Wil je niet van me weglopen?
Eerste druk, juli 2011 © 2011 Richard Landman Coverillustratie: Ineke Landman-Benit isbn: nur:
978-90-484-1979-1 740
Uitgever: Free Musketeers, Zoetermeer www.freemusketeers.nl
Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor de directe of indirecte gevolgen hiervan. Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever worden openbaar gemaakt of verveelvoudigd, waaronder begrepen het reproduceren door middel van druk, offset, fotokopie of microfilm of in enige digitale, elektronische, optische of andere vorm of (en dit geldt zonodig in aanvulling op het auteursrecht) het reproduceren (i) ten behoeve van een onderneming, organisatie of instelling of (ii) voor eigen oefening, studie of gebruik welk(e) niet strikt privé van aard is.
Wil je niet van me weglopen? Richard Landman
Voor Marieke, Rik en Sjaak
Begeerte tussen twee geslachten is de basis van ons aller bestaan. Soms is ons bestaan een onwelkom gevolg van begeerte. Meestal is het een welkom gevolg, dat geduldig wordt afgewacht. En soms danken wij ons bestaan aan de inzet van moderne voortplantingstechnieken. Zodra we op de wereld zijn, wel of niet welkom, worden we van jongs af aan door anderen vertrouwd gemaakt met de verwachtingen over het leven dat voor ons ligt. Met behulp van onze zintuigen leren we hoe we kunnen dromen over de invulling van ons eigen leven. Deze waar gebeurde verhalen gaan over verwachtingen over het leven die niet uitkomen en dromen die altijd blijven bestaan.
Alle namen van personen zijn gefingeerd, met uitzondering van de namen van de auteur.
Inhoudsopgave Harrie Johan Sherien Reintje Sjaak Rein Trudy Inge Gijs Richard
9 21 31 38 50 60 76 84 97 106
Harrie Op een zonovergoten dag zoek ik in een klein dorp naar het huis van mevrouw Van Sloten. Een vrouw slaat mij gade vanuit het raam van haar huis. Ik gok erop dat zij mevrouw Van Sloten is. En jawel, het nummer blijkt te kloppen. Terwijl ik nog bezig ben met het afsluiten van mijn auto, doet ze de voordeur al open. Voor ik goed en wel binnen ben, begint ze druk te praten. ‘Ik dacht meteen, die meneer is zo aan het zoeken, dat zal hem vast wel wezen.’ Zij spreekt snel met een lokaal aandoend accent. Mevrouw Van Sloten is moeder van vijf kinderen. Zij is zestien jaar geleden gescheiden van haar echtgenoot. Hij ging destijds vreemd en had het huis verlaten. Twee dochters trokken bij hem en zijn tweede vrouw in. Twee zoons en een dochter bleven bij moeder wonen. Harrie is de benjamin van het gezin. Er is vaak ruzie thuis. De oudste zoon geeft veel problemen en leidt, nadat hij het ouderlijk huis heeft verlaten, een zwervend bestaan. Ook tussen de oudste zuster van Harrie en zijn moeder laaien de ruzies steeds op. De zuster van Harrie trekt uiteindelijk bij een vriend in en zo blijft Harrie alleen achter met zijn moeder. Na verloop van tijd gaat het mis met Harrie en blijft mevrouw Van Sloten alleen achter. De woning die ik betreed is klein. Op de keukentafel ligt een kalender waar mevrouw Van Sloten op verschillende data kruisjes heeft gezet. De data hebben betrekking op ingrijpende gebeurtenissen in het leven van mevrouw Van Sloten met haar zoon Harrie. Zij heeft zich goed voorbereid op het gesprek en vooraf nog wat vergeten data op de kalender aangekruist. Er gebeurt niet zo veel meer in haar leven sinds Harrie uit huis is. Met veel oog voor details vertelt zij haar verhaal. Harrie heeft zijn vader niet vaak gezien. Zijn vader is een kermisexploitant, die af en toe op bezoek kwam. De laatste keer dat hij hem zag, sprak zijn vader hem aan op zijn gedrag en wilde hem slaan. Dat accepteerde Harrie niet en hij ging hem te lijf met een honkbalknuppel. Zijn vader had zich nooit met hem bemoeid en had volgens Harrie niet het recht om hem te slaan. 9
Harrie mist een vaderfiguur in het gezin waarmee hij zich kan identificeren. Hij vindt een beetje compensatie voor dat gemis bij de buurman, een boer die hij af en toe kan helpen met klussen, zoals verbouwingen van de schuur en het melken van de koeien. Ook zijn verhalen over de spanningen met zijn moeder kan hij daar kwijt. De spanningen met zijn moeder hebben te maken met het gedrag van Harrie. Met de agenda in de hand begint mevrouw Van Sloten meteen te ratelen: ‘10 mei, recherche aan de deur; 31 juli, politie aan de deur; 28 augustus, politie aan de deur….’ In totaal zeven keer in een kleine twee jaar heeft ze onaangenaam bezoek aan huis van de politie. De eerste keer is vanwege een beroving van een vrouw. De tweede keer brengt de politie Harrie thuis omdat hij is aangehouden met een brommer, terwijl hij nog geen zestien is. De derde keer wordt hij op heterdaad betrapt bij het spelen met een luchtdrukpistool. Hoe is het allemaal zover gekomen? Harrie heeft de onhebbelijke gewoonte om tijdens het winkelen met zijn moeder uit de schappen van alles te pakken waar zijn oog op valt. Als hij trek heeft in een blikje cola, dan pakt hij er één, drinkt het tijdens het winkelen leeg en deponeert het lege blik ergens in de winkel. Heeft hij trek in drop, dan pakt hij tijdens het winkelen een zakje en maakt het open. En soms, als hij genoeg heeft gesnoept, stopt hij het restant achteloos in zijn zak. Het moment dat mevrouw Van Sloten argwaan krijgt, staat haar nog scherp voor ogen. Op een avond zet ze haar bril op om iets te lezen. Eén poot van de bril blijkt los te zitten. Harrie weet meteen raad en tovert een klein mes uit zijn broekzak. Het is een vlijmscherp mes, dat heel geschikt is voor het priegelwerk aan de poot van de bril. Zijn moeder vraagt Harrie waar dat mes vandaan komt. Harrie vertelt dat hij het heeft gekocht voor het vissen. Vanaf dat moment wordt zijn moeder achterdochtig. Kort daarop komt Harrie thuis met gloednieuwe dure schoenen aan zijn voeten. Van zijn zakgeld kan hij die onmogelijk gekocht hebben. Op het verzoek van zijn moeder kan hij geen bon laten zien, die heeft hij verloren. Harrie, aldus zijn moeder, is altijd goed in liegen en bedriegen. Een tijdje later komt ze hem in het dorp tegen met een vriendje. 10
Beiden dragen een gloednieuwe hengel. Mevrouw Van Sloten denkt er van alles bij, maar wil Harrie op straat niet de les lezen. Thuis wil ze wel precies weten hoe ze aan de hengels zijn gekomen. Het verhaal dat ze die op de markt hebben gekocht, gelooft ze niet. Later blijkt dat ze de hengels en molens op klaarlichte dag uit een warenhuis hebben gestolen. Kort daarop vertelt Harrie dat hij met zijn vriend weer gaat vissen, maar in werkelijkheid gaan ze naar de naburige grote stad. Om zes uur ’s avonds zit mevrouw Van Sloten tevergeefs aan tafel met het eten op Harrie te wachten. Ze heeft hem nog zo ingepeperd om op tijd thuis te zijn. Kort nadat ze zelf alvast met eten is begonnen, gaat de bel en staat de politie weer voor haar deur. Harrie zit vast op een politiebureau in de stad. Ook in de grote stad is hij proletarisch gaan winkelen en op heterdaad betrapt. De lokale politie vertelt mevrouw Van Sloten wat zij hebben gehoord van hun collega’s en vragen haar zo snel mogelijk te bellen met het bureau in de stad. Als de politie weg is, loopt zij snel met een kwartje naar de buren om te bellen. Diezelfde avond wordt Harrie thuis gebracht door de politie en wordt er een vuilniszak leeg geschud op de keukentafel. Veel spullen herkent zijn moeder als eigendommen van Harrie. Alleen een dolk, een oorringetje, een gloednieuw fietsslot en een grote bos fietssleutels kan ze niet thuisbrengen. De fietssleutels heeft Harrie met een vriend in een winkel uit allerlei sloten gehaald. Ze neemt de agenten apart om te vertellen dat Harrie de nacht daarvoor met veel kabaal is thuisgekomen met een brommer. Hij staat in het schuurtje en of ze even mee willen lopen. De agenten noteren alle gegevens van de brommer en beloven dat ze het uit gaan zoeken. Zij vertelt de agenten ook dat Harrie nog in zijn proeftijd zit. Een voorwaardelijke straf en een proeftijd van twee jaar werd hem ooit opgelegd vanwege de beroving van een vrouw. De eerste dagen na dit incident ontlopen Harrie en zijn moeder elkaar zo veel mogelijk. Mevrouw Van Sloten wacht op het moment dat er een gelegenheid is om de hele schuur om te spitten. Dat moment dient zich een paar dagen later aan. Harrie gaat met vrienden voetballen en zijn moeder begint de schuur uit te kammen. Zij vindt hengels met molens, allerhande duur visgerei, een grote dolk en 11
andere spullen die ze niet thuis kan brengen. Al eerder heeft zij, toen Harrie sliep, in zijn broekzak een kaartje met nog meer oorbelletjes gevonden. Met een tas vol spullen en een kwartje loopt zij vervolgens weer naar de buren en belt de politie. Op de weg terug worden Harrie en een vriend door de politie van het voetbalveld geplukt en meegenomen naar het bureau. De brommer blijkt gestolen te zijn. Omdat iemand in de tank van zijn brommer suiker heeft gedaan, is Harrie naar de grote stad gegaan om een andere brommer te stelen. Niet lang daarna maakt Harrie schoon schip en wijst hij de politie een plek aan waar hij onder een paar grote stenen een groot aantal messen en dolken heeft begraven. Harrie houdt van messen en dolken omdat ze er zo mooi uitzien. Alles wat hij mooi vindt, neemt hij gewoon mee uit de winkel, uiteraard zonder er voor te betalen. Het is een gewoonte geworden. Harrie blijft nog twee maanden bij zijn moeder wonen. Hij gaat al langere tijd niet meer naar school. Over de lagere school heeft hij zeven jaar gedaan en eigenlijk wil hij automonteur worden. Op de lagere beroepsopleiding, die hij daarna gaat volgen, is er geen mogelijkheid om zich te ontwikkelen tot automonteur. Hij raakt snel gedemotiveerd, spijbelt regelmatig en komt soms alleen voor de vakken handvaardigheid en gymnastiek naar school. Uiteindelijk gaat hij helemaal niet meer naar school. Zijn moeder ergert zich vreselijk aan Harrie gedurende de laatste twee maanden dat hij thuis is. Hij ligt vaak een groot gedeelte van de dag op bed en er is vaak ruzie over de tijdstippen dat Harrie ’s avonds of ’s nachts thuis moet zijn. Harrie beseft dondersgoed dat hij eigenlijk door zijn moeder is verlinkt, maar hij neemt het haar niet echt kwalijk. Ze moest dat wel doen, volgens Harrie, voor zijn eigen bestwil. Intussen wordt er op de achtergrond koortsachtig gezocht naar een oplossing voor Harrie. De Raad voor de Kinderbescherming is al eerder ingeschakeld vanwege zijn contacten met de politie. Een goede begeleiding van Harrie kan mogelijk tot verlichting van de nieuwe dreigende straf van Harrie leiden. Het tehuis waar de eerste keuze van 12
de maatschappelijk werker op valt, wordt na een bezoek door Harrie rigoureus afgewezen. Er volgen twee bezoeken aan een tehuis in de naburige grote stad. Dat trekt Harrie wel. Het tehuis werkt nauw samen met een instituut dat schoolverlaters en spijbelaars een dagopvang biedt, met als doel de jongeren te motiveren voor school of werk. Harrie kan niet eenzijdig zelf beslissen. Hij moet eerst mee op een verplicht werkkamp met andere deelnemers aan de dagopvang. Na afloop van het kamp wordt vastgesteld of hij wel of niet gemotiveerd is voor de dagopvang. Pas dan kan hij in het tehuis geplaatst worden. Harrie vindt het verblijf in het kamp erg zwaar omdat hij als een van de nieuwelingen wordt getest en gepest. Hij doorstaat echter de test en wordt in het tehuis geplaatst. Zijn dagen brengt hij door op de dagopvang. Harrie heeft een slungelachtig en onverschillig voorkomen. Hij kan frank en vrij praten over zijn leven met zijn moeder en zijn misdragingen. Hij heeft ook iets kwetsbaars. Tijdens het praten, kijkt hij vaak met gebogen hoofd naar de grond. Harrie komt terecht in een groepshuis met zeven andere bewoners. Op de groep krijgt hij, net als alle andere kinderen, een eigen slaapkamer. Hij koopt wat plantjes en posters om zijn kamer gezellig te maken en heeft een oude pick-up en versterker. Tot schrik van Harrie en andere bewoners vliegt de oude versterker ’s nachts een keer tijdens zijn slaap in brand. De schade is gelukkig alleen materieel van aard. De eerste drie maanden bij de dagopvang staan vooral in het teken van creativiteitstrainingen, daarna moet Harrie kiezen tussen school of werk. Hij kiest uiteindelijk voor werk en gaat stage lopen bij een garage. Misschien kan hij zo zijn droom nog verwezenlijken en automonteur worden. Hij wordt niet voor het werk betaald, maar krijgt wel extra zakgeld. Eén dag per week heeft hij les op een speciale school, maar dat ziet hij na verloop van tijd niet meer zitten. Het liefst werkt hij vijf dagen per week. In zijn vrije tijd speelt hij voetbal met andere kinderen uit het tehuis of hij trekt met een groep naar het centrum van de stad. Soms gaat hij naar de bioscoop, maar regelmatig houdt hij zich nog bezig met diefstallen. Brommers of onderdelen van brommers zijn voor Harrie 13
geliefde objecten om mee te knutselen. Met stelen heeft Harrie weinig moeite. Als andere mensen van hem spullen stelen, waarom zou hij dat dan niet mogen? Na verloop van tijd komt Harrie weer in aanraking met de politie. Met een aantal andere kinderen heeft hij ’s nachts een inbraak gepleegd in een groot warenhuis in de buurt van het tehuis. De zware dozen met buit hebben zij in een aangrenzend bos verstopt met de bedoeling ze de volgende dag op te halen. Om achteraf ruzies te voorkomen hebben zij op de door hen afzonderlijk geclaimde dozen hun initialen gezet. Een van hen schrijft zelfs zijn volledige naam op een doos. Voor de politie is het vervolgens niet meer zo moeilijk om bij de daders uit te komen. Als de politie het spoor op de dozen volgt en via de namen en initialen bij de eerste jongen uitkomt, noemt hij snel alle namen van de andere betrokkenen. Daar krijgt hij later nog een keer een flink pak slaag voor van de anderen. Harrie bekent na zijn aanhouding vijftien andere gepleegde feiten, brengt een aantal dagen en nachten door op twee verschillende politiebureaus en wordt voor drie weken in een tuchthuis geplaatst. Daarna moet hij voor de rechter verschijnen en mag hij de resterende dertig dagen straf als huisarrest doorbrengen in het tehuis. De dagopvang is volgens Harrie voor veel jongeren een belangrijk ontmoetingscentrum. Overdag worden er afspraken gemaakt voor de inbraken ’s avonds en ’s nachts. En er is één jongen bij die wel moet inbreken. Hij is verslaafd aan de heroïne en heeft daar veel geld voor nodig. Mevrouw Van Sloten wordt in deze periode overspoeld met ambtelijke stukken over de misdragingen van Harrie. Al een aantal maanden heeft ze geen contact meer met hem. Op 5 december zit zij thuis verwachtingsvol op de komst van Harrie te wachten. Ze heeft taaipoppen en chocoladeletters in huis gehaald. Harrie is daar gek op. Zij wacht tevergeefs op Harrie. In diezelfde maand wordt zij in verband met kanker aan haar baarmoeder opgenomen voor een zware operatie in het ziekenhuis. Ook daar wacht ze tevergeefs op een levensteken van Harrie. Kort na de jaarwisseling wordt het haar te gortig en huurt ze in het ziekenhuis een telefoon aan het bed om Harrie te bellen. 14