Windesheim, wat is dat eigenlijk? En bestaat er zoiets als een ‘Windesheimgevoel’? p4
17
21 mei 2015, jrg 23 win’ is het nieuws- en opinieblad van Windesheim
pagina 8
Illustratie: judy ballast
/ nieuws
/ nieuws
/ opinie
/ campus
Windesheim vergoedt examengeld Engels p2
Duurzame inzetbaarheid voor iedereen p4
‘Praat over drijfveren en idealen!’ p6
Frontflips, backflips en dubbele salto’s p10
Engels niveau B2 wordt waarschijnlijk verplicht voor alle buitenlandstages. Het college van bestuur heeft geld beschikbaar gesteld om examenkosten te vergoeden.
Nieuwe regeling biedt tot 90 uur per jaar voor professionalisering én zorgtaken. Petra Petersen: ‘Dit geldt voor alle medewerkers, ongeacht leeftijd of loopbaanfase’.
Radicaliserende jongeren worstelen met existentiële vragen. Juist docenten kunnen hen daarbij helpen door het gesprek hierover aan te gaan, aldus docent Birgit Pfeifer.
Calo-student Johannes Koopmans begon als turner, maar toen hij voor het eerst iemand zag freerunnen, was hij meteen verkocht. “Het gaat om de trucjes.”
2 /nieuws ’/silke
Ode aan het vaderlijf Afgelopen week werd ik blij van het nieuws. Het nieuws zei namelijk dit: het is enorm in de mode om van vaderlichamen te houden. Ik voel dat ik dit even toe moet lichten. Het vaderlichaam is niet zozeer het lichaam van je eigen pa, maar het is een mannenlijf dat niet volkomen glad en afgetraind is, en met blokjes en andere gladde dingen, maar juist met een buikje en borsthaar. Geen vent die je in een onderbroekenreclame tegenkomt, maar juist een lijf dat je regelmatig op straat ziet. Dat van de gemiddelde man, die zo maar eens een drukke vader zou kunnen zijn. Het vaderlijf. Ik vind het fantastisch. En ik vind dat het zo hoort. Dat zit zo. Mannen zijn een soort oermensen. Ze laten boeren, ze lachen, ze slapen. Ze leven met een stuk minder zorgen dan vrouwfiguren doen. Die maken zich druk over van alles. Veel te veel en veel te vaak. Die willen mooi zijn en strak en zonder vet haar en als het even kan met een platte buik. Mannen daarentegen zijn vaak te druk met andere dingen. Het boeit ze niet zo, hoe ze eruit zien. Over het algemeen dan. En ik vind dat leuk. Ik vind het helemáál leuk als je dat aan ze kunt zien. Dat is het geval bij mannen met het vaderlichaam. Eén ding is daarbij het belangrijkst. Ik vind dit: een man moet iets lelijks hebben. Iets wat niet klopt. Een neus die naar links wijst. Een baardje in een onverklaarbaar model. Een lichtelijk spekkig buikje dat er tien jaar terug nog niet zat. Met van die stugge haren erop die niet kunnen besluiten welke kant ze op willen wijzen. Een man moet niet te mooi zijn: dan klopt ‘ie niet meer. Oermannen vind ik nou eenmaal de officiële, oorspronkelijke soort mannen: in de oertijd hadden ze namelijk ook geen hipstermannen die tijd hadden om hun borsthaar bij te werken en zich in skinny jeans te trainen. Toen was het vaderlijf óók al in de mode. En als zo’n figuur dan ook nog eens een blije baby uit z’n drukke vaderbestaan op zijn arm draagt, ja… dan ben ik om. Doe mij er ook zo een. SILKE POLHUYS
is derdejaars journalistiek
’/er wordt gezegd “Mensen kijken er vaak gek van op als ik zeg dat ik christen ben. Dat komt denk ik door mijn taalgebruik, ik heb nooit gevloekt, maar wel heel veel gescholden. Dat ben ik nu aan het minderen.” Journalistiekstudent Tom in het Nederlands Dagblad van 25 april.
u
“In zo’n hogedrukpan komt het aan op snel analyseren en goed richting geven aan je beslissing. Daarin was dit team echt top.” Aldus Michiel Steenman, lector Supply Chain Finance en initiatiefnemer van de Global Student Challenge, die begin april op Windesheim werd georganiseerd. De winnaar werd het team uit India. (Persbericht Windesheim)
u
“Een ondernemende houding, waarbij de student regelmatig afstemt met, en actuele kennis opdoet bij technische bedrijven, is naast het werken aan teacher skills een vereiste om blijvend in te kunnen spelen op de veranderingen in de technische sector. Dit vraagt om studenten met een 8+ mentaliteit.” Aldus Karijn Helsloot, projectleider van het Teachers College in Almere, en Tijmen Schipper projectleider van het Teachers Tech College Oost-Nederland, in een bijdrage in Science Guide.
u
win’/nieuws
21 mei 2015 · nummer 17
3
Windesheim vergoedt examengeld Engels
Kort nieuws
Cursusaanbod Talencentrum uitgebreid
Op kamers in een bejaardentehuis
u Engels
niveau B2 wordt wellicht verplicht voor buitenlandstage
u College
van Bestuur heeft geld beschikbaar gesteld om examenkosten te vergoeden
Een goede beheersing van het Engels is vooral van belang voor studenten die in het buitenland stage willen lopen. De kans is niet denkbeeldig dat zij straks, volgens de Europese regels, Engels op niveau Cambridge B2 moeten beheersen. De Centrale Medezeggenschapsraad heeft het College van Bestuur in dit verband verzocht om het Engels onderwijs op Windesheim een boost te geven, waarop het College hiervoor onlangs 3,5 tot 5 ton heeft gereserveerd. Dit maakt het mogelijk dat studenten die straks het certificaat FCE (dat is niveau B2) halen, het examengeld (220 euro) van Windesheim terugkrijgen. Daarmee is deze cursus overigens zeker niet gratis; studenten moeten nog steeds de gewone cursusgelden, rond de 650 euro, zelf opbrengen. De Cambridge-cursus FCE maakt onderdeel uit van het pakket van het Talencentrum, dat haar aanbod het komend jaar sterk gaat uitbreiden. Ze duurt 28 weken, twee uur per week. Op dit moment zijn er al studenten die de cursus volgen, maar Binne Keulen, coördinator van het Talencentrum hoopt de komende maanden veel meer studenten hiervoor te interesseren. En het resultaat moet ook beter zichtbaar worden voor toekomstige werkgevers. Keulen: “We maken er een Windesheimbrede onderwijsmodule van, zodat het certificaat ook op het diploma-supplement zal komen te staan.” Studenten die de
cursus volgen, zouden volgens Keulen daarnaast vrijstelling moeten kunnen krijgen voor gelijkwaardige Engelse lessen van hun eigen opleiding: “Daarover zijn we nog in onderhandeling. Sommige opleidingen zijn niet ingesteld op het verlenen van zo’n vrijstelling. En als het gaat om specifieke vormen van Engels onderwijs hier op Windesheim, zoals Business English of technisch Engels, moet dat nog goed uitgezocht worden.” Voor studenten die voor stage of studie naar het buitenland gaan, maar niet het niveau B2 hebben, komt er vanaf februari 2016 een snellere cursus ‘English abroad’, die maar een half jaar duurt. Als B2 een harde eis wordt, zullen buitenlandgangers-met-te-laag-niveau de cursus moeten volgen. Maar niet alleen voor studenten, ook voor docenten komt er een breder cursusaanbod. Naast de bestaande cursussen FCE en CAE (voor Cambridge niveau C1) start er in september een korte ‘Preparatory Course’ voor iedereen voor wie de stap naar B2 nét te groot is. Ook komt er een cursus CPE, die de cursisten brengt naar Cambridge Engels op het hoogste niveau, C2. Keulen: “Daarmee kunnen we als Talencentrum straks het hele spectrum aan cursussen bieden.” Ook nieuw is de cursus Classroom English, een didactische cursus voor docenten met B2. Tot slot komen er cursussen voor het geven van lezingen in het Engels, en het schrijven van artikelen voor de vakliteratuur. Voor iedereen die te maken krijgt met Engelssprekende bezoekers, bijvoorbeeld aan de vele servicebalies, komt er een cursus Effective Communication. Keulen: “Voor de juiste, zakelijke woordenschat, en ook de juiste toon.” (MH)
Volgend jaar kun je een kamer huren in woonzorgcentrum De Molenhof. Dat is althans een plan van de directie van de organisatie. Door versobering van de ouderenzorg zullen er in de toekomst meer kamers in het woonzorgcentrum leeg komen te staan. Daarom wil De Molenhof kamers beschikbaar maken voor studenten. Je moet er wel wat voor doen om een kamer te krijgen, bijvoorbeeld zorg verlenen of klusjes opknappen voor de ouderen. De bewoners zijn niet allemaal positief en mogen nog reageren op het voorstel. In juni wordt besloten of het plan doorgaat. (JS)
3D-borden voor Almere
Een groep eerstejaarsstudenten mobiliteit van Windesheim Almere heeft nieuwe stadsplattegronden voor de gemeente Almere ontworpen. Docent Raoul Teekamp liet de studenten de nieuwste technieken gebruiken, waarbij gebouwen op de kaart een 3D-aanzien krijgen en afstanden worden aangegeven in wandel-minuten in plaats van kilometers. De studenten maakten ontwerpen voor het station, het winkelcentrum en het gebied rond Windesheim. De beheerder van De Landdrost wil de kaarten mogelijk gebruiken voor bewegwijzering. (EM)
Bijeenkomst integrale veiligheid
Studentenkoor Zwolle: “Dankzij het
Foto: jasper van overbeek
samen zingen zijn we bij het roeien al goed op elkaar ingespeeld.”
‘Een blaar hoort er kennelijk bij’ Volgende week wordt de roeiwedstrijd voor studentenverenigingen gehouden en de teams zijn al volop aan het oefenen. “Flink pittig zeg, dat roeien!”, zegt informaticastudent Ronne. Hij roeit dit jaar voor het eerst en loopt gelijk tegen allerlei problemen aan: “Het is moeilijk om de riem met de juiste kracht door het water te halen. Soms zet ik te veel kracht, dan slaat de riem over het water heen en komt de boot geen
meter verder. En soms blijft de riem juist steken in het water, dat schiet ook niet op.” Elf verenigingen doen dit jaar mee aan de strijd om de Verenigingsbokaal. De jaarlijkse roeiwedstrijd wordt georganiseerd door studentenroeivereniging Boreas. Boreanen helpen de verenigingen in de voorafgaande weken met trainen. Ronne: “Bij de training van vorige week liep ik een blaar op, dat is nu een open wond”, vertelt Ronne. “Welkom bij de club, zei onze Bore-
aan. Dat hoort er kennelijk gewoon bij!” Ronne zit bij het Studentenkoor Zwolle (Stukoz). Als zangvereniging hebben ze een voordeel, denkt hij: “Bij roeien moet je samenwerken, bijvoorbeeld op hetzelfde moment een slag maken. Bij het zingen is dat net zo, je moet op hetzelfde moment dezelfde woorden zingen en op dezelfde toonhoogte zitten.” Behalve een prijs voor het snelste team, is er ook een originaliteitsprijs,
die twee jaar geleden door StukoZ in de wacht werd gesleept. Het team zong toen het lied ‘Al die willen te kaap’ren varen moeten mannen met baarden zijn’ en de teamleden droegen allemaal een baard. Oók het enige vrouwelijke lid. De wedstrijd vindt plaats op woensdag 27 mei om 15.30 uur aan de Holtenbroekerdijk en de prijsuitreiking en afterparty zijn ’s avonds in Het Vliegende Paard. Volgende week volgt een fotoverslag op onze Facebookpagina. (JS)
u “Zoek een diepgaander samenwerking met artsen, wetenschappers, ingenieurs, ondernemers; raadpleeg hen op kritische wijze bij de verhalen, organiseer bijeenkomsten op de redactie, zo voelen ze zich extra betrokken. Bij onderzoeksjournalistiek zie je iets wat het topje van een ijsberg kan zijn. Met ieders kennis kun je ook onder de waterspiegel kijken.” Manager journalistiek Bas Mesters geeft in De stentor zijn visie op het behoud van kwaliteit in de media.
Chinezen naar Giethoorn lokken
Hoop op groei Associate degree ‘Revitalisering’ moet
Studenten van de minor ‘Doing business in China’ zijn op studiereis naar het Chinese Chongqing. Eén van hun doelen is Chinezen overtuigen naar Giethoorn te komen.
Windesheim heeft regels voor de associate degree programma’s toegevoegd aan de onderwijs- en examenregeling 2015-2016, nu de studievariant landelijk erkend is .
“Kunnen we dat gesprek over kwaliteit nu alleen overlaten aan professionals? Nee – studenten en practitioners mogen daaraan mee doen. Maar ook voor bestuurders en managers is er een belangrijke rol in dat gesprek. In het publieke debat is het beeld over bestuurders en managers vrijwel altijd negatief – maar dat raakt meestal kant noch wal.” Aldus de Delftse hoogleraar bestuurskunde Hans de Bruijn (Science Guide).
“Frisse lucht, natuur, rust, waterrijk gebied, dáár maken we reclame mee. Zulke dingen kennen bewoners van een drukke, volgebouwde zakenstad als Chongqing niet”, vertelt Besian Shehi (tweede van rechts). “Chinese toeristen boeken vaak een trip langs steden als Berlijn, Amsterdam en Parijs. Wij hopen Chinese reisbureaus zover te krijgen dat ze ook een gebied als
u
Giethoorn opnemen in zo’n trip.” Samen met vier groepsgenoten maakte Besian promotiemateriaal, waaronder een filmpje. Ze filmden de natuur in Giethoorn en vroegen enkele aldaar aanwezige Chinese toeristen om hun landgenoten via de camera op te roepen naar het natuurgebied te komen. “Ze waren erg behulpzaam en vonden het heel leuk om over hun ervaringen te praten.” Bij het verschijnen van deze krant zit Besian in China. Op 26 mei zal hij op onze community (op Sharenet) laten weten of het gelukt is om de Chinezen te overtuigen. Via onze Facebookpagina kun je alvast zijn promotiefilmpje bekijken. (JS)
Na overleg met de medezeggenschapsorganen is besloten dat de bsa-norm voor de associate degree (Ad) op 54 punten wordt gesteld, gelijk aan de bachelor. Verder kunnen domeinen een eis voorleggen aan studenten die willen doorstromen van Ad naar bachelor, om eerst een doorstroomprogramma te volgen van maximaal 30 ec. Tot nu toe was de tweejarige, verkorte hbo-studie een landelijk experiment. In 2014 is de opleidingsvariant definitief opgenomen in de onderwijswet. De studie is bedoeld voor werkenden of havisten/mbo’ers die een vierjarige studie te lang vinden, maar wel op hbo-niveau willen studeren.
Windesheim was in 2006 een van de voortrekkers met Ad’s bij het domein techniek. De studentenaantallen vielen echter sterk tegen. Veel Ad’s moesten stoppen wegens te weinig belangstelling. Maar nu de Ad door het ministerie is erkend, wordt hernieuwde groei verwacht. In Zwolle studeren momenteel zo’n vijftig Ad-studenten bij domein techniek in voltijd-, deeltijd- en duale varianten. Daarnaast heeft domein bewegen en educatie vijftig Ad-studenten in deeltijdopleiding tot onderwijsondersteuner techniek. Van degene die de Ad-bul behalen, stroomt bijna de helft door naar de hbo-bacheloropleiding. Windesheim Flevoland wil komend studiejaar ook met Ad’s starten. Twee voltijd-Ad’s, Ondernemen en Officemanagement, beginnen misschien al in september. Een derde Almeerse Ad, deeltijd Officemanagement, is in voorbereiding. (EM)
g&w uit het slop halen Domein gezondheid & welzijn staat voor een ingrijpende ‘revitalisering’ die het domein uit het financiële slop moet halen en die de kwaliteit moet verhogen. Directeur Frans Kok en de andere leden van het managementteam staan voor de taak de begroting met ingang van 2017 sluitend te krijgen. Om dat te bereiken, komt er onder andere een vacaturestop, en tijdelijke contracten zullen niet meer worden omgezet in vaste, behalve in het geval van RVE’s die geen tekorten laten zien. Directeur Frans Kok: ‘Uitgangspunt is dat de continuïteit van het onderwijs en onderzoek gegarandeerd blijft.’ Kok constateert dat het domein te maken heeft ‘met een sterk veranderend werkveld, en grote onzekerheden’. Om ervoor te zorgen dat de medewerkers straks klaar
zijn voor alle veranderingen zal het MT de komende tijd niet één keer, maar vier keer per jaar met de medewerkers in gesprek. Kok: ‘Iedereen moet straks weten wat er kwalitatief van hem wordt verwacht, wat hij in huis moet hebben. En dat geldt voor de hele bedrijfskolom.’ In het voorjaar van 2016 moet duidelijk zijn hoe het domein er uit zal gaan zien. Dan wordt duidelijk, op basis van het aantal medewerkers dat het domein dan nog telt, hoe groot de boventallige formatie wordt. Kok wil de huidige operatie géén reorganisatie noemen ‘omdat in deze fase de kwaliteitsverbetering centraal staat. Maar het is niet uitgesloten dat we in het voorjaar van 2016 moeten besluiten dat de tweede fase toch een reorganisatie zal moeten zijn, met alle vervelende maatregelen die daarbij horen.’ (MH)
De dienst Voorzieningen en Vastgoed organiseert op 27 mei voor haar medewerkers een bijeenkomst over het thema ‘integrale veiligheid’. Het betreft een plenaire bijeenkomst van de dienst V&V, waarbij ook enkele gasten zijn uitgenodigd. Het programma bestaat uit diverse workshops rond thema’s als: gebouwveiligheid, digitale veiligheid, weerbaarheid en kwetsbaarheid. Voor meer informatie: de organisatie van de dag is in handen van V&V management-ondersteuner Wybren Vaartjes. (MH)
Windesheimer leidt Nieuwe Revu Oud-journalistiekstudent Marijn Schrijver is sinds vorige maand de nieuwe hoofdredacteur van het tijdschrift Nieuwe Revu. Hij is 28 jaar, de jongste hoofdredacteur van het blad ooit. Marijn studeerde in 2011 af. Marijn was voorheen freelancer voor het blad en hij werkte voor AT5. Verder publiceerde hij de boeken ‘De Lustfabriek’, over porno in Nederland, en de bestseller ‘Mocro Maffia’, over Marokkaanse criminelen in Nederland. (JS)
Studievereniging rondom vergrijzing Vanuit de opleiding Toegepaste Gerontologie start komend studiejaar studievereniging Vitae. De vereniging gaat zich bezighouden met vergrijzingsvraagstukken, door bijvoorbeeld het organiseren van lezingen, het uitnodigen van gastsprekers en bezoeken van congressen. Daarnaast zal er bij Vitae uiteraard ook plek zijn voor gezelligheid, vertelt eerstejaars Daniël van Nieukerken. De studievereniging wil ook graag studenten van andere opleidingen die eveneens geïnteresseerd zijn in de vergrijzing betrekken bij de activiteiten. In september organiseert Vitae namens de opleiding de introductie voor de komende eerstejaars. (JSt/WvE)
Een nacht lang volleyballen
Studentenvereniging Ichthus hield onlangs een nachtelijk volleybaltoernooi om geld in te zamelen voor Nigeriaanse meisjes die zijn ontsnapt aan terreurorganisatie Boko Haram. Van acht uur ‘s avonds tot half zeven ‘s morgens (!) werkten zo’n honderd sportieve studenten van studentenverenigingen uit de wijde omgeving zich in het zweet. In totaal haalden ze ruim zesduizend euro op. Een team van gereformeerde studentenvereniging Vis Vitalis uit Dronten kwam ongeslagen als winnaar uit de bus. (JS)
Zwolse kamers iets te duur
Studenten in Zwolle betalen maandelijks gemiddeld 26 euro te veel voor hun kamer, zo blijkt uit onderzoek van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). Dat is weinig in vergelijking met andere steden. Amsterdamse studenten betalen het meest: 160 euro te veel. Wettelijk zijn er regels voor de maximumprijs van een kamer (het ‘puntensysteem’), maar veel particuliere verhuurders maken misbruik van de woningnood en vragen een hoger bedrag. Alleen in Enschede houden verhuurders zich aan de regels: daar wordt gemiddeld 12,48 euro minder dan de maximumprijs gevraagd. (JS)
4 /nieuws Duurzame inzetbaarheid straks voor alle leeftijden Nieuwe regeling biedt tot 90 uur per jaar u Nieuwe
Duurzame Inzetbaarheid biedt ruimte voor professionalisering én zorgtaken
u Petersen:
‘Voor alle medewerkers, ongeacht leeftijd of loopbaanfase’
Petra Petersen, manager P&O, schetst in één zin de voordelen: ‘Hiermee worden extra mogelijkheden gecreëerd om te werken aan duurzame inzetbaarheid – en dat betekent voor mij dat mensen tot aan het einde van loopbaan, met plezier, en vitaal naar hun werk gaan.’ Het gaat om de Uitvoeringsregeling duurzame inzetbaarheid; het cvb heeft hiermee ingestemd, en zal op 28 mei in de cmr worden besproken. De regeling geldt voor iedereen die minimaal drie jaar in het hbo werkzaam is geweest; die heeft vanaf dat moment het basisrecht op 40 uur (naar rato, natuurlijk) die hij of zij kan inzetten conform de ‘de bestedingsdoelen’ die vastgelegd zijn in de cao. Petersen: ‘Die doelen zijn heel algemeen geformuleerd; maar centraal staat daarin het waarborgen of vergroten van die duurzame inzetbaarheid.’ Het is de bedoeling dat de werknemer met zijn leidinggevende afspraken maakt over de besteding van die ‘DI-uren’ en het moment waarop ze worden ingezet. Het gaat om een basisrecht van de medewerker; Op grond van ‘het organisatiebelang’ zoals dat heet, kan een leidinggevende aangeven dat het moment van inzet van de uren niet uitkomt maar werknemer en leidinggevende moeten
er uiteindelijk samen uitkomen. Petersen: ‘Waar je aan kunt denken… ik kan me voorstellen dat iemand die uren wil gebruiken om een tijdje bij een andere hogeschool te kijken hoe het daar gaat. Of dat je tegen je baas zegt: ik sport graag, daardoor voel ik me vitaal - ik wil die uren graag gebruiken om ‘in de tijd van de baas’ te sporten.’ P&O adviseur Dorien Wichems benadrukt de flexibiliteit van de regeling: ‘De intentie is dat mensen straks zélf gaan invullen hoe ze hun inzetbaarheid duurzaam kunnen maken of houden. Je ziet dat het begrip ‘duurzame inzetbaarheid’ de laatste jaren in veel cao’s opduikt. We gaan nu eenmaal langer werken; de AOW-leeftijd schuift omhoog. En dan is er natuurlijk de participatiemaatschappij.’ Petersen: ‘Je kunt die uren ook inzetten voor mantelzorgtaken, waardoor werk-privé gemakkelijker in balans blijven. Wie de leeftijd heeft bereikt van AOW min tien jaar, heeft recht op extra uren, tot 90 uur per jaar. Maar het mooie aan deze regeling, vergeleken met de oude CAO, is dat ze geldt voor alle medewerkers ongeacht leeftijd of loopbaanfase. Ook jongere medewerkers kunnen immers behoefte hebben aan extra uren om zich als professional verder te ontwikkelen, of vitaal te blijven.’ Wichems: ‘Je kunt die uren ook opsparen. Dus wanneer je er een jaar geen gebruik van hebt gemaakt, dan heb je het jaar daarop recht op, zeg, 80 uur. Maar daar zit ook weer een grens aan…’ Petersen: ‘…van 200 uur.’ (MH)
Wat is nou Vorige week nam Jan Bijlsma na 38 jaar afscheid van Windesheim. Wat is er in die tijd gebeurd? Bestaat er een ‘Windesheimgevoel’? Drie oud-gedienden kijken terug ...
‘Eenvoud zou ons verhaal moeten zijn!’ Jan Bijlsma werkte hij bij de opleiding hboj, één van de opleidingen die in 1977 samengevoegd werden tot de hogeschool. Die hbo-j droeg de naam Windesheim, en dat werd vervolgens de naam van de hele hogeschool. Is Windesheim een eenheid geworden? ‘One size fits all, dat is wat je ziet. Er worden steeds meer maatregelen genomen voor álle opleidingen, alsof die allemaal hetzelfde zijn. Dat vind ik heel slecht. Denk aan onderzoek. Alle opleidingen móéten aan onderzoek doen. Studenten moeten natuurlijk weten wat onderzoek is, en ze moeten in staat zijn om onderzoek kritisch te beoordelen, maar zélf onderzoek doen, dat is universiteitje spelen. Dat vind ik gigantisch slecht. Het kan nuttig zijn, bijvoorbeeld voor opleidingen die een nauwe banden hebben met het mkb. Maar voor lerarenopleidingen of een pabo is die verplichting volkomen onzin. De grote vraag is: zijn we een beroepsopleiding of een kennisinstituut? Volgens mij zijn we het eerste.’ Het hoger onderwijs staat natuurlijk onder hoge druk van buiten…. ‘De vraag is: loop je hard mee met de politiek, of trap je juist op de rem? En Windesheim loopt volgens mij veel te hard mee.’
Hoe zou Windesheim moeten zijn? ‘Een conglomeraat van beroepsopleiding. Ik vergelijk het altijd maar met de Bondrepubliek waarin de afzonderlijke Länder heel zelfstandig zijn, en de Bondspresident een representatieve functie heeft. Die functie zou het College van bestuur van Windesheim ook moeten hebben. Ze zou het “merk” Windesheim moeten uitdragen – meer niet’. En waar staat dat merk dan voor? ‘De oorspronkelijke kernwaarden van de Moderne Devotie waren eenvoud en bescheidenheid. En ik zou het college dan ook willen manen: blijf trouw aan die oorspronkelijke identiteit! Die eenvoud moet een deel van onszelf zijn, dat moeten we uitstralen. Dát zou het verhaal van Windesheim moeten zijn!’ Zoiets als de waardenvolle professional? ‘waardenvolle professional – dat is toch pure leegte! Kijk, iedere professional moet keuzes maken, en nadenken over die keuzes. Dat is toch vanzelfsprekend, dat je daarover nadenkt – dat zat altijd al in de opleidingen. Zoals dat begrip wordt opgetuigd… dat heeft niks te maken me onze kerntaak: studenten opleiden voor een beroep.’ (MH)
‘We houden het lekker luchtig’ Waarom moeten alleen homo’s uit de kast komen? Waarom komen hetero’s er nooit voor uit dat ze hetero zijn? Die vraag wordt gesteld in het toneelstuk Gay Variété, van Windesheimtheatergroep HeimW. “Er wordt te weinig gepraat over homoseksualiteit”, zegt Anna Strating, studente van de lerarenopleiding geschiedenis (rechts op de foto). Samen met Catelijne van Wilpen richtte ze de theatergroep HeimW op. “Windesheim is een christelijke hogeschool en in christelijke kringen rust er nog altijd een taboe op dit onderwerp. We willen graag de discussie aangaan.” Gay Variété gaat over zeven vrouwen
die worstelen met hun identiteit, ieder heeft zo haar eigen probleem omtrent homoseksualiteit. Maar, zegt Anna erbij, het toneelstuk is niet zwaar. “We houden het lekker luchtig en grappig.” De studenten van toneelgroep HeimW schreven het stuk zelf. “We begonnen met een oncept en dat hebben we gedurende de repetities uitgewerkt tot een voorstelling.” Dat gebeurde op verzoek van Hohelebitrans, een platform binnen de hogeschool dat zich inzet voor een veilig en open klimaat voor homo-, bi-, transseksuele en lesbische studenten en docenten. De uitvoering op woensdag 3 juni in Het Vliegende Paard, om 20.00 uur. De toegang is gratis. (WvE)
win’/nieuws
21 mei 2015 · nummer 17
indesheim? ‘Ik ben Calo’er’ André Kruiswijk begon in 1982 bij de Calo, die toen nog in Arnhem zat. ‘In 1986 verhuisden we naar Zwolle. We waren toen alleen nog een opleiding tot docent Lichamelijke Opvoeding, maar hadden de droom om dat uit te bouwen tot de ‘CAB’ = Christelijke Academie voor Bewegen een academie voor beweging, met daarbij ook opleidingen in de psychomotorische therapie en sportmanagement. Minister Deetman wilde destijds concentratie binnen het hoger onderwijs. Er werd ons een worst voorgehouden: sluit je aan bij het conglomeraat in Zwolle, daar heb je de meeste kans om die droom te verwezenlijken, want er zit ook een sociale academie en een HEAO, daar kunnen jullie dan goed mee samenwerken. Moet wel zeggen dat we met open armen werden ontvangen.’ De calo had natuurlijk al een goede naam… ‘In de vakwereld stonden we bekend als heel gedegen en met een expliciete visie op de mens, het vak/beroep en Lichamelijke Opvoeding. Dat was onze kracht. Als je calo’er was, had dat meer betekenis dan wanneer je zei: ik ben Windesheimer. Dus die goede naam betekende meer dan de opleiding Lichamelijke Opvoeding die schuilging onder de vlag ‘Windesheim’. Grootschalig maakt ook anoniem. Als ik zeg: ik ben Windesheimer, dan zeg ik daarmee minder dan wanneer ik zeg: ik ben Calo’er. Ik heb nooit een expliciet Windesheimgevoel gehad. Ik voel me natuurlijk wel verbonden met de hogeschool, maar vraag me niet of er ook een gevoel van trots of eer aan vastzit. Ik schat in dat een groot deel van mijn directe collega’s zich meer verbonden voelt aan deze opleiding dan aan het grote geheel en het agglomeraat Windesheim.’ Maar er waren toch ook voordelen? ‘Als ik me weer eens realiseer wat voor mooie laptop, werkkamer, allerlei inspirerende scholingen en andere faciliteiten ik hier heb, dan denk ik wel: het is maar de vraag of wij ons ooit zou hadden kunnen ontwikkelen zonder dit samenwerkingsverband met Windesheim. Ik weet eigenlijk wel zeker van niet. Maar dat besef gaat niet gepaard met een navenant gevoel van verbondenheid aan Windesheim.’
En dat wij-gevoel staat stevig onder druk… ‘De domeinvorming heeft een behoorlijke invloed op de identiteit van de Calo. Kernpunt in onze kritiek was dat het domein werd gevormd met het idee dat de Lichamelijke Opvoeding onze grootste poot was, dus logischerwijs bij domein Educatie paste. Onze andere twee opleidingen, psychomotorische therapie en sport & bewegen, passen daar niet bij. Wij wilden liever een eigen domein vormen. Daarin zouden we ons sterker kunnen ontwikkelen, met onze eigen visie op bewegen, sport en therapie. Iedereen werkt hier in de context ‘onderwijs’. Maar het basis- voortgezet en speciaal onderwijs is al divers genoeg om je als domein op te richten, laat staan dat je dan ook nog de aandachtsgebieden sport & management en therapie goed kunt faciliteren.’ ‘In de kern is het wij-gevoel nog altijd sterk aanwezig. Maar de gerichtheid naar buiten, bijvoorbeeld door ontwikkelen van brede minors en samenwerking met andere disciplines door kenniskringen en lectoraten, daar zitten wel belangrijke verbindende factoren aan waardoor onze gerichtheid naar buiten groeit. Dat is positief, want als opleiding sta je in een maatschappij die zich vaak sneller ontwikkeld dan je kunt bijhouden.’ Dromen jullie wel eens van weer zelfstandig zijn? ‘Als er weer zo’n golf van bureaucratisering over ons heen komt, zoals de masterverplichting voor docenten of de toetsingscursussen, wordt hier geregeld geroepen: kunnen we niet ergens een mooi eigen complex betrekken? Even los van alle systemen en bureaucratie, alleen met ons vak en ideologie. Maar of weer zelfstandig worden echt reëel is, dat valt zwaar te betwijfelen. Aan de andere kant: de golfbewegingen in de geschiedenis wijzen uit dat er ooit een moment komt dat alles juist weer heel kleinschalig moet worden. We hebben ons voor de grap wel eens afgevraagd of het Glen Mills-complex in Wezep niet iets voor ons is. Af en toe mag je ook dromen toch?’ (WvE)
5
’/stemming ‘Voor mij is Windesheim een leerfabriek’ De naamgever van Windesheim gaat met pensioen. Tijd voor een korte reflectie op bijna dertig jaar Windesheim. Wat betekent Windesheim voor studenten? Is het een leerfabriek of meer dan dat?
Anne Bolhuis (21) vierdejaars theologie “Ik kom van een kleine middelbare school, waar iedereen elkaar kende van gezicht. Daar was cohesie, op Windesheim is meer anonimiteit. Je bent vooral met anderen verbonden door de studie en verenigingen. Maar ik zit op een kleine opleiding en heb mezelf persoonlijk ontwikkeld, dus ik ervaar Windesheim zeker niet als leerfabriek.”
Wietse Terpstra (19) derdejaars informatica “Ik kom alleen naar Windesheim om mijn lessen te volgen. Ik woon in Wijhe, en daar heb ik mijn vrienden met wie ik vanaf mijn achtste ben opgegroeid. Ik heb mijn leven daar, en geen behoefte om buiten colleges en projecten op de hogeschool te zijn. Voor mij is Windesheim mijn studie, meer niet.”
Daniël van Nieukerken (24) eerstejaars toegepaste gerontologie “Ik zie mezelf als een Zwolse student die op Windesheim studeert. Ik voel me wel verbonden met Windesheim: mijn studie is een goede voorbereiding op het toekomstige werkveld en er zijn genoeg dingen die je naast je studie kunt doen die bijdragen aan het leerproces, zoals meedenken over inspiratiemiddagen, maar daarin moet je dan wel zelf actie ondernemen.”
Ryanne Burghart (21) vierdejaars calo “Ik heb meer een calo-gevoel dan het Windesheimgevoel. De calo is een wereld op zich, we zijn een soort familie. We helpen elkaar, ook met niet-studiegerelateerde zaken. Ik kom hier niet alleen voor de lessen, maar ook voor de gezelligheid: we hebben nu bijvoorbeeld een barbecue omdat vandaag onze laatste lesdag is!”
‘Er kan weer een hokjesgeest ontstaan’ Francien Lange was begin jaren negentig de allereerste centrale hogeschoolvoorlichter. Ze zag hoe Windesheim moeizaam centraliseerde, van een verzameling losse opleidingen naar één instelling. Small was beautifull? “De centrale staf was toen nog heel klein. De faculteiten gingen compleet hun eigen gang. Ze hadden eigen voorlichters, eigen personeelsadviseurs, onderwijsontwikkelaars enzovoort. De fusie was tot stand gekomen onder het motto: ‘Decentraal, tenzij’. Met andere woorden, de faculteiten regelen hun eigen zaken, tenzij centraal
regelen beter is. Maar in de praktijk kwam dat ‘tenzij’ niet voor. Dat leverde veel gedoe op tussen college van bestuur en directies.” Je kwam van de Sociale Akademie in Kampen. Wat waren je verwachtingen? “Toen in 1984 de eerste fusieplannen op tafel lagen, vond ik dat persoonlijk wel interessant. Want door de schaalvergroting zouden meer kansen, samenwerkingen en kruisbestuivingen ontstaan. Maar hoe dat nieuwe Windesheim eruit zou gaan zien, daar kon ik me echt helemaal geen voorstelling bij maken.”
Hoe was het om de eerste voorlichter te zijn? “Ik was soms wel een jaar bezig om iedereen op één lijn te krijgen. Elke faculteit wilde zijn eigen stempel zetten. Over simpele zaken zoals briefpapier was al gedoe, dan wilde iedereen een andere kleur of niemand blauw of roze. Eind jaren negentig begon men meer de voordelen van centrale diensten in te zien. Het werd steeds duidelijker dat de oude faculteitsgeest de modernisering tegenhield.” En nu zijn we gecentraliseerd – is dat beter, al die bureaucratie? “Onnodige bureaucratie is een gevaar dat altijd blijft dreigen. Diensten kunnen te zelfstandig gaan wer-
ken, los van het primaire proces. En ook bij opleidingen kan een ongewenste hokjesgeest ontstaan, als ze zich te veel afkeren van de diensten of alleen richten op hun eigen domein.” Is er ondertussen een Windesheimgevoel gegroeid? “Momenteel zitten we midden in een proces waarin de onderzoekspoot naast het onderwijs vanzelfsprekend bij het hogeschoolgevoel begint te horen. Windesheim wordt een kennisinstituut, maar het kan nog wel even duren voordat alle medewerkers en studenten dat niet alleen in abstractie zien, maar ook echt voelen.” (EM)
Nael Al Douri (23) schakeljaar voor anderstaligen “Op Windesheim zitten veel verschillende soorten mensen, en iedereen is bereid om elkaar te helpen. Het voelt als een familie, samenwerking is belangrijk. Ik kom uit Irak, daar zijn studies individualistischer. Buiten mijn studie ga ik ook met mijn studiegenoten om. Ja, ik heb wel echt het gevoel dat ik deel uitmaak van Windesheim.” (JSt)
6 /opinie
‘De politiek moet de hogescholen niet controleren’
’/monique
Een gemeenschap, geen bedrijf In Trouw las ik laatst een artikel over de actiegroep RethinkRuG. In navolging van de acties aan de UvA heeft nu ook een groep van negentig medewerkers van de Rijksuniversiteit Groningen een open brief gestuurd aan het College van Bestuur, waarin ze hun zorgen uitspreken over de ‘toekomst van academisch onderwijs en onderzoek’. Volgens Thijs Lijster, een van de initiatiefnemers van de actie, heerst er een bestuurscultuur waarin wantrouwen jegens docenten, hoogleraren en onderzoekers van de universiteit heerst: “Als docent en onderzoeker op de universiteit moet je constant bewijzen dat je wel in staat bent om de taken uit te voeren waarvoor je bent aangesteld. Maar andersom geldt dat niet voor de bestuurders”, aldus Lijster. ‘Tekentafelbeleid, torenhoge werkdruk, bureaucratisering’ zijn woorden die Lijster gebruikt om te schilderen hoe de situatie aan de universiteit wordt ervaren door de ondertekenaars van de open brief. Woorden die bij ons op Windesheim ook al langer door de gangen gonzen en in de win’ gebezigd worden. Ik herken wat Lijster zegt. Maar dan lees ik ook de volgende zin: “Een universiteit is geen bedrijf, maar een gemeenschap van gelijkwaardige mensen…”. En die blijft hangen. Geen bedrijf, maar een gemeenschap. En dat is een heel ander verhaal. Een wereld van verschil. Even wat losse flodder-gedachten: het oogmerk van een bedrijf is winstbejag, het oogmerk van een gemeenschap is de behoefte aan veiligheid en het leven makkelijker maken door samenwerking. Een bedrijf is opgebouwd uit functies die op elkaar afgestemd zijn en ingevuld moeten worden met de juiste poppetjes, een gemeenschap is opgebouwd uit mensen die in relatie tot elkaar staan en in elkaars levensbehoeften kunnen voorzien. Een bedrijf wordt opgebouwd, een gemeenschap groeit. Een bedrijf heeft een reputatie, een gemeenschap een geschiedenis. Een bedrijf presenteert de jaarcijfers, een gemeenschap presenteert zich in haar tradities. Een bedrijf genereert geld, een gemeenschap (levens)wijsheid. Oké, oké, Ratheiser draaft weer door. Maar toch. Misschien levert de tegenstelling bedrijf of gemeenschap toch wel waardevolle input voor het volgend Moreel Beraad over hoe we Windesheim willen zijn. Monique Ratheiser
is docent aan de opleiding journalistiek
’/achterklap
STORYBOX
Zomaar ineens stond hij daar: de STORYBOX. Een houten kubus in de hal van gebouw C. En in die doos stond een vraag: ‘wat geeft jou zin in het leven?’ Iedereen mocht een antwoord kladderen. Binnen twee dagen waren dat er meer dan vijfhonderd. Bedenker pastor Martin Jans stond werkelijk versteld van dat aantal – én van de vaak zeer serieuze reacties. Ook van de piemels? “Die zijn door een ander later veranderd in bloemen.”
Weesvaasjes
win’/opinie
21 mei 2015 · nummer 17
Natuurlijk werd er geklaagd. Het college van bestuur kan maar zelden iets goeds doen. Dus ook de mooie vaasjes met kleurige tulpen, bij duizenden uitgedeeld om te vieren dat Windesheim de ItK had gehaald, werden op veel plaatsen verwelkomd als ‘geld-
verspilling’. Maar nu, een maand later, staan overal groepjes vaasjes verweesd te wachten op een nieuwe bestemming. Niemand die zich over ze ontfermt. Hoezo klagen over verspilling?
Elektrieke oproep
Wij van win’ zijn op zoek naar iemand die gebruikt maakt van de oplaadpalen voor elektrische auto’s. We zijn namelijk erg benieuwd naar zijn of haar ervaringen. De afgelopen weken liepen we elke dag even langs de palen (te vinden onder X en tussen de gebouwen D en E), maar tevergeefs; nooit troffen we er een elektrische auto. Ja, er stond wel een keer een witte Toyota, maar dat was een hybride en dus eigenlijk een foutparkeerder. Daarom deze vriendelijke doch dringende oproep: komt u met een elektrische auto naar Windesheim? Stuur even een mailtje naar win@ windesheim.nl.
Dit jaar moet blijken of de Nederlandse hogescholen de Prestatieafspraken die ze ooit met staatsecretaris Zijlstra afspraken, ook echt zijn nagekomen. Cvb-voorzitter Albert Cornelissen over nut en noodzaak van nieuwe Prestatieafspraken. Thom de Graaf, voorzitter van de Vereniging Hogescholen, heeft al laten weten dar er wat hem betreft geen nieuwe afspraken komen. De overheid moet het hoger onderwijs kunnen vertrouwen. Tegelijkertijd heeft het bedrijfsleven de minister aangeraden om wel degelijk nieuwe afspraken te maken – het onderwijs is wat de werkgevers betreft nog niet op het vereiste niveau.
‘Praat over drijfveren en idealen!’ Radicaliserende jongeren worstelen met existentiële vragen. Juist docenten kunnen hen daarbij helpen door het gesprek hierover aan te gaan, aldus Birgit Pfeifer.
D
aar is die dan: de radicaliserende moslimjongere die onze veiligheid bedreigt. Hij is een kansarme jongen, komt uit een achterstandswijk, heeft laagopgeleide ouders die hem niet de baas zijn, en hij vertoont verontrustend gedrag. Zo denken we de radicaliserende jongere te kunnen herkennen. In de media wordt volop aandacht besteed aan radicalisering en (potentiële) jihadgangers. De verhalen staan vol van veronderstellingen, die niet geverifieerd worden. Uit onderzoek blijkt dat de meerderheid van de jihadgangers (of jongeren die met de gedachte spelen om dat te worden) uit de middenklasse of zelfs hogere klasse komt. Ze zijn goed geïntegreerd en niet zelden studeren ze op een HBO of universiteit. Hoe kan het dat jongeren die het ogenschijnlijk goed doen in onze maatschappij naar Syrië willen vertrekken? Marion van San, die al jaren onderzoek doet naar radicalisering, concludeert dat deze jongeren alles hebben gedaan om goed te presenteren op school. Ze hebben hun best gedaan om te integreren en zich aan te passen. Maar ondanks hun inzet hebben ze het gevoel dat ze in deze maatschappij niet als gelijkwaardig geaccepteerd worden. Deze gevoelens leiden tot een existentiële crisis die uiteindelijk escaleert. Zelf ben ik sinds 2011
bezig met een promotieonderzoek naar schoolaanslagen. Daarbij heb ik me vooral verdiept in de existentiële vragen van de daders. Wat opvalt is, dat het proces dat deze school shooters doorlopen voordat ze tot hun daad komen heel erg lijkt op radicaliseringsprocessen van jihadgangers.
‘Zich radicaal uiten hoort bij de ontwikkeling van jongeren’ Die vragen gaan over identiteit, zingeving en existentiële eenzaamheid. Voor deze jongeren voldoet de wereld waarin ze leven niet (meer) aan hun idealen. De mensen om hen heen zien ze als de vijand en zichzelf zien ze als superieur. Daardoor komen ze in een soort isolement terecht. Tegelijk willen ze zich verbonden voelen met een gemeenschap. Voor jihadgangers is dat de broederschap binnen IS. Door zichzelf een rol toe te dichten in de strijd tussen goed (Islam) en kwaad (westerse wereld) geven ze zichzelf een identiteit en geven ze hun leven richting en zin. In de radicale islam vinden deze jongeren antwoorden op de existentiële vragen waarmee zij worstelen. De jihad-terreur komt voort uit radicalisering, maar het mag duidelijk zijn dat niet elke radicalisering tot terreur of geweld leidt. Het ontwikkelen van idealen en het radicaal uiten ervan hoort ook bij de ontwikkeling van jongeren. Het probleem is echter dat bij
de instanties die geacht worden een oplossing te vinden voor het probleem van radicalisering de kennis over omgaan met radicalisering van jongeren veelal ontbreekt. De nadruk bij radicalisering ligt teveel op het veiligheidsaspect: wat zijn de signalen om in te kunnen grijpen en hoe kunnen we de samenleving beschermen tegen radicalen. Het wordt tijd voor een wisseling van perspectief. Als onderwijsprofessionals moeten we ons afvragen waaróm jongeren radicaliseren en hoe we daarop effectief kunnen reageren. Daarvoor is het belangrijk dat we inzicht hebben in existentiële vragen en identiteitsconflicten waarmee jongeren worstelen. Als onderwijsinstelling moeten we, naar mijn opinie, kennis hebben van het verloop van deze processen. We moeten vaardigheden ontwikkelen om deze processen te bege-
leiden en te sturen, en we moeten de attitude hebben dat het ons als docenten wat aangaat. Als docent ben jij één van de mensen die invloed heeft op het leven van de jongere. Jij begeleidt hem bij zijn stappen in de maatschappij. Praat met hem over zijn drijfveren en idealen. Wees je ervan bewust dat extreme idealen ook bij het jong zijn horen. Pas als elke communicatie daarover faalt, en je vermoedt dat het radicaliseringsproces niet meer te stoppen is, dán houdt deze taak op. Dan komt het veiligheidsaspect aan bod en moet je veiligheidsexperts erbij halen. Het is een open deur maar het kan niet vaak genoeg herhaald worden: ken je student, wees oprecht geïnteresseerd en nieuwsgierig naar zijn drijfveren. Drs. Birgit Pfeifer is hoofddocent Jeugd, School en Veiligheid, en verbonden aan het Kenniscentrum bewegen en Educatie.
Afgesproken is dat als een hogeschool de Prestatieafspraken niet nakomt, ze minder zal ontvangen. Krijgt Windesheim vanwege studiesucces een ‘strafkorting’? “Ik denk niet dat dat zal gebeuren. Zijlstra vond het nodig om aan de afspraken een bonus-malus systeem te koppelen, maar de huidige minister kan zien dat het probleem weerbarstig is, dat alle hogescholen hier hard mee bezig zijn en dat ze ook goed kunnen uitleggen wáár ze mee bezig zijn. Ik denk dat de politiek er verstandig aan doet om daar begrip voor te hebben.”
Hadden de Prestatieafspraken grote invloed op het beleid van Windesheim? “Voordat Zijlstra met dat besluit kwam, waren we hier op Windesheim al met elkaar in gesprek over de noodzaak van een hoger ambitieniveau. Toen hadden we het al over de noodzaak van een nauwe samenwerking van de drie O’s, Onderwijs, Onderzoek, Ondernemen, over de noodzaak dat meer docenten een mastergraad bezitten, over studiesucces en de normering van de propedeuse. Intern lag de lat de afgelopen jaren op onderdelen zelfs hoger dan wat in de Prestatieafspraken werd vastgelegd. Qua thema’s sloten de Prestatieafspraken dus naadloos aan bij waar we al mee bezig waren. En ik denk dat álle hogescholen toen wel in de gaten hadden dat er een tandje bij moest. Wat de Prestatieafspraken wél hebben veroorzaakt, is dat het tijdpad versneld is. We zijn op deze onderwerpen nu verder dan waar we zouden zijn geweest zónder de Afspraken.”
Thom de Graaf wil geen nieuwe Prestatieafspraken. Mee eens? “Dat de politiek de hogescholen op een dergelijk detailniveau controleert, is niet meer noodzakelijk. Ik heb met Duco Adema gesprekken gevoerd met alle opleidingen, om te zien hoe men studiesucces aanpakt. Wat je dan ziet is ten eerste dat dit probleem maatwerk vereist maar wat ik óók zie is dat de medewerkers daar met hart en ziel mee bezig zijn. De samenleving mag er écht op vertrouwen dat de bewustwording op dit vlak binnen de hogescholen sterk toegenomen is. En dat er dus minder controle nodig is. Op dit moment worden de hogescholen al op vijf manieren doorgelicht: twee maal door de NAVO, voor de Itk en de opleidingsaccreditaties, daarnaast voor wat betreft het onderzoek door de VKO en een externe onderzoekscommissie én dan is er de Commissie van Vught, die toeziet op de Prestatieafspraken. Wanneer het voorstel van de Vereniging Hogescholen wordt uitgevoerd, dan kan die laatste worden afgebouwd.”
Wat betreft studiesucces lijken de hogescholen de lat niet te gaan halen. “Dat is een weerbarstig probleem gebleken. Wat we de afgelopen jaren geleerd hebben is dat de problematiek verschilt per hogeschool én per opleiding. Dat vereist maatwerk. Wat studiesucces betreft halen we de doelstellingen van de Prestatieafspraken uiteindelijk wel, maar anderhalf jaar later dan afgesproken. Dat is natuurlijk jammer, maar we weten wel beter welke interventies nodig
En als het gaat om de koers van de hogeschool, wie ziet daar op toe? “Als hogeschool stellen we gezamenlijk een meerjarenstrategie op, die daarna vastgesteld wordt door het CvB. Daarna zijn er twee organen die op de uitvoering toezien: de medezeggenschapsraad en de Raad van Toezicht. De medezeggenschapsraad kan daarbij net zo veel vragen stellen als hij wilt. Ik denk dat die twee gezamenlijk goed in staat zijn om de kwaliteit en de koers te bewaken.” (MH)
‘Kantine scoo rt goed op scan Voedingscentrum’
In 2013 is het eerste onderzoek geweest door het voedingscentrum,
men was erg enthousiast maar we waren er nog niet wat betreft de criteria Gezonde Schoolkantine, we zaten op 70% gezonde producten. In september 2014 is het voedingscentrum voor een tweede keer op bezoek geweest. Men vond het leuk om te zien dat wij de tussentijd flink wat veranderingen hebben doorgevoerd. Zo is het aantal frituursnacks te-
ruggebracht van 12 naar vijf. Wij zijn gestopt met de verkoop van alcohol en energydranken, appelflappen en gevulde koeken. Het aanbod van de candybars is fors teruggebracht. Het assortiment zuivel en wraps is uitgebreid en we bieden enkel nog sausverpakkingen in klein formaat aan. Wij verkopen nu ook fruit bij de beide House of Coffees. We kregen in 2014 een compli-
’/onderzoek
zijn om het studiesucces te verbeteren.”
’/ingezonden
Als hogeschoolcateraar willen wij reageren op het opiniestuk ‘Ongezonde producten mogen meer kosten’ in de win’ van 30 april 2015. Sander Janssens schrijft daarin dat onze kantines minimaal zouden hebben gescoord op de gezonde-voedingsscan van het Voedingscentrum. Dat is onjuist.
7
ment van het voedingscentrum, dat wij met zoveel enthousiasme aan de slag zijn gegaan. En dat de kantines nu bijna voldoen aan de criteria van de Gezonde Schoolkantine. In de scan van het voedingscentrum scoren we nu 74%. ISS streeft ernaar om komend najaar ruim aan de 75%-norm van het Voedingscentrum te voldoen. Ingbert Mulders, manager ISS Catering Windesheim.
Ruud Janssen: “Telezorg moet je niet proberen te vangen in protocollen.”
Foto: wouter van emst
‘Beeldzorg maakt cliënt GGZ stuk zelfstandiger’ GGZ-zorgverleners kunnen dankzij beeldbellen voorkomen dat zelfstandig wonende cliënten met ernstige psychiatrische aandoeningen moeten worden opgenomen. Skypen of Facetimen kan face to face-contact niet vervangen maar stelt hulpverleners wel in staat vaker te contact te hebben met hun patiënten en tijdig in te grijpen. Beeldbellen is volgens Ruud Janssen (45), associate lector bij het lectoraat ICT-innovaties in de zorg, geen wondermiddel, maar als aanvulling op de ‘normale’ zorg kan ‘beeldzorg’ een uitkomst zijn. “Cliënten voelen zich vaak verplicht hun woning op orde te brengen als er zorgverleners over de vloer komen. Beeldbellen is minder belastend dan steeds al die mensen in huis. Omdat de telezorgverlener meer op afstand staat, heeft de cliënt meer regie op zijn situatie. Toch kan de cliënt op elk moment contact opnemen met zijn kliniek. Met beeldzorg kun je iemand die midden in de nacht last krijgt van psychoses direct coachen en geruststellen.” Gezinnen Janssen onderzoekt met onder anderen Annemarie van Hout, docent en promovendus bij verpleegkunde, wat de voor- en nadelen van beeldbellen zijn. Hij doet dat in nauwe samenwerking met instellingen voor geestelijke gezondheidszorg in Noord-Nederland en de kop van Noord-Holland. De focus ligt in het niet alleen op de cliënten met een psychiatrische problematiek maar ook op complexe gezinssituaties. De specialisten die gezinnen behandelen zijn terughoudender over beeldzorg dan hun collega’s die de individuele patiënten begeleiden. “Beeldcontact met gezinnen is in de fase waarin de diagnose moet worden gesteld minder effectief. Als onderzoekers kennen wij de complexiteit van het alledaagse werk niet, maar we begrijpen wel dat zorgverleners beeldzorg als een verlies kunnen ervaren. Beeldbellen is kijken door een knoops-
gat. Een moeder kan beweren dat het goed gaat, maar wat je ontgaat is de lichaamstaal van haar tienerdochter op de achtergrond. In de thuissituatie zie je alle subtiele signalen en ruik je dat het een bedompte boel is. Na de behandelperiode kan beeldbellen met gezinnen, als check, wel werken. Bijvoorbeeld in de avonduren omdat beide ouders overdag werken.” Ook de enthousiaste pioniers in de beeldzorg hechten aan persoonlijke contacten, afgewisseld met beeldbellen. Onderzoekers en zorgverleners zijn het er volgens Janssen roerend over eens dat zorg altijd maatwerk zal zijn. “Alle situaties zijn uniek. Ons onderzoek zal hulpmiddelen opleveren die aansluiten bij de praktijk. Bijvoorbeeld een boek met karakteristieke verhalen. Je ziet vaak dat ICT-projecten in de zorg niet duurzaam zijn. Dat willen wij in dit geval voorkomen.” Beeldcommunicatie past volgens Janssen in de transitie van de zorg, waarin goedkoper en efficiënter moet worden gewerkt. “Overheden en zorgverzekeraars willen op de zorgkosten beknibbelen met beeldzorg. Bij GGZ-instellingen is bezuinigen niet de belangrijkste motivatie om beeldbellen in te zetten. De zorginstellingen zien vooral het voordeel van cliënten die een stuk zelfstandiger functioneren en beter meewerken aan hun behandeling.” Richtlijnen Beeldzorg moet een vast onderdeel vormen van verpleegkundeopleidingen, vinden de onderzoekers. Janssen betrekt studenten verpleegkunde en informatica bij de ontwikkeling van een elektronische leeromgeving waarin studenten verpleegkunde kunnen oefenen met telezorg. “Verpleegkundestudenten moeten voorbereid zijn op de techniek van de toekomst, maar hoe die er precies uitziet weten we nog niet. Daarom moeten we beeldzorg niet proberen te vangen in richtlijnen en protocollen.” HANS INVERNIZZI
Tips? Mail
[email protected]
8 /special
win’/ special
21 mei 2015 · nummer 17
Oost, west, mijn dorp is het best ‘Ik zou nooit in Amsterdam kunnen wonen’ Wonen in een klein dorp saai? Absoluut niet! Deze studenten hoeven niet zo nodig te verhuizen naar de grote stad. “Hier in Grolloo kom ik tot rust.” n mijn ‘Ik wil in de buurt va vrienden zijn’ ffman
pi
Eline Ho Journalistiekstudent mhorigheid in saa de (20) geniet van Beltrum
‘Het is h
i
Bryan H kkedonker’ er ’s nachts endriks houdt va e (22), stu n de rus t in Wap dent civ enveld iele tech niek, “Ik ben g eboren in ders gek een cara ocht had van, op h de et in Wape nveld: m n. Op die plek sta stuk land dat m ijn ouijn bijba a t nu ons Het is hie an, mijn huis. All r rustig, vriendin es zit hie want ik gens gin e r n mijn v woon er g logere riend g ach n, e dan kon ik niet sla n er stond een la teraf. Als ik vroe en. ger erntaarnp pen van het ’s na aal voor het licht. chts pik het huis kedonke Thuis he honderd , r. Het ee b ik dat m rstvolge niet, daa daar ga ik eter verderop. Ik n r d is e huis staa h vaak wa t een paa ndelen m ou van die rust. een, dat r Het bos vind ik o et mijn v zit dichtb ok fijn. Ik riendin. mee, ma ij, En ik ke ben geen ar in Am nh sterdam stadsme Volgend zo ns. Zwoll ier iederjaar wil e valt no ik wel he u ik nooit kunn penveld g en wone t huis uit wonen. M n. , maar d aar toch veld vast an ga ik wil ik nie zitten. Ik gewoon t mijn h heb een gewoond in Wa ele leven halfjaar , en later aan Wap voor mij wil ik oo Maar da enn studie in n wel in k best na een dorp Surinam ar het bu willen h , want ik e itenland ebben.” zal altijd v ruimte o erhuizen. m m’n h uis
dorp beledigen’ ‘Niemand mag mijnr de Vries (20) is gehecht aan haar Tama Journalistiekstudent oo dorp Groll
jn ouders het me verschrikkelijk dat mi “Vroeger vond ik het fietsen. Maar nu wonen. Alles was zo ver aandeden om hier te Ik heb hier een olloo meer waarderen. ik ouder ben kan ik Gr kikkervisjes en s ad, spelen in het bo fantastische jeugd geh k geven. Het oo ren de jn kin vangen. Dat wil ik mi van Nederland of is niet het beste dorp jn zo, maar het is wel mí nd ma nie g ma dorp. Dat . beledigen, alleen ikzelf olGr aan t ech geh n be Ik heerloo. Ik vind het altijd die uit d ltij oo lijk om na sch zijn. te g we ing gev om drukke in en d Het voelt hier vertrouw t. rus tot er Grolloo kom ik we maar ook Het is een klein dorp, and Cuby esb blu nt wa heel trots, hier vanand the Blizzards komt daan. een dorpsToch ben ik niet per se van de drukk oo u ho mens. Want ik n ook niet van te in de stad. Ik ben da te blijven woplan om hier voor altijd een grote ar na ik nen. Liever verhuis daar dan ik als ar Ma . stad als Londen t, geniet ik weer een week ben gewees t je op straat loopt enorm van Grolloo. Da enkomt. Heerlijk teg en helemaal niemand vind ik dat.”
heb ik een half “Vanwege mijn stage oond, maar gew en jaar in Amstelve stad vind ik te gro een in het wonen persoonlijk. In zo massaal, snel en on e saamhorignst Beltrum is er tenmi rlijdt, stuurt ove d an heid. Als er iem artjes en bloeka aar elk rp het halve do t we aan elkaar men. We weten hier wa hebben. dorp: een hoop Beltrum is een typisch , en in het midweilanden eromheen ermarkt en den een kerkje, een sup het niet per se. ik een kroeg. Mooi vind woners vind be de sen Maar de band tus en hoort erbij. Ik ik belangrijker: iedere t mensen Beltrum kan me voorstellen da natuurlijk niet zo is saai vinden, want er t eens een bus, nie t rijd veel te doen. Er s van. daar baal ik ook wel een kken bij Beltro be el he me ik el Toch vo rt er en ik spo ik g, trum. Ik zit er op zan Er zit hier n. de en vri e ed heb hier heel go ar ben ik eigenlijk wel een kroeg, maar da en daar ken ik dan stjes bij mensen thuis nooit, er zijn vaak fee in een dorp: ik wil in t fijne aan het wonen iedereen. Dat is ook he n. enden en familie zij de buurt van mijn vri naar Zwolle te verik er over nagedacht om b he In het eerste jaar mand en ik voel stijd. Maar ik ken er nie huizen, vanwege de rei me er echt niet thuis.”
en t iedere e o r g r e ‘Hi elkaar’ nt Marlous n tude
Pabos houdt va nn (20) Hulsma feer van Wijthes de dorps men t ken ze s op straa tegen, ste ekenden. En zelf teken van ijthmen n W e s in n e je m b en l n e a e “Als t a ti h t m c n alle at is e a, is er je kom olle uitg p; het zij er graag mee. D o loopt en w d Z n a in h eeld t ik mijn eihun bijvoorb en, praa aronder stad. alle tien k a ik e t w d ls ie den: t, A n in a . t d e an nie cliqu s besta ug te vin n r je te s p te a e r v o a als ik iem sfeer, dat heb je r a n g e elk us e leine se ormen e kelijk om et een taxi of b erdere k een dorp uit Wijthmen v het mak m t uit me a n is d e t, ’, m n n n a e e e s s b t en De men ‘Wijthm oep kwij vertrekk a n groepje anneer je de gr , en ik g urt. We u b e d altijd ee W en train in r . r e n a p. Ik d e . a r n n o in lk e d k in e nd thm het ook d bij gen vrie naar Wij oetbal, waar ik lijk altij en ook in en, famig e n u o m r a w te n n ie n v e nd de n, d ame we blijv lles: vrie ligerswerk en zusse t ik naar k weer s eb hier a gaan oo il dag moe n broers h r w ij ij te ik r m a v n z ij e b p ik O cgs r doe e egroeid d g r p kindera e vaak lan o V r ik t. r ie ben h in anisee ijn spor g it r m z o l n n o e e o e li rp een sch ll A in het do . n e tiviteit Zwolle.”
‘Het lief mijn he st woon ik hier le leven Jorian d ’ eM
‘Er is zelfs een buslijn’
Jorik Bouwmeester (20), student mob iliteit, houdt niet van de hectiek van een grote stad “Ik was 14 toen ik naar Schoonloo verh uisde. Ik vond het eerst niks, zo’n dorp met 250 mensen, maar uiteindelijk viel het me mee: er lagen mooie bossen achter ons huis en er was zelfs een busl ijn. Ik heb hier genoeg te doen. Er zit een jeugdsoos in het dorp, op de zold erkamer van het dorpshuis. Vanuit de soos wordt ook een paar keer per jaar iets georganiseerd. Een spooktocht, bijvoorbeeld. Ik ben niet zo van het uitga an, maar als ik het doe, doe ik dat het liefst gewoon in Schoonloo. Je hebt hier ook een kaartclub, zo’n avond komt eigenlijk neer op bierdrink en. Met Pasen doen we aan eieren gooien: dan moet je overgooien zond er de eieren kapot te laten vallen. Verder gebeurt hier niet zoveel. Maar dat is goed, want ik hou niet van de hectiek van de stad. Hier op het platteland kan ik de rust opzoeken en er hangt een bepaald sfeertje: je kan altijd een praatje met iemand maken. Laatst was ik bijvoorbeeld m’n auto aan het wassen toen er een bekende uit de straat even een praatje kwam maken. ‘Lekker weertje hè?’, dat soort dingen. Dat vind ik mooi. Tachtig procent van de inwoners van het dorp ken ik persoonlijk.”
ots (21), merciële economie student com, wil de re zijn leven st van in Nunsp eet wone n. “Ik vind een stad vee daar zou ik dus nó l te hectisch, óit gaan ik voor m wonen. A ijn werk ls naar een zou moe grote sta ten verhu d izen, zou liever on ik nog tsla nog wel m g nemen. Zwolle valt dan ee, maar Amsterd lijkt me h am… dat et allererg st. Je leeft zo langs elkaar he en en je k daar niemand en . Dat is h eel anders t bijna speet, ho in Nunewel het hier wel tikkeltje weer een té erg is. In Nunsp iedereen eet weet alle Ik heb nik s van je, binnen n o time. s te verbe rgen, ma is gewoo ar het n een he el erg rod Toch woo deldorp. n ik er gra ag; die so hesie vin ciale cod ik ook wel ben. Het is een fijn weer wat hebgevoel da een in he t iedert dorp elk aar kent. Veel van mijn vrie nden wo Nunspee nen in t, du zen zou ik s als ik zou verhu idie mind er zien. E ik woon n bij mijn o uders, du scheelt m s dat e een hoo p geld. Ik Nunspee vind t prima. H et liefst w ik hier vo oon or de rest van mijn ven.” le-
Tekst: Silke Polhuys Vormgeving: Judy Ballast
10 /campus
win’/campus
21 mei 2015 · nummer 17
’/buitenkant
’/zambia/7
‘My sister from another mister’ Derdejaars journalistiekstudent Meike Storck (20) loopt tot de zomer stage in Zambia. Elke twee weken doet ze hier verslag van haar belevenissen. Zambia is niet zo’n heel toeristisch land, vooral niet als je naar Chipata kijkt. Hier is elke blanke een ‘mzungu’ en kijkt de lokale bevolking je verbaasd aan. Maar in de grote steden zoals Lusaka en Livingstone ben je gewoon één van de vele blanken. Onlangs ben ik een weekend op safari geweest met Carlijn en haar ouders. We zijn naar het South Luangwa Safari Park gegaan, dat bekend staat als één van de mooiste parken van Afrika. En dat kan ik zeker beamen! We sliepen in een safaritent aan de rivier de Luangwa en op het terrein van de lodge liepen olifanten, apen en slangen rond. Ook zaten er nijlpaarden en krokodillen in de rivier voor de tent. ’s Nachts werden we zelfs wakker van een nijlpaard vlak voor onze tent! Het was best wel onwerkelijk dat er geen glas tussen zat, zoals in de dierentuinen in Nederland.
Dus je kende daar verder niemand? Ik kwam toevallig twee mensen tegen van de middelbare school, maar verder niet nee. Ik ben gelukkig niet echt bang aangelegd, dus door gewoon te
Lotte Kuilder (20), tweedejaars pedagogiek
⤶
Heb je al lang dreads? “Sinds vorig studiejaar. Bij pedagogiek word je als eerstejaars flink met jezelf geconfronteerd. Ik ging zoeken naar wat bij mij past. En sinds ik dreads heb, voel ik me heel erg mezelf! Negatieve reacties heb ik nooit gehad, zelfs niet toen ik solliciteerde voor een stageplek in een ziekenhuis. Studiegenoten zeiden dat ik de dreads beter kon uitborstelen, omdat patienten dat onhygiënisch vinden. Maar in het ziekenhuis vonden ze dat het er verzorgd genoeg uitziet.”
Door ons temporary permit zijn we nu tijdelijke inwoners van Zambia en dat helpt heel erg als we op een souvenirmarktje staan en willen afdingen. “Oh my sister from another mister, you are a Zambian?” Nou, dan krijg je de souvenirtjes wel goedkoper mee! Zo hebben we een Hans ontmoet, een Zambiaan waarvan de vader in Rotterdam woont. Maar of dat echt zo is of alleen maar een trucje om ons souvenirtjes te laten kopen, dat weten we nog steeds niet. Student Johannes Koopmans is verslingerd aan freerunnen. Hij traint
‘Ik begrijp niks van studentenetiquette’
Een lustrumgala? Kan je me uitleggen wat dat is? Het is een soort jubileumviering, vooral bij studentenverenigingen. In dit geval ging het om C.S.V. Alpha in Enschede, een vereniging die dit jaar 35 jaar oud werd. Ik zit zelf niet bij een vereniging, maar ik ging met een vriend die geen zin had om een date te zoeken. Hij kent mij goed genoeg om te weten dat ik me niet de hele avond aan hem vast zou klampen, dus ging ik met hem mee.
‘Met dreads ben ik heel erg mezelf’
Om het nog onwerkelijker te maken zat ik drie dagen later in Livingstone op de rug van een olifant voor een ritje door de bush bush! En daarna ‘interaction time’ met jachtluipaarden en leeuwen... Ik kan eigenlijk nog steeds niet geloven dat ik leeuwen en jachtluipaarden heb geaaid en met ze heb gewandeld, maar wat een ervaring! Daarnaast staat Livingstone natuurlijk bekend om de mooie Victoria Waterfalls. Daar zijn we een dag geweest en hebben we helemaal doorweekt bijna tot onder de watervallen gelopen. Een andere dag zijn we nog naar Zimbabwe gegaan om de watervallen ook van die kant te bekijken. Wat een uitzicht hadden we daar!
’/weekend
Vierdejaars student Communicatie Evelien Overeem was een weekend naar Enschede, waar ze een lustrumgala van een vriend bezocht.
11
gaan en met mensen te praten ontmoet je al gauw nieuwe mensen. En hoe was het voor jou als ‘buitenstaander’? Het was erg absurd; er was natuurlijk erg veel studentenetiquette waar ik echt niks van begreep, maar ik moest daar wel heel hard om lachen. Het was allemaal heel erg studentikoos en officieel, maar het was wel supergezellig, vooral tijdens de afterparty. En wat had je aan? Toen ik besloot naar het gala te gaan vroeg ik aan mijn moeder of ze een jurk voor me wilde maken, en dat deed ze. Ze is namelijk coupeuse dus dat doet ze wel vaker. Het resultaat was een hele mooie custom-made groene galajurk. Joppe Varkevisser
vaak in de sportzalen van de Calo.
Foto’s: eigen screenshots
Frontflips, backflips en dubbele salto’s ‘Bij freerunnen gaat het om de trucjes’ Calo-student Johannes Koopmans begon als turner, maar toen hij voor het eerst iemand zag freerunnen, was hij meteen verkocht.
A
ls jonge kinderen op een sport gaan is dat meestal voetbal of hockey, maar voor Johannes, wiens talent voor atletiek al op de kleutergym ontdekt werd, leek turnen een beter alternatief. “Ik zit al vanaf mijn vijfde op turnen, maar toen ik rond de twaalf jaar was volgde ik een keer een freerunning-workshop, en dat vond ik echt geweldig. Ik ging zelf veel oefenen buiten, en toen ik hoorde dat mijn turnvereniging ook een freerun-vereniging begon, aarzelde ik geen moment en meldde ik me aan.” De term ‘freerunning’ zal bij een aantal mensen vast een belletje doen rinkelen, maar bij het grote publiek is de in 2003-ontstane sport nog redelijk onbekend. Volgens Johannes valt de term ‘freerunning’ het beste te omschrijven als een combinatie van twee verschillende sporten: parkour en tricking. “Veel mensen halen de termen ‘parkour’ en ‘freerunning’ door elkaar, maar parkour is het zo snel mogelijk van A naar B gaan, terwijl er bij freerunnen ook nog trucjes komen kijken. Freerunnen is dus eigenlijk wat je krijgt als je parkour en tricking combineert.”
Elkaar overtreffen De overstap van turnen naar freerunning was eventjes wennen, ondanks de vele overeenkomsten tussen de twee sporten. “Bij turnen en freerunnen gaat het allebei om de trucjes, maar de uitvoering verschilt heel sterk. Bij turnen is het de bedoeling dat het allemaal zo netjes mogelijk gaat, want het is tenslotte een jurysport waarbij elk foutje bestraft wordt. Bij freerunnen maakt het niet uit hoe netjes het is; je bent vrij om zelf te bepalen hoe je doet wat je doet, omdat er geen echte stijlregels zijn voor freerunning buiten wedstrijden om.”
‘Bij freerunnen maakt het niet uit hoe netjes het is’ Wedstrijden zijn een groot deel van de freerunsport, maar daar heeft Johannes tot nu toe nog nooit aan meegedaan. “Ik ben nu vooral bezig ben met lesgeven voor mijn stage en dat kost best veel tijd. Maar de wedstrijden zijn wel altijd mooi om naar te kijken; twee freerunners die tot het uiterste gaan om iets moois te laten zien en proberen de ander te overtreffen met de mooiste tricks.” Rare blikken Zolang het zomerse weer nog op zich laat wachten traint Johannes vooral binnen, in een gymzaal van de Calo. “Het ideale aan binnen
trainen is dat je alles onder controle hebt. Je creëert zelf je eigen situaties met banken en kasten, en het is de veiligste trainomgeving die er is. Elke maandag train ik in de zaal met dansschool Dance Inc., waar ik ook stageloop en soms lesgeef.” Maar om echt te kunnen oefenen, moet je eigenlijk naar buiten. “Daar heb je gewoon meer kansen om te leren. Ik train vooral in speeltuinen en schoolpleintjes. Dan begin ik met salto’s in de zandbak, daarna ga ik naar de picknickbankjes en als ik echt goed opgewarmd ben, beklim ik de speelhuisjes. Het is gewoon een kwestie van steeds een nieuwe grens opzoeken, terwijl je ook aan de veiligheid blijft denken. In Zwolle heb ik een aantal vaste plekjes, dus mensen zien me daar vaak m’n ding doen. Dat leverde eerst wel rare blikken op van kinderen en ouders in de speeltuin, maar die raakten er al gauw aan gewend. De enige rare blikken die ik nu krijg, krijg ik als ik freerun op hele aparte plekken, zoals midden op een rotonde.” Arabierensalto Veel mensen maakten voor het eerst kennis met freerunnen door games als Assassin’s Creed of Mirror’s Edge, waarin freerunning centraal staat, maar volgens Johannes is het in het echt toch wel anders. “Heel veel dingen die je in die games ziet kunnen echt niet, zoals die immense diepe sprongen tussen flatgebouwen, maar het is
natuurlijk wel leuk dat de sport daardoor bekender geworden is. Natuurlijk gebeurt het wel dat mensen tussen gebouwen springen, maar daar ben ik zelf niet zo mee bezig omdat dat meer de parkourkant van de sport is, en ik me voornamelijk op tricks focus.” Johannes specialiseert zich voornamelijk in het maken van salto’s, zoals frontflips, backflips, en zelfs de geavanceerde Arabierendubbelsalto. “Daar ben ik het meeste trots op, het is een dubbele salto gecombineerd met een soort radslag met een grote focus op snelheid. Uiteindelijk hoop ik me wel meer te kunnen richten op het klimmen en springen zodat ik ook met gebouwen kan werken, maar daar moet ik dan wel eerst een goede, veilige plek voor vinden.” Nu de sport ook in Nederland steeds bekender begint te worden, is het volgens Johannes niet moeilijk ook zelf te beginnen met freerunnen. “Er is geen speciale freerun-school, maar het is niet moeilijk om ergens een plek te vinden om les te krijgen. Als je wat rond gaat googelen vind je vanzelf wel een vereniging in de buurt die lessen aanbiedt, zoals Dance Inc. waarvan de lessen hier in de Calozalen zijn. Een sportieve achtergrond is natuurlijk altijd handig, maar niet vereist. En qua kleding is het ook geen veeleisende sport: draag gewoon losse kleding die lekker zit, de rest gaat vanzelf.” Joppe Varkevisser
Is je rode haar echt? “Nee, ik ben lichtblond. Daarom pakt de rode verf goed. Ik heb mijn haren al in alle kleuren gehad: wit, groen, roze en blauw. Ik vind het leuk om anders te zijn dan de rest. Soms trek ik als contrast iets nets aan, zoals dit jurkje. Dat verwachten ze niet bij een meisje met piercings en tattoos. De tattoo op mijn arm is een kompas in een passiebloem, die staat symbool voor het vinden van mijn weg.” Heb je veel alternatieve kleding in je kast? “Ja, ik ga vaak naar tweedehands winkels. Laatst kocht ik een grote hippietrui. En ik heb ook zo’n wijde jurk met bloemetjes. Voor als ik naar een festival ga, met bloemetjes in mijn haar. Ik doe heel lang met mijn kleren. Ik kan moeilijk afscheid nemen van fijne schoenen, dan lijm ik een losse zool liefst nog een paar keer vast.” ERNEST METTES
Kompas in passiebloem
⤶
Afscheid nemen is moeilijk
⤶
foto: Frans Davids
’/bas
Tijd om te koken Mijn oma eet sinds kort eten uit de magnetron. Het witte bakbeest stond al een poos naast de koelkast, maar die stond er alleen voor mij. Om warme chocolademelk te maken. Met slagroom. Nu warmen mijn mama en tante dagelijks een drievaksmaaltijd van de Plus voor haar op. Boontjes, puree en bal. 4,5 minuut op 700 watt. Klaar. Ik vind dat erg. Niet omdat ik zo ontzettend snobby wil doen over magnetronmaaltijden en hoe ze smaken. Want dat valt echt wel mee. Gunst, ik ben zelfs groot voorstander van de magnetronpannenkoek. Rubberig, vettig en yum. Het zit ‘m in de tijd. Dat je in 4,5 minuut een warme maaltijd voor je hebt staan. En mijn mama en tante hebben best wel tijd om te koken hoor, ze werken part-time. Maar toch laten ze het aan iemand anders over. En diegene is de gaarkeuken van een middelgrote
supermarktketen. Het is dat mijn oma een flink uur rijden vanaf Zwolle woont, anders zou ik de moeite nemen om elke avond extra voor haar te koken zodat zij een extra portie kan krijgen. Het is een discussie die ik vaak voer met m’n vrienden. Als je ‘s avonds geen tijd besteedt aan koken en eten, wat ga je dan doen? Heb je echt zo’n druk bestaan dat een risotto in een half uur te veel werk is? Of desnoods een burger met wat sla? Om vervolgens drie uur lang te netflixen en te facebooken zeker? Eten verdient de aandacht van ons allen. Ook wanneer we dat voor iemand anders klaarmaken. Want het is naast slapen, bewegen en ademen het enige wat ons lichaam écht nodig heeft. Michael Pollan schrijft in zijn nieuwste boek Een pleidooi voor echt eten over koken anno nu en waarom we dat verkeerd doen. Dat we minder vlees, meer groente en kleinere porties dienen te eten. Maar vooral dat we weer écht eten moeten maken. Alleen gerechten die je oma zou herkennen als eten, geen gekkigheid. Weet je hoe mijn oma die thundersnelle drievaksmaaltijd van Plus noemt? Astronauteneten. BAS ROBBEN
kookt en eet héél graag
12 /cultuur
Vincent en Eva spelen met hun coverband Swunk liever originele mash-ups dan clichématige feestnummers
Foto: Gerben Rink
Swingende Windesheimers in Swunk Voor ‘Paradise by the Dashboardlight’ ben je bij hen aan het verkeerde adres. Volgens Windesheimmedewerkers Eva Kamminga en Vincent Radewalt, allebei lid van coverband Swunk, moet muziek vooral leuk zijn én anders. Hem ken je misschien als de liedjesschrijvende docent methodiek en coördinator/teamleider (propedeuse maatschappelijk werk en dienstverlening). Haar als ondersteuner van de masteropleidingen van Education. Maar misschien heb je ze ook wel eens op een feest gezien. Eva zingt en Vincent speelt gitaar in de Zwolse band Swunk. “Die naam is geïnspireerd op het begrip Zwolse funk”, vertelt Eva. “De SW kan natuurlijk ook voor ‘swingen’ staan. Het bekt wel lekker.” Geen verzoekjes Hoewel Swunk een coverband is, hoef je geen standaard feesthits te verwachten van het zeskoppige ge-
’/uitgelicht Zwolle Unlimited
Drie gasten De bandleden maakten dit jaar hun opwachting op het Bevrijdingsfestival, in het Windesheimtheater. “Dat was een geweldig feestje”, vertelt Eva. “Iedereen was enthousiast en als het dak er dan af gaat, geeft dat een kick. Het was ook leuk dat we backstage mochten. Wie maakt dat nou mee?” Op 5 mei was iedereen al in een feeststemming, maar wat doe je als band wanneer het níet lukt om de boel op te zwepen? Vincent: “We maken zelf ontzettend veel lol en Eva doet de praatjes tussendoor. Ze maakt altijd wat grappen om de zaal mee te krijgen en dat lukt dan meestal ook wel. Maar natuurlijk loopt het niet altijd. We hebben wel eens opgetreden gehad in een zaal die zo vol stond dat niemand danste. En dat dansen en feesten wil je juist graag voor elkaar krijgen.” Eva en Vincent kennen elkaar al vanuit een vorige band. “Toen hebben we wel eens op een bruiloft gespeeld voor drie gasten. De rest stond buiten, want het was 25 graden.” Eva: “Dan
nog laten we ons niet uit het veld slaan. We zien het dan maar als een veredelde repetitie.” Scheurende gitaar Dat Vincent muzikaal is, weten de meeste van zijn studenten wel. Van diplomamomenten maakt hij als coördinator/teamleider en docent van de opleiding maatschappelijk werk en dienstverlening altijd een echt evenement. “In plaats van een praatje, schrijf ik een liedje over een student. Dat zing ik dan tijdens de propedeuse- of einddiplomering. Ik maak het lekker smartlapperig en flauw. Toen we op het Bevrijdingsfestival speelden, kwamen er ook studenten kijken. Die stonden wel even met hun mond open. Niemand verwachtte dat die docent op het podium zou staan rocken met een scheurende gitaar.” Braaf Covers in een bijzonder jasje steken bevalt de band goed. Of ze ooit eigen
nummers zullen uitbrengen is de vraag. Eva: “Dat is een terugkerend discussiepunt. Sommige leden lijkt het wel leuk en dat is het natuurlijk ook. Maar het kost ontzettend veel tijd en dat hebben we nu al niet zoveel. We repeteren één keer in de twee weken.” De band treedt gemiddeld één keer per maand op. Het ene keer staan ze in Zutphen op de Zomerdagen en een andere keer bijvoorbeeld in café The Livingroom in Zwolle. Tijdens al die feestavonden maken ze van alles mee. Krijgen ze slipjes naar het podium gegooid? Treden ze wel eens op voor biergooiende tentfeesters? Eva: “Dat hebben we nog nooit meegemaakt, maar wel iemand in z’n zwembroek voor het podium. Buiten stond een jacuzzi die bij het feest hoorde. Dat was heel grappig.” Vincent: “Er komt ook geregeld iemand tíjdens het optreden het podium op om te zeggen dat ‘ie het zo leuk vindt. Ieder optreden heeft zijn eigen malloot. Maar seks, drugs en rock ‘n’ roll... Dat maken we niet
mee. Nu komen we zeker over als heel brave huismussen?” Tessa Klooster
Swunk live zien? Zelf naar Swunk kijken en luisteren? Op maandag 31 augustus staat de band tijdens de Bruisweek in de kleine zaal van Hedon. Op Facebook vind je meer info: facebook.com/swunkband
’/spitse Verticale droombouw Mezelf vergapend in een kathedraal ben ik iedere keer weer geneigd om even de part-time-katholiek uit te hangen.
Building the great Cathedrals Gezien op youtube.com MARC SPITSE
heeft een eigenzinnige kijk op zo ongeveer alles
13
Het moet voor de middeleeuwse lompenburger een welhaast buitenaardse ervaring zijn geweest om een gotische kathedraal binnen te lopen. De fantastische, vederlichte architectuur, de oogverblindende glas-in-lood beglazing, het kunstige beeldsnijwerk, en de mysterieuze symboliek moesten de simpele ziel niet alleen overdonderen en imponeren, maar ook een voorproefje geven van wat het hiernamaals te bieden had. Deze kathedralen lagen als een gestrande walvis bovenop een stad. De omringende huizen vormden letterlijk de funderingen van een versteend ruimteschip, een ‘presence’ die in alles de urbane skyline overheerste. In de documentaire ‘Building the Great Cathedrals’ wordt voor de leek uit de doeken gedaan
hoe deze elegante gebouwen werden vervaardigd, en hoe een bouwtechnische oplossing hoogbouw dramatisch beïnvloedde. Want de ontdekking van de kruisgewelven maakte hoger bouwen mogelijk. Er ontstond een wedloop tussen de elkaar beconcurrerende steden om met hun kerken steeds dichter bij de hemel te komen. Situaties waarbij kerken tweehonderdvijftig jaar in de steigers stonden waren geen uitzondering. Te hoge torens stortten in en werden, inventief ondersteund, opnieuw opgebouwd. De bouw van de Dom van Keulen duurde 630 jaar, en er staat tot op de dag van vandaag altijd wel een gedeelte in de steigers. Niet minder verbluffend is de vervaardiging van glas-in-lood. Ik vraag me af of er tegenwoordig nog vaklieden zijn de deze graad van vakmanschap beheersen. Het bezoeken van een kathedraal wordt nòg indrukwekkender met deze documentaire achter de kiezen. Ik weet nu dat godsdienstwaanzin tot prachtige resultaten kan leiden.
win’/cultuur
Het jaarlijkse festival Zwolle Unlimited strijkt weer neer in de stad. Van vrijdag 5 tot en met zondag 7 juni vind je dertien podia met muzikanten, spoken word, verhalenvertellers en straattheater op en bij de Verhalenboot (gelegen in de Thorbeckegracht) en rondom boekhandel Waanders in de Broeren. Maar er gebeurt nog véél meer tijdens Zwolle Unlimited. Een korte opsomming: een boekenmarkt, een kunstmarkt, een kinderplein, een plein voor amateurkunst, een wijnfestival en ook zijn er barretjes, terrasjes en een biologisch eetplein. Enkele hoogtepunten uit het muzikale programma: Tim Knol, Fay Lovsky, Bertolf, Marike Jager en Muppetstuff samen met Rico & De Fakkelteit. Het festival is gratis toegankelijk, maar er wordt wel met de pet rond gegaan. Bezoekers bepalen dus zelf hoeveel ze willen geven voor een optreden. Meer info vind je op www.zwolleunlimited.nl.
u
zelschap. En verzoekjes tijdens de avond? Vergeet het maar. Eva: “We doenvrijwel geen bruiloften, daarvoor zoeken mensen vaak bandjes die het bekendere werk spelen. Voor ‘I Will Survive’ moet je niet bij ons zijn. Als iemand ons inhuurt en echt héél graag een bepaald nummer wil horen, dan maken we wel een uitzondering, maar over het algemeen doen we tijdens optredens niet aan verzoekjes. Áls we clichés pakken, gieten we ze in een ander jasje. ‘I Would Stay’ van Krezip spelen we bijvoorbeeld als een reggae-nummer.” Vincent: “We willen anders zijn. Als de band samenkomt, is er altijd wel iemand die een leuk nummer heeft gehoord en daar proberen we dan samen iets bijzonders van te maken. Zo hebben we veel mashup-nummers: ‘All The Single Ladies’ van Beyonce spelen we over het gitaarriffje van ‘Always On The Run’ van Lenny Kravitz. Of we spelen dancemuziek met samples op drumpad of keyboard.”
21 mei 2015 · nummer 17
‘Ieder optreden heeft zijn eigen malloot’
14 / agenda 22 mei – Lulverhalen
u Mannen met goede (lul)verhalen. Dat is in het kort waar de voorstelling De Lulverhalen 2 op vrijdag 22 mei over gaat. Want na alle vrouwelijke monologen werd het tijd voor de mannen, vond initiator en stand up-comedian. De lulverhalen worden in Zwolle verteld door schrijver en journalist Leon Verdonschot, Heideroosjes-zanger Marco Roelofs, presentator en woordkunstenaar Jan J. Pieterse en Howard Komproe zelf. Host van de avond is Jan Jaap van der Wal. Locatie is Odeon, kaartjes kosten 23 euro (20 euro met cjp).
27 mei – Roeien voor de verenigingsbokaal
u Op 27 mei strijden de Zwolse studentenverenigingen tijdens de roeiwedstrijd om de felbegeerde Verenigingsbokaal. Zes weken lang hebben de teams, onder begeleiding van roeivereniging Boreas, zich mentaal en fysiek voorbereid om de winst binnen te slepen. Kom dus langs om jouw vereniging (of favoriete roeiers) aan te moedigen! Er zijn voldoende hapjes en drankjes en je kunt dansen op de lekkere beats van de dj. De wedstrijd begint om 15:30 aan de Holtenbroekerdijk 100 te Zwolle. De prijsuitreiking en afterparty zijn ’s avonds in Het Vliegende Paard! Meer informatie op www.verenigingsbokaal.nl.
27 mei – Discussieavond regeldruk in de zorg
u Al jaren geven zorgverleners aan dat de regeldruk te groot is en ten koste gaat van de zorgverlening. Hoe kunnen we van de regeldruk, zoals die nu wordt gevoeld, verlost worden en toch verantwoording afleggen over de kwaliteit van de zorg en inzet van financiële middelen? Windesheims discussieplatform Peper&Zout gaat in gesprek met verschillende zorgprofessionals. De discussieavond begint om 20.00 uur en vindt plaats in woonzorgcomplex de Havezate, Gombertstraat 350. Aanmelden (gratis!) is gewenst. Aanmelden en meer informatie via windesheimindialoog.nl.
Colofon win’ is het redactioneel onafhankelijke nieuws- en opinieblad van Windesheim. Het verschijnt tweewekelijks. Redactie-adres: Campus 2-6, Gebouw B, kamer B246, 8017 CA Zwolle, (Postbus 10090, 8000 GB Zwolle), tel. 088-4699603. e-mail:
[email protected] Redactie: Marcel Hulspas (hoofdredacteur), tel. 7175, Wouter van Emst (redacteur), tel. 9081, Ernest Mettes (redacteur), tel. 9901, Jitse Schipper (redacteur), tel. 7499, Ronza Jabrah (redactie-assistent), tel. 9603 Aan win’ werken mee: Marc Spitse, Silke Polhuys, Bas Robben, Johannes Hakvoort, Herman Verveld, Monique Ratheiser, Tessa Klooster, Hans Invernizzi, Joppe Varkevisser, Janine Sterenborg, AAaRGh... Fotografen: Frans Davids, Herman Engbers, Jasper van Overbeek, Gerben Rink Illustraties: Judy Ballast Opmaak: Ger Bomans De inhoud van deze win’ (en nog veel meer) is ook te vinden op Sharenet: Zoek bij communities naar win’. Bezoek onze facebookpagina op ww.facebook.com/pages/ Hogeschoolkrant-win-Windesheim Advertenties: Bureau Nassau, tel. 020-6230905, fax 020-6390846, e-mail:
[email protected] www.bureaunassau.nl Abonnementen: Voor 22,50 euro krijg je win’ een jaar lang thuisgestuurd (19 kranten). Druk: Hoekstra Krantendruk Emmeloord
30 mei – Eeuwigheid
u Dj Olivier Weiter is de grote man tijdens dancefeest Eeuwigheid, op zaterdag 30 mei in de grote zaal van poppodium Hedon. Hij is een bekendheid in de Nederlandse house scene, maar trad overal ter wereld op, van Chili tot Ibiza. Verdere line up: Illesnoise, Patrice van den Berg en Wesley Roberts. Early bird-kaartje kost 7,50 euro en een regulier kaartje 10 euro. Aanvang: 23.00 uur.
31 mei – Parkpret
u Er is van alles te beleven tijdens het jaarlijkse Parkpret in park Eekhout, op zondag 31 mei. Voor oud maar vooral ook voor jong: jeugdcircus Pavarini, ponyrijden, strijkorkest Benjamin, schminken met Colourful kids, een theatervoorstelling van Deltion-studenten, een klimwand, dansen met Tango Alegria en Danslab, graffiti voor kinderen en een theeschenkerij. Van 12.00 tot 17.00 uur, entree is gratis. Neem gerust een picknickkleedje mee.
9 juni – LadiesNight
u Communicatiestudenten Kim Velner en Renée Noordzij organiseren een LadiesNight om geld op te halen voor KWF Kankerbestrijding. Bezoeksters kunnen zes verschillende workshops bijwonen. Daarnaast zijn er circa 25 stands waar Zwolse ondernemers hun producten aanbieden. Ook is er een beautyhoek. Daar kun je je haar of nagels laten doen of een massage krijgen. De avond begint om 19.00 uur en vindt plaats in De nieuwe Bierton aan de Schellerbergweg 27. Kosten zijn afhankelijke van de workshops die je kiest; vooraf is er een tapasbuffet, dat kost 15 euro. Meer info en aanmelden: www.ladiesnightzwolle.nl.
9 juni – Dinner sessions XL met Young North
u Een hapje eten onder het genot van lekkere muziek, dat is al een paar jaar het concept van de Dinner sessions in studentencafé Het Vliegende Paard. Op dinsdag 9 juni wordt dit (school) jaar afgesloten met enkele toppers uit de Zwolse muziek-scene: Young North, met daarin Windesheimstudent Candy Reebroek (rechts op de foto), en zangeressen Roos Hijmans en Nine Roest. Vanaf 19.00 uur. Toegang is gratis.
9 juni – Workshop cocktails maken
u Altijd al willen leren hoe je de lekkerste cocktails maakt maar geen idee waar je moet beginnen? In deze workshops leer je precies hoe het moet, inclusief het flair-gedeelte (gooien met flessen). Je leert in anderhalf uur het gooien, shaken, en opdienen! De workshop kost tien euro, inclusief de ingrediënten. De workshop vindt plaats in Bloopers (Voorstraat 7-9) en begint om 20.30 uur. Let op: vooraf inschrijven via
[email protected].
11 juni – Comakership Meetingpoint
u Tijdens het Comakership Meetingpoint brengt Windesheim organisaties en studenten met elkaar in contact voor het uitvoeren van comakerships, stages en projecten. Het evenement is vooral bedoeld voor studenten die in september 2015 en februari 2016 starten met hun praktijkopdrachten. Het evenement heeft de vorm van een beurs en netwerkbijeenkomst. Het programma start om 16.00 uur en wordt om 17.30 uur afgesloten met een hapje en drankje. Locatie: Windesheim Flevoland, Hospitaaldreef 5 in Almere. Kijk voor meer informatie en aanmelden op windesheimflevoland.nl/meetingpoint. De volgende gedrukte hogeschoolkrant verschijnt op 11 juni. In de tussentijd zijn we online actief op onze community op Sharenet en op Facebook. Stuur je kopij voor de volgende krant uiterlijk woensdag 3 juni naar
[email protected].
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. druk, fotokopie, micro-film of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.