Als graaf Claudio terugkeert uit de oorlog, wordt hij smoorverliefd op Hero, de mooie dochter van de gouverneur van Messina. Zij is ook verliefd op hem en niets lijkt een huwelijk nog in de weg te staan. Maar de gemene Don John verzint een plan om het te verhinderen. Ondertussen probeert prins Don Pedro om Hero’s kattige nicht Beatrice te koppelen aan heer Benedick, met wie ze altijd ruzie maakt. Zal dat lukken?
Een Vier Windstreken Prentenboek
eel gedoe omniks Almud Kunert
De Vier Windstreken
ISBN 978 90 5116 139 7
eel gedoe om niks
Shakespeare’s komedie Veel gedoe om niks wordt in dit boek met veel gevoel voor het origineel naverteld. Het is het derde toneelstuk in de serie ‘Wereldliteratuur voor kinderen’. Eerder verschenen Romeo en Julia en Een midzomernachtsdroom.
Shakespeare/Kunert
In de liefde gaat niet alles vanzelf…
William Shakespeare
De Vier Windstreken
Voor Martin
William Shakespeare’s
eel gedoe omniks Eerder verschenen in de serie ‘Wereldliteratuur voor kinderen’:
naverteld door Barbara Kindermann met illustraties van Almud Kunert
Romeo en Julia Een midzomernachtsdroom
ISBN 978 90 5579 713 4
ISBN 978 90 5116 005 5
De Vier Windstreken
Het is lang geleden. In de Italiaanse stad Messina regeert de wijze gouverneur Leonato. Hij is heel trots op zijn lieve, mooie dochter Hero. Maar hij houdt ook erg veel van haar leuke, felle nicht Beatrice, die bij hen in huis woont. Op een dag ontstaat er grote opwinding in Leonato’s huis. Ze hebben gehoord dat de ruiters die een paar dagen eerder onder leiding van prins Don Pedro ten strijde zijn getrokken, nu terugkomen. Iedereen loopt snel naar buiten. De mooie Hero is zo opgewonden dat ze bijna niet stil kan staan. Ongeduldig kijkt ze in de verte of de prins met zijn troepen er al aankomt. Maar het is niet Don Pedro naar wie ze zo verlangt. Ze is dolgelukkig als graaf Claudio op haar af galoppeert. Verlegen slaat ze haar ogen neer. Haar kattige nicht Beatrice kijkt een andere edelman uit het gevolg van Don Pedro vol minachting aan. Ze heeft al heel lang een hekel aan heer Benedick, en hij ook aan haar. Als ze elkaar tegenkomen, krijgen ze altijd meteen ruzie en gaan elkaar bijna te lijf. Er is maar één ding waarover ze het eens zijn: liefde is belachelijk! Als Leonato de ruiters allemaal feliciteert met hun overwinning, bedankt Benedick als eerste voor de vriendelijke ontvangst. Meteen kan Beatrice haar scherpe tong niet bedwingen. Ze roept hatelijk: ‘Ja, klets maar, Benedick. Er wil toch niemand naar je luisteren.’ ‘Ha!’ lacht Benedick spottend. ‘Jij bent nog net zo akelig als altijd.’ ‘Hoe kan ik anders als er zo’n bespottelijke vent als Benedick voor me staat?’ snauwt Beatrice terug. ‘Doe nou niet zo naar, meisje. Zo zal er nooit iemand van je houden.’ ‘Is dat boffen,’ antwoordt Beatrice uit de hoogte. ‘Ik hoor nog liever mijn hond tegen een kraai blaffen dan een man die zegt dat hij van me houdt.’ ‘Wees maar niet bang,’ zegt Benedick. ‘Dat zal niet gebeuren voordat het in januari zomer wordt.’ Nu maakt Leonato lachend een eind aan de ruzie. ‘Zo is het wel genoeg. Kom mee naar binnen. Ik nodig jullie allemaal uit.’
Iedereen loopt naar binnen. Maar Claudio houdt zijn vriend Benedick vast aan zijn mouw. ‘Benedick, heb je Leonato’s dochter Hero gezien?’ vraagt hij. ‘Wat een keurig meisje, hè?’ Benedick kijkt hem verbaasd aan. ‘Waarom zeg je dat? Het lijkt wel of je haar wilt kopen.’ Maar Claudio trekt zich er niets van aan en praat enthousiast verder over Hero. ‘Kopen? Is er dan genoeg geld op de wereld om zo’n juweeltje te betalen? Ze is het mooiste meisje dat ik ooit heb gezien.’ Benedick trekt een lelijk gezicht en antwoordt verbaasd: ‘Ik heb nog geen bril nodig en zie er niets van.’ Hij bekijkt zijn vriend onderzoekend. ‘Je bent toch niet van plan om te gaan trouwen?’ Claudio zucht en zegt: ‘Dat is nog nooit bij me opgekomen, maar als Hero mijn vrouw zou kunnen worden…’ ‘O, is het al zo ver met je?’ kreunt Benedick. ‘Is er dan op de hele wereld geen man meer die net als ik vrij en ongetrouwd wil blijven? Maar kijk, daar komt Don Pedro. Edele prins, weet u het al? Graaf Claudio is verliefd op Leonato’s dochter Hero.’
‘Fijn!’ roept Don Pedro blij. ‘Ze is zijn liefde waard.’ Benedick schudt zijn hoofd. ‘Ik begrijp niet hoe iemand van haar kan houden.’ ‘Ach, Benedick,’ zegt de prins, en hij maakt een wegwuifgebaar met zijn hand. ‘Jij hebt geen oog voor schoonheid! Je veracht de liefde en de vrouwen.’ ‘Ik vertrouw ze niet,’ antwoordt Benedick. ‘Ik blijf liever vrijgezel.’ Don Pedro lacht. ‘Ik wed dat ik je nog wel eens bleek van liefde zal zien.’ ‘Vergeet het maar!’ ontkent Benedick heftig. ‘Misschien bleek van woede, door ziekte of honger, mijn heer, maar nooit bleek van liefde.’ ‘Dat komt nog. Ik weet het zeker.’ Don Pedro wendt zich tot Claudio. ‘En jij, verliefde jongen, zult je mooie Hero krijgen. Vanavond is er in Leonato’s huis een gemaskerd bal. Ik zal haar zeggen dat ik jou ben, en haar het hof maken. Daarna zal ik met haar vader praten en ervoor zorgen dat ze jouw vrouw wordt.’
Een paar uur later is het feest in Leonato’s huis in volle gang. In de schitterend versierde feestzaal klinkt dansmuziek. De dames dragen kostbare, rijk bestikte jurken en de mannen hun trotse uniformen en prachtige maskers. Terwijl Don Pedro de mooie Hero zoals afgesproken het hof maakt in naam van Claudio, danst Beatrice enthousiast met een knappe man. Als ze had geweten dat deze gemaskerde danser haar grote vijand Benedick was, zou ze vast niet zo vrolijk zijn geweest. Maar ze herkent hem niet en praat druk met hem. Opeens wordt ze boos. Haar ogen beginnen te fonkelen en haar stem trilt. ‘Wat vertel je me nou? Wie heeft tegen je gezegd dat ik hooghartig ben?’ Haar danspartner Benedick, die ze nog steeds niet heeft herkend, schudt zijn hoofd. ‘Dat mag ik niet verraden.’ ‘Ik weet het zo ook!’ snuift ze woedend. ‘Het was natuurlijk die ellendige, verwaande heer Benedick!’ ‘Wie is dat?’ vraagt Benedick op een toon alsof het hem niets kan schelen. ‘Je kent hem vast wel. Hij is Don Pedro’s belachelijke hofnar. Een grove grappenmaker, die alleen beledigingen kan bedenken. Ik heb een ongelooflijke hekel aan hem en er is niemand die hem aardig vindt.’ Een andere gemaskerde edelman neemt haar van Benedick over en ze danst sierlijk weg. Benedick kijkt haar nijdig na. ‘Hoe noemde ze me ook alweer?’ mompelt hij verontwaardigd. ‘De hofnar van de prins? Een grove grappenmaker? En niemand zou me aardig vinden?’ Zijn ogen fonkelen. ‘Ik wil dat kreng niet meer horen.’ Hij loopt de zaal uit, laat zijn masker zakken en gaat de tuin in. Daar komt hij Don Pedro tegen, die samen is met Hero, Claudio en Leonato.
Ze zijn allemaal heel vrolijk, omdat Hero’s vader haar net toestemming heeft gegeven om met Claudio te trouwen. De dolgelukkige Claudio omhelst Hero en zegt: ‘Lieveling, jij wordt mijn vrouw, en ik jouw man.’ Beatrice, die uit de zaal komt aanlopen, kijkt Claudio spottend aan en zucht overdreven: ‘Mijn god, overal hebben ze het over liefde en trouwen. Straks is iedereen onder de pannen behalve ik.’
Brutaal knipoogt ze naar Don Pedro en zegt: ‘Het spijt me, prins, er is geen man van wie ik kan houden. En het lijkt wel of ik alleen dwaasheid kan uitslaan. Het lukt me gewoon niet om ernstig te praten.’ Lachend antwoordt de prins: ‘Dat geeft helemaal niet. Die vrolijkheid past goed bij je.’ Hij neemt Leonato apart en zegt: ‘Dat is een leuk, opgewekt meisje. Maar ze kan er blijkbaar niet tegen als iemand over de liefde begint.’
Leonato schudt zuchtend zijn hoofd. ‘Nee, dat is hopeloos. Ze spot met al haar aanbidders.’ ‘O,’ zegt Don Pedro meteen, ‘dan zou ze een uitstekende vrouw zijn voor Benedick.’ Leonato heft vol ontzetting zijn handen ten hemel. ‘God verhoede het, heer. Voordat die twee een week getrouwd zijn, hebben ze elkaar tot waanzin gedreven.’ Don Pedro denkt zwijgend na en zegt dan vastbesloten: ‘Ik heb een plan. Ik wil het onmogelijke mogelijk maken. Benedick en Beatrice moeten smoorverliefd worden op elkaar.’ Leonato kijkt hem verbaasd aan. ‘Dat lukt nooit van zijn leven. Ze hebben een hekel aan elkaar en kunnen beslist niet van elkaar houden.’ Maar Don Pedro geeft niet op. ‘Ik wil dat ze een paar worden, en geloof me, het gaat lukken! Tenminste, als jij en Claudio me helpen en doen wat ik zeg. Kan ik daarop rekenen?’ ‘Het kan echt niet!’ antwoordt Leonato vol overtuiging. ‘Maar ik wil alles doen wat niet oneervol is, om Beatrice aan een goede man te helpen.’ Don Pedro heeft er plezier in. ‘Kom mee, dan zal ik mijn plan vertellen.’