden gesteld wanneer zij de regels aan hun laars lappen. Wanneer bijvoorbeeld een bestuurder had kunnen voorzien dat door een dividenduitkering de vennootschap niet zou kunnen voortbestaan, is hij hoofdelijk aansprakelijk voor het tekort dat door deze uitkering is ontstaan. Deze aansprakelijkheidsregeling is per 1 oktober in de flex-bv gecodificeerd. Maar ook aan de aandeelhouders kan een terugbetalingsplicht worden opgelegd. Wanneer zij een uitkering ontvingen terwijl zij wisten of redelijkerwijs behoorden te voorzien dat na de uitkering de bv niet meer aan haar verplichtingen zou kunnen blijven voldoen, zijn de aandeelhouders gehouden tot terugbetaling van de uitgekeerde bedragen, mits de vennootschap binnen één jaar failliet wordt verklaard. Deze regelgeving geeft het bestuur een extra prikkel om de aandeelhouders en andere uitkeringsgerechtigden grondig te informeren over de afwegingen bij de uitkeringstoets. Er zal meer overleg plaatsvinden en er wordt meer dan voorheen rekening gehouden met de positie van crediteuren. De bestuurder die uit hoofde van zijn aansprakelijkheid heeft betaald, kan het bedrag van de ontvanger die niet te goeder trouw
Stem- en winstrecht De oude wetgeving bepaalde dat aan een aandeel altijd een stem- én een winstrecht is gekoppeld. Met invoering van de flex-bv is de mogelijkheid gecreëerd aandelen uit te geven met alleen stemrecht, of met alleen winstrecht. Uitgifte van aandelen zonder een van beide rechten, is ook onder de nieuwe wetgeving niet toegestaan. Houders van stemrechtloze aandelen hebben een beperkt stemrecht. Zij mogen wel bij de Algemene Vergadering van Aandeelhouders aanwezig zijn, maar zij hebben geen of slechts een beperkt recht om hun stem uit te brengen. Houders van winstrechtloze aandelen hebben geen of slechts een beperkt recht op deling in de winst of reserves van de bv. Stemrechtloze aandelen kunnen geschikt zijn voor de kinderen van de bestuurder die het vennootschap op den duur zullen overnemen. Door het kunnen bijwonen van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA) krijgen zij kennis van de gang van
Jurist in Bedrijf
zaken binnen de vennootschap zonder dat zij zich direct kunnen bemoeien met het beleid. Winstrechtloze aandelen zullen voornamelijk ingezet worden in het geval van bedrijfsopvolging. Te denken valt aan een oprichter van een familiebedrijf die nog graag enigszins de touwtjes in handen wil houden, maar niet meer uit is op financieel gewin. Door de mogelijkheid om stem- of winstrechtloze aandelen uit te keren, kunnen de verhoudingen tussen de aandeelhouders op maat worden gemaakt.
toekomst
"Zelfstandigen kiezen voor het imago: een bv straalt vertrouwen uit"
was, terugvorderen. Dit systeem versterkt artikel 2:9 BW, waarin is bepaald dat elke bestuurder jegens de rechtspersoon gehouden is tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak.
Opheffing blokkeringsregel Onder de oude wetgeving stond het bv’s verplicht in de statuten een blokkeringsregeling op te nemen. Deze regeling valt uiteen in de aanbiedingsregeling en de goedkeuringsregeling. De aanbiedingsregeling omvat de verplichting om de aandelen eerst aan medeaandeelhouders aan te bieden, opdat het besloten karakter van de bv in tact blijft. De goedkeuringsregeling ziet op de instemming met de verkoop door het bestuur van de bv of de AVA. In de flex-bv blijft deze aanbiedingsregeling opgenomen. Er mag hier echter statutair vanaf geweken worden, mits de overdracht van aandelen niet onmogelijk of uiterst
11
Beter worden dan je al bent.
De kracht van ambitie
Boels Zanders Advocaten
Eindhoven | Venlo Roermond | Maastricht
Kijk op www.boelszanders.nl/werkenbijboelszanders voor nog meer goede redenen om te gaan werken bij Boels Zanders Advocaten.
bezwaarlijk wordt gemaakt. De statuten mogen zelfs bepalen dat er in het geheel geen blokkeringsregeling van toepassing is op de overdracht van aandelen, en dat deze dus vrij overdraagbaar zijn. Opvallend detail, is dat de bv haar naam ‘besloten vennootschap’ juist dankt aan die blokkeringsregeling. Tot slot kan het bestuur vast laten leggen dat aan het houderschap van bepaalde aandelen specifieke verplichtingen zijn gebonden. Het niet naleven van deze eisen kan onder andere leiden tot opschorting van het stemrecht op het recht op winstdeling. De bestuurders van de vennootschap komt meer bewegingsvrijheid toe bij de inrichting van de statuten, er is ruimte voor maatwerk. Als gevolg hiervan kan de toe- en uittreding van aandeelhouders eenvoudiger worden gemaakt. Versoepelde besluitvormingseisen Met de flex-bv is het besluitvormingsproces van de AVA aanzienlijk versoepeld. Allereerst is de wettelijke oproepingstermijn verkort van minimaal vijftien dagen voor de vergadering naar acht dagen voor de vergadering. Ook is het gemakkelijker vast te stellen of de certificaathouders vergaderrecht hebben, daar dit in de statuten bepaald is. Daarnaast is het toegestaan om besluiten buiten de AVA te nemen, zelfs wanneer er certificaathouders met vergaderrechten in het spel zijn. Voorwaarde is dat alle vergadergerechtigden, waaronder dus mogelijke certificaathouders, hebben ingestemd met de wijze van
Voorheen hadden vergadergerechtigden het recht een AVA bijeen te roepen indien zij tenminste 10 % van het geplaatste kapitaal van de vennootschap vertegenwoordigen. Dit percentage is verlaagd naar 1 %. Op dit punt zijn de rechten van de minderheidsaandeelhouders aanzienlijk vergroot, daar de drempel om een AVA bijeen te roepen voor kleinere aandeelhouders is verlaagd. In de flex-bv is tevens opgenomen dat de AVA in het buitenland plaats kan vinden. Vóór 1 oktober konden vergaderingen slechts over de grens plaatsvinden wanneer het hele geplaatste kapitaal vertegenwoordigd was. Met de huidige regelgeving is bepaald dat met algemene stemmen een statutenwijziging kan worden doorgevoerd die de plaats van de AVA bepaalt, indien gewenst in het buitenland. Toekomst: afschaffing notariële akte? De kans bestaat dat ondernemers die hun eenmanszaak omzetten of een bv oprichten in de toekomst nog meer kosten kunnen besparen. Het kabinet is voornemens een plan te schrijven dat de verplichte notariële akte van oprichting afschaft. Deze nieuwe regeling zal gelden voor de eenvoudige besloten vennootschap, die zo € 650 tot € 1000 aan notariskosten kunnen besparen. De rechtsvorm wordt door deze kostenbesparing nog aantrekkelijker gemaakt. Om de afschaffing te realiseren is een aparte wetswijziging nodig. Het is nog niet bekend wanneer dit voorstel naar de Tweede Kamer gaat. Trend In Nederland zijn meer dan 2,3 miljoen organisaties ingeschreven bij de Kamer van Koophandel (KvK).
Jurist in Bedrijf
De eenmanszaak is de belangrijkste rechtsvorm met 850.000 inschrijvingen, gevolgd door de besloten vennootschap met 800.000 inschrijvingen. Sinds de invoering van de flex-bv lijkt hier verandering in te komen. Voor bestaande ondernemers met een eenmanszaak kan het interessant zijn om deze om te zetten in een bv. Niet alleen de beperking van aansprakelijkheid kan een beweegreden zijn, ook het fiscale voordeel dat eruit te halen valt. Bij een eenmanszaak valt de winst onder inkomstenbelasting en bij de bv onder vennootschapsbelasting. Indien de onderneming veel winst maakt, kan het belastingtechnisch aantrekkelijker zijn om een vennootschap te besturen. Op welk bedrag dit omslagpunt ligt, daarover lopen de meningen uiteen van € 70.000 tot € 150.000.
toekomst
"Door de verandering van de oprichtingseisen gaat het aantal bv’s groeien"
besluitvorming. Tenzij de statuten anders bepalen, is het niet langer noodzakelijk dat het besluit buiten de AVA unaniem wordt genomen.
De flex-bv lijkt ook een positief effect te hebben op de startende ondernemer. Het wegvallen van het vereiste startkapitaal van € 18.000 geeft de starter net dat extra duwtje in de rug, zo doen de cijfers vermoeden. In de maand oktober van dit jaar hebben een kleine 4.000 bv’s zich bij de KvK ingeschreven, tegenover ruim 2.400 bv’s in oktober 2011. Is die stijging van zo’n anderhalf duizend toe te schrijven aan de nieuwe wetgeving? Voor zulke conclusies is het nog te vroeg, meent een woordvoerster van de KvK. “Door de verandering van de oprichtingseisen gaat het aantal bv’s groeien, dat zie je ook als je naar de maand september kijkt. Toen werden slechts 1491 bv’s opgericht. Het is duidelijk dat mensen hebben gewacht. De toename in oktober is explosief, maar we trekken pas over een paar maanden conclusies.” Hiermee lijkt de versimpeling van de regels voor het oprichten van een besloten vennootschap per 1 oktober in ieder geval in eerste instantie succes te hebben.
13
toekomst
Is het blasfemieverbod ouderwets? “En God Zelf zou bij mij langs komen in de gedaante van een éénjarige, muisgrijze Ezel…” Dit is een gedeelte van de beruchte passage uit het boek ‘Nader tot U’ van Gerard Reve. Toenmalige Tweede Kamerlid van de SGP, Van Dis, was niet geamuseerd met deze uitlating en verweet Reve dat hij zich schuldig zou hebben gemaakt aan smalende godslastering. De Hoge Raad sprak uit dat ‘godslastering’ bewezen kon worden, maar dat deze niet ‘smalend’ was. Sinds dit arrest, het beroemde ‘Ezel-arrest’, is niemand meer veroordeeld voor smalende godslastering. De discussie is al jaren gaande over de vraag of het blasfemieverbod wel of niet ouderwets is. Na nooit een concrete meerderheid te kunnen bereiken in de Tweede Kamer, heeft op 27 november 2012 de VVD aangegeven vóór afschaffing van het desbetreffende artikel te zijn. Samen met de D66 en de SP is er nu een meerderheid ontstaan, waardoor het wetsvoorstel door de Tweede Kamer heen is. Desalniettemin zijn er veel mensen tegen de afschaffing, met name de ‘gelovigen’. Maar in hoeverre is het blasfemieverbod nog van deze tijd, gezien het feit dat er sinds 1968 niemand meer veroordeeld is voor het desbetreffende strafbare feit?
Loïc van de Walle Totstandkoming art. 147 Sr Oud Minister Jan Donner van de Anti-Revolutionaire Partij (ARP) en grootvader van Piet Hein Donner (CDA), bracht in 1932 de Wet inzake smalende godslastering tot stand. De aanleiding was een aantal blasfemische spotprenten in een communistisch blad. Het artikel verbiedt uitlatingen die kwetsend kunnen zijn voor gelovigen. Het artikel wordt thans echter gedateerd en ouderwets genoemd, in de praktijk wordt het artikel dan ook eigenlijk nauwelijks meer toegepast. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat het artikel voornamelijk is bedoeld als ‘openbare orde artikel’. Het zou als handvat moeten dienen voor het bewaren van vreedzame en respectvolle verhoudingen in de samenleving. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, heeft het artikel niet als doel om ‘God’ te beschermen. De redenatie voor de bescherming moet gezocht worden bij de gelovigen zelf. Zij kunnen uitingen over ‘God’ persoonlijk als kwetsend opvatten, waardoor de openbare orde niet meer gegarandeerd zou kunnen worden.
14
Vrijheid van meningsuiting – Blasfemieverbod Art. 10 lid 1 EVRM: “Een ieder heeft recht op vrijheid van meningsuiting. Dit recht omvat de vrijheid een mening te koesteren en de vrijheid om inlichtingen of denkbeelden te ontvangen of te verstrekken, zonder inmenging van enig openbaar gezag en ongeacht grenzen. Dit artikel belet Staten niet radio-omroep-, en bioscoop- of televisieondernemingen te onderwerpen aan een systeem van vergunningen.” Art. 147 Sr: “Met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie wordt gestraft: 1˚ hij die zich in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, door smalende godslasteringen op voor godsdienstige gevoelens krenkende wijze uitlaat; 2˚ hij die een bedienaar van de godsdienst in de geoorloofde waarneming van zijn bediening bespot; 3˚ hij die voorwerpen aan een eredienst gewijd, waar en wanneer de uitoefening van die dienst geoorloofd is, beschimpt.”
Jurist in Bedrijf
"In tegenstelling tot wat veel mensen denken, heeft het artikel niet als doel om ‘God’ te beschermen"
Verder zijn beide artikelen ook nader vorm gegeven in de artikelen 7 Grondwet en 147a Sr. Het eerste wat opvalt, en wat dan ook al jaren een discussie is, is dat deze twee artikelen elkaar lijken tegen te spreken. De vraag is eigenlijk waar de grenzen van vrijheid van meningsuiting liggen, ze zijn blijkbaar niet compleet vrij als het gaat over godsdienst. Wanneer verder wordt gekeken in de wet valt echter op dat het verbod van godslastering niet de enige is die grenzen stelt aan de vrijheid van meningsuiting. De artikelen 111, 112 en 113 Wetboek van Strafrecht bijvoorbeeld, geven ook grenzen weer als het gaat over het
Voorop staat uiteraard dat vrijheid van meningsuiting niet wil zeggen dat jij een vrijbrief hebt om te kunnen kwetsen of discrimineren, maar om dat te garanderen zijn andere artikelen aanwezig in ons wetboek. Ook aanzetten tot geweld of discriminatie zijn strafbare feiten die vermeldt staan in de wet. Wat de voorstanders willen bereiken is dat er een einde dient te komen ‘aan het aanhangen van een mening an sich’, dus het uitspreken zelf en niet het zaaien van haat of aansporen tot geweld, dat is een hele andere zaak. Eigenlijk is de grens hiertussen vrij klein, want wanneer ben je daadwerkelijk strafbaar aan het beledigen en wanneer spreek jij je vrije mening uit? Art. 147 Sr lijkt hier echter geen rol in te spelen.
Initiatiefwetsvoorstel Volgens SP-Kamerlid, Jan de Wit, is al sinds 1968 niemand meer veroordeeld voor ‘godslastering’, er hebben zelfs geen processen meer plaatsgevonden. Gerard Schouw, van D66, zegt dat godslastering helemaal niet thuishoort in het stafrecht, het is volgens hem lastig te wijzen of God daadwerkelijke ‘belasterd’ is. Van der Ham (D66), De Wit (SP) en Teeven (VVD) hebben op 6 november 2009 een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer aanhangig gemaakt. Zij spreken over een slapend bestaan van het wetsartikel. Tevens vinden zij dat het niet wenselijk is dat godsdienstige gevoelens anders worden beschermd dan andere opvattingen van levensbeschouwelijke aard, dat is ‘niet meer van deze tijd’. Van der Ham: “meningen moeten kunnen botsen, dat dient de waarheidsvinding. Als meningen onnodig kwetsen is een publiek debat beter dan een publiek verbod." Vorige kabinetsperiode was VVD geen voorstander van het schrappen van het verbod op godslastering. De partij wilde geen onenigheid creëren met de geformeerde partij SGP, gezien het feit dat de VVD, samen met de PVV, afhankelijk was van de steun van de SGP om een meerderheid te krijgen in de Eerste Kamer. Toch een meerderheid? Sinds 27 november 2012 steunt
Jurist in Bedrijf
"Er zijn meer dan genoeg andere manieren om mensen te vervolgen wanneer zij een geloof beledigen"
toekomst
Koninklijk Huis. Hoewel Majesteitsschennis ook niet meer van deze tijd lijkt en in rechtszaken vaak vrijheid van meningsuiting prevaleert, zijn er tussen 2000 en 2012 toch negen mensen veroordeeld voor ‘ondermijning van de koninklijke waardigheid’. Dit blijkt uit onderzoek van Centraal Bureau voor Statistiek in augustus 2012. Dit is dus, in tegen stelling tot het blasfemieverbod, wel nog een ‘levend artikel’. Desalniettemin zijn er meer dan genoeg andere manieren om mensen te vervolgen indien zij het Koningshuis of een geloof beledigen.
VVD, die niet meer afhankelijk is van de SGP, het voorstel voor afschaffing wel. Samen met D66 en SP is er nu een meerderheid ontstaan. VVD Kamerlid Joost Taverne stelt het volgende: “De VVD is altijd voor dit voorstel geweest. Maar het is geen geheim dat in de vorige politieke constellatie dit voorstel niet bij iedereen op enthousiasme kon rekenen.” Daarmee verwijst hij mogelijk naar de positie van de SGP in de vorige periode in kabinet-Rutte I. De SGP reageert dan ook zeer bedroefd “Het schrappen van het verbod op godslastering is een pijnlijk verlies van een morele ankerplaats en een symptoom van een geestelijke crisis.” Dit argument van de SGP gaat niet in op de inhoud en toepasbaarheid van het artikel, maar meer op de emotionele waarde. Conclusie Duidelijk is dat het blasfemieverbod al decennia geen rol van betekenis meer speelt in Nederland. Het artikel lijkt meer de pagina van het Wetboek van Strafrecht te vullen, dan dat hij nog wordt toegepast in een rechtszaak. In tegenstelling tot wat veel mensen denken wil dit niet zeggen dat het beledigen van een ‘God’ of een geloof opeens geoorloofd wordt bij afschaffing, want hier zijn juist andere artikelen voor die wél nog recentelijk worden toegepast. Bijzonder is wel dat er een grote hoeveelheid aan artikelen is die ‘slapend’ zijn, maar dat juist dit artikel al jaren lang een discussie is.
15
toekomst
Interview met Inez Weski Inez Weski is een van de bekendste vrouwelijke advocaten van Nederland. Met haar opvallende verschijning, haar duidelijke mening omtrent het strafrecht en haar ervaring in de rechtszaal, is zij vaak op televisie te zien. Onlangs verscheen ze nog op televisie in de uitzending van ‘Het Groot Dictee der Nederlandse taal’ als voorzitter van de jury. Ze is een interessante, innemende en humoristische vrouw met haar karakteristieke schaterlach. Maar, wanneer ze praat over de ‘politiestaat’ waarin we leven en over de grote misstanden die er in Nederland aanwezig zijn in het huidige strafrechtklimaat, is de zorg van haar gezicht af te lezen. Het politieke klimaat en in die slipstream het openbaar ministerie hebben volgens haar een gure toendra van de gerechtelijk landschap gemaakt . In een eerder gepubliceerd interview zei ze al eens: “Het openbaar ministerie vertrapt soms als een verblind paard elk recht dat in de weg ligt. En de verdediging mag plaatsnemen op de tribune en vanaf daar naar de executie kijken. Je cliënt verdedigen, is kennelijk niet langer de bedoeling. De strafadvocaat is in een dwangbuis terechtgekomen." In dit uitgebreide interview wordt duidelijk wie Inez Weski is, hoe zij denkt over ‘het recht’ in Nederland en wat er wellicht in de toekomst verbeterd zal moeten worden.
Loïc van de Walle Sam van Well Zowel u, als uw zus en uw zoon, hebben ‘rechtsgeleerdheid’ gestudeerd. Waar ligt de oorsprong van deze interesse in uw familie? De oorsprong ligt bij een interesse in filosofie, de plaats van de mens in de geschiedenis en de wijze waarop met “the Rule of Law” willekeur wordt getracht te stelpen. Wat voor soort student was u? Een snelle. Wist u direct welke kant u op wilde? Ik ben privaatrechtelijk en strafrechtelijk afgestudeerd. Het vertrouwensbeginsel was toen nog heel nieuw, de ouderwetse wilsinstemming en die interpretatie van ‘wat men had mogen veronderstellen’ werd geïntroduceerd. Ik ben in 1972 begonnen en in 4,5 jaar was ik klaar, ik ben ongeduldig. Aan de ene kant begrijp ik dat mensen een heel leven om hun studie heen hebben en dat is prima, maar ik heb dat
16
niet, ik ben meer rechtdoor. Je moet doen wat je ligt en wat voldoening geeft zonder dat je verdwaalt. Wat was uw eerste gedachte dan toen u klaar was met studeren? Toen dacht ik aanvankelijk om nog een andere studie te doen, filosofie. Daarna heb ik nog gedacht om in het buitenland te studeren, maar ik heb de knoop doorgehakt door te beginnen aan het ruwe leven. Vanaf 1978 ben ik advocaat, in 1976 heb ik nog even bij het Ministerie gezeten. Dat is heel interessant geweest, omdat je het ontwerpen van wetten meemaakt. Hebt u eigenlijk eerder een ‘student gerelateerde’ benadering voor interviews of lezingen en dergelijke gehad vanuit Maastricht? Ja, maar ik moet altijd eerst kijken, ‘kan ik überhaupt’, dan pas kijk ik ‘wat is het dan’, tenzij ik op het eerste gezicht al vermoed, nee dit
Jurist in Bedrijf
is het niet. Maar vooral dingen die heel ver zijn, bijvoorbeeld Groningen heb ik altijd moeten afslaan, want dat gaat gewoon niet met mijn agenda. En dat is helaas voor Maastricht, vanuit de randstad gezien, ook een probleem. Als mijn werkgebied Tongeren of Hasselt was, dan was dat veel eenvoudiger. Nou geef ik wel veel lezingen en cursussen, maar ook dat is soms een probleem, omdat je gewoon weer niet kan. Dat
"Niet zeggen wat je denkt dat goed is, maar iets stellen omdat dat verwacht wordt"
Neemt u wel eens een vakantie dan? Nauwelijks. Er zijn soms jaren dat ik niet op vakantie ben gegaan. Dat is objectief gesproken niet goed, maar ik lijd er niet onder. Maar dat is überhaupt hoe je bent. Je bent het product van heel veel onbekende daden. U werkt dan wel mee aan ‘Het Groot Dictee der Nederlandse taal’ of dit interview. Er zijn heel veel dingen die ik niet doe, bijvoorbeeld als het over een specifieke zaak gaat. Dan is het zelden zo dat ik denk, ‘dit is goed voor de zaak’, tenzij ik meen: ‘dat is structureel fout in de zaak of symptomatisch en daarom wil ik daar iets over zeggen’. Dat is een hele kleine categorie. Het meeste moet in stilte plaatsvinden en zodra de loep daarop komt, wordt alles uitvergroot. En zelfs gevaar voor een rechtbank die in zijn oordeel ten nadele wordt beïnvloed. Er zijn ook zaken waarin heel duidelijk een beeld wordt opgetuigd in de zin van, ‘dit is het topje van de ijsberg, owee als u die persoon vrij laat’. Dat is toch een druk van het Openbaar Ministerie. Je kan natuurlijk zo groot je wilt een piramide bouwen en daar dan de verdachte bovenop zetten en durf dan nog eens vrij te spreken, dan wordt het beeld opgeroepen van een meute buiten die onrustig wordt. Tegenwoordig worden vergaande opsporingsmiddelen gebruikt. Men gaat bijna naadloos af op een berichtje als ‘Meneer X vormt samen met Piet, Jan en Klaas een organisatie’. Dan zou je verwachten dat wordt
nagetrokken of die mensen elkaar überhaupt kennen. U laat zelf toch wel eens onderzoek doen? Soms wel, maar in Nederland wordt daar toch erg naar gefronst. In het Amerikaanse systeem zie je veel meer gelijkheid in procespositie tussen het openbaar ministerie en de verdediging. Daar is tegelijkertijd veel scheef qua ‘plea bargaining’ en detentiesituaties enzovoorts, maar het procesrecht is veel zuiverder. Het is daar heel normaal, dat je als advocaat, een detective hebt en zelf getuigen gaat horen, de plaats delict bekijkt, buurtonderzoek doet enz. Dat kan je in Nederland niet zomaar doen, de resultaten hebben worden dan al snel met een zweem van wantrouwen door de rechtbank behandeld. Alsof zelfstandige waarheidsvinding geen belang voor de verdediging is. Je bent als advocaat in Nederland heel erg de toeschouwer bij het proces. Ongeveer, dat je alleen nog mag op komen draven voor een pleidooi lijkt langzamerhand de gedachte. Dus we zouden iets kunnen overnemen van het Amerikaanse systeem? Zeker, wat dat betreft wel. Er zou ook een veel beter dossierbeheer moeten bestaan in Nederland. Veel strakker, wat mag wel, wat mag niet in het dossier. Dat zie je ook wel in die Amerikaanse series dat er wordt gezegd dat men met de rechter in conclave gaat over welke verweren er überhaupt gevoerd mogen gaan worden, ‘line of questioning’. Maar ook met betrekking tot een onrechtmatig aangetroffen vuurwapen, dat is dan buiten het dossier en dat krijgt de jury dan ook niet te zien. Hier wordt een dossier volledig vol gezet met allerlei spullen, qua materiaal, waarvan je ter zitting pas mag gaan betogen, dat een deel onrechtmatig verkregen is of überhaupt van onwaarde en de rechter virtueel dan als het ware deze in zijn oordeel beslist niet gezien te hebben. Alsof
Jurist in Bedrijf
"Uiteindelijk, kennis maakt macht, maar zeker ook de wil, de moed en de kunde om die aan te wenden op de momenten en de plaatsen waar deze nodig zijn"
toekomst
is het eeuwige dilemma, aan de ene kant zou je soms wensen dat je in serene rust je kan storten op een bepaald project of bepaald dossier en tegelijkertijd ben je zo verslaafd aan het werk, dat je niet die stilte wil en kan hebben. Je kan niet zeggen, ik stop nu voor zes maanden met het innemen van zaken, dat gaat gewoon niet, dat is nu eenmaal de ‘flow’ waar je in zit.
zich dat alles niet als op zijn netvlies heeft genesteld. Terwijl je als advocaat wel stukken kan voegen, maar dat is allemaal op de zitting, en dan is het kwaad misschien al geschied. Je staat vanaf de zijkant te roepen, ‘ja, maar’. Zoiets kan uiteindelijk wellicht extra voldoening geven? Er zijn natuurlijk zaken waarin jij jarenlang, in je eentje, bezig bent in juridische wanhoop, jarenlange frustratie doordat je per zitting moet afvragen ‘hebben ze nu dan nu eindelijk het licht gezien?’ en dat vervolgens inderdaad de knop omgaat, dat het systeem toch werkt. Dat is mooi. En aan de andere kant soms helaas dan het stille besef dat een rechtbank gewoon kennelijk niet wil, of een openbaar ministerie kennelijk liever de eigen agenda op weg naar een veroordeling wenst te volgen om hen moverende redenen. Alsof er geen wetboek meer bestaat en met vervolgens een uitspraak waarvan je denkt, hou maar op. Dat is de afhankelijke positie als advocaat. U hoort bij de ‘topadvocaten’ van Nederland. Desalniettemin wordt vaak over een ‘mannenwereld’ gesproken met betrekking tot het recht. Denkt u dat vrouwen het
17
toekomst
moelijker hebben om hun stempel te drukken? Inmiddels bestaat zeker binnen de rechterlijke macht volgens mij de helft inmiddels uit vrouwen, soms in deeltijd werkzaam. Ik begrijp dat binnen de kantoren met meer “fabrieksgrootte” er enige discussie bestaat over de vraag of het vrouwelijk smaldeel wel voldoende in de leiding en niet slechts als “werkbij” hoeft te functioneren. Wordt u niet geleefd door u werk? Er zijn genoeg momenten dat je überhaupt niet veel socialiteit hebt, het is natuurlijk vooral zittingen, zittingen, huizen van bewaring, zittingen, mensen op kantoor, en de rest zit je te werken als een mol door je dossiers heen. En dan krijg je van die zaken, zoals aanstaande maandag, dan heb ik een regiezitting en dan krijg je in druppelsgewijs nog dozen aangeleverd. Gisteren kwam er nog in de avond een mail met allerlei gescande stukken die het openbaar ministerie kennelijk al maanden in de kast had liggen zoiets van: ja, laten wij die nu dan maar geven. U wordt door uw collega’s geroemd om uw dossierkennis, werklust en pitbullmentaliteit. Zijn dit ook volgens u, uw drie karakteristieke eigenschappen die u gebracht hebben waar u nu bent? Er zijn vele eigenschappen die nodig zijn in deze tak van het recht. Uiteindelijk, kennis maakt macht, maar zeker ook de wil, de moed en de kunde om die aan te wenden op de momenten en de plaatsen waar deze nodig zijn.
mene praktijk of de meer gespecialiseerde. Alles differentieert naar kunnen en voorkeur en niet zozeer naar geslacht en uiteraard en wellicht ook de lotsbestemming. Het strafrecht is wellicht de meest directe uiting van het basale raakvlak tussen mensen, maar zeker ook met de overheid in diens controlerende en sturende rol. Emoties, belangen, onrecht, alles wordt dan uitvergroot. Het is dan de rechter die terug zal moeten brengen de oorsprong van een onderzoek, een conflict en de beperkingen van het proces. Waarheidsvinding is in sommige zaken helaas slechts vaak een nimmer bereikte horizon.
Maar u hebt er zelf dus nooit aan gedacht. Nee, ik zeg wel eens dat ik geschikt zou zijn als ‘verlicht despoot’. Maar ik vrees dat eenieder misvormt op zo een plek, misschien zelfs ik, omdat ik zeer autonoom ben. Juist de oneigenlijkheid die gepaard gaat met politiek. Niet zeggen wat je denkt dat goed is, maar iets stellen omdat dat verwacht wordt, dat men dat wil horen. De werkelijkheid als toevalligheid. Dingen voorstellen en bedenken, waarvan je eigenlijk weet dat het niet slaat op een bestaand probleem. Uiteindelijk is het werk als advocaat concreet, per persoon ben je bezig.
U hebt een uitgesproken mening met betrekking tot de verschillende politieke partijen. Hebt u zelf ooit geambieerd om de politiek in te gaan? Mijn blik is meer gericht op het geheel aan stromingen binnen de politiek, binnen het bestuur en dat dan weer in internationaal verband. Zorgwekkend qua blinde controledrang en bezien vanuit mijn vakgebied constateer ik helaas, dat het verleden voor de regelaars kennelijk niets heeft betekend en een concept als de onschuldpresumptie of een onafhankelijke rechter, laat staan een verdediging slechts wordt gewantrouwd.
Zou u dan geen rechter willen worden? Er is mij wel ooit, lang geleden, eens over gevraagd, maar dan zit je in een systeem. Vooralsnog heb ik niet de drang, die passiviteit zou mij nu nog niet liggen. Kennelijk ben ik daar nog te onrustig voor. Je moet nooit iets uitsluiten natuurlijk. Ik ben liever mijn eigen slaaf, want als zelfstandig advocaat ben je dat gewoon. En kennelijk ben je vrij streng voor je eigen slaaf.
Waarmee onderscheidt strafrecht zich volgens u met betrekking tot andere rechtsgebieden? De advocatuur beslaat vele rechtsgebieden, van de “natte sector”, of tewel de scheepsgebonden praktijk, tot fiscalisten, fusiedeskundigen, arbeidsrecht enz en uiteindelijk strafrecht. En ook binnen die afdeling kun je weet spreken over de alge-
18
Jurist in Bedrijf
In uw ‘Van Randwijklezing’ zei u dat het verleden inderdaad de toekomst voorspelt. ‘Hetgeen geoogst
wordt, zal gezaaid worden.’ Dit is zeer toepasselijk met betrekking tot ons thema. Wat wilde u hiermee duidelijk maken? Dat niets geleerd wordt, dat men angst en agressie oogst indien men burgers slechts angst en agressie voedt. 'Wij zijn allen schurken.' Wilt u hiermee zeggen dat wij, als burger, eigenlijk verantwoordelijk zijn voor het zogenaamde ‘verval van de rechtsstaat’? Het blijft altijd de vraag wie wie aanjaagt. Helaas zijn meutes makkelijk te manipuleren. Tot hysterie, tot stemmassa, als je maar lang genoeg voorhoudt dat het einde der tijden nadert. Dan gaat uiteindelijk iedereen zich wel ingraven. Op die ene dolende na dan. Denk u dat de opkomende rol van media, en met name de social media, een rol heeft gespeeld in deze ontwikkelingen? Een ieder is tegenwoordig direct aan te klikken. Trending hysterie. De waarheid lijkt daarbij van volstrekt ondergeschikt belang. Is het niet gewoon zo dat de burger vaak voor de gek wordt gehouden door de manier waarop politieke partijen zich presenteren, zodat je eigenlijk kan zeggen dat de schuld bij hen ligt? Ik heb voor deze laatste verkiezingen deel uitgemaakt van een commissie op verzoek van de orde van
mige zaken slechts met een pionnetje wordt uitgerust.
U bent verkozen tot liberaal van het jaar 2011 door de JOVD. U heeft deze prijs gekregen voor uw strijd tegen de rechtstaat. Wat is uw drijfveer in deze strijd? Ik kan mij kennelijk niet afwenden van onrecht.
Ik ben absoluut voor het digitaliseren van het dossier, maar dan wel op toegankelijke wijze en na afspraken over de vraag wat wanneer dan in dat dossier hoort te zitten aan informatie.
Heeft u voor uw gevoel al successen geboekt met betrekking tot deze strijd? Ik merk gelukkig wel geregeld de weerklank van mijn stellingen. Elk geweten is mooi. Volgens u wordt er tegenwoordig een overdreven belang gehecht aan emoties, waardoor niemand zich bekommert om de feiten. U, als advocaat, verdedigt vaak cliënten die door de samenleving al als schuldig worden gezien, zonder dat het daadwerkelijke proces heeft plaatsgevonden. Maakt dit uw werk niet extra moeilijk, aangezien u het dan lijkt op te nemen tegen de hele samenleving. Een dossier wordt vaak ook opgebouwd vanuit een bepaalde perceptie met bij voorbeeld jouw cliënt boven op de piramide. Het is dan lastig om een volledig dossier inclusief de nimmer onderzochte routes tot stand te brengen. Ik vergelijk het behandelen van een strafzaak wel eens met aan de ene kant archeologie, dus op zoek naar de bronnen van het dossier, de verdenking, zeker in grensoverschrijdende zaken, maar aan de andere kant ook wel met een schaakbord, waar je in som-
Jurist in Bedrijf
In Nederland is de overheid druk bezig met digitalisering van de rechtspraak. Hoe staat u hier tegenover? Die digitalisering is al tientallen jaren bezig en tot op heden zijn er nog steeds vele niet op elkaar afgestemde computersystemen, moet je als advocaat nog steeds smeken om een digitaal dossier, de taps in audio en in verslag enz.
toekomst
"Waarheidsvinding is in sommige zaken helaas slechts een nimmer bereikte horizon"
advocaten, het notariaat en de gezamenlijke deurwaarders, die de partijprogramma’s op hun rechtstatelijkheid heeft doorgelicht. Mijn conclusie was onder andere, dat veel wordt voorgehouden niet zozeer omdat de werkelijkheid dat programmapunt noodzakelijk maakt, maar omdat men denkt, dat de kiezer een bepaalde werkelijkheid wil zien of voorgeschoteld wil krijgen. Een volstrekt virtuele wereld. een recept voor doem.
De Tweede Kamer is druk bezig met het eventuele afschaffen van het verbod op godslastering, het blasfemieverbod. Ziet u dit als een verruiming van de vrijheid van meningsuiting? Dergelijke discussies vinden in feite plaats vanaf de zijlijn van de realiteit van een vooral anoniem scheldende menigte. Onlust laat zich nauwelijks beteugelen. Tenzij vanaf vroege leeftijd men als creatief mens met bevoegde onderwijzers met tijd voor gymles, zwemmen, muziek en niet uitgeloot enz mag ontwikkelen. Kennelijk moet alles slechts door middel van repressie worden gereguleerd. Ruim een jaar geleden volgde u Ronald Plasterk op als voorzitter van het Groot Dictee der Nederlandse Taal. En dit jaar heeft u voor de tweede maal als voorzitter van het Groot Dictee 2012 deelgenomen. Hoe heeft u deze avond ervaren en wat houdt uw functie precies in? Die functie behoeft geen toelichting en is duidelijk te aanschouwen. Ik vind aandacht voor het woord altijd goed. Taal is immers het levende intermenselijke product van invasies, van nieuwsgierigheid en van vriendschap.
19
toekomst
Behoort de Erasmusbeurs tot de verleden tijd? De Universiteit Maastricht profileert zich als een universiteit met veel buitenlandse allure. Een derde van de studenten aan de UM komt uit het buitenland, daarnaast komen er elk jaar honderden uitwisselingsstudenten naar Maastricht om hier een half jaar te studeren. Maar er komen niet alleen studenten naar Maastricht; jaarlijks vertrekken er honderden UM studenten naar het buitenland. In het buitenland studeren is een veilige manier om te reizen en nieuwe plaatsen te ontdekken. Je doet hiermee internationale ervaring op, je ontmoet allerlei nieuwe mensen en de mooiste bijkomstigheid is dat je hier ook nog studiepunten voor krijgt. Er is natuurlijk wel geld nodig om je kamer in het buitenland te financieren. Voor een kamer in Londen betaal je ongeveer 4 keer zo veel dan voor je kamertje in Maastricht. Dit is een hap uit je spaartegoed en met alleen je studiefinanciering red je dit niet. Daarom maken studenten in heel Europa gebruik van het ERASMUS-programma. Dit programma voorziet studenten die aan een Europese universiteit of hogeschool gaan studeren met een aanvullende beurs. Daarnaast hoeft de student zich niet opnieuw in te schrijven bij de instelling in het buitenland. Een bijkomend voordeel is dat hij geen collegegeld in het buitenland hoeft te betalen. Op dit moment zijn meer dan 3100 hogescholen en universiteiten ingeschreven bij het programma. Er zijn dus genoeg keuzemogelijkheden als je naar het buitenland wilt voor je studie. Helaas komen er geluiden uit Europa dat de beurs niet meer in de begroting past. Betekent dit het einde van het programma? Of zijn dit slechts geruchten?
Stef Plouvier Algemene historie Voor de oorsprong van het programma moeten we 550 jaar terug in de tijd. In Rotterdam werd op 28 oktober 1466 Geert Erasmus Geerts geboren, een zoon van een priester en diens huishoudster. Erasmus was een onwettig kind, omdat priester een celibatair bestaan moesten leiden. Hij heeft op verschillende scholen Grieks en Latijn gestudeerd, waardoor hij op jonge leeftijd begon met teksten uit de bijbel te lezen. De jonge Erasmus nam al snel een kritische houding aan tegenover zijn christelijke opvoeding. Hij pleitte voor meer tolerantie in het geloof. Helaas mocht dit niet baten; wederzijdse verkettering, vrijheidsbeperking en de brandstapel waren een feit. Erasmus heeft een grote rol gespeeld in de opkomst van het protestantisme. Maarten Luther zette met zijn klaagschrift van 95 stellingen op de deur van de kerk van Wittenberg de Katholieke wereld op z’n kop. Dit is het begin geweest van de protestantse Reformatie. Hoewel Erasmus
20
dit niet letterlijk op gang heeft gebracht, wordt hij door vele als inspiratie bron van Luther aangewezen. Erasmus heeft tal van boeken en geschriften geschreven waarvoor hij veel onderzoek heeft gedaan aan buitenlandse Universiteiten. Zo heeft hij in Utrecht, Parijs, Engeland, Zwolle en nog veel meer instellingen gestudeerd. Dit stukje geschiedenis is door de Europese Commissie voor het hoger onderwijs niet onopgemerkt gebleven en heeft een deel van het Leven Lang Leren Programma vernoemd naar de Rotterdammer. Het ERASMUS-programma werd in 1987 opgericht met goedkeuring van de Europese Commissie. De Erasmus student Op de dag van vandaag is het Erasmus programma razend populair. In het academische jaar 2011/2012 gingen 8900 Nederlandse studenten met een Erasmusbeurs de grens over. Dit is een stijging van 5 % ten op zichtte van het jaar ervoor. Spanje is het populairste land van bestemming; ruim 17% kiest voor dit land. Groot-Brittan-
Jurist in Bedrijf
nië komt op een goede tweede plek, gevolgd door Duitsland, Frankrijk en Zweden. Niet alleen onder Nederlandse studenten is Spanje populair, in 2010/2011 heeft het land 37 duizend studenten ondergebracht. Frankrijk deed het ook goed; 38 duizend uitwisselingsstudenten kozen voor onder andere Parijs en Lyon. Op een derde plaats stond GrootBrittannië met meer dan 24 duizend studenten. De Rijksuniversiteit Groningen staat staat op de 43e plaats van bestemmingen in Europa en is daarmee de hoogst genoteerde Nederlandse Universiteit. De stad in het noorden huisvestigde in 2011/12 606 studenten. Met 557 studenten is ons eigen Maastricht de “runner up”, gevolgd door Utrecht (521) en Universiteit van Amsterdam (435). In Europa maken 231 duizend jongeren gebruik van een Erasmus-beurs. Crisis Europa verkeert sinds 2007 in zwaar economisch weer. Landen hebben een te grote staatschuld, banken vallen om en de euro is lang niet meer
zo sterk als hij is geweest. Dit heeft ingrijpende consequenties voor de liquiditeit van Europa. Er vallen gaten in de begroting en die moeten gevuld worden. Regeringsleiders zijn nog steeds druk in de weer met het bereiken van een akkoord over het dichten van deze gaten. Hoewel de Erasmusbeurs een relatief kleine kostenpost is binnen de Europese begroting (90 miljoen euro), zal er op elk front bezuinigd moeten worden. In het verleden is gebleken dat beurzen, uitkeringen en andere verstrekkingen als eerste op de schop gaan ten tijde van bezuinigen. Europa is zo druk bezig met het rechttrekken van haar begroting dat er te weinig geld wordt gestoken in de meerjarige begroting en dat houdt in dat er programma’s stop gezet zullen worden. Of de beurs helemaal zal verdwijnen of dat hij lager zal gaan uitvallen is nog niet bekend. Het stoppen van investeren in onderwijs zou tegenstrijdig zijn, aangezien Angela Merkel (Duitsland) en François Hollande (Frankrijk) recentelijk nog tot de conclusie zijn gekomen dat het onderwijs niet ten kosten mag gaan van de aankomende bezuinigingen. “We moeten meer geld in onderwijs en onderzoek stoppen” zijn de woorden van de Franse premier.
Hoewel er problemen zijn met de financiering van de Erasmusbeurzen, is er volgens het Nationaal Agentschap dit jaar nog geen reden tot paniek. Het Nationaal Agentschap, de instantie die de budgeten van de EU verdeelt over de desbetreffende instellingen, zegt dat het gaat om een tijdelijk kastekort. Deze tekorten zullen voor rekening komen voor de lidstaten van de EU, of deze daartoe bereid zijn is een tweede. De grootste bulk van het budget dat is bedoeld voor de Erasmusbeurs is al binnen bij het Agentschap. Mochten er problemen zijn met het laatste gedeelte dan zou een mogelijke oplossing gezocht kunnen worden bij het ministerie. Het lijkt er dus op dat de beurs in 2013 nog uitgekeerd zal worden. De vraag is nog maar hoelang de beurs zal blijven voortbestaan. De begroting van de Europese Unie voor de periode 2014-2020 is nog niet vastgesteld. Mocht er dan een tekort zijn
dan zou het zo kunnen zijn dat de beurs verlaagd wordt, of in het ergste geval geheel zal verdwijnen.
toekomst
"De exchange-student levert ons land 7 miljoen op en het heeft een positieve uitdraai op de culturele ontwikkeling van de Nederlandse student"
nis en intellectuele samenwerking. Een internationaal land als Nederland moet het hebben van goederen en kennis van het buitenland. De exchange-student levert ons land 7 miljoen op en het heeft een positieve uitdraai op de culturele ontwikkeling van de Nederlandse student. De beurs is juist een extra motivatie om buiten de Nederlandse grens te studeren. De bond is bang dat meer studenten extra vakken in eigen land gaan volgen.
Kritiek Hoezeer het programma ook opgehemeld wordt (vooral door studenten), er is ook veel kritiek. Deze vorm van uitwisseling, ook wel “academische toerisme” genoemd, zou niet meewerken aan één intellectuele Europa. Universiteiten zouden meer geld moeten uitgeven aan diplomamobiliteit; er zouden meer mogelijkheden moeten zijn om een diploma aan een buitenlandse instelling te halen. Toekomst Eerste de langstudeerboete, daarna de invoering van het sociale leenstelsel, de OV-kaart die uiteindelijk misschien volledig op de schop gaat en nu komt ook nog de Erasmusbeurs in gevaar: waar eindigt dit? De overheid zou de jeugd juist moeten aanmoedigen om te studeren, maar door bovenstaande maatregelen bereiken ze alleen maar het tegenovergestelde. Als we het Nationaal Agentschap mogen geloven valt het gelukkig allemaal wel mee maar wat gebeurt er wanneer Europa nog verder in de economische put raakt? Wat de toekomst ons gaat brengen is nog onduidelijk maar laten we op het beste hopen. Want met de oplopende werkeloosheid zal het niet makkelijk zijn om in het buitenland een bijbaantje te vinden.
LSVb De landelijke studenten vakbond (LSVb) beweert dat het verdwijnen van de beurs catastrofale gevolgen heeft voor de uitwisseling van ken-
Jurist in Bedrijf
21
toekomst
Privacyschending bij Social Media Social Media is op de dag van vandaag niet meer weg te denken uit ons leven. Van iedere generatie zijn er mensen actief. Tegenwoordig is het raar als iemand niet meedoet aan deze ontwikkelingen. Facebook, Twitter en LinkedIn zijn de meest bekende netwerksites van het moment. Hiermee heb je een groot netwerk pakket over de hele wereld. Ben je op zoek naar een stage? Of een nieuwe baan? Of naar een oude vakantieliefde? Door middel van de opkomst en groei van de sociale media zijn deze vragen eenvoudig te beantwoorden. Door een paar snelle handelingen kom je aan een heleboel informatie en breid je je vrienden kring snel uit. Helaas is het privacy beleid van de verschillende netwerksites niet altijd even waterdicht, zo kom niet alleen jij aan een heleboel informatie door een aantal muisklikken; er kijken nog een heleboel nieuwsgierige mensen ‘achter de schermen’ mee.
Clim Giesen Social Media Sociale media of ‘social media’ is een verzamelnaam voor alle internettoepassingen waarmee het mogelijk is om informatie met elkaar uit te wisselen of te delen. Deze informatie kan over van alles gaan, denk hierbij aan muziek, nieuws, fotografie en ga zo maar door. Social media is een online platform waar de gebruikers de inhoud zelf verzorgen zonder tussenkomst van professionele redactie. Bekende internationale sociale media websites zijn Twitter, LinkedIn, Facebook, Youtube en het in Nederland bekende Hyves. Facebook heeft wereldwijd meer dan 750 miljoen actieve accounts, Twitter meer dan 200 miljoen en LinkedIn meer dan 100 miljoen. Uit de cijfers blijkt dat Facebook wereldwijd het meest populair is.
universiteiten en in 2006 werd Facebook geheel openbaar. Sinds mei 2008 is er ook een Nederlandstalige versie van Facebook. Duits, Frans en Spaans waren de eerste talen waarin het vertaald werd. Het aantal leden is enorm gegroeid sinds 2007. In april 2007 telde Facebook nog 20 miljoen leden en in oktober 2012 is dit aantal gestegen naar 1 miljard leden, en het aantal blijft maar stijgen. Privacyschending Hoe zit het eigenlijk met de privacy van de leden? Dit onderwerp komt regelmatig in het nieuws voorbij, want wordt de privacy niet geschonden? Facebook roept al tijden dat ze privacy beter willen beschermen.
Facebook In mei 2004 werd Facebook opgericht door Mark Zuckerberg. In die tijd heette het nog ‘The Facebook’, dit werd in 2005 naar ‘Facebook’ veranderd en sindsdien hebben de leden de mogelijkheid om foto’s te plaatsen op hun profiel. Facebook was niet vanaf moment één een openbaar netwerk. In het begin konden namelijk alleen studenten van Harvard lid worden, dit werd langzaam uitgebreid naar meerdere
22
Jurist in Bedrijf
Wall Street is al een keer met een bericht naar buiten gekomen over de Apps van Facebook, deze zouden informatie van de gebruikers ongevraagd gebruiken voor commerciële doeleinden. Uit het onderzoek van Wall Street bleek dat veel populaire Apps persoonlijke gegevens naar adverteerders en bedrijven doorspelen die het internetverkeer volgen. Ongeveer 70% van de leden maakt gebruik van deze Apps. Hierdoor gebeurd het bij miljoenen leden, zelfs nog als je je profiel op de hoogste beveiliging hebt staan. Neem bijvoorbeeld de populaire App ‘Farmville’, deze zou informatie over vrienden van de gebruikers doorsturen naar derden. De per-
Ook in Nederland wordt er veel gesproken over de privacy schending bij het gebruik van Facebook. Vorig jaar was een meerderheid van de Tweede Kamer het beu en wilden de partijen een onderzoek starten. Facebook raakte in opspraak, omdat met cookies het internetgebruik van uitgelogde Facebook gebruikers gevolgd werd. Omdat dit niet de eerste keer is dat de privacy ter discussie stond wilden de partijen weten of Facebook zich wel aan de regels van de, toen nog toekomstige Cookiewet, hield. Facebook geeft toe dat het naast het volgen van uitgelogde gebruikers, de advertenties op de website gebaseerd worden op ‘likes’ en de inhoud van status updates. Schrijft een gebruiker bijvoorbeeld over skiën, dan is de kans aannemelijk dat de advertentie daarop aangepast wordt. Volgens Facebook was hier wederom sprake van een ‘foutje’ als het ging om het volgen van uitgelogde gebruikers. Cookiewetgeving Een cookie is simpelweg een klein tekstbestandje dat door een website op je computer wordt gezet. In dat tekstbestandje staat bijvoorbeeld of je vaker op de website bent geweest of welke bestelling er in je winkelwagentje zit. Vaak worden deze geplaatst om een site technisch goed te laten functioneren. Maar er zijn ook cookies die niet noodzakelijk zijn voor het functioneren van een
website. ‘Tracking’ cookies zijn daar een voorbeeld van, deze worden door de ‘like’ buttons van Facebook gebruikt. Sinds 5 juni 2012 moeten op grond van de Telecommunicatiewet websites aangeven wanneer zij cookies willen plaatsen die bijvoorbeeld het surfgedrag van de gebruiker bijhouden. Deze mogen zij alleen plaatsen als er toestemming door de gebruiker wordt gegeven. Als er met cookies persoonsgegevens worden verwerkt dan is naast de Telecommunicatiewet ook de Wet bescherming persoonsgegevens van toepassing. De persoon die cookies plaatst, mag geen persoonsgegevens verwerken. Dus heb je geen toestemming gegeven? Geen cookie. Aanklachten tegen Facebook In 2011 moest ‘Facebook’ in Californië voor de rechter komen vanwege privacy schending van namen en foto’s van Facebook ‘vrienden’ in advertenties. Zo werd op de site aan 750 miljoen leden advertenties getoond met daarin namen en foto’s van vrienden die een advertentie ‘liken’ en dat is in strijd met de Amerikaanse wetgeving. Namen en foto’s van individuen mogen alléén in bepaalde advertenties vertoond worden met expliciete toestemming van die mensen. Deze regels had Facebook duidelijk niet gevolgd. Ook in Texas werd een tijd later door dertien individuen een aanklacht ingediend tegen Facebook samen met o.a. Twitter, LinkedIn, Instagram en Apple. Volgens de aanklachten werden miljarden contacten uit adreslijsten van tientallen miljoenen eigenaars van draadloze mobieltjes gestolen. Zonder medeweten van gebruikers van de sociale netwerken werd informatie uit de contactenlijsten doorgestuurd naar de servers van de App ontwikkelaars. Ook in Duitsland werd Facebook aangeklaagd vanwege gezichtsherkenning bij het taggen van foto’s. Hiermee wordt volgens hen de Euro-
Jurist in Bedrijf
"Ook in Duitsland werd Facebook aangeklaagd vanwege gezichtsherkenning bij het taggen van foto’s. Hiermee wordt volgens hen de Europese privacywetgeving geschonden"
toekomst
soonlijke data werd naar minimaal 25 bedrijven gestuurd. Deze bedrijven gebruikte de informatie direct voor commerciële doeleinden of ze verkochten het weer door. Dit alles is gek, omdat in de voorwaarden van Facebook staat dat bedrijven dit niet mogen doen, zelfs al zou de gebruiker er mee instemmen. Facebook noemde deze situaties ‘technische problemen’ en de bedrijven die de Apps maken hadden het over een ‘ongelukje’ van Facebook. Facebook beloofde vervolgens persoonlijk om de informatie van gebruikers minder openbaar te maken.
pese privacywetgeving geschonden. Wanneer een gebruiker een foto upload, gaat de foto automatisch gezichten herkennen en worden er suggesties voor taggen gegeven. De Facebook gebruikers kunnen er niet voor kiezen niet herkend te worden. Volgens de Duitse organisatie is dit onacceptabel. De sociale netwerksite meldt dat informatie over privacy instellingen voor nieuwe gebruikers verbeterd zijn. Gebruikers kunnen voortaan hun gegevens beter afschermen voor bepaalde groepen vrienden. Deze aanpassingen worden gedaan door de velen aanklachten tegen Facebook. EU-wetgeving Ook de Europese Commissie is dit jaar met een nieuwe privacywet gekomen. Hiermee worden de oude EU-regels van databescherming uit 1995 herzien, zij willen de privacy hiermee versterken en de EU-burger meer controle geven over zijn privégegevens. In 1995 was internet nog niet zo bekend en doorgebroken als nu het geval is, 17 jaar geleden gebruikte minder dan 1% van de Europeanen het internet. Dit is nu helemaal niet meer voor te stellen, tegenwoordig wordt veel persoonlijke informatie binnen een fractie van een seconde uitgewisseld over de hele wereld. En juist daarom is bescherming van deze persoonlijke
23
Research Project Maastricht
Indonesië
* 4 maanden werken en reizen in Indonesië * Onderzoek voor Nederlandse multinationals * Samenwerken in een hecht team * Alternatief voor je buitenlandverplichting
Informatie avond & borrel Dinsdag 5 februari 19.30 Tongersestraat 53, C-1.03 Sollicitatie deadline
Vrijdag 15 februari 13.00
Voor meer informatie http://student.researchproject.nl
[email protected]
Opstartbestuur RPM 2014: Lotte Loeber en Daan Spoorenberg
Kleuter Facebook Vandaag zie je het veel voorbij komen, trotse ouders die van hun kindjes foto’s op Facebook plaatsen. In bad, in bed, in de speeltuin etc. Alles staat online, zonder dat het kindje hier weet van heeft. De huidige generatie ouders is de eerste die met een paar handelingen alles over een kindje kunnen delen. Niet alleen via Facebook maar ook via Twitter bijvoorbeeld. Maar wat vind het kind er zelf van? Privacy voor kinderen is een recht volgens artikel 16 van het Internationaal Verdrag Inzake Rechten van het Kind. Dit recht wordt volgens veel sociologen door de ouders geschonden, zij delen de informatie immers zonder vooraf toestemming van hun kind. In dit artikel wordt toegelicht dat; ‘ieder kind recht op privacy heeft en de overheid beschermt het kind tegen inmenging in zijn of haar privé- en gezinsleven, huis of post en respecteert zijn of haar eer en goede naam.’ Bij het plaatsen van foto’s en
berichten hebben de ouders geen idee hoe groot de kring is waarin zij dit verspreiden. LinkedIn & Twitter LinkedIn is sinds 5 mei 2003 een online sociaal netwerk dat zich richt op vakmensen. De laatste jaren groeit dit netwerk enorm. In september 2012 telt het bedrijf ongeveer 187 miljoen geregistreerde leden wereldwijd. Het belangrijkste doel van de website is de leden gebruik laten maken van elkaars zakelijke netwerk, dit gebeurd doordat je contacten legt met anderen die je vertrouwt. Ook dit sociale netwerk komt vaker in het nieuws in verband met het privacybeleid. Zo kreeg het vorig jaar nog enige kritiek over ongevraagd wijzigingen aanbrengen in de privacy instellingen van zijn leden. Het bedrijf had zich het recht gegeven om zonder expliciete toestemming de namen en foto’s van zijn leden bij foto’s te plaatsen. Met deze wijziging kunnen adverteerders zien welke contacten binnen het netwerk dit bedrijf volgen. Twitter is een internetdienst waar gebruikers korte berichten van maximaal 140 tekens kunnen publiceren. Dit is net zoals Facebook, een sociaalnetwerksite waar jezelf een profiel kan aanmaken. Twitter werd opgericht in 2006 door een bedrijf uit San Francisco. Twitter groeit enorm, in 2011 waren er in Neder-
Jurist in Bedrijf
"Wall Street is al een keer met een bericht naar buiten gekomen over de Apps van Facebook, deze zouden informatie van de gebruikers ongevraagd gebruiken voor commerciële doeleinden"
toekomst
informatie een fundamenteel recht voor alle Europeanen. Deze persoonlijke informatie kan van alles zijn zoals een naam, foto, emailadres, bankgegevens, berichten op sociale netwerken, medische gegevens, noem het maar op. Het is dus erg belangrijk dat hier duidelijke regels over worden gesteld en dat deze ook voor de burgers duidelijk zijn.
land ongeveer één miljoen actieve Twitteraars actief en dit aantal blijft groeien. Ook Twitter blijkt niet helemaal eerlijk te zijn met het privacy beleid. Zo denk je dat deze App je adresboek op je telefoon alleen doorzoekt om nieuwe contacten toe te voegen. Het blijkt dat dit niet alleen op je telefoon gebeurd maar ook nog eens opgeslagen wordt op de servers van Twitter zelf. Gevolgen Je privacy wordt deels geschonden door de social media, maar het is niet zo dat als jij je aanmeldt op social media dat je jezelf wereldwijd compleet blootlegt en je privacy aan de kant schuift. Dat het tegenwoordig zo is dat bijvoorbeeld werkgevers actief sollicitanten ‘Facebooken’ is al de normaalste zaak van de wereld. Ook als je iemand tegenkomt op vakantie, voeg je deze toe aan je vrienden lijst, ook al ken je deze persoon nog niet heel goed. Het is belangrijk dat iedereen zich beseft wat voor informatie waardevol is voor anderen en welke informatie je schade kan toebrengen. Als je werkgever bijvoorbeeld foto’s uit je studententijd tegenkomt waar jij oncharmant en dronken op staat, kan dit in je nadeel zijn. De gevolgen van jouw privacy in de sociale media zijn dus op een bepaald gebied bepaalbaar door jezelf.
25
toekomst
Kantoorspecial Houthoff Buruma Houthoff Buruma is een organisatie die maatwerk levert en streeft naar excellente prestaties. Wij werken voor het topsegment van het bedrijfsleven: grote, beursgenoteerde bedrijven en financiële instellingen. Ondernemingen die hoge eisen stellen aan onze dienstverlening.
Susan Heerings, advocaat- stagiaire op de sectie Corporate, M&A in Amsterdam
Sofie Nijhuis, advocaat stagiaire op de sectie Corporate, M&A in Rotterdam
Houthoff Buruma heeft vestigingen in Amsterdam, Rotterdam, New York, Brussel en Londen. Als onafhankelijk Nederlands kantoor staat Houthoff Buruma zowel Nederlandse als internationale cliënten bij. Ons werk houdt daarom niet op bij de landsgrenzen.
Selien Coolen Loïc van de Walle Een algemeen begin. Wat heb je gestudeerd en hoe zag je studententijd eruit? Susan: Ik heb Nederlands recht gestudeerd en heb een master strafrecht en een master privaatrecht gedaan. Daarnaast ben ik lid geweest van een studentenvereniging en dispuut en heb ik allerlei commissies en projecten gedaan zoals het organiseren van een bedrijvendag, het AIESEC ambassadeursprogramma met bestemming als de Filipijnen en het Research Project Maastricht waarbij ik onderzoek heb gedaan voor multinationals in Brazilië. Sofie: Ik heb Nederlands recht in Maastricht gestudeerd. Tijdens mijn studententijd was ik lid van een studentenvereniging en deed ik daarnaast verschillende studie gerelateerde commissies, waaronder JiB. In mijn vierde jaar heb ik keuze vakken gevolgd aan de Universiteit van Santiago de Chile. Vervolgens heb ik tijdens mijn master Privaatrecht gesolliciteerd voor het Research Project Brazil en ben ik met een team van dertien studenten (waaronder Susan)
26
vier maanden onderzoek gaan doen in Brazilië. Er zijn veel grote kantoren op het gebied van recht en meestal krijg je als student maar een kleine indruk. Waarin onderscheidt Houthoff Buruma zich van de rest? Susan: Inhoudelijk zal het werk niet veel verschillen tussen de grote kantoren. Bij Houthoff Buruma wordt er veel aandacht besteed aan opleiding en ontwikkeling en wordt er altijd naar gestreefd om inhoudelijk een zo hoog mogelijke juridische kwaliteit te leveren. Bovendien wordt naast het werk ook tijd gemaakt voor allerlei sociale activiteiten zoals de vrijdagmiddagborrel, de skitrip, het cabaret etc. Sofie: Er zijn inderdaad veel grote kantoren die allemaal grote en soortgelijke zaken behandelen. De sfeer is het belangrijkst bij een keuze voor een specifiek kantoor. Ik kende een aantal mensen uit mijn studietijd die bij Houthoff Buruma aan de slag waren gegaan met wie ik het goed kon vinden. Tijdens mijn stage werd voor
Jurist in Bedrijf
mij bevestigd dat ik hier op mijn plek zit. De laagdrempeligheid waarmee je bij iedereen binnen stapt, of dit nu een stagiaire, medewerker of partner is, spreekt mij aan. Ook hangt er een goede collegiale sfeer en is iedereen altijd bereid om even te sparren, of te helpen. Daarnaast is er uiteraard het onderscheid tussen de Angelsaksische en Nederlandse kantoren. Het feit dat Houthoff Buruma een Nederlands kantoor is sprak mij ook aan. Het beleid wordt hier uitgestippeld en niet door een kantoor in het buitenland. Waaruit bestaat een ‘normale werkdag’? Susan: Op het gebied waar ik werkzaam ben, M&A, bestaat er geen 'normale' werkdag. Meestal weet ik 's ochtends als ik naar kantoor ga niet precies wat ik ga doen gedurende de dag. Over het algemeen bestaan mijn werkzaamheden uit het mede opstellen en aanpassen van koopovereenkomsten (zowel voor de koop van aandelen als zogenaamde 'assets') en aandeelhoudersovereenkomsten, bij-
Sofie: Dat verschilt per praktijk. Ik ben begonnen in een litigation praktijk en werk op dit moment op de sectie fusies en overnames. In het algemeen zijn de werkzaamheden in een litigation praktijk beter te plannen, je werkt meerdere dagen aan een processtuk of advies en werkt echt naar een zitting toe. In de fusie en overname praktijk is het meer hollen en stilstaan. Daardoor weet je aan het begin van een dag vaak niet waar je 's middags mee bezig bent, omdat er altijd wel iets tussendoor komt. Dit maakt het werk afwisselend en spannend. Veelal ben je bezig met het adviseren van je cliënt in een verkoop of koopproces. Daar komt van alles bij kijken zoals het opstellen van contracten, conference calls, e-mails en brieven aan de andere partij, maar ook due diligence (oftewel boekenonderzoek). Wanneer een student een stage zou lopen bij Houthoff Buruma, krijg je dan een goed beeld hoe het er daadwerkelijk aan toe gaat? Susan: Ja, zeker weten. Je zit op de kamer bij 1 of 2 medewerkers of advocaat-stagiaires waardoor je precies ziet wat hun dagelijkse werkzaamheden zijn en je mag mee naar besprekingen of zittingen. Ook worden studentstagiaires betrokken bij alle sociale activiteiten die georganiseerd worden. Sofie: Ja. Dit kan ik uit ervaring bevestigen. Tijdens je stage wordt er op toegezien dat je interessante juridische werkzaamheden te doen krijgt. Ik ben tijdens mijn stage naar meerdere zittingen mee geweest en heb ook wel eens een deel van een processtuk mogen schrijven. Ook ben je veel bezig met het schrijven van notities over diverse vraagstukken. Daarnaast wordt je als student-stagiaire ook betrokken bij de niet-juridisch inhoudelijke aspecten van het werken als advocaat, zoals jonge balie- en kantoorborrels.
Welk traject doorloopt een startende jurist bij Houthoff Buruma en welke rol spelen het HTP en de Law Firm School hierbij? Susan: Elke startende jurist (advocaatstagiaire, kandidaat notaris en fiscalist) bij Houthoff Buruma begint met het Houthoff Trainee Programme. Hierin maak je in 1,5 maand tijd kennis met alle rechtsgebieden van kantoor, train je verschillende vaardigheden zoals presenteren, argumenteren en pleiten en volg je een intensieve cursus Engels. Daarnaast bezoek je de kantoren van Houthoff Buruma in Brussel en London. Het leuke van HTP is bovendien dat je al heel snel de kantoorgenoten leert kennen die tegelijk met jou gestart zijn en die op allerlei verschillende secties binnen kantoor werken. Tegelijk met het HTP begin je ook met de opleiding van de Nederlandse Orde van Advocaten en daarnaast de Law Firm School. Iedere advocaat-stagiaire in Nederland moet de opleiding van de NOvA volgen. De Law Firm School is een extra opleiding naast de NOvA voor de advocaat stagiaires van 14 grote kantoren. Sofie: De LFS start gelijktijdig met het HTP. In een jaar tijd volg je ongeveer om de twee weken opleiding in Scheveningen. Het leuke daaraan is dat je naast je HTP-genoten ook de stagiaires van jouw lichting bij de andere grote kantoren leert kennen die net begonnen zijn. Aan de Law Firm School volg je naast de vakken van de NOvA bovendien de meer corporate gerelateerde vakken, effecten-, belasting-, ondernemings- en contractenrecht. Er zijn veel verschillende praktijkgroepen bij jullie. Hoe is de onderlinge samenwerking tussen die gebieden, wordt er vaak samengewerkt? Susan: Ik werk vanuit mijn sectie veel samen met de andere praktijkgroepen binnen kantoor. Bij een overname komen namelijk veel verschillende rechtsgebieden kijken en daarvoor schakelen we de verschillende specialisten binnen kantoor in. Sofie: Ja. In veel juridische vraagstuk-
Jurist in Bedrijf
ken komen meerdere aspecten van het recht samen, vaak bel je dan even met een kantoorgenoot die gespecialiseerd is op dat specifieke gebied. Met name in de fusie en overnamepraktijk, bijvoorbeeld bij het doen van een due diligence onderzoek, wordt door meerdere praktijkgroepen aan een onderzoeksrapport gewerkt. Je hebt daarover vanzelfsprekend veel overleg met elkaar.
toekomst
wonen van onderhandelingen met betrekking tot deze overeenkomsten en het geven van advies op ondernemingsrechtelijk gebied.
Houthoff Buruma opereert ook op de internationale markt. Kun je iets meer vertellen over, bijvoorbeeld, een grensoverschrijdende transactie? Susan: Ik werk regelmatig aan grensoverschrijdende overnames. Dit kan twee kanten op werken. Zo komt het regelmatig voor dat wij een Nederlandse cliënt bij staan die een bedrijf koopt met buitenlandse dochters. Wij doen dan het deel van de overname dat valt onder het Nederlands recht. Voor het buitenlandse deel schakelen we een of meerdere buitenlandse advocaten in, afhankelijk van het aantal landen waar het om gaat. Andersom komt het ook regelmatig voor dat wij worden benaderd door een buitenlands advocatenkantoor om hen bij te staan bij een overname voor een van hun cliënten waarbij het Nederlandse recht een rol speelt. Het komt vaak voor dat we samen met advocaten uit verschillende landen samen aan een transactie werken, wat erg leuk is! Worden er veel evenementen of activiteiten ondernomen voor de werknemers? Susan: De sfeer bij Houthoff Buruma is erg goed. Er worden veel activiteiten buiten kantoor georganiseerd waardoor iedereen elkaar goed kent. We hebben elke vrijdagmiddag borrel, jaarlijks cabaret, een skitrip en ook gaan we regelmatig samen naar borrels van de Jonge Balie. Sofie: Daarnaast hebben we ook nog het jaarlijkse kantoorfeest en het weekend voor stagiaires en medewerkers. Ook worden er per praktijkgroep interne congressen georganiseerd.
27
toekomst
De toekomstige beroepsopleiding voor advocaten De huidige beroepsopleiding voor advocaten gaat in het nieuwe jaar op de schop. Stagiaires krijgen straks meer ethiek, vaardigheden en keuzemogelijkheden. Ze krijgen echter ook te maken met verplichte participaties, meer huiswerk, toetsing en een externe instantie die het onderwijs verzorgt. Na aanhoudende kritiek op de huidige opleiding werd in 2009 de Commissie-Kortmann in het leven geroepen. In het rapport Met Recht Advocaat dat in november 2010 uit handen van deze commissie verscheen, werd geconcludeerd dat de huidige opleiding tekort schiet. Deze zou niet meer voldoen aan de eisen die aan een zelfstandig advocaat worden gesteld. Het is de bedoeling dat de huidige Beroepsopleiding (BO) en de Voortgezette Stagiaire Opleiding (VSO) vanaf september 2013 plaats maken voor een geïntegreerde, driejarige opleiding. De opleiding gaat dan Beroepsopleiding Advocaten (BA) heten. Advocaten moeten in de toekomst beter toegerust zijn op de toenemende complexiteit van de praktijk en beter zijn ingespeeld op de steeds meer vragende cliënt. In de nieuwe stagiaireopleiding wordt meer gevergd van stagiaires, komt er meer aandacht voor materieel recht en ethiek en wordt er beter samengewerkt met universiteiten. Het doel van de nieuwe opleiding is studenten te vormen tot zelfstandige en deskundige advocaten waardoor zij optimaal bijdragen aan de kwaliteit van de advocatuur.
Sam van Well Kritiek op de huidige opleiding De huidige beroepsopleiding bestaat uit twee afzonderlijke fasen: de één jaar durende beroepsopleiding (BO) en de twee jaar durende Voortgezette Stagiaire Opleiding (VSO). De BO is een verplichte basisopleiding die de advocaatstagiair de kennis en vaardigheden bijbrengt die hem/haar moeten onderscheiden van beoefenaren van andere juridische beroepen. De kosten van de beroepsopleiding worden vaak door het advocatenkantoor betaald. In de opleiding ligt het accent op kennis van het proces- en gedragsrecht en het eigen maken van typisch advocatuurlijke vaardigheden, zoals het houden van een pleidooi, het horen van getuigen en het opstellen van processtukken. Na het volgen van de BO moet je als stagiair in de resterende periode van de stage nog aan een aantal opleidingsverplichtingen voldoen, voordat je de stageverklaring ontvangt. De VSO staat in het teken van de ontwikkeling naar vakbe-
28
kwaamheid. Doel van deze eerste scholing is dat je aan het einde van de stageperiode de praktijk zelfstandig kan uitoefenen. De huidige beroepsopleiding voor advocaten biedt volgens het eerder genoemde rapport Met Recht Advocaat te weinig kwaliteit om zelfstandig functionerende advocaten te kunnen afleveren. De kritiekpunten die op de opleiding gegeven worden zijn niet mis. Zo is er onvoldoende afstemming op de huidige inrichting van de advocatuur, weinig aansluiting op het universitair examen, heeft de opleiding een te laag niveau en een gebrek aan een koppeling tussen het materieel- en het procesrecht, aan aandacht voor beroepsethiek en vaardigheden en is er tot slot te veel diversiteit tussen de plaatselijke opleidingsactiviteiten. Ook de grote vrijblijvendheid tijdens de VSO draagt niet bij aan het doel van de opleiding. “De jonge advocaten kunnen op dit moment veel van hun opleidingspun-
Jurist in Bedrijf
ten halen enkel door aanwezig te zijn. Er wordt niet getoetst of men op een behoorlijke manier aan de opleiding heeft deelgenomen en of men de gedoceerde stof zich eigen heeft gemaakt" aldus het rapport. Bovendien lijken de stagiairs hun opleidingspunten als het ware 'cadeau' te krijgen door aan plaat-
"Advocaten moeten in de toekomst beter toegerust zijn op de toenemende complexiteit van de praktijk en beter zijn ingespeeld op de steeds meer vragende cliënt"
selijke (opleidings)activiteiten deel te nemen. De Commissie adviseert dat deze deelname verplicht moet worden gesteld, maar zonder dat daarmee punten kunnen worden behaald. Dit signaal werd overigens enkele jaren geleden al gegeven door de grootste advocatenkantoren die - uit onvrede met de volgens hen te lage kwaliteit van de bestaande opleiding - hun eigen aanvullende opleiding de ‘Law Firm School’ oprichtten. De Law Firm School (LFS) is een opleidingsinstituut van advocatenkantoren met een internationale commerciële en financiële praktijk waarbij inmiddels veertien grote Amsterdamse kantoren, zoals Stibbe en Houthoff Buruma, zijn aangesloten. Als beginnend advocaat bij een van deze kantoren volg je in je eerste jaar enkele dagen per maand een uitdagend curriculum, door inspirerende docenten verzorgd. Het is de bedoeling dat je hierdoor snel en effectief kennis verwerft die je nog nodig hebt om volwaardig in deze unieke praktijk mee te draaien. Het LFS curriculum geeft een invulling aan een deel van de beroepsopleiding van de Orde van Advocaten en zorgt ervoor dat stagiaires voor een groot deel worden vrijgesteld van deze beroepsopleiding.
Het feit dat de opleiding te weinig kwaliteit biedt valt echter niet alleen aan de opleiding zelf te wijten. De instroom van juristen in de advocatuur is een heel gedifferentieerde groep geworden. Studenten hebben een veel minder eenvormig pakket in hun opleiding gehad dan vijfentwintig jaar geleden. Daarnaast zijn de kantoren zich meer gaan specialiseren en commerciëler geworden. Het is vanuit dit oogpunt dan ook een logische stap om de beroepsopleiding aan te passen. Er zijn ook veel geluiden die beweren dat de rechtenstudie tekortschiet. Het universitaire rechtendiploma met zogenoemd civiel effect biedt onvoldoende garantie dat afgestudeerden een voldoende brede en stevige basiskennis van het Nederlandse recht hebben. De universiteiten zijn zich namelijk net als advocatenkantoren gaan specialiseren. Bekend hoogleraar Constantijn Kortmann vindt dan ook dat er te gemakkelijk wordt gezegd dat alle universitaire opleidingen civiel effect hebben. Belangrijkste veranderingen in de beroepsopleiding Een van de grootste veranderingen is dat de orde het verzorgen van de opleiding uitbesteedt aan een exter-
Jurist in Bedrijf
toekomst
ne instantie. Een stichting, bestaande uit de orde en vertegenwoordigers van alle rechtenfaculteiten in Nederland gaat deze uitvoerende instantie aansturen. De Nederlandse Orde van Advocaten heeft de combinatie CPO/Dialogue geselecteerd als uitvoerder. CPO/Dialogue wordt verantwoordelijk voor het (doen) verzorgen van het onderwijs, de examinering en de feitelijke organisatie van de opleiding, inclusief leermiddelen en selectie, opleiding en evaluatie van docenten. Tijdens de BA (de nieuwe beroepsopleiding) is er veel aandacht voor zowel cognitieve vakken als voor vaardigheden. De keuze om de vaardighedentraining te verspreiden over de drie leerjaren is gemaakt om beter aan te kunnen sluiten bij de ontwikkeling van de stagiaire. In de BO/VSO is er vooral aandacht voor vaardigheden in het eerste leerjaar. Dit geldt ook voor ethiek. Een andere grote verandering is dat er in de BA bij alle cognitieve vakken een koppeling tussen materieel en formeel recht is. Ook wordt er gestreefd naar meer onderlinge samenhang tussen de vakken. In de huidige opleiding is er vooral aandacht voor het formeel recht. Ook de vakken en de indeling van de vakken veranderen. Aan het begin van de opleiding maakt de stagiair een keuze voor een ‘major’ in een van de rechtsgebieden bestuursrecht, burgerlijk recht of strafrecht. Daarnaast kiest de stagiaire voor een ‘minor’ in een van de twee overgebleven rechtsgebieden. Het Internationaal en Europees recht wordt geïntegreerd in de minor- en majorvakken aangeboden. Tevens is er ruimte om keuzevakken te kiezen die bij de eigen (toekomstige) praktijk aansluiten. Een ander speerpunt van de nieuwe opleiding is de intensieve samenwerking met universiteiten. Het is de bedoeling om zo onder andere
29
Master the class Op 18, 19 en 20 april 2013 krijgen 24 toptalenten de kans zich uit te leven tijdens onze Masterclass. Ben je 3e of 4e jaars rechtenstudent? Wil je advocaat, fiscalist of notaris worden? En kun je een case meesterlijk oplossen? Meld je dan vóór 11 maart 2013 aan via werkenbijnautadutilh.nl.
Andere partijen Behalve de externe opleidingsinstantie krijgen andere organisaties de mogelijkheid om een leerlijn te verzorgen. Ze moeten daarvoor wel aan de door de stichting gestelde eisen voldoen en worden “geaccrediteerd”. Een deel van de opleiding wordt op deze manier dus geliberaliseerd. Het is mogelijk dat bijvoorbeeld de bestaande interne opleidingen van een aantal Zuidaskantoren een dergelijke accreditatie krijgen. Een voorbeeld van zo’n bestaande interne opleiding is die van advocatenkantoor De Brauw Blackstone Westbroek aan de Amsterdamse Zuidas. Dit kantoor verzorgt sinds 2005 een eigen, interne opleiding, De Brauwerij, voor advocaatstagiairs welke is toegespitst op de beroepspraktijk van het kantoor. In navolging hierop werd de eerder genoemde Law Firm School opgericht. Binnen het College bestond discussie over de vraag of het wenselijk is dat niet alle advocaten dezelfde beroepsopleiding volgen. Tegenstanders vreesden dat het toestaan van meerdere advocatenopleidingen ten koste zou gaan van de gemeenschappelijkheid van de beroepsgroep. Omdat alle stagiairs van de
nieuwe stagiaire opleiding gedurende drie jaar verplicht deel zullen nemen aan een algemeen deel bestaande uit vaardigheids- en ethiekvakken en algemeen procesrecht, is dat probleem volgens de projectgroep van de Orde ondervangen. Tijdsdruk Er is echter wel wat kritiek ontstaan over het opzetten van de nieuwe beroepsopleiding. De besturen van de rechtenfaculteiten van de Universiteit Utrecht, Leiden en Amsterdam (VU en UVA) stellen namelijk dat deze te risicovol is. Door de grote tijdsdruk is het onmogelijk om een goed onderwijsprogramma te garanderen, de organisatie goed in kaart te brengen en een realistische en haalbare exploitatie te ontwikkelen. Daarnaast is de voorbereidingstijd van januari tot augustus 2013 onvoldoende om het gewenste programma goed voor te bereiden en spelen de onzekerheden betreffende kwaliteit en financiën ook een grote rol. De Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) heeft op 14 september een offerteaanvraag gepubliceerd voor de uitvoeringsorganisatie van de Beroepsopleiding Advocatuur. Hierin werden opleidingsinstanties opgeroepen om zich in te schrijven voor de Uitvoeringsorganisatie die met ingang van 1 september 2013 het onderwijs en examinering moet gaan verzorgen. De faculteitsbesturen hebben besloten geen offerte uit te brengen en hebben de Orde bericht het te betreuren dat deze tijdsdruk op de procedure is geplaatst. Kosten Dat de verbetering van de opleiding, inclusief een intensievere begeleiding, gepaard gaat met extra kosten, is ook duidelijk. De offertes voor de nieuwe beroepsopleiding bepalen de uiteindelijke prijs van de opleiding. Het College van Afgevaardigden heeft wel een maximumprijs vastgesteld: € 15.000. Partijen kun-
Jurist in Bedrijf
"Stagiaires lijken hun opleidingspunten als het ware 'cadeau' te krijgen door aan plaatselijke (opleidings) activiteiten deel te nemen"
toekomst
kruisbestuiving tussen de praktijk en de wetenschap mogelijk te maken, het curriculum en exameneisen beter te kunnen vast stellen en het toezicht op de kwaliteit van de opleiding beter te bewaken. Bovendien krijgen docenten meer training en feedback, en wordt er waar mogelijk gebruik gemaakt van moderne leermiddelen. Dit zal echter niet onbekend zijn bij stagiairs die het gebruik van moderne leermiddelen al gewend zijn van de universiteit. Ook zal er in de lessen meer sprake zijn van interactie. Stagiairs krijgen namelijk meer verplicht huiswerk en zullen daardoor beter voorbereid zijn waardoor er ruimte zou moeten ontstaan voor debat.
nen echter offertes aanleveren waarin zij met een lagere prijs komen. Dit is reëel omdat er concurrentie op de leerlijnen mogelijk is. De huidige opleiding (Beroepsopleiding en Voortgezette Stagiaire Opleiding samen) kost rond de € 11.000. Er is wel een goede afweging gemaakt tussen de extra kosten en hetgeen de nieuwe opleiding gaat opleveren voor de stagiaires en de kantoren. Goede vooruitzichten voor de toekomst De opbouw van de Nieuwe Stagiaire Opleiding staat vandaag de dag zo goed als vast. Ook het curriculum is in september vorig jaar bekend gemaakt. Op de kritiek van de universiteitsbesturen op de tijdsdruk na, is er weinig bezwaar gemaakt op de nieuwe opleiding. Ook de studenten, die toch te maken gaan krijgen met een zwaardere opleiding, zijn over het algemeen wel te spreken over de nieuwe ontwikkelingen. De huidige opleiding zou te veel “lang leve de lol” zijn en biedt te weinig uitdaging aangezien er heel veel herhaald wordt wat al op de universiteit geleerd was. Stagiaires hebben aangekaart dat ze meer behoefte hebben aan druk, cijfers en verplichte participatie en het ziet er naar uit dat deze behoeftes in het nieuwe jaar bevredigd gaan worden.
31
toekomst
Jurist in Bedrijf Joris Kersemaekers
Voor deze ‘jurist in bedrijf’ hebben we een alumni van de Universiteit Maastricht gevonden die nog niet zo lang geleden is afgestudeerd en aan het begin van zijn carrière staat. Joris Kersemaekers heeft zijn master strafrecht afgerond in Amsterdam en is vervolgens aan de slag gegaan als juridisch medewerker bij ‘Van Berge en Henegouwen Advocaten’. Hier doet hij met name voorbereidend werk voor de advocaten. Hij is zich aan het voorbereiden op een functie als strafrechtadvocaat en wil tot die tijd zo veel mogelijk leren. Joris zegt er zelf van onder de indruk te zijn hoeveel hij in deze korte periode geleerd heeft en hoopt zo veel mogelijk ervaring op te doen voordat hij zelf aan de slag gaat als strafrechtadvocaat.
Sam van Well Zou je jezelf kort willen voorstellen? Mijn naam is Joris Kersemaekers en ik ben 27 jaar oud. Na een driejarige bachelorstudie aan de rechtenfaculteit in Maastricht heb ik afgelopen zomer mijn rechtenstudie afgerond aan de Universiteit van Amsterdam. Waarom heb je in eerste instantie voor de studie rechten gekozen? Laat ik het zo zeggen. Ik wilde altijd rechten studeren maar toen er eenmaal een studiekeuze gemaakt moest worden stond ik daar niet meer zo achter. Ik heb dus eerst wat andere studies ‘geprobeerd’ voordat ik aan de rechtenstudie begon. Zo heb ik een jaar Hotelschool gedaan en een jaar Communication & Multimedia design. Na het, niet volledig succesvol, proberen van die andere studies ben ik uiteindelijk toch rechten gaan studeren. Ik heb altijd een bijzondere belangstelling voor het strafrecht gehad dus het werd tijd om daar wat mee te doen. Wat voor student was je? Ik heb altijd graag veel mensen om me heen dus laat ik zeggen dat ik
32
een sociale student was. Voordat ik begon aan de rechtenstudie ging daar wat meer tijd in zitten dan misschien noodzakelijk was. Zo ben ik lid geweest van een dispuut en heb ik altijd veel in de horeca gewerkt naast mijn studie. Tijdens de rechtenstudie moest ik wel wat sociale activiteiten op een lager pitje zetten omdat ik vond dat deze studie zo snel mogelijk afgerond moest worden. Ik heb mezelf erop betrapt dat ik in die periode redelijk ambitieus geworden ben. Heb je veel nevenactiviteiten gehad in je studententijd? Ik ben naast mijn studie altijd wel bezig geweest met andere dingen. Naast het dispuut en de reguliere bijbanen in de horeca die ik eerder noemde heb ik bijvoorbeeld een jaar gewerkt voor het Studenten Rechtsbureau Maastricht. Ook heb ik tijdens mijn studie stage gelopen en aan zo veel mogelijk extra strafrechtelijk inhoudelijke verdiepingsactiviteiten deelgenomen. Je hebt een master strafrecht gedaan in Amsterdam. Hoe is die keuze tot stand gekomen? Ik kom uit Maastricht dus ik had
Jurist in Bedrijf
"Elke strafzaak is een uniek verhaal met unieke omstandigheden. De rechter moet dat unieke verhaal en die unieke omstandigheden zo onafhankelijk mogelijk kunnen benaderen"
het hier wel even gezien moet ik zeggen. Toen ik mijn bachelor afrondde in 2011 was dat voor mij de uitgelezen mogelijkheid om hier (even) weg te gaan. De keuze voor Amsterdam was snel gemaakt omdat ik dat gewoon een heerlijke stad vind. Je bent toch weer teruggekomen naar het zuiden. Wat is daar de reden van? Dat was eigenlijk niet zo gepland maar na het afstuderen ben ik er
Je werkt nu bij ‘Van Berge Henegouwen Advocaten’. Hoe ben je daar terecht gekomen? In het laatste jaar van mijn bachelor heb ik bij Van Berge Henegouwen Advocaten een studentstage gelopen. Het kantoor doet alleen strafzaken. Die stage was nogmaals de bevestiging dat ik later in de strafrechtadvocatuur werkzaam zou willen zijn. Ik heb na mijn stage eigenlijk altijd wel contact gehouden met de mensen die er werkten en toen er na mijn afstuderen een starterfunctie beschikbaar kwam kon ik vrijwel meteen beginnen. Wat houdt je functie precies in? Ik ben juridisch medewerker en dat houdt in dat ik voorbereidend werk doe voor de advocaten die bij ons
werken. Omdat onze advocaten strafzaken behandelen door heel Nederland ben je als het ware hun ogen en oren op kantoor wanneer zij er niet zijn. Ik heb veel contact met cliënten en leer bijvoorbeeld processtukken op te stellen. Wat is je het meeste bijgebleven sinds je werkzaam bent bij ‘Van Berge Henegouwen Advocaten’? In het begin moest ik natuurlijk best wel wennen aan ‘het werkende leven’. Dat ging uiteindelijk best snel. Nu ben ik een paar maanden verder en valt me op hoeveel ik in die korte periode geleerd heb. Het onderwerp voor dit JiBulletin is toekomst. Hoe zie jij jouw toekomst? Ik heb de ambitie om zo snel mogelijk zelf als strafrechtadvocaat aan de slag te gaan. Ergens in de nabije toekomst zal dat dus gaan gebeuren. Wanneer en waar dat zie ik wel maar totdat het zover is wil ik zo veel mogelijk leren.
Die ambitie heb ik zeker maar dat is echt iets voor op de hele lange termijn. Ik wil eerst heel veel ervaring opdoen en mijn werk heel goed doen. Op de lange termijn zullen we wel zien hoe het dan loopt.
toekomst
wel achter gekomen dat je met de huidige arbeidsmarkt niet al te veel moet plannen. Zeker in het strafrecht zit de arbeidsmarkt redelijk op slot en liggen de startersfuncties niet voor het oprapen. Toen ik een aanbod kreeg om in Maastricht te gaan werken heb ik vrij snel afscheid genomen van Amsterdam.
Tot slot, wat is jou mening over de stelling: 'Politici moeten zich in de toekomst minder bemoeien met de rechterlijke macht'? De scheiding der machten is er natuurlijk niet voor niets. Ik ben het dus ook eens met de stelling. Rechters moeten hun werk echt zo onafhankelijk mogelijk kunnen doen, het belang daarvan wordt door Nederlandse politici vaak onderschat. Zeker in strafzaken is het makkelijk kiezers en stemmen te winnen door je als politicus achter een slachtoffer te scharen en de rechter onder druk te zetten in de media. Elke strafzaak is echter een uniek verhaal met unieke omstandigheden. De rechter moet dat unieke verhaal en die unieke omstandigheden zo onafhankelijk mogelijk kunnen benaderen.
Heb je de ambitie om ooit een eigen kantoor te starten?
Jurist in Bedrijf
33
toekomst
De Wet van Fred Mogelijk levenslang toezicht op zedendelinquenten en ex-tbs’ers
Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Fred Teeven (VVD) wil dat ex-tbs’ers en zedendelinquenten levenslang onder toezicht geplaatst kunnen worden. Onder de huidige wetgeving kan een delinquent voor maximaal negen jaar door de reclassering in de gaten worden gehouden. Uit onderzoek blijkt dat veroordeelden van ernstige gewelds- of zedenmisdrijven na tbs-behandeling vaak toch recidiveren. Voor niet-tbs’ers ligt dit percentage echter vele malen hoger. In het conceptwetsvoorstel van 27 maart jongstleden krijgt de rechter tevens de bevoegdheid de veroordeelde een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel op te leggen. Te denken valt hierbij aan de verplichting om libidoremmende medicijnen te slikken, een gebiedsverbod of een verbod op het verrichten van vrijwilligerswerk. Teeven hoopt hiermee te voorkomen dat de veroordeelden opnieuw de fout in gaan. Een ruime meerderheid in de Tweede Kamer steunt de staatssecretaris in zijn plannen.
Selien Coolen Recidivisten De vijftienjarige Ximena Pieterse loopt in de ochtend van 25 februari 2012 na een avondje stappen naar het huis van een vriendin. Onderweg wordt ze aangesproken door de vijfentwintigjarige voormalig jeugd-tbs’er Stanley A., die op dat moment nog onder behandeling staat van een forensische instelling voor psychiatrie. A. neemt Ximena mee naar zijn huis, waar de twee een cola drinken en een sigaret roken. Dan knapt er iets bij de extbs’er en brengt hij het tienermeisje met verschillende messteken om het leven. Haar naakte, levensloze lichaam laat hij achter op de stoep. In de ochtend van 22 september 2011 wordt een 81-jarige vrouw door haar huishoudelijke hulp zwaargewond in haar woning aangetroffen. De dader: haar 28-jarige kleinzoon die in de eindfase van zijn tbs-behandeling zat. In 2004 wordt de achtenvijftigjarige Joep M. gearresteerd wegens het seksueel misbruiken van verstandelijk en lichamelijk gehandicapte kinderen in Amsterdam. Hij krijgt viereneenhalf jaar cel opgelegd, maar
34
staat in 2007 vroegtijdig op vrije voeten, zonder het verbod weer contact te zoeken met kinderen. Dit geeft M. de kans om zijn werkzaamheden als onofficiële hulpverlener weer op te pakken. De zedendelinquent wijkt dit keer naar de Filippijnen en Suriname om zijn praktijken voort te zetten. Harde cijfers Deze gruweldaden van de afgelopen vijf jaar waren schokkend genoeg om breed uitgemeten te worden in het nieuws. Maar Stanley A. en Joep M. zijn niet de enige delinquenten die na het uitzitten van hun straf opnieuw de fout in gaan. Het Wetenschappelijk Onderzoeken Documentatiecentrum (WODC) heeft in opdracht van Fred Teeven onderzoek ingesteld naar het aantal recidivisten onder zedendelinquenten tot achttien jaar na uitstroom. Deze analyses laten zien dat bij uitgestroomde tbs’ers het percentage recidivisten met een zeer ernstig delict (zowel zeden- als niet-zedendelicten) over de tijd toeneemt. Deze toename is sterker bij zedendelinquenten dan bij niet-zedendelinquenten. Bij de eerste groep is het percentage recidivisten met een
Jurist in Bedrijf
zeer ernstig delict drie jaar na uitstroom 10,1%, na negen jaar 20,5% en achttien jaar na uitstroom uit de tbs 30,5%. Bij de tweede groep is dit respectievelijk 9,5%, 16,1% en 20,5%. Voor Teeven bieden deze cijfers voldoende grond voor een wijziging in de tbs-wetgeving om de samenleving tegen deze groep te beschermen. Levenslang… buiten de cel Artikel 38j lid 2 van het Wetboek van Strafrecht luidt: De totale duur van de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging bedraagt ten hoogste negen jaren. Teeven wil af van deze maximumtermijn. Als zijn voorstel werkelijkheid wordt, kan het toezicht steeds met twee jaar verlengd worden. Uit de resultaten van het WODC blijkt immers dat ook na negen jaar de kans op recidive aanzienlijk toeneemt. “Daarom bereid ik een wetsvoorstel voor dat langdurig en mogelijk levenslang toezicht op zedendelinquenten en voormalige tbs-gestelden met zowel zeden- als geweldsdelicten mogelijk maakt. Zware zeden- en geweldsdelicten zijn immers zeer ingrijpend en traumatisch voor slachtoffers en hun naaste omgeving. Naast het toe-
Teevens voorstel behelst niet alleen de afschaffing van de maximumtermijn uit artikel 38j. De staatssecretaris wil dit permanente toezicht vorm geven door aan het eerste boek van het Wetboek van Strafrecht een vijfde afdeling toe te voegen, luidende: Oplegging en tenuitvoerlegging gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel. Deze afdeling noemt uiteenlopende maatregelen die de rechter aan de veroordeelde op kan leggen ter bescherming van de veiligheid van de maatschappij, personen, slachtoffers of goederen, indien er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de veroordeelde wederom een misdrijf zal begaan. Artikel 38z noemt gedragsbeïnvloedende maatregelen, zoals een verbod op het gebruik van verdovende middelen,
en vrijheidsbeperkende maatregelen, zoals een reisverbod of een contactsverbod. De maatregelen uit artikel 38z worden opgelegd voor de duur van vijf jaar en periodiek wordt er getoetst of verlenging van de maatregel – steeds met vijf jaar – noodzakelijk is. Inbreuk op het beroepsgeheim Maar dit is niet het enige wat Teeven veranderd wil zien. Het is de staatssecretaris een doorn in het oog dat verdachten van een ernstig delict tbs kunnen ontlopen door geen medewerking te verlenen aan onderzoek. De rechter kan de behandelmaatregel slechts opleggen aan een verdachte als hij de overtuiging heeft dat de verdachte lijdt aan een geestelijke stoornis. Om dit te kunnen bewijzen, dient de rechter over een rapport te kunnen beschikken, opgesteld door twee gedragsdeskundigen die de verdachte hebben onderzocht. In de huidige situatie kunnen verdachten weigeren mee te werken aan zo een forensisch gedragsonderzoek, onderzoek ‘pro justitia’ genoemd. Jaarlijks zijn er zo’n zeventig verdachten die weigeren mee te werken aan het onderzoek in het Pieter Baan Centrum, dit aantal neemt echter toe. Van deze
Jurist in Bedrijf
"Als een cliënt een gevaar voor de samenleving vormt, dan hoort hij überhaupt niet buiten de kliniek te komen"
toekomst
gebrachte leed raken zedendelicten ook in brede zin het vertrouwen in de rechtsorde en de veiligheidsbeleving van burgers.” Zo schrijft Teeven in zijn brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer, destijds Gerdi Verbeet (PvdA). Hij haakt hiermee handig in op de voorgenomen plannen van kabinet Rutte II om meer aandacht te schenken aan de slachtoffers van misdrijven.
‘weigerachtige observandi’ kan niet of nauwelijks worden vastgesteld of zij een tbs-behandeling nodig hebben. En daar zit nou net de crux. Omdat het in niemand zijn belang is dat delinquenten met een ernstige stoornis zonder tbs-behandeling op straat staan, is Teeven voornemens de wet aan te passen. Hij wil de mogelijkheden voor de rechter om tbs op te leggen uitbreiden. Dit wil hij bereiken door gedragsdeskundigen de bevoegdheid te geven te beschikken over de reeds bestaande medische dossiers van verdachten, zoals de gegevens die zich bevinden bij de geestelijke gezondheidszorg (GGZ). En met die wetswijziging, zo menen tegenstanders, gaat Teeven over de schreef. Deze vormt namelijk een inbreuk op het medisch beroepsgeheim. Ook wordt hiermee de toegankelijkheid van de zorg bedreigd, voor een doel dat nota bene niets van doen heeft met de volksgezondheid. Als mensen weten dat hun gegevens later bij justitie terecht kunnen komen, zullen zij huiverig zijn om van de zorg gebruik te maken. Met deze wetswijziging lopen we het risico dat ook ernstig geesteszieken de zorg vermijden en dus helemaal niet behandeld worden voor hun stoornis. Daarbij zijn de behandelgegevens die Teeven beschikbaar wil stellen lang niet altijd geschikt voor het maken van forensische beoordelingen. Bovendien is het de vraag of gedragsdeskundigen, zoals psychiaters, wel mee moeten willen werken aan onderzoek waartegen de betrokke-
35
BrauW Je eigen BuSineSS cOurSe: de uitslag
persoonlijke ontwikkeling
21 t/m 24 februari 2013
Het BUitenlAnD
BUsiness cAsUAl
trAnsActieprAktijk
10 - 20 studenten
een spreker van De Brauw
lAnDHUis
60% inHoUD...
...en 40% FUn
Dineren Bij een pArtner tHUis
Jullie worden bedankt!
Zeilen
Wij dachten: we laten studenten zelf een business course samenstellen. Scheelt ons een hoop werk en jullie hebben een ideale business course. Wekenlang hebben we gezocht naar een landhuis in het buitenland met een club in de buurt. Hadden we er eindelijk één gevonden, bleek dat je in de buurt niet kan zeilen. Wel bowlen, maar ja, dat willen jullie niet. Ook bleek de partner bij wie jullie zo graag willen dineren zo’n 582 kilometer verderop te wonen. Je begrijpt: we zijn er nog niet helemaal uit. Het enige wat we nu weten is dat we naar het buitenland gaan en dat we overnachten in een landhuis. Meer details maken we binnenkort via de site bekend. Je kunt je overigens wel al inschrijven. Dat raden we sowieso aan, want het wordt hoe dan ook een business course die je niet wilt missen. brauwjeeigenbusinesscourse.nl
nen bezwaar maken. Indien deze verdachten toch tot tbs veroordeeld worden, is de kans groot dat zij niet meewerken aan de behandeling. Ook de Raad van Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) is tegen het voorstel. “Met de mogelijkheid tot het doorbreken van het beroepsgeheim, schiet Teeven zijn doel voorbij,” aldus een woordvoerder. Volgens de RSJ moet de oplossing van de weigerproblematiek niet worden gezocht in een doorbreking van het beroepsgeheim, maar in het aanpakken van de achterliggende redenen om te weigeren. Bijvoorbeeld door maatregelen te treffen die de behandelduur van de tbs beperken. Het is namelijk bekend dat een veroordeelde zonder tbs vaak sneller op vrije voeten komt dan iemand met tbs. Bovendien wijst de Raad erop dat het strafrecht nu al in de mogelijkheid voorziet tbs op te leggen aan weigerende verdachten. Dit gebeurt ook in de praktijk. De voorstanders Zoals elk controversieel wetsvoorstel gaat ook de ‘Wet van Fred’ gepaard met voor- en tegenstanders. De staatssecretaris vindt voornamelijk steun bij de meer rechts georiënteerde partijen: het CDA, de PVV en zijn eigen VVD. Pieter Omzigt (CDA) wijst erop dat toezicht noodzakelijk is, gelet op de forse
overgang van een lange gevangenisstraf naar vrijheid. “In principe zal dat toezicht na een tijd niet meer nodig zijn. Echter, bij een beperkt aantal gevallen, kan straks na afloop van een lange gevangenisstraf en eventueel tbs bij zware delicten het toezicht verlengd worden door de rechter. Onderzoek laat zien dat mensen die een ernstig delict gepleegd hebben, ook vele jaren na een vrijlating vaker in de fout gaan. Vandaar dat dit toezicht na afloop van de straf helaas noodzakelijk is. Zo maken we Nederland veiliger.” Ook de directeur van Reclassering Nederland Sjef van Gennip vindt dat er muziek in het voorstel zit. “Dit wetsvoorstel sluit aan waar ik jarenlang voor gepleit heb. Sommige veroordeelden zijn onverbeterlijk, zij vertonen gedrag dat risico inhoudt voor nieuwe slachtoffers. Deze wet maakt het mogelijk om met een aantal voorwaarden, controle en begeleiding ervoor te zorgen dat deze mensen langer in ons zicht blijven.” Maar ligt het gevaar van een glijdende schaal hier niet op de loer? Voorstanders beweren van niet. Immers zijn het deskundigen die bepalen of de veroordeelde in deze beperkte categorie valt. Daarbij ziet het er nu naar uit dat het niet om duizenden, maar om slechts tientallen delinquenten gaat die een risico voor de samenleving vormen. En
Jurist in Bedrijf
toekomst
bovenal, zo meent Teevens achterban, weegt het belang van de slachtoffers zwaarder dan het belang van de daders. De tegenstanders Het wetsvoorstel geldt echter ook voor zedendelinquenten die geen tbs-behandeling achter de rug hebben, maar ‘slechts’ een gevangenisstraf hebben uitgezeten. Moet het niet een keer klaar zijn met de straf? Critici menen dat Teeven geleid wordt door het principe ‘Eens een dief, altijd een dief’. Ook zou de toetsingstermijn van artikel 38z, elke vijf jaar, te lang zijn. Als een gedetineerde na zes jaar niet meer agressief lijkt te worden van een borrel, moet hij nog vier jaar wachten voordat zijn alcoholverbod heroverwogen wordt. Daarnaast worden de cijfers uit het WODC-onderzoek niet objectief gepresenteerd. Uit eerdere onderzoeken blijkt dat het recidivepercentage bij niet-tbs’ers op 70, 80 en soms wel 90% ligt. In het licht van deze resultaten krijgen de cijfers van het WODC ineens een geheel andere betekenis. Doordat het wetsvoorstel zich voornamelijk op tbs’ers richt, krijgt deze behandelingswijze alleen maar meer weerstand. Verdachten verzetten zich steeds vaker, door bijvoorbeeld niet mee te werken aan een onderzoek. Afgelopen jaar is het aantal tbs’ers mede hierdoor gehalveerd. Mensen die een tbs-behandeling zouden kunnen gebruiken, kunnen deze uit angst vermijden en uiteindelijk zonder behandeling op straat terecht komen. Op lange termijn zorgt dit slechts voor meer onveiligheid. Ook in de advocatuur heeft het voorstel voor veel oproer gezorgd. De realiteit is dat recidive nooit helemaal zal worden uitgesloten. Strafpleiter Lucy Oldenburg begrijpt niet waarom levenslang toezicht tot de mogelijkheden zou moeten behoren: “Als een cliënt nog niet beter is of een gevaar voor de samenleving vormt, dan hoort hij überhaupt niet buiten de kliniek te komen.”
37
toekomst
Docent in Bedrijf Prof. dr. J.C. (Jaap) Hage Al meer dan twintig jaar is Jaap Hage werkzaam binnen de Universiteit Maastricht, de laatste jaren als Hoogleraar Algemene rechtsleer. Met op jonge leeftijd een interesse voor de exacte vakken en een vader met juridische achtergrond, krijg je als persoon een breed interessegebied. Hij doceerde dan ook uiteenlopende vakken die niet als traditioneel juridisch gezien kunnen worden, waaronder het door velen studenten als ‘pittig’ bestempelde Metajuridica. Een taak die hem goed past, kijkend naar zijn passie voor de filosofie. Dhr. Hage is dan ook niet alleen meester in de rechten, maar ook afgestudeerd filosoof. Het lijken twee compleet uit elkaar lopende gebieden maar volgens dhr. Hage valt dit wel mee, “Rechten en filosofie, dat overlapt elkaar.” Omdat wij graag alle kanten van het recht willen belichten, wilden wij deze editie graag uitzoeken hoe een Hoogleraar op faculteit der rechtsgeleerdheid, met Filosofische interesse verschillende juridische aspecten benadert en wat hem opvalt aan de Universiteit Maastricht.
Selien Coolen Loïc van de Walle Om te beginnen. Zou u zich even willen voorstellen? Mijn functie binnen de Universiteit Maastricht is Hoogleraar Algemene rechtsleer, dat omvat in mijn ogen alles wat leuk is, variërend van inleiding tot rechtsfilosofie. Bijna alles wat niet een traditioneel inhoudelijk juridisch vak is. Maar ik wil niet suggereren dat inhoudelijke vakken niet leuk zouden zijn. Hoe is die interesse tot stand gekomen? In dit opzicht ben ik een gek geval. Toen ik op de middelbare school zat, waren wiskunde, natuurkunde, biologie en scheikunde ook altijd verreweg mijn beste vakken. Uiteindelijk heb ik heel serieus overwogen of ik wiskunde zou gaan studeren, maar vergeleken met de middelbare school zat daar een wereld van verschil tussen en ik dacht, daar moet ik niet tussen komen, dan voel ik mij ongelukkig.
38
Mijn vader was notaris en die wilde heel graag dat ik notaris zou worden dus ben ik in Leiden begonnen met de studie notarieel recht. Dat had ik na één jaar al bekeken. Notarieel recht en Nederlands recht vielen in het eerste jaar samen, dus ben ik verder gegaan met Nederlands recht en gelijk vanaf het tweede jaar begonnen met filosofie te studeren. Wel heb ik rechten toen doorgezet maar wat ik het leukst vond was filosofie. Pas later ben ik rechten meer en meer gaan waarderen en nu vind ik rechten en filosofie even interessant. Kwam uw voorkeur voor filosofie dan tot stand omdat dat wellicht meer abstract is dan rechten? Het probleem wat ik een beetje heb met rechten, is dat rechten over hele concrete regels in hele concrete situaties gaat, terwijl ik eigenlijk kennis die verder gaat dan het hier en nu persoonlijk interessanter vind. In een melige bui heb ik wel
Jurist in Bedrijf
"De meeste studenten zijn diep in hun hart wel gemotiveerd en zijn in het algemeen allemaal enthousiast over de studie"
eens gesproken over ‘spoorboekjuristen’ die alle regeltjes uit hun hoofd gaan leren, net zoals je een spoorboek uit je hoofd kan leren en volgend jaar kan je weer beginnen met een nieuw spoorboekje. Dit is uiteraard geen goede parallel, maar er zit een aspect aan wat voor mij het onaantrekkelijke deel van rechten aangeeft, namelijk dat het van het ene op het andere moment verandert. Dat doet er natuurlijk
Zou u in het kort een overeenkomst durven geven tussen filosofie en rechten? Wat voor allebei heel belangrijk is, is dat je erg goed logisch moet kunnen nadenken. Dat heeft rechten overigens met een heleboel wetenschappen gemeen. Bij filosofie gaat het alleen maar over nadenken maar bij rechten is nadenken ook heel belangrijk. Afgezien daarvan zijn er natuurlijk ook filosofische vakken die gaan over wat je moet doen, zoals rechtsfilosofie, ethiek en theorieën over praktisch redeneren. Dat overlapt gewoon. Dan kan gelijk de link worden gelegd met het vak Metajuridica. Dit wordt als een zeer moeilijk vak gezien door veel studenten. Waarom denk u dat studenten dit zo ervaren? Ik zou niet durven zeggen waarom studenten het als moeilijk ervaren. Volgens mij is het helemaal niet zo moeilijk. Ik weet dat veel studenten aan het vak beginnen met de gedachte van ‘ik moet gewoon feiten leren’. Dat hebben ze jaren lang gedaan en opeens zijn de feiten iets minder belangrijk en moet er worden nagedacht over het waarom van die feitjes, dat is een ander soort vraagstelling. Metajuridica is helemaal niet moeilijk; je moet op een andere manier nadenken over de stof. Bijvoorbeeld, in plaats van wat zijn de regels, wat zijn goede regels. Als je dit vak in gaat met de gedachte dat je regels moeten leren en toepassen, dan blijkt het anders te zijn. Is de Universiteit Maastricht de enige die rechtsfilosofische vakken
aanbiedt als Metajuridica? Die rechtsfilosofische vakken zijn er overal. Sterker nog, tot voor kort was Maastricht volgens mij de minst rechtsfilosofische rechtenfaculteit van Nederland. Op universiteiten met een christelijke achtergrond zoals in Amsterdam (VU), Tilburg en Nijmegen hebben ze dergelijke vakken vanzelfsprekend, daar zit het er heel nadrukkelijk in. Maar ook andere universiteiten zien het als een verplicht vakgebied. Op de Universiteit Maastricht is er Metajuridica, maar dat is niet enkel filosofie. Daar zitten ook onderdelen als rechtsgeschiedenis en sociologie in. De afdeling rechtsfilosofie hier heeft, volgens mij, de kleinste staf van Nederland. Het is geleidelijk aan het veranderen, het is meer aan het worden. Zoals nu bij rechtvaardige belastingheffing, dit was er eerst niet en ook bij de European Law School begint het als min of meer verplicht vak te komen. Zou u denken dat rechtsfilosofie een goed vak is voor in het eerste jaar? Nee, eigenlijk is het niet goed voor in het eerste jaar. Het probleem is dat als je het niet in het eerste jaar geeft, je het verder mogelijk helemaal niet meer krijgt. Ik zou het liever in het derde jaar of wellicht in de master terug zien. In 1987 promoveerde u op een proefschrift op het grensgebied van de rechtsfilosofie en meta-ethiek. Zou u in het kort kunnen vertellen waar dit werk over ging? Ethiek gaat over de vraag wat goed handelen is, wat je moet doen. Je kan bij ethiek een discussie beginnen over dat je iets wel kan vinden, maar is dit wel objectief, of geef je alleen je eigen voorkeuren aan. Daar gaat meta-ethiek over, wat zeg je eigenlijk als je ethische oordelen geeft. En daar ben ik van nature toe aan getrokken. Het proefschrift zelf was een men-
Jurist in Bedrijf
"Van nature ben ik meer geneigd tot abstractie dan tot heel concrete dingen"
toekomst
niet aan af dat je voor je werkelijke leven vaak veel meer hebt aan die heel concrete kennis. Als je de trein moet nemen heb je meer aan een spoorboekje, dan aan abstracte theorieën over hoe de treinen zouden moeten functioneren. Van nature ben ik meer geneigd tot abstractie dan tot heel concrete dingen.
gelmoes. Ik werkte op de rechtenfaculteit van Leiden, bij inleiding, en ik wilde wat rechtsfilosofisch gaan doen. De hoogleraar rechtsfilosofie toen in Leiden, was ook hoogleraar ethiek. Dat liep allemaal op een natuurlijke manier in elkaar over. Logica vond ik ook al interessant, dus eigenlijk heb ik een proefschrift geschreven met wat rechtsfilosofie, wat meta-ethiek en wat logica, een mengelmoes. Waarom hebt u de overstap gemaakt van Leiden naar Maastricht? Dat is in twee stappen gegaan. Na mijn promotie zat ik in Leiden bij inleiding en toen kwam net het vak rechtsinformatica op, dat was helemaal een hype. Alle rechtenfaculteiten in Nederland gingen rechtsinformatica doen, dat was de toekomst. Dit is niet hetzelfde als informaticarecht, dit bestaat nog; rechtsinformatica daarentegen is ondertussen geminimaliseerd. In de pauze ging ik regelmatig schaken met een collega en die werkte bij het rekenbureau van de faculteit. Op een bepaald moment vroeg hij tussen neus en lippen door, ‘We gaan het vak rechtsinformatica maken, heb je zin om mee te doen?’ en daar heb ik niet lang over nagedacht, ik wilde wel weer eens wat anders. Die afdeling had op een gegeven moment geen groeimogelijkheden meer en toen vroeg een hoogleraar die in Maastricht verantwoordelijk was voor informatica en één dag per week in Leiden werkzaam was bij rechtsinformatica, of
39
De wet van Van Doorne:
Succes is geen keuze
Talent hebben is niet genoeg. Het gaat erom wat je ermee doet. Of je in staat bent om je talent om te zetten in succes. In het leveren van kwaliteit, het boeken van resultaten. Want alleen dan pas je bij de ambitieuze cultuur van ons kantoor. En kun je de klim naar de top maken. Natuurlijk helpen we je hierbij. Met deskundige en persoonlijke begeleiding en een uitgebreid opleidingsprogramma. Maar het vergt ook veel van jou: doorzettingsvermogen, lef en een flinke dosis ambitie. Beschik je hierover, dan is succes bij ons gegarandeerd. Kijk op www.werkenbijvandoorne.nl hoe je je talent op scherp kunt zetten. Maak kennis met je nieuwe collega’s, neem een kijkje op je nieuwe werkplek en kies de toekomst die je wilt. Heb je vragen of wil je solliciteren, neem dan contact op met onze recruiter, telefoon 020 6789 338,
[email protected]
Van Doorne houdt je scherp
ik mee wilde werken aan een Europees onderzoeksproject dat ging over pure informatica. Dit had niks met recht te maken. Na anderhalf jaar begon ik het les geven te missen. Job Cohen werd op dat moment rector en die vroeg aan mij of ik les wilde gaan geven, want zijn plek kwam vrij als coördinator van het practicum en op die manier ben ik de faculteit in gerold. Heeft u niet de neiging om terug te gaan richting de randstad? Nee, ik ben heel blij dat ik hier woon. Ik wilde ook weg uit de randstad en dat kan ik wellicht het beste illustreren aan de hand van een anekdote. Op een dag ging ik fietsen in de duinen in Noordwijk. Daar was het zo druk dat je niet eens kon inhalen. Toen besefte ik, hier wil ik helemaal niet zitten, in deze drukte. U woont in het zuiden sinds 1989. Ben u ook vanaf dat moment al werkzaam op de Universiteit Maastricht? Ja, na twee jaar informatica ben ik vanaf 1991 werkzaam op de rechtenfaculteit. Kunt u aangeven wat u is opgevallen aan veranderingen in die periode van toch bijna 25 jaar? Toen ik binnenkwam werkte ie-
Heeft u de student mee zien veranderen? Nee. Studenten zijn volgens mij al die jaren hetzelfde gebleven. Hoe vergelijkt u dan de Maastrichtse studenten met de studenten uit Leiden? Die zijn niet verschillend. Naar mijn mening ontloopt het elkaar allemaal erg weinig. De meeste studenten zijn diep in hun hart wel gemotiveerd en zijn in het algemeen allemaal enthousiast over de studie. Wel proberen ze vaak resultaten te halen met liefst zo min mogelijk werk, maar ik geloof niet dat dat komt doordat ze lamlendig zijn. Als je studenten enthousiast probeert te krijgen gaan ze meewerken en volgens mij is dat overal zo. Hoe u heeft u het geven van het practicum ervaren? Het vak zelf kan heel leuk zijn, maar je zit met grote groepen studenten en dan is het heel erg moeilijk in het eerste jaar om mensen gemotiveerd te krijgen. Dat is al jarenlang een worsteling. Hoe kijkt u ertegenaan om van rechten een numerus fixus studie te maken? Er is wat vóór en er is wat tegen te zeggen. Het hangt ervan af hoe je een rechtenopleiding ziet. Er zijn
Jurist in Bedrijf
grofweg twee verschillende perspectieven op. Het ene perspectief is een rechtenopleiding zien als een hoog niveau beroepsopleiding. Dan zou je zoveel mogelijk mensen moeten toelaten. Het andere perspectief is rechten als een wetenschappelijke opleiding zien. In dit geval is een numerus fixus niet eens nodig. Dan verhoog je je eisen en dan gaat er een natuurlijk verloop gaat komen van mensen die denken, ‘dat doen we dan liever niet meer’.
toekomst
"We hebben in Nederland een goede rechterlijke macht en ik denk dat politici de taak hebben om te zorgen dat de goede randvoorwaarden blijven bestaan"
dereen met iedereen samen om probleemgestuurd onderwijs te maken. Mensen waren bezield met het idee van probleemgestuurd onderwijs. Geleidelijk aan is de faculteit groter en groter geworden en is dit probleemgestuurd onderwijs aangepast. Andere spreken liever over verwaarloosd. Zelf hoor ik bij de groep die spreekt over aanpassingen. Je kan zoiets het beste aanpassen aan de hand van bevindingen die in de loop der jaren zijn opgedaan. De discussie van, ‘doen we nog wel aan probleemgestuurd onderwijs’, is eigenlijk nooit weggeweest.
Er is ruimte voor allebei, ik ben dan ook groot voorstander van twee verschillende soorten rechtenopleidingen. Een is een beroepsopleiding van hoog niveau en de ander een wetenschappelijke opleiding waar je veel minder mensen zult trekken en dan heb je geen numerus fixus nodig. Mensen die rechten gaan studeren doen dat met uiteenlopende motivaties. Zou u een antwoord op onze stelling willen geven? ‘Politici moeten zich in de toekomst minder bemoeien met de rechterlijke macht?’ Ik denk dat politici zich niet te veel moeten bezig houden met de rechterlijke macht, behalve in de zin van dat ze goede randvoorwaarden moeten maken voor het scheppen en functioneren van de rechterlijke macht. We hebben in Nederland een goede rechterlijke macht en ik denk dat politici de taak hebben om te zorgen dat de goede randvoorwaarden blijven bestaan. In zoverre moeten politici zich dus met de rechterlijke macht bemoeien, maar niet inhoudelijk in de zin van dat ze beslissingen proberen te beïnvloeden. Het is een klassiek voorbeeld van machtenscheiding. Zolang je een goede rechtelijke macht hebt en die hebben we in Nederland, is machtenscheiding dan ook een goed idee. Wanneer rechters corrupt zijn wordt het een ander verhaal, maar daar is geen sprake van.
41
toekomst
Digitalisering in de rechtspraak Rond de jaren ’80 kwamen de eerste tekstverwerkers de rechtspraak binnen, deze waren alleen bedoeld voor de griffier. Nu zijn de typisten weg en daarvoor kwam in de plaats de e-mail, er zijn ondertussen meer computers dan werkplekken. De IT maakt alle dingen nieuw en verandert de rechtspraak. Organisaties binnen het rechtsbestel moeten meer gebruik gaan maken van digitale voorzieningen. Zo moet veel informatie digitaal toegankelijk worden gemaakt, en zal videoconferentie ook in strafzaken worden gebruikt. Om dit te bereiken moeten alle wettelijke belemmeringen voor digitalisering weggenomen worden. Veranderingen zijn duidelijk zichtbaar in onder meer de invloed van IT op de toegang tot het recht, digitalisering in de procedure en IT op het bureau van de rechter. De manier waarop we in de rechtspraktijk met de informatie omgaan is vooral belangrijk. Bij rechtspraak komt informatie binnen, de rechtspraak doet daar dingen mee en brengt de informatie weer naar buiten die vervolgens door de ontvangers weer gebruikt kan worden.
Clim Giesen Strafrecht Toegepast op bijvoorbeeld de strafrechtspraak betekent dit dat het OM, verdachte en verdediger informatie bij de rechtspraak brengen, de rechtspraak daar dingen mee doet en dat verdachte en OM van de rechtspraak informatie krijgen voor het vervolg. Wat de rechtspraak met de informatie doet is genormeerd door wetgeving en jurisprudentie. In het strafrecht valt vooral op hoezeer de rechtspraak deel is van een informatiebron, en hoe die informatie steeds meer elektronisch wordt. Deze bron begint bijvoorbeeld al op straat, bij bewakingcamera’s, en op een minder opvallende plaats, bij telefoontaps. Vanaf dat moment is er elektronische informatie die op enig moment bij de rechtspraak langs kan komen en gebruikt zal worden. Inmiddels staat in het tweede lid van artikel 153 Wetboek van Strafvordering: ‘Met een ondertekend proces-verbaal wordt gelijkgesteld een proces-verbaal dat langs de elektronische weg is opgemaakt en verzonden, mits dit voldoet aan de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur gestelde eisen.’ Volgens artikel 2 Ontwerpbesluit: ‘is dit proces verbaal voorzien van een elektronische dagtekening en een
42
gekwalificeerde elektronische handtekening, in een documentformaat dat voldoet aan het bij of krachtens de Archiefwet 1995 bepaalde.’ Op basis van deze wetgeving zullen door opsporingsambtenaren digitaal opgemaakte en digitaal ondertekende processen-verbaal door het OM in hun digitale dossiers kunnen worden opgenomen en voor het bewijs gebruikt kunnen worden. Recht op rechtspraak Wie heeft er toegang op het recht en wanneer heb je toegang tot het recht? Vaak worden deze vragen gekoppeld aan gesubsidieerde rechtshulp, maar toegang tot het recht is veel breder. Op grond van artikel 6 EVRM heeft iedereen recht op een eerlijk proces en toegang tot juridische informatie. Bij toegang tot juridische informatie kun je denken aan toegang tot algemene informatie, tot hulp bij het voorkomen en beslechten van geschillen die voor de rechter zouden komen, of tot informatie tot toegang tot de rechter zelf. Deze voorzieningen zijn een dienst aan de burger, het is heel gewoon dat gerechten deze informatie zelf aan de burger verschaffen. Maar op de eerste plek gaan steeds meer mensen zoeken naar informatie op het internet. Op deze manier wordt de
Jurist in Bedrijf
toegang tot het recht makkelijker en verbeterd. De verspreiding van de informatie verandert snel, het aantal bronnen neemt snel toe en instanties publiceren hun eigen informatie op het internet. Het toenemende aantal bronnen maakt het vinden van de juiste informatie soms wat ingewikkelder omdat er zoveel gepubliceerd wordt. Zelfs rechtspraak, jurisprudentie en uitspraken worden tegenwoordig kosteloos op het internet geplaatst. Van groot belang hierbij is uiteraard anonimiteit. Het toenemende gebruik van IT en de toegankelijkheid zorgt ervoor dat individuen en partijen geschillen op kunnen lossen buiten de rechter om. Het is dan natuurlijk wel belangrijk dat de informatie voor ‘gewone’ mensen goed te vinden is en vooral begrijpelijk is. Digitalisering procedure Iedereen heeft recht op een eerlijk proces, dus de manier waarop informatie wordt behandeld moet hier ook aan voldoen. En dit kan soms bij IT niet het geval zijn omdat bijvoorbeeld niet alle zaken hetzelfde zijn; er zijn eenvoudige zaken met een voorspelbare uitkomst, hierbij komt de oplossing automatisch, maar dit ligt bij ingewikkeldere zaken anders. Digitale dossiers hebben in de eenvoudige zaken alleen zin, als
Digitale dossiers Door middel van het digitale dossier krijgen procespartijen de mogelijkheid om processtukken digitaal in een procedure te brengen en in te zien. Na ontvangst van een beroepschrift maakt een rechtbankmedewerker er een digitaal dossier aan. Vanaf dat moment verloopt de communicatie tussen de rechtbank en de procespartijen digitaal, via een beveiligde verbinding. De documenten worden door de rechtbank allemaal in een digitaal dossier geplaatst, dit dossier is te raadplegen door iedereen die gemachtigd is om dit dossier te zien. De zitting vindt plaats in een speciale digitale zittingszaal die voorzien is van netwerkverbindingen. Zo kunnen de procespartijen en de rechtbank ook tijdens de zitting het digitale dossier raadplegen.
Court TV Ook voor het publiek is het aantrekkelijk om bepaalde zittingen openbaar te maken. Ten behoeve van rechtenstudenten is de Rechtbank van Utrecht hier op beperkte schaal mee begonnen, dit zou je kunnen omschrijven als Court TV. Court TV verwijst naar een Amerikaans kabeltelevisienetwerk dat zich geheel bezig houdt met rechtszaken en opsporing van strafbare feiten. Hiermee streven ze naar meer openheid voor media en publiek om kennis te nemen van hetgeen zich ter zitting afspeelt. Court TV betekent dat rechtszaken in individuele gevallen en met toestemming van het gerecht mogen worden gefilmd en uitgezonden op de televisie of op het internet. Videoconferentie Een interessante vernieuwing bij de behandeling van een rechtszaak wordt de komende jaren bij alle rechtbanken ingevoerd. Deze verandering is het gebruik van video conferentie of telehoren voor het horen van personen ter zitting. Hiermee wordt elke directe beeld- en geluidsverbinding bedoeld die contact op afstand mogelijk maakt. Een rechter kan op deze manier personen horen die zich op een andere locatie bevinden. Hierbij kan het gaan om het horen van verdachten, vreemdelingen, deskundigen en getuigen. De rechter mag hier zelf over beslissen
Jurist in Bedrijf
en advocaten mogen ook zelf beslissen op welke plek zij aanwezig zijn tijdens het verhoren. Aan het einde van de gedigitaliseerde procedure vindt anonieme publicatie van het vonnis op Rechtspraak.nl plaats en wordt het dossier digitaal gearchiveerd.
toekomst
de hele procedure vanaf de politie elektronisch verloopt. Daarbij komt kijken dat zaken met een voorspelbare uitkomst bij de rechter weg te halen zijn, zoals dit bijvoorbeeld bij de OM-transacties gebeurd. Bij de meer ingewikkeldere zaken is de uitkomst afhankelijk van informatie die gedurende de procedure wordt toegevoegd. Het is veel informatie en moeilijk te vinden dus er moet goed opgelet worden. Daarom is bij de ingewikkeldere zaken de behoefte aan digitalisering groot, zo wordt de informatie toegankelijker.
Betrouwbaarheid Je kunt je natuurlijk afvragen hoe betrouwbaar het is wanneer het allemaal digitaal verloopt. Maar digitale toegankelijkheid van de rechtspraak komt pas tot stand wanneer zowel de procesdeelnemers, als de rechters voldoende vertrouwen hebben in de kwaliteit van de uitwisseling van digitale gegevens. De betrouwbaarheid en beveiliging van documenten is dan ook van groot belang. De informatie heeft betrekking op persoonsgegevens en vertrouwelijke zaaksinformatie die goed moet worden beschermd. Bij de betrouwbaarheid moet je denken aan de identificatie van een gebruiker die gecontroleerd moet worden. Dit kan bijvoorbeeld met je DigiD-code. De bevoegdheid speelt hierbij een belangrijke rol, want alleen personen die gelet op hun functie een rol in de rechterlijke procedure spelen zijn bevoegd om gegevens uit te wisselen en zich toegang te verschaffen tot bepaalde systemen en gegevens. Tot slot De rechtspraak zal veranderen als gevolg van het digitaliseringsproces en daarbij zijn veranderingen noodzakelijk. Deze veranderingen moeten met de grootst mogelijke zorgvuldigheid en met directe betrokkenheid van de rechters worden doorgevoerd. De rechter, als bewaker van een eerlijk proces, moet als procesbewaker de beslissingsvrijheid houden om de rechtspositie van de procespartijen te bewaken. Toegang tot de rechter wordt uitgebreid. Iedereen kan op den duur op een eenvoudige wijze, door middel van één druk op de knop, via het internet zaken digitaal bij de rechter aanbrengen, 24 uur per dag 7 dagen per week.
43
toekomst
In hoeverre is de nationale rechter autonoom in het Europese rechtstelsel? Wat doet de Nederlandse rechter met het Europese recht en hoe gaat zich dit ontwikkelen in de toekomst? Die vraag stond centraal tijdens de eerste gezamenlijke themadag van de Kenniscentra van de Rechtspraak en SSR (het opleidingsinstituut van de rechterlijke macht) op vrijdag 9 november. Herman van Harten, universitair docent aan het Europa Instituut van de Universiteit Utrecht gaf als antwoord: rechters moeten vertrouwen op hun oordeel en hun autonome rol in het stelsel van Europese rechtspleging. “Europees recht is echt niet complexer of exotisch. Unierecht is 'law of the land' en hoort bij het normale takenpakket van de rechter die werkzaam is op ons grondgebied.” De huidige crisis in Europa geeft aan hoe zeer de lidstaten van de EU met elkaar verbonden zijn. Ook binnen de Nederlandse rechtsorde is in toenemende mate sprake van Europeanisering: de Nederlandse rechter is Unierechter. Maar wat betekent dat eigenlijk? Wat is de rol van de nationale rechter bij de toepassing van dat EU-recht? Klopt het algemene beeld dat het Hof van Justitie het Europese recht uitlegt, waarna de nationale rechter het toepast? In hoeverre kan de Nederlandse rechter autonoom optreden ten aanzien van de kaders die door ‘Brussel’ en ‘Luxemburg’ worden opgesteld? Bij Europeesrechtelijke gedingen functioneren Nederlandse rechters regelmatig in een spanningsveld van verschillende verhoudingen die niet altijd automatisch naar voren komen bij kwesties die puur en alleen door het Nederlands recht worden beheerst: tussen het Europees recht en het Nederlands recht, tussen de Europeesrechtelijke opdracht en de taak van de rechter ten opzichte van de nationale wetgever en het nationale bestuur, tussen de lijnen van het Hof van Justitie en de eigen beoordelingsvrijheid, tussen zelf oplossen of voorleggen.
Sam van Well Prejudiciële vragen Ondanks de tegenwoordige rol van de nationale rechter in de rechtsbescherming van het Europees recht, komt deze rol verdragsrechtelijk alleen werkelijk noemenswaardig naar voren in het kader van de prejudiciële procedure (artikel 267 VWEU). De Nederlandse rechter stelt jaarlijks in gemiddeld twintig rechtszaken prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie over de uitleg van het recht van de Europese Unie voor de beslechting van een concreet geschil. Daarmee behoren de Nederlandse rechters tot de ‘actief’ verwijzende rechters in de EU. Deze procedure krijgt ontzettend veel aandacht en wordt soms zelfs gezien als hét onderwerp van het Europees recht. Tegelijkertijd lijken de gevallen waarin prejudicieel wordt verwezen uitzonderlijk te zijn in de Nederlandse rechtspleging. In het merendeel van de rechtszaken waarin een Europeesrechtelijk be-
44
standdeel schuilgaat, beslist de Nederlandse rechter, in meer of mindere mate, zelfstandig over de uitleg van het Europees recht. De prejudiciële procedure is, zo zegt het Hof van Justitie, een ‘ingestelde rechterlijke samenwerking waarbij de nationale rechter en het Hof van Justitie, elk volgens eigen competentie, geroepen zijn om rechtstreeks en wederzijds bij te dragen tot het vinden van een beslissing waardoor de uniforme toepassing van het gemeenschapsrecht in alle lidstaten wordt gewaarborgd.’ Hieruit blijkt dat er in ieder geval geen hiërarchie tussen het Hof van Justitie en de nationale rechter is, maar dat er sprake is van een verhouding van nevenschikking en samenwerking. Taakverdeling Sinds de oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal bestaat er een taakverdeling tussen
Jurist in Bedrijf
het Hof van Justitie en de nationale rechter, maar wie doet wat? De realisatie van het Europees Recht is in grote mate afhankelijk van nationale actoren, die een Europeesrechtelijke taak hebben gekregen. Zo ligt de rechtsbescherming van Europees recht in veel gevallen in handen van de nationale rechter. De ‘rechtszoekende’ die zich beroept op een Europese norm, verwacht dat de nationale rechter daarmee uit de voeten kan. Voor vrijwel geen van de gevallen die de nationale rechter krijgt voorgeschoteld bestaat direct een dergelijke duidelijkheid. In de meeste gevallen moet de nationale rechter de bestaande rechtspraak van het Hof van Justitie vertalen naar het actuele geschil. Hier begint voor de nationale rechter een eigen, zelfstandige taak om over het recht te beslissen en de regel voor het concrete geval te stellen. De nationale rechter heeft bij zijn toepassing en uitlegging van Europeesrechtelijke
normen in de praktijk een feitelijke autonomie. Toch wordt deze feitelijke autonomie in de doctrine van het Europees recht in de regel niet met zo veel woorden uitgesproken. Wat is volgens het Europees recht dan wel de rol van de nationale rechter? De nationale rechter hoort in ieder geval Europeesrecht conform recht te spreken en mag dus niet beslechten als een ‘goede man naar billijkheid’. Dit vloeit voort uit het beginsel van loyale samenwerking. Volgens dit verdragsbeginsel treffen lidstaten ‘alle algemene en bijzondere maatregelen die geschikt zijn om de nakoming van de uit de Verdragen of uit de handelingen van de instellingen van de Unie voortvloeiende verplichtingen te verzekeren. De lidstaten vergemakkelijken de vervulling van de taak van de Unie en onthouden zich van alle maatregelen die de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie in gevaar kunnen brengen’ (artikel 4 lid 3 VEU). Dat de nationale rechter niet mag beslechten naar eigen inzichten blijkt overigens ook uit het fundamentele Costa/ENEL-arrest. In dit arrest overweegt het hof onder meer: ‘Overwegende artikel 177, dat is gebaseerd op een duidelijke scheiding van bevoegdheden tussen de nationale rechter en het Hof, dit laatste niet toestaat een onderzoek naar de feiten in te stellen, noch beweegredenen van de oorspronkelijke rechter en het doel van zijn verzoek te
toetsen.’ Naar het oordeel van het Hof heeft de nationale rechter dus in beginsel geen taak wat betreft de interpretatie van het Europees recht. Een tweede bron van Europees recht waaruit de taak van de nationale rechter blijkt is het verdrag van Lissabon. Uit dit verdrag kan de lidstatelijke plicht om een stelsel van effectieve rechtsbescherming te verzekeren gelezen worden. Dit is gecodificeerd in artikel 19 lid 1 VEU: ‘De lidstaten voorzien in de nodige rechtsmiddelen om daadwerkelijke rechtsbescherming op de onder het recht van de Unie vallende gebieden te verzekeren.’ Ook uit jurisprudentie blijkt het standpunt van het Hof van Justitie met betrekking tot de rol van de nationale rechter. Volgens het standaardarrest Simmenthal is ‘elke in het kader van zijn bevoegdheid aangezochte nationale rechter verplicht het gemeenschapsrecht integraal toe te passen.’ En is hij ‘verplicht zorg te dragen voor de volle werking dezer normen, daarbij zo nodig, op eigen gezag, elke strijdige bepaling van de – zelfs latere – nationale wetgeving buiten toepassing latende.’ Uit dit arrest blijkt dus dat een nationale regel die in strijd komt met het Europees recht buiten toepassing moet worden gelaten. Rechterlijk manoeuvreren Uit het voorgaande volgt dat de rol
Jurist in Bedrijf
toekomst
van de nationale rechter niet erg eenduidig is en veelal tot uitdrukking komt in impliciete regels. Dit is op zijn minst merkwaardig aangezien het voor de hand ligt dat wanneer in de zaken waarin een prejudiciële verwijzing wél onderdeel van de procedure vormt, de nationale rechter al ruimte heeft voor interpretatie en toepassing, een dergelijke ruimte zich nog meer voor zal doen bij de zaken waarin de nationale rechter geheel zelfstandig tot een oordeel komt, zonder gebruik te maken van die prejudiciële procedure bij het Hof van Justitie. Er wordt wel erkend dat verschillende aspecten uit het Europees recht hun achtergrond vinden in juridische tradities van de lidstaten. Voorbeelden hiervan zijn het evenredigheidsbeginsel en het beginsel van rechtszekerheid. Echter, over het gezag van nationale Europeesrechtelijke rechtspraak als bron voor het Europees recht wordt niets gezegd. Conclusie In het Europees recht bestaat ruimte voor zowel het Hof van Justitie als de nationale rechter. Het feit dat lang niet alle zaken met een Europeesrechtelijk bestanddeel bij het Hof van Justitie belanden, doet de vraag opkomen naar de betekenis van nationale Europeesrechtelijke rechtspraak. De verhouding tussen de Europese rechtsorde en de nationale rechtsorden kan waarschijnlijk het beste worden gezien als één geïntegreerde rechtsorde met gedeeld gezag. Dat heeft als gevolg dat ook de nationale Europeesrechtelijke rechtspraak gezag bezit. Het moge duidelijk zijn dat de autonomie van de nationale rechter sterk aanwezig is. Dat blijkt ook uit de uitspraak van Herman van Harten waarin hij zegt dat rechters moeten vertrouwen op hun autonome rol in het stelsel van Europese rechtspleging. Tot op heden wordt hier echter weinig aandacht aan besteed. Wellicht horen we er in de toekomst meer over…
45
toekomst
Stelling: Politici moeten zich in de toekomst minder bemoeien met de rechterlijke macht
Trias Politica, het principe van de scheiding der machten bedacht door Montesquieu, een Franse Filosoof. Het idee was een scheiding aan te brengen tussen wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht. Een zuivere vorm van Trias Politica lijkt praktisch onmogelijk, toch is er in Nederland inderdaad sprake van uitvoering van onderscheid tussen de wetgevende, uitvoerende, en de rechterlijke macht. Dat de scheiding van machten echter niet volledig zuiver is, kan bijvoorbeeld worden gezien wanneer men kijkt naar de wetgevende macht. De regering is namelijk samen met de Staten-Generaal zowel de wetgevende macht, terwijl de regering an sich gezien kan worden als de uitvoerende macht. Vanuit het wetgevend perspectief gezien is het dan ook niet mogelijk dat de politiek zich niet zou bemoeien met de rechterlijke macht, gezien het feit dat de rechter oordeelt aan de hand van wetten die in feite vanuit de politiek zijn gemaakt. Moeilijk wordt het echter wanneer politici zich in de hoedanigheid als partijlid gaan uitspreken over uitspraken of handelswijze van rechters in Nederland, bijvoorbeeld door het zeggen dat een door de rechter opgelegde straf te laag is. Het is ook niet voor niks dat de zeer ervaren strafrechter Frans Bauduin zich eind 2012 over deze kwestie uitsprak in het televisieprogramma ‘Buitenhof’: "Als politici zich met de rechtspraak gaan bemoeien ontbreekt iedere vorm van nuance, terwijl een rechter juist een hele genuanceerde afweging moet maken. Ik vind dat ze zich moeten realiseren dat ze spreken als politicus en niet in de tram zitten. Uitspraken van politici worden breed uitgemeten." Jurist in Bedrijf vroeg studenten met verschillende academische achtergrond om hun mening te geven over deze kwestie door het beantwoorden van de stelling: ‘Politici moeten zich in de toekomst minder bemoeien met de rechterlijke macht.’
Marleen Spek Nederlands Recht 21 jaar Elke politicus staat als volksvertegenwoordiger voor een bepaalde achterban. Wanneer een politicus zijn mening uit over een rechtszaak kan zijn mening worden overgenomen door een groot deel van het volk. Een politicus zou dus iemand in de ogen van het volk als schuldig kunnen veroordelen terwijl de rechter nog geen oordeel heeft geveld. Dit is in strijd met het vermoede van onschuld. Wanneer een rechtszaak veel pottenkijkers trekt wordt de druk voor de rechter verhoogd en kan dit hem kwetsbaar maken. Slechts de deelnemende partijen
46
zijn volledig ingelezen in de zaak, een politicus niet. De mening van een politicus is dus op minder toewijding en begrip van de zaak gebaseerd. Wanneer een politicus het oordeel van een rechter in twijfel trekt, gaat hij op de stoel van de rechter zitten. Dit druist in tegen de scheiding der machten en schaadt de rechtsstaat. Aan de andere kant zou je ook kunnen betogen dat bemoeienis van politici de rechters scherp houdt. Naar mijn mening moeten de politici zich lekker bezig houden met het vormen en verbeteren van wetgeving. Rechters kennen de wet van voor naar achter en hebben geen andere politieke zorgen aan hun hoofd.
Jurist in Bedrijf
Patrick Tay Nederlands Recht 30 jaar Ik ben het niet met de stelling eens, omdat naar mijn mening politici - en spreek ik over de wetgevende- en de uitvoerende macht - zich al niet heel veel bemoeien met de rechterlijk macht. Immers laten politici zich niet uit in het openbaar over lopende zaken, daarnaast is ook nog eens zo dat de rechterlijke macht altijd vrij en zonder druk uitspraak doet; het hoeft geen verantwoordelijk af te leggen. Het enige vlak waarvan je zou kunnen zeggen dat politici 'wat in de melk te brokkelen hebben', is op het vlak van het zgn. toetsingsverbod art. 120 GW. Dit verbod
Eva Reinders Nederlands recht 22 jaar Ik ben het met deze stelling eens. Politici bemoeien zich te vaak met de rechterlijke macht, met name met de zaken die de krantenkoppen halen. Ik ben van mening dat dit het functioneren van de rechtstaat in gevaar brengt. De machten moeten gescheiden blijven (zoals in de Trias Politica bepaald is). Tevens wordt met inmenging van politici de objectiviteit van de rechtelijke macht aangetast. Te vaak bemoeien politici zich met rechtszaken, te denken valt aan de zaak Savannah: de politici doen voor de rechters al uitspraken over deze zaken, waardoor de rechters, naar mijn mening, zich te veel laten beïnvloeden door deze uitspraken. Daarnaast kan de maatschappij worden beïnvloed door gedane uitspraken door politici, waardoor een ongewenste spanning tussen de samenleving en de rechterlijke macht wordt veroorzaakt. De politiek dient ervoor te zorgen dat de rechterlijke macht kan functioneren binnen de randvoorwaarden die wettelijk zijn opgesteld. De volksvertegenwoordiging vormt een afspiegeling van de samenleving, in principe verandert deze eens per vier jaren. Rechterlijke vonnissen horen niet op soortgelijke wijze te veranderen. Lisa de Boer Nederlands Recht 22 jaar In de Nederlandse samenleving en zeker ook in de politiek komt steeds meer kritiek op de rechterlijke macht. Dit is mede gevoed door de recente zaak Wilders waarin rechter na rechter gewraakt werd. Naar mijn mening is het goed dat er kritiek wordt geleverd op een beroepsgroep, zo is onze samenleving inge-
richt. Maar de rechterlijke macht is een onafhankelijk orgaan van onze rechtstaat dat is voortgekomen uit de Trias Politica van Montesquieu. De politici (waarvan de meerderheid in beginsel niks van het recht en de rechtspraak weet) dient zich dan ook afzijdig te houden van de rechtsprekende macht.Wanneer politici gaan debatteren over de rechterlijke macht en haar rol doet dit afbreuk aan het vertrouwen in de rechterlijke macht. Door de kritiek vanuit de politici wordt ook de samenleving beïnvloedt en zal binnen korte tijd iedereen die voor de rechter verschijnt met een scheef oog naar zijn of haar rechter kijken. Onze gehele maatschappij is ingericht op de Trias Politica en dit betekent dat de wetgevende en de rechtsprekende macht gescheiden zijn. Dit is volgens mij een goede verhouding en dit zou ook zo moeten blijven. Koen Rovers Geneeskunde 22 jaar In een ver verleden heeft een stoffige, bebrilde en versleten Maatschappijleerdocent mijn VWO-klas wat uitgelegd over de Trias Politica, een van de basisprincipes van de succesvolle Westerse democratie waar wij deel van mogen uitmaken. Het verbaasde me toen dan ook dat Rita Verdonk, die in mijn ogen sowieso alle politieke kwaliteiten mist om enig succes te boeken in haar politieke carrière, openlijk haar mening gaf over een strafzaak, waarbij een tasjesdief was doodgereden. Verdonk laadt hier de schijn op de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht aan te tasten. Ondanks dat Verdonk deze rechtszaak als burger bij mag wonen en haar mening mag hebben, is dit iets wat de uitvoerende of wetgevende macht in mijn ogen nooit mag doen, zeker niet in de media. Bovenstaande situatie is in mijn ogen namelijk slechts een klein voorbeeld van een grotere chronische disbalans tussen de wetgevende en de in haar onafhankelijkheid aangetaste rechterlijke macht. Uit onderzoek is gebleken dat een groot deel van de rechters zich beperkt voelen in hun uitspraken door wetgeving. Hoe kun je jezelf nou bestempelen als een democratische rechtsstaat, als de wetgevende macht het de rechters onmogelijk
Jurist in Bedrijf
maakt de wetten na te leven op de manier zoals zij dat willen? Of was het soms toeval dat Samir A. na een wetswijziging pas vervolgd kon worden en Volkert van der G. toch onder cameratoezicht moest blijven na een ‘’noodmaatregel’’ van good old minister Korthals! Ik denk dat het erg belangrijk is op korte termijn de positie van de rechter binnen de Trias kritisch te evalueren en te blijven investeren in een gezonde balans tussen de staatsmachten.
toekomst
houdt in dat de rechter o.a. wetten in formele zin niet aan de grondwet toetst. Maar wat is dan het alternatief? Constitutionele toetsing? Dit alternatief is een veel besproken alternatief, echter blijkt keer op keer dat er onder aan de streep meer nadelen aanzitten dan voordelen. Ook is het voorstel Halsema nog in behandeling, iets wat als een soort middenweg gezien kan worden. Hiervan zal ook nog maar moeten blijken of het van toegevoegde waarde zal zijn.
Koen Sars Fiscale Economie 19 jaar Zonder twijfel mee eens. Al sinds de Franse revolutie wordt in Nederland de horizontale machtenscheiding toegepast, gebaseerd op de Trias Politica van Montesquieu. Dit systeem is bedacht om te zorgen dat een persoon of instantie nooit te veel macht zou krijgen en is een van de basisprincipes van de westerse democratie. De uitvoerende macht moet zich verantwoorden bij de wetgevende macht, en de wetgevende macht moet zich op zijn beurt weer verantwoorden bij de burgers. Die kunnen hun invloed uitoefenen via verkiezingen. De rechterlijke macht zou volledig onafhankelijk moeten zijn van de andere twee, maar het blijkt in Nederland regelmatig anders te zijn. Neem bijvoorbeeld de strafzaak tegen Samir A. die in 2005 verdacht werd van het bedreigen van politici en tot veel ongenoegen van de politiek werd vrijgesproken. Er kwam vervolgens nieuwe wetgeving die het mogelijk maakte hem, voor nieuwe delicten, tot 8 jaar cel te veroordelen. Als de politiek zich bemoeit met de rechterlijke macht wordt de democratische staatsorganisatie aangetast en dit zou daarom nooit moeten gebeuren!
Eens: 78% Oneens: 21% Geen mening: 1%
47
toekomst
Groeten uit… Singapore!
Met sombere economische vooruitzichten en een druilerige Nederlandse winter in het verschiet besloot ik afgelopen zomer samen met mijn vriend Joost te kijken hoe onze carrièrekansen Azië zouden liggen en zo mogelijk te emigreren. Afgestudeerd met een bachelor Nederlands recht, aansluitend een master Nederlands Privaatrecht en geen buitengewone, exotische nevenactiviteiten was mijn Curriculum Vitae heel Nederlands, tè Nederlands naar mijn zin. Het perfecte moment om hier verandering in aan te brengen en Nederland te verruilen voor wat wereldwijd beschouwd wordt als de business hub in Zuid oost-Azie: Singapore. Via de Dutch Chamber of Commerce in Singapore kwam ik al snel bij Voskamp Lawyers terecht, een boutique law firm met kantoren in Singapore en Kuala Lumpur en het grootste Nederlandse kantoor in de regio, dat zich specialiseert in juridisch en belasting advies met betrekking tot grensoverschrijdende transacties. Per 1 oktober afgelopen jaar kon ik voor 3 maanden als trainee aan de slag, waarmee stap een van ons Azië avontuur gezet was.
Rowèna Haverkamp Singapore Singapore, officieel de Republiek Singapore, gelegen tegen het zuidelijkste puntje van het schiereiland Maleisië net boven de evenaar, heeft een totale oppervlakte van 682 km2 en omvat 63 omliggende kleine eilanden. Ondanks haar compacte grootte heeft Singapore in de afgelopen 40 jaar een omvangrijke groei doorgemaakt en lijkt de economische crisis hier minder hard te zijn ingeslagen dan in het Europa. The sky is the limit lijkt hier niet te gelden, doelend op de immense wolkenkrabbers die elke vierkante meter schaarse grond vullen om de 24/7 draaiende economie draaiende te houden. Modern Singapore bestaat uit een samenleving waarin diverse culturen, religies en talen samenleven en wordt beschouwd als een van de meest stabiele samenlevingen in Azië. Qua bestuur kan Singapore omschreven worden als een vrij starre stad, waar
48
de People’s Action Party inmiddels al meer dan een halve eeuw de regering voert. Minister-president Mr Lee, van origine advocaat, afgestudeerd aan Cambridge en aanvankelijk geschat als links georiënteerd, zette het politieke systeem op waarin het bijzonder moeilijk is gebleken om als oppositie partij succes te boeken. Waar zijn People’s Action Party van 1966 tot 1981 werkelijk alle zetels binnenhaalde, is het systeem tegenwoordig iets meer open en kreeg de partij bij de verkiezingen in 2006 slecht 66% van de stemmen, nog steeds resulterend in 82 van 84 zetels. De media en voornamelijk het internet dragen bij aan de tendens tot meer openheid en transparantie. Ondanks deze in Westers opzicht vrij dominante overheid, wordt Singapore beoordeeld als een van de minst corrupte landen in Azië en staat het in de top tien ter wereld op de rating van Transparency In-
Jurist in Bedrijf
ternational. De rechtstaat, controle op corruptie en de effectiviteit van de overheid scoren daarnaast hoop op de ranking van de Wereld Bank. Minister-president Lee beschrijft Singapore’s succes als volgt: “Our strength is that we are able to think strategically and look ahead, if the government changed every five years it would be harder.” Waarmee hij natuurlijk in zekere zin een punt heeft. Zijn beleid heeft ervoor gezorgd dat Singapore betere scholen en ziekenhuizen heeft dan de meeste westerse landen, met een overheid die hiervoor slecht 19% van het bruto nationaal product gebruikt. Dit percentage is niet helemaal in perspectief. Het omvat namelijk niet al de vingers die de overheid in de economische pap heeft, zoals het vele grondbezit, het Central Provident Fund (een verplicht spaarschema) en Temasek (een investerings bedrijf gelinkt aan
Eerste indrukken Aangekomen op Changi Airport met 4 koffers, een backpack en twee leren reistassen viel meteen op dat alles er brandschoon uitzag, er voor elke afstand langer dan 20 meter een roltrap of lopende band was en dat iedereen prima Engels spreekt: een soort Azië voor beginners eigenlijk. Na hier nu een paar maanden gewoond en gewerkt te hebben merk je dat dit land inderdaad draait op een strakke planning maar ook zeker onontdekte, heel authentieke kanten heeft. In de eerste weken dat we hier waren was ik daar namelijk bang voor, het idee dat hier alles maakbaar is en nieuw beter is dan het bewaren van geschiedenis, onder andere gevoed door Sentosa Island (een mega commercieel, pretparkachtig eiland, zeer geliefd bij Singaporezen), de stroom mensen in de metro, onafgebroken starend naar hun telefoon of Ipad en het fenomeen ‘retail-therapy’: winkelen als nationale hobby. Inmiddels hebben we elk weekend gebruikt om Singapore te verkennen en kom je gelukkig nog steeds dingen tegen die je verbazing wekken. Variërend van een prachtig stukje jungle midden in Singapore, MacRitchie Reservoir Park, prachtige koloniale gebouwen, levendige buurten als Little India en Chinatown, tot locals die bij je aanschuiven en nieuwsgierig zijn wat twee ‘ang-mo’s (letterlijk: roodharige westerlingen) in hun foodcourt doen en uitleggen welk gerecht je echt moet proberen.
Verder is het hier het gehele jaar door gemiddeld rond de 30 graden en heb je hier geen seizoenen zoals in Nederland op een heel nat regenseizoen na. Het weer is hier vrij onvoorspelbaar en de meest betrouwbare voorspelling die bizarre genoeg nog redelijk vaak lijkt te kloppen is dat het gedurende het regenseizoen elke dag rond 4 uur keihard regent, waarna het de rest van de dag over het algemen eigenlijk prima weer is. Omdat ruimte hier erg schaars is en het huren van een appartement vrij prijzig, hebben we de eerste maanden een huis gedeeld met een Chinees gezin. Met weinig eigen leefruimte en een gedwongen kennismaking met de niet altijd frisse Chinese ochtendrituelen, hadden we hier de faciliteiten tot onze beschikking die je verwacht in een vijfsterren hotel zoals een gigantisch zwembad, onnodig veel security guards, een luxe gym en een prachtige tuin. Daarbij waren we een van de weinige Westerlingen in de buurt, waardoor je al snel opgemerkt werd en er leuke gesprekken ontstonden. Toch zijn we enkele weken geleden, vlak voor kerst verhuist naar een huis in het centrum, waarbij het appartement delen met een werkende jongen en we meer ruimte voor onszelf hebben. De buurt is heel levendig met Little India om de hoek, een Chinese tempel naast de deur en wederom enorm veel keuze qua verschillende lokale eetgelegenheden. De volgende verhuizing laat denk ik nog even op zich wachten maar wordt het liefst naar plek geheel voor onszelf met apen rennend door de achtertuin! Start als Trainee 1 Oktober vorig jaar begon ik bij Voskamp Lawyers, gevestigd in het central business district, als trainee. Met Nederland als Singapore ’s grootste Europese handelspartner houdt Voskamp Lawyers zich hoofdzakelijk bezig met het adviseren en assisteren van Nederlanders die een Private Limited Company in Singapore op willen zetten gecombineerd met de belastingaspecten die hierin een grote rol spelen en andersom, bedrijven die vanuit
Jurist in Bedrijf
Azië een (flex) BV in Nederland op willen zetten. Omdat het een relatief klein kantoor is en iedereen naast zijn of haar eigen specialisme allround mee moet kunnen draaien, heb ik veel geleerd van rechtsgebieden waar ik voorheen weinig vanaf wist. Zo heb ik tijdens mijn studie slechts een vak belastingrecht gevolgd en had ik geen idee hoe leuk ik het eigenlijk vond om uit te zoeken in of via welke landen je als onderneming het beste een dochter op kunt zetten, commercieel en belastingtechnisch gezien. Singapore geldt wereldwijd als een van de landen waar het relatief eenvoudig is om een onderneming op te zetten, ook als buitenlander. De overheid stimulereert dit, waardoor het in principe mogelijk is om binnen 24 uur een Private Limited Company op te richten. Mijn voorkeur ging vooral uit naar het arbeidsrecht omdat dit in zekere zin meer tastbaar is dan diehard ondernemingsrecht. Ook hier ben ik van terug gekomen. Hoewel ik de arbeidsrechtelijke aspecten bij het opzetten van een onderneming nog steeds heel interessant vind, is het corporate gedeelte een stuk minder droog gebleken dan ik dacht. Juist doordat je vanaf het begin bij het opzetten van of de overname van een onderneming wordt betrokken, maakt dit rechtsgebied voor mij begrijpelijker en daardoor veel aantrekkelijker. Verder heb ik denk ik, net als velen die net begonnen zijn, ervaren dat wat je geleerd hebt tijdens je studie soms ver staat van de dagelijkse praktijk. Je start als het ware weer opnieuw, waarbij voor mij nu de kennismaking met de meer internationale en praktische aspecten van het recht de grootste uitdaging vormen. De periode als trainee is erg goed bevallen, wat een van de redenen is dat ik sinds begin dit jaar als junior associate ben begonnen bij Voskamp Lawyers. Na de ervaring van afgelopen maanden hoop ik hier nog veel meer te kunnen leren, zowel op professioneel als op persoonlijk vlak en naast het verder ontdekken van Singapore vooral veel mooie trips te maken naar omringende landen in Azië!
toekomst
de overheid). Toegegeven, het is eenvoudiger om 5 miljoen mensen te besturen op een klein eiland, dan zeg, 16 miljoen Nederlanders op een vergelijkbaar kleine oppervlakte en een regering die al moeite heeft om haar termijn en beleidsplannen van 4 jaar te kunnen volbrengen. Daarbij heeft Singapore veel te danken aan immigratie, hetgeen nu voor spanningen zorgt en naar verwachting een van de belangrijkste punten zal zijn bij de volgende verkiezingen. Ondanks de verschillen met bijvoorbeeld Nederland moet ik Mr. Lee nagegeven dat ze dat hier wel kunnen, besturen.
49
toekomst
Oprecht Opmerkelijk Toekomst
Stef Plouvier
Duitse postbode was veel te snel Een Duitse postbode is door de rechter berispt omdat hij te snel was met het bezorgen van de post. Zijn baas had hem voor de rechter gedaagd, omdat de man zich niet aan de regels voor het bezorgen van post zou houden. De 53-jarige postbode had snellere routes ontdekt tussen zijn wijk en het sorteerkantoor. Zijn collega's zagen dat de postbode plots een stuk sneller was dan zijzelf en dachten dat hij post stiekem weggooide. Volgens de rechter waren de snellere routes in strijd met werkafspraken van het postbedrijf, maar mag de postbode zijn baan wel houden. Spookrijder had tandpijn In Oostenrijk heeft een man nogal wat ophef veroorzaakt nadat hij 65 kilometer in de verkeerde richting op een snelweg had gereden De spookrijder verklaarde achteraf dat hij verschrikkelijke
50
tandpijn had en dringend op zoek was naar een tandarts. Op verzoek van de politie onderbraken de radiostations hun uitzendingen om de automobilisten te waarschuwen voor de spookrijder. Door het mistige weer kon de wegenpolitie de 36-jarige automobilist niet meteen lokaliseren. De man kon uiteindelijk tot staan worden gebracht nadat hij verscheidene keren door het rood was gereden. Ter verontschuldiging riep de spookrijder dat hij sterke pijnstillers had geslikt én alcohol had gedronken om zijn tandpijn te bedwingen. Hij was zodanig verdwaasd dat hij niet wist dat hij in de verkeerde richting had gereden. Zijn enige doel was zo snel mogelijk een tandarts te vinden die hem uit zijn lijden kon verlossen. Oempa Loempas vallen man aan De politie in de Britse stad Norwich is op zoek naar twee Oempa Loempa's, de figuurtjes uit de chocoladefabriek van Willie Wonka. Ze zouden een man in elkaar hebben geslagen. Dat schrijft de Britse krant The Telegraph. Het slachtoffer is een 28-jarige man. Hij was flink toegetakeld door vier personen, van wie dus twee Oempa Loempa's. Vermoedelijk
Jurist in Bedrijf
kwamen de knechtjes van Willie Wonka van een verkleedfeestje. In 2009 was er ook al een incident met Oempa Loempa's. In een pretpark ontstond een vechtpartij waarbij de groenharige mannetjes betrokken waren. Man duikt in papiercontainer Wanhopig moet een Amsterdammer geweest zijn die in een onderaardse papiercontainer sprong. Hij had kennelijk per ongeluk zijn staatslot erin laten vallen en dook er achteraan. De politie en brandweer moesten de man bevrijden met vereende krachten. Dat vertelde de wijkagent van de wijk De Pijp donderdag op Twitter. Of hij meer gewonnen heeft dan alleen zijn vrijheid, zegt de politie er niet bij.
Gratis tram in Rotterdam vanwege schrikkeljaar 2012 Tramreizigers hebben in Rotterdam op oudejaarsdag gratis ge-
arts voor een nieuwe tand. Toen de tandarts aan de behandeling wilde beginnen, liet de boor los van de machine en viel in haar keelgat. Uit automatisme slikte de vrouw de boor door. De vrouw werd naar de afdeling radiologie gebracht, waar werd geconstateerd dat de boor haar longen had geraakt. Hij werd operatief verwijderd, maar de vrouw hield er wel een longinfectie en astmatische klachten aan over. Ze klaagt de tandartspraktijk nu aan. De kliniek belooft verbetering. “Blijkbaar is niet goed genoeg gecheckt of de boor wel vast zat”, zegt de directeur van het ziekenhuis in het Zweedse Västerås. De tandarts en assistent zijn zeer bekwaam, meldt de kliniek aldus RTL-nieuws.
Dronken man steelt ambulance In Duitsland heeft een 23-jarige man gisteren een ambulance gestolen om daarmee naar huis te rijden.De ziekenwagen stond geparkeerd bij een ziekenhuis in Oldenburg. De ambulancemedewerkers waren met een patiënt naar binnen gelopen, waarna de man, die als bezoeker in het ziekenhuis was, instapte en met de ambulance wegreed.Politieagenten konden hem korte tijd later aanhouden. De man heeft verklaard dat hij naar huis wilde en geen andere mogelijkheid zag dan de ziekenwagen mee te nemen. Hij heeft geen rijbewijs en bleek veel te veel te hebben gedronken.
Vrouw viert Oud en Nieuw in supermarkt In Frankrijk heeft een 73-jarige vrouw op een wel heel bizarre locatie de jaarwisseling doorgemaakt. De vrouw zat gisternacht namelijk opgesloten in een supermarkt, aldus het Laatste Nieuws. De vrouw voelde zich gisteren tijdens het boodschappen doen niet zo lekker en besloot even naar de wc te gaan. Helaas voor haar sloot op dat moment de supermarkt zijn deuren. Toen ze terugkwam van de toilet zaten de deuren op slot en was ze dus ingesloten. Gedurende de nacht heeft de vrouw nog geprobeerd het alarm af te laten gaan, maar dat mislukte. Ze kon vanochtend om half 11 de supermarkt pas verlaten toen een medewerker de supermarkt kwam openen. De vrouw is voor de zekerheid overgebracht naar het ziekenhuis.
Drentse wethouder: “plas onder de douche” De Drentse wethouder Bert Wassink roept mensen op hun (och-
Vrouw slikt tandartsboor helemaal door Een Zweedse vrouw van ongeveer 60 jaar ging naar de tand-
Zurich plaatst eerste ticketautomaat voor prostituees Straatprostituees in Zürich moeten voortaan eerst langs de ticketautomaat passeren. In de buurt van het belangrijkste spoorwegstation in de Zwitserse stad is dit weekend het eerste toestel geplaatst. Na betaling van het ticket (kostprijs 5 Zwitserse franken of 4,15 euro) kunnen sekswerkers een nacht lang in de hiervoor voorziene zone staan. De automaat werkt ook als een soort controle op de sector. Om als straatmadelief aan de slag te gaan, is in Zürich eerst een eenmalige registratie nodig bij de politie en de sociale diensten. Kostprijs: 40 Zwitserse franken. Het toegekende erkenningsnummer moeten de dames van plezier in de automaat invoeren om een 'tippelticket' te kunnen kopen. Seks in Zürich is geen haastwerk. In de nabije toekomst worden meer automaten voorzien. De toestellen zijn geen wereldprimeur. De Duitse stad Bonn installeerde eerder al gelijkaardige automaten voor prostituees.
Jurist in Bedrijf
toekomst
tend)plas onder de douche te doen. Dat bespaart veel schoon water en dat is goed voor het milieu. Wassink: "Als het zo uitkomt, doe ik het zelf ook!" "Als je douchen en plassen combineert bespaar je daarmee water en euro's. Dus waarom niet?", aldus de wethouder duurzaamheid van de gemeente Aa en Hunze. "We zijn dagelijks 39 liter water per dag kwijt aan het douchen en nog eens 36 liter aan het toilet." Volgens de wethouder zou het nog beter zijn als de urine gescheiden wordt opgevangen. Maar verder dan een oproep om onder de douche te plassen wil de gemeente nog niet gaan. Wassinks plan maakt deel uit van het project Duurzaam Aa en Hunze 2013.
reden. Het was geen cadeautje van de RET, maar een fout in de software van de ov-chipkaart. Het systeem was niet voorbereid op het feit dat 2012 een schrikkeljaar was en dus 366 dagen telde, meldt RTV Rijnmond. Omdat voor het systeem de 366e dag van 2012 niet bestond, konden reizigers niet inchecken. De directeur van de RET, Pedro Peters, heeft de fout toegegeven op Twitter. Bij de Metro speelde hetzelfde probleem, maar dat kon in de loop van oudejaarsdag worden opgelost.
51
studieverenigingen Waarde lezer, Het is ons een genoegen om je middels dit schrijven kennis te laten maken met onze fiscale studievereniging. Mocht je als rechtenstudent voor de studie fiscaal recht kiezen, of inmiddels al fiscaal recht studeren is een lidmaatschap bij FIRST Maastricht een aanvulling op je studentenleven. Onze vereniging telt zo’n 375 Nederlandse als internationale leden die fiscaal recht of fiscale economie studeren. Ons doel is om de fiscale student op toegankelijke wijze in contact te brengen met zijn/haar studiegenoten en het bedrijfsleven. FIRST Maastricht organiseert door het jaar heen diverse activiteiten voor haar leden zoals de Fiscale Bedrijvendag, een symposium, kantoorbezoeken, tentamentrainingen en gesponsorde borrels in Stadscafé Lure. De borrels, waar veelal bedrijven aanwezig zijn, geven je de mogelijkheid om in een informele setting kennis te maken en vragen af te vuren. Kantoorbezoeken bieden je echter de kans om de sfeer binnen een bedrijf te proeven. Als klap op de vuurpijl zullen wij dit academische jaar met een deel van onze leden één week naar Istanbul afreizen voor een studietrip.
ELSA, the European Law Students Association, is the world's largest independent law students association. It comprises a membership close to 35 000 students and recent graduates who are interested in law and have demonstrated commitment to international issues. ELSA Maastricht is part of this huge network in which 41 European countries are represented. In the Netherlands, ELSA has six local groups. All of the local groups in Europe are trying to broaden the horizon of law students through offering different activities. This year ELSA Maastricht is focusing on establishing a new event series called ‘Law in Practice’. This monthly event is aiming at giving you a little more insight into what you can do with your legal studies after graduation. Furthermore we will be going on different study trips to Vilnius, Frankfurt and London in the next couple of month so that you can see for yourself what it is like to work in a law firm, a company or a legal department of an institution and meet other ELSA students.
Daarnaast biedt FIRST Maastricht je de mogelijkheid om actief te worden in diverse commissies. Deze bezigheden zijn prima te combineren met andere studie/studentenvereniging(en). Kortom,voor ieder wat wils en een mooie mix tussen serieuze en minder serieuze activiteiten. Voor vragen (bijvoorbeeld met betrekking tot lidmaatschap – slechts €15,- voor het eerste jaar + ontvangst van een belastingwettenbundel) bezoek firstmaastricht.nl of neem een kijkje op facebook.com/FirstMaastricht . Natuurlijk is het ook mogelijk om een keer langs te komen tijdens onze kantooruren op Lenculenstraat 14. Namens het bestuur 2012-2013 van FIRST Maastricht, Met vriendelijke groet, Jasper Meessen Secretaris 2012-2013 FIRST Maastricht
over Europe. However one of the most interesting opportunity for broadening your horizon, is becoming part of the Student Trainee Exchange Programme (STEP). This is an internships program which takes place all over Europe and might be especially interesting for our European Law School students. If you want to become a member, or would like to help out with organizing some of our activities this year, or have any question or would like to become part of the Student Trainee Exchange Programme, please send an email to: elsa@maastrichtuniversity. nl or visit us during our office hours (Monday – Friday from 10.30 – 12.00). For more information check the website: www.elsa-maastricht.nl . Keep up the ELSA spirit and we hope to see you soon at one of our activities!
Besides our local activities in Maastricht, the ELSA network also offers some interesting things as well, for instance seminars, conferences, summer law schools and moot court competitions all
52
Jurist in Bedrijf
studieverenigingen Beste lezer, JFV Ouranos is de grootste vereniging verbonden aan onze faculteit. Wij zijn een vereniging van rechtenstudenten met veel diverse activiteiten, waaronder de door ons georganiseerde boekenbalies, lezingen, feesten en de Law Student Intro. Deze zijn wellicht al bij u bekend. Indien u lid bent van JFV Ouranos kunt u uw studieboeken tijdens onze boekenbalies aanschaffen met 10% korting. Bent u nog geen lid, dan is dit onder andere een reden om lid te worden bij ons! Welke voordelen heeft u nog meer als lid van JFV Ouranos: ten eerste korting op alle activiteiten, en zelfs gratis toegang tot enkele activiteiten, kennis maken met toonaangevende advocatenkantoren en direct een groot netwerk van handige contacten en vrienden in Maastricht. Kortom, JFV Ouranos is een gezellige vereniging met heel veel voordelen, zonder enige verplichting! Indien u onze activiteiten niet alleen wilt bezoeken, maar ook mee wilt helpen bij het organiseren, spreek dan een van onze bestuursleden aan dit weekend en zij kunnen u meer vertellen.
Pleitgenootschap Gaius is een studievereniging die studie en gezelligheid goed weet te combineren. Ons pleitgenootschap telt zo´n 80 enthousiaste leden c.q. pleiters. Om de week vindt er een pleitavond plaats waar de leden leren om juridisch inhoudelijk, verbaal en non-verbaal sterk te pleiten. Aansluitend aan de pleitavond vindt er een borrel plaats waar onder het genot van een drankje nagepraat kan worden over de avond en de leden elkaar goed leren kennen, zodat er een gezellige en hechte groep ontstaat.
Er zullen op zeer korte termijn allerlei nieuwe voordelen verbonden zijn aan uw lidmaatschap van onze vereniging, te denken valt aan vaste kortingen, tijdelijke acties en interessante aanbiedingen op diverse locaties in Maastricht. Om altijd van de laatste updates op de hoogte te blijven raad ik u aan een kijkje te nemen op onze nieuwe website www.jfvouranos.nl en onze app te downloaden in de App Store of de Google Play Store. Namens het 29e bestuur van JFV Ouranos, Met vriendelijke groeten, Deni Tomasevic Secretaris der JFV Ouranos 2012-2013
Mocht je dus op zoek zijn naar een vereniging waar gezelligheid gecombineerd wordt met leerzame aspecten die een aanvulling vormen op je studie, wacht dan vooral niet en wordt lid! Voor informatie over wanneer onze pleitavonden plaatsvinden, activiteiten die wij organiseren etc. kunnen jullie terecht op:www.pleitgenootschapgaius.nl.
Buiten de pleitavonden richt pleitgenootschap Gaius zich op landelijke pleitwedstrijden zoals de Nationale Snelpleitwedstrijden en de Nationale Pleitmarathon. Tot onze trots hebben twee van onze beste pleiters in 2012 wederom de Nationale Pleitwedstrijd weten te winnen en werd een van onze deelnemende rechtbank-teams eervol derde. Natuurlijk mag ook buiten de pleitavonden de gezelligheid niet ontbreken. Zo organiseert pleitgenootschap Gaius ieder jaar tal van activiteiten waar de leden aan deel kunnen nemen. Zo vindt er bijvoorbeeld ieder jaar een kerstdiner plaats, georganiseerd door een van de commissies binnen pleitgenootschap Gaius.
Jurist in Bedrijf
53
studieverenigingen
AIESEC is de grootste internationale studenten organisatie van de wereld. Inmiddels is zij een begrip geworden en haar netwerk omvat meer dan 110 landen over de hele wereld. Het is de visie van AIESEC om jongeren de mogelijkheid te geven tot het ontdekken en ontwikkelen van hun leiderschapskwaliteiten om zo een positieve invloed te hebben in de samenleving. AIESEC Maastricht is een van de Local Committtees in deze internationale omgeving. Met een groep van 33 studenten, zowel full- als parttime, zorgen wij ervoor dat de regio Maastricht gebruik kan maken van AIESEC. Internationale stages Waar ligt jouw grens? AIESEC biedt jou de kans om een internationale droomstage te realiseren! Vanaf je 2de of 3dee jaar heb jij de mogelijkheid om met ons op respectievelijk een ontwikkelings- of managementstage in het buitenland te gaan. Door onze grote database is bijna alles mogelijk!
worden ook andere carrière-evenementen zoals Women at the Top and Future is yours georganiseerd door Make a Move. AIESEC Bestuursfuncties Voel jij je aangesproken door dit alles en wil je meehelpen om het bovenstaande te realiseren? AIESEC streeft ernaar om alle leden zoveel mogelijk te ontwikkelen; naast je taken krijg je vele mogelijkheden tot trainingen, internationale congressen en het vergroten van je netwerk! In november 2012 & april 2013 nemen wij nieuwe mensen aan. Meer informatie? mail naar:
[email protected] of kijk op www.aiesec.nl Ook kun je altijd langskomen op ons kantoor: SSC, B2.03 Of telefonisch contact opnemen: +31 (0)433885935
Make a Move Het Make a Moveteam is het team binnen AIESEC dat elk jaar de grootste carrièreweek van Maastricht organiseert voor studenten, met top bedrijven uit binnen- en buitenland. Daarnaast
54
Brug tussen student en bedrijf… “Ervaring is de beste leermeester.” Dit eeuwenoude spreekwoord beschrijft de relevantie van het opdoen van praktijkervaring. Praktijkervaring wordt in het bedrijfsleven een steeds belangrijker criterium als studenten solliciteren. Bedrijven nemen niet langer genoegen met een afgeronde universitaire studie. Integrand komt tegemoet aan de behoefte van studenten om een gedeelte van hun studie in te vullen met praktijkervaring. Het doel hiervan is het verkleinen van de kloof tussen studie en praktijk.
Diensten Buiten stagebemiddeling biedt Integrand ook andere mogelijkheden om student en bedrijf dichter bij elkaar te brengen. Zo organiseert Integrand Inhousedagen, Business Courses, bestuursledendagen en workshops op lokale evenementen. Daarnaast biedt Integrand bedrijven mogelijkheden om naamsbekendheid te vergroten door middel van mailings, posterservices en artikelen in het Integrand Magazine, verspreid onder ruim 100.00 studenten door heel Nederland.
Integrand Stichting Integrand, opgericht in 1980, is een landelijke onafhankelijke non-profit organisatie bestuurd door academische studenten. Integrand vervult een bemiddelende rol tussen studenten enerzijds en bedrijven en publieke instellingen anderzijds. Het verwerven van praktijkopdrachten op academisch niveau behoort tot de kernactiviteit van Integrand. Dergelijke praktijkopdrachten bieden de student de mogelijkheid om belangrijke en bijna onontbeerlijke werkervaring op te doen. Voor bedrijven is een samenwerking met Integrand ook erg aantrekkelijk. Integrand is een stichting zonder winstoogmerk en de bemiddeling geschiedt dan ook tegen een geringe vergoeding.
Bestuursjaar Voor academische studenten is het mogelijk een parttime bestuursfunctie te vervullen bij Integrand. Een bestuursjaar bij Integrand staat garant voor een leerzame, maar vooral ook gezellige tijd. De bestuursleden ontwikkelen hun professionele vaardigheden, leggen contacten in het bedrijfsleven, bezoeken andere Integrand vestigingen en gaan naar borrels, feesten en evenementen. Meer informatie Integrand Maastricht Bonnefantenstraat 2, kamer B2.23 • 6211 KL Maastricht Telefoon: (043) 388 53 50 • E-mail:
[email protected] Openingstijden: Maandag t/m vrijdag: 9.00 - 12.30 en 13.30 - 17.00
Jurist in Bedrijf
zelfstandigheid en weerbaarheid van vrouwen. Door gratis, laagdrempelig juridisch advies zorgen wij ervoor dat ook voor minder draagkrachtige vrouwen rechtshulpverlening binnen bereik ligt. Om de privacy van onze cliënten te waarborgen, hebben een geheimhoudingsplicht: persoonlijke informatie blijft binnen de muren van de rechtswinkel.
Wij willen door ons werk de rechtspositie van vrouwen versterken en een bijdrage leveren aan het vergroten van de
* Het inloopspreekuur wordt gehouden op donderdagavond van 19:00 tot 21:00 uur en op vrijdagochtend van 10:00 tot 12:00 uur.
studieverenigingen
In 1993 is de Stichting Vrouwenrechtswinkel Maastricht (VRW) opgericht door rechtenstudenten van de Universiteit Maastricht. Het doel van de Vrouwenrechtswinkel is het bieden van gratis juridisch advies aan vrouwen in Maastricht en omstreken, waardoor zij meer inzicht krijgen in hun juridische positie. De aard van de vragen die wij voorgelegd krijgen is dan ook erg gevarieerd. Zo krijgen wij onder andere vragen over pensioenregelingen, arbeidscontracten, huurrecht, alimentatie, echtscheiding, burenrecht en mishandeling. Onze werkzaamheden bestaan uit het houden van inloopspreekuren*, het organiseren en bijwonen van lezingen en andere workshops, het samenstellen en verstrekken van brochures en het schrijven van columns in De Trompetter en De Etalage. Ook houden wij maandelijks een spreekuur op het vrouwenopvangcentrum 't Wyckerhoes te Maastricht.
Naast het opdoen van juridische kennis, biedt de Vrouwenrechtswinkel ook bestuurs- en commissie-ervaring. Omdat wij erg veel waarde hechten aan een gezellig team, organiseren wij regelmatig borrels en andere activiteiten om dit teamgevoel te versterken. Mocht je nog vragen hebben of ons team willen komen versterken, stuur dan een e-mail naar
[email protected]. De volgende sollicitatieronde zal plaatsvinden in de week van 25 februari t/m 3 maart. Ben jij minimaal tweedejaars Nederlands recht student of European Law School regular track en heb je je propedeuse gehaald? Stuur dan voor zondag 24 februari je motivatiebrief en CV op naar bovenstaand e-mailadres!
Het Studenten Rechtsbureau Maastricht is een stichting voor en door Maastrichtse studenten. Onze doelstelling is het geven van gepast juridisch advies aan studenten die geconfronteerd worden met een probleem dat ze zelf niet kunnen oplossen. Het SRB verleent voornamelijk advies op het gebied van huurrecht, onderwijsrecht en arbeidsrecht. Daarnaast zijn wij behulpzaam bij tal van andere juridische zaken o.a. met betrekking tot (gemeentelijke) belastingen, zorgverzekeringen en studiefinanciering. Studenten kunnen ons hun vragen per e-mail voorleggen of zonder afspraak langskomen op ons kantoor. Ben je tweede- of derdejaars rechtenstudent en lijkt het je leuk om je juridische kennis in de praktijk te brengen? Dan is het misschien iets voor jou om ons team te komen versterken! Heb je interesse? Mail je motivatiebrief en C.V. naar
[email protected] Studenten Rechtsbureau Maastricht Bonnefantenstraat 2, Kamer B2.04 www.studentenrechtshulp.nl
Jurist in Bedrijf
55
AGENDA JANUARI: 31 januari
Boekenbalie JFV Ouranos
FEBRUARI 4-5 februari
Boekenbalie JFV Ouranos
5 februari
ALV en Wettenbundelborrel i.s.m. Loyens & Loeff First Maastricht
5 februari
CV-check op faculteit der rechtsgeleerdheid i.s.m. Carrièrebus Stichting Jurist in Bedrijf
12–15 februari
Trip to London ELSA Maastricht
20 februari
Belastingplan en maandelijkse borrel i.s.m. Deloitte First Maastricht
20 februari
Law in Practice: EU Career and CV Training Day ELSA Maastricht
21 februari
Interstedelijk debat Tilburg i.s.m. TFV de Smeetskring First Maastricht
22 februari
Kantoorbezoek en rondleiding douane Rotterdam JFV Ouranos
26 februari
Masterworkshop forensica JFV Ouranos
27 februari
Kantoorbezoek BDO First Maastricht
MAART 5 maart
FIRST open feest First Maastricht
5 maart
Open borrel in Preuverij JFV Ouranos
6 maart
Bedrijven- en Instellingendag 2013 Stichting Jurist in Bedrijf
7 maart
Law in Practice: Judges ELSA Maastricht
15 maart
Tax Battle KPMG Meijburg & Co First Maastricht
15 maart
Trip to Frankfurt ELSA Maastricht
20 maart
Law in Practice: Visit of Fragomen ELSA Maastricht
Opleidingscommissie Fiscaal Recht
Als Opleidingscommissie(OC) Fiscaal Recht 2012-2013 willen wij ons graag voorstellen en tevens informeren wij jullie graag over het reilen en zeilen van de OC fiscaal. Wie zijn wij? De OC Fiscaal Recht bestaat uit vier ambitieuze studenten te weten: Megan Ruigrok, Laurens Verkoijen, Rob van Roij en Jean Swillens. In samenwerking met diverse docenten van de fiscale vakgroep, vertegenwoordigen wij de fiscale Bachelor- en Masterstudenten van de Universiteit Maastricht. Wat doen wij? Wij behartigen de belangen van de toekomstige fiscaal jurist door de kwaliteit van het onderwijs te bewaken en waar mogelijk te verbeteren. Daartoe nemen wij één keer per maand zitting in het studentenberaad waarbij de studentleden van alle juridische opleidingscommissies (Fiscaal recht, Nederlands Recht & European Law School) en de faculteitsraad aanwezig zijn. Tijdens dit beraad worden de stand van zaken en interessante nieuwtjes besproken. Tevens wordt er maandelijks een OC vergadering georganiseerd waarbij de opleidingscommissies in hun volledige samenstelling (incl. stafleden) aanwezig zijn. Door middel van deze vergadering wordt een meer informele communicatie en discussie tussen tutoren, blokcoördinatoren en studentleden mogelijk gemaakt. De blokevaluaties van de voorafgaande periode, mits beschikbaar, vormen telkens een essentieel onderdeel van dit overleg. Elk student-lid neemt een paar vakken kritisch onder de loep om daar tijdens de commissievergadering verslag van te doen. Daarbij wordt de nadruk gelegd op zowel de positieve als negatieve punten die desbetreffend student-lid zijn opgevallen. Wat willen wij bereiken? Een korte greep uit onze speerpunten: • Stroomlijning Bachelor essay: De stroomlijning die is ingevoerd dient dit jaar geëvalueerd te worden.
toekomst
What’s going on...
• Bekendheid: Voor wat betreft onze input vertrouwen wij niet enkel op onze eigen intuïtie en ervaringen, de mening van de student als individu en als collectief staat namelijk hoog in het vaandel. In de nabije toekomst willen wij graag onze uitgangspunten en werkzaamheden veel meer van onze achterban doen uitgaan en dus niet enkel afhankelijk zijn de via IWIO ingevulde evaluaties. Dit is enkel mogelijk als wij bekend, bereikbaar en laagdrempelig zijn. • Procedurele aangelegenheden: Het is evident dat het onderwijs als zodanig van hoogstaande kwaliteit moet zijn echter wij realiseren ons ook dat de toegankelijkheid en flexibiliteit evenzeer van belang zijn. Het eerder bekend laten maken van de tentamenplanning, het laten opnemen van nagenoeg alle colleges en het openstellen van de inschrijvingsmogelijkheid voor de blokken vanaf het begin van het academisch jaar staan daarom ook op onze agenda! Hoe bereiken we dit? Door als studentleden onderling overleg te voeren en te evalueren gedurende het gehele jaar hebben wij constant een goed beeld van de gestelde doelen en ontwikkelingen. Daarnaast worden tijdens de maandelijkse commissievergaderingen en het studentenberaad ideeën geopperd, uitgewerkt en mits er voldoende draagvlak is worden deze tevens gerealiseerd. Een concreet voorbeeld in het kader van het vergroten van de bekendheid en bereikbaarheid is dat er samen met de andere opleidingscommissies van de rechtenfaculteit gestreefd wordt naar het opzetten van een Facebook pagina al dan niet in samenwerking met de Universiteit Maastricht. Is jou iets opgevallen tijdens het volgen van onderwijs dat meldenswaardig is en wil jij de kwaliteit van het onderwijs verbeteren voor jezelf en voor je medestudent? Aarzel dan niet en laat het ons weten! Contact:
[email protected]
Jurist in Bedrijf
57
toekomst
Hollande’s favorite drink The first thing that comes to mind when one thinks about France is wine. France counts many areas which are famous for cultivating grapes. Everybody has heard of Bordeaux, Champagne & Bourgogne. Thousands of farms located in these areas are specialised in rearing grapes. The French have mastered the art of making wine throughout the centuries. An authentic wine, say for instance Bordeaux, can cost up to 20 euros. Of course taxes, like excise, will inflate the cost price but in general the profit margin on a standard bottle is 46%. Therefor wine is the number one export product for France. In 2012, two billion bottles of wine were sold in supermarkets and local French liquor stores. French restaurants and cafes turned over a whopping six billion euro on wine alone, making wine the single most consumed alcoholic beverage. But recent studies have shown that beer is coming around. Beer from German-, Belgium- and Dutch brewers (like Heineken) is believed to be a luxury good. Especially in clubs and pubs, foreign beers are extremely popular. Although beer consumption in France is the second lowest in the EU, young tourists seem to prefer beer to wine.
Stef Plouvier François Hollande François Hollande won the French Elections and became Prime Minister on May 15, 2012. As a socialist he’s planning to pull his country out the economic crisis by raising taxes. Having already announced much higher taxes on the rich, Hollande now came up with a new controversial way of earning money; the so called beer-tax. This proposition imposes a 160-percent increase in the tax on beer. The earnings will go the Hollande’s social security programmes. His government calculated that the tax increase would raise 480 million euro to boost social benefits such as medical insurance and elderly care. The tax increase will affect local brews and the 30% of imported beer. Beer will cost 20% more in bars and supermarkets.
Wine became the beverage for the enlightened in contrast to beer that was brewed by Catholic monks. Vineyards were built by farmers in order to provide the people with wine in the French cities. A wine making culture was born. This history lesson explains where most of the complaints about the beer tax come from Belgium, Germany and the Netherlands. Beer consumption in France is for 30% in the hands of multinationals, which are based in one of the countries mentioned above, whom have branches in France. They feel
History During the French revolution, Trappist monks fled France and took their beer making with them to Belgium, Germany and the Netherlands. Setting up new breweries that led to a beer making culture in these countries. These small breweries were the foundation of multinationals, such as Heinenken, Amstel Beer & Bitburger.
58
Jurist in Bedrijf
that the country in which they pay taxes and employ thousands of people is punishing them. A consumer entering a bar will find that a small beer is suddenly 40 to 50 cents more expensive. Trying to retain clientele brewers will absorb most of the tax themselves. Multinationals with great clientele can do this, but a small domestic brewery can’t. These brewers will have to pass some of the costs onto the consumer, which in the long term can lead to bankruptcy.
toekomst
Sin Taxes The taxes on beer and other harmful products are so called “sin taxes”. These kinds of measures are popular because they simultaneously raise venue and reduce the consumption of harmful goods. This measure is an example of the “nanny-policy” first observed in New York where soda filled with sugar was banned, as they were believed to be injurious. Sin taxes are also applied to products like cigarettes and other alcoholic beverages, like wine. The trade group of European beer producers has called this new tax a punishment for all brewers. They declared in a statement that this could well be the end of small French brewers and entrepreneurs. Olivier Bergeron, chief of “Brewers of Europe”, called Hollande’s measure for raising venue short-sighted and dishonest because it only affects one sector. The arguments, raising revenue and reducing consumption of “harmful goods”, are equal for wine as for beer. Adversaries of sin taxes state that when people are responsible for their own action one’s government should not attempt to regulate their behaviour by taxation. Due to the economic meltdown in 2007 European brewers saw their sales volume drop by 15%. People started drinking more at home and the bar sector began to diminish quite considerably. The BBC investigated the effect of Hollande’s burdening to beer drinkers and they believe that this measure would drive bar owners to bankruptcy. People will think twice about ordering a beer in a pub.
Schengen Area, which operates like a single state for international travel with external border controls for travelling in and out of the area, but with no or minimal internal border controls. The borderless zone created by the Schengen convention, the “Schengen Area”, currently consists of 26 European countries, among them Belgium and France. Belgium appeals on the agreements made in the Schengen Convention; they believe that raising taxes on foreign products does not corresponds with the convention’s believe of a borderless Europe. The French delegation in the European Parliament refutes this by saying that taxes on beer are low in France compered with other countries. This measure would bring balance; bringing taxes on beer on the same level as in other European Countries.
Belgium vs. France Belgium brewers have complained the most about the raise. Belgium, that counts the most small breweries in Western Europe, finds the tax protectionists and in opposition to the European convention. On June the 14th in1985, several European countries signed the Schengen Agreement. The Agreement created a borderless
Future It is uncertain whether the measure actually will take effect, but it’s clear that it will bring about many consequences. Opponents expect that many small breweries will go under and big international breweries will prevail. They also believe that a government must not control its residents by raising taxes, like sin taxes.
Jurist in Bedrijf
People should be liable for their own dealings and authorities should respect this. Taxes like this beer-tax can be experienced as protectionist. Adversaries believe that France is protecting it’s own wine sector by making beer less attractive to buy. On the other hand measures must be taken to fill the gap in France’s social security system. By taking it out on the French beer drinker, Hollande only affects a relatively small group. This is the same side of a democracy; minorities are often not heard. Taxes on beer are believed to be low in France in comparison with the rest of Europe; this measure would straighten that out. Conclusion The arguments contain both pros and cons but how would French vineyard owners react if Belgium imposed a 160 per cent higher tax on wine because only a small group of Belgians drink wine? If France wants to discourage the use of alcohol it should raise taxes on wine as well: after all a glass of wine contains more alcohol than a glass of beer. The only explanation can be that Hollande is reluctant to raise more tax on the nation’s favourite alcoholic drink.
59
toekomst
A new Egypt? “We don’t want to return to an era of one opinion and fake, manufactured majorities. The maturity and consciousness heralds that Egypt has set on a path of democracy with no return. Regardless of the results, for the sake of building the nation, efforts must unite. There is no alternative to a dialogue that is now a necessity.” These words where spoken by the president of Egypt after the new constitution was approved with a result of 63.8%. After a period of almost thirty years, former president Hosni Mubarak decided, under pressure from the people, to retire as president. Mohammed Morsi became the first democratically elected president in the history of Egypt. As a result, the Egyptian army announced to hand over power to the new president. What kind of power Morsi actually gained was not clear, but pretty soon he made one of his most controversial moves by drafting a new constitution. Disagreement between the opposition and the government was the result. Morsi claimed that the new constitution provides rights and protection for all Egyptians, but how will the new constitution really affect the people?
Loïc van de Walle Arab spring Egypt is with it’s 82.536.770 citizens, the most populous country in the ‘Arab world’. In February 2011 a revolution started when Hosni Mubarak resigned and turned the power over to the military. On January 25 , after 18 days of massive public demonstrations, it became clear that more than 800 people where thought to have been murdered by the police. Military promised to protect demonstrators and stopped supporting Mubarak. This was a capstone event of the Arab Spring, inspiring demonstrators in countries like Libya and Syria. Mohamed Morsi On April 13, 2011, president Mubarak was arrested and a few days later his party was lost it’s ‘legal status’ in Egypt. In June 2011, the ‘Freedom and Justice Party’, established by ‘The Muslim Brotherhood’ got legal status. When in November 2011 the elections were held, Morsi’s party gained 235 of the 508 seats in the parliament. This was a first step to a majority of votes in the elections for a new president held in May 2012. Mohammed Morsi won, and became the first freely elected president in Egypt.
60
On the November 22, 2012, the new Egypt’s President granted himself new powers. He also declared himself immune from legal oversight and ordered the retrial of Hosni Mubarak. Amnesty International said that his newly acquired powers ‘trample the rule of law and herald a new era of repression.’ By giving himself this kind of powers he granted himself preventing any legal challenge of his decisions until the election of a new lower house of parliament, the Assembly. His opponents protested against the way he expanded his powers and how he is trying to bring the judiciary under control, they see it as a return to dictatorship. His supporters see this far-reaching power as an attempt to control the chaos, and make the slow transition to democracy more smoothly. The advisers of Morsi agree, they say that this development is necessary to cut through the deadlock that has stalled Egypt’s difficult political transition, which started almost two years ago when president Mubarak handed over his power. On the 8th of December, 2012, Egyptian President Mohammed Mor-
Jurist in Bedrijf
"Many judges believe that the draft constitution is established under undemocratic circumstances"
si cancelled the controversial decree, which greatly expanded(hoe bedoele je dit) his powers. The most controversial article, which placed all of Morsi’s actions beyond judicial review, is gone. But his plans to push forward the rest of the new constitution remained the same. Controversial drafting of the constitution In June 2011, an agreement was set between the political parties regarding the make-up of a new panel. This panel included politicians, members of armed forces, police, judiciary and trade unions, as well as Muslim and Christian leaders. Liberals, secularist and Coptic Christians continued complaining about
The final draft was approved on November 29, 2012. The 100-member constituent assembly protects some rights and undermines others. Morsi
granted the 100-member panel until January 2013 to complete the draft constitution, a two-month deadline. Until the defining document was complete, no authority was allowed to dissolve. Although the opposition disagreed with the rushed way the constitution assembly was operating, the panel had approved the draft and it was sent to president Morsi. He called a referendum, which took place in two steps, in December 2012. Content According to ‘Human Rights Watch’, one of the world’s leading independent organizations dedicated to defending and protecting human rights, the new constitution does not end military trials of civilians neither does it protect freedom of expression and religion. Mubarak was president of Egypt for almost thirty years, the new presidents term is limited to two four-year terms. Furthermore from now on, presidents have to get an approval of the parliament for their choice of prime minister. The president can only declare war after the approval of the parliament and must consult a national defence council
Jurist in Bedrijf
with heavy military and security membership. Also the rights of women are criticized. There should be a balance between a woman’s obligation to family and public work but it also says that the state must protect ethics, morals and public order and guard the true nature of the family. Little detail is the fact that there are only seven women in the assembly. The new law suggests that she can be held accountable if her family duties conflict with her public role. There is no such kind of interference regarding men. There is also a guarantee for freedom of religion in article 30, but article 37 restricts the right to build houses of worship to three monotheistic religions, Islam, Christianity and Judaism. This seems to be a contradiction. The new constitution is guaranteeing protection of the ‘true nature of the Egyptian family’, but criticisers see this as a state control over the contents like books or films.
toekomst
the seat distribution. Although the drafting is said to be more controversial than the text itself, there are still some heavenly criticized changes. The Islamist-dominated panel retained some principles of Islamic law as the main source of legislation. In a meeting held in less than two days, the panel hastily rushed trough 234 articles. Liberals and Christians boycotted the Egyptian panel that was rushing through the assembly. They said that the vote was the failure of Islamist to compromise on key issues. The panel wanted the quick adoption of the changes because a few days later the Egypt’s highest judicial power was expected to rule on whether to dissolve the panel. This step was aimed to sidestep a power struggle between the president and the courts regarding the control of the political transition. Hossam elGheriani, the chief of the assembly, criticized the boycotting members by saying: “Come back to us so that we welcome you and you can be our partner.”
Opposition A special committee, called the Constituent Assembly, has spent the past few months examining the text of the new Constitution. Morsi
61
Find us on facebook
r u o y t star re e h y e n r u o j
Juridische dienstverlening bij Simmons & Simmons kent geen grenzen. We creëren voortdurend innovatieve diensten en producten voor cliënten. Daarom krijgen toptalenten bij Simmons & Simmons de gelegenheid om met een kritische blik de juridische wereld in te kijken. Neem voor meer informatie contact op met onze recruiter: Willemijn van Bekkum E
[email protected] T 020 722 2504 of kijk op www.werkenbijsimmons.nl.
See our world See our world
Finally, the opposition in Egypt chose to call on his supporters to vote against the constitution on the two days the referendum was held. The leader of the opposition party warned that they would boycott if judges do not monitor the referendum, or if the state cannot adequately secure the safety. An association of judges stated that ninety per cent of the judges boycotted the referendum. Many judges believe that the draft constitution is established under undemocratic circumstances. Referendum Mohamed Morsi signed Egypt’s new constitution into law on Wednesday the 26th of December 2012, shortly after the referendum result showed a support of over 60%. Not yet al votes had been counted, but President Mohamed Morsi claimed it was enough for him to approve the law because of this large majority. The final figures from the elections commission showed the constitution was adopted with 63,8% of the votes, which gave the Islamists their third straight victory at the polls since the ending of Mubarak’s three-decade-long presidency in a 2011 ‘revolution’. Future The new constitution is the first
that has been drawn up and adopted by the agreement of the people of Egypt. With 63,8% ‘yes-voters’ at the referendum, still a significant part of the population is against it. In an attempt to reassure opponents, Morsi said in parliament that every citizen of Egypt is equal before the law and the Constitution. He promised "freedom for everyone, without exception." Criticizers are still sceptical. According to them, the new constitution restricts freedoms and thinks Islam gets the last word. Moreover, the opposition still doubts if the Constitution is legal, because it was adopted without national consensus and the turnout of the referendum was very low. On January 6th, Morsi rearranged the Egyptian Cabinet by reassigning ten ministerial posts. This rearrangement, which President Mohammed Morsi had promised in response to public anger, affected two key ministries, the interior and finance. The reassignment made the control of the Islamic government bigger. Three portfolios are now in the hands of members of the Muslim Brotherhood. The opposition has no seat in the new cabinet. Furthermore, Egypt was suspended during the political changes over the new constitution. December 30th the Egyptian pound fell to a record low against the dollar. Monday January 7, 2013 a senior IMF official arrived in Egypt for talks on a vital loan of US$ 4.8 billion. Calculations made by officials stated that the budget deficit will grow to 200 billion Egyptian pounds (wat is dit in US$?). Due to the turbulent political situation, earlier cuts in government spendings were cancelled. The ‘new’ Government now will soon be introducing increases in tax and cuts in subsidies. These measures are part of the requirements that IMF and the World Bank demanded for negotiating further about the US$ 4.8 billion loan. Fact is that half
Jurist in Bedrijf
"In a meeting held in less than two days, the panel hastily rushed trough 234 articles"
toekomst
wanted to break with the politics of the regime of former president Mubarak. With the creation of the Constitution, the problems started already in the first committee with representatives of all the political currents, but the opposition walked out of the committee. This resulted in a constitution, which was drawn only by the fundamentalists. With a referendum ahead and the approval of the draft, the opposition began debating what they should do. At first they thought of also boycotting the referendum, but this would only have negative effect, because this would led to a positive outcome of the referendum.
of the 85 million citizens of Egypt live at or below the poverty line. Hence, new economic decisions will most probably lead to public unrest. Conclusion It is very hard to say where Egypt stands in a couple of years. But after a period of more than 30 years of Mubarak, a democratic elected president and a new constitution that was approved thanks to a referendum, seems an improvement. Meanwhile, the whole world is watching the ‘Arab spring’ and Egypt. It seems that Morsi wants to ‘clean up the mess’ and start a new republic with a new constitution, but the way Morsi takes his decisions is more than controversial. Criticizers say he is making decisions like a dictator. Liberals, Christians and other minority opposition groups felt excluded from the Constituent Assembly that drafted the constitution but with a majority of the people, it is a democratic way of approving the law, regardless the content that has some really controversial new regulations. The opposition will not support the new constitution and people are afraid of new protesting and chaos. With two such difficult groups, ‘One Egypt’ seems impossible, but Morsi still believes in a better Egypt during his term. Morsi argued after signing the new constitution that Egypt is about to enter “an era with greater security and stability” and vowed to promote “growth, progress and social justice.”
63
toekomst
European Cookie Law Nearly all websites use cookies, which is an extremely common technology for remembering anything about a visitor between webpages. Cookies are commonly used for logging in, remembering preferences, tracking visitors and more. Cookies are useful because they allow a website to recognize a user’s device. On May 26th 2011, new rules governing the use of cookies by websites came into force in Europe, named the ‘Cookie Law’. This is a new piece of privacy legislation that requires websites to ask their visitors for consent to store or retrieve any information on a user’s equipment, such as their computer of any other web-connected device, like a smartphone or tablet. The new particular law is intended to help protect people's online privacy, by making consumers aware of how information about them is collected by websites, and enable them to choose whether or not they want to allow this. For example, if you search for "cell phone" in Google, they use cookies to remember this. Later in the day, on another website, Google may target cell phone-ads at you because they remember who you are. This might not sound too scary until you think how many thousands of searches you do on Google, and how much they probably know about you as a result. Cookies are important in the provision of many online services. Therefore, using such technologies is not prohibited by the Regulations, but they do require that people are told about cookies and given the choice as to which of their online activities are monitored in this way.
Carlijn Martens What is a cookie? A cookie is a modern and complicated technology for remembering information between webpages. They are mostly used to make the web experience better, like automatically logging you in to a site on return visits, or remembering settings like text size. In reality, a cookie is a small file, typically of letters and numbers, downloaded on to a device when the user accesses certain websites. Websites use these little files, named cookies, as a kind of memory. They are stored in your browser and enable a site to ‘remember’ little bits of information between pages or visits. Due to their core role of enabling usability or site processes, disabling cookies may prevent users from using certain websites. Cookies are created when a user’s browser loads a particular website. The website sends information to the browser which creates a text file. Every time the user goes back to the same website, the browser
64
retrieves and sends this file to the website's server. Computer Cookies are not created just by the website the user is browsing, but also by other websites that run ads, widgets, or other elements on that page. These cookies regulate how the ads appear or how the widgets and other elements function on the page. A cookie only contains data, it does not contain a code. Therefore, a cookie cannot contain a virus or spyware. Accordingly, they cannot make copies of themselves and spread to other networks to execute and replicate again. Since they cannot perform these functions, they fall outside the standard virus definition. This does not mean that all cookies are harmless, but just that they can only store information. Ass you may already know, not every type of cookie is the same. We can divide four different types of cookies. Session cookies A session cookie expires when the user closes their browser, and so-
Jurist in Bedrijf
"The intention is to increase the privacy of the end user and prevent organisations from obtaining information about people without them knowing about it"
metimes just after a certain period of time has elapsed. They may be used for a variety of purposes such as remembering what a user has put in their shopping bag as they shop at online websites. Sessions are ideal to remember if a user has logged in to a website. When they close their browser they are automatically logged out. They could also be used for security when a user is accessing
Persistent cookies A persistent cookie expires after a fixed date, for example after one year. They are not cleared when the user closes their browser. A common use of a persistent cookie is the “keep me logged in” box found beneath many login areas. Persistent cookies are stored on a users’ device in between browser sessions which allows the preferences or actions of the user across one or more website to be remembered. First party cookies A first party cookie is restricted to the same domain as the website you are viewing. For example, if you were visiting www.juristinbedrijf. nl, a first party cookie would only be readable by pages inside this particular website. First party cookies in basic terms are cookies set by a website visited by the user - the website displayed in the URL window. Third party cookies A third party cookie is set by a domain other than the one the user is visiting. If a user visits a website and a separate company sets a cookie through that website, this would be a third party cookie. Third party cookies are most commonly used for tracking users by advertising networks, search engines and social media sites. However, because they allow tracking between websites that a user may not expect, they are generally rejected by privacy advocates. The use of ‘third party tracking’ cookies in particular is what the European Union wants to raise awareness of with the new law. By requiring websites to inform and obtain explicit consent for cookies, it aims to give the web users more control over their online privacy.
Whether a cookie is ‘first’ or ‘third’ party refers to the website or domain placing the cookie. The Law The new law that came into force in May 2011 in Europe, requires the following: “A person shall not store or gain access to information stored, in the terminal equipment of a subscriber or user unless the requirements of paragraph (2) are met. (2) The requirements are that the subscriber or user of that terminal equipment(a) is provided with clear and comprehensive information about the purposes of the storage of, or access to, that information; and (b) has given his or her consent’’ In essence, Member States shall ensure that the storing of information or the gaining of access to information already stores, in the terminal equipment of a subscriber or user is only allowed on condition that the subscriber or user concerned has given his or her consent. The ‘cookie warning’ need to tell people that cookies are there, explain people what cookies are doing, and
Jurist in Bedrijf
obtain their consent to store a cookie on their device. So from now on, rather than the "Opt out" option for website visitors, websites will need to specifically gain the consent of their visitor and they must "Opt in" to be able to store cookies on their computer or other devices. This is expected to be difficult to manage and enforcement will more than likely be done strictly and with encouragement rather than with the threat of fines and penalties. In short this means that before somebody can store or retrieve any information from a computer, mobile phone or other device, the user must give informed consent to do so. The intention is to increase the privacy of the end user and prevent organisations from obtaining information about people without them knowing about it.
toekomst
internet banking or to facilitate use of webmail. Because session cookies expire after a browser session, they may sometimes be considered less privacy intrusive than persistent cookies.
In fact, the law on this subject is actually not just about cookies, but because it affects them so much, people have started calling it the ‘Cookie Law’. In theory, this law is about all technologies which store information in the terminal equipment of a user, so that includes socalled Flash-cookies, Silverlight and many more.
65
toekomst
Prof. mr. G.P.M.F. Mols
Over de toekomst valt weinig te zeggen Over de toekomst valt weinig te zeggen. Sommigen zijn een andere mening toegedaan en denken in staat te zijn zelfs de toekomst te voorspellen. Zij weten wat er gaat gebeuren, terwijl ik al moeite heb me voor te stellen wat er in het verleden al niet allemaal heeft plaatsgevonden. Weet niet of ons geheugen een aparte afdeling heeft waar je herinneringen opslaat aan wat anderen zeggen dat zal gaan gebeuren, naast het kastje met laden waarin je het verleden hebt opgeborgen. Dat wil niet zeggen dat je over de toekomst niet kunt mijmeren en kenbaar kunt maken wat je meent dat er zou moeten gebeuren. Neem de beroepsopleiding voor de advocatuur. Er schijnt een nieuwe te moeten komen. Daar zijn ontegenzeggelijk redenen voor en de vraag is vervolgens hoe die opleiding eruit moet gaan zien en vooral ook of die opleiding gaat voldoen aan de eisen die daaraan nu worden gesteld. Centraal staat daarbij het zoeken van het antwoord op de vraag wat voor soort advocaten willen we eigenlijk? Wat heeft de samenleving in de 21ste eeuw nodig? Zijn het voornamelijk technici die blind voor de belangen van de cliënt het recht zodanig doen bewerken dat zij en hun klanten steeds aan het langste eind trekken? Zoeken we creatieve denkers die ook oog hebben voor de noden van deze samenleving en vooral van toekomstige generaties? En hoe zit het met de glamour? Staat die nu extra onder druk omdat een van slands meest bekende advocaten dreigt uit het ambt gezet te worden onder andere vanwege de te grote nadruk op glamour die de belangen van de cliënt eenvoudig kan overschaduwen? Belangen van cliënten kunnen goed samengaan met de noden van de samenleving. Het zijn vaak advocaten die nieuwe ontwikkelingen in de rechtspraak entameren bijvoorbeeld als het gaat om de toepassing van fundamentele rechten zoals die onder meer toekomen aan kinderen en andere kwetsbare groepen in onze samenleving. Het stimuleren van die drive zou een welkome bouwsteen zijn voor de nieuwe beroepsopleiding. Tegelijkertijd moeten we de betekenis van de beroepsopleiding niet overschatten. De kwaliteit van de advocatuur wordt voor een belangrijk deel bepaald door de kwaliteit van de juridische studenten die de universiteit verlaten. En aan de opleiding van de jurist kan in ons land nog wel het een en ander dramatisch worden verbeterd. Hoe staat het bijvoorbeeld met de algemene ontwikkeling van de jurist op belangrijke terreinen als kunst en literatuur, psychologie en sociologie , statistiek, om er maar eens een paar te noemen. De beroepsopleiding, hoe nieuw ook, kan hier weinig aan veranderen, daarvoor is zij te kort en te zeer gericht op de vaardigheden waarover de advocaat dient te beschikken. En ja ook daar kan nog wel wat nieuwe scholing op worden ontwikkeld. Of dat tot een nieuw type van advocaat zal leiden? De toekomst zal het leren.
66
Jurist in Bedrijf
Je bent derde- of vierdejaars rechtenstudent en je hebt ambitie. Dan schrijf je je in voor de vijfdaagse Masterclass van 7 tot en met 13 mei 2013 op ons kantoor in
STBB2NY
New York. Want daar pak je tijdens workshops samen met ons zaken aan binnen een
breed scala van rechtsgebieden en leer je onze internationale rechtspraktijk beter kennen. En natuurlijk laat je de stad zelf ook niet links liggen. Kortom, net als vorig jaar, vijf dagen ‘work hard, play hard’ in New York. Je kunt je tot en met 10 maart 2013 aanmelden via onze website www.werkenbijstibbe.nl